Over vernieuwende muziek en cultuur The Gap-cd met exclusieve track van BJ Nilsen Gratis Mind
98 juli - augustus 2010 €8,-
YOB
metal, doom, grooves
The Besnard Lakes post-rock, shoegaze
Bruno Pronsanto techno, fieldrecordings
MTG #85 BJ Nilsen Pjusk ASAD Arkestra YOB Ufomammut Ryland Bouchard Jonas Reinhardt Ikonika Poirier Fred Bigot Travelsunnysamsara
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11
Vivre le cinéma! essay, filmkritiek
BJ Nilsen
elektronica, soundscapes
Shining
jazz, metal, improv
Digitale cultuur 5.1.: Augmented Reality Veld_ver_slagen: Heerlen en Maastricht Cold Cave Jonas Reinhardt Aki Onda Asad Arkestra The Ruby Suns Mississipi Records 1
10007
De Nieuwe Gonzo
Beste lezer, In je handen heb je de allerlaatste ouderwetse papieren Gonzo (circus). Vanaf half juli verschijnt Gonzo (circus) alleen nog in de vorm van digitale toepassingen voor onder andere de baanbrekende iPad. Ons uitgangspunt “Gonzo (circus) is een gedrukt magazine: we geloven in papier!” is anno 2010 immers net zo muf als de jaren zeventiggeur die uit een kast vol ruimteverslindend vinyl opstijgt en net zo haperend als zelfgebrande cd’s. Onze geestelijke vader Hunter S. Thompson lost hierbij - vanuit de ruimte - een goedkeurend schot hagel. Boem, paukenslag! Tot drie maanden geleden waren we trouwe en overtuigde papier-adepten en namen we nog enthousiast deel aan het O.K. Festival in Arnhem, de hoogmis van de traditionele tijdschriften. Met de collega’s van onder andere Items, Moab, Mister Motley en Gup bezongen we de romantische geur van papier en inkt. Met mistige ogen vierden we de glorieuze overwinning van de onderbouwde en kritische papieren muziek- en cultuurjournalistiek op het onkruid van zielloze blogs en webzines. En we hieven er een glas rode supermarktwijn op, zongen beetje vals een lied en waagden een scheef dansje. ‘s Ochtends wachtte ons een helse kater: niet alleen de drank maar de dagelijkse besognes van het runnen van een tijdschrift op papier kwamen ons opnieuw helder en pijnlijk voor de geest. Worden de teksten fatsoenlijk en tijdig aangeleverd? Zijn er foto’s of illustraties van eigen makelij of slechts banale persfoto’s? Hoe gaat het met de gebroken pols van de eindredactrice? Komt er een lekker ding (m/v) op de cover? Hebben we genoeg advertenties en abonnees om drukker en cd-perser te betalen? En tot slot, doen de geprivatiseerde postdiensten ook werkelijk wat ze beloven te doen, en brengen ze de boel tijdig en ongeschonden bij de abonnee? Slapeloze nachten hielden we eraan over. Neen, dan de iPad. Wie anders dan revolutionair futurist Steve Jobs heeft woord, beeld en geluid uit hun roestige ketens bevrijd en een prachtig
platform geschapen voor het tijdschrift van de toekomst. Waarvoor eeuwige hulde, want geen deadlines, geen zware redactionele keuzes en ingewikkelde logistieke handelingen meer. In het eindeloze bituniversum is ruimte voor elke demo, elke nieuwe stroming en elke nieuwe hype, van noise door doven tot funk uit Noord-Korea, en dat in meer dan negen dimensies vol opinies, opinies en opinies. En niet alleen een bladformule en de volledige redactie, maar ook de hoofdredacteur en eindredacteur zijn voortaan volledig overbodig. We knallen simpelweg alles meteen op de iPad. Hunter would’ve loved it. En wat ‘n grafische en multimediale mogelijkheden biedt de iPad: onze vormgever en in-house nerds kwijlen bij het vooruitzicht van de finale victorie van vorm en medium over inhoud. En natuurlijk omarmen we crowdsourcing: jij, de lezer, wordt een belangrijke schakel in de nieuwe Gonzo (circus). Om niet te zeggen, de enige schakel. Cut out all the middle men. Wooosh, weg muffe papieren Gonzo (circus), welkom fonkelende digitale Gonzo (circus). Kies samen met ons voor de toekomst en neem een abonnement op het allereerste VlaamsNederlandse iPad-tijdschrift voor muziek en cultuur. Vanaf half juli vind je alle cd-recensies in een superkekke multimediale verpakking. Andere content bieden we spoedig aan. Enjoy! Voor de redactie (rt) Voor de in-house nerds (msch)
Ps: ben je uitzinnig van vreugde of heb je een hartverzakking gekregen wegens net geen honderd papieren Gonzo (circus)-edities, laat je mening horen op www.gonzocircus.com of redactie@gonzocircus.com.
3
Signalement Asad Arkestra Noise uit Kortrijk Heftige drones, een verwoestende saxofoon, stevige drums, noisy gitaren en een overdaad aan bas: het kwintet Asad Arkestra kan net zo makkelijk een eigenwijze Kortrijkse versie van Sunno))) worden genoemd.
The Ruby Suns Globetrottend de muziek in The Ruby Suns zijn, in tegenstelling tot die andere nieuwe wereldgroepen als Fool’s Gold of Vampire Weekend, geen clubje van Amerikaanse rijkeluiszoontjes die toevallig op zolder een Paul Simon-album hebben ontdekt. De band is het reizende wonderkind Ryan McPhun samen met ‘musicerende voorbijgangers’.
12
Geboren in Californië uit een Amerikaanse moeder en NieuwZeelandse vader zitten de verre reizen in McPhuns bloed. Het gerucht gaat zelfs dat hij leerde lopen in het
Radical Pigeon Records uit Kortrijk is een bescheiden cd-rlabel dat uit de grond werd gestampt door ex-leden van Galatasaray en Hawaï. Het idee was om nieuw werk uit te brengen van alle verschillende projecten en groepen die door de mannen achter het label worden gemaakt, eventueel uit te breiden met nieuw experimenteel werk van bevriende muzikanten uit de Kortrijkse regio. Handgemaakte hoesjes en een beperkte oplage zorgen voor niet alleen mooie uitgaven, maar ook een beperkt financieel risico. Hawaï mocht de spits afbijten,
All Shadows And Deliverance en Isaac volgden. En nu is het de beurt aan Asad Arkestra, dat een naar zichzelf genaamde cd-r mag uitbrengen in een oplage van vijfenzeventig exemplaren. Asad Arkestra is eigenlijk een uitbreiding van het eenmansproject All Shadows And Deliverance, gerund door Fré Decruyenaere. Decruyenaere was een beetje uitgekeken op het groepsleven als band, en wilde alleen aan de slag, om zijn voorliefde voor noise en drones te verklanken. ‘Loss’ was daarvan het eerste resultaat (op Radical Pigeon), waarna nog een cdr (op zijn eigen Usain Bolt Records) en de tape ‘Faint’ (op Geluidsoverlast) volgden. De volgende stap was om met een aantal leden uit eerder genoemde bands de muziekstukken van Asad ook eens met een band te proberen. Pol (ook Isaac), Isabel, Kurt (ook Hawaï) en Bertel, die ook actief is in het blazersgezelschap (sic), zagen dat wel zitten. Een eerste optreden beviel dermate goed, dat er in de oude Radio 2-studio’s in Kortrijk opnames werden gemaakt voor een cd, grotendeels geïmproviseerd en volgens Decruyenaere het moment waarop
vliegtuig. Met zijn band tracht hij een muzikale invulling te geven aan zijn leven als globetrotter. Hoewel hij pas op dat lumineuze idee kwam toen hij doorkreeg dat zijn liedjes te veel als The Beach Boys klonken en te weinig een eigen sound hadden. Inspiratie plukte McPhun onder meer uit zijn reizen naar Thailand en Afrika, maar evenzeer uit zijn verblijf in Auckland, waar hij als multi-instrumentalist actief was in de plaatselijke muziekscene. Een eerste plaat verscheen in 2005 onder de naam Ryan McPhun & The Ruby Suns. Niet lang daarna tekende hij bij het Nieuw-Zeelandse Lil’ Chief Records en ging de muzikale bal wereldwijd aan het rollen. Intussen hebben The Ruby Suns een derde album uit, ‘Fight Softly’. Net als voorganger ‘Sea Lions’ klinkt de plaat als een ideeënboek van geluiden waar toevallig liedjes uit werden gepuurd. Ideeën samengevoegd tot iets dat klinkt als een moderne
wereldplaat. Ryan schuwt daarbij zijn diverse invloeden niet en combineert tropicalia met cumbia, kuduro en goedkope synthesizerlijntjes. Het levert een psychedelisch indie-allegaartje van wereld- en popmuziek op dat het midden houdt tussen Animal Collective en Yeasayer. Ryan McPhun is trouwens zo’n muzikant die uren aan een minuscule drumlijn kan prutsen tot alle geluiden goed vallen. De wereld draait door, maar hij staat stil, in zijn eigen universum. Zo hobbelt hij achter trends
alles mooi samenviel. Over hun support voor het concert van Stephen O’Malley, Oren Ambarchi en Massimo Pupillo in de Kreun eerder dit jaar, was Decruyenaere iets minder tevreden: de magie kwam er niet helemaal uit, maar een vervolg zit er toch in. De chemie werkt (meestal), de verschillende persoonlijkheden en muzikale smaken blijken wonderwel samen te gaan. De toevoeging Arkestra vindt Decruyenaere misschien ietwat ongelukkig gekozen, omdat Asad en Asad Arkestra wel iets geheel anders zijn. Al is het natuurlijk de kwaliteit van de cd die telt. En die is bijzonder. De ongebreidelde drang naar experiment en improvisatie doet net als de naam denken aan Sun Ra Arkestra, maar meer raakvlakken horen we niet. Asad Arkestra is dan ook een band die moeilijk in een hokje valt te duwen. Zes nummers van de improvisatiesessie in de Radio 2-studio’s haalden de cd, één nummer komt ooit ergens wel van pas. En het mag een wonder heten dat de nummers uitermate coherent in elkaar steken, al is de muziek behoorlijk complex en zit de sound echt wel propvol. aan zonder het zelfs maar in de gaten te hebben. De ijle synthklanken van het hele chillwave-gebeuren lijken het voorjaar niet te gaan overleven, maar McPhun speelt door als had hij ze zojuist zelf uitgevonden – wat in feite natuurlijk ook zo is. Door het vele reizen is hij kennelijk een beetje van de wereld geraakt, waardoor andere bands met de pluimen gaan lopen en The Ruby Suns met lege handen langs de zijlijn blijven staan. Reden te meer dus om deze band (alsnog) op te pikken.
auteur
Patrick Bruneel beeld
Paul Lamont luister
luister naar ‘Puka’ van Asad Arkestra op mtg 85 www
www.myspace.com/allshad-
Het gedachtegoed door De Geluidsarchitect
owsanddeliverance www.radicalpigeon.com
HET VOORDEEL (!) VAN DE DUIDELIJKHEID
auteur
Katrien Schuermans beeld
Amee Robinson www
www.therubysuns.com www.myspace.com/ therubysuns
Wat zijn we weer lichtgeraakt vandaag. En oprecht verontwaardigd. Soms moet dat ook: als het onbetamelijk is, dan mag je dat gerust laten merken, zeker in de journalistiek. De tijd waarin een nieuwslezer dezelfde intonatie en gelaatsuitdrukkingen gebruikte voor volkerenmoord als voor de geboorte van een nieuw zeehondje in de zoo ligt ver achter ons. En dat heeft zijn voordelen, zeker op tv: als je de klank uitzet, weet je nog wat er gezegd wordt, alleen al door naar de monkellachjes of gefronste wenkbrauwen te kijken. Dat is het mooie aan de leer van de redundante informatie, ingeburgerd met de opgang van het internet. In ieder geval: een beetje inleving moet er zijn, anders weet de mediaconsument niet hoe hij op nieuws moet reageren. Zonder inleving geen duiding.
Neem nu een oude doos als Whitney Houston, onlangs op wereldwijde tournee. ‘I’m Your Baby Tonight’, ‘My Name Is Not Susan’ (we weten het ondertussen), ‘I’m Every Woman’: u kent het wel. En geef toe, een mens zou voor minder met hoge verwachtingen tussen een hoop volk gaan staan, om verslag te kunnen uitbrengen van dit bijzondere evenement. Op dat moment vergeet je gewoon even dat je journalist bent: je staat er in de eerste plaats als fan. Zo hoort het ook. Je moet je inleven in de leefwereld van je publiek, dat je tenslotte deelt met je onderwerp. En alleen zo kun je datzelfde onderwerp met de juiste precisie kiezen. Whitney Houston heeft sinds
jaar en dag succes, dat voel je, dus daar wil iedereen alles over weten. Want wie wil er niet tot het kamp van de winnaars behoren?
Akkoord, het is zeer eenvoudige muziek, die wellicht nooit de Gonzo (circus)annalen haalt. Maar simpele muziek heeft het voordeel van de duidelijkheid – een kwaliteit in deze tijden van redundante informatie. En wie dacht dat deze onderwerpkeuze ten koste zou gaan van het journalistieke sérieux, die heeft het mis. Sterk onderbouwde kritische recensies in onze kwaliteitskranten waren haar deel, in navolging van doorwrochte items op de BBC, die de show van Whitney Houston haast bracht als een natuurdocumentaire: de zangeres was een weerloos kwelende antilope, die verbaal verscheurd werd door haar trouwste fans, journalisten incluis. Niemand wond er doekjes om: Whitney Houston was niet goed bij stem, en miste uitstraling. Meer nog: tussen de regels door kon je lezen dat het niet (!) goed was. Het scheelde niet veel of het verenigde journaille had geklaagd dat het optreden – een ‘concert’, zo heet het sinds optredens duurder zijn geworden – zijn geld niet waard was. Als je gratis binnen kan, zoals elke journalist, dan is dat een behoorlijk ontnuchterende vaststelling. Bijna kon je stellen dat het optreden zelfs de persaandacht niet waard was. Maar zo ver kwam het gelukkig niet.
13
cassettes field
recordings foto’s producer walkman collages
tapes
herinneringen noise analoog Pierre Schaeffer Luc Ferrari DJ Olive
Audio Sports Foundation B.a.d.
Noël Akchoté Oren Ambarchi Loren Connors Alan Licht
Aki Onda Het geheugen van geluid
Aki Onda hergebruikt het verleden. Decennia aan field recordings op cassettebandjes verwerkt hij in filmische geluidscollages, snapshots van zijn dagelijks leven in dromerige diaseries. De sensitieve kunstenaar volgt zijn eigen pad en let onderweg aandachtig op de geesten.
Akio Suzuki
Een kleine tafel ligt vol met effectapparatuur, een Kaoss Pad, walkmans en cassettes. Naast de tafel staat een buizenversterker. De cassettes – C30, C60, C90 – zijn beschreven met locaties en data en voorzien van gekleurde stickers waarop specifieke klanken worden vermeld. Dit zijn de instrumenten en de klankbronnen van Aki Onda. Hij heeft zojuist de soundcheck afgerond voor het optreden dat hij die avond zal geven bij Foundation B.a.d. in Rotterdam. Ons gesprek heeft plaats aan het begin van de avond. Later vraagt hij me of ik voorzichtig wil omgaan met zijn woorden. Liever heeft hij dat ze als basis voor een artikel dienen, dan dat het gesprek letterlijk wordt weergegeven.
Nomade
16
Aki Onda is muzikant, componist, producer, fotograaf en visueel kunstenaar. De Japanner van geboorte woont sinds een aantal jaren in New York, maar ziet zichzelf als een metropolitische nomade. Op zijn reizen over de wereld – met name van stad naar stad – maakt hij geluidsopnamen van de klanken die hij zich wil kunnen herinneren. Het kan de cadans van een metro zijn, vogelgeluiden, zingende kinderen, stemmen of verkeer in de verte. Het verzamelen van geluiden is begonnen in 1988, nadat hij in Brixton, Londen, op een rommelmarkt een compacte cassetterecorder had gekocht. Onda startte met wat zich zou ontwikkelen tot een auditief dagboek. Vlak na de aanschaf van de tweedehands cassetterecorder vertrok Onda naar Marokko, waar hij de eerste opnamen maakte. Hij wilde de geluiden misschien gebruiken als bron voor samples bij zijn werk als studioproducer. Maar in 1997 ging hij naar New York en zag daar een optreden met draaitafels, uitgevoerd door Christian Marclay, Toshio Kajiwara en Raz Mesinai en DJ Olive. “Wat zij deden met vinyl verbond ik in mijn hoofd met de elektroakoestische muziek van Pierre Schaeffer en Luc Ferrari. Die gebruikten in de jaren 1940, 1950 magnetische bandopnamen voor hun composities. Die avond in de Roulette in downtown New York wist ik wat ik met mijn cassettes kon doen”, legt Onda uit. Op basis van zijn auditieve dagboek begon hij soundscapes te maken: geluidscollages die geheel werden opgebouwd uit een decennium aan cassetteopnamen. ‘Cassette Memories’
is een van zijn bekendste projecten geworden. Onda: “Het kostte me tien jaar om dat te ontdekken en daarna heeft het nog een aantal jaren geduurd eerdat ik mijn eerste ‘Cassette Memories’-album uitbracht.” In 2003 verscheen het eerste deel, ‘Ancient & Modern’ en later dat jaar deel twee, ‘Bon Voyage’. Begin 2011 zal deel drie verschijnen, ‘South of the Border’, gebaseerd op opnamen in Mexico. Verdere afleveringen zijn in voorbereiding.
Structuur en vrijheid
Voordat hij de cassettes en walkmans als materiaal ontdekte, had Onda ruime ervaring opgedaan als producer. Ook had hij al jong een carrière als kunstenaar en fotograaf. Hij volgde opleidingen in fotografie, schilderkunst en textielkunst. Vanaf zijn vijftiende legde hij als fotograaf vele Japanse muzikanten vast, maar ook mensen uit de Europese en Amerikaanse alternatieve hoek, zoals Blixa Bargeld, Arto Lindsay en Tuxedomoon. Door de vele muzikale contacten besloot Onda ook zelf muziek te gaan maken met computer en sampler. In 1990 keerde hij terug naar Japan en vormde hij Audio Sports, met Eye Yamatsuka en Nobukazu Takemura. Vervolgens vestigde hij zich in Tokio, waar hij een veelgevraagd producer werd. Aan het einde van dat decennium trok hij naar Londen en nam zijn eerste soloalbums op, nog steeds werkend met computer en sampler. “Ik gaf de voorkeur aan het werken in de studio”, vertelt Onda. “Dit was nog voor de laptop. Computers en samplers waren zo traag dat ik me niet kon voorstellen dat ik ermee zou optreden. Toen ik zelf met de taperecorders ging spelen, veranderde mijn muziek sterk. Ik ontwikkelde me als muzikant heel snel, want mijn oren waren al getraind doordat ik duizenden uren in studio’s had doorgebracht. Ik ben niet opgeleid als muzikant en ik weet nog steeds weinig van muziektheorie, maar als ik muziek beluister pak ik heel snel de structuur op.” Onda benadrukt dat ‘Cassette Memories’ geen vooraf bedacht kunstzinnig of intellectueel spel is. Het vulde een latente behoefte in en in de loop van het werken met zijn auditieve dagboek merkte hij dat het gelieerd was aan het verwerken van jeugdtrauma’s. Al vanaf zijn vroege jeugd
voelde Onda zich een buitenstaander. Hij zorgde voor zichzelf en de andere kinderen in het gezin, omdat zijn ouders veel afwezig waren. Zijn vader was van Koreaanse afkomst, wat hem in Japan op minachting was komen te staan als hij geen briljante hockeyspeler was geweest. Nu werd hij geaccepteerd en later zelfs docent aan een universiteit. Aki’s moeder was kunstenares. Beide ouders gaven Aki mee dat hij moest zijn wie hij wilde, wat het oordeel van anderen ook was. Onda conformeerde zich aan geen enkele regel, wat opgroeien in de rigide Japanse cultuur niet makkelijk maakte. “Doordat mijn ouders me veel op hun buitenlandse reizen meenamen, wist ik dat er ook andere manieren bestaan om een maatschappij in te richten. En ik las obsessioneel veel boeken”, vertelt Onda. “Maar ik wilde aan die verstikkende atmosfeer ontsnappen. Daarom ben ik gaan reizen.” Zonder te wortelen, al is New York een favoriete metropool van hem. “Het is daar
“Ik heb het gevoel dat ik alleen maar dingen verlies.”
zo vrij, mensen denken er zo vrij. En New York heeft echt een geschiedenis. De stad heeft ook een levendige scene met experimentele filmmakers gekend: Jonas Mekas, Kenneth Anger, Stan Brakhage, Maya Deren. Toen ik die ontdekte is dat een grote invloed op me geweest.” Ook Brussel noemt hij een favoriete stad, en Rotterdam. En Berlijn, al vond hij de geschiedenis daar te heftig. “Teveel geesten.”
Cassette archief
Bij optredens gebruikt hij de tapes en walkmans, verbonden aan buizenversterkers en gitaarpedalen. Hij speelt de opnamen af in loops, achteruit, vervormt de klanken of verandert de snelheid en creëert geluidscollages op een improviserende manier. Hij gebruikt alleen zijn eigen opnamen. Geen aangeschafte voorbespeelde cassettes, niet van exotische muziek, noch van lokale geluidsopnamen. “Er zit zelden iets interessants tussen voorbespeelde cassettes. Ik kan het nooit gebruiken”, zegt hij. “Ik kom wel graag in kringloopwinkels. Het geeft een vreemde sensatie, de opstapeling van herinneringen van zoveel mensen. Ik vind er wel vaak interessant vinyl, maar zelden interessante cassettes.” Er doet zich wel een ander fenomeen voor, dat hem aanvankelijk verraste.
17
18
“Ik krijg steeds vaker cassettes van mensen, met hun eigen opnamen. Van een Poolse vriendin kreeg ik een cassette die haar vader had opgenomen van een conversatie met haar. Tientallen jaren oud. En van een dame in New York kreeg ik een cassette met opnamen die zij twintig jaar eerder had gemaakt.” Het zijn andermans herinneringen, maar Onda ervaart de geschiedenis die de klanken met zich meedragen. Zijn inmiddels enorme archief omvat twee typen tapes: er zijn cassettes met de simpele field recordings, vaak een ononderbroken opname die een hele kant vullen, de andere bevatten rommelige geluidscollages met geluidsfragmenten van twee tot zestig seconden. “Een deel van het archief is georganiseerd, vooral de cassettes die ik veel bij optredens gebruik”, vertelt Onda. “Ik heb ze gelabeld zodat ik weet wat voor geluiden erop staan. Als ik het gevoel heb dat er iets mist in de muziek die ik maak, neem ik die andere cassettes en speel ik zonder te weten wat erop staat. Het verrast me vaak.” Elk optreden is site specific. Voorafgaand aan het concert onderzoekt hij de ruimte, probeert de geschiedenis van het gebouw te ervaren. Liefst treedt hij op in een oud gebouw. De performance die hij bijvoorbeeld eerder deze week gaf, stemde hem niet tevreden. Hij wijt het aan de stad, die hij niet mooi vond en die niets bij hem opriep. Het optreden bij Stichting B.a.d. dat hij na het gesprek geeft is heftig: van begin af aan een muur van noise, opgetrokken met ruisende en krakende cassettes, waarbij hij onder andere in een walkman de cassette ritmisch telkens terugspoelt – als een soort scratchen met tapes – en een andere walkman met radio-ontvanger gebruikt voor interferentie en ruis. Hij bouwt er een abstract maar emotionerend stuk mee op.
Statische film
Een met ‘Cassette Memories’ vergelijkbaar maar visueel project is ‘Cinemage’. Onda omschrijft het zelf als “beelden als cinema, of een hommage aan de cinema”. Ook hier betreft het fragmenten uit de realiteit: snapshots die hij onderweg maakt en combineert in diavoorstellingen. En ook hier kiest hij voor analoge techniek, zowel bij het nemen als het presenteren van de foto’s. “Ja, het is een vreemde obsessie voor het analoge”, zegt hij zacht, bijna verontschuldigend. “Bij film, foto, geluid, apparatuur, alles. Er zit vast iets achter, maar ik probeer het niet te analyseren. Ik denk dat ik gewoon oude dingen om me heen nodig heb. Ik wil misschien vasthouden aan iets dat bijna vergeten is, dat al half dood is.” Bij Cinemage maakt Onda zijn ‘film’ door het projecteren van dia’s. De projectieduur is zeven tot vijftien seconden per beeld, terwijl bioscoopfilms met een snelheid van 24 tot 25 beelden per seconde worden vertoond (dan ontstaat de vloeiende beweging). Bovendien worden de beelden bij Onda telkens afgewisseld met een aantal seconden duisternis. “Ik houd ook van filmbeelden die bijna statisch zijn. De films van Béla Tarr vind ik geweldig”, zegt hij. De kracht van Cinemage probeert hij te leggen in de opeenvolging van de beelden volgens een eenvoudige structuur. Meestal gebruikt hij maar één projector met timer. De series worden getoond in een museale omgeving of in een concertsituatie. Voor live-presentaties vraagt Onda vrienden om de beelden te voorzien van geïmproviseerde gitaarmuziek: muzikanten als Noël Akchoté, Oren Ambarchi, Loren Connors, Alan Licht en Akio Suzuki hebben al projecties begeleid. Onda voorziet de beeldenreeksen liever niet zelf van muziek: hij vindt dat ‘te subjectief’.
Dag boeken
Desgevraagd bevestigt hij dat beeld en geluid voor hem dezelfde functie vervullen en dat hij er op dezelfde wijze mee omgaat. “Feitelijk ben ik begonnen als fotograaf en later ben ik muziek gaan maken”, zegt hij. “De geluiden die ik opneem en de foto’s die ik maak zijn alle fragmenten uit mijn dagelijkse leven. Ik probeer die geluiden of die beelden bij elkaar te brengen. Dat is een heel lang proces, van jaren. Uiteindelijk heb ik een archief waarmee ik iets kan maken. Niet dat ik van tevoren wist wat ik met mijn cassettes en foto’s zou gaan doen, maar intuïtief heb ik vanaf het begin geweten dat ik er iets mee kon. Het idee van een dagboek heeft me altijd aangesproken. Als kind las ik graag de dagboeken van Anaïs Nin. Ik wist dat ik ook een dagboek wilde aanleggen, maar niet in welke vorm. Ik hield ook erg van de foto’s van Robert Frank en de films van Jonas Mekas, later ook fotografen als Nan Goldin en Larry Clark. Zij documenteren hun leven.” Zijn manier van optreden met de tapes is door de Cinemage wel veranderd, meent hij. Hij is field recordings meer gaan laten horen zoals ze zijn, in volle lengte en zonder manipulaties. Ook is het aantal cassettes en effectapparatuur dat hij meeneemt voor optredens afgenomen. “Ik voeg de opnamen meer samen op een visuele manier”, zegt Onda. “Zoals ik nu
“Ik wist dat ik ook een dagboek wilde, maar niet in welke vorm.” mijn composities opbouw is alsof ik een soundtrack voor een onzichtbare film maak.” De meeste field recordings roepen beelden op, persoonlijke herinneringen. Als je het geluid van water hoort, geeft Onda als voorbeeld, dan herinnert dat je aan een rivier, aan de zee, aan elke mogelijke situatie die is verbonden met ‘water’. “Er is een visuele connotatie die wordt gekoppeld aan een klank, ook al is het moeilijk om de precieze locatie te geven. Door de geluidsopnamen te benaderen als visuele herinneringen, kan ik montagetechnieken en structuren uit de film gebruiken, maar daarmee een geluidsmontage maken. Maar omdat ik alleen geluid gebruik, moet ik tegelijkertijd wel de regels voor het componeren van muziek blijven volgen. Ook bij field recordings heb je te maken met ritme en toonhoogte: muzikale elementen die je bij het componeren niet kunt ontkennen.”
19
auteur
Robert Muis beeld
Maki Kaoru, Alex Delfanne discografie
Bon Voyage! (Improvised Music from Japan, 2003) Ancient & Modern (Phonomena, 2003) Don’t Say Anything (EWE, 2002) Precious Moments (Softl Music, 2001) Un Petit Tour (All Access, 1999) Beautiful Contradiction (All Access, 1998) Alan Licht & Aki Onda Everydays (Family Vineyard/ Headz, 2008) Michael Snow, Alan Licht & Aki Onda - Five A’s, Two C’s, One D, One E, Two H’s, Three I’s, One K, Three L’s, One M, Three N’s, Two O’s, One S, One T, One W (Victo Records, 2008) Synapse (Haco, Ikue Mori en Aki Onda) - Raw (Tzadik, 2005) www
akionda.net
20
Persoonlijkheid
Het lijkt een contradictie: Onda heeft geluiden verzameld als herinnering, maar vervolgens gebruikt hij ze voor vervormingen en collages. Daarmee lijkt hij de herinnering teniet te doen. Hij legt uit dat hij met zijn audiodagboek niet de specifieke momenten wil vasthouden. “Je kunt niets vasthouden”, zegt hij. “Ik heb het gevoel dat ik alleen maar dingen verlies. Ik probeer iets te registeren dat ik wil onthouden, maar mijn opname is niet hetzelfde als de realiteit. Het is een constructie die ervoor in de plaats is gekomen. Ik blijf opnemen en blijf verzamelen, maar ondertussen heb ik alleen maar verloren. Zo voel ik het echt.” Hij zegt bovendien niet te geloven dat mensen zich dingen herinneren zoals ze echt waren. “Na tien jaar zijn onze h erinneringen vaag en door elkaar gelopen. Ze staan los van de tijd en ruimte, we herinneren ons dingen niet per definitie in de volgorde waarin ze gebeurd zijn. Je combineert herinneringen op een onderbewuste manier. Natuurlijk kun je proberen je een voorval of plek te herinneren, maar vaak komen herinneringen ook spontaan op zonder dat je daar invloed op hebt. Net als dromen.” Hij ziet het maken van collages met zijn geluidsopnamen als het imiteren van de werking van het geheugen. Bij sommige oude cassettes begon hij willekeurig fragmenten op te nemen over de oude cassettes heen. “Het was aanvankelijk een vernietigen van wat ik eerder gecreëerd had, maar ik realiseerde me dat het resultaat leek op de manier waarop ik me dingen herinner.” Dat de collages soms doen denken aan musique concrète, volgt uit een vergelijkbare werkwijze, maar beslist niet uit een overeenkomstig muzikaal idee. Onda ziet zijn opnamen niet als ‘pure geluiden’, die louter om hun klankintrinsieke waarde terechtkomen in een compositie; de verwijzing naar de werkelijkheid blijft bij hem behouden. “Als je luistert naar ‘Ancient & Modern’, dan komt dat in de buurt van Schaeffers werk, maar niet in de buurt van zijn ideeën. ‘Bon Voyage’ vertoont overeenkomsten met bepaalde stukken van Ferrari, maar mijn reden om het zo te maken is totaal anders.” Hij benadrukt dat de vroege elektroakoestische muziek een invloed was, net zoals DJ Olive of Toshio Kajiwara, de Amerikaanse avant-garde film, of schrijvers als Marguerite Duras en Shuji Terayama. Maar ze zijn niet meer dan een katalysator, een geestverwant, een inspirator. “Want”, zegt Onda, “het heeft geen zin om te imiteren. Als je iemand wilt zijn, moet je niet navolgen maar je eigen ding doen. Er zijn zoveel volgelingen, kunstenaars die zich in de geschiedenis van een ander proberen te voegen. John Cage heeft interessante dingen gedaan, maar zijn navolgers vind ik totaal niet interessant. Ik houd van Pierre Schaeffer, maar dat betekent niet dat ik alle elektroakoestische muziek interessant vind. Ik ben niet geïnteresseerd in categorisaties, maar in persoonlijkheden, mensen die hun eigen taal hebben ontwikkeld. Eerlijk gezegd maak ik me ook niet druk om mijn carrière, maar wel om wat ik doe.”