VOOROP IN DIERGEZONDHEID NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 25 • NUMMER 10 • OKTOBER 2019
Veterinair Voorlopige leverbotprognose najaar 2019 De Werkgroep Leverbotprognose van GD verwacht de komende maanden geen leverbotbesmettingen. In heel Nederland is het verschil tussen de hoeveelheid gevallen neerslag en de berekende verdamping niet genoeg om het grondwaterpeil aan te vullen. Dit is al twee zomers op rij het geval. Door de droogte die hiervan het gevolg is komen nog nauwelijks leverbotslakken voor. Daarom is de kans op een leverbotbesmetting zeer klein. Bovenstaande betekent niet dat nergens leverbot kan voorkomen. Op laaggelegen weilanden en in gebieden met een verhoogd grondwaterpeil is een besmetting wel mogelijk. Het is beter om dergelijke percelen nu niet meer te laten beweiden. Behandeling is alleen nodig als een infectie is bevestigd. Eind november komt de werkgroep met een definitieve prognose. Tot dat moment is het advies om alleen te behandelen als een diagnose is bevestigd. Werkgroep Leverbotprognose
Diagnostiek luchtwegproblemen bij kalveren Om te bepalen of en welke bacteriën of virussen een rol spelen bij een luchtweginfectie, kunt u een monster nemen door middel van een longspoeling of een ESwab. GD kan deze monsters op de belangrijkste bacteriën en virussen onderzoeken met behulp van verschillende testen. Algemeen bacteriologisch onderzoek zoekt gericht op aanwezigheid van Mannheimia haemolytica, Pasteurella multocida en Histophilus somni. Als Salmonella enterica wordt gevonden, of reinculturen van Escherichia coli of Trueperella pyogenes, worden deze ook weergegeven op de uitslag. Bij inzenden wordt gevraagd of één of meerdere antibiogrammen (ABG) gewenst zijn. Virologisch onderzoek richt zich op drie virussen: BRSV, PI3 en coronavirus. Antistoffen tegen PI3 en BRSV kunt u laten onderzoeken in serum. Bij inzenden van een mycoplasma-kweek kunt u aangeven of een antibiogram gewenst is als mycoplasma wordt gevonden. Bij longontsteking gaat de voorkeur uit naar monsters via long spoelingen van drie acuut zieke, nog niet behandelde kalveren. De benodigde materialen voor longspoelsels en ESwabs kunt u bestellen via www.gdwebshop.nl.
Vragen over VeeOnline? Xander en Dennis staan voor u klaar Xander en Dennis van onze afdeling Klantcontact (KCA) helpen u graag verder met al uw vragen over VeeOnline en geven u praktische tips om nog efficiënter te werken met VeeOnline. Met het gebruik van de Teamviewer kunnen zij met u meekijken en nog dieper en uitgebreider ingaan op de mogelijkheden van VeeOnline. Onze afdeling KCA is dagelijks bereikbaar via 0900 1770 (optie 1).
Vragen? Neem contact op! Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 0900 - 7100 000. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Rund UGA: 15.00 – 17.00 Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 Varken: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Pluimvee: 08.30 – 17.00, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): 15.00 – 17.00
Margreet Pasman, marktmanager infectieziekten Veterinair, oktober 2019 -
1
dr. Kees van Maanen Viroloog/senior onderzoeker
Westnijlvirus komt dichterbij Westnijlvirus (WNV) werd voor het eerst beschreven in 1937, maar kwam internationaal sterk in de belangstelling te staan na de introductie van het virus in de VS in 1999. Het virus heeft zich daar massaal verspreid waarbij miljoenen mensen werden besmet, 25.000 mensen neurologische verschijnselen kregen en 2.000 mensen aan een WNV-infectie overleden. De epidemiologie van WNV in Europa verloopt tot op heden heel anders. Dat komt waarschijnlijk door het ontbreken van de 'perfecte mix' van vogels en muggen, waardoor er nog niet frequent overdracht van het virus door besmette muggen naar paarden en mensen plaats kan vinden. Toch lijkt er de laatste jaren iets te veranderen: door diverse (klimaat)factoren werd 2018 het absolute WNV-topjaar in Europa en werd het virus voor het eerst in Duitsland aangetoond. In 2019 zijn volgens het European Centre for Disease Prevention and Control naast 375 humane gevallen al veertig uitbraken onder paarden gerapporteerd, waaronder elf in Duitsland. Duitsland rapporteerde ook 44 uitbraken onder vogels. Alhoewel het vectorseizoen nu op zijn eind loopt is het zaak ons voor te bereiden op de komende jaren. Daarom is een breed samengestelde werkgroep actief die verschillende scenario’s voor tijdige detectie en zo mogelijk controle van WNV in beeld brengt. Gelukkig zijn er voor paarden diverse goede vaccins beschikbaar, maar voor de mens is dit helaas niet het geval en zullen we met elkaar beter moeten leren omgaan met deze ziekte en andere vectorziekten.
2
ESwab bevordert betrouwbare bacteriologie
Zorg voor goede klauwhoornkwaliteit
Voor het verkrijgen van de juiste diagnose kan laboratoriumonderzoek nodig zijn. Hiervoor worden monsters genomen van de dieren en deze testen we in het GD-laboratorium. Het is belangrijk dat het monster een representatief beeld geeft van het zieke dier. Een ESwab helpt daarbij.
Professor Jon Huxley hield tijdens het Europese rundveecongres in Den Bosch een presentatie over kreupelheid bij melkvee. Deze was gericht op het belang van goede klauwgezondheid om productie- en vruchtbaarheidsproblemen en het risico op vervroegde afvoer te voorkomen.
Door verkeerde montername of ongecontroleerde vervoerscondities kan er soms onbedoeld iets misgaan. Door het gebruiken van de ESwab wordt de kans hierop verkleind.
De conclusie van zijn presentatie was dat de laatste inzichten suggereren dat niet-infectieuze klauwaandoeningen (NIKA) worden veroorzaakt door een complex van omgevingsfactoren, het effect van afkalven en de invloed van eerder doorgemaakte incidenten waarbij de klauwschoen is aangetast.
Voor bacteriologisch onderzoek is het belangrijk dat voldoende materiaal beschikbaar is, dat de bacteriën die relevant zijn tijdens transport in leven blijven en dat stoorflora niet gaat overgroeien. Een droge swab is hiervoor zelden geschikt. Een zeer goed middel is de ESwab. Dit is een swab waarvan de kop bestaat uit rechtopstaande nylonharen. Deze haren nemen materiaal zeer goed op waarbij het weefsel niet wordt beschadigd. Vervolgens doet u de swab in het meegeleverde buisje met transportvloeistof, breekt u het uitstekende deel van het stokje op het knikpunt af en draait de schroefdop erop. Dit resulteert in een goed geconserveerd monster dat uitstekend geschikt is voor bacteriologisch onderzoek, ook als bacteriën worden verwacht die relatief snel afsterven. Met de ESwab maximaliseert u de kans dat u bij bacteriologisch onderzoek een betekenisvolle uitslag ontvangt die ondersteunt bij het optimaliseren van de gezondheid van de dieren. dr. ir. Erik van Engelen, onderzoeker R&D
Kwantitatieve versus kwalitatieve uitslagen Innovaties op het gebied van laboratoriumtesten zorgen ervoor dat we steeds vaker kwantitatieve resultaten kunnen genereren. Dat betekent dat de inzender steeds vaker een getal te zien krijgt, in plaats van het oude, vertrouwde 'postief/negatief' of 'aangetoond/niet aangetoond'.
Tijdens het afkalfproces verweken de banden in de geboorteweg om ruimte te maken voor het kalf. Een neveneffect hiervan is dat ook binnenin de klauwschoen de belangrijke aanhechtingen van bindweefselstructuren worden verzwakt. Dit verhoogt de kans op NIKA-laesies. Onder andere onderbezetting aan het voerhek en in de ligboxen is van groot belang om de (over-) belasting en daarmee de kans op beschadiging in deze periode te minimaliseren. Naast het effect van afkalven op NIKA-laesies is het voorkomen van klauwincidenten essentieel, want zodra de koe tijdens haar leven onder invloed van NIKA voor het eerst kreupel is geweest, bevindt het dier zich in een neerwaartse spiraal. Bij de eerste NIKA-laesie ontstaan veranderingen aan de ventrale zijde van het klauwbeen met verhoogde kans op compressie van de dermis waar het nieuwe zoolhoorn wordt gevormd. De botverandering geeft druk op de germinale cellen die verantwoordelijk zijn voor de zoolhoornvorming wat resulteert in een kwetsbaar hoorn. Eenmaal kreupel zijn deze dieren moeilijk te behandelen en de kans op herstel is klein – een vicieuze cirkel. Het gevolg van deze vicieuze cirkel leidt vaak tot vervroegde afvoer. Bij het optreden van NIKA-laesies is de belasting erg belangrijk, echter niet altijd direct te beïnvloeden. Naast belasting speelt goede voeding een belangrijke rol in de weerbaarheid van de klauw tegen deze laesies.
Het gerapporteerde getal kan zowel een Ct-waarde zijn (threshold-cyclus), als de hoeveelheid bacteriën of virus per gram onderzocht materiaal. De Ct-waarde is een maat voor de hoeveelheid genetisch materiaal van het gezochte pathogeen. Hoe lager de Ct-waarde, des te meer pathogeen aanwezig is in het monster. Een concreet voorbeeld is de Lawsonia intracellularis-PCR-test die in het Pakket Diarree Vleesvarkens wordt gebruikt. Op de uitslag staat de hoeveelheid bacteriën per gram mest vermeld. Daardoor hebben we direct inzicht in de aantallen bacteriën die aanwezig zijn in het monster, in plaats van alleen de aan- of afwezigheid ervan. Dat dit extra informatie oplevert moge duidelijk zijn, maar het roept ook wat extra vragen op, bijvoorbeeld 'Is dit veel?' en 'Is Lawsonia intracellularis de oorzaak van de diarree?' Om deze vragen goed te kunnen beantwoorden is een afkapwaarde voor klinische relevantie nodig (over het algemeen wordt ≥10^5 aangehouden), is het van belang om rekening te houden met het klinische beeld, en wordt liefst ook de darmwand macroscopisch en histologisch beoordeeld.
Streptokokken die vreemd gaan…2 In de vorige uitgave van de Veterinair is beschreven dat het aantal meldingen in de Online Monitor van streptokokkeninfecties als oorzaak van gezondheidsproblemen bij varkens sinds dit voorjaar opvallend is gestegen. Daarnaast was de Veekijker eerder dit jaar betrokken bij twee opvallende casuïstieken met sterfte van zeugen waarbij als enige waarschijnlijk oorzakelijke pathogeen Str. equi ssp. zooepidemicus kon worden geïsoleerd. In het eerste geval waren op een bedrijf met 1.600 zeugen in enkele weken dertig zeugen gestorven. Daarvan zijn zes dieren pathologisch onderzocht bij GD waarbij in vijf dieren ontstekingen (onder andere purulente sinusitis, encefalitis, polyserositis of sepsis) voorkwamen door Str. equi ssp. zooepidemicus. In het tweede geval waren op een bedrijf met ruim 1.000 zeugen in enkele weken ongeveer twintig zeugen gestorven. Twee zeugen waren voor pathologisch onderzoek ingezonden naar GD. Eén zeug had miltatrofie, pleuritis en sepsis door Str. equi ssp. zooepidemicus. Het tweede dier vertoonde aanwijzingen voor een milttorsie en had een purulente meningitis en sepsis door Str. equi ssp. zooepidemicus. Miltatrofie is voornamelijk geassocieerd met milt-maagtorsies en dus met niet-infectieuze digestieproblemen. Volwassen zoogdieren kunnen in het algemeen overleven zonder een functionele milt, maar de gevoeligheid voor in het bijzonder bacteriële infecties kan dan verhoogd zijn. Het is dan ook niet uitgesloten dat bij de tweede casuïstiek sprake is van een (causale) relatie tussen miltatrofie en de sepsis door Str. equi ssp. zooepidemicus.
De gevolgen van de suboptimale huisvesting komen des te sneller tot uiting bij: • schrale koeien rondom afkalven en/of een te groot verval van de lichaamsconditie postpartum (minimum voor HF-koeien is een conditiescore van 3,5 rondom afkalven); • minder goede klauwhoornkwaliteit door suboptimale mineralenvoorziening (via monitoring Klauwgezondheid Tankmelk kunt u dat signaleren); • onregelmatige liggende roosters en/of slechte kavelpaden.
Str. equi ssp. zooepidemicus is een vrij algemeen voorkomende bacterie en opportunistische pathogeen die beschreven is als oorzaak van klinische problemen bij paarden, maar ook bij andere diersoorten en de mens. Als sprake is van duidelijke ziekteverschijnselen bij varkens door dergelijke opportunisten, is het van belang om de eventuele oorzaak van een verminderde afweer in ogenschouw te nemen.
dr. Menno Holzhauer, specialist rundergezondheid
dr. Theo Geudeke, dierenarts varken
drs. Linda Peeters, dierenarts varken
Veterinair, oktober 2019 -
3
Nieuws en mededelingen Cursussen paard
Bewaartermijnen
Leverbot-antistoffen
In het najaar van 2019 organiseert GD speciaal voor paardendierenartsen twee cursussen. Op 7 november een cursus ‘Interpretatie bloeduitslagen’ en op 12 december een cursus ‘Pathologie paard’. Tijdens de cursus ‘Interpretatie bloeduitslagen’ bespreken dr. Mathijs Theelen (fD) en drs. Linda van den Wollenberg (GD) aan de hand van casussen wat er aan relevante informatie te halen is uit bloeduitslagen voor het opstellen van een differentiaaldiagnose en het opwerken van een paardenpatiënt.
De standaardbewaartermijn van bacterieculturen is vier dagen, behalve bij bepaalde bacteriën gekweekt uit sectiemateriaal (zie achterzijde inzendformulier sectie varken, bewaartermijn veertien dagen). De standaardbewaartermijn van vier dagen geldt voor alle overige bacteriën gekweekt uit sectiemateriaal, en voor los ingestuurde monsters en organen. Het is dus van belang om bij de inzending van losse monsters en organen duidelijk aan te geven dat bewaring en/of typering gewenst zijn, of tijdig contact op te nemen met de klantenservicebalie. Serum en PCR-materiaal worden vier weken bewaard.
Sinds kort is het mogelijk om antistoffen tegen leverbot te meten in geconserveerde (tank)melk van kleine herkauwers. Als er antistoffen worden aangetoond geeft dit aan dat (een deel van) de dieren een leverbotinfectie onder de leden heeft óf heeft doorgemaakt. Indien er geen antistoffen in tankmelk worden aangetoond is dat geen garantie dat leverbot niet speelt, het is hooguit minder waarschijnlijk óf de infectiegraad is te laag om te meten. Voor 29 euro kunt u leverbotantistoffen laten meten in geconserveerde (tank)melk. Dit is nuttig als screeningsmethode of als vinger aan de pols voor (biologische) bedrijven die de schapen en/of geiten weiden in bekend leverbotgebied. Deze methode is beschikbaar naast individueel bloedonderzoek en (gepoolde) mestmonsters.
De cursus ‘Pathologie Paard’ wordt gegeven door drs. Reinie Dijkman (GD), dr. Guy Grinwis (fD), dr. Kees van Maanen (GD) en prof. dr. Marianne Sloet van Oldruitenborgh-Oosterbaan (fD). Hierbij zullen de mogelijkheden en toegevoegde waarde van (histo)pathologisch onderzoek bij paarden worden toegelicht. Aanmelden kan via www.gddiergezondheid.nl/gdacademy. Na aanmelding ontvangt u een bevestiging van deelname. De kosten zijn 295 euro per cursus. Beide cursussen zijn aangemeld bij het CKRD voor accreditatiepunten.
Veterinair is een uitgave van Royal GD | Redactie Marian Aalberts, Tara de Haan, Linda van Duijn, Sylvia Greijdanus-van der Putten, Daphne de Leeuw, Jeanine Wiegel, Theo Geudeke | Eindredactie Jessica Fiks | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Uitgever GD | Verschijningsf requentie 12 keer per jaar | Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.
Cursus varken GD organiseert op donderdag 31 oktober de basiscursus 'Bacteriologie varken'. Na deze basiscursus heeft u alle basistechnieken voor het uitvoeren van bacteriologisch onderzoek onder de knie. In het eerste deel van de cursus worden onder andere de volgende onderwerpen behandeld: monstername, groeimedia en aspecten per medium/plaat, identificatie van bacteriën, nut van bacteriologisch onderzoek in diagnosestelling en logische werkwijze bij inzetten bacteriologisch onderzoek. De cursus is van 9.00 tot 17.00 uur bij GD en de kosten bedragen 895 euro. Kijk op www. gddiergezondheid.nl/gdacademy voor meer informatie.
Aanmelden ophaaldienst pathologie ook digitaal Wist u dat u sectiemateriaal ook digitaal (ook per mobiel) kunt aanmelden op onze website www.gddiergezondheid.nl/ophaaldienst? U kunt dieren bij GD 24 uur per dag, 7 dagen per week aanmelden voor pathologisch onderzoek. Wij halen dieren die ’s avonds voor 22.00 uur zijn aangemeld de eerstvolgende werkdag op. Belt u ’s ochtends voor 9.00 uur? Dan probeert onze planner u in te passen in de route van die dag.
Nieuwe abonnementen verplicht periodiek onderzoek varken De wijzigingen voor u op een rij: • De aansturing van het verplichte bloedonderzoek op salmonella, Klassieke Varkenspest, SVD en de Ziekte van Aujeszky wordt volledig digitaal. • Vanaf 1 januari 2020 verloopt de aansturing enkel via VeeOnline. Dit betekent dat u van GD géén pakket met stickers en formulieren meer ontvangt voor het bloedonderzoek. • U en de varkenshouders ontvingen van ons een informatiebrief en een aanmeldformulier voor de nieuwe abonnementen. Wilt u zorgdragen dat wij de aanmelding, van de UBN’s die u in de aansturing heeft, voor 1 december 2019 ontvangen? Heeft u vragen? Neem dan contact op met Paul van Gasselt. Hij is bereikbaar via telefoonnummer 06-30202068.