Emile & Ferdinand 2019/1 (N°13)

Page 1

Emile& Ferdinand Magazine van

2019/1 | N°13 Gratis magazine

Afgiftekantoor: 3000 Leuven Masspost | P919288

3

oft skills voor S juristen

Time is money... ook als je netwerkt. De 2 minuten pitch in de juristenwereld. Klaar om te schieten! Aline Van Bever

8

Coaching

Houd stress en burn-out op een afstand. Interview met Jeff Keustermans

21

Actualiteit

De strijd tegen ‘money mules’ kent een toenemend succes Francis Desterbeck

12

Werk & privacy

Het volstaat niet zeker te zijn, een dringende reden moet je bewijzen. Welke bewijswaarde kennen Facebook-berichten, Twittermeldingen en LinkedIn-profielen? Mieke Deconinck

En ook

N iet te missen data 

...

Hoe “private” is uw bedrijfsinformatie? Sophie Maes


EDITORIAAL

Veel

leesplezier!

Beste auteurs, beste klanten, Beste LEZERS, Vooreerst onze allerbeste wensen voor een voorspoedig nieuw jaar! U heeft het eerste nummer van de vierde jaargang in handen van Emile & Ferdinand, met als rode draden soft skills & coaching en confidentialiteit & privacy op de werkvloer. Onderhandelen, prioriteren, delegeren, netwerken, efficiënt leiding geven, … Soft skills zijn belangrijk voor juristen. Het zijn hulpmiddelen om zijn/haar beroep goed uit te oefenen, en zich hierbij goed te voelen. Dit soort zaken leert een jurist net niet op de universiteit.

COLOFON Hoofdredacteur Herman Verleyen Redactieteam Herman Verleyen, Bert Van Vaerenbergh, met medewerking van Anne-Laure Bastin Lay-out Julie-Cerise Moers (Cerise.be) © Larcier Group Verantwoordelijke uitgever Paul-Etienne Pimont ELS Belgium NV Hoogstraat 139, Loft 6 - 1000 Brussel Publiciteitsregie The Future is Now bvba Laurence Thomsin 0032 471 63 67 01 info@the-future-is-now.net Abonneer u gratis via het online inschrijfformulier op https://www.larciergroup.com/nl/ in-de-kijker/emile-ferdinand.html

2|Emile & Ferdinand|Nr.13|2019

Een belangrijk punt is netwerken. E&F geeft in een driedelige reeks het woord aan communicatieadviseur Aline Van Bever, die u de kneepjes van het vak leert. Netwerken creëert kansen, zoals bleek in het eerste deel in het vorig nummer (2018/4). Maar hiervoor moet u een heldere, originele en overtuigende boodschap brengen. Een boodschap waarmee u “raak” schiet. Hoe u dat doet, bekijken we in dit tweede deel. Juristen en andere high level professionals hebben vaak ‘last’ van hinderlijk perfectionisme en overdreven bekommernissen, wat kan leiden tot stress en

zelfs burn-out. Advocaat Jeff Keustermans ontwikkelde “SERVO” – een krachtige training om stress te vermijden en zo burn-out weg te houden. Emile & Ferdinand was benieuwd naar zijn verhaal. Naast 40 jaar Arbeidsovereenkomstenwet is afgelopen jaar 2018 ongetwijfeld het jaar van de GDPR (“General Data Protection Regulation”). Beide hebben een grote impact op de dagelijkse professionele praktijk. Emile & Ferdinand ging dan ook te rade bij 2 specialisten van het kantoor Claeys & Engels, die commentaar geven op een artikel uit deze Arbeidsovereenkomstenwet, in 2 bijdragen waarbij de eerste een link heeft met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de tweede een link met de bescherming van bedrijfsgeheimen. Als uitsmijter een bijdrage over de actie tegen ‘money mules’ die afgelopen najaar werd georganiseerd door Europol, Eurojust en de bankensector. Door de politieke crisis in ons land kreeg de actie spijtig genoeg niet de weerklank die ze eigenlijk had verdiend. Een tweede kans nu…

Veel leesplezier!

De redactie van Emile & Ferdinand

Dit magazine is ook van u! Aarzel niet om ons artikels over te maken. Ook uw suggesties of opmerkingen op gepubliceerde bijdragen zijn welkom! Stuur ons uw berichten op: emileenferdinand@larciergroup.com


SOFT SKILLS VOOR JURISTEN

De 2 minute pitch in de juristenwereld.

Time is money... ook als je netwerkt. Deel 2: Klaar om je pitch af te schieten Structureer je pitch en benadruk je meerwaarde

Onderhandelen, netwerken, efficiënt leiding geven, delegeren, prioriteren… Soft skills zijn belangrijk voor juristen. Het zijn hulpmiddelen om zijn/haar beroep goed uit te oefenen, en zich hierbij goed te voelen. Dit soort zaken leert een jurist net niet op de universiteit. Een belangrijk punt is netwerken. E&F geeft in een driedelige reeks het woord aan Aline Van Bever, communicatieadviseur en vormer die u de kneepjes van het vak leert. Netwerken creëert kansen. Dat bleef bij van het eerste deel in het vorig nummer (2018/4). Toen stond je stil bij je doelstelling en je doelgroep. Je bepaalde je focus en ontdekte dat een pitch met een strakke focus kansen creëert.

Aline Van Bever Aline Van Bever is communicatieadviseur, content manager, vormer & spreker. Ze is tevens doctor in de Rechten. Zie ook https://www.linkedin.com/ in/alinevanbever/

Tijd om je kansen te vergroten, te beginnen met een heldere, originele en overtuigende boodschap. Een boodschap waarmee je “raak” schiet. Hoe je dat doet, bekijken we in dit tweede deel. De pittige afsluiter en de concrete 'call to action' houden we tegoed voor het derde en laatste deel. Nieuwsgierigheid wekken. Dat is duidelijk. Je toehoorder prikkelen en doen vragen naar wat je hem hebt te vertellen. Maar, hoe houd je zijn enthousiasme en nieuwsgierigheid vast? Simpel. Door je pitch te voorzien van een lichte structuur. Geef je verhaal pit en blijf puur. Houd het helder. Voorkom dat de kern van je boodschap verloren gaat.

2.1. Houd je structuur zo klaar als een klontje 2.1.1. Houd je pitch licht. Less is more Elk sterk verhaal heeft een inleiding, een midden en een slot. Dat is ook de

...

2019|Nr.13|Emile & Ferdinand|3


SOFT SKILLS VOOR JURISTEN

...

basis van een strakke pitch. Stel je kort voor, geef een kernboodschap mee en sluit overtuigend af. Houd je verhaal consistent. Werp niet zomaar een vraag of probleem op tafel óm de vraag of het probleem. Kom ook zelf met antwoorden of oplossingen voor opgeworpen vragen. En let erop dat jouw antwoord of oplossing, of de eigenschappen waarmee je jezelf profileert, aansluiten bij de noden of interessevelden van je toehoorder. Het heeft bijvoorbeeld weinig zin om op te merken dat 63% van de juristen het lastig vindt om zijn projecten en ambities op papier te zetten wanneer ik jou - een van hen - dan niet vertel hoe ik je kan bijstaan als communicatieadviseur. Jij moet jouw cliënt evenmin proberen boeien met de details van complexe regelgeving als hij enkel wil weten wie hij moet contacteren als die regelgeving voor hem relevant zou zijn. Besef dat een gemiddelde toehoorder maar 10% van je verhaal onthoudt. Houd het licht. Less is more. Ga tot de kern, schrap details.

2.1.2. Come to the point; benadruk je meerwaarde Start met te zeggen wie je bent en wat je doet (of waar je werkt). Eens die introductie is gebeurd, komt het erop aan je meerwaarde te benadrukken. Die meerwaarde vloeit voort uit het antwoord op de volgende drie vragen: 1. Waarom doe je wat je doet? Vertel welke noden je opvult, voor welk pro1

Uit de LinkedIn toplijst van 2017.

4|Emile & Ferdinand|Nr.13|2019

Laat dat sparren vallen, vergeet die deadline, meeting en de scrum & agile aanpak, schrap het implementeren van processen en vraag je toehoorder niet om de dialoog te continueren (tenzij je hem wil zien rillen). Pitch zonder gevleugelde termen, houd het luchtig en voeg er eventueel nog een anekdote of vleugje humor aan toe. bleem je een oplossing biedt. Houd het kort. Vat je hobby, je dienst of expertisegebied samen in één zin en benadruk het resultaat van wat je doet. Benoem eerdere ervaringen. Eén volstaat. Bewijs je. Nog geen “professionele” ervaring? En als vrijwilliger? Neen? Er is beslist iets waarmee je trots jouw bezigheden kan aantonen. Wees origineel! 2. Wie is je toehoorder en wat kan je voor hem betekenen? What’s in it for him? Focus niet te veel op jezelf, je werk of onderneming, maar benadruk welke voordelen jij jouw toehoorder kan bieden. Verder met ons voorbeeld: Vind jij het door je drukke agenda, een traumatische schrijfervaring of welke reden ook, moeilijk om jouw verhaal pittig te verwoorden? Dan zet ik met mijn schrijftalent voor jou iets op papier dat past bij jouw profiel. Bespaar je de last en stress. Laat mijn pen het werk doen. 3. Waarom doe JIJ ertoe? Waarom zou je toehoorder nét JOU kiezen? Wat kan JIJ hem meer bieden? Wat voeg je toe aan het marktaanbod? Wat is je grootste talent? Overtuig je toehoorder met je uniek verkoopargument (unique selling proposition). Concretiseer je meerwaarde met een voorbeeld

dat jouw marktwaarde bevestigt. Deel iets opvallend en blijf bij. Maar, speel het spelletje eerlijk: haal niemand neer, maak geen “concurrenten” zwart.

2.2.

Houd het helder

2.2.1. Vermijd vage clichés en banaal “gebuzz” Clichés zijn versleten woordgroepen, vage en afgezaagde uitdrukkingen. Ooit origineel en krachtig, nu eerder “standaard beschrijvingen”. Zo vaak gebruikt dat ze hol gaan klinken. Vermijd ze. Hetzelfde geldt voor buzzwoorden: modewoorden zonder klare betekenis. Ze zijn bewust vaag, zodat je er nog alle kanten mee uit kan. Soms is vaagheid goed, maar niet in een pitch. Focus. Wees origineel, ook al is dat - zeker in een professionele setting - niet evident. Wie noemde zichzelf nooit een ‘dynamische teamspeler’? Betrap jezelf op een van deze buzzy eigenschappen1:

1 Gespecialiseerd

6 Gefocust

2 Leiderschap

7 Expert

3 Gepassioneerd

8 Gecertificeerd

4 Strategisch

9 Creatief

5 Ervaren

10 Excellent


SOFT SKILLS VOOR JURISTEN

“ “Origineel zijn” begint bij... “origineel zijn”! Be original: wees jezelf, benadruk je persoon. Maak je pitch niet onnodig wollig. Puur je boodschap uit. Spreek vanuit je beleving en deel zoveel mogelijk relevante voorbeelden. Benadruk je eigenheid, bevestig je meerwaarde. Overtuig je toehoorder van de kwaliteiten die je jezelf toekent. Geef hem een helder beeld van wie je bent, wat jij doet en kan en waarom JIJ precies voor hem belangrijk bent. De eigenschappen ‘creatief’ en ‘innovatief’ zijn ironisch genoeg niet origineel. Vermeld liever een creatief toppunt uit jouw carrière, of pitch op een unieke wijze. Iets gelijkaardig geldt voor ‘communicatief’. Vandaag een onmisbare eigenschap. Klopt. Maar, waarom vermelden? Tijdens jouw pitch beoordeelt jouw toehoorder zelf wel hoe jij scoort op de communicatieve ladder. Eigenschappen, zoals ‘expert’ of ‘resultaatgericht’, zijn al even vaag en subjectief. Ze zeggen niets en kunnen je blasé doen overkomen. Benoem je vaardigheden en jouw verwezenlijkingen concreet. Deel resultaten en projecten, geef referenties. Illustreer ervaring met specifieke voorbeelden. Stoef gerust, maar maak je claims geloofwaardig (en houd het matig).

2.2.2. Vaktaal doet je solo staan Pitch begrijpelijk. Speel niet de expert. Vermijd vaktaal. Anders riskeer je denkstappen over te slaan, waardoor je toehoorder niet volgt of afdwaalt en zijn

aktermen, vaste uitdrukkingen, V afkortingen en codetaal maken de communicatie onder vakgenoten efficiënter en je wordt sneller serieus genomen. Als jurist kan je jouw honorarium ex aequo et bono bepalen. Toch onder mede-juristen,… anders dreig je enkel pro deo zaken binnen te halen.

aandacht verliest. Vaktermen maken je boodschap nodeloos complex en zwaar. Ze werken ook distantiërend.

Is je verhaal logisch en coherent? Zijn er woorden die om extra uitleg vragen? Kan een leek vlot volgen?

Laat dat sparren2 vallen, vergeet die deadline, meeting en de scrum & agile aanpak3, schrap het implementeren van processen en vraag je toehoorder niet om de dialoog te continueren (tenzij je hem wil zien rillen). Pitch zonder gevleugelde termen, houd het luchtig en voeg er eventueel nog een anekdote of vleugje humor aan toe.

3. Gebruik veel verhelderende voorbeelden! Voorbeelden maken je pitch tastbaar. Ze behoeden je voor een vage, betekenisloze pitch.

Laat je vakkennis los en kruip in de huid van jouw toehoorders. Enkele tips: 1. Focus op een denkbeeldig ijkpersoon, een “gemiddelde toehoorder” in jouw context. Stem je verhaal en taal af op zijn kennis, ervaring, interesse, achtergrond. Weet je precies wie je moet toespreken om jouw doel te bereiken, spits je pitch dan af op die persoon. Pak het strategisch aan en schiet raak. 2. Stel jezelf continu in vraag. Toets de begrijpelijkheid van je pitch. Wat zeg je juist? Komt je boodschap helder over?

Opgepast! De regel om vaktaal te vermijden, kent twee uitzonderingen: 1. Je wil net dat je toehoorder je niet (goed) begrijpt. Wil je elementen in je pitch verhullen of net positiever doen klinken, dan komt wat vaagheid soms goed uit. Advocaten (en andere vrije beroepers) spreken bijvoorbeeld liever van honorarium of ereloon dan van prijs of vergoeding. Zo houden ze de centjes wat onder de tafel om ze vlotter te zien binnenrollen. Vaktaal kan je toehoorder er voorts van overtuigen dat jij dé expert bent en dat hij, als leek, bij jou moet zijn. Let op, niet elke vis bijt. Een overdreven gevoel van eigenwaarde kan zich keren tegen jou.

...

Sparren is een activiteit. Het woord komt uit de vechtsport. In die context betekent het ‘het oefenen met een tegenstander’. In de management context verwijst het naar het proces van ideeën uitwisselen met iemand. 3 Scrum is de filosofie van see-feel-change die het blauwdrukdenken verlaat en uitgaat van de idee ‘al doende, leert men’. Managers passen die idee toe op vele soorten veranderingen en projecten (www.managementsite.nl). 2

2019|Nr.13|Emile & Ferdinand|5


SOFT SKILLS VOOR JURISTEN

... 2. Je toehoorder is een vakgenoot. Gebruik dan gerust vaktaal. Sterker zelfs, je komt er vaak net professioneler mee over en wordt sneller serieus genomen. Als jurist kan je jouw honorarium ex aequo et bono4 bepalen. Toch onder mede-juristen,… anders dreig je enkel pro deo5 zaken binnen te halen. Vaktermen, vaste uitdrukkingen, afkortingen en codetaal maken de communicatie onder vakgenoten efficiënter. Gebruikt jouw toehoorder zelf ze dagelijks, gebruik ze dan. Waarom makkelijk doen als het ook moeilijk kan.

2.3.

Pitch met pit

2.3.1. Vermijd passieve constructies. Klaar voor actie! Mijd passieve zinnen! Ze maken je pitch onpersoonlijk en omslachtig. Doordat ze altijd bestaan uit een vorm van “worden/zijn” (hulpwerkwoord) en een voltooid deelwoord, zuigen ze het ritme uit je verhaal. Benadruk jezelf als handelende persoon. Hoe overtuig je anders je toehoorder dat JIJ van betekenis bent voor hem? Merk het verschil tussen “Bij ons worden veel due diligence dossiers behandeld” en

“Ik ben een van de specialisten due diligence die ons kantoor rijk is.” Ga voor actie! Werp je op de voorgrond. Claim verantwoordelijkheid. Pitch krachtig en actief. Actieve zinnen zorgen voor spanning. Ze trekken je toehoorder in je verhaal. Hoe directer je dat doet, hoe groter de kans dat je jouw toehoorder prikkelt en in actie zet.

2.3.2. Trek je toehoorder in het verhaal Inderdaad. Niet enkel jij moet in actie treden. Ook je toehoorder. Trek hem in je verhaal. Breng geen puur extern ver-

T oewijzing naar billijkheid, bv. bij gebrek aan objectieve maatstaven zijn om het bedrag van een schadevergoeding te bepalen (www.juridischwoordenboek.be). 5 Pro deo advocaten behartigen juridische zaken kosteloos (www.juridischwoordenboek.be). 4

6|Emile & Ferdinand|Nr.13|2019


SOFT SKILLS VOOR JURISTEN

haal. Spreek in zijn taal en vertel wat hij horen wil. Speel in op zijn noden en interesses. Vang zijn non-verbale signalen op. Heb je zijn aandacht beet, verlies hem dan niet uit het oog. Dat voorkom je door je toehoorder non-stop te observeren en af en toe een “check”-vraag te stellen waarmee hij bevestigt dat hij (nog) volgt. Snap je?

2.3.3. Blijf in het ritme: ontwijk tekst brekers! Heb je de aandacht van je toehoorder beet, neem hem dan op pad en houd strak het ritme aan. Leid je toehoorder naar de kern van je verhaal, maar hoed je voor tekst brekers. We waarschuwen je voor drie typen tekst brekers: 1. Containerbegrippen en “gemak termen”: Containerbegrippen zijn overkoepelende termen, zoals ‘mooi’, ‘goed’, ‘duurzaam’. Het zijn woorden zonder strak afgelijnde betekenis. Gebruik je ze zonder een scherp bepaald referentiekader, dan zijn ze zodanig algemeen en neutraal dat ze de sappigheid uit je verhaal zuigen en je toehoorder met droge koek achterlaten. “Gemak termen” zijn al even droog. Denk aan woorden zoals ‘een soort’, ‘dingen’ of ‘mensen’. Ze besparen je de moeite om je verhaal haarfijn te omschrijven, maar beroven het ook van haar beeldende kracht. Sur plus kunnen ze jou een weinig gemotiveerde indruk geven. Ban gemak termen en container praat. Gebruik beeldende termen en beschrijvingen. We doen het voor: “Zit je wel eens zuchtend naar dat witte vel papier te staren? Krijg je het niet goed gezegd? Verlies je snel de rode draad? Breekt bij jou het angstzweet uit als je nog maar een pen vastneemt? Of ontbreekt het je aan denk- en schrijftijd? Dan ben jij een van de 63% juristen voor wie ik tijd en ruimte vrijmaak. Ik geef tips die jouw krabbels leesbaar maken en jouw

eerste kladjes doen lezen als een trein. Zo versterk ik je boodschap zowel gesproken als op papier. Interesse? Contacteer me.” 2. Stopwoorden: Stopwoorden zijn (bij) woorden, zoals ‘eigenlijk’, ‘dan’, ‘nog’, ‘ook’, ‘dus’, ‘zo’, 'maar'. Ze breken jouw zin en remmen de vaart af van je pitch. Ze kruipen onopvallend in je verhaal zonder dat ze nodig zijn voor de context of inhoud ervan. Laat ze weg. 3. Die’tjes & dat’jes - Die’tjes & dat’jes leiden vaak bijvoeglijke bijzinnen in. Dat zijn zinnen die zich bij een eerder genoemd woord in de hoofdzin voegen om dat woord te duiden. Dat heeft pro’s en contra’s. De zinnen zorgen voor beelden, ze creëren een setting en kunnen spanning in je verhaal brengen. Ze maken je verhaal sappig, MAAR delen je zin ook op en hakken zo misschien je verhaallijn in stukken. Kortom, die’tjes & dat’jes zijn als een mes dat langs twee kanten snijdt: gebruik ze, maar met mate.

2.3.4. Snuifje humor voor extra vinnigheid Humor heeft veel voordelen. Het schept een luchtige sfeer en fleurt je pitch op. Het stelt je toehoorder op het gemak en helpt je om het belang van je pitch te relativeren. Humor geeft je een enthousiaste uitstraling en maakt een complex verhaal eenvoudiger. Het werkt als leermiddel en houdt de aandacht van je toehoorder strak. Lokt je pitch zijn (glim) lach uit, dan heeft hij iets ingezien en is die lach zijn spontane reactie daarop. Reken er maar op dat je pitch positief blijft hangen. Let op! Gebruik humor enkel als dat past bij jouw persoon, de context én je doelgroep. Denk ook ruimer dan de klassieke grap. Geen moppentapper? Wat dacht je van een ludieke foto of video? Is de context daarvoor te zakelijk?

Experimenteer met ironie of scoor met een verrassende vergelijking. Kan je toehoorder een verhaaltje smaken? Charmeer hem dan met een smeuïge anekdote. Overdrijf echter niet. Mix niet alle vormen van humor en beperk je tot enkele aanstekelijke voorbeelden. Een snuifje humor volstaat.

2.3.5. Overtuig ook non-verbaal Beweeg, benut je lichaam. Connecteer met jouw toehoorder. Spreek met gebaren. Let niet alleen op wat je zegt of op de stijl, de toon en de middelen waarmee je dat doet. Verzorg je houding en lichaamstaal. Voeg de daad bij het woord. Overtuigend overkomen? Sta er zelfverzekerd bij. Moet je boodschap blijven plakken? Gebruik gebaren en breng je pitch krachtig. Leg oogcontact of inspireer je toehoorder met je handen. Dat lokt reactie uit. Benieuwd welke reactie je met bovenstaande tips krijgt uitgelokt. Met een strakke focus en krachtig verhaal om te schieten, heb je alleszins al heel wat bagage op zak om te scoren. Dat doe je met een pittig slot. Hoe je dat uitwerkt, lees je volgende keer. Noteer het alvast.

Aline Van Bever geeft ook de training 'Alledaags communiceren voor juristen' (twee voormiddagen: 22/3 & 5/4 - Crowne Plaza Antwerpen). Vele (juridische) vormingen gaan voorbij aan empathische vaardigheden. Deze training benadrukt net wel het belang van empathie in het contact met klanten, medewerkers en andere gesprekspartners. Win het vertrouwen van uw gesprekspartner en inzicht in wat er in zijn/haar gedachten omgaat. Het helpt u een stap vooruit in het oplossen van uw dossier.

2019|Nr.13|Emile & Ferdinand|7


COACHING

Houd stress en burn-out op een afstand. SERVO, een eenvoudige techniek met de twee voeten op de grond. In de loop van 2018 ontwikkelde Jeff Keustermans “SERVO” – een krachtige training om stress te vermijden en zo burn-out weg te houden. Emile & Ferdinand was benieuwd naar zijn verhaal.

Jeff Keustermans Jeff Keustermans (57 jaar) is advocaat en medeoprichter van advocatenkantoor & De Bandt in Brussel. Jeff is lid van de balie te Brussel en New York. Hij schreef diverse boeken bij Larcier en publiceerde tientallen artikelen over Belgisch en Europees recht m.b.t. intellectuele rechten. Jeff gaf lezingen over IP en IT in Praag, Londen, Munchen, Los Angeles en Amsterdam. Hij doceerde gastcolleges aan universiteiten in Leuven, Londen en Brussel. Hij pleitte diverse keren voor het Europese Hof van Justitie te Luxemburg in geschillen over staatssteun en intellectuele rechten. In zijn vrije tijd is hij eindredacteur van het Italië-tijdschrift NON SOLO ITALIA, waarover u al meer kon lezen in Emile & Ferdinand nr. 6 (april 2017).

8|Emile & Ferdinand|Nr.13|2019

Emile & Ferdinand: Hoe kwam u op het idee om een antistress-opleiding uit te werken?

Jeff Keustermans: Zoals velen in ons beroep heb ik vele jaren last gehad van hinderlijk perfectionisme en overdreven bekommernissen. Vooral sinds mijn vijftigste werd werken zwaarder en nam mijn energieniveau voelbaar af. Ik keek rond mij en zag leeftijdsgenoten met hetzelfde probleem. Ik dacht dat het normaal was. Toch zocht ik naar oplossingen, want ik wilde dit niet zomaar aanvaarden. Als goede perfectionist vond ik natuurlijk dat ik dit helemaal zelf moest kunnen oplossen. Perfectionisten moeten van zichzelf van alles. Ze eisen vaak hetzelfde van hun omgeving. Als je vastloopt krijg je dat natuurlijk niet zelf opgelost. Je bent immers beroofd van een groot deel van je capaciteiten. In de zomer van 2017 viel ik uit. Ik kon nog elke ochtend en elke avond 10 minuten mijn e-mails lezen. Al de rest blokkeerde. Gelukkig kwam ik reeds enkele weken later een vroegere medewerker tegen die op de juridische dienst van een cliënte aan de slag was gegaan. Hij raadde me aan om een vierdaagse training te volgen in Nederland bij ‘Ander Leven’ (www.anderleven.nl). De website klonk volstrekt ongeloofwaardig (‘te mooi om waar te zijn’), maar als iemand die vier jaar mijn rechterhand was dit aanraadde was ik graag bereid mijn kans te wagen. De training ‘Ander Leven’ is inderdaad bijzonder efficiënt en op enkele dagen was ik hersteld. Ik ben nu al weer bijna twee jaar volop advocaat. Ik ben weer mijn vriendelijke zelf en ik beschik over meer energie dan tien jaar geleden. E&F: Wat was er zo bijzonder aan die training?

De training was zeer intens in een kleine groep met drie coaches in afzondering op een prachtig domein in de natuur van de Achterhoek in Nederland. Die begeleiding op maat was voor mij ook nodig. Ik kon immers al enkele weken niet meer voor- of achteruit. Maar ik bleek nog een ‘licht geval’ te zijn. Er waren deelnemers die zeven jaar depressief waren of nog langer chronisch vermoeid. Dat is me gelukkig bespaard ge-


COACHING

Als advocaat, maar ook in an-

bleven. Naast de hoge intensiteit van de begeleiding was vooral bijzonder dat ik krachtige hefbomen en bijzondere mogelijkheden van ons brein leerde gebruiken. Ik vind het onbegrijpelijk dat deze inzichten niet worden aangeleerd tijdens onze jeugd. Ik werd zo geboeid dat ik een bijkomende opleiding volgde en zoveel mogelijk las over de werking van ons brein. E&F: Waarom zelf dan een training ontwikkelen?

Het was voor mij onmiddellijk duidelijk dat iedereen veel heeft aan die bijzondere mogelijkheden van het brein. Tegelijkertijd heeft niet iedereen een intense opleiding van vier dagen nodig. Daarom ontwikkelde ik op basis van mijn ervaringen, de opleidingen en zelfstudie een eenvoudig en helder systeem. Iets dat op twee dagen kan worden aangeleerd en eenvoudiger is dan de systemen die ik leerde tijdens mijn opleidingen, zodat het gemakkelijk is om de techniek elke dag even toe te passen. Voor mensen die niet vastzitten blijkt dit perfect te volstaan. In de loop van 2018 stelde ik mijn systeem proefondervindelijk op punt.

E&F: Hoe ging dat?

Naast lectuur sprak ik met artsen (onder meer internisten hebben vaak te maken met patiënten met stress), therapeuten en een bevriend psychiater. Ik pas het systeem natuurlijk zelf toe, net als enkele mensen in mijn nabije omgeving. Ik stuurde het systeem op basis hiervan bij en begon het aan te leren, eerst een per een, dan aan koppels. In de zomer van 2018 schreef ik mijn syllabus, 100 blz. met uitleg en vooral oefenformulieren om iedereen bij de les te houden in de eerste twee maanden. E&F: En het werkt?

De enthousiaste beoordelingen van deelnemers aan twee trainingen in grotere groepen in de herfst van 2018 staan op de website (www.heldergroeien.com).

dere adviserende beroepen zoals geneesheren, handel je beroepshalve op diverse manieren die stress aanzwengelen. En dan bedoel ik niet alleen de tijdsdruk. Het voortdurend focussen op risico’s, op wat er voor de cliënt kan mislopen is geen gezonde houding. Het onbewuste brein zet die focus verder buiten het beroepsdomein...

E&F: Wat is er zo bijzonder aan de SERVO-training?

Vooreerst de gebruikte technieken. SERVO maakt gebruik van de kracht van ons onbewuste brein. Ons onbewuste brein is 200.000 keer sneller dan ons bewuste brein en het automatiseert bijna elke taak. Daarom is het effect zo krachtig. Wat ons onbewuste brein doet kost veel minder energie dan wat ons bewuste brein doet of probeert te doen. In 2018 publiceerde John Bargh, professor aan Yale University, zijn boek ‘Het verborgen brein’ (Uitgeverij Hollands Diep). Daarin concludeert hij dat je zelfcontrole het best realiseert door het doeltreffend aanwenden van de onbewuste krachten van het brein (p. 355). Mensen die helemaal goed in hun vel zitten kunnen nog meer uit zichzelf halen als ze hun onbewuste brein leren aansturen. Ik ben overtuigd dat deze technieken een competitief voordeel geven aan iedereen die ze kent.

...

2019|Nr.13|Emile & Ferdinand|9


COACHING

... E&F: U zei ‘vooreerst’?

Wel een tweede verschil met vele andere trainingen is dat de deelnemers zich niet moeten blootgeven. De training is natuurlijk erg nuttig voor mensen die een ‘thema’ hebben dat veroorzaakt wordt door stress, zoals bv. slecht slapen, teveel druk, piekeren, zorgen maken, van alles ‘moeten’, nu en dan last van overdreven vermoeidheid of stress-gerelateerde pijnen (hoofdpijn en buikproblemen zijn vaak door stress veroorzaakt). Als advocaat weet ik dat ik niet moet verwachten dat confraters aan zo’n training gaan deelnemen als ze moeten blootgeven wat er precies hapert. Dat is voor velen een stap te ver. De opleiding is daarom zo opgezet dat niemand iets moet blootgeven. Je kan perfect deelnemen om persoonlijk en professioneel jezelf nog beter te ontplooien. Ik leer een techniek die ieder thuis kan toepassen op maat van zijn eigen uitdagingen. De groep hoeft niet te weten waar die uitdagingen zoal liggen. Zoals gezegd, ook als je prima presteert, ga je nog beter kunnen presteren als je jezelf krachtiger kan aansturen via je onbewuste brein (zie hierboven Prof. Bargh). Je leert in de training niet alleen oefeningen voor het brein, maar ook principes op basis waarvan je energieverspilling waar je je niet bewust van bent kunt stopzetten. En wie wil niet meer energie? E&F: Brengt u ook elementen aan vanuit uw eigen ervaring als advocaat?

Zeker, ik noem enkele voorbeelden. Als advocaat, maar ook in andere adviserende beroepen zoals geneesheren, handel je beroepshalve op diverse manieren die stress aanzwengelen. En dan bedoel ik niet alleen de tijdsdruk. Het voortdurend focussen op risico’s, op wat er voor de cliënt kan mislopen is geen gezonde houding. Het onbewuste brein zet die focus verder buiten het beroepsdomein. Ook privé kijken vele vrije beroepers ver vooruit naar ‘wat er allemaal niet zou kunnen gebeuren’, vaak maanden ver weg. Dat slokt veel zinloze energie op, want die zaken gebeuren toch nooit of bijna nooit. Dat leer je stoppen. Veel beter is om daar pas mee bezig te zijn als ze meer nabij zijn of zich daadwerkelijk aandienen.

10|Emile & Ferdinand|Nr.13|2019

dvocaten, notarissen, acA countants, bedrijfsrevisoren, magistraten,... kijken hun werk en het werk van anderen veelvuldig na. Die driedubbele controle is dagelijkse kost en het onbewuste brein gaat ook daar ‘na de uren’ vrolijk mee verder. Een contract moeten we drie keer nakijken voor het op punt staat, maar onze auto is na een keer klikken echt wel dicht. Ons werk veroorzaakt onrust ook na het werk. Dat leren we stoppen. E&F: Nog een voorbeeld?

Advocaten, notarissen, accountants, bedrijfsrevisoren, maar ook geneesheren, magistraten, topambtenaren, politici en ondernemers, kijken hun werk en het werk van anderen veelvuldig na. Die driedubbele controle is dagelijkse kost en het onbewuste brein gaat ook daar ‘na de uren’ vrolijk mee verder. Een contract moeten we drie keer nakijken voor het op punt staat, maar onze auto is na een keer klikken echt wel dicht. Ons werk veroorzaakt onrust ook na het werk. Dat leren we stoppen. Timesheets, targets, etc. creëren evident nu en dan druk. Die druk voel je ook buiten het kantoor, en dat is zinloos. In de training leer je voluit rusten in je vrije tijd. Dat komt timesheets en targets ten goede. Vele van de juist genoemde beroepen zijn ook ‘strijd-beroepen’. Het is belangrijk te leren hoe je kan vechten op de juiste manier, zonder dat dit een intern motortje aanzwengelt. E&F: Is SERVO iets als meditatie?

Qua resultaat lijkt het er wel wat op, maar meditatie vergt veel meer tijd. Ik begrijp dat meditatie tot twintig minuten per dag vergt, elke dag. Als je de training hebt gevolgd en twee maanden een kwartiertje per dag hebt geoefend, hebben zich in je brein nieuwe neuronenverbindingen gevormd. Daardoor heb je de nieuwe houdingen en technieken grotendeels geautomatiseerd. Ik besteed er nog amper twee minuten per dag aan en blijf probleemloos op het juiste spoor. Ons onbewuste brein is bijzonder krachtig en doet niet liever dan gewoonweg herhalen.


Trai n i n g

COACHING

E&F: Mindfulness dan?

Van mindfulness gebruik ik het inzicht dat je jezelf moet controleren en bijsturen. Ik las enkele boeken over mindfulness en heb dat ervaren als nogal intens en inspannend. Door gebruik te maken van de specifieke kenmerken van het onbewuste brein gaat alles veel vlotter. De deelnemers aan de training hebben al mooie resultaten na twee weken thuis oefenen: de beoordelingen op de website zijn van op het einde van de tweede opleidingsdag. Bij mindfulness duurt dat naar mijn begrip veel langer. E&F: Spiritualiteit?

Ik heb altijd met mijn twee voeten op de grond gestaan, en dat doe ik nog steeds. Wel moet ik bekennen dat als ik niet zou zijn vastgelopen, ik deze technieken nooit zou hebben leren kennen. Precies om te zorgen dat mensen zoals ik deze technieken toch leren kennen, heb ik een helder systeem uitgewerkt. Niks wierook. Niks chakra’s. We maken gebruik van technieken die iedereen kan aanleren. Vergelijk het met leren zwemmen of fietsen. Je moet alleen weten dat ‘zwemmen’ en ‘fietsen’ mogelijk is en dan wil je het nooit meer missen. SERVO is een zuiver rationele benadering. We leggen de werking van het brein uit en hoe je het kan gebruiken om krachtig vooruit te komen. Ik zou het lessen in ‘de fysica van de geest’ noemen. Het is ook niet nodig om in het systeem te geloven. Het werkt voor iedereen die het toepast. Dan wordt er veel mogelijk op het vlak van energie beheren en stress voorkomen. E&F: Wat zijn de belangrijkste gevolgen?

Als je de oefeningen en principes toepast vind je rust en krijg je meer energie. Je gaat ook veel meer zelfvertrouwen krijgen. Het wordt gemakkelijker te focussen op wat je echt wil. En hierdoor krijg je ook meer tijd. Het rondjes draaien of uitstellen en de tijd die je daarmee verliest verdwijnt. Bij veel deelnemers veroorzaakt het wegvallen van stress ook aangename gevolgen op lichamelijk vlak.

E&F: Hoelang duurt de opleiding?

De opleiding wordt gegeven op twee dagen, een volle dag en een volle namiddag. Tussen de twee dagen oefenen de deelnemers thuis een kwartiertje per dag. Op de tweede dag klimmen we samen verder en leg ik verdere finesses van het systeem uit. Dan volgt nog een periode van zes weken waarin iedereen de basis verstevigt. De syllabus helpt hierbij met een dagelijks in te vullen formulier dat ieder bij de les houdt. E&F: Voor wie is de training niet geschikt?

Als je depressief bent, reeds een burn-out hebt of chronisch vermoeid bent, of een onverwerkt trauma hebt, alsook bij elk medisch of psychisch probleem, dien je hulp te zoeken via de geëigende professionele kanalen (artsen, psychologen). Dan is deze training ‘te laat’ en ‘te licht’. In uitzonderlijke omstandigheden, neem je uitzonderlijke maatregelen. De 'Ander Leven' training dient m.i. dan ook te worden overwogen. De SERVO-principes en -oefeningen zijn bestemd voor het gewone dagelijkse leven van in essentie goed functionerende mensen die vinden dat ze zich kunnen verbeteren, persoonlijk en professioneel.

E&F: Wanneer kan men de training volgen?

Ik ben nog steeds advocaat in hoofdberoep en wens dat nog geruime tijd zo te houden. Ik ben zo blij dat ik al mijn krachten heb teruggekregen. Daarom zijn er in de eerste helft van 2019 maar drie trainingen. De twee trainingsdagen vinden plaats op domein Koningsteen in Kapelle-op-den-Bos, op vrijdagen of zaterdagen, telkens met twee weken tussen. Voor meer informatie: www.larciergroup.com/nl/opleidingen.html

2019|Nr.13|Emile & Ferdinand|11


XXXX & PRIVACY WERK

Naast 40 jaar Arbeidsovereenkomstenwet is afgelopen jaar 2018 ongetwijfeld het jaar van de GDPR (“General Data Protection Regulation”). Beide hebben een grote impact op de dagelijkse professionele praktijk. Emile & Ferdinand ging dan ook te rade bij 2 specialisten van het kantoor Claeys & Engels, die commentaar geven op een artikel uit deze Arbeidsovereenkomstenwet, in 2 interessante bijdragen waarbij de eerste bijdrage een link heeft met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de tweede bijdrage met de bescherming van bedrijfsgeheimen.

Mieke Deconinck gaat vooreerst in op de vraag welke bewijselementen in aanmerking komen en wat te doen bij onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal, bijvoorbeeld met schending van de privacy-reglementering. Verder wordt bijzondere aandacht gevestigd op datgene wat op vandaag nog onmogelijk weg te denken is uit onze maatschappij: Facebook, Twitter, LinkedIn... Kunnen Facebook-berichten en Twitter-meldingen ook als bewijsmateriaal worden aangewend? En geldt dan ook onverkort het recht van de werknemer op de bescherming van zijn privacy? Sophie Maes bekijkt hoe “private” uw bedrijfsinformatie is. Vaak stelt zich de vraag naar de bescherming van de privacy van de werknemer. Maar hoe beschermd is de bedrijfsinformatie van de werkgever zelf? Kan een werknemer deze zomaar onbeperkt aanwenden? A fortiori wanneer hij naar concurrentie overstapt.

12|Emile & Ferdinand|Nr.13|2019

Iedere werkgever was door de nieuwe regels getroffen en moest de manier waarop hij de persoonsgegevens van zijn personeel verwerkt op punt zetten. Maar hoe beschermd is de bedrijfsinformatie van de werkgever? Kan een werknemer deze zomaar onbeperkt aanwenden? En wat als de arbeidsovereenkomst geen niet-concurrentiebeding bevat en de werknemer nadien probleemloos naar de concurrentie stapt? Kan hij zomaar gebruik maken van de bij de ex-werkgever opgebouwde knowhow en diens bedrijfsinformatie? Deze bijdragen zijn ook uitgebreider uitgewerkt in het werk ‘Arbeidsovereenkomstenwet na 40 jaar... opnieuw anders bekeken / la Loi du 3 juillet 1978 40 ans après... à nouveau vue sous un angle différent’.

2018 • Larcier • 514 p. 40 knelpunten in verband met de Arbeidsovereenkomstenwet, becommentarieerd in 40 persoonlijke bijdragen


WERK & PRIVACY

Het volstaat niet zeker te zijn, een dringende reden moet je bewijzen. En welke bewijswaarde kennen Facebook-berichten, Twitter-meldingen en LinkedIn-profielen? Mieke Deconinck geeft commentaar bij artikel 35, 8e lid van de Arbeidsovereenkomstenwet. Zij gaat eerst in op de vraag welke bewijselementen in aanmerking komen bij een ontslag om dringende reden en wat moet gedaan worden bij onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal. Verder vestigt zij bijzondere aandacht op datgene wat vandaag onmogelijk weg te denken is uit onze maatschappij: Facebook, Twitter, LinkedIn... Inleiding

Mieke Deconinck Senior associate Claeys & Engels

De samenwerking tussen werkgever en werknemer moet in principe steeds ‘loyaal’ gebeuren, met wederzijds respect en minstens op een wijze die aanvaardbaar is voor de beide partijen. Soms gaat het wel eens mis: bepaalde grenzen worden overschreden en dan rijst de vraag hoe de tewerkstelling alsnog kan beëindigd worden. En bij voorkeur, als het even kan, zonder enige financiële tegemoetkoming...? Het ontslag om dringende reden lijkt dan vaak de logische stap, want anders dan wat het geval is bij een gewoon ontslag, hoeft geen opzeggingstermijn in acht genomen te worden voor

de ontslagen partij, noch hoeft hem een verbrekingsvergoeding betaald te worden. Echter, in vele gevallen wordt dit ontslag betwist door de ontslagen partij en zal het uiteindelijk de arbeidsrechter zijn die de geldigheid van het ontslag om dringende reden zal beoordelen. Eén van de zaken die de rechter hierbij zal onderzoeken, betreft de bewijsvoering: kan de partij die het ontslag om dringende reden heeft ingeroepen, ook het bewijs leveren van de feiten die de

...

2019|Nr.13|Emile & Ferdinand|13


WERK & PRIVACY

...

ontslagen partij ten laste worden gelegd? Daar wringt al eens het schoentje. Want hoe zeker de werkgever of werknemer ook kan zijn over de gestelde gedragingen van de ander, met een volwaardig bewijs van deze gedragingen kunnen komen, is geen sinecure... en al zeker niet wanneer ontdekkingen op sociale media de aanleiding zijn geweest voor het ontslag om dringende reden. De partij die het ontslag om dringende reden inroept, moet deze dringende reden ook kunnen bewijzen

Wat de bewijslastverdeling betreft, is de Arbeidsovereenkomstenwet zeer duidelijk: de partij die een dringende reden inroept, dient hiervan het bewijs te leveren. Aangezien het doorgaans de werkgever is die de weg kiest van het ontslag om dringende reden, zal het de facto dus de werkgever zijn die met klaar en duidelijk bewijsmateriaal op de proppen moet komen. Welke bewijsmiddelen komen in aanmerking?

In de praktijk zal de arbeidsrechter zijn oordeel omtrent de rechtsgeldigheid van een ontslag om dringende reden, vellen op basis van een geheel van met elkaar overeenstemmende ‘feitelijke vermoedens’. Deze feitelijke vermoedens ontstaan door het samenbrengen van alle mogelijke bewijsstukken, afkomstig van de meest uiteenlopende bronnen. Zo kan intern e-mailverkeer, waarin de werknemer meedeelt een vakantie te hebben geboekt op een door de werkgever niet-toegestane datum, het bewijs leveren van de ongehoorzaamheid van

14|Emile & Ferdinand|Nr.13|2019

In de praktijk zal de arbeidsrechter zijn oordeel omtrent de rechtsgeldigheid van een ontslag om dringende reden, vellen op basis van een geheel van met elkaar overeenstemmende ‘feitelijke vermoedens’. Deze feitelijke vermoedens ontstaan door het samenbrengen van alle mogelijke bewijsstukken, afkomstig van de meest uiteenlopende bronnen. de betrokken werknemer; beledigende sms’en kunnen een totaal gebrek aan respect bewijzen; facturen van een gsmoperator kunnen als bewijs dienen van ontoelaatbaar/overdreven privégebruik van de gsm; de vaststellingen van een gerechtsdeurwaarder kunnen als bewijs dienen van alcoholintoxicatie; enz. Sowieso zal de rechter in ieder afzonderlijk geval naar eigen inzichten beslissen over het geheel van deze aangereikte bewijselementen. Feitelijke vermoedens kunnen bovendien aangevuld worden met getuigenissen tijdens een mondeling getuigenverhoor of nog, via een schriftelijke getuigenverklaring. De beslissing tot ontslag om dringende reden wordt dan ook in vele gevallen voorafgegaan door een rondvraag op de werkvloer: wie heeft de feiten zien gebeuren en is bereid om zijn versie op papier te zetten?... Het hoeft immers niet te verbazen dat het in zeer veel gevallen de collega’s zijn die als enigen getuige waren van bepaalde gebeurtenissen. Dergelijke verklaringen van collega’s worden al eens in vraag gesteld, onder het motto ‘wiens brood men eet, diens

woord men spreekt’, al vindt dit adagium steeds minder toepassing. Een veelheid aan bewijselementen dus, waarvan de vraag naar de bewijswaarde doorheen jaren rechtspraak toch enigszins werd beantwoord. Van ‘inschatbare’ waarde dus... Wat met onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal?

De ‘inschatbare’ waarde van voormelde bewijselementen komt evenwel alsnog in het gedrang wanneer zij worden verkregen in strijd met de privacy-reglementering. Bij de zoektocht naar bewijsmateriaal teneinde een dringende reden te bewijzen, wordt inderdaad al eens gezondigd tegen deze reglementering. De vraag rijst dan of het bewijsmateriaal alsnog in rechte kan aangewend worden... In strafzaken werd lange tijd het standpunt aangehouden dat illegaal verkregen bewijsmateriaal uit de debatten moest worden geweerd. Dit druiste in vele gevallen enigszins in tegen het rechtvaardigheidsgevoel van de burger. Al dan niet terecht heeft de openbare opinie zich in het verleden dan ook vaak ge-


WERK & PRIVACY

stoord aan onverwachte vrijspraken die het loutere gevolg waren van procedurefouten. Ons hoogste rechtscollege heeft gevolg gegeven aan het wrange gevoel van onrechtvaardigheid in een eerste arrest van 14 oktober 2003. Het Hof van Cassatie heeft in dit zogenaamde ‘Antigoon’-arrest aangegeven dat het geenszins een automatisme behoorde te zijn om onrechtmatig bewijsmateriaal uit elk debat te weren. Dit hoefde slechts te gebeuren in 3 gevallen: 1) als de wet uitdrukkelijk zegt dat het bewijs nietig is wanneer een bepaalde regel niet is gevolgd; 2) als de onrechtmatige wijze waarop het bewijs verkregen werd, ook de betrouwbaarheid van het bewijs aantast; of 3) als het gebruik van het bewijs in strijd is met het recht op een eerlijk proces... Een donderslag bij heldere hemel, maar deze stelling vond niettemin navolging in latere rechtspraak. Uiteindelijk werd het ‘Antigoon’-principe 10 jaar na het baanbrekende arrest van het Hof van Cassatie ook ingeschreven in het Wetboek van Strafvordering. Buiten het strafrecht is er geen wettelijke bepaling die hetzelfde principe voorschrijft. Wel vindt de ‘Antigoon’-rechtspraak ook haar weerklank in burgerlijke en sociale zaken. Zo lijkt de meerderheid van de arbeidsrechters inderdaad bereid om de ‘Antigoon’-leer ook toe te passen! Een nieuwe bron: sociale media

Een relatief nieuw vraagstuk heeft betrekking op de bewijswaarde van Facebook-publicaties, Tweets, Instagram-foto’s, Messenger-berichten, LinkedIn-profielen... die de dagdagelijkse activiteiten van een werknemer weer-

spiegelen. Zo rijst de vraag hoe een werkgever kan reageren ten aanzien van een werknemer die zich liet verleiden door het gemak waarmee er op Facebook en Twitter meningen kunnen worden geuit. De vraag stelt zich dan of een loutere verwijzing naar deze virtuele wereld een voldoende bewijs kan opleveren. Kan een werkgever zich zomaar een toegang verschaffen tot de sociale netwerksites waarop werknemers actief zijn en kan de werkgever deze ontdekkingen aanwenden om over te gaan tot een ontslag om dringende reden? Ook in dit kader speelt de problematiek van onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal. Net zoals wat geldt voor eender welk bewijsmiddel waarop de werkgever zich wenst te beroepen, hangt het aanwenden van Facebook-conversaties en Twitter-berichten als bewijsmiddel immers nauw samen met het recht van de werknemer op de bescherming van zijn privacy. In de realiteit zal de concrete aanleiding

voor een ontslag om dringende reden, doorgaans belastend materiaal betreffen dat de werknemer in zijn privétijd en -omgeving op sociale media heeft gepubliceerd. In theorie kan dan geargumenteerd worden dat de werkgever die kennis neemt van zaken die een werknemer op sociale netwerksites heeft gepubliceerd én ten gevolge hiervan overgaat tot een ontslag om dringende reden, een inbreuk begaat op de strafrechtelijk beteugelde wet betreffende de elektronische communicatie. Deze wet bepaalt onder meer dat niemand opzettelijk kennis mag nemen van alle mogelijke informatie die via elektronische weg is verstuurd en die niet voor hem persoonlijk is bestemd. Wanneer een misnoegde werknemer dus beroep doet op zijn Facebook-vrienden om zijn beklag te doen over onhebbelijke collega’s of een nog meer onhebbelijke werkgever, dan spreekt het voor zich dat het niet de bedoeling was om de werkgever persoonlijk met dit bericht te bereiken. Gesteld kan worden dat de werkge-

...

2019|Nr.13|Emile & Ferdinand|15


WERK & PRIVACY

... ver die kennis neemt van deze berichten, handelt in strijd met de wet betreffende de elektronische communicatie. Houding in de rechtspraak

De vraag is hoe de arbeidsgerechten omgaan met het argument dat de werkgever de informatie op sociale media heeft verkregen in strijd met de wet betreffende de elektronische communicatie en of het hiervoor aangehaalde ‘Antigoon’-vraagstuk ook toepassing vindt. Welnu, de arbeidsgerechten lijken het vraagstuk over het al dan niet rechtmatige karakter van de bewijsgaring doorgaans links te laten liggen. De wijze waarop kennis wordt genomen van informatie op sociale netwerksites, is dus niet de voornaamste bezorgdheid van de arbeidsgerechten wanneer zij moeten oordelen over de bewijswaarde van Facebook-publicaties. Wat wél doorslaggevend is, is de vraag hoe publiekelijk de werknemer op deze sociale netwerksites is tekeergegaan. Deze vraagstelling was reeds cruciaal in de allereerste Facebook-vonnissen en -arresten, maar wordt ook aangehouden in de meest recente rechtspraak. De eerste vraag naar het al dan niet publiek karakter van Facebook-publicaties werd behandeld in december 2009, ruim 3 jaar nadat Facebook voor het grote publiek beschikbaar was. De arbeidsrechtbank te Brussel besliste toen dat een werknemersvertegenwoordiger die op een Facebook-groep zijn werkgever bekritiseerde en zich daarbij inliet met een agressief en dreigend taalgebruik, niet

16|Emile & Ferdinand|Nr.13|2019

om dringende reden kon worden ontslagen. De arbeidsrechtbank kwam tot deze beslissing, onder meer op basis van de overweging dat niet kon aangetoond worden dat de betrokken Facebook-groep een openbaar karakter had. In hoger beroep werd de ongegrondheid van het ontslag om dringende reden bevestigd, maar het arbeidshof stelde wel de visie van de rechtbank enigszins bij. Met name verduidelijkte het arbeidshof dat het onbetwistbaar vast stond dat elke publicatie op een dergelijk onbeveiligd discussieforum, toegankelijk was voor iedere internetgebruiker. Dan toch openbaar dus... Het arbeidshof hield echter wel rekening met het feit dat de werknemer zich van dit openbaar karakter niet bewust zou zijn geweest. Anno 2019 lijkt een dergelijke visie achterhaald, wetend dat een Facebook-gebruiker doorgaans op een zeer uitgebreide virtuele vriendenkring mag rekenen.

In latere vonnissen en arresten werd expliciet het onderscheid gemaakt tussen het privé en publiek Facebook-gedeelte: van zaken die geplaatst worden op een afgesloten privépagina op Facebook, mag de werknemer redelijkerwijs verwachten dat niet-vrienden hiervan geen kennis zullen kunnen nemen. Daarentegen zal een werknemer zich niet op zijn privacy kunnen beroepen voor mededelingen op openbare gedeelten van een Facebook-pagina. Deze beperking van bepaalde uitlatingen tot de eigen vrienden, is echter niet automatisch voldoende om hiervan het puur private karakter te aanvaarden. Zo werd een werkneemster die haar ongenoegen over haar job (naar eigen zeggen ‘het koninkrijk van de intimidatie en chantage’) op Facebook deelde met haar directe vrienden, terecht om dringende reden ontslagen. Dat er zich onder haar 295


WERK & PRIVACY

Wie beslist zijn toevlucht te nemen

vrienden ook collega’s en klanten bevonden, maakte dat haar kritiek geen vertrouwelijk karakter had die door de privacy-reglementering werd beschermd. Wat het al even populaire Twitter betreft, is het overigens vanzelfsprekend dat elke uitlating op dit platform als publiek moet worden beschouwd. Een arbeidsongeschikte werkneemster vernam dat haar werkgever haar ervan verdacht valse medische attesten in te dienen. Gekwetst door deze beschuldiging tweette de werkneemster hoezeer zij haar werkgever ‘haatte’. Een fel woordgebruik, dat met één klik de wereld werd ingestuurd. Het publiek karakter van het betrokken Twitter-bericht werd vanzelfsprekend niet in vraag gesteld (temeer nu de betrokken werkneemster de functie had van ‘communicatie-experte’ en het dus weinig geloofwaardig was te stellen dat haar Tweet uitsluitend voor haar vrienden- en familiekring was bedoeld...). Ook in de meest recente vonnissen en arresten werd uitsluitend ingegaan op de vraag naar de openbaarheid van de uitlatingen op Facebook en werd de vraag of de werkgever op een rechtmatige wijze kennis had gekregen van deze Facebook-uitlatingen, terzijde geschoven. Het is duidelijk: de hoegrootheid van het publiek draagt bij tot het gemak waarmee de rechter Facebook-berichten en Twitter-meldingen als bewijsmateriaal erkent en de discussie omtrent het al dan niet onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal naast zich neerlegt.

tot de sociale media om problemen op de werkvloer aan de kaak te stellen, moet zich bewust zijn van het publieke karakter van zijn uitlatingen. Het recht op privacy en de piste van ‘het onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal’ is vooralsnog niet de grootste bekommernis van de arbeidsrechter

Besluit: van inschatbare tot onschatbare waarde?

De rechtspraak die zich heeft ontwikkeld omtrent de bewijsproblematiek bij een ontslag om dringende reden, is talrijk. Het is dankzij deze veelheid aan gemotiveerde uitspraken van de arbeidsgerechten, dat de werkgever op vandaag niet geheel onvoorbereid moet overgaan tot de ingrijpende beslissing van het ontslag om dringende reden. Het nieuwe medium van de sociale netwerksites, die vaak het ideale platform blijken voor onrustige en ontevreden werknemers, zorgt voor een extra bron van moeilijkheden op de werkvloer. Sinds een aantal jaren is het gebruik van Facebook en Twitter immers niet langer de uitzondering en stijgt voor werkgevers de nood om het (wan)gebruik te kunnen beteugelen. Nieuwe vragen omtrent de bewijslevering in deze specifieke gevallen, maakten de laatste jaren dan ook het voorwerp uit van gerechtelijke procedures.

De in deze bijdrage besproken rechtspraak maakt duidelijk dat de meeste arbeidsgerechten aan de werknemer een niet te onderschatten verantwoordelijkheid toewijzen: wie beslist zijn toevlucht te nemen tot de sociale media om problemen op de werkvloer aan de kaak te stellen, moet zich bewust zijn van het publieke karakter van zijn uitlatingen. Het recht op privacy en de piste van het ‘onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal’ is vooralsnog niet de grootste bekommernis van de arbeidsrechter wanneer het gaat om onaanvaardbare uitlatingen op sociale media. De bewijswaarde van vaststellingen op sociale media wordt dus voorlopig veeleer gunstig beoordeeld... Het alsmaar stijgend gebruik van sociale netwerksites zal er overigens vanzelfsprekend toe leiden dat de ‘Facebook-rechtspraak’ zich ter zake eveneens steeds verder zal uitbreiden. Het valt dan af te wachten of de arbeidsgerechten verder een eerder soepele houding zullen aanhouden.

2019|Nr.13|Emile & Ferdinand|17


WERK & PRIVACY

Hoe “private” is uw bedrijfsinformatie? Sophie Maes geeft in deze bijdrage commentaar bij artikel 17, 3° van de Arbeidsovereenkomstenwet. 2018 was ongetwijfeld het jaar van de GDPR. Iedere werkgever was door de nieuwe regels getroffen en moest de manier waarop hij de persoonsgegevens van zijn personeel verwerkt op punt zetten. Maar hoe beschermd is de bedrijfsinformatie van de werkgever? Kan een werknemer deze zomaar onbeperkt aanwenden? En wat als de arbeidsovereenkomst geen niet-concurrentiebeding bevat en de werknemer nadien probleemloos naar de concurrentie stapt? Kan hij zomaar gebruik maken van de bij de ex-werkgever opgebouwde knowhow en diens bedrijfsinformatie? Wijzing artikel 17, 3° Arbeidsovereenkomstenwet

Sophie Maes Advocaat-vennoot Claeys & Engels

18|Emile & Ferdinand|Nr.13|2019

Op 8 juni 2016 heeft het Europees Parlement Richtlijn (EU) 2016/943 aangenomen waarmee de Europese wetgever bedrijven wenst te beschermen tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken van bedrijfsgeheimen door anderen. Naast een homogene definitie van een ‘bedrijfsgeheim’ verplicht de Richtlijn (EU) 2016/943 de lidstaten de nodige maatregelen en procedures te voorzien. Als gevolg hiervan werd artikel 17,3° Arbeidsovereenkomstenwet - dat de geheimhoudingsplicht van de werknemer regelt - door de wet van 30 juli 2018 aangepast.

Naast de nieuwe definitie van een ‘bedrijfsgeheim’ bekijken we in deze bijdrage welke houding de rechtspraak en de rechtsleer de afgelopen jaren hebben genomen ten aanzien van de geheimhoudingsplicht van de werknemer. Welke informatie is beschermd?

Sinds de wetswijziging van 30 juli 2018 legt artikel 17, 3° Arbeidsovereenkomstenwet de werknemer de verplichting op om: “3° zowel gedurende de overeenkomst als na het beëindigen daarvan, zich ervan te onthouden: a) een bedrijfsgeheim in de zin van artikel I.17/1,1°, van het Wetboek van economisch recht, waarvan hij in de uitoefening van zijn be-


WERK & PRIVACY

De werknemer mag dus beroep doen op

roepsarbeid kennis kan krijgen, op onrechtmatige wijze te verkrijgen, te gebruiken of openbaar te maken in de zin van artikel XI.332/4 van hetzelfde Wetboek, alsook geheimen in verband met persoonlijke of vertrouwelijke aangelegenheden, waarvan hij in de uitoefening van zijn beroepsarbeid kennis kan hebben, bekend te maken; b) daden van oneerlijke concurrentie te verrichten of daaraan mede te werken.”

Er wordt dus niet langer zoals voorheen verwezen naar ‘fabrieksgeheimen’ en ‘zakengeheimen’ maar naar een bedrijfsgeheim in de zin van het Wetboek van economisch recht. Deze definieert een bedrijfsgeheim als “informatie die aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet: a) ze is geheim in die zin dat zij, in haar geheel dan wel in de juiste samenstelling en ordening van haar bestanddelen, niet algemeen bekend is bij of gemakkelijk toegankelijk is voor personen binnen de kringen die zich gewoonlijk bezighouden met de desbetreffende soort informatie; b) ze bezit handelswaarde omdat zij geheim is, en; c) ze is door de persoon die rechtmatig daarover beschikt onderworpen aan redelijke maatregelen, gezien de omstandigheden, om deze geheim te houden”.

Verder wordt niet langer enkel het openbaar maken geviseerd maar ook het onrechtmatig verkrijgen en gebruiken. Wat met beroepservaring en persoonlijke kennis verworven tijdens de arbeidsovereenkomst?

Rechtspraak en rechtsleer zijn het erover eens dat de vorming, kennis en ervaring die de werknemer bij zijn ex-werkgever heeft opgedaan, niet vallen onder de geheimhoudingsplicht van 17, 3°, a) Arbeidsovereenkomstenwet. Ook de Richtlijn (EU) 2016/943 bevestigt dat werknemers niet beperkt mogen worden in het

zijn geheugen en klantenlijsten worden vaak niet als een geheim aanzien, zeker als de erin vervatte gegevens ‘gemakkelijk toegankelijk’ of ‘openbaar’ zijn

gebruik van ervaringen en vaardigheden die zij op een eerlijke wijze tijdens hun tewerkstelling hebben opgedaan. De werknemer mag dus beroep doen op zijn geheugen en klantenlijsten worden vaak niet als een geheim aanzien, zeker als de erin vervatte gegevens ‘gemakkelijk toegankelijk’ of ‘openbaar’ zijn. De test die men hierbij kan hanteren is of de werknemer de kennis spontaan heeft opgedaan en zelf heeft kunnen ontwikkelen op basis van eigen bekwaamheid en ervaring in welk geval het om persoonlijke kennis gaat1. Is dit niet het geval maar bevat de klantenlijst niet voor iedereen toegankelijke of moeilijk te reconstrueren informatie, mag de werknemer deze niet zomaar gebruiken of van buiten leren. Wanneer eerlijk oneerlijk wordt

Volgens artikel 17, 3°, b) Arbeidsovereenkomstenwet moet de werknemer zich onthouden van het stellen van daden van oneerlijke concurrentie of daaraan mee te werken. Tenzij de werknemer gebonden is door een niet-concurrentiebeding, is na het einde van de arbeidsovereenkomst, eerlijke concurrentie toegelaten. Oneerlijke concurrentie blijft echter verboden. Het oneerlijke karakter volgt uit de wil van de werknemer om de vorige werkgever schade te berokkenen of de

middelen die de werknemer aanwendt om concurrentie te voeren. Volgende gevallen worden door de rechtspraak als gevallen van oneerlijke concurrentie beschouwd: • het gebruik maken van niet-publieke documenten met de bedoeling de ex-werkgever te beconcurreren2; • het op een georganiseerde en systematische wijze aan de hand van klantenlijsten van de ex-werkgever overhalen van klanten van de ex-werkgever om deze te verlaten3; • het mondeling of schriftelijk maken van een negatieve vergelijking tussen de kwaliteiten van eigen product en prijzen en deze van de ex-werkgever4; • het pogen wegkapen van andere werknemers van de ex-werkgever die rechtstreekse contacten hebben met het cliënteel van de ex-werkgever om zich die klanten toe te eigenen5; • het denigreren van de producten van de ex-werkgever en het verschaffen van foutieve informatie erover6; • het zaaien van verwarring door te verwijzen naar de ex-werkgever en de vorige tewerkstelling en het bedriegen omtrent de hoedanigheid waarin men optreedt7; • het zaaien van verwarring door het rondsturen van een schrijven waarbij de indruk wordt gewekt dat de ex-werk-

...

. DE SCHUTTER en S. MARQUANT, Concurrentie en afwerving, Mechelen, Kluwer, 2016, 12. K Arbh. Luik (afd. Namen) 19 januari 2010, RRD 2009, afl. 130-131, 121. Arbh. Brussel 4 juni 2013, AR 2012/AB/968, onuitg. 4 Geciteerd door J. HERMAN, “Goede trouw van de werknemer bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst: discretieplicht en concurrentieverbod”, Or. 1988, (221) 226. 5 Arbh. Brussel 15 februari 2001, JTT 2001, 332, noot B. VINCENT. 6 Arbh. Brussel 28 juni 2006, RABG 2007, afl. 2, 104. 4 Arbh. Brussel 27 april 2011, JTT 2012, 28; Arbh. Gent 13 november 2006, NJW 2007, 370; Arbh. Brussel 23 mei 2006, JTT 2006, 98; Arbh. Luik 5 september 1994, JTT 1995, 137; Arbrb. Brussel 24 april 2002, Soc.Kron. 2006, 357. 8 Arbh. Luik 20 januari 2003, RRD 2003, 154. 9 Arbh. Brussel 27 april 2011, JTT 2012, 28. 10 Brussel, 21 februari 1996, Jb.Hand. 1996, 432 ; D. DESARD, Les usages honnêtes, Brussel, Larcier, 2007, 184-186. 1 2 3

2019|Nr.13|Emile & Ferdinand|19


WERK & PRIVACY

...

gever zijn activiteiten heeft stopgezet en deze door de werknemer worden verdergezet8; • het gebruiken van confidentiële informatie9 en klantenlijsten die men op onwettige wijze in zijn bezit heeft gekregen10; • (...). Meer omstreden is de rechtspraak over de vraag of de ex-werknemer zijn klanten na zijn vertrek mag inlichten over zijn gewijzigde situatie. Een groot deel van de rechtspraak lijkt dit te aanvaarden, zeker wanneer dit slechts eenmalig gebeurt onmiddellijk na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Andere rechtspraak neemt een strenger standpunt in en keurt het af. en verwittigde werkgever doet aan E preventie

Het voorgaande toont aan dat een werkgever die zijn bedrijfsinformatie en knowhow optimaal wil beschermen best aan preventie doet. Bovendien heeft de werkgever de bewijslast om het karakter van een bedrijfsgeheim aan te tonen en volgt zeker uit de nieuwe definitie van een bedrijfsgeheim dat de werkgever er alle belang bij heeft om preventieve voorzorgsmaatregelen te nemen. Verder moet de werkgever ook de schending van de geheimhoudingsplicht of het voeren van oneerlijke concurrentie door de werknemer bewijzen evenals de omvang van de schade. Het nemen van preventieve maatregelen verleent dus niet enkel bijkomende bescherming maar helpt ook bij de bewijslast. De werkgever kan vooreerst overwegen om een aantal contractuele bedingen

20|Emile & Ferdinand|Nr.13|2019

De rechtbanken hebben de afgelopen jaren een liberale houding in het voordeel van de ex-werknemer en de nieuwe werkgever aangenomen. De werkgever die zijn knowhow en bedrijfsinformatie optimaal wil beschermen vertrouwt best niet alleen op artikel 17, 3°, a) Arbeidsovereenkomstwet maar doet aan preventie

in de arbeidsovereenkomst op te nemen. Zo kan in een vertrouwelijkheidsbeding de inhoud van de geheimhoudingsplicht nader omschreven worden waardoor de werknemer nadien moeilijk zal kunnen ontkennen dat de werkgever de in het beding vermelde informatie als een geheim beschouwde. In toepassing van artikel 6 Arbeidsovereenkomstenwet moet de werkgever er wel over waken om de verplichtingen van de werknemer niet te verzwaren. Zo niet is het beding nietig. Ook de Richtlijn (EU) 2016/943 stelt dat arbeidsovereenkomsten de werknemer geen zwaardere verplichtingen kunnen opleggen. Verduidelijken kan, uitbreiden niet. Daarnaast waakt een voorzichtige werkgever erover dat de nodige veiligheidsmaatregelen worden genomen zodat enkel bevoegde personen toegang hebben tot de bewuste informatie en deze voldoende beveiligd is. Tot slot is het aangewezen om uitdrukkelijke ‘policies’ op te stellen voor het gebruik van bedrijfsgoederen of het gebruik van eigen goederen voor professionele doeleinden zoals een laptop, tablet, gsm enz.

Conclusie

De rechtbanken hebben de afgelopen jaren een liberale houding in het voordeel van de ex-werknemer en de nieuwe werkgever aangenomen. De werkgever die zijn knowhow en bedrijfsinformatie optimaal wil beschermen vertrouwt best niet alleen op artikel 17, 3°, a) Arbeidsovereenkomstwet maar doet aan preventie. Ook dan blijft dat de werknemer in principe vrij is om na uitdiensttreding bij een concurrent aan de slag te gaan en hierbij op eerlijke wijze gebruik te maken van de bij de ex-werkgever opgedane beroepservaring en kennis. De enige manier om zich hiertegen als werkgever te wapenen is het sluiten van een niet-concurrentiebeding maar dit heeft dan weer andere (financiële) gevolgen. Het is nu afwachten of de omzetting van de Richtlijn (EU) 2016/943 en de nieuwe definitie van een ‘bedrijfsgeheim’ wijzigingen met zich zullen meebrengen in de houding die de (arbeids)rechtbanken en hoven zullen aannemen bij de schending van bedrijfsgeheimen.


ACTUALITEIT

DE STRIJD TEGEN ‘MONEY MULES’ KENT EEN TOENEMEND SUCCES Onder de naam ‘EMMA 4’ organiseerden Europol, Eurojust en de bankensector van september tot november 2018 voor de vierde maal een actie tegen ‘money mules’. Door de politieke crisis in ons land kreeg de actie spijtig genoeg niet de weerklank die ze eigenlijk had verdiend.

Voorzitter van ivzw centrum voor de studie van het Europees Strafrecht, eerste advocaat-generaal bij het Hof van beroep Gent

‘Money mules’ of geldezels zijn personen, die onder de arm genomen worden door criminele organisaties om misdaadgelden via hun bankrekeningen naar andere financiële rekeningen te transfereren, zodat de illegale herkomst van het geld verborgen wordt. Het doel is uiteraard de crimineel toe te laten van zijn illegaal gewin te genieten zonder dat de oorsprong ervan kan achterhaald worden. Het belang van het verschijnsel neemt de laatste jaren toe door het succes van de sociale media. De werving van geldezels gebeurt onder meer via fictieve job advertenties of aanbiedingen om op een gemakkelijke manier geld te verdienen. ‘Emma’

© Emy Elleboog

Francis Desterbeck

‘Money mules’?

Begin 2016 werd onder meer onder impuls van de Belgische en de Nederlandse politie voor de eerste keer een European Money Mule Action (‘EMMA’) georganiseerd. Dit gebeurde naar het voorbeeld van een eerdere succesvolle actie in Nederland. In Nederland is de zoektocht naar misdaadgeld al langer een prioritair aandachtspunt. Innovatief was toen dat de bankensector zelf ook aan de actie deelnam. Emma leverde al snel concrete resultaten op. Bij de eerste actie werden 700 geldezels in Europa geïdentificeerd en gebeurden 81 arrestaties. Aan de vierde

actie eind vorig jaar namen in het totaal al 30 landen deel. 1504 geldezels en 140 organisatoren werden geïdentificeerd en 168 personen werden gearresteerd. Europol

De Emma-acties worden in de praktijk gecoördineerd door Europol. Europol is geen politiedienst op zich, maar een Europees agentschap, dat vanuit Den Haag de politiediensten van de 28 EU-lidstaten ondersteunt in hun strijd tegen ernstige internationale criminaliteit en terrorisme. De strijd tegen misdaadgeld en witwassen is één van de tien criminele fenomenen, waarvan Europol een prioriteit heeft gemaakt. Het is effectief een belangrijk probleem. UNODC (United Nations Office on Drugs and Crime) schat de omvang van het wit te wassen vermogen op 2 à 5% van het bruto binnenlands product van de landen wereldwijd. Daarvan wordt slechts een kleine fractie door Justitie onderschept, en nog een kleinere fractie verbeurd verklaard. Preventieve werking

De zwaarste criminele feiten worden gepleegd omwille van het gemakkelijke geldgewin.

...

2019|Nr.13|Emile & Ferdinand|21


ACTUALITEIT

... Om de oorsprong van dit geldelijk gewin te verdoezelen worden dus personen gerekruteerd, die, soms zonder dat ze er zich echt van bewust zijn, in een vicieuze cirkel terecht komen. Acties zoals Emma willen niet alleen het fenomeen ‘money muling’ op zich bestrijden, maar hebben ook een preventief doel. Men wil het grote publiek informeren en zo beletten dat wie overweegt op een al te gemakkelijke manier geld te verdienen in werkelijkheid in een crimineel netwerk terecht kan komen. Money muling in de praktijk

De crimineel, die een beroep doet op een geldezel wordt in het milieu ‘bonker’ genoemd. Hij overtuigt zijn geldezel om misdaadgeld tijdelijk te parkeren op zijn financiële rekening. Nadien wordt het geld op aanwijzen van de bonker doorgestort op een andere – vaak buitenlandse - rekening, onder aftrek van een commissie. In een interview met De Standaard van 5 december laatstleden stelde de CEO van Febelfin: ‘Er zijn ook jongeren die bewust ‘geldezel’ worden, maar we vermoeden dat de meerderheid naïef is en er niet bij nadenkt.’ Dat is allicht veel te kort door de bocht. Uiteraard doen bonkers bij voorkeur een beroep op personen in een financieel precaire toestand, maar dit belet niet dat de crimineel pas geld stort op de rekening van een geldezel wanneer hij er vooraf absoluut zeker van is dat deze zijn instructies zal opvolgen en het geld niet voor zich zal houden. Het is de bonker uiteindelijk alleen maar om zijn poen te doen. Daarom zal hij maar geld overmaken wanneer hij een -zij het minimale-

22|Emile & Ferdinand|Nr.13|2019

vertrouwensband heeft opgebouwd met zijn geldezel. Daarenboven wil een bonker er vooraf zeker van zijn dat hij door zijn geldezel niet zal verklikt worden wanneer deze tegen de lamp loopt. We kunnen er dus van uitgaan dat een geldezel heel goed weet waar hij aan begint. Ook commissie kan in beslag genomen worden

Op de website vrt.be was enkele weken geleden een interview te lezen met een anonieme geldezel, die aan zijn activiteiten al een mooie cent overgehouden heeft. Hij was zich terdege bewust van de risico’s, verbonden aan zijn activiteiten, maar wou er toch niet mee ophouden: ‘Wat ik al gehad heb pakken ze mij niet meer af’. Ook die redenering is al te kort door de bocht. Geldezels worden meestal geïdentificeerd als gevolg van een bankonderzoek, en dat stelt de politie perfect in staat de integrale opbrengst van de activiteiten van de geldezel vast te stellen. Die opbrengst wordt vervolgens in het kader van een strafzaak verplicht verbeurd verklaard. De geldezel riskeert in geval van strafrechtelijke vervolging dus niet alleen een gevangenisstraf en een geldboete, maar ook de verbeurdverklaring van wat hij verdiend heeft, ook al is dit niet meer in zijn vermogen terug te vinden. Als iets te mooi lijkt om waar te zijn is het dat meestal ook

Febelfin heeft een website, die de meeste fraudetechnieken beschrijft, die bij

Francis Desterbeck coördineerde ook het werk “De witwasbestrijding vandaag - La lutte contre le blanchiment aujourd'hui” 2018 • Larcier • 120 p. internetbankieren worden gebruikt. Op deze website krijgen ook de praktijken van geldezels ruim aandacht (https:// www.safeinternetbanking.be/nl/campagnes/dont-be-a-money-mule). De website geeft de raad nooit in te gaan op berichten waarbij geld wordt beloofd om een bankrekeningnummer door te geven of om een internationale verrichting uit te voeren. Ook tegen internationale job advertenties waarin een riante beloning wordt beloofd voor een paar uurtjes werk per maand wordt uitdrukkelijk gewaarschuwd. Op de website zijn ook voorbeelden te vinden van advertenties, die gebruikt worden om geldezels te rekruteren, en wordt uitgelegd wat gedaan moet worden wanneer men ongewild in een money muling-netwerk terecht komt. Volgens de website dienen banken ook strafklacht in tegen geldezels, die ze in het vizier krijgen. Op die manier komt de geldezel op de zwarte lijst van de banken terecht en raakt hij nog moeilijk aan een lening, zodat hij op de koop toe nog dieper in de financiële miserie terecht komt.


WWW.IBIS-ADVERTISING.COM

KIJK EENS MET ANDERE OGEN NAAR UW PENSIOEN

UIT VOORZORG ... NU DENKEN AAN LATER MET HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN (VAPZ) EN DE PENSIOENOVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGEN (POZ) ONTDEK ONZE PENSIOENPRODUCTEN VOOR ADVOCATEN, GERECHTSDEURWAARDERS EN ANDERE ZELFSTANDIGEN Hebt u vragen of wenst u een gepersonaliseerd voorstel, mail gerust naar info@vkag.be of bel naar 02 534 42 42

GULDEN VLIESLAAN 64, B-1060 BRUSSEL - INFO@VKAG.BE - WWW.VKAG.BE IBP toegelaten op 30/07/2007 onder nr. 55002


SAVE THE DATES ➔ S TUDIEAVOND JURIDISCHE EN FISCALE IMPACT VAN HET NIEUWE WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN. REVOLUTIE OF STORM IN EEN GLAS WATER? 7 februari 2019 - Loyens & Loeff Brussel Marc Dhaene en Robrecht Coppens

➔ S TUDIENAMIDDAG DE VENNOOTSCHAP EN DE VERENIGING – VORMEN, AANSPRAKELIJKHEID EN BESTUUR ANNO 2019 4 april 2019 - Hotel Mercure Roeselare Kristof Maresceau, Esther Goldschmidt, Jan Delanote, Katrin Meerts en Rutger Van Boven

➔ STUDIENAMIDDAG DE CONSUMENT & KREDIETEN 12 februari 2019 - Kasteel Tivoli Mechelen Ruben Kenis en Christophe Verhelst

➔ S TUDIENAMIDDAG SOCIALE VERKIEZINGEN - OVERZICHT VAN RECHTSPRAAK 6 juni 2019 - Claeys & Engels Brussel Olivier Wouters en Ward Bouciqué

➔ S TUDIENAMIDDAG DE AANBESTEDENDE OVERHEID & GUNNINGSCRITERIA 19 februari 2019 - Crowne Plaza Antwerpen Peter Teerlinck ➔ COLLOQUIUM DIERENWELZIJN EN -ETHIEK 26 februari 2019 - Faculteit Diergeneeskunde Campus Merelbeke Anthony Godfroid, Piet Vanthemsche en Ben Weyts

➔ THEMADAG GRENSOVERSCHRIJDENDE TEWERKSTELLING 14 juni 2019 - Holiday Inn Gent Expo Bruno De Pauw, Sophie Maes, Tom Messiaen, Luc Eliaerts, Line Hellemans, Sammy Bouzoumita, Melissa Claesens, Gunther Valkenborg, Danaïs Fol en Jan Van Gysegem

➔ S TUDIENAMIDDAG DE AFTREK VOOR INNOVATIE-INKOMSTEN – EEN KRITISCHE EVALUATIE VANUIT DE PRAKTIJK 28 februari 2019 – Bird & Bird LLP Brussel Brent Springael, Domien Op de Beeck en Guido Giroulle ➔ S ERVO-TRAINING HOUD STRESS EN BURN-OUT OP EEN AFSTAND (MEERDERE DATA; TWEE CURSUSDAGEN) 1 maart 2019 en 15 maart 2019 OF 26 april 2019 en 10 mei 2019 OF 1 juni 2019 en 15 juni 2019 - Koningsteen Kapelle-op-den-Bos Jeff Keustermans

➔ BERICHT AAN HET NOTARIAAT: STUDIENAMIDDAG: HOE BESPAREN OP ERF- EN SCHENKBELASTING IN HET KADER VAN HET NIEUWE ERF- EN HUWELIJKSVERMOGENSRECHT?

➔ S TUDIENAMIDDAG MET DEBAT EVOLUTIES IN DE RECENTE BELGISCHE OCTROOIRECHTSPRAAK 2014-2018 12 maart 2019 - VBO Brussel Christophe Ronse, Philippe de Jong, Kirian Claeyé en Johan Brants

➔ BERICHT AAN HET NOTARIAAT: STUDIEVOORMIDDAG: BLOCKCHAIN EN SMART CONTRACTS: IMPACT OP DE NOTARIS ALS VERTROUWDE TUSSENPERSOON?

➔ TRAINING ALLEDAAGS COMMUNICEREN VOOR JURISTEN Twee voormiddagen: 22 maart & 5 april 2019 - Crowne Plaza Antwerpen Aline Van Bever

14 februari 2019 - 3Square Zwijnaarde Bart Chiau

26 februari 2019 - VBO Brussel Benjamin Verheye, Kristof Verslype en Paul Danneels

➔ V ERZEKERINGSRECHT: 2 ACTUELE ITEMS 28 maart 2019 - Holiday Inn Gent Expo • Ochtendsessie 'Echtscheiding en verzekeringen' Gerrit Van Daele • Namiddagsessie 'Verkeersrecht: actualia inzake verzekerings- en aansprakelijkheidsrecht’ Stéphane Vereecken

> SURF NAAR WWW.LARCIERGROUP.COM/NL om de interviews met onze

INFORMATIE EN INSCHRIJVINGEN: Larcier Opleiding opleiding@larciergroup.com Online inschrijvingen via www.larciergroup.com/nl/opleidingen.html

Follow us on

auteurs en redactieleden te ontdekken, en kom er alles te weten over de komende events en onze nieuwe publicaties

GAZLARNL13 ISBN : 978-1-1010-0932-1

24|Emile & Ferdinand|Nr.13|2019

Bent u nog niet geabonneerd op Emile & Ferdinand? Abonneer u gratis via het online inschrijfformulier op https://www.larciergroup. com/nl/in-de-kijker/emile-ferdinand.html


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.