Insights

Page 1

insights Remeha: impact energietransitie impact of energy transition VFK:

hybride systemen van meerwaarde in toekomstige ‘energiemix’ hybrid systems of added value in future ‘energy mix’

UNETO-VNI:

verduurzaming gaat te langzaam the sustainability process is moving too slowly


Inleiding De energietransitie heeft een ongekende impact op de producenten van verwarming- en warmwatersystemen. Steeds meer is sprake van decentraal opgewekte (zonne-) energie, steeds vaker gaat het over de noodzaak van energieopslag en in meer en meer scenario’s wordt de traditionele cv-ketel een back-up systeem. De sector prepareert zich momenteel volop op de toekomst. Daarnaast manifesteert zij zich sterk om te voorkomen dat de goede kansen voor een cruciale energiedrager als (bio) gas door (geo)politieke ontwikkelingen naar de achter­ grond verdwijnen. Deze ontwikkelingen zijn aanleiding voor het redactieteam van Insights om deze branche uitgebreid te belichten. Het resultaat leest u nu. Een informatieve uitgave, die inzicht geeft in een snel veranderende markt.

Foreword The energy transition is having an unprecedented impact on heating and warm water system manufacturers. Locally generated (solar) energy is becoming increasingly common, the necessity of energy storage is becoming more apparent and more and more scenarios see the traditional boiler as a back-up system. The sector is still busy preparing itself for the future. They are also working intensively to prevent crucial energy carriers such as (bio)gas from fading into the background because of geopolitical developments. These developments have prompted the Insights editorial team to take a closer look at this sector. Here is what they’ve learned. An informative publication that provides an insight into a rapidly changing market.


Inhoud

Contents

2

Remeha-directeur Arthur van Schayk over impact energietransitie

“Van macro naar micro, dat is de crux” 3 Remeha General Manager Arthur van Schayk on the impact of energy transition

“From macro to micro, that is the crux”

6

Celsius Heat Management

Snelle service, snelle belevering

7

M&G “The Power of Engineering”

The quality standard is sacred

8

VFK: hybride systemen van meerwaarde in toekomstige ‘energiemix’

Inzetten op gas en groen biogas 9 VFK: hybrid systems of added value in future ‘energy mix’

Focusing on gas and green biogas

12

Buitenland versnelt op onderdelen wel harder

14

Smart Industry als olievlek

Remeha verlaagt overheadkosten met behulp van FleetPlan

Smart Industry spreading like an oil slick

13 In some areas, other countries are accelerating quicker

LeasePlan

15

Goma: flexible and cost-effective thanks to robotisation and automation

Ahead of the curve

16

UNETO-VNI wil goed beleid om kansen te verzilveren

Verduurzaming gaat te langzaam 17 UNETO-VNI is looking for strong policies to take advantage of new opportunities

The sustainability process is moving too slowly

18

Remeha: innovatie gedragen door consistent beleid

“Vlak speelveld voor lange tijd cruciaal” 19 Remeha: innovation supported by consistent policy

21

“Level playing field crucial in the long term”

Gelria Pakking BV: 80 years of sound solutions

22

“By changing our strategy, clients now contact us sooner”

HTR exerts its expertise

22

Alukan, specialist in rookgasafvoer

Meedenkende partner

23

Batenburg Bevestigingstechniek meer dan leverancier

Klanten helpen slimmer te zijn

24

Platform Duurzaam Gebouwd wil bouw bewuster maken

“Transitie is onafwendbaar” 25 Sustainable Construction Platform raises awareness in the construction industry

“Transition is inevitable”

31 Oplossingen voor energiebesparing

1


Remeha-directeur Arthur van Schayk

Remeha-directeur Arthur van Schayk over impact energietransitie

“Van macro naar micro, dat is de crux” Hernieuwbare energiebronnen hebben de toekomst. Onderweg naar een duurzame energiemarkt bepaalt in de transitieperiode van de komende decennia vooral systeemintegratie de toon van de muziek, denkt algemeen directeur Arthur van Schayk van Remeha. Hij noemt de stap van ‘macro’ naar ‘micro’ cruciaal. Een interview.

voorzien wij drie stromen: volledig de­ centrale elektriciteits­opwekking, hybride vormen – denk aan de combinatie van zon en gas – en de traditionele cv-ketel. Bij veel cv-installaties is nog een enorme effi­ ciencyslag te maken door ze beter in te regelen. Dat gaat ook absoluut gebeuren, voor veel mensen staat de kostenefficiën­ tie voorop en cv-systemen zijn momenteel nog de best betaalbare oplossing.”

De energiemarkt wordt gekenmerkt door een ongelooflijke dynamiek. Hoe kijkt u daarnaar? Arthur van Schayk: “Voorop staat dat de huidige tijd een enorm boeiende en interessante periode is om te ondernemen. Wat vast staat: er komt een energietransitie. Maar het verdere beeld is enigszins diffuus. We gaan naar duurzame energievormen en dat gaat de komende twintig tot dertig jaar gestaag gebeuren. Maar hoe precies? Wij zijn als Remeha met name voor de Nederlandse markt al geruime tijd bezig met het schetsen van verschillende toekomstscenario’s, van ‘all-electric’ naar ‘all-gas’ en alles wat er tussenin zit. Het is zaak dat we weten waar het naartoe gaat.”

Nederland is bij uitstek een ‘gasland’, de infrastructuur in ongekend fijnmazig en ketelproducenten zijn daarop traditioneel sterk georiënteerd. In hoeverre is Remeha goed voorbereid op de gevolgen van de energietransitie? “We zagen aan het begin van deze eeuw al dat een Europese en mondiale markt zou ontstaan. Er is toen een groeistrategie ontwikkeld, die onder meer resulteerde in de acquisitie van De Dietrich Thermique

Wat is het meest waarschijnlijke scenario? “Bepaalde ontwikkelingen hebben zich al aangediend. Steeds meer mensen wekken zelf decentraal energie op met zonnepanelen op hun dak. Tegelijkertijd zien we dat huishoudens daar nog niet volledig op kunnen draaien. De cv-ketel, in Nederland is in bijna 100 procent van de gevallen een HR-ketel, is nog steeds nodig wanneer het kouder wordt en in de donkere uren. Bovendien zijn er nog geen sluitende en financieel haalbare oplossingen om de overdag opgewekte energie op te slaan en later te gebruiken. Die besparen ook vaak weinig. Kijkend naar de komende decennia

2


Remeha General Manager Arthur van Schayk on the impact of energy transition

“From macro to micro, that is the crux” Renewable energy sources are the future. Remeha’s General Manager Arthur van Schayk thinks that during the transition period towards a sustainable energy market these next few decades, system integration will be the deciding factor. He calls the step from ‘macro’ to ‘micro’ crucial. An interview.

to store the energy generated during the day and use it at a later time. The solutions that do exist do not really generate a lot of savings. Looking towards the next few decades we predict three trends: completely decentralised electricity generation, hybrid forms – for example the combination of solar and gas – and the traditional boiler. With many boiler installations there are still huge efficiency improvements to be made by tuning them better. This will definitely happen, as cost efficiency is key for most people and boiler systems are still the most affordable solution.”

The energy market is known to be incredibly dynamic. How would you assess this? Arthur van Schayk: “It is clear that this coming years will be an incredibly interesting period to do business. It is certain that there will be an energy transition. But the further details are somewhat diffuse. We are moving towards sustainable types of energy and this will gradually happen in the next twenty to thirty years. But how exactly? As a company, Remeha has been working on several future scenarios for a while now, ranging from ‘all-electric’ to ‘all-gas’ and everything in between. It is important that we know where we are headed.” What is the most likely scenario? “Certain developments have already started happening. More and more people generate energy themselves using solar panels on their roof. At the same time we see that this energy alone is not sufficient for

The Netherlands is a ‘gas country’ par excellence, the infrastructure is exceptionally dense and traditionally boiler producers are geared to this. To what extent is Remeha prepared for the consequences of the energy transition? “At the beginning of the century we could already see that a European and global market was in the making. That is when we developed a growth strategy which, amongst other things, resulted in the acquisition of De Dietrich Thermique and the BAXI Group in 2009. BDR Thermea, which was the result of this acquisition and which Remeha is now part of, is equipped to serve the ‘multi-fuel-market’. The Netherlands forms a unique market, with a relatively small selection linked to the combination gas/ boiler. In other countries the situation is significantly different. Electricity plays a major role and hybrid forms are found a lot

households. The central heating boiler, in the Netherlands almost 100 percent a high-efficiency boiler, is still necessary when it gets colder and during the dark hours. Moreover, there are currently no conclusive and financially feasible solutions

3


Kunt u daar een voorbeeld van noemen? “Als je kijkt naar hybride energieopwek­ king, dan gaat de cv-ketel meer en meer functioneren als back-up. Huishoudens draaien mogelijk primair op zonne-energie, maar dat is niet altijd voldoende beschik­ baar. Je kunt je dan afvragen of bijvoorbeeld een ketel met minder vermogen niet kan volstaan. Maar ik leg hier ook een combinatie met de warmwatervoorziening. Hier hebben we er geen last van, maar in de Europese context is water een schaars goed. Ik kan me voorstellen dat wij in de nabije toekomst gaan samenwerken met partijen die de warmwatervraag naar beneden brengen. Dat gebeurt dan in combinatie met ‘kleinvermogende’ ketels, als back-up in hybride systemen.”

en de BAXI Group in 2009. BDR Thermea, dat daaruit ontstond en waarvan Remeha onderdeel uitmaakt, is er als groep op toegerust een ‘multi-fuel-markt’ te be­ dienen. Nederland is een unieke markt, met een relatief smal assortiment dat is gekoppeld aan de combinatie gas/cv-ketel.

“Comfort, verwarming en warmwatervoorziening raken straks niet aan één technologie”

“Bij veel cv-installaties is nog een enorme efficiencyslag te maken door ze beter in te regelen”

Wat ziet u als de grootste uitdaging voor de toekomst? “De grootste uitdaging zit voor de korte termijn in energiebesparing door nog effi­ ciëntere installaties. Op de middellange termijn is dat het realiseren van goede decentrale energieopwekking en -opslag. Technologisch is daar nog een enorme slag te maken. Momenteel is er nog geen goedkopere oplossing dan de cv-ketel. Zonne-energie lijkt interessant omdat de energierekening daalt, maar de terug­ verdientijd van de investering is voor een gemiddeld huishouden nog steeds een kleine negen jaar. Die moet worden gehal­ veerd om voor veel consumenten écht van een interessante oplossing te spreken. Nederlanders zijn nuchter. Die vragen zich af: what’s in it for me?”

Wat betekent de transitie concreet voor Remeha? “In elk geval dat we inzetten op een breder productportfolio om te anticiperen op de situatie die ontstaat. Dat betekent: aan­ sluiting met systemen voor zonne-energie en warmtepomptechnologie. De komende decennia wordt systeemintegratie een van de hoofdzaken. Comfort, verwarming en warmwatervoorziening raken straks niet aan één technologie, maar aan meerdere. Denk daarbij bijvoorbeeld ook aan warmte­ krachtkoppeling op microniveau. Verder voorzie ik vooral integratie op deelgebieden.”

Liggen daar kansen? “Absoluut. Remeha heeft een zeer sterke positie in de utiliteitswereld. Daar zien we momenteel dat duurzaamheid door de schaalgrootte beter rendeert. Een elektrischeof gasabsorptiewarmtepomp laat zich daar in drie tot vier jaar terugverdienen. Dat is een interessant gegeven. Wij gebruiken de kennis van de grote systemen om te kijken of we diezelfde technologie ook op kleine schaal op een economisch verantwoorde manier kunnen laten functioneren. Onze R&D-activiteiten focussen daar in sterke mate op. Van macro naar micro, dat is de crux.”

In andere landen is die situatie wezenlijk anders. Elektriciteit speelt daar bijvoorbeeld een grote rol, ook hybride vormen komen daar veel meer voor. Als groep zijn we in de breedte zeer goed in staat daarop in te spelen. Daarmee zijn we ook geëquipeerd voor de transitie.”

4


more. Thanks to the breadth of the group we are able to adapt to this. Because of this we are also equipped for the transition.” What will the transition mean for Remeha? “In any case we are committed to de­ veloping a broader product portfolio to anticipate on this evolving situation. This means: alignment with solar energy systems and heat pump technology. These next decades system integration will be of the essence. Comfort, heating and hot water supply will not only make use of one technology, but of several. An example of this is cogeneration at a micro level. Furthermore I foresee integration of sub sectors.”

“With many boiler installations there are still huge efficiency improvements to be made by tuning them better” whether a boiler with less capacity could suffice. But I also foresee a combination with the hot water supply. It isn’t an issue here, but at a European level water is scarce. I can imagine that in the near future we will work with parties who can reduce the need for warm water. That will happen in combination with ‘small-capacity’ boilers, as a backup in hybrid systems.

Can you give an example? “Looking at hybrid energy generation, the boiler will become more of a backup. Households will rely primarily on solar energy, however this source isn’t always sufficiently available. One might wonder

What do you see as the greatest challenge for the future? “The greatest short-term challenge is saving energy with even more efficient installations. In the medium term it is realising good decentralised energy generation and storage. Technologically there is still a significant move to make. At this moment there isn’t a cheaper solution than the boiler. Solar energy seems interesting due to the decreasing energy bill, but the time for cost recovery of this investment is still almost nine years for the average household. This needs to be halved for it to really become an interesting solution for most consumers. The Dutch are sober. They wonder: what’s in it for me?”

“Comfort, heating and hot water supply will not only make use of one technology” Are there any opportunities here? “Absolutely. Remeha holds a very strong position in the nonresidential market. We notice that because of the large scale sustainability pays off more. An electrical or gas absorption heat pump is recouped within three to four years. That is interesting information. We use this knowledge of the large systems to research whether the same technology can function costeffectively at a smaller scale as well. Our R&D activities are highly focused on this. “From macro to micro, that is the crux.”

5


Celsius Heat Management

Snelle service, snelle belevering van Shell tot de met de handmatig gepro­ duceerde isolatietapes in de scheepsbouw. “Daarnaast zorgen we voor de isolatie van kamergrote megaboilers uiteenlopend tot de huis­ en keukenboilers”, aldus De Zwart. In deze laatste wereld vormt Remeha een belangrijke en gewaardeerde opdrachtgever. Celsius levert de complete reparatiekits voor alle op de markt zijnde ketels van de Avanta­serie.

Snelle service en snelle belevering – waar ook ter wereld. Het zijn de sterke punten van Celsius Heat Management zoals oprichter, directeur en eigenaar Erwin de Zwart die schetst. “Onze kracht is dat wij waarde toevoegen in een markt waar vaak op het laatste moment beslissingen worden genomen.” Celsius Heat Management bestaat sinds 2007. Erwin de Zwart richtte het op na jarenlang als directeur te hebben gewerkt voor het bedrijf dat wereldwijd geldt als de grootste producent van hoge temperatuur­isolatiematerialen. Met de kennis die hij daar opdeed, startte hij binnen dezelfde branche zijn eigen handels­ maatschappij. Zijn bedrijf is gespecialiseerd in de verkoop van de producten voor hoge­temperatuurisolatie. Daarnaast tekent het bij specifieke projecten voor de engineering, supervisie en installatie van ovens, fornuizen en andere installaties. “We zijn met name actief in sectoren als de aluminiumindustrie, de glasindustrie, de petrochemie, de brandisolatie­sector, de energie­industrie en de staalindustrie“, zegt De Zwart. Celsius verkoopt gecertificeerde producten van internationaal erkende bedrijven en producenten en levert deze overal ter wereld.

Vertrouwen Celsius zag het afgelopen jaar kans ver­ nieuwde contracten af te sluiten met een aantal toonaangevende wereldspelers, waardoor het werkgebied van het bedrijf enorm is vergroot. Volgens De Zwart liggen hier in de toekomst de belangrijkste groei­ kansen. “Daarnaast hebben wij ons palet uitgebreid met zogenoemde Nano­coatings, die voor verschillende doeleinden kunnen worden ingezet, bijvoorbeeld energiebe­ sparing, reiniging of productieverbetering. Ook de toekomst van die markt zien we met veel vertrouwen tegemoet.”

Kracht De grootste kracht van Celsius ligt volgens De Zwart enerzijds in de hoge mate van servicegerichtheid in de vorm van snelle reactie­ snelheid en ondersteuning in het engineeringtraject en daarnaast in de zeer grote opslagfaciliteiten, verdeeld over meerdere locaties ter wereld. Zo is elke klant in Europa snel te beleveren vanuit Midden­België en Zuid­Nederland, maar ook vanuit Dubai. De Zwart: “Doordat we altijd grote hoeveelheden op voorraad hebben staan, zijn we vaak in staat complete projecten onmiddellijk te beleveren. Dat is zeer waardevol in een wereld waarin beslissingen vaak op het laatste moment worden genomen.” De klantenkring van Celsius is zeer divers. Zo levert het bedrijf de benodigde materialen uiteenlopend van de nieuwste kraakfornuizen

Meer informatie: www.celsius-group.com

6


M&G “The Power of Engineering”

The quality standard is sacred In the highly competitive market for flue systems, boilers parts and ventilation, Muelink & Grol – part of the M&G Group – scores exceptionally well. According to Business Development Manager Frank Methorst, that’s because the company produces according to the highest European standards and gives high priority to engineering. “That is what truly makes the difference.” M&G was founded in 1932 and since then has grown into a company with worldwide operations. The group employs 1,200 people, of whom around 400 work in Europe, and has production facilities in the Netherlands, Italy, Turkey and North America. The company has two important distribution channels: wholesale – which is the main channel in the Netherlands – and through the OEMs (original equipment manufacturers).

supplier of flue system materials. M&G has ties with all the main manufacturers. In the market for flue systems and boiler parts there is competition of course, so we must always stay alert.”

Transformation At the time the interview with Frank Methorst took place, the Southern and Eastern European markets were undergoing major changes. Because of the new European ERP programme, the highefficiency boiler is the only boiler that can still be produced and sold within the European Union. “In the Netherlands it has been the standard for years, but that wasn’t the case in other countries. For us this means that in Southern Europe especially we will be faced with different flue systems and we are already switching to these systems at our production locations.”

Guarantees The added value of M&G compared to its main competitors, is the production according to the highest (European) standards and the focus on engineering in cooperation with the client, Methorst says: “We see that this is the main reason why leading companies decide to work with us. Everything is manufactured according to the CE standard, we certify according to the new boiler standard and think along with our clients to help them anticipate challenges. Together with our client we try to maximise the power of engineering.” Moreover, M&G fully invests in research and development, which allows the company to work along the main manufacturers during the planning process. “We research materials”, Methorst says. “We find out what is best in terms of flue gas extraction. That is what we do best in our competence centre. We were able to become the large player we are today because we are not only in the system, but also on, underneath and above it. And that knowhow is what makes it possible today to work together with much larger players in the market of heating systems.”

Methorst calls the market in which M&G is active “competitive”. In the Netherlands – “which is one of those countries where the installer gets his flue systems through wholesale” – the market share is above average because of this strong connection with the wholesale channel. “At the European level we are also the largest

More information: www.mg-flues.com

7


VFK: hybride systemen van meerwaarde in toekomstige ‘energiemix’

Inzetten op gas en groen biogas Nederland moet nadrukkelijker inzetten op de ontwikkeling van groen biogas, vindt secretaris Martijn Kerssen van brancheorganisatie Vereniging van Nederlandse Fabrieken van Ketels voor Centrale Verwarming (VFK). “De halve wereld stapt over op gas, maar bij ons zit het door de spanningen met Rusland en de bevingen in Groningen in het verdomhoekje. Onterecht.”

panelen opgewekte energie wordt direct in de woning gebruikt. De rest schreeuwt om saldering, wat geen stevige basis is om op verder te bouwen. Om wijken en steden te verwarmen heb je dan diverse energiedragers nodig.”

De Nederlandse ketelindustrie is wereldwijd koploper als het gaat om energiezuinige cv-technologie. Nederland is onder meer de bakermat van de HR-ketel, die ervoor zorgde dat het gasverbruik ten opzichte van de conventionele ketels met meer dan 25 procent werd teruggedrongen. Diezelfde HR-ketel blijft kans-­ rijk, ook in combinatie met oplossingen zoals zonnepanelen, warmtepompen en warmteterugwinning. De markt voor hybride oplossingen ontwikkelt zich razendsnel.

Likkebaardend Volgens Kerssen “lijken we een beetje te vergeten dat duurzaam gas prima te maken is”. Voor Nederland een fantastisch perspectief, zegt hij, want we hebben de meest fijnmazige infrastructuur van Europa. “Iedereen kijkt in dat opzicht likkebaardend naar ons. Duurzaam gas is bovendien prima te maken met zonne- en windenergie op de momenten dat productie en gebruik niet met elkaar in evenwicht zijn. Het gasnet kan dan worden gebruikt voor opslag en de cirkel is rond.” De voordelen ten opzichte van het gebruik van kolen zijn legio, benadrukt hij. “Gas zorgt voor de helft minder CO2-uitstoot. Daarnaast zijn gasgestookte centrales in

Kerssen vindt dat gas ten onrechte “nog wel eens wordt vergeten” in de discussie over toekomstige duurzame energiedragers. “Vanuit de Nederlandse ambitie om in 2050 duurzaam energieneutraal te zijn, domineren zon en wind en sneeuwt gas onder. ‘All-electric’ kán best duurzaam, met zonnepanelen en een warmtepomp, maar de problemen zitten in de avond, nacht en vooral in de winter. Slechts 20 tot 30 procent van de ’s zomers overdag met PV-

8


VFK: hybrid systems of added value in future ‘energy mix’

Focusing on gas and green biogas

The Netherlands should sharpen its focus on the development of green biogas, secretary Martijn Kerssen of trade association VFK (Association of Dutch Factories of Boilers for Central Heating) says. “Across the world they’re switching to gas, but because of the tensions with Russia and the quakes in the province of Groningen it is given little consideration in the Netherlands. This is undeserved.”

and usage aren’t balanced. At that moment the gas grid can be used for storage and the circle will be complete. There are many advantages compared to using coal, he emphases. “Gas emits 50 percent less CO2. As opposed to coal-fired power plants, gas-fired power plants are quickly adjus­ table, which is very important for energy transition.”

The Dutch boiler industry is the global leader in energy-efficient boiler technology. Amongst other things, the Netherlands is the birthplace of the high-efficiency boiler, which compared to a traditional boiler reduces gas consumption by more than 25 percent. The same high-efficiency boiler remains promising, for example combined with other solutions such as solar panels, heat pumps and heat recovery ventilation. The market for hybrid solutions is growing rapidly. Kerssen finds that gas is wrongfully forgotten sometimes when discussing future sustain­ able energy carriers. “In the Netherlands’ ambition to be sustainably energy neutral in 2050, gas is overshadowed by solar and wind. ‘All-electric’ can indeed be sustainable by including solar panels and a heat pump, but during the evening, night and especially in winter it remains problematic. Only 20 to 30 percent of the solar panel generated energy during summer days is used imme­ diately in the home. The surplus energy is fed back into the grid and then offset, which is not a sound foundation to expand on. To heat neighbourhoods and cities you will need several energy carriers.”

Martijn Kerssen

VFK is continuously in contact about this with all levels of government. “We present a neutral, factual story. These next few decades hybrid installations and systems are the most cost-effective solution thanks to the combination of sustainability and economic efficiency. We cannot emphasise this enough.”

Enviable position Kerssen says that “we seem to have for­ gotten that sustainable gas is a very viable option”. For the Netherlands this is a great perspective, as we have the most dense infrastructure in Europe. “In that regard everyone is looking at us with envy. Sustainable gas can definitely be made using solar and wind energy when production

Kerssen would like to draw a line under the discussion on diminishing gas reserves. “My answer to whether gas is depleting, is a short one. No, it is not. There is plenty

9


Grundfos – Always the best choice

For more information, please contact your local dealer or go to www.grundfos.com/hvacoem

Grundfos goo.indd 1

30-09-15 07:49

Cimberio goo.indd 1

05-10-15 08:12


tegenstelling tot kolengestookte centrales snel regelbaar, wat in de energietransitie zeer belangrijk is.”

worldwide for the next few decades, even without taking green gas such as biogas into consideration. That’s why we think the market should be left to find the best solution. Let the wind turbines turn when it’s windy, use solar panels whenever possible, store energy for later usage and use a hybrid boiler in households as a back-up.

VFK is er doorlopend over in gesprek met alle overheden, van hoog tot laag. “We leggen een neutraal, feitelijk verhaal neer. Hybride installaties en systemen zijn door de combinatie van duurzaamheid en economisch rendement de komende decennia de meest kosten­ efficiënte oplossing. Dat kunnen we niet genoeg onderstrepen.”

Kerssen wil in dat verband ook graag een streep getrokken zien onder de discussie over slinkende aardgasvoorraden. “Over de vraag of gas opraakt, kan ik kort zijn. Dat antwoord is nee. Wereldwijd is er voor decennia nog voldoende, en dan heb ik het nog niet eens over groen gas zoals bijvoorbeeld biogas. Daarom zeggen wij: laat de markt de beste oplossing uitwerken. Laat de windmolens draaien als het waait, gebruik zonnepanelen als het kan, sla energie op om te kunnen gebruiken en gebruik de hybride cv-ketel in huishoudens als back-up.”

Energy savings For VFK energy savings is one of the most important short-term goals. The member companies continue to innovate the highefficiency boiler, while the trade associa­ tion focuses on the daily practice. Kerssen: “Ever since the law on establishment was abolished, the quality of installers is rapidly declining. It has dramatic consequences, both commercially and for public health. Malfunctioning and badly adjusted instal­ lations can be dangerous, e.g. an imbalance or CO and CO2 emission.”

“Iedereen lijkt een beetje te vergeten dat duurzaam gas prima te maken is” Energiebesparing Op de korte termijn blijft energiebesparing één van de belangrijkste doelen, ook voor VFK. De lidbedrijven innoveren de toch al energieefficiënte HR-ketel steeds verder, de brancheorganisatie focust op de dagelijkse praktijk. Kerssen: “Sinds het wegvallen van de Vestigingswet holt de kwaliteit van de installateur achteruit. Dat heeft dramatische gevolgen, zowel als het gaat om de volks­ gezondheid als bedrijfseconomisch. Slecht werkende en afgestelde installaties kunnen levensgevaarlijk zijn, denk aan disbalans en de CO- en CO2-uitstoot.”

“Everyone seem to have forgotten that sustainable gas is a very viable option”

Om die situatie een halt toe te roepen, heeft VFK samen met UnetoVNI begin dit jaar het kwaliteitslabel OK CV geïntroduceerd, zegt Kerssen: “Daarin liggen dingen vast, worden eisen aan de kwaliteit van het installatiebedrijf en aan het opleidingsniveau van monteurs gesteld. We willen hiermee echt een slag maken, zodat mensen weten wanneer ze wel of geen gecertificeerd bedrijf over de vloer hebben. En dus ook precies weten wat ze van hun monteur wel of niet mogen verwachten. Zowel bij installatie (inbedrijfsstellingskeur) als bij onderhoud.”

To put an end to these problems, VFK, in cooperation with Uneto-VNI, has intro­ duced the quality label OKCV, Kerssen says: “With this label certain issues are stipulated and requirements are made for both the quality of the installation company and the level of education of installers. We really hope to make progress with this label, so people can know whether or not the company they’re using is certified. And so they can also know exactly what they can and cannot expect from their installer, both for installation (commissioning label) and maintenance.”

www.vfk.nl www.ok-cv.nl

www.vfk.nl www.ok-cv.nl

11


Buitenland versnelt op onderdelen wel harder

Smart Industry als olievlek Een jaar na de presentatie van de Actieagenda Smart Industry is de stuurgroep – die het project dwars door alle lagen van de maakindustrie en het bedrijfsleven heen trekt – tevreden over de voortgang. Maar er is een waarschuwende vinger. De afschaffing van het subsidiestelsel lijkt zich als een boemerang tegen een versnelling van het project te keren.

Versterken “Smart industry wordt onder invloed van het internet terecht gezien als ‘game changer’, als fenomeen dat de industriële basis in Nederland kan versterken”, zegt Egbert-Jan Sol van TNO, directeur van het programmabureau Smart Industry. “Het leidt tot effi­ ciëntere productieprocessen, meer mogelijkheden voor maatwerk en nieuwe businessmodellen. Bovenal is sprake van enorme kostenefficiëntie. Het biedt de mogelijkheid om de productie terug te halen die de afgelopen twintig jaar richting lagekostenlanden verdween.”

“Nu al communiceren machines in bedrijf A rechtstreeks met die in bedrijf B zonder dat er een mens tussen zit” Maar op dat punt wringt de schoen. Want Nederland is niet het enige land dat smart industry tot speerpunt heeft gebombardeerd, zegt Sol: “Alle westerse economieën zijn hier mee bezig en het terughalen van de maakindustrie komt overal in een gigantische versnelling. Cruciaal zijn de zogenoemde fieldlabs, de proeftuinen waarin concrete innovaties tot stand worden gebracht. En in Nederland hapert die ontwikkeling momenteel.” Hardhandig De afbouw van het traditionele subsidie-instrumentarium laat zich in dat opzicht voelen, zegt Sol. “Nu wordt alles via het belastingstelsel afgewikkeld. Dat heeft nadelen. In een fieldlab draait het niet alleen om nieuwe technologie en samenwerking tussen bedrijven in kennisdeling en de ontwikkeling van ‘new skills’ voor personeel. De financiering is een probleem. En lastig op te lossen. Economische Zaken is met handen en voeten gebonden en de politiek staat niet te trappelen om een nieuw subsidiehuis voor samenwerkingsprojecten op te bouwen.”

Egbert-Jan Sol

Het wordt de vierde industriële revolutie genoemd: smart industry, het ‘internet of things’. Robots en machines die digitaal met elkaar praten, zelfsturende fabrieken en zelfrijdende auto’s gaan de komende tien jaar meer veranderen dan in de afgelopen eeuw is gebeurd. Onderdeel van de digitale economie, die zich razendsnel ontwikkelt en wordt gekenmerkt door de integratie van productietechnologie en ict, met als duidelijkste voorbeeld de robot: steeds goedkoper, steeds flexibeler. Maar ook organi­ satorisch is de impact enorm. Nu al communiceren machines in bedrijf A rechtstreeks met die in bedrijf B zonder dat er een mens tussen zit.

Niettemin is hij tevreden. In de maakindustrie zelf wordt het besef van kansen en noodzaak steeds groter. “Zelf bij ondernemers die van nature behoudend zijn, zie ik een kentering. Smart industry verspreidt zich momenteel als een olievlek over Nederland en op veel deelgebieden gaat de ontwikkeling goed. Maar het buitenland versnelt harder dan wij doen. Daar moeten we de komende jaren keihard aan blijven trekken.” www.smartindustry.nl

12


In some areas, other countries are accelerating quicker

Smart Industry spreading like an oil slick A year after the Smart Industry Action Agenda was presented, the steering committee – which is involving all levels of the (manufacturing) industry in the project – is satisfied with the progress made. But they also sound a note of warning: the abolition of the subsidy system might throw a spanner in the works.

It’s called the fourth industrial revolution: smart industry, the ‘internet of things’. Robots and machines talking to each other digitally, self-managing factories and selfdriving cars – this will all change more over the next ten years than it has this past century. Part of the digital economy, which is developing rapidly and is characterized by the integration of production techno­ logy and ICT, with the robot as its most striking example: increasingly cheaper, increasingly more flexible. Organisationally the impact is huge too. Already machines in company A communicate directly with those in company B without any human involvement.

But that is where the problem lies. Because the Netherlands isn’t the only country that has turned smart industry into a spearhead, Sol says: “All Western economies are working on this and retrieving the manufacturing industry is accelerating everywhere. The socalled field labs, the incubators for concrete innovations, are crucial. And in the Netherlands this development is stagnating.”

Strengthening “Influenced by the internet, smart industry is rightly seen as a ‘game changer’, as a phenomenon which can strengthen the industrial foundation in the Netherlands”, says TNO’s Egbert-Jan Sol, Director of the Smart Industry programme office. “It results in more efficient production processes, more opportunities for customization and new business models. Above all, it is enormously cost efficient. It provides the opportunity to retrieve the production, which had disappeared towards low-cost countries these past twenty years.”

“Already machines in company A communicate directly with those in company B without any human involvement”

Heavy-handed That is where you can feel the reduction of the traditional subsidy system, Sol says. “Now everything is handled through the tax system. That has its disadvantages. In a field lab, it’s not only about new technologies and knowledge sharing between companies and the development of ‘new skills’ for employees. Financing is an issue. And it is difficult to solve. Economic Affairs’s hands are tied and the government is reluctant to build a new subsidy system for collaborative projects.”

Nonetheless he is satisfied. In the manufacturing industry itself, the realisation of both the need and the opportunities is growing. “Even with companies who are usually conservative, I can notice a change. Smart industry is spreading like an oil slick throughout the Netherlands and in many subsectors it’s developing well. But the acceleration is going faster abroad. This is what we need to work on the most these next few years.” www.smartindustry.nl

13


LeasePlan

we medewerkers naar de dealers op aangeven van onze HRafdeling. Vervolgens ging de offerte naar LeasePlan”, legt hij uit. “Eind 2013 zijn we overgestapt op FleetPlan, dat signaleert wanneer een berijder toe is aan een nieuwe auto. De medewerker ontvangt nu een toegangscode waarmee hij rechtstreeks bij de leasemaatschappij een auto uit kan zoeken. Hij ziet dan gelijk wat de eventuele eigen bijdrage is. De wagenparkcoördinator hoeft vervolgens alleen nog maar een laatste check uit te voeren en zijn akkoord te geven. Dat verbetert de workflow enorm en maakt het complete traject traceable.”

Remeha verlaagt overheadkosten met behulp van FleetPlan Nadat verwarmingsspecialist Remeha eind 2013 koos voor totale uitbesteding van het wagenpark, zag men een duidelijke reductie van de werklast met betrekking tot het wagenparkbeheer en daarmee van de overheadkosten. Veelzeggend is dat het wagenpark vandaag de dag wordt gemanaged door een coördinator in plaats van een beheerder: veel operationele taken zijn het bedrijf uit handen genomen.

Kostenbesparingen Daarnaast kwam uit de baseline assessment die door LeasePlan werd uitgevoerd naar voren dat het voor het bedrijf handiger was om met een mediaan kilometrage op vlootniveau te werken. Dit betekent een vaste all-in prijs voor de gehele looptijd, ongeacht het daadwerkelijke kilometrage. Alleen de brandstofkosten worden afgerekend tegen werkelijke kosten. Dit leidt tot een sterke vereenvoudiging van de calculaties en maakt de facturering minder arbeidsintensief”, aldus Veldhuis. Er wordt gewerkt met één factuur per maand en tijdens de inzet van een auto vinden er geen hercalculaties plaats. “Er is bovendien een koppeling met de salarisadministratie, waardoor die veel werk uit handen wordt genomen. Eén van de belangrijkste drivers was voor ons het realiseren van kostenbesparingen. FleetPlan betekent voor ons een verlaging van de overheadkosten én lagere autokosten door de schaalvoordelen van LeasePlan.” In samenwerking met LeasePlan wordt gestuurd op verlaging van de CO2- uitstoot. Veldhuis: “Dat aspect wordt steeds belangrijker.” De uitbesteding van een deel van het wagenparkbeheer met behulp van FleetPlan is hem in ieder geval uitstekend bevallen. “Dat was een grote stap voorwaarts.” “LeasePlan heeft goed rekening gehouden met onze wensen en het hele factureringsproces werkte ook van meet af aan goed.”

Edu Veldhuis

Maximale inzetbaarheid Als vooraanstaande verwarmingsspecialist met 500 medewerkers is het voor Remeha van het grootste belang dat klanten snel kunnen worden geholpen. Het bedrijf hecht dan ook veel waarde aan een continue inzetbaarheid van het wagenpark, dat op dit moment uit 103 auto’s bestaat. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de 38 Volkswagen Transporters waarmee de monteurs door het hele land rijden om verwarmingssystemen in bedrijf te stellen en storingen op te lossen. Voor een maximale herinzetbaarheid van de grijze kentekens worden alleen auto’s met dieselmotor ingezet. De geel kenteken-rijders hebben overigens wel een vrije autokeuze.

Uitdagingen Omdat het umfeld waarin het bedrijf opereert continu verandert, blijft Remeha zoeken naar verdere kostenbesparingen. “Zo zijn we aan het kijken of een ander type bestelbus wellicht goedkoper kan zijn.” Tevens ziet hij op grijs kenteken-gebied nog ruimte voor extra ontzorging. “Ook op het gebied van belettering of de inrichting van een nieuwe bus zouden we meer kunnen uitbesteden.”

“FleetPlan zorgt voor een verminderde werklast en daarmee voor een verlaging van onze overheadkosten” Ontzorging Mede daardoor bracht de toewijzing van een nieuwe leaseauto in het verleden de nodige rompslomp met zich mee, aldus Edu Veldhuis, directeur operations bij het bedrijf. “Vroeger stuurden

“Vroeger moesten er tal van documenten met handtekeningen worden gekopieerd en rondgestuurd. Nu is het complete traject traceable” Edu Veldhuis, Directeur Operations bij Remeha Meer informatie: www.leaseplan.nl/wagenparkbeheer-zonder-zorgen

14


Goma: flexible and cost-effective thanks to robotisation and automation

Ahead of the curve

Foppe Atema

A high degree of automated and robotised production and the highest level of flexibility – Goma, located in Hengelo in the Dutch province of Gelderland and supplier of highquality sheet metal products, has been experiencing a period of rapid growth due to the high level of automation of production, logistics and assembly. “We can make offers no Chinese company can match.”

Goma is a shining example when it comes to implementing the principles of smart industry. However, General Manager Foppe Atema prefers to nuance the ‘hype’ surrounding his company. “Nationally it is a spearhead, but we have been working on this for decades. As a company, we have always had the mentality that automation and robotisation aren’t a threat to employment, but rather create additional employment opportunities.”

An additional benefit is that Goma is becoming a more knowledgeintensive company, moving towards OEMs and taking on a bigger role than only that of a supplier. “We are a lean organisation, we have automated our logistics and have been focusing on engineering these last few years”, says Atema. “We used to only execute, now we can already be part of the design stage and we’re moving up the chain.”

Goma, with 115 FTEs, invested in its first welding robot in 1992 and now has fifteen robots at work for the company. The flexibility and increasing cost efficiency are growingly visible these last few years, Atema says. A good example is the special price he could offer for the assembly of frames for lounge chairs, including all its moving parts. “The manufacturer was going to have everything assembled in China, but he decided to award the contract to us as no Chinese company could match the combination of our price, efficiency, precision and reliability.”

“We can make offers no Chinese company can match” Anticipate Their collaboration with for example Remeha has developed in that direction, Atema says. Goma was given the assignment to design the sheeting and the frame for an industrial boiler based on a number of functional requirements. A flexible production system has been created, where Remeha can place orders on demand daily. “Because of our level of automation we could easily prepare for this”, according to Atema.

EDI connection When it comes to automated production, in certain respects Goma is ahead of the curve. For example, the company almost completely produces sheet metal products for cabins without any human involvement for agricultural equipment manufacturer John Deere. “Using EDI (Electronic Data Interchange, ed.), the data from the John Deere computer is directly transferred to our factory floor. We hope to start working in this way with two other clients before the end of the year”, Atema says.

More information: www.goma.nl

15


UNETO-VNI wil goed beleid om kansen te verzilveren

Verduurzaming gaat te langzaam Woningen, kantoren en andere gebouwen worden energie­ zuiniger, maar het gaat niet snel genoeg. Dit concludeert de Nationale Energieverkenning 2015. Gaan we in dit tempo verder, dan haalt Nederland de doelstellingen uit het Nationaal Energieakkoord niet. Terwijl een energieneutraal Nederland wel degelijk mogelijk is, aldus voorzitter Titia Siertsema van Uneto-VNI.

De Nationale Energieverkenning 2015 laat er geen misverstand over bestaan; de verduurzaming van Nederland gaat te langzaam. De doelstellingen voor 2020, die in het Nationaal Energieakkoord zijn vastgelegd, dreigen uit het zicht te ver­ dwijnen. Steeds meer installatiebedrijven zetten in op innovatie en in hun dienst­ verlening staan efficiënte en duurzame installaties centraal. Maar om woningen en gebouwen energiezuiniger te maken, zijn grote investeringen nodig en die blijven tot nu toe uit.

Titia Siertsema

2013 geactualiseerde rapportage definieert de brancheorganisatie aan de hand van belangrijke trends (maatschappelijke, organi­ satorische, economische en politieke ontwikkelingen, ‘internet of things’, geïntegreerde oplossingen EWW en andere, specifiek aan de technische installatiebranche gekoppelde ontwikkelingen) de belangrijkste ontwikkelingen waarmee de leden richting 2020 te maken krijgen.

UNETO-VNI probeert met de richtinggevende rapportage ondernemers in de branche te inspireren en te ondersteunen

UNETO-VNI probeert met de richtinggevende rapportage onder­ nemers in de branche te inspireren en te ondersteunen, aldus voorzitter Titia Siertsema. Ontwikkelingen zoals duurzaamheid, energiebesparing en vergrijzing zijn vertaald naar nieuwe kansen. Van de energie- en zorgmarkt – beide beschouwd als ‘groeimarkten’ met een hoog potentieel – zijn de omvang en de impact op het businessmodel van de installatiebedrijven in kaart gebracht, inclusief de eisen die worden gesteld aan kennisontwikkeling en vakmanschap.

Volgens brancheorganisatie UNETO-VNI staat de installatiebranche te trappelen om gebouwen op grote schaal duurzamer en energiezuiniger te maken. Installateurs hebben de kennis, de mensen en de ambitie om de gebouwde omgeving in Nederland energieneutraal te maken. Maar om de energietransitie financieel haalbaar en aantrekkelijk te maken, is krachtig en helder overheidsbeleid nodig, aldus de brancheorganisatie.

Innovatie-agenda Volgens Siertsema liggen er voor de installatiebranche de komende decennia grote nieuwe kansen. Niet zozeer gerelateerd aan traditionele ontwikkelingen als grootschalige nieuwbouw (in de woning- en utiliteitsmarkt), maar specifiek als het gaat om het toepassen van innovaties. Op basis van Radar 2020 maakte UNETO-VNI samen met TNO een innovatie-agenda voor het individuele installatiebedrijf, dat daarmee handvatten kreeg aangereikt om te bepalen waar het vijf jaar na nu wil staan, met specifieke product-marktcombinaties als basis.

Speerpunten De rol van de installatiebranche in de energietransitie is een van de speerpunten van UNETO-VNI, die in de rapportage Radar 2020 richting geeft aan innovatie in de branche. In de in 2010 verschenen en in

www.uneto-vni.nl

16


UNETO-VNI is looking for strong policies to take advantage of new opportunities

The sustainability process is moving too slowly Homes, offices and other buildings are becoming more energy efficient, but it’s not moving fast enough. This is the conclusion reached by the National Energy Survey 2015. If we carry on at this speed, then the Netherlands will fail to meet the objectives laid out in the National Energy Agreement. At the same time the possibility of the Netherlands becoming an energy-neutral country is truly realistic, according to Uneto-VNI’s chairperson Titia Siertsema.

The results of the National Energy Survey 2015 make one thing very clear: the sus­ tainability process in the Netherlands is moving too slowly. There is a risk that we are losing sight of the 2020 goals, which are laid out in the National Energy Agreement.

the expertise, the people and the desire to make built-up areas in the Netherlands energy-neutral. However, a clear and powerful government policy is required for the energy transition to become financially viable and attractive, according to the sector organi­ sation.

UNETO-VNI is trying to inspire and support businesses in the sector using the guideline report Priorities The role of the installation sector in the energy transition is one of UNETO-VNI’s priorities, which in the Radar 2020 report introduces innovation in the sector. In a report issued in 2010 and updated in 2013 the trade association defines the most important developments faced by members as they approach 2020, based on key trends (social, organisational, economic and political developments, ‘internet of things’, integrated solutions EWW and others, specific to developments linked to the technical installation sector). UNETO-VNI is trying to inspire and support businesses in the sector using the guideline report, according to chairperson Titia Siertsema. Changes such as sustainability, energy efficiency and ageing are put forward as new opportunities. The scope and impact of the energy and care markets – both of which are defined as high potential growth markets – on the business model of installation companies have been outlined, including requirements in terms of knowledge development and expertise. Increasing numbers of installation companies are focusing on innovation and efficiency and sustainable installations are a key part of their service. However, if homes and buildings are to become more energy efficient, large investments are required and these are not yet forthcoming.

Innovation agenda According to Siertsema there are great new opportunities for the installation sector in the coming decades. Not so much in terms of traditional developments such as large-scale new building projects (in the domestic and utility markets), but more specifically in terms of applying innovation. Using Radar 2020 and together with TNO, UNETO-VNI has drawn up an innovation agenda for individual installation companies, giving them pointers to identify where we want to be in five years’ time, based on specific product-market combinations.

According to the trade association UNETOVNI the installation sector is eager to make buildings more sustainable and more energy efficient on a large scale. Installers have

www.uneto-vni.nl

17


Remeha: innovatie gedragen door consistent beleid

“Vlak speelveld voor lange tijd cruciaal”

Langetermijndoelstellingen in politiek en beleid zijn de komende decennia van het grootste belang voor de industrie, zéker voor de sectoren die nauw verwant zijn aan het energiedomein. Dat zegt Marco Bijkerk, manager innovative technologies bij Remeha. “Een vlak speelveld voor langere termijn is cruciaal voor innovatie.”

“Nederland voert een onduidelijk energiebeleid, dat bovendien regelmatig verandert”, zegt Bijkerk. “We gaan een tijdperk in waarin de belangen van consistentie en standvastig beleid groter zijn dan ooit. Wat we nu zien, is dat de politiek op grond van (geo) politieke situaties de neiging heeft om bepaalde technologieën naar voren te schuiven en andere te schrappen. Ik denk zelf dat juist op dit punt de markt zijn werk moet doen. Zeg als politiek dat je de CO2-uitstoot maximaal wilt terugdringen, maar niet met welke techniek. Laat dat aan de energietechneuten en innovators over, dan jaag je creativiteit en innovaties maximaal aan.”

“Ook hier geldt: voor je het weet gaat het meer over de techniekkeuzes dan over de initiële doelstelling, terwijl juist die centraal hoort te staan”, zegt hij. “Al heb ik goede hoop dat het proces in dit geval het juiste spoor terugvindt. Sinds de rechter Urgenda in het gelijk stelde in de procedure tegen de staat over het tempo van de verduurza­ ming van de samenleving, is er meer focus op CO2 en minder op afgeleide doelen als ‘nul op de meter’ of ‘all electric’, die eigenlijk nauwelijks of geen CO2 besparen en in elk geval veel te duur zijn voor de samenleving.”

“Nederland voert een onduidelijk energiebeleid”

Volgens Bijkerk is duurzaamheid een cen­ traal element bij Remeha als het gaat om innovatie, het ontwikkelen van nieuwe kennis – en belangrijker nog – het valoriseren daarvan naar ‘new business’. Op het gebied van onderzoek en ontwikkeling ligt verre­ weg de meeste nadruk op het efficiënter

“Cherry picking” Bijkerk hoopt dat de politiek een andere focus weet aan te brengen. Het Energieakkoord noemt hij een voorbeeld waarin richting wordt gegeven aan de lange termijn, maar waarin op het gebied van beschikbare technologieën ook wel weer aan “cherry picking” wordt gedaan op basis van vermeende besparingen.

18


Remeha: innovation supported by consistent policy

“Level playing field crucial in the long term”

Long-term goals in policy and politics will be of great importance to the industry in the coming decades, particularly for those sectors with close ties to the field of energy production. This is the view of Marco Bijkerk, Innovative Technologies Manager at Remeha. “A level playing field will be crucial for innovation in the long term.”

“Cherry-picking” Bijkerk hopes that politicians will manage to find a different focus. He cites the Energy Accord as an example where long-term direction is given, but the technologies available are “cherrypicked” according to where savings can supposedly be made. “This is just another situation where, before you know it, we’re talking more about the choice of technology than about the initial goals, while it’s those goals that ought to be the central premise,” he says. “Although I do remain hopeful that the process will find its feet in this case. Ever since Urgenda was vindicated in court in their proceedings against the state on the pace of sustainability development in our society, there has been more of a focus on CO2 and less on the goals derived from it such as ‘net zero energy’ and ‘all electric’, which don’t actually save all that much CO2 in themselves and in any case are far too costly for society.”

“The Netherlands’ energy policy is unclear”

Marco Bijkerk

According to Bijkerk, sustainability is a core principle at Remeha in respect of innovation, developing new knowledge and – more importantly – turning this into new business. In R&D terms, the main focus by a wide margin is making existing facilities more efficient, he says. “A life cycle analysis revealed that this is far and away the area that will yield the biggest savings. We’re also working on our purchasing and transport footprint, while putting a lot of time and energy into conceiving and developing new techniques. The central premise here is how we can supply consu­ mers with optimum energy and comfort with the lowest possible CO2 emissions and at the lowest possible cost. That question has provided surprising insights and led to new possibilities.”

“The Netherlands’ energy policy is unclear and subject to frequent changes,” says Bijkerk. “We’re entering an era where consistency and steadfast policies are more important than ever before. What we’re seeing now is that politicians, driven by the geopolitical climate, are inclined to push for the use of certain technologies while others are left in the dust. Personally, I think this is where the market should step in. Let the politicians say we need to reduce CO2 emissions as far as possible, but leave the techniques used to achieve that to the energy specialists and innovators. That’s the best way to drive creativity and innovation.”

Renewed programme Remeha introduced the Renewed programme for component parts earlier this year. Faulty components are returned to the factory, repaired, tested and then returned to circulation at a

19


maken van bestaande installaties, zegt hij. “We hebben in een levenscyclusanalyse vastgesteld dat verreweg de meeste besparing op dat gebied is te maken. Daarnaast zijn we bezig met onze ‘footprint’ op het vlak van inkopen en transport en stoppen we veel tijd en energie in het nadenken over en ontwikkelen van nieuwe technieken. Daarbij staat de vraag centraal hoe we de consument optimaal comfort en energie kunnen leveren, met de laagst mogelijke uitstoot van CO2 en tegen minimale kosten. Deze vraagstelling levert verassende inzichten en nieuwe mogelijkheden op.”

reduced price along with a warranty. “To maintain quality and reliability, a number of functions are often integrated into a single component,” says Bijkerk. “We often see a whole component returned when only one of its functions is damaged. Our response was: let’s give something a try.

“Zeg als politiek dat je de CO2uitstoot maximaal wilt terugdringen, maar niet met welke techniek” Renewed-programma Eerder dit jaar introduceerde Remeha het Renewed-programma voor deelcomponenten. Zij komen bij een defect terug naar de fabriek, worden gereviseerd, getest en komen dan – tegen lagere kosten én met garantie – terug in het circuit. “Vaak zijn meerdere functionaliteiten omwille van kwaliteit en betrouwbaarheid geïn­ tegreerd in één component”, zegt Bijkerk. “Als één functionaliteit defect is, komt vaak het gehele onderdeel terug. Daarvan hebben we gezegd: we gaan dit uitproberen. Door het vervangen onder­ deel niet weg te gooien maar te hergebruiken, wordt energie bespaard op het werven van grondstoffen en het vormen en produceren van het product. De markt reageert tot dusverre zeer positief.”

Tzerra 690

By re-using the replacement part instead of disposing of it, we can save energy by reducing our raw material consumption along with our product production costs. The market has responded very positively so far.”

“Let the politicians say we need to reduce CO2 emissions as far as possible, but leave the techniques to others” The Renewed programme came about through the mix of circumstances that Bijkerk says are always guiding principles when generating new business: new tech­ nologies, a changing environment, politics and finance. “When we look at today’s world, CO2 and raw materials are major issues. This is something you can focus on as a company. What we do is continually bring those four elements together and say: this is what we know, how can we use it to best serve the consumer? The answer we get often contributes to the overall direction we take as a business.”

Het Renewed-programma kwam voort uit de ‘mix’ van omstan­ digheden die volgens Bijkerk altijd leidend is bij het maken van ‘new business’: nieuwe technologie, veranderende omgeving, politiek en finance. “Kijk je naar de wereld van vandaag, dan wegen de CO2- en grondstoffenproblematiek momenteel zwaar. Daar probeer je als bedrijf op in te haken. Wat wij doen, is die vier componenten voortdurend bij elkaar brengen en zeggen: dit weten we, waar bedienen we de consument maximaal mee? Het antwoord dat daaruit voortvloeit, is vaak mede richtingbepalend.”

20


Gelria Pakking BV: 80 years of airtight solutions

Gelria Pakking BV’s production facilities are located in Enschede. As we are making our way through the production halls, we pass a machine that has just punched the last batch of a million gaskets out of a synthetic rubber roll – an order for a German car manufacturer. “The fact that gaskets are used in cars is quite well known. But the automotive industry is just one of our many clients. You can find Gelria’s seals in the most diverse products and industries, all over the world. From your laptop and boiler to applications in the medical world and aerospace.” Insights talks to Peter and Roel Sadelaar, the third and fourth generation leading the 80-year-old family business.

Roel and Peter Sadelaar

Preferred supplier in the HVAC sector Gelria started in 1932 as a small manufacturer of rubber coil brushes. But the focus gradually shifted and in the following decades the company from Enschede grew into one of the leading players of the gaskets and seals market. Today, gaskets and seals are not all made from rubber. Roel: “EPDM, ceramic products,

the production process, without any prior check or pre-test – they leave the quality control to us. That is why we also deliver repair kits to their boiler installers. We package them including manuals and barcodes, ready to use in their chain of service.”

graphite, silicon: if it’s available in sheeting material, you can be sure we have it.” This is one of the reasons why many international manufacturers in the HVAC sector have found their way to Enschede. According to Peter this is, however, not the most important reason why customers choose Gelria – most of all they appreciate the company’s reliability in terms of delivery and dimensioning. “Remeha is an important customer and we are their preferred supplier. They integrate all of our gaskets directly into

To Gelria continuity is more important than a quick win. Peter: “The trend is to buy from cheap suppliers in China. But we prefer to work with familiar suppliers, because we want to know exactly what materials are used. That is why we have been fulfilling the Reach and ROHS standards for a while now. I believe that is what a family business is all about: not thinking one, but two steps ahead. And that’s why we’ve been a leading company for over 80 years.”

Two steps ahead Gelria is a real family business. This is not only reflected in the management structure, but also in the staff composition. The shortest term of employment is five years, the longest forty. According to Peter, having such a close-knit team has many advantages: “All of our employees are 100% dedicated. We really think along with our customers. Some customers come to us with a complete drawing of the gasket they need, but most of the time they only have certain requirements and we make the design. That is where our expertise comes in. But we will also lend a hand when we need to speed up the production process.”

More information: www.gelria.nl

21


Ondersteunend Op het gebied van ontwikkeling en innovatie heeft Alukan een ondersteunende rol. Zo levert het onderdelen voor de ontwikkelingsafdeling van Remeha, die ze gebruikt voor de bouw van prototypes. Bij positieve testresultaten wordt dit vervolgens uitgebreid met een ‘field trial serie’.

ALUKAN, specialist in rookgasafvoer

Meedenkende partner Goede afvoer van rookgassen, aanvoer van verbrandingslucht en transport van ventilatielucht. Daar staat Alukan garant voor. Het bedrijf ontwerpt, fabriceert én monteert schachtmaterialen en dakuitmondingen. En met succes. “Steeds meer toestelfabrikanten, installateurs, aannemers en woningcorporaties werken met ons samen.” Alukan is een begrip in de markt. Het bedrijf levert onder meer al 25 jaar onderdelen voor de grote staande ketels van Remeha. “Dagelijks zijn er leveringen en nieuwe orders, in grootte variërend van enkele doosjes tot een flink aantal pallets”, zegt Willem Reitsema van Alukan. “Door die constante onderdelenaanvoer houdt Remeha zijn servicevoorraad op pijl en wordt de assemblagelijn non-stop draaiende gehouden. Zo ondersteunen we de lean-filosofie van Remeha zo effectief mogelijk.”

Ook werken de bedrijven samen op het gebied van wetgeving. Onder de vlag van het Nederlands Normalisatie instituut (NEN) ondersteunen Remeha en Alukan elkaar in de uitvoering van de internationale eisen en CE-normen. Verder worden de NPRkeuringseisen (Nederlandse Praktijk Richtlijn) voor producten van beide organisaties gezamenlijk opgesteld.

Regelmatig contact met de afdelingen pre-sales en after-sales van Remeha maakt het voor zowel Alukan als Remeha mogelijk adequaat te reageren op marktvragen. Samen zoeken de bedrijven oplossingen als het gaat om de afvoer van rookgassen. Ook rookgasgerelateerde vragen of klachten pakken zij samen op.

Meer informatie: www.alukan.nl

Alukan goo.indd 1

“By changing our strategy, clients now contact us sooner”

HTR exerts its expertise HTR Group in Eindhoven, specialised in the development and production of rubber and foam sealants, saw an opportunity to shift their contact with clients from commerce to engineering after changing strategies. “We are in contact with our clients much sooner. This way we are of greater value”, Operational Director Peter van de Neut says.

For the past five years HTR Group has focused on research and development and also invested in their own research lab. In doing so, the company is able to conduct ‘simultaneous engineering’, meaning it’s already involved in the development during the design phase. “It’s a different revenue model, but it’s one where we’ve gained a lot in value and flexibility”, according to Van de Neut.

density and ageing. And that is a real asset in view of the great diversity of standards we are faced with.” The company in Eindhoven is also on top of things when it comes to introducing new, high-performance materials, which might be more expensive to purchase but in terms of total cost of ownership offer a more comprehensive solution. “We organise information and training sessions for the engineers of our clients. In doing so, we also provide added value in this field.”

HTR Group works together with companies such as Remeha, Van de Neut says. “We are not an expert in the field of boilers, but we are in the field of rubber and foam and when it comes to processing these materials. Our lab is of added value because we can test materials on for example fire resistance, dynamics,

More information: www.htr-nl.com

22

22-10-15 11:35


Batenburg Bevestigingstechniek meer dan leverancier

Klanten helpen slimmer te zijn Logistiek ontzorger en technisch probleemoplosser. Het zijn in het kort de kernwaarden van Batenburg Bevestigingstechniek in Veenendaal, dat zich juist door die combinatie onderscheidt van de concurrentie. “Wij helpen klanten processen te optimaliseren.”

“Kijk, dit is wat ik zojuist bedoelde.” In de grote magazijnruimte van Batenburg Bevestigingstechniek in Veenendaal opent keyaccount manager Anton Luijendijk de zoutnevelmachine waarin de corrosiebestendigheid van bevestigingsmaterialen wordt beproefd. Als de neveldampen zijn opgetrokken, zijn verschillende bevestigingsmiddelen te zien die worden getest. Sommige hangen er net een dag, andere al honderden uren. “Afhankelijk van de eis die de klant aan de corrosiebestendigheid stelt”, zegt Luijendijk.

hoe wij van meerwaarde willen zijn. Klanten helpen hun proces te verbeteren, slimmer en sneller te werken: het is wat wij graag doen.” En klanten krijgen steeds meer in de gaten wat Batenburg Bevestigingstechniek – hoofdzakelijk leverend aan de kunststofen plaatverwerkende industrie en gespecialiseerd in de cv-branche, kantoormeubelindustrie en automotive – voor ze kan betekenen. Luijendijk: “Binnen het maak- en assemblageproces is de rol van bevestigingsmiddelen lange tijd onderbelicht geweest. Ten onrechte, want als alle onderdelen er zijn maar het bevestigingsartikel ontbreekt, dan kun je nog niets. Maar we zien dat beeld nu toch langzaam kantelen. Gelukkig, want we hebben volop kennis en die brengen we graag in.”

Anton Luijendijk

Het uur voorafgaand aan de rondleiding heeft hij uit de doeken gedaan hoe de handelstak van het concern – Batenburg Bevestigingstechniek is geen productiebedrijf, maar levert – in de uiterst competitieve markt van bevestigingsmaterialen van toegevoegde waarde is. Naast de kwaliteit van de materialen – hoogstaand vanwege de toelevering aan onder andere de automotive – gebeurt dat vooral door het ‘ontzorgen’ van afnemers op technisch en logistiek gebied. “En daarnaast: we denken mee. Bij voorkeur in een vroeg stadium. Want wij dragen soms oplossingen aan waar niemand bij stilstaat.”

Hofleverancier Dat gebeurt al langere tijd in de samenwerking met Remeha, waar Batenburg al sinds begin jaren negentig hofleverancier is van bevestigingsmiddelen voor verwarmingsinstallaties en de zogenoemde ‘c-delen’, zoals afdichtingsdoppen en andere kunststof materialen. “Remeha heeft de productieomgeving ‘lean’ gemaakt. Toelevering moet ‘just-in-time’ zijn en voldoen aan de kwaliteitseisen. Wij vullen die rol in. Tegelijkertijd schuiven we door onze kennis steeds meer op richting Remeha als producent. Zo groeien we van toeleverancier door naar partner.”

Oplossing Als voorbeeld in dat verband noemt hij een producent van kantoormeubilair, die Batenburg betrok bij de value-engineering van een van de bureauconstructies. “We hebben daarin bijgedragen met een oplossing waaraan nog niemand had gedacht. Per handeling is de bezuiniging uit te drukken in dubbeltjes, maar gezien over één bureau loopt dat al in de euro’s en wat het op jaarbasis oplevert durf ik niet eens te benoemen. Het geeft aan

Meer informatie: www.batenburg-bevestigingstechniek.nl

23


Platform Duurzaam Gebouwd wil bouw bewuster maken

“Transitie is onafwendbaar” Gebrek aan bewustwording is voor een groot deel van de bouwsector nog altijd het grootste obstakel om af te rekenen met ‘oude waarden’. Maar de tijd dringt, zegt Richard Klein. Met zijn platform Duurzaam Gebouwd probeert hij de samenwerking in de sector zodanig te stuwen dat die klaar is voor de komende aardverschuiving.

Klein is grondlegger van het platform Duur­ zaam Gebouwd, dat in 2009 het levenslicht zag. Dat gebeurde na aanhoudende vraag vanuit zowel de overheid als de markt om een platform dat de bouw- en vastgoedsector kon ‘spiegelen’ aan benchmark-gedreven industrieën en dat kon helpen de aanboden vraagkant op de markt richting een integrale benadering te duwen. Klein: “Dat gebrek aan een benchmark is heel raar. De sector opereert op een ondergrens – het Bouwbesluit – en iedereen die daar­ aan voldoet, mag meedoen. Een intrinsiek verbetermechanisme ontbreekt.”

“De aanbodgedreven tijd is voorbij” Richard Klein

Stuwend Niet meer van deze tijd, zegt Klein. De totale bouwkolom moet zich volgens hem prepareren op een nieuwe werkelijkheid. Een voorbeeld daarvan is de stuwende werking op kwaliteit die van onderaf al aan het ontstaan is. “Mensen hebben zaken als veiligheid en gezondheid nooit verbonden aan het huis waarin zij wonen of het gebouw waarin zij werken. Er is niemand die tegen een werkgever zegt: hoe zit het met de veiligheid, luchtkwaliteit en het comfort in dit pand? Maar dat verandert, vooral doordat werkgevers zélf zich er bewuster van worden dat mensen

Het gesprek is nog maar net onderweg als Richard Klein een van de grootste pro­ blemen in de bouw al kernachtig schetst. “Koop je morgen voor 500 euro een nieuwe iPhone en er zit een barst in, dan kijk je de verkoper aan of ‘ie gek is geworden. Maar kopen we voor drie ton een woning met een verbintenis voor dertig jaar – nog steeds ‘by far’ de grootste uitgave die we doen – en de makelaar presenteert bij de oplevering de lijst met gebreken, dan pikken we dat. Dat geldt in de woningzowel als in de utiliteitsbouw. En eigenlijk is dat bizar.”

24


Sustainable Construction Platform raises awareness in the construction industry

“Transition is inevitable” For a large part, lack of awareness within the construction industry remains the main obstacle to deal with old values. But the clock is ticking, Richard Klein says. With his Sustainable Construction Platform (Platform Duurzaam Gebouwd) he is trying to stimulate collaboration in the industry so that it’s prepared for the upcoming major shift.

benchmark-driven industries and to help the supply side and demand side towards an integrated approach. Klein: “The lack of a benchmark is very unusual. The sector operates using a lower limit – the Building Decree – and anyone who meets this, can participate. There is no intrinsic mechanism for improvement.” Driving force Klein states that this is entirely outdated. According to him, the entire building chain needs to prepare for a new reality. An example is the driving force towards quality, which is coming from the bottom of the chain. “People have never connected issues of safety or health to the house they live in or the building they work in. No one says to their employer: how safe or comfortable is this building, what’s the air quality like? But this is changing, mostly because employers themselves are starting to realize that their employees are their greatest asset and that it’s important that they are in an environment where they can function effectively.”

We have only just started talking when Richard Klein concisely describes one of the main issues in the construction industry. “If you go out tomorrow and the salesman tries to sell you a new iPhone with a cracked screen for €500, you will think he’s gone crazy. But if we buy a house for € 300.000 with a commitment for 30 years – still by far the largest investment we make – and the realtor presents us a list of shortcomings upon delivery, we think that’s normal. This applies to both residential and non-residential construction. And that’s kind of bizarre.”

“The supply-driven times are over” The demand side is slowly starting to take action, Klein says. The Sustainable Construc­ tion Platform – which has grown rapidly these last six years and has clearly positioned itself as a driver of change – aims to play a stimulating and inspiring role in this development. On the supply side, Klein has formed a group of 250 leading companies over the past six years, with many well-known names such as Unica,

Klein is the founder of the Sustainable Construction Platform, which came into being in 2009. He founded it after continued demand, from both the government and the market, for a platform which could help the construction industry and real estate sector to follow the example of

25


Temperature sensors for boilers Tasseron is a leading supplier of temperature sensors for European boiler manufacturers. With product specialists, advanced R&D capabilities and our own production facilities in The Netherlands, we offer top quality products that are custom made to your needs. Our sensors offer high performance and reliability. Immersion Sensors The fastest and most accurate method of measuring water temperature is done with immersion sensors. As the NTC is surrounded by the water and only shielded by a thin metal tube it offers the best performance. The same principle applies when measuring in air or flue gas.

Contact sensors Alternatively the temperature can be measured on the outside of the application, such as on a heat exchanger or a pipe. This offers advantages such as quick and easy mounting, especially the clip-on sensors that are mounted onto a pipe in a second.

Tasseron Sensors B.V. | Ambachtshof 50 | NL-2632 BB Nootdorp | +31 (0)15-3104000 | www.tasseron.nl 29577 Kickspace Ad-Remeha_Layout 1 20/10/2015 14:59 Page 1 Tasseron goo.indd 1

MYSON

www.myson.co.uk

KICKSPACE

13-10-15 15:49

®

Plinth Heater. In partnership with Remeha.

• The ideal space saving solution for kitchens • Fits neatly under kitchen units • Creates additional space for extra cupboards and furniture • Easy to install • Rapid response heating

Before

• Models available for central heating systems, dual fuel and electric

heatingthroughinnovation. Myson goo.indd 1

22-10-15 10:10


Remeha, Colt and Royal HaskoningDHV. “Each of these partners realize that they can no longer only act vertically”, he says. “Moreover, these are companies that are willing to share their knowledge and are future-oriented.”

hun grootste kapitaal zijn en het belangrijk is dat zij in een omgeving verblijven waar zij maximaal kunnen functioneren.” De ‘vraagkant’, kortom, komt langzaam maar zeker in het geweer, aldus Klein. Platform Duurzaam Gebouwd – dat de afgelopen zes jaar een forse groei door­ maakte en zich als aanjager onmiskenbaar heeft gepositioneerd – probeert in die ontwikkeling een stimulerende en inspi­ rerende rol te spelen. Klein verzamelde aan de ‘aanbodkant’ de afgelopen zes jaar een koplopergroep van 250 bedrijven, met daaronder klinkende namen als Unica, Remeha, Colt en Royal HaskoningDHV. “Stuk voor stuk partners die inzien dat zij niet langer verticaal moeten blijven acteren”, zegt hij. “Daarnaast zijn het bedrijven die bereid zijn hun kennis te delen en toekomstgericht denken.”

“What has been the norm for decades in other sectors, is now seeping into the construction industry as well: to measure is to know” Transition He anticipates a huge transition in the construction industry. He predicts that due to the developments in ICT, automation and installation industries will be leading the construction processes, especially because

of the advance of local smart grids in the energy supply. His prediction is that 60% of the market will consist of demanddriven, industrialized concept construction. Houses and buildings are built to be tem­ porary and can be completely dismantled, so the used materials become the raw materials of tomorrow. Furthermore, the chain is moving towards OEM-like structures, with a more conscious market and where market demand is the leading factor.

Transitie Hij voorziet in de gebouwde omgeving een gigantische transitie. Door de ontwik­ kelingen op het gebied van ict wordt de automatiserings- en installatiewereld leidend in de bouwprocessen, voorspelt hij, ook en met name door de opmars van lokale smart grids in de energievoorziening.

“Wat al decennia in andere sectoren geldt, dringt nu ook in de bouw door: meten is weten”

This process cannot be reversed, he says. “The supply-driven times are over. When it comes to design, it is no longer aesthetics, but sustainable quality and functionality which are the dominating factors. This creates opportunities for companies that do not see the lower limit as their reference point but continuously strive for impro­

De markt – zo is zijn voorspelling – wordt voor 60 procent vraag-gestuurde, geïndustrialiseerde conceptbouw. Huizen en gebouwen worden voor de tijdelijkheid neergezet en zijn volledig te de-assem­

27


We connect your business to the internet

Uw klanten via internet toegang geven tot uw business? Luminis realiseert veilige, schaalbare en uiterst gebruikersvriendelijke applicaties voor ieder device. Als vooruitstrevend IT bedrijf richt Luminis zich op het ontstaan of uitbouwen van nieuwe businessmodellen van haar klanten. Hiervoor gebruiken we nieuwe software technologie, met name internet technologie. Deze innovaties brengen we samen met klanten naar de markt.

Contact Luminis Arnhem Westervoortsedijk 73 6827 AV Arnhem www.luminis.eu 088-5864620 info.arnhem@luminis.eu

Luminis goo.indd 1

15-09-15 08:59

ICL goo.indd 1

30-09-15 07:56


bleren, zodat de gebruikte materialen de grondstoffen worden voor morgen. Boven­ dien kantelt de keten naar OEM-achtige structuren, met een bewustere markt en een marktvraag die leidend is.

“De sector opereert op een ondergrens – het Bouwbesluit – en iedereen die daaraan voldoet, mag meedoen” vement, for an integrated approach and a move away from the €7 to 9 billion failure costs the construction industry still has every year. In the future all ten million buildings will be in a 3D or 4D database and we’ll be measuring what is happening

Dat proces is niet meer te keren, zegt hij. “De aanbod-gedreven tijd is voorbij. In het ontwerp domineert niet esthetiek, maar duurzame kwaliteit en de functionaliteit. Daarin is ruimte voor bedrijven die de ondergrens als referentiepunt loslaten en streven naar voortdurende verbetering, naar een integrale benadering en die weg willen van de zeven tot negen miljard euro aan faalkosten waar de bouw ook nu jaarlijks nog voor tekent. Straks zitten alle tien miljoen gebouwen in een 3D- of 4Ddatabase en wordt 24/7 gemeten wat er gebeurt. Wat al decennia in andere sectoren geldt, dringt nu ook in de bouw door: meten is weten. Dat gaat voor een aardverschuiving zorgen.”

“The sector operates using a lower limit – the Building Decree – and anyone who meets this, can participate”

www.DuurzaamGebouwd.nl

www.DuurzaamGebouwd.nl

24/7. What has been the norm for decades in other sectors, is now seeping into the construction industry as well: to measure is to know. This is going to create a major shift.”

Platform Duurzaam Gebouwd ontstond in 2009 en groeide

The Sustainable Construction Platform was founded in

de afgelopen jaren uit tot een begrip in de bouw- en

2009 and over these last few years has become widely

vastgoedwereld. Het platform heeft meer dan honderd

known in the construction industry and real estate sector.

topexperts aan zich gebonden en werkt samen met 250

Meanwhile, more than 100 leading experts have joined

partners, koplopers in het bedrijfsleven. Partners verbin­

and the platform collaborates with 250 partners, leading

den zich voor drie jaar aan het platform, denken mee over

companies in the business sector. Partners join the platform

de koers ervan, bloggen en wonen bijeenkomsten bij.

for three years, think along about its course, blog about

Daarnaast hebben zo’n zestig brancheorganisaties zich

it and attend meetings. Also, around sixty interbranch

verbonden aan het platform, dat de samenwerking in de

organisations work with the platform, which wants to

sector wil stimuleren, wil inspireren en wil helpen inno­

stimulate collaboration in the sector, hopes to inspire and

veren. De ‘community’ van Duurzaam Gebouwd telt ruim

also wants to help innovate. Sustainable Construction’s

12.500 twitteraars. Het platform laat zich in alle regio’s zien

‘community’ has over 12,500 Twitter followers. The platform

met themabijeenkomsten. ‘Kroonjuweel’ is Building Holland,

organizes theme meetings in every region. The ‘crown

hét jaarlijkse integrale event voor de bouw en vastgoed

jewel’ is Building Holland, the annual integral event for

waar het platform sectorbreed laat zien wat in de markt

construction and real estate, where the platform shows

gebeurt.

what is happening in the market sector wide.

29


Andelco your flexible partner for rubber parts

Andelco Industrial Products B.V. Spaarpot Oost 3 5667 KT Geldrop Netherlands

Andelco goo.indd 1

M&G goo.indd 1

Tel.: Fax.: E: W:

+31(0)40 285 88 03 +31(0)40 285 27 25 info@andelco.nl www.andelco.nl

12-10-15 Elhi goo.indd 14:21 1

W W W.ELHI.NL

06-10-15 13:18

15-10-15 15:26


Oplossingen voor energiebesparing

Energy-saving solutions

Als toonaangevende partij voor innovatieve klimaat- en warmwateroplossingen neemt Remeha verantwoordelijkheid voor mens, milieu en product. Op basis van tientallen jaren ervaring werkt het bedrijf onder meer aan oplossingen voor energiebesparing en de beperking van de CO2-uitstoot. Hieronder enkele voorbeelden uit de praktijk.

As a leading company providing innovative air conditioning and hot water solutions, Remeha fully assumes its responsibility for man, environ­ ment and product. Using decades of experience, the company is working on solutions for energy savings and reduction of CO2 emissions. Below a few practical examples.

Revolutionair zijn de resultaten die Remeha boekt met de gas­ absorptiewarmtepomp die enkele jaren geleden op de markt kwam. De Remeha Gas HP heeft in de eerste periode na zijn introductie bewezen een van de meest effectieve instrumenten te zijn om op rendabele wijze een bestaand gebouw energiezuinig te maken. Het gasgestookte toestel kan in combinatie met nieuwe of bestaande cv-ketels het totale gasverbruik sterk reduceren en daarmee ook de CO2-uitstoot verminderen. Energiebesparing De resultaten van de eerste projecten met de Remeha Gas HP waren direct boven verwachting. Zo liet Woningstichting Vaals twee gebouwen met in totaal ruim driehonderd flatwoningen uitrusten met enkele, in cascade geplaatste, gasgestookte warmte­ pompen op het dak. Uitgangspunt was met de nieuwe installatie een energiebesparing van 18 procent te behalen. Met intensieve, actieve monitoring en een optimale inregeling werd na een jaar in twee flatgebouwen echter een energiebesparing van respectieve­ lijk 28 en 34 procent gerealiseerd.

The results Remeha reached with the gas absorption heat pump they brought on the market several years ago, were quite revolutionary. During the first period after its introduction, the Remeha Gas HP proved to be one of the most effective instruments to cost-effectively make an existing building energy-efficient. In com­ bination with new or existing boilers, the gas-fired appliance can strongly reduce the amount of gas consumption and therefore of CO2 emissions.

In 2014 volgde woningcorporatie Allee­Wonen in Roosendaal het voorbeeld van woningstichting Vaals. AlleeWonen, dat in 2013 al aankondigde door de gewijzigde financiële situatie minder in te zetten op nieuwbouw en meer focus aan te brengen op de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad, pakte in 2014 onder meer de verwarming en warmwatervoorziening van het

Energy savings The results of the first projects using the Remeha Gas HP exceeded expectations. For example, housing association Vaals placed

31


complex Beneluxflat aan. De plaatsing van gasabsorptiewarmtepompen in combinatie met een collectief HR-systeem helpt de energieprestaties van de woningen te verbeteren en de woonlasten te drukken. Remeha vervulde in het project een advi­ serende rol.

several cascaded gas-fired heat pumps on the roof of two buildings with over three hundred apartments. The goal was to reach 18 percent in energy savings with the new installation. With intensive, active monitoring and an optimal adjustment, at the end of the year energy savings of 28 and 34 percent respectively were realised in the two apartment buildings.

De resultaten van de eerste projecten met de Remeha Gas HP waren direct boven verwachting

In 2014 housing corporation AlleeWonen in Roosendaal followed the example of housing association Vaals. AlleeWonen, which announced in 2013 to focus less on new construction and more on making their existing buildings more sustainable due to their changed financial situation, addressed the heating and hot water supply of their Benelux apartment complex in 2014. The placement of gas absorption heat pumps combined with a collective HR system, helps to improve the apartments’ energy performance and to reduce the cost of housing. During this project Remeha was an advising party.

Rendabel Fraaie resultaten boekt Remeha eveneens met het in 2010 voor het eerst geïntro­ duceerde zonneboilersysteem ZentaSOL en de latere zonlichtsystemen RemaSol en Calora Tower. ZentaSol bestaat uit een boilervat met één of twee collectoren en is gebaseerd op het zogenoemde terugloopprincipe, waardoor het geen chemische toevoegingen (glycol) nodig heeft. RemaSol is een drukgevuld boilersysteem en Calora Tower is een cv-ketel en zonneboiler­ systeem in één. Het effect van ‘solar first’ zorgt ervoor dat het instelpunt van de ketel wordt aangepast aan het zonlicht.

The results of the first projects using the Remeha Gas HP immediately exceeded expectations Profitable Remeha also achieved satisfying results with the solar boiler system ZentaSOL, introduced in 2010, and the later sunlight systems RemaSol and Calora Tower. ZentaSol consists of a boiler tank with one or two collectors and is based on the so-called ‘drain-back’ principle, ensuring it doesn’t need chemical additives (glycol). RemaSol is a supercharged boiler system, while Calora Tower is a boiler and a solar boiler system in one. The effect of ‘solar first’ means that the boiler’s set point is adapted to sunlight. The more sun (and therefore energy intake), the more the setting point of the hot water is reduced to guarantee a higher intake.

Hoe meer zon (en daarmee energieinname), hoe meer het instelpunt voor het warme tapwater wordt verlaagd om een hogere inname te waarborgen. De zonlichtsystemen van Remeha, aan­ gesloten bij brancheorganisatie Holland Solar, dragen bij aan vermindering van de CO2-uitstoot. Een belangrijk argument om te investeren in systemen voor zonne-energie is daarnaast de lagere energierekening.

Remeha’s sunlight systems, accredited by trade association Holland Solar, contribute to the reduction of CO2 emissions. Another important argument to invest in solar energy systems is the lower energy bill.

32


Ignition Systems ISO-9001 ISO/TS16949 UW LEVERANCIER VOOR

YOUR SUPPLIER FOR

MACHINEVORM ZAND GIETWERK

MACHINE MOULDED SAND CASTING

HANDVORM ZAND GIETWERK

HAND MOULDED SAND CASTING

PROTOTYPE GIETWERK

PROTOTYPE CASTING

KERNPAKKET GIETWERK

SAND CORE PACKAGE CASTING

HOGEDRUK GIETWERK

HIGH PRESSURE DIE CASTING

COQUILLE GIETWERK

GRAVITY DIE CASTING

NABEWERKING

MACHINING

MONTAGE & ASSEMBLAGE

MOUNTING & ASSEMBLY

Experts for high voltage and high temperature Ignition of gas-, oil- and biomass burners Mr. Juergen Schuesser Sales Manager Phone +49 9263 875 - 925 j.schuesser @ stb.rauschert.de

W W W. A L G I E TO L . N L

AluminiumGieterij goo.indd 1

Rauschert Steinbach GmbH

|

www.rauschert.com

|

Fabrikweg 1 96361 Steinbach a.Wald

| Germany

08-09-15 Rauschert 13:03 goo.indd 1

insights Insights is een uitgave van Insights is published by Goo Media T +31 (0)71 - 70 70 161 I www.goomedia.nl

Productie  production Renate Claassens Ellen van Vliet

Directie  Director Ernst Delfos

Vormgeving  Design Marinka Peeters

Realisatie en coördinatie Realisation and coordination Mandy van Aerde Nima Larkani Peter Molenaar Willeke van de Ree Milco Sprink Udo de Vriend

Tekstproductie  Editing Bak & Bakker cs journalisten

01-10-15 15:01

Remeha B.V. T +31 (0)55 - 549 69 69 I www.Remeha.nl

© Goo Media 2015 Niets in deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Hoewel bij de samenstelling van deze uitgave de grootst mogelijke zorgvuldigheid wordt betracht kunnen uitgever en auteurs geen aan­sprakelijkheid aanvaarden voor de gevolgen van eventuele onjuistheden of onvolledigheden. No part of this publication may be reproduced or publicised in any form by print, photocopy, microfilm or any other means without written permission from the publisher. Whilst every care has been taken in compiling this publication to ensure the accuracy of the content, the publisher and authors cannot be held responsible for the consequences of any errors or omissions.

ISSN: 1570 - 9876 Deze uitgave is CO2 neutraal geproduceerd This publication is produced CO2 neutral

Deze uitgave kwam tot stand dankzij de medewerking van: This publication was realised with the cooperation of: Alukan B.V.
 • Aluminium Gieterij Oldenzaal BV • Andelco Industrial Products B.V. • Batenburg Bevestigingstechniek • Valve Cimberio Technological Solutions • Celcius Heat Management • Elhi Polymer Moulding • Gelria Pakking B.V. • Goma B.V. • Grundfos Holding A/S • HTR Group • ICL • LeasePlan Nederland N.V. • Luminis Arnhem BV • M&G Group /Muelink & Grol • Myson Fan Convectors • Rauschert Steinbach GmbH • Tasseron Sensors B.V.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.