Veterinair maart 2021

Page 1

VOOROP IN DIERGEZONDHEID NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 27 • NUMMER 3 • MAART 2021

Veterinair 23 maart: cursus bacteriologie Relatie laag vervangingspercentage en uiergezondheid De afgelopen jaren zien we op de meeste melkveebedrijven het vervangingspercentage dalen. Er wordt minder jongvee aangehouden om oudere koeien te vervangen, wat resulteert in een hogere gemiddelde leeftijd van de veestapel. Dit is positief mits de diergezondheid hoog en de gedwongen afvoer laag is. Helaas gaat dit in relatie tot het tankmelkcelgetal niet zo als gewenst. Maatregelen om koeien met subklinische mastitis te voorkomen of op tijd te behandelen zijn niet altijd op tijd genomen. Dit resulteerde op een aantal bedrijven in melkleveringsproblemen wat het belang van uw expertise in combinatie met diagnostiek onderstreept. Voor de diagnostiek van subklinische mastitis is tankmelk uiergezondheid (zes of tien keer per jaar) een instrument dat inzicht geeft in de hoofdveroorzaker van koeien met een verhoogd celgetal. U kunt de tankmelk als een representatief mengmonster beschouwen van alle koeien met subklinische mastitis in het koppel. Met deze informatie kunt u gericht handelen om erger te voorkomen. De uitslagen van Mastitis Tankmelk vindt u binnenkort in één vernieuwd overzicht op het dashboard 'Uiergezondheid' via VeeOnline.

In deze online cursus leert u de basistechnieken voor het uitvoeren van bacteriologisch onderzoek en het maken van antibiogrammen. We bespreken de plaats van bacteriologisch onderzoek in mastitismanagement, het nut van bacteriologisch onderzoek, melkmonstername, transport, bewaarcondities en het nut en de noodzaak van een antibiogram. In het tweede deel staan laboratoriuminrichting, kweken, identificeren en het bepalen van de antibioticumgevoeligheid van mastitisverwekkers op het programma. Vervolgens gaat u in uw eigen praktijk aan de slag met het inzetten van een melkmonster voor BO en ABG en de interpretatie van het resultaat. Tijdens de online terugkombijeenkomst donderdag 22 april bespreken we de praktijkopdracht. Meer informatie: www. gddiergezondheid.nl/gdacademy

drs. Ryan van Egmond, dierenarts rundvee

Nieuw: ILT/SNP-typering-PCR en Coryza-genotypering Voor pluimvee zijn twee nieuwe producten beschikbaar, de ILT/SNP-typering-PCR en Coryza-genotypering. De ILT/SNP-PCR (artikelnummer 12008/12009) kan worden uitgevoerd op swabs en FTA-cards en toont de aanwezigheid of afwezigheid van ILT-virus aan. Wanneer aanwezigheid van dit ILT-virus wordt aangetoond, geeft deze test aan of het een vaccin-like of wildtype-stam betreft. Deze PCR is ook opgenomen in het respiratoir PCR-pakket pluimvee en kan worden uitgevoerd op swabs en FTA-cards (artikelnummer 11654/11644). Het Coryza (Avibacterium paragallinarum)-genotyperingsproduct (artikelnummer 11585/10673) is een test die aansluitend op een positieve Coryza (Avibacterium paragallinarum)-PCR op swabs of FTA-cards (artikelnummer 10673/11585) kan worden uitgevoerd. Deze geeft informatie over het geno- en serotype van de Avibacterium paragallinarum-bacterie die is betrokken bij een Coryza-uitbraak.

De Veekijker: voor uw veterinaire vragen Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 0900-7100 000. Via het keuze­menu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende dier­soorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Rund UGA: 15.00 – 17.00 uur Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 uur Varken: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Pluimvee: 08.30 – 17.00 uur, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): alleen voor infectieuze aan­doeningen 15.00 – 17.00 uur

dr. Anneke Feberwee, dierenarts pluimvee Veterinair, maart 2021 -

1


Klinische Avonden Paard Het diagnosticeren en behandelen van huidtumoren, risico’s en mogelijke complicaties op het einde van de dracht bij merries en het nut van online marketing voor een paardenkliniek. Een vol programma en een grote (digitale) opkomst. We kijken tevreden terug op de Klinische Avonden Paard. Virbac, Pavo en GD organiseren deze avonden jaarlijks voor paardendierenartsen. Normaal op een hippische locatie, waardoor op een gezellige, laagdrempelige manier intercollegiaal contact mogelijk is. Dit jaar werd het door de corona-omstandigheden een online-event, op 9 en 10 februari. Voordeel was wel dat reisafstand geen belemmering meer vormde. Dit bleek ook uit de ruim driehonderd deelnemende paardendierenartsen afkomstig uit Nederland en België. De avond werd geleid door Fred Smit, bestuurslid van KNMvD cluster Paard. Paarden-oncologie expert dr. Jos Ensink van de Universiteit Utrecht trapte af met een presentatie over de actuele ontwikkelingen op het vlak van huidkanker. Zij nam de paardendierenartsen mee in het stellen van een diagnose en de stap naar behandelingen. Online marketing-consultant Annika Rettig van Clickhorse Marketing en Equipreneurs Online belichtte het nut van online marketing en legde uit hoe de praktijk haar klanten hiermee het beste kan bereiken door middel van tips & tricks. Paardendierenarts Merel Dierks van Paardenkliniek Dennenoord sloot de avond af met de risico’s en mogelijke complicaties op het einde van de dracht bij merries en het belang van een goede diagnose. Via een speciale app konden de deelnemers reageren of vragen stellen tijdens de presentaties. Zo ontstond toch een mooie interactie.

Relatief weinig peesschedeontstekingen door reovirus Sinds 2011 stijgt het aantal sectie-inzendingen waarbij peesschedeontsteking door reovirus wordt vastgesteld. In 2019 waren dit 88 inzendingen. In 2020 daalde het aantal echter naar 74 inzendingen, waarvan slechts 12 in de tweede helft van het jaar. Van de inzendingen was 23 procent afkomstig van reguliere vleeskuikens, 61 procent van vleeskuikens van een trager groeiend ras en 16 procent van overig pluimvee.

Aantal inzendingen met als diagnose virale tenosynovitis

Tara de Haan Projectleider paard

45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Kwartaal

1

2 3 2017

4

1

4

1

Kwartaal

2 3 2019

4 1 2 3 4 2020 Vleeskuiken (regulier) Vleeskuikens (traaggroeiend) Overig pluimvee

Er komen nog wel sporadisch gevallen van peesschedeonsteking voor. Om ernstige gevallen van peesschedeonsteking door reovirus te voorkomen worden de opfokmoederdieren gevaccineerd zodat de kuikens met maternale bescherming op het bedrijf komen. Het is belangrijk om de enting te controleren. Zelf kunt u met de veehouder naar de bedrijfshygiëne kijken en met de VIR-check de reiniging en desinfectie controleren. Het reovirus overleeft namelijk makkelijk de leegstandsperiode en het is belangrijk om (her)besmetting op jonge leeftijd te voorkomen. Kijk voor meer informatie op www.vircheck.nl. drs. Christiaan ter Veen, dierenarts pluimvee

Aanvoeronderzoek salmonellaprogramma’s Bij de revisie van de salmonellaprogramma’s voor rundveebedrijven in mei 2020 zijn de regels rond aanvoeronderzoek vereenvoudigd. We ontvangen hier nog vragen over, daarom een toelichting. •

Bij aanvoer van runderen vanaf een herkomstbedrijf zonder de status ‘onverdacht’ wordt aanvoeronderzoek aangestuurd. Dit aanvoeronderzoek (B/D LPSantistoffen-ELISA op serum van het aangevoerde rund) kan worden uitgevoerd binnen acht weken na de aanvoerdatum. Het aanvoeronderzoek is noodzakelijk om zo snel mogelijk de status onverdacht terug te kunnen krijgen (op een tot dan toe ‘onverdacht’ bedrijf) of te kunnen behalen (op een bedrijf met de status ‘in onderzoek’ of ‘observatie’). 3 procent van de aanvoeronderzoeken levert een positieve uitslag op. Desgewenst kan de veehouder binnen acht weken na de uitslagdatum een bevestigingsonderzoek laten uitvoeren (B/D LPS-antistoffen-ELISA op serum van het aangevoerde rund). Bij jonge kalveren is dit zinvol om een positieve uitslag door maternale immuniteit uit te sluiten. Bij een negatieve uitslag van het bevestigingsonderzoek is het waarschijnlijk dat het rund een salmonellabesmetting heeft doorgemaakt, maar niet meer besmettelijk is geweest op het aanvoerende bedrijf. De uitslag van dit heronderzoek is daarom bepalend. Na een positieve uitslag van aanvoeronderzoek is vervolgonderzoek nodig om uit te sluiten dat de aanvoer tot insleep van salmonella heeft geleid. Als het rund binnen de afvoertermijn wordt afgevoerd bestaat dit vervolgonderzoek uit de volgende twee reguliere tankmelkrondes (melkveebedrijf) of het volgende aangestuurde intake- of bewakingsonderzoek (jongveebedrijf). 40 procent van de aangestuurde aanvoeronderzoeken wordt niet (tijdig) uitgevoerd door de veehouder. In deze gevallen is verder onderzoek nodig om uit te sluiten dat de aanvoer tot insleep van salmonella heeft geleid. Na het verlopen van de termijn voor aanvoeronderzoek kan het aanvoerende bedrijf de status ‘onverdacht’ niet eerder (terug)krijgen dan nadat alle uitslagen tijdens de volgende twee reguliere tankmelkrondes (melkveebedrijf) of het volgende intakeof bewakingsonderzoek (jongveebedrijf) gunstig zijn.

dr. Maarten F. Weber, dierenarts, specialist rundergezondheid

2

2 3 2018


Digitaal inschrijven met nieuwe reader schaap/geit Speciaal voor schapen en geiten heeft GD sinds kort een nieuwe, verbeterde reader die het digitaal inschrijven van monsters een stuk gemakkelijker maakt. Met deze X6-reader kunt u de monsters vanuit de stal direct inschrijven. Dankzij de ingebouwde RFIDscanner worden oornummers snel geregistreerd. Daarnaast worden barcodes op de monsterbuizen herkend met behulp van de ingebouwde camera. Voor het inschrijven van de monsters via deze reader is een speciale app ontwikkeld. U hoeft dus niet in te loggen op VeeOnline. Doordat het scherm van de app op de reader is aangepast, hoeft u ook niet meer te scrollen of pagina’s te vergroten of verkleinen. De app is gebouwd op eenvoud en doelgerichtheid: alleen knoppen en onderzoeken die van toepassing zijn, worden getoond. Doordat de app offline werkt, kunnen monsters snel worden ingeschreven. Bij het inschrijven wordt automatisch gecontroleerd op een juist UBN, buis- en diernummer. Ook ziet u direct op het scherm hoeveel dieren u per onderzoek al hebt ingeschreven. Dit komt met name van pas bij inschrijvingen voor CAE en CL. Dierenartsen kunnen de reader kosteloos lenen. Wilt u meer informatie over de mogelijkheden of een reader lenen? Dan kunt u bellen naar 0900-1770, optie 3. Tara de Haan MSc, projectleider

IBR: overstappen van ‘onverdacht’ naar ‘vrij’ Veel melkveebedrijven zijn in het voorjaar van 2018 laagdrempelig gestart met IBRbestrijding via de route tankmelk. Om de overstap van status ‘onverdacht’ naar ‘vrij’ te maken, kunnen bedrijven na minimaal twee jaar deelname met gunstige tankmelkuitslagen op basis van beperkt aanvullend onderzoek 'vrij' worden. Dit bloedonderzoek wordt gedaan bij alle runderen van zes jaar en ouder en van niet-vrije bedrijven aangevoerde runderen die niet eerder op IBR-antistoffen zijn onderzocht.

PRRS; de toegevoegde waarde van sequentie-analyse en fylogenetische vergelijkingen Het PRRS-virus komt dertig jaar voor in Nederland. In die tijd is er veel gebeurd, zeker op het vlak van diagnostiek. Met de onderzoeksmogelijkheden die we nu hebben, is het niet alleen mogelijk om de aan- of afwezigheid van het virus aan te tonen, maar kan het gevonden virus ook worden getypeerd met een sequentie-analyse. Daarmee wordt de genetische code van het virus in beeld gebracht, waardoor we ook in staat zijn deze te vergelijken met andere bekende velden vaccinvirussen in een fylogenetische vergelijking. Deze vergelijking resulteert in een fylogenetische boom, waarin de verwantschap van de verschillende PRRS-stammen in beeld wordt gebracht. Hoe groter de afstand tussen twee virussen in de boom, hoe minder verwant ze zijn.

74 procent van de onverdachte bedrijven waar één of meer positieve runderen werden gevonden, voerde deze dieren ook af en behaalde daarmee de vrijstatus. Dat wil tevens zeggen dat op een kwart van de bedrijven de latente drager(s) zijn blijven staan. Zonder koppelvaccinatie leidt reactivatie tot een terugval in de IBRbestrijding voor minimaal één koegeneratie. Het advies is twee keer per jaar te vaccineren zolang besmette runderen aanwezig zijn.

Naast het monitoren van de aan- of afwezigheid van het PRRS-virus op een bedrijf, hebben sequentie-analyses van de gevonden PRRS-virussen meerwaarde voor de bedrijfsadvisering. Op basis van de sequentieanalyse en de fylogenetische vergelijking kan namelijk worden vastgesteld of het gevonden PRRSvirus al op het bedrijf aanwezig was, of juist nieuw is geïntroduceerd. Dit maakt het mogelijk om concreet te kunnen adviseren de interne biosecurity aan te pakken of juist de externe biosecurity te verbeteren. De wetenschap staat niet stil. Naast de sequentieanalyse op basis van ORF5, is het momenteel mogelijk ook een groter gedeelte van het virus in kaart te brengen (ORF2-7) en wordt er zelfs hard gewerkt om het hele genoom van het PRRS-virus in beeld te brengen. Voor meer informatie kunt u terecht bij Veekijker Varken: 0900-7100 000.

drs. Frederik Waldeck, dierenarts rundvee

dr. Linda Peeters, dierenarts varken

Bijna driehonderd bedrijven maakten deze overstap het afgelopen jaar. Vanuit het verleden weten we dat het behalen van de vrijstatus op deze manier in de meeste gevallen (93 procent) zonder afvoer van runderen kan worden behaald. De bedrijven die recent overstapten, deden dat gemiddeld drie jaar eerder dan vroeger het geval was. Dit heeft geleid tot het vaker vinden van runderen met IBR-antistoffen in de steekproef. De recent overgestapte bedrijven onderzochten gemiddeld 22 runderen, bij 1,4 procent van de dieren werden antistoffen aangetoond. Het percentage bedrijven dat na het bloedtappen in de steekproef in één keer de vrijstatus behaalt, daalde licht naar 85 procent. Omdat het tijdsinterval tussen de overstap naar vrij worden en de mogelijk laatste IBR-besmetting op het bedrijf korter is, is het logisch dat er nu meer positieve runderen worden gevonden. In 65 procent van de gevallen waarbij IBR-antistoffen werden aangetoond beperkte zich dit tot één rund. Meestal het oudste rund (gemiddelde leeftijd 9,3 jaar) of een aangevoerd rund.

Veterinair, maart 2021 -

3


Nieuws en mededelingen Onderzoek na aanvoer: niet te snel en niet te laat GD zit in een overgangsfase van oude certificeringssystemen voor diergezondheidsprogramma’s naar één nieuw systeem. Omdat dit geleidelijk gaat, communiceren we op dit moment op verschillende manieren over deze programma’s. Zo krijgen veehouders vanuit het oude systeem de informatie nog per brief (leptospirose, IBR en paratuberculose). Vanuit het nieuwe systeem gebeurt dit vooral en bij voorkeur per e-mail (BVD en salmonella). Ook de verwerking van I&Rmeldingen van aangevoerde runderen is verschillend. In het nieuwe systeem is het aangestuurde onderzoek bijna real-time zichtbaar op VeeOnline. In het oude systeem duurt het na de I&R-melding enkele dagen voordat het aangestuurde onderzoek zichtbaar is. Om die reden adviseren wij u om het tappen van de aangevoerde runderen minimaal drie dagen na een aanvoermelding door de veehouder te plannen. Dan kunt u alle onderzoeken op VeeOnline combineren tot één onderzoeksopdracht. Zo voorkomt u veel extra kosten en onnodig werk.

Veterinair is een uitgave van Royal GD | Redactie Marian Aalberts, Tara de Haan, Daphne de Leeuw, Rob Nijland, Theo Geudeke, Katrien van den Brink | Eind­redactie Jessica Fiks | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Uitgever GD | Verschijnings­f requentie 12 keer per jaar Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.

Trichinella-onderzoek geschoten wilde zwijnen Trichinella is een rondworm (nematode) die als larve in rust in het spierweefsel van zoogdieren kan voorkomen. De volwassen mannelijke en vrouwelijke wormen kunnen zich voortplanten in de darmtractus en voor nieuwe generaties larven in de gastheer zorgen. De voorkomende soorten zijn Trichinella spiralis, T. britovi en T. pseudospiralis en deze komen voor bij gehouden varkens en wilde zwijnen en kunnen de ziekte trichinellose veroorzaken. Trichinellose is een besmetting die humaan vooral wordt veroorzaakt door het eten van rauw of halfgaar varkensvlees. Om deze te voorkomen, is wettelijk vastgelegd dat ook vlees van een geschoten wild zwijn altijd op trichinellasoorten onderzocht moet worden. Het is als jager mogelijk dit onderzoek door GD te laten uitvoeren. Kijk voor meer informatie op: www.gddiergezondheid.nl/wildezwijnen.

Behandeling van tussenklauwontsteking

Waar komt dit monster vandaan?

Tussenklauwontsteking (TKO) is een herkenbare flegmoneuze aandoening van de tussenklauwhuid bij jonge melkkoeien en gaat vaak gepaard met koorts en melkproductiederving. De aandoening wordt herkend door het plotselinge optreden en de symmetrische zwelling van de kroonrand. Snelle behandeling met een antibioticum en een NSAID resulteert in de regel in vlot herstel. Toch bereiken ons al enkele jaren berichten dat behandeling lang niet altijd het gewenste resultaat oplevert. We willen meer weten over de omvang en de oorzaak van dit probleem en vragen u om in voorkomende gevallen dit te melden bij de Veekijker 0900-7100 000.

Wanneer u monsters instuurt voor bacteriologisch onderzoek kunt u ervoor kiezen aansluitend een antibiogram te laten uitvoeren. Met een antibiogram wordt bepaald voor welk antibioticum de bacterie (on)gevoelig is. Bij het insturen van monsters voor dit onderzoek is het belangrijk dat u op het inzendformulier bij ‘Materiaal’ in het veld ‘Swab uit/van’ invult waarvan of waaruit de swab is genomen. Dit zorgt voor een juiste interpretatie van de MIC-waarde (Minimale Inhiberende Concentratie) en verbetert dus de kwaliteit van het antibiogram. Zo kunt u het dier gericht behandelen en voorkomt u onnodig (verkeerd) antibioticumgebruik.

Christian Scherpenzeel hoofd dierenartsen Christian Scherpenzeel is per 1 december 2020 aangesteld als hoofd dierenartsen van de sector rund. Christian is sinds 2011 bij GD in dienst als senior rundveedierenarts met specifieke aandachtsvelden uiergezondheid, melkkwaliteit en ontwikkeling van antibioticumresistentie. Christian beschikt over een uitgebreid (inter)nationaal netwerk, zowel in de veterinaire als in de humane gezondheidszorg. Samen met onze veertien rundveedierenartsen werkt hij dagelijks met veel plezier samen aan diergezondheid op de Nederlandse melkveebedrijven.

Wintersteekproef IBR/ leptospirose De herinnering voor de wintersteekproef IBR en/of leptospirose is 1 maart verzonden. De betreffende bedrijven zijn gevraagd om, afhankelijk van de bedrijfsgrootte, bloed van één of drie runderen te laten onderzoeken op IBR- en/of leptospirose-antistoffen en om hiervoor met u een afspraak te maken. Klikt u in VeeOnline op het homescherm van de veehouder in de tabel ‘geplande onderzoeken’ op het getal, dan ziet u de onderzoeken en kunt u een monsternamelijst opvragen. Totdat de uitslagen bekend zijn, houden deze bedrijven de status ‘observatie’. De steekproef moet vóór 1 april zijn uitgevoerd en een gunstige uitslag resulteert in de vrijstatus.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.