2 minute read
Je gaat het pas voelen, als je het hebt
Naar vrij-Cruyffiaanse vertaling... Na het Franse vis avontuur of eerder het gebrek daaraan (column september 2022), restte mij één doel: Het doorgronden van ‘s Hollandsch wateren!
Dus naar Klaas* om de oude glasvezelhengel in te ruilen voor een moderne plus wat geschikter kunstaas te kopen. Zijn advies (of mijn creatieve herinnering daaraan) luidde: Voor baars kan je het best een 2 tot max 10 gram werpgewicht en een flexibele top met stevige blank(!?) gebruiken om de actie van je aas te voelen. Het poldersnoeken gaat mooi met een stuggere hengel met een werpgewicht van 20 tot 80 gram om het aas goed weg te zetten en aan te slaan. Oh, en naast een vier-, drie- en tweedelige hengel is er ook nog de hengel uit één stuk waarmee de registratie van een aanbeet nog beter te bespeuren valt.
Hallo! Ik ben toch zeker Gekke Gerrit niet!? Waarom twee hengels of meer kopen terwijl je maar met één kunt vissen? Kom ik dus buiten met een hengel volgens Hollands poldermodel-besluit.
1. Telescopisch, want dat kan mooi onder de autostoel. Ooit in een lang vervlogen jeugd Tell Sell voorbij zien komen met de ‘amazing’ Instant Fisherman en de Magic Lure.
2. Werpgewichtsklasse 10 tot 25 gram, want dat zat ik mooi in het midden van de twee of meer hengels die Klaas mij aan wilde smeren**. Naar later bleek net niet soepel genoeg voor de finesse en ook niet stug en zwaar genoeg voor het echte snoekwerk, maar dat kwartje zou pas later, tezamen nog wat euro’s, vallen.
Na meerdere vruchteloze Haagse pogingen eens omgeving Haarlemmermeer opgezocht, waar ik in die tijd werkte. De Ringvaart was een zuinige leermeester. Ik kreeg een uur lang geen tikje tot plots uit het donkere water wat baarsjes naar boven schoten die op hun beurt werden gevolgd door iets wat ik nog steeds ervaar als mijn eerste ontmoeting met een onderwater-straaljager. Een snoek van een meter+ die nóg eerder weg-, dan opdook!
Nog volledig onder de indruk rijdend richting werk kom ik onder een viaduct door en zie een prachtstek! Schaduw op het water van de hoger gelegen snelweg. Onder die snelweg een brug/oversized duiker met niet één, maar twee doorgangen. Dat waren wel 8 potentiële aanwerpplekken!!! De eerstvolgende filevrije ochtend, lees: gegunde vistijd, zou ik daar mijn geluk beproeven.
Een paar dagen later. De wagen aan de kant, alleen even kijken of het überhaupt iets kon zijn. Met de eerste, wat voorzichtige, worp landde mijn zorgvuldig uitgekozen firetiger shad midden in de plomp. Twee meter van de doorgang verwijderd, kansloos! Snel maar weer ingedraaid. Worp nummer twee… die ging me toch mis! Het draad glipte onder mijn wijsvinger vandaan. De shad raakte wederom twee meter voor de doorgang het water… maar skipte wonder boven wonder nog 3x door waardoor die ver onder de brug de diepte opzocht. Terwijl ik onhandig de beugel probeer te sluiten om vervolgens de spanning op het draad te zoeken kwam die spanning eerder en groter dan verwacht.
De shad was al verorberd door mijn eerste snoek! Daar stond ik stomverbaasd op een damwand van ruim 2 meter hoog, schepnet domweg in de auto gelaten! Via wat capriolen kon ik langs de oeverwand lager tot aan het water komen.
Het snoekje moest voorzichtig langs wat rietstoppels geland worden terwijl ik voor de kieuwgreep nog niet voldoende overtuiging én nul ervaring had. De snoek kon gelukkig na enig gehannes bevrijd van haak weer naar het diepe zwemmen, maar had mij er op gewezen dat ik nog véél te leren had. Les 1, goede voorbereiding: landings- en onthaakmateriaal. Je gaat het pas voelen wanneer je merkt dat je het nog niet hebt. De infoavonden van de GHV roofvisafdeling zouden vervolgens snel op mijn agenda staan.
* Inmiddels is dit geen sluikreclame meer. Klaas van der Heyden van de gelijknamige hengelsportwinkel geniet van een welverdiend en nog meer gegund pensioen. **Klaas heeft mij nóóit iets aangesmeerd. Hooguit honing om de spreekwoordelijke mond. Zijn verhalen geven altijd reden tot meer zoeken. Tot aan het water, zoet of zout.