Het gebruik van dood Ms vaccin en het risico voor de serologische Mg monitoring
De Animal Health Regulation (EU) 2019/2035 (AHR) verplicht pluimveehouders van vermeerderingskoppels die exporteren, frequent onderzoek te doen op de afwezigheid van antistoffen tegen Mycoplasma gallisepticum (Mg).
Uit onderzoek is bekend dat er meerdere factoren zijn die aanleiding geven tot aspecifieke of vals-positieve reacties in de serologische testen (SPA- en ELISA-test) die worden gebruikt voor het aantonen van Mg-antistoffen. Zo kunnen vals-positieve reacties optreden in de Mg-serologische testen wanneer het koppel (1) een Mycoplasma synoviae -infectie (Ms) meemaakt, vooral in de acute fase van een Ms-infectie (eerste twee weken), of (2) wanneer het koppel twee tot drie weken voor het Mg-bloedonderzoek gevaccineerd is met een olie-emulsievaccin. Deze factoren geven in de Mg-monitoring een enkele keer per jaar vals-positieve reacties in de Mg-testen. Het gevolg van een dergelijke vals-positieve reactie is dat het koppel opnieuw moet worden onderzocht. Dit heronderzoek wordt uitgevoerd door de NVWA. Het afgelopen kwartaal zijn twee vals-positieve Mg-uitslagen opgetreden in opfok-vermeerderingskoppels die geleid hebben tot heronderzoek door de NVWA. Deze opfokkoppels bleken enkele weken daarvoor gevaccineerd te zijn geweest met een dood Ms-vaccin. Dit dode Ms-vaccin wordt nog maar recent toegepast bij vermeerderingskoppels. Op basis van de ervaring met deze twee recente koppels is het te adviseren om zeker niet binnen drie weken na het toepassen van het dode Ms-vaccin de monsters te nemen voor het verplichte Mg-bloedonderzoek.
dr. Anneke Feberwee , dierenarts pluimveeHet nut van CAEtankmelkmonitoring
Tankmelkmonitoring is een relatief laagdrempelige manier om een vinger aan de pols te houden in aanvulling op het CAE-certificeringsprogramma.
Jaarlijks verliezen melkgeitenbedrijven de CAE-vrijstatus. Het is dan een grote uitdaging om weer certificaatwaardig te worden. Dit vanwege het sluipende karakter van de virusinfectie en de lange ‘serological gap’. Soms lukt dit wel, meestal gepaard gaande met veel moeite. De identificatie van de route van insleep en het nemen van gerichte maatregelen om een eventuele volgende introductie te voorkomen is belangrijk. Recent heeft GD de gevallen van verlies van certificaat over het afgelopen decennium op een rijtje gezet. Uit de analyse blijkt dat de route van introductie tot nu toe meestal onbekend blijft. Door regelmatig tankmelk te testen op CAE-antistoffen kan relatief snel actie worden ondernomen om de verspreiding te beperken. Effectieve maatregelen om weer CAE-gecertificeerd te kunnen worden, verschillen per bedrijf. Het is altijd verstandig om aanvoer van dieren te beperken en de aangevoerde dieren (ook als deze afkomstig zijn van vrije bedrijven) eerst in quarantaine te houden en te testen, voordat zij worden toegevoegd aan de koppel. Ook wordt strikte biosecurity geadviseerd. De dierenartsen van GD staan tot uw beschikking voor advies, op maat en op locatie.
dr. Karianne Peterson en dr. Réne van den Brom , specialisten kleine herkauwers en dr. Marian Aalberts , veterinair microbioloog
Nieuw protocol salmonella op vleeskalverbedrijven
In opdracht van SBK werkte Royal GD de afgelopen periode aan een protocol om salmonella op vleeskalverbedrijven beter te kunnen beheersen. Met deze checklist kunnen vleeskalverdierenartsen samen met de kalverhouder en (eventueel) de vertegenwoordiger van de kalvereigenaar risicofactoren identificeren voor de insleep en versleep van salmonella op het kalverbedrijf. Deze risicofactoren vormen de basis voor bedrijfsspecifieke adviezen om de salmonellaproblemen op het vleeskalverbedrijf aan te pakken. Het protocol is in pdf en Excel te downloaden op de website van GD.
De Veekijker: voor alle veterinaire vragen
Voor veterinaire vragen is de Veekijker rechtstreeks te bereiken op 088 20 25 555. Via een keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben.
Voor de verschillende dier soorten gelden andere openingstijden:
Rund: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur
Rund uiergezondheid: 15.00 – 17.00 uur
Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 uur Varken: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur
Pluimvee: 08.30 – 17.00 uur, spoedgevallen 24/7
Paard (Helpdesk): alleen voor infectieuze aandoeningen 15.00 – 17.00 uur
Het nieuwe jaar
We weten het ondertussen, de jaren vliegen voorbij. En nu is 2023 alweer begonnen. Naast het gebruikelijke ‘we beginnen opnieuw en alle kansen liggen weer open’-gevoel aan het begin van een nieuw jaar, is er ook een zeker gevoel van onzekerheid.
Zoals bij iedere verandering begint het met ontkenning, ongeloof en gaat dan via ongemak naar creativiteit. Hoe kunnen we hiermee omgaan en meebewegen? Uiteindelijk blijkt dan vaak dat de soep niet zo heet wordt gegeten als zij wordt opgediend. Als we over vijf of tien jaar terugkijken, zijn we vast trots op hoe snel en voortvarend we vraagstukken met elkaar hebben opgepakt. En zo een voorsprong op andere landen hebben weten te behouden.
Een nieuw jaar biedt nieuwe kansen en een frisse blik. Wij zijn dankbaar dat wij als GD met u mogen samenwerken. In deze Veterinair stellen enkele nieuwe collega’s zich voor, wellicht heeft u al contact met hen gehad. Ook in 2023 staat onze kennis en expertise aan u ter beschikking. Laten we de gebruikelijke mix hanteren, zoals bij iedere veterinaire casus. We lossen de problemen op als ze zich voordoen. En we staan erbij stil of iets een incident is, of dat toch een trend of ontwikkeling merkbaar is.
Het nieuwe jaar zal ook weer voorbijvliegen, met problemen, oplossingen en kansen. Een gelukkig, gezond en veel voldoening gevend 2023 toegewenst!
Opnieuw AVP in Tsjechië
Na 4,5 jaar geen verdere Afrikaanse varkenspest (AVP)-uitbraken te hebben gehad in Tsjechië, is AVP nu opgedoken in het noorden van het land. Geografisch gezien is dit geen verrassende verspreiding, het is immers dichtbij het punt waar Duitsland, Polen en Tsjechië aan elkaar grenzen. En in deze regio worden vaker wilde zwijnen besmet met AVP gevonden.
Er is een zone van tweehonderd vierkante kilometer ingesteld, waarbinnen verschillende maatregelen van kracht zijn. Zo is het verboden het bos te betreden, te jagen, wilde zwijnen te voeren en wordt tegelijkertijd het zoeken naar dode zwijnen geïntensiveerd. Gehouden varkens worden in kaart gebracht, en varkens gehouden voor non-commerciële doeleinden zullen binnen tien dagen geslacht moeten worden. AVP deed zijn eerste intrede in Tsjechië in 2017, in de oostelijk gelegen regio Zlín. Tien maanden na deze uitbraak was Tsjechië weer vrij van AVP en was besmetting van gehouden varkens voorkomen.
Christiaan Sanderman MSc , projectleider varkenEven voorstellen
Bij GD zijn de afgelopen periode nieuwe dierenartsen en een patholoog begonnen. Ze stellen zich graag kort voor.
Ant Koopmans , dierenarts rund, Veekijkerteam
Ant Koopmans heeft ruim veertien jaar als onderzoeker/adviseur rundveevoeding in relatie tot gezondheid gewerkt bij Schothorst Feed Research B.V. Ze zet vanaf nu deze voedingskennis bij GD in op het gebied van vragen en problemen uit het veld, FIT-producten, praktijkonderzoek, cursussen en advies.
Betsie Krattley, dierenarts rund, Veekijkerteam
Betsie Krattley houdt zich onder andere bezig met uiergezondheid. Ze heeft het traject tot Europees specialist rundvee van het European College of Bovine Health Management succesvol doorlopen. “Ik werkte jarenlang in een praktijk, met focus op uiergezondheid. Nu zet ik dit voort via het uiergezondheidsteam.”
Judith de Jong , dierenarts rund, Veekijkerteam
Judith de Jong studeerde af aan de Universiteit van Gent, waarna ze een internship voor het European College of Bovine Health Management volgde. Ze werkte vervolgens als practicus. “Ik kijk ernaar uit mijn praktijkervaring te combineren met nieuwe wetenschappelijke inzichten voor een optimale diergezondheid.”
Tijs Tobias , dierenarts varken, Veekijkerteam
Tijs Tobias ondersteunt als specialist Varkensgezondheidszorg het Veekijkerteam en de onderzoekers van de afdeling Varkensgezondheidszorg. Zijn expertise betreft de infectieuze aandoeningen van het ademhalingsapparaat in de breedte, en Actinobacillus pleuropneumoniae (App) in het bijzonder.
Mathijs Knipscheer, dierenarts pluimvee, Veekijkerteam
Mathijs Knipscheer studeerde af in 2022. Met een stage bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en een stage bij GD kreeg hij een brede kijk achter de schermen van de pluimveesector. “Bij GD kan ik praktische kennis vanuit de praktijk combineren met wetenschappelijke kennis.”
Sjoerd Klarenbeek , patholoog
Sjoerd Klarenbeek houdt zich bezig met de diagnostische pathologie van zoogdieren. In de sectiezaal onderzoekt hij vooral landbouwhuisdieren en hij verricht cytologie en histopathologie van biopten, met name afkomstig van gezelschapsdieren. Sjoerd is gepromoveerd op kankeronderzoek in het Nederlands Kankerinstituut.
Hygiënecheck Kalf motiveert tot bijstellen protocollen
Het jongveethema van de stand van GD tijdens de Rundvee & Mechanisatie Vakdagen (RMV) in Hardenberg en Gorinchem eind vorig jaar werd door bezoekers gewaardeerd.
Op de RMV introduceerde GD bij veehouders het nieuwe product ‘Hygiënecheck Kalf’. Dit is te gebruiken als preventieve tool voor de inrichting van een optimaal jongveemanagement op een melkveebedrijf of om de oorzaak van bijvoorbeeld diarreeproblemen te achterhalen. Het geeft inzicht in de hygiëne op drie cruciale punten op het bedrijf: de kalverbox, de melkverstrekker(s) en de biest. Het benodigde monsternamepakket voor de drie onderzoeken is voor 5 euro te bestellen via onze webshop (VDGEB093 Monsternamepakket Hygiënecheck Kalf). De eerste reacties van veehouders en dierenartsen op het product zijn positief. Ze geven onder meer aan naar aanleiding van de uitslagen aan de slag te gaan met de hygiëneprotocollen op het bedrijf.
SCAN DE QR-CODE VOOR MEER INFORMATIE
Osteochondrose: van kraakbeen naar een krakend been
Osteochondrose komt voor bij jonge opgroeiende landbouwhuisdieren, paarden en honden en is het gevolg van een verstoring in de enchondrale ossificatie.
Tijdens de juveniele fase vinden groei en ontwikkeling van pijpbeenderen plaats vanuit een primair en een secundair ossificatiecentrum, respectievelijk in de groeischijf (physis) en in de epifyse, vlak onder het gewrichtskraakbeen. Kraakbeen wordt in deze fase omgevormd naar gemineraliseerd beenweefsel, waarmee omvang, lengte en stevigheid van de ledematen toenemen.
Het kraakbenige weefsel in de epifyse en groeischijf wordt aanvankelijk onderhouden door een capillair netwerk, gelegen in kleine kanaaltjes in het kraakbeen. Verstoring van deze bloedvoorziening leidt tot focale ischaemische necrose van chondrocyten in de epifyse en tot focale retentie van chondrocyten in de groeischijf. Indien de lokale circulatiestoornis niet wordt gecompenseerd door anastomosen, dan kunnen dergelijke laesies morfologisch leiden tot epifysaire cysten, al dan niet met aantasting van het gewrichtskraakbeen, en een onregelmatige groeischijf met kraakbeenplugs.
In een later stadium kunnen deze veranderingen resulteren in een deformerende osteoarthrose. De capillaire bloedvoorziening kan worden aangetast doordat de kanaaltjes plaatselijk door ossificatie al verdwijnen, terwijl er nog onvoldoende diffusie van voedingsstoffen is vanuit het gewricht of omringend beenweefsel naar het resterende kraakbeen in het ossificatiecentrum. Enerzijds zijn er aanwijzingen voor een genetische predispositie in combinatie met biomechanische factoren; anderzijds kan een bacteriële infectie ook de capillaire bloedvoorziening verstoren.
In de sectiezaal zien wij regelmatig varkens passeren met articulaire osteochondrotische veranderingen in de femurcondyl, het acetabulum en aan beide uiteinden van de humerus. In mindere mate komen loslating van de femurkop en de zitbeensknobbel voor, waarbij de groeischijf is aangetast. Ook bij vleesvee worden osteochondrotische laesies gezien in het kniegewricht en in de schouder, elleboog en atlas. De afwijking wordt bij paarden en honden met behulp van beeldvormende technieken gediagnosticeerd. Bij verschillende diersoorten is inmiddels veel bekend over het voorkómen van osteochondrose door een gerichte aanpak in de fokkerij.
drs. Klaas Peperkamp , veterinair patholoog
Teennecrose bij melkkoeien
Een ontsteking in de punt van de klauw (teennecrose) bij melkkoeien komt op ongeveer 70 procent van de melkveebedrijven in Nederland voor. Het betreft vaak een of twee dieren per honderd melkkoeien, maar het kan op sommige bedrijven om meer koeien gaan.
Het vervelende is dat deze dieren meestal ook na een aantal keer bekappen, gecombineerd met een klosje onder de andere klauw van dezelfde poot, niet opknappen, pijn hebben en vervroegd worden afgevoerd.
Teennecrose begint bijna altijd met een ontsteking van de axiale witte lijn, waar de afstand naar het klauwbeen heel kort is. Als ook het bot necrotisch is ontstoken, is dit proces bijna onomkeerbaar en rest vaak alleen nog een (kleine) chirurgische ingreep. Een eenvoudige en succesvolle behandeling is een gedeeltelijke amputatie van de punt van de klauw. Dit is een operatieve behandeling waarbij na het aanbrengen van een ligatuur en een onderpoot-anaesthesia alleen het voorste (afwijkende) deel van de klauw wordt verwijderd. De koe krijgt onder de andere klauw een klosje en een drukverband om het geamputeerde gedeelte. Dit drukverband moet na vier en zeven dagen worden vervangen en op dag tien verwijderd.
Het dier loopt direct beter en binnen drie maanden vormt zich een nieuwe hoornschoen, zonder kans op herhaling. De behandeling wordt normaal uitgevoerd zonder preventief antibioticumgebruik. Er zijn mogelijke andere therapieën in ontwikkeling, maar deze is eenvoudig, dankbaar en met een goede garantie uit te voeren.
dr. Menno Holzhauer, specialist rundergezondheid
Nieuws en mededelingen
Wijzigingen producten en tarieven 2023
Op onze website vindt u ons veelzijdige aanbod van producten en diensten met de tarieven van 2023. Vanwege de gestegen kosten zien ook wij ons genoodzaakt de tarieven te verhogen, met gemiddeld 6,9 procent. Ook zijn er verschillende wijzigingen, een aantal daarvan lichten we uit.
De nieuwe producten:
• Blauwalgonderzoek in veedrinkwater
• Hygiënecheck: biest/melkverstrekkers en kalverbox
• Mannheimia-ELISA, rund
• Pakket IBV met 12 genotype specifieke PCR’s op swab en FTA card, pluimvee
• Salmonella Pull./Gall. ophoping voor broederijmonsters, kuikens/ liggenblijvers
• Salmonella Pull./Gall. ophoping op overschoenen en swab, pluimvee
• Salmonella Pull./Gall. PCR voor donsmonsters, pluimvee
• Gallibacterium anatis-PCR op swab en FTA card, pluimvee
• Naamgeving aangepast van PRRS ELISA-SPOED zodat deze beter herkenbaar is, varken
• PARR-kat
Vervallen producten:
• CEM-kweek, paard
• Brucella abortus MIA, rund
Veterinair is een uitgave van Royal GD | Redactie: Marian Aalberts, Tara de Haan, Daphne de Leeuw, Katrien van den Brink, Annemieke Medema, Klaas Peperkamp | Eindredactie: Jessica Fiks | Vormgeving: Dock35 Media B.V. | Druk: Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Uitgever: GD | Verschijnings frequentie: 12 keer per jaar Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042
Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 088 20 25 500, www.gddiergezondheid.nl info@gddiergezondheid.nl
Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.
Monitoring Brucella melitensis
Afgelopen jaar hebben meer dan 1.475 bedrijven bloedmonsters ingestuurd van schapen en geiten voor onderzoek op Brucella melitensis. Alle monsters zijn negatief bevonden, waardoor Nederland nog steeds voldoet aan de Europese vordering en de vrij-status behoudt.
GD en de opdrachtgevers willen alle dierenartsen die zich hiervoor hebben ingezet bedanken. De aansturing voor de monitoring op B. melitensis 2023 is inmiddels verstuurd en hiervoor hopen wij weer op uw medewerking.
Daarnaast krijgen geselecteerde houders ook dit jaar de mogelijkheid om eenmalig kosteloos gebruik te maken van het abortuspakket schaap/geit. Zij hebben hiervoor een monsternamepakket ontvangen bij de aansturing.
CEM kweek paard verdwijnt uit aanbod
Met ingang van dit jaar is de CEM (Contagious Equine Metritis)-kweek voor paarden uit het aanbod van GD verdwenen. Dit geldt voor zowel het biopt als voor de swab. Monsters die nu naar GD worden gestuurd voor de CEM-kweek, worden daarom niet meer in behandeling genomen. Met name voor dierenartsen die in het verleden een monster hebben ingestuurd voor CEM is het goed om er rekening mee te houden dat deze monsters in het vervolg naar een ander lab dienen te worden gestuurd.
Klinische Avonden Paard
Op 14 en 16 februari 2023 vinden de KAP-dagen plaats: dé nascholing voor paardendierenartsen. Tijdens deze avonden worden drie lezingen gehouden met onderwerpen die specifiek gericht zijn op de dagelijkse praktijk voor paardendierenartsen. Wilt u weten wat er op het programma staat? Scan onderstaande QR-code voor meer informatie en voor de aanmelding. Kosten voor deelname bedragen 55 euro per persoon en accreditatiepunten zijn aangevraagd bij PE veterinair en CPD.
Deelname gevraagd IBD prevalentieonderzoek
In het derde kwartaal van 2022 werden twaalf meldingen gedaan van Gumboroveldinfecties (98,1%-vvIBD-DV86). Dit is een forse stijging ten opzichte van de eerdere kwartalen. Alle meldingen kwamen voort uit positief PCR-onderzoek bij GD. Het betreft vrijwillige meldingen bij GD. Het betreft dus geen overzicht van alle uitbraken. Ook bij de praktijken die deelnemen aan de Veterinaire Monitoring Pluimvee (VMP) bleef deze stijging niet onopgemerkt. Echter, vanuit de praktijk komt het signaal dat de aanwezigheid van veldvirus niet altijd gepaard gaat met (sub)klinische problemen. Om erachter te komen of de aanwezigheid van 98,1%-vvIBD-DV86-virus gerelateerd is aan (diverse) klinische problemen en tegenvallende productiecijfers, zouden we binnen de reguliere monitoring pluimveekoppels waarvan dieren zijn ingezonden voor sectie bij GD, willen vergelijken met koppels met tegenvallende resultaten en gezonde (controle) koppels.
Het idee is om dit voor de volledigheid voor alle (jonge) pluimveetypes te onderzoeken, ook al worden er bij opfok-leghennen en opfok-vleesvermeerderingspluimvee niet vaak gevallen van Gumboro gemeld. Op deze manier krijgen we een beter beeld van de prevalentie van de ziekte van Gumboro en tegelijkertijd wordt een beter beeld verkregen van de rol die het virus speelt bij het ontstaan van (sub)klinische problemen. Dit onderzoek is gestart in december 2022 en zal een doorlooptijd hebben van enkele maanden.
Deelnemen? Stuur dan een e-mail naar vmp@gddiergezondheid.nl