VOOROP IN DIERGEZONDHEID NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 25 • NUMMER 9 • SEPTEMBER 2019
Veterinair Kalveren bij opstallen ontwormen of niet? Na afloop van het eerste weideseizoen is het de bedoeling dat de kalveren weerstand hebben opgedaan tegen maagdarmwormen met zo min mogelijk schade door deze besmetting. Vaak is het op het oog niet duidelijk in hoeverre er een besmetting heeft plaatsgevonden en bij opstallen komt dan ieder jaar de vraag weer op of het nodig is de dieren te behandelen. Bloedonderzoek naar het pepsinogeengehalte bij kalveren geeft inzicht in welke mate het dier op dit moment (nog) schade ondervindt van maagdarmwormlarven en daarmee of behandeling zinvol en nodig is. GD biedt individueel en gepoold bloedonderzoek op pepsinogeen aan. Bij gepoold bloedonderzoek tapt u bloed van vijf dieren uit dezelfde diergroep. De uitslag helpt u om uw veehouders te adviseren of een opstalbehandeling nodig is. Pepsinogeenonderzoek is zinvol tot uiterlijk een week na het opstallen. De hoogte van het gehalte pepsinogeen zegt niets over de opgebouwde weerstand gedurende dit seizoen.
Veterinair in een nieuw jasje De Veterinair heeft een nieuw uiterlijk gekregen. Meer passend bij deze tijd, in de GD-kleur en met ons vernieuwde logo. In mei heeft GD het predicaat koninklijk ontvangen en dit is verwerkt in het logo. Met Veterinair blijven we u informeren met nieuws en achtergrondinformatie van de verschillende sectoren. Zo wordt u als practicus goed geïnformeerd. Heeft u suggesties voor Veterinair? Mail dan naar redactie@gddiergezondheid.nl.
drs. Debora Smits, dierenarts rund
Tankmelkonderzoek op leverbot-antistoffen voor geiten- en schapenbedrijven Sinds kort is het mogelijk om tankmelkmonsters van schapen- en geitenbedrijven te laten onderzoeken op antistoffen tegen leverbot (Fasciola hepatica). Als antistoffen worden aangetoond, betekent dit dat een meer of minder groot deel van de melkgevende dieren antistoffen heeft tegen leverbot. De test geeft dus een indicatie op koppelniveau of leverbotinfecties een rol spelen. Na een infectie blijven antistoffen bij de dieren over het algemeen langer dan een jaar aanwezig. Als antistoffen worden aangetoond in de tankmelk, hoeven deze dus niet het gevolg te zijn van een infectie in het huidige weideseizoen, maar kunnen ze ook gerelateerd zijn aan oude infecties. Om te onderzoeken of er sprake is van actieve infecties, kan bij patente infecties aanvullend mestonderzoek worden uitgevoerd. Indien nog geen sprake is van volwassen eileggende leverbotten is individueel bloedonderzoek op antistoffen mogelijk bij dieren tijdens of na het eerste weideseizoen. Een negatief testresultaat bij tankmelkonderzoek betekent niet dat het koppel vrij is van leverbotinfecties; lage prevalenties leiden tot een negatief testresultaat. De test wordt uitgevoerd op geconserveerde melk; gebruik de daarvoor geschikte buizen. dr. Marian Aalberts, veterinair microbioloog i.o. en dr. Piet Vellema, dierenarts kleine herkauwers
Vragen? Neem contact op! Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 0900 - 7100 000. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Rund UGA: 15.00 – 17.00 Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 Varken: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Pluimvee: 08.30 – 17.00, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): 15.00 – 17.00
Veterinair, september 2019 -
1
drs. Eveline Dijkstra dierenarts kleine herkauwers
Een nieuwe uitdaging Na mijn afstuderen ben ik het avontuur aangegaan als practicus op het Waddeneiland Texel, of zoals Jochem Myjer zegt: ‘het Ibiza van het noorden’. Daar heb ik met veel plezier een aantal jaren mogen werken. Ook heb ik daar mooie contacten opgedaan en ben ik vooral besmet met, hoe kan het ook anders, een voorliefde voor de kleine herkauwer. Volledig focus op sector Sinds 1 juni ben ik werkzaam als dierenarts op de afdeling kleine herkauwers bij GD. Het was een moeilijk besluit om de praktijk te verlaten, maar het is een mooie uitdaging om nu volledig de focus te kunnen leggen op deze sector. Bezig met nieuw project Momenteel houd ik me bezig met een project waarin we een nieuw product ontwikkelen om scrapie te kunnen genotyperen bij geiten. Tot nu toe wordt de scrapiestatus van geiten bewaakt aan de hand van koppenonderzoek. Met deze nieuwe ontwikkeling start de mogelijkheid om gerichter op scrapieresistentie te gaan fokken, met potentie voor de export. Dit geeft mij meteen de gelegenheid om meer inzicht te krijgen in de niet-wollige tak van onze sector. Meedraaien in Veekijker Daarnaast draai ik mee in het team van de Veekijker (dagelijks tussen 15.00-17.00 uur) voor vragen en signalen uit het veld.
Specifieke kweekmethode Listeria voor (kleine) herkauwers Listeria monocytogenes is een bacterie die ubiquitair in de omgeving voorkomt en ernstige ziekteverschijnselen kan veroorzaken. Met onze specifieke kweekmethode kunt u nu verschillende soorten monsters op Listeria laten onderzoeken. Voorheen werd de bacterie gekweekt uit hersenen van dode dieren of organen van geaborteerde foetussen, maar er was sterke vraag naar een kweekmethode voor ruwvoer, mest of melk. Daarom heeft GD een specifieke kweekmethode voor Listeria opgezet. Met keuze uit directe kweek en kweek met selectieve voorophoping. De directe kweek is erg geschikt voor melk, omdat de bacterie hieruit goed is te isoleren. Kweek met voorophoping adviseren wij wanneer slechts weinig Listeria-bacteriën worden vermoed en u het toch van belang acht te weten of de bacterie aanwezig was. Dit is vaak het geval bij orgaanmateriaal of bij ruwvoermonsters. In tegenstelling tot de directe kweek, ondervindt de kweek met voorophoping namelijk geen hinder van andere aanwezige bacteriën. dr. ir. Erik van Engelen, veterinair microbioloog
Monitoring vruchtbaarheidsklachten bij zeugen In de Online Monitor meldden dierenartsen in 2019 tot nu toe bij 85 procent van de bezoeken bij zeugenbedrijven geen gezondheidsklachten. Vruchtbaarheidsproblemen zijn gemeld bij 4,2 procent van de bezoeken. In de tweede helft van 2018 was dat 7,3 procent. Vrij vaak kon men hierbij geen waarschijnlijkheidsdiagnose stellen. Infectieuze oorzaken die het vaakst werden vermeld, zijn PRRS en influenza. Bij management/verzorging als oorzaak noemde men vooral dekmanagement. In de tweede helft van 2018 was veel vaker het seizoen of (stal)klimaat als oorzaak voor fertiliteitsproblemen gemeld (zie figuur hieronder). Sinds 2012 is het percentage verworpen vruchten ingezonden voor pathologisch onderzoek 5 à 6 procent van alle inzendingen. Als er bij sectie al een diagnose gesteld kan worden, is dat meestal een PRRS-infectie. Influenza als oorzaak van verwerpen kan aan de hand van verworpen vruchten niet worden vastgesteld. Het influenzavirus kan de ongeboren vrucht niet bereiken. Een infectieziekte waarover nauwelijks vragen worden gesteld aan de Veekijker sinds 2003 minder dan 1 procent van alle vragen - is leptospirose. Als waarschijnlijkheidsdiagnose is de ziekte in de Online Monitor ook vrijwel nooit vermeld en in ingezonden sectiemateriaal is de diagnose de laatste tien jaar niet gesteld. Bij serologisch onderzoek treft men zelden antistoffen tegen leptospiren aan. dr. Theo Geudeke, dierenarts varken Huisvesting/ klimaat/seizoen
2018 2019
Voeding Management Infecties Geen diagnose 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
50%
Door dierenartsen gemelde oorzaken van vruchtbaarheidssklachten bij zeugen in de tweede helft 2018 en eerste helft 2019 (Online Monitor)
2
Streptokokken die vreemd gaan… Een infectie met Streptococcus suis is in de Online Monitor varkensgezondheid de meest gemelde waarschijnlijkheidsdiagnose bij diverse gezondheidsklachten, vooral bij biggen met hersenverschijnselen of kreupelheid.
Dit najaar: scrapie genotypering geit
Sinds 2016 vertoont het aantal meldingen een seizoensfluctuatie met een piek in het begin van de zomer. Opvallend is dat het aantal meldingen in 2019 vanaf februari plotseling vrij sterk is gestegen (zie figuur). Ook bij ingezonden dieren voor pathologisch onderzoek is een infectie met Streptococcus suis de meest gestelde diagnose (rond 20 procent). Hier is echter geen sprake van toename in het begin van 2019. Het aantal vragen aan de Veekijker over de ziekteverwekker is relatief beperkt.
Scrapie is een infectieuze en degeneratieve neurologische aandoening die voorkomt bij kleine herkauwers. De gevoeligheid voor scrapie is erfelijk bepaald en het PrP-gen speelt hierin een belangrijke rol.
Incidenteel komen bij varkens infecties met andere streptokokken aan de orde zoals Str. porcinus, Str. equi ssp. zooepidemicus, Str. dysgalactiae ssp. dysgalactiae en ssp. equisimilis. Deze bacteriën komen vrij algemeen voor bij diverse diersoorten (paard, rund) en veroorzaken incidenteel gezondheidsproblemen zoals artritis of sepsis bij varkens. Str. equi ssp. zooepidemicus kan ook zoönotische betekenis hebben.
Het PrP-gen bepaalt de aanmaak en activiteit van het normaal voorkomend prioneiwit PrPC. Bij dieren met een prionziekte komt een afwijkende vorm van dit eiwit voor, namelijk PrPSc. Wanneer dieren in contact komen met PrPSc, bijvoorbeeld door orale opname, kunnen zij scrapie ontwikkelen indien zij hier gevoelig voor zijn.
dr. Theo Geudeke, dierenarts varken Streptococcus suis-
25%
infecties als waar-
20%
schijnlijkheidsdiagnose
15%
als percentage van alle
10%
gemelde gezondheids-
5% 0%
J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N D J F M A M J 2017 2018 2019
problemen (Online Monitor)
Hoe kan het GD-laboratorium ondersteunen in de aanpak van klauwgezondheid? Kreupele koeien zijn een grote schadepost door productiederving en vervroegde afvoer en vormen daarnaast een ergernis op vele melkveebedrijven. Kreupelheid wordt bijna altijd veroorzaakt door klauwaandoeningen, waarbij men onderscheid maakt tussen infectieuze (IKA) en niet-infectieuze klauwaandoeningen (NIKA). Een IKA wordt beïnvloed door de infectiedruk. Zo ontstaat bijvoorbeeld DD (Digitale dermatitis, voorheen Mortellaro) via bestaande actieve infecties. Andere factoren zijn voeding, via invloed op bijvoorbeeld aspecifieke huidweerstand, en huisvesting. Koeien behoren vierkant in de box te staan of liever nog liggen en te liggen herkauwen versus met de achterpoten op de roosters in de mest. Klauwgezondheid Tankmelk geeft inzicht in de hoogte van de infectiedruk van DD en een passend advies over aanpassingen in het bedrijfsmanagement. Optimale voorziening van zink, mangaan en biotine zorgen daarbij voor een gezonde huid, deze voedingscomponenten worden ook gemeten binnen het tankmelkonderzoek. De invloed van voeding en huisvesting op NIKA is vaak bij de veehouder en zijn adviseur bekend. Zink is de sleutelfactor in de hoornnieuwvorming, mangaan heeft een belangrijke functie bij de vorming en stabilisatie van de vetzuurketens in het klauwhoorn en biotine draagt zorg voor een soepele verbinding tussen de klauwhoorncellen en daarmee voor een meer elastischer hoornkwaliteit, zodat het hoorn beter bestand is tegen trauma. Een periode van hittestress met als gevolg minder ruwvoeropname, een suboptimaal functioneren van de voormagen en een lagere biotineproductie zou een prima verklaring kunnen zijn voor het meer optreden van wittelijndefecten in het najaar. Tankmelkonderzoek geeft inzicht in de voorziening van de verschillende componenten in de verschillende periodes van het jaar en maken uw positie als adviseur sterker.
Bij schapen is al langere tijd bekend dat drie van de codons op het PrP-gen een rol spelen bij de gevoeligheid voor scrapie en dat dieren met de bijbehorende aminozuurcombinatie dubbel ARR resistent zijn. Vooralsnog bestaat voor geiten het scrapiebewakingsprogramma, of koppenonderzoek, maar momenteel zijn we bij GD bezig om ook voor geiten een genotyperingstest in te richten. Bij geiten spelen zeker vier codons van het PrP-gen een rol in de gevoeligheid voor scrapie. De mate van resistentie verschilt per codon. Van de mutaties 222K en 146D of 146S is bekend dat deze de beste bescherming tegen scrapie bieden en deze zullen waarschijnlijk van belang worden bij het exporteren van dieren. Met de scrapie-genotyperingtest voor geiten, die dit najaar nog wordt geïmplementeerd, kunnen veehouders aan de hand van het genotype de gevoeligheid van hun geiten bepalen. Dit geeft houders de mogelijkheid om gericht te fokken met scrapie-ongevoelige dieren. Tara de Haan, MSc, projectleider kleine herkauwers
dr. Menno Holzhauer, dierenarts rundvee Veterinair, september 2019 -
3
Nieuws en mededelingen Update lijst geregistreerde middelen ter behandeling van mastitis De lijst met de in Nederland geregistreerde én beschikbare middelen voor behandeling van mastitis is onlangs geüpdatet. De werkzame stoffen in deze middelen vindt u ook op de uitslag van het Mastitis Tankmelk, die honderden veehouders recent weer hebben ontvangen. Met deze uitslag krijgen zij inzicht in de antibioticagevoeligheid van mastitisverwekkers die in de koppel voorkomen; nu én in de komende zes maanden. Die uitslag geeft u als practicus een betrouwbaar beeld van de antibioticagevoeligheid, met name op bedrijven waar nog weinig of geen individueel bacteriologisch onderzoek wordt gedaan en is een bruikbare onderbouwing voor het bedrijfsbehandelplan. U vindt de actuele versie van deze lijst op www.gddiergezondheid.nl/ ugatools.
Veterinair is een uitgave van Royal GD | Redactie Marian Aalberts, Tara de Haan, Linda van Duijn, Sylvia Greijdanus-van der Putten, Daphne de Leeuw, Jeanine Wiegel, Theo Geudeke | Eindredactie Jessica Fiks | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Uitgever GD | Verschijningsf requentie 12 keer per jaar | Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.
Toelichting/Anamnese inzendformulier
Cursus interpretatie bloeduitslagen paard
Bij het inschrijven van monsters in VeeOnline heeft u in het laatste scherm, net voordat u de inzending verzendt, de mogelijkheid in het veld ‘Toelichting/Anamnese’ extra tekst in te voeren. Deze tekst wordt enkel voor uw eigen informatie vermeld op de uitslag en wordt dan ook niet gezien bij de verwerking van de monsters in het laboratorium. Mocht er extra toelichting bij een inzending nodig zijn, neem dan vooraf contact op met GD via info@gddiergezondheid.nl of telefonisch via 0900-1770.
GD Academy organiseert 7 november de cursus ‘Interpretatie bloeduitslagen paard aan de hand van casussen’. Tijdens deze cursus zullen drs. Linda van den Wollenberg (GD) en dr. Mathijs Theelen (fD), na een algemene theoretische inleiding, aan de hand van een aantal casussen de interpretatie van bloeduitslagen bij het paard bespreken. De cursus is van 16.00 tot 20.00 uur bij GD in Deventer. Voor aanmelding en meer informatie: www.gddiergezondheid.nl/ gdacademy.
Nieuw: Intervisiebijeenkomsten GD Monitoring Rund Rundergezondheidsmonitoring, wat heeft u daaraan in uw praktijk? Samen met u draagt GD al sinds 2002 bij aan het monitoren van de diergezondheid in Nederland. In vier interactieve bijeenkomsten lichten drie GD-deskundigen praktische uitkomsten van de monitoring bij rundvee toe. Het gaat onder andere over: Mannheimia haemolitica, inwendige vervetting bij melkkoeien en kalversterfte. Daarnaast bespreken we actuele ontwikkelingen in landen om ons heen. Nieuwsgierig? Ga dan naar www.gddiergezondheid.nl/ monitoring/intervisie en meld u aan! Voor deze bijeenkomst wordt accreditatie aangevraagd.
SN-test voor IB-D181antistoffen (serum) Sinds 2018 circuleert de IB-stam D181 in de Nederlandse pluimveesector. Deze stam wordt aangetoond met de IB-PCR van GD. Onderzoek toont echter aan dat de bestaande serologische testen antistoffen tegen deze stam niet duidelijk kunnen detecteren en daarom heeft GD een specifieke SN-test voor de D181-stam ontwikkeld. Voor het aanvragen van de test kunt u contact opnemen met de Veekijker pluimvee. De test kan worden uitgevoerd op een poolmonster van maximaal zes serummonsters.
Potjes met formaline goed afsluiten We zien dit jaar een toename in het aantal potjes met formaline dat verkeerd wordt afgesloten of ingestuurd. Breekbare potjes sneuvelden tijdens transport of deksels waren niet goed dichtgedraaid. Formalinedampen zijn gevaarlijk en GD wil de veiligheid van haar werknemers waarborgen. Daarom vragen we u om het materiaal op juiste wijze te verpakken. Kijk voor meer informatie op: www.gddiergezondheid.nl/ formaline.
Basiscursus Bacteriologie GD Academy organiseert donderdag 19 september een basiscursus Bacteriologie van 9.00 tot 17.00 uur. Deze cursus is voor (rundvee-) dierenartsen, praktijkassistenten en praktijklaboranten die bacteriologisch onderzoek gaan uitvoeren op de praktijk. In het eerste deel van de cursus is onder andere aandacht voor de plaats van bacteriologisch onderzoek in mastitismanagement, het nut van bacteriologisch onderzoek, melkmonstername en transport en bewaarcondities. Daaropvolgend staan laboratoriuminrichting, identificatie van bacteriën, het maken van preparaten en het beoordelen van platen in ons GD-lab op het programma. Aanmelden kan via www.gddiergezondheid.nl/ gdacademy of telefonisch bij Anita Morelissen via 0900-1770.