VOOROP IN DIERGEZONDHEID NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 28 • NUMMER 11 • NOVEMBER 2022
Veterinair Monstername mestonderzoek Eimeria en Giardia komt nauw We merken dat steeds meer praktijken het nieuwe buisje voor mestonderzoek naar Eimeria en Giardia bij rundvee weten te vinden. Waar u voorheen een handschoen vol kon insturen, komt de hoeveelheid mest nu heel nauw. Sinds een half jaar gebruiken we deze nieuwe methode, die een semi-kwantitatieve uitslag met een differentiatie en een procentuele verdeling van de gevonden Eimeria-soorten combineert. De hoeveelheid mest die in het buisje moet, komt hierbij wel nauw. De juiste hoeveelheid krijgt u door de holte van het lepeltje te vullen met mest en deze recht af te strijken. Is de mest vloeibaar? Voeg dan drie druppels diarree aan het medium toe. Voor gepoold onderzoek neemt u van drie tot vijf dieren een monster, elk in een apart buisje. Om de juiste mengverhouding te waarborgen (en daarmee een betrouwbare uitslag) maken wij er op het lab een pool van. Het monsternamebuisje dat u voor dit onderzoek nodig heeft is te verkrijgen in de GD webshop (artikelnummer VDBUI170). Wilt u ook nog ander mestonderzoek doen? Stuur dan een extra mestmonster in een regulier mestmonsterpotje mee. Coen Hegeman, 1e analist bacteriologie/parasitologie
Varkens met vlekziekte Bij de Veekijker zijn de afgelopen maanden een aantal casuïstieken binnengekomen van (vlees)varkens met vlekziekte. De Erysipelothrix rhusiopathiae-bacterie komt ubiquitair voor in de omgeving en wordt ook gevonden bij ongedierte en vogels. In Nederland worden zeugen vrijwel allemaal standaard gevaccineerd tegen vlekziekte. Maternale immuniteit beschermt de biggen tot ongeveer 8 weken leeftijd, waardoor de dieren op latere leeftijd gevoelig zijn voor een infectie. In geval van vlekziekte blijkt uit onderzoek van de Veekijker dat het vaccinatieschema vaak niet adequaat wordt toegepast. Vlekziekte is te herkennen aan de typische ruitvormige huidlaesies, de zogenaamde ‘Backsteinblättern’. Daarnaast kan endocarditis voorkomen met algemene ziekteverschijnselen, zoals koorts en lethargie. Differentiaal diagnostisch wordt soms gedacht aan een streptokokkenprobleem. Diagnostiek bestaat uit het vinden van de kiem in klinisch verdachte dieren door middel van bacteriologisch onderzoek. De aandoening wordt regelmatig als slachtafwijking gevonden en als zodanig gerapporteerd. Als vlekziekte een bedrijfsprobleem is, dient uitvoering van het vaccinatieschema te worden geëvalueerd. Eventueel kan vaccinatie van vleesvarkens worden overwogen. drs. Marlies Olde Monnikhof, dierenarts varken
Het belang van wateronderzoek Water moet smakelijk zijn, altijd beschikbaar en niet schadelijk voor de gezondheid. Nog voordat drinkwater wordt onderzocht, kan al een idee worden gevormd of de waterverstrekking geschikt is. Een eerste indruk van de kwaliteit van drinkwater is te verkrijgen door goed te letten op kleur, geur, helderheid en bezinksel. Er kunnen verschillende redenen zijn om wateronderzoek te laten uitvoeren. Per diersoort hebben wij de checkpunten beschreven.
De Veekijker: voor alle veterinaire vragen Voor veterinaire vragen is de Veekijker rechtstreeks te bereiken op 088 20 25 555. Via een keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Rund uiergezondheid: 15.00 – 17.00 uur Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 uur Varken: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Pluimvee: 08.30 – 17.00 uur, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): alleen voor infectieuze aandoeningen 15.00 – 17.00 uur
Veterinair, november 2022 -
1
prof. dr. Theo Lam manager R&D
Samen werken aan diergezondheid Als GD-medewerker heb ik, net als een aantal andere collega’s, een deeltijdaanstelling bij de faculteit Diergeneeskunde. En dat is hartstikke leuk! Onderzoek, onderwijs en een stukje praktijk gecombineerd. In dat kader heb ik samen met Miel Hostens, collega bij de faculteit, de cursus ‘Sustainable Ruminant Health’ opgezet.
Uitbraken van caseous lymfadenitis op melkgeitenbedrijven
Hygiënecheck Kalf: inzicht in de hygiëne op drie cruciale punten
Eerder dit jaar is op twee melkgeitenbedrijven caseous lymfadenitis (CL) vastgesteld. Beide bedrijven zijn bezocht door een dierenarts van GD. Op beide bedrijven waren meerdere geiten aan te wijzen met typische verschijnselen van CL.
Om meer inzicht te krijgen in de infectiedruk rondom jonge kalveren en de effectiviteit van de gebruikte schoonmaakprotocollen rondom de jongveeopfok ontwikkelde GD de ‘Hygiënecheck Kalf’.
Ter bevestiging van de diagnose zijn enkele verdachte dieren ingestuurd voor pathologisch onderzoek. In geiten van beide bedrijven werd Corynebacterium pseudotuberculosis, de verwekker van CL, gekweekt uit geabcedeerde lymfeknopen. Tijdens het bedrijfsbezoek werd inzichtelijk dat, gezien de mate van besmetting en het voorkomen van oude laesies, de infecties op de bedrijven mogelijk al een langere tijd aanwezig waren dan de dierhouders in eerste instantie dachten. Beide bedrijven namen deel aan het CL-vrij-certificeringsprogramma en voeren een vrijwel gesloten bedrijfsvoering. Beide melkgeitenhouders gaven aan niet bedacht te zijn geweest op het voorkomen van CL en de aandoening in eerste instantie niet te hebben herkend.
Bij het streven naar een optimale jongveeopfok is een focus op het verlagen van risico’s essentieel. Goed biestmanagement helpt om kalveren weerbaar te maken voor uitdagingen vanuit de omgeving. Schoon werken tijdens het opvangen en verstrekken van biest is daarbij essentieel. Een goede hygiëne rond het afkalven en de eerste opvang van het kalf hebben een positief effect op het verlagen van de infectiedruk en houden het risico op ziekte beter beheersbaar. De Hygiënecheck Kalf is een tool om te controleren of de hygiëne rondom jonge kalveren op peil is en geeft inzicht in de hygiëne op drie cruciale punten: de kalverbox, de biest en de melkverstrekker. De check bestaat dan ook uit drie bepalingen: (artikelnummer 12098) Hygiënecheck Kalverbox, (artikelnummer 12097) Hygiënecheck Biest, (artikelnummer 12096) Hygiënecheck Melkverstrekker. Het monsternamepakket hiervoor is voor 5 euro als één pakket verkrijgbaar in de GD webshop, (VDGEB093) Monsternamepakket Hygiënecheck Kalf.
Vooralsnog is het onduidelijk wat de bron van insleep is geweest op beide bedrijven. Risicofactoren voor insleep zijn dierbewegingen of contact van personen of materialen met geïnfecteerde dieren. In praktijk blijkt de oorzaak, mede vanwege de lange incubatietijd van CL, vaak niet (meer) te achterhalen.
SCAN DE QR-CODE VOOR MEER INFORMATIE
Margreet Pasman, marktmanager rund Ruim twintig rundveedierenartsen pakten de handschoen op om samen met ons een traject van tien cursusdagen in anderhalf jaar tijd aan te gaan. Onlangs was de derde dag bij GD in Deventer. Na eerdere bijeenkomsten over kringlooplandbouw en transitiemanagement, ging het nu over de bestrijding van infectieziekten en de daarbij gebruikte laboratoriumtechnieken. Een intensieve en mooie dag, met diepgaande discussies waar ook mijn GD-collega’s weer wijzer van werden. Ik geloof niet dat we bij de faculteit Diergeneeskunde de wijsheid in pacht hebben ten aanzien van de rundveegezondheid. En bij GD trouwens ook niet. En ook niet bij de WUR, bij farmaceutische bedrijven of bij bouwers van melkmachines. Maar samen komen we een heel eind! In deze cursus doen alle genoemde partijen mee en juist dat maakt het zo leuk. Want de ontwikkelingen staan niet stil, bij geen van onze partners. En wij mogen overal even in de keuken kijken. Samen werken aan diergezondheid! Benieuwd? Neem dan contact op met Miel Hostens of met mij.
2
drs. Eveline Dijkstra, dierenarts kleine herkauwers
Nieuwe multiplex-PCR voor het aantonen van IB-virus Het infectieuze bronchitisvirus (IBV) kent vele varianten. Een aantal van deze varianten, zoals Mass, D388, 793B, en D181) wordt in Nederland regelmatig aangetoond, andere minder vaak. Ook worden er elk jaar wel, voor de regio, nieuwe stammen aangetoond, de meeste hiervan weten zich niet te handhaven. Bij het aantonen van IBV van types waar ook voor gevaccineerd is, is het gewenst de vaccinstammen van de mogelijk veldstam te kunnen onderscheiden.
Ter sectie aangeboden melkkoeien Op melkveebedrijven komen dierenartsen koeien tegen die ondanks behandeling niet opknappen of plotseling doodgaan. Sectie levert in vrijwel alle gevallen aanvullende informatie op, waarmee de ziekte- of doodsoorzaak kan worden verklaard.
Beide wegen naar Rome (gewone IBV-PCR met sequencing en de multiplex-PCR) zijn betrouwbaar en afhankelijk van de vraagstelling kunt u nu een keus maken. De nieuwe multiplex-PCR is te vinden onder artikelnummer 12094 (swabs) of 12093 (FTA-card).
Indien de uitslag kan worden geëxtrapoleerd naar een koppelprobleem, dan draagt de pathologische diagnose bij aan de aanpak van het gezondheidsprobleem op het bedrijf. Door de diagnosen van de onderzochte melkkoeien te rubriceren naar orgaansysteem en aandoening, wordt inzicht verkregen in de mate van voorkomen van de diverse ziekte- en doodsoorzaken. Op deze wijze zijn de resultaten van ruim 4.000 dieren uit de periode van 2016 tot en met 2020 geanalyseerd. De meest voorkomende ziekte- of doodsoorzaak bij melkvee blijkt te zijn gelegen in het maagdarmkanaal/lever (26 procent van het totaal), waarbij vooral voedings- en metabole stoornissen een hoofdrol spelen, te weten scherp-in, lebmaagulcus en -torsie, darmtorsie en -bloeding (JHS), leverabces/thrombose vena cava en leververvetting. Slechts 5 procent van het totaal aantal maagdarmleveraandoeningen bleek infectieus: 4 procent salmonellose en 1 procent paratuberculose. De volgende belangrijke doodsoorzaak, 18 procent van het totaal, bevindt zich in de respiratietractus, waarbij de meeste oorzaken wel van infectieuze aard zijn (60 procent van het aantal luchtweg-longaandoeningen), met Mannheimia haemolytica als meest voorkomend infectieus agens, naast Pasteurella multocida, Mycoplasma bovis, IBR en longworm. Overige respiratoire aandoeningen worden veroorzaakt door metastatische pneumonie, verslikpneumonie (drenchen) en longbloeding. Andere veelvuldig voorkomende aandoeningen zijn bacteriële sepsis, mastitis, endocarditis, inwendige verbloeding, endometritis, hypocalcemie en meningitis. In mindere mate worden problemen van het locomotieapparaat, klauwproblematiek, artritis, osteochondrose en van overige orgaansystemen waargenomen. Dit overzicht maakt duidelijk dat door middel van pathologisch onderzoek aanknopingspunten gevonden kunnen worden voor voedingsproblematiek of stofwisselingsstoornissen op het melkveebedrijf en voor gezondheidsproblematiek van zoötechnische aard op basis van secundaire ontstekingen (weerstand) en kunnen infectyieziekten worden vastgesteld en uitgesloten. SCAN VOOR MEER INFORMATIE DE QR-CODE
dr. Sjaak de Wit, onderzoeker R&D
drs. Klaas Peperkamp, veterinair patholoog
Er zijn meerdere wegen die leiden naar Rome en dat geldt ook voor het aantonen van IBV met de PCR. Naast de gebruikelijke IBV-PCR van GD (artikelnummer 11516), die tot in detail typeert met behulp van sequencing (artikelnummer 10606), biedt GD nu ook een multiplex IBV-PCR aan voor de twaalf IBV-varianten die het meest worden gevonden in Europa. Bij het uitvoeren van een multiplex-PCR wordt eerst getest of een IB-virus aanwezig is. Daarna wordt de aanwezigheid van een groot aantal bekende IB-stammen of -varianten gecontroleerd. Het voordeel van deze multiplex-PCR is dat deze per IBVvariant de Ct-waarde geeft, hiermee kan de hoeveelheid virus worden ingeschat. Dit kan behulpzaam zijn bij de interpretatie wanneer er meerdere varianten tegelijk worden aangetoond. Op deze wijze kan de aanwezigheid van een veldstam, niet behorende tot de variant waarmee is gevaccineerd, in combinatie met de aanwezigheid van een vaccinstam worden aangetoond. Ook voor het controleren op het aanslaan van de IBV-vaccinatie met keelswabs op 5 tot 7 dagen na de vaccinatie is de multiplex-PCR erg geschikt. De multiplex-PCR kan geen onderscheid maken tussen vaccin- en veldstam van dezelfde variant, hiervoor is de sequencing-techniek nog steeds beschikbaar.
Winter: meer respiratieklachten In vergelijking met de zomer is het aantal gemelde respiratieklachten in de Online Monitor in de winter hoger. Gemiddeld genomen wordt een derde van het totaalaantal gemelde klachten toegeschreven aan luchtwegproblemen. Als meest waarschijnlijke oorzaak noemen dierenartsen Actinobacillus pleuropneumoniae (App), influenza en Mycoplasma hyopneumoniae (M. hyo). Overige secundaire en vaak opportunistische ziekteverwekkers worden ook vaak gemeld als oorzaak van respiratieklachten, namelijk Bordetella bronchiseptica, Glaesserella parasuis, Pasteurella multocida en streptokokken. Als we inzoomen op het aandeel varkens ingestuurd voor pathologisch onderzoek, waarbij influenza, PRRS of M. hyo wordt aangetoond zien we het volgende: infecties met PRRS laten een seizoensinvloed zien en zijn het hoogst in de wintermaanden, terwijl dit bij influenzainfecties minder duidelijk is. Uit de gegevens van de Online Monitor blijkt dat dierenartsen in de wintermaanden bij respiratieklachten vaker aan App of influenza denken en dat de rol van M. hyo door het jaar heen doorgaans gelijk beoordeeld wordt. Pathologisch onderzoek in de jaren 2019-2022 wijst uit dat het percentage secties waarbij M. hyo wordt aangetoond in de wintermaanden lager is. In de ingezonden varkens voor pathologisch onderzoek was in het eerste halfjaar van 2022 in 19 procent van de varkens met respiratieklachten App aanwezig, M. hyo in 13 procent en influenza in ruim 9 procent. In de Online Monitor werd 27 procent van de respiratieklachten gewijd aan App, 6 procent aan M. hyo en 20 procent aan influenza. Deze discrepantie is ook terug te zien in voorgaande jaren. Christiaan Sanderman, projectleider varken
Veterinair, november 2022 -
3
Nieuws en mededelingen Pathologiecasussen jonge paarden gezocht
Nieuw in de VeeOnline-app
Momenteel loopt bij GD een pilot om de meerwaarde van pathologie voor de monitoring inzichtelijk te maken. Dit jaar is de pilot gericht op jonge dieren en opfok. Dit betekent dat paarden tot en met een leeftijd van drie jaar, na afstemming met GD, kosteloos kunnen worden ingestuurd voor sectie. Casussen van mogelijk infectieuze of toxicologische aard zijn voor de pilot waardevol. Dit kan meerdere dieren op een locatie betreffen, dan wel een individueel dier met een bijzonder klinisch beeld.
SCAN DE QR-CODE VOOR HET CONTACTFORMULIER
Interessante casussen kunnen tot eind 2022, na overleg door een dierenarts met een van de GD-paardenspecialisten (via 088 20 25 500), op kosten van dit project worden ingestuurd. De sectie wordt dan volledig door GD betaald. In 2021 draaide GD een vergelijkbare pilot, die mooie inzichten heeft opgeleverd. Tara de Haan MSc, projectleider paard
Veterinair is een uitgave van Royal GD | Redactie: Marian Aalberts, Tara de Haan, Daphne de Leeuw, Katrien van den Brink, Annemieke Medema, Klaas Peperkamp | Eindredactie: Jessica Fiks | Vormgeving: Dock35 Media B.V. | Druk: Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Uitgever: GD | Verschijningsf requentie: 12 keer per jaar Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 088 20 25 500, www.gddiergezondheid.nl info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.
4
Vanaf nu kunt u in de VeeOnline-app tot maximaal vijf UBN’s in het filter selecteren voor een beter overzicht. U kunt uw uitslagen ook filteren op identificatie zoals stal, ID, werknummer of tank. We blijven de app doorontwikkelen en zijn benieuwd naar suggesties.
Nog even gratis diagnostiek Westnijlvirus De komende jaren wordt geprobeerd om circulatie van Westnijlvirus (WNV) zo vroeg mogelijk op te sporen. Hierbij kunnen paarden, door het onderzoeken van bloedmonsters van paarden met neurologische verschijnselen, een belangrijke rol spelen. Heeft u tijdens het vectorseizoen, van mei tot en met november, een paard met neurologische verschijnselen? Stuur dan een serumbloedmonster naar GD. Dit monster wordt dan onderzocht op antistoffen tegen WNV, in het kader van uitsluitingsdiagnostiek. Deze diagnostiek wordt middels een ministeriële subsidie gefinancierd. Om de kosten van de WNVdiagnostiek vergoed te krijgen, dient u een speciaal inzendformulier te gebruiken. SCAN DE QR-CODE
Koedata en KalfOK: flankerend onderzoek bij driehonderd melkveebedrijven Deelnemende melkveebedrijven aan KoeData en/of KalfOK krijgen elk kwartaal inzicht in de diergezondheid op hun bedrijf. Naast het gebruik voor inzicht op het melkveebedrijf kunnen melkveehouders en producenten van zuivelproducten aantonen hoe het is gesteld met de diergezondheid en het dierenwelzijn in de melkveehouderij. Periodiek wordt getoetst of KoeData en KalfOK een reële weergave geven van de diergezondheidsstatus op melkveebedrijven. Het gaat hierbij om validatie van de betrouwbaarheid van het systeem, niet om toetsing van de individuele bedrijven. GD voert deze validatie uit in opdracht van ZuivelNL. Hiervoor worden ongeveer driehonderd melkveebedrijven bezocht door een voor de validatie opgeleide dierenarts om de gezondheid van de veestapel te beoordelen. De dierenartsen die de bedrijfsbezoeken uitvoeren hebben geen voorkennis van de KoeData en KalfOK-statussen van de bedrijven die zij bezoeken. In november ontvangen alle melkveehouders een brief van ZuivelNL, met een oproep om zich vrijwillig aan te melden voor dit validatieonderzoek. Voor vragen kunt u contact opnemen met ZuivelNL via info@zuivelnl.org.
Enquête voor pluimveedierenartsen GD neemt sinds 2021 deel aan een vijfjarig internationaal project met als doel om beslissingsondersteunende tools voor veehouders te ontwikkelen, om infectieziekten bij jonge dieren te voorkomen en beheersen. Voor pluimvee ligt de focus op vleeskuikens. Samen met de Universiteit van Zürich hebben we een enquête opgesteld, om een beeld te krijgen van de manier waarop beslissingen worden genomen op vleeskuikenbedrijven en de behoefte aan ondersteunende tools. De enquête is in het Nederlands en invullen duurt ongeveer 15 minuten. Uw bijdrage wordt zeer gewaardeerd! BENT U EEN PLUIMVEEDIERENARTS EN WILT U MEEDOEN AAN DE ENQUÊTE? SCAN DAN DE QR-CODE.