VOOROP IN DIERGEZONDHEID NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 26 • NUMMER 10 • OKTOBER 2020
Veterinair Rundergezondheidsmonitoring: wat kunt u ermee in uw praktijk? Na de succesvolle aftrap in 2019, praten wij u ook dit jaar graag bij over actualiteiten, trends en ontwikkelingen en casuïstiek uit de rundergezondheidsmonitoring. Dit jaar hebben we de fysieke bijeenkomsten vervangen door vier interactieve webinars via Microsoft Teams. Welke informatie komt binnen via de Veekijker, pathologisch onderzoek en diergezondheidsdata? En wat doen we hiermee? We bespreken actuele klinische, epidemiologische, toxicologische en pathologische bevindingen. Onderwerpen die aan de orde komen zijn: syndroomsurveillance, udder cleft dermatitis (UCD), bloedwateren bij koeien en overige signalen uit de monitoring. Voor deze webinars vraagt GD accreditatiepunten voor u aan. Deelname is kosteloos. Ga voor meer informatie, het programma en aanmelden naar www.gddiergezondheid.nl/monitoring/intervisie. Paul Wever, hoofd monitoring rundvee
Westnijlvirus vastgesteld in Nederland Het RIVM heeft vorige maand laten weten dat een vogel in de regio Utrecht positief is getest op het westnijlvirus (WNV). Dit virus komt vooral voor bij vogels en wordt overgebracht door muggen. Het virus kan ook op de mens en op sommige zoogdieren, waaronder paarden, worden overgedragen. Het is de eerste keer dat het westnijlvirus in Nederland is gevonden. De grasmus is eind augustus gevangen en getest in het kader van het One Health Pactonderzoeksproject. Sinds begin dit jaar zijn ruim duizend wilde vogels getest op exotische virussen. Omdat het geen trekvogels betrof hebben deze vogels de infectie waarschijnlijk in (de buurt van) Nederland opgelopen. Paarden kunnen ook klachten krijgen. Een infectie met WNV verloopt - net als bij de mens - bij een groot deel van de dieren gelukkig zonder (zichtbare) verschijnselen. Zo’n 20 procent van de paarden vertoont milde verschijnselen, zoals gebrek aan eetlust, sloomheid, koliek en koorts. Bij ongeveer 10 procent van de dieren worden in ernst variërende neurologische verschijnselen gezien. Dierenartsen kunnen bij vragen over het westnijlvirus bij paarden contact opnemen met de Helpdesk Paard. Specialisten van GD en de faculteit Diergeneeskunde beantwoorden deze telefoon. Deze helpdesk is op werkdagen tussen 15.00 en 17.00 uur bereikbaar via 0900-7100 000 (optie 5).
Altijd op de hoogte met de VeeOnline-update VeeOnline is continu in beweging. Daarom organiseren we na elke VeeOnline-update op woensdag om 13.00 uur een online-sessie met Microsoft Teams. Wij praten u dan bij en beantwoorden uw vragen. Meld u aan op www.gddiergezondheid.nl/demo en u ontvangt van ons een uitnodiging om deel te nemen. U kunt zich hier ook aanmelden voor een online-demonstratie met Teamviewer.
Vragen? Neem contact op! Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 09007100 000. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende dier soorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Rund UGA: 15.00 – 17.00 uur Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 uur Varken: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Pluimvee: 08.30 – 17.00 uur, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): alleen voor infectieuze aandoeningen 15.00 – 17.00 uur hier tekst uit vorige editie
dr. Kees van Maanen, viroloog Veterinair, oktober 2020 -
1
Robert Jan Molenaar patholoog
COVID Het aantal nertsenbedrijven waar het SARS-CoV-2-virus is aangetoond steeg de afgelopen maanden sterk. Op bedrijven waar de NVWA de aanwezigheid van het virus bevestigt, worden alle nertsen geruimd. Op het moment van schrijven is dit al op 58 bedrijfslocaties gebeurd. De wijze waarop de bedrijven worden besmet blijft vooralsnog een raadsel. Alle locaties liggen in het zuiden van het land, maar sequentiebepalingen tonen aan dat er verschillende virusintroducties zijn geweest, (waarschijnlijk) vanuit de humane populatie. Onder de getroffen bedrijven bevinden zich zowel grote bedrijven met veel werknemers als kleine familiebedrijven. Alle bezoeken aan het bedrijf dienen bij de NVWA te worden aangemeld. Toch blijven er nieuwe besmettingen bij komen. In de afgelopen weken valt daarbij op dat er steeds meer kliniek wordt gezien bij de nertsen op besmette locaties; de dieren niezen, hebben neusuitvloeiing en de uitval neemt toe. Dankzij de oplettendheid van de nertsenhouders worden dit soort uitbraken in een vroeg stadium gezien en gemeld. In aanvulling daarop voert GD in opdracht van LNV een Early Warning-systeem uit. Alle nertsenhouders van Nederland sturen hiervoor wekelijks de uitval op naar GD, waar de dieren worden bemonsterd en getest met dezelfde PCR-test die ook voor humane diagnostiek wordt ingezet.
Autovaccin varken: welk groeimedium kiezen voor autovaccin Streptococcus suis? Op het aanvraagformulier autovaccin worden u twee keuzes geboden voor autovaccin Streptococcus suis (S. suis): namelijk de keuze tussen opkweken in een standaard groeimedium, of in een groeimedium voor gestimuleerde antigeenexpressie. Kiest u voor de tweede optie? Dan wordt de S. suis door GD opgekweekt met een alternatief groeimedium dat een betere expressie van virulentiefactoren van S. suis tot doel heeft. GD kan deze groeimethode voor alle S. suis-serotypen inzetten, maar niet voor andere bacteriesoorten. Hoewel het standaard groeimedium, in combinatie met het adjuvans dat wordt toegevoegd (olie in water) voldoende bescherming kan bieden, kunt u, als een sterkere werking nodig lijkt, kiezen voor autovaccin met gestimuleerde antigeenexpressie. Ook in dat geval wordt het adjuvans toegevoegd. drs. Tom Duinhof, dierenarts varken
Nieuw bij pathologisch onderzoek: inzicht in ingezet vervolgonderzoek Als rundvee-, schapen-, geiten- of pluimveedierenarts ontvangt u nu, aanvullend aan de eerste deeluitslag, een overzicht van welke vervolgonderzoeken GD heeft ingezet bij het pathologisch onderzoek. Op basis van de macroscopische bevindingen en de anamnese beslist de patholoog welk(e) vervolgonderzoek(en) ingezet worden om de doodsoorzaak van het ter sectie aangeboden dier te achterhalen. Vanaf oktober ontvangt u, naast de eerste deeluitslag, ook een overzicht met de ingezette vervolgonderzoeken per mail (het streven is één dag na sectie). Deze werkwijze hanteren wij al enige tijd tot tevredenheid bij varkenssecties. Doordat u in een vroeg stadium van het onderzoek geïnformeerd wordt, kunt u hier rekening mee houden bij de aanpak van de casus, of contact opnemen met de Veekijker voor een nadere toelichting of overleg. Extra vervolgonderzoek mogelijk Voorafgaand aan het pathologisch onderzoek kunnen specifieke wensen voor vervolgonderzoek aangevinkt worden op het inzendformulier voor secties bij rundvee, varkens en kleine herkauwers. Deze extra onderzoeken worden in rekening gebracht bovenop het standaard (gesubsidieerde) tarief. Daarnaast kunt u, op basis van het ingezette vervolgonderzoek, meer vervolgonderzoek aanvragen dan naar oordeel van de patholoog voor het vaststellen van de doodsoorzaak noodzakelijk is. Neem hiervoor contact op met de Veekijker (0900-7100 000). Pathologisch onderzoek wordt gesubsidieerd vanuit de overheid en de sector om de diergezondheid in Nederland te monitoren. Marieke Augustijn, Businessmanager overheid en monitoring
2
Aandacht voor monitoring Brucella melitensis Brucellose door Brucella melitensis is in Nederland een aangifteplichtige dierziekte. Ondanks dat Nederland sinds 1992 officieel de vrijstatus heeft voor deze aandoening, moet de overheid jaarlijks aantonen dat wij als land nog steeds vrij zijn. Aan de hand van Europese richtlijnen is hiervoor de monitoring Brucella melitensis ingericht, waarvoor jaarlijks minimaal 1.475 willekeurig geselecteerde schapen- en geitenbedrijven moeten worden bemonsterd op antistoffen. Het belang van deze vrijstatus is groot, omdat het de export van dieren en dierlijke producten makkelijker en goedkoper maakt. Hoewel COVID-19 de inzendstroom begin dit jaar wat heeft vertraagd, is al een flink deel van de benodigde monsters ingestuurd. Echter, het aantal van 1.475 bedrijven is nog niet bereikt. Bij deze vragen we uw aandacht voor deze monitoring en na te gaan of de aangestuurde bedrijven binnen uw praktijkgebied al zijn bemonsterd. Indien u deze aansturing niet direct paraat heeft, is deze op te vragen via c.t.bogt@gddiergezondheid.nl. Het inschrijven van de monsters kan eenvoudig digitaal. Let op dat u tijdens de inschrijving aangeeft dat deze bestemd zijn voor het ‘project Brucella melitensis’, U krijgt dan als dierenarts meteen de mogelijkheid om een declaratieformulier in te vullen. Op www.gddiergezondheid.nl/veeonline vindt u onder het kopje ‘Direct naar’, ‘Handleidingen en instructiefilms’ een ‘Handleiding inschrijven monsters Brucella melitensis’. drs. Eveline Dijkstra, dierenarts kleine herkauwers
Beter advies mogelijk met Droogstandscheck De droogstand staat aan de basis van een goede vruchtbaarheid en lange levensduur. De juiste samenstelling van het droogstandsrantsoen speelt hierin een grote rol. Naast de rantsoensamenstelling spelen bijvoorbeeld de body condition van de koeien, de huisvesting en het (voer)management van de droge koeien ook een belangrijke rol.
Goed drinkwater Kwalitatief goed en smakelijk drinkwater is ook voor varkens cruciaal. Op veel bedrijven voert men periodiek wateronderzoek uit in het kader van ketenkwaliteitsprogramma’s. Inventarisatie van onderzochte watermonsters leert dat vrij vaak water wordt verstrekt dat minder geschikt of soms zelfs ongeschikt is als drinkwater. De meeste bemerkingen betreffen bacteriologische kwaliteit, afwijkende pH, lage hardheid of te hoog ijzergehalte. Chemisch onderzoek is vooral nuttig bij gebruik van eigen bron. Water wordt getest op ammonium, nitriet, nitraat, ijzer, mangaan, natrium, chloride, sulfaat, hardheid en pH. De genoemde stoffen kunnen de smaak (en dus de wateropname en vervolgens voeropname) nadelig beïnvloeden. Ammonium als afbraakproduct van eiwit is een indicator voor organische verontreiniging. Nitriet kan worden gevormd door bacteriën in stilstaand water en is snel schadelijk door de vorming van methemoglobine. IJzer kan ongunstig zijn voor de smaak en hinderlijk voor de drinknippels. Het kan de opname van koper en mangaan beïnvloeden. Extreem zacht water heeft een minder goede smaak en kan corrosief zijn voor metalen waterleidingen.
Als dierenarts speelt u hierin een cruciale rol. De Droogstandscheck is een instrument om inzicht te geven in de gezondheidsrisico’s die de droge koeien na afkalven lopen. Met die informatie kunt u in de droogstand tijdig bijsturen om diergezondheidsproblemen rond afkalven en de vroege lactatie te voorkomen. We streven ernaar u te ondersteunen om uw advieswerk optimaal te kunnen uitvoeren. Daarom hanteren we tot 31 december 2020 voor de Droogstandscheck een actietarief van 19,50 euro. Zo werken we samen aan optimalisatie van het droogstandsrantsoen en vitale koeien. Meer weten? Kijk dan op: www.gddiergezondheid.nl/ droogstandscheck.
Microbiologisch onderzoek omvat een bepaling van het totale kiemgetal en tellingen van het aantal kolonievormende E. coli’s en/of salmonella’s. Dit zijn specifieke aanwijzingen voor fecale verontreiniging van het drinkwater. Dat is nuttig ter controle van de waterkwaliteit aan de nippel of in drinkbakken en als evaluatie van het correct reinigen en ontsmetten van waterleidingen. Schimmels en gisten in het water zijn eveneens aanwijzingen voor verontreinigingen in het systeem, bijvoorbeeld na het toedienen van medicamenten of organische zuren via het water. In het uitzonderlijke geval van verdenking op verontreiniging met zware metalen, is ook daarnaar specifiek onderzoek mogelijk.
drs. Ryan van Egmond, dierenarts rundvee
dr. Theo Geudeke, dierenarts varken
Het afgelopen jaar was een uitdagende periode als het gaat om ruwvoerwinning. De kwaliteit en hoeveelheid gewonnen ruwvoer varieert sterk per regio. Het zal om deze reden op veel melkveebedrijven een uitdaging zijn om goede droogstands- en melkveerantsoenen samen te stellen, met als doel de koeien gezond én productief te houden. De rantsoensamenstelling alleen vertelt dus niet het hele verhaal. Ook als het rantsoen op papier klopt, is het zinvol om te meten of er sprake is van afwijkingen in de energie-, eiwit- en magnesiumvoorziening of de gezondheidsstatus van de droge koeien.
Veterinair, oktober 2020 -
3
Nieuws en mededelingen Aansturing van Schurftvrij én de Schurftscan
Aanleveren spoelsel monsters voor dekinfecties
Gratis kalverdekje bij tankmelkabonnement
U ontvangt geen inzendformulieren meer per post voor zowel Schurft-vrij als de Schurftscan. Via VeeOnline regelen we dit voortaan digitaal. Handig en gemakkelijk, u kunt nu direct van start.
Om spoelselmonsters zo snel mogelijk in behandeling te kunnen nemen, en voor het bestellen van het juiste onderzoeksmateriaal, is het belangrijk deze minimaal een week vóór de beoogde onderzoeksdatum bij ons aan te melden via spoelsels@gddiergezondheid.nl.
Door via tankmelkonderzoek de diergezondheid van koeien te monitoren krijgen rundveehouders inzichten waarmee ze problemen voor kunnen zijn. Gezond melkvee begint al met een goede start. Daarom krijgen veehouders nu bij aanmelding van een tankmelkprogramma een kalverdekje van ons cadeau. De actie geldt voor de programma’s Klauwgezondheid Tankmelk, de Mineralencheck, Mastitis Tankmelk en Neospora Tankmelk en loopt tot eind 2020.
U kunt zelf via VeeOnline bijhouden welke onderzoeken openstaan. Uiteraard krijgt u ook een melding via VeeOnline wanneer onderzoek nodig is. Heeft u vragen? Bel gerust met onze afdeling Klantcontact 0900-1770 optie 2 varken.
Introductietarief tankmelk-ELISA M. bovis-antistoffen De Mycoplasma bovis-antistoffenELISA (tankmelk) is een eenvoudige en goedkope bedrijfsscreening om te bepalen of een Mycoplasma (M.) bovis-infectie op een bedrijf is opgetreden. De tankmelk-ELISA (artikelnummer 11933) kost 29,65 euro*. Ter introductie hanteert GD tot en met 31 december 2020 een introductietarief van 19,50 euro*. * exclusief btw en basiskosten
Veterinair is een uitgave van Royal GD | Redactie Marian Aalberts, Tara de Haan, Linda van Duijn, Sylvia Greijdanus-van der Putten, Daphne de Leeuw, Rob Nijland, Theo Geudeke | Eindredactie Jessica Fiks, Anne Taverne | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Uitgever GD | Verschijningsf requentie 12 keer per jaar Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD.
Voor de nauwkeurigheid van het onderzoek is het daarnaast van belang dat alle monsters op de dag van monstername op het bacteriologisch laboratorium worden ingezet. Lever de monsters op de dag van monstername (donker verpakt en gekoeld) aan bij de klantenservicebalie. Maak hierover duidelijke afspraken met uw koerier. De aanlevercriteria met betrekking tot aantallen monsters en tijdstip van aanleveren en het protocol dekinfecties vindt u op: www.gddiergezondheid.nl/ protocol-dekinfectie. Benodigde onderzoeksmaterialen zijn te bestellen via de GD-webshop. Voor meer informatie kunt u contact opnemen via 0900-1770 optie 1 Rund.
Test paarden op PPID tijdens actieperiode Dit is de optimale tijd om te testen op PPID. Daarom biedt Boehringer Ingelheim, samen met GD, in september en oktober tegen een gereduceerd tarief PPID-testen aan. Vermoedt u PPID en wilt u laten testen? De voucher die u nodig heeft voor een inzending kunt u aanvragen via 0900-1770 optie 5 of via KCApaard@gddiergezondheid. nl. Meer informatie: www.gddiergezondheid.nl/ppid.
Cursussen rund en paard Speciaal voor dierenartsen, praktijkassistenten en praktijklaboranten die bacteriologisch onderzoek (gaan) uitvoeren op de praktijk houden wij de Basiscursus 'Bacteriologie en het antibiogram' op 5 november. In één dag leert u zowel theoretisch als in de praktijk, de basistechnieken voor het uitvoeren van bacteriologisch onderzoek en het maken van antibiogrammen. Meer informatie: www.gddiergezondheid.nl/labnetwerk. Vanwege de grote belangstelling voor de cursus ‘Interpretatie bloeduitslagen’ organiseren wij in het najaar van 2020 deze cursus nogmaals. Nu op locatie in samenwerking met de klinieken in Someren (5 november) en Emmeloord (10 november). Drs. Linda van den Wollenberg (GD) en dr. Mathijs Theelen (FD) bespreken aan de hand van een aantal casussen de interpretatie van bloeduitslagen bij het paard. Meer informatie: www. gddiergezondheid.nl/gdacademy.
ISSN 1388-4042
BVD-routes: belangrijke tips en aandachtspunten
Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl info@gddiergezondheid.nl
Nederlandse melkveehouders en een deel van de vleesveehouders bewaken de BVDsituatie op hun bedrijf via één van de vier routes naar BVD-vrij. En dat gaat goed. Toch gebeurt het dat bedrijven hun BVD-status onnodig verliezen en dat is jammer. Oplettendheid bij onder andere verandering van bedrijfssituatie, aankoop van dieren, vaccinatie en de onderzoekstermijnen zijn van cruciaal belang. Lees hier de belangrijke tips en aandachtspunten die we deelden met veehouders om hen te helpen onnodig statusverlies en extra kosten te voorkomen: www.gddiergezondheid.nl/aandachtspuntenBVD.
Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.