Lid Grant Thornton International Ltd
DE RETAILBRANCHE Deel A: Generieke informatie
auteur
Marcel van Trier
datum
Oktober 2013
aan
29 november 2013
Collega’s ConQuaestor (voor intern gebruik CQ/GT)
De Retailbranche
2
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
VOORWOORD Beste collega’s Dit branchedocument geeft inzicht in de structuur en werking van de Nederlandse retailbranche. Dit document kan door partners, accountmanagers, relatiebeheerders of consultants met opdrachten in de branche gebruikt worden om contacten te beheren, diensten te ontwikkelen of klanten beter te bedienen. Dit branchedocument beschrijft de ontwikkelingen in de Nederlandse retailsector die gedurende de komende drie jaar te verwachten zijn. De inhoud is opgesteld door Marcel van Trier, met inhoudelijke bijdragen van Guido Anninga, Krisna Bhageloe, Kevin Martens en Felix Motzheim. Als basis zijn de verschillende inleidingen van het CQ Retail College gebruikt, aangevuld met deskresearch en verslagen van gesprekken met klanten. Hierbij is informatie gebruikt die beschikbaar is in openbare informatiebronnen alsmede informatie en ervaring van ConQuastor collega’s. Het document begint met een algemene verkenning van de sector, gevolgd door een uiteenzetting van de
29 november 2013
De Retailbranche
typische processen binnen retailorganisaties. Daarna komen een aantal trends aan bod en de wijze waarop retailers reageren op deze trends. Vervolgens zoemen we in op internetretail en de impact daarvan op retailers. Tenslotte sluiten we het document af met een korte beschrijving van enkele subsectoren en belangrijke bronnen/spelers. Voor vragen of opmerkingen over dit document kun je je wenden tot een van de auteurs.
Marcel van Trier T: +31 (0)6 20 60 76 28 E: marcel.van.trier@conquaestor.nl
3
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
INHOUD 1. 2. 3.
SAMENVATTING INLEIDING VERKENNING VAN DE SECTOR 1. Indeling van de detailhandel 2. Overzicht van de bedrijfskolom 3. Functies in de bedrijfskolom 4. Samenwerking in de bedrijfskolom 5. De Nederlandse retail in cijfers 6. Kengetallen in retail 7. Exploitatievergelijking food 4. HET RETAIL PROCESHUIS 1. Het retail proceshuis 2. Commerciële prestatie-indicatoren 3. Kritische Succesfactoren 4. Prestatie indicatoren 5. Winst- en verliesrekening 5. TRENDS IN RETAIL 1. Krachtenmodel retail (Porter) 2. Trends en ontwikkelingen (samengevat)
29 november 2013
De Retailbranche
6.
E-RETAIL 1. E-retail als nieuwe subsector? 2. De shopper journey verandert 3. Veranderende rol van de winkel 4. E-Tailing in cijfers 5. Uitdagingen voor online retailing 7. SUBSECTOREN IN VOGELVLUCHT 1. Levensmiddelenbranche 2. Non-food: farmacie, Drogisterij en parfumerie 3. Non-food: fashion 4. Non-food: Wit- en bruingoed 5. Non-food: Doe-’t-Zelf en tuin 8. ACHTERGRONDINFORMATIE 1. Terminologie 2. Brancheorganisaties 3. Kenniscentra 4. Cijfers en trends (bronnen)
4
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
1
SAMENVATTING
1. SAMENVATTING 2. INLEIDING 3. VERKENNING VAN DE SECTOR 4. RETAIL PROCESHUIS 5. TRENDS IN RETAIL 6. E-RETAIL 7. SUBSECTOREN IN VOGELVLUCHT 8. ACHTERGRONDINFORMATIE
29 november 2013
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
5
SAMENVATTING De retailbranche in Nederland De retailbranche is sterk in beweging. Enerzijds door de opkomst van internetshopping en anderzijds door economische ontwikkelingen, zien veel retailers zich genoodzaakt hun business model aan te passen aan de dalende omzetten en marges. Een omnichannel strategie lijkt onontkoombaar. Per subsector zijn er grote verschillen in de manier waarop gebeurt. We spreken over retail als we het hebben over de sector die goederen en diensten verkoopt aan particulieren. Retail is daarmee een ruimere definitie dan het Nederlandse ‘detailhandel’ dat zich alleen bezighoudt met de verkoop van goederen aan particulieren. Het is een van de grootste commerciële sectoren in ons land. In de afgelopen decennia is de keten opgekeerd van een push-keten, waar de fabrikant dominant was, naar een pull-keten waar de consument centraal staat. De macht in de keten is komen te liggen bij de winkelketens.
en met winkel. Er zijn echter grote verschillen in de wijze waarop dit is georganiseerd. Soms zijn alle functies onder gebracht in 1 organisatie, maar soms zijn de functies ook ondergebracht in verschillende bedrijven). Retailbedrijven hebben een aantal specifieke processen, zoals merk- en formulemanagement, Category Management, Winkeloperatie, Supply ChainSet Up en Manage Customer Experience. De sturing van een retailonderneming vind plaats op een set van commerciële prestatie-indicatoren en kritische succesfactoren. Naast de genoemde trends van consumententechnologie en de economische recessie, zien we dat retailers zich beraden op hun positionering. Verder is het managen van stam- en transactiedata steeds belangrijker. Een efficiente Supply Chain moet zorgen voor efficiencywinst. Daarnaast staan duurzaamheid en toenemende regelgeving op de agenda.
Retailorganisaties bezetten de laatste schakels in de keten. In grote lijnen is dat de functie ‘groothandel’ tot 29 november 2013
De Retailbranche
6
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
2.
INLEIDING
1. SAMENVATTING 2. INLEIDING 3. VERKENNING VAN DE SECTOR 4. RETAIL PROCESHUIS 5. TRENDS IN RETAIL 6. E-RETAIL 7. SUBSECTOREN IN VOGELVLUCHT 8. ACHTERGRONDINFORMATIE
29 november 2013
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
7
INLEIDING (1) Een korte geschiedenis van de branche DEFINITIE Het woord ‘retail is afkomstig van het Franse ‘tailler’ dat in kleine porties knippen of snijden betekent. Retail betekent dus letterlijk ‘in kleine hoeveelheden verkopen’. Retail is het Engelse woord voor wederverkoop. De term ‘retail’ is feitelijk het jargon voor de levering van diensten en/of goederen voor persoonlijk gebruik aan particulieren. De Nederlandse term ‘detailhandel’ is krapper: de verkoop van goederen, zowel nieuw als tweedehands, aan particulieren. De belangrijkste detailhandelsvormen zijn winkelverkoop, ambulante handel (zoals warenmarkten) en webwinkels. In de ruime betekenis van retail vallen ook banken, verzekeraars en reisbureau’s onder retail. Daarmee is de economische term ‘retail and wholesale’ soms niet toereikend, omdat de levering van diensten daarmee impliciet wordt uitgesloten. GESCHIEDENIS De detailhandel is tot bloei gekomen na de industriële revolutie. Tot het midden van de 19e eeuw waren het vaak ambachtslieden die rechtstreeks aan particulieren leverde. Daarna ontstaan warenhuizen en winkels die 29 november 2013
De Retailbranche
voorgefabriceerde eindproducten verkopen. Aan het begin van de 20e eeuw ontstaan de eerste zelfbedieningswinkels. Halverwege de 20e eeuw komen er supermakten in Nederland. Er ontstaan retailconcerns en daarmee ook de behoefte aan retailmanagement: het beheersen van een keten voor de levering van goederen aan particulieren. Naast de institutionele retail (winkels en warenhuizen) is er ook sprake van ambulante retail (markten, standplaatsen, braderieën) en postorderbedrijven. VAN PUSH NAAR PULL De rol van de retail is de afgelopen decennia sterk verandert. Van oudsher is de detailhandel het distributiekanaal van de fabrikant naar de individuele consument (push strategie). Deze consument is echter mondiger geworden en wil waarde voor zijn geld, vergelijkt het aanbod actief en wisselt makkelijk van aanbieder. Maar de afweging van de consument is niet alleen rationeel. Hij wil ook gemak en gevrijwaard worden van irritaties en wil plezier beleven aan het winkelen. De detailhandel heeft hierop ingespeeld door te transformeren tot een (full) servicecentrum en is er in 8
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
INLEIDING (2) Een korte geschiedenis van de branche belangrijke mate sprake van een pull-strategie. DE CONSUMENT CENTRAAL De retailer is de partij in de keten die optimaal zicht heeft op het gedrag van de consument. Deze informatie wordt gebruikt om een voor de consument aantrekkelijk assortiment van producten en bijbehorende diensten samen te stellen dat bovendien optimaal gebruik maakt van de beschikbare ruimte in de winkel. Daarbij tracht de retailer snel in te kunnen spelen op trends en ontwikkelingen in het klantgedrag. Om de consument optimaal te kunnen bedienen is intensieve samenwerking met leveranciers en fabrikanten noodzakelijk. De verbreding van het assortiment en de snelheid waarmee het assortiment moet kunnen worden aangepast, heeft belangrijke logistieke en commerciĂŤle consequenties voor zowel fabrikant als retailer. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, ontstaan samenwerkingsconcepten op gebieden als logistiek (Collaborative Planning, Forecasting & Replenishment (CPFR)), duurzaamheid, (voedsel)veiligheid en gezondheid, operational excellence en kennisdeling. 29 november 2013
De Retailbranche
Retailers zoeken naar manieren om daar te zijn waar het relevant is voor de shopper. Dat leidt tot nieuwe retailconcepten (AH to-go), banchevervaging (levensmiddelen bij het benzinestation) en online shops. De merknaam van de retailer is een belangrijk herkenningspunt voor de shopper bij aankopen in verschillende kanalen. Huismerken worden steeds belangrijker. CONCENTRATIE EĂŠn een ander heeft duidelijke gevolgen gehad voor de concentratiegraad in de sector. De macht in de retailbranche is in de afgelopen jaren nadrukkelijk bij een beperkte groep grote spelers komen te liggen. Concentratie en schaalvergroting hebben er met name in het laatste decennium voor gezorgd dat kleinere zelfstandigen uit de markt worden gedrukt door de grootwinkelbedrijven en andere commerciĂŤle samenwerkingsverbanden die de omvang en de slagkracht hebben om te investeren in deze ontwikkelingen.
9
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
3.
VERKENNING VAN DE SECTOR
1. SAMENVATTING 2. INLEIDING 3. VERKENNING VAN DE SECTOR 4. RETAIL PROCESHUIS 5. TRENDS IN RETAIL 6. E-RETAIL 7. SUBSECTOREN IN VOGELVLUCHT 8. ACHTERGRONDINFORMATIE
29 november 2013
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
10
INDELING VAN DETAILHANDEL De sector volgens SBI/KvK • LEVENSMIDDELEN (VOEDINGS- EN GENOTMIDDELEN), POELIERS, SPECIAALZAKEN, WARENHUIZEN • NON-FOOD: DROGISTERIJ EN PARFUMERIE (LICHAAMSVERZORGING), FARMACIE, (MODISCHE) KLEDING EN SCHOENEN, SPORT, WONINGINRICHTING, HUISHOUDELIJK EN SPEELGOED, WIT- & BRUINGOED, FOTO/FILM, GELUIDSDRAGERS, INSTRUMENTEN, DOEHET-ZELF, BOUWMATERIALEN, IJZERWAREN EN GEREEDSCHAPPEN, KEUKEN, TUIN, BOEKEN, TIJDSCHRIFTEN, KANTOOR, SIERRADEN, TABAK, DIEREN, BABY • REPARATIE VAN CONSUMENTENARTIKELEN • POSTORDER EN INTERNET
Volgends de brancheindeling van de Kamer van Koophandel valt de Nederlandse detailhandel uiteen in een aantal subbranches. Ieder bedrijf dat zich inschrijft bij het KvK krijgt een SBI-code die aangeeft wat de belangrijkste activiteit van dat bedrijf is. Volgens de meest recente SBI indeling vallen bepaalde diensten (zoals reisbemiddeling, banken, telecom) niet onder detailhandel. Dit heeft te maken met de krappe definitie van ‘detailhandel’ (levering van goederen) ten opzichte van de ruimere definitie van ‘retail’ die ook de levering van diensten omvat.
BUITEN DE SCOPE VAN DIT DOCUMENT: • COLPORTAGE • MARKTHANDEL, TWEEDEHANDS GOEDEREN EN ANTIEK • STRAATHANDEL • AUTO’S EN MOTORFIETSEN (NIEUW EN GEBRUIKT), TWEEWIELERS EN CARAVANS
29 november 2013
De Retailbranche
11
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
OVERZICHT VAN DE BEDRIJFSKOLOM Retail onderscheidt zich door het feit dat producten (en diensten) rechtstreeks worden aangeboden aan individuele eindgebruikers, de consumenten. Retail is daarmee het laatste deel van de bedrijfskolom en omvat in grote lijnen de groothandels tot en met de winkelfunctie:
Retail Toeleverancier
beschrijving van activiteiten van de schakel
voorbeelden bedrijven
29 november 2013
De Retailbranche
• Productie van onderdelen / ingrediënten voor consumenten goederen • Producenten verpakkingsmateriaal
Importeur/ Groothandel
Fabrikant
Winkelorganisatie
Winkel
• Ontwikkeling, productie en marketing van consumentengoederen • Merkhouder
•Inkoop samenhangend assortiment in bepaalde productgroepen • Voorraadfunctie • Distributie
• Beheer en marketing winkelformules • Assortimentsbeheer
• Verkoop aan consument • Service en reparatie van consumentengoederen • Beheer vestiging
• Koopmans • RVB- Leaf • VSM • Kon. Pijnenburg • Friesland/Campina • Van Gils • Van Bommel • Mexx •Pepsico
• • • •
•Dekamarkt • Euretco • Macintosh
• Aldi-vestigingen • Jumbo-vestigingen • HEMA -vestigingen
Bijeen (C1000/Jumbo) Alliance Unichem Superunie Mediq
12
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
FUNCTIES IN DE BEDRIJFSKOLOM Als we inzoomen op retail in de bedrijfskolom voor consumentenartikelen dan is de grote diversiteit van manieren waarop de bedrijfskolom is opgebouwd bijzonder kenmerkend. De verschillende functies in de bedrijfskolom worden soms allemaal door aparte bedrijven ingevuld en zijn in andere gevallen juist binnen ĂŠĂŠn bedrijf gecombineerd. Dit is sterk afhankelijk van de sector. Hieronder is een aantal voorbeelden weergegeven.
Retail concern
Voorbeelden:
Inkoop organisatie
Importeur / groothandel
Retail organisatie
Formule
organisatie
Franchisegever
Winkel organisatie
Supermarkt Klaasen Garantmarkt Pietersen
Sligro Superunie Sperwer
Winkel
Plus/ Garantmarkt
Albert Heijn Ahold Etos | Gall & Gall Formido
Formido Amsterdam
Praxis
Praxis Groningen
Maxeda
29 november 2013
De Retailbranche
13
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
SAMENWERKING IN DE BEDRIJFSKOLOM Twee vormen van samenwerking vragen verdere uitwerking: ď ˝ tussen groothandelsfunctie en winkel(organisatie) ď ˝ tussen fabrikant en winkel(organisatie) Samenwerkingsvormen tussen groothandelsfunctie en winkel(organisatie) In veel detailhandelssectoren bestaat een duidelijke organisatorische en juridische scheiding tussen de groothandelsfunctie en de winkelfunctie. Daar staat tegenover dat in toenemende mate een verstrengeling ontstaat tussen deze twee functies. Een belangrijke achtergrond voor deze ontwikkeling is de noodzaak om als winkel onderdeel uit te maken van een kosteneffectieve distributieketen, die daarnaast snel kan inspelen op de veranderende wensen van de consument. Daarnaast spelen marketingmotieven een belangrijke rol. De naam op de gevel heeft in veel gevallen de kenmerken gekregen van een merk. Voorbeelden van samenwerkingvormen tussen groothandel en winkelorganisaties zijn: Van Eerd/Jumbo, Wessanen/Natuurwinkel, Alliance Unichem/Kring Apotheek. Filiaal bedrijf: In de centrale organisatie zijn de groothandelsfunctie, de marketingfunctie, en de assortimentsfunctie gecombineerd. De filialen zijn een integraal onderdeel van de organisatie, hoewel ze wel in een aparte juridische vorm kunnen zijn ondergebracht. Voorbeelden zijn Albert Heijn, V&D en BCC. Vrijwillig filiaal bedrijf: Deze vorm heeft veel overeenkomsten met het filiaal bedrijf. Elke winkel is echter een eigen onderneming, die zich vrijwillig aansluit bij een groothandel/winkelorganisatie. Hierdoor is er vaak meer ruimte voor eigen invulling van het assortiment. Het is ook niet ongebruikelijk dat men in de loop van de tijd wisselt van groothandel en van formule. Een voorbeeld hiervan zijn veel zelfstandige drogisten of zelfstandige apotheken.
29 november 2013
De Retailbranche
14
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
SAMENWERKING IN DE BEDRIJFSKOLOM Samenwerkingsvormen tussen groothandelsfunctie en winkel(organisatie) Franchising: Bij franchising staat veelal de marketingfunctie centraal. Individuele ondernemers mogen tegen een vergoeding gebruik maken van de merknaam, de formule. Daaraan zijn meestal ook (veelal stringente) voorwaarden verbonden rond winkelinrichting en assortiment en de afname van ondersteunende diensten. In een aantal gevallen is de vestiging zelf zelfs eigendom van de franchiseorganisatie. Voorbeelden zijn Brezan, Halfords, Praxis, Primafoon, Phonehouse en HEMA Coöperatieve groothandel: In deze vorm zijn de winkelondernemers voor een deel eigenaar van de centrale organisatie. Deze bevat bijna zonder uitzondering een groothandelsfunctie. De centrale organisatie heeft in belangrijke mate een dienstverlenend en ondersteunend karakter. Voorbeelden zijn: Nederlandse Expert Groep, Coop, Intergamma (Gamma en Kawei) en Dynadro (DA, D’Attence en Stip) Samenwerkingvormen tussen fabrikant en winkel(organisatie) Van oudsher komt dit veel voor in de fashion sector maar ook in andere sectoren wordt de laatste jaren ook door fabrikanten geëxperimenteerd met detailhandelsactiviteiten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van zogenaamde ‘flagshipstores’. Hierbij wordt de brand, de merknaam, direct gekoppeld aan de retailketen. De fabrikant kan de kracht van deze stores vergroten door tevens exclusiviteit aan de deze stores te verlenen en tevens het aantal locaties beperkt te houden. Voorbeelden van enkele fabrikanten die deze werkwijze hanteren zijn: Nike, Levi’s, Benneton, Rituals en Bertolli. Daarnaast hebben veel fabrikanten de internettechnologie aangegrepen in een poging rechtstreeks aan consumenten te verkopen. Met name in de consumer electronics en entertainment sector zijn succesvolle voorbeelden te vinden. Voorbeelden zijn Sony (m.n. Play Station) en Dell Computers. Ook andere partijen kunnen een retailactiviteit ontwikkelen. Een goed voorbeeld is KPN die winkelketens als Business Center en Primafoon exploiteert. Door allerlei fusies en overnames is niet alleen concentratie ontstaan, maar zijn er in de praktijk ook mengvormen waarin een deel van de winkels in eigendom zijn, maar er ook een substentieel aantal franchisers zijn.
29 november 2013
De Retailbranche
15
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
DE NEDERLANDSE RETAIL IN CIJFERS De grootste commerciële bedrijfstak van Nederland RUIM 820.000 WERKZAME PERSONEN De detailhandel behoort tot de grootste commerciële bedrijfstakken in Nederland. Ongeveer 10% van het totaal aantal banen in Nederland is te vinden in de detailhandel. Inclusief ondernemers en meewerkende gezinsleden is het aantal werkzame personen in de detailhandel 822.200. Sinds 2009 daalde het aantal openstaande vacatures vanwege de recessie. In 2011 zijn naar schatting een derde van de werknemers actief in supermarkten. Andere grote brancheclusters zijn mode en de levensmiddelenspeciaalzaken (inclusief tankstations). Personeelskosten zijn met 46% de grootste exploitatiekostencomponent binnen de retail-branche
29 november 2013
De Retailbranche
OMZETDALING Sinds 2012 daalt de omzet van de totale detailhandel. De omzet voor 2012 wordt voorlopig geraamd op bijna € 83 miljard (exclusief btw). De gedaalde koopkracht, de gestagneerde huizenmarkt, de btw-verhoging en het lage consumentenvertrouwen zorgden voor ongunstige omstandigheden voor de detailhandel. Er gingen 2,5% minder producten over de toonbank dan in 2011. De prijzen waren 1,6% hoger. De foodsector vormde opnieuw een uitzondering; die omzet was 2,3% groter dan in 2011. De toename kwam op rekening van de supermarkten die met 3% voor het zevende jaar op rij een omzetstijging boekten ten koste van de speciaalzaken. De non-foodsector liet in 2012 een omzetdaling zien van 3,8%. Er gingen bijna 5% minder producten over de toonbank. De economische situatie en de weinige 16
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
DE NEDERLANDSE RETAIL IN CIJFERS De grootste commerciĂŤle bedrijfstak van Nederland verhuizingen hebben een negatieve invloed op vooral de non-foodbranches. De omzetontwikkelingen van de food- en nonfoodsector lopen steeds verder van elkaar uiteen. Eerstgenoemde heeft een omzet die 35% groter is dan in 2000. Non-food is echter onder het niveau van 2000 gedoken.
29 november 2013
De Retailbranche
In de eerste acht maanden van 2013 behaalde de detailhandel 1,8% minder omzet dan een jaar eerder. Er gingen ruim 4% minder producten over de toonbank. De prijzen namen toe met 2,5%. In het jaar 2012 was sprake van een omzetdaling van 1,0%. Het verkochte volume kromp toen met 2,5%. Postorderbedrijven en internetwinkels behaalden een omzetgroei van 11 procent.
17
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
KENGETALLEN IN RETAIL Indicatief
FinanciĂŤle kengetallen 2000
Food in winkel Drogmetica Omloopsnelheid van de voorraad Current ratio Quick ratio Netto werkkapitaal % totale activa Gemiddelde crediteuren termijn Solvabiliteit Rentabiliteit eigen vermogen Rentabiliteit totale vermogen Cashflow in % van de omzet Omloopsnelheid van het vermogen
8,8 1,1 0,8 3,3 20,3 23,9 21,5 -7,4 -1,7 1,7
2,5 1,5 0,7 22,4 25,1 28,3 9,5 1,6 4,8 1,3
Bouw Wit/ materialen Boeken Kleding Bruingoed Meubels DHZ Tijdschriften 2,0 1,3 0,7 17,3 41,9 19,8 -3,5 -1,5 2,7 1,2
3,7 1,4 0,7 21,1 23,1 17,4 3,0 -2,2 0,8 1,8
2,3 1,3 0,5 14,9 33,3 16,5 15,1 1,2 3,8 1,6
2,1 1,3 0,7 14,9 44,0 19,2 21,3 3,7 6,4 1,1
3,2 1,3 0,7 14,3 28,4 15,4 -3,0 -1,1 1,6 1,5
Bron: Ramingen EIM
29 november 2013
De Retailbranche
18
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
EXPLOITATIEVERGELIJKING FOOD Indicatief
Discount
EDLP
VFM
Full service
Omzet (ex BTW)
€ 50.000
€ 250.000
€ 175.000
€ 225.000
Full service > 1.200 m2 = 150 euro
Bruto marge
15.5%
20,3%
25,0%
30,0%
Supermarkt 600 tot 1200 m2 = 135 euro
Promotie kosten
0,5%
1,0%
1,5%
Softdiscounter = 175 euro
Derving
0,5%
0,8%
1,0%
1,0%
Nettomarge
15,0%
19,0%
23,0%
27.5%
Discount
EDLP
VFM
Full service
Loonkosten
4,5%
5,5%
7,0%
9,0%
Logistiek
3,0%
4,0%
4,5%
5,0%
Vaste kosten
2,0%
2,5%
4,5%
5,0%
Marketing kosten
1,0%
2,0%
2,5%
3,0%
Overige kosten
1,5%
2,5%
3,5%
4,0%
Totaal kosten
12,0%
16,5%
21,0%
25,0%
Bedrijfsresul taat
3,0%
2,5%
2,0%
2,5%
Wat zijn noodzakelijke omzetten per
EDLP = 250 euro
m2:
Hard Discount = 1000 euro
29 november 2013
De Retailbranche
19
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
4.
RETAIL PROCESHUIS
1. SAMENVATTING 2. INLEIDING 3. VERKENNING VAN DE SECTOR 4. RETAIL PROCESHUIS 5. TRENDS IN RETAIL 6. E-RETAIL 7. SUBSECTOREN IN VOGELVLUCHT 8. ACHTERGRONDINFORMATIE
29 november 2013
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
20
HET RETAIL PROCESHUIS Het retail proceshuis omvat verschillende processen die in 3 categorieĂŤn onder te verdelen zijn, te weten Manage the business, Manage Operations en Support the business.
29 november 2013
De Retailbranche
21
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
HET RETAIL PROCESHUIS Manage the business: Dit deel van het bedrijfsmodel is gericht op het (bij-sturen van de onderneming. Het vaststellen van de doelstellingen en het managen van de voortgang Formule en Brand Management: Dit proces omvat alle activiteiten, gericht op de strategie en beleidsvorming voor de onderneming. De basis hiervoor is het merk (positionering en identiteit). Groei (autonoom en/of door overname), samenwerking en formulebeleid staan hoog op de agenda. Het proces draait om het managen van de brand en de uitstraling van de retail-onderneming in de markt Manage Customer Experience: Opbouwen en beheren van klantrelaties behoort tot de basisprocessen binnen de retailbranche. Het belang ervan neemt zelfs verder toe naarmate de concurrentie binnen de branche heviger wordt. Specifiek voor de retail is onder meer het gebruik van klant- en kortingskaarten waarmee niet alleen getracht wordt de klant te binden door middel van het bieden van kortingen of andersoortige voordelen maar tevens wordt gepoogd een beter beeld te krijgen van de wensen van de consument zodat hier beter op ingespeeld kan worden. Manage Business Performance: Dit omvat het monitoren en evalueren van de bedrijfsresultaten. Belangrijke prestatieindicatoren die daarbij belicht worden zijn marktaandeel, omzet, winstgevendheid (per categorie/m2 winkeloppervlak en of klanttype), inkoop- en logistieke kosten en effecten van promoties/introducties. Locatie- en vastgoedmanagement Als afgeleide van het merk maakt de retailer ook keuzes ten aanzien van locaties (waar wil je zitten) en de wijze waarop nieuwe locaties worden geworven (eigendom, huur). Het gaat hier dus om de strategische keuzes ten aanzien van vestigingsplaats en werving. Supply Chain Set Up Op basis van de strategische keuzes ten aanzien van het merk en de beleving zal een blauwdruk gemaakt moeten worden van de wijze waarop de winkels bevoorraad worden. Is dat gebaseerd op responsiviteit (snel kunnen reageren op veranderende vraag van de consument) of op cost leadership (zo goedkoop mogelijk).?
29 november 2013
De Retailbranche
22
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
HET RETAIL PROCESHUIS Manage Operations: Dit deel van het bedrijfsmodel omvat alle processen die direct gericht zijn op het beheren, verwerven en verkopen van producten en diensten om daarmee de consument tevreden te stellen. Category management: Deze processen omvatten het samenstellen van het product- en dienstenassortiment en het presenteren en promoten van deze artikelen aan consumenten. Deze processen hebben een grote invloed op de uitstraling van de retailer en de mate waarin consumenten worden verleid tot het doen van aankopen. Retailers hanteren daarom steeds vaker een categorie-benadering waarbij vanuit de consument geredeneerd naar een bepaalde productcategorie of gebruiksmoment gekeken wordt en daaropvolgend besloten wordt welk assortiment aan producten en diensten nodig zijn om aan de eisen en wensen van consumenten te kunnen voldoen. Produktontwikkeling: Onder productontwikkeling worden alle activiteiten verstaan die gericht zijn op het ontwikkelen, modificeren en/of consumentspecifiek maken van producten en diensten. Hierbij valt onder meer te denken aan het introduceren van eigen merkproducten en het assisteren bij productwikkeling van een fabrikant. Als gevolg van de grote hoeveelheid beschikbare klantenkennis en de noodzaak zich te onderscheiden t.o.v. concurrenten zijn retailers steeds actiever betrokken bij productontwikkeling. Inkoopmanagement: De kosten van ingekochte goederen vormt één van de belangrijkste kostencomponenten binnen de retail-branche. Het belang van effectieve en efficiënte inkoop is derhalve zeer groot. Eén Euro verdiend op de inkoopprijs is namelijk eveneens één Euro meer winst voor de retailer. Het inkoopproces omvat het selecteren, contracteren en evalueren van leveranciers.
29 november 2013
De Retailbranche
23
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
HET RETAIL PROCESHUIS Voorraadmanagement: De aard van het retailproces verplicht retailers er veelal toe om een aanzienlijk assortiment producten op voorraad te houden. Naarmate de breedte van het assortiment en de waarde van producten toenemen en levensduur/houdbaarheid afnemen, stijgt het belang van voorraadmanagement. Een andere factor die het belang van voorraadmanagement onderstreept, is het waardeverlies als gevolg van het incourant worden van voorraad (bijvoorbeeld door beschadiging of verstrijken van houdbaarheidsdata) en/of het verdwijnen van voorraad bijvoorbeeld als gevolg van diefstal of fouten. Om de schade als gevolg van dit waardeverlies zo veel mogelijk te beperken, heeft de retail-branche getracht de financiële en organisatorische verantwoordelijkheid voor voorraadbeheer bij fabrikanten en leveranciers neer te leggen. Principes zoals VMI (Vendor Managed Inventory) Rack-jobbing en conseignatie zijn hier goede voorbeelden van. Het realiseren van hoge leverbetrouwbaarheid, korte time-to-market in combinatie met lage voorraden en het vermijden van incourante voorraden is daarbij de doelstelling. Distributie: De distributieprocessen omvatten onder meer de inslag en uitslag van goederen en het transport van producten en diensten naar de retailer en/of eindconsument. Als gevolg van het fijnmazige retail-netwerk en restricties voor verkeer in stedelijke gebieden, vormt distributie een belangrijke rol binnen de waardeketen. Efficiënte logistiek en distributie is derhalve te zien als een randvoorwaarde voor succesvolle retailing. Store Operations: Kernelementen van deze processen zijn consumentenadvisering, betaling, relatiemanagement en het bieden van after sales service. Kenmerkend voor de retail-branche is het belang van opgeleid personeel dat beschikt over de juiste advies- en verkoopvaardigheden. Ook winkellay-out en instore technologie (bijvoorbeeld zelfscan, narrow casting) horen onder deze noemer.
29 november 2013
De Retailbranche
24
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
HET RETAIL PROCESHUIS Support the business: Dit deel van het bedrijfsmodel omvat alle ondersteunende processen, variërend van Human resource management tot Finance & Control. HR Management: Hieronder vallen onder meer werving & selectie, training & opleiding en begeleiding bij verzuim, in- en uitdiensttreding. Mede als gevolg van de krapte op de arbeidsmarkt en stijgende personeelskosten speelt het HR proces een belangrijk rol binnen de retail-branche. Informatie & Systemen: Gebruik van ICT oplossingen om bedrijfsprocessen effectiever en efficiënter uit te kunnen voeren en internetoplossingen om daarmee de klanten gericht te kunnen benaderen, informatie te kunnen verstrekken en verkopen wordt steeds belangrijker. Vanwege de snelle opkomst van internet zal ICT een grote impact hebben op de retail-branche. Door deze nieuwe wijze van retail via internet (e-retail) zullen concurrentieverhoudingen binnen de branche aanzienlijk verschuiven. Vastgoedmanagement: Dit omvat alle processen en activiteiten, gericht op het beheer en de financiering van de locaties, gebouwen en winkelinrichting. Gezien de enorme waarde van het vastgoed en vergaande aanscherping van regelgeving inzake veiligheid en ergonomie van gebouwen en voorzieningen, speelt vastgoedmanagement een grote rol binnen de retail-branche. Bedenk bovendien dat winkelinterieurs eens in de 3 tot 4 jaar worden vervangen. Retailers met enkele honderden filialen zijn daarom vaak continue ergens aan het verbouwen. Optimalisatie van het verbouwingsproces vermindert omzetderving. Manage Legal & Regulatory Affairs: Activiteiten voortvloeiend uit wet- en andersoortige regelgeving. Door een groeiende regelgeving (HACCP, General Foodlaw, etikettering, etc) en recente voedselschandalen neemt het belang hiervan toe. Finance & Control: Dit omvat processen gericht op het effectief en efficiënt uitvoeren van financiële transacties, beheren van de financiële verslaglegging en controle van financiële stromen en beleid.
29 november 2013
De Retailbranche
25
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
COMMERCIËLE PRESTATIEINDICATOREN VOOR DE WINKEL Sturen op de winkelvloer
Beïnvloedbaar door: • Vestigingsplaats • ABC locatie
Beïnvloedbaar door: • Formule • Marketing • Promoties
Beïnvloedbaar door: • Formule • Promoties • Klanttevredenheid
29 november 2013
De Retailbranche
Customer Traffic
Customer Activity
Beïnvloedbaar door: • Winkelinrichting • Personeel/m2 • Kwaliteit verkopend personeel
Markt gebied
X Markt penetratie
X
Conversie
X
X
=
Omzet
Omvang transactie
Bezoek frequentie
Beïnvloedbaar door: • Winkel lay-out • Assortiment • Kwaliteit verkopend personeel 26
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
KRITIEKE SUCCESFACTOREN De set kritieke succesfactoren voor de retail-branche is in de loop van de jaren niet wezenlijk veranderd. De belangrijkste factoren binnen retail zijn: Formule, shopping experience, branding: Bij het doen van aankopen laat een consument zich leiden door zowel rationele als emotionele overwegingen. Derhalve is het voor een retailer van cruciaal belang dat zijn aanbod in producten, service en uitstraling voldoende aansluiten bij beide typen overwegingen van de consument. Mede als gevolg van het toegenomen aanbod binnen de retail is het voor een retailer relevant om een duidelijke uitstraling binnen de markt te hebben die consumenten aantrekt. Met een duidelijke formule en/of brand kunnen klanten aan een winkel(keten) gebonden worden omdat de uitstraling ervoor zorgt dat de consument weet welke producten, services en shopping experience verwacht kan worden. Multi channel: Bij het vormgeven van de formule en de shopping experience kan niet langer alleen worden stilgestaan bij de winkel. Andere kanalen (internet, folder, kiosk, mobiel, e-mail) stellen de retailer in staat op andere manieren in contact te treden met de consument. Om hem te informeren, te inspireren, te verleiden en te bedienen en uiteindelijk ook om een transactie af te sluiten. De klant verwacht dat deze kanalen naadloos op elkaar aansluiten en dat het aanbod op hem persoonlijk is afgestemd. Alleen zo kan een retailer het nieuwe potentieel aanboren en/of de besparingen realiseren. Vereiste is dat de customer journey bekend is, en dat de kanalen hier op aansluiten. Assortimentsbeheer, reactiesnelheid: Winstgevendheid per vierkante meter is één van de cruciale prestatie-indicatoren van een retailer. Deze indicator wordt sterk beïnvloed door het gevoerde assortiment, de producten & diensten en de reactiesnelheid bij het optimaliseren van de samenstelling en beschikbaarheid van dit assortiment. Optimalisatie van het assortiment richt zicht met name op verhoging van de marge per product en reductie van de vereiste ruimte in het schap. Dit betekent een minimaal aantal producten en diensten dat een hogere toegevoegde waarde heeft voor zowel de consument als voor de retailer.
29 november 2013
De Retailbranche
27
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
KRITIEKE SUCCESFACTOREN (2)
29 november 2013
Service, leverbetrouwbaarheid & prijs: De consument wil meer voor minder. Als gevolg van de stijgende concurrentie en transparantie binnen de retail-branche zal de service offering naar de klant (de combinatie tussen service, betrouwbaarheid, kwaliteit en prijs) van doorslaggevend belang worden voor succes. Klantenkennis/-binding: De basiskracht van de retail-branche is het contact met de eindconsument. Succesvol opereren binnen de branche vereist inzicht in de daadwerkelijke eisen en wensen van de consument. Goede klantenkennis legt de basis voor klantenbinding, waarmee een retailer zijn positie in de markt kan verdedigen en/of uitbreiden. Logistieke kosten (incl. inkoop): Logistieke kosten en met name inkoopkosten vormen een zeer grote kostenpost. Het belang van effectieve en efficiënte logistiek en inkoop is cruciaal voor het behalen van een gunstige prijspositie en een hoge leverbetrouwbaarheid. Een Euro verdiend op de inkoopprijs is een Euro meer winst voor de retailer. Het feit dat de marges en daarmee het verschil tussen winst- en verliesgevendheid binnen de retail-branche gering zijn, maakt effectieve en efficiënte logistiek en inkoop cruciaal voor een retailer. Vestigingsbeleid & bereikbaarheid: De stijgende mobiliteit binnen ons land in combinatie met de geringe beschikbare ruimte (met name in stadcentra) maakt vestigingsbeleid en bereikbaarheid tot bijzonder belangrijk voor de traditionele vorm van retail.
De Retailbranche
28
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
PRESTATIE-INDICATOREN VOOR DE RETAIL-BRANCHE • • • • • •
Omzet/product (groep) /m2/ klantgroep Marge/product(groep)/m2 Opbouw product groep (category) Direct Product Profitability (DPP) Effectiviteit van promoties % nieuwe klanten
Plan de categorie en het assortiment (Category Mgt.)
Productontwikkeling
• •
• • • •
Inkoopmanagement
Aantal succesvolle productintroducties Time-to-market
Voorraadmanagement
• • • • •
29 november 2013
De Retailbranche
• • •
Bruto marge Doorlooptijd inkooporders Aandeel ingekocht volume binnen raamafspraken # leveranciers en volume per leverancier
•
Distributie
Transportkosten Beladingsgraad Juistheid en tijdigheid uitlevering
Verkopen en het bieden van service
Leverbetrouwbaarheid • Omzet en (Servicegraad) margeontwikkeling/m2/ FTE Omloopsnelheid voorraad Product beschikbaarheid op het • Gem. bon bedrag schap (in %) • Bruto marge - Netto marge (Churn) Perc. incourante voorraad • Klachtenpercentage Perc. waardeverlies door diefstal en andere • Percentage servicekosten lekkagevormen • % scanning Lid Grant Thornton Intenational Ltd Kosten van29voorraad
WINST EN VERLIESREKENING BASIS VOOR FINANCIËLE KPI’S
-
Bruto omzet Afprijzingen
Inkoopkosten
-
Netto omzet
Marge 1 (bruto marge)
-
Logistieke kosten (excl. voorraadkosten)
Marge 2 (dekkingsbijdrage)
Verschillende marge-niveaus, omdat:
Marketingkosten Promotiekosten centraal Promotiekosten decentraal Personeelskosten verkoop Marge 3
-
Centrale kosten Huisvesting Automatisering Marge 4
• Verschillende mate van beïnvloedbaarheid • Verschillende ophanging van de verantwoordelijkheden in de organisatie (sluit aan bij het besturingsmodel)
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
Overhead Marge 5
5.
TRENDS IN RETAIL
1. SAMENVATTING 2. INLEIDING 3. VERKENNING VAN DE SECTOR 4. RETAIL PROCESHUIS 5. TRENDS IN RETAIL 6. E-RETAIL 7. SUBSECTOREN IN VOGELVLUCHT 8. ACHTERGRONDINFORMATIE
29 november 2013
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
31
PORTER KRACHTENMODEL Overheid:-
Potentiële toetreders:-
Technologie:-
Virtuele retailers (e-Commerce)
Verbeterende IT ondersteuning
Branchevervaging
Opkomst van Internet- en mobiele technologie
Buitenlandse retailers
‘In-Store’ technologie (POS, Kiosk)
Toename wet- en regelgeving
Toeleveranciers:
Fabrikant als merkhouder
Retailer ontwikkelt eigen merk artikelen
Ketenintegratie (op het gebied van supply Chain Management en informatieuitwisseling)
Economie:-
Afnemers:-
Kostenstijging en concurrentie zetten marges onder druk
Veeleisende consumenten: Meer service & kwaliteit & lagere prijs
Consument wordt veeleisender
Opkomst Gemaksconsument
Massa individualisering
Substituten:-
Maatschappij:-
Vervaging (economische) grenzen
Directe verkoop door fabrikanten
Criminaliteit
Economische neergang/recessie
Dienstverlening als substituut
Mondigere consument
Veranderende demografie
Schaarste op de arbeidsmarkt
Duurzaamheid
Gezondheid
29 november 2013
De Retailbranche
32
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
DE BASISKRACHTEN VAN HET PORTER+ MODEL AFNEMERS:
TOELEVERANCIERS:
Consument wordt veeleisender: De consument wil steeds meer kwaliteit voor steeds minder geld. Door mobiel internet heeft hij meer informatie (prijs, dienstverlening) om te kunnen vergelijken.
Fabrikant wordt merkhouder: Leveranciers van merkartikelen richten zich in toenemende mate op het beheren en ontwikkelen van merken (brand equity) met bijbehorende producten. De daadwerkelijke fabricage van deze producten wordt in toenemende mate uitbesteed.
Opkomst Gemaksconsument: De ontwikkeling van het inkomen van de consument in combinatie met een afnemende beschikbaarheid van vrije tijd heeft geleid tot een consument waarvoor gemak een belangrijke rol speelt. Retailers spelen hierop in door verder invulling te geven aan de ‘one stop shopping’ gedachte en door taken en zorgen van consumenten uit handen te nemen door een aangepast assortiment (kant-en-klaar maaltijden) en aanvullende dienstverlening (thuisbezorging, stomerij service). Massa individualisereing: Het gedrag van de consument kan steeds minder worden afgeleid uit demographische karateristieken of uit het feit dat hij deel uitmaakt van een sociale groep. De consument is grillig geworden. Hij laat zich een maatpak aanmeten en koopt zijn t-shirts bij Zeeman. Hij laat zich daarbij minder leiden door gevestigde conventies en loyaliteit aan merk of formule maar vergelijkt actief het aanbod. De retailer zal zijn propositie dus steeds meer moeten toespitsen op de individuele consument.
29 november 2013
De Retailbranche
Retailer ontwikkelt eigen merkartikelen: In toenemende mate trachten retailers de uitstraling van het winkelmerk te versterken door introductie van een huismerk. Dit eigen merk koppelt voor de consument een vertrouwd merk aan een vaak lagere prijs. Het is tekenend voor de kracht van bepaalde retailers in de keten dat deze eigen merkartikelen soms gemaakt worden door de fabrikant van het a-merkartikel waarmee het in het schap concurreert. Daarnaast zijn er retailers die uitsluitend artikelen onder de eigen naam in het assortiment hebben (HEMA, IKEA). Afname levenscyclus van producten: De levensduur van artikelen neemt al jaren af. Dit stelt eisen aan de snelheid waarmee een product in de markt kan worden geĂŻntroduceerd. Tevens neemt hierdoor het risico van incourante voorraden toe. Ketenintegratie: Om de reactiesnelheid van de gehele keten te verbeteren en daarnaast toch de kosten in de keten te verlagen, is intensieve samenwerking tussen leverancier en retailer noodzakelijk. Bijvoorbeeld op het gebied van uitwisseling van klantinformatie, productontwikkeling en -introducties, verkoopprognoses, voorraadbeheer, marketing, promoties,etc.
33
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
DE BASISKRACHTEN VAN HET PORTER+ MODEL
29 november 2013
POTENTIテ記E TOETREDERS:
SUBSTITUTEN:
Virtuele retailers: De pure players, die uitsluitend via het internet verkopen, vormen een steeds grotere bedreiging voor de traditionele fysieke retailers. Waar de fysieke retailer worstelt met de fulfillment en met weerstand van franchisers, pikken pureplayers als Bol.com en CoolBlue delen van het online marktaandeel dat daardoor blijft liggen. Een voorbeeld hiervan is de uitbreiding van het assortiment van Bol.com met Doe-t-Zelf artikelen. Maar ook kunnen buitenlandse retailers online eenvoudig het geografische gebied uitbreiden, waardoor concurrentie uit schijnbaar onverwachte hoek kan komen (bijvoorbeeld Zalando). Branchevervaging: Retailers laten zich bij de samenstelling van het assortiment steeds minder leiden door traditionele indelingen. De concurrentie komt daardoor soms uit onverwachte hoek, namelijk van collega retailbedrijven uit andere sectoren. Buitenlandse retailers: Deze worden actiever op de Nederlandse markt. Door de toename in concurrentie komen prijzen en marges onder druk te staan.
Directe verkoop door fabrikanten: Voor slechts weinig artikelgroepen is dit een alternatief voor de retailfunctie. Hoewel de fabrikant zorg kan dragen voor rechtstreekse levering, heeft de consument veelal behoefte aan een plek waar hij het aanbod van verschillende fabrikanten kan vergelijken. Dit hoeft niet noodzakelijkerwijs een winkel te zijn maar kan bijvoorbeeld ook op het internet. Dienstverlening als substituut: Voedsel kun je kopen in de supermarkt maar ook in een restaurant. Als tijd een steeds schaarser goed wordt, zullen consumenten steeds bewuster de keuze maken tussen het kopen van een artikel (bijv. een CD of een wasmachine) of het afnemen van een dienst (een abonnement op Spotify of gebruikmaken van een laundry service).
De Retailbranche
34
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
DE VIER OVERIGE KRACHTEN VAN HET PORTER+ MODEL MAATSCHAPPIJ: Criminaliteit: Retailers zijn in toenemende mate het slachtoffer van geweld, overvallen en winkeldiefstal. Retailers moeten investeren in de veiligheid van winkelpersoneel en het voorkomen van ‘lekkage’. Mondigere consument: Naast een groter eisenpakket t.a.v. prijs en service, is de consument ook bewuster geworden van de kwaliteit en herkomst van producten. Dit heeft geleid tot grotere aandacht voor voedselveiligheid en verantwoorde productie. Als laatste schakel in de keten worden retailers onevenredig geassocieerd met incidenten. Retailers moeten investeren in processen om deze incidenten te voorkomen. Social Media spelen een steeds belangrijkere rol in de communicatie met de mondige consument. Veranderende demografie: De samenstelling van de bevolking verandert (vergrijzing, toenemend aantal allochtonen) en het traditionele gezin maakt steeds meer plaats voor huishoudens die uit één of twee personen bestaan. Dit leidt tot verschuivingen in het koopgedrag. .
29 november 2013
De Retailbranche
Schaarste op de arbeidsmarkt: Door de vergrijzing en de economische welvaart is het aanbod van werknemers in de retail afgenomen. Dit leidt niet alleen tot kwaliteitsverlies in de verkoop maar heeft ook een kostenopdrijvend effect
OVERHEID: Verscherping milieu- en arbowetgeving: Regelgeving op dit gebied heeft invloed op verschillende activiteiten van een retailer: nieuwe normen met betrekking tot geluidsoverlast bij laden en lossen van winkels leidt tot aanpassingen in transportmiddelen en tot verschuiving en inperking van toegankelijkheid van de winkel. Arbowetgeving leidt tot investeringen in distributiecentra, terugdringing van verpakkingsmateriaal (verpakkingsconvenant) leidt tot herontwerp van verpakkingen, regelgeving rond retourname van producten of verpakkingen leidt tot investeringen en vermindering van de arbeidsproductiviteit in de winkel.
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
DE VIER OVERIGE KRACHTEN VAN HET PORTER+ MODEL
29 november 2013
ECONOMIE:
TECHNOLOGIE:
Vervaging (economische) grenzen: Het zal nog lang duren voordat de smaken en voorkeuren van de Europeanen naar elkaar zullen toegroeien. Veel belangrijker is de mogelijkheid voor retailers om schaalvoordeel op te bouwen door internationale expansie. Dit zal de concurrentie in de sector verhevigen. Economische neergang: De retail sector is vanzelfsprekend sterk afhankelijk van het economisch klimaat en het consumentenvertrouwen. Luxe artikelgroepen, waarop de marge vaak hoog is, worden hierdoor uiteraard sterker getroffenen. Het prijspeil zal een belangrijker element worden in de keuze van de retailer. Retailers zullen hier in assortiment, prijsstelling en communicatie op moeten inspelen.
Verbeterende IT ondersteuning: Er komen steeds meer IT oplossingen beschikbaar die in staat zijn de specifieke processen van retailers op geïntegreerde wijze te ondersteunen. Dit heeft niet alleen betrekking op logistieke processen maar ook op commerciële processen. Dergelijke investeringen vereisen echter schaalgrootte. Opkomst internet- en mobiele technologie: Deze technologiën maken het de retailer mogelijk om op nieuwe manieren met klanten in contact te treden die optimaal inspelen op het gedrag van de klant. Dit gaat verder dan alleen kopen via het internet. De technologie maakt het mogelijk klanten individueel te benaderen en te bedienen. In-Store technologie: Ook in de winkel zelf wordt technologie ingezet om klanten te informeren, te verleiden en te binden. Sluitstuk hiervan is een steeds intelligentere ‘kassa’ die gegevens over het klantgedrag en over individuele klanten vast kan houden. e-Markets en ketenintegratie: Internet-technologie geeft ook een nieuwe impuls aan de mogelijkheden tot samenwerking en afstemming in de keten. Retailers en leveranciers wisselen informatie uit en drijven handel via virtuele marktplaatsen.
De Retailbranche
36
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
8 BELANGRIJKE TRENDS EN ONTWIKKELINGEN (SAMENGEVAT) Trends in retail algemeen 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8. 29 november 2013
Consumententechnologie: De customer journey verandert door de beschikbaarheid (24/7) van mobiel internet op smartphone en tablet. De rol van de winkel verandert hierdoor. Integratie van clicks & bricks (omnichannel) is nodig. Belang van social media en online strategie neemt toe. Recessie: Traffic en consumentenbestedingen nemen af (omzetdaling). Het percentage van de omzet dat door aanbiedingen wordt gerealiseerd, stijgt (margedaling). Langlopende huurcontracten maken downsizing onmogelijk. Winkelpersoneel is al geminimaliseerd. Gemeentes beraden zich op bestemmingsplannen door grote leegstand. Get out of the middle: Er lijken nog slechts twee strategieën haalbaar: upgraden van het merk (duur, luxe, experience) of juist op prijs gaan zitten (Aldi, Lidl). De consument laat de middenmoot massaal liggen. Data: Zowel voor supply chain optimalisatie als voor digitalisatie is de kwaliteit van data en het goed kunnen beheren en interpreteren van data een vereiste (Big Data, Master Data Management, Data Governance) Supply Chain management: Om aan de voorkant te kunnen blijven differentiëren/onderscheiden, moet aan de achterkant zo efficiënt mogelijk gewerkt worden. Nieuwe samenwerkingsvormen zorgen voor betere cashflow (bv. shared warehouse kaas van AH). Duurzaamheid: Door een groeiend aantal schandalen neemt consumentenvertrouwen af. Verspilling wordt door de consument steeds minder geaccepteerd. Reductie van CO2 is de norm, net als de besparing op grondstoffen en fossiele brandstof of halflege vrachtwagens die het verkeer ophouden. Demografie: De bevolking blijft de komende 10 jaar tamelijk stabiel, maar de gemiddelde leeftijd stijgt. Hierdoor krimpt de arbeidsmarkt. Er zal een demografische verschuiving plaatsvinden met pensionados in het oosten en een jongere bevolking in de randstad. De consument wordt nog minder homogeen. Regelgeving: De regulering neemt toe en vereist dat bedrijven proactief omgaan met regulering.
De Retailbranche
37
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
6.
De Retailbranche 29 november 2013
E-RETAIL
1. SAMENVATTING 2. INLEIDING 3. VERKENNING VAN DE SECTOR 4. RETAIL PROCESHUIS 5. TRENDS IN RETAIL 6. E-RETAIL 7. SUBSECTOREN IN VOGELVLUCHT 8. ACHTERGRONDINFORMATIE
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
38
E-RETAIL ALS NIEUWE SUBSECTOR? Inleiding Er is een aantal redenen om webwinkels als een apart hoofdstuk op te nemen in dit branchedocument: 1. Webwinkels zijn een separaat onderdeel van de branche, volgens de indeling van de KvK 2. Door een aantal trends en ontwikkelingen (onder andere de snelle opkomst van consumententechnologie, beschikbaarheid van internet en mobile) is de belangrijkheid van deze subsector aan het groeien. 3. Deze subsector is het snelstgroeiend in omzet en biedt kansen voor traditionele retailers. 4. Traditionele retailers stappen allemaal in op het business model van omni-channelling en starten een online verkoopkanaal. Daar tegenover zien we dat pure players (bedrijven die van oudsher online opereren) het fysieke kanaal aanboren. 5. In de geschiedenis van het retailkanaal is E-retail relatief nieuw. Er is nog weinig kennis en begrip van deze subsector terwijl het geheel nieuwe dimensies met zich meebrengt op gebieden als benodigde kennis, wijze van besturing, strategische keuzes, etc.
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
DE SHOPPERJOURNEY VERANDERT De impact van beschikbare technologie op de manier van winkelen TECHNOLOGY PUSH: • Online: 94% van Nederlandse huishoudens heeft internettoegang thuis • Mobile: 58% van de gebruikte mobieltjes is een smartphone • Tablet: 20% van de huishoudens heeft 1 of meer tablets TECHNOLOGY PULL: De consument gebruikt andere kanalen in zijn koopproces: • Orientatie: Naast klassieke kanalen (winkel, folder) maakt de consument steeds vaker gebruik van social media en reviews. De mening van ‘vrienden’ wordt hoger gewaardeerd dan die van bedrijven. • Shop: Nadat de shopper een keuze heeft gemaakt voor een artikel, is het eenvoudig om online te zoeken naar de juiste prijs of beste dienst. • Kopen: Het aandeel online winkelen is nog klein maar groet wel snel. Winkeliers die zich richten op impulsaankopen hebben moeite hier mee om te gaan. • Overdracht: Klanten hebben moeite met de inflexibele bezorging en kiezen steeds vaker voor afhalen. Afhalen heeft bovendien het voordeel van extra traffic naar een fysieke lokatie. • After sales: Ook in het aftersales kanaal kiest de klant steeds vaker voor het online kanaal (email, social media) met mogelijke imagoschade tot gevolg
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
VERANDERT DE ROL VAN DE WINKEL? Wat is de rol van een fysieke winkel in een omni-channelstrategie? Naar elkaar toe groeien? Er is een ontwikkeling gaan waarin internetwinkels en traditionele fysieke retailers naar elkaar toe bewegen. Traditionele retailers openen webshops en proberen dat kanaal te integreren in een omni-channel beleving. Zogenaamde ‘pure players’ zoals Zalando en CoolBlue openen fysieke winkels om tegemoet te komen aan de behoefte aan beleving en om restpartijen aan te kunnen bieden. Fabrikanten openen webwinkels om daarmee de keten te verkorten en meer marge over te houden. Functie van de fysieke winkel De eerder genoemde trend ‘get out of the middle’ noopt retailers na te denken over de positionering van hun formule. Daar hoort ook bij dat besloten moet worden welke rol de verschillende kanalen hebben in de customer journey. Functies van een fysieke winkel kunnen zijn: • merkbeleving (Scotch & Soda, Apple, Abercrombie & Fitch) • Oriëntatie en advies (MediaMarkt, Etos) • Verleiden tot impulsaankopen (Ikea, CoolCat, PriMark)
29 november 2013
De Retailbranche
• Vers (Albert Heijn, Jumbo) • Service (Apple, Van Gils) • Logistiek knooppunt – afhalen van goederen (HEMA, Albert Heijn, Bruna) Case Albert Heijn Albert Heijn ziet het aandeel internetverkopen sterk groeien. De klant heeft de keuze in bezorgen (tegen meerkosten) of afhalen. Hierdoor is de webwinkel voornamelijk gericht op de shopperjourney van de shopper die DKW koopt en/of wekelijkse/zware boodschappen doet. Als je deze trend doortrekt, dan kan de fysieke winkel meer gaan dienen als logistiek knooppunt (afhalen) met daarnaast alleen nog een versassortiment. Consequenties voor vastgoed Als de rol van de winkel verandert kan dat ook invloed hebben op de behoefte aan aantal en soort vierkante meters winkeloppervlak. Dit kan tot een transitie leiden bij retailers (vastgoedmanagement), maar ook bij vastgoedontwikkelaars en zelfs lokale overheid. 41
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
VERANDERT DE ROL VAN DE WINKEL? Wat is de rol van een fysieke winkel in een omnichannelstrategie? Traffic Retailers moeten in hun positionering en omnichannelstrategie nadenken over de customer journey en de wijze van traffic generering. Hoe kan verkoop in de winkel leiden tot traffic online en hoe kan voorkomen worden dat online verkopen niet kanabaliseren op online sales? De omnichannelstrategie wordt steeds belangrijker voor klantretentie. eTailing is niet zo maar en ander nieuw kanaal, maar een onmisbare sschakel in het bedienen van de klant in degehele customer journey. De rol van online en mobile Online (webwinkel, social media als Twitter, Facebook, Foursquare, blogs, Instagram, Youtube en Pinterest) is een breed begrip. De rol is dan ook zeer divers: •Oriëntatie ((Burton) •Klantbinding, fanbase (Douwe Egberts) •Customer Service en klantinteractie (Nike) •Sales •Klantprofielen opbouwen (Albert Heijn) •Long tail assortiment aanbieden (Hunkemöller) 29 november 2013
De Retailbranche
• Additionele producten en diensten aanbieden (HEMA met boeken en cursussen) Multi-, cross- en omnichannel De termen mult-, cross- en omnichannel worden vaak door elkaar gebruikt. We spreken van multichannel als verschillende kanalen naast elkaar worden gebruikt, met eigen operatie, systemen, klanten, etc. Een voorbeeld hiervan is Kiemer Zorgverzekeringen dat het online kanaal is van Friesland verzekeringen. Van crosschannel is sprake als verschillende kanalen worden ingezet in de verschillende stappen van de customer journey. De verschillened kanalen worden zo ingezet dat traffic naar een bepaalde doelsite worden ingezet. Bijvoorbeeld: Op Facebook wordt interesse gewekt, bij doorklikken kom je op de webwinkel, bestellingen moeten opgehaald worden in de fysieke winkel. Er is sprake van omnichannel (of channel agnostic of all channel) als alle kanalen volledig geïntegreerd zijn. Er is één klantprofiel, de ervaring is gericht op loyalty, in de winkels speelt online een belangrijke rol, etc. 42
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
VERANDERT DE ROL VAN DE WINKEL? Wat is de rol van een fysieke winkel in een omnichannelstrategie? Customer Journey een vereiste Een absolute vereiste voor het kunnen maken van een omnichannel strategie (maar eigenlijk ook voor het kunnen maken van een formulestrategie of business model) is inzicht in de customer journey. Op basis van marktonderzoek en stakeholder interviews kunnen segmenten van (eind)klanten worden vastgesteld en per segment kan een customer journey worden vastgesteld. Als een retailer inzicht heeft in de customer journey dan kunnen verschillende kanalen worden ingezet in de verschillende fasen van het aankoopproces, zodat de klant zo goed mogelijk wordt bediend. Afwijkende KPI’s? De KPI’s voor een internetwinkel zijn in de basis gelijk aan die van een fysieke winkel, met één belangrijk verschil. De kosten conversie zijn online hoger (gemiddeld €10 per nieuwe klant) dan bij offline. Dit heeft te maken met zaken als SEO-kosten (Google Adwords), maar ook het moeten managen van customer data en het houden van een debiteuren administratie. Klantbehoud is daarom vaak een toegevoegde KPI. 29 november 2013
De Retailbranche
43
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
ONLINE RETAILING IN CIJFERS Gaat het goed met online? Cijfers; het is maar hoe je het bekijkt. De online markt is de afgelopen enorm gegroeid, vaak in dubbele procentuele cijfers. Daardoor is het een kanaal waar een serieuze retailer eigenlijk niet meer omheen lijkt te kunnen. Toch is het aandeel online omzet van een retailer gemiddeld niet meer dan 5%. Daarmee is de online winkel weliswaar ‘de grootste winkel’, maar is het ook groot genoeg om daarvoor een aparte operatie op te moeten zetten?/
29 november 2013
De Retailbranche
44
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
UITDAGINGEN VOOR ONLINE RETAILING Specifieke uitdagingen bij de invoering van E-retail Retailers zijn rond de eeuwwisseling vaak begonnen met enige vorm van online aanwezigheid. Wat begon als een website met soms een experimentele winkel is vaak uitgegroeid tot de ‘grootste winkel’. Maar in het operationaliseren lopen retailers aan tegen de volgende uitdagingen: • Formule en brand: Is het online kanaal onderdeel van dezelfde formulue en merk, of moet je het anders positioneren? • Category Management en assortiment: Welk assortiment bied je online? Hetzelfde assortiment? Een deel van het assortiment? Een specifiek/afwijkend assortiment? Het volledige assortiment (inclusief long tail)? • Fulfilment: Kan de logistieke fulfillment worden ingevuld met de huidige distributiestructuur, die is ontworpen voor de belevering van winkels? De eindklant wil sneller beleverd worden dan een winkel (voor 22 u. besteld is morgen in huis). Retailers vragen zich af of ze deze stroom moeten outsourcen of juist kennis moeten opbouwen die van strategisch belang kan zijn voor de toekomst 29 november 2013
De Retailbranche
• Retouren: Anders dan bij winkelbeleveringen komt een vrij groot deel van de online bestellingen retour (variërend van 5 tot 40%). Hoe ga je daar mee om (logistiek, creditering, kwaliteit, herverkoop, handlingskosten, etc)? • Franchise: Franchisenemers zijn vaak niet blij met online winkelverkoop, omdat het zou kannibaliseren op hun omzet. Los van of dit waar is (er zijn onderzoeken gedaan door Bijenkorf en door Bever Sport die aantonen dat online en offline elkaar juist versterken), moet met franchisers afspraken worden gemaakt over retourname en omzetvergoeding. • Klant: Waar de klant in offline retail anoniem is, moet de klant online zich registreren. Klantdata moet gemanaged worden. • Productinformatie & datakwaliteit: Uit onderzoek door Capgemini is gebleken dat klanten online artikelen niet kopen als de informatie bij dat artikel onjuist, incompleet of niet betrouwbaar is. Datakwaliteit is daarmee direct een USP.
45
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
UITDAGINGEN VOOR ONLINE RETAILING Specifieke uitdagingen • Kennis: Online sales vereist een ander type retailkennis. Denk aan SEO/SAO, cross & upsale, retentiemarketing, technische kennis, etc. • Big Data: online kan veel data verzameld worden van winkelend publiek. Veel meer dan in fysieke winkels. Welke producten heeft iemand bekeken, welke producten zijn herhaaldelijk bekeken, waar komt de klant vandaan, waar ging hij heen, welke technologie gebruikt hij (mobile, desktop, platform), etc. Om al die data nuttig in te kunnen zetten bij de optimalisatie van de kanalen is kennis vereist van BI en MDM. • Restpartijen: Hoe ga je om met restanten van vorige seizoenen. Offline worden deze vaak aangebonden in speciale outlets. Maar hoe doe je dat online, zonder merkschade? • Impulsaankopen: Veel retailers behalen een groot deel (soms wel 25% tot 50%) van hun omzet uit impulsaankopen. Sommige bedrijven (Ikea) hebben hier zelfs hun volledige business model en winkelinrichting op ingericht. Hoe verandert een webwinkel de customer journey en hoe kan deze dan
29 november 2013
De Retailbranche
• •
• •
•
toch verleid worden tot impulsaankopen? Retentie: Vanwege hoge kosten voor een nieuwe klant, is er een belang om van eenmalige klanten terugkerende klanten te maken. Social Media: Wat is de rol van social media in de customer journey en hoe moeten sociale kanalen gemanaged worden in relatie tot imago en branding (mogelijke imagoschade). After sales: Hoe integreer je after sales in een online retail formule? Internationaal: Met het hebben van een webwinkel kan (onbedoeld) een internationale markt aangeboord worden. Zo levert HEMA vanuit de webwinkel veel producten aan expats en emigranten. Is de operatie daarop ingericht? Hoe ga je om met after sales? Wat zijn culturele verschillen? Welke (social) media zijn in het buitenland in gebruik? Producteigenschappen: Hoe ga je om met thuislevering van vers en gekoeld?
46
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
7.
De Retailbranche 29 november 2013
SUBSECTOREN IN VOGELVLUCHT
1. SAMENVATTING 2. INLEIDING 3. VERKENNING VAN DE SECTOR 4. RETAIL PROCESHUIS 5. TRENDS IN RETAIL 6. E-RETAIL 7. SUBSECTOREN IN VOGELVLUCHT 8. ACHTERGRONDINFORMATIE
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
47
LEVENSMIDDELEN Voedings- en genotmiddelen, speciaalzaken, supermarkten en warenhuizen Concentratie De afgelopen jaren heeft zich een ware consolidatieslag voorgedaan, waarbij partijen als Laurus/Super de Boer volledig is verdwenen en C1000/Schuitema is overgenomen door Jumbo. In feite zijn er slechts 5 inkooporganisaties in Nederland: - Albert Heijn (AHOLD) - Bijeen (Jumbo/C1000) - Superunie - Aldi - Lidl Prijzenoorlog De afgelopen jaren hebben marges onder druk gestaan door een toegenomen prijzenoorlog. Albert Heijn, die deze prijzenoorlog is gestart) heeft hier nog het minst last van, gezien het hoge aandeel huismerkartikelen. Partijen die zich in het midden positioneren maken voor de consument geen duidelijke keuze en hebben het moeilijk. Het devies lijkt: get out of the middle. Speciaalzaken kunnen de concurrentie moeilijk aan.
29 november 2013
De Retailbranche
Duurzaamheid Er zijn de afgelopen tijd veel schandalen geweest rond voedselfraude (paardenvlees, bacteriĂŤn, nep-biologisch). Maar ook is er onbegrip voor plofkippen en ander dierenleed. Daarnaast verwachten consumenten dat retailers letten op het milieu (verpakkingen, porties, transport, etc).
Opkomst internet Internetverkopen zijn voor dit segment nog in opkomst. Albert Heijn loopt hiermee voorop.
48
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
NON-FOOD, FARMACIE, DROGISTERIJ- EN PARFUMERIE Household & bodycare, zelfzorg en geneesmiddelen Veranderende wetgeving In de strijd tegen de stijgende kosten van de gezondheidszorg zijn er de afgelopen decenia maatregelen genomen die tot een verschuiving hebben geleid van 2e lijns zorg (intramuraal) naar 1e (extramuraal) en 0e lijns (zelfzrg) zorg. Anderzijds hebben deze maatregelen ook geleid tot extra margedruk. De rol van de apotheker is wettelijk geregeld, maar verandert wel door deze maatregelen.
Andere belangrijke spelers zijn de warenhuizen (Bijenkorf, V&D), Douglas en Schiphol. [
Concentratie Ook in deze markt heeft sterke concentratie plaatsgevonden. Voor drogisten zijn Etos (Ahold) en ASWatson (Kruidvat, Trekpleister, Ici Paris) de grootste spelers, gevolgd door Dio. Het grootste deel van de drogisten is aangesloten bij een retailformule (eigendom of franchise). Het aantal zelfstandige drogisten en apotheken daalt al jaren. Voor apotheken zijn Aliance Healthcare (Kring), Mediq en Brocacef (BENU) de belangrijkste groothandels/retailers die gezamenlijk circa 90% van de geneesmiddelenmarkt in handen hebben.
29 november 2013
De Retailbranche
49
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
NON-FOOD: FASHION Mode, textiel, sport, schoenen Vertikalisten In de winkelstraten lijken de multi-brand stores langzaam te verdwijnen. Een aantal verikalisten (w.o. Zara en H&M) hebben spelen de rol van hyperconcurrent doordat ze met wekelijks nieuwe assortimenten komen. Kleinere merken kunnen de concurrentie moeilijk bolwerken. De rol van fashion groothandel lijkt te verdwijnen. Alleen enkele store-ins-tore concepten lijken nog levensvatbaar (V&D, Peek & Cloppenburg, Bijenkorf).
Belangrijke fashionretailers: JustBrands (PME), DBM (Bjรถrn Borg), Scotch & Soda, GStar RAW, Livera, Hunkemรถller, Triumph, Shoeby, Cool Investments (CoolCat, America Today), C&A, Esperit, Gant, Fossil, H&M, Brova (Hout Brox, Duthler), Varova (Men at Work, JC Rags, Gsus, Sissi Boy), New Yorker, Piet Kerkhof, Scapino, The Sting, We, Zara, Mexx, etc.
Concentratie Aan de merkenkant zien we dat merken ofwel de rol van vertikalist gaan spelen (en dus met eigen winkels komen) ofwel samen gaan met andere merken (bijvoorbeeld Tommy Hilfigger). Voor eigen winkels is echter een zekere schaalgrootte nodig. De transformatie van groothandel tot retailer vergt nieuwe processen en een ander business model.
29 november 2013
De Retailbranche
50
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
NON-FOOD: WIT- EN BRUINGOED Consumentenelectronica, beeld- en geluidsdragers, boeken en tijdschriften Onderscheidend vermogen en de strijd met intrernet De afgelopen jaren hebben een aantal formules de strijd ook hier niet overleefd. Consumenten hebben een lage merkentrouw en de frequentie waarmee consumenten een artikel uit deze markt aanschaft is laag. Door internet is de markt in hoge mate transparant geworden. In deze markt is de consument meer gaan vertrouwen op informatie op het web en meer een prijsshopper geworden. De rol van de winkel lijkt hier achterhaald. Ketens als BCC verdwijnen uit A-locaties en gaan naar goedkopere B of semi A locaties (zijstraatjes). Nieuwe initreders als CoolBlue en postorderbedrijven als Wehkamp spelen beter in op de veranderde customer journey. Achterhaald business model Vooral voor muziek, video, boeken en tijdschriften geldt dat de markt voor fysieke beeld- en geluidsdragers compleet is gewijzigd ten opzichte van 10 jaar geleden. Hoewel de markt dit eerst nog heeft verweten richting illegale downloads, bewijzen nieuwe concepten als Spotify dat de jonge consument anders denkt over 29 november 2013
De Retailbranche
beleving. Het gaat niet als vroeger om het bezitten van een fysieke product, maar meer tot toegang tot (betaalde) content op elk moment op elke plaats. Dit heeft zelfs impact op de media branche doordat partijen als Netflix met video on demand de behoefte aan ‘eigendom’ van media verlaagd. Ook speelt mee dat de consument moe is van snel opvolgende technologie (VHS, DVD, BD). Zowel de aanbieders van content als van hardware hebben te laat hun business model aangepast op de veranderende omgeving en moeten daar nu mee concurreren. Belangrijke retailers in deze branche: Saturn, Mediamarkt, BCC, De Harense Smid, CoolBlue, Wehkamp
51
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
NON-FOOD: DHZ, WONINGINRICHTING EN TUIN Inclusief keuken, ijzerwaren, buiten en dierbenodigdheden Woningmarkt De impact van de woningmarkt die compleet op slot zit door dalende woningprijzen, onzekere overheidsmaatregelen en de recessie, heeft ertoe geleid dat er minder verhuisbewegingen zijn. Het is bekend dat de oplevering van 1 nieuwbouwhuis leidt tot 7 verhuisbewegingen. In een nieuw huis worden alle kamers aangepakt (inclusief keuken en badkamer). Nu mensen blijven wonen in hun huidige huis en er weinig tot geen nieuwbouw wordt gepleegd, knappen consumenten nog wel een kamertje op, maar geen hele woningen meer. Hierdoor is de markt enorm gekrompen. Internet Webwinkels zijn nog maar zeer recent ingevoerd. Dit heeft enerzijds te maken met het assortiment en de customer journey, maar zeker ook met het grote aantal franchisers. Nieuwe intreders zoals Bol.com en Wehkamp voeren inmiddels succesvol een assortiment DhZ artikelen (m.n. elektrisch gereedschap en gereedschappen)
29 november 2013
De Retailbranche
Supply Chain Onder leiding van Intergamma probeert de branche kosten te besparen in het logistieke traject. Ze doen dit door branchebrede initiatieven te starten samen met DGN en Maxeda op het gebied van retourlogistiek, invoering van EDI (order, pakbon, factuur). GS1 Nederland ondersteunt deze initiatieven.
Belangrijke retailers in deze sector: Doe-t-zelf: Maxeda (Praxis), Intergamma (Gamma, Karwei), Hornbach, welkoop, DGN Retail (Multimate, Fixet, Hubo) Tuin, dier en buiten: Intratuin, Ranzijn, Groenrijjk, Overvecht, Discus, Faunaland, PetsPlace, etc. Woninginrichting: Decorette, Beter Bed, Ikea, Yisk, Kwantum, Oase, Morgana, Trendhopper, etc. 52
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
8.
De Retailbranche 29 november 2013
ACHTERGRONDINFORMATIE
1. SAMENVATTING 2. INLEIDING 3. VERKENNING VAN DE SECTOR 4. RETAIL PROCESHUIS 5. TRENDS IN RETAIL 6. E-RETAIL 7. SUBSECTOREN IN VOGELVLUCHT 8. ACHTERGRONDINFORMATIE
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
53
TERMINOLOGIE Belangrijke begrippen, jargon en termen Consument: Persoon die goederen of diensten ‘consumeert’ (vergelijk ook shopper). DKW: Droge KruideniersWaren. Dit is het supermarktassortiment dat (lang) houdbaar, ongekoeld en voorverpakt is. Customer Journey: Het pad dat een shopper doorloopt, de stappen die de shopper neemt, van eerste interesse en oriëntatie tot aankoop en after sales. Verschillende segmenten (vaak aangeduid met een persona) kunnen verschillende customer journeys hebben. Master Data Governance (MDG): De beheersorganisatie voor MDM. Denk aan rollen, verantwoordelijkheden, workflow en tooling. Master Data Management (MDM): het beheren van de stamdata van voor de organisatsie cruciale entiteiten, zoals producten, leveranciers, klanten, assets, etc. inclusief de kwaliteit (cleansing, monitoring, reporting). Multichannel: Het verkopen van goederen in verschillende, onafhankelijk van elkaar en naast elkaar opererende kanalen
29 november 2013
De Retailbranche
Omnichannel: Het verkopen van goederen in verschillende maar geïntegreerde kanalen. Ook channel agnostic of all channel genoemd. Persona: Een personificatie van een segment, vaak aangeduid met een naam en een profielschets. Bijvoorbeeld: “Stefan is een student met een bijbaan, 3e klas MBO, leest geen tijdschriften, zit 15 uur per week op social media, draagt merkkleding die door zijn moeder wordt betaald.” Retail: Verkoop van goederen en diensten voor persoonlijk gebruik aan consumenten. Ookwel detailhandel. SAO: Social Application Optimization; Opvolging van SEO, gericht niet alleen op zoekmachines, maar op het totale spectrum van social media (YouTube, Facebook, Pinterest, Twitter, Instagram, etc.) SEO: Search Engine Optimization; het aanbieden van content op een zodanige wijze dat het leidt tot hoge zoekresultaten. Shopper: Persoon die de aankoop doet (en feitelijk de koopbeslissing neemt). Dit is niet altijd de consument (Zie daar). 54
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
BRANCHE ORGANISATIES EN BRONNEN Een niet compleet oevrzicht van enkele belangrijke spelers ABNAMRO: Publiceert regelmatig brancherapporten. CBD: Centraal Bureau Drogisterijbedrijven. Brancheorganisatie van drogisterijketens. CBL: Centraal Bureau Levensmiddelenhandel. Brancheorgansiatie van supermarktketens. Dochter ‘t Vakcentrum vertegenwoordigd de belangen van de zelfstandige winkelier. CBS: Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceert elk kwartaal de Datailhandelsmonitor. Consumer Goods Forum: (voorheen Global Commerce Initiative en daarvoor Efficient Consumer Response) Een platform van retailers en fabrikanten voor de ontwikkeling van samenwerkingsvormen om gezamenlijk de consument beter te kunnen bedienen. DiBeVo: Brancheorganisatie voor organisatie in dierbenodigdheden. FNLI: Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie, is de brancheorganisatie van fabrikanten van merkartikelen. GFK: Onderzoeksbureau. Publiceert regelmatig retailmonitors. . 29 november 2013
De Retailbranche
GS1: GS1 is de beheerder van standaards voor ketenoptimalisatie. Bekend zijn de streepjescode (GTIN) en EDI berichtdefinities (EANCOM). Daarnaast maakt GS1 branche afspraken rond ketenintegratie. HBD: Hoofd Bedrijfschap Detailhandel. Publiceert onder meer cijfers over de detailhandel en haar subsectoren. Inretail: Voorheen CBW-Mitex. Brancheorganisatie voor fashionbedrijven, woningtextiel, keuken, schoenen en sport. ING: Publiceert regelmatig brancherapporten. KNDB: Koninklijke Nederlandse Drogisterij Bond. Brancheorganisatie voor zelfstandige drogisten. NCV: Nederlandse Cosmetica Vereniging. Brancheorganisatie voro cosmeticabedrijven. Rabobank: Cijfers en Trends SBI: SBI staat voor Standaard Bedrijfsindeling 2008 (voorheen BIK) en is opgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Zij gebruiken dit om bedrijven in te delen naar hun hoofdactiviteiten VWDHZ: Vereniging Winkels in de Doe-t-Zelf.
55
Lid Grant Thornton Intenational Ltd
VAKBLADEN Meest gelezen vakbladen per subsector Supermarkten & warenhuizen: Distrifood Foodmagazine Food Personality Foodpress Levensmiddelenkrant Supermarkt
Farmacie, parfum en cosmetica:
IJzerwaren, DHZ, keukens: DHZ-Markt Vakblad Mix
Kleding, mode, schoenen: Jeans Cult & Fashion Cult Mode-nieuws (Fashion United) Textiel Visie Textilia
Drogisten Weekblad (DW) Markting Results Kosmetiek
Woninginrichting: Vakblad Wonen Keuken & Interieurmagazine
Wit- en bruingoed: Elektro Magazine Detailhandel Elektro Retail Magazine
29 november 2013
De Retailbranche
56
Lid Grant Thornton Intenational Ltd