GRONINGER STUDENTENKRANT Jaargang 35
Nr. 4
April 2019
Naar de hoeren
De ervaring van een student
K. LEPELAAR Het beroep van prostituee is misschien wel het oudste beroep dat onze maatschappij kent. Ook in ons eigen Groningen vind je dames van plezier, op de Nieuwstad. Wij spraken een student die een van deze dames wel eens een bezoekje heeft gebracht en voelden hem aan de tand over zijn ervaringen.
Wanneer besloot je voor het eerst om een prostituee te bezoeken? Goeie vraag, ik denk dat dit een aantal maandjes terug was. Ik was op stap met een vriend en we waren behoorlijk dronken, dan komen zulke onderwerpen toch ter sprake en denk je van zal ik daar eens een rondje langs lopen of niet. Als je daar dan dronken langsloopt en je ziet al die mooie dames, dan speelt de alcohol een rol en dan maak je die beslissing. Hoe kwam je erachter dat je voor deze dames op de Nieuwstad moest zijn? Onder de studenten weet iedereen wel waar een dergelijke straat te vinden is. Ook ligt de straat niet ver van het stapcentrum, dus was het niet zo moeilijk te vinden. Ken je veel studenten die in Groningen wel eens naar de hoeren zijn geweest? Denk je dat het echt een ding is? Ik kan me voorstellen dat velen dit doen, maar ik heb er nog nooit echt studenten over horen praten, omdat er wel een taboe op rust. Het is natuurlijk niet iets wat je zomaar leuk aan de buurvrouw vertelt.
Vind je dat dit taboe terecht is of dat het gewoon moet kunnen? Ja, deels snap ik de reactie van mensen wel, al moet ik hier even goed over na denken. Ik denk dat wanneer je met een groepje vrienden in de stad bent en je komt in zo’n straat terecht, het niet gek is dat er dan iets gebeurt, al snap ik het algemene taboe wel. Zou jij het snel aan mensen vertellen? Nee, ik houd me wel een beetje gedeisd. Mijn kijk hierop is natuurlijk anders dan die van een ander. Wat ik net zeg, het taboe vanuit de maatschappij dat dit raar is, is erg sterk. Vandaar dat ik dit liever achter de voordeur houd.
voor schaam, maar de lust zou niet aanwezig zijn als ik compleet nuchter zou zijn. Is de seks met zo’n meisje nou echt goed of is het meer zakelijk? Duurt zoiets lang? Dit hangt natuurlijk van elk meisje en de status van je dronkenschap af. Ik ben geen ervaringsdeskundige, dus ik kan er niet super goed over oordelen, maar de keer dat ik er was, was het in ieder geval heel gezellig. Het was een leuke, jonge meid. We hebben wat gepraat over haar land van afkomst en de festivals daar, het was eigenlijk heel gezellig. Het bezoeken van een meisje van plezier is dus eigenlijk best een sociaal en therapeutisch gebeuren, of is het alleen d’r in d’r uit? Ja, je hebt gewoon een leuk gesprek met zo’n meisje. Je merkt ook wel eens dat mensen prostituees als minderwaardige mensen zien, dat heb ik absoluut niet.
Was de eerste keer in Groningen een succes? Was het wat je ervan verwacht had? Jazeker. Het was wel ongeveer wat ik ervan verwacht had. Het is niet zo dat ik het vaker van plan ben, maar het was leuk. Het is vooral ook met vrienden een beetje ouwehoeren daar en dan komt van het een het ander. Is dit ouwehoeren de grootste reden of is lust echt de trigger? Een beetje van beiden. Als het niet leuk zou zijn, zou je er niet naartoe gaan. Je krijgt toch een beetje een oppermachtig gevoel als je daar binnen stapt. Toch is het wel vooral elkaar een beetje opruien.
Wat vind je van het beroep van prostituee in z’n algemeenheid? Ik vind het wel goed dat het bestaat, ja. Ook de situatie op de Wallen in Amsterdam momenteel. Er is wel wat overlast, maar het is ook een enorme toeristische trekpleister. Het is ook al een eeuwenoud beroep.
Zijn dit alleen dronken avonturen, of zou je er ook nuchter naartoe kunnen gaan? Nee, ik zou het niet nuchter doen of kunnen. Dan zou het taboe voor mij te groot zijn. Het is niet dat ik mij er echt
Stralen de meisjes achter de ramen uit dat zij doen wat ze willen? Hoe oogde het meisje dat jij bezocht hebt? Dat is ook weer per prostituee verschillend, maar daar kijk je wel naar als je daar langsloopt.
Het meisje waar ik bij langs ben geweest oogde vrolijk, ze was gezellig. Dit kan ook door mezelf komen, want ik ben af en toe ook op die manier ingesteld. Maar ja, het was een goed gesprek, het was gewoon gezellig met z’n tweeën. Ik kan me ook voorstellen dat dat voor een ander anders zou kunnen zijn, maar ik heb in principe geen slechte ervaring gehad. Haal je uit je tijd met een prostituee nou ook echt je gram, of is in de stad op jacht gaan toch een betere optie? Tsja, dat is per avond weer anders. Af en toe is dat leuk, dat spelletje tijdens het op stap gaan. Ik heb daar echter niet altijd de behoefte aan. Heeft dit met tijd te maken, op de Nieuwstad ben je natuurlijk binnen een mum van tijd klaar? Nou, dat is deels ook durf en motivatie. En tsja, tijd, het is natuurlijk wel heel gemakkelijk, maar het was voor mij toch een eenmalige actie. Ik was samen met een vriend en we waren zo dronken als wat, het was gewoon een leuke ervaring voor een keer. Wat zou je ten slotte nog kwijt willen aan studenten die het een keertje zouden willen proberen? Als je de behoefte hebt, kan het naar mijn mening geen kwaad om het eens een keertje uit te proberen. Maar ja, iedereen z’n kijk is er weer anders op. Ik ben er misschien best wel transparant in, maar er zijn zat mensen die het zich absoluut niet kunnen voorstellen.
Groninger Studentenkrant April 2019
1
Hoofdredactioneel
H
allo lieve lezers!
De bloemetjes springen uit de grond en de bijtjes zoemen rond onze hoofden: het is weer lente! Misschien dat jullie het zelf ook gemerkt hebben aan jullie libido, wij zijn in ieder geval helemaal hitsig deze dagen. Daarom staat de 10 deze maand in het teken de beste en slechtste seksstandjes. Met het verrassende aprilweer weet je immers nooit wanneer je een dagje binnen zitten wat interessanter moet maken. Mocht je nou niemand hebben om dat mee te doen kun je altijd nog de rode lichten opzoeken. Wij spraken met een student die vindt dat het taboe daarop moet worden opgeheven. Hij gaat zelf soms ook even langs. Volgers van Ronnie Flex hebben het misschien al meegekregen: deze maand hebben we alle rumoer rondom zijn winst van de popprijs onder de loep genomen. Waarom was het publiek daar zo butthurt over? Jammer genoeg was het Ronnie niet
De 10 Beste en slechtste seksstandjes
duidelijk dat het artikel geen kritiek was en beantwoordde hij het stuk met een wat negatieve tweet. Je vindt het artikel in deze krant! Deze maand is iedereen ook erg druk met de verkiezingen geweest. Wij legden uit wat de waterschappen precies doen en waar de Provinciale Statenverkiezing nou echt over gaat. Een van onze redacteuren heeft zich bezig gehouden met de huidige ontwikkeling binnen het superheldendomein. De nieuwe superhelden lijken een andere vorm te hebben aangenomen. Is dit een ontwikkeling die we toe moeten juichen? Verder zijn we nog een kijkje gaan nemen bij Brave New World van het NNT, verbaasd door At Eternity’s Gate en hebben we een winactie met Art Night! Blader snel verder in deze editie om onze recensies te lezen en te zien hoe je mee kunt doen aan de actie.
REDACTIE
Het is lente! De bloemetjes en de bijtjes vinden elkaar weer en wij worden helemaal hitsig van dit zonnetje. Binnen de redactie ontstond een hevige discussie over de 10 beste seksstandjes. Er bleek een aardig verschil te zitten tussen die van mannen en vrouwen,
en we hebben de 10 slechtste er dan ook maar bij gezet. Natuurlijk is ieder lichaam verschillend en valt er nog veel meer te bediscussieren, daarom hebben we geprobeerd onze favorieten zo goed mogelijk te onderbouwen.
De beste seksstandjes
De slechste seksstandjes
Vrouwen 1. Cowgirl
Je hebt alle touwtjes in handen, waardoor je niet alleen makkelijk een hoogtepunt bereikt, maar ook je man eens kan laten zien wie de baas is. Daarnaast is dit misschien wel het standje waar je de meeste calorieën mee verbrandt.
2. Halve mossel,
ofwel de schaar. Dit is heel fijn als je even klaar bent met dat lieve gedoe. Lekker hard en lekker diep.
ben ik enigszins bereid om op te staan en de dichter dit alles in verzen lult
een baby’s navelstreng wordt afgeknipt
DE
Terwijl de bomen vallen als bladeren
WEKKER
Terwijl Trump niet stopt met praten China Afrika koopt
3. Lepeltje lepeltje.
melk uit koeien wordt geperst de zee aan obesitas lijdt
met overvolle bootjes op zijn buik
zak ik weg in een droomloze slaap
Heerlijk knuffelen tijdens de seks en alles is makkelijk te bereiken.
4. Missionaris.
Als je juist behoefte hebt aan dat lieve gedoe en diep in elkaars ogen wilt staren. En natuurlijk gewoon om even je zeester-momentje te ownen.
5. Doggy.
Dit is heel fijn, maar alleen als er een beetje lief met je om wordt gegaan. Mannen willen hier nog wel eens erg hard van stapel lopen en dan kunnen zomaar toch ineens die traantjes over je wangen biggelen.
Mannen 1. Doggy.
Dit standje is perfect voor ochtendseks, want van die morningbreath heb je helemaal geen last! Daarnaast kun je de rug in verschillende houdingen duwen om er toch een beetje diversiteit in te gooien. Op wasmachine (of aanrecht, of tafel, als het maar de goede hoogte heeft). Dit is gewoon heel fijn en toch net wat spannender dan in bed.
2. Mossel
(als je goede lengte hebt). Moet hier echt uitleg bij? Dan heb je ‘t zeker nog nooit geprobeerd.
Vrouwen 1. Reverse cowgirl.
Ja, dit is fijn, maar een van onze vrouwelijke redacteuren is er laatst door een gedwongen VR-ervaring achter gekomen wat het uitzicht van de man is in dit scenario. Mannen kijken dus recht je anus in. Zo voelen wij ons niet sexy meer.
2. Onder de douche.
Als je dit ooit gedaan hebt weet je hoe vies dit wordt. Niet alles valt met water weg te spoelen.
3. Harde doggy.
3. Cowgirl
Dit is het droomstandje van elke borstenman.
Wees wel een béétje lief bitte! Hier kun je veel te makkelijk plekjes raken die écht pijn doen. Dus niet te hard stoten (tenzij daar om gevraagd wordt natuurlijk).
4. Tegen de muur.
4. Te voorzichtig.
Om even te laten zien wie de baas is.
Dat kan dus ook. We zijn niet gemaakt van porselein!
5. Slechte dirty talk.
Mannen 1. Zeester.
Vrouwen, kom op. Als ik dit wilde, kocht ik wel een sekspop.
2. Reverse Cowgirl.
Op zich ziet het er allemaal leuk uit, maar de kans op een penisbreuk of kneuzing is te groot.
3. Accidental anal.
Oke, dit is niet echt een standje, maar is ons vaak genoeg overkomen om hier neer te zetten. Niemand heeft meer zin als dit gebeurt.
4. Disappointing handjob.
Dit kan ik ook zelf, dus als je het niet kunt, doe het dan niet. Er zijn veel leukere dingen aan het bed delen met een vrouw.
5. Toothy blowjob.
Dit weten alle vrouwen best, maar toch blijft het gebeuren.
Als iets je uit de mood kan halen is dit het wel. Dirty talk kan super geil zijn, maar de seks ook in een slappe lach laten eindigen.
krijg ik het benauwd en ga mijn bed weer in
en de zelfmoordenaar zijn strop verstrakt
Terwijl de vader zijn zoon leert fietsen,
geliefden hun onblootte lijven delen
2
Groninger Studentenkrant April 2019
Groninger Studentenkrant April 2019
3
Water schappen NOUSCHKA VAN DER MEIJ 20 Maart is het weer tijd om gebruik te maken van ons democratisch recht en stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. In dit artikel behandelen we wat de waterschappen precies doen en waarom je moet gaan stemmen.
Droge voetjes
Een waterschap is een overheidsorganisatie die zorgt voor het waterbeheer in een bepaald gebied. Het zorgt voor het zuiveren van ons rioolwater en garandeert dat we allemaal droge voeten houden. In Nederland zijn er 21 waterschappen, waarvan twee in Groningen. De scheiding van deze waterschappen loopt precies door onze gemeente. Op je stemkaart staat of je voor Hunze en Aa’s of Noorderzijlvest stemt, dat hangt dus af van je adres.
Het algemeen bestuur bepaalt waar het waterschapsgeld aan besteed moet worden. Over de meeste onderwerpen denken alle partijen vrijwel hetzelfde. We willen allemaal schone meren en goede dijken. Er zijn wel een aantal verschillen tussen de manieren waarop de partijen hiervoor willen zorgen en dat is dan ook waar onze stem telt.
Kerntaken van de waterschappen: •
Onderhoud van dijken, dammen en de kustlijn
•
Schoonmaken van ons afvalwater
• •
Zorgen dat het water in de meren op peil blijft Zorgen dat het vaarwater uitgebaggerd en bevaarbaar is
Andere taken: • •
•
Nieuwe natuur en milieuvriendelijke oevers aanleggen Bestrijding van exoten (planten of dieren die niet thuishoren in het gebied) en het opwekken van energie uit rioolwater De waterschappen zorgen niet voor ons drinkwater, maar spelen met het zuiveren van ons afvalwater wel een rol in het proces.
Waar je voor gaat stemmen
Hunze en Aa’s en Noorderzijlvest hebben beide 23 zetels in het landelijk algemeen bestuur. Zeven van die zetels zijn geborgde zetels, deze zetels liggen vast. De agrarische sector heeft er vier, het bedrijfsleven heeft er twee en het beheer van natuurterreinen heeft er één. De rest van de zetels wordt bezet door leden van politieke partijen en voor deze zetels stemmen wij. Aan de waterschapsverkiezing doet maar een aantal partijen mee. Voor Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s staan ze hieronder afgebeeld.
Discussie tussen de partijen Takenpakket
Binnen verschillende waterschappen spelen verschillende onderwerpen. De grootste discussie tussen de partijen gaat over het takenpakket van het waterschap. Sommige partijen vinden dat recreatie en klimaat een groter deel van het takenpakket moet zijn en andere partijen vinden dat het waterschap het geld moet investeren in haar kerntaken: de veiligheid en zuivering van water.
De waterschappen kunnen zelf energie opwekken, maar er is verdeeldheid over de bestemming van deze energie. Ze kunnen het enkel gebruiken om zelf sneller energieneutraal te worden of een commerciëlere rol aannemen. Daarnaast is er nog een discussie over de rol van waterschappen in wijken. Een van de discussiepunten is of de waterschappen subsidie moeten geven voor regentonnen en om de verstening van tuinen tegen te gaan.
Belasting
Naast het takenpakket is belasting een onderwerp waar de partijen over verdeeld zijn. De discussie gaat over de verdeling van de lasten tussen huishoudens, het bedrijfsleven en de agrarische sector, en of de waterschapsbelasting verhoogd mag worden, omdat de waterschappen duurzamer willen gaan werken.
Medicijnfilters
Een wat kleiner onderwerp, maar wel een die tot hevige discussie leidt: de aanpak van medicijnresten in afvalwater. De centrale vraag is of we de zuiveringsinstallaties van de waterschappen aan moeten passen of het probleem door de
4
Groninger Studentenkrant April 2019
bron (de ziekenhuizen) moeten laten oplossen. Deze discussie gaat in essentie over waar de verantwoordelijkheid en de rekening voor deze zuivering gelegd moet worden.
Geborgde zetels
Van de in totaal 602 zetels van het landelijk algemeen bestuur zijn er 160 geborgde zetels, de andere 442 kiezen wij. Op de geborgde zetels zit het bedrijfsleven (gekozen door de Kamer van Koophandel), de agrarische sector (gekozen door Land- en Tuinbouworganisatie) en de natuurgebieden (gekozen door Vereniging van Bos- en Natuureigenaren). Tussen de partijen heerst onenigheid over deze opvulling van de zetels. Sommige partijen vinden dat dit systeem meerwaarde heeft, omdat deze sectoren specifieke belangen hebben bij goed waterbeheer en kennis vanuit hun vakgebied toevoegen. Andere partijen vinden dat de waterschappen slechts democratisch gekozen zetels moet hebben. Er zijn natuurlijk nog veel meer discussiepunten en in de stemwijzer onder dit artikel komen de meest relevante punten voor jouw waterschap aan bod.
Vroeger werd er via de post voor de waterschappen gestemd en was de opkomst erg laag. Daarom is de stemming nu tegelijk met de Provinciale Staten. Volgens Hans Middendorp, vice-voorzitter van de Algemene Waterschapspartij, is het belangrijk om te stemmen voor de waterschappen om invloed uit te oefenen op de bestemming van ons belastinggeld. ‘U gaat naar de stembus omdat u wil dat er onafhankelijke waterschappen zijn die onafhankelijk belasting heffen en dat de regering er geen geld uit kan halen om elders bezuinigingen te compenseren.’ – Hans Middendorp in een tv-interview met RTV Utrecht
Voor elk van de 21 waterschappen is een aparte stemwijzer gemaakt. Voor de stemwijzers van de Groningse waterschappen klik:
Noorderzijlvest: Hunze en Aa’s: Andere waterschappen:
Kijk op je stempas onder welke waterschap jij valt, vul de stemwijzer in en vergeet vooral niet om je de 20e richting het stemhokje te begeven. Neem dan ook wat internationale studenten mee, want die mogen ook stemmen, en laat ze vooral ook even de stemwijzer doen (die van Hunze en Aa’s is ook in het Engels). In de onderstaande stemwijzer wordt door de partijen uitgelegd waarom ze welke keuzes willen maken.
Groninger Studentenkrant April 2019
5
Hilarische verkiezingen:
Provinciale Staten 2019
BAS TEUNISSEN
Heb je al eens goed gekeken naar de kandidatenlijsten voor de verkiezingen van de leden van de Provinciale Staten van Groningen? Is er iets dat je is opgevallen? De verkiezingen voor de Provinciale Staten komen er weer aan (20 maart) en dat merk je overal: de stad hangt vol met posters, verregende campagnevoerders duwen je flyers in de hand en ook in de media zijn de verkiezingen dagelijkse kost. Het kleine broertje van de gemeenteraads- en de landelijke verkiezingen is een vreemde eend in de bijt. Vier jaar geleden kwam minder dan de helft van de kiesgerechtigden opdagen. En dat terwijl de leden van de Provinciale Staten de leden van de Eerste Kamer kiezen. Dit jaar is te merken dat de verkiezingen ongekend grappig zijn, als je er de humor van in kunt zien. Neem bijvoorbeeld Kees van der Staaij, die als gasthoofdredacteur bij WNL direct
6
Groninger Studentenkrant April 2019
het programma wil afkondigen terwijl het net begonnen was. Of Martijn Koning, die regelmatig bij Jinek aanschuift en de meest hilarische en tenenkrommende campagnefilmpjes bespreekt. Mensen hebben geen flauw idee waar de verkiezingen over gaan. RTL schoot zichzelf in de voet met een stelling over Zwarte Piet en vuurwerk bij Oud en Nieuw. Sommige partijen zien de verkiezingen als een ‘referendum over het kabinet.’ Tijdens de verkiezingen worden landelijke problemen aangehaald, terwijl de Provincies daar helemaal niet over gaan. De gemeente Groningen heeft zelfs een Verkiezingskrant “in normale taal” voor iedereen die het allemaal niet begrijpt. Maar zelfs het internet begrijpt er niks van, want de link werkt niet. Wanneer het dan landelijk wordt, hebben politici ook niet helemaal door wat ze gaan doen als ze gekozen worden.
Mei Li Vos (PvdA) en Selçuk Öztürk (DENK), beiden lijsttrekker voor de Eerste Kamer, denken bijvoorbeeld dat ze in de Eerste Kamer een soort Tweede Kamertje kunnen spelen en allerlei wetsvoorstellen kunnen aanpassen. Zij hebben duidelijk niet opgelet bij maatschappijleer. Maar even terug naar Groningen, waar je je ook afvraagt waar mensen nou helemaal mee bezig zijn. Op zondag 3 maart was onze premier, Mark Rutte, in Groningen voor een bakkie pleur op de Vismarkt. De straat, normaal geplaveid met stenen, was nu geplaveid met een tiental klimaatactivisten die daar lekker in de regen lagen te blauwbekken. Op zich is er niks mis mee om je te laten horen voor het klimaat. We hebben immers maar één planeet. Maareh… Mensen, vanwaar al die Engelse slogans? Onze premier spreekt gewoon Nederlands en kan jullie dan ook prima verstaan in onze moedertaal.
De partijprogramma’s
Op de website kiesvoorgroningen.nl, waarop alle lijsttrekkers hun partij en standpunten voorstellen valt ook genoeg te lachen. Wist je bijvoorbeeld dat Groninger Belang een ringweg wil om Leek? Zie je het al voor je? Een dorp met ongeveer 20.000 inwoners, zijn eigen ringweg. Dan kun je de Groninger binnenstad ook wel een eigen ringweg geven. Ook grappig is Ton van Kesteren van de PVV. Volgens hem moeten boeren twee dingen doen: ‘zorgen voor ons voedsel en voor banen.’ Het is net alsof de boeren in Groningen een aparte bevolkingsgroep zijn wier enige taak het voeden van de bevolking is. En oh ja, ze fungeren ook als uitzendbureau en de werkeloosheid is hun schuld. ‘GroenLinks gaat daadwerkelijk aan de slag,’ staat er bij een foto van lijsttrekker Nienke Homan. De partij vaart hiermee een andere koers dan de landelijke fractie (anders had de ChristenUnie nu niet in het kabinet gezeten).
De Partij voor het Noorden heeft de uitroeptekens ontdekt. Achter letterlijk elke zin staat er eentje. Behalve bij het zinnetje ‘Geen windmolens op land, maar op zee’, dat dus duidelijk niet zo belangrijk is. Bij Forum voor Democratie is het CV van Bart van der Werf het partijprogramma. Helaas is er geen kaas van te maken wat Groningen moet met zijn ‘achtergrond in Marketing, Media en IT’ en waarom het van belang is dat hij uit Nuis komt. Er is sinds afgelopen weekend maar één Nuis echt belangrijk en dat is Kjeld Nuis met zijn twee wereldrecords. Als student is een stem voor 50Plus vaak ondenkbaar, maar toch is er iets dat je wellicht aan het twijfelen zet. De partij streeft er namelijk naar ‘het openbaar vervoer voor minima en ouderen voordeliger, nog liever gratis te maken.’ Als
student behoor je, zeker tegen het einde van de maand, tot de minimagroep. Toch leuk als je gratis naar thuisthuis kunt wanneer je je OV-kaart weer eens kwijt bent! DENK heeft weer eens niet goed nagedacht. De partij wil een rechtstreekse intercity vanuit Groningen via Almere naar Amsterdam. Die er dus al is, maar dan met Den Haag als eindpunt (misschien is hij daarom lastiger te vinden). Er zijn twee partijen die hun belangrijkste standpunten niet naar voren laten komen in hun programma. Bij de Partij voor de Dieren kun je nergens hun grote doel (stemrecht voor cavia’s en de paarden op de manege) vinden en bij de VVD zijn de bitterbal en het weglachen van problemen nergens terug te vinden. Een grof schandaal! Tot slot houdt alleen de SP zich aan de teneur van de
hedendaagse politiek. In een bijzonder agressief stukje proberen zij hun ideeën aan de man te brengen. ‘Viva la revolución!’ zullen we maar zeggen. Helaas is dat wel politieke zelfmoord, want de SP is op dit moment de grootste partij in de Groningse provincie.
De kandidatenlijst
Heb je al gevonden wat de Kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de Provinciale Staten van Groningen zo leuk maakt? Hier een kleine hint: de Provinciale Staten van Groningen heeft 43 zetels. D’66, de VVD en Groninger Belang hebben dit niet begrepen. Alle drie de partijen hebben 50 mensen op de kieslijst staan. Dus zelfs als één van die partijen 100% van de stemmen krijgt, zijn er alsnog teleurgestelde kandidaten.
Bij elke kandidaat op de kieslijsten wordt ook de voornaam genoemd, misschien om hen bereikbaarder te maken of meer een gezicht te geven. Een partij die daar niet voor heeft gekozen is het FvD, die daardoor iets elitairs krijgt. Het kan ook zo zijn dat de kandidaten niet met naam en toenaam worden genoemd omdat zij zich schamen op de kieslijst te staan. Tot slot is er nog één bizar gegeven. Als stemgerechtigde stem je voor de Provinciale Staten van de provincie waarin je woont. Het is best wel gek dat je als kandidaat níet in die provincie hoeft te wonen waarvoor je op de kieslijst staat.
Groninger Studentenkrant April 2019
7
At eternities gate
N
JOLIEN V ERMEULEN iet zo lang geleden kwamen de regisseurs Dorota Kobiela en Hugh Welchman met de prachtige biografische animatiefilm Loving Vincent. Dit jaar stond het leven van Vincent van Gogh wederom in de schijnwerpers, tevens in biografie vorm, maar ditmaal geregisseerd door de multidisciplinaire kunstenaar Julian Schnabel. Dat belooft veel goeds, dacht ik.
Bijna een week na de uitreiking van de Oscars besloot ik deze film te bezoeken; At Eternity’s Gate. Helaas niet bekroond met een Oscar, maar de film is wel in de prijzen gevallen. Zo heeft het zowel de Volpi Cup als de Satellite Award voor beste acteur (Willem Dafoe) in de wacht gesleept. Meteen vanaf het begin wordt het duidelijk voor welk perspectief er gekozen is. Een zwart scherm met Vincent’s stem vult de zaal, en het duurt niet lang voordat de camera als Vincent’s ogen fungeren. Zeker geen slechte keuze, weet ik al snel vast te stellen. Andere aspecten van de film maken ook duidelijk dat de film niet alleen draait om van Gogh als persoon, maar ook om hoe hij bepaalde dingen ervaart. Zo wordt er vaak ‘grof’ gefilmd, met veel symbolisch bewegende of schuddende beelden. Ook zijn de beelden soms helemaal gedraaid, of voor de helft wazig. Dit alles om duidelijk te maken hoe Vincent van Gogh de wereld om zich heen ervaart. Nogmaals, niet perse een slechte keuze, maar ik werd er ook niet bepaald vrolijk van. Het was namelijk vaak onduidelijk wat er gebeurde, en het werd daardoor vermoeiend om naar te kijken. Deze soort beelden worden afgewisseld met rustige scènes, waarin bijna niks gebeurd en/of waar lange tijd op één persoon of tafereel wordt ingezoomd. Op dit soort momenten voelt het toch een beetje alsof men opvulmateriaal nodig had. Zo bestaat een groot deel van de film uit momenten waar Vincent van A naar B loopt, op zoek naar een plek om te schilderen. Heel langdradig en eveneens heel vermoeiend.
8
Groninger Studentenkrant April 2019
Qua muziek valt het op dat deze vaak eentonig klinkt, en af en toe abrupt ophoudt. Momenten waarop dit gebeurt zijn heel willekeurig, waardoor het moeilijk wordt er een touw aan vast te knopen. Soms schrik je ervan wakker, als het ware. Het enige wat wel duidelijk is, is dat het iets te maken heeft met van Gogh’s stemming, wat wel interessant is.
is besteed. Kleuren die vooral naar voren komen zijn geel, blauw, oranje en groen, kleuren die veel gebruikt werden door van Gogh. Wat ook duidelijk in de film naar voren komt is dat Vincent veel naar de kleuren om zich heen keek en dat vaak accentueerde in zijn werk. Hiermee weet de film goed naar voren te brengen dat het vanuit zijn ogen verteld wordt.
Het kleurgebruik in de film is ook zeker opvallend, en iets waar duidelijk aandacht aan
Ook al heeft de regisseur een duidelijke keuze gemaakt wat betreft het perspectief, en hoe
Talk talk
hij dit wil accentueren, werd ik niet door de film aangetrokken. Niks greep mij vast, of hield mij erbij, zelfs Mads Mikkelsen niet, want de functie van zijn rol in het verhaal was niet duidelijk, en dat wil wat zeggen. Al met al vond ik de film niet boeiend, en snapte ik het ook niet helemaal. Eigenlijk ervoer ik de film zoals men dat vroeger deed bij de schilderijen van Vincent van Gogh. En dat is toch ergens wel weer poëtisch.
O
Spirit of eden
OLIVIER VAN EIJK
p de middelbare school raadde een jongen uit mijn klas Spirit of Eden aan, een album van de band Talk Talk. “Volgens sommigen is dit het beste album aller tijden…” Voegde hij hier serieus aan toe.
doel zou moeten waarmaken, werden synthesizers verboden verklaard in de studio. Hollis was helemaal klaar met de uitgemolken synthetische klanken en wilde voor Spirit of Eden slechts akoestische instrumenten gebruiken, met uitzondering elektrische gitaren.
Toen ik thuiskwam luisterde ik meteen het album. Het begon met een trompettoon, die verlegen klonk. Deze herhaalde zich een paar keer, elke keer heviger dan de vorige tot op de achtergrond een viool werd ingezet. Na de viool kwam een ruis van gitaargeluiden, die de viool en trompet bijna naar een climax bracht totdat deze eindigde in een stilte. Vanuit de stilte kwam een geluid van een vijl die iets leek te slijpen. Hierna klonk er weer een stilte. Na de stilte breekt het nummer open door een solo van een elektrische mondharmonica die, ondersteund door violen, trompetten en elektrische gitaren de gebroken climax van tevoren aan elkaar lijmt. Dit zijn de eerste vijfenveertig seconden van The Rainbow, het eerste nummer waar het album mee opent.
In een oude kerk zocht Talk Talk hun toevluchtsoord, waarin ze zich opsloten met hun instrumenten en ideeën. Hollis nodigde allerlei verschillende soorten muzikanten uit. Trompettisten, Violisten, Mondharmonicaspelers, hoboïsten, saxofonisten… ga zo maar door. Hij liet de uitgenodigde muzikanten uren improviseren om maar een paar seconden van hun spel te gebruiken. Nadat het album was opgenomen werd er gezegd dat slechts tien procent van het opgenomen materiaal was gebruikt. Het materiaal dat deze ernstige selectie had doorstaan werd grondig in de studio gereconstrueerd door Hollis en de producer van de band, Tim Fries-Geene. Als twee architecten die naast het ontwerp van een huis ook bepalen wat voor bakstenen gebruikt worden, hoe het meubilair eruit gaat zien en welke bloemen in de tuin worden geplant, inspecteerden de twee muzikanten alle details van het album. Ze legde lagen op lagen: trompet boven gitaar, stem boven violen, alle instrumenten tegelijkertijd of elk instrument zo zacht dat een nieuw soort stilte ontstond. De creativiteit spat ervan af, bijvoorbeeld wanneer de bel van een koe te horen is om het begin van een refrein aan te geven.
In plaats van mezelf in dit poëtische gereutel te verliezen, zal ik vertellen hoe dit album tot stand is gekomen en waarom het met recht als een van de beste album aller tijden wordt beschouwd. Talk Talk werd populair in de jaren tachtig met door synthesizers geleide dancebeats en singles als “It’s My life”. Hoewel ze toen al een echte sound hadden en zeker niet doorgingen als een ‘gewoon jaren tachtig bandje’, was de zanger Mark Hollis niet tevreden. Hij wilde iets nieuws creëren. Iets dat het fundament van de toen bestaande popmuziek als een sloophamer aan diggelen zou slaan. Voor Spirit of Eden, het album dat dit ambitieuze
Wat het album zo bijzonder maakt, is dat het niet gemaakt klinkt. Je zou denken dat het overdreven produceerwerk het album te gelikt zou maken, of juist houterig en onnatuurlijk. Maar het album is speels en vrij, alsof het de dromen van
een kind voorstelt in plaats van de nauwkeurige berekeningen van twee geniale muzikanten. Dit komt vooral door de stiltes die ze laten vallen. Stilte is de leidraad van het album. Na elk nummer is er wel een seconden of tien aan stilte, waarna het volgende instrument zijn intrede doet. De stilte geeft ruimte aan de details. Het zachte gefluister van het orgel of het langgerekte zingen van de viool komen het best tot hun recht als ze ontstaan uit stilte. Waar het album muzikaal complex is, is het woordelijk minimaal. Per nummer zijn er niet meer dan tien regels, die soms als gemompel, echo’s of hees gezang klinken. De stem van Hollis verdwijnt in de muziek, dompelt onder, maar komt altijd boven, alsof zijn stem een boot op zee is in een oneindige mist. Zijn stem is onderdeel van de instrumenten. Bij de meeste (pop)muziek vertelt de zanger het verhaal van een nummer. Dat is bij Spirit of Eden niet het geval. De muziek vertelt zijn eigen verhaal en de stem is hier slechts een bijfiguur. De betekenis van de woorden is minder belangrijk dan de manier waarop ze klinken. Hollis rekt de fonetische klank van de woorden die hij zingt soms zo uit, dat ze geen woorden meer zijn, slechts klanken. Hoewel de teksten geen belangrijke rol spelen in Spirit of Eden, heeft Hollis er toch ontzettend veel tijd aan besteed. Aan sommige teksten besteedde hij maanden. Dit hoor je erin terug. De teksten zijn simpel gevormd maar lijken (als je erop gaat letten) een spirituele, emotionele betekenis van de zanger uit te dragen. Bijvoorbeeld in het nummer ‘Eden’, zingt hij in het epische refrein: “Everybody needs somebody to live by.” In deze simpele bewoording legt hij de essentie van eenzaamheid uit, uitgedrukt in een hese schreeuw die hij uit het diepst
van zijn longen en ziel perst. In het nummer ‘I Believe in you’ zingt Hollis over de langdurige heroïneverslaving van zijn broer, die kort na het album overleed: “ A time to sell yourself/A time for passing,” zijn de droevige, veelzeggende woorden over het tragische lot van zijn broer. Of in het laatste nummer van het album, ‘Wealth’, onder een rustgevend orgel: “Create upon my flesh/ Create approach upon my breath/ Bring me salvation if I fear/ Take My freedom”. Neem mijn vrijheid, zegt Hollis. Voor alles is Spirit of Eden een greep naar vrijheid. Hij wil geen muziek maken voor anderen, muziek gebonden aan kinderlijke verwachtingen. Hij wil zijn eigen muziek maken, muziek die zijn dromen weerspiegelt. De grootste verwachtingen die Hollis van het album had, kwamen niet uit. Toen het album af was en ze het aan hun manager lieten horen, barstte die in tranen uit. Niet omdat hij de muziek zo mooi vond, maar ook omdat hij wist dat het album niet zou verkopen. Daarin had hij gelijk. De fans van Talk Talk waren hits gewend. De nummers op Spirit of Eden zijn rond de zeven minuten lang, vol stiltes en soms wat obscure klanken. “Dit is niet dansbaar”, dachten de fans verontwaardigd. Het was nauwelijks pop te noemen. Het publiek was nog niet klaar voor deze nieuwe vorm van muziek, waarin experimentele en klassieke muziek samen met jazz perfect combineren. Verwacht niet Spirit of Eden in een klap geweldig te vinden. Het album luistert nauw. Het behoeft een lege kamer, een leeg hoofd, gesloten ogen en misschien een jointje of twee (als je daar van houdt). Maar ook als je Spirit of Eden niet op waarde kan schatten, is het makkelijk te horen hoe vernieuwend het album is.
Groninger Studentenkrant April 2019
9
Ronnie Flex:
hiphop-missionaris
of menu A van de Chinees? KARLIJN SARIS
Hij staat tekstueel op eenzame hoogte en durft zich ook nog eens kwetsbaar op te stellen” en “live bakt hij er niks van, liedjes gaan nergens over”. Het is moeilijk voor te stellen dat het in beide uitspraken om dezelfde artiest gaat: Ronell Langston Plasschaert, oftewel Ronnie Flex, de 26-jarige artiest die afgelopen maand op Eurosonic Noorderslag (ESNS) de Popprijs won. Terwijl hij het afgelopen jaar de op één na meest gestreamde Nederlandse artiest op Spotify werd, barstte onder het festivalpubliek en haar online achterban een bom van verontwaardigd commentaar los toen bekend werd dat hij de prijs in ontvangst mocht nemen. Waar komt die enorme polarisatie vandaan?
D
e popprijs is geen kleinigheidje in de Nederlandse muziekwereld; de band of artiest die het afgelopen jaar de belangrijkste bijdrage heeft geleverd aan de popmuziek in Nederland, mag de prijs in ontvangst nemen. Op 19 januari werd de populariteit van Ronnie Flex bevestigd door een lovend juryrapport op ESNS. “De Nederlandse hiphop heeft met Ronnie Flex de beste missionaris die het zich kan voorstellen. Hij loopt voorop in de muzikale ontwikkeling van het genre (…) hij staat tekstueel op eenzame hoogte en durft zich ook nog eens kwetsbaar op te stellen”, aldus de jury. Maar daar dacht een groot deel van de festivalgangers en hun muzikale achterban anders over. Ondanks de vele kritiek op Ronnie’s specifieke muziekstijl,
is hij niet de eerste omstreden popprijswinnaar. “Al zolang het festival bestaat is de popprijs een onderwerp van verhitte discussies”, vertelt Rob Ahler, promovendus kunst- en cultuurwetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). “De prijs reflecteert wat er op muzikaal gebied gaande is in Nederland, maar dat strookt vaak niet met wat het publiek van ESNS verstaat onder goede muziek.” Het is haast een traditie te noemen dat na de bekendmaking van de winnaar van de popprijs hevig kritiek losbarst onder het ESNS publiek en haar achterban. Rock-pop festival: een uiterst ongemakkelijke combinatie En nu ook in het geval van Ronnie Flex lijkt sprake te zijn van een opmerkelijke paradox:
er mag dan veel discussie ontstaan over de artistieke kwaliteiten van Ronnie Flex onder het festivalpubliek, de populariteit van zijn muziek vertelt een ander verhaal. Hoe is deze controverse te verklaren? Volgens Hans Timmermans, muzikoloog en onderzoeker naar de het sociologische aspect van muziek, heeft het alles te maken met het karakter van ESNS; het is een rock-popfestival, een uiterst ongemakkelijke combinatie, wat zich openbaart bij de uitreiking van de popprijs. “De popliefhebber bestelt altijd gewoon menu A met nasi goreng en een loempia bij de Chinees. De rock-fan is de gast in het dure Michelin restaurant.” Volgens Timmermans vallen de rock- en de popmuziek al decennialang uiteen in twee verschillende ideologische
10
Groninger Studentenkrant April 2019
zal doorgaans een uitgebreid verhaal afsteken over het hoe en waarom van de muziek waar hij of zij van houdt, net als de wijnkenner en de gastronoom hun argumenten hebben voor die dure wijn of dat chique gerecht. “De rock-liefhebber zal ook heus wel eens menu A kiezen bij de Chinees, maar dan wordt het een guilty pleasure genoemd”, vertelt Timmermans. “De popmuziek wordt binnen de rockcultuur beschouwd als muziek voor pleps, je kunt je als zelfrespecterend
Ronnie Flex is volgens Timmermans niet te vergelijken met de standaard popmuzikanten zoals Katy Perry of Justin Bieber. Zijn muziek heeft ook weinig raakvlakken met Kensington of Armin van Buuren. “Hij past wat dat betreft eigenlijk niet echt op dit festival, het is meer urban, hiphop wat hij maakt”, vertelt Timmermans. Toch is het commentaar dat deze jonge artiest van het ESNS publiek ontvangt vergelijkbaar met de kritiek op de voorgaande popprijs winnaars. Hoe kan dat?
“Ik heb een miljard streams” Volgens Timmermans worden de popprijswinnaars door het ESNS publiek niet puur bekritiseerd op hoe hun muziek klinkt, maar voornamelijk op basis van onderliggende rockideologische argumenten. “vanuit de rockcultuur worden popmuzikanten beschouwd als artiesten die muziek maken voor het grote geld, maar vaak eigenlijk zelf niets kunnen. Ze schrijven niet hun eigen nummers of bespelen geen instrumenten en zingen met autotune” Dit is volgens Timmermans tegelijkertijd
kampen. Deze tweedeling gaat dus verder dan het onderscheid tussen muziekgenres; het zijn diepere ideeën over wat muziek in haar algemeenheid is en zou moeten zijn. Waar de popmuziek volgens Timmermans van oudsher wordt geassocieerd met de mainstream, top 40, commerciële, kunstmatige creaties, makkelijke meisjespopmuziek, aantrekkelijke gasten, bubblegum en disco, staat daar tegenover de rockcultuur: underground, alternatief, hoogstaand, geloofwaardig en ingewikkelde teksten. Timmermans vergelijkt deze duidelijke tweedeling met eten: “de popliefhebber is degene die altijd gewoon menu A met nasi goreng en een loempia bestelt bij de Chinees. De rock-fan is de gast in het dure Michelin restaurant.
precies waarin rockers zichzelf willen onderscheiden van de popcultuur. “Op de rockacademie wordt je bijvoorbeeld aangeraden om je niet aan te sluiten bij een platenlabel of subsidies aan te vragen, maar gewoon op eigen kracht door te breken en onafhankelijk van de commercie muziek te maken.” Dan wordt plotseling duidelijk waarom Ronnie Flex vanuit de festivalbezoekers dezelfde kritiek ontvangt als al zijn popprijs voorgangers; de jonge rapper schuift niet bepaald onder stoelen of banken dat het aantal downloads en de
hoeveelheid geld op zijn minst belangrijk een belangrijke drijfveer voor hem zijn. Bekijk bijvoorbeeld zijn tweet als reactie op Nico Dijkshoorn of een greep uit zijn songteksten hieronder. “Het ESNS publiek identificeert zich niet met zulke ideeën over muziek”, vertelt Timmermans. De mediastrategieën en commerciële aanpak van Ronnie Flex worden volgens Timmermans vanuit een rockideologisch standpunt bekritiseerd, maar zegt het daadwerkelijk iets over de kwaliteit van zijn muziek?
Ik word liever rijk later word ik liever sjeik Ze serveren kaviaar maar ik wil iets met rijst (…)
Flessen kopen in de vip is geen probleem voor mij Zie als ik wil, koop ik heel de club En maakt de eigenaar zich druk, koop ik ook z’n personeel d’r bij (…)
Ik ben niet met die skeere skunk zuigende rappers Ik ben met John de Mol money aan ’t maken, je merkt Dat als ik money praat, het never nooit over donnies gaat Minimaal een milli, voordat ik een beetje lol heb Ik lach de ballen uit me broek, domme bitches willen ballen in de hoek Want ze vallen voor me loot, maar ik ben op me money als een Jew (…)
Ik ga morgen nog een huis in Marrakesh kopen Van m’n management fee, noem me spekkoper Mij zie je niet zo snel met een stack lopen Terwijl ik geld uitgeef, wordt m’n stack groter Ik heb creditcards, een stuk of zes gozer M’n American Express is black gozer
In the eye of the beholder
Pop: de guilty pleasure van de muziek Maar puur het verschil in muzieksmaak verklaart volgens Timmermans niet de grote verontwaardiging rondom de bekroning van Ronnie Flex op ESNS. Dat heeft alles te maken met de manier waarop de rocken popliefhebbers hun muziekvoorkeur vervolgens uitdragen. Volgens Timmermans zal het de popliefhebber, net als met het Chinese eten, niet veel uitmaken wat de rest ervan denkt, hij of zij vindt het leuke muziek en wat de anderen luisteren moeten ze zelf weten. Een rockliefhebber daarentegen,
“Cash flow, deze tijd gaat alles om die cash flow”
muziekliefhebber niet permitteren om dat mooi te vinden”. “De mensen die hier rondlopen, komen voor hoogcultuur, alternatieve en geloofwaardige muziek” Dit is volgens Timmermans precies het conflict dat ontstaat op een rock-pop festival zoals ESNS: “het typische publiek van dit festival zit doorgaans diep in die rockcultuur. De mensen die op hier rondlopen, komen voor hoogcultuur, alternatieve en geloofwaardige muziek. Ze willen een bandje ontdekken en
over tien jaar kunnen zeggen: “die heb ik toen en toen live gezien.” Dat strookt niet met de gedachte van de popprijs, die gaat naar de artiest die het meest betekend heeft voor de popmuziek in Nederland. Niet alleen Ronnie Flex, maar ook het grootste deel van zijn Popprijs voorgangers, zoals Kensington, Martin Garrix en Armin van Buuren, ontvingen van het ESNS publiek de al dan niet verbale of virtuele bierdouche: het is sell-out, oppervlakkige en commerciële muziek.
“Wat goede muziek is, blijft altijd in the eye of the beholder”, vertelt Ahler. Ook Timmermans probeert met dit verhaal te illustreren dat iedere muzikale subgroep andere opvattingen heeft over het onderscheid tussen kwalitatieve en slechte muziek. Dat onderscheid wordt volgens hem voor een groot deel gemaakt op basis van verwachtingen, normen en waarden die losstaan van de muzikale inhoud van de artiest. De hamvraag blijft: is de popprijs inderdaad failliet? Wat blijft er nog over van de popprijs, wanneer over muzieksmaak altijd te twisten valt, maar
de kritiek op de winnaar vanuit het ESNS publiek toch ieder jaar hetzelfde is? Het lijkt inderdaad een dodelijke combinatie: een festival dat rockpubliek trekt, maar een popprijs uitreikt. Een prijs die per definitie draait om de populariteit van de artiest zal volgens Timmermans theorie, zolang ESNS blijft bestaan, een eindeloze discussie opleveren tussen hoogwaardige en commerciële muziek. Maar sluit het een het ander uit? “Het is commercieel, maar niet zo erg dat je er net een beetje naar van wordt”
Als het aan Timo Pisart, redactiechef bij het VPRO muziekplatform 3voor12, ligt niet. “Ronnie Flex heeft een onwijs hitgevoel, maar kiest toch voor de muzikaliteit van de act in plaats van de confettikanonnen en de vlammenwerpers. Met de manier waarop hij bepaalde tracks live uitvoert, met trompetsolo’s en gospelkoren, laat hij zien enorm veel stijlen en artistiek talent te bezitten.” Timmermans en Ahler zijn het er ook over eens: Ronnie Flex is een terecht popprijs winnaar, en niet alleen om het aantal downloads of de uitverkochte concertzalen. “De band van
Ronnie Flex staat als een huis, hij heeft onwijs geskillde muzikanten en qua muzikaliteit is de kwaliteit zeker aanwezig”, vertelt Ahler. “Puur objectief gezien is hij een kunstzinnige en geloofwaardige artiest”, vult Timmermans aan. Dat is volgens Pisart precies de grote kracht van deze artiest en tevens de gouden formule voor het winnen van de popprijs: “Ronnie Flex weet, zoals de beste popsterren dat doen, op dat randje te balanceren van smaakvol en hitgevoelig. Het is wel commercieel, maar niet zo erg dat je er net een beetje naar van wordt.”
Groninger Studentenkrant April 2019
11
De supeheld is dood, lang leve de superheld!i RICHARD NOBBE
T
Brave New World
erwijl het publiek nog zit te kletsen en met de zaallichten nog aan, loopt er al een stuk of negen man in eenzelfde grijze overal, zonder broek over het podium kunstjes te doen en te kletsen. Een van de mannen pakt een microfoon en begint zijn zus Alex vaarwel te wensen. Het publiek wordt langzaam stil en de lichten gaan uit. Brave New World is een klassieker, maar voor eenieder die, net als ik voordat ik naar deze uitvoering ging, onder een steen heeft geleefd, zal ik even kort een samenvatting geven. Het verhaal komt van de dystopische sciencefictionroman van Aldous Huxley uit 1932 waarin de mensen allemaal gezond en gelukkig zijn, maar alle waarden als liefde en vrije keuze niet meer bestaan. Het speelt zich af in een technologisch zo ver ontwikkelde samenleving dat de mensen alles hebben wat ze willen en soma (een soort drugs) nemen om gelukkig te zijn. Van het originele plot en de karakters uit Huxleys boek zijn in de versie van NNT slechts sporen terug te vinden, maar dit geeft het verhaal de verfrissing
12
Groninger Studentenkrant April 2019
NOUSCHKA VAN DER MEIJ
die na twee verfilmingen misschien wel nodig was. Een van de hoofdpersonen, Alex, komt van de Red Zone naar de White Zone (de nieuwe wereld) om in een bedrijf te werken dat androïden maakt. De baas van dit bedrijf wil juist weten hoe het in de Red Zone is en een van de jongste werknemers van het bedrijf wil niets liever dan zelf een deel uitmaken van de androïden om ook altijd met alles verbonden te kunnen zijn. Alle personages zijn vooral bezig met hun ‘scores’ zo hoog mogelijk houden om maar niet nutteloos verklaard en weggestuurd te worden, terwijl er in de Red Zone constante anarchie heerst. Het verhaal laat ook andere vraagstukken naar boven drijven dan in het origineel van Huxley. Waar de onderdrukking van emoties in de nieuwe wereld bij Huxley een belangrijk onderwerp is, komt het bekende soma niet of amper voor in deze versie. Belangrijker zijn de vraagstukken over de verschillen tussen machines en mensen. Ook wordt er een wat genuanceerder beeld geschetst dan in het boek over het verschil tussen de Red en de White Zone. Een mooie, nieuwe verhaallijn is die van de
liefde tussen Alex en Evelyn. Hoewel het toneelstuk in het begin vrij onduidelijk is als je met het verhaal niet bekend bent, raak je snel betrokken bij de personages. Het podium dat, in het eerste gedeelte, voornamelijk uit een muur bestaat die de linkervan de rechterkant scheidt en heen en weer beweegt, is een schoolvoorbeeld van goed uitgevoerd minimalisme en fungeert als de scheiding tussen de Red Zone en de White Zone. Waar deze muur het voor de kijker vanwege de zitplaats soms moeilijk maakt om te zien wat erachter gebeurt, wordt de kijker op deze manier bewust gemaakt van het perspectief van de personages, omdat je soms niet kunt zien wat er achter de muur gebeurt en het moet hebben van wat je hoort, net als de personages die zich ook aan een van de kanten van de muur bevinden. Een meter of twee, drie boven het podium staat het orkest in een doorkijk voor ons te spelen. Het contrast tussen elektronische beats en americana livemuziek is heel goed uitgevoerd en de betoverende a capella zorgt voor zo’n bijna goddelijke
ervaring, dat de tranen mij geregeld in de ogen sprongen. Het stuk blijft interessant, omdat de acteurs vrijwel nooit stil staan. Het spel van de lichamen die om elkaar heen dansen laat zien wat de keuze voor theater toe heeft te voegen aan een verhaal. Een aantal van de dansen, zoals de robotdans van Harold Luya die een van de androïden speelt, is zo goed dat je op het puntje van je stoel zit en keihard wil gaan klappen. Een minpuntje uit het stuk is dat er en af toe een stukje uit het verhaal geknipt lijkt te zijn, waardoor de ontwikkeling van personages gefragmenteerd wordt weergegeven. Aan de andere kant zijn de scènes visueel zo sensationeel dat je het de regisseur graag vergeeft. Deze frisse blik op een onderwerp dat dicht bij ons allen staat in combinatie met de ontroerende uitvoering laat iedereen met enthousiasme en nieuwe vraagstukken de zaal verlaten. Brave New World 2.0 is nog tot en met 18 maart te zien en een echte aanrader voor toekomstliefhebbers en filosofen die een Marxistisch randje wel kunnen waarderen.
Over de wedergeboorte van een genre Je kunt er niet meer om heen. Nadat Iron Man in 2008 in de bios verscheen, is er geen ontkomen meer aan de superhelden-manie die de culturele wereld in zijn greep lijkt te houden. Enfin, het begon al in begin 2000 met de Spiderman films van Sam Raimi en uiteraard de niets minder dan legendarische Dark Knighttrilogie van Christopher Nolan (en zelfs daarvoor kluitte het genre voeten in de aarde), maar Disney-Marvel heeft nu een absoluut ijzeren greep op het genre in de bioscopen. Terecht ook, ze blijven vernieuwen, evolueren en aanpassen. Ze merken dat het genre nooit een stilstaand iets is. Ze hebben een van hun grootste franchises, Thor, in de handen gedrukt van de niet heel erg bekende Nieuw Zeelandse indie-regisseur Taika Waititi, met het fenomenale Thor: Ragnarok in de bios. Ondanks de wilde sprongen die gemaakt worden in de films, blijft het bij rigide concepten. Mens is superheld, mens verslaat superschurk. Groot feest. Einde. Same software, different case. Echter, tegenwoordig zijn er twee series die het anders aanpakken. Hoe ze dat aanpakken, laat ik jullie graag lezen. Zeven jaar geleden maakte de wereld kennis met Arrow, een serie, gebaseerd op de lichtvoetige boogschutter uit de stal van DC Comics. In de TV serie werd de beste man echter gepositioneerd als een budget Batman, grumpy, chagrijnig en met een grommende stem waar Christian Bale nog jaloers op zou zijn. Het deed niet veel goeds voor het karakter zoals wij hem kenden. Ook de beslissing van de showrunners om de serie ‘grounded’ te houden was eentje die niet prettig viel. Firefly was geen pyromanische maniak met een jetpack en vlammenwerpers meer, maar gewoon een boze, verbrande ex-brandweerman. Het deed de serie niet veel goeds, het tweede seizoen, waarbij het
minder realistische omarmd werd, wordt nog steeds gezien als het beste seizoen. Het is ook het seizoen waarin Barry Allen geïntroduceerd werd, die later een spin-off kreeg met The Flash. Zo volgden steeds meer series: Legends of Tomorrow, Supergirl en binnenkort Batwoman. Het zijn TV series in veel verschillende subgenres, maar ze hebben een ding gemeen, het gaat hier over mensen die superheld willen zijn. Alle hoofdpersonen uit deze serie zien het (uiteindelijk) als hun roeping om de wereld te redden, als hun noodlot om de beschermer te zijn van hun volk en oh wat is het moeilijk om hun regular-ass leventje en hun super leventje in balans te houden gut o gut. Hetzelfde geldt voor de Marvel Netflix-series, ook hier gaat het om mensen die superhelden willen zijn, die wraak willen nemen en ook allemaal met dat rauwe, realistische randje waar je spontaan een rokershoestje van krijgt. Sinds kort is hier verandering in gekomen. Waar Titans (te kijken op Netflix, oorspronkelijk DC Universe) haar pootjes al baadde in het loslaten van deze concepten, duiken twee nieuwe series: The Umbrella Academy (Netflix) en Doom Patrol (nu nog DC Universe, mogelijk later Netflix) vol in andere, onbekende concepten voor het genre. Ten eerste is het concept van realisme nog harder het raam uit gegooid dan die ene oude meme waarin een vent uit het raam geknikkerd wordt. Deze series omarmen de absurditeit van het genre. Chimpanzeebutler en robotmoeder? ‘Fuck it, we got you!’ Denkt Umbrella Academy. Willen jullie een ezel die doemdenkende boodschappen scheet en een interdimensionaal portaal in zijn keel heeft? ‘Oh have we got something for you’, zegt Doom Patrol. In plaats van de vreemdere elementen van het genre te verbergen en alles rauw, duister en grimmig te maken, wentelen deze twee series in kleuren, bombastie en over de top gekte die zo kleurrijk is dat het van je scherm lijkt te spatten.
Daarnaast is er een essentieel thematisch verschil tussen deze twee series en de andere twee series: het centrale conflict. Waar de superheldenshows normaal werken met een villain of the week en een grotere verhaallijn gecentreerd rondom een big bad, leggen deze series vooral de nadruk op een intern conflict. Natuurlijk, er blijven schurken in hun schurkerigste vormen aanwezig. In Doom Patrol is er al een hele waslijst aan schurken voorbij gekomen, denk aan een hoogbejaarde Nazi in een ijzeren long, Mister Nobody en Animal-vegetablemineral Man. Toch ligt het grootste conflict in deze series intern. Het conflict ligt in de karakters zelf en is ook met hunzelf. Soms in hele letterlijke zin – In Doom Patrol worstelt Negative Man met een buitenaardse entiteit die bezit van hem neemt – maar soms ook metaforisch: denk aan Elasti-girl uit dezelfde serie die niet bereid is om een dorpje te redden, simpelweg omdat ze niet durft. Het enige wat Robotman, gespeeld door de onvolprezen Brendan Fraser, hierop zegt is ‘’I think we can do that’’. Er spreekt een nieuw soort menselijkheid uit deze karakters die mist bij andere superheldenfictie op TV. Voorheen wist je eigenlijk altijd dat ze aan het einde wel zouden winnen. Ze zouden een laatste heldenstreek uithalen en de schurk zou uiteindelijk proestend op z’n gat eindigen. Bij Umbrella Academy en Doom Patrol is dat allemaal wat minder zeker. Waar normaal een ijzeren houvast in een narratief is dat de protagonist zelf de leiding heeft over de plot, lijkt het in deze twee gevallen te gaan over de plot die controle heeft over de protagonisten. Normaal is dat heel vervelend, denk aan Twilight, maar door de hoofdpersonen uit deze series hun autonomie (deels) uit handen te nemen, worden ze eerder geconfronteerd met hun eigen tekortkomingen, wat tot veel meer kijkplezier leidt dan ‘’kijk ik stomp de schurk van de week op z’n neus’’ of ‘’op het allerlaatste moment van de laatste aflevering verslaan we
de grote schurk goed gedaan team’’. Nog belangrijker, deze mensen willen geen superhelden zijn. De hoofdpersonen uit Umbrella Academy hebben het superheldenleventje achter zich gelaten, en met goede reden. De karakters uit Doom Patrol worden zo verafschuwd door de maatschappij dat ze de wereld het zelf maar uit laten zoeken van hun part. Het is ook niet verwonderlijk dat Gerard Way, zanger van My Chemical Romance in beide reeksen een hand heeft gehad in de papieren versie. Umbrella Academy is volledig van zijn hand en Doom Patrol heeft hij ook kort onder zijn hoede gehad. ‘’Verschoppelingen die er helemaal klaar mee zijn’’ is zo’n beetje het credo dat ik tien jaar geleden op de schoolpleinen uit de zwartgerookte kelen van emo’s hoorde komen. De boodschap van Way is dus weinig veranderd, zij medium is alleen nogal omgeslagen. Kort gezegd, voor het eerst lijken deze supermensen daadwerkelijk menselijk. Daar hebben we geen grauw, treurig kleurenpalet voor nodig of zoveel realisme dat je vermoedt dat je naar het NOS journaal kijkt, je hebt hier slechts geloofwaardige karakters voor nodig met geloofwaardige struggles. De conflicten voelen niet geforceerd omdat ze zo intens eigen zijn aan de personages. Het doet allemaal een beetje denken aan de eerste seizoenen van Misfits, dat ook de plot de karakters liet sturen in plaats van andersom (en die ook Robert Sheehan in de cast hadden). Het luidt hoe dan ook een nieuw, beter tijdperk in voor superheldentelevisie. Geen geforceerde conflicten meer om elke druppel soapdrama uit te melken (Flash, Arrow – looking at you), geen karakters die allemaal onder het kopje ‘’good guys’’ of ‘’antiheld’’ geschaard kunnen worden, maar authentieke, menselijke problemen in een wereld die alles behalve menselijk is.
Groninger Studentenkrant April 2019
13
ArtNight KARLIJN SARIS & JOLIEN VERMEULEN
E
r altijd al van ge d ro o m d een schilderij te maken waarvan niet alleen je moeder roept “aaah, prachtig kind!”, maar dat ook daadwerkelijk toonbaar is aan de muur? Wij ook, maar helaas zijn we met te weinig talent geboren. Gelukkig hoeft dat sinds een tijdje geen belemmering meer te zijn, want ArtNight, je creatieve verlosser, is nu ook in Groningen. De Groninger Studentenkrant kreeg de kans om eens een kijkje te nemen op dit creatieve evenement, in het Studenthotel. Ook spraken we met de kunstenaar van deze week. Kortom, het werd tijd om onze innerlijke Picasso te laten ontwaken. ArtNight is een project dat je de kans biedt om in een groep van ongeveer twintig mensen, en onder begeleiding van een professionele kunstenaar, stap voor stap je eigen witte doek van een prachtig tafereel te voorzien. De twee uur durende workshops worden in verschillende steden in Nederland gehouden en zijn nu ook in Groningen te bezoeken. Er is een ruime keuze aan thema’s; van een bloemenboeket, een portret van Frida Kahlo, of een gekleurde leeuw, tot een kleurrijke Marilyn Monroe. ArtNight heeft het allemaal. Wel goed om te weten, is dat niet elke stad dezelfde thema’s heeft, dus mocht je bijvoorbeeld in de voetsporen van Gustav Klimt willen treden, en zijn Maternity schilderij na willen maken, zou je er een wat langere treinreis voor over moeten hebben. Wel is de prijs telkens ongeveer hetzelfde.
14
Groninger Studentenkrant April 2019
Voor €34 ben je een paar uur onder de pannen, krijg je instructies van een professional en wordt je voorzien van alle materialen. Je hoeft dus zelf niks mee te nemen, zelfs geen indrukwekkende schilderervaring. Onze kunstenaar,- Eric de Groot vertelt-, wat het idee achter het evenement is, en hoe hij het zelf ervaart. Het bij elkaar brengen van mensen met een gemeenschappelijke passie, en die helpen met schilderen, is wat dit evenement zo mooi maakt. En dat is iets dat wij zeker niet kunnen ontkennen. Tijdens ons gesprek druppelen er al wat mensen binnen, die Eric een voor een vriendelijk ontvangt, waarna ze een plaats uitkiezen aan een van de tafels. Sommigen kijken al even aandachtig naar het voorbeeld van het schilderij met de danseres, die naast het nog lege doek van de kunstenaar staat, en geloven maar moeilijk dat aan het einde van de avond een soortgelijk tafereel op hun doek schittert. Eric vertelt dat hij zelf gewoon mee schildert, en dat de deelnemers dus stap voor stap het proces kunnen volgen, terwijl het eindresultaat voor hun neus staat. Het aanzien van alle canvassen, ezels en paletten maakt dat wij niet kunnen wachten om van start te gaan. Eric vertelt dat we zullen beginnen met de achtergrond en vervolgens rustig aan de danseres en haar prachtige jurk zullen beginnen. Onder de begeleiding van bombastische klassieke
muziek voor de echte schildervibe bewegen alle penselen heen en weer over het doek. Wij zouden echter niet tot de redactie van de Groninger Studentenkrant behoren als we geen risico zouden nemen, dus besluiten we Erics voorbeeld te negeren en in plaats van blauw de achtergrond knalrood te kleuren (daar zijn we immers wel vrij in, vertelde Eric ons). Slecht idee. Eric blijkt een flinke portie eerlijke feedback voor zijn cursisten niet te vermijden en roept terwijl hij ons kliederwerk aanschouwt: “Het is net de Duitse vlag, nu,” terwijl hij zijn lach probeert te onderdrukken. Deze eerlijkheid kunnen wij wel waarderen, want wij hadden ondertussen ook wel door dat we een grote fout hadden gemaakt. Naarmate het proces vordert wordt het helaas niet veel beter, maar aan de sfeer hoeft het in ieder geval niet te liggen; iedereen is erg begaan met elkaars werk en er zitten zeker prachtige creaties tussen. Al met al was het een gezellige avond. Er hing een leuke sfeer in de groep, de kunstenaar deed leuk mee en hielp waar nodig, en alles werd goed verzorgt. Het enige dat jammer was, was dat er naar onze mening niet veel mooie kleuropties waren, en dat we niet naar huis zijn gegaan met iets om trots op te zijn. En dan is €34 toch wel een heel bedrag. Maar ja, hadden we ook maar gewoon Erics deskundige advies op moeten volgen in plaats van ons eigenwijze, maar niet erg creatieve brein.
Een Vlaams triootje in Budapest Met mijn platte buik en slanke benen ben ik na het indrinken al flink aangeschoten als ons bonte gezelschap zich een weg baant door de potten van de gaybar, met als bestemming de dansvloer. We drommen ons samen op het podium, waar ik soepel rondom de paal begin te dansen. Met enig genoegen vang ik de blik van de Belgische jongen, wiens ogen net als de laserlichten mijn contouren aan het afstruinen zijn. Ik beweeg nog een beetje op en neer langs de paal en vraag me ondertussen af waarom ik de Belg eigenlijk niet eerder aantrekkelijk heb gevonden. Normaal kan ik immers mannen met zwarte krullen en een arrogante uitstraling niet weerstaan. Voordat het antwoord op deze vraag zich echter aan mij presenteert, doemt mijn reisgenoot Simone naast me op. Ze is triomfantelijk opgesprongen van de barkruk waar ze lapdances van vrijwel ons hele gezelschap heeft gekregen. “Zo, die Roos kan goed dansen!” klinkt haar dronken stem boven de muziek uit. “Dat wil ik wel eens ondervinden!” schreeuw ik net zo dronken terug. Mijn ogen vallen op de meid in kwestie met wie ik eerder die avond heb geflirt en zodra onze blikken elkaar kruisen weet ik dat er geen woorden meer aan vuil gemaakt hoeven worden. De rest van de avond ben ik vastgeplakt aan Roos haar lichaam, soms opgetild tegen een muur, op de dansvloer of innig verstrengeld op een loungebank. Haar lange zwarte haren glijden door mijn vingers terwijl mijn hand soms haar nek aanraakt en dan weer naar beneden glijdt over haar stevige borsten. Haar zoenen zijn hartstochtelijk, maar een vrouw zoenen als vrouw kan soms verwarrend zijn. Haar haar voelt als het mijne, net als de zachte huid en een smal middel met ranke heupen zijn mij ook niet onbekend. Ik wil iets anders, iets mannelijks. Terwijl Roos en ik nieuwe drankjes bestellen bij de bar, bekijk ik de status quo met de stiekeme wens van een afwisseling van partner. Simone en de Belg zijn in een hoek van de zaal elkaar nog net de kleren niet van het lijf aan het
scheuren en mijn vermoeden is dat de twee Australiërs genoegen hebben genomen met elkaar. Uit mijn gedachten gebracht door Roos haar hand op mijn billen besef ik mij dat de stellen van de avond wel bepaald zijn en stel ik aan de groep voor om de lichte mate van privacy van het hostel op te zoeken. Echter verloopt de avond toch anders dan ik had verwacht. Simone en ik zijn beide al uitgecheckt bij het hostel en zouden bij onze scharrels in bed slapen, maar het lijkt erop dat we een enkele scharrel voor ons beide hebben. Nadat wij samen met de Belg een laatste peuk hebben gerookt, openen we de kamerdeur om te ontdekken dat vrijwel iedereen, waaronder Roos, in een slaapcoma is beland en er slechts één bed over is boven het bed dat de Australiërs samen delen. Geen van ons drieën tekent bezwaar aan en melig beginnen we ons uit te kleden. Staand in mijn doorschijnende bh en kanten slip die in mijn bilspleet verkeert, merk ik op dat de Australische jongen helemaal niet is gaan slapen en me begerig aankijkt. Naast hem ligt de Australische meid die me daarentegen een jaloerse blik toewerpt. Haar negerend glijden mijn ogen schaamteloos over zijn ontblote bovenlichaam dat aanzienlijk meer gespierd is dan ik had verwacht en ik voel me frustrerend geil. Om de tijd te rekken zoek ik naar een extra deken en buk over de chaos van kleding heen om mijn toeschouwers een mooi beeld van mijn achterwerk te geven. “Mooi poepke hoor!” klinkt er plots vanuit het bovenste bed, waar Simone en de Belg ook toeschouwers blijken te zijn. Even spannen mijn billen samen bij het horen van dit lelijke Vlaamse woord voor zoiets wonderschoons als een vrouw haar derrière, maar al snel zet ik mij hier overheen en passeer ik de Australiër met een speelse knipoog tot frustratie van de meid. Het bovenste bed is smal en met ons drieën liggen we gedwongen in een driedubbele lepeltje lepeltje, wat kinderlijk gegiechel in ons naar boven haalt. Wat eerst begint als onschuldige ondeugendheid wordt al
gauw serieus. Het is stomend heet onder de deken en nadat Simone haar volle tieten ontbloot en ze tegen me aan drukt, stopt de Belg zijn hand onder mijn slipje en gaat daar te werk. Zijn vingers gaan eerst langzaam en dan steeds sneller over mijn kut en ik kreun het zachtjes uit van genot wanneer ze naar binnen schieten. In de tussentijd schiet Simones hand op en neer over zijn lul en ontsnapt er met regelmaat een gehijgde “fuck” uit zijn mond. Voordat een van ons klaar kan komen, wisselen we van positie en laat ik Simone en de Belg hun tongen met elkaar kennismaken terwijl die van mij afdaalt naar Simones gladgeschoren poes. Al snel beginnen haar benen stuiptrekkingen te vertonen vanwege mijn likkende tong en ik moet Simone stevig vasthouden om geen blauw oog te riskeren. Wanneer mijn armen Simone niet meer aankunnen en zij bijna toegeeft aan een orgasme, besluiten we er een condoom bij te halen voor het laatste werk. Ik word als eerste genomen terwijl Simone zichzelf tevreden houdt met de Belg en mij als uitzicht. De pik van de Belg is verbazingwekkend groot voor zijn smalle, atletisch gebouwde lichaam en ik ben bang dat hij te diep in mijn vagina ramt als ik mijn benen om zijn nek gooi, maar ben toch benieuwd. Ik heb geen spijt als de stoten nog intenser worden tot het punt dat het lichtelijk pijn doet en laat mijn gekreun de vrije loop. Simone smoort me enigszins door haar tong tegen die van mij te drukken en ik bijt zachtjes op haar lip voordat de Belg zijn stevige pik uit me trekt om zijn laatste energie aan Simone te geven. Hij draait haar op haar handen en knieën en ik ben blij dat ons bed niet kraakt wanneer hij haar van achteren neemt. Haar
borsten deinzen lichtjes mee op het ritme en geilen me ontzettend op, maar ik ben zo uitgeput dat ik alleen kan uithijgen terwijl mijn kut nagloeit. Naderhand hebben we nog twee uur kunnen liggen voor het ochtendgloren onze brakke koppen blootstelde. Simone en ik verlaten stilletjes de slaapruimte om te kunnen douchen voor we de helse bustocht naar huis moeten halen. Behalve onze winterjassen dragen we niets om onze lichamen heen wanneer we de lift instappen en we kijken elkaars reflectie geamuseerd aan in de spiegel, tot ineens de lift een etage te vroeg tot stilstand komt. De deuren openen zich naar een geschrokken familie die ongemakkelijk naast ons komt te staan. De ouders van het kleine meisje ontkennen het bestaan van mij en Simone gedurende de afdaling, maar het kind zelf wijst grinnikend naar onze blote benen en merkt op hoe koud we gekleed zijn. Zodra de deuren zich openen naar onze etage en wij uitstappen draaien de ouders het gezicht van hun dochter af van de sletjes die we zijn en als uit het niets weet ik weer waarom ik in eerste
Groninger Studentenkrant April 2019
15