Veterinair maart 2020

Page 1

VOOROP IN DIERGEZONDHEID NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 26 • NUMMER 3 • MAART 2020

Veterinair Succesvolle aanpak salmonella-besmette melkveebedrijven Melkveebedrijven met een langdurige salmonellabesmetting worden in de aanpak van salmonella ondersteund door het salmonella-expertpanel dat is ingesteld door de NZO. Bij het opstellen van het derde en volgende 'Plan van Aanpak' is een bedrijfsbezoek door een dierenarts van het salmonella-expertpanel verplicht. In de periode september 2014 tot juli 2019 werd voor 99 langdurig besmette melkveebedrijven een bedrijfsspecifiek advies opgesteld door een dierenarts van het expertpanel. Hierin werden preventieve maatregelen opgenomen ten aanzien van de weerstand van runderen tegen salmonella-infecties, de scheiding tussen diergroepen op het bedrijf, de hygiëne en beperking van de kans op herhaalde insleep. Ook werd de veehouder geadviseerd om salmonelladragers systematisch en consequent op te sporen en af te voeren. De resultaten van de aanpak op de bezochte bedrijven zijn geanalyseerd. Alle veehouders namen na het expertbezoek preventieve maatregelen. De kans om binnen drie jaar na het expertbezoek het gewenste 'Niveau 1' te behalen (twee opeenvolgende gunstige tankmelkuitslagen) bleek 97 procent (95 procent betrouwbaarheidinterval: 92 procent, 100 procent). Vrijwel alle bedrijven behielden hierna 'Niveau 1' tot het einde van de studieperiode. De resultaten bevestigen dat succesvolle beheersing van salmonella haalbaar is, ook op langdurig besmette bedrijven. dr. Maarten F. Weber, dierenarts, specialist rundergezondheid

Wist u dat... ...wij vijf vrachtwagens hebben voor het vervoeren van dieren naar GD voor pathologisch onderzoek? Onze planner maakt de routes voor de chauffeurs. Zij vertrekken om 5.00 uur in de ochtend en halen dieren op bij de ‘ingeplande’ bedrijven. De chauffeur belt ongeveer een half uur voor aankomst naar de betreffende veehouder of dierenarts. Tussen 12.00 en 13.00 uur arriveren de vrachtwagens weer bij GD, waarna de dieren pathologisch worden onderzocht. De inzender ontvangt op de dag van sectie de eerste deeluitslag. Veehouders en dierenartsen kunnen dieren aanmelden via: www.gddiergezondheid.nl/ophaaldienst

SEIN-update: waar staan we nu? De eerste SEIN-emailalert werd verzonden op 21 juni 2019. Ondertussen zijn al ruim zeventig alerts verzonden en zijn zo’n 250 geïnteresseerde dierenartsen aangemeld. SEIN (Surveillance Equine Infectieziekten Nederland) is opgezet om deelnemende dierenartsen te informeren over uitbraken van infectieuze aandoeningen bij paarden, zoals droes, rhinopneumonie en influenza. Bevestigde gevallen melden we aan deelnemers via een geanonimiseerde SEINemailalert. Voor nadere informatie nemen we in principe eerst contact op met de betreffende dierenartsenpraktijk. We vragen dan naar symptomen, vaccinatiehistorie, het totale aantal en het aantal zieke paarden op het bedrijf en eventuele controle­ maatregelen. Deze informatie en de locatie van het geval (op tweecijferig postcodegebied weergegeven in een kaart van Nederland) worden vervolgens verwerkt in de melding. De bekendheid van SEIN groeit niet alleen binnen Nederland, maar ook internationaal. In het Equine Quarterly Disease Surveillance Report van DEFRA, AHT en BEVA (Vol:15 No.3 juli-sept 2019) wordt SEIN inmiddels weergegeven. SEIN betreft een samenwerking tussen GD en Cluster paard van de KNMvD en wordt mede mogelijk gemaakt door Boehringer Ingelheim Animal Health. Is uw praktijk al deelnemer? Kijk op www.seinalerts.nl voor aanmelding en meer informatie.

Vragen? Neem contact op! Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 0900 - 7100 000. Via het keuze­menu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Rund UGA: 15.00 – 17.00 uur Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 uur Varken: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Pluimvee: 08.30 – 17.00 uur, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): alleen voor infecti­ euze aandoeningen: 15.00 – 17.00 uur

Tara de Haan MSc, projectleider paard Veterinair, maart 2020 -

1


Dennis

Xander

Succesvolle training VeeOnline Inmiddels schrijven veel praktijken hun monstermateriaal digitaal in via VeeOnline. Een mooie kans voor paraveterinairen om ook hier een waardevolle, ondersteunende rol te vervullen binnen de praktijk. Zo kan de dierenarts zich richten op de veterinaire aspecten van het beroep. De paraveterinair zorgt ervoor dat de dierenarts weet wat er bij de veehouder moet gebeuren en schrijft de gegevens digitaal in als de monsters zijn genomen. Onze klantenservice begeleidt hierbij, geeft demonstraties via teamviewsessies of legt incidenteel een bedrijfsbezoek af. Het ‘Driestappenplan’ werpt inmiddels zijn vruchten af. De paraveterinair maakt de monsternamelijst aan op VeeOnline, de dierenarts neemt monsters bij de veehouder en de paraveterinair schrijft deze monsters vervolgens digitaal in op VeeOnline. Om nog meer kennis op te doen organiseren we trainingen. Alle aspecten van het efficiënt omgaan met VeeOnline komen aan bod. Zoals het digitaal inschrijven via aansturingen en losse monsters. Op 22 januari was er een training en lieten we onder andere zien hoe je aansturingen en inschrijvingen kunt terugzetten. Na de uitleg mochten de paraveterinairen zelf met een aantal opdrachten aan de slag, gevolgd door een labrondleiding. Het persoonlijke contact met de deelnemers bleek een mooie manier om de visie vanuit de praktijken te vergelijken met de visie van GD. De cursus is enthousiast ontvangen,met meer aanmeldingen dan plekken, daarom hebben we een nieuwe cursus gepland op 13 mei. Wilt u extra VeeOnline-uitleg of heeft u nog wat onbeantwoorde vragen? Meld u dan aan op www.gddiergezondheid.nl/veeonline-training

2

Angiopathie in de hersenen bij zeugen

Gumborovirus zonder klassiek beeld

Op een zeugenbedrijf was recent sprake van verhoogde uitval van zeugen over een periode van enkele maanden. De volgende verschijnselen waren daarbij aan de orde: hoge koorts (tot 42,5 graden Celsius), slaan met de kop (waardoor verwondingen ontstonden), vermoeden van blindheid, incoördinatie en letaliteit.

Sinds enkele jaren wordt in Nederland een Gumborovirus aangetoond dat 98,1 procent homologie vertoont met het klassieke vvIBD-DV86-virus.

De dieren reageerden niet of nauwelijks op therapieën. Het probleem kwam bij alle pariteiten voor maar het waren vrijwel allemaal drachtige zeugen. Bij pathologisch onderzoek (macroscopische beoordeling) werden geen afwijkingen aan beide gehoorgangen vastgesteld, ook de organen lieten geen afwijkingen zien. Het was dus waarschijnlijk geen vestibulair probleem. Histologisch bleek echter in de grote hersenen sprake te zijn van uitgebreide necrotische degeneratie van bloedvaten in de hersenschors en in de meningen met daarbij een perivasculaire ontstekingsreactie. Dit beeld past bij chronische micro-angiopathie in de hersenen waarvoor als oorzaken onder meer oude doorgemaakte coli-infecties of neerslagen van immuuncomplexen in de bloedvaten van de hersenen worden genoemd. De gemelde verschijnselen kunnen goed bij deze aandoening passen en komen voor bij een of enkele dieren binnen een koppel. Het kan het gevolg zijn van een ontsporing van het immuunsysteem of als (chronisch) uitvloeisel van een (virale) of een bacteriële infectie.

De klachten bij een veldinfectie met het 98,1 procent homologie met vvIBD-DV86virus bestaan uit: verhoogde uitval zonder het klassieke beeld van Gumboro (piek in sterfte), natte stallen, verminderde groei of verlaagde technische resultaten. Onder proefomstandigheden veroorzaakte het virus geen sterfte bij SPF-opfokleghennetjes en SPF-vleeskuikens van 14 dagen leeftijd. De opfokhennetjes waren enkele dagen kouwelijk en niet fit. Bij de vleeskuikens zijn geen ziekteverschijnselen waargenomen. De schade aan de bursa’s was zowel macroscopisch als histologisch duidelijke waarneembaar, ernstig en langdurig. Dit is geen hard bewijs voor immuunsuppressie, maar past wel bij het beeld dat wordt gezien in de praktijk (wel diverse klachten, maar geen duidelijk Gumboro-beeld met sterfte). Voor hard bewijs is een aangepaste proefopzet nodig. In hoeverre de mutaties gevolgen hebben voor de bescherming van de maternale afweerstoffen is onbekend, ook daar is een aparte vervolgstudie voor nodig. Deze vraag is relevant omdat een lagere bescherming door maternale afweerstoffen betekent dat veldinfecties op jongere leeftijd kunnen toeslaan, wat het risico op immuunsuppressie sterk verhoogt.

dr. Theo Geudeke, dierenarts varken Willem Dekkers MSc, dierenarts pluimvee

Diarree bij melkgeiten; is enterotoxaemie wel zo vaak de oorzaak…? De Veekijker krijgt regelmatig vragen over diarree bij melkgeiten. Soms betreft het enkele dieren en soms grotere aantallen, soms wordt genoemd dat gedurende een langere periode af en toe een geit met diarree wordt gezien. De diarree kan mild verlopen, maar ook waterdun zijn en met bloedbijmenging gepaard gaan. De dieren herstellen soms spontaan, maar in veel gevallen bestaat de indruk dat antibiotica nodig zijn om het leven van het dier te redden en de reactie van het dier op antibiotica is snel, meestal binnen enkele uren tot een dag. De indruk bestaat ook dat vaccinatie tegen clostridia de problemen doet verminderen. Dit is vervolgens vaak weer aanleiding om een keer extra te vaccineren.

Aanpassing uitslag Klauwgezondheid Tankmelk per 1 maart De uitslag van Klauwgezondheid Tankmelk is aangepast. Vanaf maart ziet u op de uitslag en in VeeOnline, in één oogopslag via het dashboard of de uitslag van uw veehouders aanleiding geeft tot verdere actie. De waarde 'attentie' geeft aan dat je alert moet blijven op mogelijke veranderingen in de actuele voorziening van biotine, zink en mangaan bij melkvee en de infectiedruk op het bedrijf. Wanneer de uitslag dírect aanleiding geeft tot het nemen van (management)maatregelen wordt de waarde 'actie' weergegeven. Daarnaast worden de bedrijfsspecifieke resultaten in concrete waarden, de bijbehorende adviezen en de resultaten ten opzichte van het gemiddelde van alle deelnemers weergegeven. Met deze aanpassing wordt het veehouders met ondersteuning van u als dierenarts in één overzicht duidelijk wanneer en op welke manier bijsturen verstandig is. In de toekomst worden meer uitslagen van tankmelkprogramma’s op deze manier weergegeven.

Vitamine D3: is het genoeg? De laatste tijd rijzen in de praktijk vragen of de wettelijk op 2.000 IU per kilogram voer gemaximeerde voorziening van vitamine D3 bij efficiënt groeiende en hoogproductieve varkens op een voldoende hoog niveau is. Zeker omdat binnengehouden varkens niet in de gelegenheid zijn om onder invloed van UV-B-straling vitamine D3 te synthetiseren in de huid. Bij mensen en varkens kan tot 90 procent aanmaak in de huid plaatsvinden. Vitamine D3 vervult een belangrijke rol bij de calciumstofwisseling. Deficiëntie kan onder meer resulteren in rachitis (bij jonge dieren), osteomalacie en osteoporose (bij oudere dieren), osteochondrose, spiertrekkingen, spierpijn of verminderde spierkracht. Hypovitaminose D bij de moeder heeft een negatief effect op de ontwikkeling van de foetus, wat zich bij varkens kan manifesteren als kyphose bij biggen. Daarnaast speelt vitamine D3 een rol bij immunologische processen, celproliferatie, synthese van neurotrofe factoren en bij de glutathionsynthese.

Om het ziektebeeld beter te begrijpen, adviseren wij om bij vergelijkbare problemen dieren aan te bieden voor pathologisch onderzoek. Deze dieren mogen niet zijn behandeld en moeten bij voorkeur zo vers mogelijk zijn. Het is raadzaam om van tevoren contact op te nemen via Veekijker om details van het uitvoeren van onderzoek te bespreken.

Normen voor de gewenste vitamine D3-concentratie in serum variëren enigszins, afhankelijk van de geraadpleegde bron. Daarnaast maakt men onderscheid tussen jonge opgroeiende en volwassen dieren en mensen. Het ligt voor de hand om, op basis van literatuurgegevens, als uiterste ondergrens voor 25(OH)D3 bij opgroeiende dieren 100 nmol/L (= 40 ng/ml) en bij volwassen dieren 50 nmol/L (= 20 ng/ml) aan te houden. In de praktijk blijken serumspiegels vaak lager te zijn. De bovengrens van 250 nmol/L (= 100 ng/ml) komt eigenlijk nooit voor en wordt bij mensen pas bereikt bij maandenlange opname van meer dan 10.000 IU/dag. Hypervitaminose D door blootstelling aan zonlicht is nooit beschreven.

dr. Piet Vellema, dierenarts kleine herkauwers

dr. Theo Geudeke, dierenarts varken

Pathologisch onderzoek: lang niet altijd een duidelijke oorzaak te achterhalen Na een bedrijfsbezoek zijn van een bedrijf met dergelijke klachten meerdere dieren nader onderzocht. Daarbij werden in eerste instantie ernstige afwijkingen gevonden in de voormagen en de dunne darm maar soms ook in de dikke darm. Opvallend was het aantreffen van grote aantallen van de bacteriën Clostridium perfringens, Paeniclostridium sordellii en Clostridium sporogenes. Clostridium perfringens is de veroorzaker van enterotoxaemie, maar de typische veranderingen die passen bij enterotoxaemie kwamen bij deze dieren niet voor. De betekenis van de bacteriën Paeniclostridium sordellii en Clostridium sporogenes is minder duidelijk. Omdat de geschiedenis van dit bedrijf goed bekend was, heeft nader onderzoek plaatsgevonden, onder andere van de voormagen. Daarbij zijn aanwijzingen gevonden voor al langer bestaande klachten die waarschijnlijk hun oorzaak vinden in pensverzuring en instabiliteit van de pensflora. Mogelijk heeft dit consequenties voor de afweer op darmniveau waardoor ziekteverwekkers een kans krijgen.

dr. Menno Holzhauer, dierenarts rundvee

Veterinair, maart 2020 -

3


Nieuws en mededelingen 2 april: kennismiddag REO We organiseren 2 april een kennis­ middag voor pluimveehouders, dierenartsen en voorlichters over REO. Het reovirus kan met name bij vleeskuikens of opfokdieren verschillende ziektebeelden ver­ oorzaken. De meest bekende is peesschedeontsteking. De gevolgen van deze infectie kunnen groot zijn. Peesschedeontsteking door reo­ virusinfecties werd in de jaren ’70 veel gezien. Met de ontwikkeling van een commercieel vaccin voor moederdieren daalde het aantal gevallen sterk. Vanaf 2011 is echter sprake van een toename van het aantal inzendingen naar GD van vleespluimvee waarbij peesschedeontsteking door een reovirus werd vastgesteld. Dit is een wereldwijde trend. GD heeft naar aanleiding hiervan de nodige onderzoeken opgezet naar de herkomst van de infecties en de rol van de reovirusstatus van moederdieren in de problematiek. Over de huidige stand van zaken met betrekking tot peesschedeontsteking door reovirus en de uitkomsten van deze onderzoeken willen we u informeren. Meer informatie en aanmelden: www.gddiergezondheid.nl/ REO-kennismiddag.

Veterinair is een uitgave van Royal GD | Redactie Marian Aalberts, Tara de Haan, Linda van Duijn, Sylvia Greijdanus-van der Putten, Daphne de Leeuw, Rob Nijland, Theo Geudeke | Eind­redactie Jessica Fiks | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Uitgever GD | Verschijnings­f requentie 12 keer per jaar | Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.

Wormsleutel: wormadvies onderbouwen Het begin van het jaar is een goed moment om met veehouders te praten over het komende weide­ seizoen. U kunt het tankmelk­ onderzoek worm­infecties van vorig jaar gebruiken om te beoordelen of de weerstands­opbouw bij het jongvee goed is verlopen. Is het zinvol om te gaan vaccineren tegen longworm op een bedrijf? En op welke momenten is het verstandig om tijdens het weideseizoen te controleren of behandeling nodig is? De wormsleutel kan helpen adviezen te onderbouwen. www.gddiergezondheid.nl/ wormsleutel

Cursus Fosfaatadvies op maat Fosfaat staat in de schijnwerpers. Veel melkveehouders zitten daardoor met de vraag 'Hoe speel ik in op de nieuwe situatie om blijvend rendement uit mijn bedrijf te halen?' Als dierenarts kunt u hen begeleiden bij het optimaliseren van de technische resultaten van hun melkveebedrijf in dit nieuw ontstane speelveld. Door de strengere bemestings­ normen nemen de fosfaatgehaltes in ruwvoer af en ook in krachtvoer zit minder fosfaat. Hoe weet u of actuele gezondheidsproblemen op een bedrijf met een fosfaattekort te maken hebben? En hoe kunt u de veehouder op dit gebied het best van advies voorzien en op basis van welke informatie? Tijdens de cursus 'fosfaatadvies op maat' gaan we in op deze en meer vragen. Centraal staat de relatie tussen fosfaat in de bodem, fosfaat in het rantsoen en fosfor in de koe. Doel is u praktische handvatten mee te geven waar u direct mee aan de slag kunt in de praktijk. Kijk voor meer informatie op www.gddiergezondheid.nl/ fosfaatadvies

Oorbiopten juist insturen Stuurt u voor uw veehouders oorbiopten naar ons in? Losse oorbioptbuisjes kunnen in een doos met andere monsters en materialen gemakkelijk over het hoofd worden gezien. Vraag uw veehouders daarom om de oorbiopten in de daarvoor bestemde sealbag te doen, of verpak ze in bijvoorbeeld een serumbuis. Zo weet u zeker dat er geen oorbiopt achterblijft in de doos.

Analyse en overzicht salmonella-uitslagen Om van een rundveebedrijf de salmonelladragers op te sporen en te bepalen bij welke runderen aanvullend onderzoek zinvol is, kunt u of kan uw veehouder een overzicht en analyse van de salmonella-uitslagen aanvragen. In het overzicht staan de uitslagen van GD-onderzoeken op (antistoffen tegen) salmonella van de voorgaande vijf jaar op dierniveau en de I&R-gegevens van runderen die in die periode op het bedrijf aanwezig waren. De kosten bedragen 185 euro (exclusief btw). Een link naar het aanvraagformulier staat op www.gddiergezondheid. nl/salmonella

Basiscursus Parasitologie Resistentie van verschillende wormsoorten voor wormmiddelen komt steeds meer voor. Dat merkt u waarschijnlijk ook in uw praktijk. Om wormbesmettingen gericht aan te pakken en resistentieontwikkeling te voorkomen, is het van belang om parasitologisch faecesonderzoek uit te voeren. GD biedt nu een cursus aan voor praktijkassistenten en praktijklaboranten waarin theoretische én praktische kennis wordt aangereikt voor kwantitatief faecesonderzoek: de 'basiscursus Parasitologie'. De cursus wordt op donderdagmiddag 23 april gegeven in het laboratorium van GD. Kijk voor meer informatie op www.gddiergezondheid.nl/ labnetwerk


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.