Emile & Ferdinand 2017/3 (N°7)

Page 1

Emile& Ferdinand Magazine van

2017/3 | N°7 Gratis magazine

Afgiftekantoor: 3000 Leuven Masspost | P919288

3 6

Portret

Fednot en de uitdagingen voor het notariaat Erik Van Tricht

Notarieel Congres Opening Doors Brigitte Vermeersch

8 B ericht aan

13 RGeschiedenis echt & 20 Partners

Interview met Ellen De Munck en Frederik Tack

Tweehonderd jaar Faculteit Rechtsgeleerdheid in Gent Sebastiaan Vandenbogaerde

het Notariaat

Jura Falconis Interview met de hoofdredacteurs

En ook

N iet te missen data 

...


EDITORIAAL

Veel

leesplezier!

Beste auteurs, beste klanten, Beste LEZERS, Voor u ligt het derde nummer van jaargang 2017 van Emile & Ferdinand, met als rode draad notariaat en Gent… Met het Notarieel Congres (20, 21 en 22 september te Gent) in het vooruitzicht zet E&F de focus op het notariaat.

COLOFON Hoofdredacteur Herman Verleyen Redactieteam Herman Verleyen, Bert Van Vaerenbergh, met medewerking van Elisabeth Courtens en Anne-Laure Bastin Lay-out Julie-Cerise Moers (Cerise.be) © Larcier Group n.v. Verantwoordelijke uitgever Marc-Olivier Lifrange, CEO Larcier Group n.v. Hoogstraat 139, Loft 6 - 1000 Brussel Publiciteitsregie The Future is Now bvba Laurence Thomsin 0032 471 63 67 01 info@the-future-is-now.net Berichten die bestemd zijn voor de redactie kunnen worden verzonden via e-mail: emileenferdinand@larciergroup.com

2|Emile & Ferdinand|Nr.7|2017

Larcier Group is al van oudsher een geprivilegieerde partner van het notariaat. Met de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat (FEDNOT) zelf werkt Larcier Group al lange tijd samen. E&F vroeg de voorzitter van FEDNOT, Erik Van Tricht, de werking van de Federatie, en de permanente modernisering, toe te lichten. Hij schetst ook de uitdagingen waarvoor het notariaat staat en somt een aantal werven op om de dienstverlening te verbeteren. Notaris Brigitte Vermeersch, voorzitter van het wetenschappelijk comité van het Notarieel Congres geeft toelichting bij het Congresthema “opening doors”: alternatieve vormen van (samen) wonen. Larcier Group zelf innoveert ook voortdurend ten behoeve van het notariaat en speelt kort op de bal. Om de notaris te kunnen ondersteunen in zijn adviesfunctie is ‘Bericht aan het Notariaat’ ontwikkeld, bestaande uit een aantal complementaire bronnen: tijdschrift, cahiers, wetboek, opleidingen…

Even terug in de tijd. In 2017 is het exact tweehonderd jaar geleden dat de Universiteit Gent (UGent) zijn deuren opende, met de faculteit Rechtsgeleerdheid als een van de stichtende faculteiten. Vermits de werkzetel van uitgeverij Larcier in Gent gevestigd is en verschillende medewerkers zich bekwaamden aan de UGent vroeg E&F Dr. Sebastiaan Vandenbogaerde van het Instituut voor Rechtsgeschiedenis om ontstaan en ontwikkeling van de rechtsfaculteit te schetsen, ingebed in de ruimere context: een boeiende bijdrage, met focus op enkele markante figuren. Op 26 april 2017 werd de jaarlijkse Jura Falconis-Prijs voor studentenverhandelingen uitgereikt. Jura Falconis, de organiserende studentenvereniging van de Leuvense rechtsfaculteit, heeft met de steun van Larcier Group een sterke reputatie opgebouwd met dit concours. Nieuw dit jaar was een afzonderlijke prijs voor bachelorstudenten. Emile & Ferdinand had een gesprek met de hoofdredacteurs.

Veel leesplezier! De redactie van Emile & Ferdinand

Dit magazine is ook van u! Aarzel niet om ons artikels over te maken. Ook uw suggesties of opmerkingen op gepubliceerde bijdragen zijn welkom! Stuur ons uw berichten op: emileenferdinand@larciergroup.com


PORTRET

en de uitdagingen voor het notariaat Met het Notarieel Congres (20, 21 en 22 september te Gent) in het vooruitzicht zet E&F de focus op het notariaat. Larcier Group met zijn merken Larcier en Bruylant is al meer dan anderhalve eeuw een huis van vertrouwen voor het notariaat. Met de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat (FEDNOT) zelf werkt Larcier Group al lange tijd samen. Zo heeft iedere notaris via e-notariaat toegang tot Strada not. E&F vroeg de voorzitter van FEDNOT, Erik Van Tricht, de werking van de Federatie, en de permanente modernisering die ze hoog in het vaandel voert, toe te lichten. Hij schetst ook de uitdagingen waarvoor het notariaat staat en somt een aantal werven op die toelaten de dienstverlening te verbeteren aan de cliĂŤnt, de ondernemer, en de overheid. OVER FEDNOT

Erik Van Tricht Voorzitter Fednot, notaris in Merksem

Fednot vierde in juni 2016 haar 125ste verjaardag. De Belgische notarissen bundelden in 1891 hun krachten om maatschappelijke veranderingen en de impact hiervan op het beroep professioneel van antwoord te dienen. Dat is vandaag niet anders. De context waarin we werken is uiteraard helemaal veranderd. Er beweegt veel binnen het notariaat. Kijk maar naar de laatste 10, 15 jaar, het

notariaat heeft een ware metamorfose doorgemaakt. Ik denk aan de instroom van nieuwe, jonge krachten, de vervrouwelijking, de associatietrend en de toenemende werkgelegenheid. Voor een aantal interessante cijfers, zie in fine. Het mooie is dat notarissen de permanente modernisering altijd in eigen handen hebben genomen. We hebben inspanningen geleverd op het vlak van organisatie, kwaliteitszorg, opleidingen,

...

2017|Nr.7|Emile & Ferdinand|3


PORTRET

... personeelsbeleid en van het notariaat het meest geïnformatiseerde juridische beroep gemaakt. Als ik onze inspanningen inzake informatisering zou moeten opdelen in fases, kenmerkt de eerste fase zich door ontwikkelingen op het interne vlak: het zogenaamde e-notariaat, ons intranet dat beschikbaar is voor alle notariskantoren, met al zijn toepassingen. Fase 2 was de start van een reeks projecten met de verschillende overheden. Denk aan eDepot (online vennootschap oprichten in 48u tijd) en eRegistration (online registratie van akten bij FOD Financiën). Nu komt fase 3 aan bod: online tools voor de burger. Binnenkort wordt het bv. mogelijk om een woning te kopen via een videoconferentie in uw notariskantoor. Kopers, verkopers en notarissen zullen niet meer hoeven samen te komen op één plek om de akte te verlijden. Praktisch, tijdbesparend en goed voor het milieu! Op notaris.be zullen mensen toegang krijgen tot het centraal register van huwelijkscontracten. Via hun eID kunnen ze nagaan bij welk notariskantoor hun huwelijks- of samenlevingsovereenkomst destijds werd geregistreerd. Meer toepassingen zullen volgen in de komende maanden en jaren.

4|Emile & Ferdinand|Nr.7|2017

DE UITDAGINGEN WAARVOOR HET NOTARIAAT STAAT Onze maatschappij wordt steeds hectischer, steeds veeleisender, met veel onzekerheden, maar ook ongemeen boeiend. De juridische wereld ontsnapt niet aan deze evoluties. We stellen vast dat onze cliënten, die op zoek zijn naar juridische zekerheid en gemoedsrust op belangrijke momenten in hun leven (samenwonen, trouwen, scheiden, huren, kopen, lenen, schenken, erven, ondernemen), steeds onzekerder worden omdat zij door de vele bomen het bos niet meer zien. De vraag naar advies op maat wordt dan ook steeds groter. We zien dat puur cijfermatig. Onze sites www.notaris.be en www.notaire.be zijn nog nooit zo druk bezocht als het voorbije jaar (9 miljoen bezoeken), nog nooit heeft het notariaat zoveel volk over de vloer ontvangen (ruim 2,5 miljoen mensen). Dat vertaalt zich uiteraard ook in het aantal akten: het historisch record van 2015 (925.000) werd in 2016 verbeterd (net geen 950.000 akten). Daarbij stellen wij als notarissen vast dat onze cliënten ons steeds minder zien als een verplichte passage waar het notariaat vroeger mee geassocieerd werd, maar wel als een man of vrouw van vertrouwen, een trusted third party, waarbij men de eigen ideeën of bekomen informatie kan komen aftoetsen en waarbij men kan vorm geven aan zijn juridische behoeften.

Het advies dat de cliënten bij ons kunnen bekomen, maakt het mogelijk om met een gerust hart een juridisch engagement aan te gaan, zowel op het vlak van de persoonlijke relatie tussen mensen, als op het vlak van de groei van een onderneming, als op het vlak van de opbouw van het vermogen en de latere overdracht van wat men niet heeft opgeleefd.

WELKE WERVEN VAN FEDNOT SCHUIVEN WE NAAR VOREN? Het doen en laten van Fednot is ingegeven door het streven naar een steeds betere dienstverlening van de notarissen aan de cliënt, de ondernemer, en de overheid. Onze diensten, die een kleine 200 mensen tellen, zijn verspreid over 5 werkdomeinen: juridisch, communicatie, financiën, ICT en sociale aspecten. Er is het afgelopen jaar heel wat gerealiseerd. Ik denk aan: • Op vraag van de Nationale Kamer werd het voorbije jaar hard gewerkt aan een nieuwe software die het mogelijk moet maken om een permanent toezicht te houden op de boekhouding van alle Belgische notarissen. De eerste proeven zijn veelbelovend. De Nationale Kamer zal via deze toepassing collega’s beter kunnen adviseren in het houden van hun boekhouding, maar op termijn ook in het managen van hun kantoor.


PORTRET

• Het e-mailverkeer van de notariskantoren wordt extra beveiligd en de datacapaciteit wordt drastisch verhoogd. • Dit jaar wordt er gestart met de vernieuwing van ons beveiligd intranet tussen alle notariskantoren in België die zich hierop willen aansluiten enerzijds en onze cliënten en verschillende overheden anderzijds. Dan zal de toegangsdeur tot het web zich niet meer bevinden in elke individuele computer op elk notariskantoor, maar wel op Fednot. Op deze wijze wil Fednot ook op dit vlak zekerheid scheppen én voor de notarissen én voor de cliënten en overheden. Ons vernieuwd intranet moet het ook mogelijk maken dat de aangesloten notariskantoren op een veilige manier videoconferentie zullen kunnen doen en akten op afstand zullen kunnen gaan verlijden. Dit is geen verre toekomst, dit wordt nu opgestart. Het Belgisch notariaat wenst niet alleen zekerheid te bieden in de opgestelde akten, maar ook in de voortdurend vernieuwde ICT-omgeving. • Het juridisch departement heeft zich ook in 2016 zich langs zijn beste kant laten zien via meer dan 5.000 adviezen aan de notarissen, het uitwerken van clausules en akten, maar ook in de steun aan de Minister van Justitie in de uitwerking van het nieuwe erfrecht, het samenlevingsrecht en huwelijksvermogensrecht, het ondernemingsrecht en

vennootschapsrecht, het zakenrecht en de aanpassing van de notariswet. • Wij hebben een veel-vragende Minister van Justitie. Ik ben er van overtuigd dat wij ook een veel-gevende federatie zijn, in de hoop en de overtuiging dat een goede justitie ook goed is voor het notariaat. “Heb vertrouwen in ons”, is alleszins langs de zijde van het notariaat geen loze boodschap gebleken. • Internationaal houden wij ook de vinger aan de pols: we volgen op wat er in andere Europese landen gebeurt en waar mogelijk, wordt er op Europees niveau samengewerkt. Verder werken aan de communicatie met onze cliënten blijft een aandachtspunt. Ik verwijs naar het jaarverslag van de Ombudsdienst voor het notariaat. De dienst ontving in 2016 iets meer dan 1.000 verzoeken. Dat is relatief bescheiden in vergelijking met de ruim 900.000 akten waarbij meer dan 2,5 miljoen mensen betrokken zijn. Maar elk verzoek wordt uiteraard grondig behandeld. In slechts 16% van de gevallen gaat het over juridische aspecten. Dat geeft dus aan dat de juridische kennis van de notarissen buiten kijf staat. Dat is uiteraard mooi om vast te stellen, zeker nu dossiers steeds complexer worden. De verzoeken die bij de Ombudsdienst binnenkomen hebben vooral te maken met vormaspecten: waarom neemt een dossier een zekere tijd in beslag, wat zijn de

kosten die erbij komen kijken,… Communicatie rond die vormaspecten moet dus extra aandacht krijgen, in het bijzonder in gevoelige dossiers als nalatenschappen en echtscheidingen: duidelijke info over de duurtijd van dossiers, over de kostenstructuur. Fednot heeft al een extra initiatief genomen met het opstellen van een standaardafrekening. Er is immers vaak verwarring bij consumenten tussen belastingen, opzoekingen en ereloon.

ENKELE CIJFERS Vervrouwelijking: Het beroep van notaris vraagt naast juridische kennis ook mensenkennis. In 2000 waren er 1.226 notarissen: 1.093 heren en 133 dames In 2016: 1.550 notarissen, 1.041 heren en 509 dames Medewerkers: Notariskantoren zijn echte multidisciplinaire teams van sterke juristen 2000: iets minder dan 5.000 medewerkers 2016: 8.000 medewerkers Associaties: Notarissen werken samen voor een betere dienstverlening In de periode 2000-2005 werd 122 nieuwe associaties opgericht met 2 of meer notarissen In 2016 waren er in het totaal 332 associaties.

2017|Nr.7|Emile & Ferdinand|5


NOTARIEEL CONGRES

In september 2017 organiseren de Oost-Vlaamse notarissen het tweejaarlijks nationaal notarieel congres, met als thema “opening doors”. Brigitte Vermeersch, voorzitter van het wetenschappelijk comité licht het belang van het congres toe, waar zal nagedacht worden over alternatieve vormen van (samen)wonen, vanuit diverse invalshoeken, o.a. het zakenrecht, fiscaal recht, consumentenrecht, urbanisme,… Voor meer informatie over het notarieel congres en het congresthema, zie www.openingdoors.be

6|Emile & Ferdinand|Nr.7|2017

Brigitte Vermeersch Notaris te Horebeke, voorzitter wetenschappelijk comité Notarieel Congres (www.openingdoors.be)

Onze maatschappij is steeds, en gelukkig maar, in volle evolutie. De notarissen worden iedere dag geconfronteerd (zelf als privé persoon en via hun cliënten) met deze maatschappelijke wijzigingen. Het is goed en noodzakelijk om hierover nu en dan eens te reflecteren. Dat is net wat er gebeurt tijdens het notarieel congres: gedurende twee dagen wordt er nagedacht over een bepaald thema. Dit onderwerp wordt benaderd vanuit een juridisch, maatschappelijk, theoretisch en praktisch oogpunt. In september 2017 organiseren de Oost-Vlaamse notarissen het tweejaarlijks nationaal notarieel congres, het draagt de titel “opening doors”. We denken na over alternatieve vormen van (samen)wonen. Gerenommeerde sprekers van uit verschillende beroepsgroepen (waaronder notaris-professor-advocaat-psycholoog-architect) geven een aanzet over het onderwerp: hoe is het wonen geëvolueerd; aan welke toekomstige trends kan men zich verwachten; volstaat de bestaande fiscale regelgeving; hoe kunnen ruimtelijke planners samen werken met


NOTARIEEL CONGRES PORTRET

de overheid; waarom kiezen mensen voor deze manieren van (samen)wonen ? Dit zijn maar enige items waarover nagedacht en gereflecteerd wordt. Aan de deelnemers wordt gevraagd om te kiezen voor de workshop over de praktische aanpak van een verkoopdossier hetzij in Vlaanderen, in Brussel of in Wallonië: de conclusie kennen we nu al, want de werkwijzen verschillen in de drie regio’s. Andere uiteenzettingen gebeuren simultaan. L’embarras du choix: willen we graag ondergedompeld worden in de materie van de cohousing, liever alles kennen over kangoeroewoningen, wat met volume-eigendom en hoe zit het met community land trust? Of ligt onze interesse nog meer in de woninghuurregelgeving in Brussel en Wallonië? Wetgeving komt vaak pas tot stand nadat een maatschappelijke evolutie zich heeft gemanifesteerd. Als beroepsgroep geven wij dan ook graag de conclusies over ons congresonderwerp aan de Minister van Justitie, die traditioneel een welkome gast is op het notarieel congres. De deelnemers van het congres ontvangen een exemplaar van het congresboek ‘”Opening Doors”, de weergave van wat de sprekers mondeling zullen toelichten. Dit boek rond alternatieve vormen van (samen)wonen interesseert uiteraard ook diverse andere beroepsgroepen buiten het notariaat, niet in het minst omwille van de multidisciplinaire aanpak. Ook zij kunnen dit werk aanschaffen vanaf september. Het hoofdbestanddeel van een notarieel congres is vanzelfsprekend het wetenschappelijk onderdeel. Maar een congres is ook een collegiaal gebeuren. Bij vorige edities waren toch telkens 600 en meer collega’s aanwezig; zij krijgen en nemen de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten, te discuteren (in o.a. workshops) over het wetenschappelijk onderwerp, maar ook om samen te feesten en om (al dan niet samen met hun partner) deel te nemen aan culturele activiteiten. We organiseren zelfs tijdens de volgende editie speciaal een dag van de collegialiteit:

Opening Doors Larcier – september 2017 – circa 700 p. - € 125

alle notarissen en hun partners hebben de mogelijkheid om deel te nemen aan één van de vijf voorziene activiteiten, al dan niet gelieerd met het thema van het congres. Zoals u merkt, het notariaat als beroepsgroep reflecteert over wijzigende maatschappelijke tendensen, en denkt mee, samen met de wetgever, om hieraan een rechtszekere ondersteuning te bieden.

2017|Nr.7|Emile & Ferdinand|7


BERICHT AAN HET NOTARIAAT

Larcier Group is van oudsher een geprivilegieerde partner van het notariaat. Répertoire notarial is al decennialang een onmisbare documentatiebron voor de notaris en zijn of haar medewerkers. Larcier Group innoveert ook voortdurend ten behoeve van het notariaat. De taak van een notaris wordt immers steeds uitgebreider. De wetgeving waarmee hij te maken krijgt wordt diverser én wijzigt frequent, waardoor bijkomende vorming nodig is.

Ellen De Munck Uitgever

Frederik Tack Geassocieerd notaris te Wachtebeke

8|Emile & Ferdinand|Nr.7|2017

Larcier Group speelt kort op de bal. Om de notaris te kunnen ondersteunen in zijn adviesfunctie is ‘Bericht aan het Notariaat’ ontwikkeld, bestaande uit een aantal complementaire bronnen: tijdschrift, cahiers, wetboek, opleidingen,… Het tijdschrift, de cahiers en het wetboek zijn trouwens opgenomen in het ‘Thematisch pakket Notaris’ op Strada not. We interviewen uitgever Ellen De Munck en Frederik Tack, lid van de redactie van Tijdschrift "Bericht aan het Notariaat".


BERICHT AAN HET NOTARIAAT

E&F: Waarom “Bericht aan het Notariaat”?

Ellen De Munck: Bericht aan het Notariaat garandeert als nieuw en vernieuwend concept een accurate opvolging van actuele vraagstukken uit de notariële praktijk. Van een notaris wordt verwacht dat hij van heel erg veel tegelijk goed op de hoogte is. Daarom wordt de inhoud deskundig geselecteerd en via diverse, met elkaar complementaire, bronnen aangeboden. ‘Bericht aan het Notariaat’ wil een antwoord bieden op de specifieke informatiebehoeften die eigen zijn aan het notariaat.

Frederik Tack: Het nieuwe tijdschrift ‘Bericht aan het Notariaat’ (BN) krijgt vanzelfsprekend een centrale plaats in het concept toebedeeld. Driemaandelijks wordt een overzicht gegeven van verschillende onderwerpen die actueel en relevant zijn voor de notaris en zijn medewerkers. De redactieraad bestaat daarom niet alleen uit notarissen, maar eveneens uit enkele advocaten die – elk vanuit hun eigen praktijk – met notariële onderwerpen vaak worden geconfronteerd. Op die manier kan niet enkel aandacht worden besteed aan onderwerpen die de notaris elke dag in akten en adviezen behandelt, maar wordt een stap verder gegaan door de pijnpunten die in een rechtbank worden beslecht naar aanleiding van geschillen over notariële akten, clausules,… onder de aandacht te brengen. Burgerlijk recht, fiscaal recht, administratief en gerechtelijk notarieel recht zijn de belangrijkste rechtstakken die daarbij aan bod komen.

EDM: Tijdens de provinciaal georganiseerde, exclusieve ontbijtseminaries wordt, in een kleine groep van maximaal 30 (kandidaat-)notarissen, uiterst praktisch toelichting gegeven bij actuele topics die leven binnen het notariaat. Tij-

dens deze sessies staat de praktische en vooral interactieve uitdieping van de gekozen onderwerpen centraal. Het opleidingsaanbod wordt verder aangevuld met ‘open’ studiemomenten waarbij de toegang niet enkel is voorbehouden aan (kandidaat-)notarissen maar het debat verder wordt opengetrokken over de verschillende beroepsgroepen heen, evenwel

Bericht aan het Notariaat OCHTENDSEMINARIES najaar 2017 • Derden in de vereffening en verdeling (28 september 2017 - Leuven) • Van een taakgericht naar een cliëntgericht notariskantoor (3 oktober 2017 - De Pinte) • Witwaswetgeving voor het notariaat (5 december 2017 - Diepenbeek)

Bericht aan het Notariaat - ‘OPEN’ STUDIEMOMENTEN najaar 2017 • Ontbijtseminarie De berekening van de aandelen van de privatieve kavels in mede-eigendom 19 oktober 2017 - Zwijnaarde • Studievoormiddag Fiscale optimalisatie in de vastgoedsector: zakelijke rechten en overdracht van aandelen in een vastgoedvennootschap 28 november 2017 - Brussel

Zie www.larciergroup.com/opleiding

...

2017|Nr.7|Emile & Ferdinand|9


BERICHT AAN HET NOTARIAAT

... zonder de relevantie voor de notariële praktijk uit het oog te verliezen. De Cahiers bieden een actuele, meer gestructureerde en diepgaande kijk op het voor het notariaat relevante thema’s. Geen allesomvattende, theoretische werkstukken of handboeken, maar korte, bevattelijke, goed onderbouwde publicaties die telkemale de vinger aan de pols houden van de praktijk. Geschreven door en voor de praktijk. De vervanging van de notaris Praktisch toegelicht Bart Van den Bergh

Een voorbeeld: De vervanging van de notaris - Praktisch toegelicht

E&F: Waarom de titel “Bericht aan het Notariaat”?

“ “

EDM: De keuze voor de titel “Bericht aan het Notariaat” is weloverwogen. Het gaat immers om actuele berichtgeving op maat en uiterst relevant voor de notariële praktijk. Het gaat om ‘berichten’, om korte, onmiddellijk in de praktijk implementeerbare informatieve- en documentatieverlening.

FT: Notarissen en notariële medewerkers maken de laatste jaren een drukke periode door, mogelijks heeft dat te maken met de bankencrisis van enkele jaren terug. De Belgen investeren nu iets meer dan vroeger in vastgoed. En dat hebben de notarissen geweten. Ook de verlaging van de Vlaamse tarieven inzake schenkbelasting sinds de zomer van 2015, is duidelijk voelbaar in het notariaat. Tijd is dan ook vaak voorwerp van schaarste. Korte, leesbare berichtgeving over de actuele stand van zaken van bijvoorbeeld standpunten van de fiscale administratie, rechtspraak, wetgeving, is daarom erg belangrijk. Bericht aan het Notariaat biedt dit haar lezers aan.

10|Emile & Ferdinand|Nr.7|2017

E&F: Waarin onderscheidt “Bericht aan het Notariaat” zich van andere tijdschriften? Wat is de specifieke invalshoek?

FT: ‘Bericht aan het Notariaat’ is een nieuw concept met een iets andere invulling dan een standaard juridisch tijdschrift. • Het uitgangspunt van het tijdschrift is het bevattelijk weergeven van actuele thema’s binnen de notariële praktijk waarbij steeds uiterst praktijkgericht wordt geschreven, zonder dat er evenwel wordt ingeboed op de grondigheid en wetenschappelijkheid van de bijdragen. Van de lezer wordt een bepaalde juridische basiskennis verwacht zonder dat een doorgedreven gespecialiseerde kennis van de behandelde topics vereist is. • ‘Bericht aan het Notariaat’ is overigens niet alleen een tijdschrift. Het voorziet immers ook tal van studie- en opleidingsmomenten waarbij de behandelde onderwerpen niet overlappen met het tijdschrift. • De notariële praktijk wordt vanuit een zo breed mogelijke invalshoek benaderd waarbij verschillende rechtstakken aan bod komen (o.a. personen- en familierecht, vennootschapsrecht, fiscaal recht, administratief recht,…). E&F: Welke rubrieken biedt het tijdschrift “Bericht aan het Notariaat” en waarom?

FT: Ieder nummer van Bericht aan het Notariaat is opgebouwd rond drie, steeds in ieder nummer weerkerende, rubrieken. De rubriek ‘Doctrine’ bestaande uit korte, bevattelijke artikelen van ongeveer 5 à 10 bladzijden. Elke auteur streeft ernaar om binnen dit bestek de lezer te informeren van het onderwerp zonder aan de vlakte te blijven. Voordeel is dat de auteur alzo zichzelf verplicht om meteen ter zake te komen en to the point te blijven. Dit is niet steeds eenvoudig, maar maakt de uitdaging des te groter. De eerste rubriek wordt aangevuld met een tweede rubriek ‘Rechtspraak, Rulings en Adviezen’. In deze rubriek wordt dui-


BERICHT AAN HET NOTARIAAT

Tijdschrift "Bericht aan het Notariaat" Redactie: Dominique Devos, Hilde Dhont, Nathalie Labeeuw, Thierry Lauwers, Nicolas Raemdonck, Frederik Tack en Evelien Vande Putte 4 nummers per jaar - 40 à 50 pagina’s per nummer - circa 200 pagina's per jaargang formaat A4

ding gegeven bij uitspraken zonder dat het vonnis of arrest integraal wordt opgenomen in het tijdschrift. Zowel cassatierechtspraak, arresten van de hoven van beroep als lagere rechtspraak komt aan bod. Tenslotte komt in elk nummer van het tijdschrift een rubriek ‘Actualia’ aan bod waarbij kort op de bal wordt gespeeld en op een bevattelijke manier een overzicht en summiere duiding wordt gegeven bij wetgeving, rechtspraak, aanbevelingen en adviezen, evenals kort wordt stilgestaan bij relevante internationale aspecten. Deze laatste rubriek vormt het sluitstuk van ‘Bericht aan het notariaat’ en wil de lezer – bijna schematisch – informeren. E&F: Tot wie richt het tijdschrift zich?

FT: Het spreekt voor zich dat de berichtgeving zich primair richt tot de notaris en diens medewerkers. Echter is het voor andere beroepsgroepen, zoals advocaten, juristen en magistraten, eveneens nuttig geïnformeerd te zijn over de voor het notariaat relevante topics. Dat is meteen de reden waarom de redactieraad voorzien is van zowel notarissen als advocaten. Notariële onderwerpen worden best niet alleen vanuit het standpunt van de notaris bekeken (Waarop moet de notaris letten? Waarin ligt zijn informatieplicht?) maar eveneens met de blik op de notaris (Wat verwacht de cliënt / overheid van de notaris?). E&F: Op welke basis is de redactie samengesteld?

FT: De samenstelling van de redactie is – zoals gezegd – een weerspiegeling van de verschillende rechtstakken relevant binnen de praktijk van het notariaat. De redactieleden zijn zowel notarissen, advocaten als praktijkdocenten die in hun dagdagelijkse professionele activiteiten geconfronteerd worden met aspecten van - voor het notariaat relevante - rechtstakken. Zij volgen elk binnen eigen specialiteit de actualiteit en gevoeligheden op en bepalen na een gezamenlijk overleg de

te behandelen onderwerpen. Een goede berichtgeving van aan het ‘front’ is daardoor verzekerd. E&F: Wat zijn de markantste nieuwe ontwikkelingen inzake materies die in “Bericht aan het Notariaat” aan bod komen?

FT: Sinds de fiscale bevoegdheidsoverdracht in 20142015 inzake diverse ‘notariële belastingen’ (o.a. registratiebelasting, erfbelasting en schenkbelasting) van het federale naar het Vlaamse niveau, is de Vlaamse Belastingdienst (kortweg Vlabel) de belangrijkste fiscale administratie geworden voor het Vlaamse notariaat. Hoe Vlabel taxeert en welk spelregels zij oplegt in haar richtlijnen en omzendbrieven (hetgeen zij doet aan een ijltempo), is veruit de markantste ontwikkeling en heeft een grote invloed op de notariële (advies)praktijk. Daarnaast zijn zoals gezegd de tarieven inzake schenkbelasting sinds de zomer van 2015 sterk gewijzigd. Vermogensplanning heeft daardoor een nieuwe invalshoek gekregen in Vlaanderen. Verder zijn er nog tal van grondige hervormingen op til voor het notariaat, onder meer inzake vennootschapsrecht, erfrecht en huwelijksvermogensrecht. Hierover komen vanuit de burgers steeds meer vragen aan de notaris. Ook dit volgt ‘Bericht aan het Notariaat’ van dichtbij op.

2017|Nr.7|Emile & Ferdinand|11


De beste hulpmiddelen zijn cruciaal. STRADA LEX VERANDERT OM U BETER TE BEGELEIDEN

De nieuwe Strada lex: krachtiger, intuïtiever en relevanter dan ooit U streeft naar VOLLEDIGHEID?

DE BELANGRIJKSTE NIEUWIGHEDEN?

Strada lex is het meest volledige drietalige documentaire aanbod in België: meer dan 2,5 miljoen documentaire referenties (wetgeving, jurisprudentie en doctrine).

Onder meer: ✔ Een vereenvoudigde interface: navigeer sneller in uw resultaten en documenten

Zoekt u RELEVANTIE?

✔ Een nieuwe thematische filter: verfijn uw

resultaten naargelang de rechtstak die u interesseert

Dankzij de krachtige zoekmotor biedt Strada lex u snel nauwkeurige resultaten die op relevantie worden gesorteerd en verder verfijnd met de hulp van suggesties, filters en zoekopties.

✔ Dagelijkse actualiteiten uit het burgerlijk,

EENVOUD EN TIJDSWINST zijn uw trefwoorden?

✔ Zoeksuggesties verrijkt voor een meer directe

Gebruiksvriendelijke interface, intuïtieve navigatie, eenvoudig te doorbladeren lijsten met resultaten, … zorgen hiervoor.

gerechtelijk en economisch recht toegang tot documenten

SPECIFIEK VOOR HET NOTARIAAT: Strada not biedt u een flexibele digitale documentenoplossing op maat Directe verbinding via e-notariaat: > Klik op: Kantoor > Overzicht (Apps & Toolbox) > Strad@not NL • Een gepersonaliseerde juridische monitoring dankzij e-alerts en uw persoonlijke ruimte MyStrada • Permanente updates • Gratis activering binnen Strada not van monografieën bij aankoop van gedrukte versies

Thematisch pakket - Notaris Mis geen enkele uitgave van Larcier Group die relevant is voor notarissen! Wilt u uw abonnement aanvullen met tijdschriften, wetboeken, monografieën en/of Répertoire notarial? Waarom kiezen? Larcier Group biedt een thematisch pakket aan met alle relevante publicaties. Waarom een abonnement nemen op een pakket? ✔ Een all-in aanbod en de zekerheid van een volledige inhoud:

• Répertoire Notarial • 7 tijdschriften in full text: Bericht aan het Notariaat (BN), Vermogensplanning in de Praktijk (VIP), Rechtspraak Antwerpen Brussel Gent (RABG) en ook Jurimpratique, Revue de planification patrimoniale belge et internationale, Revue trimestrielle de droit familial, Journal des tribunaux • 2 ThemaWetboeken: Wetboek Notariaat en Code du notariat • Meer dan 200 monografieën over notarieel recht en de zekerheid om geen enkele nieuwe monografie van Larcier Group in dit domein te missen ✔ Bespaar tijd. Uw toegang tot Strada not wordt automatisch verrijkt met elke nieuwe relevante publicatie ✔ Voordelige prijs

Voor vragen, een prijsofferte, gepersonaliseerde presentatie of gratis opleiding kunt u ons altijd contacteren op 0800 39 067 of info@stradalex.com


RECHT & GESCHIEDENIS

Geschiedenis van een juridische microkosmos. Tweehonderd jaar faculteit Rechtsgeleerdheid in Gent (1817-2017)

Dr. Sebastiaan Vandenbogaerde Faculteit Rechtsgeleerdheid UGent, Instituut voor Rechtsgeschiedenis

Op 9 oktober 2017 is het exact tweehonderd jaar geleden dat de Universiteit Gent (UGent) zijn deuren opende. Doorheen het jaar werd en wordt de UGent met veel luister gevierd met allerhande activiteiten (meer informatie op http://www.ugent.be/200). De Gentse alma mater telt vandaag om en bij de 40.000 studenten en 9.000 personeelsleden verspreid over 11 faculteiten. In 1817 waren dat er maar vier. Naast die van de Letteren en Wijsbegeerte, Geneeskunde, Wis- en Natuurkunde behoorde de faculteit Rechtsgeleerdheid tot de stichtende faculteiten. Deze laatste vierde, in samenwerking met Larcier Group, op zaterdag 13 mei 2017 met de Tijgerfeesten (Tweehonderd Intrigerende Jaren Gentse Rechtenfaculteit) zijn tweehonderdste verjaardag. Iedereen kon genieten van toespraken van bekende alumni die in Speaker’s Corner-stijl hun mening ventileerden over actuele juridische thema’s en een tentoonstelling over de geschiedenis van de faculteit waarin anekdotes, markante professoren en het studentenleven voor het voetlicht werden geplaatst. Dit artikel stelt deze facultaire geschiedenis centraal sinds de oprichting in 1817.

...

2017|Nr.7|Emile & Ferdinand|13


RECHT & GESCHIEDENIS

...

De plechtige installatie van de Universiteit van Gent door de prins van Oranje in de troonzaal van het stadhuis op 9 oktober 1817 (Mattheus Ignatius van Bree, 1817-1830, ©Rijksmuseum, Amsterdam).

EEN ORANGISTISCHE ONTSTAANSGESCHIEDENIS Nadat Frankrijk de Zuidelijke Nederlanden in 1795 annexeerde, kwam het juridische métier en het academische rechtenonderwijs in zwaar weer terecht. De universiteit van Leuven, op dat moment de enige in onze gewesten, werd gesloten, waardoor rechten alleen nog aan de écoles centrales kon worden gevolgd. Deze situatie werd evenwel onhoudbaar en onder Napoléon Bonaparte werd in Brussel een École de Droit opgericht. Deze instelling, waar in het Frans werd gedoceerd, beoogde in de eerste plaats een degelijke ‘beroepsopleiding’ en kende een al bij al groot succes. Na de Slag bij Waterloo (1815) werden de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden samengevoegd onder leiding van Willem I (1772-1843). De eerste Koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden wenste het intellectuele niveau in het zuiden van zijn koninkrijk op te krikken. Met het organieke besluit van 25

14|Emile & Ferdinand|Nr.7|2017

september 1816 creëerde hij drie nieuwe rijksuniversiteiten in de Zuidelijke Nederlanden met elk hun rechtsfaculteit. Ze waren gevestigd in Luik, Leuven en Gent. Even was Brugge in de running als kandidaat-universiteitsstad, maar Gent won uiteindelijk het pleit. Op 9 oktober 1817, vond de plechtige opening van de Gentse universiteit plaats in de Troonzaal van het Gentse stadhuis. De faculteit Rechtsgeleerdheid vond onderdak in de Baudelo-abdij aan de Ottogracht waar ook de (stads) bibliotheek gevestigd was. De Letteren en Wijsbegeerte werd ondergebracht in het voormalige Jezuïetenklooster in de Voldersstraat, waar de faculteit Rechtsgeleerdheid zich vandaag bevindt. De Gentse stadsarchitect Lodewijk Roelandt (1786-1864) kreeg de opdracht van het stadsbestuur om op de gronden van de Jezuïetenorde, die in 1773 door Jozef II uit de Nederlanden geweerd waren, een Paleis te bouwen waar officiële plechtigheden van de universiteit kon-

den doorgaan. Waar de vroegere Jezuïetenkerk stond, verrees de Gentse Aula Academica. Roelandt voorzag verder rond de binnentuin van het klooster vier vleugels waarvan elke faculteit een kreeg toegewezen. In 1826 werden de gebouwen opgeleverd en op dat moment situeerde het universitaire onderwijs zich op één locatie. Naderhand verspreidden de verschillende faculteiten zich over de ganse stad, maar tot vandaag huist de rechtsfaculteit in de gebouwen van het voormalige Jezuïetenklooster. Willem I drukte zijn visie op het universitaire onderwijs door. Het Duitse von Humboldt-model gold als zijn grote voorbeeld en had het doel om “den leerling tot eenen geleerden stand in de maatschappij voor te bereiden”. Het zorgde voor een wetenschappelijkere benadering van de rechtenopleiding, waar de Historische School van Friedrich Carl von Savigny (1779-1861) ingang vond. De zoektocht naar geschikte professoren bleek niet eenvoudig. In een verslag van januari 1817 stond dat naar capabele Duitse en eventueel ook Franse professoren moest worden gezocht, maar het exclusief bemannen van het professorenkorps met vreemdelingen lag politiek moeilijk. Daarom zocht men ook binnen de eigen intellectuele rangen. De faculteit Rechtsgeleerdheid nam drie professoren in dienst, twee Belgen en een jonge Duitser. De Gentse advocaat Pierre de Ryckere (1793-1863) doceerde Romeins recht (Instituten en Pandecten), terwijl zijn confrater Jean-Baptiste Hellebaut (1774-1819), als eerste decaan van de faculteit, burgerlijk recht gaf. De toen nauwelijks 21-jarige Duitser Jacques-Joseph Haus (1796-1881) nam vanaf het academiejaar 1819-1820 strafrecht voor zijn rekening. Dit waren de enige vakken waarvoor examen afgelegd moest worden. Voor de overige vakken zoals


© Archief advocatenkantoor De Meyer, Mertens & Bracke

RECHT & GESCHIEDENIS

publiek recht, volkenrecht of natuurrecht, moesten de studenten alleen het bewijs leveren dat zij de lessen gevolgd hadden. De meest toonaangevende professor tijdens de Hollandse periode was Johan Rudolph Thorbecke (1798-1872), een Nederlandse historicus die als hoogleraar aangesteld werd aan de faculteit Letteren en Wijsbegeerte voor de vakken Historia Europaea Politica Recentior, statistiek en politieke economie. Aangezien rechtenstudenten verplicht waren de voorbereidende kandidatuur Letteren en Wijsbegeerte te volgen, kregen zij ook deze vakken voorgeschoteld. Thorbecke doceerde in het Nederlands, hoewel de voertaal van de universiteit op dat moment het Latijn was. Het universiteitsbestuur stond dat toe nadat hij beloofde zijn uiteenzettingen voor de Franstaligen in het Latijn om te zetten. Na de Belgische omwenteling trok Thorbecke naar Leiden. Dankzij hem bestaat er een nog steeds vruchtbare samenwerking en uitwisseling tussen de rechtsfaculteiten van Gent en Leiden met de jaarlijkse Thorbeckelezingen. Verder werd een zaal in de Gentse facultaire bibliotheek naar hem vernoemd.

© Universiteitsarchief, UGent

Handgeschreven cahier “Doctrina de Jure Criminale auctore J.J. Haus” van Auguste De Busschere die in het academiejaar 1828-1829 rechten studeerde

Jacques-Joseph Haus (17961881), de vader van het Belgische strafrecht

DE FACULTEIT TIJDENS DE LANGE 19DE EEUW (1830-1914) Het universitaire onderwijs leed onder de Belgische onafhankelijkheid die een stoelendans onder het professorenkorps veroorzaakte. Verder introduceerde het Voorlopig Bewind de centrale examenjury’s die tweemaal per jaar in Brussel zetelden en instonden voor de uitreiking van universitaire graden. Om de slaagkansen van hun studenten veilig te stellen moesten de professoren die niet in de examenjury zaten hun lessen zoveel mogelijk afstemmen op die van hun

collega’s die er wel in zaten, met als gevolg dat de kwaliteit van het onderwijs er op achteruitging. Studenten konden trouwens rechtstreeks deelnemen aan de examens zonder lessen gevolgd te hebben. Het resultaat van de invoering van de centrale examenjury was desastreus voor de Gentse rechtsfaculteit: het aantal studenten daalde van 92 in 1835 naar slechts 32 in 1841. Deze evoluties leidden tot wetgevend ingrijpen in 1849, 1857 en 1865. Uiteindelijk gaf de wet van 20 mei 1876 de universiteiten het recht om zelf academische graden toe te kennen, wat inhield dat de examens in de toekomst door de professoren zelf zouden worden afgenomen. Elke student werd afzonderlijk op de rooster gelegd, voor een panel van alle professoren van de faculteit, onder leiding van de decaan. Een examen duurde ongeveer één uur.

DE ONTWIKKELING VAN EEN GENTSE SCHOOL? Hoewel het leerprogramma na de Belgische revolutie zich vooral weer op de

...

2017|Nr.7|Emile & Ferdinand|15


RECHT & GESCHIEDENIS

kreeg, behalve de Voorafgaande Titel, weinig voeten in de aarde. Het werk van Haus is des te opmerkelijker, daar hij dit allemaal combineerde met gedegen wetenschappelijk onderzoek, een drukke lesopdracht en leidinggevende posities binnen de faculteit en de universiteit. Zijn handboeken golden in die tijd als de referentiewerken in Europa, maar zijn didactische kwaliteiten lieten soms te wensen over. Pas toen Haus overleed in 1881, werd het relatieve gewicht van het strafrecht binnen de rechtenopleiding gereduceerd, op vraag van die andere grote rechtsgeleerde en antipode van Haus: François Laurent.

...

Portret van François Laurent geschilderd rond 1956 door Antoon de Boever (1909-1995). Kopie naar het portret door Lieven de Winne dat zich in het Museum van Schone Kunsten in Gent bevindt.

beroepspraktijk richtte – een gevolg van het grote aantal juristen opgeleid in de Franse tijd – probeerden twee coryfeeën aan de Gentse faculteit innoverend te werk te gaan. Toonaangevend doorheen de negentiende eeuw waren JacquesJoseph Haus en François Laurent (18101887). Haus maakte in zijn Observations sur le projet de révision du code pénal (1835)

16|Emile & Ferdinand|Nr.7|2017

brandhout van het wetsontwerp van minister van Justitie Lebeau voor een nieuw strafwetboek dat prompt werd ingetrokken. Binnen- en buitenlandse strafrechtexperten overlaadden het werk met lof en vestigden Haus als expert binnen het crimineel recht. In die hoedanigheid stelde de wetgever hem aan om een nieuw strafwetboek op te stellen. Dat kwam er in 1867. Een nieuw wetboek van strafvordering stond gepland, maar

De Luxemburger François Laurent verwierf in 1836 zijn positie aan de Gentse rechtsfaculteit. Aanvankelijk hield hij zich als kamergeleerde op de achtergrond. Zijn schrijfsels, waarmee hij in aanvaring kwam met de katholieke Kerk, maakten van Laurent één van de meest controversiële rechtsgeleerden van zijn tijd. De publicatie van zijn Principes de droit civil (1869-1879) maakten hem tot de bekendste civilist die de Gentse rechtsfaculteit voortbracht. Hoewel Laurent gold als exponent van de exegetische school, was hij ook een adept van de Socratische methode. Hij vond dat elk universitair onderwijs moet leiden tot zelfstandig denkende mensen. Daarom gaf hij in zijn lessen weinig of geen uiteenzettingen over de stof die de studenten met zijn handboek ook konden nalezen. Hij verkoos studenten intellectueel te stimuleren door hen vragen voor te leggen en hun opvattingen daaromtrent treffend te verwoorden. Het gaf het Gentse onderwijs in het burgerlijk recht een duurzaam eigen cachet. Voor Laurent resulteerde dat onder meer in de vraag van toenmalig minister van Justitie Jules Bara om een nieuw burgerlijk wetboek voor te bereiden. Zijn Avant projet de révision du Code Civil werd afgeleverd in 1884, maar wegens te progressief nooit ingevoerd. François Laurent


RECHT & GESCHIEDENIS

Naast deze grootheden, doceerden ook de veel te vroeg overleden Albéric Allard (1834-1872) en Albéric Rolin (18431937) die aan de wieg stond van het prestigieuze Institut de Droit International.

DE GENTSE RECHTSFACULTEIT ALS VLAAMS SYMBOOL Doorheen de negentiende eeuw klonk de roep van de Vlaamse Beweging om een Nederlandstalige universiteit in Gent steeds luider. Na enkele ophefmakende processen waarin Vlamingen (ten onrechte?) werden veroordeeld, vernederlandste de Belgische wetgever de strafprocedure. Dat zorgde ervoor dat binnen de Gentse rechtsfaculteit de Bruggeling Gustave Claeys (1844-1907) werd aangetrokken om strafrecht en strafprocesrecht in het Nederlands te doceren, al bleef het examen tot 1913 uitsluitend in het Frans. De Eerste Wereldoorlog beïnvloedde de strijd voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit op cruciale wijze. Met de Flamenpolitik voerde de Duitse bezetter een verdeel- en heersstrategie tegen de Belgische staat. Met een aantal toegevingen aan de Vlamingen hoopte de bezetter België uit elkaar te spelen om het land gemakkelijker aan het Duitse Keizerrijk te binden. Een van deze toegevingen was de vernederlandsing van de Gentse universiteit, die gouverneur-generaal Moritz von Bissing (1844-1917) eind april 1915 bekendmaakte. Hoewel enkele Vlaamsgezinden het initiatief genegen waren, protesteerde de overgrote meerderheid binnen het Vlaamse kamp

© Universiteitsarchief, UGent

leeft door in het standbeeld op het Gentse plein dat naar hem werd genoemd. Verder zijn er ook de jaarlijkse Laurentlezingen waarbij het ene jaar een Gentse professor in Luik een voordracht brengt en het daaropvolgende jaar een Luikse professor naar Gent komt presenteren.

Het standbeeld van Albrecht Rodenbach werd tijdens de Eerste Wereldoorlog overgebracht naar het binnenplein van de Gentse faculteit Rechtsgeleerdheid die op dat moment vervlaamst was. Na de oorlog verhuisde het standbeeld terug naar zijn oorspronkelijke plaats in Roeselare.

tegen de oprichting van de zogenaamde von Bissing Universität. De officiële opening van de nieuwe Vlaamsche Hoogeschool vond plaats op 21 en 24 oktober 1916. Om de “Vlaamschheid” van de Gentse rechtsfaculteit te onderstrepen brachten de Duitsers het bronzen standbeeld van Albrecht Rodenbach, dé voorvechter van de Vlaamse strijd, uit Roeselare naar het midden van de binnenkoer van de Rechtsfaculteit over. Ondanks de belangrijke symboolwaarde, kende de von Bissing Universität geen groot succes. Slechts 19 studenten bleven op dat moment aan de rechtsfaculteit en de Kortrijkzaan Arthur Mulier (1872-1979) werd de eerste en enige afgestudeerde doctor in de rechten. In oktober 1918 sloot de Vlaamsche Hoogeschool de deuren. Na de Wapenstilstand beloofde Koning Albert I (1875-1934) dat “van nu af de grondvesten (...) van een Vlaamse universiteit in Gent zouden worden gelegd”. De academieraad van de heropende (Franstalige) Gentse universiteit reageerde met de oprichting van een commissie “à démontrer la nécessité de maintenir notre université d’expression française, l’impossibilité de créer une université bilingue”. Alle toenmalige rechtenprofessoren ondersteunden deze motie. Het activisme tijdens de Eerste Wereldoor-

log had dan wel de Vlaamse Beweging gebrandmerkt als onpatriottistisch, de vernederlandsing van de Gentse universiteit bleef door de jaren 1920 een heet hangijzer en bleek onafwendbaar. Aanvankelijk ging een en ander weliswaar schoorvoetend, maar een onomkeerbare evolutie was ingezet met de wet Nolf (1923) die voorzag in de splitsing van de Gentse Rijksuniversiteit in twee afdelingen: een Franse en een Vlaamse. In de Vlaamse afdeling zouden de cursussen voor twee derden in het Nederlands en voor één derde in het Frans gedoceerd worden, in de Franse omgekeerd. De administratieve taal van de universiteit zou het Nederlands worden. Binnen de rechtsfaculteit werden de nieuwe Nederlandstalige cursussen toevertrouwd aan nieuwkomers, zoals Nico Gunzburg (1882-1984), Albert Kluyskens (18851956), Jean Haesaert (1892-1976), Louis Fredericq (1882-1981) en Victor Boon (1884-1982). Die nieuwe lichting docenten waren geen radicale Vlaamsgezinden maar wel vastberaden om het Nederlands ingang te doen vinden in de rechtenopleiding. Ook de studenten engageerden zich voor de Vlaamse zaak met de oprichting van het Gentse Vlaams Rechtsgenootschap (VRG) op 23 december 1926. De vereniging ondersteunde de nieuwe generatie Nederlandstalige

...

2017|Nr.7|Emile & Ferdinand|17


© A. Van Lancker

RECHT & GESCHIEDENIS

Maquette met de geplande verbouwingen voor de faculteit Rechtsgeleerdheid, die toen nog versmolten was met de faculteit Economie. Alleen de nieuwbouw aan de Paddenhoek en de Universiteitstraat werden gerealiseerd.

...

juristen door hen de mogelijkheid te bieden deel te nemen aan pleitoefeningen en het voeren van rechtskundige debatten in het Nederlands. De nieuwe faculteitskring vond in Albert Kluyskens, die de rol opnam als eerste leider der pleitoefeningen, een trouwe metgezel. De halfslachtigheid van de wet Nolf stelde niemand tevreden, al was het de onverwachte overwinning van de Vlaams nationalistische Frontpartij en de verkiezing van de activist August Borms (1878 1946) die zorgde “dat er thans alom wordt geroepen dat de taalkwestie moet opgelost worden”. Toenmalig premier Henri Jaspar (1870-1939) beloofde nog vóór het eeuwfeest van België een oplossing om het gebruik van het Nederlands in bestuur, onderwijs en gerecht te regelen. De doorbraak kwam er het eerst in het universitair onderwijs, waar de Vlamingen met de volledige vernederlandsing van de Gentse universiteit in 1930 een belangrijke overwinning boekten. Met ingang van 1930 konden de Vlaamse studenten de rechtenstudie in hun moedertaal volgen. Door het afleveren van juristen die alleen in het Nederlands waren opgeleid kon het gerecht niet meer achterblijven.

18|Emile & Ferdinand|Nr.7|2017

Na lange, soms verhitte debatten in het Parlement en in juridische tijdschriften zoals het Journal des Tribunaux en het Rechtskundig Weekblad, werd in 1935 de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken goedgekeurd. Samen met de Vlaamse universiteit in Gent betekende het de definitieve inplanting van een Nederlandstalige rechtswetenschap. In de nasleep van deze vernederlandsing ontstonden Vlaamse juridische tijdschriften en publiceerde men handboeken in het Nederlands. De vernederlandsing van de universiteit legde ook de basis voor Gent als opkomend centrum voor de Nederlandstalige rechtswetenschap. Dat resulteerde in belangwekkende reeksen zoals de Algemene Praktische Rechtsverzameling (APR) en het Tijdschrift voor Privaatrecht (TPR) die na de Tweede Wereldoorlog furore maakten.

DE FACULTEIT TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG (1940-1944) De Duitse Blitzkrieg die over België woedde vanaf mei 1940 verlamde even

het openbare leven. De faculteit Rechten bleef tijdens de oorlog gewoon geopend, zij het onder het toeziend oog van de Duitse bezetter. De joodse professor Niko Gunzburg vluchtte naar het buitenland, terwijl anderen, zoals Albert Kluyskens, regelmatig in aanvaring kwamen met de bezettende macht en zich openlijk verzetten tegen de Duitse benoemingspolitiek. De Nieuwe Orde nestelde zich ook in het studentenleven, met de oprichting van het overkoepelende Gents Studentenverbond (G.S.V.). Het VRG bleef onder praeses Willy Delva (1921-1981) een politiek neutrale koers varen. De voorzitter van het GSV voerde de druk op om het VRG ‘volgzamer’ te maken en benoemde op grond van het Führerprinzip eigenhandig een nieuwe praeses. Deze laatste eiste van Delva, de rechtmatige voorzitter van het VRG, alle bescheiden en gelden van de vereniging over te maken. Delva weigerde elke medewerking en schorste de activiteiten van het echte VRG. Twee en een half jaar later, toen de oorlog voorbij was, werd het VRG gereanimeerd.

EEN FACULTEIT IN BEWEGING (1945-2017) Na de bevrijding in 1944 voltrokken zich enkele evoluties die het gezicht van de faculteit rechten zouden veranderen. Allereerst kan dat letterlijk worden gezien,


© Universiteitsarchief, UGent

RECHT & GESCHIEDENIS

want tussen 1966 en 1970 werd een nieuwbouwvleugel – de gebouwen van de huidige hoofdvleugel heten vandaag nog steeds ‘NB’, een verwijzing naar ‘nieuwbouw’ – met drie grote auditoria opgetrokken en dit ten koste van de uitgewoonde herenhuizen van de Universiteitstraat. Het lag in de bedoeling om ook een nieuwe vleugel op te trekken langs de Korte Meer, maar die plannen zijn nooit gerealiseerd. In 1999 kocht de universiteit de Emile Braunschool en werden de gebouwen in hun oude glorie hersteld. Tien jaar later werden de werken opgeleverd en sindsdien huisvest de voormalige school het decanaat van de faculteit. Binnen afzienbare tijd zal de belendende faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen, die zich begin jaren ’90 had afgescheiden, nieuwe oorden opzoeken, waardoor de faculteit Rechtsgeleerdheid alle gebouwen tussen de Voldersstraat, Kalandeberg, Universiteitstraat en Korte Meer zal inpalmen. Een tweede belangrijke naoorlogse evolutie was de zogenaamde democratiseringsbeweging, inclusief de emancipatiebeweging, wat de instroom van studenten deed toenemen. De inschrijvingsgelden daalden en er werden meer studiebeurzen voorzien. Bovendien was het sinds 1967 niet meer verplicht om Grieks-Latijnse humaniora gevolgd te hebben wilde men rechten studeren. De

faculteit telde tijdens het Interbellum al enkele vrouwen, onder meer dankzij de Handelsschool die op dat moment deel uitmaakte van de faculteit, maar de vervrouwelijking van de faculteit is een naoorlogse evolutie. Het duurde immers tot na de Tweede Wereldoorlog tot vrouwen magistraat (1948) of notaris (1950) konden worden. Vrouwelijke advocaten waren pas vanaf 1922 aan de balie toegelaten. Na WOII steeg geleidelijk het aantal vrouwelijke studenten, tot in de jaren ‘90 de verhouding ongeveer 50/50 was. Anno 2017 maken vrouwelijke studenten de meerderheid uit aan de Gentse rechtsfaculteit. Verbonden aan de democratiseringsbeweging was de toename van de sociale bewogenheid van de rechtenstudent. Hoewel de rechtsfaculteit niet bekend staat als een broeihaard van rebellie – zo ging de mei ’68 beweging grotendeels aan hen voorbij – leidde de programmahervorming voor de licenties begin jaren ‘70 tot een staking van de eerste licentiestudenten binnen de rechtsfaculteit. Het gebrek aan degelijk onderwijs dat op een aftandse manier gebeurde, de cumuls van professoren, het gebrek aan wetenschappelijk onderzoek en het gebrek aan inspraak werden gehekeld. In de nasleep van die protesten richtten een dertigtal studenten de Socio-Juridische Werkgroep (SoJuWe) op. Dat initiatief leidde

onder meer tot de opening van de eerste wetswinkel waar studenten, bijgestaan door assistenten en/of professoren, gratis juridisch advies verleenden aan vooral kansarmen. De werking bleef zeker tot 1992 bestaan. Een derde evolutie gaat gepaard met de doorgedreven juridisering van de maatschappij. Onder meer onder invloed van internationale regelgeving ontstonden nieuwe vakgebieden zoals Europees recht, milieurecht, ruimtelijke ordeningsrecht en consumentenrecht of onderhandelen, bemiddeling en arbitrage. Dit leidde tot een danige uitbreiding van het curriculum en een toename van het aantal professoren.

EEN TOEKOMST VOOR DE GENTSE RECHTSFACULTEIT Binnen het huidig maatschappelijk bestel valt te verwachten dat de rol van juristen alleen maar zal toenemen. Overregulering en overspecialisering dreigen binnen het juridische veld, wat de rol voor elke faculteit Rechtsgeleerdheid in België cruciaal maakt. De uitdaging bestaat erin om juridische theorie en praktijk, algemene vorming en specialistische kennis met elkaar te verzoenen. De bestaande beleidslijn binnen de Gentse faculteit bestaat er in om naast een rechtswetenschappelijke opleiding ook de vinger aan de pols van de praktijk te houden. Studenten blijven voor de Gentse rechtenopleiding kiezen en naar de toekomst toe zal de rol van de faculteit Rechtsgeleerdheid niet afnemen, wel integendeel. Ad multos annos!

2017|Nr.7|Emile & Ferdinand|19


XXXX PARTNERS

Jura Op 26 april 2017 werd de jaarlijkse Jura Falconis-Prijs voor studentenverhandelingen uitgereikt. Jura Falconis, de organiserende studentenvereniging van de Leuvense rechtsfaculteit, heeft met de steun van uitgeverij Larcier een sterke reputatie opgebouwd met dit concours. Studenten uit alle Vlaamse rechtsfaculteiten sturen massaal hun werken in om mee te dingen naar de prestigieuze prijzen en erkenning. Nieuw dit jaar was de samenwerking met het gerenommeerde advocatenkantoor NautaDutilh. Bovendien was er naast de prijs voor masterstudenten ook de uitreiking van een afzonderlijke prijs voor bachelorstudenten. Emile & Ferdinand had een gesprek met Anne-Lore Neuts (hoofdredacteur en verantwoordelijk voor de prijs), Laurens Evens (hoofdredacteur van het tijdschrift Jura Falconis) en Gillis Waelkens (hoofdredacteur en verantwoordelijk voor de studiedag).

20|Emile & Ferdinand|Nr.7|2017

Falconis

Emile & Ferdinand: Allereerst, wie of wat is Jura Falconis?

Laurens: Jura Falconis is in 1964 als juridisch-wetenschappelijk studententijdschrift opgericht naar het voorbeeld van de Amerikaanse law reviews. 53 jaar later is Jura Falconis uitgegroeid tot een vaste waarde in de juridische wereld. Leuvense rechtenstudenten hebben de organisatie doorheen de jaren gedragen en uitgebreid met een jaarlijkse studiedag en een concours voor de beste juridische verhandeling. Tegenwoordig is Jura Falconis een studentenvereniging met vijftien leden die samen het tijdschrift Jura Falconis uitgeven, de jaarlijkse studiedag organiseren en de Jura Falconis-Prijs uitreiken. Ons statutair doel is het bevorderen van de juridisch-wetenschappelijke creativiteit van de rechtenstudent, en al onze werkzaamheden staan in het teken daarvan. E&F: Wie kan zich inzetten voor Jura Falconis en hoe?

Gillis: De leiding is in handen van drie hoofdredacteurs, die elk jaar wisselen. Alle leden zijn rechtenstudenten van de KU Leuven die zich naast hun studies inzetten om de jaarlijkse evenementen te organiseren en het tijdschrift uit te geven. Artikels selecteren en editen, de abonnementen beheren en de distributie van het tijdschrift verzorgen, de jury voor de Prijs samenstellen, een originele en kwaliteitsvolle studiedag in elkaar steken… we zijn er heel het jaar mee bezig. Als hoofdredacteur van Jura Falconis heb je als student verantwoordelijkheid over de wetenschappelijke kwaliteit van wat we doen, maar tegelijk leer je ook de praktische kant van het runnen van een organisatie. Via onze Alumni Night en nieuwsbrief houden we ook contact met onze voorgangers in de redactie. Zij horen graag hoe Jura Falconis evolueert en hoe hun opvolgers het doen. Onder onze alumni tellen wij onder anderen Axel Haelterman, Jo Vandeurzen, Bernard Tilleman, Joeri Vananroye,… om maar enkele te noemen.


PARTNERS XXXX

De redactie van Jura Falconis 2016-2017

E&F: Wat is de plaats van het studententijdschrift Jura Falconis vandaag in de juridische wereld?

Laurens: Jura Falconis is al decennia lang een vaste waarde in de Belgische rechtsleer. De artikels van professoren, doctorandi en studenten aan Vlaamse universiteiten worden gepubliceerd na grondige doorlichting en evaluatie. We hebben het tijdschrift in een nieuw, hedendaags jasje gestoken en we zetten volop in op digitalisering. Zo zal Jura Falconis binnenkort ook op Strada lex verschijnen en lanceren we onze nieuwe website met een doorzoekbaar archief. Telkens weer vertellen advocaten en professionals ons hoe relevant de artikels van Jura Falconis zijn voor hun praktijk. De verbinding met Strada lex zorgt ervoor dat nog meer mensen toegang hebben tot die inhoud. Veel grote namen in rechtsleer hadden trouwens hun eerste publicatie in Jura Falconis. Daar zijn wij trots op. Het toont ook hoe waardevol het is om studentenwerk te publiceren. Onze auteurs bieden vaak een frisse blik op juridische onderwerpen en de behandelde thema's sluiten nauw aan bij de actualiteit. Zo publiceerde Jura Falconis vorig jaar als eerste in ons land een bijdrage over equity crowdfunding. E&F: De Jura Falconis-Prijs was dit jaar opnieuw een groot succes en is stilaan een vaste waarde in de juridische wereld. Wat was er anders dan de vorige jaren?

Anne-Lore: Dit jaar waren er merkelijk meer inzendingen van alle Vlaamse universiteiten. Voor het eerste werd er ook een opsplitsing gemaakt tussen een bachelor- en een masterprijs. Zo zet Jura Falconis de verrassend hoge kwaliteit van de jonge bachelorstudent in de kijker. Dat is uniek in België! Voor de bachelorprijs maakt de redactie een eerste selectie uit de ingestuurde werken. Bekwame doctorandi uit alle rechtsdomeinen duiden daarna de laureaten aan. De masterprijs wordt bepaald door een interuniversitaire jury van professoren uit alle rechtsdomeinen. Uit de talrijk ingestuurde papers kiezen zij de meest kwalitatieve werken die beoordeeld worden volgens de specifieke Jura Falconis-criteria, namelijk leesbaarheid, omvang, actualiteit en bijdrage aan de juridische praktijk. Er wordt nauw toegezien op de objectiviteit en transparantie van de selectie. Dit jaar was het een nek-aan-nek race tussen de eerste en tweede masterlaureaat. E&F: Waarom neemt de Vlaamse rechtenstudent deel aan dit concours van Jura Falconis?

Anne-Lore: Reeds jaren werken we samen met Larcier Group, die prachtige prijzen aanreikt voor de laureaten. We waren dit jaar ook zeer verheugd om de samenwerking met het kantoor NautaDutilh dat zijn prachtige accommodatie in

...

2017|Nr.7|Emile & Ferdinand|21


PARTNERS

...

Eline Hoogmartens (eerste laureaat bachelorprijs) en Michiel D’Herde (eerste laureaat masterprijs)

Anne-Lore Neuts verwelkomt de gasten

Brussel ter beschikking stelt voor de officiële prijsuitreiking en dat als hoofdsponsor een stage aanbiedt aan de masterlaureaat. Dit is een springplank voor een schitterende professionele carrière. De eerste laureaten van zowel bachelor als master ontvangen bovendien een reischeque. De winnende werken verdienen tenslotte een niet te versmaden publicatie in het Jura Falconis

tijdschrift. Kortom, het indrukwekkende prijzenpakket en de grote aandacht rond de Jura Falonis-Prijs vormen een enorme boost voor de professionele of academische carrière van de laureaten. Het opzet bestaat er in om in de toekomst ook de Waalse rechtenstudenten te motiveren om deel te nemen aan het concours zodat dit een nationale impact krijgt.

Interview met Wendy Van Tongerloo van NautaDutilh E&F: Waarom steunt NautaDutilh de Jura Falconis-Prijs?

Wendy van Tongerloo: De Jura Falconis-Prijs werd dit jaar voor het eerst (en zeker niet voor het laatst) mede mogelijk gemaakt met de steun van NautaDutilh. En het is zeker geen toeval dat dit kantoor dit prestigieus interuniversitair concours onder zijn vleugels heeft genomen. De linken tussen beide zijn immers zeer opvallend. Vooreerst is er de link tussen Jura Falconis en de naam Van Gerven. Dirk Van Gerven is prominent partner bij NautaDutilh en de naam Van Gerven staat gebeiteld over de generaties heen in de analen van Jura Falconis omdat zijn vader, Walter, één van de promotors was van Jura Falconis. Bovendien is Dirk Van Gerven binnen NautaDutilh één van de bewakers van het constructief-kritisch juridisch schrijven en is hij zelf auteur van tal van juridische publicaties. Maar er is meer. Jura Falconis wenst met dit concours rechtenstudenten van verscheidene universiteiten met een goede pen een platform te geven om te schitteren voor

22|Emile & Ferdinand|Nr.7|2017

gevestigde waarden van gerenommeerde advocatenkantoren. Dit sluit naadloos aan bij de doelstelling van NautaDutilh om ondernemende rechtenstudenten de nodige visibiliteit met waardevolle leerkansen te bieden, en zo hun kennismaking met de wereld van de advocatuur in al zijn facetten te faciliteren. NautaDutilh startte in 2005 als eerste kantoor in België met een Masterclass, waarin het rechtenstudenten de kans geeft het beste van zichzelf te komen tonen, onder het toeziend oog van de partners. En net zoals het concours onderdeel is van het grotere Jura Falconis geheel, is de Masterclass onderdeel van een heel arsenaal aan initiatieven die NautaDutilh de laatste jaren lanceerde: de jaarlijkse Interuniversitaire Pleitcompetitie, de CV workshops per universiteit, het relaisstudenten programma bij verscheidene universiteiten, de presentaties "A Day in the Life of a Lawyer", speeddating sessies voor zomerstagiairs, etc. De samenwerking met de prestigieuze Jura Falconis-Prijs maakte de puzzel compleet. De winnaar van de masterprijs gaat niet enkel met een reischeque naar huis, maar krijgt bovendien een zomerstage bij NautaDutilh aangeboden.


PARTNERS

Interview met Richard Steppe, voorzitter van de bachelorjury E&F: Als juryvoorzitter van de prijzen voor beste bachelorscripties, wat is volgens u de meerwaarde van een dergelijke uitreiking?

“

Richard Steppe: Ieder jaar worden aan onze rechtsfaculteiten verscheidene kwalitatief hoogstaande bachelorwerken geschreven. Daarom organiseerde de redactie van Jura Falconis voor het eerst de prijzen voor beste bachelorscripties, waarbij de winnende verhandelingen bekroond en gepubliceerd worden. Uiteraard vormt dit een mooie beloning voor het harde werk van de laureaten en een verrijking voor hun latere professionele levens, maar ook voor alle andere studenten is het een bijkomende stimulus om reeds in de bacheloropleiding voortreffelijke creaties af te leveren. Bovendien zijn sterke bachelorscripties vaak interessant en relevant voor de gehele maatschappij, zoals practici of academici, en aldus verdienen deze papers onmiskenbaar een verdere verspreiding. De ingezonden werken van dit jaar waren alvast van een indrukwekkend niveau, hetgeen de waarde van dit initiatief onderschrijft.

E&F: Welke kwaliteiten verbinden de vijf laureaten van de beste bachelorscriptieprijzen?

“

In het algemeen zijn bachelorscripties vaak beschrijvend van aard, maar dat is meestal ook de bedoeling aangezien de rechtenstudent op dat ogenblik nog verscheidene nieuwe vaardigheden moet aanleren (zo bijvoorbeeld de uitwerking van een onderzoeksvraag via een rechtswetenschappelijke stand van zaken). Niettemin lijken de werken van de vijf laureaten wel geschreven tijdens de masteropleiding, aangezien zij het descriptieve overstijgen en een kritische reflectie verschaffen via eigen meningen en creatieve wetsvoorstellen. Daarenboven behandelen de bekroonde bachelorwerken technische materie op een uiterst boeiende, vlot leesbare en methodologisch sterke wijze, zonder daarbij aan exhaustiviteit te verliezen. De interdisciplinariteit en het uitgebreide bronnenapparaat zijn eveneens indrukwekkende kwaliteiten, met als eindresultaat verhandelingen die in de rechtsleer een meerwaarde zullen bieden.

2017|Nr.7|Emile & Ferdinand|23


SAVE THE DATES ➔ STUDIENAMIDDAG HET NIEUWE ERFRECHT KOMT ERAAN! 30 augustus 2017 - De Jachthoorn, Kontich of 31 augustus - 3Square, Gent • Prof. em. Hélène Casman

➔ NAMIDDAGSEMINAR DE NIEUWE WOONFISCALITEIT NA DE ZESDE STAATSHERVORMING EN VASTGOEDFINANCIERING VIA DE TWEEDE PENSIOENPIJLER (MET FOCUS OP ZELFSTANDIGE BEDRIJFSLEIDERS)

7 september 2017 - Communicatieloft, Gent • Paul Van Eesbeeck

➔ NAMIDDAGSEMINAR AANVULLENDE PENSIOENEN VOOR ZELFSTANDIGEN

26 september 2017 - Communicatieloft, Gent • Paul Van Eesbeeck

➔ OPLEIDING BALANSLEZEN VOOR ADVOCATEN (3 SESSIES)

28 september, 5 en 12 oktober 2017 - Communicatieloft, Gent • Frank Soenen

➔ STUDIENAMIDDAG DE INNING EN INVORDERING VAN SOCIALEZEKERHEIDSBIJDRAGEN DOOR DE RSZ

3 oktober 2017 - 3Square, Gent • Steven Renette en Hans Van Rompaey

➔ NAMIDDAGSEMINAR MARKETING VOOR ADVOCATEN, DEURWAARDERS EN ACCOUNTANTS, HOE BEGIN JE ERAAN? 5 oktober 2017 - Auberge du Pêcheur, Sint-Martens-Latem • Ben Houdmont en Dany Daelemans

3 OPLEIDINGEN IN DE REEKS “ECHTELIJKE MOEILIJKHEDEN &”: > Studieavond DE VENNOOTSCHAP EN DE ECHTSCHEIDING 12 oktober 2017 - Klokhof, Zedelgem Nele Matthys, Guy De Coen & Frederik Tack > Studieavond ALIMENTATIE KINDEREN & (EX-)ECHTGENOTEN 17 Oktober 2017 Communicatieloft, Gent Steven Brouwers, Jacques Tremmery & Nadine Verbeest > Studieavond TOPICS VEREFFENINGVERDELING NA (ECHT)SCHEIDING 30 november 2017 Communicatieloft, Gent Marleen Heymans, Tina Devlamynck & Helena Boecquaert

➔ STUDIENAMIDDAG NIEUWE ZEKERHEDEN

10 oktober 2017 - Kasteel Tivoli, Mechelen • Jan Tuerlinckx en Christophe Verhelst

➔ STUDIENAMIDDAG VRIJSTELLING VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING

24 oktober 2017 - Kasteel Tivoli, Mechelen • Hendrik Serruys en Bart De Dycker

➔ NAMIDDAGSEMINAR BUSINESS DEVELOPMENT EN KLANTENMANAGEMENT IN ADVOCATENKANTOREN EN ACCOUNTANTSKANTOREN

14 november 2017 - Crowne Plaza, Antwerpen • Ben Houdmont en Dany Daelemans

➔ ONTBIJTSEMINARIE UPDATE VLABEL NAJAAR 2017

In het kader van de reeks ‘oVER Vlaamse Erf- en Registratiebelasting” Verkooprecht en verdeelrecht - Erfbelasting en schenkbelasting 16 november 2017 - 3Square, Gent • Tim Melis en Bart Verdickt

➔ STUDIENAMIDDAG OTR: DE CONTRACTUELE NIETIGHEIDSVORM IN HET OMGEVINGSRECHT

21 november 2017 - Radisson Blu Antwerpen

➔ MASTERCLASS SAMENWONEN 23 november 2017 - Hotel Serwir, Sint-Niklaas • Lynn De Schrijver, Pieter Pauwels en een notaris

> SURF NAAR WWW.LARCIERGROUP.COM om de interviews met onze

INFORMATIE EN INSCHRIJVINGEN: Larcier Opleiding opleiding@larciergroup.com Online inschrijvingen via www.larciergroup.com/opleiding

Follow us on

auteurs en redactieleden te ontdekken, en kom er alles te weten over de komende events en onze nieuwe publicaties

GAZLARNL7 ISBN : 978-1-1008-7096-0

24|Emile & Ferdinand|Nr.7|2017

Bent u nog niet geabonneerd op Emile & Ferdinand? Abonneer u gratis op emileenferdinand@larciergroup.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.