Eerste Kamer der Staten-Generaal
1
Vergaderjaar 2012–2013
33 400 IV
Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2013
Z
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 10 juli 2013 In het beleidsdebat van 4 juni jl. met uw Kamer heb ik een toezegging gedaan aan het lid de Graaf (D66) omtrent de stand van zaken van het samenwerkingsprotocol tussen Nederland en Aruba. Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging. Het samenwerkingsprotocol Het samenwerkingsprotocol werd op 27 oktober 2011 ondertekend door Minister-President Eman en voormalig Minister Donner met als doel een nieuwe impuls te geven aan de samenwerking tussen Nederland en Aruba. Belangrijke invalshoek van het protocol is dat samenwerking geschiedt op basis van een gelijkwaardige relatie en onderling vertrouwen. Op dit moment wordt pragmatisch omgegaan met het samenwerkingsprotocol. Waar zich kansen en mogelijkheden voor samenwerking voordoen wordt gezamenlijk bekeken hoe hieraan invulling kan worden gegeven. Dit heeft al op uiteenlopende terreinen tot samenwerking geleid. Onderwijs Op het gebied van onderwijs sloten de Ministers van Onderwijs van Nederland en Aruba op 4 juli 2012 een samenwerkingsprotocol op de beleidsterreinen onderwijs, cultuur, wetenschap en emancipatie. Op het terrein van onderwijs gaat het daarbij om: handhaving leerplicht, toezicht op de kwaliteit van het onderwijs, taal, cultuureducatie, zorg in het onderwijs, leraren, examinering in het voortgezet onderwijs, uitwisseling van informatie over beleidsontwikkelingen ten aanzien van examinering in het secundair beroepsonderwijs (sbo)/middelbaar beroepsonderwijs (mbo), leerbedrijven in het sbo/mbo en beroepspraktijkvormingsplaatsen (bpv-plaatsen), instroom hoger onderwijs: borgen gelijkwaardigheid
kst-33400-IV-Z ISSN 0921 - 7371 ’s-Gravenhage 2013
Eerste Kamer, vergaderjaar 2012–2013, 33 400 IV, Z
1
Arubaanse diploma’s, voorbereiden van aankomende studenten op selectie voor opleidingen met een scherp onderwijsprofiel, succesvolle deelname aan middelbaar beroeps- en hoger onderwijs in Nederland, kwaliteitsborging hoger onderwijs opleidingen, gegevens- en kennisuitwisseling met betrekking tot studiefinancieringsstelsels en gegevensuitwisseling studievoortgang Arubaanse studenten in Nederland. Op dit moment vindt een terugblik plaats op de samenwerkingsactiviteiten die in het afgelopen studiejaar hebben plaatsgevonden. Tevens wordt vooruitgekeken naar de samenwerkingsactiviteiten die Nederland en Aruba in het komende studiejaar willen gaan uitvoeren op het terrein van onderwijs, cultuur, wetenschap en emancipatie. Een concreet voorbeeld dat voortvloeit uit de samenwerking op het gebied van onderwijs is dat de Nederlands Vlaams accreditatie organisatie (NVAO) nu ook actief is op Aruba met als doel het waarborgen van kwaliteit in het hoger onderwijs. Verder hebben verschillende Nederlandse middelbare scholen uitwisselingsprogramma’s lopen met Arubaanse scholen. Ook uit het Fondo Desaroyo Aruba (FDA) worden tot 2015 projecten gefinancierd om het onderwijs op Aruba te versterken variërend van de bouw van een school voor het Middelbaar Beroepsonderwijs (sectoren Techniek, Economie, Horeca en Gezondheid & Dienstverlening) tot de renovatie van een groot aantal schoolgebouwen. Exportontwikkeling Ook op het gebied van toerisme is samenwerking gezocht. Nederland onderhoudt goede contacten met de Aruba Tourism Authority. Zo heeft het Centrum tot Bevordering van de Import uit ontwikkelingslanden (CBI) in het verleden een toerisme-expert beschikbaar gesteld aan Aruba om te zien hoe Aruba nog beter als toeristische bestemming op de kaart kan worden gezet en de diversiteit in deze sector vergroot kan worden. Het CBI is een agentschap van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en is expert op het gebied van exportontwikkeling en exportpromotie. Recentelijk heeft Aruba aan het CBI het verzoek gedaan om met haar kennis ondersteuning te bieden aan het Ministerie van Economische Zaken op het gebied van capaciteitsopbouw. Overleg hierover tussen het betreffende Ministerie en het CBI zal medio juli 2013 op Aruba plaatsvinden. Ook is er informatie op regionaal bedrijvenniveau beschikbaar gesteld alsmede relevante Nederlandse en Europese marktinformatie. Europe Meets the America’s conferentie Aruba heeft ambitieuze economische plannen en wil graag een hubfunctie vervullen voor de handel tussen Europa en Latijns-Amerika. Van 6–8 mei jl. organiseerde Aruba in dat kader een grote conferentie «Europe meets the America’s» over kansen en mogelijkheden voor economische samenwerking. Nederland bood in aanloop naar en tijdens de conferentie ondersteuning op organisatorisch en inhoudelijk vlak. Financiële uitvoeringsprotocol Het op 28 maart jl. gesloten financiële uitvoeringsprotocol vloeit voort uit het samenwerkingsprotocol van 27 oktober 2011. In het samenwerkingsprotocol was opgenomen dat onderzocht zou worden of en zo ja, tegen welke voorwaarden er mogelijkheden zijn voor herfinanciering van de schuld aangegaan door de Arubaanse overheid tegen gunstigere voorwaarden. In het uitvoeringsprotocol is onder andere opgenomen dat Nederland de mogelijkheden voor inschrijving op een openbare aanbieding van een obligatielening van het Land Aruba zal (laten) beoordelen aan de hand van in het Koninkrijk en internationaal gehanteerde criteria van houdbare overheidsfinanciën en terugbetalingscapa-
Eerste Kamer, vergaderjaar 2012–2013, 33 400 IV, Z
2
citeit. Nederland houdt zich het recht voor bij het niet voldoen aan deze criteria door Aruba niet in te schrijven. Exacte uitwerking van dit protocol moet nog plaatsvinden. Integriteit Aruba heeft eerder te kennen gegeven samen te willen werken op het gebied van integriteit. Er zijn verkennende gesprekken gevoerd tussen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het Bureau Integriteitbevordering Openbare Sector (BIOS) en het Arubaanse Taskforce Integriteit Openbare Sector (TIOS) over de wens van Aruba een Bureau Integriteit op te richten. Aruba is momenteel de mogelijkheden aan het onderzoeken hoe dit bureau vorm te gaan geven. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Eerste Kamer, vergaderjaar 2012–2013, 33 400 IV, Z
3