VOOROP IN DIERGEZONDHEID NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 28 • NUMMER 2 • FEBRUARI 2022
Veterinair Nieuw: uw uitslagen altijd bij de hand met de VeeOnline-app GD gaat, in samenwerking met haar klanten, VeeOnline vernieuwen! U kunt vanaf nu de nieuwe VeeOnline-app downloaden met handige functionaliteiten. Zo ontvangt u, als u dat wenst, een melding als er nieuwe uitslagen van labonderzoeken binnen zijn. U kunt via de app altijd en overal uw uitslagen bekijken én uitslagen eenvoudig filteren op identificatie, referentie, periode of onderzoek. Met de app logt u eenmalig in met uw Z login en dan opent de app daarna met een door u ingestelde code. Eenvoudig en snel overzicht in uw labuitslagen op VeeOnline Ook de weergave van uw labuitslagen op VeeOnline is in een nieuw jasje gestoken. U kunt vanaf nu gebruikmaken van nieuwe functionaliteiten binnen het VeeOnlineonderdeel ‘Uitslagen’. Met de nieuwe zoekfilters vindt u sneller de uitslagen die u zoekt. U kunt uitslagen filteren op identificatie, referentie, onderzoek of periode. Kortom: snel een actueel overzicht van uw resultaten en uitslagen. Log in, klik op ‘Uitslagen’ en maak direct gebruik van de nieuwe weergave.
Coccidiose bij biggen Coccidiose kan bij biggen in de kraamstal diarree veroorzaken en rond speenleeftijd zorgen voor een verminderde uniformiteit door groeivertraging. Coccidiose kenmerkt zich door een geel/grijze diarree die van pasteus tot waterig kan variëren. Klinische verschijnselen worden het vaakst gezien rond twee weken leeftijd, maar kunnen al vanaf de eerste levensweek optreden. De verwekker (Cystoisospora suis) is een obligaat intracellulaire parasiet. De gesporuleerde oöcysten worden door jonge biggen uit de omgeving opgenomen. In de maag breken de maagsappen de cyste af, waardoor de sporozoïeten vrijkomen. Deze sporozoïeten dringen de enterocyten binnen, waar vermenigvuldiging plaatsvindt. De gevormde oöcysten worden intermitterend uitgescheiden en zijn niet altijd in de mest aan te tonen met de gebruikelijke flotatiemethode. In de sectiezaal kan macroscopisch een fibrineus-necrotisch membraan in het jejunum en ileum worden gezien, maar alleen in ernstige gevallen. Microscopisch wordt villusatrofie, samensmelting van de villi, hyperplasie van de crypten en een beeld van necrotische enteritis gezien. Door destructie van de enterocyten kan de lamina propria bloot komen te liggen, of enkel zijn afgedekt door immature platte enterocyten. Deze verandering aan het epitheel zorgt voor de verminderde absorptiefunctie van de darm, vochtverlies en diarree. Door de brede inzet van toltrazuril wordt op conventionele varkensbedrijven niet vaak kliniek van coccidiose gezien, maar een vroege infectie is wel degelijk mogelijk. Mocht u twijfelen over coccidiose, stuur dan een aantal verdachte biggen in voor sectie.
Nieuwe telefoonnummers en betere bereikbaarheid Wellicht heeft u het vorige bericht gemist, vandaar dat we het nog een keer herhalen. GD heeft nieuwe telefoonnummers. Vanaf nu belt u ons tegen het reguliere tarief. Wel zo prettig! U kunt ons bereiken via: • Klantenservice: 088 20 25 500 • Veekijker: 088 20 25 555 Wist u dat ook de openingstijden van onze klantenservice zijn uitgebreid? De klantenservice is op werkdagen al vanaf 07.30 uur bereikbaar tot 19.00 uur. Heeft u nog vragen? Neem dan contact met ons op. Wij staan voor u klaar!
De Veekijker: voor uw veterinaire vragen Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 088 20 25 555. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Rund uiergezondheid: 15.00 – 17.00 uur Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 uur Varken: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Pluimvee: 08.30 – 17.00 uur, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): alleen voor infectieuze aandoeningen 15.00 – 17.00 uur
Karlijn Eenink MSc, dierenarts varken Veterinair, februari 2022 -
1
Teun Fabri dierenarts pluimvee
AI en vaccinatie De Nederlandse pluimveehouderij wordt geconfronteerd met (weer) een uitbraak van aviaire influenza, deze keer van het type H5N1. Het virus is endemisch in het wildevogelreservoir en de verspreiding naar de commerciële pluimveebedrijven zal tot meer besmette bedrijven leiden. Maximale preventie om insleep te voorkomen, zoals het ophokken, lijkt niet voldoende. Dan wordt vanzelf de vraag actueel: is preventieve vaccinatie een optie? In het verleden is door GD aangegeven dat het in Nederland geregistreerde (geïnactiveerde) vaccin, zelfs bij meermalige vaccinaties, onvoldoende dekking geeft voor de verschillende subtypen van het influenzavirus. Wereldwijd zijn meer dan honderd miljoen geïnactiveerde H5N1-vaccins gebruikt om uitbraken bij pluimvee te stoppen, maar dit is niet gelukt. Er is intussen een nieuwe generatie vaccins beschikbaar, zoals vector- of mRNA-vaccins. Deze activeren niet alleen de humorale afweerrespons, maar ook de cellulaire afweerrespons. Vaccinatie met dergelijke vaccins biedt een bredere bescherming en er is te controleren of het koppel een veldinfectie heeft doorgemaakt. Het is verstandig om opnieuw een afweging te maken of we in Nederland (en Europa) AI-vaccins willen inzetten en zo ja, voor welke sector en voor welke risicogebieden een preventieve vaccinatie zinvol zou kunnen zijn. Complexiteit hierbij is de huidige Europese regelgeving, gebaseerd op de oude generatie vaccins en uitbraken die incidenteel waren. Vaccineren tegen vogelgriep komt wellicht dichterbij, zeker nu meerdere Europese landen worden geconfronteerd met geïnfecteerde autochtone vogelpopulaties als (economische) bedreiging van hun eigen pluimveesector.
Terugblik intervisiebijeenkomsten Elk jaar worden er vanuit de rundveemonitoring intervisiebijeenkomsten georganiseerd voor dierenartsen. Tijdens deze intervisies worden actuele onderwerpen besproken. Eind 2021 waren er, in verband met de coronamaatregelen, drie webinars waaraan dierenartsen deelnamen. Vanuit veterinaire milieutoxicologie is jacobskruiskuid en het risico op intoxicatie besproken. Voor de data-analyse werden de resultaten van de verdiepende analyse ‘levensduur melkvee en de risico’s op het ontstaan van lebmaagaandoeningen bij fokkalveren’ behandeld. Daarnaast bespraken we actuele signalen vanuit de monitoring. Vanuit de NVWA en een Veekijkerdierenarts werd ingegaan op de veranderingen in wetgeving na implementatie van de Animal Health Regulation. Dit werd gedaan aan de hand van een blauwtongmelding. Ook gingen we in op de huidige blauwtongsituatie in Europa. De sessie werd afgesloten met een casuïstiek over parafilaria. De deelnemers gaven aan dat het zinvolle sessies waren. Wij kijken dan ook terug op waardevolle bijeenkomsten en hopen u later dit jaar weer te zien bij de intervisiebijeenkomsten van monitoring Rund. Marleen Aarninkhof, medewerker Diergezondheidsmonitoring
Vaccinatie tegen aviaire influenza In het algemeen is te stellen dat bescherming tegen een ziektekiem bestaat uit twee basale reacties van het immuunsysteem. Het eerste is de productie van afweerstoffen die onder andere in het bloed aanwezig zijn, de humorale afweerrespons. De andere basale reactie van het immuunsysteem is de cellulaire afweer. De humorale afweerrespons is te meten met verschillende bloedtesten, zoals de ELISA- en de HAR-test. Dit type afweerstoffen kan daarnaast aanwezig zijn op het slijmvlies van bijvoorbeeld de darm en het ademhalingsapparaat. Deze vorm van bescherming wordt ook wel de lokale bescherming genoemd. De afweerstoffen die in deze immuunrespons worden gemaakt, zijn selectief tegen een bepaalde ziektekiem. Bij aviaire influenza is de immuunrespons met name gericht tegen het subtype van het virus, bijvoorbeeld H5N1. Wanneer een dier besmet wordt met een ander subtype, bijvoorbeeld H5N8, dan zal de bescherming al snel onvoldoende zijn en zal het dier ziek worden, ondanks de aanwezigheid van afweerstoffen tegen H5N1. De cellulaire afweer is een niet-specifieke immuniteit die niet verloopt via afweerstoffen, maar via lichaamscellen die binnendringende ziektekiemen neutraliseren. De cellen van de cellulaire afweer herkennen een levende ziektekiem en zullen met behulp van signaalstoffen andere onderdelen van het immuunsysteem stimuleren om de ziektekiem aan te pakken. De oude, geïnactiveerde vaccins activeerden de cellulaire immuniteit beperkt, maar er is intussen een nieuwe generatie vaccins beschikbaar, zoals de vectorvaccins of de mRNA-vaccins. Deze vaccins activeren niet alleen de humorale afweerrespons, maar ook de cellulaire afweerrespons. Vaccinatie met dergelijke vaccins biedt een bredere bescherming. Het beperkt zich niet meer tot het subtype dat in het vaccinpotje zit, maar beschermt ook tegen de andere subtypen. Een ander voordeel is, dat (bloed)onderzoek nog steeds mogelijk is om te controleren of het gevaccineerde koppel toch nog besmet is geraakt. Dierexperimenten met dit type vaccins geven aan dat ziekteverschijnselen verminderen of zelfs kunnen worden voorkomen en dat virusvermeerdering, en dus uitscheiding, aanmerkelijk kan worden verminderd. Ook is duidelijk dat gevaccineerde dieren een hogere infectiedosis nodig hebben om geïnfecteerd te raken. Deze moderne generatie vaccins brengt de technische mogelijkheid van preventieve vaccinatie tegen vogelgriep steeds dichterbij. drs. Teun Fabri, dierenarts pluimvee
2
Representatief sectiebeeld voor een koppel kleine herkauwers De vraag in hoeverre de uitkomsten van pathologisch onderzoek de waargenomen kliniek binnen een koppel schapen of geiten kunnen verklaren, is niet altijd eenvoudig te beantwoorden. Allereerst moet een te onderzoeken dier een goede representant zijn van de waargenomen klinische klachten. Bij voorkeur is een dier nog niet behandeld met medicatie. Verder moet het in te zenden dier zo vers mogelijk zijn; op warme dagen is het advies om het karkas te koelen tot het wordt opgehaald. In alle gevallen is een goede anamnese met een beschrijving van het ziektebeeld, het ziekteverloop en het koppelbeeld van belang om de patholoog te helpen bij het gericht inzetten van de juiste onderzoeken. Wanneer de problemen blijven bestaan of bij twijfel over de representativiteit van de uitslag, is het aan te raden om opnieuw een goede representant voor pathologisch onderzoek in te sturen, opnieuw met een complete anamnese. Bij onduidelijkheden met betrekking tot de uitslag of bij blijvende problemen kunt u contact opnemen met de Veekijker: 088-20 25 555. drs. Eveline Dijkstra, dierenarts kleine herkauwers
Leptospirose-gevallen in 2021 In 2021 zijn bij zeven rundveebedrijven besmettingen vastgesteld met de bacterie Leptospira Hardjo. Een besmetting heeft voor deze bedrijven zeer grote gevolgen. Er dient koppelbloedonderzoek te worden uitgevoerd en vaak ook een koppelbehandeling met antibiotica (dihydrostreptomycine). Daarnaast dient de zuivelonderneming toestemming te verlenen om met een uitzonderingspositie nog melk te mogen leveren. Dit is onder strikte voorwaarden mogelijk voor slechts een beperkte periode (maximaal 5 jaar), hierna dienen de runderen met antistoffen te zijn afgevoerd. Sinds 2020 ziet GD een duidelijke stijging in het aantal leptospirose-gevallen in Nederland. In 2020 zijn twaalf besmettingen waargenomen en in 2021 zeven. Dit is een grote stijging ten opzichte van de jaren daarvoor, toen werd slechts sporadisch een uitbraak van leptospirose vastgesteld. Bij de recente besmettingen is de oorzaak in de meeste gevallen te herleiden naar aanvoer van buitenlandse runderen. Nederland is een van de weinige landen in de wereld met een ‘leptospirose-vrij’dierziekteprogramma. Alle aanvoeren uit het buitenland zijn een risico voor insleep van leptospirose. Ons advies is runderen uit het buitenland altijd voor te screenen. Laat het onderzoek bij GD uitvoeren: de test die GD gebruikt (ELISA) is veel gevoeliger dan de test die doorgaans door buitenlandse laboratoria (MATtest) wordt toegepast. Daarnaast is ook één-op-ééntransport naar Nederland belangrijk. Ook tijdens transport kan nog een besmetting plaatsvinden, plaats de runderen daarom eerst vier tot zes weken in quarantaine. Als de runderen direct na aanvoer al worden onderzocht, onderzoek de runderen dan aan het einde van de quarantaineperiode nogmaals. Bovenstaande adviezen gelden uiteraard ook voor dierverplaatsingen binnen Nederland als het herkomstbedrijf niet ‘leptospirose-vrij’ is. Zie de GD-Risicocheck op onze website voor andere adviezen bij aanvoer. drs. Katrien van den Brink, dierenarts rund
Voortaan vaste vergoeding monstername monitoring Brucella abortus, blauwtong en Brucella melitensis Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft in afstemming met de KNMvD en CPD voor 2022 de uitbetalingstarieven voor dierenartsen voor monstername in het kader van monitoring van Brucella abortus, blauwtong en Brucella melitensis, aangepast. Het is niet meer nodig om in VeeOnline een declaratieformulier in te vullen. Nederland is officieel vrij verklaard van Brucella abortus, Brucella melitensis en blauwtong, maar de monitoring op deze dierziekten blijft van belang. GD voert deze monitoring uit in opdracht van LNV en besteedt de werkzaamheden voor monstername uit aan de dierenarts van de betreffende veehouder. GD betaalt de dierenarts op basis van de door LNV vastgestelde tarieven en declareert deze kosten vervolgens bij het Diergezondheidsfonds (DGF). Per 1 januari 2022 ontvangt u een vaste vergoeding per getapt bedrijf: • Brucella abortus en blauwtong (per monster): 68,80 euro (excl. BTW); • Brucella melitensis (per koppel): 127,41 euro (excl. BTW). Deze vergoeding is gebaseerd op de CAO dierenartspraktijken en inclusief arbeid, voorrijkosten, monstername, verzendkosten en materiaalkosten. Voor monitoring op Brucella abortus en blauwtong geldt een standaardtijd van 20 minuten per monster, voor Brucella melitensis 45 minuten per koppel. LNV geeft aan dat hierbij geen uitzonderingen mogelijk zijn. Met invoering van deze nieuwe werkwijze is het niet meer nodig om in VeeOnline een declaratieformulier in te vullen. Als de monsters op de juiste wijze worden ingeschreven wordt de vergoeding automatisch verwerkt en uitbetaald. Veterinair, februari 2022 -
3
Nieuws en mededelingen
Bewakingsonderzoek BVD
Klinische Avonden Paard: aanmelden kan nog!
Uit analyse van onze BVDklantcontacten blijkt dat nog regelmatig jongvee voor het bewakingsonderzoek wordt bemonsterd dat al gevaccineerd is tegen BVD, waardoor BVD-antistoffen in de steekproef worden aangetoond. Omdat wij geen onderscheid kunnen maken tussen antistoffen ontstaan na vaccinatie of na veldinfectie wordt aanvullend onderzoek gestart. U kunt dit voorkomen door te vaccineren nadat er een uitslag van het bewakingsonderzoek bekend is of door te controleren welke dieren al zijn gevaccineerd alvorens bloed te tappen. Zo helpt u de veehouder onnodig statusverlies en extra kosten te voorkomen. Wist u dat u de BVD-vaccinaties ook in VeeOnline kunt vastleggen?
Op 15 en 17 februari 2022 vinden de KAP-dagen plaats: dé nascholing voor paardendierenartsen die u niet wilt missen. Aanmelding is nog steeds mogelijk. De onderwerpen die gepresenteerd worden, zijn specifiek gericht op de dagelijkse praktijk voor paardendierenartsen.
Aandacht voor M.g. Op dit moment is er sprake van een toename in klinische uitbraken van Mycoplasma gallisepticum in Nederland. Verhoogde waakzaamheid en laagdrempelig inzetten van diagnostiek wordt sterk geadviseerd.
Veterinair is een uitgave van Royal GD | Redactie: Marian Aalberts, Tara de Haan, Daphne de Leeuw, Rob Nijland, Theo Geudeke, Katrien van den Brink | Eindredactie: Jessica Fiks | Vormgeving: Dock35 Media B.V. | Druk: Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Uitgever: GD | Verschijningsf requentie: 12 keer per jaar Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 088 20 25 500, www.gddiergezondheid.nl info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.
De volgende lezingen staan op het programma: • De do’s en don’ts van neurologisch onderzoek in de praktijk - dr. Joke Rijckaert, DAP Caballance • Praktische aanpak van chirurgische spoedingrepen in het veld - drs. Carmen Scheffer, MVR DipECVS, freelance paardenchirurg • Voorkomen is beter dan genezen. Wanneer heb ik een advocaat nodig? - mr. Wibe Reddingius, Langelaar Klinkhamer Advocaten Kosten voor deelname bedragen 55 euro per persoon. Accreditatiepunten zijn aangevraagd bij PE veterinair en CPD. Voor aanmelding en meer informatie: https://virbac.nl/Inschrijven/Klinische-Avonden-Paard. De lezingen zijn zowel fysiek als online te volgen, houd de website in de gaten voor het laatste nieuws in verband met de coronamaatregelen.
Praktijksymposium Hogere Varkensgezondheid verplaatst Het Praktijksymposium Hogere Varkensgezondheid is vanwege de coronamaatregelen verplaatst van 8 februari naar 19 april 2022. Na afloop van het Praktijksymposium Hogere Varkensgezondheid organiseert GD om 18.00 uur een avondsessie voor dierenartsen, varkenshouders en de periferie. Deze sessie staat in het teken van de varkensgezondheidsmonitoring. Wij nemen u mee in de laatste ontwikkelingen en trends. Ook nemen we graag samen met u een aantal interessante praktijkcasussen onder de loep. Kijk voor meer informatie en aanmelden op www.gddiergezondheid.nl/agenda
Dierenarts Nienke Snijders-Van de Burgwal versterkt team Kleine Herkauwers Vanaf 1 januari versterkt dierenarts Nienke Snijders-Van de Burgwal het team Kleine Herkauwers. Nienke studeerde in 2014 af aan de Universiteit Utrecht en begon toen als allround dierenarts. Daarnaast heeft ze ervaring in het onderwijs als docent aan de Universiteit Utrecht binnen de Klinische Infectiologie en aan de Aeres Hogeschool Dronten. Door haar passie voor kleine herkauwers is ze terechtgekomen bij GD. U kunt Nienke vanaf nu telefonisch, in onze communicatie of in de praktijk tegenkomen.
Nieuwe salmonella-testen beschikbaar Vanaf 1 februari zijn er nieuwe testen beschikbaar voor Salmonella Pullorum en S. Gallinarum. Deze testen zijn ontwikkeld in het kader van nieuwe Europese regelgeving met betrekking tot de monitoring van Salmonella Pullorum en S. Gallinarum in broederijen en vermeerderingskoppels die tegen Salmonella Enteriditis/S. Typhymurium (SE/ST) gevaccineerd zijn. Voor de broederijen is artikelnr. 12076 beschikbaar (Salmonella Pull./Gall. ophoping RVS/MALDI-TOF). Deze test is ontwikkeld voor het insturen van zwakke kuikens en/of liggenblijvers. Voor de monitoring van vermeerderingskoppels die tegen SE/ST zijn gevaccineerd, is artikelnr. 12077 (Salmonella Pull./Gall. ophoping RVS/MALDI-TOF) ontwikkeld voor het insturen van cloacaswabs of overschoentjes. Later dit voorjaar komt ook een PCR-test voor de monitoring van dons op Salmonella Pullorum en S. Gallinarum beschikbaar.