VOOROP IN DIERGEZONDHEID NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 28 • NUMMER 9 • SEPTEMBER 2022
Veterinair Korting op PPID/ACTH-test Dit najaar biedt Boehringer Ingelheim weer 50 procent korting aan op het testen van PPID (exclusief btw en basiskosten). Vermoedt u PPID bij een paard? Laat het onderzoeken bij GD. De actie geldt van 1 september tot en met 31 oktober, zolang de voorraad strekt. Wacht dus niet tot eind oktober met insturen. Monsters insturen of digitaal inschrijven Een voucher is nodig en geldt als inzendformulier. Vul de gegevens hierop in en stuur het mee met het monster. Digitaal inschrijven is ook mogelijk. Wanneer u in VeeOnline de ACTH/PPID-onderzoeken kiest, verschijnt een pop-up met een link naar de vouchergegevens. Deze link opent in een nieuw tabblad. Vergeet niet om eerst uw inzending af te ronden zodat u het inzendnummer bij de vouchergegevens kunt noteren. Tara de Haan MSc, projectmedewerker paard
Download de kortingsvoucher. Dit jaar zijn er aangepaste voorwaarden welke op
Agenda GD Academy Er staan weer interessante cursussen gepland de komende periode: • 29 september: Masterclass klimaat & gezondheid in de vleeskuikenhouderij • 6 oktober: Basiscursus bacteriologie en antibiogram melk • 3 en 8 november: Interpretatie bloeduitslagen paard • 24 november: Basiscursus parasitologie voor dierenartsen paard, rund en schaap • 6 en 8 december: Basiscursus bacteriologie voor gezelschapsdieren
de voucher staan vermeld. Bekijk het hele aanbod
Salmonella-onderzoek bij jongvee: een steekproef of alles bemonsteren? Regelmatig stellen dierenartsen de vraag of het bij salmonella-jongveeonderzoek op een melkveebedrijf nodig is om al het jongvee te onderzoeken op antistoffen tegen salmonella of dat een steekproef van het jongvee voldoende is. Ons advies hangt af van de indicatie voor het onderzoek. • Detectie van een infectie op het bedrijf: combineer een steekproefbloedonderzoek bij de vijf jongste kalveren ouder dan 90 dagen, die tenminste 70 dagen op het bedrijf zijn, met tankmelkonderzoek en kweek van een mengmonster per mestput. • Evaluatie van het effect van preventieve maatregelen op verspreiding van de infectie bij jonge kalveren: halfjaarlijks steekproefbloedonderzoek bij de vijf jongste kalveren ouder dan 90 dagen, die tenminste 70 dagen op het bedrijf zijn. • Bewaking van de salmonella-onverdachtstatus van een jongveeopfokbedrijf: halfjaarlijks steekproefbloedonderzoek bij de vijf jongste kalveren ouder dan 90 dagen, die tenminste 70 dagen op het jongveeopfokbedrijf aanwezig zijn. • Opsporen van salmonelladragers op een langdurig besmet bedrijf: bloedonderzoek bij al het aanwezige jongvee, ook jongvee jonger dan 90 dagen. Een steekproefbloedonderzoek geeft onvoldoende informatie over de aanwezigheid van salmonelladragers, en daarmee een vals gevoel van veiligheid. Een uitzondering vormen kalveren waarvan u weet dat zij binnen enkele weken worden afgevoerd, zoals jonge stierkalveren bestemd voor de vleeskalverhouderij. Deze kalveren hoeft u niet te bemonsteren.
De Veekijker: voor alle veterinaire vragen Voor veterinaire vragen is de Veekijker rechtstreeks te bereiken op 088 20 25 555. Via een keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Rund uiergezondheid: 15.00 – 17.00 uur Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 uur Varken: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Pluimvee: 08.30 – 17.00 uur, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): alleen voor infectieuze aandoeningen 15.00 – 17.00 uur
dr. Maarten F. Weber, dierenarts, specialist rundergezondheid Veterinair, september 2022 -
1
Lotte Roos, Businessmanager Overheid & Monitoring
Streptoccus suis-stammen Alhoewel vrijwel alle varkens op hun tonsillen Streptoccus suis-stammen dragen, wordt maar een klein deel van de varkens door deze bacterie ook echt geïnfecteerd en ziek.
Jubileum! De gezondheid van mens, dier en hun leefomgeving hangen nauw met elkaar samen. Met veel mensen en dieren die op een klein oppervlak samenleven, is het dan ook belangrijk om een systeem te hebben dat de gezondheid van dieren in Nederland nauwkeurig in de gaten houdt. De overheid en veehouderijsector hebben daarom samen met GD de diergezondheidsmonitoring opgezet. We lopen in ons land met de diergezondheidsmonitoring voorop. De Nederlandse aanpak waarbij overheid en veehouderijsector nauw samenwerken, is uniek in Europa. Eén van de succesfactoren van dit systeem is dat de monitoring deel uitmaakt van de solide veterinaire infrastructuur in ons land. Goed en laagdrempelig contact met veehouders en dierenartsen is essentieel. De signalen die we via u ontvangen uit het veld spelen een belangrijke rol. Uw bijdrage en een goede samenwerking met betrokken partijen zijn daarom onmisbaar voor het op niveau houden en verbeteren van de diergezondheid. Dit jaar vieren we het 20-jarig bestaan van de diergezondheidsmonitoring! Om stil te staan bij het jubileum, nodigen wij u graag uit voor ons symposium voor dierenartsen op 1 december 2022. Deze dag staat in het teken van ‘Samen gezond naar de toekomst’. We hebben een aantal inspirerende sprekers op het programma staan en u kunt diersoortspecifieke sessies volgen. Zo gaat u niet alleen met nieuwe ideeën, maar ook met praktische handvatten naar huis. Meer informatie over het programma volgt binnenkort. Hopelijk tot ziens op 1 december! Meer informatie, updates en aanmelden
Op basis van eerder onderzoek uitgevoerd door GD bleek er een verschil te zijn tussen stammen die werden gevonden op de tonsillen van dieren zonder typische streptokokkenklachten en de stammen die werden gevonden in organen van zieke en gestorven dieren. Op de tonsillen kunnen niet-virulente stammen voorkomen, terwijl streptokokken die zijn aangetoond in een ziek of gestorven dier wel virulent zijn. Deze virulente stammen veroorzaken de kenmerkende klachten, zoals sepsis, meningitis, artritis en pneumonie. De secties van biggen met klachten ten gevolge van een streptokokkeninfectie van het afgelopen anderhalf jaar laten zien dat de meeste streptokokken worden gekweekt uit hersenen, gevolgd door longen en gewrichten. Waarbij in de hersenen nog steeds het meest serotype-9 wordt aangetoond. De streptokokken gevonden in de longen blijken in ongeveer 60 procent van de gevallen niet typeerbaar te zijn en dus geen serotype 1, 2, 4, 7, 8 of 9. Bij de wel typeerbare streptokokken betrof het in ongeveer 20 procent van de gevallen een serotype-2. Het is dus bij klachten die passen bij een infectie met Streptococcus suis van belang om te onderzoeken welk serotype de verwekker is. drs. Marlies Olde Monnikhof, dierenarts varken
Aviaire influenza: alertheid blijft nodig Het risico op uitbraken van vogelgriep is nog altijd aanwezig. Recente uitbraken op pluimveebedrijven in Minnertsga, Dalfsen, Lunteren, Schore en Maurik benadrukken dit. Ook worden op verschillende plekken in de natuur besmette vogels aangetroffen. De situatie van verspreiding van het hoogpathogene aviaire influenzavirus in de wilde vogel-populatie wordt op dit moment door de deskundigengroep beoordeeld als onvoorspelbaar. Recent is het virus aangetoond in dode ooievaars, een nieuw getroffen vogelsoort ten opzichte van besmette soorten bij de eerdere detecties. Dit benadrukt de onvoorspelbaarheid van het virus en de verspreiding. Tot nu toe betreft het in alle gevallen virus van het type H5N1. Genetische verwantschappen worden regelmatig onderzocht. Het isolaat uit de uitbraak bij vleeseenden in Dalfsen is het meest verwant aan een isolaat gevonden bij een ooievaar in dezelfde regio. Het isolaat uit Minnertsga (vleeskuikens) is het meest verwant aan een isolaat aangetoond bij een kokmeeuw gevonden op Texel en vertoont ook een sterke verwantschap met het isolaat van het pluimveebedrijf uit Tzum waar half juni AI is vastgesteld. Van de uitbraken in Lunteren, Schore en Maurik is op moment van schrijven nog geen informatie over de typering bekend. Veehouders en dierenartsen worden opgeroepen om alert te blijven op strikte uitvoering van hygiënemaatregelen en bij verschijnselen passend bij AI snel te reageren. De verschijnselen kunnen zeer uiteen lopen. In de figuur rechts staat dat de verhoogde alertheid heeft geleid tot een grotere hoeveelheid bezoeken van specialistenteams aan bedrijven met verschijnselen die kunnen passen bij AI. Deze teams bestaan uit de practicus, een NVWA- en een GD-dierenarts. drs. Jeanine Wiegel, dierenarts pluimvee
2
4 8
5 5 11 7 8
4 3
4
7
5
2
2
4
3
4 3
2 1
3
2 1
juli aug sept okt nov dec jan febr mrt apr mei juni juli aug 2021 2022
1 Aantal bezoeken commercieel pluimvee: AI-negatief 1 Aantal bezoeken commercieel pluimvee: AI-positief (H5/H7)
NVWA-specialistenteambezoeken n.a.v. een AI-verdenking
PRRS-stam ‘Rosalia’ In Spanje kampen ze momenteel met problemen veroorzaakt door een nieuwe PRRS-stam, die de naam ‘Rosalia’ heeft gekregen. Het betreft een Europese PRRS-stam die soortgelijke symptomen geeft als de bekende PRRS-stammen, maar dan vele malen heftiger. Denk hierbij aan meer abortus, vroeggeboortes en hoge sterfte, zowel bij biggen, vleesvarkens als zeugen. De bedrijven waar deze stam is uitgebroken hebben grote moeite om de stallen vol te houden. Er wordt gesproken van een zeer besmettelijke en makkelijk overdraagbare stam. In Spanje is met behulp van fylogenetische analyse vastgesteld dat verschillende uitbraken op bedrijven die geen directe (dier)contacten met elkaar hebben, waren veroorzaakt door vergelijkbare en zeer waarschijnlijk verwante virusstammen. Door het hoge niveau van biosecurity op deze bedrijven lijkt introductie door dieren of materiaal onwaarschijnlijk en wordt rekening gehouden met introductie door de lucht. Wat betreft diagnostiek is het belangrijk dat wanneer een dergelijke stam in Nederland wordt geïntroduceerd, we deze zo snel mogelijk opsporen. Extra controle bij GD heeft uitgewezen dat de door GD gebruikte PCR-diagnostiek ook deze PRRS-variant detecteert. Daarnaast is de sequentie van Rosalia vergeleken met de sequenties in de GD-database. In de fylogenetische boom met ORF-5-sequenties vormt deze variant een aparte tak. Tot op heden is de Rosalia-stam nog niet gevonden bij Nederlandse bedrijven. We blijven de situatie nauwgezet volgen. Karlijn Eenink MSc, dierenarts varken
Cytologisch onderzoek van dunne naald (aspiratie)-biopten Een inschatting van de aard van ruimte-innemende processen kan worden verkregen door middel van cytologisch onderzoek. Aan de hand van het celtype en de celkenmerken wordt de klinische differentiële diagnose 'ontsteking/goed- of kwaadaardige tumor' gespecificeerd met een cytologische diagnose. Een dunne naald (aspiratie)-biopt (DN(A)B) is minimaal invasief en geeft richting aan de therapeutische of diagnostische vervolgstap. Voor een betrouwbare cytologische conclusie zijn representatieve en op de juiste wijze vervaardigde uitstrijkjes noodzakelijk. Naast de vraagstelling/differentiaaldiagnose is voor de interpretatie van het celbeeld ook de klinische informatie van belang, zoals ras, leeftijd, localisatie en hormonale status (intact versus gecastreerd). Vanwege de kans op het ontstaan van celartefacten bij het uitstrijken, zoals stukwrijven of lysis van de cellen of onvoldoende/geen celopbrengst, zijn minimaal vier uitstrijkjes van dezelfde localisatie gewenst. De uitstrijkjes worden volgens de May-Grünwald Giemsa (MGG)-methode gekleurd. Naast de kwaliteit en celrijkdom van de uitstrijkjes worden het celtype en, in geval van tumorcellen, ook de celkenmerken beoordeeld. De verschillende typen ontstekingscellen bepalen de aard van een ontstekingsproces, en aan de hand van het type rondcel wordt een rondceltumor gekarakteriseerd. Epitheliale, mesenchymale en melanocytaire celtypen vormen het cytologisch argument voor respectievelijke neoplasieën. Een cytologische diagnose kan aanleiding zijn voor een histologisch onderzoek van een weefselbiopt, waarbij de cytologische conclusie wordt geverifieerd en aanvullende belangrijke parameters als maligniteitsgraad, classificatie, radicaliteit van verwijdering en aanwijzingen voor vaatingroei/metastasering kunnen worden beoordeeld. Indien vergrote lymfeknopen aanleiding zijn om maligne lymfoom cytologisch aan te tonen of uit te sluiten, wordt aanbevolen om minimaal vijf uitstrijkjes per lymfeknoop in te zenden. Eén uitstrijkje wordt gebruikt voor de cytologische beoordeling en de overige uitstrijkjes kunnen worden ingezet voor eventueel immunocytochemische fenotypering CD3/CD79a. Het MGG-gekleurde uitstrijkje kan ook worden gebruikt voor de PARR-test, die voor honden en katten beschikbaar is. drs. Klaas Peperkamp, veterinair patholoog
Bekijk de instructievideo
Sterfte door haemonchose In juni van dit jaar is al bij meerdere schapen door middel van pathologisch onderzoek haemonchose als doodsoorzaak vastgesteld. Veelal betrof het lammeren en jonge schapen die werden ingestuurd. De dieren vertoonden bij pathologisch onderzoek duidelijke verschijnselen van haemonchose, zoals witte slijmvliezen en oedeem tussen de kaaktakken. Haemonchose wordt veroorzaakt door infectie met de rode lebmaagworm (Haemonchus contortus). Een dier kan klinische haemonchose ontwikkelen wanneer grote aantallen wormen in korte tijd volwassen worden en bloed beginnen op te nemen in de lebmaag. Lammeren die in het eerste levensjaar geleidelijk met deze wormsoort te maken krijgen, bouwen immuniteit op. Wanneer de infectiedruk op het land te hoog is, waardoor lammeren massaal geïnfecteerd worden, is hier geen tijd voor. Preventieve maatregelen Doorgaans wordt kliniek door haemonchose later in het jaar gezien, maar de hoge temperaturen in het voorjaar hebben de ontwikkeling van de larven mogelijk versneld. GD adviseert houders tijdig preventieve maatregelen te nemen, zoals het regelmatig omweiden naar schone percelen binnen 14 dagen en het controleren op klinische symptomen. Het met regelmaat uitvoeren van mestonderzoek geeft inzicht in de mate van besmetting. Neem voor meer informatie vrijblijvend contact op met Veekijker schaap/geit via: 088 20 25 555 (op werkdagen van 15.00-17.00 uur). drs. Eveline Dijkstra, dierenarts kleine herkauwers Veterinair, september 2022 -
3
Nieuws en mededelingen Afrikaanse varkenspest
Jaarrapportage Helpdesk Paard 2021
De recente uitbraak van Afrikaanse varkenspest (AVP) vlak bij de Nederlandse grens, bewijst het belang van alertheid voor alle varkenspractici. Bij een serieuze verdenking van een lijst A-ziekte, waaronder varkenspest, dient altijd melding te worden gemaakt bij het Landelijk Meldpunt Dierziekten van de NVWA via 045-546 31 88.
Met de jaarrapportage Helpdesk Paard 2021 houden wij u op de hoogte van actualiteiten, trends en ontwikkelingen vanuit de monitoring Paard. U vindt in de jaarrapportage onder andere: de trends en bevindingen vanuit de Helpdesk Paard, uitgevoerde literatuurstudies; leverbotziekte en Ziekte van Lyme bij paarden en aanvullende projecten uitgevoerd in 2021.
Bij problemen waar varkenspest niet kan worden uitgesloten, maar waar een andere diagnose waarschijnlijk is, kan early warning-diagnostiek worden ingezet. Stuur hiervoor EDTA-monsters van zieke dieren in naar WBVR. Door middel van een PCR worden de monsters onderzocht. Bijbehorende formulieren zijn te downloaden via www.wur.nl als 'Opdrachtformulier Varken 2022'. Het onderzoek is kosteloos en de uitslag volgt meestal binnen één dag. Er vindt geen blokkade van het bedrijf plaats. WBVR is het nationaal referentielaboratorium voor lijst A-ziektes en daarom door de overheid aangewezen om de monsters in het kader van de early warning voor varkenspest uit te voeren.
De Equine coronavirus-PCR is nu ook beschikbaar voor de Eswab. Rectale afname van faeces met behulp van een Eswab is een gemakkelijke en schone monsternamemethode die ook bij andere diersoorten wordt toegepast. Eswabs staan in onze webshop onder artikelnummer VDDIS064.
drs. Bas Engel, dierenarts varken
Equine coronavirus-PCR nu ook voor Eswab
Mestmonster Eimeria/ Giardia: niet te veel We ontvangen al veel inzendingen met het nieuwe buisje, met mooie resultaten. Voor betrouwbaar onderzoek is een goede monstername van groot belang. Gebruik nooit te veel faeces: vul de holling van het lepeltje en strijk deze dan recht af. Voeg bij vloeibare faeces drie druppels toe aan het medium.
Bekijk de jaarrapportage
Intervisie bijeenkomsten Graag praten wij u bij over actualiteiten, trends, ontwikkelingen en casuïstiek uit de rundergezondheidsmonitoring. Welke informatie komt binnen via de Veekijker, pathologisch onderzoek en diergezondheidsdata? En wat doen we hiermee? We bespreken actuele klinische, epidemiologische, toxicologische en pathologische bevindingen. De bijeenkomsten zijn donderdag 10, 17, 24 november of 1 december 2022. De bijeenkomst op 1 december hebben we gecombineerd met het jubileum 20 jaar monitoring. GD vraagt accreditatiepunten voor deelnemers aan. Meer informatie
Veedrinkwater blauwalgonderzoek Veterinair is een uitgave van Royal GD | Redactie: Marian Aalberts, Tara de Haan, Daphne de Leeuw, Katrien van den Brink, Annemieke Medema, Klaas Peperkamp | Eindredactie: Jessica Fiks | Vormgeving: Dock35 Media B.V. | Druk: Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Uitgever: GD | Verschijningsf requentie: 12 keer per jaar Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 088 20 25 500, www.gddiergezondheid.nl info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.
Een groene waas over het water of groen verkleurd water kan duiden op blauwalg. Sommige soorten produceren gifstoffen. Het drinken van dit water kan leiden tot oog- en huidirritatie en diarree, tot ernstige leverschade, afwijkingen in het zenuwstelsel of zelfs sterfte. GD biedt met het Veedrinkwater blauwalgonderzoek (artikelnr. 12080) een nieuw wateronderzoek om te identificeren welk type blauwalg in het water zit, of deze wel of geen giftige toxines produceert en wat het risico op vergiftiging is.
Bekijk het onderzoek
Dieren ophalen voor pathologisch onderzoek Wist u dat u dieren 24 uur per dag, 7 dagen per week kunt aanmelden om te laten ophalen voor pathologisch onderzoek? Dit kan telefonisch via 088 20 25 500 of via het aanmeldformulier op onze website. Na het ophaalverzoek plannen wij de rit voor u in. Een halfuur voor aankomst op uw bedrijf ontvangt u bericht van ons. Bij het ophalen controleert de chauffeur samen met u het inzendformulier en kunt u het ondertekenen. Wilt u eraan denken om, vooral bij warm weer, het dode dier goed te koelen (niet invriezen) voorafgaand aan het onderzoek? Zo vergroot u de kans op een waardevolle uitslag. Dit kunt u doen door het dier te bedekken met Meer informatie en aanmelden een natte doek en weg te leggen op een koele plek uit de zon.