Over vernieuwende muziek en cultuur The Gap-cd met exclusieve track van Dolphins into the Future Gratis Mind
97 mei - juni 2010 €8,-
Flying Lotus
dance, electronica, games
Gonjasufi
electronica, dub, psychedelica
Piano Magic
indiepop, gitaar, shoegaze
Pantha Du Prince techno, field recordings
Pierre-Laurent Cassière geluidskunst, openbare ruimte
Veld_ver_slag: Brussel cultuurpolitiek, gids, muziek
Dolphins into the Future Akwaaba Music Wouter Jaspers Toro y Moi Greymatter Tapeworm Oneohtrix Point Never Joris van de Moortel Ryland Bouchard Digitale cultuur 4.1: Nederlandse internetpopjournalistiek
1
MTG #84 Todd Utarm Uncode Duello Franz Fjödor Dolphins Into The Future Konrad Sprenger Rothkamm Ólafur Arnalds Os Mais Potentes Rob Belleville Greymatter Katharina Franck Tannhauser
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
De Nieuwe Gonzo
In het vierde deel van onze reeks Digitale Cultuur (p.44) maken we de lamlendige staat op van de muziekjournalistiek op het internet in Nederland. De vraag dringt zich op of in zuidelijk Gonzoland de situatie even schrijnend is. Een korte surfsessie doet vermoeden dat het in Vlaanderen best meevalt. Met de traditionele nationale media loopt het al een tijdje scheef. De verzuiling van het gros der tijdschriften en dagbladen in de vermaledijde persgroepen zorgt ervoor dat redacties steeds meer inboeten aan personeel en tijd om de inhoudelijke kwaliteit te vrijwaren. Gelukkig staan er steeds meer journalisten op die genoeg hebben van dat corporate keurslijf, en van de weeromstuit een manier zoeken om opnieuw hun ei kwijt te kunnen. Daarvoor is het internet een dankbaar kanaal. Ook muziek en cultuur vinden tegenwoordig veel relevante verslaggevers vooral online. Er zijn wel degelijk een paar websites die kort op de bal spelen, en openstaan voor nieuwe tendensen. Het enthousiasme voor het onderwerp overschaduwt de tekortkomingen die eigen zijn aan het werk van gedreven vrijwilligers. Eén kanttekening echter: de bescheiden en zachtmoedige Vlaamsche volksaard staat een écht eigen smoel en kritische geest enigszins in de weg. Nog al te vaak worden plaatjes van eigen bodem op superlatieven onthaald die een andere standaard doen vermoeden dan voor vergelijkbaar
materiaal uit het buitenland. Eenzelfde goedmoedigheid valt de plaatselijke festivalorganisatoren te beurt. Vooral de grote kleppers kiezen de laatste jaren steeds meer voor saaie middelmaat, en blijven een beetje in dezelfde vijver vissen, waardoor een festivalbezoek steeds vaker een déja vu teweegbrengt. Hierover hoor je nooit een kritische noot in de gevestigde pers. Integendeel: ook dit jaar wordt de lamlendige affiche van ‘s lands grootste ‘alternatieve’ festival onthaald als het hipste neusje van de zalm. Ook online ontbreekt er een dissonante stem die het aandurft om te suggereren dat de keizer misschien wel geen kleren draagt. En dat hoeft nog geeneens zo negatief te gebeuren: het volstaat om de aandacht te vestigen op interessante bands die we deze festivalzomer op de podia missen, of op dat kleine plaatselijke festival dat ze wél in huis haalt. Wij bij Gonzo (circus) zijn de eerste om de hand in eigen boezem te steken. Maar met onze recente blogrecensies van festivals als Roadburn, Sonic City, Domino en Imagine, onze online rubriek Frankfurt, en in deze nieuwe papieren editie opwindende jonge artiesten als Flying Lotus (p.16), Greymatter (p.13), Pantha du Prince (p.23), Toro Y Moi (p.13), Joris van de Moortel (p.) of eigenzinnige ouwe rotten als Piano Magic (p.20) werken we er hard aan om ons te onderscheiden van andere tijdschriften of webzines. Voor de redactie (dv)
3
Signalement Toro Y Moi Een zomerse golf
Chillwave? Het muzikale geluid - een mengeling van indierock, aan New Wave verwante samples, popgevoelige ambient, dansbare broken beats en een werkwijze waarbij voor de opnames gebruik wordt gemaakt van de lo-fi-esthetiek - moest nu eenmaal een naam krijgen. Enkele andere protagonisten van het genre zijn Washed Out, Neon Indian, Memory Tapes en
Small Black. Eén van de opkomende namen is dus Toro Y Moi. Als dertienjarige zette Bundick zijn eerste stappen als muzikant. In dezelfde periode ging hij in zijn slaapkamer aan de slag met drumcomputers. Door de hedendaagse software om muziek te maken kreeg hij meer vrijheid om te spelen met structuren van de nummers. Het gebeurt soms dat hij eerst muziek opneemt, daarover een zanglijn legt, en dan de muzikale onderlaag volledig verandert. Zijn debuut geeft in ieder geval een mooi overzicht van wat chillwave kan zijn. Maar uit de verschillende interviews kan worden opgemaakt dat de man met zijn volgende plaat, die later dit jaar verschijnt, uit het stramien van de chillwave wil breken. Hij wil daarop juist een meer traditionele singersongwriter richting inslaan. Voorlopig moeten we het echter stellen met deze eerste proef van zijn kunnen. Of je het nu chillwave wil noemen of verstoorde popmuziek, feit is dat de man een geslaagd debuut afleverde.
wordt het zelfs exotisch, zoals in ‘Eu fumo’, met een vocale gastbijdrage van de Braziliaan Deie Tigrona. Hier zijn het de schelle trompetten en het samba-ritme die de zon laten schijnen over het bronzen geraamte van deze plaat. Bij het nummer ‘Watch This’ maakt Greymatter zelfs een duidelijk bovengronds uitstapje, naar de dansvloer van een willekeurige
hippe club in Londen. Vanuit een kale breakbeat wordt er langzaam opgebouwd naar een volbloed clubtrack, inclusief catchy baslijntje en repetitief refrein. Voorlopig komt de deejay ook niet verder dan clubs in Londen en omstreken, dus in Nederland en Vlaanderen zullen we het voorlopig nog even moeten doen met de plaat alleen.
Toro Y Moi is het pseudoniem waaronder de 23-jarige Chaz Bundick zijn eerste plaat ‘Causers Of This’ afleverde. Een plaat die door hippe bloggers al snel als één van de voorafspiegelingen van de ‘Summer of Chillwave’ werd gecategoriseerd.
Greymatter Diepzwarte dubstep Naargeestig surrealistisch artwork, kille synths en een fundering als een kelder vol galmende lage tonen. Het debuutalbum van de Britse producer Greymatter ademt vooral mysterie.
12
Een collage van een half gezicht, een bloem die uitloopt in de wijd opengesperde bek van een jonge vogel en een diepe krater. Alles in sober zwart-wit en afgerond door strakke geometrische vormen. Na een paar luisterbeurten blijkt dit een treffende illustratie van Greymatter’s debuut ‘Mind over Matter’, dat in februari werd uitgebracht op zijn eigen label
Unique Uncut Records. Kenmerkend voor het album is de altijd aanwezige, diep doordreunende bas. De fundering van elk nummer is een kelder vol galmende lage tonen. Soms gaat dit zelfs zo ver dat alle andere tonen worden opgeslokt door een alsmaar voortrazende bastoon, zoals in titeltrack ‘Mind over Matter’. Het is een toon die je beter voelt dan hoort; alsof er continu een metro op volle snelheid door ondergronds Londen voortjakkert. Toch hoor je ook dat Graham Luckhurt, zoals de artiest in het dagelijks leven heet, al een lange weg achter de rug heeft als deejay. Door het zware fundament heen klinken ook invloeden uit house, jungle, broken beats en zelfs jazz fusion. Een uitstekend dansnummer is bijvoorbeeld ‘Grot’, dat leunt op een net niet irritante stuitermelodie en ritmische harde slagen op olievaten. Bij vlagen
auteur
Maarten Timmermans beeld
Bryan Bush discografie
Causers Of This (Carpark Records, 2010) Blessa (Carpark Records, 2009, single)
Het gedachtegoed door De Geluidsarchitect
www
www.myspace.com/ toroymoi toroymoi.blogspot.com
GERIEFLIJKHEID Muziekliefhebbers te lande mijmeren wel eens, in een waas van nostalgie en gekruide rook, dat zij zich vroeger, in tegenstelling tot nu, thuis voelden op de festivalwei. Zij dwalen. Niemand werd vroeger zo slecht ontvangen als de festivalganger. Het festivalwezen is één van de laatste sectoren waar het begrip comfort is doorgedrongen. Na theaters, filmzalen, pretparken, kinderboerderijen en rusthuizen zijn eindelijk ook de festivals gevallen voor gerieflijkheid. auteur
Andy Leenen discografie
Greymatter - Mind over Matter (Unique Uncut Records, 2010) luister
luister naar ‘Mind Over Matter’ van Greymatter op mtg 84 www
www.myspace.com/greymatterbeats www.greymatterbeats.net
Achteraf bekeken vraag je je af hoe je dit zo lang hebt kunnen accepteren: geen vers gemalen koffie van een Italiaans merk op de festivalweide, geen rugmassages om de tochten van het hoofdpodium naar het zijpodium eruit te kneden. Slapen in een tent, wie doet het nog? Losers die te laat zijn om een chalet te reserveren, of een degelijk hotel met ontbijt. Wij herinneren ons nog de eerste mobiele telefoon op een festival: de eigenaar in kwestie, een early adopter die met de nek werd aangekeken, liep wat verloren, dekte zijn oren en een klein gedeelte van zijn veel te grote telefoon af, en smeekte haast met zijn zoekende, radeloze ogen om de muziek wat zachter te zetten. Gelukkig zijn er nu aparte, comfortabele tenten waar geen festivalmuziek te horen is: de ideale omgeving om aan de buitenwereld te laten weten waar je bent.
Want een festival, dat blijft toch de plek waar je moet zijn. Iedereen weet: veel volk
trekt nog veel meer volk aan, en dat kun je niet beter stimuleren dan door op een kunstmatige manier rijen te creëren. Je kunt rijen maken voor de tapkraan, beter nog is de mensen eerst een formulier te laten kopen aan een ander loket, dat ze dan na een tweede keer aanschuiven kunnen laten afstempelen aan de drankstand. Geef de formulieren een hippe naam, zoals ‘drankticket’. Zorg er ook voor dat de toiletten net niet aan de vraag kunnen voldoen. En laat de hardnekkige ophouders desnoods aanschuiven voor oordoppen, een wedstrijdformulier of een massage. Alleen zo beseft iedereen ten volle wat een geluk hij heeft erbij te zijn.
Maar elke zelfstandige weet ook: als alles goed gaat, loop er dan niet mee te koop, en klaag op tijd en stond. Zo zijn festivalorganisatoren oprecht verontwaardigd omdat ze er niet in slagen bepaalde minderheidsgroepen te bereiken. Groepen uit de samenleving die niet naar de muziek in kwestie luisteren bijvoorbeeld. Neem nu bejaarden, een groep die hoe langer hoe groter wordt, en die we niet meer blijvend kunnen uitsluiten van het brede maatschappelijke en culturele leven. Zij hebben overigens het perfecte festivalgangerprofiel: ze komen graag onder de mensen, ze doen al eens graag een dutje onder de middag, en ze kunnen aanschuiven als de besten. Maar het is ook nooit goed: doen de organisatoren er alles aan om de aandacht af te leiden van de muziek, dan komen ze nog niet. En welke minderheidsgroep lust er nu geen koffie, of houdt niet van een verkwikkende massage?
13
elektronica
jazz videogames wonky
film
Tetsuo Dr. Dre Brainfeeder Stevie Wonder Radiohead
DJ Krush
Bij_Voorbeeld Flying Lotus Beats en beelden
Steve Ellison is nu 26 jaar, maar in zijn korte carrière heeft hij al een beslissende stempel gedrukt op de hedendaagse elektronica. Met zijn nieuwe album ‘Cosmogramma’ verlegt hij nogmaals enkele grenzen. Tijd voor een Bij_Voorbeeld, vol comics en videogames.
16
FL: (schudt me de hand; tegen de pr-man:) Wow, deze kerel heeft het kapsel van Christian Slater. GC: (beduusd) Eh, is dat een compliment of…? FL: (droog) Dat hangt ervan af of je van Christian Slater houdt. Geen zorgen, maat, ik ben je maar wat aan het jennen. (wrijft over zijn milimeterafro) Ik zou beter zelf eens naar de kapper gaan. GC: Hm, wat valt daar nog aan te knippen dan? FL: (koele glimlach) Opletten wat je zegt, vrind. GC: Laten we maar snel beginnen dan!
GROOTMOEDER
GC: Er wordt in de pers doorgaans veel gepraat over je familie (Steve Ellison is de neef van Alice Coltrane, red.). Maar kun je me vertellen wanneer je zélf de eerste vonk van inspiratie kreeg, welke muziek je persoonlijk aansprak? FL: (lange stilte, begint dan te rappen) ‘It’s like this and like that and like this and-ah…’ (luide lach). En dan die synth, die gaat van: (neuriet) njawnana-nina-nanawnanaah! GC: Die ken ik! Dat is Dr. Dre. FL: Het klonk voor mij alsof al mijn gebeden waren verhoord. Die West Coast-hiphop ging recht naar mijn hart. Dat was in 1993, ik moet een jaar of tien geweest zijn. Het was rebels, maar melodieus. Het klonk bijna zoetgevooisd, maar er was ook een donker kantje aan. Die jongens kwamen uit Los Angeles, dus voor mij was dat vlakbij. En nog het belangrijkste: het was Dr. Dre die alle eer opstreek, gewoon omdat hij de muziek maakte, begrijp je? Het was de eerste producer die ik zelf een superster zag worden. Hij kreeg zoveel respect voor die waanzinnige muziek die hij maakte, terwijl hij eigenlijk op de achtergrond bleef. Dus toen ik eindelijk mijn eerste beats begon te maken, rond mijn zestiende, toen wou ik als Dr. Dre worden. GC: Kreeg je van je ouders ook wat muzikale vorming mee? FL: Nee… mijn vader is al vroeg overleden. En mijn moeder… ze is vorig jaar ook gestorven (stilte). Ze was niet bezig met muziek, ze was gewoon… mijn mama. Maar mijn grootmoeder woonde ook bij ons in, en zij schreef songs voor Motown, dus ze had zelf al een hele voorgeschiedenis in muziek. En ze had veel invloed op mij, nog altijd trouwens. Ze schrijft nog steeds songs. Ze is nu, wat, 72 jaar of zo? Maar ze ziet er nog jong uit voor haar leeftijd, en ze gaat maar door, man. Niet te stoppen, nog altijd wiet roken… She’s cool (lacht). Dus je ziet, we hebben nog wat om naar uit te kijken op onze ouwe dag! GC: Jullie hadden dan toch op zijn minst een stevige platencollectie in huis. FL: O ja, als je het zo bekijkt… De eerste muziek waar ik naar luisterde was Stevie Wonder. Tegenwoordig zet ik dat bijna niet meer op, maar als kind keek ik daar echt naar op. Achteraf gezien is het grappig; soms zie ik onze
oude home movies terug, en daar zie je me als peuter dansen en zingen. Ik denk dat mijn ouders het al eerder wisten dan ikzelf, dat ik de muziek in zou gaan. En misschien werd ik door sommige dingen wel onbewust beïnvloed, Stevie had van die vette synth-baslijnen en zo…
JEUGDDROMEN
GC: En als tiener begon je dan uiteindelijk zelf beats te maken? FL: Gewoon om me te amuseren hoor. Ik had geen hiphop-mentor in de buurt die me de kneepjes van het vak kon leren. Ik ging gewoon mijn eigen weg. Een tijdlang heb ik het ook wat links laten liggen, toen ik film ging studeren. Maar toen leerde ik een kerel kennen met wie ik nu nog steeds samenwerk, Dr. Strangeloop. Echt een geweldige artiest, hij zit ook bij ons collectief (Brainfeeder, red.). Hij maakte muziek op een laptop, en dat maakte bij mij de klik. Ik had wel een computer, maar ik was er nog niet opgekomen om die als instrument te gebruiken. Op dat moment begon ik ook te beseffen dat ik met een hoop mensen zou moeten samenwerken wanneer ik een film zou gaan maken, en die hele organisatie zag ik niet zo zitten (lacht). Als kind was ik ook al een beetje een eenzaat, en dat beviel me best: wat zitten prutsen zonder dat iemand wist waarmee ik bezig was. Met mijn computer kon ik dat ook doen, het was als het ware een tweede natuur voor mij. GC: Probeerde je dan de hiphop die je kende na te bootsen? FL: Ik luisterde eigenlijk naar een hoop verschillende dingen tegelijk. Ik noemde al Dr. Dre, en daarna ging ik wat dieper graven naar andere hiphop. Ik herinner me ook nog dat ik voor het eerst drum-’n-bass hoorde. En thuis werd ik blootgesteld aan jazz en klassieke muziek… Dat nam ik allemaal in me op. GC: Er sijpelen in je werk ook veel Europese klanken door… FL: (knikt) En oosterse dingen. Ken je DJ Krush? Man, toen ik zestien was, kende ik níémand die daar naar luisterde, en ik was er compleet gek van. Het leek wel alsof ik van een andere planeet kwam, I was the outcast for listening to that shit. En dus kende ik ook niemand anders die met dezelfde mentaliteit muziek maakte als ik. Al de andere jongens wilden rapper worden. GC: Binnenkort mag je met Thom Yorke op tournee. Is dat ook een jeugddroom die werkelijkheid wordt? FL: Je hebt geen idee. Radiohead was zo’n geweldig grote invloed voor mij, echt een band waarmee ik me volledig verbonden voelde. Soms moet ik nog lachen, als ik terugdenk aan die rare puber die ik toen was. Had je me toen verteld dat ik ooit zelfs maar in één adem genoemd zou worden met mijn helden, dan had ik het waarschijnlijk niet geloofd. GC: En nu word je zelf beschouwd als de grote inspirator van een hele generatie beatmakers. Ze hebben daar zelfs al een naam voor bedacht: ‘wonky’, heet dat dan. Hoe voel je je daar zelf over? FL: (aarzelend) Tja… ik wil daar niet veel over zeggen. Ik
auteur
Dimitri Vossen beeld
Timothy Saccenti selectieve
bibliografie Tom Mes, Iron Man - The Cinema of Shinya Tsukamoto (Surrey, UK: FAB Press, 2005) discografie
1983 (Plug Research, 2006) Los Angeles (Warp, 2008) Cosmogramma (Warp, 2010) www
www.brainfeedersite.com/ (homepage van Flying Lotus & co.)
17