H2O december 2013

Page 1

12

www.vakbladh2o.nl

HET NIEUWE BLUSSEN DRENTSE BRANDWEER ZEGT DE KRAAN GEDAG DRINKWATERBEDRIJVEN

KUNNEN ZE NOG LEREN?

WATERSCHAPPEN

ZUID-AFRIKA KIJKT HIER DE KUNST AF

NIYAZI YILMAZ WATERZUIVERAAR VAN TATA STEEL

Maandblad voor waterprofessionals 19 december 2013 46ste jaargang


I

2

3

nhoud

Achter de

cover Tekst Barbara Schilperoort

Waar? Bij de bassins van de biologische afvalwaterzuivering achter Kooks- en Gasfabriek 2. Hier ligt het meest spectaculaire deel van het 750 hectare grote bedrijventerrein. Met enorme bergen kolen: verschillende soorten, uit verschillende landen omdat je daarmee de beste kooks maakt (men hanteert hier de Duitse schrijfwijze in plaats van de ­Engelse (‘cokes’) die we op school leerden). Met immense batterijen, ­industriegebouwen, hoogovens, loodsen, hoge transportbanden dwars over de weg. Vele stoompluimen uit de even zovele schoorstenen – in alle soorten en maten – waaien in de stevige westenwind eensgezind dezelfde kant op. Het is een landschap uit een andere wereld, gelegen in een hoek tussen de ingang van het Noordzeekanaal bij IJmuiden en de duinenrij langs de Noordzeekust. “Vanaf de duintoppen heb je een mooi uitzicht op mijn werkplek. Daar laat ik mijn familie uit Turkije zien waar ik werk!” Wat? “Het afvalwater uit het verkooksingsproces reinigen we door middel van bacteriën die organische componenten afbreken. Net als in een rioolwaterzuiveringsinstallatie ­gebeurt. Maar wereldwijd zijn wij de enige kooksfabriek die de verschillende afvalwaterstromen uit zijn verschillende fabrieken gecombineerd in zo’n installatie zuivert. Via een beluchtings- en bezinkingsbassin en zandfilters belandt het gezuiverde afvalwater uiteindelijk in het riool.” In de bassins met een gezamenlijke inhoud van circa 20.000 kubieke meter stroomt continue 280 kubieke meter water per uur in en uit. Die verhouding is nodig voor een ­optimale verblijftijd in het reinigingsproces. “Natuurlijk is veel geautomatiseerd. Maar we werken met levende biomassa, het influent varieert in hoeveelheid en kwaliteit. Daarom nemen we voortdurend monsters, controleren de bezinking, voegen zo nodig extra zuurstof, natronloog en fosforzuur toe. Onze ‘beestjes’ moeten zich lekker voelen. Dan functioneren ze het beste. Zo houden we de pH op een niveau van 6,8 – 7,2 en de temperatuur rond de 31 graden Celsius.” Daarom hangen boven de bassins in deze koude tijd van het jaar vaak dikke slierten waterdamp.

NR 12 / decemBER 2013

4

Fotografie Kees Hummel

Wie? Niyazi Yilmaz (48), medewerker afvalwaterzuivering bij Tata Steel, in de volksmond vaak nog ‘Hoogovens’ genoemd. Zijn vader hoorde begin jaren zeventig bij de eerste Turkse gastarbeiders. In 1981 kwam het hele gezin over. Een flinke overstap voor de toen 15-jarige Niyazi. Er kwam weinig meer terecht van een schoolcarrière, maar bij Hoogovens waren ook mensen zónder diploma welkom. Hij ging aan de slag als kraandrijver in de walserij. En belandde daarna alsnog in de schoolbanken, want hij wilde carrière maken.

Schrijf mee aan H2O Maandblad H2O en H2O-Online zijn media van en voor waterprofes­ sionals. Schrijf dus mee. Vertel over uw ervaringen met nieuwe technieken of over de laatste resultaten van toegepast onderzoek. Er zijn volop mogelijkheden tot publiceren in het maandblad en op H2O-Online. Kijk op de site voor auteursinstructies en neem contact op met de redactie via: redactie@vakbladh2o.nl

BRANDWEER NEEMT AFSCHEID VAN DE KRAAN KNW-CONGRES ‘DE STAD WORDT NAT’; EEN IMPRESSIE

10

ZUID-AFRIKA NEEMT VOORBEELD AAN ONZE WATERSCHAPPEN

18

WAT KAN DE DRINKWATERSECTOR NOG LEREN?

30

4

VASTE RUBRIEKEN Hoogstandje Groningse poldermolen krijgt oude taak terug

10 18 30

nr 12 / december 2013

8

Waternetwerk Nieuws uit het netwerk van waterprofessionals

10

Op pad met… Dick Groenendijk, ecoloog bij drinkwaterbedrijf PWN

22

Waterwerk Technische informatie uit de watersector Waterwetenschap • Zuid-Limburgs oppervlaktewater bevat verrassend veel medicijnen • Lekke waterputten: hoe spoor je ze op?

24

Verder op H2O Online Overzicht van alle nieuwe vakinformatie op www.vakbladh20.nl

38

34

Colofon Maandblad H2O is een uitgave van de Stichting H2O. REDACTIE Monique ­ Bekkenutte (­hoofdredacteur), Roel Smit (producent/­ eindredacteur), Anne de Boer; B ­ inckhorstlaan 36, M417, 2516 BE Den Haag, ­070-3222765, e-mail: Redactie @ vakbladh2o.nl REDACTIE­RAAD René ­Arninkhof, Matthijs van den Brink, Erwin de Bruin, Roberta Hofman-Caris, Henk Dekker, Daphne de Koeijer, Hans ­Middendorp, Johan van Mourik, Jos Peters, ­Jan Roelsma, Joris Schaap, ­Veerle ­Sperber, André Struker, Marlies Verhoeven, Marie-José van de V ­ ondervoort, Michiel van ­Willigen, en J ­ ason Zondag. VORMGEVING Ronald Koopmans BLAD­MANAGEMENT Gerrit H ­oltman ­ ADVERTENTIEVERKOOP PSH Media Sales, Shahin Habbah, Postbus 30095, 6803 GM Arnhem, 026-7501851, e-mail:­­ shahin.habbah@pshmediasales.nl DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ABONNEMENTEN ­Secretariaat @vakbladh2o.nl


4

Het Nieuwe Blussen: wat zijn de gevolgen?

van de

brandkraan

Afscheid

T

Thema

Tekst Sander Peters | Beeld iStockphoto

De wegen van de brandweer en het drinkwaterbedrijf scheiden zich. In ­Drenthe al vanaf 1 januari 2014; andere delen van het land volgen. De ­brandweer neemt afscheid van de brandkraan en kiest voor het nieuwe blussen: zelfvoorzienend, met enorme tankwagens. Wat zijn de gevolgen van deze stap voor waterbedrijven en hun klanten? En: waarom dit besluit?

Eerst maar even de feiten: vanaf 1 januari 2014 neemt de brandweer in vier Drentse ­gemeenten (Emmen, Borger-Odoorn, Coevorden en Assen) afscheid van de brandkraan. In plaats ­daarvan is een aantal gloednieuwe tankwagens aangeschaft met een capaciteit van maar liefst 15.000 liter – tien keer zoveel als de ‘gewone’ bluswagens. De meeste ­branden kunnen met gemak geblust worden met één zo’n voorraad. Bij grotere branden maakt de brandweer voor het bijvullen gebruik van zogenoemde natuurlijke vulpunten: kanalen, meertjes, bronputten, noem maar op. Door een slimme logistiek kunnen de bluswerkzaamheden zo georganiseerd worden dat er altijd één of meer tankwagens ter plaatse zijn, terwijl de andere wagens op weg zijn naar een vulpunt. Zie hier Het Nieuwe Blussen. Zelfvoorzienend Het verbond tussen drinkwaterleiding, bluswater en brandkraan, dat feitelijk sinds de aanleg van het leidingnet naar tevredenheid functioneerde, is dus niet langer vanzelfsprekend. De vraag is natuurlijk: waarom? Welke overwegingen schuilen er achter het afscheid van de brandkraan en de overstap naar zelfvoorzienend blussen? De Drentse brandweer stelde in 2012 in een presentatie dat “tankwagens een betere bluswatervoorziening vormen dan brandkranen”. Waarom? “Omdat 80 tot 95 procent van de branden te blussen zijn met tankwagens. Omdat tankwagens betrouwbaarder zijn, want de brandweer heeft ze in eigen beheer. Omdat tankwagens goedkoper zijn. En omdat ze duurzamer zijn.” En dus hebben inmiddels acht van de twaalf Drentse gemeenten (ook Aa en Hunze, ­Tynaarlo, Noordenveld en Midden-Drenthe hebben de knoop doorgehakt) het contract met ­Waterleiding Maatschappij Drenthe (WMD) opgezegd. De overige vier zullen snel volgen, is de algemene verwachting. Nuance Mooie woorden, zegt Jan Vreeburg, onderzoeker bij KWR Watercycle Research Institute. En een begrijpelijke uitleg, want het moet vreemd lopen wil iemand de geldigheid van deze ­argumenten betwisten. Maar toch denkt Vreeburg dat er ook andere redenen zijn waarom de brandweer de waterbedrijven de rug toekeert. > nr 12 / december 2013

Wat zijn de gevolgen van deze stap voor water­bedrijven en hun klanten?

5


Thema

6

“Eind jaren negentig heb ik een grootschalig onderzoek geïnitieerd naar de effecten van de combinatie van blus- en drinkwaternet op de waterkwaliteit. De conclusie destijds was dat de overgedimensioneerde leidingen zorgen voor een lagere snelheid en langere verblijftijd van het water en daarmee ook voor risico’s op bruin water. De oplossing die wij toen voorstelden, was de aanleg van een zelfreinigend leidingnet van kleinere, dunnere leidingen, zeker aan de uiteinden. Dat nieuwe fijnere leidingnet kon nog steeds in 80 procent van de gevallen de benodigde hoeveelheid bluswater van 60 kubieke meter per uur opleveren; in de resterende 20 procent is minimaal 30 kubieke meter per uur voorhanden. Helaas is die nuance echter volledig verdwenen in de discussie daarna. Vanaf dat moment ontstond het beeld dat waterbedrijven een goedkoper en fijnmaziger leidingnet wilden aanleggen, waarin geen plaats meer was voor de brandweer en hun brandkranen. Uiteindelijk heeft dat geleid tot het ‘opstappen’ van de Drentse brandweer. En er zullen nog regio’s volgen, vermoed ik. Het heeft me wel verrast dat ook de brandweer Drenthe nu aangeeft dat 30 kubieke meter per uur voldoende is, terwijl dit bij de start van de discussie werd bestreden. ”

En de rest van Nederland? “Ja, we zijn verrast door de beslissing van de Drentse brandweer”, stelt Rob Eijsink van Vewin, de belangenorganisatie van de tien Nederlandse drinkwaterbedrijven. “Het thema staat landelijk natuurlijk al wat langer op de agenda, maar wanneer de brandweer in een bepaalde regio de knoop doorhakt, komt het toch nog onverwacht.” De brancheorganisatie van drinkwaterbedrijven snapt de overwegingen achter de beslissing ook niet helemaal. “In het rapport van de commissie-Mans uit 2011 staat dat de operatie een besparing van 7,5 miljoen euro kan opleveren. Dat lijkt mij aan de hoge kant”, aldus Eijsink. Ook de suggestie vanuit brandweerkringen dat drinkwaterbedrijven de brandweer en ‘hun’ brandkranen liever kwijt dan rijk zouden zijn, verwerpt Eijsink. “Natuurlijk vormt een brandkraan een risico. Het is een zwakke schakel, die de kans op storingen vergroot. Dat klopt. Als we destijds alleen een drinkwaternet hadden aangelegd, waren die kraantjes er niet in gebouwd. En ja, we willen graag meer en meer toe naar een zelfreinigend,

“ Deze operatie is een ontzettend slechte deal voor de burger”

Voor- en nadelen Wat betekent het nieuwe blussen voor drinkwaterbedrijven? Wie kan die vraag beter beantwoorden dan de partij die als eerste met de verandering te maken krijgt: Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD)? “Laat ik voorop stellen dat we niet staan te springen hier”, zegt Norbert Veldkamp, omgevingsmanager en plaatsvervangend directeur van WMD. “De samenwerking met de ­brandweer – en de gemeenten als opdrachtgever van de brandweer – is altijd prima ­verlopen. Wij leverden een dienst, zij betaalden ervoor. Samen zorgden we voor een adequate brandbestrijding.” Het besluit van de Drentse gemeenten om de brandkraan voortaan niet meer te gebruiken, levert WMD zowel voor- als nadelen op, legt Veldkamp uit. “Laat ik er niet omheen draaien: in sommige opzichten vinden we het best prettig dat ons leidingnet voortaan alleen voor drinkwater bestemd is. Het leidt tot minder druk op de leidingen, minder plotselinge breuken of lekkages en het betekent ook dat we bij vervanging of de aanleg van nieuwe leidingen kunnen overstappen op dunnere buizen. Dat is goedkoper, beter voor de kwaliteit van het water en duurzamer.” Een ander voordeel, niet voor WMD maar wel voor de burger, is dat het bestrijden van brand in natuurgebieden nu beter zal verlopen. “Waarom? Om de simpele reden dat er op deze plekken geen waterleiding is, maar dat er wel volop natuurlijke vulpunten in de buurt te vinden zijn.” Slechte deal Maar er zijn ook nadelen, weet Veldkamp. Het belangrijkste is dat er in feite kapitaalvernietiging plaatsvindt: de brandkranen in Drenthe zijn nog lang niet afgeschreven, dus het kost de burger aanvankelijk meer geld. “De brandweer huurde van ons 20.000 b ­ randkranen. Per brandkraan betaalden ze 40 euro per jaar. Tel uit je verlies! Inderdaad: 800.000 euro krijgen we minder binnen vanaf 2014. Daar staat tegenover dat we misschien minder kosten kwijt zijn aan onderhoud en reparaties, al blijft het een punt van discussie wat we doen met de brandkranen de komende jaren. Weghalen kost geld, maar als we ze laten staan, is enig onderhoud onvermijdelijk. Wie betaalt dat? Daarover zijn we nog in onderhandeling. Zeker is dat we ook op langere termijn een aantal van die kranen in stand houden, voor evenementen en dergelijke. Dat zijn dan onze eigen kosten natuurlijk.” Dat de brandkranen niet een-twee-drie zullen verdwijnen en ook de komende tientallen ­jaren nog onderhoud vragen, dat zit Jan Vreeburg (KWR) dwars. “Deze operatie is een ontzettend slechte deal voor de burger. De brandkranen zijn de voorbije jaren al betaald via het watertarief. Tegelijk blijft een zeker onderhoud nodig. Het waterbedrijf moet de kranen ‘­kennen’.

minder gedimensioneerd leidingnet, ook dat klopt. Maar dat kan prima samengaan met een bluswatervoorziening.” Eijsink betreurt het dat de samenwerking in Drenthe is beëindigd. En ook dat het op meerdere plaatsen in het land dreigt te gebeuren. “In Noord-Brabant zal het niet lang meer duren voor het zover is, en ook uit de PWN- en Vitens-regio’s hoor ik steeds meer geluiden in deze richting. Kijk, het verhuren van het leidingnet aan de brandweer is geen wettelijke taak voor drinkwaterbedrijven. We vonden en vinden het wel een belangrijke maatschappelijke taak. In die zin is het een dienst die we graag blijven aanbieden.”

Dus dat zal ook doorberekend worden. Daarnaast echter heeft het andere nutsbedrijf, de brandweer, peperdure, hightech-wagens aangeschaft, van 200.000 euro per stuk. Het duurt nog tientallen jaren voordat ook de kosten van onderhoud aan brandkranen, al dan niet gebruikt door de brandweer, zullen dalen. Daar betaalt de burger ook aan mee. Ik had verwacht dat er de afgelopen jaren wel iemand bij de waterbedrijven of brandweer zou opstaan om te zeggen: ‘Ho, stop, is dit wel slim?’. In plaats daarvan merk ik dat de discussie een eigen leven is gaan leiden. Dat is zonde.” Veiligheid Volgens Norbert Veldkamp (WMD) zal de burger verder niet veel merken van de operatie. Geen calamiteiten, geen hogere prijzen, maar ook geen merkbaar betere kwaliteit van het drinkwater. Voor WMD ligt de grootste uitdaging de komende jaren in het afbouwen van de bemoeienis met de brandkraan én het nadenken over de mogelijkheden die deze situatie biedt. “Een fijn vertakt drinkwaternet, met zogenoemde leeglopende leidingen, steeds dunner en kleiner hoe dichter ze bij de huizen liggen, dat is voor alle partijen het beste. De deeltjes die anders zouden bezinken, worden dan als het ware naar de klant meegevoerd, zodat er niets achterblijft. Maar zover zijn we nog niet helaas. Het overgedimensioneerde netwerk zal nog jaren blijven liggen.” Tot slot: één mogelijk nadeel van de hele operatie is nog niet genoemd. Los van de financiële en technische overwegingen, zijn er betrokkenen die vrezen voor de veiligheid bij de brandbestrijding straks. Het scenario waarin er straks ieder halfuur een grote brandweerwagen met hoge snelheid heen en weer rijdt tussen vulpunten en de plek van de brand, baart hen zorgen. Zeker als de brandweer straks ook in meer stedelijke gebieden voor het nieuwe blussen kiest. | nr 12 / december 2013

Klik hier voor het bekijken van een videoproductie over de nieuwe werkwijze van de Drentse brandweer.

7


8

9

O

HOOGSTANDJE

H2

Tekst Jan van den Berg | Fotografie Marcel Molle

Uitloop van de vijzel. De roestvrijstalen buizen zijn voor koeling van de hydraulische olie

Groningse poldermolen krijgt oude taak terug Traditionele poldermolens zijn mooi, maar spelen geen rol meer in het waterbeheer. Zo was het tot voor kort. Maar dat klopt niet altijd. Afgelopen mei werd in het Groningse Sebaldeburen ­poldermolen De Eendracht weer in dienst genomen om zijn oorspronkelijke functie te vervullen.

Met respect voor het monument is de hydraulische aandrijfunit in een kelder geplaatst

Bediening en controle van de hydraulische aandrijving kunnen zowel lokaal als op afstand plaatsvinden

Zicht op de uitloop met rechts de wachtdeur. Deze deur voorkomt het binnenstromen van water in de polder als het peil van de boezem hoog is

Molen De Eendracht werd in 1887 gebouwd en werd toen uitgerust met één vijzel. Reeds acht jaar later werd een tweede vijzel geïnstalleerd. De waterverplaatsende installaties in de molen werden diverse malen aangepast aan de eisen van de tijd. Zo kreeg de tweede vijzel in 1926 een elektrische aandrijving. Maar in 1990 viel het doek. De Sebaldebuurstermolenpolder werd in het vervolg droog gehouden door een modern gemaal. Voor De Eendracht restte slechts een cultuurhistorische functie. Molenstichting Westerkwartier, eigenaar van de molen, heeft De Eendracht in goede conditie gehouden. Dit heeft de basis gelegd om de molen weer een taak te geven in het ­waterbeheer. De eerste vijzel is gerestaureerd en ­voorzien van een hydraulische aandrijving. Een elektromotor drijft een hydraulische pomp aan. Deze genereert de druk ­waarmee een hydraulische motor wordt aangedreven. De motor kan door middel van een tandwiel gekoppeld ­worden aan de vijzel. De koppeling is niet permanent, maar kan naar ­behoefte worden in- en uitgeschakeld. De reden om een hydraulische aandrijving te plaatsten, is dat deze makkelijker zijn ‘weg te werken’ dan een elektrische. De componenten kunnen zodanig worden geplaatst nr 12 / december 2013

Molenaar Henk Berends

dat ze nauwelijks zichtbaar zijn. Hierdoor blijft het historische karakter beter bewaard. De hernieuwde taak in het waterbeheer heeft diverse voordelen. In de eerste plaats heeft waterschap N ­ oorderzijlvest de beschikking over extra capaciteit, zonder dat er een nieuw gemaal hoeft te worden gebouwd. Dit zou duurder zijn dan de aanpassing van De Eendracht. Voor Molenstichting Westerkwartier betekent een en ander dat het voortbestaan van De Eendracht beter gegarandeerd is, nu deze weer een essentiële functie vervult. De Eendracht is overigens niet uniek. Waterschap Amstel, Gooi en Vecht gaat poldermolens ook weer gebruiken voor het waterbeheer. De organisatie heeft afgelopen maart een overeenkomst gesloten met de eigenaren van vijftien polder­molens. Ook dit waterschap wil gebruik maken van de extra bemalingscapaciteit. In tegenstelling tot De Eendracht zullen deze molens geen gemotoriseerde aandrijving krijgen. Daarmee maakt ­Amstel, Gooi en Vecht zich afhankelijk van de wind en zullen de molens niet altijd kunnen werken als dat nodig is. Maar als de wind waait, malen de molens op gratis energie.


Waternetwerk

10

Nieuws uit het netwerk van waterprofessionals

Fotografie Jan Willem Houweling

Najaarscongres KNW op passende locatie De RDM-Campus, gelegen op het terrein van de voormalige Rotterdamse Droogdokmaatschappij (RDM) vlakbij de vroegere ­havenarbeiderswijk Heijplaat, was de goed uitgekozen locatie voor het najaarscongres van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). ‘De stad wordt nat’, ofwel de stand van zaken in het stedelijk waterbeheer, was het thema. Een verhaal in beelden; lees overigens ook de persoonlijke impressie van Eilard Jacobs op pagina 11.

MIJN IMPRESSIE

D e stad

De stad wordt nat; een warm bad Vrijdag 29 november hield Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) het najaarscongres in Rotterdam. ‘De stad wordt nat’ was deze keer het thema, ofwel: hoe staat het er voor met het stedelijk water? Eilard Jacobs geeft zijn impressie. Een grote opkomst in Rotterdam

KNW had drie hbo-studenten watermanagement uitgenodigd, die hun impressie mochten geven. Vanaf links: Rosemarie van der Ham, Merel Schuller, Steven El Kajjal en dagvoorzitter Jean Eigeman

Tijdens het najaarscongres werden ook de KNW-scriptieprijzen uitgereikt. Hier de winnaars en de genomineerden. Achterste rij: ­Monique Bekkenutte (directeur KNW), ­Kimberly Learbuch, Bastiaan van der Horst (winnaar BSc-prijs), Thomas Mos (winnaar Bsc-prijs) en Jelle Roorda (juryvoorzitter). Voorste rij: Andreas Moerman (winnaar Mscprijs), Heleen Verschueren en Boy Poppe

Daar kunnen ook de benchmarks niet veel aan veranderen. Hugo Gastkemper (directeur stichting Rioned) vertelde wat over de Benchmark Rioleringszorg, die net uit was. Maar ook bij deze benchmark is, evenals bij de andere waterbenchmarks, toch vooral de toon: zie eens hoe goed we bezig zijn. Goede zaak is dat steeds meer aan onze klanten gevraagd wordt of die dat dan ook vinden. De standaarduitkomst van dit soort ­klanttevredenheidsonderzoeken is dan overigens het rapportcijfer 7,0, tenzij er écht iets grondig mis is. De enige aanwezige niet-waterprofessional, Maarten Nypels, ruimtelijk ordenaar uit ­Rotterdam, was gelijk een stuk kritischer. Hoewel niet in zijn presentatie, die ging onder andere ging over hoe je in crisistijd als overheid zonder geld toch een upgrading van een voormalig havengebied voor elkaar kunt krijgen. Juist: door de markt aan zet te laten. ­Helaas is dat proces nog volop aan de gang en weten we dus nog niet wat het oplevert. Prompt was er een vraag uit de zaal wanneer het waterschap in beeld kwam.

Veel tijd en gelegenheid om kennis te maken met andere waterprofessionals ’s Middags waren er parallelle werksessies, met veel gelegenheid voor interactie Onderonsje van (links) Roelof Kruize (voorzitter KNW) en Manfred van der Heijde (waterschap Amstel, Gooi en Vecht)

Hugo Gastkemper, directeur van Rioned, presenteerde de resultaten van de Benchmark Rioleringszorg (zie ook pagina 29)

‘De stad wordt nat’, maar daar hebben we het niet zoveel over gehad. Het thema van het KNW-najaarscongres was meer: zijn we wel goed bezig? Het beeld dat hierover werd neergezet was: ‘Ja’ (al kan het best nog een beetje beter). De terugblik van Arie van der Vlies (oud-directeur Waterschap Hollandse Delta) en de vooruitblik van Jeroen Langeveld (TU Delft/Royal HaskoningDHV) lieten goed zien dat de watersector in ieder geval erg zijn best doet en ook wil blijven doen. Toch beklijft bij mij en wat andere aanwezigen het gevoel dat we nog steeds wel erg met onszelf bezig zijn. We kijken wel steeds meer naar onze omgeving, maar we zijn nog niet zover dat de omgeving ook met ons meekijkt.

Waar we als watermensen met elkaar vooral goed in zijn, is discussiëren over de toekomst van de watersector. Daarom was het leuk dat we daar in workshops met elkaar verder over gingen bomen. Op vele flipovers zijn ideeën opgeschreven over: de toekomst van de ­waterketen, hoe we beter kosten kunnen beheersen of kunnen zorgen hoe de omgeving nog beter rekening met ons houdt. Niet dat we daar uit zijn maar het lééft wel. In de workshop met de titel ‘Waar zijn we nu eigenlijk helemaal mee bezig’ zetten Fons Nelen en Govert Geldof een zo tegengesteld beeld neer dat de discussie zelfs uitliep tot in borreltijd. Tijdens het congres hadden we allemaal op onze i- of smartphone een kleine enquête ­ingevuld. Een dankbaar onderwerp voor de afsluiting. Zo bleek dat de oudere ­aanwezigen vinden dat we vooral goed moeten onderzoeken en dat het niet veel efficiënter kan en de jongere aanwezigen dat we juist vooral aan de slag moeten gaan en dat het wel veel ­efficiënter kan. We zijn er wel samen van overtuigd dat de factor ‘mens’ doorslaggevend is. Maar we hebben weinig vertrouwen in het vermogen van burgers om zelf risico’s goed in te schatten. Het was weer een warm bad van tevredenheid waarin we ons onderdompelden, met een snufje zelfkritiek voor het aroma. Eilard Jacobs

nr 12 / december 2013

wordt nat

Kort

nieuws

Duiven krijgt grondstoffenfabriek De gemeente Duiven, Wageningen Universiteit en onderzoeksinstituut Alterra willen samen met Waterschap Rijn en IJssel een duurzame grondstoffenfabriek ontwikkelen bij de waterzuiveringsinstallatie in Duiven, bij Arnhem. Een intentieovereenkomst van die strekking werd ondertekend tijdens het grote innovatiecongres ‘Oase 2013’, dat in november in Ulft werd gehouden. Aansluitend werden met potentiële deelnemende bedrijven de concrete opties voor grondstoffenwinning bekeken. www.wrij.nl

Het startsein voor de samenwerking werd door de gemeente, universiteit en waterschap bezegeld met de officiële ondertekening van een intentieovereenkomst door (vanaf links): dijkgraaf Hein Pieper (Waterschap Rijn en IJssel), Cees Slingerland (directeur van Alterra Wageningen UR), Henk Zomerdijk (burgemeester Duiven) en Onno Omta (hoogleraar bedrijfskunde aan de Wageningen Universiteit)

11


Waternetwerk

12

Nieuws uit het netwerk van waterprofessionals

Agenda 10 JANUARI, DELFT

Vakantiecursus 2014

Voor de 66e keer wordt de Vakantiecursus gehouden. Thema is K3 in de watertechnologie: kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid. Organisatie: TU Delft. www.aanmelder.nl/vakantiecursus2014

16 JANUARI, LEEUWARDEN

WaterLink

Learn, meet & Greet event met themasessies over ­cross-sectorale thema’s, om ondernemers en onderzoekers uit zowel de watersector als uit andere sectoren bij elkaar te brengen. Organisatie: WaterAlliance. www.wateralliance.nl/waterlink

29 JANUARI, CRUQUIUS

Middagbijeenkomst assetmanagement

Middagbijeenkomst van de KNW-themagroep ­Assetmanagement, met als thema ‘Cultuur = assetmanagement = cultuur’. ­Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk. www.waternetwerk.nl

4-6 FEBRUARI, HARDENBERG

Infra Relatiedagen Hardenberg

Trefpunt voor relaties in de grond-, weg- en waterbouw. ­Exposanten tonen in Evenementenhal Hardenberg hun producten en/of diensten op het gebied van grond-, weg- en waterbouw en wat aan deze branche gerelateerd is. Organisatie: Evenementenhal Hardenberg. http://www.evenementenhal.nl/hardenberg

Hielke Lemstra overleden

PERSONALIA

Op 14 oktober is overleden Hielke ­Lemstra, oud-directeur van de Waterleidingmaatschappij Overijssel (WMO). Lemstra studeerde Civiele Techniek in Delft en trad in 1961 in dienst bij de WMO. In 1975 werd hij benoemd tot technisch adjunct- directeur en van 1988 tot 1996 was hij directeur. Tijdens zijn vele jaren in dienst van het ­waterleidingbedrijf leverde hij een belangrijke bijdrage aan de drinkwatervoorziening in het werkgebied van de WMO. Het bedrijf groeide in die periode sterk als gevolg van de aansluiting van veel plattelandsgebieden en de overname van veel gemeentelijke waterleidingbedrijven. Hij heeft een groot aandeel gehad in de opbouw en de uitbouw van het bedrijf. In 2002 is WMO opgegaan in Vitens. Hielke Lemstra was een goede collega om mee samen te werken. Een echte waterleidingman met een grote ­kennis van het vak over de volle breedte. Hij werkte vanuit de ­overtuiging dat een goede en betrouwbare drinkwatervoorziening essentieel is en blijft voor het welzijn van iedereen en zijn inzet was groot. Hielke Lemstra is 82 jaar geworden.

In november is Jacqueline Cramer aangetreden als voorzitter van de Plastic Soup Foundation. Cramer, oud-minister van VROM, neemt de plaats in van Jack van Ham, die de nieuwe milieuorganisatie het afgelopen jaar in professioneel ­vaarwater bracht. Jacqueline Cramer heeft als minister in 2009 als eerste de plastic soep (de aanwezigheid van steeds meer plastic afval in oceanen en zeeën) bespreekbaar gemaakt in de Europese Raad van milieuministers.

Jan van den Berg

Kort

nieuws

6 FEBRUARI, UTRECHT

Rioned-dag 2014

Deze dag heeft een nieuwe opzet: meer variatie, meer ­diepgang en meer interactie. Er worden zes verschillende kennisprogramma’s aangeboden en ’s morgens – tijdens het plenaire deel – spreekt Karla Peijs (voorzitter van de Visitatiecommissie ­waterketen). Organisatie: Stichting Rioned. www.riool.net

13 FEBRUARI, NIEUWEGEIN

Waterinfodag 2014

Jaarlijkse podium voor informatievoorziening in het waterbeheer. Ontwikkelaars en gebruikers van informatiesystemen ontmoeten en informeren elkaar op de beurs en in een inspirerend programma. Organisatie: Waterinfodag. www.waterinfodag.nl

Organiseert u een evenement voor waterprofessionals dat vermelding verdient in de rubriek Agenda? Meld het dan aan de redactie van maandblad H2O: redactie@vakbladh2o.nl

Landbouwproject ‘Spaarwater’ van start Na toekenning van een bedrag van bijna 600.000 euro uit het Waddenfonds, is het project ‘Spaarwater’ van start gegaan. Doel van het project is het mogelijk maken van “rendabel en duurzaam agrarisch water­ gebruik in een verziltende omgeving”. In het kader van het project wordt de komende jaren op drie boerenbedrijven In Groningen, Friesland en Noord-Holland onderzocht welke maatregelen mogelijk zijn tegen verzilting. www.spaarwater.com

Export blijft groeien De export van de Nederlandse watersector groeide in 2012 met 6,5 procent, naar een bedrag van 7,1 miljard euro. Dat positieve beeld lijkt zich in 2013 door te zetten, want uit onderzoek blijkt dat ruim 60 procent van de bedrijven verwacht dat de buitenlandse omzet van wateractiviteiten in 2013 zal toenemen; één op de vijf ondernemingen verwacht een afname. Deze cijfers maakte Netherlands Water Partnership bekend ter gelegenheid van de start van de International Water Week (4 tot 8 november) in Amsterdam. www.nwp.nl

Op 15 november hield decaan Bert Geerken van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen van de TU Delft zijn intreerede ‘Waterwereld’. Daarin ging hij in op de bijzondere eigenschappen en aspecten van water en op de rol die water inneemt op aarde en in ons bestaan. Geerken was benoemd als decaam met ingang van 1 januari 2011. Er zijn weer twee ­nieuwe ambassadeurs actief voor Waterwonderen, het initiatief dat bedoeld is om jongeren enthousiast te maken voor een toekomst in de watersector. De Len Hazeleger Maaike Schaap nieuwe ambassadeurs zijn: Maaike Schaap en Len Hazeleger. Maaike is decaan en kerndocent Watermanagement bij Helicon Opleidingen en Len

is één van de afgestudeerde studenten van deze opleiding. Na het behalen van zijn diploma is Len als projectmedewerker aan de slag gegaan bij Waterschap Rivierenland. Hein Pieper is per 7 oktober benoemd tot voorzitter van het bestuur van Wateropleidingen. Hij is de opvolger van Hans ­Oosters, dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Hein P ­ ieper is sinds 2011 dijkgraaf van ­Waterschap Rijn en IJssel. Pieper (1962) studeerde theologie aan de Universiteit voor Theologie en Pastoraat in Heerlen. Hij bekleedde functies bij het Bisdom Groningen en het aartsbisdom Utrecht. Begin oktober zijn Gert Dekker en Esther Bosman al toegetreden tot het bestuur van Wateropleidingen, beiden namens Waternetwerk. Zij nemen de plaats in van Monique Bekkenutte en Fons Nelen. Het bestuur van Wateropleidingen is nu als volgt samengesteld: • Hein Pieper, voorzitter (dijkgraaf van het Waterschap Rijn en IJssel, namens de waterschappen) • Peter Vermaat (Evides Waterbedrijf, namens Vewin) • Piet Sennema (Waterschap Aa en Maas, namens de waterschappen) • Gert Dekker (Ambient, namens Waternetwerk) • Esther Bosman (Royal HaskoningDHV, namens Waternetwerk) Secretaris van het bestuur is Agnes Maenhout, directeur van Wateropleidingen. Hein Pieper

Wilt u in de rubriek Personalia aandacht voor de benoeming of functiewijziging van een waterprofessional? Meld het dan aan de redactie van maandblad H2O: redactie@vakbladh2o.nl

Bijeenkomsten Stichting Rioned in 2014 Stichting Rioned, de koepelorganisatie voor de riolering en het stedelijk waterbeheer in Nederland, organiseert in 2014 de volgende bijeenkomsten voor professionals op het gebied van riolering en stedelijk waterbeheer: 6 februari 2014, Utrecht Beatrixtheater Jaarbeurs Rioned-dag Het jaarlijkse congres voor professionals op het gebied van riolering. Hoofdspreker is Karla Peijs, voorzitter Visitatiecommissie waterketen. De deelnemers kiezen de winnaar van de RIONEDinnovatieprijs. Programma en aanmelden: www.riool.net/rioneddag

13 maart 2014, Utrecht, Jaarbeurs Mini- en maxicursussen Cursussen van een dagdeel of een dag met praktijkinformatie voor rioleringsmedewerkers. Keuze uit 21 cursussen op het gebied van techniek, beheer, beleid en regelgeving. Programma: www.riool.net 25 september 2014, Utrecht, Jaarbeurs Mini- en maxicursussen Cursussen van een dagdeel of een dag met praktijkinformatie voor rioleringsmedewerkers. Keuze uit 17 cursussen op het gebied van techniek, beheer, beleid en regelgeving. Programma en aanmelden: www.riool.net

Informatie en aanmelding voor alle bijeenkomsten: Stichting Rioned, 0318-631111, www.riool.net

nr 12 / december 2013

13


Waternetwerk

14

Nieuws uit het netwerk van waterprofessionals

Kort

De wijk Dwarka heeft een groot watertekort

nieuws

App over fosfaatprobleem De eerste Phosphorus Challenge app voor de iPad is gelanceerd. De app is een ­initiatief van het Nutriënt Platform, een netwerk van Nederlandse organisaties die zich zorgen maken over de wereldwijde impact van de fosfaatproblematiek en de manier waarop er met nutriënten in het algemeen wordt omgegaan. De app is een onderdeel van een internationale mediacampagne om de bewustwording rond de fosfaatproblematiek te vergroten. De Challenge roept op om minder fosfor te gebruiken, meer te recyclen en beter samen te werken. Naast de app heeft het Nutriënt Platform het afgelopen jaar vijf films gelanceerd (ook via de app te bekijken). www.nutrientplatform.org Reacties welkom op visie assetmanagement De Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) en Stichting Rioned (koepelorganisatie voor de riolering en het stedelijk waterbeheer) hebben de conceptvisie ‘Assetmanagement en stedelijk ­waterbeheer’ opgesteld. Hierin staan argu­ menten en handvatten om assetmanagement in de sector toe te passen. De conceptvisie ligt tot 12 januari ter visie. Reacties zijn welkom. www.riool.net

In 2014 samen naar beurs in Singapore Op initiatief van Netherlands Water Partnership (NWP), de Vereniging van ­Leveranciers van Milieutechnologie (VLM), Water Alliance en Aqua Nederland zal een collectief Nederlands paviljoen ­worden gerealiseerd tijdens de ­Singapore International Water Week 2014. Deze wordt gehouden van 1 tot en met 5 juni. Naast de collectieve Holland Lounge kunnen individuele bedrijven deelnemen in het paviljoen door middel van het afnemen van standruimte of posterplekken. Neem voor meer informatie contact op met NWP, Suzanne Tietema, s.tietema@nwp.nl. siww.com.sg YEP Water doet oproep voor nieuwe projecten Het Young Expert Programme (YEP) Water groeit door. De derde ronde voor het indienen van projecten is gestart en heeft als deadline 31 maart 2014. Via YEP Water kunnen jonge Nederlandse professionals ervaring opdoen in het buitenland en kunnen jonge lokale professionals via Nederlandse organisaties hun eerste stappen zetten in een internationale werkomgeving. Projecten kunnen worden ingediend door Nederlandse ­bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij beleid en uitvoering van activiteiten die gerelateerd zijn aan ontwikkelingssamenwerking in het buitenland. Projectvoorstellen kunnen worden ingediend via info@yepwatercom. www.yepwater.nl

Gezocht: Nederlandse expertise waterschaarste Dutch Water Design (een internationaal consortium van vijf ontwerpbureaus) en Studio Makkink Bey zijn op zoek naar ­Nederlandse expertise op het gebied van waterschaarste in stedelijke omgevingen. In het kader van het project Delhi 2050 wordt Dwarka, een nieuwe wijk in Delhi, bestudeerd. Dwarka is gebouwd voor 1 miljoen inwoners maar komt niet tot ontwikkeling door een groot watertekort. In het onderzoeksproject wordt het watervraagstuk inzichtelijk gemaakt. Doel van het project is het verzamelen van bouwstenen voor doorontwikkeling van Dwarka, die ook als voorbeeld kunnen dienen voor andere steden. Wie experise denkt te kunnen leveren of geïnteresseerd is, kan contact opnemen met One Architecture, Froukje van de Klundert, telefoon: 020 – 470 00 40.

Nieuwe website European Water Platform Het European Water Platform (WssTP) heeft een nieuwe website gelanceerd, met een nieuwe layout, meer functionaliteiten, een rijke content en geïntegreerde social media. WssTP is het Europeese technologieplatform voor water en een initiatief van de Europese Commissie. Het streeft ernaar de coördinatie en samenwerking tussen onderzoek en innovatie in de Europese watersector te bevorderen en tegelijkertijd de concurrentiepositie te verbeteren. www.wsstp.eu

Aqua for All zoekt samenwerking in VS Aqua for All gaat samenwerking met het Amerikaanse Blue Planet Network (BPN) en hun leden International Lifeline Fund en Africa Ahead op het H2O Health Plus (H2O+) programma in Oeganda. Aqua for All ondersteunt daarmee het H2O+ programma vanuit de Nederlandse watersector. Belangrijke elementen van dit programma zijn het creëren van Community Health Clubs en het verbeteren van wateren sanitaire voorzieningen van medische klinieken. Het H2O+ initiatief is ontwikkeld om de volksgezondheid en de economische ontwikkeling in Oeganda te bevorderen. www.aquaforall.nl

Website voor Kierbesluit Waterschap Hollandse Delta, Evides Waterbedrijf en Rijkswaterstaat werken voor het ministerie van Infrastructuur en Milieu aan het plan voor de compenserende maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van het Kierbesluit. Voor alle ontwikkelingen rond het Kierbesluit is kort geleden een speciale website ingericht. Het Kierbesluit betekent dat de Haringvlietsluizen ‘op een kier worden gezet’ als de waterstand op het Haringvliet lager is dan op zee. Dat is belangrijk voor de internationale vismigratie. Op deze manier kunnen trekvissen, zoals de zalm en de zeeforel de sluizen passeren richting hun paaigebieden, die stroomopwaarts liggen. Het openzetten van de sluizen zorgt er ook voor dat zout ­water binnen kan stromen, waardoor het westelijk deel van het ­Haringvliet gaat verzilten. www.kierharingvliet.nl Het aanbieden van het Clean Tech Delta Manifest. Vanaf links: Wolter Leiseboer (regioambassadeur Zuid-West ministerie van Economische Zaken), Govert Veldhuijzen (gedeputeerde Zuid-Holland), Alexandra van Huffelen (wethouder Rotterdam), Jos van der Vegt (voorzitter Clean Tech Delta), Jeannette Baljeu (wethouder Rotterdam) en Pieter Guldemond (wethouder Delft)

Een deel van het gebied waarop het Kierbesluit van toepassing is, op de achtergrond de sluizen

Nederland belangrijkste partner van Roemenië Op donderdag 31 oktober vierde Administratie Nationale Apele ­Romane, de Nationale Administratie Roemeense Wateren, het equivalent van de Nederlandse Waterdienst en waterschappen gecombineerd, het 100-jarig bestaan. Nederland was in de Links de Nederlandse ambaspersoon van ambassadeur Matsadeur Matthijs van Bonzel; thijs van Bonzel uitgenodigd een rechts Vasile Pintilie van de Nationale Administratie prominente rol te spelen tijdens Roemeense Wateren het symposium dat voor deze gelegenheid was georganiseerd. Van Bonzel hield een speech over de nauwe banden tussen Nederland en Roemenië op watergebied en de gelijkenissen tussen beide landen wat betreft het ­herbergen van het laatste gedeelte van de stroomgebieden van Europa’s grootste rivieren, de Donau en de Rijn. Nederland was het enige land dat zo’n prominente rol kreeg, waarmee onderstreept werd dat Nederland het belangrijkste partnerland voor Roemenië is als het gaat om kennisdeling en samenwerking op het gebied van water- en kustbeheer. Meer informatie: Agentschap NL, Dennis van Peppen; Johan Oost – NWP, (Johan.Oost@wateropleidingen.nl) en Unie van Waterschappen, Marcel de Ruijter (mruijter@uvw.nl).

nr 12 / december 2013

Clean Tech Delta voor meer banen door schone technologie De regio Rotterdam-Delft-Drechtsteden moet in 2020 wereldwijd toonaangevend zijn op het gebied van toegepaste innovaties op het gebied van schone technologie. Dat moet zorgen voor 20.000 extra banen en een vermindering van de CO2-uitstoot met 20 procent. Deze ambitie hebben de leden van de coöperatieve ­vereniging Clean Tech Delta uitgesproken tijdens de eerste ­officiële bijeenkomst in Rotterdam. Bij clean tech moet gedacht worden aan energie-efficiëntie, het klimaatbestendig maken van de bebouwde omgeving, duurzaam gebruik van grond- en afvalstoffen en nieuwe mobiliteitsconcepten. Bedrijven, kennisinstellingen en overheden werken intensief ­samen aan het toepassen van zulke innovaties in de regio. www.cleantechdelta.nl

‘Klimaatadaptie verdient meer aandacht gemeenten’ Hans Oosters, dijkgraaf van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, vindt dat het onderwerp klimaatadaptie (hoe passen we ons aan aan het veranderende klimaat?) op nummer 1 moet staan in de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart. Hij zei dit tijdens een levendig debat op de tweejaarlijkse netwerkdag van het hoogheemraadschap. Volgens Oosters staan gemeenten nog te weinig stil bij klimaatveranderingen en bij de mogelijkheid om maatregelen te treffen. “Overheden hebben elkaar nodig om menskracht, kennis en middelen gezamenlijk in te zetten”, aldus Oosters. “Het is van belang dat er meer bestuurlijke aandacht en inventiviteit voor dit vraagstuk komt.” De netwerkdag van het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard was bedoeld voor de bestuurlijke partners uit het gebied. Thema dit jaar was: Klimaatverandering en wat kun je daar aan doen?

15


16

Gorinchem

18, 19 en 20 maart 2014

Openingstijden:

MIJN Kabinet belast het verkeerde water MENING

Het kabinet gaat de belasting op leidingwater verdubbelen. Dat gebeurt onder het mom van ‘vergroening’. “Een onzin-argument”, zegt KNW-lid Jos Peters. Vorig jaar nog wilde het kabinet de belasting op leidingwater afschaffen. Het herfstakkoord, dat het kabinet met ChristenUnie, D66 en SGP heeft gesloten, rept ineens van een verdubbeling. Een maatregel die 200 miljoen euro moet opleveren, maar die ik niet begrijp. De politiek dringt al jaren aan op een beperking van de lasten voor bedrijven en gezinnen. Drinkwaterbedrijven hebben sinds 1997 een reële besparing gerealiseerd van bijna 20 procent. Partijen in de watersector zijn bovendien in het Bestuursakkoord Water overeengekomen jaarlijks nog eens 450 miljoen euro te besparen per 2020 (waarvan 70 miljoen euro door de drinkwaterbedrijven). Het verdubbelen van de belasting op kraanwater maakt deze eerste levensbehoefte voor iedereen 25 procent duurder, zonder dat het milieu er ook maar iets beter van wordt. Want dát is namelijk een belangrijk argument van staatssecretaris Frans Weekers van ­Financiën: de maatregel zou passen in het kader van de v­ ergroening. Dat vind ik een onzinargument. Niet drinkwater, maar juist flessenwater is extreem milieubelastend. Een gemiddelde Nederlander gebruikt jaarlijks 20 liter flessenwater, waarvoor een volwaardig alternatief bestaat in de vorm van kraanwater. Dat is in Nederland namelijk van perfecte kwaliteit en een factor 500 goedkoper dan flessenwater.

Jos Peters

Tel even uit: 20 liter flessenwater per Nederlander, dat is 400 miljoen liter per jaar, een half miljard (!) flesjes. Flesjes die leveranciers naar de supermarkt transporteren en consumenten daar van het schap plukken, in de kar en op de band plaatsen, naar huis sjouwen en in koelkast of kelder opslaan. De flesjes worden deels gerecirculeerd, maar ook achtergelaten op sportlocaties of duiken op in de plastic soep of drijvende vuilnisbelten in onze oceanen. Feitelijk bizar dat we op flessenwater niet de vermelding aantreffen dat het gebruik ervan het milieu ernstige schade toebrengt. Niet voor niets kennen sommige steden in Amerika en Australië een verbod op flessenwater. Waarom in plaats van een belasting op drinkwater dus geen bijzondere verbruiksbelasting (op milieugrondslag) op flessenwater? Dit zou aantoonbaar wel een ‘groene maatregel’ zijn, en bij twee dubbeltjes per flesje jaarlijks ongeveer 100 miljoen euro opleveren. Duurzaam watergebruik valt dus wel degelijk te bevorderen. Voor flessenwater bestaat immers al meer dan 150 jaar een kwalitatief volwaardig alternatief dat zonder gesleep en zonder verpakking beschikbaar is, thuis geleverd precies op het moment dat het nodig is.

12.00 - 20.00 uur

Dé nationale vakbeurs voor waterbehandeling, watermanagement & watertechnologie

Aqua Nederland Vakbeurs leent zich uitstekend voor de presentatie van uw bedrijf. U als exposant vindt hier de unieke gelegenheid om te netwerken, kennis te delen en zaken te doen.

Schrijf u nu in!

Kijk voor meer informatie op www.evenementenhal.nl/gorinchem en neem contact op met de beursorganisator.

Jos Peters Royal HaskoningDHV Een ingekorte versie van deze bijdrage is gepubliceerd in het ­Financieele Dagblad van 22 november.

Jong KNW bruist van energie en ambitie Het gaat goed met Jong KNW. Deze themagroep van Koninklijk Nederlands Waternetwerk bestaat inmiddels uit een vast kernteam en een groep enthousiastelingen die zich inzetten voor ­activiteiten voor jonge waterprofessionals. De jongeren hebben veel ambitie en een eigen visie met verfrissende ideeën. Ze willen zich niet beperken tot het opstellen van een statement waar in de praktijk niets mee gedaan wordt, maar gaan voor concrete acties die vertaald kunnen worden in uitvoerbare oplossingen voor de praktijk. Echte oplossingen voor een duurzame toekomst, in plaats van abstracte discussies. Daarbij wordt actief de verbinding gezocht met de rest van de watersector, zodat de jongeren gebruik kunnen maken van de expertise van oudere collega’s en ideeën zo goed mogelijk kunnen ­realiseren, en tegelijkertijd kennis kunnen uitwisselen, zodat deze niet door de vergrijzing verloren zal gaan. Door deze praktijkgerichte aanpak krijgt Jong KNW steeds meer voet aan de grond in de sector. Jongeren zijn vaker vertegenwoor-

digd tijdens (internationale) evenementen, zoals bijeenkomsten van KNW, maar ook tijdens het Industrial Leaders Forum en het Bridging the Generation Gap evenement tijdens de International Water Week (IWW), die begin november in Amsterdam werd gehouden. Ook de jongeren zelf worden steeds enthousiaster. Bij het organiseren van de IWW was dit te merken aan de grote groep jongeren die meehielp aan het programma en een bijdrage wilde leveren, de meesten vrijwillig en in hun eigen tijd. En ook het vinden van een nieuwe jongerenambassadeur bleek geen enkel probleem. Marie Sagen (Noorwegen) heeft inmiddels het stokje overgenomen van Sarah Dickin (Canada) en zal zich de komende twee jaar inzetten om de stem van de jongeren internatio­ naal uit te dragen. Het kernteam van Jong KNW is ook uitgebreid met nieuw kerngroeplid Maarten Buurmans (Witteveen+Bos). Daarnaast zal vanaf januari Esther Dieker (WML) het stokje als voorzitter van Jong KNW overnemen van Erik de Bruine (Witteveen+Bos). www.waternetwerk.nl

Tijdens Aqua Nederland Vakbeurs vindt tegelijkertijd RioleringsVakdagen plaats.

Evenementen

HAL

HARDENBERG GORINCHEM VENRAY

Evenementenhal Gorinchem Franklinweg 2 4207 HZ Gorinchem T 0183 - 68 06 80 I www.evenementenhal.nl E gorinchem@evenementenhal.nl @Aqua_Rio_EH

Ons evenement. UW MOMENT.


18

Zuid-Afrika vormt waterschappen naar Nederlandse snit Tekst Wendy Braanker | Foto’s Inkomati Carchment Management Agency en Corbis

Onze waterschappen liggen geregeld onder vuur, maar in het buitenland bekijkt men ze vaak met bewondering. Zuid-Afrika richt voor het waterbeheer negen Catchment Management Agencies (CMA’s) op, naar voorbeeld van de Nederlandse waterschappen. Wat maakt ons model zo aantrekkelijk? En wat leren onze waterschappen van hun Afrikaanse partners?

T

Thema

‘ Nederland kan nooit een blauwdruk leveren’

D

e eerste keer dat ze naar Nederland kwam, keek ze haar ogen uit. Overal water en veel groen. De Zuid-Afrikaanse Sylvia Machimana, marketing- en communicatiemanager bij het Zuid-Afrikaans waterschap Inkomati CMA, bezoekt Nederland nu voor de zesde keer. Met een Zuid-Afrikaanse delegatie is ze aanwezig op een conferentie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), bezoekt ze de International Water Week in Amsterdam en gaat ze langs bij het Hoogheemraadschap van Delfland. De groep krijgt eerst een presentatie voorgeschoteld over het waterbeheer in de regio Delfland, een gebied dat grotendeels onder zeeniveau ligt. Inkomati CMA beheert zelf een gebied in het noordoosten van Zuid-Afrika dat ongeveer even groot is als Nederland en dat boven zeeniveau ligt. De neerslag is er vele malen minder dan bij ons. Toch trekken de Nederlandse waterschappen – met hun acht eeuwen ervaring – en de Zuid-Afrikaanse nieuwkomers samen op. “Ze helpen ons bij het operationeel maken van de nieuwe waterschappen. En we hebben een gezamenlijk doel: meer controle over de t­ oedeling en afvoer van water”, zegt Sylvia Machimana. Nederland heeft een goede reputatie als het gaat om waterbeheer met een decentrale aanpak. Die is uniek in de wereld. “Internationaal is er veel waardering”, zegt Paul Langeveld van de Unie van Waterschappen, de coördinerende partij in de samenwerking met Zuid-Afrika. Verschillende Nederlandse waterschappen zijn hierbij betrokken, zoals ook het Hoogheemraadschap van Delfland. Dijkgraaf Michiel van Haersma Buma: “Vergeleken met Zuid-Afrika is Nederland natuurlijk een stuk kleiner. Maar het systeem zoals wij hebben – hoe je beheer en onderhoud organiseert – kan op grote en op kleine schaal toegepast worden.”

Stuw bij de Lemombo-grensovergang. Volgens een internationale overeenkomst moet Zuid-Afrika hier minimaal 2 kubieke meter water per seconde doorlaten om Mozambique ook van water te kunnen voorzien

Democratisering Zuid-Afrika wil het waterbeheer niet langer alleen vanuit de bestuurlijke hoofdstad P ­ retoria regelen en besloot het land te verdelen in stroomgebieden. Eerst was het plan om 19 stroomgebiedbeheerders te vormen. Later werd dit aangepast: uiterlijk in 2016 zijn er 9 r­ egionale waterautoriteiten gevormd, de zogeheten Catchment Management Agencies (CMA’s), zeg maar de Zuid-Afrikaanse evenknieën van de Nederlandse waterschappen. Op verzoek van de Zuid-Afrikaanse regering besloten de Unie van Waterschappen en VNG ­International (de ­ organisatie voor internationale samenwerking van de Vereniging van Nederlandse ­Gemeenten) om Nederlandse expertise beschikbaar te stellen. > nr 12 / december 2013

19


Thema

20

Relatiemanager Keimpe Sinnema van Waterschap Groot Salland is spin in het web wat ­betreft de activiteiten van Nederlandse waterschappen in Zuid-Afrika. “Zuid-Afrika heeft bij de d ­ emocratisering van het land besloten het waterbeheer te democratiseren en decentraliseren. Wij helpen bij de beleidsontwikkeling en de samenwerking met verschillende ­overheidslagen. Ook wordt kennis uitgewisseld over meer specifieke thema’s zoals vergunningverlening, heffing voor wateronttrekking en grensoverschrijdend rivierbeheer.”

Wat is anders en wat is hetzelfde in Zuid-Afrika? • In Nederland doen waterschappen naast het integraal waterbeheer ook de afvalwaterzuivering,

Beluchting op de rioolwaterzuivering bij Komatipoort, een plaatsje in Zuid-Afrika, net voor de grens met Mozambique

Vrijwel elk Nederlands

drinkwater, riolering en zuivering is voor de gemeente.

waterschap is betrokken bij internationale pro-

project ter o ­ ndersteuning van de oprichting van waterschappen in Zuid-­ Afrika? In Nederland zijn dit de Unie van ­Waterschappen,

kelde landen. Volgens

manier waarop waterschappen omgaan met beide vormen van stress.

onderzoeker Shelitha van Hunen (die een afstu-

• Schaalgrootte verschilt. De Zuid-Afrikaanse CMA’s hebben niet zelden een grondgebied ter grootte van heel Nederland.

Delfland, AGV/Waternet en de waterschappen Roer en Overmaas, Groot Salland, Rivierenland en Hollandse Delta. In Zuid-Afrika wordt

fairs en de vijf inmiddels opgerichte Catchment Management Agencies (CMA’s), Ook de laatste vier nog op te richten CMA’s zullen ondersteund worden door nog nader te bepalen Nederlandse

Unie van Waterschappen)

• Financiering is verschillend: In Nederland worden waterschappen volledig gefinancierd door de

lessen geleerd uit die

belanghebbenden. Op basis van het belang (user principle) betaal je waterschapslasten. Op basis

samenwerking. Mede-

van de lozing (polluters principle) betaal je voor de vervuiling. In Zuid-Afrika krijgen de CMA’s een

werkers doen nieuwe

deel van de financiering als fonds van het Rijk Een ander deel krijgen ze uit de betalingen voor het

kennis op, maar ook hun

hebben van een vergunning voor het onttrekken van water (user principle).

houding verandert. Doordat in het buitenland op

Buurlanden Jaarlijks vinden er nu conferenties plaats waar ook Swaziland bij betrokken is en vanuit de Nederlandse invalshoek ook ons eigen buurland Duitsland. “We leren van elkaar. We kijken bijvoorbeeld naar het waterbeheer; hoe kom je samen tot een planning en welke metingen en wiskundige modellen gebruik je om hoogwaterstanden te berekenen?” En minstens zo belangrijk, de samenwerking op watergebied tussen Zuid-Afrika, M ­ ozambique en Swaziland is er flink op vooruit gegaan.

• Het bestuur is net als in Nederland samengesteld uit vertegenwoordigers van belangengroepen.

andere manieren wordt

De wijze van benoeming is een verschil. In Nederland via verkiezingen (directe verkiezingen voor

gewerkt, confronteert

ingezetenen en benoeming door belangengroepen voor boeren, industrie en natuur). In Zuid-Afrika

dat medewerkers met

wordt in de streek een Advisory Committee benoemd, die bestuursleden voorstelt; de minister

het eigen gebruikelijke

benoemt formeel.

­denkpatroon. Het blijkt echter nog een

• In Nederland ligt het toezicht op de Waterschappen bij de provincies en in Zuid-Afrika bij het Rijk.

uitdaging om kennis op collega’s over te ­brengen.

Volgens Paul Langeveld van de Unie van Waterschappen leren Nederlandse waterschappen veel van de coöperatieve aanpak. “Medewerkers van waterschappen komen verrijkt terug uit Zuid-Afrika.” Een inzicht dat wordt gedeeld door Shelitha van Hunen. Zij deed onderzoek naar de vraag of buitenlandwerk waterschappen en hun medewerkers verrijkt. “Er wordt inhoudelijke kennis opgedaan, maar het verandert ook de houding van medewerkers. Het komt ook de flexibiliteit van medewerkers ten goede.” Maar ook: “Er is nog een wereld aan kennis te winnen.”

meegewerkt door het Department of Water Af-

deerstage deed bij de worden er belangrijke

VNG International, Hoogheemraadschap van

jecten in minder ontwik-

meestal te weinig en soms te veel (dus soms ook forse overstromingen). De overeenkomst is de

Wie doen er mee? Wie doen wee aan het

ook beter van?

in Zuid-Afrika niet. Daar is een strikte scheiding: integraal waterbeheer is voor de CMA en

• Nederland heeft meestal een teveel aan water en soms te weinig. In Zuid-Afrika hebben ze

Overigens heeft Waterschap Groot Salland zelf ook al de nodige ervaring met ‘grensoverschrijdend rivierbeheer’. De Overijsselse Vecht komt uit Duitsland en valt onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse waterschappen Groot Salland en Velt en Vecht en van twee Duitse deelstaten. In Afrika is de Inkomati zo’n grensoverschrijdende rivier. Ze is 480 kilometer lang en stroomt ook door Swaziland en Mozambique, landen waarmee Zuid-Afrika vroeger op gespannen voet stond. Sinnema: “We zijn daarom met Zuid-Afrikanen naar Mozambique gegaan om kennis te maken en te vertellen over de samenwerking tussen Nederlandse en Zuid-­Afrikaanse ­waterschappen. We hebben voorgesteld om in Zuid-Afrika een conferentie te organiseren over grensoverschrijdend rivierbeheer, waar de buurlanden bij aanwezig zouden zijn. Dat vonden ze in Mozambique een prima idee.”

Worden we er zelf

BV Nederland Als het gaat om innovaties is Zuid-Afrika een stuk verder op het gebied van remote sensing, het verzamelen van gegevens over het aardoppervlak met satellieten of andere ­hulpmiddelen. De uitgestrektheid van Zuid-Afrika maakt deze manier van meten en onderzoeken de meest efficiënte. “Voor ons is het interessant om kosten te besparen en te kijken of we het met de ruimtebeelden er bij beter kunnen doen.” De samenwerking geeft ook een impuls aan het Nederlandse bedrijfsleven, meent de beleidsmedewerker van de Unie van Waterschappen. “Het voordeel van actief zijn in het buitenland is dat er een link is met BV Nederland.”

waterschappen.

Soft skills De Zuid-Afrikaanse Sylvia Machimana is blij dat er tijdens haar zesde bezoek aan Nederland niet alleen ruimte is voor technische aspecten, maar ook voor de zogeheten soft skils’. Na de presentatie en een film over activiteiten van het Hoogheemraadschap van Delfland, komt de focus op cultuurverschillen tussen Nederland en Zuid-Afrika. Een andere taal, andere

• In Nederland zijn de waterschappen veel zelfstandiger dan de (nieuwe) CMA’s in Zuid-Afrika. Daar heeft het ministerie nog veel invloed.

Ook is het lastig om ­concrete ervaringen te vertalen naar nieuwe inzichten binnen de orga-

­ ebruiken en ook de directheid van Nederlanders komt voorbij. “Het is belangrijk om daar g ook naar te kijken als we een succes willen maken van onze samenwerking.” Nederlandse waterschappen zijn een inspiratiebron voor Zuid-Afrikaanse waterschappen. “Maar we moeten ons realiseren dat we nooit een blauwdruk kunnen zijn”, zegt Keimpe Sinnema. “Ze zijn in Zuid-Afrika geïnspireerd door onze aanpak, maar ze lossen het daar wel net iets anders op. Aangepast aan hun situatie.” Vanzelfsprekend Zuid-Afrikanen kunnen zich er volgens Sinnema over verbazen dat Nederlandse waterschappen soms ter discussie staan in eigen land. “In Nederland vinden mensen het allemaal vanzelfsprekend wat waterschappen doen. Het is net als met een klok: een nuttig instrument, maar we missen hem pas als hij stopt met tikken. Waterschappen moeten slimmere methoden verzinnen om duidelijk te maken waarvoor we nodig zijn. We moeten zichtbaarder worden in eigen land.” De interesse vanuit het buitenland voor onze aanpak is een steun in de rug. “Ik heb de overtuiging dat we een heel mooi model hebben. Anders vroeg Zuid-Afrika niet om onze ­ondersteuning. Maar waterbeheer staat centraal. Niet de vorm. Als we het anders moeten gaan doen, dan doen we het anders. Als we de veiligheid van onze burgers maar kunnen garanderen.” | nr 12 / december 2013

nisatie in Nederland.

Klik hier voor een uitgebreid verslag van het onderzoek van Shelitha van Hunen naar de effecten van buitenlandwerk van waterschappen.

21


22

23

O

Op dit punt laat PWN voorgezuiverd IJsselmeerwater het duingebied bij Castricum instromen. Het inlaadpunt staat bekend als ‘de kwal’

H2

Op pad met... DICK GROENENDIJK

BLAUW EN GROEN

Dick Groenendijk (47) promoveerde na zijn studie biologie in Utrecht als ecotoxicoloog aan de Universiteit van Amsterdam. Werkte 13 jaar bij De Vlinderstichting en maakte de switch naar natuurbescherming. Sinds ­(bijna) twee jaar is hij als ecoloog in dienst bij de PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland (kortweg PWN).

PWN zet grazers in om te voorkomen dat het duingebied te dicht begroeid raakt

“Bij PWN werken ruim 600 mensen. 550 van hen (de sector ‘blauw’) zijn met ­drinkwater bezig, de rest (de sector ‘groen’) met natuur en recreatie. Als ecoloog ben ik lid van het adviesteam dat helpt bij praktische en beleidsvragen. Dit prachtige natuurgebied bij Castricum is ook één van onze infiltratiegebieden. Regelmatig vinden werkzaamheden plaats bijvoorbeeld wegennet en winputten. Dat moet natuurlijk zo verantwoord ­mogelijk gebeuren. Dan komt vanuit het ‘blauwe’ deel van PWN de vraag aan ‘groen’ hoe dat het beste kan. Dat wil zeggen mét behoud van de hoge natuurwaarden. Als groene jongens zijn wij dus niet alleen voor het ecologisch beheer verantwoordelijk, maar ook voor de ecologische vragen van blauw. Groen en blauw werken samen bij het maken van drinkwater. Dat is onze ambitie.”

Tekst Barbara Schilperoort | Fotografie Joris Schaap

‘Ruimte voor de duinen om weer ‘duin’ te zijn’ VAN ZANDVOORT TOT SCHOORL

PWN produceert drinkwater voor ongeveer 725.000 aansluitingen in de provincie Noord-Holland en beheert het waterleidingnet. PWN is ook verantwoordelijk voor het natuurbeheer van de ruim 7.000 hectare uitgestrekte duingebieden in Noord-Holland. Groenendijk: “Mijn werkgebied loopt van Zandvoort tot Schoorl en omvat onder andere het Noord-Hollands Duinreservaat en delen van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Doel van ons natuurbeheer is duurzaam behoud, herstel en ontwikkeling van de natuurwaarden. Natuurlijke processen krijgen zoveel mogelijk de ruimte. Waar nodig en mogelijk nemen we maatregelen om die processen weer op gang te brengen. Onder andere door middel van verstuiving, vernatting (het herstellen van vochtige valleien), begrazing. Omdat dit soort duingebied in Europa nog maar weinig voorkomt, is het opgenomen in Natura 2000, een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. De Noord-Hollandse duinen zijn onmisbaar in de drinkwatervoorziening. Ook om die reden zijn gezonde duinen van levensbelang.”

Dick Groenendijk bij een ‘kerf’ in de zeereep tussen Wijk aan Zee en Castricum aan Zee. Deze opening in de waterkering is ­spontaan ontstaan en zorgt voor natuurlijke dynamiek in het gebied. Omdat de duinen hier breed genoeg zijn, is er geen gevaar voor het achterland

GRAZERS

“Van nature, dat wil zeggen vanuit ecologisch standpunt bezien, zijn duinen dynamisch en schraal. Omdat de duinen ook fungeren als onze kustverdediging, is in het verleden altijd veel moeite gedaan om ze vast te houden. Maar door de luchtvervuiling zijn veel meststoffen (vooral stikstof) neergeslagen. En door ziektes is de konijnenstand gedecimeerd. Het gevolg van beide ontwikkelingen is dat de duinen te dicht begroeid zijn geraakt. Dan kun je gaan maaien. Maar veel natuurlijker is het om grazers in te zetten. Zij houden gebieden open, waardoor de nodige verschraling weer kan ontstaan. Ik adviseer boswachters bij het opstellen en evalueren van hun begrazingsplannen. Zo’n kudde groeit. Ook dat moet je meewegen in de effecten van de begrazing van een gebied.”

nr 12 / december 2013

‘Groen en blauw werken samen bij het maken van drinkwater’

WANDELENDE DUINEN

“Bij Heemskerk zijn spontane kerven in de zeereep ontstaan. Heftige stormen, zoals die van eind oktober, leggen daarvoor de basis. Dat mag van het hoogheemraadschap. Het achterland loopt namelijk geen gevaar omdat de duinen hier zo breed zijn. De wind heeft in dit gebied vrij spel. Zo kunnen de duinen gaan ‘wandelen’ en krijgt het duinlandschap de vereiste dynamiek. Er ontstaan open plekken met stuifzand. Waar het zand tot aan het grondwater wegstuift, ontstaan de gewenst nattere plekken. Meer landinwaarts – waar de invloed van wind, zee en zout minder is, ontstaan juist meer begroeide stukken. Die variatie in het landschap (droog, nat, kaal, ruig) creëert een ideale omgeving voor een grote biodiversiteit in flora en fauna. Ten zuiden van het Noordzeekanaal hebben we sleuven gegraven waardoor ook daar de duinen kunnen gaan wandelen en de ruimte krijgen om weer ‘duin’ te zijn.”


Waterwerk

24

Technische informatie uit de watersector

Flevoland interessant voor energie uit afvalwaterketen Flevoland biedt interessante mogelijkheden voor het ­terugwinnen van thermische energie uit de afvalwaterketen (riothermie). Vooral in de relatief nieuwe delen van de rioolstelsels van Lelystad en Almere zijn de kansen groot. In deze steden zijn verzamelriolen en persleidingen gescheiden, waardoor afvalwater niet met hemelwater wordt vermengd. Op die manier houdt het afvalwater zijn hoge temperatuur langer vast. Dit blijkt uit een analyse van advies- en ingenieursbureau Tauw in opdracht van Samenwerking Afvalwaterketen ­Flevoland, waarin de zes gemeenten in Flevoland en het Waterschap Zuiderzeeland samenwerken. In de ‘Routekaart Afvalwaterketen 2030’ van het samenwerkingsverband was in 2012 al geconstateerd dat de bebouwde omgeving van Flevoland veel kansen biedt om de warmte uit de afvalwaterketen te gebruiken om gebouwen te verwarmen. Om de kansen van deze vorm van duurzame energie te benutten is het zinvol kansenkaarten riothermie op te stellen. ­Hiermee kunnen het potentieel en de locatie van de beschikbare thermische energie inzichtelijk gemaakt worden. Dat is nu gebeurd voor de gemeenten Almere, Lelystad en Urk. Communicatiemiddel Kansenkaarten kunnen ook hulpmiddelen zijn om riothermie te betrekken bij verschillende beleidsterreinen (energie, klimaat, milieu, ruimte en duurzaamheid). Daarnaast kan een kansenkaart gebruikt worden als communicatiemiddel naar de markt en de omgeving (gebouweigenaren). Lokale partijen kunnen hiermee immers inzien of hun gebouw aan een voor riothermie effectief riool/transportleiding gelegen is waarmee het gebouw potentieel duurzaam verwarmd en/ of gekoeld kan worden. Bij riothermie zijn het aanbod van thermische energie (de­

Opdracht voor Zuid-Soedan Euroconsult Mott MacDonald heeft de opdracht verworven om een internationaal consortium te leiden dat in Zuid-­Soedan werkt aan de verbetering van (drink)watervoorziening en ­effectief waterbeheer voor de inwoners van het centraal gelegen Lakes State. De opdracht omvat het verbeteren van de toegang tot veilig en schoon water voor de inwoners en het beschikbaar maken van water voor duurzame ontwikkeling van de landbouw, veeteelt en

riolering) en de afnemer(s) onmiskenbaar met elkaar ­verbonden. Aanbod en afnemer moeten op niet al te grote ­afstand van elkaar gelegen zijn om een project met name financieel haalbaar te maken. In de praktijk is dat in ­stedelijk gebied maximaal ongeveer 300 meter (in verband met de kosten voor het trekken van leidingen onder wegen en ­dergelijke). Daarnaast moet de hoeveelheid gevraagde en aangeboden thermische energie op elkaar af te stemmen zijn. Uit de kansenkaarten van de drie Flevolandse gemeenten zijn diverse gebouwen naar voren gekomen als kansrijk voor toepassing van riothermie. De terugverdientijd van de projecten is globaal geraamd op basis van kengetallen en ligt ruwweg tussen de 10 en 20 jaar. Ter vergelijking: de ­terugverdientijden van overige bronnen van duurzame energie variëren van 8-12 jaar (windmolens) via 10-15 jaar (zonnepanelen) en 15-20 jaar (bodemwarmtewisselaar) tot 20-30 jaar (biogas via vergister). Potentieel De Samenwerking Afvalwaterketen Flevoland heeft door deze studie inzicht verkregen in het beschikbare potentieel voor riothermie in het eigen beheergebied. Een ­volgende stap zou kunnen zijn om eigenaren/exploitanten/­beheerders van de diverse gebouwen kennis te laten nemen van dit ­onderzoek. Een natuurlijk communicatiemoment ontstaat bij rioolvervanging, aanpassing van de persleiding of het ­rioolgemaal of bij een gebouwrenovatie. Gemeenten wordt ook aanbevolen om deze kansen op te ­nemen in hun duurzaamheidsplannen en/of overige ruimtelijke plannen om via die weg de potentiële klant kennis te laten nemen van de mogelijkheid voor toepassing van ­riothermie. Rada Sukkar (Tauw bv) Melanie Kuiper (Waterschap Zuiderzeeland)

visserij. Hiertoe moet een portfolio met investeringsprojecten worden samengesteld. De totale waarde van dit investeringsprogramma bedraagt 31,8 miljoen euro. Doel is de economische ontwikkeling in Lakes State te stimuleren en de levensomstandigheden voor de circa 800.000 inwoners duurzaam te verbeteren. Verder gaat het consortium nog een integraal waterbeheerplan ontwikkelen om de fysieke en institutionele infrastructuur voor watermanagement te verbeteren. Naast Euroconsult Mott MacDonald maken ook VNG International en SNV deel uit van het consortium.

Bezoek eens een Soedanees toilet

Zo ziet een traditionele wc eruit in het Noord-Afrikaanse Soedan

Brabantse Delta test anammoxbacteriën Op de rioolwaterzuiveringsinstallatie Nieuwveer van Waterschap Brabantse Delta wordt komend jaar een nieuwe technologie getest die het mogelijk moet maken om met een minimale hoeveelheid energie rioolwater te zuiveren en de waterkwaliteit te verbeteren. In dit concept (dat de naam UNAS® draagt) wordt gebruik gemaakt van anammoxbacteriën. Deze bacteriën zorgen voor efficiënte stikstofverwijdering zelfs bij normale buitentemperatuur. Daardoor is minder energie nodig en kan worden bespaard op de traditionele beluchtingsenergie. Daardoor maakt de technologie het m ­ ogelijk dat een tweetraps-installatie als Nieuwveer straks energieneutraal dan wel energieleverend wordt. Verder kan een aanzienlijk compactere installatie worden ­ontworpen. De proef wordt door het waterschap uitgevoerd in samenwerking met Colsen, SieTec Industrial Automation en de Universiteit Gent. Waterschappen zijn op zoek naar efficiëntere technologieën voor afvalwaterzuivering om zo nog meer energie en zelfs grondstoffen als eiwitten, vezels en fosfaat uit afvalwater te halen. Volgens de betrokken partijen kan toepassing van de anammoxbacteriën een volledig energetisch zelfvoorzienende rioolwaterzuivering binnen bereik brengen. De proef wordt in september 2014 afgerond. Met de resultaten wordt bekeken of deze technologie in de toekomst op grotere schaal kan worden toegepast bij het zuiveren van afvalwater. Het project komt mede tot stand met een financiële bijdrage uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het ministerie van Economische zaken en de provincie Zeeland. nr 12 / december 2013

Bezoekers van de Amsterdamse ­Kalverstraat konden medio november zelf ervaren hoe het zou zijn om een traditionele ‘wc’ uit Zuid-Soedan te gebruiken. Op wereldtoiletdag (19 november) hadden SCA Hygiene Products (fabrikant van merken als Tork en Edet) en Oxfam Novib in samenwerking met toiletwinkel 2theloo een Soedanees toilet geplaatst in de ­drukste winkelstraat van Nederland. Op wereldtoiletdag wordt aandacht ­gevraagd voor de noodzaak van ­goede sanitatie en hygiëne. Slecht sanitair zorgt voor verspreiding van ziekten zoals cholera, diarree en worminfecties. Aan de gevolgen hiervan sterven wereldwijd jaarlijks 1,6 miljoen mensen.

Nominaties Rionedinnovatieprijs bekend Vijf inzenders zijn genomineerd voor de Rioned-innovatieprijs 2014. De vijf genomineerde innovaties zijn: • OV-FLEX van AQA HydraSep (een overstortdrempel met een opdrijvend deel om instroom van oppervlaktewater te voorkomen). • Putrenovatie vrachtwagen van Van der Velden rioleringsbeheer (die zorgt voor een complete renovatie van vier putten per dag waarbij 95 procent van de werkzaamheden machinaal gebeurt). • Drainvoeg van gemeente Bergen en Drainvast (een waterdoorlatend voegmateriaal van stevige naaldviltstroken tussen de stenen om water te laten infiltreren). • Drainbrick van gemeente Ede en Drainvast (die het formaat heeft van een straatsteen en hemelwater in de waterbufferende laag onder de verharding brengt). • Waterbergende kasdaken van Royal HaskoningDHV (water vasthouden op kasdaken door schotten in de goten leidt tot kostenbesparing, kleiner wateroverlastrisico en ruimtebesparing)

25


Waterwerk

26

Technische informatie uit de watersector

Rotterdamse waterbergingen opgeleverd Foto Ries van Wendel de Joode

Rotterdam legt de laatste hand aan de waterberging Benthemplein

Waterschap tast in de buidel voor goede ideeën Waterschap Vallei en Veluwe heeft drie stimuleringsprijzen ‘Waarde in de Waterketen’ uitgereikt. De winnaars zijn bedenkers van ideeën om voor een duurzame samenleving meer te doen met de afvalwaterketen. De prijs bestaat onder andere uit een ontwikkelbudget van 15.000 euro. Accent Praktijkonderwijs en partners wonnen de Stimuleringsprijs met het idee van een waterzuiverende gracht rondom het Meerwegeneiland in Nijkerk, om de omgeving schoner te maken en het waterbewustzijn van scholieren te vergroten. LeAF en partners wonnen de prijs met het idee voor terugwinning van stikstof en zwavel op de rioolwaterzuivering. Het resultaat is een meststof die verkocht kan worden. Tauw en partners wonnen met het idee om een veenfilter in te zetten voor het verwijderen van hormonen en medicijn­ resten uit ons afvalwater. Met de Stimuleringsprijzen wil het waterschap ideeën boven water brengen die op een andere manier niet of minder snel de weg vinden naar de praktijk. Alle inzendingen staan vermeld op de website. www.vallei-veluwe.nl/stimuleringsprijs

Platform Water Vallei en Eem doet gezamenlijke nulmeting

In Rotterdam zijn afgelopen maand opnieuw twee extra waterbergingen opgeleverd. Eind november werd parkeergarage Kruisplein geopend. In het ‘dak’ van de parkeergarage is een waterberging (capaciteit ruim 2.400 kubieke meter) gerealiseerd die als overloop fungeert voor de Westersingel. Op het Benthemplein is begin december ook een speciale waterberging in gebruik genomen. Daar kan in totaal 1.700 kubieke meter water worden verzameld in speciale bassins. Een sportterrein kan bij extreme wateroverlast onder water gezet worden en als extra bufferruimte fungeren. Vorig jaar had Rotterdam onder het Bellamyplein al de primeur van het eerste waterplein van Nederland.

Zoetwaterberging Texel lijkt succesvol De proef van de provincie Noord-Holland met zoetwaterberging op een bollenperceel op Texel levert na het eerste jaar positieve resultaten op. De hyacintbollen zijn groter door het gebruik van regenwater uit het bassin dan de bollen die dit water niet kregen. Ook de suikerbieten hebben in de zomer profijt gehad van het proefsysteem. De uitdaging voor het komende teeltseizoen is te zoeken naar meer efficiënte watertoevoer. De provincie voert een meerjarige proef uit met zoetwaterberging op het landbouwperceel van een bollenteler in polder Het Noorden op Texel. Het doel van de proef is het uitwerken van een methode waarmee agrariërs zelf kunnen voorzien in hun zoetwaterbehoefte en droge periodes kunnen overbruggen. In de proefopstelling wordt regenwater via het land en het dak van de schuur in een bassin opgevangen. In droge perioden kan water vanuit het bassin, via de drainagebuizen of de druppelbevloeiing, aan het landbouwperceel geleverd worden. De pilot loopt nog tot eind 2014. Het komend seizoen wordt nader ingezoomd op het optimaal gebruik van het water. Er zal verder een extra proefveld wordt toegevoegd, waarbij de meststoffen worden toegediend via de druppelslangen waarmee ook bevloeiing van de gewassen plaatsvindt. Daarnaast zal ook de werking van de druppelslangen zonder toevoeging van meststoffen onderdeel blijven van de proef. Verder komt er een gebruikersvriendelijker versie van het dashboard waarmee de bollenteler dagelijks het drainage-­infiltratiesysteem en de druppelbevloeiing aanstuurt. Aan het eind van de pilot zal er ook meer duidelijkheid zijn over de terugverdientijd van de proefopstelling. De provincie Noord-Holland is initiatiefnemer en financier van de pilot. Een consortium onder leiding van Oranjewoud en Acacia Water met Alterra Deltares en DLV Plant voert het onderzoek uit. Daarnaast zijn het ­ Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, LTO Noord, de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB), de gemeente Texel, Waterwerkgroep Texel en Broere Beregening bij de ­ ­pilot betrokken.

Uitstroom overstort in het gebied van het Platform Vallei en Eem

Ze zijn er trots op. Het Platform Water Vallei en Eem (een samenwerkingsverband van 16 gemeenten en een waterschap) is door Karla Peijs (voorzitter van de visitatiecommissie die moet beoordelen hoe het gaat met de uitvoering van het Bestuursakkoord Water) een “koploper” genoemd als het gaat om effectieve samenwerking op het gebied van waterbeheer. Met een zogeheten ‘nulmeting’ voltooiden het waterschap en dertien van de deelnemende gemeenten kort geleden de inrichting van een gezamenlijk meetsysteem voor afvalwater. Meten en monitoren is de naam van het project dat het platform in 2010 is gestart. Hoofddoel is inzicht krijgen in het functioneren van de gemeentelijke rioolstelsels en de afvalwaterketen als geheel. Samenwerking zorgt bovendien voor een aanzienlijke kostenbesparing. Er wordt kennis gedeeld en behouden, waardoor de kwetsbaarheid op personeelsgebied vermindert. Er kwam een gezamenlijke hoofdpost en er werden twee specialisten in dienst genomen voor controle en analyse van meetgegevens. Op de hoofdpost, een centrale computer bij het waterschap, werden in de loop van 2012 de ­meeste platformleden aangesloten. Dagelijks ontvangt men hier ­ grote hoeveelheden meetgegevens (onder andere van overstorten, gemalen, bergingen, regenmeters en dergelijke). Na validatie en controle van deze gegevens is het ­mogelijk om analyses uit te voeren die inzicht geven in het systeem. Vervolgens kan men het beleid hierop afstemmen. Zo ­kunnen betrouwbare meetgegevens leiden tot andere ­investeringen of andere planning van onderhoud. Ook kunnen metingen nr 12 / december 2013

soms direct inzicht geven in foutief gebruik van de riolering (foutaansluitingen). Om tot een goed werkend systeem te komen, is een zogenoemde nulmeting uitgevoerd. Daarbij is onder ­andere gecontroleerd of de verschillende koppelingen met de ­hoofdpost goed werken; de locaties volledig zijn ingericht (zijn alle benodigde kerngetallen aanwezig); de automatische validatie werkt; het basisgedrag van een locatie ­bekend is (ook al werkt een locatie nu wellicht niet optimaal). De resultaten van deze nulmeting zijn per deelnemer vastgelegd. Daarbij zijn alle ontbrekende en ­ onbetrouwbare kerngetallen benoemd en is afwijkend gedrag van een ­locatie (rioolgemaal, overstort etcetera) b ­ eschreven. Deze bevindingen zijn vervolgens met de deelnemers b ­ esproken en op basis hiervan zijn vervolgacties ingepland. Zo w ­ orden ­ontbrekende geometrische gegevens toegevoegd en wordt indien nodig ­opnieuw ingemeten. Door deze stappen samen te doorlopen ontstaat er een goed beeld van hoe de verschillende systemen nu functioneren. Op basis hiervan kunnen in de toekomst ­eenvoudig afwijkingen worden geconstateerd en analyse worden uitgevoerd. Het Platform Water Vallei en Eem is een samenwerkingsverband van het Waterschap Vallei en Veluwe met de gemeenten Amersfoort, Baarn, Barneveld, Bunschoten, Ede, Eemnes, Leusden, Nijkerk, Renkum, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Soest, Veenendaal, Wageningen en Woudenberg. www.pwve.nl

27


Waterwerk

28

Technische informatie uit de watersector

Akoestische meting handige hulp bij conditiebepaling waterleidingen Het meten van de conditie van waterleidingen met een nieuwe in Canada ontwikkelde akoestische techniek, ­genaamd Echopulse, is een goede aanvulling op bestaande methoden. Met deze techniek is een snelle en kosteneffectieve bepaling van de conditie van metalen en asbest­ cementen leidingen mogelijk. Dit concludeert KWR Watercycle Research Institute, dat deze techniek in samenwerking met drinkwaterbedrijven heeft beoordeeld in het kader van het Bedrijfstakonderzoek (BTO). De techniek is een doorontwikkeling van akoestische technieken voor het detecteren van lekken met zogenoemde leak noise correlators. Hierbij detecteren sensoren het geluid dat geproduceerd wordt door water dat door een lek stroomt. Ook bij de Echopulse-techniek registreren twee sensoren geluidsgolven. De door het bedrijf Echologics ontwikkelde techniek bepaalt de stijfheid van de leiding op basis van gemeten karakteristieken van de geluidsgolf. Op de pieken van de geluidsgolven wordt de buis iets opgerekt. Dit oprekken kost energie en dempt daarmee het geluidspatroon. Geluid wordt opgewekt door het spuien van een brandkraan of het tikken met een hamer op de buis. Dit geluid wordt opgevangen door de twee sensoren, waarbij het verschil in het geluidspatroon wordt geregistreerd. Het verschil wordt omgezet naar de gemiddelde buisstijfheid tussen beide meetpunten. Omdat diameter en leidingmateriaal, en daarmee de elasticiteitsmodulus, bekend horen te zijn, kan de gemiddelde wanddikte worden bepaald. Dit betreft de wanddikte die constructieve sterkte bezit, de effectieve wanddikte genoemd. Voor asbestcementen leidingen is dit de dikte van de niet uitgeloogde buiswand. Voor metalen leidingen is dit de dikte van de niet-gecorrodeerde buiswand. Door deze berekende waarden te vergelijken met de oorspronkelijke wanddikte bij aanleg, is de gemiddelde aantasting van het leidingdeel te bepalen. Voor betonnen leidingen kan worden berekend in hoeverre de aanwezige voorgespannen wapening nog steeds intact is.

Waterbedrijven zullen de komende jaren geconfronteerd worden met toenemende investeringen voor het op orde houden van het leidingnet. Meer informatie over de conditie van leidingen is een belangrijke ondersteuning bij de vraag: welke leiding wanneer te vervangen?. De onlangs geïntroduceerde Echopulse techniek is een goede aanvulling op bestaande methoden voor het verzamelen van informatie over de conditie. Gebleken is dat de proef goed uitvoerbaar is. Een eerste validatie van de meetresultaten gaf aan dat deze betrouwbaar zijn voor asbestcementen leidingen. Een aandachtspunt is echter dat goede gegevens beschikbaar moeten zijn bij de waterbedrijven over de wanddikte en materiaaleigenschappen van de leidingen. De inzet van de Echopulse techniek lijkt kosteneffectief mits door verdere marktintroductie de kosten zullen dalen. De kans hierop stijgt als de gezamenlijke bedrijven structureel meer leidingen ter inspectie aanbieden. Het leidingnet in Nederland heeft een totale lengte van ongeveer 117.000 kilometer, de totale vervangingswaarde wordt geschat op 20 tot 30 miljard euro. Om de conditie van leidingen vast te stellen zijn meerdere methoden beschikbaar, die verschillen in aanpak, resultaat en kosten. Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van lokale ervaringen van experts, het analyseren van storingen of het testen van de feitelijke conditie van buisdelen. Elke methode kent beperkingen: het beste resultaat is te bereiken als deze methoden complementair worden ingezet. Ralph Beuken George Mesman Ronald van Eijk (KWR Watercycle Research Institute) Peter Horst (PWN) Klik hier voor uitgebreid artikel over dit onderwerp.

Waterpraatjes voor kinderen Waterschap Peel en Maasvallei heeft in samenwerking met studenten ICT en Mediadesign een educatieve webapplicatie gemaakt om kinderen in de basisschoolleeftijd bekend te maken met het belang van goed waterbeheer. De applicatie heet ‘Water­ praatjes’ en gaat over drie thema’s: veilige dijken, droge voeten en voldoende en schoon water. De web applicatie is speciaal

ontwikkeld voor de tablet, smartphone en de desktop, zodat deze makkelijk toegankelijk is voor zowel kinderen als volwassenen. De game bestaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel is het bouwen van een waterpark. Het tweede onderdeel is het uitvoeren van de taken van Waterschap Peel en Maasvallei in het beheergebied. www.waterpraatjes.nl

Wereldprimeur voor RWZI Horstermeer Johan de Bondt (dijkgraaf van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht) en minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) bij de ingebruikneming van het nieuwe filter

Eind november heeft minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) het eerste 1-STEP filter ter wereld officieel in gebruik genomen. Dit gebeurde op de rioolwaterzuivering Horstermeer van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. De nieuwe filterinstallatie maakt het mogelijk om in een laatste stap van het waterzuiveringsproces nog meer afvalstoffen uit het water te filteren dan tot voor kort mogelijk was. Met actiefkool worden in één filtering tegelijkertijd fosfaat, stikstof, zwevende stof, zware metalen en microverontreinigingen verwijderd. Door het toepassen van deze techniek worden voorwaarden gecreëerd waarbij de lozingen van het waterschap in de Vecht nog schoner worden en de Vecht gaat voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Op dit moment wordt in opdracht van het waterschap de bodem van de Vecht gebaggerd, zodat in 2015 de Vecht schoon is. Het 1-STEP filter is ontwikkeld in opdracht van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht door uitvoeringsorganisatie Waternet in samenwerking met Witteveen+Bos, TU Delft, Norit en de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA). Het is mede mogelijk gemaakt dankzij een rijkssubsidie. Minister Schultz riep de aanwezigen op de kennis over de nieuwe technieken breed uit te dragen en andere RWZI’s en waterschappen inzicht te geven in de mogelijkheden. “Ik weet dat er veel belangstelling is voor deze nieuwe techniek. Daarom roep ik u op de specifieke kennis over nieuwe toepassingen verder te brengen. ‘Noblesse oblige’ wat dat betreft. Nederland heeft dergelijke innovaties hard nodig.”

Webportaal voor leidingmaterialen en inspectietechnieken Wie op zoek is naar actuele informatie over leidingmaterialen en inspectietechnieken voor drinkwaterleidingen, kan nu ook terecht op een digitaal portaal van KWR Watercycle Research Institute. Het portaal is ontwikkeld door KWR binnen het Bedrijfstakonderzoek (BTO) voor de waterbedrijven. Het is bedoeld voor medewerkers van waterbedrijven, leveranciers en andere deskundigen die informatie over materialen en inspectietechnieken willen delen. Het portaal is bij de lancering eind november al goed gevuld met een overzicht van materialen, technieken en ontwikkelingen op die gebieden. Ook beschrijven enkele waterbedrijven hun ervaringen met leidingmaterialen en inspectietechnieken. Waterbedrijven, technologieontwikkelaars en deskundigen wordt nadrukkelijk gevraagd om input te leveren voor het portaal en zo bij te dragen aan kennisontwikkeling. www.kwrwater.nl//leidingen_inspectietechnieken/

nr 12 / december 2013

Rioned presenteert benchmark De riolering werkt in Nederland over het algemeen probleemloos en dat vindt iedereen eigenlijk vanzelfsprekend. ­Gemeenten houden met hun bedrijfsmatige aanpak de kosten in de hand en werken samen aan verbetering van de kwaliteit en kennis. Uitdaging voor de toekomst is het vinden van draagvlak voor de noodzakelijke stijging van de rioolheffing om het systeem op peil te houden. Dat constateerde de Stichting Rioned eind n ­ ovember bij de presentatie van de Benchmark R ­ ioleringszorg 2013. Aan deze vergelijking op het gebied van rioolbeheer nemen vrijwel alle gemeenten deel. De benchmark is onder andere bedoeld om gemeenten de impuls te geven de kwaliteit van rioleringszorg verder te verbeteren. Nederland heeft in totaal 123.000 kilometer rioolbuizen, die gezamenlijk 84 miljard euro waard zijn. Jaarlijks wordt 825 kilometer rioolbuizen vervangen. Op dit moment is er geen achterstand in de rioolvervanging. Gezien de leeftijdsopbouw van het systeem zullen in de toekomst wel meer buizen dan nu moeten worden vervangen. De rioolvervanging zal volgens ­Rioned leiden tot stijging van de rioolheffing vanwege de gebruikte financieringsmethodiek; de riolering is oorspronkelijk betaald uit de grondexploitatie en de vervanging wordt uit de rioolheffing betaald. Sinds 2010 steeg de rioolheffing met 1,0 procent per jaar (gecorrigeerd voor inflatie). De benchmark maakt duidelijk dat in de komende jaren veel ervaren rioolbeheerders met pensioen zullen gaan. Personele kwetsbaarheid is daarom één van de aandachtspunten van de regionale samenwerking waarin veel gemeenten actief zijn, veelal samen met het waterschap. De volgende benchmark wordt gepubliceerd in 2016. www.riool.net

29


30

Drinkwatersector zoekt spanning en nieuwe prikkels

‘ Meer directe interactie met onze klanten kan ons informatie opleveren waar we beter van kunnen worden’

Tekst Corien Lambregtse Beeld Getty Images

D

e Nederlandse drinkwatersector heeft een lange traditie met benchmarken. In 1997 is de benchmark op landelijke schaal ingevoerd. Tien jaar later is dit op initiatief van brancheorganisatie Vewin (de koepel van de tien drinkwaterbedrijven) en enkele Scandinavische p ­ artners uitgebreid naar Europees niveau in de ‘European Benchmarking Co-operation’ (EBC). ­Hieraan doen jaarlijks 40 tot 50 drink- en afvalwaterbedrijven mee, afkomstig uit zo’n 20 verschillende landen, waaronder Japan en Amerika. De benchmark heeft volgens betrokkenen in de afgelopen jaren veel verbeterpotentieel naar boven gehaald en de prestaties van de drinkwatersector significant verbeterd. De prestaties zijn zo goed meetbaar gemaakt, dat de benchmark zelfs in de Drinkwaterwet is opgenomen, en een vast onderdeel vormt van de rapportages die de drinkwatersector maakt over zijn wettelijke taken. Maar de aanjaagfunctie van het benchmarken, gericht op prestatieverbetering en innovatie, is langzamerhand op de achtergrond geraakt. Externe prikkels Omdat de drinkwatersector geen concurrentie kent, zijn er betrekkelijk weinig externe prikkels om de prestaties te verbeteren. Wie verbetering en uitdaging zoekt, moet dat dus ­vooral zelf organiseren. Daarom is een aantal mensen binnen de beroepsorganisatie Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) op zoek gegaan naar nieuwe prikkels voor de drinkwater­ sector, onder wie Henk Ardesch (adjunct-directeur van drinkwaterbedrijf Oasen), Peter Dane (trekker van de European Benchmarking Co-operation EBC) en Ingrid Heemskerk ­(Waternet). Volgens Ardesch ligt de nadruk in de huidige benchmark vooral op registreren. “We beschikken zowel nationaal als internationaal over een enorme database met prestatiegegevens. De uitdaging waarvoor we staan, is om deze getallenpracht te verbinden met onze werkpraktijk en om nieuwe thema’s toe te voegen. Er zijn nog genoeg mogelijkheden om de sector te verbeteren.” Het nieuwe plan waaraan hij heeft meegewerkt, is bedoeld om weer wat spanning te genereren binnen de sector. Het gaat over drie zogeheten leerlijnen: verantwoording, verbetering en

T

Thema Benchmarken: een ander woord voor het vergelijken van je prestaties met die van soortgelijke organisaties. De Nederlandse drinkwater­ bedrijven doen het al vijftien jaar. Nu zoeken ze nieuwe prikkels om hun prestaties te verbeteren. Een programma met drie nieuwe leerlijnen moet de ­oplossing bieden: verantwoording, verbetering en inspiratie. De initiatief­ nemers zien nog volop kansen om de sector te verbeteren.

inspiratie. “Het wordt geen verplicht programma, drinkwaterbedrijven kunnen op vrijwillige basis meedoen. We hopen natuurlijk dat iedereen mee doet, ook vanuit het buitenland.” Verantwoording De leerlijn verantwoording gaat over de manier waarop drinkwaterbedrijven zich over hun prestaties verantwoorden naar overheid en burger. Ardesch: “De nationale benchmark wordt inmiddels al gebruikt voor rapportages aan de overheid. Daarmee laten we zien dat we voldoen aan de wet- en regelgeving. Wat we met deze nieuwe leerlijn willen toevoegen, is de verantwoording aan de klant. We kunnen de klant meer bij onze dienstverlening betrekken en ook meer met hem in gesprek gaan. Ook moeten we de informatievoorziening verbeteren, zodat de klant bijvoorbeeld direct kan zien wat er in een bepaald gebied gebeurt en wat de actuele gegevens over het drinkwaterbedrijf in zijn regio zijn.” Hij kent een aantal Engelse waterbedrijven die hier heel actief mee bezig zijn. “Zij gaan zelfs met klanten in gesprek over hun investeringsplannen: waarin moet worden geïnvesteerd worden en in welke volgorde? Meer directe interactie met onze klanten kan ons informatie opleveren waar we beter van kunnen worden.” De leerlijn verbetering heeft te maken met innovatievermogen, duurzaamheid, assetmanagement en risicomanagement. Ardesch: “Volgend jaar start een nieuwe, vrijwillige benchmarkactiviteit rond deze vier thema’s. De intentie is om vijf jaar aan de slag te gaan en dan te kijken waar we staan. Bij deze leerlijn maken we gebruik van bestaande meetinstrumenten. We richten ons hiermee vooral op de verschillende deskundigen binnen en buiten de sector.” De derde leerlijn gaat over inspiratie. Ardesch: “Verbetering ontstaat alleen als mensen in beweging komen, als individuen zich geïnspireerd voelen. Daarom moeten we dingen b ­ edenken om medewerkers te inspireren. Bijvoorbeeld een estafette waarbij telkens een ander ­bedrijf het initiatief neemt, bijvoorbeeld voor een congres of uitwisselingen rond dit thema. We hebben bij Oasen een kennisuitwisseling gedaan met een waterbedrijf in Wales. M ­ onteurs uit Wales zijn onlangs bij ons geweest en wij zijn daar op bezoek gegaan; dat heeft voor ­beide > nr 12 / december 2013

31


32

‘KWR laat zien waar de uitdagingen liggen’ KWR Watercycle Research Institute, het kennisinstituut van de gezamenlijke drinkwaterbedrijven, ziet het als zijn kerntaak om de prestaties van de bedrijven steeds te helpen verbeteren.

Minder is meer

Volgens Gertjan Medema, chief science officer, kan KWR de waterbedrijven helpen om de ambities voor de toekomst concreet te maken.

EEN BETROUWBARE WAARDE

“Het is onze taak om de waterbedrijven te laten zien hoe en waarin ze zich kunnen verbeteren, bijvoorbeeld als het gaat om het management van de leidingnetten en de optimalisering van

Omegam Laboratoria is een geaccrediteerd, onafhankelijk milieulaboratorium. U kunt bij Omegam Laboratoria terecht voor een breed scala aan chemische analyses van verontreinigen in (water)bodems en water (o.a. oppervlakte-, drink-, grond-, afval- en zwemwater). Hierbij kunt u denken aan verontreinigingen in de vorm van medicijnresten, prioritaire stoffen van de KRW, bestrijdingsmiddelen en hormonen. Ook als het om microverontreinigen gaat leveren wij snel, nauwkeurige en betrouwbare resultaten. Naast chemische analyses biedt Omegam Laboratoria hydrobiologisch- en bacteriologisch kwaliteitsonderzoek door middel van klassieke- en moderne (DNA) technieken.

zuiveringsprocessen. Daarnaast hebben we ook een verkennende taak: welke vraagstukken komen er in de toekomst op de waterbedrijven af, bijvoorbeeld in de vorm van nieuwe verontreinigingen, klimaatveranderingen en waterverbruik, maar ook veranderingen in de verwachting van de burgers.” Ook hij ziet dat de benchmarks hun grootste effect wel hebben gehad. “Een vaak gehoorde klacht is dat het allemaal wel erg kostengedreven is, terwijl de waarde van het drinkwater juist ook in gezondheid en comfort zit. De klant wil vooral betrouwbaar, lekker water en geen kalk in zijn wasmachine.” KWR wil graag bijdragen aan nieuwe ambities. Medema: “De drinkwatersector is van nature wat conservatief. Investeringen in de drinkwatersector zijn voor de lange termijn en moeten dus robuust zijn. Het is een grote uitdaging om de manier waarop we met water omgaan te verbeteren. Het kan beter, duurzamer en meer integraal.”

Henk Ardesch:

kanten heel plezierig gewerkt. Ik ben ervan overtuigd dat het ook inhoudelijke spin-off oplevert. Ik zie deze leerlijn als een olievlek die langzaam uitbreidt, doordat er steeds meer initiatieven ontstaan. die uiteindelijk de hele sector bereiken.”

‘Er zijn nog genoeg mogelijkheden om de sector te verbeteren’

Peter Dane: ‘Door om ons heen te kijken, houden we het vak boeiend’

Verbinding Het idee is om alle best practices te verzamelen binnen een Europees platform, dat i­deeën, mensen en praktijk bij elkaar brengt. Dane: “Het zou mooi zijn als we er in slagen om de ­European Benchmarking Cooperation om te vormen tot een zelfstandige stichting. Die ­stichting kan alle drinkwaterbedrijven stimuleren om meer werk te maken van verantwoording, verbetering en inspiratie. Wij kunnen in Nederland bijvoorbeeld iets leren van Engeland. Het Engelse waterleidingnet is erg verouderd, waardoor ze daar veel problemen ­hebben met lekkages. De Engelse drinkwaterbedrijven gebruiken geavanceerde ­­­controleen ­meetsystemen om die lekkages op te sporen. Andere bedrijven kunnen mogelijk iets leren van onze waterzuiveringsmethoden. Door om ons heen te kijken, houden we het vak met z’n allen boeiend en uitdagend en leggen we de verbinding tussen kennis en praktijk.” Om de leerlijnen tot een succes te maken, worden ze de komende tijd uitgewerkt in concrete programma’s. Ardesch, Dane, Heemskerk en hun collega’s zijn druk in de weer om hiervoor m ­ edestanders te vinden. Overal waar ze komen, presenteren ze hun verhaal. Het initiatief voor de uitwerking van de eerste programmalijn (verantwoording) ligt vooral bij ­brancheorganisatie Vewin, het initiatief voor de tweede programmalijn (verbetering) ligt vooral bij Koninklijk Nederlands Waternetwerk en de European Benchmarking Cooperation EBC. De derde programmalijn (inspiratie) moet door alle afzonderlijke drinkwaterbedrijven worden opgepakt en wordt pas succesvol als alle inspirerende verhalen met elkaar worden gedeeld. KNW gaat ervoor ­zorgen dat alle data die in alle programma’s worden verzameld met de betrokken bedrijven worden gedeeld. Als het goed is, gaat de hele sector daar vanaf 2014 veel van horen. | Tijdens het voorjaarscongres van Koninklijk Nederlands Waternetwerk op donderdag 10 april 2014 wordt uitgebreid aandacht besteed aan één van de ‘leerlijnen’ die in dit artikel aan de orde komen: inspiratie. Nadere informatie volgt.

Flow meten zonder in – en uitloop stukken? Nu is dit mogelijk met de WATERFLUX van KROHNE. WATERFLUX – de nieuwe elektromagnetische watermeter – elimineert de vraag naar stromingsrichters en filters door zijn unieke flowprofiel geoptimaliseerde meetbuis ontwerp zonder bewegende delen. Zelfs in- en uitloop stukken zijn overbodig. Hierdoor worden complexe leidingconstructies rond het meetpunt tot een absoluut minimum beperkt. In bedrijf, overtuigt de WATERFLUX door het te verwaarlozen drukverlies. In het proces, wordt zowel de grote als de kleine bi-directionele waterhoeveelheid gemeten – ongeacht de installatie positie en de stromingssnelheid. Maak gebruik van de WATERFLUX, de meter reduceert de kosten gedurende de gehele levenscyclus in vergelijking met mechanische oplossingen.

Conta c t H .J .E. Wen c ke ba c hwe g 120 1 0 9 6 A R A mste rda m T + 3 1 (0 )2 0 5 976 769 E kl an t en ser vi c e @ om e ga m . nl I w w w .o meg a m . nl

Maatwerk met visie -inventarisatie en onderzoek -visie- en planvorming -inrichtings- en beheerplannen -monitoring en evaluatie -toetsing aan natuurwetgeving

Uiteindelijk, minder is meer. KROHNE – Water is onze wereld. Voor meer informatie www.krohne.com/waterflux-series

Ecologie & landschap

gecertificeerd ISO 9001 lid Netwerk Groene Bureaus


Waterwetenschap

34

Toegepaste wetenschap in de watersector

Hoe ernstig is het met de geneesmiddelen in het oppervlakte­ water? En wat kunnen we doen om ze terug te ­dringen? Om deze vragen ging het tijdens twee onderzoeken die zijn uitgevoerd door KWR Watercycle ­Research Institute, met ondersteuning van de Stichting ­Toegepast ­Onderzoek Waterbeheer (STOWA). ­Conclusie: de streefwaarden worden flink overschreden.

Bij beide onderzoeken naar medicijnresten lag de focus op rivieren, kanalen en beken in Zuid-Limburg, om precies te zijn: het gebied bovenstrooms van de inname van Waterproductiebedrijf Heel in het Lateraalkanaal. De belangrijkste ‘slagader’ van het watersysteem wordt in deze regio gevormd door de Maas. In het stroomgebied van de Maas ten zuiden van Heel (dus bovenstrooms) wonen ongeveer 6 miljoen mensen (van wie 5,3 miljoen buiten Nederland). Op diverse plaatsen werden de concentraties van in totaal 45 geneesmiddelen en 18 afbraakproducten gemeten; in totaal werden 23 soorten geneesmiddelen en 13 afbraakproducten aangetroffen. Voor geneesmiddelen en afbraakproducten van geneesmiddelen bestaan op dit moment nog geen wettelijk vastgestelde normen. Het is ook niet goed mogelijk om vast te stellen of en in welke mate de aangetroffen geneesmiddelen schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Vanuit het voorzorgsprincipe (je kunt nooit weten wat eventuele schade zal zijn) worden vaak echter wel streefwaarden gehanteerd. Zo wordt in het Donau, Maas, Rijn Memorandum (van de gezamenlijke drinkwaterbedrijven) gesteld dat de streefwaarde voor geneesmiddelen (net als voor gewasbeschermingsmiddelen), 0,1 microgram per liter (per individuele stof) zou moeten zijn (een microgram is ­éénmiljoenste gram) om zonder uitgebreide zuivering goed drinkwater uit ­oppervlaktewater te produceren. Het rapport ‘Drinkwaterkwaliteit Q21’, waarin de kwaliteitskaders van drinkwaterbronnen voor de 21e eeuw door de drinkwatersector zijn geformuleerd, hanteert eenzelfde waarde voor door menselijk handelen veroorzaakte microverontreinigingen. Overschrijding De aangetroffen concentraties van een groot deel van de in deze studie gemeten geneesmiddelen overschrijden deze streefwaarden, soms wel met een factor 10 tot 100. In de Maas, de Zuid-Limburgse beken en het Lateraalkanaal varieert de gemiddelde concentratie van geneesmiddelen en afbraakproducten van 7 tot 27 microgram per liter (bij een streefwaarde dus van 0,1). Metformine (een middel tegen diabetes) en diens afbraakproduct guanylureum vormen samen ruim 70 procent van de gemeten stoffen. De concentraties van geneesmiddelen in de Zuid-Limburgse beken zijn tot een factor 10 h ­ oger dan concentraties die doorgaans in de grote Nederlandse oppervlaktewateren g ­ evonden worden. Bij ‘normale’ afvoer (80 procent van de tijd) in de Maas worden de ­concentraties in

Foto Sijmen Hendriks/Hollandse Hoogte

Zuid-Limburgs oppervlaktewater bevat verrassend veel medicijnen

het door waterproductiebedrijf Heel ingenomen water voor 80 tot 90 procent bepaald door emissies in het buitenland. In droge periodes, die voor de concentraties maatgevend zijn, en die in extreme jaren tot zes maanden kunnen ­duren, neemt het aandeel vanuit Nederland echter toe tot circa 32 procent. De belangrijkste emissies vinden diffuus plaats, namelijk in de woonwijken. Veruit de meeste medicijnen worden thuis gebruikt en uitgescheiden. Ten gevolge van de demografische ontwikkeling in Limburg, en de rest van Europa, (de aankomende vergrijzing) in combinatie met effecten van klimaatverandering wordt verwacht dat de emissies van geneesmiddelen en piekconcentraties in het oppervlak­ tewater in de komende decennia fors zullen toenemen. Doordat toxicologische gegevens van individuele stoffen ­ niet altijd toegankelijk zijn en gegevens van lange termijneffecten en effecten van mengsels onbekend zijn, is het niet mogelijk om te voorspellen of deze overschrijdingen ook ­ecosystemen beïnvloeden en welke (mengsels van) stoffen daarvoor verantwoordelijk zijn. Kennis is beperkt In het onderzoeksrapport wordt geconcludeerd dat onze kennis op dit gebied nog te beperkt is. Het belangrijkste dilemma voor de waterschappen is dan ook hoever we als maatschappij op basis van het voorzorgsprincipe bereid zijn te investeren in maatregelen. De waterschappen vinden het wel belangrijk om meer kennis over de effecten (is het ­ernstig?), maar ook over effectiviteit en kosten van ­zuiveringsmethoden op te bouwen. Een belangrijk aspect daarbij is op welke plek in de watercyclus het beste maatregelen genomen kunnen worden om tot reductie van de concentraties geneesmiddelen in het oppervlaktewater te komen. Naast eventuele schade voor ecosystemen, kan de aanwezigheid van (resten van) geneesmiddelen ook een probleem opleveren voor de drinkwaterbereiding. De Nederlandse drinkwaterbedrijven waarschuwen echter dat geneesmiddelen ontwikkeld zijn om bij lage ­concentraties een effect te veroorzaken bij mens en/of dier. Daarom moeten oppervlaktewater en grondwater tegen ­ emissies hiervan beschermd worden. De drinkwaterbedrijven ­stellen daarom voor de streefwaarde van 0,1 microgram per ­liter als norm te gaan hanteren en te onderzoeken bij welke drinkwaterbronnen deze norm wordt overschreden. Terugdringen In een vervolgonderzoek is nagegaan welke methoden genr 12 / december 2013

schikt zijn om de concentraties van geneesmiddelen terug te dringen. Daaruit is gebleken dat voor lokale watersystemen (zoals de Geleenbeek en de Geul) een brongerichte aanpak of aanpassing van rioolwaterzuiveringsinstallaties een aanzienlijke verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater kunnen opleveren. Het effect hiervan voor de drinkwaterwinning bij Waterproductiebedrijf Heel is echter gering of zelfs verwaarloosbaar. Significante verbetering van de Maaswaterkwaliteit vereist een grootschalige internationale aanpak, omdat een belangrijk deel van de emissiebronnen in het buitenland ligt. Jan Hofman, Harry Tolkamp, Thomas ter Laak, Hans Huiting, Roberta Hofman-Caris (KWR Watercycle Research Institute) Peter van Diepenbeek (Waterleidingmaatschappij Limburg) Twee artikelen waarin de beide onderzoeken (het probleem en de mogelijke aanpak) uitgebreid worden beschreven. Artikel 1 Klik hier Artikel 2 Klik hier

Samenvatting Het oppervlaktewater van de Maas en een aantal beken in Zuid-Limburg bevat 10 tot 100 keer zoveel (resten) van geneesmiddelen als op grond van de streefwaarden die waterbedrijven hebben opgesteld, wenselijk zou zijn. Het is niet duidelijk welke g ­ evolgen dit heeft voor ecosystemen, de veronderstelling is dat er (in het kader van de drinkwaterbereiding) geen acuut gevaar bestaat voor de volksgezondheid. Dit blijkt uit onderzoek van KWR Watercycle Research Institute in samenwerking met STOWA. Uit vervolgonderzoek blijkt dat een significante verbetering van de waterkwaliteit een grootschalige internationale aanpak vraagt, omdat een belangrijk deel van de emissiebronnen in het buitenland ligt.

35


Waterwetenschap

36

Toegepaste wetenschap in de watersector

Lekke waterputten: hoe spoor je ze op? Verontreinigd grondwater lekt naar een schoon waterwinpakket door een verkeerd gesteld filter (A), een lekke putbuis (B) of doordat het boorgat ter plaatse van de kleilaag niet met klei is afgedicht

In Oost- en Zuid-Nederland wordt veel drinkwater gewonnen op grote diepte. Bij lekkage van een putconstructie kan vervuild water in een pompput komen. Dit bedreigt de waterkwaliteit in de diepe zand- en grindlagen. Vooral particuliere putten zijn een onzekere factor. Waterleidingmaatschappij Limburg ontwikkelde een succesvolle aanpak voor het opsporen van lekkages. In Limburg maar ook elders in het zuiden en oosten van Nederland zijn lekkages van water­ putten een reële bedreiging omdat de grondwaterstand in de ondiepe lagen vrijwel altijd hoger is dan in de diepe lagen Vanwege de wettelijke verplichte Kwetsbaarheidsanalyse voor drinkwaterbedrijven ontwikkelde Waterleidingmaatschappij Limburg (WML) vanaf 2007 een systematische aanpak voor het opsporen van putlekkages. WML inspecteerde putten waarvan zij vermoedde dat ze mogelijk lek zouden kunnen zijn. Een klein percentage van de WML-putten was verdacht. Uiteindelijk bleek een tiental putten in meer of mindere mate lekkage te vertonen. In Limburg zijn in de afgelopen twintig jaar ook nog eens honderden putten geboord door particulieren, veelal zonder toezicht en door niet-gecertificeerde bedrijven. Bij de waterwinplaats Grubbenvorst van WML werd in 1996 een besmetting van een pompput door een particuliere put onomstotelijk aangetoond. De particuliere put lekte doordat met één filter water werd gewonnen uit twee watervoerende pakketten. Het vervuilde ondiepe grondwater kon daardoor van boven de kleilaag door het filter naar het diepe waterwinpakket stromen. Een waterleidingbedrijf kan in zo’n geval zelf niet veel doen, de provincie is verantwoordelijk voor de grondwaterbescherming. Na contact met de provincie werd de betreffende put opgeruimd. Aanwijzingen De eerste en voornaamste aanwijzing voor lekkage is een afwijking in de waterkwaliteit, ­bijvoorbeeld vervuiling met een meststof. Ook een reguliere camera-inspectie, ­bijvoorbeeld bij groot onderhoud, kan lekkages openbaren. Tot slot zijn bepaalde materialen en constructies kwetsbaar. Waakzaamheid is geboden bij oude pvc-putten (uit 1960-1975) met ­geschroefde verbindingen. Als die niet of onvoldoende gelijmd zijn, gaan ze vaak lekken. Ook roestvrijstalen putbuizen kunnen lekkages vertonen, door corrosie. Bij het vermoeden van een lekkage kan een speciale monstername uitkomst bieden. Als een lekke put enige tijd uit bedrijf gaat, stroomt vervuild lekwater het diepe zandpakket in en blijft ‘hangen’ rond het filter. Als dan enkele minuten na de hervatting van het pompen

of gedicht. Zijn de doorboorde kleilagen niet goed afgedicht dan is verwijdering van de put en herstel van de kleilaag noodzakelijk. Afdichten van een doorboorde kleilaag zonder de put op te offeren is momenteel nog niet mogelijk. een watermonster wordt genomen, zal dat deels uit vervuild grondwater bestaan. Lekkages in de putbuis, dat wil zeggen het gedeelte boven het filter, vergen een speciale aanpak. De putbuis wordt dan ter hoogte van de kleilaag afgesloten met een packer (een holle rubberen cilinder die uitzet bij ‘oppompen’). De waterstand in de afgesloten putbuis mag dan niet stijgen. Als de waterstand toch stijgt, is de putbuis lek. Als het grondwater onder het lek staat, is een ‘vulproef’ nodig. Hierbij wordt de putbuis boven de packer gevuld met water. Bij lekkage daalt de waterstand. Soms is er lekkage langs de putbuis. Bij twijfel over de afdichting van de kleilaag kan een gammameting uitkomst brengen. Kleilagen geven namelijk van nature een verhoogde gammastraling af. Een gammameting kan de diepte van kleilagen en de plaats van kleiafdichtingen rond de put aantonen. Als de put op alle punten in orde is, dan kan de oorzaak van een afwijkende waterkwaliteit bij een put in de omgeving liggen, zoals bij de winplaats Grubbenvorst. Ook een gat in de kleilaag, van nature aanwezig of door afgraving ontstaan, kan de oorzaak zijn. Wat nu? Vertoont een put lekkage, dan is belangrijk hoe groot het ­gevaar voor de winplaats is. Is sanering niet urgent dan komt de put in een saneringsplan en blijft hij met a ­ angepaste ­bedrijfsvoering voorlopig in gebruik. Ook als snel handelen ­gewenst is, moet de put in bedrijf blijven. Als de winning stopt, kan de vervuiling zich namelijk ongecontroleerd in het waterwinpakket verspreiden. Afhankelijk van de ernst van de lekkage en bijvoorbeeld de ouderdom van het materiaal, kan de put worden gesaneerd nr 12 / december 2013

M.H.A. Juhász-Holterman (Juhász Advies) R. Prevoo (WML)

Voor een uitgebreide versie van dit artikel klik hier

Samenvatting Sinds 2007 spoort WML (Waterleiding Maatschappij Limburg) systematisch lekkages van pompputten op. Lekkage betekent dat vervuild water vanaf het maaiveld of uit ondiepe zandlagen via de putconstructie in een pompput kan komen en daarmee in diepe zanden grindlagen met schoon grondwater. WML ontwikkelde een systematische en praktische aanpak van lekkages. Van de enkele tientallen verdachte putten bleek circa de helft toch in orde te zijn. In Limburg zijn echter de afgelopen 20 jaar, net als elders in Nederland, door particulieren honderden putten geboord, veelal zonder toezicht en door niet-gecertificeerde bedrijven. Dit artikel beschrijft de systematiek en de ervaringen van WML bij het toepassen van deels unieke doch eenvoudige methoden voor het opsporen van lekke putten. Hiermee kan een ieder belast is met de bescherming van grondwater gemakkelijk lekkages opsporen en waar mogelijk opheffen.

37


38 Meer weten? Kijk op de site van H2O!

Verder op H2O-Online

overstortgegevens

Wie aan dit maandblad niet genoeg heeft en de verdieping zoekt, heeft altijd nog de website H2O-Online: www.vakbladh2o.nl. Daar vindt u onder andere vakartikelen op het gebied van wetenschap en techniek. Op deze pagina enkele van de meest recente artikelen die op de site zijn verschenen.

Backtracing helpt waterkwaliteitssensoren slim te plaatsen en calamiteiten op te sporen Waterkwaliteitssensoren geven een lokaal beeld van waterkwaliteitsparameters in het distributienet. Dit artikel laat zien hoe hydraulische modellen kunnen worden ingezet om met backtracing-algoritmes de effectiviteit van sensornetwerken in het drinkwaterleidingnet te bepalen en om het mogelijke brongebied bij een verontreinigingscalamiteit in te perken.

biologisch veilig is, ontwikkelen zich snel, evenals de wereldwijde uitwisseling daarover. Een Nederlandse delegatie bezocht het internationale congres ‘Health-Related Water Microbiology’ (HRWM) van de International Water Association (IWA), september 2013, Florianopolis, Brazilië.

Medewerkers doen nieuwe kennis op, maar ook hun houding verandert. Buitenlandwerk maakt mensen flexibeler, men leert beter communiceren, de essentie van problemen achterhalen, krijgt meer begrip voor andere culturen en leert creatiever denken.

Patrick Smeets (KWR Watercycle Research Insti-

Shelitha van Hunen

tute), Ana Maria de Roda Husman (RIVM), Saskia Rutjes (RIVM), Gerhard Wubbels (WLN), Wim Hoogeboezem, Eric Penders en Maja TaucerKapteijn (HWL)

Peter van Thienen en Dirk Vries (KWR Watercycle

Desinfectie van drinkwater met behulp van UV-C: een veilige methode UV-C-straling wordt in drinkwaterzuivering steeds meer toegepast voor desinfectie. In combinatie met waterstofperoxide treedt een ‘geavanceerd oxidatieproces’ op, waarin ook organische stoffen worden omgezet. Onder bepaalde omstandigheden kan dit theoretisch leiden tot de vorming van mogelijk mutagene bijproducten. Het blijkt dat zich dit bij desinfectie met behulp van UV-straling niet voordoet.

Tom Raadgever (Grontmij), Dries Hegger (Univer-

Inzicht in en stuurbaarheid van kosten voor beheer en onderhoud watersysteem De economische crisis en nieuwe verantwoordelijkheden ten aanzien van bijvoorbeeld muskusratten en waterveiligheid zetten de financiële mogelijkheden van waterschappen onder druk. Reden voor waterschap Rijn en IJssel om dit voorjaar zijn ambities en taakopvatting scherp tegen het licht te houden. Hulpmiddel in de discussie was een ‘knoppenmodel’. dat voor beheer en onderhoud van het watersysteem de relatie tussen ambitie en kosten in beeld brengt. Met opvallende resultaten.

siteit Utrecht), Mark Wiering (Radbouduniversiteit

Marcel Bleumer, Alfred te Pas (waterschap Rijn

Nijmegen), Berry Gersonius (Unesco IHE)

en IJssel), Hermine Koskamp, Frank van Berkum

@vakbladh2o.

(Oranjewoud)

U kunt ook elke maand onze nieuwsbrief met

Research Institute), Egbert Zaadstra (Brabant Water)

Implementatie meerlaagsveiligheid in Nederland: realisatie plannen vergt institutionele verandering In dit artikel wordt de institutionele inbedding van meerlaagsveiligheid in Dordrecht geanalyseerd. De conclusie is dat institutionele veranderingen, ook op landelijk niveau, nodig zijn om meerlaagsveiligheid een kans te geven. De Deltabeslissingen bieden een ‘window of opportunity’ hiervoor.

Nieuwe en verbeterde wegen naar microbiologisch veilig water Ziekteverwekkende bacteriën in water ­geven overal ter wereld problemen. Drinkwater heeft de hoogste prioriteit, maar water wordt ook gebruikt om in te zwemmen, om vis in te kweken en voor de landbouw. Technieken om te bepalen of water micro-

&

grondwaterstanden

grondwaterstanden en overstort gegevens per FTP, email en sms grondwaterstanden

tot 5 sensoren per modem (alleen grondwater versie)

realtime luchtdrukgecompenseerd dus geen extra barosensoren nodig

batterijlevensduur 10 jaar @ 1meting per uur en 1 dataoverdracht per dag

op afstand herprogrammeerbaar

dataopslag in uw eigen beheer op basis van SQL database

alarmeer functie

diverse conversies, o.a. naar stijghoogte (NAP) en overstort

volautomatische of handmatige export naar Delft FEWS, Hydras, CSV etc

KELLER GSM2 modemlogger, life can be so simple... KELLER Meettechniek BV Postbus 59 2810AB REEUWIJK

WWW.KELLER-HOLLAND.NL

The right grain, at the right place, at the right time. Filcom levert voor elke toepassing het perfecte zand. Ook voor drinkwaterbereiding, waar het filterzand moet voldoen aan strikte eisen, levert Filcom de juiste kwaliteit in de juiste hoeveelheid, waar en wanneer u het wenst. Kijk voor meer informatie op

Harmsen (KWR Watercycle Research Institute), Erwin Beerendonk, Sander Nugteren (Evides),

melding krijgen? Volg ons dan op Twitter:

website, www.vakbladH2O.nl, pagina H2O-Online/recente artikelen. Zelf een artikel schrijven voor H2O-Online? Kijk op onze website voor de a ­ uteursinstructies en/of neem contact op met de redactie via redactie@vakbladh2o.nl

www.filcom.nl

e: sales.filcom@sibelco.com

Leo Keltjens (Aqualab Zuid)

Van elk nieuw artikel op H2O-Online een

Tel +31 182 399840 Fax +31 182 399841 E sales@keller-holland.nl

Sandtastic!

Roberta Hofman-Caris, Kirsten Baken, Danny

attenderingen ontvangen. Meld u aan via de

Leren van internationale samenwerking Vrijwel elk Nederlands waterschap is betrokken bij internationale projecten in minder ontwikkelde landen. Er worden belangrijke lessen geleerd uit die samenwerking.

Waterprofessionals in Nederland bereiken? Communiceer via H2O magazine!

Benieuwd naar de communicatiemogelijkheden? Bel met: Shahin Habbah T 026-750 18 51 E shahin.habbah@pshmediasales.nl I www.pshmediasales.nl


De Flygt 4530 is de nieuwste aanvulling op het mixer productaanbod van Flygt. De innovatieve mixer is voorzien van een robuuste state-of-the-art propeller en een bewezen aandrijfunit voor energie-efficiĂŤnte en betrouwbare mengprocessen. De mixer is uitermate geschikt voor biologische waterbehandeling en slibtoepassingen, is zeer eenvoudig te installeren en kan tot 50% energie besparen. Met ons complete aanbod van mixers en jarenlange ervaring, profiteert u van de voordelen van de mixer technologie die het beste bij uw behoefte past.

Heeft u uitdagende mengprocessen? Onze specialisten in (afval)waterbehandeling denken graag met u mee. wtnl@xyleminc.com | 078 654 84 00 | www.xylemwatersolutions.com/nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.