Concertgebouwmagazine april - juni

Page 1

MAGAZINE APR — JUN 2011 driemaandelijks magazine apr.mei.jun.2011 jaargang 9, nummer 2 afgiftekantoor Gent X P 309460

José Navas

Nieuw groepswerk met livemuziek Hölderlinweekend

Duits idealisme en romantiek Ars Musica Brugge

Karlheinz Stockhausen Jeroen Brouwers

XYZ der muziek


CONCERTGEBOUW 10-11

Inhoud 03

04

07

Thomas Zehetmair

Thomas Zehetmair © Keith Pattison

Domein José Navas

José Navas © Valerie Simmons

En Atendant

En Atendant © Anne Van Aerschot

08 Hölderlinweekend

10

18

Ars Musica Brugge

2

Context

Het Concertgebouw biedt z’n publiek een uitgebreid aanbod verdiepende contextactiviteiten. Op deze pagina alvast een voorsmaakje. DE KLAVIERSTÜCKE VAN KARLHEINZ STOCKHAUSEN Lecture-performance door Maarten Quanten & Daan Vandewalle zo 03.04.11 – 15.30 / Kamermuziekzaal Samen met pianist Daan Vandewalle belicht musicoloog en Stockhausen-specialist Maarten Quanten de muziekesthetische evoluties in het werk van de grote Duitse componist. Zij doen dat aan de hand van zijn magistrale Klavierstücke.

JOSÉ NAVAS IN GESPREK MET MYRIAM VAN IMSCHOOT & TWEE DANSFILMS zo 15.05.11 – 16.00 / Kamermuziekzaal Myriam Van Imschoot gaat het gesprek aan met José Navas. Navas laat het publiek een stukje van zijn meesterlijke en unieke choreografisch universum zien. Daarna worden twee films van deze opmerkelijke choreograaf gepresenteerd.

SCHUMANN, HÖLDERLIN & DE 20E EEUW Lecture-performance door Jan Michiels vr 03.06.11 – 20.00 / Kamermuziekzaal Robert Schumann en de geniale dichter Friedrich Hölderlin hadden zowel wat hun biografie als hun werk betreft heel wat gemeen. Pianist Jan Michiels gaat na waarom de aforistische late werken van beide kunstenaars vooral aan het einde van de 20e eeuw heel wat componisten hebben beïnvloed, onder wie Luigi Nono, Wolfgang Rihm en György Kurtág.

Karlheinz Stockhausen © Bernard Perrine

De Gehangenen

De Gehangenen © Kurt Van der Elst

21 Scoop 22 23

Ook in het Concertgebouw

Jeroen Brouwers

Jeroen Brouwers © Gwennie Debergh

24 agenda

Colofon Coördinatie en eindredactie Lotte De Coene Redactie Katherina Lindekens, Samme Raeymaekers, Jeroen Vanacker, Jan Vandenhouwe, Bert Vanlaere Vormgeving Studio Jurgen Maelfeyt Druk Roularta Printing Coverfoto Hartekijn © Mariano Rubio Dit magazine is een uitgave van Concertgebouw Brugge vzw, ’t Zand 34, 8000 Brugge, +32 50 47 69 99 V.U. Katrien Van Eeckhoutte Het Concertgebouw verzamelt publieksgegevens bij het reserveren van tickets en het aanvragen van informatie. Die gegevens worden gebruikt om het publiek op de hoogte te houden van het programma en andere activiteiten. Ze kunnen in heel uitzonderlijke gevallen ook worden doorgegeven aan derden die ze kunnen gebruiken voor marketing- of wetenschappelijke doeleinden. Indien u dit niet wenst, brengt u ons daarvan het best op de hoogte. Het beheer van de adresgegevens gebeurt conform de wet van 8 december 1992 in verband met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

CONCERTGEBOUWmagazine APR — JUN 2011

3

Schumann door de bril van Thomas Zehetmair Een van de grootse vioolconcerto’s uit de 19e eeuw

09.04.11

Als er één componist is die de Oostenrijkse violist en dirigent Thomas Zehetmair na aan het hart ligt, dan is het wel Robert Schumann. Met zijn Zehetmair Kwartet zette hij enkele Schumannkwartetten op cd, hij dirigeerde zijn symfonieën en was altijd al een pleitbezorger van Schumanns ondergewaardeerde vioolconcerto. Op 9 april vertolkt hij dat laatste werk met het Orchestre des Champs-Elysées onder leiding van Philippe Herreweghe in Concertgebouw Brugge. Omdat het vioolconcerto door sommigen als een product van een geesteszieke componist beschouwd werd, bleef het tot tachtig jaar na de dood van Robert Schumann onuitgevoerd. Het waren de nazi’s die na veel getouwtrek en onder belangstelling van de internationale pers het concerto in 1937 lieten creëren. Daarna werd het weer opvallend stil rond Schumanns vioolconcerto. Toen Thomas Zehetmair er in 1988 een zeldzame opname van maakte, zag hij zich nog genoodzaakt het manuscript te raadplegen om de haastig gerealiseerde partituuruitgave te verifiëren. Afgelopen jaren werkte hij mee aan een Urtextuitgave die nu beschikbaar is. Waarom is hij zo gefascineerd door Schumann? ‘Bij hem is elke toon, in welke stem ze ook klinkt, even belangrijk’, zegt Zehetmair. ‘En het vioolconcerto behoort zonder meer tot de grootste vioolconcerto’s van de 19e eeuw. In dit werk verkent Schumann duistere afgronden afgewisseld met een hemels langzaam deel dat ons een blik gunt in een heel andere wereld, waarna hij overgaat naar een bizarre Polonaise.

Thomas Zehetmair © Keith Pattison

In vergelijking met de vioolconcerto’s van Beethoven, Bruch, Tchaikovsky of Brahms neemt het vioolconcerto van Schumann een bijzondere plaats in. Schumann wist ondanks het gebruik van traditionele vormen toch het effect van een symfonisch gedicht te bekomen. Hij slaagt erin om ons die vormen te laten vergeten en dat verleent dit werk een tijdloos karakter. Sterke beelden en stemmingen treden hier duidelijk meer op de voorgrond dan het louter concertante.’ Dirigenten die vertrekken vanuit de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk, en Philippe Herreweghe in het bijzonder, hebben de afgelopen jaren een nieuw licht laten schijnen op het symfonische oeuvre van Schumann. Wat betekent deze benadering voor het vioolconcerto? ‘De typische violinistieke trekken kunnen zich

zo als felle uitroepen manifesteren die zich helemaal op de dramatische lijn van het werk toespitsen’, aldus Zehetmair. ‘Schumanns zogenaamd atypische aanpak van de viool blijkt dan een balsem voor de oren op te leveren. Het warme en edele register van de onderste vioolsnaren zorgt namelijk voor een wonderbaarlijk gezang in de neventhema’s en ook in het langzame deel. Schumanns diepzinnigheid en ondoorgrondelijkheid komt ook beter uit de verf dankzij de bijzondere kwaliteit van de klank van darmsnaren. Er ontstaat haast spontaan een juiste balans omdat het lage register van de strijkers plots heel transparant gaat klinken.’ Tom Eelen


CONCERTGEBOUW 10-11

CONCERTGEBOUWmagazine APR — JUN 2011

4

DOMEIN JOSÉ NAVAS

5

Een gesprek met een veelzijdige choreograaf

14.05.11 — 15.05.11

José Navas © Valerie Simmons

José Navas (1965, Venezuela) studeerde aan de Merce Cunningham School in New York. Daar werkte hij met choreografen als Lucinda Child, Stephen Petronio en William Douglas. In 1991 vestigde hij zich definitief in Montréal en vier jaar later richtte hij zijn eigen compagnie FLAK op. Zijn beginjaren werden vooral gekenmerkt door zijn opmerkelijke solo’s, waarmee hij internationale erkenning verwierf. Maar al snel bleek dat hij ook een erg getalenteerd choreograaf van groepswerken was. Navas creëert een charismatische, elegante, meditatieve, universele en formalistische danstaal. De muziek laat hij bij voorkeur live uitvoeren, zo werkte hij al met verschillende componisten en musici, onder wie Kris Defoort en Claire Chevallier. In mei 2011 presenteert u in Concertgebouw Brugge twee nieuwe creaties, het soloprogramma Personae en het groepswerk Diptych. Gedurende uw hele carrière hebt u bewust die twee parallelle stromen ontwikkeld. Hoe verhouden ze zich vandaag tot elkaar? José Navas: Vandaag aanvaard ik veel meer dat ik een carrière als solist heb én één als choreograaf. In het verleden wilde ik ze ofwel laten versmelten of ik had het gevoel dat ik het ene voor het andere moest opofferen. Mijn solocreaties, zoals Miniatures of Personae, zijn vooral opgebouwd rond mezelf als performer. Ik ben het die het stuk maakt, die de ideeën ontwikkel. En hoewel ik als solist ook choreografeer, ontwikkel ik de voorstelling vaak vanuit gestructureerde

improvisatie op scène, in dialoog met het publiek. Ik hoop dat ik in staat zal zijn dit te blijven doen tot ik zeer oud ben. Wat ik vandaag, op mijn vijfenveertigste weet, voelt als een voorbereiding voor wanneer ik 70 of 80 ben. Ik ben nieuwsgierig naar hoe ik op het podium zal zijn op die leeftijd, hoe het is om te dansen met een ouder lichaam. In mijn groepswerk kan ik het live gebeuren niet zelf controleren, en dat zorgt soms wel voor spanning. Ik schrijf voor andere dansers, die vervolgens mijn ideeën uitvoeren. Ik werk ook uitsluitend met jonge lichamen die soms zelfs inwisselbaar lijken. Ik moet aanvaarden dat mensen komen en gaan. Mijn focus als choreograaf voor anderen ligt dan ook veel meer in het schrijven, in de structuur, in de architectuur. In uw vorige soloproductie, Miniatures, stonden persoonlijke herinneringen centraal, en die waren gelinkt met de keuze van de muziek. Wat kunnen we verwachten van Personae, uw nieuwe solowerk? Ik probeer wel een bepaalde vaste vorm voor mijn solowerk te vinden: in de manier waarop ik de hele tijd op scène aanwezig ben, met de kostuumwissels die zichtbaar zijn; door de manier waarop ik met het publiek praat en verhalen vertel over waarom ik dit stuk maak en waarom ik die muziek koos. Het grootste verschil tussen Miniatures en Personae is dat het niet langer autobiografisch is. Het is niet mijn verhaal. Ik verzin personages en ik vertel over hen. Ik ben gefascineerd door de mogelijkheden van transformatie voor de ogen van het publiek. Ik wil spelen met de ‘waarheid’ van het theatrale. Zoals Peter Brook in De Open Deur spreekt over het ritueel van ‘doen alsof’: over hoe je als een goede performer het publiek kunt doen geloven dat een fles water eigenlijk een baby is. Ik wil het publiek uitnodigen om dit live te zien gebeuren. Om de goochelaar te zien die een geldstuk tovert achter onze oren, die ons de illusie laat geloven. Dat is de poëzie die ik zoek. Welke muziek hebt u gekozen voor Personae? Ik dans onder andere op Ravels Bolero. Ik herinner me dat ik als 17-jarige Béjarts Bolero zag in Venezuela en toen al voelde het buitensporig dat iemand zo’n muziek gebruikte. Ik hou van het extravagante

karakter ervan. Ik gebruik ook David Bowies Heroes, opnieuw een iconisch muziekstuk. Ik durf dit soort iconische stukken gebruiken in Personae, omdat ik zelf personages creëer die een overdrijving zijn van de menselijke natuur; net zoals een drag queen een overdrijving is van de vrouwelijke natuur. Ik ben geïnteresseerd in het extravagante. Voor mij wordt een beweging extravagant als een bepaalde grens overschreden wordt, als de beweging belachelijk, obsceen of immoreel wordt. Als je erin slaagt om die grens met één been te overschrijden terwijl je toch nog een zekere balans houdt, dan wordt dat iets poëtisch, een ontmoeting tussen het verlangen en het goddelijke. In de dans heb je grootmeesters zoals Martha Graham of Kazuo Ohno die het grandioze, het goddelijke op scène wisten te vertolken. Met mijn solo’s streef ik iets gelijkaardigs na. Ik wil de mensen dat andere, dat goddelijke doen voelen.

‘Ik creëer zelf personages die een overdrijving zijn van de menselijke natuur; net zoals een drag queen een overdrijving is van de vrouwelijke natuur. Ik ben geïnteresseerd in het extravagante.’ Hoewel u eerder zei dat het in het groepswerk vooral om de structuur, de architectuur gaat, behandelt u uw dansers toch meer en meer als co-auteurs? Het proces om een deel van het creatieproces in de handen te laten van de dansers begon met Portable Dances. Het is niet nieuw. Heel wat choreografen doen dit. Ik ontwerp nog steeds de blauwdruk van de choreografie die heel rigoureus en formeel is, maar daarbinnen geef ik de dansers de vrijheid om mee de woordenschat te ontwikkelen. Als je de dansers toelaat


CONCERTGEBOUW 10-11

CONCERTGEBOUWmagazine APR — JUN 2011

6

7

En Atendant / Rosas die blauwdruk in te vullen met hun eigen stem, dan krijg je iets veel menselijkers. Die combinatie van formalisme en menselijkheid zie je bijvoorbeeld ook in het laatste werk van Merce Cunningham of in het werk van Anne Teresa De Keersmaeker. Diptych, mjn nieuwe creatie, bestaat uit twee afzonderlijke delen die elk nauw in relatie staan met de muziek. Het eerste deel is erg formeel, hypergechoreografeerd. Het tweede deel heeft een structuur die meer improvisatie toelaat en waarin ik carte blanche geef aan de dansers. Vroeger zou dat gebrek aan controle me erg nerveus gemaakt hebben. Maar eigenlijk krijg je er meer controle door, want je ziet hoe de dansers het werk verstaan en dat helpt je ook om zelf meer inzicht te krijgen. Het geeft de lichamen in de ruimte meer resonantie. Waarom koos u voor Bach in het werk Diptych? Het eerste deel van Diptych is zo formeel dat ik een deur nodig had waarlangs het publiek binnen kan komen. Bachs Das Wohltemperierte Klavier is erg ritmisch, het laat het brein toe te rusten. Er is veel symmetrie in de muziek en dat helpt het publiek om de complexiteit van de choreografie te aanvaarden. Hoe is uw begrip van Bach beïnvloed door de samenwerking met Claire Chevalier met wie u eerder al S op de muziek van Satie maakte?

Personae © Valerie Simmons

Dyptich © Valerie Simmons

Betoverend mooie coproductie van het Concertgebouw

Claire geeft me wat ik zelf niet heb, namelijk een grondige kennis van de muziek. Na S, toen ik begon na te denken over Diptych, was het Claire die me op het spoor van Das Wohltemperierte Klavier bracht. We hadden een erg lang gesprek hier in België waarbij ze alle partituren voor zich liggen had. Ze verwoordde wat elk stuk betekende en ze kon me verklaren waarom iets optimistisch en licht was of donker en zwaar. Ze legde uit hoe de muziek historisch verbonden was met religie. We spraken over symmetrie. Deze discussies met Claire helpen me om bewuste keuzes te maken over de muziek. Want hoewel ik meestal in stilte choreografeer, werk ik met dezelfde compositorische parameters als in de muziek: het effect van symmetrie of het verschil in effect wanneer iemand van links naar rechts over de scène beweegt of omgekeerd.

En daarnaast is Claire ook een briljante live performer. Ze is meer dan een muzikant op het podium. In haar spel wordt ze zelf een componiste. Het is niet haar muziek, maar haar manier van spelen, haar tempi. Ze hypnotiseert je met haar vakmanschap en haar passie. Hoe belangrijk is het voor een kunstenaar om langdurige partnerships te ontwikkelen zoals met Brugge en het Concertgebouw? Ik ben afkomstig uit Venezuela, ik woonde in New York, ik ben gevestigd in Canada. Toch is Brugge vanaf het begin de plek geweest waar ik al mijn werk presenteerde en waar het vaak zelfs in première ging. En dit is vooral dankzij persoonlijke relaties die verder gaan dan financiële steun, verder dan het ter beschikking stellen van een speelplek. Wat je krijgt, is vertrouwen in je visie als kunstenaar. En dan is het aan jou om te bewijzen dat je dat vertrouwen waard bent en om het maximum van jezelf terug te geven. Dat is de beste manier om als kunstenaar gestimuleerd te worden. Guy Cools

za 14.05.11 20.00 Diptych / José Navas, Claire Chevallier, Company FLAK / € 30 25 20 14 zo 15.05.11 16.00 Myriam Van Imschoot in gesprek met José Navas & dansfilms / € 5 (geen korting – gratis met een ticket voor Dyptich of Personae) 20.00 Personae / José Navas / € 15

Voor de tweede maal dit seizoen presenteert Concertgebouw Brugge een choreografie van Anne Teresa De Keersmaeker. En Atendant, een coproductie van het Concertgebouw, ging in juli 2010 in première op het Festival van Avignon. En Atendant is een choreografie voor negen dansers. Vier musici staan in voor de live muziek: Bart Coen (blokfluiten), Birgit Goris (vedel), Annelies Van Gramberen (zang) en Michael Schmid (fluit). Kenmerkend voor het oeuvre van De Keersmaeker is de zeer nauwgezette keuze van de muziekpartituur en de dramaturgische ‘uitbening’ ervan. Daarop is elk van De Keersmaekers dansvoorstellingen, hoe divers ook, gebaseerd. Na Bach en Webern in Zeitung, The Beatles in The Song en Mahler in 3Abschied is het uitgangspunt deze keer de Ars Subtilior: een complexe en intellectuele polyfone muziekvorm uit de 14e eeuw die uitgaat van dissonantie en contrast. De stijl ontwikkelde zich op de puinhopen van de pest en de Kerk, op het moment dat de sociale, politieke en religieuze pijlers van de middeleeuwse samenleving versplinterden. Vandaag lijkt die ontreddering actueler dan ooit. In de hedendaagse complexiteit van keuzes, in de ongrijpbaarheid van wat ons overkomt, staat de vraag naar onze lichamelijkheid, onze sterfelijkheid opnieuw centraal.

Anne Teresa De Keersmaeker over de Ars Subtilior ‘In mijn zoektocht kwam ik bij de polyfone muziek uit de tweede helft van de 14e eeuw terecht, die vooral in Zuid-Frankrijk, Noord-Italië en op Cyprus beoefend werd: de Ars Subtilior. Dit soort muziek ligt in het verlengde van de Ars Nova, met componisten als Philipo De Caserta en Johannes Ciconia. Het wordt beschouwd als intellectuele muziek, onvoorstelbaar complex, met een opeenstapeling van ritmische lagen, bizarre contrapunten, contrasten en dissonanten. Maar hoewel deze muziek formeel sterk ‘gemaniëreerd’ is, zit hij toch vol uiterst geraffineerde

28.04.11

En Atendant © Anne Van Aarschot

wendingen en klankkleuren. Dit soort muziek werd lange tijd beschouwd als decadent en té intellectualistisch, maar

beleefde de voorbije twintig jaar een heropleving dankzij enkele bevlogen musici en onderzoekers.’

De pers over En Atendant ‘In En Atendant wil de choreografie de tederheid blootleggen waarmee de intellectuele en tegelijk sobere liederen binnen de Ars Subtilior tot stand kwamen: dansers rennen in stilte, of leggen hun oor te luister op de aangestampte aarde van de binnenkoer. Alsof ze nog de hartslag zouden kunnen opvangen van voorbije eeuwen. Maar als de ballade En atendant van Philipo De Caserta weerklinkt, komen de dansers samen. Ze helpen elkaar te dansen door tegengewicht te bieden, de handen vast te houden, het hoofd te ondersteunen. Stilte, muziek, stilte, muziek. In En Atendant laat de choreografe dans en muziek rond elkaar heen slingeren, of alterneren zoals het ritme van de ademhaling.’ — De Standaard, 12 juli 2010 ‘De choreografie versterkt haast onmerkbaar de individuele expressie van elke danser. Daardoor laat elke danser een onvergetelijke indruk na. Betoverend mooi.’ — De Morgen, 12 juli 2010 ‘De choreografieën zijn hypercomplex en stralen veel uit … wondermooi.’ — CJP, oktober 2010


CONCERTGEBOUW 10-11

8

Hölderlinweekend Het strijkkwartet in het leven van Helmut Lachenmann 04.06.11 — 05.06.11

Helmut Lachenmann

Begin juni kan u in het Concertgebouw terecht voor een integrale uitvoering van de strijkkwartetten van Helmut Lachenmann, één van de belangrijkste componisten van het moment. Tijdens het Hölderlinweekend speelt het Danel Kwartet zijn drie grote kwartetten, samen met werk van Beethoven, Nono en Schumann.

Het strijkkwartet is het meest prestigieuze genre in de klassiek-romantische periode. Is dit de reden waarom uw eerste strijkkwartet enkel als subtitel ‘muziek voor strijkkwartet’ kreeg? Helmut Lachenmann: Bijna alle composities die ik vroeger schreef werden ondertiteld als ‘muziek voor …’. Volgens mij houdt componeren altijd een reflectie in over wat muziek zou kunnen zijn. Ik heb het altijd als een compliment gezien wanneer mijn muziek bekritiseerd werd met de woorden ‘dit is geen muziek’. In de jaren 1950 wilden de jonge componisten niet meer voortbouwen op de oude idee van muziek, met gevestigde categorieën zoals melodie, harmonie en ritme. Muziek werd

niet langer gezien als een vooraf gegeven vervoermiddel dat componisten konden gebruiken voor excursies allerhande. Ze wilden en moesten hun eigen vervoermiddel bouwen voor elke compositie. Ze wilden het begrip muziek opnieuw uitvinden, alsof ze het woord ‘muziek’ voor elke compositie op een andere manier moesten spellen. Daarbij dachten ze na over de traditie en braken ze de bestaande horizon open. Dat zie je ook heel duidelijk in de titels van de eerste werken van Nono, Stockhausen en Boulez. Die titels spreken over nieuw ontwikkelde klanken, vormen en materialen: Incontri, Varianti, Structures, Punkte, Gruppen, Zeitmasse. Dit alles heeft mijn denken over muzikale compositie grondig beïnvloed. Ik hou van Morton Feldmans titel The viola in my life, en ik denk dat elke componist op de één of andere manier het idee van ‘de muziek in zijn leven’ moet ontwikkelen. Ik ben gevormd door een traditie die ik niet kan en mag vergeten, maar die ik achter me moet laten en overstijgen door reflectie en creatieve energie én in dialoog met de situatie waarin ik vandaag leef. Op die manier is componeren voor mij een manier om op zoek te gaan naar ‘de piano in mijn leven’, ‘de opera in mijn leven’, ‘het strijkkwartet in mijn leven’, ‘de muziek in mijn leven’. Ik zie deze benadering onder andere bij de Weense School (Schoenberg, Berg, Webern), maar in feite zouden we dit kunnen en moeten leren van elke componist die de idee van muziek herformuleert door te componeren, of het nu Monteverdi, Bach, Beethoven of Debussy is. Eigenlijk stelt het genre van het strijkkwartet, met zijn twee violen, één altviool en één cello, en met zijn traditionele instrumentale praktijk, voor mij dus geen groter probleem of een grotere uitdaging dan een stuk voor orkest met heel veel violen en enkele contrabasklarinetten, of voor een viool met de vier snaren in kwinten gestemd, of voor een piano met 88 toetsen en een mechaniek die ik niet heb uitgevonden. Fragmente-Stille. An Diotima van uw leermeester Luigi Nono is één van de belangrijkste strijkkwartetten uit de 20e eeuw. Wat maakt dit werk zo uniek? Vandaag is het onmogelijk om in een paar woorden iets te zeggen over dit ongelooflijke werk waarin tijd, stilte en klank een wereld van oneindige dimensies articuleren. Dit is in ieder geval ‘het strijkkwartet in Nono’s leven’. Alle typische bewegingen en gestes uit Nono’s orkestmuziek – de fanfares van koperblazers, percussieve elementen, de klemtoon op het melodische – zijn terug te vinden in dit kwartet, maar dan in een radicaal getransformeerde vorm.

CONCERTGEBOUWmagazine APR — JUN 2011

9

De inzet van de twee violen is al meteen een soort vervormde fanfare, in een compleet veranderde context. Ik zou het kunnen uitdrukken als ‘dit is geen muziek’, maar dat zou verkeerd begrepen kunnen worden. Het is een open klanktoestand die niets uitdrukt, en dat ‘niets’ is sterker, expressiever en raakt meer dan om het even welke superexpressieve muziek van voor en na Nono. Nono deed precies wat ik daarnet probeerde te beschrijven. Hij gaf de idee van muziek een nieuwe en open dimensie. Veel hedendaagse componisten hebben net als Nono gewerkt met teksten van Friedrich Hölderlin, Beethovens tijdgenoot en Schumanns inspiratiebron. Wat is er zo bijzonder aan de poëzie van Hölderlin? Ik bewonder ze, ik adem ze in. Maar ik zou ze zelf nooit implementeren in mijn muziek, omdat ik er te veel van hou. Een gedicht van Hölderlin zingen betekent het op een conventionele manier gebruiken en dat zou de schoonheid ervan doden. Sinds Wozzeck van Alban Berg is er bijna een voorkeur om poëzie van outlaws te gebruiken; eenzame, verwarde geesten, zelfs criminelen en zelfmoordenaars die lijden onder de oppervlakkigheid, onwetendheid en onverschilligheid van de maatschappij. Hölderlin was in feite ook een soort hulpeloze outlaw, gek geworden op het einde. Hij had de meest sublieme menselijke visioenen, ver voorbij de grens van burgerlijke normen en verklankte die met een magische taal waarvan de intensiteit verloren gaat zodra ze gezongen wordt. Nono’s benadering in Fragmente-Stille. An Diotima respecteert dat. In zijn strijkkwartet zijn de fragmenten uit Hölderlins poëzie enkel genoteerd in de partituur om te worden gelezen, niet om te worden uitgesproken. Dit is een eerder esoterisch element dat hij nadien toevoegde in de hoop uitvoerders te inspireren en te raken zoals hij zelf geraakt werd door Hölderlins poëzie. Uw drie strijkkwartetten overspannen een periode van drie decennia. Hoe veranderde uw benadering van het genre in de loop der jaren? Gran Torso was het eerste werk waarin ik mijn idee van de zogenaamde ‘musique concrète instrumentale’ naar een compositie vertaalde zonder gebruik te maken van ‘exterritoriale’ geluiden, dus met zuiver instrumentale middelen. In de composities die ik daarvoor schreef, gebruikte ik voorwerpen als radio’s, droge takken en emmers met water om de fysieke energie te articuleren als het meest bepalende aspect van klank en klankprocessen. Nadat ik dit ‘strijkkwartet in mijn leven’ had geschreven – dat ik opvatte als een landschap in

Het werk van dichter Friedrich Hölderlin inspireerde componisten als Robert Schumann, Luigi Nono en Helmut Lachenmann.

transformatie – was ik zeker dat ik nooit nog een ander zou schrijven. Deze citroen was als het ware uitgeperst. Toen ik 18 jaar later – in 1989, dus in mijn ‘latere leven’ – gevraagd werd een nieuw kwartet te schrijven, was er maar één manier om mijn idee-fixe van een energetische klank te behouden zonder mezelf te herhalen. Ik focuste op één element: de zogenaamde ‘flautato’-techniek, waarbij bijna geen boogdruk wordt uitgeoefend en waardoor enkel de toonhoogtes kleur geven aan de verschillende wrijvingsgeluiden. Het was meteen vrij duidelijk dat een dergelijk principe radicaal getransformeerd moest worden van de pure wrijvingsgeluiden naar het tegenovergestelde: een landschap van pizzicato impulsen.

In mijn derde strijkkwartet (Grido, 2001) leefde de idee van ‘musique concrète instrumentale’ nog steeds, maar dan in andere richtingen, die ik vroeger had vermeden. Het blijven zoeken naar nieuwe klanken is voor mij eerder een natuurkundig dan een artistiek idee. Het doel was nooit om nieuwe klankeffecten te vinden, maar wel om een nieuwe perceptie te vinden die kan leiden tot ongewone manieren van klank- of geluidsproductie, en die tegelijk min of meer vertrouwde klankelementen in een ander daglicht kan stellen. Zo is het laatste deel van Grido een soort gigue, waarbij het typische gigueritme slechts een soort skelet is voor een energetisch geladen prestissimo. Klaas Coulembier

vr 03.06.2011 20.00 Schumann, Hölderlin & de 20e eeuw / Lecture-performance door Jan Michiels / € 5* za 04.06.2011 15.00 Helmut Lachenmann – Danel Kwartet / Gesprek en concert / € 5* 20.00 Danel Kwartet / Beethoven, Schumann en Nono / € 15 zo 05.06.2011 11.00 Danel Kwartet / Beethoven, Lachenmann en Schumann / € 15 12.30 Lunch / € 15 (geen korting) 14.00 Hölderlin en de goden van onze tijd / Lezing door Stefan Hertmans / € 5* 15.00 Danel Kwartet / Beethoven, Lachenmann en Schumann / € 15 Weekendpas € 30 / *Gratis met een ticket voor Danel Kwartet of een ABO Schumann


dossier ARS MUSICA brugge

10

ARS MUSICA BRUGGE

11

Karlheinz Stockhausen tussen kunst en kosmos

01.04.11 — 03.04.11

Karlheinz Stockhausen © Bernard Perrine

De derde editie van Ars Musica Brugge, het Brugse luik van dit festival voor nieuwe muziek, focust op de muzikale rituelen van de Duitse componist Karlheinz Stockhausen. Cultwerken als STIMMUNG, MANTRA en GESANG DER JÜNGLINGE konden natuurlijk niet ontbreken en wisselen af met zelden gehoorde intuïtieve werken als KURZWELLEN en REFRAIN. De Belgische creatie van het sublieme COSMIC PULSES wordt voorafgegaan door improvisaties van Stockhausens zoon Markus. Films, een lecture-performance over de KLAVIERSTÜCKE, en de mooie familievoorstelling Hartekijn maken de ‘Stockhausen-ervaring’ compleet. Als adolescent maakte Stockhausen de gruwelen van het naziregime van nabij mee. Zijn vader verdween aan het front en zijn moeder die psychisch ziek was, werd slachtoffer van het nazieuthanasieprogramma. In de jaren 1950 brak de jonge Stockhausen (samen met Goeyvaerts, Nono en Boulez) door als vertegenwoordiger van een van de radicaalste avant-gardistische bewegingen in de muziekgeschiedenis: het serialisme. Als er nog muziek mogelijk was na Auschwitz, dan zou die breken met de ‘oude’ esthetiek. Het ideaal van de romantische zelfexpressie maakte plaats voor een muzikaal rationalisme dat aanschurkte tegen de positieve wetenschappen. Stockhausen was als katholiek een buitenbeentje tussen de na-oorlogse jonge intellectuelen. Uit brieven aan zijn vriend Karel Goeyvaerts blijkt hoe hij zichzelf zag als uitverkoren artistiek

Stockhausen in Osaka in 1970

vertegenwoordiger van God, die door zijn haast wetenschappelijke aanpak de schoonheid van de schepping dichter bij het publiek wilde brengen. Stockhausen evolueerde in de voorbije decennia naar een eigen ontwikkeld new-agedenken, waarin symbolen, rituelen en goden van

diverse religies met elkaar verweven werden. Haast al zijn werken zijn doordrongen van een hoorbare en onhoorbare kosmische en religieuze symboliek, die vaak resulteert in muzikale rituelen, waarin de man niet zelden zelf optrad als een soort hogepriestergoeroe achter het mengpaneel.


12

dossier ARS MUSICA brugge

13

De hemelvaart van Stockhausen Arne Deforce over Stockhausen Vorig jaar trok Arne Deforce naar Keulen om er in diverse concertzalen en kerken de wereldcreatie van Karlheinz Stockhausens KLANG, die 24 Stunden des Tages te horen. De uitvoering van COSMIC PULSES, de centrale elektronische compositie uit deze cyclus, maakte een verpletterende indruk op de cellist. Naar aanleiding van zijn concerten tijdens Ars Musica Brugge en van de Belgische creatie van COSMIC PULSES, praat Arne Deforce uitgebreid over zijn voorliefde voor Stockhausens utopische ‘wereldmuziek’.

Arne Deforce

Arne Deforce: Karlheinz Stockhausen was een van de grote iconen van de muziek van de 20e eeuw. Op een radicaal nieuwe manier onderzocht de Duitse componist de band tussen het individu en het universum, tussen individualisme en universalisme. Zijn muziek drukt de verbondenheid uit van de mens met de kosmos, de sterren en planeten, met de natuur en met zijn medemens. Alleen daardoor al is zijn werk actueler dan ooit. Vanuit zijn universalistische muzikale ideeën wilde Stockhausen de traditie van de westerse kunstmuziek opentrekken tot een ‘muziek van de wereld’: een ‘intra-mediale’ muziek die verbindingen zoekt met wat Stockhausen de ‘parallelle onzichtbare universa die ons omringen’ noemt. Deze universa bepalen volgens hem ons geestelijk leven in de bewuste en onbewuste lagen van ons zijn. De avant-gardecomponist, die consequent nieuwe technologieën betrok in zijn muzikale discours, groeide uit tot de goeroe van de elektronische muziek. Zo beïnvloedde hij de ontwikkeling van de popmuziek. We zien zijn portret niet voor niets op de platenhoes van het album Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band van The Beatles uit 1967. De free jazz beïnvloedde op haar beurt zijn denken over improvisatie, procesmuziek en intuïtieve muziek, terwijl zijn muzikale rituelen

STIMMUNG en MANTRA ondenkbaar zijn zonder het oosterse denken. Flower power, yoga, de nieuwe spiritualiteit van de jaren 1960, zenboeddhisme, Japans No-theater, muziek van Amerikaanse indianen en Australische aboriginals: al deze elementen incorporeerde Stockhausen in zijn ‘wereldmuziek’. Die heeft niets te maken met de commerciële cross-over kitsch die met dezelfde term wordt aangeduid. Veeleer trachtte hij een nieuwe vorm van ‘Gesammtkunst’ te scheppen waarin vele soorten muziek samenkomen. Vanaf de jaren 1970 werkte hij aan het kosmologische totaalproject LICHT, een zeven dagen durende opera, waarin muziek, licht, acteurs, zangers, dansers, instrumentale solisten, electronics ... geïntegreerd zijn tot een nieuw soort ‘mixed media’ gebeuren. Een breed publiek – van popartiesten en operafans tot liefhebbers van etnische muziek en hedendaagse kunst – kan zo op erg verschillende manieren een toegang vinden tot Stockhausens muziek. Waarom speelt u tijdens Ars Musica Brugge de zelden uitgevoerde stukken NACHTMUSIK en KURZWELLEN uit Stockhausens intuïtieve periode? Arne Deforce: Die stukken vormen een aanvulling bij nauwkeurig genoteerde stukken als MANTRA, de KLAVIERSTÜCKE of de elektronische werken GESANG DER JÜNGLINGE en COSMIC PULSES, waarvan elke toon volledig gedetermineerd is. Stockhausen zocht immers zijn leven lang naar intuïtieve manieren om muziek en mens met elkaar te verbinden. Vooral in de jaren 1960 ging hij op zoek naar de ‘nulgraad van het componeren’ door korte tekstjes of codes te schrijven (in plaats van traditionele partituren) die als vertrekpunt dienen voor improvisaties. Het stuk AUS DEN sieben TAGEN, waarvan NACHTMUSIK een onderdeel is, bestaat uit een reeks gedichten waarrond de muzikanten mediteren en musiceren. De muziek borrelt als het ware op uit het onderbewuste en klinkt bij elke uitvoering helemaal anders. In KURZWELLEN tracht Stockhausen de link bloot te leggen tussen de muzikant en de kosmos van radiogolven die hem omringt. Via een kortegolfradio ontvangt de muzikant ‘boodschappen’ – ruis en alle soorten muziek die rond de aardbol hangen – waarop hij dan reageert door te musiceren. De intuïtieve verbeeldingskracht van de musicus, die in stukken als KURZWELLEN

‘COSMIC PULSES was een van de belangrijkste muzikale ervaringen die ik de laatste 20 jaar live beleefde.’ en NACHTMUSIK geprikkeld wordt, vormt echter de ondergrond waarop alle muziek van Stockhausen stoelt, ook die muziek die uitgecomponeerd lijkt. De muzikant is bij Stockhausen – zoals dat in oosterse muziek vaak het geval is – een medium dat informatie doorgeeft van de componist, de kosmos of God naar de luisteraar. Stoort de soms kinderlijke naïviteit van Stockhausen u nooit? Soms bevinden we ons in Stockhausens universum op de grens tussen het sublieme en de kitsch. De banale, soms lachwekkende erotische gedichten in STIMMUNG of de kinderlijke melodieën voor de sterrenbeelden in TIERKREIS staan in schril contrast met de bloedserieuze filosofische en theologische reflecties in diezelfde werken. Het vergt van de luisteraar soms de nodige overgave om daarin mee te gaan. Velen willen het banale of het kinderlijke overstijgen, terwijl Stockhausen de kinderlijke utopie en fantasie – bijvoorbeeld muziek spelen in vier helikopters of een trompettist die als een engel van ‘Cirque du Soleil’ in de concertzaal rondvliegt – in zijn muziek integreert. Ook het banale maakt voor hem deel uit van de ‘Gesammt’psychologie van de hedendaagse mens. Stockhausen combineert dat alles in zijn partituren als een meester. NACHTMUSIK voert u samen met Daan Vandewalle, Yutaka Oya en Tom De Cock uit om middernacht tijdens de nacht van zaterdag op zondag. Vlak daarvoor, om 23 uur, vindt de Belgische creatie van Stockhausens laatste elektronische meesterwerk COSMIC PULSES plaats. U was erg onder de indruk toen u dat stuk voor het eerst hoorde …

Het was een van de belangrijkste muzikale ervaringen die ik de laatste twintig jaar live beleefde. In COSMIC PULSES horen we Stockhausens visionaire, intergalactische klankuniversum in al zijn glorie. Het is een triomf van de polyfone utopie, vergelijkbaar met de 36-stemmige canon ‘Deo Gratias’ van de renaissance-componist Johannes Ockeghem. Stockhausen plaatst de luisteraar midden in een klanktunnel waarin 24 melodische lagen uit 24 luidsprekers aan verschillende snelheden boven en rond het publiek draaien in concentrische cirkels. Aanvankelijk horen we enkel extreem lage tonen die traag rond het publiek dreunen. Stelselmatig voegt Stockhausen hogere en sneller draaiende lagen toe. Bovenaan de tunnel die als een klankenzuil de hoogte indraait, wervelen de tonen in kolkende snelheden als atomen door elkaar. Het geheel is een soort kosmische dans van de planeten, een muzikale ‘Himmelfahrt’ waarvan het effect aan Dantes paradijsvisioenen uit La Divina Commedia doet denken. Tijdens een live-uitvoering van COSMIC PULSES wordt de concertzaal als het ware gedematerialiseerd. Er ontstaat een multidimensionale klankruimte waarin zich boven de dagelijks waarneembare realiteit nog een auditieve ruimte lijkt te schuiven waarvan alle lagen een eigen beweging hebben. Het publiek wordt trilling en vibreert mee in de klank zelf. Elke muziekliefhebber die geniet van de transcendente, verbindende kracht van een symfonie van Mahler, van Wagners Der Ring des Nibelungen, een passie van Bach of een rockconcert, mag COSMIC PULSES niet missen. Jan Vandenhouwe


dossier ARS MUSICA brugge

14

15

Klankatomen en kosmische vibraties Karlheinz Stockhausens elektronische muziek In de zomer van 1953 voltooide Karlheinz Stockhausen zijn eerste integraal elektronische compositie op klankband, STUDIE I, die in 1954 gevolgd werd door STUDIE II. Daarmee werd hij een van de pioniers van het nieuwe medium.

Karlheinz Stockhausen © Harald Fronzeck

Stockhausen werd hierin sterk beïnvloed door zijn beste vriend, de Antwerpse componist Karel Goeyvaerts. In december 1952 had deze laatste zelf al het ontwerp getekend voor een elektronisch werk, maar hij miste de technische middelen om het ook echt te realiseren in een studio. Stockhausen kreeg aan de NWDR (Nordwestdeutscher Rundfunk) wél die mogelijkheid. De weg naar elektronische klankproductie was in Duitsland immers al geëffend door een aantal progressieve wetenschappers en componisten zoals Herbert Eimert. Goeyvaerts en Stockhausen waren gefascineerd door de mogelijkheid om hun klanken zelf te kunnen samenstellen (in het Latijn ‘componere’). Voordien waren componisten immers aangewezen op klanken als ‘gegeven’, voortkomend uit klassieke, akoestische instrumenten. De elektronische studio beloofde hen een absolute controle over klankpartikels, klinkende atoompjes die naar hartelust zouden kunnen gecombineerd worden. Er werden nieuwe klanken mogelijk die niet gebonden waren aan de fysische beperkingen van akoestische vibraties – een artistieke speeltuin voor de experimenterende componist.

gebruikt door de radiotechnici. Dat was ongeveer de situatie waarin Stockhausen zijn pionierswerk verrichtte – in een ruimte gevuld met apparaten die bij de eerste aanblik misschien nog wel het meest aan het laboratorium van professor Barabas doet denken. De ‘ruwe’ klanken die uit de klankgeneratoren te voorschijn werden getoverd, moesten door één of meerdere elektronische apparaten gestuurd worden om ze bij te slijpen. Dat proces resulteerde in een stukje klankband, als het ware een gematerialiseerde klank. Die kon Stockhausen knippen tot hij exact de duur bekwam die hij nodig had. Vervolgens moesten tientallen of zelfs honderden van die stukjes aan elkaar gemonteerd worden met schaar en plakband – een procedé dat ontwikkeld werd in de filmindustrie – om een klankcomplex te vormen. Een dergelijk compositieproces was uiteraard zeer arbeidsintensief, zeker als we ons indenken dat sommige klankpartikels maar ongeveer 1/80e van een seconde duurden. Stockhausens GESANG DER JÜNGLINGE uit 1956 was met zijn duur van ongeveer dertien minuten een onvervalst titanenwerk. De Keulse studio was ondertussen een gerenommeerd instituut geworden onder leiding van Stockhausen. Componist Gottfried Michael Koenig werkte er als studiotechnicus en verwezenlijkte het leeuwendeel van GESANG. In zijn geschriften vinden we regelmatig

Vandaag hebben componisten in hun computer vaak een volledig arsenaal aan softwaretoepassingen ter beschikking om elektronische klanken te ontwerpen of opgenomen klanken te transformeren. Het hoeft weinig betoog dat de beschikbare technologie in de jaren 1950 wat minder gebruiksvriendelijk was. De vroegste elektronische muziek werd verwezenlijkt in radiostudio’s die aan componisten ter beschikking werden gesteld – vaak zelfs enkel ’s nachts, om het normale functioneren van de omroep niet te storen. Hun basisinstrumentarium bestond doorgaans uit meet- en opnameapparatuur die werd Neue Vocalsolisten Stuttgart © Martin Sigmund

verwijzingen naar het creatieproces waarbij hij soms tientallen uren besteedde aan de realisatie van enkele seconden van het werk. Dezelfde complexiteit vinden we ook terug in het compositieproces. GESANG DER JÜNGLINGE is immers een zogenaamde meervoudig seriële compositie, wat onder meer betekent dat Stockhausen op een haast wiskundige manier te werk ging bij het ontwikkelen van de muzikale structuur. Vaak wordt dat serialisme extreem cerebraal of beredeneerd genoemd: een compositietechniek waarbij de componisten zich zouden overgeven aan een structureel fetisjisme waarin de luisteraar verloren zou lopen. GESANG getuigt ongetwijfeld van die extreme drang tot controle en mathematische ordening. Eens de muziek uit de luidsprekers weerklinkt, komt de luisteraar niettemin terecht in wonderlijke klankpoëzie. De stem van een jongenssopraan die de lof van Jahwe zingt (de teksten zijn afkomstig uit het oudtestamentische boek Daniël), wordt op virtuoze manier getransformeerd en vervlochten met Stockhausens elektronische klankwereld. Soms begrijpen we enkele woorden (‘Preiset den Herrn’, ‘Sonne und Mond’), wat later verliest de stem haar menselijkheid en versmelt ze met de elektronische klankwolken die rond de hoofden van de luisteraars lijken te bewegen. In Gesang werkt Stockhausen immers voor het eerst met meerdere luidsprekers die rondom het publiek worden


16

dossier ARS MUSICA brugge

Context

GrauSchumacher pianoduo © Dietmar Scholz

opgesteld. Zo kan hij Raummelodien (ruimtemelodieën) verwezenlijken, muzikale structuren die ontstaan door de suggestie dat klanken doorheen de concertzaal kunnen bewegen. Wellicht was die eerste uitvoering in 1956 een hallucinante ervaring voor het publiek – er was ook zoveel ‘nieuws’ te horen! Deze muziek zal niemand onberoerd gelaten hebben en misschien is zelfs een voorzichtige vergelijking met de creatie van Igor Stravinsky’s Le Sacre du Printemps op zijn plaats. Ongetwijfeld moest de luisteraar toen – en misschien nog steeds – uitgerust zijn met een gezonde dosis ‘muzikale empathie’ om de confrontatie aan te gaan met een dergelijk afwijken van de geëffende wegen. Daarop deed Stockhausen trouwens altijd een beroep bij zijn publiek. Kunst is immers een exponent van een moderne wereld waarin een dergelijke basishouding misschien wel noodzakelijk is. De voorbije halve eeuw waren elektronische klanken – vaak in combinatie met liveuitvoerders op klassieke, akoestische instrumenten – haast niet meer weg te denken uit het compositorische werk van Karlheinz Stockhausen. Verder bleef zijn muziek religieus geïnspireerd, hoewel het strenge katholicisme dat zijn denken kenmerkte bij de compositie van GESANG DER JÜNGLINGE plaats ruimde voor wat we een persoonlijke metafysica zouden kunnen noemen. Zijn mathematische benadering van muziek hangt daar onlosmakelijk mee samen. Stockhausen geloofde immers in een kosmos waarin alles met alles verbonden was, van atoomstructuur tot sterrenstelsels. Zijn fundamenteel religieuze muziek moest deze structuren evoceren: ze is een afbeelding van hoe hij de kosmos zag. Elektronische middelen verschaften hem de mogelijkheid om die

ordening met grote precisie en tot op het moleculaire niveau van klanken door te voeren. Vanaf de jaren 1950 tot zijn dood werkte Stockhausen meestal met structurele ‘kiemcellen’ waaruit hij gigantische muzikale structuren kon afleiden. De operacyclus LICHT (1977/2002), bijvoorbeeld, bestaat uit zeven avondvullende opera’s. Uren muziek die afgeleid werden uit een muzikale DNAstreng – de Superformel – die uit slechts enkele maten, een enkele partituurpagina, bestond.

‘De genialiteit van Stockhausen blijkt wanneer hij erin slaagt om rigoureuze structuren te laten samengaan met onvervalste muzikale zinnelijkheid.’

onze ademhaling, ons hart. Regelmaat als basisprincipe van de kosmos dus. In vroege werken zoals GESANG DER JÜNGLINGE, GRUPPEN FÜR DREI ORCHESTER (1955/57) en KONTAKTE vormen pulsen belangrijke basisbouwstenen van de muziek. In COSMIC PULSES wordt dit idee van regelmatige rotaties in extreme vorm doorgevoerd. Het publiek bevindt zich tussen acht luidsprekergroepen waartussen klanken bewegen met 24 verschillende snelheden. De snelste voert 240 rotaties per minuut uit, de traagste 9,37. Stockhausen ontwierp bovendien maar liefst 241 verschillende trajecten waarlangs de geluiden simultaan de ruimte doorkruisen – een dicht en complex contrapunt van Raummelodien. Alweer is de compositorische arbeid doordrongen van een zeer wiskundige aanpak. En alweer slaagt Stockhausen erin muziek te schrijven die een zeer directe, zelfs fysieke impact op de luisteraar heeft wanneer die ondergedompeld wordt in vibrerende en rondvliegende klankmassa’s. Misschien is het net op die momenten dat Stockhausen één van de groten uit de recente muziekgeschiedenis blijkt. De ogenblikken waarop hij erin slaagt zijn extreme fixatie op rigoureuze structuren, op nieuwe, extreme vormen en media te laten samengaan met onvervalste muzikale zinnelijkheid. Van zijn KLAVIERSTÜCKE, over GESANG DER JÜNGLINGE en STIMMUNG tot COSMIC PULSES heeft Stockhausen bewezen dat hij hiervoor niet hoefde terug te grijpen naar gestratificeerde structuren, muzikale idiomen die hun werkzaamheid al decennia eerder in de concertzaal bewezen hadden. Op deze momenten was Stockhausen een muzikale ontdekkingsreiziger met een fenomenaal inzicht in klankstructuren en structuren van klanken.

Ook tijdens Ars Musica Brugge biedt Concertgebouw Brugge een pakket omkaderende activiteiten aan die uw visie op de componist en zijn muziek verruimen. FILMS EN DOCUMENTAIRES over Karlheinz Stockhausen Helicopter-Strijkkwartet, documentaire Stockhausen in de grotten van Jeita, documentaire Techstuff, interview met Stockhausen doorlopend tijdens het festival

DE KLAVIERSTÜCKE VAN KARLHEINZ STOCKHAUSEN Lecture-performance door Maarten Quanten & Daan Vandewalle zo 03.04.2011 – 15.30 Samen met de pianist Daan Vandewalle belicht musicoloog en Stockhausenspecialist Maarten Quanten de muziekesthetische evoluties in het werk van de grote Duitse componist. Zij doen dat aan de hand van zijn magistrale Klavierstücke; van muzikaal rationalisme naar kosmisch spiritualisme. Gratis met een concertticket voor Ars Musica Brugge (anders € 5)

17

Agenda

vr 01.04.11 20.00 STIMMUNG / Neue Vocalsolisten Stuttgart / € 20 za 02.04.11 20.00 MANTRA / GrauSchumacher pianoduo / € 20 (inclusief concerten van 22 uur, 23 uur en 24 uur) 22.00 MOVING SOUNDS / Improvisaties van Markus Stockhausen en Tara Bouman 23.00 COSMIC PULSES (uit KLANG) / Elektronische muziek – Belgische creatie 24.00 NACHTMUSIK / Arne Deforce, Daan Vandewalle, Yutaka Oya en Tom De Cock zo 03.04.11 14.30 Hartekijn / Tg Schemering / € 10 (€ 5 voor -26 en 60+) 15.30 De KLAVIERSTÜCKE van Karlheinz Stockhausen / Lecture- performance door Maarten Quanten & Daan Vandewalle / € 5 (geen korting) - Gratis met een concertticket voor Ars Musica Brugge 17.00 GESANG DER JÜNGLINGE / Arne Deforce, Daan Vandewalle, Yutaka Oya en Tom De Cock / € 15 In samenwerking met Ars Musica

Familievoorstelling Hartekijn Tg Schemering zo 03.04.2011 – 14.30 Hartekijn is een poëtische en humoristische familievoorstelling gebaseerd op Karlheinz Stockhausens Harlekin. Het is de perfecte eerste kennismaking met deze ‘nieuwe muziek’.

Maarten Quanten COSMIC PULSES (2006/07) was Stockhausens laatste integraal elektronische compositie en deel van de onvoltooide werkencyclus KLANG (2004/07). De componist geloofde, deels in navolging van Pythagoras’ Harmonie der sferen, dat er muziek in de kosmos zat. Die idee zien we trouwens al heel vroeg opduiken in zijn theoretische teksten. De rotaties van hemellichamen veroorzaken volgens dit denken regelmatige, doch onhoorbare pulsaties, net zoals atomen,

Daan Vandewalle

Hartekijn © Mariano Rubio

In de partituur van Harlekin schrijft Karlheinz Stockhausen niet alleen de muziek maar ook de bewegingen van de soloklarinettist voor. Tg Schemering ontwikkelde op basis van dit werk uit 1975 de kindervoorstelling Hartekijn, waarin twee actrices de bewegingen van de muzikant overnemen en voortzetten. De personages komen recht uit de commedia dell’arte: de nar Arlequino die zijn ongezouten mening geeft, het kwetsbare schalkse meisje Colombina en de heks Pulcinella. Ze spelen een spel van aantrekken en afstoten, van liefkozen en haten, van blij en droef, alleen en samen. Zo houden ze de aandacht van het jonge publiek vast. De afwisselende muziek neemt de kinderen mee in een fantasierijk avontuur. Muziektheater van de bovenste plank voor volwassenen en kinderen vanaf 5 jaar. € 10 / € 5 voor kinderen en jongeren ( -26 jaar) en 60+


CONCERTGEBOUW 10-11

18

CONCERTGEBOUWmagazine APR — JUN 2011

Kunstenaars en wetenschappers zijn herrieschoppers Josse De Pauw en Jan Kuijken over De Gehangenen

In De Gehangenen is wetenschap de inzet voor een strijd tussen weten en niet-weten, zekerheid en twijfel. De gehangenen zijn twijfelaars die zich niet neerleggen bij wat geweten is of geschreven staat. Josse De Pauw: Macht en machtsuitoefening zijn altijd gebaat geweest bij weten en wetten, regels en zekerheid. Het verlangen te weten roept vragen op, en vragen kunnen gevaarlijk zijn voor iemand die graag zegt hoe het moet. Kunstenaars en wetenschappers zijn herrieschoppers. (…) Ik wou het opentrekken naar alle heksen en toverkollen, naar alle kruidenvrouwtjes en ook naar alle wetenschappers van vandaag. Want de strijd tussen weten en geloven vindt ook vandaag nog plaats. Je ziet dat het vrije onderzoek aan de universiteiten nauwelijks overleeft als er geen link is met een industrie die zorgt voor snel rendement. Het is niet meer de staat, maar de vrijemarkteconomie die de wetenschap onder de knoet houdt. De filosofische achtergrond van De Gehangenen kan zwaar lijken, dus wou ik in ieder geval die

WORD abonnee En boek de beste plaatsen aan voordeeltarief! Wilt u zich vastbijten in één bepaald genre? Of een bepaalde componist beter leren kennen tijdens een Focus? Koop dan snel uw vast abonnement. Aangezien abonnementen reeds vóór de losse tickets verkocht worden, bent u hiermee zeker van een goede plaats, en in eerste en tweede rang levert dit bovendien minstens 25 % korting per voorstelling op. Boek uw abonnement vanaf 5 juni en geniet van al deze voordelen!

10.05.11

Achttien muzikanten van het Orchestre Royal de Chambre de Wallonie, hun broze instrumenten in de aanslag. Daarboven, hulpeloos bengelend: vijf gehangenen. Drie zangers, geflankeerd door spelers Tom Jansen en Hilde Van Mieghem. Zij: ‘Hang je een beetje goed?’ Hij: ‘Ik hang prima. En jij?’ Naast dat beeld is er ook de hernieuwde ontmoeting tussen rasspeler Josse De Pauw (°1952) en componist Jan Kuijken (°1964). Het is niet het lot, maar LOD, dat hen opnieuw bijeenbrengt. Josse De Pauw en Jan Kuijken maakten bij het Gentse muziektheaterhuis al eerder Die siel van die mier (2004) en Liefde/zijn handen (2007). Een gesprek tussen een ‘brave katholiek opgevoede jongen’ en een ‘heiden’.

WORD VRIEND

Jan Kuijken en Josse De Pauw © Kurt Van der Elst

geleerden terugbrengen tot menselijke dimensies. Die twee zijn evengoed een man en een vrouw die een wilde nacht met elkaar hebben doorgebracht. Twee mensen die hun hele leven lang alleen maar met hun hoofd zijn bezig geweest, en op een gegeven moment in hun kruis worden geraakt. En nu hangen ze daar. Ze weten zelf niet meer of ze nu opgehangen zijn omwille van de wetenschap of voor de liefde. De zangers van VocaalLAB treden op als commentaarstemmen, ze doen dat in het Latijn. Jan Kuijken: Om te beginnen draagt elke taal iets in zich, zelfs zonder dat de inhoud van de tekst bepaald is. (…) Het Latijn heeft een aantal erg mooie woorden en bezit een enorme helderheid. Het leek me daarnaast ook prikkelend om een taal die niet meer wordt gesproken nieuw leven in te blazen, door haar te zingen. JDP: Maar de keuze voor Latijn klopte ook inhoudelijk: het is tegelijkertijd de

19

wetenschapstaal én de taal van het geloof. Ik wil de connotatie met de liturgie niet al te sterk benadrukken, maar in zekere zin kan je De Gehangenen zien als een postume mis. Een eerbetoon aan mensen die te vroeg gesproken hebben, die te luid gesproken hebben, die inzichten verwoordden die nog geen grond vonden of vinden. JK: Die liturgische connotatie is er voor mij – als ‘heiden’ – dan weer niet. Ik heb net geprobeerd om de zwaarte uit de muziek te weren, om de muziek menselijk, levend en gevoelig te houden. Tegenover de ‘beschaafde’ klank van het klassieke ensemble staat een elektronische laag van muzikale stoorzenders: de fluisterende stem van Josse, het geluid van vuur … Daar ga ik met de cello live nog eens overheen. Die live interactie zorgt ervoor dat de boel blijft leven. Evelyne Coussens Samenvatting van het interview, de volledige versie vindt u op: www.lod.be

Cellist Arne Deforce maakte de vriendenformule de afgelopen twee seizoenen nog aantrekkelijker. Dit seizoen stellen we u graag een nieuwe peter voor tijdens de seizoensvoorstelling voor de Vrienden op 14 mei: pianist Jan Michiels. Als Vriend van het Concertgebouw geniet u tal van persoonlijke voordelen: – u kan reeds vóór de publieksverkoop tickets voor het nieuwe seizoen reserveren – u ontvangt een persoonlijke uitnodiging voor de vriendenmeeting waarin Jan Michiels zijn eigenzinnige blik werpt op het nieuwe seizoen – u heeft recht op drie eersterangstickets voor één voorstelling, te kiezen uit drie vooropgestelde topproducties van seizoen 2011-2012 – u wordt uitgenodigd voor een exclusieve lecture-performance door Jan Michiels – u wordt persoonlijk op de hoogte gehouden van de programmacontext en voordeelacties van het Concertgebouw – u wordt via e-mail op de hoogte gebracht telkens er gelegenheid is voor een meet & greet met een befaamde artiest – NIEUW: u ontvangt ook het boek over 10 jaar Concertgebouw naar aanleiding van de verjaardag van Concertgebouw Brugge Om Vriend van het Concertgebouw te worden, schrijft u € 120 over op 733-0119781-16, met vermelding van uw voornaam, naam, e-mailadres en ‘Vriend 2011-2012’. U kunt ook mailen naar vrienden@concertgebouw.be of bellen naar +32 50 47 69 99.

Maakt u liever zelf een selectie uit de voorstellingen die aan uw smaak beantwoorden? Kies dan voor een keuzeabonnement 2011-2012 en stel zelf uw abonnement samen. De korting op de basisprijs hangt af van het aantal gekozen voorstellingen. U geniet reeds korting vanaf zes voorstellingen. Vraag er naar tijdens uw reservatie.

ONTDEK HET NIEUWE SEIZOEN 2011-2012 VAN het CONCERTGEBOUW op WWW.CONCERTGEBOUW.BE VANAF 11.05.2011

blijf op de hoogte! surf naar concertgebouw.be en schrijf u in op ons e-zine


CONCERTGEBOUW 10-11

20

Muziek is pas totaal als je ze kunt delen

‘Ik ben zelf geen muzikant’, zegt Michel De Vos bij het begin van het interview. Het klinkt als een verontschuldiging, maar het staat haaks op de rest van ons gesprek dat een en al passie en gedrevenheid uitademt: voor de klassieke muziek en voor het werk van jonge muzikanten in het bijzonder. U organiseert zelf concerten? Michel De Vos: Bijna twintig jaar geleden startte ik, samen met vrienden, enkele lezingen in mijn schoenenzaak over muziek: van Händel en Bach tot Wagner en Schönberg. Ik wilde gewoon mijn passie voor klassieke muziek met andere mensen delen. Het vuur dat ik ooit meekreeg van mijn familie doorgeven aan anderen. Maar het huis werd snel te klein en onder de naam ‘De Muziekberg’ brachten we in hotels, kerken en het casino van Blankenberge enkele kamermuziekconcerten met plaatselijke en bekende musici. Maar ook dat huis werd te klein? Let wel, we zijn altijd bescheiden en nietelitair gebleven. Onze groei is eerder een streven naar kwaliteit geweest. We geven twee voordrachten per jaar, er is onder meer de jaarlijkse uitstap naar de Koningin

21

Mecenassen steunen jong muzikaal talent!

Michel De Vos organiseert SCOOP ON TOUR-concert met Trio Otono Met SCOOP ON TOUR geeft Concertgebouw Brugge jonge muzikanten podiumkansen. Een initiatief waarvoor Michel De Vos, zaakvoerder van Schoenen De Vos Blankenberge én melomaan, meteen te vinden was. Op 27 april nodigt hij met de Rotaryclub Zeebrugge Oosthoek het SCOOPensemble Trio Otono uit in het unieke kader van de Belgium Pier in Blankenberge.

CONCERTGEBOUWmagazine APR — JUN 2011

Scoop staat voor jong talent!

Creëer mee kansen voor jonge muzikanten en word scoop-mecenas!

Met de concertreeks SCOOP geeft Concertgebouw Brugge sinds het seizoen 2009-2010 een impuls aan jong talent, met een debuut in de Kamermuziekzaal en een professionele cd-opname. Tijdens het seizoen 2010-2011 werd een mecenaatsformule ontwikkeld, waarbij iedereen die de carrière van deze jonge muzikanten een duwtje wil geven, mecenas kan worden van SCOOP. Dit project werd meteen een succes: dankzij de gulle bijdrage van de SCOOP-mecenassen kan het Concertgebouw meer kansen bieden aan deze jonge kamermuziekensembles! De komende seizoenen blijft het Concertgebouw focussen op de lancering van jong talent. Ook u kan uw bijdrage leveren door mecenas te worden!

Wat moet u hiervoor doen? U levert een bijdrage van € 500 (incl. btw) indien u mecenas wenst te worden voor het seizoen 2011-2012, of € 1.200 (incl. btw) indien u drie seizoenen lang mecenas wilt zijn. Met uw bijdrage biedt het Concertgebouw als internationaal cultuurhuis aanstormend talent een kwaliteitslabel en zo ook bredere bekendheid. U krijgt de kans om gedreven persoonlijkheden te ontmoeten en hun liefde voor muziek te ontdekken. U geniet ook een seizoen lang van gratis tickets voor elk SCOOP-concert en een cd-box met de live-opnames van de SCOOP-ensembles! Tot slot krijgt u ook korting bij het boeken van een SCOOP ON TOUR-concert. Schrijf u in via www.concertgebouw.be/mecenas of neem contact op met Ann Cosyn: 050 47 69 68 of ann.cosyn@concertgebouw.be.

Het concertgebouw dankt de scoop-mecenassen: NV Poco Loco, Robbrecht en Daem, Architecten LMS Vermeersch, De Vos SchoenenBlankenberge, Crivits & Persyn Advocatenkantoor, Wuyts NV, bvba Dr. Bernard Heintz, NV Maselis, Permeke Invest NV, Baron en Barones Hugo en Chris Vandamme-Baert, Voorzitter Concertgebouw Brugge, Peter & Vik Vandamme, Jean & Lieven Cloetens, International Golfing Fellowship of Rotarians Belgium-Luxemburg, Piano’s Maene

Michel De Vos: ‘De Belgium Pier in Blankenberge, met zicht op strand en zee. Een mooiere plek voor de romantische pianotrio’s van Trio Otono kun je toch niet bedenken.’ © Paul Willaert

Elisabethwedstrijd en er zijn de concerten in de regio. In tegenstelling tot vroeger werken we nu eerder complementair met het bestaande aanbod. In Blankenberge heb je immers ook het Cultuurcentrum met interessante initiatieven. En met de komst van Concertgebouw Brugge, nu bijna tien jaar geleden, is het scala aan concerten enorm toegenomen. U bent graag te gast in dat Concertgebouw? Ik niet alleen. Heel veel van onze leden komen er over de vloer. Vroeger organiseerden we geregeld groepsconcerten. Nu vinden veel van onze mensen zelf de weg naar deze muzikale tempel in Brugge. Een plek die zoveel moois biedt voor de regio. U lijkt wel gebeten door een missie. Zeker. Het uitgangspunt van onze vereniging is onveranderd gebleven: muziek bij de mensen en mensen bij de muziek brengen. Voor mij is muziek pas totaal als je het deelt met elkaar. Ook SCOOP heeft een missie? Precies. Toen ik vernam dat het Concertgebouw het project SCOOP opstartte, was ik er meteen enthousiast over. Jonge muzikanten net dat duwtje

geven dat hun carrière nodig heeft door hen een optreden aan te bieden in het Concertgebouw en hen bovendien te laten toeren, dat vind ik bewonderenswaardig. Dat haalde me onmiddellijk over de streep. En ik heb me meteen als SCOOPmecenas gemeld om dit project nog extra te ondersteunen. De productionele en promotionele steun die het Concertgebouw ons biedt voor zo’n SCOOP ON TOURconcert is trouwens een niet te verwaarlozen pluspunt. SCOOP ON TOUR in West-Vlaanderen vr 11.03.11 EnAccord Strijkkwartet Vrijstaat O. in Oostende (www.vrijstaat-o.be) wo 27.04.11 Trio Otono - Belgium Pier in Blankenberge vr 29.04.11 ARSIS4 - Vrijstaat O. in Oostende (www.vrijstaat-o.be) SCOOP ON TOUR wordt georganiseerd met de steun van de provincie WestVlaanderen en Piano’s Maene.

In het Concertgebouwcafé kunt u een cd kiezen en met de koptelefoon genieten van een privéconcert tijdens uw lunch. De cd’s van de maand worden aan een voordeeltarief verkocht. In samenwerking met Rombaux.

april

mei

J.-G. Queyras, Hae-Sun Kang, Ensemble InterContemporain / Pierre Boulez: Sur Incises (Deutsche Grammophon, 2000) Tip R Wibert Aerts / Bach & Boulez (07.05.2011)

Huelgas Ensemble, Paul Van Nevel: La Quinta essentia (Harmonia Mundi, 2007) Tip R Huelgas Ensemble, Notre Dame (01.06.2011)

juni Arditti String Quartet / Helmut Lachenmann: Streichquartette Nr. 2 & 3 (Kairos, 2006) Tip R Danel Kwartet. Hölderlinweekend / Beethoven, Schumann, Lachenmann (04-05.06.2011)


CONCERTGEBOUW 10-11

22

XYZ

OOK IN HET CONCERTGEBOUW vr 15.04.11 / 20.00 / Concertzaal / Abba Gold Info en tickets: In&Uit Brugge (www.inenuitbrugge.be)* / Organisatie: Concertevents bvba i.s.m. Rotary ‘t Vrij* za 16.04.11 / 20.00 / Concertzaal / Chinees Nationaal Circus Info en tickets: In&Uit Brugge (www.inenuitbrugge.be)* / Organisatie: Concertevents bvba* vr 22.04.11 / 20.00 / Concertzaal / Adamo Info en tickets: In&Uit Brugge (www.inenuitbrugge.be)* / Organisatie: Concertevents bvba* za 30.04.11 / 20.00 / Concertzaal / Raymond van het Groenewoud Info en tickets: In&Uit Brugge (www.inenuitbrugge.be)* / Organisatie: Concertevents bvba i.s.m. Lions Oostkamp* zo 08.05.11 / 20.00 / Concertzaal / Bart Peeters / De ideale man Info en tickets: In&Uit Brugge (www.inenuitbrugge.be)* / Organisatie: Concertevents bvba* za 21.05.11 / 20.00 / Concertzaal / Will Tura Info en tickets: In&Uit Brugge (www.inenuitbrugge.be)* / Organisatie: Concertevents bvba* Deze informatie is onder voorbehoud en valt onder de verantwoordelijkheid van de respectieve organisatoren. * In&Uit: ’t Zand 34, 8000 Brugge (elke dag van 10 tot 18 uur) – www.ticketsbrugge.be / Concertevents: 0479 31 84 55 (elke werkdag van 13.30 tot 17 uur) – www.concertevents.be

CULTUURCAFÉ FINGERFOOD, LUNCH À LA CARTE CD’S EN BOEKEN TE KOOP EXPO’S open van woensdag tot zaterdag vanaf 11 uur en op dagen met voorstelling vanaf een uur voor aanvang

Op weg naar een andere dode, jaren geleden, stond ik opeens, onverwacht, voor zijn graf. De bloemen die ik voor die andere dode bij me had, legde ik op zijn steen en ik maakte een buiging. Als dank voor wat hij in mijn leven heeft betekend. Caspar Höweler. Zijn jaartallen ben ik kwijt. Eind 19e eeuw, tot ergens in de flower-powerjaren van de 20e. Ik bezit geen enkel naslagwerk waarin ze zijn te verifiëren. Op zijn grafdeksel stond een stukje notenbalk: tatata taa, de mopperende beginklanken van Beethovens vijfde symfonie. Deze Caspar Höweler, musicoloog, schreef een boek dat ik nog steeds bezit. Toen ik het kreeg was het de twaalfde, verbeterde druk, het genoot immense populariteit bij melomanen, waartoe ik altijd heb behoord, zonder het in de melomanie tot iets te hebben gebracht. Titel: XYZ der muziek. Een handboek over muziekterminologie, de levens en werken van componisten, muziekinstrumenten, orkestsamenstelling, van gregoriaans tot jazz, van contrapunt tot doedelzak. Het verscheen voor het eerst in 1936 en zal er vandaag wel niet meer zijn. Voorin mijn exemplaar noteerde ik de datum waarop het in mijn leven kwam: mijn vijftiende verjaardag, 1955. Trots, blij, liefdevol nam ik het mee naar de kostschool waar ik toen gedetineerd zat onder het bewind van een franciscaanse sekte. Daar

werd het mij onmiddellijk door broeder prefect afgenomen, want andere lectuur dan bestemd voor gebruik in het klaslokaal of de bidkapel was er verdacht en verboden. Muziek? Componisten? De krankzinnigheid van de ene en de drankzucht van de andere, het overspelige leven van de derde, met als gevolg syfilis, en waren er niet ook een paar die zich hadden gezelfmoord? Caspar Höweler hield het discreet. Hij was leraar aan muziekscholen, muziekrecensent en muziekwetenschapper. Ik heb nog een boek van hem bezeten, maar blijk het kwijt te zijn: Rhytme in vers en muziek. Dat handelde over accentleer. Waarom in de muziek een bepaald accent per se dáár moet staan en nergens anders. Ik heb van Caspar Höweler meer geleerd dan ik nu nog besef. Al ben ik geen componist van muziek geworden, wat ik op mijn vijftiende stellig van plan was, ik heb mij toegelegd op het componeren van literatuur, waarbij ik mij dikwijls voeg naar muzikale vormen en disciplines, – geleerd bij Caspar Höweler. Vandaar mijn dank, buiging en bloemen. In geen enkel naslagwerk dus, maar misschien is tatata taa zijn graf er nog. Ik vond het in het deftige dorp Blaricum in het Gooi, Noord-Holland. Jeroen Brouwers

’t Zand 34, 8000 Brugge www.concertgebouw.be/café

Toccata.

Fantastique.

dinsdag 5 april 2011. 20u

donderdag 12 mei 2011. 20u

B. Martinu. Toccata

G. Enescu. Roemeense Rapsodie nr. 1

J. Haydn. Celloconcerto nr. 1

W.A. Mozart. Vioolconcerto nr. 4

P.I. Tchaikovsky. Symfonie nr. 5

H. Berlioz. Symphonie Fantastique

Dirigent. Andreas Delfs

Dirigent. Seikyo Kim

Solist. Claudio Bohórquez. Cello

Jeroen Brouwers (Batavia, 1940) is een van de meest vooraanstaande Nederlandse auteurs, wiens oeuvre in binnen- en buitenland met talloze prijzen is bekroond. Zowel op thematisch, stilistisch als formeel vlak speelt muziek een belangrijke rol in zijn werk, bijvoorbeeld in zijn twee meest recente romans Geheime kamers en Datumloze dagen.

Soliste. Alina Ibragimova

Jeroen Brouwers © Gwennie Debergh

Info en tickets

In&Uit Brugge (www.inenuitbrugge.be)

050 84 05 87 / www.symfonieorkest.be www.ticketsbrugge.be Alina Ibragimova © Sussie Ahlburg


APRIL 01.04.11 — 03.04.11 vr

Ars Musica Brugge / Karlheinz Stockhausen. Tussen kunst en kosmos

01.04.11 20.00 Stimmung / Neue Vocalsolisten Stuttgart

€ 20

za 02.04.11 20.00 Mantra / GrauSchumacher pianoduo

€ 20 (inclusief concert van 22 uur)

za 02.04.11 22.00 Moving Sounds - Cosmic Pulses - Nachtmusik / Improvisaties & Intuïtie. Markus & Karlheinz Stockhausen

(zie concert van 20 uur)

zo 03.04.11 14.30 Hartekijn / Tg Schemering

€ 10 (€ 5 voor -26 en 60+)

zo 03.04.11 15.30 De Klavierstücke van Karlheinz Stockhausen / Lecture-performance door Maarten Quanten & Daan Vandewalle

€ 5*

zo 03.04.11 17.00 Gesang der Jünglinge / Arne Deforce, Daan Vandewalle, Tom De Cock en Yutaka Oya

€ 15

vr 08.04.11 20.00 Babel(words) / Sidi Larbi Cherkaoui, Damien Jalet, Antony Gormley

€ 30 25 20 14

za 09.04.11 20.00 Orchestre des Champs-Elysées & Thomas Zehetmair / Schumann

€ 50 38 26 16

wo 13.04.11 20.00 Waar is mijn ziel? / B’Rock & Muziektheater Transparant. Monteverdi

€ 20

wo 20.04.11 20.00 Anima Eterna Brugge & Sergei Istomin / Haydn. Die Sieben letzten Worte

€ 40 30 22 15

do 28.04.11 20.00 En Atendant / Anne Teresa De Keersmaeker & Rosas

€ 30 25 20 14

vr 29.04.11 20.00 L’Arpeggiata, Nuria Rial & Philippe Jaroussky / Teatro d’amore

€ 40 30 22 15

MEI di 03.05.11 20.00 De Oogst van het Seizoen za 07.05.11 20.00 Wibert Aerts / Bach & Boulez

€ 7**

€ 15

di 10.05.11 20.00 De Gehangenen / Josse De Pauw, Jan Kuijken, LOD 14.05.11 — 15.05.11

€ 20

Domein José Navas

za 14.05.11 20.00 Diptych / José Navas, Claire Chevallier, Company FLAK

€ 30 25 20 14

zo 15.05.11 16.00 Myriam Van Imschoot in gesprek met José Navas & twee dansfilms

€ 5*

zo 15.05.11 20.00 Personae / José Navas

€ 15

wo 18.05.11 20.00 Eric Le Sage / Schubert & Schumann. Fantasie do 19.05.11 20.00 Evelina Petrova & Bert Van Laethem / Van de Wolga tot de Noordzee

€ 20

€ 15

vr 20.05.11 20.00 2001: A Space Odyssey / Brussels Philharmonic

€ 30 25 20 14

JUNI wo 01.06.11 20.00 Huelgas Ensemble / Notre Dame

€ 30 25 20 14

vr 03.06.11 20.00 Schumann, Hölderlin & de 20e eeuw / Lecture-performance door Jan Michiels 03.06.11 — 05.06.11

€ 5*

Danel Kwartet. Hölderlinweekend / Beethoven, Schumann, Lachenmann

€ 15 per concert - Weekendpas € 30

za 04.06.11 15.00 Helmut Lachenmann / Gesprek & concert

€ 5*

za 04.06.11 20.00 Danel Kwartet / Beethoven, Schumann en Nono

€ 15

zo 05.06.11 11.00 Danel Kwartet / Beethoven, Lachenmann en Schumann

€ 15

zo 05.06.11 14.00 Hölderlin en de goden van onze tijd / Lezing door Stefan Hertmans

€ 5*

zo 05.06.11 15.00 Danel Kwartet / Beethoven, Lachenmann en Schumann

€ 15

za 18.06.11 20.00 La Petite Bande / Sigiswald Kuijken & Laureaten Koningin Elisabethwedstrijd Zang * **

€ 40 30 22 15 MEET & MUSIC: champagnebar na de voorstelling € 12

Gratis met een ticket voor de bijbehorende voorstelling, anders € 5 € 5 voor 60+, groepen, leden van Knack Club, vrienden van de Biekorfbibliotheek en met Poorterspas / € 3,50 met Discoverypas (-26)

discoverypas 50 % korting voor jongeren www.concertgebouw.be/discovery

WWW.CONCERTGEBOUW.BE +32 70 22 33 02 IN&UIT, ‘t zand 34, BRUGGE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.