Emile & Ferdinand 2018/3 (N°11)

Page 1

Emile& Ferdinand Magazine van

2018/3 | N°11 Gratis magazine

Afgiftekantoor: 3000 Leuven Masspost | P919288

A day in the life of

8

Veerle Maebe

In eer en geweten: Openhartige getuigenissen van procureurs

Wedstrijd Maak kans op dit boek!

3 Reflectie

De toekomst van het advocatenberoep Patrick Henry & Patrick Hofströssler

14 Team Spirit

> T ijdschrift voor Internationale Handel en Transportrecht (IHT) Interview met Frank Stevens > Vertraagde luchtpassagiers: veel rechten, weinig vergoeding Wouter Verheyen

19 documentatie Juridische

Digitale (r)evoluties in het bibliotheekwezen Erwin Hollevoet


EDITORIAAL

Veel

leesplezier!

COLOFON Hoofdredacteur Herman Verleyen Redactieteam Herman Verleyen, Bert Van Vaerenbergh, met medewerking van Anne-Laure Bastin Lay-out Julie-Cerise Moers (Cerise.be) © Larcier Group Verantwoordelijke uitgever Paul-Etienne Pimont ELS Belgium NV Hoogstraat 139, Loft 6 - 1000 Brussel Publiciteitsregie The Future is Now bvba Laurence Thomsin 0032 471 63 67 01 info@the-future-is-now.net Berichten die bestemd zijn voor de redactie kunnen worden verzonden via e-mail: emileenferdinand@larciergroup.com

2|Emile & Ferdinand|Nr.11|2018

Beste auteurs, beste klanten, Beste LEZERS, Patrick Henry en Patrick Hofströssler werden in juni 2017 door minister van Justitie Koen Geens aangesteld als experts om een plan over de toekomst van het advocatenberoep op te stellen. Afgelopen 25 februari hebben ze een omvangrijk rapport ingediend. Patrick Henry licht ons een aantal interessante pistes toe.

Aan de vooravond van de vakantieuittocht, focust Wouter Verheyen op een helaas frequent opduikend probleem: vertragingen in de luchtvaart en de vergoeding hiervoor uiteraard. Frank Stevens, hoofdredacteur van Tijdschrift voor Internationale Handel en Transportrecht (IHT), bevestigt de noodzaak van dit uniek tijdschrift.

Geen zomer zonder wedstrijd. Maak kans op een gratis exemplaar van het boek ‘In eer en geweten’.

Er beweegt heel wat in de sector van de documentatieverstrekking en het bibliotheekwezen. Zoals in veel sectoren is er een verregaande digitalisering bezig, met grote impact op de manier van ontsluiten en consulteren. Hoe lang zullen er nog (gedrukte) boeken in de juridische bibliotheek staan? Laat de legislatieve lawine sowieso nog ruimte én tijd aan het juridisch boek? Op die vragen kreeg u reeds antwoorden in vorige nummers. Nu dalen we even terug af naar het terrein: Erwin Hollevoet, bibliotheekmedewerker in de rechtbank te Gent, leidt ons rond, licht een aantal trends toe en zet deze in perspectief van het bibliotheekgebruik anno 2018.

Veerle Maebe interviewt in dit werk 12 procureurs, elk over een thema, zoals assisen, jeugdzaken, drugs, verkeer en milieumisdrijven. Het boek is een aaneenschakeling van aangrijpende, tragische gebeurtenissen, afgewisseld met merkwaardige, vaak grappige anekdotes. We geven ook graag het woord aan één van hen, Bart De Smet, de initiatiefnemer van het boek, die vertelt over zaken die hem bijbleven, vooral in jeugdzaken. Beklijvende verhalen die menig procureur slapeloze nachten bezorgen, maar tegelijk aangename lectuur tijdens uw gerechtelijk verlof.

Veel leesplezier!

De redactie van Emile & Ferdinand

Dit magazine is ook van u! Aarzel niet om ons artikels over te maken. Ook uw suggesties of opmerkingen op gepubliceerde bijdragen zijn welkom! Stuur ons uw berichten op: emileenferdinand@larciergroup.com


REFLECTIE

De toekomst

van het advocatenberoep Patrick Henry en Patrick Hofströssler werden in juni 2017 door minister Koen Geens aangesteld als experts om een plan over de toekomst van het advocatenberoep op te stellen. Afgelopen 25 februari hebben ze een omvangrijk rapport ingediend. Patrick Henry vertelt ons iets meer erover. Vanuit zijn ervaring spreekt hij veel over Avocats.be maar er is ook veel toepasbaar op de situatie in de Vlaamse balies. Patrick Henry Advocaat bij de balie van Luik Voormalig voorzitter van AVOCATS.BE

Patrick Hofströssler Advocaat bij de balie van Brussel Gewezen bestuurder en directeur van de Studiedienst van de Orde van Vlaamse Balies (OVB)

Emile & Ferdinand: Hoe is deze aanstelling gebeurd? Waarom en hoe werden jullie gekozen?

Patrick Henry: Het feit dat ik de

vertrekkende voorzitter van Avocats.be was, en een groot deel van mijn mandaat heb gewijd aan reflecties over deze kwesties, heeft meegeteld bij mijn aanstelling. Een parallellisme was denkbaar, maar in politiek opzicht moeilijk uitvoerbaar. De OVB zat midden in een verkiezingscampagne en de vertrekkende voorzitter was een van de kandidaten voor de verkiezing tot nieuwe voorzitter. Het was dus moeilijk om een van die kandidaten aan te stellen. Er werd gedacht aan Patrick Hofströssler, een voormalige associé van de minister, die een bijdrage heeft geleverd aan vele andere projecten en zeer

bekwaam is in dit soort materies. Zo zijn we als duo tot stand gekomen. De definitie van de rol van de advocaat is niet meer duidelijk. In het rapport en in verschillende woordenboeken staan er veel verschillende definities: "het adviseren, vertegenwoordigen, bijstaan en verdedigen van de cliënt". In het rapport lezen we onder meer “verlener van juridische diensten”, “tussenpersoon om een bestaand conflict aan het oordeel van de overheid te onderwerpen” ... om ten slotte tot voorstel nr. 9 te komen: “bewaker en beheerder van de juridische data en algoritmes van de procesvoering (met de magistraten)”. Niet meer dan dat!

...

2018|Nr.11|Emile & Ferdinand|3


REFLECTIE

... “

Dat is de kern van het debat. We vertrekken van een vaststelling: nooit eerder is een samenleving zo “gejuridiseerd” geweest. Er is overal recht (binnen het gezin, in de sport, op de werkplek, in de vrije tijd ...). De wet is afkomstig van verschillende bronnen: naast de staat ook Europese, internationale, lokale en zelfs private bronnen. Meer recht dan ooit en ingewikkelder dan ooit. En, in tegenstelling daarmee, een neiging om de gerechtelijke geschillen te verminderen. Er zijn eenvoudige verklaringen daarvoor (verhoging van de griffiekosten, afschaffing van de btw-vrijstelling, verhoging van de rechtsplegingsvergoedingen). Dat alles kan overigens verklaren waarom sommige mensen terughoudend zijn om naar justitie te stappen. Maar bovenal is het recht wijdvertakt geworden. Het wordt moeilijk om een geschil binnen een redelijk tijdsbestek en tegen redelijke kosten te laten beslechten. Vijftig jaar geleden was de akte voor de aankoop van een gebouw drie pagina's lang. Vandaag 15. Indertijd werd een burengeschil voor de vrederechter bepleit, zonder conclusies, door zich mondeling uit te drukken. Nu bij de Raad van State met misschien een ommetje bij het Hof van Justitie van de Europese Unie of het Grondwettelijk Hof. Het recht is erg gesofisticeerd geworden. Er is altijd een regel die ieder belang beschermt, maar dat gaat ten koste van een prijs die exponentieel en ondraaglijk is geworden. We hebben dus die twee trends die tegenstrijdig lijken. Steeds meer recht, steeds minder gerechtelijke activiteit

4|Emile & Ferdinand|Nr.11|2018

Advocaten mogen de gerechtelijke activiteit zeker niet verlaten. Maar we moeten ons ervan bewust zijn dat de overheid maatregelen zal blijven nemen die gericht zijn op het verminderen van het contentieux (administratieve boetes, strafrechtelijke bemiddeling, invordering van schulden door een gerechtsdeurwaarder ...). Het is een internationale beweging, ingegeven door de kloof tussen de behoefte aan recht en de kostprijs van de toegang tot justitie.

rol die advocaten van nature toekomt.

Wat moeten advocaten doen? Ze moeten er zijn om de rechtzoekenden, de burgers te helpen om al die juridische gegevens te beheren, de mogelijkheden die ze bieden te benutten, de verplichtingen te integreren.

U vermeldde ook algoritmes beheren...

De advocaat was een verdediger; hij is een adviseur en een bemiddelaar geworden. Hij moet verder gaan dan dat en een juridische begeleider worden. Toen ik jong was, richtten wij in Luik een permanentie voor de verdediging van jongeren bij de rechtbank op. Dat was in 1978-1979. Het was de eerste permanentie voor de verdediging van jongeren in Europa. Wat deden we? We namen de situatie van een minderjarige in handen, we volgden hem van 14 tot 20 jaar, we werden zijn begeleider, geen strategische maar een juridische begeleider. Dat is de

In mei zullen wij nieuwe verplichtingen hebben inzake de bescherming van persoonsgegevens. Wie moet de leiding nemen over die opdracht? Externe adviseurs, niet-advocaten, ingenieurs, specialisten op het gebied van gegevensbescherming? Of advocaten? Er is een hele reeks opdrachten waar de advocaten zich mee moeten belasten: het recht ten uitvoer leggen, beheren …

Dat is een enigszins andere realiteit. Het is duidelijk dat de kunstmatige intelligentie eraan komt. Die zal onze manier van leven ingrijpend veranderen. De meest klassieke toepassing voor ons is de zogenaamde predictieve rechtspraak. Verder zijn er de blockchains, chatbots, legal design, een hele reeks toepassingen die ons leven zullen veranderen. Dat brengt gevaren met zich mee. Een algoritme op zich is neutraal, maar degene die het programmeert is dat niet. Kan het beheer van algoritmen worden overgelaten aan niet-juristen, of aan actoren die andere belangen dienen dan die van de openbare dienst van het rechtspreken? Advocaten kunnen dat niet toestaan. Ik zeg advocaten, maar


REFLECTIE

We kennen allemaal “trip advisor”.

ook magistraten, academici. Bij de ontwikkeling van al deze algoritmen, die de organisatie van onze justitie zullen regelen, is het absoluut noodzakelijk dat advocaten, magistraten en academici een belangrijke rol spelen. Vandaar de suggestie die wij hebben gedaan om een instantie op te richten die deze algoritmen zou aansturen, of op zijn minst voor de neutraliteit ervan zou zorgen. Vertel ons iets meer over de 'lawyer advisor' in de context van de online beoordeling van advocaten.

We kennen allemaal “trip advisor”. Er zijn ondernemingen die hotels, restaurants en professionals beoordelen. Ik ben ervan overtuigd dat er “lawyer advisors” zullen komen, ondernemingen die advocaten beoordelen. In andere landen zien we al een eerste aanzet daarvan. In mei-juni 2017 heeft de CCBE een vragenlijst van de Europese Commissie gericht aan/doorgestuurd naar de verschillende ordes van advocaten. Ze stelde zich onder meer vragen bij de toekomst van ons beroep en vroeg of het opportuun was om een beoordelingssysteem voor advocaten te hebben. Zo ja, dan was het aan de Ordes om de leiding te nemen over de organisatie van die dienst. Avocats.be antwoordde “neen, neen”. In eerste instantie althans. Maar het is een rijdende trein. We worden geconfronteerd met een echte behoefte. In onze samenleving zijn kwaliteit en uitmuntendheid absoluut noodzakelijk geworden. Iedere consument meent er recht op te hebben. Het is goed dat hij dat denkt. Het is logisch dat de rechtzoekenden willen weten wie wat doet, wie gespecialiseerd is in wat en wie

Er zijn ondernemingen die hotels, restaurants en professionals beoordelen. Ik ben ervan overtuigd dat er “lawyer advisors” zullen komen, ondernemingen die advocaten beoordelen diensten verleent die door de consumenten van het recht worden beoordeeld als goede diensten. U lijkt het niet eens te zijn met het antwoord van Avocats.be. In het rapport wordt meermaals verduidelijkt dat “als de advocaat zijn plaats niet inneemt, andere diensten dat zullen doen”.

Er heerst veel terughoudendheid in het advocatenmilieu. Alsof het feit dat we gegevensbeschermingsbeheerder kunnen zijn onverenigbaar is met het feit dat we ook iemand voor de strafrechter kunnen verdedigen. Waarom? We hebben uit provocatie het voorbeeld aangehaald van de advocaat-restauranthouder of -taxichauffeur. In Griekenland, Portugal en Spanje is de cumul van het beroep van advocaat met om het even welk ander (waardig) beroep toegelaten. We zijn niet voor die totale openstelling. Daardoor zouden advocaten een armoedig bestaan lijden en juridische diensten verlenen die niet van voldoende kwaliteit zijn. Anderzijds is tegen een advocaat zeggen dat hij zich kan specialiseren in gegevensbescherming, in klokkenluidersbeheer, in lobbywerk en dat hij zo zijn uitmuntendheid op een bepaalde manier zal ontwikkelen, uitermate positief.

Wij staan die cumul toe voor een aantal opdrachten en beroepen. Maar we zijn terughoudend om het toe te staan voor anderen. Ik vind het heel gezond dat een advocaat zich bezighoudt met het curatorschap van een faillissement, een specialisatie en uitmuntendheid verwerft in de verdediging van ondernemingen in moeilijkheden, en die specialisatie en uitmuntendheid ten dienste stelt van zijn privéklanten. Een bewindvoerder over goederen, een gebouwbeheerder, hetzelfde verhaal. Waarom staan we het toe voor sommige van deze beroepen maar niet voor andere beroepen die ook de toepassing van het recht beogen? Daarnaast wordt de nadruk gelegd op het belang van de opleiding, op de aantrekkelijkheid van het beroep ... Wat zou, als u een toverstokje had, de ideale opleiding zijn? Welke ondersteuning, welk soort cursus, ex cathedra, practica...?

Het toverstokje, dat is voorstel 1 van het rapport. We veranderen niets aan de bachelor, maar hervormen de master volledig. Nu bestaat de master uit specialisaties in vrij specifieke domeinen van het recht, een stage in het buitenland, soms een préstage bij de balie.

... 2018|Nr.11|Emile & Ferdinand|5


REFLECTIE

...

De essentie van deze materies, met inbegrip van de opleiding in het buitenland, zou samengebracht kunnen worden in het eerste jaar van de master. Het tweede jaar van de masteropleiding zou professionaliserend moeten zijn. Er zouden verschillende opties zijn: een gerechtelijke optie voor magistraten, advocaten en eventueel gerechtsdeurwaarders; een optie notariaat; een optie besturen, eventueel een optie diplomatie. Het is uiteraard aan de faculteiten om te bepalen welke de verschillende opties zijn. In het tweede masterjaar zouden er nog twee dingen meer zijn dan vandaag: > soft skills Iemand die de universiteit verlaat moet een basisopleiding ondernemerschap (het beheer van menselijke relaties, economisch beheer, innovatie- en communicatiemanagement) hebben gekregen. We hebben dat vandaag absoluut niet. > een beroepsopleiding Dat is een vies woord voor universiteitsprofessoren. Ze organiseren een theoretische opleiding. Ze leiden juristen op. Dat is niet langer een houdbare optie in onze ogen, de universiteit moet bijdragen aan de beroepsopleiding. Daarna volgt een stage. We stellen voor om die te beperken tot twee jaar. Soft skills zullen verder worden onderwezen. Het woord kunnen voeren (voor camera's, ...) is belangrijk voor een advocaat. Evenals het beheer van menselijke relaties, van innovatie, van een kantoor ...

6|Emile & Ferdinand|Nr.11|2018

De advocaat moet onafhankelijk zijn, hij moet uitmuntend zijn en hij moet in staat zijn om alle rechtszoekenden in alle rechtsdomeinen te adviseren, ook in die zaken die niet noodzakelijk voor de rechtbanken komen Als ik een toverstokje had, zou ik dat dus doen. Het is niet omdat het niet gemakkelijk is dat we er niet aan moeten denken. Het onderwijs is nochtans veranderd. 15 jaar geleden was het nog 100% ex cathedra. Nu ligt de nadruk meer op de praktijk.

Ik zeg niet dat er niets is gebeurd. Toen het rapport Horizon 2025 uitkwam, was er verzet van de rechtsfaculteiten: “U weet niet hoeveel wij veranderd zijn in de laatste jaren”. Dat is niet waar. Er zijn veranderingen geweest. Maar niet genoeg. De wereld van vandaag gaat erg snel. De rechtsfaculteiten volgen die ontwikkeling niet. Uw top 3 van de voorstellen?

Dat is moeilijk te zeggen omdat niet alle voorstellen op hetzelfde niveau zijn. "Uitvoerbaarverklaring van de advocatenakte", "advocaten een daadwerkelijkere rol laten spelen bij collectieve vorderingen" "de figuur van de advocaat-vereffenaar van schade in het leven roepen" zijn gerichte maar belangrijke hervormingen die op een eenvoudige manier kunnen worden doorgevoerd.

Bij de belangrijke zaken, en dat zal erg omstreden zijn, is de hervorming van de governance, waarin ik een deel van de hervorming van de discipline opneem, namelijk de oprichting van colleges van toezicht. Ik zal me op een harde maar eerlijke manier uitdrukken. De governance van het advocatenberoep wordt momenteel bezwaard door wat ik de sociologie ervan zal noemen. Aan het hoofd van het beroep hebben we twee communautaire ordes, samengesteld uit een voorzitter en bestuurders, die zijn verkozen door de stafhouders voor de Franstaligen en door de algemene vergadering voor de OVB. Ze worden verkozen omdat men denkt dat het personen zijn met een visie op het beroep, die bekwaam en toegewijd zijn, en die bereid zijn om zich in te zetten voor het verbeteren van het beroep. Zodra ze verkozen zijn, lijken de leden van de raden van de Orde hen te beschouwen als vijanden wiens standpunten moeten worden bestreden en wiens voorstellen veraf staan van wat de basis wenst en daarom absoluut moeten worden afgewezen. Een deel van de basis weet niet wat Avocats.be of de OVB doet, is er niet op de


REFLECTIE

hoogte van, behalve door de Tribune of Ad Rem. Ondanks alle communicatie-inspanningen is het een orgaan dat van ver lijkt te komen. Dat versterkt het idee dat Avocats.be en OVB, zoals generaal De Gaulle over de VN zei, “dingen” zijn waarvan we niet echt weten wat ze zijn. De basis zou rechtstreeks en veel meer betrokken moeten zijn bij het werk dat geëngageerde advocaten doen om een echte toekomst aan ons beroep te geven. We hebben aan de algemene vergadering van Avocats.be voorgesteld om de communautaire orde verder te democratiseren. We stelden voor om een algemene vergadering op te richten bestaande uit alle leden van de raad van de Orde (met beperkte bevoegdheden), een raad van bestuur bestaande uit de stafhouders en een directieraad (die overeenkwam met de huidige raad van bestuur). Dat voorstel werd scherp afgewezen. Sommige stafhouders zeiden ons dat hetgeen er bij Avocats.be werd besproken, de leden van de raad van de Orde niet interesseerde. Dat heeft me erg geschokt. Er zijn 200 leden van de raad van de Orde binnen Avocats.be. De helft van hen zou niet geïnteresseerd zijn in wat daar gebeurt. Wat ernstig is, is dat zij degenen zijn die beslissen. Zij zijn degenen die hun stafhouder volmacht geven om op deze of gene manier te stemmen. Daarnaast zijn er

negen mensen die zich jarenlang hebben ingezet om te proberen begrijpen hoe het beroep moet evolueren en het daar proberen te krijgen. En zij zouden afhankelijk moeten zijn van leden van de raad van de Orde die alleen geïnteresseerd zijn in hun werk als het over het budget gaat? Ik denk dat we moeten streven naar een doeltreffend bestuur. Daar kom ik bij de colleges van toezicht. Wij hebben een discipline die in 2006 is hervormd. We hebben veel vooruitgang geboekt. De discipline van de advocaten is naar mijn mening veel respectvoller geworden voor zowel de rechtszoekenden als de advocaten dan de meeste beroepsorganisaties. In het kader van de Panama Papers is er een oproep van het Europees Parlement om toezichtmechanismen op te leggen op de manier waarop het advocatenberoep wordt gereguleerd. De Europese autoriteiten hebben geen vertrouwen in de manier waarop de discipline wordt uitgeoefend binnen een beroep zoals dat van advocaat. Er is een oproep tot een toezichthoudend orgaan. Dus laten we dat toezichthoudende orgaan oprichten! Laten we ervoor zorgen dat het binnen de invloedssfeer van het beroep blijft, ook al worden er enkele professionele magis-

traten, enkele vertegenwoordigers van andere juridische beroepen in opgenomen. Laten we ervoor zorgen dat dit college ervoor zorgt dat alle klachten tegen advocaten binnen redelijke termijnen worden behandeld, met de juiste geest om dergelijke klachten te behandelen. De meeste stafhouders hebben begrepen dat een van hun opdrachten erin bestaat om ervoor te zorgen dat de schadelijke gedragingen van sommige advocaten geen afbreuk doet aan het imago van het beroep in zijn geheel. Maar niet alle. De tijd dat het beroep van advocaat in een waardige opaciteit was gehuld, is voorbij.

Een conclusie?

Die bestaat uit drie woorden: "uitmuntendheid", "onafhankelijkheid" en "alomtegenwoordigheid" in het domein van het recht. De advocaat moet onafhankelijk zijn, hij moet uitmuntend zijn en hij moet in staat zijn om alle rechtszoekenden in alle rechtsdomeinen te adviseren, ook in die zaken die niet noodzakelijk voor de rechtbanken komen. Dat is wat we probeerden uit te drukken in de vorm van een scoutstotem: loyale (te behouden) en bedachtzame (te verwerven) tijger... Hij moet beseffen dat wat hij niet in dit programma zal doen, anderen het in zijn plaats zullen doen!

2018|Nr.11|Emile & Ferdinand|7


A DAY IN THE LIFE OF

In eer en geweten

Openhartige getuigenissen van procureurs Bestaat de perfecte moord? Hoe reageer je als een zoon zijn moeder opeet? En wat als je plots geconfronteerd wordt met hekserij? Volgt het hart altijd de rede? Kan er gekozen worden tussen de pest en de cholera? Pregnante en verrassende vragen waarop een antwoord te vinden is in het boek “In eer en geweten” met als ondertitel “Openhartige getuigenissen van procureurs”, onlangs verschenen bij uitgeverij Houtekiet.

Veerle MAEBE Veerle MAEBE schreef eerder al zeven boeken, waaronder ook 'Recht van spreken - Achter de schermen van Justitie' (2016): 18 interviews met onder meer minister Koen Geens, advocaten Walter Van Steenbrugge en Ronny Baudewyn, politierechter Kathleen Stinckens, forensisch patholoog Wim Van de Voorde, procureur Jan Steppe, forensisch psychiater Rudy Verelst ea..

8|Emile & Ferdinand|Nr.11|2018

Veerle Maebe interviewt 12 procureurs. Meteen wordt duidelijk dat deze hofleveranciers van gerechtigheid hun dossiers vanuit een menselijk standpunt benaderen en dat hulpvaardigheid en mededogen hen niet vreemd zijn. Na een uittreksel uit Woord Vooraf, laten we Bart De Smet, die het initiatief nam tot dit boek, aan het woord. Hij put uit zijn rijke ervaring bij de jeugdrechtbank en als substituut-procureur-generaal bij het Hof van Beroep. Enkele citaten uit zijn bijdrage maken u straks duidelijk dat er ondanks de vaak trieste omstandigheden al eens gelachen mag worden.


A DAY IN THE LIFE OF

Neem deel aan onze wedstrijd en maak kans op een presentexemplaar van ‘In eer en geweten’! Beantwoord de wedstrijdvraag die u vindt op de LinkedIn pagina van Groep Larcier of op www.larciergroup.com/nl/in-de-kijker/emile-ferdinand.html vóór 31 juli. U wordt door uitgeverij Larcier persoonlijk op de hoogte gebracht!

Veerle Maebe, gekend van haar boek ‘Recht van spreken - Achter de schermen van Justitie’ (2016) neemt in haar nieuwe werk ‘In eer en geweten’ interviews af van 12 procureurs uit het rechtsgebied Antwerpen, gerangschikt per thema, zoals assisen, jeugdzaken, drugs, verkeer en milieumisdrijven. Het ambt van procureur is bij het grote publiek niet zo gekend, in tegenstelling tot dat van een rechter of een politieambtenaar. Het boek is een aaneenschakeling van aangrijpende, tragische gebeurtenissen, afgewisseld met merkwaardige, vaak grappige anekdotes. Aanklagen is meer dan bewijzen aanbrengen en toepassing vragen van de wet. De procureur moet ook omgaan met allerlei emoties, van pure agressie tot intens verdriet en psychische problemen. Aanklagen is trouwens maar één facet van de taak. In vele gevallen is de procureur een hulpverlener. Voorbeelden hiervan zijn beslissingen om een mishandeld kind tijdelijk in een instelling onder te brengen of een geesteszieke op te nemen in een gesloten afdeling van de psychiatrie. Veerle Maebe geeft via een uittreksel uit haar 'Woord vooraf' goed inzicht in de opzet van het werk en de aanpak.

Woord vooraf door Veerle Maebe: “Op een blauwe maandag zoals er wel meer zijn, werd ik gebeld door substituut-procureur-generaal Bart De Smet. Met veel enthousiasme stelde hij me voor een boek te schrijven over het beroepsleven van de procureur en zie, die banale weekdag kreeg plots een totaal andere dimensie. ‘Oei,’ schrok ik, ‘is dit wel een goed idee? Er wordt wel eens gefluisterd dat procureurs strenge autoriteiten zijn. Wat als Vrouwe Justitia ongegeneerd over mijn schouder loert en elk geschreven woord kritisch analyseert? En wat als ik, uit angst voor gerechtelijke stappen of pijnlijke compromissen, een aantal hallucinante anekdotes noodgedwongen moet schrappen?’ Ik geef het grif toe, ik ben een fervente voorstander van vrije meningsuiting. Maar zijn we, als het erop aankomt, niet allemaal een beetje Charlie? Toch hielden mijn vooroordelen niet lang stand. De procureur intrigeerde me en wie vrouwen al dan niet opzettelijk nieuwsgierig maakt, weet dat dit nooit zonder gevolgen blijft. Meteen kreeg ik een aantal spannende verhalen te horen over een troosteloos allegaartje frauduleuze praktijken, georganiseerde misdaad, duistere familieschandalen en ander onfraai gesjoemel, en dat was toch wel eventjes slikken. Snel werd duidelijk dat procureurs, helaas vaak onterecht afgeschilderd als de boze tegenhangers van rechters en advocaten, hun dossiers vanuit een

...

2018|Nr.11|Emile & Ferdinand|9


A DAY IN THE LIFE OF

... menselijk standpunt benaderen en dat hulpvaardigheid en mededogen hun niet vreemd zijn. Beklijvende levensverhalen die niet zouden misstaan in een beklemmende film noir blijven ook na de werkuren hangen en bezorgen menig procureur slapeloze nachten. Honoré de Balzac stelde dat priesters en magistraten het ambtsgewaad nooit helemaal afleggen en die bewering zou weleens kunnen kloppen. Een hele geruststelling in tijden van kapseizend moraliteitsbesef. Impulsiviteit laat zich zelden dwingen. Nog voor ik het goed en wel besefte, stemde ik volmondig toe. Toch vermoed ik dat de oude waarheid ‘wiens woorden nooit geschreven werden, diens gedachten zullen nooit gelezen worden’ er ook voor iets tussen zat. Zo gebeurde het dat ik met een hoofd vol vraagtekens aan dit nieuwe boek begon. Binnen de kortste keren werd ik vanuit mijn veilige biotoop in een onbekend doolhof gedropt met de opdracht mijn weg feilloos naar het eindpunt te vinden en dat met – wie had anders verwacht? – oog voor de deontologie. Ik ging ervan uit dat procureurs, in lang vervlogen tijden aangesproken met weledelgestrenge, tot een select herengezelschap behoorden, maar die redenering blijkt compleet achterhaald. Hoewel een vrouw in toga not done was, behaalde Marie Popelin, suffragette in hart en nieren, in 1888 als eerste Belgische vrouw een rechtendiploma. Toch werd haar, omdat ze vrouw was, de toegang tot de balie geweigerd, wat uiteindelijk zou leiden tot de feministische beweging. De wet van 1958 betekende een historisch keerpunt in de juridische gelijkschakeling van de gehuwde vrouw. Toch zou het nog tot 2006 duren voor in Vlaanderen de eerste vrouwelijke procureur des Konings werd benoemd. ‘Het kan verkeren,’ zei Bredero en hij had overschot van gelijk: vandaag kiezen meer vrouwen dan mannen voor het ambt van procureur.

“Meteen wordt duidelijk dat deze hofleveranciers van gerechtigheid hun dossiers vanuit een menselijk standpunt benaderen en dat hulpvaardigheid en mededogen hen niet vreemd zijn. Beklijvende levensverhalen die niet zouden misstaan in een film noir blijven ook na de werkuren hangen en bezorgen menig procureur slapeloze nachten” Wie denkt dat procureurs een veilige job hebben, vergist zich. Om u niet op uw honger te laten, enkele voorbeelden: begin jaren zeventig werd de procureur van Palermo door de Cosa Nostra voorgoed het zwijgen opgelegd en leden van de Rote

10|Emile & Ferdinand|Nr.11|2018

Armee Fraktion, beter bekend als de Baader-Meinhof groep, kogelden in 1977 zonder pardon de Duitse procureur-generaal Siegfried Buback neer. ‘Ach, lang geleden,’ denkt u? Welnee, dergelijke koelbloedige afrekeningen zijn van alle tijden. In 2015 kreeg de Argentijnse procureur Alberto Nisman zowaar in zijn badkamer een kogel door het hoofd nadat hij een aanhoudingsbevel tegen presidente Cristina Fernandez de Kirchner had opgesteld, en datzelfde jaar liet de hoogste Egyptische gezagsdrager, procureur-generaal Hisham Barakat, het leven bij een aanslag met een bomauto. Een van de getuigen haalde aan dat er, ondanks strenge beveiligingsmaatregelen, af en toe Ecuadoraanse collega’s worden geliquideerd. Wordt de toga ooit vervangen door een kogelvrije vest? En wat zal de volgende stap zijn? Lijfwachten? Kalasjnikovs? Misschien niet eens zo’n absurde gedachte in tijden waarin apps ons waarschuwen voor nakende terreuraanslagen. Aanvankelijk was het de bedoeling dat elke getuige, zonder juridisch taalgebruik, over een bepaalde materie zou vertellen. Gaandeweg week ik van deze strikte richtlijn af. Niet om dwars te liggen, maar om een exacter beeld te scheppen over wat er echt leeft. Tijdens de gesprekken werd duidelijk dat deze hofleveranciers van gerechtigheid gedurende weekend- en nachtdiensten met elk aspect van het strafrecht geconfronteerd worden. Hun opdrachtenlijst, te lang om op de sommen, is niet van de minste: van onschuldige deugnietenstreek tot geraffineerde moord en alles wat daartussen ligt. Kortom, u kunt het zo gek niet bedenken of de procureur krijgt er wel eens mee te maken. Omdat ik altijd wel wat inspiratie kan gebruiken en me graag met andermans leven bemoei, ging ik op zoek naar ongecensureerde verhalen die weinig aan de verbeelding overlaten. Ik werd niet teleurgesteld, het gros van de geïnterviewden beschikte over een olifantengeheugen waar zelfs Kai-Mook jaloers op zou zijn, en dat leverde een aantal verbijsterende anekdotes op die ik niet kon of wilde laten liggen. Meer is niet nodig om de argeloze lezer bij de nek te grijpen en te boeien. De titel verraadt veel over dit boek. Dankzij de openhartigheid van de zegslieden die geen enkel persoonlijk thema omzeilden, leren we de gemoedstoestand van de procureur in al zijn facetten kennen. Vrijwel alle getuigen gaven aan dat misdaden gelinkt aan kinderen diepe sporen nalaten en dat de dagelijkse confrontatie met slachtoffers en daders soms verre van evi-


A DAY IN THE LIFE OF

dent is. Toch werd de strafmaatregel steeds in eer en geweten gevorderd. Voltaire beweerde dat er maar één moraal is, zoals er ook maar één meetkunde is, maar is dat wel zo? Volgt het hart altijd de rede of kunnen empathische gevoelens al eens ongevraagd de bovenhand halen? Wordt het dan een beetje zoals kiezen tussen de pest en de cholera? En mag er, ondanks de vaak trieste omstandigheden, al eens gelachen worden? Deze en een pak andere vragen, stelde ik aan de twaalf welbespraakte procureurs die plaatsnamen in mijn publieke biechtstoel. Het duurde niet lang voor ik van het ene verhaal in het andere tuimelde. Het werd een ontdekkingstocht vol verrassende wendingen met onthullingen over gekoesterde dromen, verloren illusies, geleerde lessen en herwonnen ambities. En dat alles met één gemeenschappelijke factor: de inzet voor het vak.

De betogen, soms kalm en bedaard, soms vurig en passioneel, af en toe ontroerend eenvoudig, spannend of grappig, zullen waarschijnlijk het wereldnieuws niet halen, maar in de herinneringen van de vertellers hebben ze een ereplaats veroverd. Mijn taak beperkte zich tot vragen stellen, luisteren en schrijven. Een standpunt innemen of een oordeel vellen, hoorde er niet bij. Toch betrapte ik mezelf al eens op uitroepen als: ‘Dat kan toch niet! Echt? Maar enfin toch!’ Het moet gezegd, als liefhebster van onconventionele karakterrollen kreeg ik, mede door de aanhoudende thrillerplot, waar voor mijn geld. Wie meer wil weten en vanavond niets gepland heeft, kan zich met dit boek in een comfortabele zetel installeren, al dan niet met een wijntje en, voor de gevoelige zielen, een doos Kleenex binnen handbereik….”

Veerle Maebe neemt in haar werk ‘In eer en geweten’ interviews af van 12 procureurs uit het rechtsgebied Antwerpen, gerangschikt per thema, zoals assisen, jeugdzaken, drugs, verkeer en milieumisdrijven.

In eer en geweten Openhartige getuigenissen van procureurs Lijst van behandelde themata, en getuigen Woord vooraf Veerle Maebe Het woord is aan de procureur substituut-procureur-generaal Bart De Smet ‘Voor geld danst de beer’ Getuige: substituut-procureur-generaal Bjorn Backx Gekozen thema: assisenzaken

‘Iedereen kan een zware fout begaan’ Getuige: substituut-procureur des Konings Tim Van hoogenbemt Gekozen thema: algemene strafzaken, cybercriminaliteit ‘De realiteit overtreft de fictie’ Getuige: eerste substituut-procureur des Konings Veerle Cielen Gekozen thema: intrafamiliaal geweld ‘Schrijnende toestanden wennen nooit’ Getuige: substituut-procureur des Konings Lentle Jespers Gekozen thema: jeugd- en zedenzaken, onrustwekkende verdwijningen, perscontact

‘Drugsgebruikers weten niet wat ze slikken’ Getuige: substituut-procureur des Konings Ken Witpas Gekozen thema: drugstrafiek, perscontact

‘Sommige daders reduceren hun slachtoffer tot winstgevende koopwaar’ Getuige: substituut-procureur des Konings Maarten Sobrie Gekozen thema: mensensmokkel en mensenhandel

‘Soms werd er een camion vol miserie binnengereden’ Getuige: substituut-procureur-generaal Bart De Smet Gekozen thema: jeugdzaken

‘Het bloed kruipt waar het niet gaan kan’ Getuige: substituut-procureur des Konings Erik De Bock Gekozen thema: burgerlijke stand

‘Als ik overtuigd ben, ben ik overtuigd’ Getuige: procureur des Konings Anne-Marie Gepts Gekozen thema: leiding geven, algemene strafzaken

‘Botsen is blazen’ Getuige: substituut-procureur des Konings Cindy Van Dijck Gekozen thema: verkeerszaken

‘De Vierde Wereld bestaat ook in België’ Getuige: substituut-procureur des Konings Christel Minne Gekozen thema: jeugd en gezin, verkeer

‘Misdaad mag niet lonen’ Getuige: substituut-procureur des Konings Fanny De Bruyne Gekozen thema: dierenwelzijn, krotwoningen

...

2018|Nr.11|Emile & Ferdinand|11


A DAY IN THE LIFE OF

... Eén van de procureurs die markante en waargebeurde verhalen brengt is Bart De Smet. In 2001 trad hij toe tot het openbaar ministerie, ook “parket” of “staande magistratuur” genoemd. Sedert 2013 is hij substituut-procureur-generaal te Antwerpen, auteur van enkele publicaties bij Larcier, zoals “Verstek en verzet in strafzaken” en lid van het team van de Larcier Wetboeken (zie infra)*. Bart De Smet bracht aan Veerle Maebe verslag uit over zaken die hem bijbleven, vooral rond het thema jeugdrechtbank. Het gaat daarbij om kinderen in nood, die het slachtoffer zijn van mishandeling of verwaarlozing, en om ‘probleemkinderen’. Die categorie bestaat uit jongeren die misdrijven begaan, maar ook uit jongeren die onhandelbaar zijn, hun ouders tot wanhoop drijven, in de praktijk gekend als “onbuigzamen”. Bart De Smet liet in het boek ook een voorwoord opnemen over het enorme takenpakket van een procureur, en allerlei uitdagingen die een procureur moet trotseren, zoals nachtdiensten. Enkele citaten uit zijn bijdrage maken duidelijk dat een procureur geen saaie job heeft en dat er ondanks de vaak trieste omstandigheden, al eens gelachen mag worden.:

Citaat 1 Een procureur moet aanklagen, de wet benadrukken en kritiek uiten. Je weet dat de verdachte niet zal applaudisseren en dat je op tegenstand zal botsen. Vooral tijdens acties op het terrein schrok ik wel eens van de brutale manier waarop men mij aansprak: “Gij, gij gaat er aan! Gij gaat achtervolgd worden jongen, pas maar op!” Ik heb een pak onbeleefderiken zien passeren. Mensen die tegen deuren stampten en vloekten, die binnenkwamen zonder te groeten, die van hun tak begonnen te maken omdat ze te lang moesten wachten, omdat justitie toch niets deed of omdat ze niets te zeggen hadden… In de meeste gevallen dwong de toga respect af.

Citaat 2 Nu en dan was de confrontatie met mishandelde kinderen zeer moeilijk en misschien vraagt u zich af hoe ik het volhield. Het lukte mij door gaandeweg een pantser op te bouwen, maar wennen deed het nooit. Soms werd er een camion vol miserie binnengereden en een aantal zaken doken op de meeste onver-

12|Emile & Ferdinand|Nr.11|2018

wachte momenten weer op. Het is jammer dat er tijdens onze opleiding geen aandacht aan dit probleem werd besteed, ook al moet je als jeugdprocureur een bijkomend diploma behalen.

Citaat 3 Bij zware echtscheidingen, zeg maar vechtscheidingen, worden de kinderen op alle mogelijke manieren bewerkt door hen te belonen, te straffen of de andere ouder constant in een slecht daglicht te plaatsen. Elk kind is loyaal, in de literatuur wordt dit mooi omschreven als een gespleten loyaliteit. Sommige kinderen trekken zich dat zo aan dat ze in een zware depressie belanden. De procureur kan een kind uit het dal trekken door het in een neutrale omgeving te plaatsen en de zaak over te dragen aan de jeugdrechter. Een voorbeeld, een broer en zus van zeven en negen jaar oud werden elke zaterdag met twee deurwaarders geconfronteerd. Gezien de vader, ondanks het omgangsrecht, de kinderen tijdens het weekend niet mee kreeg, liet hij zich vergezellen door een deurwaarder en ondertussen zat de deurwaarder van de moeder in de gang te wachten. De deurwaarder van de papa noteerde: ‘Bij het naderen van de woning zagen we achter het raam een handje wuiven, maar even later werden de gordijnen snel toegetrokken. Toen we aanbelden, werd er “Ga weg! Ga weg!” geroepen.’ De deurwaarder van de mama schreef: ‘Ik zat in de gang te wachten. We hoorden een auto stoppen en de kinderen begonnen meteen te roepen: “Nee! Wij willen niet mee met papa! Geef ons niet mee!” We gaven aan dat de kinderen onmiddellijke bescherming nodig hadden en beiden werden een maand in een observatiecentrum geplaatst. Na verloop van tijd ging het beter tussen de ouders.

Citaat 4 De ettertjes, de jongeren die misdrijven plegen, krijgen de juridische benaming MOF Jongeren, wat staat voor als misdrijf omschreven feiten. Deze groep criminele jongeren is enorm, je kan je niet voorstellen wat voor kereltjes daartussen zitten. Ik zag bendeleiders jonger dan achttien die criminele bendes leidden en meerderjarigen bevolen hoe en waar ze moesten inbreken en welke apothekers en juweliers ze moesten overvallen. Een zestienjarige Oostblokker had een prostitutienetwerk uitgebouwd. Hij ontvoerde meisjes, sloot ze in de kelder op en mishandelde hen met kettingen. De meisjes, tussen de veertien en de vijftien jaar oud, kregen een gsm en werden verplicht vier klanten per dag te bedienen. Hij was zo’n indrukwekkende fi-


A DAY IN THE LIFE OF

guur dat zijn slachtoffers de politie niet durfden te bellen. Toen hij in de zittingszaal verscheen, had hij zijn supporters meegebracht die tijdens mijn vordering “ahoe! ahoe!” riepen. Die jongen scande mij van kop tot teen met een ijzige blik en kwam heel hoogmoedig over. Ik liet me niet doen en na de uithandengeving kreeg hij een zware straf. De meeste jongens aanvaardden hun vonnis gelaten. Zodra ze te horen kregen dat ze naar een instelling werden doorverwezen, staken ze de handen uit om de handboeien te laten aanbrengen. Ik wil toch vermelden dat er een zeker prestige bij kwam kijken en dat de instelling wel eens als een statussymbool werd gezien. Er waren jongens die stoeften: ‘Maar jong toch, ik ben naar de gesloten inrichting van Mol geweest en gij maar naar een open instelling.” Of: “Ik heb in Everberg gezeten! Dat is nog wat anders!” En nog een andere: “Ik werd al uit handen gegeven, ik zat in de gevangenis!” Sommigen zetten bij wijze van spreken bijna strepen.

van mijn vuur vallen.” “Maar mevrouw, dat is geen misdrijf.” “Toch wel,” argumenteerde ze, “want die Gino probeerde mij ook al te verleiden, dat is een duivel, hij heeft mij behekst. En pas op hé mijnheer, want ik kan u ook beheksen!” Ik gaf aan dat ik dergelijke toestanden in mijn bureau niet duldde en verzocht haar rustig te blijven.

*Bibliografische referenties

Citaat 5 De deurwaarder meldde dat een mevrouw me wenste te spreken. De dame in kwestie was helemaal in het zwart gekleed, ik vermoed dat het om een soort gothic stijl ging, droeg veel ringen, was zwaar geschminkt en had karbonkels van ogen. Ze zette zich neer en vertelde dat ze een klacht wenste in te dienen tegen een zekere Gino wegens hekserij. Ik gaf toe dat het best wel interessant klonk, maar wees erop dat hekserij sinds de Franse Revolutie uit ons wetboek verdween en dat ik daar dus weinig aan kon doen. “Ja maar, mijnheer, gij gaat mij hier niet onderbreken! Laat mij uitspreken! Gino is mijn onderbuurman, ik woon op de vierde verdieping en hij op de derde. Awel hé, die Gino komt elke avond met een andere vrouw thuis en dan bedrijven ze de liefde met zoveel lawaai dat de potten en pannen

In eer en geweten, Veerle Maebe Uitgeverij Houtekiet mei 2018 - 288 p. ISBN 978 90 8924 640 0 € 21,99 Verschijnt ook als e-book: ISBN 978 90 8924 641 7 € 13,99.

Verstek en verzet in strafzaken Derde editie 2017 Bart De Smet 2017 • 144 p. paperback

De Larcier Wetboeken - deel II: STRAFRECHT – Nieuwe volledig herziene editie 2018, bijgewerkt tot 1 maart 2018 Onder redactie van Jeroen De Herdt, Bart De Smet, Guy Stessens en Sanne Raats Juni 2018 - hardcover formaat A4 circa 1300 p.

Bart De Smet is ook een spreker op opleidingen. Zo werkte hij mee aan een Studienamiddag over de impact van de Potpourri-wetten op het straf(proces)recht, die reeds doorging op 1 februari 2018 en die wegens groot succes wordt hernomen met een uitdieping én update: Studienamiddag 'Impact van de Potpourri-wetten op het straf(proces)recht - een grondige update' (18 september 2018 - Antwerpen of 4 oktober 2018 - Zwijnaarde)

2018|Nr.11|Emile & Ferdinand|13


TEAM SPIRIT

Tijdschrift voor Internationale Handel en Transportrecht (IHT) Al geruime tijd klaagden rechtspractici over het feit dat de publicatie van Belgische rechtspraak inzake maritiem en transportrecht schaars geworden was. Bovendien bleek er nood aan stevige juridisch onderbouwde en wetenschappelijke doctrinebijdragen in dit vakgebied. Tevens werd duidelijk dat het maritiem en transportrecht meer als een onderdeel van het internationaal handelsrecht diende te worden benaderd. Larcier wou met IHT, voluit: Tijdschrift voor Internationale Handel en Transportrecht (IHT) / Revue de Droit du Commerce International et des Transports (CIT) / Journal for International Trade and Transport Law (ITT), deze lacune opvullen. Nu het tijdschrift meer dan ooit zijn plaats veroverd heeft, sprak E&F met de hoofdredacteur, Frank Stevens. Aan de vooravond van de vakantieuittocht, zetten we daarna ook graag de focus op een helaas frequent opduikend probleem: vertragingen in de luchtvaart en de vergoeding hiervoor...

Frank Stevens Docent Erasmus Universiteit Rotterdam, advocaat bij de balie te Antwerpen en hoofdredacteur IHT

Emile & Ferdinand: Het eerste nummer van IHT verscheen in 2015. Tijd om even terug te blikken. Waarom werd IHT destijds opgericht?

Frank Stevens: Vroeger beston-

den er in Vlaanderen twee gespecialiseerde tijdschrift in de sector van het transportrecht, met name 'European Transport Law' (ETL) en 'Rechtspraak van de Haven van Antwerpen' (RHA). Beiden waren eerder rechtspraak- dan doctrinetijdschriften, en RHA bestaat inmiddels niet meer. Er bestond derhalve een dubbele nood: enerzijds meer ruimte voor doctrine, anderzijds bijkomende ruimte voor publicatie van rechtspraak. Bij de voorbereidende besprekingen werd bovendien duidelijk dat het transportrecht vaak geïsoleerd wordt beschouwd, terwijl het in de praktijk een schakel is in de ketting van de internationale handel. IHT wil daarom het accent leggen zowel op het pure transportrecht als op de internationale handelstransacties (koopovereenkomsten, financieringsmechanismes etc.) die tot het transport aanleiding geven. IHT is niet het enige tijdschrift dat zich focust op transportrecht en internationale handel. Wat maakt het anders en nodig?

IHT wil uitdrukkelijk een gespecialiseerd en rechtsvergelijkend tijdschrift zijn. Wij focussen op het in-

14|Emile & Ferdinand|Nr.11|2018


TEAM SPIRIT

ternationale handels- en transportrecht (weliswaar ruim opgevat – zo rekent IHT de arbeidsomstandigheden in het transport bijvoorbeeld ook tot het transportrecht), en wij kijken daarbij ook over de grens. Handel en transport zijn bijna per definitie internationaal, en vaak stellen zich gelijkaardige problemen in de diverse landen. Een blik op de oplossingen die elders gevonden zijn is steeds verrijkend, ook al kunnen (of willen) we die oplossingen niet altijd overnemen. Het rechtsvergelijkende karakter komt ook tot uiting in het feit dat publicaties in drie talen kunnen geschieden: Nederlands, Frans en Engels. Een korte samenvatting in de twee andere talen wordt wel voorzien. Tot wie richt het tijdschrift zich?

Het tijdschrift richt zich tot alle rechtspractici (advocaten, magistraten, bedrijfsjuristen, enz.), die beroepsmatig te maken hebben met of geïnteresseerd zijn in het transportrecht en het internationale handelsrecht.

Hoe is het tijdschrift ingedeeld?

Vooreerst is er een rubriek doctrine, waarin een bepaald topic uit het internationale handels- en transportrecht op een meer academische wijze wordt behandeld. Hier worden artikels van zowel binnenlandse als buitenlandse juristen gepubliceerd. Vervolgens is er de rubriek rechtspraak. Dit beperkt zich tot de publicatie van Belgische en Europese rechtspraak (vaak slechts gedeeltelijke publicatie, maar met toegang tot de volledige publicatie via de website), voorzien van een commentaar. Deze commentaar situeert de besproken rechtspraak (bv. is dit een wijziging in de gangbare rechtspraak? Wijkt deze rechtspraak af van buitenlandse gangbare rechtspraak?). De rechtspraak heeft betrekking op alle betrokken sectoren van het transport en de internationale handel waarin dit transport plaatsvindt. Met andere woor-

den, zowel het transportrecht (te water, te land en in de lucht), het internationaal koop-verkooprecht, het transportverzekeringsrecht, het douanerecht, de documentaire kredieten, maar ook de procedurele incidenten (beslagen, limitatiefondsen, bergingsproblemen, mariene verontreiniging, enz.) kunnen aan bod komen. Tenslotte is er nog een rubriek Capita Selecta, waarin kort een aantal nieuwigheden worden besproken (bv. een belangwekkende uitspraak of wetgeving uit het buitenland; een nieuwe lokale regelgeving die grote impact kan hebben, enz.). De redactie van IHT volgt de actuele ontwikkelingen in transportrecht en internationale handel op de voet. Welke waren enkele van de meest in het oog springende bijdragen uit de voorbije jaren (die aantonen dat IHT de vinger aan de pols heeft)?

IHT heeft in recente nummers aandacht besteed o.m. aan de Brexit en de impact die de Engelse uitstap zal of kan hebben op de transportmarkt en het transportrecht. Ook werd aandacht besteed aan de menselijke aspecten van het transport, in een dubbel opzicht: de werknemers in de transportsector enerzijds (sociale dumping), maar ook de vluchtelingenproblematiek. Ook de rechtsgevolgen van het faillissement van wereldspelers in het transport (OW Bunkers, Hanjin) werden belicht. Als u de toekomst/uitdagingen van/voor de sector zou moeten samenvatten in 5 kernwoorden, welke zouden dit zijn?

In de eerste plaats worden minder uitspraken gewezen inzake handels- en transportrecht. De redenen hiervoor zijn allerlei: te lange duurtijd alvorens er een uitspraak is, te onvoorspelbaar, te duur, enz. Arbitrale procedures zijn hiervoor ook geen alternatief, veelal

Tijdschrift voor Internationale Handel en Transportrecht (IHT) / Revue de Droit du Commerce International et des Transports (CIT) / Journal for International Trade and Transport Law (ITT) 4 nummers per jaar (circa 400 pagina’s ) - Formaat 16 x 24 cm De volledige inhoud van de opgenomen rechtspraak (samen met de abstracts van de artikelen en van de noten), is consulteerbaar via de aan het tijdschrift gekoppelde website: http://iht.larciergroup.com Voor meer informatie, zie www.larciergroup.com/nl/ tijdschriften.html om dezelfde redenen. Arbitrale uitspraken zijn bovendien vaak vertrouwelijk en mogen dus niet gepubliceerd worden. Kennis en vaardigheid blijft echter maar bestaan als ze ook regelmatig toegepast kan worden. In de tweede plaats is er de spijtige vaststelling dat België, op het vlak van beschikbaarheid van rechtspraak, mijlenver achterloopt op onze buurlanden. Daar is de meeste rechtspraak enkele dagen na de uitspraak digitaal beschikbaar, soms zelfs gratis – in België worden zelfs niet alle arresten van het Hof van Cassatie digitaal beschikbaar gesteld. Niet alleen is er dus minder rechtspraak, de uitspraken die er nog wel zijn, zijn nauwelijks beschikbaar voor het grote publiek of de uitgevers van juridische tijdschriften.

2018|Nr.11|Emile & Ferdinand|15


TEAM SPIRIT

Vertraagde luchtpassagiers:

veel rechten, weinig vergoeding Het Hof van Justitie heeft in het luchtvaartrecht een consequent passagiersvriendelijke koers gevaren, maar kreeg daarbij heel wat weerstand van de luchtvaartsector en van een deel van de nationale rechtspraak. Gevolg hiervan is dat luchtvaartpassagiers vandaag een zeer grote bescherming genieten, maar in de praktijk toch vaak met lege handen achterblijven. In deze bijdrage kijkt Wouter Verheyen terug op dit juridisch debat ĂŠn blikt hij ook al vooruit naar de toekomst van schadevergoeding in gevallen van vertraging. Deze bijdrage verscheen ook in het online tijdschrift Actua Leges en is een samenvatting van een doctrineartikel dat integraal verscheen in IHT 2018/1*.

*De integrale versie van deze bijdrage verscheen in IHT 2018/1 p. 23-37

16|Emile & Ferdinand|Nr.11|2018

Wouter Verheyen Wouter Verheyen is Hoofddocent Erasmus Universiteit Rotterdam, Gastdocent KULeuven en Universiteit Bayreuth, Docent Odisee UC Brussel

In eigen land heeft het Hof van Cassatie met twee Arresten van 12 oktober 2017 (Cass. 12 oktober 2017, G.M. v. Thomas Cook airlines Belgium, C.17.0279.N/1; Cass.12 oktober 2017, Rademacher v. BugariaAirc., C17.0278.N/1) vonnissen van het Vredegerecht van Zaventem en Vilvoorde verbroken waarin deze rechters ingingen tegen vaste rechtspraak van het Hof van Justitie en vergoeding weigerden aan passagiers bij een langdurige vertraging van hun vlucht. De vrederechters beslisten in beide zaken dat een dergelijke vergoeding enkel beschikbaar is bij geannuleerde vluchten. De beslissing van de lagere rechters is in lijn met artikel 7 van Verordening 261/2004, dat inderdaad slechts voorziet in een schadevergoeding bij geannuleerde vluchten, terwijl de Verordening voor gevallen van vertraging slechts in een recht op bijstand (art. 9) en een recht om te herboeken of herplannen (art. 8) voorziet. Het Arrest van het Hof van Cassatie is in lijn met de gevestigde rechtspraak van het Hof van Justitie die het recht op compensatie in het Sturgeon-Arrest (CJEU Sturgeon v Condor Flugdienst GmbH (C-402/07) en BĂśck en Lepuschitz v Air France SA (C-432/07), 19 november 2009, ECR


TEAM SPIRIT

2009 I-10923, ECLI:EU:C:2009:716) uitbreidde tot situaties van langdurige vluchtvertraging, rechtspraak die nadien in verschillende latere Arresten werd bevestigd (CJEU 23 oktober 2012, Joined Cases C-581/10, Nelson and others v. Lufthansa and C-629/10, TUI and others v. Civil Aviation Authority, ECLI:EU:C:2012:657; CJEU 4 september 2014, C-452/13, Germanwings v. Henning, ECLI:EU:C:2014:2141). Het Hof van Justitie heeft zich op verschillende vlakken een militante passagiersvriendelijke rechtspraak ontwikkeld en dat is op dit punt niet anders. Echter acceptatie van deze rechtspraak verliep in dit geval niet zonder slag of stoot. Dat geldt zowel in de nationale rechtspraak als in de sector. Eerst en vooral bewijzen de aangehaalde vonnissen van de vrederechters dat lagere rechtspraak hier niet altijd de precedentwaarde van de rechtspraak van het Hof aanvaardt. Ook buitenlandse rechters hebben net als de vrederechters uitdrukkelijk de Sturgeon-rechtspraak afgewezen. Bezwaren tegen de Sturgeon-uitspraak kunnen daarbij worden ingedeeld in vier categorieën: 1) Verordening 261/2004 is een duidelijke tekst die geen interpretatie behoeft, 2) er is sprake van een foutieve interpretatie, 3) het Hof van Justitie ontbeert de bevoegdheid om tot deze interpretatie te komen, nu het in dit Arrest zich niet zou beperken tot wetsinterpretatie maar in plaats daarvan een wetgevende rol opeist en 4) de Sturgeon-uitspraak veroorzaakt rechtsonzekerheid. Bovendien beroepen rechters zich op het vermeende relatief gezag van de rechtspraak van Hof van Justitie van de EU om tot een afwijkende beslissing te komen. Deze bezwaren gaven dan ook aanleiding tot een stortvloed van prejudiciële vragen waarin het Hof gevraagd werd om op de Sturgeon-rechtspraak terug te komen.

Op deze vraag is het Hof nooit ingegaan. De Europese Commissie heeft zich in 2016 gemengd in dit debat door in de interpretatierichtsnoeren voor Verordening 261/2004 uitdrukkelijk te bepalen dat “ De uitleggingsarresten vormen een weergave van de huidige stand van het recht van de Unie, dat moet worden gehandhaafd door de nationale autoriteiten.” En verder er op te wijzen dat “Het Hof heeft geoordeeld dat een vertraging bij aankomst van ten minste drie uur aanleiding geeft tot dezelfde rechten op compensatie als een annulering” (titel 3.3.2 en 4.4.5). Dat de weerstanden vrij star zijn, blijkt uit het feit dat de vrederechters in hun beslissing, 3 maanden na deze richtsnoeren alsnog het gezag van Sturgeon betwistten. het Hof van Cassatie bevestigde in haar Arrest wel het erga omnes effect van deze rechtspraak. Ook het voorstel van Verordening tot wijziging van Verordening 261/2004 voorziet uitdrukkelijk in een compensatie bij vertraging. In dit voorstel voorziet de Commissie echter wel pas bij langere vertragingen in een recht op compensatie, omwille van de vermeende te grote financiële negatieve impact op de vervoerder van de huidige regeling. Echter een studie uit 2011 becijferde dat naleving van het Sturgeon-Arrest luchtvervoerders slechts 0.79% van hun omzet zou kosten. Met andere woorden kan met een verhoging van minder dan 1% van de ticketprijs de kost van effectieve bescherming worden gedekt. Een tweede weerstand, die nog veel moeilijker te overwinnen blijkt, is deze vanuit de luchtvaartsector zelf. In de eerste plaats is de luchtvaartsector zelf de drijvende kracht achter de stroom prejudiciële vragen. Die heeft niet alleen tot doel om een wijziging in de rechtspraak te wijzigen, maar ook om bestaande rechtsonzekerheid in stand te houden

en zo passagiers vergoeding te kunnen weigeren. De Hoger aangehaalde Cassatiearresten vormen een beetje een nawee van de Sturgeon-storm. Dat wil echter niet zeggen dat luchtvaartmaatschappijen en rechtbanken alle weerstand tegen het passagiersrechtenbeleid van het Hof van Justitie hebben opgegeven. De focus ligt nu echter meer op prejudiciële vragen die tot doel hebben om het begrip buitengewone omstandigheden-op basis waarvan aan het betalen van een vergoeding kan worden ontkomen. Ook hier houdt het Hof echter vast aan een passagier-vriendelijke houding. Een en ander heeft wel tot gevolg dat passagiers wanneer zij beroep doen op de schijnbaar eenvoudige procedure om compensatie te claimen (het gaat hier immers om een objectief recht, waardoor de passagier fout noch schade moet bewijzen), toch vaak een twijfelachtige ontheffingsgrond krijgen tegengeworpen. Veel passagiers haken,

...

2018|Nr.11|Emile & Ferdinand|17


TEAM SPIRIT

...

Deze bijdrage verscheen ook in Actua Leges

geconfronteerd met het vooruitzicht van een mogelijk dure procedure dan ook af en zetten hun claim niet door. Geconfronteerd met dit falen van effectieve juridische bescherming, heeft zich een markt ontwikkeld van claimbureaus, die voor de passagiers de compensatie claimen in ruil voor een vaak substantieel deel van de vergoeding. Daarmee lekt een substantieel deel van de vergoeding waar passagiers recht op hebben weg naar commerciële spelers. Vraag rijst dan ook of een meer effectief systeem van bescherming niet dat uit het spoorvervoer is, waar de vergoeding veel lager is, maar de spoorvervoerder anderzijds geen beroep kan doen op ontheffingsgronden. Hoewel de Commissie in haar voorstel van verordening tracht tegemoet te komen aan verschillende obstakels voor een effectieve bescherming, zoals door verduidelijking van het concept buitengewone omstandigheden, verandert er aan de kern van het systeem niets. Bovendien sleept dit proces al ruime tijd aan door politieke meningsverschillen, onder meer op het vlak van compensatie voor vertraging. De passagier zal dus nog geruime tijd eerder afhankelijk zijn van claimbureaus dan van de luchtvaartmaatschappijen om compensatie te verkrijgen.

Exclusief voor abonnees van Strada lex focussen specialisten op actuele topics uit verschillende takken van het recht via het online tijdschrift Actua Leges Deze berichten brengen u op zeer regelmatige basis korte en vlot leesbare artikels rond wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en actualiteit binnen de meeste rechtstakken. Bent u abonnee op Strada lex en wenst u op de hoogte gehouden te worden van nieuwe bijdragen? Schrijf u dan in via Actua Leges e-alert.

Onze gespecialiseerde ervaring ten dienste van uw groei Strategie ■ Branding ■ Content Marketing ■ Website Design ■ Business Development ■ Cliëntenbeheer

Contacteer ons vandaag nog: ben.houdmont@knowtogrow.be +32 495 58 76 47

18|Emile & Ferdinand|Nr.11|2018 ADV_148,5x210_KTG_V2.indd 1

Voor meer informatie en onze blog vol praktische tips en ervaringen www.knowtogrow.be 7/08/17 14:25


JURIDISCHE DOCUMENTATIE

Er beweegt heel wat in de sector van de documentatieverstrekking en het bibliotheekwezen. Zoals in veel sectoren is er een verregaande digitalisering bezig, met grote impact op de manier van ontsluiten en consulteren. In vorige nummers beantwoordde Christoph Malliet, bibliothecaris van de Rechtsfaculteit van de KU Leuven reeds de vraag hoe lang er nog (gedrukte) boeken in de juridische bibliotheek zullen staan (nr 2017/2). En mr. Hugo Lamon reflecteerde over de vraag of de legislatieve lawine sowieso nog ruimte én tijd laat aan het juridisch boek (nr 2018/2). Nu dalen we even terug naar het terrein. Erwin Hollevoet, al een decennium medewerker in de Gemeenschappelijke bibliotheek van de advocatuur en magistratuur te Gent, leidt ons rond, licht een aantal trends toe en zet deze in perspectief van het bibliotheekgebruik heden ten dage, geïllustreerd met cijfers.

Digitale (r)evoluties in het bibliotheekwezen Erwin Hollevoet Bibliotheekmedewerker Gerechtsgebouw Gent Het gerechtsgebouw te Gent, gelegen aan de Opgeëistenlaan 401, te 9000 Gent, beschikt over een gemeenschappelijke bibliotheek en is ontstaan door de fusie van enerzijds deze van de Orde van Advocaten Balie Gent en anderzijds die van de rechtbank van eerste aanleg te Gent, thans de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent. Het is tevens een centrale bibliotheek; naast de grootste financiële input door de Orde van advocaten Balie Gent, storten alle rechtsinstanties van ons gerechtsgebouw een deel van hun budget, toegekend door de FOD Justitie door aan onze bibliotheek. Op die manier kan een breed spectrum van juridische werken worden aangeboden. De bibliotheek is geen openbare bibliotheek. Ze is dan ook enkel toegankelijk voor een select publiek dat voornamelijk bestaat uit magistraten en advocaten. Naast de veelheid aan papieren werken, zoals tijdschriften, los-

...

2018|Nr.11|Emile & Ferdinand|19


JURIDISCHE DOCUMENTATIE

...

Gerechtsgebouw Gent en binnenzicht van de Gemeenschappelijke bibliotheek van de advocatuur en de magistratuur

bladige werken, reeksen en monografieën beschikt de bibliotheek ook over digitale toegangen die de gebruikers toelaten om voornamelijk juridische wetgeving, rechtspraak en rechtsleer op te zoeken, te analyseren en desgevallend toe te passen in een lopende procedure. Het voordeel van digitale toepassingen is dat op die manier vlugger kan worden ingespeeld op de recente wijzigingen en ontwikkelingen in de juridische wereld, nieuwe wetten, nieuwe regels, recente uitspraken enz.. Ook andere bibliotheken zetten de stap naar het digitale gebeuren.

> Zo kiest Vlaanderen voor een eengemaakt bibliotheeksysteem (EBS) dat het grootste centraal beheersplatform voor bibliotheken ter wereld moet worden. Dat centrale systeem moet de samenwerking tussen bibliotheken vergemakkelijken en moet voor de bezoekers zorgen voor een “performant uitleensysteem”. > Het Belgisch Staatsblad wordt slechts nog gedrukt op 4 papieren exemplaren. Eén exemplaar wordt bewaard op microfilm. Elke andere terbeschikkingstelling aan het publiek gebeurt via de internetsite van het Bestuur van het Belgisch Staatsblad. > Sommige bibliotheken omarmen Facebook om een soort gemeenschap van lezers te creëren door het opzetten van een Facebookgroep. Daarnaast bestaat er ook een Facebookpagina, waarin het reilen en zeilen van de bibliotheek wordt weergegeven. > Advocatenkantoren schakelen stelselmatig over op digitalisering. Op 10 december 2017 was er trouwens een Antwerps juristencongres waarbij dit ter sprake kwam. > De Koninklijke Bibliotheek bewaart binnenkort alle digita-

20|Emile & Ferdinand|Nr.11|2018

le publicaties. In tegenstelling tot heel wat andere Europese landen moeten er in België tot nu toe enkel publicaties op een materiële drager worden gedeponeerd. Om een digitaal zwart gat te vermijden wordt de wet uitgebreid naar online publicaties. Voortaan moeten alle digitale publicaties, ongeacht hun drager of vorm worden gedeponeerd bij de Koninklijke Bibliotheek van België, behoudens cinematografische procedés en online publicaties die privégegevens bevatten en/of toegankelijk zijn voor een beperkte groep van personen met behulp van een gebruikersnaam en een wachtwoord (bijvoorbeeld blog, individuele account van een sociaal netwerk ….). Dankzij deze uitbreiding van het toepassingsgebied van de wet kan het geheugen van de volledige uitgeversproductie worden verzekerd en wordt ook dit stuk erfgoed bewaard voor de toekomstige generaties. > De universiteiten van Leuven en Louvain-la-Neuve gaan hun collectie boeken digitaliseren om ze nadien samen te voegen. > De twee bibliotheken werden immers opgedeeld na de splitsing van de onderwijsinstellingen in 1968. De oude boeken blijven wel fysiek bij één van de universiteiten, maar door de digitalisering zullen ze terug opnieuw één geheel vormen voor wie ze consulteert. Voor de bibliotheek van het gerechtsgebouw Gent is deze digitalisering nog toekomstmuziek. Het doelpubliek is niet zo ruim en aanpak is iets bescheidener. Bovendien is dit een duur kostenplaatje. In de juridische wereld zien we dat meer en meer tijdschriften online worden gepubliceerd. De ‘oudere’ werken zijn vrij online te consulteren en doen geen afbreuk aan de auteursrechten; voor de recentere dient men wel te beschikken over een toegangspaswoord om zo dit aanbod digitaal te consulteren. Ook het ‘Journal des Tribunaux’, voor het eerst uitgebracht in 1881 door uitgeverij Larcier, met als oorspronkelijke hoofdredacteur, de heer Edmond Picard, zal waarschijnlijk in de nabije toekomst dezelfde weg op gaan en vrij te consulteren zijn vanaf het eerst uitgegeven nummer. Veel bibliotheken, in tegenstelling tot de bibliotheek van het gerechtsgebouw Gent, beschikken niet meer over deze eerste nummers. Het volledig inscannen van deze exemplaren is dan ook een must, ook om deze te bewaren voor de toekomstige generaties. Zoals reeds eerder vermeld, dient elke bibliotheek ook op te stappen op de trein van de digitalisering. De tijd van de ‘fichebak’, alvast nog gekend bij de oudere generatie is reeds lang voorbij! Stelselmatig is de Bibliotheek van het gerechtsgebouw Gent overgeschakeld naar een systeem waarbij de werken beschikbaar werden gesteld op elk een aparte PC: één van de Orde van


JURIDISCHE DOCUMENTATIE

Advocaten balie Gent en één van de rechtbank van eerste aanleg Gent en dit via het programma ‘Filexpress’ (database), wat des tijds revolutionair was. Het nadeel daarvan was dat ze niet met elkaar waren verbonden en dat ze uiteraard ook niet online waren te raadplegen. Er werd toen uitgekeken naar een ander systeem. Via een tussenstap beschikt de bibliotheek momenteel over een unieke online publiekscatalogus. Inmiddels gebruikt ook de Koninklijk Bibliotheek van België een nieuw bibliotheekbeheersysteem. Daar werd er gekozen voor het platform ‘Syracuse’. De catalogus is in het feite het ‘hart’ van de bibliotheek (te raadplegen via: www.baliegent.be/nederlands/advocaat/biliotheek/catalogus). Het ontsluiten van de tijdschriften, reeksen en monografieën wordt daarin opgenomen en dit via het ingeven van alle beschikbare informatie zoals de vermelding van de titel van het werk, de naam van de auteur, de uitgeverij, het ISBN-nummer, de inhoudstafel en het plaatskenmerk. Ook de cover van het werk wordt ingescand zodat de gebruiker zich een visueel beeld kan vormen van het te raadplegen werk en kan verifiëren of het daadwerkelijk om het gewenste boek gaat. Daarnaast worden de tijdschriften wekelijks, en de boeken maandelijks nog eens op een aparte aanwinstenlijst vermeld. Voortaan kan men ook zien of een werk al dan niet beschikbaar is in onze bibliotheek. De bibliotheek doet ook aan documentleverantie. Wanneer men in de onmogelijkheid is om zelf naar het Gerechtsgebouw te komen, wordt op eenvoudig verzoek het opgevraagde document of tekst bezorgd mits betaling van een kleine bijdrage.

Enkele cijfers:

> Personeel: Momenteel werken er 2,3 VTE personeelseden > Catalogus: De publiekcatalogus omvat ongeveer 13.000 werken (incl. tijdschriften). Er zijn 90-tal lopende abonnementen op papieren tijdschriften. In 2017 werden 230 nieuwe monografieën aangekocht voor de gemeenschappelijke bibliotheek, zijnde volgens enerzijds het abonnementsregime of via de opgestelde aankoopsuggesties (dus losse aankopen). Deze laatste worden besproken op de tweemaandelijkse vergaderingen van de bibliotheekcommissie. Afhankelijk van de toegekende budgetten, de relevantie, opportuniteit, noodzakelijkheid … worden ze effectief aangekocht. Na 1 maand ‘inzage’ zijn ze uitleenbaar. > Wat de ‘klanten’ betreft: De Orde van advocaten balie Gent telt in het lopend gerechtelijk jaar 973 advocaten en 191 stagiairs. Dit getal wijzigt continu, maar niet extreem. Uiteraard vinden ook andere advocaten van andere balies hun weg naar de Gentse bibliotheek! (Opzoekingen doen, doormailen conclusies en afprinten, kopienames bepaalde teksten, gebruik maken van de ‘dode’ momenten als bijvoorbeeld een zitting geschorst is om de één af andere reden, wachten wanneer hun zaak wordt behandeld…).

...

2018|Nr.11|Emile & Ferdinand|21


JURIDISCHE DOCUMENTATIE

Om een digitaal zwart gat te

...

Het gerechtsgebouw te Gent huisvest ongeveer 600 personeelsleden (magistraten = zetel + OM en ondersteunende medewerkers). Ook andere rechtbanken (Arbeidshof, Hof van beroep Gent …) doen beroep op de bibliotheek. In 2017 waren er 4.616 bezoekers, met een verhouding van 75% advocatuur en 25% magistratuur. Dit verschil komt hoofdzakelijk omdat elke magistraat individueel toegang heeft tot de juridische online toepassingen, die de uitgeverijen hen ter beschikking stellen. Als zij, ondanks dit aanbod, toch nog over onvoldoende info beschikken, kunnen ze uiteraard op ons beroep doen. Ik denk hierbij aan ‘oudere’ publicaties die niet online beschikbaar zijn. Het totaal aantal bezoekers daalde in 2017 met ongeveer 13% ten opzichte van 2016. > Ontleningen: Ook het aantal ontleende werken (monografieën) was in 2017 iets minder dan in 2016. In 2017 werden 2.631 werken ontleend (1.917 advocatuur en 714 magistratuur), of een daling van 4,5%. Uiteraard wordt er voor de magistratuur veel ingescand (ongeveer 900/jaar), en dient het werk als dusdanig niet te worden meegegeven. Het aantal effectief genomen kopieën (papier) in 2017 kende een terugloop met ongeveer 20% ten opzichte van 2016. Dit gegeven is eenvoudig te verklaren. Men kijkt meer een meer naar het digitaal aanbod en dit kan dan bijvoorbeeld op een USB-stick worden opgeslagen. Uit de aangeboden literatuur worden de teksten geïnterpreteerd en bijvoorbeeld via Smartphone bewaard, opgeslagen en doorgestuurd. Het papieren aanbod wordt dus wel degelijk nog geraadpleegd; het wordt weliswaar op een andere manier verwerkt. Een e-book is, wat onze bibliotheek betreft, niet echt handig of gebruiksvriendelijk. Onze gebruikers hebben nog graag een fysiek boek ter beschikking. Tenslotte nog een suggestie voor de uitgeverijen. De papieren werken worden belast aan 6% BTW, de digitale aan 21% BTW. Er zou dan ook werk moeten worden gemaakt van een eengemaakt BTW tarief.

22|Emile & Ferdinand|Nr.11|2018

vermijden wordt het wettelijk depot uitgebreid naar online publicaties… Hierdoor kan het geheugen van de volledige uitgeversproductie worden verzekerd en wordt ook dit stuk erfgoed bewaard voor de toekomstige generaties.

Nog een aantal persoonlijke bedenkingen: De bibliotheek dient in te spelen op de actualiteit en wenst een zo ruim mogelijk doelgericht publiek te bereiken. Iedere bezoeker heeft zijn gewoontes of zijn eigen manier om iets op te zoeken. Een papieren boek zie ik dan ook nog niet onmiddellijk verdwijnen. Het verhaal van de tijdschriften is iets anders. Veel tijdschriften staan reeds online, doch ook niet allemaal. Zolang dit niet het geval is, zullen tijdschriften blijven bestaan in papieren vorm. Er dient echter nog een lange weg te worden afgelegd om alle oudere tijdschriften in te scannen. De vraag stelt zich ook: is het sop de kool waard? In de juridische wereld verandert alles razendsnel en de vraag stelt zich of die oudere werken al dan niet nog relevant zijn? Vandaaruit werpen zich nog andere vragen op: Moeten alle reeds eerder verschenen juridische werken online worden geplaatst? Wie maakt de selectie, wat wel en wat niet? Wie zal effectief alles inscannen; is dit een taak voor de universiteitsbibliotheken? Quid auteursrechten? Welke bibliotheken houden er in de toekomst nog stand? U ziet, vele vragen… Nog een slotbedenking: Wat Justitie betreft dient men te streven naar een ééngemaakte gemeenschappelijke bibliotheek, waar zowel de magistraten als advocaten hun gading kunnen vinden. Er moet een goed evenwicht worden gevormd tussen online en papier; het is niet wit of zwart. De gulden middelweg ligt daar ergens tussen in. Beide versies hebben goede kanten en ook mindere. We hebben nog een (lang?) parcours af te leggen om tot één voor ieder aanneembaar en functioneel resultaat te komen. Het lijkt logisch dat de gedrukte tijdschriften veel vlugger zullen verdwijnen dan de papieren boeken. In de afgelopen jaren is er reeds veel veranderd! Volgende afspraak over 10 jaar voor een nieuwe check-up? Waar staan we dan? Wordt ongetwijfeld vervolgd…


WOORD VAN DE UITGEVER

Al één jaar

online!

Welkom op on nieuwe s ze ite

page sur le nouveau site Ontdek onze website ! www.larciergroup.com/nl

Ons volledig aanbod op één enkele site om nog gemakkelijker op te zoeken

@

Bestel in slechts twee stappen

Abonneer u op onze nieuwsbrieven om op de hoogte te blijven van alle nieuwigheden en promoties

Abonneer u online op uw favoriete tijdschrift

Vind de opleiding die u past in één muisklik

Bestel online: de verzendingskosten zijn gratis voor de Benelux

2018|Nr.11|Emile & Ferdinand|23


SAVE THE DATES ➔ STUDIENAMIDDAG DE RECHTSPLEGINGSVERGOEDING ANNO 2018

➔ COLLOQUIUM CONTRA-TERRORISME DE GERECHTELIJKE AANPAK VAN TERRORISME IN BELGIË

14 september 2018 - Faculty Club Leuven Bart Van Den Bergh

➔ STUDIENAMIDDAG IMPACT VAN DE POTPOURRIWETTEN OP HET STRAF(PROCES)RECHT: – EEN GRONDIGE UPDATE 18 september 2018 - Crowne Plaza Antwerpen of 4 oktober 2018 - 3 Square Zwijnaarde Jeroen De Herdt, Nicholas De Nil, Bart De Smet, Jan De Winter en Joachim Meese

➔ STUDIEAVOND HET ARREST ALTUN. DOORBRAAK VAN DE EUROPESE FRAUDE- EN MISBRUIKDOCTRINE IN HET SOCIAAL RECHT?

20 september 2018 - Crowne Plaza Antwerpen Jeroen Lorré

8 november 2018 - Kazerne Dossin Mechelen

➔ STUDIENAMIDDAG DE GRENZEN VAN DE OPTIMALISATIE VAN DE FISCALE GEVOLGEN VAN ECHTSCHEIDINGEN 15 november 2018 - Tivoli Mechelen of 27 november 2018 - Klokhof Loppem Leen De Vriese

➔ STUDIEMOMENT OMGEVING TERECHT (OTR) ONTEIGENINGEN

20 november 2018 – Communicatieloft Gent Inclusief OTR-cahier!

➔ COLLOQUIUM BEROEPSGEHEIM

22 november 2018

➔ STUDIENAMIDDAG IMPACT VAN DE POTPOURRIWETTEN OP HET BURGERLIJK PROCESRECHT: EEN GRONDIGE UPDATE 27 september 2018 - Crowne Plaza Antwerpen of 29 november 2018 - 3 Square Zwijnaarde Lauranne Claus, Hugo Lamon, Pierre Thiriar en Kristof Windey

➔ STUDIEVOORMIDDAG DE NIEUWE WET OVER DE BESCHERMING VAN BEDRIJFSGEHEIMEN: WAT VERANDERT ER EN HOE KAN UW ONDERNEMING ZICH OPTIMAAL BESCHERMEN?

9 oktober 2018 – Brussel Sylvia de Graaf, Karel Janssens en Jeff Keustermans

➔ COLLOQUIUM EEN NIEUWE AANPAK VAN MENSENHANDEL, MENSENSMOKKEL EN SOCIAAL STRAFRECHT 23 oktober 2018 – Gerechtsgebouw Brugge Sven Bertels, Frank Demeester, Jeroen Lorré en Peter Van Hauwermeiren

➔ BERICHT AAN HET NOTARIAAT: STUDIENAMIDDAG: STAPPENPLAN VOOR DE VEREFFENING EN VERDELING NA ECHTSCHEIDING VANAF 1 SEPTEMBER 2018 - DE BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN 11 oktober 2018 - Crowne Plaza Antwerpen of 6 november - 3 Square Zwijnaarde Hélène Casman, Marie Delbroek en Patrizia Macaluso

➔ BERICHT AAN HET NOTARIAAT: STUDIENAMIDDAG: STAPPENPLAN VOOR DE VEREFFENING EN VERDELING VAN EEN NALATENSCHAP VANAF 1 SEPTEMBER 2018 - DE BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN

18 oktober 2018 - Crowne Plaza Antwerpen of 13 november - 3 Square Zwijnaarde Hélène Casman, Marie Delbroek en Patrizia Macaluso

➔ STUDIENAMIDDAG DE AANBESTEDENDE OVERHEID & GUNNINGSCRITERIA

25 oktober 2018 - VBO Brussel Peter Teerlinck e.a.

INFORMATIE EN INSCHRIJVINGEN:

➔ MASTERCLASS FUSIES EN SPLITSINGEN: TIPS EN TRICKS VOOR DE MEERWAARDEZOEKER

25 oktober 2018 – Communicatieloft Gent Robin Messiaen

> SURF NAAR WWW.LARCIERGROUP.COM/NL om de interviews met onze

Larcier Opleiding opleiding@larciergroup.com Online inschrijvingen via www.larciergroup.com/nl/opleidingen.html

Follow us on

auteurs en redactieleden te ontdekken, en kom er alles te weten over de komende events en onze nieuwe publicaties

GAZLARNL11 ISBN : 978-1-1008-9081-4

24|Emile & Ferdinand|Nr.11|2018

Bent u nog niet geabonneerd op Emile & Ferdinand? Abonneer u gratis op emileenferdinand@larciergroup.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.