Adel Abdessemed
04.03
3
03.06 2018
Otchi Tchiornie EXPO GRAND HORNU WWW.MAC-S.BE Dans le cadre d’EXTRA, avec le soutien de l’Institut français et du Service de coopération et d’action culturelle de l’Ambassade de France en Belgique.
ADEL ABDESSEMED Twee tentoonstellingen in twee Europese steden
Begin 2018 is de Europese actualiteit van Adel Abdessemed van die aard dat het MAC’s en het mac Lyon ervoor hebben gekozen om samen te werken om de creatieve, humanistische en radicale dimensie van deze kunstenaar te belichten. De twee tentoonstellingen, L’Antidote en Otchi Tchiornie, staan los van mekaar maar zijn tegelijk ook complementair. L’antidote mac Lyon, Frankrijk 09.03 tot 08.07.2018 L’antidote, de titel van de tentoonstelling, verwijst naar een café in Lyon waar Adel Abdessemed toen hij student was aan de ENSBA (de École des Beaux-Arts) vaak kwam. Daar ontmoette hij Julie, zijn toekomstige echtgenote. De tentoonstelling staat volledig in het teken van de autobiografie. Maar ze fungeert tegelijk als tegengif tegen de autoritaire, fundamentalistische en gewelddadige werelden van alle strekkingen. Een ode aan het mens-zijn… Otchi Tchiornie MAC’s, België 04.03 tot 03.06.2018
>>>
Adel Abdessemed «Otchi Tchiornie»
DE TENTOONSTELLING
Het MAC’s opent het expositiejaar 2018 met werk van een van de meest gewaardeerde hedendaagse Franse kunstenaars, Adel Abdessemed, bekend voor sensatiewerken zoals het grote beeld van de kopstoot van Zidane tijdens de finale van het Wereldkampioenschap voetbal 2006. De manisfesttentoonstelling in Le Grand-Hornu bestaat hoofdzakelijk uit nieuwe werken die speciaal voor deze plek werden gemaakt. De Frans-Algerijnse kunstenaar, in 1971 geboren in Constantine, studeerde eerst aan de École des Beaux-Arts in Algiers en daarna, vanaf 1995, aan de École nationale supérieure des Beaux-Arts in Lyon. Vanaf 2001 woonde, werkte en exposeerde hij in New York. Nu woont en werkt deze eeuwige banneling afwisselend in Parijs en Londen. De werken van Adel Abdessemed grijpen je naar de keel. Ze focussen op het leed in de wereld – geweld, terreur, hypocrisie... –, niet om je tot wanhoop te drijven, maar om je eraan te herinneren dat je als bewoner van deze wereld helaas onvermijdelijk betrokken bent bij al die wreedheid, maar toch de vrijheid hebt om te kiezen tussen grauwe desillusie en vreugde omdat je leeft. Ze raken je niet alleen daarom. Ze prikkelen ook je verbeelding omdat hun poëtische beelden de klassieke vormen en de directe figuratie niet schuwen en je het geweld in de hedendaagse wereld onder ogen brengen in de vorm van allegorieën – en je de vrijheid hebt om ze te interpreteren en te beoordelen. De tentoonstelling kreeg de titel Otsji Tsjornyje (‘Zwarte ogen’) mee, een verwijzing naar een bekend lied uit het repertoire van het koor van het Rode Leger. Met de vrijpostigheid van iemand die danst op gloeiende houtskool heeft Adel Abdessemed van deze expositie een manifest tegen barbarij en voor vrijheid gemaakt. Een rood tapijt, symbool van officiële macht, loopt door de hele tentoonstelling. Die opent met een absurd beeld dat veel zegt over onze algehele ontreddering als het om oorlog gaat: een kamikazeduif op een openbare bank – je zult wel even nadenken voor je daar gaat zitten...
Adel Abdessemed «Otchi Tchiornie»
Daarna volgen twee werken die inspelen op de antagonistische ‘lichte zwartheid’ die als kenmerk van steenkool de hele geschiedenis van Le Grand-Hornu (utopie en ellende) doordringt en ook op deze expositie de toon zet: Soldaten, een indrukwekkende reeks houtskooltekeningen van militairen in uniform op basis van internetbeelden, en Otsji Tsjornyje, in verkoold hout gesculpteerde silhouetten van leden van het koor van het Rode Leger die in 2006 omkwamen bij de crash van het vliegtuig dat hen naar Syrië moest brengen. Het parcours eindigt met een poëtische, enigmatische evocatie van ‘De grot’ een soera uit de Koran die het verhaal bevat dat in de christelijke traditie bekend is als ‘De zeven slapers van Efeze’. Naar aanleiding van deze tentoonstellingen, publiceren het Musée d’Art Contemporains du Grand-Hornu en het Musée d’art contemporain van Lyon samen met het Mercatorfonds een catalogus bestaande uit twee delen van telkens 128 pagina’s in een tweetalige Frans-Engelse versie.
Adel Abdessemed «Otchi Tchiornie»
Adel Abdessemed «Otchi Tchiornie»
“Terwijl de heerschappij van spectaculaire beelden voor gevolg heeft gehad dat wij grotendeels verplicht zijn om in een wereld te leven die beperkt is tot het heden, zonder verticale temporaliteit (noch verleden, noch toekomst), confronteren de werken van Adel Abdessemed ons met een heden dat rijk is aan verledens (zowel dat van de kunstgeschiedenis, als dat van het denken of van historische gebeurtenissen). Dit heden legt ons de taak op om toekomsten te bedenken door onze plaats in de wereld te bepalen, een plaats die eerlijk en waarachtig is in de mate dat de beeldobjecten waarmee hij ons confronteert dat ook zijn, en dat ze het resultaat zijn van een wil om ‘de wereld recht in de ogen te kijken en hem te veranderen.’[1] Het werk van Abdessemed doet ons beseffen dat de enigen die de ware wereld laten zien, de kunstenaars zijn.” Fragment uit de tekst van Eric de Chassey voor de tentoonstellingscatalogus Adel Abdessemed. Otchi Tchiornie, uitgegeven door MAC’s / Mercatorfonds, 2018. ________________________________________ [1] Adel Abdessemed, Gesprek met Pier Luigi Tazzi, Actes Sud, Arles, 2012, p. 31.
Adel Abdessemed, Soldaten(detail), 2014.Courtesy van de kunstenaar
Adel Abdessemed «Otchi Tchiornie»
TENTOONGESTELDE WERKEN
Adel Abdessemed «Otchi Tchiornie»
Bristow, 2016
Soldaten, 2012-2014
Naast de soldaat of de straatveger, is het ‘oorlogsdier’ een van de leidmotieven van het werk van Adel Abdessemed. In 2011 wijdde hij hieraan al een indrukwekkende reeks grote houtskooltekeningen die hij La Grande Parade noemde. Dit militair bestiarium is zowel realistisch als symbolisch. Het verwijst direct naar de gruwelijke missies van antitankhonden tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar symboliseert ook het tragische karakter van een wereld die door de mens in een hinderlaag wordt veranderd – zoals Bristow de duif met bomgordel die Adel Abdessemed ontwierp als sculptuur voor een openbare ruimte in Londen. De titel van het werk verwijst naar een antiheld die Frank Dickens opvoerde in zijn gagstrips die regelmatig in een Londense krant verschenen. Het werk getuigt ook van de banalisering van het tragische dat, losgekoppeld van het sublieme, belichaamd wordt door het prozaïsche bestaan van de ‘kleine man’ die, zoals de kantoorklerk Bristow, door zijn broodwinning het echte leven uit het oog verliest.
De figuur van de geüniformeerde soldaat in actie is het motief van een uitgebreide reeks houtskooltekeningen gebaseerd op internetbeelden, waaraan Adel Abdessemed twee jaar lang werkte. Deze beelden zijn symptomatisch voor zijn uiterst gestuele en woeste manier van tekenen. Ze geven de indruk dat ze naar levend model zijn getekend alsof de kunstenaar midden in de actie bij de operaties aanwezig was. Het ensemble, bestaande uit een veertigtal ‘Soldaten’ , vormt een indrukwekkend leger dat , als een van buiten de burgerlijke maatschappij gekomen spelbreker – zoals wat we vandaag in onze steden met militaire patrouilles meemaken –, vraagtekens plaatst bij de territoriale logica van de gevestigde orde. In die zin verwijzen de soldaten van Adel Abdessemed, zoals de Duitse titel suggereert, ook naar de ‘oorlog’ die Nietzsche voerde tegen een filosofie van de innerlijkheid door middel van een denken dat verbonden is met de buitenwereld. Dit denken sluit goed aan bij het strijdlustige temperament van de kunstenaar wiens meest geliefde uitspraak een krachtig ‘ten aanval!’ is.
Otchi Tchiornie, 2018 Dit werk bestaat uit 27 beelden in verkoold hout van leden van het koor van het Rode Leger die in 2006 omkwamen bij de crash van het vliegtuig dat hen op Kerstdag naar Syrië moest brengen om er te zingen voor de Russische troepen. Otchi Tchiornie is typerend voor de manier waarop Adel Abdessemed voor zijn werk vertrekt van schokkende indrukken die bepaalde beelden of gemediatiseerde gebeurtenissen op hem maken. De titel van het werk – in het Nederlands Zwarte ogen – is tevens de titel van een lied uit het folkloristische repertoire van het koor en verwijst naar de nostalgische ziel van het Russische volk, maar ook letterlijk naar de zwartheid van het verkoolde hout waaruit de beelden zijn gemaakt. Zoals dat vaak het geval is met het werk van Adel Abdessemed, is Otchi Tchiornie een antimonument, een sculpturenreeks die het communistische revolutionaire ideaal dat in de hoopvolle volksliederen wordt uitgedragen, vereeuwigt door middel van het tragische lot van een van zijn meest populaire symbolen. Dit werk dat speciaal voor deze ‘manifest-tentoonstelling’ in het MAC’s is gemaakt, verwijst door het materiaal – houtskool – dat de kunstenaar ook gebruikt om te tekenen, naar de voormalige industriële activiteit van de Le Grand-Hornu en de teloorgang van zijn sociale utopie.
Moutarde, 2018 In het midden van de grote vierkante zaal van het MAC’s bevindt zich het horlogemechanisme van Moutarde, een monumentale assemblage van een constant draaiend metalen raderwerk. Ze fungeert als verblijf voor zeven opgezette katten die een eeuwige slaap lijken te slapen. Het werk, dat buiten wordt bewaakt door een in houtskool getekende hond, evoceert een ruimte ‘buiten de tijd’, maar ook een gevangenis, een heiligdom of een graf. De sculptuur fungeert als allegorie, zoals een mythe, en is deels een transpositie van de befaamde legende van ‘De zeven slapers’, een martelarencultus met als opvallendste historische bijzonderheid dat hij zowel in de christelijke als in de moslimtraditie bestaat. De titel van het werk verwijst naar het bekende gebruik van mosterd als afweermiddel tegen katten, maar ook naar mosterdgas. Dit chemisch wapen werd in 1917, tijdens de Eerste Wereldoorlog, in de Belgische stad Ieper voor het eerst in de geschiedenis ingezet.
Adel Abdessemed «Otchi Tchiornie»
Adel Abdessemed «Otchi Tchiornie»
BIOGRAFIE VAN DE KUNSTENAAR
1971 Geboorte in Constantine, Algerije.
Adel Abdessemed werd begin jaren ’70 in een bescheiden familie in Algerije geboren. “Ik ben geboren in Constantine, uit een moslim-moeder in een Joods huis en met katholieke zusters als vroedvrouwen. Ik denk dat ik op die dag alle goden van het monotheïsme bijeen heb gebracht.” Over zijn jeugd vertelt hij het volgende: “In Algerije vanaf de 15e van de maand, als het salaris van mijn vader op zich liet wachten, gaf mijn moeder ons een stuk brood met een tomaat en wat olijfolie. In het begin van de maand bereidde ze ons festijnen met een overvloed aan gebakjes. Ik vond dat allebei goed. Ik werk vandaag ook zo, op het kruispunt van uitersten.” Hij heeft de ‘bloedige jaren’ gekend en een jeugd die wanhoopt in haar geboorteland, en herhaalt: “Kunst was de enige manier om te ontsnappen. […] ik koos niet voor de kunst, de kunst heeft mij gekozen.” Adel Abdessemed die van zichzelf zegt dat hij ‘door de wreedheid’ is gevormd, maakt gebruik van het geweld en de beroering van onze hedendaagse wereld om er indringende beelden mee te maken die waarheden als een klok verkondigen, die met één blik te vatten zijn en zich op het netvlies branden. Hij gaat ook de confrontatie aan met meesterwerken als het Isenheim- altaarstuk van Grünewald of de Guernica van Picasso. Adel Abdessemed heeft het gemunt op taboes en put soms uit de literatuur of de kunstgeschiedenis om te spelen met materialen (prikkeldraad, dynamiet, cannabishars, marmer…) en zijn eigen visie op geweld te geven. Hij doet dit in de vorm van installaties, sculpturen en video’s. Het zijn werken als een ‘vuistslag’ of als de fameuze ‘kopstoot’ die Zidane aan Materazzi* gaf en die Adel Abdessemed in brons heeft gegoten: een bronzen ode van vier meter hoog aan de mislukking. “Ik zag het geweld van Zidane op het scherm en voelde het als een slag in mijn gezicht. Ik wilde de duistere kant van de held laten zien, de hang naar het onvermijdelijke lot en de opzienbarende directheid van een gebaar.” * Door een kopstoot te geven aan de Italiaan Materrazzi op de finale van de wereldbeker voetbal in 2016, zette Zidane een enigszins te verwachten definitief punt achter zijn carrière.
1987-1990 Studeert aan de Ecole des BeauxArts in Batna. 1990-1994 Studeert aan de Ecole des BeauxArts van Algiers. 1994 Ahmed Asselah, directeur van de Ecole des Beaux-Arts van Algiers, en zijn zoon worden binnen de muren van de school door moslimstrijders vermoord. Na deze daad van geweld verlaat Adel Abdessemed de school en besluit om naar Frankrijk te trekken. 1994-1998 Zet zijn studies voort aan de École nationale supérieure des Beaux-Arts van Lyon en behaalt er zijn diploma. 1999-2000 Verblijft met een beurs in de Cité Internationale des Arts van Parijs. 2000 Exposeert Oui, een ster in cannabishars in het Musée d’Art moderne de la Ville de Paris. Ze verwekt schandaal. In juni neemt hij op uitnodiging van commissaris Francesco Bonami deel aan Manifesta 3 in Ljubljana. “DE TENTOONSTELLING WAS EEN OPEN DEBAT OVER DE WESTERSE KUNST EN DE GLOBALISERING, OVER HET VERVAL VAN EUROPA EN HET GEWELD IN DE BALKAN.” 2000-2001 Krijgt een beurs om deel te nemen aan het International Studio Program in het PS1 Contemporary Art Center in New York. 11 september 2001 Hij is getuige van de instorting van de tweede toren van het World Trade Center. 2001 Eerste solotentoonstellingen in de Kunsthalle van Bern (Zwitserland) en in galerie Laura Pecci (Milaan, Italië).
2002-2004 Vestigt zich in Berlijn waar hij zijn reusachtig, leviterend menselijk skelet Habibi exposeert. 2003-2009 Neemt deel aan meerdere internationale Biënnales: Venetië (2003 en 2007), São Paulo (2006), Lyon (2009), Istanbul (2007), Havana (2009), Marrakech (2009). 2004 Expositie Le citron et le lait in het Musée d’Art moderne et contemporain van Genève. 2004-2008 Gaat terug in Parijs wonen. 2006 Genomineerd voor de Prix Marcel Duchamp. 2007 Solotentoonstelling Dead or alive in het PS1, New York. 2008 Exposities op Glasgow International en in het San Francisco Art Institute waar zijn video Trust me gecensureerd wordt. Op zijn solotentoonstelling in het CNAC-Magasin in Grenoble met de titel Drawing for Human Park toont hij onder meer zijn ongelooflijke ‘vlecht’ van drie vliegtuigen, Telle mère, tel fils. 2009 Vertrekt opnieuw naar New York. 2010 Vestigt zich opnieuw in Parijs. Adel Abdessemed staat op de 41e plaats in de lijst van de meest invloedrijke persoonlijkheden in de kunstwereld in Frankrijk, opgesteld door L’Œil (maart 2011).
Adel Abdessemed «Otchi Tchiornie»
Adel Abdessemed «Otchi Tchiornie»
2012 Het Centre Pompidou organiseert de solotentoonstelling Je suis innocent en exposeert op het voorplein de monumentale sculptuur Coup de tête. Zijn werk Décor wordt geëxposeerd in het Musée Unterlinden in Colmar. Dit ensemble van vier Christusfiguren in prikkeldraad gaat een dialoog aan met het Isenheimaltaarstuk van Matthias Grünewald, waarop Adel Abdessemed zich inspireerde. 2013 Tentoonstelling L’âge d’or in het Mathaf, Museum voor Hedendaagse Kunst in Doha, Qatar. Zijn werk Coup de tête wordt weggehaald van de daklijst van het museum met als argument dat het “aanzet tot afgoderij en dat de islam elke voorstelling van mensen of dieren verbiedt.” 2015 Tentoonstelling From here to eternity in galerie Venus, in Los Angeles. De vernissage wordt geannuleerd. Ze was gepland voor 14 november, de dag na de aanslagen in Parijs. 2016 Tentoonstelling Jalousies in het Musée de Vence, georganiseerd door Eric Mézil van de Collection Lambert in Avignon met een scenografie van Jean Nouvel, architect van het Institut du monde arabe. In maart 2018 worden in Europa drie gelijktijdige tentoonstellingen met werk van Adel Abdessemed georganiseerd: - In het MAC’s/Grand Hornu in België, Otchi Tchiornie van 4 maart tot 3 juni 2018 - In het macLYON in Lyon, Frankrijk, L’anecdote van 9 maart tot 8 juli 2018 - In de Dvir Gallery in Brussel, van 1 maart tot 14 april 2018
Adel Abdessemed, Lincoln, 2009, Biennale Le spectacle du quotidien, Lyon. Courtesy van de kunstenaar en David Zwirner, © Blaise Adilon
C I B L E
DitsMUSÉES 22 POUR MUSÉES CIBLE
P O U R
19,00 €
9 782930 368726
M U S É E S
Revue du Musée des Musée des Arts Contemporains Arts Contemporains auGrand-Hornu Grand-Hornu / Collection Dits au 9 782960 087864
Cabinet d’amateurs #13 : Musée pour cible Avec l’art11contemporain, retournement de situation politique Van februari tot 8 par aprilun 2018 né de la contre-culture occidentale des sixties, le musée a cessé d’être auxaanleiding mains des van seulsdeconservateurs pour Naar lancering vanet commissaires het grafisch en passer également entre celles des artistes. Dans cet esprit utopique redactioneel volledig vernieuwde jaarlijkse tijdschrift DITS, ou subversif, le modèle muséal cible d’actes créatifs, presenteert het MAC’s in deest zaaldevenu van delanoordelijke vleugel parfois violents, visanteen à leaantal vivifier, à le rendre plus proche de la van Le Grand-Hornu werken en archieven die zowel nature, de la réalité sociale, mais aussi du vécu personnel. Avec artistiek, cultureel als kritisch aansluiten bij de inhoud van ditpeu de moyens, nummer.comme Dit heeftlealssculpteur thema hetafro-américain museum en de Noah kritiekPurifoy, daarop ou avecdoor l’appui de puissants mécènes, comme le sculpteur Rei Naito et internationaal befaamde hedendaagse kunstenaars l’architecte Nishizawa, musée s’est parfois chaos als NoahRyue Purifoy, Tamar le Guimarães, Ytoéloigné Barrada, FionaduTan, desDayanita villes pourSingh, s’installer un désert arideCharlier, ou sur une île paradiFreddans Wilson, Jacques Christoph siaque. Démasqué commeen une institution autoritaire De conditionnant Büchel, Wesley Meuris Jompet Kuswidananto. selectie notre regard contrôlant l’histoire, celle racontée les vainqueurs, van dezeetdocumenten – persknipsels, boeken,par lithografieën, il a vu aussi ses dispositifs d’exposition, indépendamment de sa film, prentbriefkaarten… – wordt gepresenteerd in dialoog mission histoire zoologie), par lesdie intermet (ethnographie, een aantal werken uitde del’art, collectie van minés het MAC’s ventions de Fredvan Wilson, par constructions de Wesley het concept het renversés museum in deleshuidige wereld op een Meuris, les pastiches de Jacques Charlier ou encore meerparodiés indirectepar manier bevragen. Het betreft werken van onder meer Joachim Büchel Koesterqui entransforme Hans-Peterses Feldmann. De détournés par Christoph salles en centre doordealle vanpris het pourexpositie, réfugiés. samengesteld Enfin, cette étude cas kunsthistorici où le musée est pour die complète hebben bijgedragen aan deque redactie van het cibleMAC’s ne serait sans la résistance Tamar Guimarães, tijdschrift, is opgevat alsopposent een ruimtelijke van en Fiona Tan et Dayanita Singh à l’inertievoortzetting des collections, hun kritische reflectie, in zekere zin als de pop-up versie mobilisant la mémoire des images au sein de musées imaginaires, daarvan. tentoonstellingsruimte staat in verbinding metpar poétiques ouDe encore portatifs, à l’instar du Nanomuseum conçu het documentatiecentrum van Le Grand-Hornu dat eveneens Hans-Ulrich Obrist. in de noordelijke vleugel is ondergebracht. Het publiek krijgt toegang tot een gezellige minibibliotheek met een selectie werken die direct in verband staat met de inhoud van de publicatie en de tentoonstelling.
DITS # 22
OP HETZELFDE MOMENT IN HET MUSEUM
Cabinet d’amateurs #13 : Musée pour cible
Musée des Arts Contemporains au Grand-Hornu / Collection Dits #22. Image en couverture : Nanomuseum de Hans-Ulrich Obrist, musée portatif. Exposition : Gabriel Orozco. Photo : Rudi Molacek.
Cabinet d’amateurs #13 : Musée pour cible
Cabinet d’amateurs #14 : Jef Geys, Quadra
OP HETZELFDE MOMENT IN HET MUSEUM
EXPOSITIE : Jef Geys, Quadra (Commissaire : Francis Mary) Van 29 april tot 23 september 2018 Al meer dan vijftig jaar ontwikkelt JEF GEYS zijn veelvormige artistieke project vanuit zijn dorp Balen in de Kempen. Deze streek op de grens van België en Nederland onderscheidt zich van het aangrenzende industriële landschap, door een relatief intact bewaarde natuur. Jef Geys, wiens oeuvre aansluit bij de conceptuele kunst, wil de esthetica uitbreiden tot het domein van de ethiek en zelfs dat van de politiek. Zijn werk heeft talloze, vanzelfsprekende banden met de sociale context waarin het verankerd is en heeft een uitgesproken autobiografische dimensie. Daarom vinden veel van zijn acties plaats op de snijlijn van de privésfeer en de openbare ruimte: deelname aan een lokale staking, onderzoek naar de volkstaal, planten zaaien in zijn tuin… In 2009 nam hij als Belgische vertegenwoordiger deel aan de Biënnale van Venetië en presenteerde daar zijn Quadra Medicinale, dat eens te meer blijk geeft van zijn interesse voor de notie ‘terroir’. Voor dit interdisciplinaire en coöperatieve project vroeg hij vier personen om in hun respectieve steden (Villeurbanne, NYC, Moskou, Brussel) in een kwadrant van een vierkante kilometer wilde planten te verzamelen met de utopische bedoeling om aan daklozen te leren hoe ze zich kunnen verzorgen met wat in de straat groeit. Op uitnodiging van het MAC’s zal Jef Geys in 2018 het Quadraproject op de site van Le Grand-Hornu verderzetten. In de lente zal hij hier acht plantenbakken plaatsen die de schematische vorm hebben van de geopolitieke grenzen van acht Europese landen: Duitsland, Nederland, Italië, Spanje, Portugal, GrootBrittannië, Frankrijk en België. In deze ‘tuinen’, die allemaal dezelfde oppervlakte hebben (zoals in de befaamde Atlas à l’usage des artistes et des militaires van Marcel Broodthaers), worden wilde planten gezaaid die typisch zijn voor deze regio’s om vervolgens hun natuurlijke evolutie in deze biotopen te observeren. Net als voor het Belgische paviljoen in Venetië, wordt voor Quadra, dat wordt georganiseerd in samenwerking met het zoölogisch laboratorium van de Université de Mons, in de acht landen een correspondent gemobiliseerd en het project zal fungeren als kader voor een kritische reflectie over de krachtverhoudingen tussen naties en over ecologische thema’s waar de kunstenaar al altijd interesse voor had. Naar aanleiding van deze tentoonstelling, waarvan Françis Mary commissaris is, zal de kunstenaar een speciaal Grand-Hornu-nummer van het Kempens Informatieblad uitgeven, een publicatie die hij al sinds 1977 regelmatig als communicatiemiddel gebruikt.
Cabinet d’amateurs #14 : Jef Geys, Quadra
De site van Le Grand-Hornu
Le Grand-Hornu werd in juli 2012 opgenomen in de Werelderfgoedlijst van UNESCO als parel van het Europese industrieel erfgoed van de 19e eeuw. Dit voormalige mijnbouwcomplex werd opgericht in het prille begin van de 19e eeuw en is sinds 1989 eigendom van de Provincie Henegouwen. Vandaag is het een van de belangrijkste centra voor hedendaagse kunst in België. Naast de promotie van het architecturale complex dat in de 19e eeuw als voorbeeld gold, concentreren de teams van het MAC’s en het CID zich op de hedendaagse creatie met tentoonstellingen op internationaal niveau van hedendaagse kunst en design.
Het MAC’s Musée des Arts Contemporains
Sinds het in 2002 zijn deuren opende telde het MAC’s Musée des Arts Contemporains de la FédérationWallonieBruxelles - meer dan een miljoen bezoekers, heeft het meer dan 85 tentoonstellingen georganiseerd en gezorgd voor de bekendmaking van het werk van talrijke kunstenaars van de Fédération Wallonie-Bruxelles. Internationaal bekende kunstenaars als Anish Kapoor, Christian Boltanski, Giuseppe Penone en Tony Oursler, kregen hier hun eerste grote tentoonstelling in België waarmee het MAC’s ook buiten onze grenzen befaamd is geworden. De collectie is geïnspireerd door de architecturale en historische eigenheid van Le Grand Hornu en focust op thema’s die aansluiten bij wat veel hedendaagse kunstenaars bezighoudt: herinnering, technologie, gemeenschap…
PRAKTISCH
Site du Grand-Hornu Rue Sainte-Louise, 82 B-7301 Hornu Dienst Communicatie :
Maïté Vanneste
Telefoon : 00.32(0)65.61.38.53 E-mail :
maite.vanneste@grand-hornu.be Perscontakt :
Hélène Van den Wildenberg Caracas Public Relations Telefoon : 00.32(0)2.560.21.22 GSM : 00.32(0)495.22.07.92 E-mail :
info@caracascom.com
www.mac-s.be
Voorzitter: Claude Durieux Directeur: Denis Gielen Adres: Site du Grand-Hornu Rue Sainte-Louise, 82 B-7301 Hornu (bij Bergen) Tel: +32(0)65/65.21.21 Fax: +32(0)65/61.38.91 Mail: accueil.site@grand-hornu.be Openingsuren: Alle dagen van 10 tot 18 uur, gesloten op maandag, 25/12 en 01/01. Toegangsprijs: -Gecombineerd ticket Site du Grand-Hornu / MAC’s / CID: 8€ -Groepstarief (minimum 15 pers.) of reductie: 5€ -Schoolgroepen: 2€ - Gratis voor kinderen jonger dan 6 jaar en de begeleiders van schoolgroepen. Geleide bezoeken: -in de week 50€ voor een groep van max. 25 personen -in het weekend 60€ voor een groep van max. 25 personen Reservaties: +32(0)65/65.61.38.81 Toegankelijkheid: Met de auto: via de snelweg E19 Brussel-Parijs, neem de afrit nr. 25 ‘Saint-Ghislain-Tertre-Hornu’ en neem de richting SaintGhislain, Hornu. Volg verder de pijlen tot aan de ingang van de site. Parkeren is gratis. De dichtstbijzijnde stations zijn die van Saint-Ghislain, Bergen en Valenciennes. Vanaf het station van Bergen kunt u Le GrandHornu bereiken met de bussen van TEC (lijnen 7 en 9 - halte Grand-Hornu) of met een taxi. Vanaf het station van SaintGhislain raden we u aan om een taxi te nemen