Veterinair november 2023

Page 1

VOOROP IN DIERGEZONDHEID NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 29 • NUMMER 10 • NOVEMBER 2023

Veterinair Update blauwtongvirus Nederland

Blauwtongdossier

Sinds het blauwtongvirus (BTV) op 5 september werd vastgesteld, neemt het aantal meldingen ervan nog steeds toe. Ook op de Waddeneilanden en in omringende landen is BTV inmiddels vastgesteld. Momenteel is nog geen vaccin beschikbaar voor BTV serotype 3, het serotype waarmee we nu te maken hebben.

Sinds begin september heeft Nederland te maken met een uitbraak van het blauwtongvirus. Op de website van GD is een dossierpagina aangemaakt, waar veehouders en dierenartsen informatie en veelgestelde vragen over de blauwtongsituatie kunnen vinden. Op de dossierpagina vind je ook het behandelplan van GD en de meest actuele nieuwsberichten.

BTV wordt door verschillende Culicoides-soorten (knutten) overgedragen, waarbij de meeste activiteit plaatsvindt in de buurt van vochtige gebieden tussen zonsondergang en zonsopgang. Enkel herkauwers zijn vatbaar voor dit virus. Pathologische bevindingen bij schapen In samenspraak met de Begeleidingscommissie Monitoring Kleine Herkauwers zijn meerdere gestorven schapen onderzocht om het klinisch pathologisch beeld van een BTV serotype 3-infectie in kaart te brengen. De bevindingen tonen uitgebreide systemische vaatschade met vochtuittreding, bloedingen en versterf door verminderde bloedvoorziening met zuurstof- en voedingsstoffentekort en necrose tot gevolg. Vooral mondholte, voormagen, longen en nieren zijn ernstig aangetast bij deze dieren. Zieke dieren kunnen alleen symptomatisch worden behandeld, waarbij op dit moment vooral NSAID’s worden toegepast ten behoeve van pijnbestrijding, al dan niet in combinatie met een eenmalige toediening van corticosteroïden en antibioticumtherapie ter preventie van secundaire infecties. Echter, de kans dat dieren met dergelijke ernstige symptomen de besmetting zullen overleven, is uiterst klein. Het bleek zelfs dat getroffen dieren die na besmetting op leken te knappen, zeer ernstige gewrichtsontsteking kregen op verschillende plaatsen, met eveneens een slechte prognose. Om uitzichtloos lijden te voorkomen moet euthanasie tijdig overwogen worden. Klinische symptomen bij runderen zijn koorts, laesies op de neusspiegel en in de mondholte, gezwollen en rode kroonranden, speekselvloed, neusuitvloeiing en conjunctivitis. Ook melkproductiedaling en laesies op de uier worden veel gezien. Ook op melkgeitenbedrijven zijn BTV-infecties vastgesteld. Hierbij zijn de verschijnselen milder dan bij schapen, waarbij gezwollen lippen en bloedingen op de uierhuid zijn gesignaleerd. Bij de vorige BTV-uitbraak van serotype 8 zijn naast bovengenoemde verschijnselen ook koorts, laesies in de neus en mond, en melkproductiedaling waargenomen. Preventie Dierhouders wordt geadviseerd om terughoudend te zijn met dierverplaatsingen en hun dieren op te hokken/stallen op de momenten dat de knutten actief zijn (schemering). Houd de gezondheid van de dieren goed in de gaten en blijf daarnaast blauwtongverdenkingen melden bij de overheid. Gebruik één naald per dier. dr. René van den Brom, Europees specialist kleine herkauwers en dr. Christian Scherpenzeel, dierenarts

SCAN DE QR-CODE OM NAAR HET DOSSIER TE GAAN

De Veekijker: voor alle veterinaire vragen Voor veterinaire vragen is de Veekijker rechtstreeks te bereiken op 088 20 25 555. Via een keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende dier soorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Rund uiergezondheid: 15.00 – 17.00 uur Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 uur Varken: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Pluimvee: 08.30 – 17.00 uur, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): alleen voor infectieuze aandoeningen 15.00 – 17.00 uur

Veterinair, november 2023 - 1


Prof. dr. Ynte Schukken, directie Royal GD

Eerste kippen in testfase gevaccineerd tegen vogelgriepvirus Samen werken Ik probeer me voor te stellen hoe het ging begin september. Als practicus word je gebeld over een ziek schaap. Eenmaal aangekomen vind je een sloom schaap met wat koorts en gekke wonden in de bek. Wat dan? Heel knap om rustig na te denken en ook blauwtong in de differentiaaldiagnose mee te nemen. Dezelfde dag bel je met de Veekijker en doe je een melding bij de NVWA. Een dag later volgt het NVWA-bedrijfsbezoek, enkele dagen later de bevestiging dat het blauwtong betreft. Vanuit Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) komt het signaal dat het hier het blauwtongvirus serotype 3 betreft. Op basis van opgeslagen monsters van schapen en runderen kon snel worden vastgesteld dat in de weken voor de eerste uitbraak geen positieve bedrijven in de buurt zijn aangetroffen. Het ziet ernaar uit dat deze melding een van de eerste gevallen in Nederland was. Op zich een fijn idee dat de continue monitoring van dierziekten die we met z’n allen hebben opgezet, toch ongelooflijk goed werkt. Vanaf dat moment is het niet meer rustig geweest. Bedrijfsbezoeken, monsternames, heel veel telefoontjes, een webinar, media-aandacht, advies aan de minister en ga maar door. Voorbeelden die laten zien dat samenwerken essentieel is: de capabele mensen in het veld die de symptomen zien en interpreteren, de NVWA, WBVR, LNV, GD en vele anderen. Zo’n uitbraak brengt zorg en dierenleed met zich mee, maar laat ook zien dat we het qua samenwerking gewoon heel goed hebben ingeregeld. En dat is in deze ernstige situatie toch een compliment waard.

De eerste prik is gezet: 1.800 eendagskuikens krijgen een vaccinatie tegen hoogpathogene vogelgriep. Nog niet eerder zijn kippen in Nederland in een veldproef gevaccineerd tegen vogelgriep. Daarmee is de veldproef, die plaatsvindt in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), gestart. Dit is een belangrijke stap richting het grootschalig vaccineren van pluimvee tegen het vogelgriepvirus. Uit eerder onderzoek in het laboratorium bij Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) is gebleken dat twee vectorvaccins tegen hoogpathogene vogelgriep effectief zijn tegen verspreiding van het virus. LNV laat nu Wageningen University & Research (WUR), GD en de faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Utrecht onderzoeken of deze twee vaccins ook effectief zijn in de praktijk. De proef op de twee bedrijven duurt tot in het derde kwartaal van 2025. De eerste resultaten worden in het tweede kwartaal van 2024 verwacht. SCAN DE QR-CODE VOOR HET HELE BERICHT

Brachyspira hyodysenteriae aangetoond op een legbedrijf Aviaire intestinale spirochetose (AIS) is een aandoening bij leghennen en vermeerderingsdieren, vooral voorkomend bij koppels die al wat langer in productie zijn. Klinisch hebben deze koppels schuimige blindedarmmest, blekere eidooiers en bevuiling van eieren met mest. Ook kan de eiproductie te laag zijn, met natte mest en natte veren rond de cloaca. Normaal gesproken is Brachyspira intermedia of Brachyspira pilosicoli de oorzaak van AIS, vaak komen combinatie-infecties voor. Dieren worden besmet vanuit de omgeving, vooral door herinfecties in de stal. Daarnaast worden wilde vogels als reservoir gezien voor deze bacteriën, watervogels zijn drager. Recent is er op een commercieel legbedrijf een koppel met vergelijkbare verschijnselen voorgekomen, waar naast Brachyspira intermedia ook Brachyspira hyodysenteriae is aangetroffen. In Nederland is laatstgenoemde bacterie bij pluimvee niet eerder aangetroffen. Wel is deze kiem een bekende verwekker van dysenterie bij varkens, gekenmerkt door diarree en colitis. Het getroffen koppel had een te hoge water/voer-verhouding, natte mest en natte veren rond de cloaca. Het aandeel vuilschalige eieren was ook te hoog. Van bleke eidooiers was geen sprake. Bij sectie hadden meerdere dieren opvallende puntbloedingen in de caeca. Histologisch waren deze caeca mild ontstoken met veel spirocheten in de Warthin Starry-zilverkleuring, gepaard gaande met invasiviteit in het darmepitheel. Middels PCR werd bij sommige kippen een mono-infectie en bij andere een menginfectie van B. hyodysenteriae en B. intermedia aangetoond. In de literatuur zijn enkele experimentele infecties met B. hyodysenteriae in jonge vleeskuikens en opfokhennen beschreven. Hierbij bleek de bacterie in staat schade aan de blindedarmen te veroorzaken, vergelijkbaar met de laesies in het legkoppel. Het lijkt dus waarschijnlijk dat de klinische verschijnselen en de caecale laesies gerelateerd zijn aan de infectie met Brachyspira hyodysenteriae. Opvolging van het koppel heeft aangetoond dat de verschijnselen bij de besmette dieren ook weer kunnen afnemen. Opvallend is dat de infectie is verspreid naar een andere stal op het bedrijf, met een jonger koppel. Nader onderzoek van deze B. hyodysenteriae-stam is ingezet. drs. Naomi de Bruijn, veterinair patholoog

2


Monitoren varkensgriep GD heeft in het afgelopen jaar (2023) een pilot uitgevoerd voor het monitoren van varkensgriep op varkenshouderijen in Nederland. Deze pilot is uitgevoerd in samenwerking met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Erasmus Medisch Centrum en Wageningen Bioveterinary Research en in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het doel van dit programma was tweeledig, namelijk om inzicht te krijgen in de diversiteit aan griepvirussen die circuleren onder commercieel gehouden varkens en om deze virussen vervolgens te vergelijken met virussen die circuleren onder mensen. In totaal zijn 825 luchtwegmonsters verzonden naar GD door 10 verschillende dierenartspraktijken. Deze waren afkomstig van 90 verschillende bedrijven verspreid over het hele land. De monsters waren afgenomen van varkens met de klinische symptomen die passen bij een griepvirusinfectie. Op dit moment worden de analyses uitgevoerd om de gevonden virusstammen te karakteriseren en te vergelijken met de virussen uit de humane database. Met de resultaten van deze pilot kunnen we van toegevoegde waarde zijn voor de gezondheid van varkens. Met het delen van deze informatie wil de varkenssector daarnaast een bijdrage leveren aan het nationale influenzamonitoringsprogramma in Nederland. Een eerste rapport zal nog voor het eind van dit jaar openbaar worden gemaakt via de website van het RIVM. dr. Lucía Dieste Pérez, veterinair onderzoeker

Toename tenosynovitis door reovirus In het derde kwartaal van 2023 zijn opnieuw veel gevallen van reovirus-tenosynovitis vastgesteld. In totaal gaat het om 58 gevallen gemeld bij GD waarvan 16 bij reguliere vleeskuikens, 39 bij trager groeiende vleeskuikens en 3 bij overig pluimvee. De virussen waarvan het type kon worden bepaald, bevonden zich in genogroep 1 (1 geval), genogroep 7 (2 gevallen) of genogroep 4 (30 gevallen). Opvallend is dat de meeste gevallen worden veroorzaakt door virussen uit een nieuwe tak in genogroep 4, welke in het tweede kwartaal van 2023 voor het eerst werd gezien. Dit in tegenstelling tot de afgelopen jaren, waarbij er veel meer variatie zat in de gevonden virussen. Slechts een enkele keer werd een dergelijk cluster met grote onderlinge genetische overeenkomst vastgesteld, waarbij mogelijk sprake is van spreiding tussen bedrijven of een gemeenschappelijke bron. Onderzoek naar een gemeenschappelijke bron voor dit recente cluster is - door het ontbreken van gegevens op dit moment - niet goed mogelijk. Virussen uit dit cluster werden gedurende meerdere maanden bij zowel reguliere als trager groeiende vleeskuikens gevonden, hetgeen erop wijst dat er meerdere bronnen van het virus zijn. drs. Christiaan ter Veen, dierenarts

LUISTER DE PODCAST

Afbeelding 1: de variatie van reovirussen binnen genogroep 4. Met in het rood de isolaten uit het derde kwartaal 2023, groen isolaten uit het eerste en tweede kwartaal 2023, grijs oudere isolaten en overige referentiestammen. Elk bolletje is een isolaat, de bollen met meerdere taartpunten bevatten meerdere overeenkomstige isolaten.

Paard met westnijlvirusinfectie Het Nederlandse WNV-RT (westnijlvirus responseteam) heeft vorige maand een bevestiging gekregen dat een paard dat gestald is in het aan Nederland grenzende district Grafschaft Bentheim, positief is getest op westnijlvirus (WNV). De besmetting is via de Nederlandse monitoring opgespoord. Het paard staat namelijk onder behandeling van een Nederlandse dierenartspraktijk die werd gebeld vanwege ziektesymptomen bij een paard (koorts, ataxie en spiertrillingen) en die ten behoeve van uitsluitingsdiagnostiek een serummonster opgestuurd hebben naar GD. De uitslag van de WNVserologie bleek positief en werd vervolgens bevestigd door WBVR, waarbij IgM werd aangetoond als bewijs van recente infectie. Ook werden virusneutraliserende antistoffen aangetoond. Na contact bleek dat het paard gehuisvest staat in Duitsland. De zaak is overgedragen aan de Duitse autoriteiten, die inmiddels de positieve uitslag hebben bevestigd. Het is niet duidelijk waar het paard de besmetting heeft opgelopen. In de weken voordat de klachten optraden, was het paard vooral in Grafschaft Bentheim, maar ook deels in Nederland. Laatste maand westnijlvirusmonitoring November is de laatste maand waarin u bloedmonsters van paarden kosteloos kunt laten onderzoeken op het westnijlvirus (WNV). Deze onderzoeken worden door de overheid gefinancierd ten behoeve van de monitoring op WNV. Komt u in de praktijk een paard tegen met neurologische verschijnselen? Stuur dan in november nog een serummonster in voor WNV-diagnostiek.

Veterinair, november 2023 - 3


Nieuws en mededelingen Resultaten eerste onderzoek blauwtonguitbraak Begin september werd voor het eerst sinds jaren blauwtongvirus vastgesteld in Nederland. Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) maakte kort daarna bekend dat we te maken hebben met een uitbraak van serotype 3 (BTV-3).

Nieuwe podcasts: REO bij pluimvee en de blauwtonguitbraak In de nieuwe afleveringen uit de podcastserie ‘Trends uit de monitoring’, bespreekt Marieke Augustijn de toename van virale tenosynovitis door REO bij pluimvee met dierenarts Christiaan ter Veen en pluimveepatholoog Robert Jan Molenaar. Daarnaast een speciale aflevering over blauwtong met dierenarts kleine herkauwers René van den Brom en dierenarts rund Katrien van den Brink. Eveline Dijkstra gaat met hen in gesprek over de ontwikkelingen rondom blauwtong. De podcasts zijn te beluisteren op ons Spotify-kanaal voor dierenartsen: Royal GD | Dierenartsen en via onze website. LUISTER NAAR DE PODCASTS

GD heeft de klinische verschijnselen op een rij gezet op basis van input van dierenartsen, veehouders en eigen waarnemingen. Ook is de epidemiologische situatie van BTV-3 in augustus in kaart gebracht. Zo kon worden onderzocht of het virus wellicht al langer en wijdverspreider in ons land aanwezig was. De resultaten van deze eerste onderzoeken naar de BTV-3-uitbraak in Nederland zijn door GD, WBVR en de NVWA gezamenlijk opgeschreven in een wetenschappelijke publicatie die beschikbaar is via de QR-code.

LEES DE PUBLICATIE

Veterinair is een uitgave van Royal GD | Redactie: Marian Aalberts, Tara de Haan, Daphne de Leeuw, Katrien van den Brink, Annemieke Medema, Klaas Peperkamp | Eindredactie: Jessica Fiks | Vormgeving: Dock35 Media B.V. | Druk: Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Uitgever: GD | Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 088 20 25 500, www.gddiergezondheid.nl info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.

4

Wanneer komt u in actie? Het is altijd fijn om op tijd te weten wanneer u in actie moet komen. Weet u welke onderzoeken nog openstaan bij uw klanten? In het overzicht ‘Verzoeken en Mededelingen’ op VeeOnline, ziet u nu in één oogopslag welke onderzoeken moeten gebeuren. Dit overzicht is binnenkort ook te raadplegen via de VeeOnline-app. Met het handige zoekfilter bepaalt u zelf wat u wilt zien. Ook kunt u openstaande onderzoeken gemakkelijk kopiëren naar een monsternamelijst. Erg handig ter voorbereiding van een bedrijfsbezoek. GA NAAR VEEONLINE

Mestonderzoek leverbot De meeste leverbotbesmettingen vinden plaats in augustus, september en oktober. In tankmelk kun je de antistoffen tegen leverbot aantonen. Een ongunstige tankmelkuitslag kan duiden op een recente besmetting van het melkvee, maar kan ook worden veroorzaakt door een besmetting van de dieren als kalf of pink. Wilt u bij een ongunstige tankmelkuitslag weten of de besmetting (recent) bij de melkveekoppel is opgelopen? Dit kan via bloed- of mestonderzoek. Mestonderzoek kan vanaf de jaarwisseling bij alle dieren en een positieve uitslag duidt op besmetting dit najaar. Bij jongvee of vaarzen die dit jaar voor het eerst in hun leven buiten liepen, is bloedonderzoek ook goed bruikbaar. Een ongunstige uitslag wijst op een besmetting dit (na)jaar. Zo weet een veehouder of er leverbot op zijn percelen aanwezig is en kan daarop de juiste maatregelen treffen. BEKIJK DE LEIDRAAD LEVERBOT

Keurmerk Zoönosen 2024 online De digitale checklist voor 2024 staat nu in VeeOnline en u kunt deze met uw klanten invullen. Om de checklist in te vullen logt u in op VeeOnline. Vervolgens gaat u naar het betreffende UBN en klikt u via het tabblad ‘Registratie’ op ‘Keurmerk Zoönosen’. De checklist zal openen. Dit betekent ook dat u vanaf nu de checklist van 2023 niet meer digitaal kunt invullen. Heeft u toch klanten voor wie de checklist van 2023 nog moet worden ingevuld? Neem dan contact met ons op via 088 20 25 500, optie 3. Wijzigingen Ieder jaar wordt de checklist herzien door dierenartsen van GD en beoordeeld op actualiteit en relevantie. Zo zit er ook dit jaar een aantal wijzigingen in de nieuwe checklist. Een aantal vragen is vervangen of aangepast.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.