H2o 2007 05

Page 1

nยบ

40ste jaargang / 9 maart 2007

5/

2007

TIJDSCHRIFT VOOR WATERVOORZIENING EN WATERBEHEER

thema Aqua Nederland Vakbeurs

GRONDWATER IN GELDERLAND WORDT ZOETER INTERVIEW MET DIRECTEUR SIMAVI, ROLIEN SASSE LEGIONELLABACTERIร N IN INSTALLATIES VAAK ONGEVAARLIJK



Provinciaal waterbeleid

O

p welke partij hebt u afgelopen woensdag gekozen? U hebt toch wel gestemd? De helft van de Nederlanders vindt de verkiezingen voor Provinciale Staten namelijk niet van belang, maar u weet beter. De provincie heeft in het Nederlandse waterbeheer een flinke vinger in de pap of beter: doet een flinke duit in de zak. Op de provincie mag dan afgegeven worden, omdat ze te weinig daadkrachtig zou zijn of haar bevoegdheden niet voldoende durft te gebruiken, zonder een actief beleid van de provincie op het terrein van water zou er wel degelijk een flink hiaat ontstaan tussen het werk van de waterschapppen en Rijkswaterstaat enerzijds en de gemeenten anderzijds. Met de toenemende druk op de verschillende overheden om meer samen te werken, neemt echter ook de druk op de provincies toe om van het waterbeleid iets te maken. En dan niet alleen op het gebied van grondwater of zwemwater, maar ook op de meer structurele

H2O tijdschrift voor watervoorziening en waterbeheer verschijnt ééns per 14 dagen Officieel orgaan van Stichting tot uitgave van het tijdschrift H2O en haar participanten: - Vereniging van Waterbedrijven in Nederland - Koninklijke Vereniging voor Waterleidingbelangen in Nederland - Nederlandse Vereniging voor Waterbeheer - Kiwa Water Holding BV Uitgever Rinus Vissers Redactie Peter Bielars (hoofdredacteur) Michiel van Zaane Marjon Hoogesteger Redactiesecretariaat Dora Pompe Redactieadres en uitgeverij Postbus 122, 3100 AC Schiedam telefoon (010) 427 41 65 telefax (010) 473 26 40 e-mail h2o@nijgh.nl Bezoekadres: ’s-Gravelandseweg 565 3119 XT Schiedam Redactiecommissie Harry Tolkamp (voorzitter/NVA) André Struker (KVWN) Frits Vos (VEWIN) Gerda Sulmann (Kiwa Water Research) Advertentieverkoop Roelien Voshol (010) 427 41 54 Brigitte Laban (010) 427 41 52 Mediaorder Carola Sjoukes (010) 427 41 41 Suzanne Klüver (010) 427 41 40 telefax (010) 473 20 00 Abonnementenservice Pauline Roos Tini van Schijndel telefoon (010) 427 41 08 telefax (010) 426 27 95 Abonnementsprijs € 95,- per jaar excl. 6% BTW € 126,- per jaar voor buitenland € 8,- losse exemplaren excl. 6% BTW Abonnementen gelden voor één jaar en worden – zonder tegenbericht – automatisch verlengd. Opzeggingen dienen schriftelijk uiterlijk 6 weken voor het aflopen van de abonnementsperiode te geschieden aan bovenstaand postadres. Druk en lay-out Den Haag mediagroep b.v., Rijswijk

zaken als meer ruimte vrijmaken voor water in allerlei plannen, de waterkwaliteit in de gaten houden en actie ondernemen tegen activiteiten die bijvoorbeeld verdroging in de hand werken. Nu water weer wat hoger op de agenda is komen te staan, zijn deze Provinciale Statenverkiezingen wellicht een goed moment om die vernieuwde aandacht ook meteen te verzilveren. Heel veel moeten we daarvan niet verwachten, want de provinciale vertegenwoordigers hebben wel wat meer te doen dan alleen met water bezig te zijn. En de aandacht die water nu krijgt, krijgt het over enkele jaren misschien niet meer. Dus hopelijk hebt u gestemd op een partij die water serieus neemt en daar werk van maakt, ook al gaat dat eventueel ten koste van woningbouw, industrieterreinen en wegen. Peter Bielars

inhoud nº 5 / 2007 / *thema 4

/ Rechtbank: ‘Geen overeenkomst Nuon en Oasen over levering drinkwater’

6

/ Geomatica kan mogelijkheden bieden voor waterbeheer Wilma Reuderink

8 / Interview met Rolien Sasse, directeur Simavi Maarten Gast

10 / Grondwater in Overijssel verzoet

6

Cors van den Brink, Mieke de Jong, Marc Ooms, Arjan Nass en Joost Gooijer

14* / Waterwereld breed vertegenwoordigd op Aqua Nederland Vakbeurs*

17* / Noviteiten op Aqua Nederland Vakbeurs*

29 / Verenigingsnieuws NVA en KVWN 33 Legionallebacteriën in leidingwater-

8

installaties behoren meestal tot de ongevaarlijke soort Legionella anisa Dick van der Kooij, Gerhard Wubbels en Gerrit Veenendaal

36 / Een specifieke kweekmethode voor Legionella pneumophilia

33

Harm Veenendaal en Dick van der Kooij

39 / Snelle, kwantitatieve detectie van Legionella pneumophilia met Q-PCR Bart Wullings, Gerhard Wubbels, Harm Veenendaal en Dick van der Kooij

42 / Agenda 44 / Handel en Industrie

Copyright Nijgh Periodieken B.V., 2007 Het auteursrecht op de inhoud van dit tijdschrift wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Overname van artikelen alleen na schriftelijke toestemming van de uitgever. www.vakbladh2o.nl

Bij de omslagfoto: Rijkswaterstaat test in Delfzijl de sterkte van enkele dijkvakken door middel van een golfoverslagsimulator (zie pagina 5) (foto: Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouw).


OASEN VINDT WARM TAPWATER PRINCIPIEEL VERANTWOORDELIJKHEID VAN DRINKWATERBEDRIJF

‘Geen overeenkomst Nuon en Oasen over levering drinkwater’ Drinkwaterbedrijf Oasen is geen overeenkomst met energiebedrijf Nuon overeengekomen voor de levering van drinkwater om een nieuwbouwwijk in Bodegraven van warm tapwater te voorzien. Dat heeft de rechtbank in Den Haag op maandag 5 maart bepaald in een kort geding dat het energiebedrijf tegen Oasen had aangespannen. Volgens Nuon hadden de partijen al een overeenkomst gesloten. Het drinkwaterbedrijf stelde dat dat niet het geval was en wil eerst eventuele gevolgen voor de volksgezondheid onderzoeken voor een definitief besluit over de levering van het drinkwater wordt genomen.

D

aarmee heeft Nuon een probleem: de gemeente Bodegraven, die het bedrijf een voorlopige gunning voor de energievoorziening heeft gegeven, wilde vóór 1 maart een akkoordverklaring van Oasen hebben. Volgens een woordvoerster van Nuon is het nu maar de vraag of het energiebedrijf de opdracht houdt. Oasen stelt zich op het standpunt dat ook de levering van warm tapwater onder de verantwoordelijkheid van drinkwaterbedrijven moet vallen om de volksgezondheid te garanderen. De kern van het conflict is het warme tapwater dat energiebedrijf Nuon wil gaan leveren aan ongeveer 750 nieuwe huizen in de wijk Weideveld in Bodegraven. Per 150 woningen wordt een ‘technische ruimte’ gebouwd van waaruit de huizen voorzien worden van onder meer verwarming en warm tapwater. Voor het warme tapwater wordt een circulatieleiding gebruikt. Nuon claimt dat de temperatuur van het warme tapwater boven de 60°C blijft, waardoor Legionella geen kans krijgt. Door een continue temperatuurbewaking wordt die 60°C gewaarborgd. De woningen worden (standaard) niet voorzien van een eigen installatie om warm water op te produceren. Voor het warme tapwater wordt gewoon drinkwater gebruikt. Dit drinkwater wil Nuon kopen van Oasen, maar het drinkwaterbedrijf weigert een vijftal aansluitingen te realiseren op haar drinkwaternet. Het drinkwaterbedrijf maakt zich zorgen over een mogelijk (negatief ) effect op de volksgezondheid. Oasen vreest voor ontwikkeling van Legionella in haar eigen drinkwaterstelsel, doordat de warme leidingen van Nuon de leidingen van Oasen opwarmen. Soortgelijke warmwaterleidingen hebben in de Utrechtse Rivierenwijk tot Legionella in de drinkwaterleidingen geleid. Ook is het waterbedrijf bang dat warm tapwater in haar eigen leidingstelsel terechtkomt. Nuon stelde dat de bedrijven al een akkoord waren overeengekomen. Dit akkoord is belangrijk voor het energiebedrijf, omdat de

4

H2O / 5 - 2007

gemeente Bodegraven eiste dat Nuon dit akkoord vóór 1 maart liet zien. Bodegraven heeft Nuon de voorlopige gunning verleend voor het realiseren van de energievoorziening bij de nieuwe woningen. Eén van de Het collectieve warm tapwatersysteem.

eisen daarbij was een akkoordverklaring van het drinkwaterbedrijf. De rechtbank in Den Haag oordeelde dus dat deze overeenkomst niet is gesloten.

Twee soorten installaties Volgens jurist León Stok van Oasen zijn er twee manieren voor energiebedrijven om woningen van warm tapwater te voorzien. Dat kan door een individuele installatie in de woning (warmtewisselaar) of door een echte collectieve installatie. In het eerste geval heeft het drinkwaterbedrijf weinig bezwaren. Volgens Stok heeft ook een inspecteur van


actualiteit

VROM zich voor dat systeem uitgesproken. In het tweede geval is de kans groter dat de twee verschillende leidingen naast elkaar komen te liggen en dat de warmwaterleiding de leiding van Oasen beïnvloed. Dat is ook de reden, volgens Stok, dat het drinkwaterbedrijf geen akkoord-verklaring wil geven aan Nuon. Nuon op haar beurt is bezig met de voorbereidingen van de nieuwbouwwijk en wil vertraging voorkomen. Oasen is net gestart met haar onderzoek. Ook onderzoeken van VEWIN en het ministerie van VROM naar warm tapwater zijn nog niet afgerond.

Reacties Woordvoerster Marjolein te Kolsté van Nuon is teleurgesteld in de uitspraak. Door het niet afgeven van de akkoord-verklaring kan het bedrijf de opdracht om de nieuwe wijk van energie te voorzien, kwijtraken. Wel hoopvol vindt zij in het vonnis dat de voorzieningenrechter stelt dat de levering van warm tapwater door een energiebedrijf geen juridisch beletsel kent. Het verbaast haar dat Oasen niet heeft gereageerd op de verschillende aanbiedingen van Nuon om te overleggen over de situatie en eventueel verder onderzoek. Zij betreurt ook het feit dat een duurzame en milieuvriendelijke manier van warmwatervoorziening nu misschien niet door kan gaan. Jeroen Schmaal van Oasen is niet ontevreden met de uitspraak, maar het drinkwaterbedrijf wil eigenlijk dat er kritisch gekeken wordt naar het Waterleidingbesluit van 2001. Volgens Schmaal zou het in de geest van de wet zijn als de levering van warm tapwater door andere partijen dan waterleidingbedrijven, niet wordt toegestaan. Hij stelt dat in die wet heel nadrukkelijk is gekozen voor een monopolie op de levering van drinkwater om de volksgezondheid te beschermen. Daarbij blijven de leveranciers van het drinkwater in publieke handen om de gebonden klanten te beschermen. Omdat de levering van warm tapwater door een andere partij niet mogelijk is zonder dat de leidingen op één punt bij elkaar komen, is dit voor Oasen een principieel punt. Volgens de woordvoerder is de huidige situatie, waarbij de levering van warm tapwater door andere partijen wordt toegestaan, een hiaat in de wetgeving. Dit zou door de landelijke wergever moeten worden rechtgezet. Als uit onderzoek blijkt dat de levering van collectief warm tapwater zonder risico mogelijk is én daadwerkelijk milieuvoordelen oplevert, zou het waterbe-

drijf alsnog verantwoordelijk moeten zijn voor die levering. Schmaal ziet dan voor zich dat het waterbedrijf energie inkoopt van het energiebedrijf om voor het warme tapwater te zorgen in plaats van de omgekeerde situatie zoals Nuon dat wil doen.

Niet nieuw Collectieve installaties voor warm tapwater zijn niet nieuw. Caroline van de Veerdonk van de VEWIN schat dat in Nederland ongeveer 250.000 woningen op die manier van warm tapwater worden voorzien. Ze vermoedt dat de huidige aandacht voor dergelijke systemen is ontstaan door de strengere energieprestatienorm voor woningen. Deze norm is bedoeld om de energiezuinigheid van een woning te beoordelen. Deze norm was 1, maar is recent aangescherpt naar 0,8. Eén van de manieren om die norm in nieuwe woningen te halen, is het gebruik van een collectief systeem voor warm tapwater en verwarming. Op zich een ontwikkeling waar de VEWIN blij mee is, mits aan duidelijke voorwaarden wordt voldaan. Zo moet de collectieve installatie aan bepaalde eisen voldoen. Het risico dat de warmwaterleidingen de koudwaterleidingen opwarmen, zodat in die leidingen Legionella kan ontstaan, moet voorkomen worden. Opwarming in bijvoorbeeld de meterkast moet ook voorkomen worden. Dat is nu vastgelegd in een NEN-norm, maar dat zou in de wet- of regelgeving moeten worden opgenomen. Het Bouwbesluit zou een goede plek zijn om dat vast te leggen. Ook de verantwoordelijkheden moeten duidelijk worden vastgelegd. Zo is de gemeente verantwoordelijk voor de ordening van leidingen in de ondergrond, maar ze spelen volgens de VEWIN een marginale rol. Ook aannemers en architecten zouden meer aandacht moeten hebben voor de aanleg van dubbele leidingstelsels binnenshuis. “Er is nu veel aandacht voor het milieu en te weinig voor de volksgezondheid”, volgens Van de Veerdonk.

Overslaande golven in Delfzijl Rijkswaterstaat is in Delfzijl bezig met het testen van de stevigheid van drie soorten dijkvakken: één die met gras begroeid is, één waarvan de binnenzijde versterkt is met kunststof matten en één waarvan de binnenzijde niet met gras begroeid is. Dat gebeurt met een golfoverslagsimulator, een uniek apparaat. Er is er op dit moment maar één van op de wereld.

D

e officiële starthandeling vond op 27 februari plaats. Toen liet Rijkswaterstaat voor het eerst een flinke hoeveelheid water de zeedijk overspoelen. De proef moet meer inzicht gaan geven in de sterkte van de waterkeringen en meer informatie opleveren over duurzame alternatieven voor dijkverhoging, waarbij het water meer ruimte krijgt. De golfoverslagsimulator bootst de golfslag over de dijk na. Het is een taps toelopende bak van vier meter breed en 2,5 meter hoog. Er kan maximaal 14 kubieke meter water in de bak die op de buitenzijde van de zeedijk staat. Aan de binnenzijde van de dijk liggen drie proefvakken met gewoon gras, versterkt gras en klei. Bij de proef varieert de overslag van 0,1 tot ongeveer 30 liter per seconde per meter breedte. De proef gaat een maand duren. Rijkswaterstaat werkt hierbij onder andere samen met Waterschap Hunze en Aa’s, de provincie Groningen en de gemeente Delfzijl. De resultaten gebruikt Rijkswaterstaat voor verschillende projecten op het gebied van hoogwaterbescherming. foto’s: Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde

H2O / 5 - 2007

5


verslag Geomatica kan mogelijkheden bieden voor het waterbeheer Mede als gevolg van de discussies rondom klimaatverandering zijn waterbeheer, veiligheid en natuurbeheer de laatste jaren steeds hoger op de politieke agenda komen te staan. Geomatica oftewel het meten van geodata (land, water, lucht en de overgangen daartussen) en de ontwikkeling van daarop gebaseerde informatieproducten kunnen steeds meer mogelijkheden bieden om het beheer van de leefomgeving te optimaliseren. Dat bleek uit de op 12 februari in Lelystad gehouden Cornelis Lely Lezing over geomatica in het waterbeheer. De belangstelling was groot.

G

lobale satellietnavigatiesystemen maken het mogelijk om de beweging van Nederland sneller in kaart te brengen en nieuwe ontwikkelingen maken het mogelijk om infrastructuur zoals dijken beter te kunnen monitoren. Ingrepen op het natuurlijke en civieltechnische systeem kunnen daardoor met meer kwantiteit én kwaliteit worden voorspeld en gemonitord, zo maakte dr.ir. R. Hanssen (hoofddocent faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek TU Delft) in Lelystad duidelijk. Hij illustreerde dat met indrukwekkende meetresultaten die ‘vers van de pers’ kwamen. Resultaten van satellietbeelden die elke twee weken tot op de millimeter nauwkeurig dijkbewegingen hadden geregistreerd. Een klein blauw puntje op een kaart suggereerde dat daar sprake was van enkele millimeters meer daling dan in de nabije omgeving. Nadere schouwing van dat punt leidde tot de vaststelling dat het om een scheurtje in een brug van de Afsluitdijk ging. Prof.dr. Berkhout (foto: fotostudio Wierd).

Kartering waterplanten Hoe geomaticadata praktische toepassingen kunnen vinden, maakten ook enkele ondernemers uit het Geomatics Business Park in Marknesse duidelijk. Dr.ir. Van Leeuwen (directeur Argeops) liet zien hoe nieuwe technologie traditionele monitoring van waterplanten in de Randmeren kan versterken, wat interessant kan zijn voor onder meer waterschappen. Ir. W. Dirks (senior engineer Van Oord Dredging and Marine Contractors) en drs. S. Tatman (senior onderzoeker WL|Delft Hydraulics) presenteerden een baggerinformatiesysteem dat is ontwikkeld op basis van datamodelintegratie: een methode om modelresultaten te combineren met remote sensing en veldgegevens. Resultaat: een baggeraar heeft hierdoor meetbare informatie over de bagger- of lozingspluim. De baggerindustrie zal in de toekomst met behulp van het bewerkingsprogramma

voor het genoemde informatiesysteem haar werkzaamheden beter kunnen voorbereiden.

Bekken tussen Waddenzee en IJsselmeer Ir. R. Stijn (Alkyon Hydraulic Consultancy and Research) presenteerde een oplossing voor verbetering van de waterhuishouding in het IJsselmeer, die en passent ook duurzame getij-energie (in zijn betoog ook wel maanenergie genoemd) zou kunnen opleveren. Zijn concept ‘WaterLely’ voegt een bekken toe aan de thans gescheiden watersystemen Waddenzee en IJsselmeer. Onder dagelijkse omstandigheden zou dit de mogelijkheid voor duurzame energiewinning, gecombineerd met herstel van estuariene biotische en abiotische waarden, opleveren. Onder extreme omstandigheden (storm) zou het kunnen helpen bij het waterbeheer van het IJsselmeer. Het bekken als stootkussen: herstel van de waarden uit de tijd van voor de afsluiting met handhaving van de meerwaarden van na de afsluiting en, vooral ook, met uitdagende nieuwe mogelijkheden. Om verdere innovatie van geomatica in waterbeheer te stimuleren, is leiderschap nodig en een richtinggevend toekomstbeeld, gaf prof.dr. Berkhout (hoogleraar innovatiemanagement TU Delft) aan. Hij betoogde dat innovatie meer is dan het vermarkten van techniek. “Het gaat erom technische mogelijkheden en maatschappelijke wenselijkheden bij elkaar te brengen oftewel het verbinden van harde kennis met zachte waarden. Nieuwe bedrijvigheid vraagt om andere processen, een duidelijke toekomstrichting en leiderschap.” De Cornelis Lely Lezing, een initiatief van de stichting Kennistransfercentrum Flevoland, werd voor het eerst gehouden en zal voortaan elk jaar plaatsvinden. Doel is om steeds vanuit een andere invalshoek de bijdrage die Flevoland levert aan de Nederlandse kenniseconomie, uit te dragen. Daarbij gaat het niet alleen om kennis op wetenschappelijk en technologisch gebied, maar vooral ook om de praktische toepassingen daarvan voor het bedrijfsleven en overheden. Wilma Reudink (Graphein - tekst & communicatie)

6

H2O / 5 - 2007


normaal?

Een duurzame waterhuishouding is niet vanzelfsprekend. TNO onderzoekt hoe wij verantwoord kunnen leven met water.

TNO.NL


ROLIEN SASSE, DIRECTEUR SIMAVI:

“Sanitatie altijd koppelen aan drinkwater” Op Wereld Water Dag, 22 maart, staat water weer centraal, in het bijzonder de millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties om meer mensen op aarde toegang te geven tot beter drinkwater en te voorzien van betere sanitatie. Een grote problematiek in de megasteden, die overal ontstaan zijn, een problematiek ook van het platteland. Met die laatste houdt Simavi zich al vele jaren bezig, soms in samenwerking met Nederlandse (drink)waterbedrijven. Verleden jaar vertelde drs. Rolien Sasse, directeur van Simavi, daarover op Wereld Water Dag bij het IHE in Delft. Over het belang van voorlichting over hygiëne en elementaire zaken zoals het handen wassen vóór het eten en na het gebruik van het toilet. Over de weerstanden en het onbegrip die je daarbij ontmoet. Boeiend, maar ook ontluisterend. Aanleiding voor een gesprek met haar in Haarlem, waar Simavi recent de oude villa, waarin het gevestigd was, ingeruild heeft voor een etage in een modern kantoorpand.

projecten. Wij geven niet zomaar een zak met geld, wij beoordelen plannen, maken programma’s en afspraken en controleren de naleving daarvan. We evalueren wat het heeft opgeleverd. We geven geen noodhulp bij calamiteiten of in oorlogssituaties; daar zijn anderen voor. Vroeger hadden wij een groot netwerk in wel 35 landen, de landen waar Nederlandse tropenartsen werkten. Inmiddels hebben we dat ingeperkt tot elf landen in Afrika en Azië.” “Het doel was om in 2005 60 procent van ons hulpverleningsbudget in Afrika te besteden. Uiteindelijk is dat 63 procent van het aantal projecten geworden, maar slecht 49 procent van het budget. In gebieden waar de capaciteit van organisaties door de armoede beperkt is, steun je vaak meer projecten met kleinere bedragen.” “Vier jaar geleden hebben we de knoop doorgehakt; sindsdien richten we ons alleen nog op het platteland. In steden heb je veel meer te maken met overheden, grote investeringen en vele belangen en corruptie. Op het platteland kunnen wij als kleine Nederlandse organisatie zinvol bezig zijn.”

Wie zijn jullie partners?

Rolien Sasse.

Is Simavi alleen op de waterproblematiek gericht? “Simavi is in 1925 opgericht om zendingsartsen in Indonesië en in Suriname bij hun werk te ondersteunen. We zijn dus vanouds een hulporganisatie op het gebied van de gezondheidszorg, die met medicijnen en dergelijke de lokale bevolking hielp. In de jaren daarna werd het aandachtsveld verbreed tot tropenartsen in het algemeen. De achterban van deze artsen zamelde geld in om hun werk te ondersteunen. Niet aan religie gebonden, voor alle gezindten, zowel daar als hier. Het is wel zo dat vanuit haar ontstaan Simavi in protestantse kring de meeste bekendheid heeft.” “De laatste decennia is het werk meer op preventie gericht. Je sorteert meer effect voor minder geld. En net als hier zijn de beschikbaarheid van goed drinkwater en een verantwoorde verwerking van

8

H2O / 5 - 2007

afvalwater de basiscondities voor het verbeteren van het gezondheidsniveau. Daarom zijn wij ons daarop gaan richten. Op het ogenblik gaat zo’n 60 procent van het geld naar waterprojecten en de rest naar eerstelijns gezondheidszorg, waarbij wij ernaar streven zoveel mogelijk samenhang tussen beide aan te brengen. Als mensen zich bewust zijn van het belang van hygiëne heeft dat meerdere positieve gevolgen.”

Wat doet Simavi zelf? “Simavi is een tussenpersoon tussen Nederland en ontwikkelingslanden. De organisatie zamelt geld in en financiert daarmee de activiteiten van lokale organisaties in ontwikkelingslanden, van ngo’s, niet van overheden. Het gaat om aanleg en onderhoud van voorzieningen, om beheer, training en opleiding. Het belangrijkste werk is het selecteren van partners en

“Dat is een bonte verscheidenheid. Kerken, vrouwengroepen, mensen die hier hun opleiding hebben gehad en nu in hun eigen land aan de slag willen, gefrustreerde oud-ambtenaren die als zelfstandigen proberen zaken wel van de grond te krijgen. Geen ondernemers, wel ondernemende mensen. Iedere aanvraag vergt onderzoek en evaluatie, met wie hebben we te maken, bestaat de partnerorganisatie, hoe betrouwbaar is zij, wat is haar lokale verankering?” “In de praktijk werken we veel met vrouwengroepen. Het installeren van voorzieningen is het domein van de man; het beheren, laten functioneren en onderhouden dat van de vrouw, vooral op het gebied van gezondheid en drinkwater. Er moet een lokale organisatie zijn om het beheer te regelen en bewustwording te bevorderen, vooral op het gebied van hygiëne. Wij maken programma’s om mensen het belang van het wassen van je handen vóór het eten, na het gebruik van het toilet duidelijk te maken. Het schoonhouden van het water, van je leefomgeving, het belang van betrouwbaar drinkwater. Als je vraagt waarom je van een latrine gebruik moet maken, krijg je antwoorden als ‘om je te beschermen tegen wilde dieren, tegen de geesten in het bos’.”

Brengt niet elke moeder haar kinderen het belang van handen wassen bij? “Dat lijkt vanzelfsprekend. Dat zou het ook moeten zijn, maar dat wordt steeds minder gedaan, ook in Nederland, ook in het Westen. Daarom hebben we in 2006 onze voorlichting gericht op het grote aantal kinderen dat aan diarree overlijdt: in de hele wereld vier per minuut, elke 15 seconde één. De relatie tussen die enorme kindersterfte en goede hygiëne is soms helemaal niet bekend. Dan wijst men een god of een heks of het lot aan als oorzaak. Gedragsverandering is het eerste punt.


interview Die bereik je niet met informatie alleen. Er zijn zoveel risico’s om je heen, je kunt door zoveel oorzaken doodgaan. Sociale druk en status zijn belangrijk. We beginnen bij de kinderen, op school. Die staan meer open voor verandering. Als je buren je vies vinden, je gaan mijden, werkt dat beter dan dreigen met ziekte.”

Zijn grotere organisaties niet effectiever? “Bij lokale organisaties zijn lijnen kort, is er direct effect en blijft weinig aan de strijkstok hangen. Lokaal wil niet zeggen dat ze maar in één dorp actief zijn. Het gaat vaak om meerdere dorpen in een gebiedje, om voorzieningen in dorpen, die om een school, weeshuis of ziekenhuis als centraal punt liggen. Zo’n ngo maakt een plan voor nieuwe putten, maar vaker nog voor de rehabilitatie van bestaande putten. Voor bescherming van bronnen en opvang van regenwater bij scholen bijvoorbeeld. Als het begint te regenen, laat je het water weglopen. Wat daarna komt, is goed drinkwater, voor pijpleidingen, publieke tappunten en waterkiosken. Soms nieuwe voorzieningen, maar meestal voorzieningen die er al waren, maar in verval zijn geraakt.”

Wat is een waterkiosk? “Een waterkiosk is een centraal tappunt, dat door iemand beheerd wordt. Je kunt er water kopen en met dat geld wordt onderhoud gepleegd en de beheerder kan ervan leven. Bij het goed in stand houden heeft iemand dan direct belang. We koppelen zoveel mogelijk sanitatie aan drinkwaterprojecten, bij scholen en ziekenhuizen altijd. Daar is een goede vorm van afvalwaterverwerking ook ontzettend belangrijk, want een ziekenhuis is een grote bron van infecties.” “Bij individuele voorzieningen richten we ons op promotie en voorlichting, de financiering van de aanleg van latrines of als de cultuur dat toestaat van ecosans. Dat staat voor ecologische sanitatie, een toiletvoorziening waarbij de afvalstoffen voor bemesting gebruikt worden. Aanleg van riolering vergt teveel geld op het dunbevolkte platteland. Als een latrine geleegd moet worden, kun je daarvoor niet een boer bellen die met een trekker en een giertank langskomt. Die zijn er niet. Vaak

CV 1966 geboren in Arnhem 1984-1991 studie politicologie aan de universiteit van Leiden 1992-1994 junior consultant institutional development Matrix consultants in Utrecht 1994-1995 programme officer VSO/SLANGO in Sierra Leone 1995-1996 VSO/adviseur informatiemanagement in Cambodja 1996-1998 ngo-adviseur CWS in Cambodja 1998-2002 freelance consultant in Cambodja 2002-2005 hoofd projecten Simavi 2005-heden directeur Simavi

vindt men het dan eenvoudiger een nieuwe te graven en de oude te laten zitten. De vuilwaterkant is veel complexer dan die van het drinkwater.”

Hoe groot is jullie inzet? “We hebben op dit moment 230 lopende projecten. We starten ieder jaar 60 à 100 nieuwe projecten, een soortgelijk aantal wordt ieder jaar afgesloten. In 2005 hebben we daarmee 250.000 arme mensen toegang tot veilig drinkwater gegeven en 460.000 mensen relevante en toepasbare informatie over sanitatie en hygiëne verschaft.” “We hebben 18 medewerkers in dienst, 14 fte’s. Daarvan werken er acht op de projectafdeling, mensen met verschillende expertise. Ieder neemt één of twee van de elf landen voor zijn rekening, maar schakelt de collega met de gewenste deskundigheid in. De eindbeoordeling vindt plenair plaats, zodat we gebruik maken van al onze kennis en ervaring.” “Met de administratie, fondsenwerving en voorlichting houden zich tien medewerkers bezig. We hebben 15.000 donateurs, een vrij vast bestand dat langzaam groeit. Jaarlijks een collecte, waarvoor 11.000 collectanten zich als vrijwilliger inzetten.” “Sponsoractiviteiten van bedrijven nemen toe. Duinwaterbedrijf Zuid-Holland bijvoorbeeld voegt een bijsluiter bij de rekening waarin het vraagt voor onze waterprojecten te doneren. Dat geld gaat direct naar een project dat wij beheren. Die actie brengt veel op, circa 60.000 euro per jaar. Andere acties leveren meestal tussen de 10.000 en 50.000 euro per jaar op. PWN steunt ons via Aqua for All.”

Worden de millenniumdoelstellingen gehaald? “Met drinkwater gaat het de goede kant op. Het belang daarvan is duidelijk. De problematiek van sanitatie is veel moeilijker op te lossen. Om grotere hygiëne te krijgen, moet je het gedrag van de individu beïnvloeden. En dat in die enorme sloppenwijken van de grote steden, waar veel mensen wonen, zonder geld en zonder rechten.”

Wat zijn de ambities van Simavi? “We richten ons vooral op de vraag hoe we het beter kunnen doen, hoe we de impact van onze inzet kunnen verhogen. Welke methode werkt goed, vooral op het gebied van de sanitatie? In goede samenwerking met andere organisaties hopen we ook geleidelijk te groeien. In West-Papoea heeft Waterleiding Maatschappij Drenthe het beheer van drinkwaterbedrijven overgenomen. Samen kijken we nu hoe zij ons in onze rurale activiteiten kunnen versterken. Dat vraagt veel in de aanloop. Spreek je dezelfde taal, doe je dezelfde dingen? Ook met Aqua for All, PWN en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier loopt zulk overleg. Waar ligt jullie kracht, waar de onze? Hoe kunnen we samen meer bereiken? Maar de materie is taai. Als de zaak niet functioneert, is er altijd wel iemand die daaraan verdient.” “Zulke verhalen hoor je ook van de waterleidingbedrijven. Als een drinkwaterbedrijf stilgelegd wordt omdat het de elektriciteitsrekening niet kan betalen, staat er onmiddellijk iemand klaar om vanuit tankwagens water te gaan verkopen. Omdat de mensen niet zonder water kunnen, betalen ze altijd.”

Wat is jouw achtergrond?

Enkel grote donoren is vaak erg effectief. “Voor ons is het belangrijk om relaties met partners voor langere tijd te kunnen aangaan. Dat geeft meer stabiliteit, meer zekerheid en ook meer basis voor onze afspraken met de ngo’s. Het is vervelend om altijd een slag om de arm te moeten houden bij meerjarige overeenkomsten, al is dat voorbehoud wellicht ook maar een formaliteit. We hebben nu een subsidietoezegging van het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking voor vijf jaar, een contract van drie jaar met de Postcodeloterij en meerjarige afspraken met Aqua for All over samenwerking.” “Maar we moeten constant werken aan naamsbekendheid, Onbekend maakt onbemind. Het benefietconcert afgelopen december van Janine Jansen in het Concertgebouw was een leuke activiteit. Ze zei direct ‘ja’ toen we haar vroegen. Kunstenaars hebben een aantal toiletpotten, die beschikbaar zijn gesteld door een keramiekproducent, beschilderd. Die gaan we veilen. Presentatrice Sylvana Simons van RTL4 is ambassadeur voor ons, belangeloos. Als zo iemand een goed doel steunt, is het effect daarvan vele malen groter dan als een deskundige wat zegt.”

“Ik ben politicoloog van opleiding, ben in 1991 in Leiden afgestudeerd. Van 1992 tot 2002 heb ik ontwikkelingswerk gedaan, als vrijwilliger en op contractbasis. Eerst in Sierra

Bewustwording richten op kinderen. Leone, later in Cambodja. Van 1998 tot 2002 ben ik in daar freelance consultant geweest. Ik werkte aan het versterken van de capaciteit en de organisatie van lokale ngo’s. Het was de tijd na de Rode Khmer, die de meest krankzinnige dingen had gedaan, ook op technisch gebied: bijvoorbeeld kanalen aangelegd die nergens voor nodig waren. In 2002 ben ik als hoofd projecten bij Simavi begonnen en in 2005 ben ik Floris Leenen opgevolgd als directeur. We zijn een kleine organisatie, maar met veel slagkracht. We kunnen echt dingen bereiken.” “Het is mooi dat de Nederlandse waterwereld zo actief is in het buitenland. Nederland staat bekend als waterland. Hier is de zaak op het gebied van drinkwater en afvalwater stabiel en perfect. De echte uitdagingen liggen elders.” Maarten Gast

H2O / 5 - 2007

9


Grondwater in Overijssel wordt zoeter De provincie Overijssel, het bevoegd gezag voor het grondwater, heeft de gegevens over de grondwaterkwaliteit geëvalueerd. Daarbij is vooral onderzocht welke trends zichtbaar zijn voor belangrijke milieuthema’s als vermesting, verzuring en verzilting. De Kaderrichtlijn Water legt, wat de grondwaterkwaliteit betreft, de nadruk op het voorkomen van verzilting en bescherming van de voorraden zoet grondwater. De provinciale meetnetten voor de grondwaterkwaliteit (en -kwantiteit) geven aan dat het grondwater vooral in het westen van Overijssel steeds minder zout bevat.

O

ntwikkelingen in de grondwaterkwaliteit zijn niet zo snel merkbaar, omdat het grondwatersysteem een zeer traag systeem is. Het grondwater stroomt met een snelheid van maximaal tien meter per jaar, maar vaak nog langzamer. Daarnaast kent het grondwatersysteem samenhang in ruimte en tijd. Daarom kunnen ingrepen op een bepaalde plaats leiden tot effecten op andere plaatsen. Ook vinden in het grondwatersysteem chemische omzettingen van stoffen plaats, waardoor effecten van bijvoorbeeld vermesting gemaskeerd worden. Om in een dergelijk traag en samenhangend systeem de grondwaterkwaliteit te monitoren, bestaat sinds 1993 een provinciaal meetnet grondwaterkwaliteit Overijssel. Het meetnet bestaat uit 67 locaties met 173 meetfilters tot op vier verschillende dieptes tussen 7,5 en 25 meter beneden maaiveld. In deze filters wordt minimaal éénmaal per vier jaar de grondwaterkwaliteit vastgesteld om de toestand daarvan te bewaken en ontwikkelingen in de kwaliteit te ontdekken.

gevolg van de beperkingen ten aanzien van het gebruik van dierlijke mest vanaf 1990. Na meer dan tien jaar meten is het inmiddels mogelijk om iets te zeggen over ontwikkelingen in het grondwater. De belangrijkste conclusies zijn: •

Het zoute grondwater in het westen van Overijssel wordt in snel tempo zoet; De invloed van bemesting van landbouwgronden neemt licht af; Het aantal meetfilters met daarin schoon of bijna schoon grondwater neemt toe.

De sterke verzoeting van het grondwater in het westen van Overijssel is het gevolg van het afsluiten en de daaropvolgende verzoeting van de voormalige Zuiderzee in 1932 en de drooglegging van de Noordoostpolder (1942) en Oostelijk Flevoland (1957). Hierdoor wordt het zoute water versneld verdrongen. Dit proces is mogelijk versterkt door de afname van de zoutlast van de IJssel als gevolg van internationale afspraken begin jaren negentig. De afname van de invloed van bemesting van landbouwgronden is het

Dwarsprofiel van het grondwatersysteem in Overijssel (bron: Nederlandse Hydrologische Vereniging, 1998).

10

H2O / 5 - 2007

Circa eenvijfde van alle gemeten meetfilters in 2004 bevat zoet water met een chlorideconcentratie beneden 20 mg/l. De gemiddelde chlorideconcentraties in de meetnetfilters in de Kop van Overijssel en Mastenbroek zijn hoger en liggen boven 200 mg/l als gevolg van de vroegere aanwezigheid van zeewater. De hoogste chlorideconcentratie (met meer dan 800 mg/l) wordt in het oosten van Twente gevonden. Zeer zoet niet beïnvloed grondwater wordt in het noordoosten en uiterste oosten van Overijssel gevonden met chlorideconcentraties beneden 20 mg/l en vaak zelfs beneden 10 mg/l. Als gevolg van de verzoeting van het grondwater neemt het aantal filters met schoon zoet grondwater sterk toe. Dit komt doordat filters met voorheen zout grondwater nu zijn ingedeeld bij de filters met schoon zoet water en anderzijds vanwege de vermindering van de vermesting. De redenen voor de lichte


achtergrond Verzilting kan algenprobleem VolkerakZoommeer oplossen

toename van de verzuring in de filters met schoon grondwater is onduidelijk.

Menselijke invloed Uit de analyse van de grondwaterkwaliteit blijkt dat meer dan de helft van de ondiepste en ondiepe filters als ‘vermest’ moet worden aangemerkt, terwijl ruim tien procent van de ondiep(ste) filters ‘verzuurd’ is. In totaal wordt het grondwater in ruim tweederde van de ondiepe filters nadelig beïnvloed door menselijk handelen. Bij de diepe filters kan ruim 30 procent van de filters als ‘vermest’ aangemerkt worden, terwijl bijna tien procent verzuurd is. In totaal vertoont dus circa 40 procent van de diepe filters duidelijke kenmerken van menselijk handelen. In het grondwater in Nederland en dus ook in Overijssel zijn vaak invloeden van de mens aan te wijzen. Het gaat dan meestal om de effecten van bemesting, verzuring en verontreiniging. Dit blijkt bijvoorbeeld door een toename van nitraat of chloride in het grondwater. Grondwater met verzuurde of vermeste kenmerken en water met gecombineerde verzurings- en vermestingskenmerken wordt vooral in de zandgebieden aangetroffen. Er is geen duidelijke regio aan te wijzen waarbinnen de nadelige beïnvloeding geconcentreerd is. Verzuring (in nog relatief schoon grondwater) wordt daarnaast in veengebieden, in vooral de diepe filters aangetroffen. Deze beïnvloeding is niet gerelateerd aan menselijk handelen, maar is het gevolg van de samenstelling van de ondergrond en de natuurlijke processen die daar optreden.

Milieutrends Het eerste milieuthema is vermesting van het grondwater. De intensiteit van de vermesting lijkt af te nemen in grondwater dat door bemesting is belast. Nitraat-, chloride- en sulfaatconcentraties nemen plaatselijk af, met zo’n vijf tot tien procent per jaar. Deze trend is vooral zichtbaar in de ondiepste en ondiepe meetfilters (tot 12,5 meter diepte). In de diepere meetfilters zijn de nitraat-, chloride en sulfaatconcentraties onveranderd laag. Wel neemt het kaliumgehalte toe op grotere diepte. Dit is een aanwijzing dat de gevolgen van bemesting op grotere diepte nog wel toe kunnen nemen, maar dat is pas zeker als ook nitraat-, chloride en sulfaatconcentraties toenemen op die diepte. In ieder geval blijken de maatregelen

om de bemesting van landbouwgronden te beperken positief uit te pakken voor de grondwaterkwaliteit in de ondiepste en ondiepe meetfilters. Het tweede milieuthema is verzuring door bemesting. De verzuring lijkt iets af te nemen in water dat door vermesting verzuurd is geraakt. Dit blijkt uit een lichte daling van de calciumconcentratie, tezamen met de parameters nitraat, chloride, sulfaat, magnesium barium en strontium. Ook de verzuringindicatoren aluminium en pH vertonen een dalende trend in het door bemesting verzuurde water. Dit duidt naast de lichte vermindering van de uitspoeling van mest ook op een hieraan te koppelen vermindering van verzuring. De resultaten van het milieuthema verspreiding van verontreiniging heeft twee gezichten. Enerzijds is een daling te zien voor cadmium en met name zink in de verzuurde agrarisch belaste watertypen. In de verontreinigde watertypen wordt tevens een daling aangetroffen. Dit betekent dat grondwater met een slechte kwaliteit schoner lijkt te worden. Maar in het schone grondwater onder natuurgebieden in Overijssel lijkt juist sprake van een lichte verslechtering. Door diffuse bronnen zoals het verkeer, de industrie en lokaal de landbouw is er sprake van zure regen. Deze zure regen leidt in de nog schone gebieden uiteindelijk toch tot een belasting voor chloride, sulfaat, kalium en nitraat. De concentraties van deze stoffen nemen lichtjes toe, met enkele procenten per jaar. De ontwikkeling van de grondwaterkwaliteit in Overijssel wordt dus gedomineerd door verzoeting van het grondwater. Dit leidt tot een verschuiving van de mariene filters naar met name ‘verontreinigde’ en ‘schone’ clusters, waardoor de ontwikkeling binnen die watertypen zelf gedeeltelijk gemaskeerd wordt. Daarnaast neemt het aantal ‘verontreinigde’ filters licht af en het aantal ‘schone’ filters licht toe. Het gecombineerde effect laat een sterke toename zien van het aantal ‘schone’ filters en een lichte afname van het aantal ‘verontreinigde’ filters. In aanvulling hierop is sprake van een lichte toename van het aantal verzuurde filters. Cors van den Brink en Mieke de Jong (Royal Haskoning)

Om het blauwalgenprobleem in het Volkerak-Zoommeer op te lossen, zou het zouter moeten worden. Dit blijkt uit een studie die sinds eind 2005 loopt. Verzilting van het meer leidt echter tot grote gevolgen voor de omliggende landbouw, maar ook voor de drinkwaterwinning. Voorlopig durft het bevoegd gezag daarom nog geen maatregelen te nemen.

H

et Volkerak-Zoommeer, op de grens van Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant, kampt al lange tijd met blauwalgen. Door de hoge concentratie voedingsstoffen in het water en de geringe doorstroming vormen de algen een regelrechte plaag. Om hier iets aan te doen, zijn drie mogelijkheden onderzocht: niets doen, doorspoelen met zoet water of laten verzilten. In het eerste geval wordt het probleem niet opgelost, ook niet als de aanvoer van voedingsstoffen via de rivieren de Dintel en de Steenbergsche Vliet op termijn drastisch vermindert. Doorspoelen met zoet water helpt ook niet. In de zomer, als het blauwalgenprobleem het grootst is, is vaak niet voldoende water aanwezig om te kunnen spoelen. Bovendien blijven de blauwalgen waarschijnlijk groeien op plaatsen in het meer waar de stroming het zwakst is, om vandaar weer terug te groeien. De derde optie, het verzilten van het meer door zout water in te laten, is wel effectief. Volgens de studie verdwijnen dan alle blauwalgen. Maar die optie zadelt de boeren rond het meer met een probleem op: beregenen vanuit het Volkerak-Zoommeer is dan niet meer mogelijk. Ook kan het zoute water vanuit het meer in het Hollandsch Diep, de Dintel en Steenbergsche Vliet doordringen. Dat kan problemen opleveren voor de landbouw en de drinkwaterwinning. Tenslotte kan in het meer zelf zoutwateralg voorkomen, die ook problemen oplevert. Dat is tegen te gaan door een beperkte mate van getij toe te staan, maar dat is in strijd met de huidige peilafspraken. Het Bestuurlijk Overleg Volkerak-Zoommeer, waarin de provincies Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland verenigd zijn, heeft nu besloten voorlopig geen maatregelen te nemen. Eerst moet verder onderzocht worden hoe verstrekkend de gevolgen van verzilting zullen zijn. Een eventuele verzilting van het meer moet gelijk opgaan met maatregelen tegen het binnendringen van zout water en voor een goede zoetwatervoorziening van de landbouw. Voor verdere studie is niet onbeperkt de tijd. In 2009 moeten in het kader van de Kaderrichtlijn Water de maatregelen voor het meer worden vastgelegd.

H2O / 5 - 2007

11



tanks en silo’s type: toepassing: afmeting: situering: bouwtijd: ervaring:

Gewapend betonnen tanks; monoliet gestort Drinkwater, afvalwater, slib, enz. Diameter en hoogte tot 40 m. Bovengronds of ingegraven; ook in grondwater Zeer korte bouwtijd (speciale bekisting) Al meer dan 60.000 tanks gebouwd

Monostore® b.v. Goudplevier 107 (NL) 8271 GB IJsselmuiden Tel.: +31(0)38 - 33 707 00

Monostore® n.v. Hortensiastraat 12 (B) 2020 Antwerpen Tel.: +32(0)3 - 232 73 21

WWW.MONOSTORE.COM

OPSLAG

MILIEUZEKER

Tankbouw in beton en staal


Waterwereld breed vertegenwoordigd op Aqua Nederland Vakbeurs De eerste editie van de Aqua Nederland Vakbeurs, die 20, 21 en 22 maart plaatsvindt in de Evenementenhal in Gorinchem, richt zich op de totale waterbranche. Waterbehandeling, -management en -technologie, transport en opslag, meet- en regeltechniek, onderzoek en advies en nog veel meer sectoren van de waterbranche geven acte de présence. Behalve de beurs, waarop 101 exposanten hun producten of diensten laten zien, verzorgt Aqua Nederland ook een aantal congressen over actuele onderwerpen. De vakbeurs krijgt ondersteuning van de gelijknamige branchevereniging voor de waterbehandelingssector.

H

et initiatief tot de beurs komt ook van Aqua Nederland. Veel leden hadden behoefte aan een vakbeurs voor de ‘binnenlandse markt’. Niet elk bedrijf wil of kan meedoen aan de steeds groter wordende internationale vakbeurzen. De vereniging is daarop samen met de Evenementenhal Gorinchem de uitdaging aangegaan een nieuwe vakbeurs te organiseren voor de hele waterbranche. Behalve een podium voor nieuwe én bekende producten of diensten is de vakbeurs ook bedoeld om nieuwe netwerken op te bouwen en bestaande relaties te verstevigen.

directeur van Total Water Management Services, de ervaringen met fijnmazige filtratie en UV-reiniging (fysische beheerssystemen), heeft productmanager Guy Heijnen van Hatenboer Water het over chemische beheerssystemen (koper/zilver en chloor in situ) en toont Antoine van Hoorn, senior consultant bij Corus Staal, aan dat klassieke bepaling van Legionella ongeschikt is voor de beoordeling van de kwaliteit van proceswater. Ook worden de resultaten besproken van praktijkonderzoek van Kiwa Water Research naar alternatief legionellabeheer. VROMInspectie laat zien wat het inspectiebeleid inhoudt ten aanzien van een dergelijk beheer.

Congressen Tegelijkertijd met de beurs speelt zich het congresprogramma af in de Evenementenhal van Gorinchem. 20 maart

Op dinsdag 20 maart is het congresonderwerp Legionella. Een belangrijk thema tijdens dit congres vormen beheerssystemen. Zo bespreekt Tammo Bieze, algemeen De legionellachip.

21 maart

Het hergebruik van water speelt de hoofdrol op de tweede congresdag, woensdag 21 maart. Tijdens het ochtendprogramma komt vooral het waterhergebruik in de industrie aan bod. Zo praat Mark de Wit van Vitens Industriewater over waterhergebruik in de vleesverwerkende industrie, bespreekt Hans Noteboom van Fuji de mogelijk-

heden voor en risico’s van het behandelen en hergebruiken van afvalwater en deelt Menno Timmermans van voedingsmiddelenbedrijf Cargill de vijf jaar lange ervaring met waterhergebruik bij dit bedrijf met de aanwezigen. Na de lunch is het de beurt aan de waterindustrie. Hilde Prummel van Waterlaboratorium Noord zal spreken over waterhergebruik en de duurzame inzet van alternatieve bronnen. Sjack van Agtmaal van Evides bespreekt de praktijkervaringen van dit waterbedrijf met waterhergebruik in de procesindustrie. Ook op woensdag wordt een Op-Weg-NaarHuisbijeenkomst van de Stichting Kennisuitwisseling Industriële Watertechnologie gehouden. Het thema luidt overheidsbeleid en watertechnologie. Tijdens deze bijeenkomst wordt een beeld geschetst van de laatste stand van zaken bij het ‘innoveren in water’ en het actuele waterbeleid. SenterNovem maakt duidelijk hoe en waar bedrijven ondersteuning kunnen krijgen voor het ontwikkelen en toepassen van innovaties in watertechnologie. RIZA licht de laatste inzichten en ervaringen met de totaaleffluentboordeling en de nieuwe beoordeDe NEWater-installatie in Singapore die het effluent van een zuiveringsinstallatie hergebruikt.

14

H2O / 5 - 2007


*thema lingssystematiek van water- en warmtelozingen toe. Wat zijn hiervan de gevolgen voor de industrie en welke raakvlakken bestaan met de Kaderrichtlijn Water? Actuele vragen waar, ondersteund door praktijkvoorbeelden, bruikbare antwoorden op komen.

over de verschillen en de overeenkomsten van de verschillende technieken. Afsluitend wordt de toekomst van de membraantechnologie in Nederland besproken.

informatie

De openinsgtijden van de vakbeurs zijn: op dinsdag 20 maart van 14.00 tot 22.00 uur, woensdag 21 maart van 14.00 tot 22.00 uur en donderdag 22 maart ook van 14.00 tot 22.00 uur.

De MBR Varsseveld.

22 maart

De laatste dag van de vakbeurs Aqua Nederland, donderdag 22 maart, staat in het teken van MBR-technologie. Met de vraag ‘MBR-technologie: wat moet ik er van geloven’ probeert Frans Durieux van Zenon aan te geven wat de verschillen zijn tussen de diverse membraanconcepten en in welke gevallen ze optimaal inzetbaar zijn. In dit symposium wordt ook aan waarheidsvinding gedaan. Een panel van ervaringsdeskundigen zal de presentaties van diverse leveranciers direct beoordelen op zin en onzin. Daarnaast wordt een uitgebreide discussie gehouden

Noviteiten Op de volgende pagina’s vindt u een overzicht van de noviteiten die de beursdeelnemers in Gorinchem laten zien. De deelnemende bedrijven staan op alfabetische volgorde.

advertentie

/0 !" "/0 +!" %5!. 1)&"("+ 2,,. !" * ."4 "+ "3 0" -,*-"+ &+0.,!1 "".0 ""+ +&"13" .,"/02 /0/0 )"+ / %.,"# "+0.&#1$ )3 &". 05-" &+ ,* &+ 0&" *"0 ""+ 2 + 1&0"+ # + /0") ." % .!/0 )"+ /)&'0 ,+1/ &".*"" 3,.!"+ 6")#/ $.,2" /)& "/0 +!!")"+ -., )""*),,/ 2".3".(0 " 2.&'" !,,.$ +$ 2 + *&+&* ) ** 2,,. (,*0 ,,( &' ) $" 0,"."+0 ))"+ 2"./0,--&+$ " +&"13" 3 &". * (0 %"0 -.,$. ** ,*-)""0 2,,. ")( 05-" #2 )3 0". &/ ". +1 ""+ -,*- ,- * 0 + )1/&"# !" 6"(".%"&! 2 + ""+ %,,$ ."+!"*"+0 "+ * 4&* )" "!.&'#/6"(".%"&! ,,. &+#,.* 0&" "+ !, 1*"+0 0&" ,/0 1/ 3 +"+ 1.$ 0") # 4 333 (/ +)

ˆiĂ•Ăœt

1 ,,( &+ .,"/02 /0/0 )

H2O / 5 - 2007

15


AQUATECH Leading trade exhibition for process, drinking and waste water

WQA AQUATECH USA LAS VEGAS, NV• USA

CONFERENCE

25-29 MAR EXHIBITION 26-28 MAR

2008 AQUATECH AMSTERDAM THE NETHERLANDS

EXHIBITION 30 SEP - 03 OCT

2008 www.aquatechtrade.com Organised by

Supported by


*thema

Dataloggers meten nu ook geleidbaarheid Nieuw in het leveringsprogramma van AE Sensors uit Dordrecht zijn de druk- en niveaudataloggers van STS. Het type DL/N is volledig opnieuw ontwikkeld en kan, naast druk, niveau en temperatuur, nu ook geleidbaarheid meten.

De nieuwe datalogger van AE Sensors.

informatie

Nieuwe membraanafsluiter Akatherm introduceert op de vakbeurs Aqua Nederland een pneumatisch bediende membraanafsluiter van FIP. Akatherm zegt hiermee een onderhoudsvrije membraanafsluiter op de markt te hebben gebracht met een aanzienlijk langere levensduur. Het gaat om de membraanafsluiter type MK/CP in de diameters Ø16 tot en met Ø63. Het is een uitbreiding op de reeks membraanafsluiters type VM en CM van FIP. De membraanafsluiter heeft een volledig ronde membraanzitting en klem, waardoor er minder frictie op het membraan zelf komt. Dit voorkomt dode ruimten waarin vuil zich kan ophopen. Hierdoor treedt minder slijtage op. Tevens ligt het membraan volledig ingesloten. Vloei van het membraan wordt hierdoor voorkomen. Het geïntegreerde vetreservoir zorgt voor een constante smering van de zuiger. Dit voorkomt slijtage door wrijving en zorgt ervoor dat de zuiger zeer licht loopt. Verder is een vrije verbinding tussen aandrijving en membraan ingebouwd, waardoor er minder druk op het membraan is in gesloten positie. Zo wordt ook op dit punt slijtage voorkomen.

De opslagcapaciteit van de vernieuwde DL/N bedraagt 500.000 meetwaarden. Het geleidbaarheidsbereik loopt vanaf 20 μS/cm tot 20 mS/cm. De meetinterval is instelbaar van 0,5 seconde tot 24 uur. Het bedrijf levert relatieve - voor de buitenlucht gecompenseerde - en absolute uitvoeringen. De behuizing is van RVS316L. De software voor het instellen en uitlezen wordt gratis bijgeleverd. Optioneel is een instelbaar schakelpunt voor het inschakelen van de datalogger. Dit komt onder andere van pas bij overstorttoepassingen in rioleringen en voor het standalone meten in bronnen, kanalen en meren. Ook is er GSM/GPRS-apparatuur die direct op de sensor gemonteerd kan worden en waarmee op afstand kan worden uitgelezen en ingeregeld.

De MK/CP is beschikbaar in de materialen pvc-U, pvc-C, PP-H en PVDF en met mof-, spie-, dubbele wartel-, draad- en flensaansluiting. Voor de gehele lijn is één type

Voor meer informatie: (078) 621 31 52.

Het systeem bestaat uit een keerklep in een keerklep, waardoor het leidingstelsel thermisch gespoeld kan worden zonder dat de gebruiker er last van heeft. Een compleet

De nieuwe membraanafsluiter.

aansluiting nodig. De afstand voor de luchtaansluiting is 24 millimeter, dus ‘one size fits all’. Optioneel is een actuator beschikbaar, evenals diverse soorten eindschakelaars, stuurkoppen, slagbegrenzers, standindicatoren en stuurventielen. Voor meer informatie: (077) 308 86 76.

Thermische desinfectie van leidingen Met het Markstreamer thermisch desinfectiesysteem introduceert Aquador in Hoogblokland een eenvoudige manier om het hele leidingstelsel op elk gewenst tijdstip te desinfecteren.

systeem bevat de speciale keerkleppen, magneetkleppen voor de aansturing en een besturingskast met tijdinstelling. Optioneel is een kleine hydrofoor installatie bij onvoldoende waterdruk. Het installeren kan in bestaande bouw, nieuwbouw of renovatie. Tenslotte is het systeem eenvoudig uit te breiden. Voor meer informatie: (0183) 56 11 99.

Het desinfectiesysteem.

H2O / 5 - 2007

17


Ultrasone waterbehandeling Het ultrasone waterbehandelingssysteem SONOXIDE van Ashland uit Rotterdam bestrijdt microbiologische verontreinigingen in (industrie)water zonder chemische middelen.

is ze geschikt voor industriële processen. Het systeem is uit te rusten met de WaterStoomDetector, waarmee Duijvelaar inspeelt op de legionellapreventie. De Hydro-Unit is snel leverbaar en kan zowel autonoom als volledig geïntegreerd werken. Voor meer informatie: (0172) 48 83 84.

Mini-flowmeter De nieuwe membraanbehuizingen.

opstelling eenvoudig en compact, zodat deze snel en precies kan worden opgebouwd. Doordat minder materiaal (roestvrij staal) wordt gebruikt en minder uren hoeven te worden besteed in de montage, is het ook goedkoper. Bekaert assisteert zijn klanten bij de overgang van bestaande ‘endport’- en ‘sideport’-systemen naar het ‘multiport’systeem.

Ebora Proces Automation uit Oosterbeek introduceert in Gorinchem de MINIFLOW flowmeter, het kleine broertje uit het FlowX3pakket. De mini-doorstromingsmeter.

Voor meer informatie: (0032) 9 240 95 35 of www.bekaertprogressivecomposites.com. Het waterbehandelingssysteem SONOXIDE.

Het systeem maakt gebruik van ultrasone, hoogfrequente energie van lage intensiteit. Hierdoor treden binnen bacteriën en algen celbeschadigingen op, waardoor de bacteriën sterven. Deze stervende bacteriën circuleren vervolgens in het watersysteem en verstoren de biofilmvorming. Het gebruik van het systeem kan leiden tot energiebesparing en productiestijging. Het kan ook bijdragen aan de implementatie van wettelijke eisen. Doordat geen chemicaliën worden gebruikt, is het systeem milieuvriendelijk. Voor meer informatie: (010) 497 50 00.

Uitbreiding van membraan behuizingen Bekaert uit het Belgische Zulte heeft zijn aanbod van membraanbehuizingen uitgebreid. Behalve de ‘multiport’-membraandrukbuizen van drie inch levert het bedrijf nu ook de ‘multiport’-membraanbehuizingen voor lage en middelhoge drukken van vier inch. Het concept van ‘multiport’-behuizingen bestaat uit het rechtstreeks aan elkaar verbinden van drukbuizen. Dit maakt de

18

H2O / 5 - 2007

Compleet van rvs gemaakte apparatuur Duijvelaar Pompen introduceert op Aqua Nederland twee noviteiten: de compleet van roestvaststaal gemaakte 6 inch bronpomp DPU en drukverhogingsinstallatie Hydro-Unit. De DPU wordt gebruikt in de industrie voor bijvoorbeeld koelwatervoorzieningen en in grote irrigatiesystemen. De pomp kan ook worden ingezet als pomp in bronnen. Kenmerkend voor deze pompen is het hoge rendement. Daarnaast is de pomp geheel gemaakt van roestvaststaal. Ook de vernieuwde Hydro-Unit is geheel van roestvaststaal: alle delen De geheel van van de installatie die rvs gemaakte in contact komen met bronpomp. het medium. Hierdoor

De MINIFLOW is een sensor die geschikt is voor leidingen van DN15 tot DN40. De IP68sensor van ABS met FPM- of EPDM-dichtingen en een roestvaststalen as is robuust uitgevoerd en geschikt voor eenvoudige toepassingen, waarbij standaard sensoren te hoog gegrepen zijn. Met een meetbereik van 0,25 meter tot vier meter per seconde en een transistor van 45 Hz per meter per seconde is de sensor direct aan te sluiten op de meeste besturingen. Het pulssignaal is om te vormen naar een 4..20 mA uitgangssignaal of aan te sluiten op een display met twee totaaltellers en de actuele doorstroming. Voor meer informatie: (026) 370 68 30.


*thema

informatie

Legionellapreventie zonder Desinfectie met Gebruiksgemak Oxygen en lage kosten chemicaliën Ecodis uit Schoten (B.) presenteert tijdens de vakbeurs een waterdesinfectietechnologie die bacteriën, virussen, algen en micro-organismen in water vernietigt zonder verhitting of toevoeging van chemicaliën of zouten.

Ecolab uit Utrecht levert totale hygiëneoplossingen voor bedrijven waar zuiver water belangrijk is (voedingsmiddelenen drankindustrie, cosmetische en farmaceutische industrie). Waterbehandeling vormt één van de speerpunten.

Het gaat om een eenvoudig te plaatsen elektrolysecel in het koudwatercircuit van een drinkwaterinstallatie. In de ontsmettingscel bevinden zich speciaal beklede, permanente elektroden. Een gelijkstroom op laagspanningsniveau zorgt ervoor dat vanuit het water zelf zuurstof- en chloorradicalen worden gevormd. Bacteriën die met het koude water meekomen, worden hier onmiddellijk gedood. Beide radicalen versterken elkaar krachtig en activeren op hun beurt weer reactieve desinfectantia (vrij chloor) die op hun beurt voor een restdesinfectie zorgen. Het Ecodis-systeem doodt ook de biofilm. Herbesmetting van het water, veroorzaakt door bacteriën vanuit de biofilm, kan hierdoor niet voorkomen. Tenslotte wordt de biofilm geleidelijk verwijderd. Per kubieke meter behandeld water verbruikt het systeem 20 tot 50 watt. Het Ecodis-systeem kan worden toegepast op drinkwater, regenwater, proceswater, afvalwater, zwemwater en koelwater.

De kennis en ervaring uit reinigings- en desinfectieprocessen sluit aan bij processen in de waterbehandeling. Ecolab heeft Oxygen ontwikkeld, waarbij water gedesinfecteerd wordt met geregistreerde desinfectiemiddelen (conform de eisen van het CTB). Het is gebaseerd op de vorming van chloordioxide in situ. Chloordioxide kan geproduceerd worden uit één of twee chemicaliën, afhankelijk van de specifieke

Gebruiksgemak en lage(re) kosten voor de drink-, afval- en proceswaterbranche vormen de centrale thema’s op de stand van Endress+Hauser. Om die doelen te bereiken, wordt de nieuwste generatie instrumenten gecombineerd met diensten als kalibratiemanagement, speciaal op de waterbranche afgestemde onderhoudsmethoden en software voor onderhoud en beheer. Zo maakt het W@M-platform online beheer mogelijk. De op de stand aanwezige instrumenten worden gedemonstreerd in een werkend model voor ultrafiltratie. De instrumentatie is voorzien van preventieve en voorspellende functies en geschikt voor conditiegebaseerd onderhoud. Verder wordt een mobiele kalibratiewagen getoond waarmee een snelle en eenvoudige, inline kalibratie op locatie mogelijk is. Voor meer informatie: (035) 695 88 31. De mobiele kalibratiewagen in bedrijf.

Voor meer informatie: (0032) 3 641 91 00.

Het Oxygen-apparaat.

wens van de klant. Desgewenst kan Ecolab ook zorgen voor de opslag en het doseren van de chemicaliën en de service aansluiten op de wensen van de klant. Voor meer informatie: (030) 608 22 22.

Nieuwe tussenmaat zuiveringsfilters Fiber Filtration uit Numansdorp toont in Gorinchem zijn nieuwe 3 micron filter MT44P voor een debiet van 50 kubieke meter per uur. Hiermee vult het bedrijf een gat in de markt op bij drinkwater- en ketelwaterzuivering.

De nieuwe tussenmaat filterunit.

Het bedrijf levert al 3 micron filters voor 200 kubieke meter per uur en voor 0 tot 10 kubieke meter. Door de nieuwe tussenmaat MT44P-filters parallel te schakelen, ontstaat meer bedrijfszekerheid en een continue vloeistofstroom tijdens het spoelen van de filters. De filters worden gebruikt bij voorfiltratie voor omgekeerde osmose, in drinkwater ná de zandfilters en in afvalwater als effluentpolishing. Het gebruik van chemicaliën kan hierdoor aanzienlijk worden teruggebracht. Voor meer informatie: www.fiberfiltration.com.

H2O / 5 - 2007

19


Afvalwaterzuivering met OHP FMC Foret uit Groningen introduceert afvalwaterzuivering met OHP op de Nederlandse markt, waarbij het water door natte oxidatie van waterstofperoxide wordt gereinigd. OHP staat tussen conventionele waterzuiveringssystemen en kostbare verbranding. Het systeem is ontstaan als oplossing voor moeilijk biologisch afbreekbare afvalstromen. Het proces behandelt organische afvalwaterstromen om de CZV te verminderen en de biologische afbreekbaarheid te verbeteren.

OHP kenmerkt zich door milde condities en concurrerende kosten. FMC Foret verwacht dit jaar de eerste OHP-installatie in Nederland te plaatsen. Voor meer informatie: (050) 785 17 05.

Parameters makkelijker (buiten) meten Hach Lange’s draagbare HQD-meters gecombineerd met de INTELLICALelektroden maken het meten van de klassieke elektrochemische parameters pH, geleidbaarheid en zuurstof eenvoudiger en betrouwbaarder. Bij de zuurstofelektrode wordt gebruik gemaakt van de driftvrije LDO-technologie, waardoor kalibratie niet nodig is. De elektroden zijn bijzonder, omdat alle gegevens worden opgeslagen en digitaal worden doorgestuurd naar de HQD-meter. Storingen zijn hierdoor uitgesloten, waardoor met lange kabels (tot 30 meter) kan worden gewerkt, ook bij pH-metingen. Metingen op voorheen onbereikbare plaatsen zijn nu dus mogelijk. De waterbestendige elektroden (IP67) zijn van roestvrijstaal en schokbestendig. Door hun gewicht gaan ze niet drijven bij sterke stromingen. De behuizing kan verwijderd worden om de elektroden schoon te maken. Een HQD is beschikbaar als complete set met elektroden in een stevige koffer. Daarnaast bestaat een ruime keuze aan buffers, standaardoplossingen en accessoires. Voor meer informatie: www.elektrochemie.hach-lange.nl.

De eerste OHP-installatie staat in Spanje.

Noviteiten op pompgebied Twee jaar geleden heeft Grundfos Alldos overgenomen. Nu is het tijd de beide productlijnen te integreren. Op Aqua Nederland presenteren beide bedrijven zich dan ook onder één naam: Grundfos Alldos. Op de beurs zijn de gecombineerde producten te zien, waaronder een aantal noviteiten. De compacte dompelpomp KP-S is de eerste kleine dompelpomp die voorzien is van een geïntegreerde elektronische sensor die zorgt voor het inschakelen van de pomp. Hierdoor zijn problemen met vastzittende traditionele float-switches verleden tijd. De Unilift KP-S kan gebruikt worden voor continubedrijf en is geschikt voor het verpompen van vloeistof met deeltjes tot 10 mm doorsnede. De sensor werkt als volgt: als het water stijgt en de sensor raakt, wordt het elektrische circuit gesloten en start de pomp. Als het waterniveau door het pompen daalt tot het niveau van de aanzuigkorf, verandert de motorbelasting. De sensor detecteert dit en schakelt de pomp weer uit. Ook handmatige bediening is uiteraard mogelijk

20

H2O / 5 - 2007

door de sensor met een vinger aan te raken. Een ander voordeel is dat overdimensionering van de pompput om de schakelaar vrij te laten bewegen niet meer nodig is. Daardoor past de KP-S in de smalste pompputten. Verder wordt in Gorinchem de nieuwe digitale pomp DME 940 gepresenteerd. Deze

De compacte KP-S dompelpomp.

pomp kan hoge capaciteiten leveren en een nauwkeurige dosering van 2,5 ml tot 940 liter per uur. Ook is de pomp opvallend gebruikersvriendelijk. Voor meer informatie: (0294) 49 22 37.


*thema

informatie

Afbreekbare antiscalants

Zeven capillairen in één membraanvezel

Holland Novochem uit Nieuwegein toont biodegradeerbare antiscalants voor omgekeerde osmose- en nanofiltratie-membraansystemen.

Innovative Membrane Technology BV (IMT) uit Zeewolde presenteert het SevenBore-membraan, een nieuw type ultrafiltratiemembraan. Elke afzonderlijke membraanvezel bevat zeven capillairen. Sterkte en stabiliteit worden hierdoor gewaarborgd.

Deze antiscalants vormen een uitbreiding van de al bestaande NovoPure-lijn en bestaan uitsluitend uit biologisch afbreekbare verbindingen. Verder bevatten ze geen fosfor of stikstof en zijn ze gebaseerd op biopolymeren. De nieuwe antiscalants zijn werkzaam bij hoge recoveries in de membraaninstallatie en veroorzaken geen biofouling. Er zijn producten beschikbaar voor de stabilisatie van calciumcarbonaat, calcium-, barium- en strontiumsulfaat, ijzerzouten en siliciumverbindingen. Door de sterk dispergerende werking kunnen oude (biofouling)afzettingen online worden verwijderd. Ook kan met NovoPure een stilstand van meer dan 24 uur in de membraaninstallatie worden overbrugd. Voor drinkwatersystemen is een Kiwa-ATA gecertificeerd product beschikbaar.

Volgens IMT is het nieuwe type membraan sterker, heeft het een hoge flux en een lage fouling. De SevenBore-membranen hebben een hogere betrouwbaarheid van de filtratiesystemen dan de huidige ‘single bore’membranen. De gebruikte materialen, PES voor het membraan en pvc voor het element, waarborgen een hoge resistentie tegen allerlei chemicaliën en een lage (bio)fouling. Hierdoor verwacht IMT een hoge standtijd van het membraan.

Voor meer informatie: (030) 602 15 33.

Realtime detectie micro-organismen

Biodegradeerbare antiscalants zorgen voor een goede werking van membraansystemen.

Het standaardelement met SevenBoremembranen heeft een moleculair ‘cut of weight’ van 100-150 kD met een diameter van 0,9 millimeter voor de capillairen. De schoonwaterflux bedraagt circa 1.000 l/m2bar

Interline Systems laat op Aqua Nederland onder meer de BioSentry analyser van JMAR zien, waarmee realtime de concentratie Legionella of andere micro-organismen te bepalen is. De op laser gebaseerde analysetechniek gebruikt geen chemicaliën. Door de nauwkeurige classificatie van microorganismen is het systeem uitermate geschikt voor koelwater- en drinkwater-

per uur. Door de sterkte van de vezel is een terugspoelflux mogelijk van 250 l/m2 met een transmembraandruk van maximaal 2,5 bar. Ook een forwardflush is mogelijk, zodat een efficiënte reiniging van het membraan mogelijk is voor de meeste toepassingen. IMT brengt verschillende elementtypen op de markt. Zo kan voor elke vraag een passende oplossing worden geboden. Ook bestaat de mogelijkheid om in overleg een specifiek element te produceren of te ontwikkelen. De SevenBore-membranen kunnen worden toegepast in de industrie (onder andere bij hergebruik van water) en in de drinkwaterzuivering. Voor meer informatie: (036) 522 00 90.

systemen. De BioSentry wordt ook geleverd met andere sensoren en analysers om een geïntegreerd monitoringsysteem te vormen, dat bijvoorbeeld als ‘early warning’-systeem kan worden toegepast. Via de koppeling van meerdere stations in een chemometrienetwerk kan men de totale watersamenstelling in een distributiesysteem of een rivier continu bewaken. Voor meer informatie: (072) 571 20 60.

Ideale doseerpomp voor waterbehandeling De Iwaki EW doseerpomp met hogedruk pompkop, die ontworpen is voor het doseren van uitgassende media, is onder meer geschikt voor drinkwaterbehandeling. Door de nieuwe ontwikkeling van de pompkop is het volume van de kop waar gasvorming kan optreden, gereduceerd, ideaal voor vloeistoffen zoals natriumhypochloride en waterstofperoxide. De opbouw van de pompkop verschilt van het normale ‘anti gas locking’-type dat een permanente bypass heeft voor het gas. Bij de nieuwe pompkop is geen permanente bypass nodig en blijft het medium nauwkeurig gedoseerd. Dankzij de simpele constructie is de pomp ongevoelig voor mechanische problemen en bestand tegen verschillende chemicaliën. Behalve voor

de behandeling van drinkwater kan de pomp ook gebruikt worden voor het bestrijden van Legionella met waterstofperoxide. Voor meer informatie: www.iwaki.nl.

De doseerpomp.

H2O / 5 - 2007

21


Parameters meten én regelen

Tot 16 jaar meten op twee batterijen

Met de JUMO AQUIS 500 serie meetomvormers/regelaars kunnen vloeistofparameters zoals pH, redox en conductieve geleidbaarheid gemeten én aangepast worden.

De elektromagnetische flowmeter Waterflux van KROHNE uit Dordrecht kan tot 16 jaar lang het waterdebiet meten zonder externe voedingsbron en zonder de batterijen te wisselen. Het stroomverbruik is 5.000 maal lager dan dat van gewone elektromagnetische watermeters.

De 500-serie bestaat uit de 500 pH voor pH, de CR voor conductieve geleidbaarheid, de Ci voor inductieve geleidbaarheid en de AS voor grootheden zoals zuurstof, vrij chloor etc. De serie heeft een compacte kunststof behuizing. In het afneembare front is alle elektronica ondergebracht. De serie is voorzien van gebruiksvriendelijke software en combineert een grafisch display met duidelijke tekstmeldingen. De meetomvormers/regelaars zijn standaard uitgevoerd met twee galvanisch gescheiden analoge uitgangen voor waarde of regeling. Uitgang en meetbereik zijn vrij programmeerbaar. Twee extra uitgangen kunnen uitgevoerd worden met een omschakelrelais. Het aansturen van in de analysetechniek gebruikte doseerorganen, zoals ventielen en doseerpompen, is door middel van pulsfrequentie- of pulstijdregeling probleemloos mogelijk. Hierdoor kan de 500-serie onder meer gebruikt worden in de drink- en afvalwatertechniek, omgekeerde osmose-installaties en zeewaterontzilting. Voor meer informatie: (0294) 49 14 96.

Nieuwe logger slechts 16 mm in diameter Keller Meettechniek uit Reeuwijk heeft een niveaudatalogger ontworpen met een diameter van slechts 16 millimeter, de DCX16. De DCX16 behoort tot het segment dataloggers met temperatuurcompensatie. In de datalogger zijn de elektronica, batterij en druksensor in één behuizing ondergebracht. De zeer dunne datalogger past in smalle peilbuizen. Hierdoor liggen de installatiekosten per punt beduidend lager. De nauwkeurigheid van de DCX16 bedraagt 0,2%FS; de batterij heeft een levensduur van circa tien jaar. Voor meer informatie: (0182) 39 98 40.

De zeer dunne datalogger.

22

H2O / 5 - 2007

De energiezuinige elektromagnetische flowmeter.

Door de obstructiervije doorlaat heeft deze flowmeter voordelen boven vergelijkbare mechanische watermeters: geen kwetsbaar mechaniek, geen drukverlies en een goede stabiliteit op lange termijn. Schoonmaken is ook niet meer nodig. De opgeslagen meetwaarden kunnen lokaal worden afgelezen of worden met een ingebouwde gsm via sms of internet verstuurd. Mede door de ingebouwde zelfdiagnosetest voldoet de Waterflux aan een groot aantal standaarden, zoals OIML R49, EN 14154, ISO 4064 en MI001. De meetnauwkeurigheid voldoet aan de nieuwste ISO/EN- en MI-001-standaarden. Tenslotte zijn de gebruikte batterijen dezelfde als die ook in mobiele telefoons worden gebruikt.

filter ontbreekt, kan dit ook niet vies worden of verstoppen. Doordat alleen olie wordt afgevoerd en geen emulsies, wordt op kosten bespaard. De afscheider is leverbaar in groottes van NG 3 tot en met NG 60. De Volute Dehydrator is een slibontwateraar die bestaat uit een schroef die in een cilinder draait van vaste en beweegbare ringen. Het slib wordt samengeperst en het water stroomt tussen de ringen weg. Het slib is aan het einde dusdanig samengeperst dat een koek met maximaal 25 procent droge stof overblijft. De Dehydrator is stil, heeft een laag energie- en waswaterverbruik, kan oliehoudend slib verwerken en slib behandelen met 0,4 tot meer dan 4 procent droge stof. Verder is een vatenspoelmachine te bezichtingen. Deze is zo ontworpen dat alle voorkomende vaten met water of oplosmiddelen gespoeld kunnen worden. Het spoelwater wordt gefilterd en gebufferd, zodat het opnieuw gebruikt kan worden. Door de druk van 200 tot 400 bar is de spoeling zeer effectief. De laatste noviteit is de HydrObend beweegbare stuwklep. Deze wordt gebruikt om water uit bergbezinkbassins te voeren. Het voordeel van deze beweegbare stuwkleppen ten opzichte van vaste is dat de waterspiegel minder fluctueert en het water niet meer dan nodig verontreinigd wordt. De kleppen zijn geschikt voor stuwhoogtes tot vijf meter en grote breedtes. Het hart van de zelfstandig werkende stuwklep is een excentrische schijf die voor een constante draaiing zorgt. Een koord met een contragewicht loopt over de schijf en zorgt voor het evenwicht als de waterspiegel stijgt. Als de maximale stuwhoogte is bereikt, reageert de stuwklep meteen en gaat in de van tevoren ingestelde positie staan. Voor meer informatie: www.morselt.com.

Voor meer informatie: www.krohne.nl.

Nieuwe slibontwateraar Morselt Borne is gespecialiseerd in water in de ruimste zin van het woord. Dat blijkt ook uit de innovaties die op de stand te zien zijn: een filterloze coalescentieafscheider, een dehydrator, een vatenspoelmachine en een beweegbare stuwklep. De roestvaststalen hoogrendement filterloze coalescentieafscheider scheidt olie snel van water. De afscheider beschikt over een geïntegreerde olieafvoermodule en een dubbelwerkende vlotterregeling, zodat geen olie kan wegstromen. Doordat een

De slibontwateraar.


*thema

informatie

3 FMtechnologie Rossmark Waterbehandeling uit Ede presenteert een aantal noviteiten op Aqua Nederland: de nieuwe gepatenteerde 3 FM-technologie, nieuwe waterbehandelingssystemen voor centrale demiwatervoorziening en moderne, zoutbesparende waterontharders.

steriel beluchtingsfilter, een recirculatiepomp en een geavanceerde PLC-besturing zijn geïntegreerd. Het kan tot 200 liter demiwater per uur produceren. Het ringleidingsysteem wordt gevoed met maximaal 16 liter per minuut bij een maximale druk van drie bar. Tenslotte is het demiwatersysteem voorzien van een centrale desinfectie.

De 3 FM-technologie is bedoeld om zwevend stof uit communaal en industrieel effluent te verwijderen. 3 FM staat voor Flexible Fibre Filter Module. Dit is een cilindrisch vat met veel vezels die voor de scheiding zorgen. De filtratie vindt plaats bij 100 kubieke meter effluent per uur of meer. Hierdoor is het systeem compact. De filters worden automatisch gereinigd met een zeer efficiënte terugspoeling die weinig water gebruikt. De techniek kan gebruikt worden voor de polishing van biologisch behandeld effluent, de behandeling van waterstromen met veel anorganisch zwevend stof en de voorbehandeling van membraanfiltratie voor drinkwaterbereiding. Op dit moment vindt onderzoek plaats naar de verwijdering van ziekteverwekkende organismen.

De succesvolle maxiRO-serie is uitgebreid van drie kubieke meter per uur naar vijf kubieke meter per uur. De belangrijkste voordelen van deze installatie zijn de compacte afmetingen, het geavanceerde meet- en regelsysteem en het efficiënte energiegebruik. Standaard is de hele serie omgekeerde osmosesystemen uitgerust met elektronische meters voor temperatuur, geleidbaarheid, druk en flow. Hierdoor kunnen de gegevens van de installatie 14 dagen worden opgeslagen of naar een centraal systeem gestuurd worden.

Een nieuw product in het programma van Rossmark is het Centra demiwatersysteem. Dit is bedoeld om ziekenhuizen, laboratoria en de farmaceutische industrie centraal van demiwater te voorzien. Het systeem bestaat uit een compact ontwerp waarin een omgekeerd osmosemembraan, UV-lamp, filters, een 350 liter voorraadtank met een De 3 FM-module: een cilindrisch vat met veel vezels die voor verwijdering van zwevend stof zorgen.

Rossmark presenteert in Gorinchem ook twee zoutbesparende waterontharders. Deze beschikken over twee meerwegventielen of aparte membraanafsluiters, tegenstroomregeneratie en geïntegreerde microprocessor besturing. De voordelen van deze installaties zijn de bedrijfszekerheid, het lage zoutverbruik, een klein spoelwaterverlies en een lage milieubelasting. De iets hogere prijs van de installatie wordt al snel terugverdiend door de lage operationele kosten. Voor meer informatie: (0318) 69 17 62.

Waterbehandeling in alle soorten en maten RWB Waterservices levert waterbehandelingssystemen in alle soorten en maten. Ook kan het bedrijf helpen bij het opzetten van installaties met nieuwe technieken en pilotprojecten. Op de stand worden geïnteresseerden ingelicht over alle mogelijkheden.

Een onderdeel van een membraanbioreactor.

uit oppervlaktewater waarbij de kosten bij opschaling onder de 0,50 euro per kubieke meter blijven. Ook heeft het bedrijf in korte tijd veel ervaring opgedaan met membraanbioreactoren. Op dit moment is RWB nauw betrokken bij proeven met ultrafiltratie, capillaire nanofiltratie en keramische membraanfiltratie. Tenslotte heeft het bedrijf veel ervaring opgedaan met projectmanagement. De gebouwen en installaties worden ‘turn key’ opgeleverd en voldoen aan strenge eisen. Voor meer informatie: (0546) 54 50 65.

Nieuwe generatie pvc-lijmen Lijmenfabrikant SABA toont op de vakbeurs Aqua Nederland nieuwe pvc-lijmen. Deze houden nog langer en ruiken minder sterk. De nieuwste lijm is de Flexbond HS, voor het verlijmen van flexibele pvc-slangen aan harde pvc-buizen. Verder is er de S3, een allround pvc-lijm die is voorzien van de Kiwa-, KIWA-ATA- en de KOMO-keur. Speciaal voor nauwsluitende buisverbindingen biedt SABA de 914. En de Sabaplast 70 T is speciaal geschikt voor het verlijmen van pvc-folies. Voor meer informatie: (0315) 65 89 99. Elke buis valt goed te lijmen.

Behalve ‘standaard’ waterbehandelingsinstallaties heeft RWB zich de afgelopen jaren ook beziggehouden met de ontwikkeling en optimalistatie van waterbehandelingstechnieken. Zo zijn verschillende proefinstallaties gebouwd voor de zuivering van oppervlaktewater, onder meer met biologische zuivering, maar ook met microfiltratie en ionenwisselaars. Bij een duurproef is het Westland is een jaar lang zoutarm gietwater geproduceerd

H2O / 5 - 2007

23


Producten ĂŠn netwerken bij Teesing Teesing BV uit Rijswijk, leverancier van leidingen, slangen, fittingen en kleppen, laat op Aqua Nederland verschillende producten zien. Op de stand is onder meer het SERTOprogramma te bekijken. Het bijzondere van deze producten is het radiale monteren en demonteren. Verder zijn de producten van Rectus te zien, waaronder koppelingen. Het Italiaanse merk C.matic is op de stand aanwezig met een compleet pakket koppelingen. Ook ligt er een uitgebreid assortiment slangen. Voor meer informatie: (070) 413 07 32.

Gezamenlijke stand met UV-desinfectietechnieken

Legionellabestrijding op maat Total Water Management Services (TWMS) uit Eindhoven levert oplossingen op maat voor de bestrijding van Legionella in collectieve drinkwaternetten. TWMS is het eerste bedrijf dat alle door het ministerie van VROM toegestane beheerssystemen toepast: thermisch, ultrafiltratie, UV, koper/zilver en anodische oxidatie. Al deze methoden zijn op de stand te zien. TWMS heeft klanten onder hotels, in de

Voor meer informatie: (040) 264 50 15.

Hoge kwaliteit terugstroombeveiliging De Watts AB atmosferische onderbreker is een nieuwe terugstroombeveiliging die geschikt is voor de hoogste vloeistofklasse 5. De nieuwe terugstroombeveiliging.

Trojan Technologies en Aquafine Corporation kondigden in 2005 al aan samen te gaan. Op 1 februari jl. is de fusie doorgevoerd. Op de gezamenlijke stand zijn demonstraties van de gezamenlijke productlijnen te zien. Beide bedrijven houden zich al jaren bezig met UV-desinfectietechnieken. Ze hebben tienduizenden installaties wereldwijd gerealiseerd. Vanaf 1 februari vallen alle industriĂŤle productlijnen onder verantwoordelijkheid van Aquafine. De communale drink- en afvalwaterproductlijnen vallen onder Trojan Technologies. De verkoop, productondersteuning en service-activiteiten in Europa worden door het bestaande netwerk van beide partners uitgevoerd. Voor meer informatie: www.trojanuv.com of www.aquafineuv.com.

H2O / 5 - 2007

Deze onderbreker zorgt ervoor dat vervuild water niet kan terugstromen in de aangesloten drinkwaterleiding. Alle delen die in aanraking komen met drinkwater, zijn gemaakt van corrossievrije metalen. De installatie voldoet aan de onderbrekingsvoorschriften conform NEN1006 en is aan te passen aan klantspecifieke wensen, zoals afwijkende spanning, aantal pompen en wensen ten aanzien van het regelsysteem. De onderbrekers zijn standaard leverbaar in pompcapaciteiten van twee, vier of tien kubieke meter per uur en in diverse opvoerhoogten, afhankelijk van het aantal pompen per installatie. De rvs-reservoirs zijn leverbaar in uitvoeringen van 150, 500 en 1.000 liter. Voor meer informatie: (0313) 67 37 00.

Energiezuinig desinfecteren WEDECO, onderdeel van ITT Inc., presenteert op Aqua Nederland de nieuwe serie UV-desinfectieapparatuur Spektron. Deze desinfecteert drinkwater op energiezuinige wijze. De serie is speciaal ontwikkeld voor de gecertificeerde drinkwatermarkt. In het systeem is extra aandacht besteed aan het optimaliseren van de UV-intensiteit en het homogeniseren van de tijd die microorganismen worden blootgesteld aan UV-licht. Vergeleken met UV-systemen die gebruik maken van lagedruklampen, is het rendement van dit systeem 30 procent beter. Vergeleken met middendruklampen is dit systeem vier maal zuiniger. Verder kenmerkt het systeem zich door onafhankelijkheid van het aanstromingspatroon door de lage drukverliezen, lange levensduur van de lamp, een nieuwe manier van interne coating van de lampen en de mogelijkheid van verticale of horizontale montage. Voor meer informatie: (0492) 47 24 64.

24

zorgsector, vastgoedbeheerders, overheden en de recreatiesector. Met miljoenen gelogde uren in installaties van derden is TWMS in Nederland als contractpartner de marktleider.

De Spektron.


*thema

informatie

Nieuwste excentrische wormpomp Van Wijk en Boerma Pompen uit Groningen laat op Aqua Nederland de nieuwste excentrische wormpomp van Netzsch zien die sinds kort op de Nederlandse markt te koop is: de C.Pro. In combinatie met de nieuwe iFD-Stator is de pomp revolutionair te noemen, aldus Van Wijk en Boerma. Verder introduceert het bedrijf een verbeterde slangenpomp. Alle delen van de C.Pro die met de te verpompen vloeistof in aanraking komen, zijn vervaardigd uit polyurethaan. Dit maakt de pomp geschikt voor abrasieve chemicaliĂŤn. De pomp is opgebouwd uit zes componenten en maakt gebruik van een flexibele asconstructie. De pomp wordt vooral toegepast in doseerapplicaties, vanwege de nagenoeg pulsatievrije opbrengst. De C.Pro is standaard voorzien van de iFDStator, een andere noviteit van Netzsch. Bij

deze stator is de kern gescheiden van het omhulsel. Hierdoor verbetert het rendement, wordt de standtijd verlengd en het gebruiksgemak vergroot. Het ontwerp is daarnaast milieuvriendelijk. Bij het onderhoud hoeft niet de complete stator te worden vervangen, maar enkel de kern. Om deze reden heeft de iFD-Stator in Duitsland een milieukeurmerk gekregen. De iFD-Stator is niet alleen beschikbaar voor de C.Pro, maar ook voor bestaande pompen.

De bestaande slangenpomp Dura van Verderflex Dura is opnieuw verbeterd. De aangepaste pomp is zeer compact, heeft een langere standtijd, lagere levensduurkosten, minder onderdelen en meer bedrijfszekerheid. De pomp is bestemd voor lagere capaciteiten met drukken tot twaalf bar. Voor meer informatie: (050) 549 59 00.

De nieuwste excentrische wormpomp.

advertentie

Uw water, ons vak Lowara is het hart van het systeem dat water laat stromen en circuleren om een betrouwbare bron van het leven te worden. Met betrouwbare en efficiĂŤnte producten biedt Lowara oplossingen voor de meest uiteenlopende pompvraagstukken. Excellence in water technology. www.lowara.com

Lowara Nederland B.V. Postbus 54 4180 BB Waardenburg Tel.: (+31) (0) 418 - 65 50 60 lowaranl.info@itt.com

H2O / 5 - 2007

25


-SY STE E M 2 0 0 0

H AW L E

Voor gas en water Een compleet programma schuifafsluiters en hulpstukken van '1 WRW HQ PHW '1 À HQ]HQ ]HOIV WRW '1 )OHQ]HQ UHFKWH YHUELQGLQJVVWXNNHQ ERFKWHQ À HQV YRHWERFKWHQ 7 VWXNNHQ HQ HLQGNDSSHQ YRONRPHQ WUHNYDVWH YHUELQGLQJ JHVFKLNW YRRU 3( HQ 39& FRUURVLHEHVWHQGLJ GRRU VWHUNH HSR[\ FRDWLQJ it! u r VQHOOH HQ HHQYRXGLJH PRQWDJH ELM HON ZHHUW\SH o vo r ve iek n h ec ge t i d i Imbema Denso B.V. u h 3RVWEXV ha wle- syst eem 20 00 , d e 1/ $' +DDUOHP 7HOHIRRQ )D[ ( PDLO LQIR#LPEHPDGHQVR QO ,QWHUQHW ZZZ LPEHPDGHQVR QO

(HQ RQGHUQHPLQJ YDQ GH ,PEHPD *URHS


geleidb

etomv eidsme

ormer

-/ aarheid concen : g n ti e tratiem m, % /c S ,m ÎźS/cm tief inducip c e: n ri tp e me bare betrouw ern o , d meting bruik ge j ri v houds

.$5$ .$5$ #$

.OLQNW X GDW QLHW DOV PX]LHN LQ GH RUHQ"

e gerend

u id / baarhe , id le e g tie a tr concen tuur ra e p m te

g edienin

menub uze: taalkera ns,

en TI-500 C O M JU TI-750 C O M U J

Ind

ngels, F Duits, E s en Pools Spaan

. iek B. V JUMO eltechn eesp g e R n W e Meet380 AC e 18, 1 1 Rijnkad : 0294 49149 n 7 Telefoo 0294 41957 : o.nl m ju Telefax @ info l E-mail: .jumo.n t: www e rn te In

4..0 (-1203,$-2 2($ .-#$0'.3# * +(!0 2($ $- 1712$$,(-2$&0 2($

A 20.009-1.1.6.4.

aloge

tweeitagnangen:

geleid uctieve

tempera

baarh

snel retuaursensor

-#0$11 31$0 '$$%2 4..0 #$ %4 +5 2$0 !0 -"'$ $$- 3-($* .-$ 12./ 1'.//(-&".-"$/2 .-25(**$+# # 2 $+*$ % 1$ (- #$ +$4$-1"7"+31 4 - $$- (-1203,$-2 %#$*2 $ #4(1$0$- 3 &0 & !() #$ -1"' % 4 - $$- (-1203,$-2 .% '$+/$- 3 ,$2 /$0(.#($* .-#$0'.3# * +(!0 2($ /0.)$"2, - &$,$-2 $- 1712$$,(-2$&0 2($

Uw bron voor online hardheids-,

-#0$11 31$0 +$4$02 $$- !0$#$ 0$$*1 (-1203,$-2 2($ #($ 4.++$#(& (1 %&$12$,# ./ #$ 2.$/ 11(-&$- (- 0(..+5 2$0 83(4$0(-&1(-12 ++ 2($1 &$, +$- $- 0(..+12$+1$+1

ijzer-, chromaat-, chloor- en alkaliteitsmeting en besturingen voor onthardings- en RO installaties.

-#0$11 31$0 '$+/2 3 &0 & 35 (-1203,$- 2 2($ (- 2./".-#(2($ 2$ '.3#$- $- 2$&$+()*$02()# 35 .-#$0'.3#1*.12$- 2$ 4$0+ &$-

0.%$11(.-$+$ * +(!0 2($ 4..0 /0 *2(1"' $+*$ / 0 ,$2$0 0.&$ :- - 22$ * +(!0 2($ 4 - %+.5,$2(-&$- 4.+&$-1 '$2 3(24.$0(-&1!$1+3(2 4 - #$ -($ 4 - 2$01"' //$-

$- 2$ , 4 - !$20.**$- 1/$"( +(12$- 11(12$$02 &0 & !() #$2 (+$-&(-$$0(-& /0.)$"2(-*../ /0.)$"2!$&$+$(#(-& $- 1712$$,(-2$&0 2($ 555 -+ $-#0$11 ".,

Postbus 960_ 7550 AZ Hengelo Telefoon 074-29 15 150_Telefax 074-29 15 350 info@prowater.nl_www.prowater.nl

-#0$11 31$0 .12!31

0#$ $+ 6 (-%. -+ $-#0$11 "., 555 -+ $-#0$11 ".,


Merkongebonden onderhoud en revisie van pompen Het uitgangspunt van Weir Minerals Netherlands, producent van de bekende Begemann en Geho pompen, is een individuele benadering. Elke pomp heeft immers, door toepassing en omstandigheden, haar eigen onderhoudseisen. Bovendien zijn pompen vaak een essentiÍle schakel in een proces. Een gerichte Ên preventieve aanpak is dus, ook kostentechnisch gezien, van het grootste belang. Ons deskundig team van allround technici beschikt over veelzijdige vaardigheden en moderne hulpmiddelen. Daardoor kunnen we exibel opereren en is onze dienstverlening niet merkgebonden. Het vakmanschap uit zich verder door meer te doen, bijvoorbeeld waar nodig adviezen te geven voor pomp- en systeemverbeteringen.

www.weirminerals.com tel. 06-50663216, email: w.fransen@weirminerals.com

Bezoek ons op de

Aqua Nederland Vakbeurs 20-22 maart 2007 Evenementenhal Gorinchem www.evenementenhalgorinchem.nl


verenigingsnieuws

Agenda Onderstaand vindt u de gezamenlijke agenda van NVA en KVWN van vergaderingen, congressen en andere bijeenkomsten. Informatie voor deze agenda kan worden aangeleverd bij het KVWN/ NVA-bureau: (070) 414 47 78.

12 april themamiddag over waterberging Tiel

watersystemen klimaatbestendig moeten worden. Eén van de mogelijkheden hiertoe is regionale waterberging. Inmiddels zijn in den lande allerlei soorten projecten gestart en uitgevoerd. Kleinschalig in de vorm van het verbreden van sloten in poldergebieden tot grootschalig in de vorm van waterbergingsgebieden in beekdalen. Doel van de themamiddag is om naar aanleiding van drie praktijksituaties zowel de hydrologische als de financiële en juridische aspecten te bediscussiëren. Gekozen is voor drie cases: één voor laag Nederland en twee voor hoog Nederland. Tijdens de themamiddag worden de cases toegelicht. Aan het eind van de middag is ruimte ingeruimd voor discussie. De themamiddag begint om 13.00 uur bij Waterschap Rivierenland in Tiel.

Symposium over duurzaamheid in het zuiveringsbeheer

Contactgroep Internationaal De nieuwe contactgroep Internationaal wil een vliegende start maken met een symposium in het Tropenmuseum in Amsterdam op 7 mei. Deze contactgroep van NVA en KVWN denkt dat aan de effectiviteit van internationale samenwerking kan worden bijgedragen wanneer collega’s, naast hun technische kennis, over kennis beschikken over het verenigen van belangen en het overbruggen van verschillen in het besturen van projecten en werkwijzen in diverse landen. Het symposium ‘Intercultureel watermanagement’ kan hierin meer inzicht geven. Doel van het symposium is cultuur op de internationale wateragenda te plaatsen en netwerkvorming onder collega’s om praktijkervaringen en kennis uit te wisselen. Het symposium zal een interactief karakter hebben, waarbij ruimte zal zijn voor ervaringen uit de praktijk en kennisuitwisseling.

19 april symposium NVA-programmagroep 3 over duurzaamheid in het zuiveringsbeheer Bilthoven

20 april Young Professionals Day - Jongerenplatform Den Haag

Op 19 april houdt programmagroep 3 van de NVA een symposium over duurzaamheid. De bijeenkomst vindt plaats in Bilthoven, in hotel Heidepark. De uitnodigingen voor zowel 12 als 19 april zijn inmiddels verzonden. Aanmelding kan via de internetpagina van de NVA: www.nva.net.

7 mei symposium van Contactgroep Internationaal over intercultureel watermanagement Amsterdam

Young Professionals Dag

1 juni

Op 20 april staat de Young Professionals Dag op de agenda met als thema: verzilting. Is dit een probleem of een uitdaging? Het waterbeheer in Nederland zal zich moeten aanpassen. Bij waterwinning zal wellicht aan ontziltende maatregelen gedacht moeten worden. De vierde Young Professionals Day staat dus in het teken van water en zout. Twee zaken die allebei dodelijk kunnen zijn in een overdosis, maar toch essentieel zijn voor het leven. De Young Professionals Day is in eerste instantie bedoeld voor iedereen tot en met 35 jaar die werkt of wil gaan werken in de waterwereld, professionals en studenten en NVA- en KVWN-leden. Iedereen wordt uitgenodigd te discussiëren en uit te dagen, zodat nieuwe ideeën kunnen ontstaan en wellicht worden uitgevoerd! Alle andere NVAen KVWN-leden die zich jong voelen, zijn ook van harte welkom! Het symposium wordt voorgezeten door Sjef Ernes, voorzitter van de Commissie Strategie en Ontwikkeling van de KVWN en directeur van Aqua for All. Naast de lezingen rond het thema verzilting wordt een interactief deel gevuld met een quiz ‘Per waterdruppel wijzer’ waar mooie waterprijzen te winnen zijn. Gedurende de hele dag kunnen deelnemers een bedrijvenmarkt bezoeken.

NVA-dag / Klaarmeesterdag met als thema: Zeeland leeft op/van/aan/met/in/het water! Middelburg

7 juni symposium van de programmagroep Waterketen over afkoppelen in optimalisatiestudies

14-16 juni Benelux Waterdagen Maastricht

9-12 oktober IWA-congres over duurzaam waterhergebruik Antwerpen

30 november najaarsvergadering KVWN/NVA

Themamiddag over regionale waterberging op 12 april Sinds het afsluiten van het Nationaal Bestuursakkoord Water zijn de waterschappen samen met provincies, gemeenten en maatschappelijke organisaties begonnen met het realiseren van de wateropgave. Afgesproken is dat de

Symposium over afkoppelen Programmagroep 9 / Waterketen verzorgt een symposium op 7 juni van 12.00 tot 17.00 uur over afkoppelen in optimalisatiestudies. Is afkoppelen van verhard oppervlak duurzaam en doelmatig? Daarover verschillen de meningen. Waar iedereen het over eens lijkt te zijn, is dat het veel geld kost. Tijdens deze bijeenkomst wordt gezocht naar de mogelijkheden om in een optimalisatiestudie van het afvalwatersysteem (OAS) meer inzicht te krijgen in dit vraagstuk. Vragen die aan bod komen, zijn: • Wat zijn de ervaringen met afkoppelen uit reeds uitgevoerde OAS-studies? • Welke nieuwe ontwikkelingen zijn er op dit gebied? • Hoe breed moet je een OAS uitvoeren om een compleet beeld te krijgen over de zin en onzin van afkoppelen?

Voor meer informatie wordt verwezen naar internet: www.waterloopbaan.nl. U kunt zich daar ook aanmelden.

H2O / 5 - 2007

29


verenigingsnieuws WATERCOLUMN

Een beetje verliefd

S

amenwerken in de watersector is belangrijk, nu we met nieuwe uitdagingen geconfronteerd worden om Nederland droog en duurzaam te houden. Logisch dus dat KVWN en NVA besloten hebben een duurzame relatie aan te gaan. Het huwelijk is gepland in 2008. Wat verwacht je nu eigenlijk van je partner en wat verwacht je partner van jou? Als kersverse voorzitter van de KVWN richt ik me via deze open brief tot de NVA. Ik ben wel stokoud, maar ook ‘koninklijk’. Ik hoop dat de jonge NVA (pas 50 lentes) mijn levenservaring een beetje zal waarderen en mijn koninklijke status zal respecteren. Natuurlijk kijk ik zelf uit naar een partner met veel levenslust en sprankelende nieuwe ideeën, waar ik zelf overigens ook vol mee zit. We laten samen de waterwereld in Nederland zien wat ze aan ons heeft. Laten we stimuleren dat klaarmeesters en buitendienstmedewerkers van waterleidingbedrijven elkaar opzoeken en ervaring uitwisselen. De NVA heeft hier al een goede structuur voor. Laten we op zoek gaan naar nieuwe diensten, bijvoorbeeld een ‘water google’, platforms voor segmenten van leden binnen onze nieuwe vereniging. Laten we onze dienstverlening verder professionaliseren. Dit vraagt om onderling vertrouwen en elkaar goed leren kennen. Juist nu samenwerking binnen de watersector steeds belangrijker wordt, kan de nieuwe vereniging een platform bieden om los van structuurdiscussies en competenties als waterprofessionals met elkaar in discussie te gaan over de inhoud van ons werk. Hoe zorgen we er voor dat jonge mensen geïnteresseerd worden voor een baan in onze sector? Als we het ambitieus aanpakken kan je er zelfs een Oscar mee winnen. Hoe zorgen we er voor dat Nederland haar vooraanstaande positie in waterkennis behoudt? Door samen nieuwe leden te zoeken en aan een mooie toekomst te bouwen. Roelof Kruize (KVWN)

Nieuwe internetpagina’s De NVA en KVWN hebben sinds kort vernieuwde websites: www.nva.net, www.kvwn.nl, www.waterloopbaan.nl, www.waterfederatie.nl en www.neerslag-magazine.nl. Leden van de vereniging kunnen inloggen met behulp van hun lidnummer (niet meer met een gebruikersnaam) en het wachtwoord. Indien u uw wachtwoord bent vergeten, dan kunt u dat met een e-mail opvragen bij het bureau (info@nva.net of info@kvwn.nl). Artikelen uit H2O van vóór 2007 vindt u op de website www.vakbladh2o.nl.

Ledenvergadering beslist over vermogen KVWN KVWN-leden weten dat de vereniging sinds kort over een aanzienlijk vermogen beschikt, dat is ondergebracht in de Steunstichting KVWN. Afgesproken is dat het bestuur van de KVWN jaarlijks in de najaarsvergadering voorstellen zal doen waaraan de opbrengst van het vermogen voor het volgend jaar besteed zal worden. Het bestuur wil de leden vooraf betrekken bij mogelijke bestemmingen. Het bestuur heeft beloofd een commissie in te stellen die met voorstellen naar het bestuur zal komen. Het bestuur verzoekt leden zich aan te melden voor deze commissie. Dat is mogelijk bij het bureau van de KVWN (Marjan van Houten): info@kvwn.nl.

Adreswijzigingen en opzeggingen Leden van de NVA en KVWN die via hun lidmaatschap een abonnement op H2O hebben, moeten adreswijzigi ngen en opzeggingen doorgeven aan het Bureau KVWN/NVA in Rijswijk, liefst per fax (070): 414 44 20 of e-mail en NIET bij de abonnementenafdeling van uitgeverij Nijgh in Schiedam. Het lidmaatschap van NVA of KVWN houdt automatisch een abonnement op H2O in. Dat abonnement loopt evenals het lidmaatschap per kalenderjaar.

Nieuwe vice-voorzitter KVWN Het KVWN-bestuur heeft uit haar midden Carleen Mesters benoemd tot vice-voorzitter van het bestuur. De portefeuilles (aandachtsgebieden) binnen het bestuur zijn ook weer verdeeld nu drie nieuwe bestuursleden tot het bestuur zijn toegetreden. Belangstellenden kunnen die portefeuilleverdeling opvragen bij het bureau. Carleen Mesters.

Cursussen in de komende maanden Stichting Wateropleidingen biedt de komende maanden weer enkele cursussen aan met zeer geveriëerde onderwerpen: van riolering naar waterkeringen naar baggeren. Toetsen op veiligheid

De Wet op de Waterkering verplicht de beheerders hun primaire waterkeringen iedere vijf jaar te toetsen op veiligheid. In 1999 verscheen de eerste leidraad Toetsen op Veiligheid opgesteld door de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen. In 2004 verscheen het nieuwe voorschrift waarin alle kennis en ervaringen van de afgelopen jaren zijn verwerkt. Deze cursus leert de cursist dit voorschrift te gebruiken. Aan de hand van diverse praktijksituaties doorloopt de cursist het gehele toetsproces. Hij of zij krijgt inzicht in de voor de toetsing benodigde gegevens en leert de scores van de toetsing te bepalen en op

30

H2O / 5 - 2007


verenigingsnieuws de juiste waarde in te schatten. Tevens krijgt de deelnemer inzicht in de witte vlekken en leert valkuilen te voorkomen. De cursus is bedoeld voor waterkeringtoetsers van waterschappen, provincies, ingenieursbureaus en Rijkswaterstaat. De cursus vindt plaats op 3, 10 en 17 april in Utrecht. De deelnamekosten bedragen 1.075 euro. Basiskennis waterkeringen

Recente hoogwaterproblemen, maar ook klimaatontwikkelingen die de zeespiegelstijging beïnvloeden, zorgen voor extra aandacht voor de sterkte van waterkeringen. De aandacht en de inzet aan middelen en personeel voor waterkeringen is mede hierdoor bij waterschappen sterk toegenomen. Deze opleiding behandelt een breed scala aan onderwerpen van het vakgebied waterkeringen en is interessant voor technische medewerkers waterkeringen, belast met beheer en onderhoud van waterkeringen. Het beheer en onderhoud van waterkeringen wordt nader uitgediept. De deelnemer krijgt inzicht in de technische en beleidsmatige aspecten van waterkeringen. De cursist kent de instrumenten en weet deze toe te passen in de dagelijkse praktijk en heeft na deze cursus de benodigde basiskennis om op verantwoorde wijze het beheer en onderhoud van waterkeringen te verrichten. De cursus wordt gehouden op 12 en 26 april, 10 en 31 mei en 7 juni in Utrecht en enkele andere locaties. De deelnamekosten bedragen 1.375 euro. Opstellen en beoordelen van basisrioleringsplan

Na het volgen van de cursus is de deelnemer in staat om een basisrioleringsplan op te stellen en te beoordelen op de uitgangspunten, de gehanteerde methoden, de volledigheid en de resultaten. In de cursus wordt met name ingegaan op het beoordelen van de kwaliteit van de gegevens en hun bruikbaarheid, het toetsen of de rekenmethoden correct zijn uitgevoerd en gerapporteerd en het beoordelen van de kwaliteit van aangeleverde meetgegevens en eventuele modelkalibratie. De cursus gaat uit van de methoden die in de Leidraad Riolering zijn geformuleerd. Naast riolering komen ook infiltratievoorzieningen en lozingen van hemelwater op oppervlaktewater aan de orde. Deze cursus is bedoeld voor medewerkers riolering en waterbeheerders. De cursusdata zijn: 3, 10, 18 en 24 april en 8 en 15 mei. De locatie is Utrecht. Kleinschalig baggerwerk

Een belangrijke functie van baggeren is het op diepte houden van watergangen. Baggerwerken die in kleinschalige wateren, zoals kreken, sloten, beken, boezemwateren, vennen en stadswateren, worden uitgevoerd, behoren tot de kleinschalige baggerwerken. Het succesvol laten verlopen van het opzetten, aanbesteden en uitvoeren van een baggerwerk vereist kennis. Dit geldt zowel

voor opdrachtgevers als uitvoerders. Deze cursus richt zich op het kleinschalig onderhoudsbaggerwerk in al haar facetten: verkenningsfase, bestek, aanbesteding, uitvoering en controle. In de cursus komt ook de bestemming van de verwijderde specie aan de orde. Na het volgen van de cursus beschikt de deelnemer over de geactualiseerde kennis voor het succesvol opzetten, aanbesteden en uitvoeren van kleinschalige onderhoudsbaggerwerken. De cursus is opgezet in samenwerking met de Vereniging van waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken en is geschikt voor (technische) medewerkers baggeren en waterbodems van waterschappen, provincies en gemeenten, bestekschrijvers, directievoerders en aannemers/uitvoerders van kleinschalige baggerwerken. De cursus vindt plaats op 5 en 19 april, één dag in Utrecht en één dag op locatie en kost 875 euro. Innoveren doe je zo!

Het ‘touch screen’ beeldscherm, het fototoestel met voorflits, de stofzuigende boor: toevallige uitvindingen van creatieve Willie Wortels? Toch niet: uit een analyse van meer dan 400.000 patenten blijkt dat aan 70 procent van de succesvolle innovaties slechts vijf basale denkpatronen ten grondslag liggen. In de voorbeelden zijn dat respectievelijk verwijderen & vervangen, vermenigvuldigen, verbinden, opdelen & herschikken en het veranderen van afhankelijkheden. Deze vijf denkprincipes staan ook bekend als de Thinking Tools of Systematic Inventive Thinking (SIT). SIT wordt door veel grote bedrijven gebruikt als bron voor innovatie en heeft de afgelopen jaren geleid tot indrukwekkende resultaten. Of het nu gaat om het innoveren van producten of diensten en of het nu gaat om problemen oplossen of mogelijkheden signaleren, de Thinking Tools bieden een zeer gestructureerde methode om tot innovaties te komen. Uit onderzoek blijkt dat productideeën waaraan een Thinking Tool ten grondslag ligt, een significant hoger marktsucces hebben (gemiddeld meer dan vier procent marktaandeel één jaar na introductie) dan producten waaraan geen Thinking Tool ten grondslag ligt (minder dan één procent marktaandeel). In de workshop van een halve dag gaan de cursisten ermee aan de slag om een product te verbeteren. Aan het eind van de workshop staat u versteld van het aantal waardevolle productideeën dat in korte tijd is gerealiseerd. Deelnemers zijn na afloop in staat om hun eigen product- of dienstportfolio te innoveren.

Overeenkomst met de Vietnamese Water Supply Sewerage Association Stichting Wateropleidingen heeft onlangs een overeenkomst getekend met de Vietnamese Water Supply Sewerage Association om samen een trainingscentrum op te zetten in de Mekong-delta. De samenwerking bestaat uit het introduceren en toepassen van het concept van Stichting wateropleidingen in Vietnam oftewel het duurzaam trainen van de medewerkers via het opzetten van een ‘Wateropleidingen Vietnam’. Het tekenen van de overeenkomst vormde een succesvolle afsluiting van de twee weken durende missie naar de Mekongdelta door Agnes Maenhout (Wateropleidingen) en Jan van der Zwan (Aqua for All / Kiwa). In de Mekong-delta in Zuid-Vietnam zijn vier drinkwaterbedrijven bezocht en is via interviews van ‘hoog tot laag’ een beeld gevormd van de trainingsbehoefte op het gebied van drinkwatertechniek. Die behoefte blijkt erg groot te zijn. Het verschil tussen de wateringenieurs en de medewerkers op de werkvloer is groot. In het licht van de economische ontwikkeling in Vietnam willen de drinkwaterbedrijven zich verder ontwikkelen en hun functioneren verbeteren. Eén van de onderdelen vormt de scholing van de medewerkers. Het begin van de samenwerking bestaat dit jaar uit pilottrainingen voor laaggeschoolde medewerkers distributie en productie. Deze trainingen worden met directeuren en medewerkers van de Vietnamese waterbedrijven opgezet en uitgevoerd. Het SWO-concept (de werkwijze van Wateropleidingen) wordt gehanteerd bij het opzetten van deze training en vervolgens bij het oprichten in Vietnam van een hierop lijkend instituut. Zoals bekend bestaat het concept uit het opzetten en uitvoeren van praktijktrainingen, duurzaam gemanaged op ‘not for profit’-basis. Het project in Vietnam wordt mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van Aqua for All en de persoonlijke expertise van Jan van der Zwan. De ervaringen in Vietnam vormen een onderdeel van de blauwdruk Training Centre, gericht op het internationaal introduceren en toepassen van het SWOconcept.

De workshop vindt plaats op 24 april ‘s middags in Utrecht. Deelname kost 275 euro. Voor meer informatie over bovenstaande cursussen kunt u contact opnemen met Betty Notenboom (030) 606 94 09 of Gwendy Dirks (030) 606 94 06.

H2O / 5 - 2007

31


s -!!47%2+ ). 0/,9%34%2 "%(5):).'%. s

Haal eruit wat erin zit.

0OLY 0RODUCTS BIEDT MET HET $%4/3 -/$5,!)2 "/573934%%- TYPE 'ARRISON EEN UNIEK CONCEPT VOOR HET DUURZAAM ONDERBRENGEN VAN UW KOSTBARE APPARATUUR EN INSTALLATIES +%.-%2+%. s FLEXIBELE MAATVOERING s CHEMISCH RESISTENT s ONDERHOUDSARM

s GELUIDSISOLEREND s INBOUWMOGELIJKHEDEN VAN VENTILATIE EN ELEKTRAVOORZIENINGEN s IN ALLE 2!, KLEUREN LEVERBAAR

s %%. 3934%%- 6%,% /0,/33).'%. s

Water Treatment Chemicals

0OLY 0RODUCTS "6 "RUNINGSSTRAAT s ,! 7ERKENDAM 4EL &AX % MAIL INFO POLYPRODUCTS NL

BEZOEK OOK ONZE WEBSITE WWW POLYPRODUCTS NL Akzo Nobel biedt de oplossing voor uw waterzuiveringsproblematiek door een optimale afstemming tussen mensen, middelen en producten.

FeCl3 FeCl2 HCl NaOCI

GIET UW WERVING VOOR OPLEIDING & PERSONEEL IN HET JUISTE VAT Water Treatment Chemicals Akzo Nobel Base Chemicals, PO Box 247 NL-3800 AE Amersfoort, The Netherlands E-mail: basechemicals.watertreatment@akzonobel.com Website: www.basechemicals.com

Reserveer ook uw personeelsadvertentie in H2O, hét tijdschrift voor watervoorziening en waterbeheer.

010 - 4274180


platform

Dick van der Kooij, Kiwa Water Research Gerhard Wubbels, Waterlaboratorium Noord Gerrit Veenendaal, Waterlaboratorium Noord

Legionellabacteriën in leidingwaterinstallaties behoren meestal tot de ongevaarlijke soort Legionella anisa Legionella anisa, een in 1985 voor het eerst beschreven legionellasoort, wordt in (leiding)waterinstallaties met de kweekmethode veel vaker waargenomen dan L. pneumophila. In Nederland is tot nu toe echter geen enkel geval van legionellose toegeschreven aan L. anisa en mondiaal is L. anisa in slechts enkele gevallen van legionellapneumonie aangetoond. Testen met cavia’s en weefselkweken bevestigen dat L. anisa veel minder virulent is dan L. pneumophila. Daarom wordt aanbevolen om de alternatieve beheersmaatregelen voor de bestrijding van legionella-bacteriën in (leiding)waterinstallaties alleen te richten op L. pneumophila. Een specifieke kweekmethode voor de detectie van L. pneumophila is beschikbaar voor deze aanpak (zie het artikel hierna), evenals een kwantitatieve PCR-methode voor spoedeisende situaties en het uitvoeren van een snelle screening van monsterseries (zie het artikel op pagina 39).

S

inds 2002 worden in Nederland jaarlijks gemiddeld circa 250 gevallen van legionellapneumonie gerapporteerd en in 2006 zelfs 44614). Deze levensbedreigende ziekte wordt voornamelijk veroorzaakt door de bacterie Legionella pneumophila. Blootstelling aan verneveld water (aërosol) waarin dit organisme aanwezig is, vormt de oorzaak van besmetting. Naast L. pneumophila zijn inmiddels meer dan 50 kweekbare legionella-soorten beschreven. Aanwijzingen

Het onderzoek naar voorkomen en betekenis van L. anisa in (leiding)waterinstallaties is uitgevoerd in opdracht van VROM-Inspectie. VROM heeft RIVM de opdracht gegeven om het beleid op het gebied van de legionellaproblematiek te evalueren. In deze evaluatie, die deze maand wordt afgerond, zal ook de in dit artikel voorgestelde aanpak worden meegenomen.

bestaan dat nog veel meer soorten aanwezig zijn in water. L. pneumophila is wereldwijd verantwoordelijk voor meer dan 90 procent van de gerapporteerde ziektegevallen, maar enkele andere legionellasoorten, waaronder L. bozemanii, L. longbeachae en L. micdadei, kunnen eveneens ziekte veroorzaken. L. pneumophila is echter niet de meest voorkomende soort in het milieu en het grote aandeel in het aantal ziektegevallen is het gevolg van de grote virulentie van dit organisme. Binnen L. pneumophila wordt onderscheid gemaakt tussen de serogroepen 1 tot 15, waarbij vertegenwoordigers van serogroep 1 het meest virulent zijn. Een verdere differentiatie binnen deze groep is mogelijk op basis van gensequenties. Het routinematige onderzoek naar legionellabacteriën in (leiding)water wordt uitgevoerd met behulp van de kweekmethode met het semiselectieve Buffered Charcoal Yeast Extract (BCYE)-medium10). Legionellabacteriën vormen op deze voedingsbodem kenmerkende kolonies, maar bevestiging en vaststelling van de soort vereisen nader onderzoek. Voor leidingwa-

terinstallaties geldt als eis dat de concentratie van de kweekbare legionellabacteriën lager moet zijn dan 100 kolonievormende eenheden (kve) per liter water19). Deze eis is eveneens van toepassing op het door de waterbedrijven afgeleverde drinkwater. In installaties met legionellabacteriën worden vaak non-pneumophilasoorten waargenomen. Met moleculaire technieken is een nauwkeurige identificatie mogelijk. Daaruit blijkt dat Legionella anisa een veel voorkomende kweekbare non-pneumophilasoort is. Ook vrijwel alle legionellabacteriën die in drinkwater worden waargenomen, behoren tot L. anisa, terwijl L. pneumophila niet wordt aangetoond. In Nederland is L. anisa tot nu toe nooit aangewezen als veroorzaker van ziektegevallen. De vraag is daarom of de regelgeving voor legionellabacteriën in leidingwater van toepassing moet blijven op situaties waarin de overschrijding van de genoemde kwaliteitseis wordt veroorzaakt door L. anisa.

Verspreiding en eigenschappen van L. anisa L. anisa is voor het eerst beschreven in 19857). Het organisme was aangetroffen in het

H2O / 5 - 2007

33


leidingwater in een tweetal ziekenhuizen en in een industriële koeltoren (in de VS). De kolonies van deze bacteriën vertonen autofluorescentie bij blootstelling aan UVlicht. De naam ‘anisa’ (= ongelijk) is afgeleid van de waarneming dat niet alle isolaten dit gedrag in gelijke mate vertonen. L. anisa is in tal van landen, waaronder de Verenigde Staten, Brazilië, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Australië en Japan, aangetoond in koeltorens, leidingwaterinstallaties en fonteinen. In Nederland is al lang bekend dat de zogeheten non-pneumophila-soorten aanwezig kunnen zijn in installaties die met drinkwater worden gevoed, maar identificatie bleek moeilijk17). In leidinginstallaties in 16 van 400 eengezinswoningen, verdeeld over de voorzieningsgebieden van vier verschillende drinkwaterproductiebedrijven, werden legionellabacteriën aangetroffen in een concentratie die hoger was dan 100 kve/l12). Door het beschikbaar komen van moleculaire technieken kon worden aangetoond dat alle isolaten behoorden tot de soort L. anisa. Dit organisme was ook de dominante legionellasoort in 26 van 40 huisinstallaties in een woonwijk met stadsverwarming, waarbij de watertemperatuur in de meterkast tot boven 25°C steeg15). Tabel 1 geeft een overzicht van de typeringen van legionellasoorten, gekweekt uit een totaal aantal van 11541 watermonsters uit (leiding)waterinstallaties die werden onderzocht door Waterlaboratorium Noord (WLN) in de periode januari tot december 2006. In 18,5 procent van deze monsters werden legionellabacteriën aangetoond met de kweekmethode (NEN6265). In 83 procent van de legionellapositieve monsters werden non-pneumophilasoorten waargenomen; in 72 procent van deze monsters betrof het L. anisa. In koelwatermonsters werden enkele andere non-pneumophilasoorten waargenomen, met name L. gormanii, L. cherrii en L. gratiana. Het aandeel van deze bacteriën in de legionellapostieve monsters (2 procent) is vrijwel gelijk aan het aandeel van L. pneumophila (2,1 procent). In (leiding)waterinstallaties komt L. anisa dus veel vaker voor dan L. pneumophila. De samenstelling van de voedingsbodem is van invloed op de opbrengst en de aard van de gekweekte legionellabacteriën. Verlaging van de pH van het BCYE-medium gaf een hogere opbrengst van non-pneumophilasoorten8). Inmiddels is duidelijk dat een pH-verlaging de groei van L. anisa op dit medium versterkt18). De aanpassing van het BCYE-medium heeft derhalve waarschijnlijk een toename veroorzaakt van de waarnemingen van L. anisa in (leiding)waterinstallaties. Bevestiging van de aanwezigheid van L. pneumophila en identificatie van serogroepen is mogelijk met serologische testen. Hiermee kan ook worden vastgesteld of het non-pneumophilasoorten betreft. Voor een goede identificatie van deze soorten, waartoe ook L. anisa behoort, zijn moleculaire technieken nodig. Deze technieken zijn inmiddels beschikbaar. L. anisa stelt evenals L. pneumophila hoge eisen aan de voeding en is voor de groei in

34

H2O / 5 - 2007

het watermilieu aangewezen op protozoa die als gastheer dienen. Groei van L. anisa is onder meer waargenomen in de amoeben Hartmannella vermiformis (bij 35°C), Acanthamoeba polyphaga (32°C) en in de ciliaat Tetrahymena pyriformis (30°C)5),16). Opvallend is dat L. anisa zich niet vermeerderde in protozoa bij een temperatuur van 37°C20). Bij een onderzoek van 96 typen drinkwater met een lage temperatuur (beneden 15°C), dat werd uitgevoerd met behulp van PCR-methoden, werden veel niet kweekbare, niet beschreven legionellasoorten waargenomen22). L. anisa werd hierbij slechts eenmaal waargenomen, namelijk in drinkwater bereid uit oppervlaktewater. Deze gegevens en de eerdere vermelde waarnemingen met betrekking tot legionellabacteriën in woninginstallaties duiden erop dat L. anisa zich vooral handhaaft in situaties met een watertemperatuur boven 20°C, maar lager dan de temperatuur die optimaal is voor de groei van L. pneumophila.

L. anisa als ziekteverwekker In 1989 is voor het eerst melding gemaakt van de isolatie van L. anisa uit patiëntenmateriaal. In deze situatie werd het organisme tevens in het leidingwater aangetroffen1). De betreffende persoon was onder behandeling

met chemotherapie. Ook bij het zeer beperkte aantal andere waarnemingen van L. anisa in patiëntenmateriaal was sprake van een onderliggende ziekte. L. anisa is tevens geïsoleerd uit water (fonteinen) in relatie met een tweetal uitbraken van Pontiac-koorts. Een verhoogde antistoftiter voor L. anisa wees uit dat dit organisme de oorzaak van deze aandoening was3),9). Bij een internationale inventarisatie van incidentele gevallen van legionellose werd L. pneumophila waargenomen bij 91,5 procent van de 508 ziektegevallen (84,2 procent L. pneumophila serogroep 1). L. anisa werd bij één patiënt geïsoleerd23). In Frankrijk behoorden twee (0,8 procent) van 259 stammen uit patiëntenmateriaal tot de soort L. anisa en was L. pneumophila vertegenwoordigd met 256 (98,8 procent) isolaten2). In 2003 en 2004 werden in Europa 6694 gevallen van legionellose gerapporteerd13). Van 916 gevallen werden isolaten verkregen. L. pneumophila vormde 98 procent van deze isolaten; L. anisa werd niet waargenomen. De waargenomen non-pneumophilasoorten waren L. longbeachae, L. bozemanii, L. dumoffii, L. gormanii en L. micdadei. Ook in Nederland vormt L. pneumophila 98 procent van de stammen geïsoleerd uit patiënten-

Tabel 1. Legionellabacteriën in watermonsters afkomstig uit leidingwaterinstallaties, koeltorens en luchtbevochtigers (gegevens Waterlaboratorium Noord, 2006).

legionellasoort

L. pneumophila sg 1 L. pneumophila sg 2-14 non-pneumophila L. anisa overige soorten geen Legionella waargenomen totaal aantal monsters

aantal monsters

aandeel positieve monsters

244 (2,1%) 117 (1,0%) 1.778 (15,4%) 1.551 (13,4%) 227 (2,0%) 9.402 (81,5%) 11.541 (100%)

11% 5% 83% 72% 11% n.v.t. n.v.t.

Tabel 2. Gedrag van L. anisa en L. pneumophila in diverse organismen en cellijnen.

test/organisme

L. anisa

L. pneumophila

referentie

geen effect** geen effect temperatuurverhoging binnen 24 uur, daarna geen effect#

100% dood 100% dood niet getest

4 4 5

humane cellen bloedcellen lymfocyten monocyten (35°C)

geen groei geen groei geen groei

sterke groei sterke groei sterke groei

5 5 11

protozoa Tetrahymena pyriformis (35°C) Tetrahymena pyriformis (30°C) Hartmannella vermiformis (35°C) Hartmannella vermiformis (37°C) Acanthamoeba castellani (35°C)

geen groei sterke groei sterke groei geen groei geen groei

sterke groei variabele groei## sterke groei sterke groei sterke groei

4 16 5 20 11

cavia’s

- hoge ent (2,5 x109)* - lage ent (4,4 x 107)* - hoge ent (109 cellen)

* = in buikholte, ** = geen infectie en geen dood waargenomen, = geen infectie, ## = diverse stammen geen groei

#


platform omstandigheden in het watermilieu beter kan vermeerderen en handhaven dan L. pneumophila. Bestrijding van L. anisa (of een andere non-pneumophilasoort) in bepaalde situaties is mogelijk ongewenst, omdat eliminatie van L. anisa het natuurlijke evenwicht verstoort en L. pneumophila de opengevallen plaats zou kunnen innemen. Nader onderzoek kan uitwijzen in welk temperatuurtraject sprake is van competitie tussen L. pneumophila en L. anisa. Ook de aanwezigheid van andere non-pneumophilasoorten in (leiding)waterinstallaties verdient nadere aandacht, in combinatie met onderzoek naar de betekenis van deze organismen als veroorzaker van ziekte. Moleculaire technieken voor detectie en diagnose zijn hierbij goed bruikbaar6).

Kolonies van twee serogroepen van Legionella pneumophila op BCYE-medium.

materiaal en is L. anisa niet waargenomen24). Non-pneumophilasoorten, waaronder L. anisa spelen dus geen rol van betekenis als ziekteverwekker bij de in Nederland gerapporteerde gevallen van legionellose. In diverse testen is de virulentie van L. anisa bepaald en vergeleken met die van L. pneumophila (zie tabel 2). Opvallend is dat injectie van hoge concentraties van L. anisa in de buikholte bij cavia’s zelfs geen infectie veroorzaakte, terwijl toediening van een veel lagere concentratie van L. pneumophila binnen enkele dagen tot de dood leidde. Ook vermeerderde L. anisa zich niet in humane fagocyten en weefselkweken. Deze geringe mate van virulentie werd als verklaring gezien voor het optreden van Pontiac-koorts in plaats van pneumonie4). Pontiac-koorts wordt toegeschreven aan een allergische reactie op blootstelling aan een hoge concentratie van het organisme, waarbij geen infectie optreedt.

Aanpassing beleid bestrijding van Legionella wenselijk Uit bovenstaande informatie komt naar voren dat L. pneumophila verreweg de belangrijkste veroorzaker is van legionellose, L. anisa veel vaker dan L. pneumophila aanwezig is in (leiding)waterinstallaties en dat L. anisa vrijwel niet ziekteverwekkend is. Hieruit kan worden afgeleid dat het beleid voor de preventie van legionellose in Nederland zich met name dient te richten op L. pneumophila. Toepassing van alternatieve beheersmaatregelen bij collectieve (leiding)waterinstallaties is dus alleen zinvol als L. pneumophila wordt aangetroffen. Deze benadering zal in vergelijking met de huidige aanpak van het legionellaprobleem tot een aanzienlijke reductie van de maatschappelijke kosten leiden. De doelmatigheid van het preventiebeleid wordt hierdoor vergroot. Bovendien sluit deze aanpak aan bij de wijze waarop legionellose wordt vastgesteld, namelijk met de urine-antigeentest die specifiek reageert op L. pneumophila. Uit de frequente aanwezigheid van L. anisa in leidingwaterinstallaties kan worden afgeleid dat dit organisme zich onder bepaalde

Selectieve detectie van L. pneumophila maakt gerichte bestrijding van dit organisme in (leiding)waterinstallaties mogelijk. Daarom is recent een kweekmethode ontwikkeld voor de specifieke detectie van L. pneumophila18). Tevens is een snelle kwantitatieve PCRmethode voor de detectie van dit organisme beschikbaar21). Deze methode is geschikt voor toepassing in spoedeisende situaties en kan ook worden gebruikt voor een snelle screening van monsterseries. In geval van aanwezigheid van L. pneumophila (boven een bepaald niveau) kan alsnog worden besloten tot het toepassen van de selectieve kweekmethode. De groei van L. anisa, andere non-pneumophilasoorten en andere micro-organismen met ongewenste eigenschappen, bijvoorbeeld Pseudomonas aeruginosa, mycobacteriën en bepaalde protozoa of schimmels in (leiding)waterinstallaties dient uiteraard zoveel mogelijk te worden verhinderd. Dit vereist een structurele aanpak gericht op het verminderen van de biofilmvormingspotentie van het water en van de materialen die in contact komen met water, alsmede het beperken van stagnatie van het water in de installaties. Deze aanpak is ook van belang voor het beperken van de groeimogelijkheden van L. pneumophila. LITERATUUR 1) Bornstein N., A. Mercatello, D. Marmet, M. Surgot, Y. Deveaux en J. Fleurette (1989). Pleural infection caused by Legionella anisa. J Clin Microbiol. nr. 9, pag. 2100-1. 2) Doleans A., H. Aurell, M. Reyrolle, G. Lina, J. Freney, F. Vandenesch, J. Etienne en S. Jarraud (2004). Clinical and environmental distributions of Legionella strains in France are different. J Clin Microbiol. nr. 1, pag. 458-640. 3) Fenstersheib M., M. Miller, C. Diggins, S. Liska, L. Detwiler, S. Werner, D. Lindquist, W. Thacker en R. Benson (1990). Outbreak of Pontiac fever due to Legionella anisa. Lancet 336 (8706), pag. 35-37. 4) Fields B., J. Barbaree, E. Shotts, J. Feeley, W. Morilll, G. Sanden en M. Dykstra (1986). Comparison of guinea pig and protozoan models for determining virulence of Legionella species. Inf. Immunity 53(3), pag. 553-559. 5) Fields B., J. Barbaree, G. Sanden en W. Morrill (1990). Virulence of a Legionella anisa strain associated with Pontiac fever: an evaluation using protozoan, cell culture, and guinea pig models. Infect Immun. 58(9), pag. 3139-3142.

6) Gezondheidsraad (2003). Bestrijding van Legionella. Publicatie nr. 2003/12. 7) Gorman G., J. Feeley, A. Steigerwalt, P. Edelstein, C. Moss en D. Brenner (1985). Legionella anisa: a new species of Legionella isolated from potable waters and a cooling tower. Appl. Environ. Microbiol. nr. 2, pag. 305-309. 8) In ‘t Veld S. en J. de Wagt (2002). Snelle herziening van NEN6265, legionella-onderzoek aanbevolen. H2O nr. 9, pag. 15-16. 9) Jones T., R. Benson, E. Brown, J. Rowland, S. Crosier en W. Schaffner (2003). Epidemiologic investigation of a restaurant-associated outbreak of Pontiac fever. Clin Infect Dis. nr. 10, pag. 1292-1297. 10) NEN6265 (1991). Onderzoek naar de aanwezigheid en het aantal kolonievormende eenheden (KVE) van legionella-bacteriën. Nederlandse Norm. Nederlands Normalisatie-Instituut. 11) Neumeister B., S. Schoniger, M. Faigle, M. Eichner en K. Dietz (1997). Multiplication of different Legionella species in Mono Mac 6 cells and in Acanthamoeba castellanii. Appl Environ Microbiol. nr. 4. 12) Oesterholt F. en H. Veenendaal (2002). Onderzoek naar het voorkomen van Legionella in woninginstallaties. Fase II: praktijkonderzoek. Rapport KOA 02.067. 13) Ricketts K. en C. Joseph (2005). Legionnaires’ disease in Europe 2003-2004. Eurosurveillance 10 (10-12), pag. 256-259. 14) RIVM (2007). Infectieziekten Bulletin nr. 1. 15) Scheffer W. (2004). Stadsverwarming jaagt temperatuur leidingwater op. Intech K&S 14-17. 16) Steele T. en A. McLennan (1996). Infection of Tetrahymena pyriformis by Legionella longbeachae and other Legionella species found in potting mixes. Appl Environ Microbiol. nr. 3, pag. 10811083. 17) Van Kranen H. (1988). De aanwezigheid van Legionella species in door drinkwater gevoede watersystemen in Nederland, deel I. RIVM-rapport 840140001. 18) Veenendaal H. en D. van der Kooij (2007). Een specifieke kweekmethode voor Legionella pneumophila. H2O nr. 5, pag. 36-38. 19) VROM (2004). Besluit van 26 oktober 2004 tot wijziging van het Waterleidingbesluit en het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (preventie van Legionella in leidingwater). Staatsblad nr. 576, pag. 1-50. 20) Wadowsky R., T. Wilson, N. Kapp, A. West, J. Kuchta, S. States, J. Dowling en R. Yee (1991). Multiplication of Legionella spp. in tap water containing Hartmannella vermiformis. Appl. Environ. Microbiol. nr. 7, pag. 1950-1955. 21) Wullings B., G. Wubbels, H. Veenendaal en D. van der Kooij (2007). Snelle en kwantitatieve detectie van Legionella pneumophila in water met Q-PCR. H2O nr. 5, pag. 39-41 22) Wullings B., G. Wubbels en D. van der Kooij (2005). Niet-kweekbare, nog niet beschreven Legionellabacteriën algemeen aanwezig in drinkwater. H2O nr. 25/26, pag. 43-46. 23) Yu V., J. Plouffe, M. Pastoris, J. Stout, M. Schousboe, A. Widmer, J. Summersgill, T. File, C. Heath, D. Paterson en A. Chereshsky (2002). Distribution of Legionella species and serogroups isolated by culture in patients with sporadic communityacquired legionellosis: an international collaborative survey. J Infect Dis. nr. 1, pag.127-128. 24) IJzerman E. (2005). Welke typen Legionella in water zijn gevaarlijk? Nieuwsbrief nr. 7, pag. 3.

H2O / 5 - 2007

35


Harm Veenendaal, Kiwa Water Research Dick van der Kooij, Kiwa Water Research

Een specifieke kweekmethode voor Legionella pneumophila Het Waterleidingbesluit schrijft corrigerende acties voor wanneer Legionella in leidinginstallaties wordt aangetroffen. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen Legionella pneumophila en andere soorten, zoals de in Nederland veel gekweekte Legionella anisa, die slechts zeer incidenteel bij mensen ziekte veroorzaakt. In dit artikel beschrijven we de ontwikkeling van een aangepaste kweekmethode die in leidingwatermonsters alleen L. pneumophila aantoont, gebaseerd op een verhoogde pH van de voedingsboden én een hogere incubatietemperatuur (respectievelijk pH 7,35 en 40°C). Uitsluitend verhoging van de pH of de incubatietemperatuur verhinderde weliswaar de groei van L. anisa op de BCYE-voedingsbodem, maar bleek onvoldoende om de groei van andere nonpneumophila-soorten te verhinderen. Aanbevolen wordt om een normvoorschrift op te stellen van de kweekmethode voor L. pneumophila, waardoor routinematige toepassing mogelijk wordt.

N

aar aanleiding van de uitbraak van legionellose in Bovenkarspel in 1999 is de Tijdelijke Regeling Legionellapreventie opgesteld8). Deze regeling verplichtte de eigenaren van alle collectieve leidingwaterinstallaties tot het uitvoeren van een risico-analyse en zo nodig het opstellen van een beheersplan. Aanbevolen werd om het effect van de maatregelen te controleren met betrekking tot periodiek onderzoek op Legionella. In 2004 verscheen een wijziging van het Waterleidingbesluit9). Hierin is voorge-

schreven dat, aanvullend op de risico-analyse en beheersmaatregelen, elke installatie die onder deze wettelijke regeling valt, periodiek moet worden bemonsterd om aan te tonen dat Legionella afwezig is (minder dan 100 kolonievormende eenheden per liter).

voedingsbodem wordt gesteld op pH 6,9 ± 0,05, gemeten bij 50°C. Het stellen van de pH van de voedingsbodem op pH 6,9 ± 0,1 bij 25°C bleek meer monsters op te leveren waarin Legionella werd aangetroffen3). Dit heeft geresulteerd in een wijzigingsblad bij NEN 62655). In Nederland en ook elders in Europa spelen de non-pneumophilasoorten ten opzichte van L. pneumophila echter geen rol van betekenis als ziekteverwekker7). Daarom werd besloten om een specifieke kweekmethode te ontwikkelen voor de detectie van L. pneumophila.

Voor monsterneming en analyse van Legionella in leidingwater geldt de Nederlandse norm NEN 62654)). In dit normblad wordt de semi-selectieve voedingsbodem Buffered Charcoal Yeast Extract (BCYE) agar voorgeschreven. De pH van deze

Tabel 1. Groei van verschillende legionellasoorten op BCYE-voedingsbodems met verschillende pH-waarden.

legionellasoort

L. pneumophila serogroep 1 L. pneumophila serogroep 3 L. pneumophila serogroep 6 L. bozemanii serogroep 1 L. bozemanii serogroep 2 L. longbeachae serogroep 2 L. gormanii L. dumoffii L. micdadei L. jordanis L. anisa

pH van de voedingsbodem 6,09 6,29 6,50 6,79

± ± ± ± ± -

± + + + + ± + ± ± ±

+ + + + + ± ± + + + +

+ + + + + + + + + + ±

6,91

7,03

7,21

7,27

7,34

7,42

7,51

7,62

7,80

7,92

+ + + ± ± + + + + + ±

+ + + ± ± + + ± + + ±

+ + + ± ± ± ± + + -

+ + + ± ± ± ± + -

+ + + + -

+ + + -

± ± ± -

± ± -

± ± -

± -

+ = optimale groei, ± = groei, maar significant minder dan bij de optimum groei, - = geen groei

36

H2O / 5 - 2007


platform Opzet en uitvoering van het onderzoek In het onderzoek is de groei onderzocht van een aantal legionella-soorten op BCYE-agar met verschillende pH-waarden. Vervolgens is de groei bij verschillende temperaturen onderzocht en bij verschillende combinaties van beide kweekomstandigheden. De methode met de optimale combinatie van pH en temperatuur is getest op een aantal watermonsters, waarbij de resultaten zijn vergeleken met die van de standaardmethode. De legionellasoorten waarmee de invloed van de aangepaste voedingsbodems op de opbrengst is bepaald, zijn: L. pneumophila serogroep 1 (eigen isolaat, afkomstig uit een leidinginstallatie), L. pneumophila serogroep 3 (ATCC 33155), L. pneumophila serogroep 6 (ATCC 33215), L. dumoffii (ATCC 33279), L. longbeachae serogroep 2 (ATCC 33484), L. anisa (ATCC 35292), L. bozemanii serogroep 1 (ATCC 33545), L. bozemanii serogroep 2 (ATCC 33217), L. jordanis (ATCC 33623), L. micdadei (ATCC 33218) en L. gormanii (ATCC 33297). De organismen werden maximaal drie dagen opgekweekt bij 37°C op het standaard BCYEvoedingsbodem zonder antibiotica (pH 6,9 ± 0,1). Vervolgens werden suspensies gemaakt waarvan verschillende verdunningen in veelvoud werden ingevroren bij -80°C. Bepaald is in welke verdunningen van de ingevroren suspensies na uitspatelen 50 tot 300 kolonievormende eenheden (kve) aanwezig waren op de BCYE-voedingsbodem. Deze verdunningen zijn in het verdere onderzoek gebruikt. De significantie van het verschil tussen de opbrengsten werd bepaald met behulp van de T-toets (tweezijdig getoetst, α = 2,5%1)). Invloed van de pH van de voedingsbodem

Voedingsbodems van BCYE-agar werden gemaakt volgens NEN 6265, zonder toevoeging van antibiotica en de pH (gemeten bij 25°C) werd gesteld op een range van waarden zoals weergegeven in tabel 1. Deze pH-waarden werden bereikt door meer of minder kaliumhydroxide toe te voegen dan in NEN 6265 is voorgeschreven. De voedingsbodems werden steeds in viervoud beënt met 0,1 ml van de bereide diepvriessuspensies. Na incubatie gedurende zeven dagen bij 37 ± 1°C werden de kolonies op alle voedingsbodems geteld.

Afb. 1: Relatieve opbrengst van enkele legionellasoorten bij verschillende incubatietemperaturen en op voedingsbodems met verschillende pH-waarden. Linkerkolom; pH 6,90, rechterkolom; pH 7,35.

Uit de resultaten blijkt dat het groeioptimum van de meeste legionellasoorten lag tussen pH 6,79 en pH 7,03. Het groeioptimum voor de beide stammen van L. bozemanii, L. dumoffii en L. anisa lag bij een pH-waarde rond 6,50. L. pneumophila groeide bij een brede pH-range (6,50 tot 7,42) waarbij de opbrengst niet significant verschilde van de opbrengst bij het pH-optimum. Bij L. gormanii, L. longbeachae en L. anisa was het pH-traject met optimale groei echter relatief klein. Op basis van deze resultaten kan geconcludeerd worden dat een pH-waarde van 7,35 ± 0,05 het meest onderscheidend is tussen L. pneumophila en de overige onderzochte legionellasoorten. Groei van L. jordanis en in mindere mate van L. bozemanii, L. longbeachae serogroep 2, L. micdadei en wellicht ook van andere niet-geteste soorten, blijft onder deze omstandigheden echter ook mogelijk. Invloed van de kweektemperatuur

De voedingsbodems bereid volgens NEN 6265 (pH 6,9 ±0,1, zonder toevoeging van antibiotica) werden in drievoud beënt met 0,1 ml van de bereide diepvriessuspensies. Na incubatie gedurende zeven dagen

Tabel 2. Groei van verschillende legionellasoorten bij verschillende incubatietemperaturen.

legionellasoort

L. pneumophila serogroep 1 L. pneumophila serogroep 3 L. pneumophila serogroep 6 L. bozemanii serogroep 1 L. bozemanii serogroep 2 L. longbeachae serogroep 2 L. gormanii L. dumoffii L. micdadei L. jordanis L. anisa

incubatietemperatuur 40 ± 0,5°C 42 ± 0,5°C

o o o o < < < < o o <

o < o < < < < < < o <

o = groei niet significant afwijkend van groei bij 37°C, < = significant mindere groei dan bij 37°C.

bij 37 ± 1°C, 40 ± 0,5°C en bij 42 ± 0,5°C werden de kolonies geteld. L. pneumophila serogroep 6 bleek niet in staat te groeien bij 42°C. L. jordanis bleek bij deze temperatuur nog wel te kunnen groeien (zie tabel 2). L. anisa groeide niet bij 40°C, maar naast de L-pneumophila-stammen groeiden bij deze temperatuur ook L. bozemanii serogroep 1, L. micdadei en L. jordanis. Op basis van alleen een hogere kweektemperatuur kan dus geen onderscheid worden gemaakt tussen L. pneumophila en andere legionellasoorten. Verhoging van de pH van de voedingsbodem naar pH 7,35 ± 0,05 in combinatie met verhoging van de kweektemperatuur tot 40 ±0,5°C blijkt wel onderscheid te geven tussen L. pneumophila en de andere geteste legionellasoorten. De opbrengst van L. pneumophila op de voedingsbodem met pH 7,35, geïncubeerd bij een temperatuur van 40°C, is niet significant anders dan bij de in NEN 6265 voorgeschreven omstandigheden. Andere legionellasoorten werden onder de gewijzigde omstandigheden echter niet meer gekweekt (zie afbeelding 1). Leidingwater

Leidingwatermonsters zijn onderzocht conform NEN 6265 en op BCYE-agar met pH 7,35, geïncubeerd bij 40°C. Van de kolonies (minimaal vijf per plaat) is het serotype bepaald (Oxoid, DR800). Bij twaalf van de 30 monsters werd groei waargenomen op de voedingsbodems met pH 7,35, geïncubeerd bij 40°C (zie tabel 3). Serotypering wees uit dat het hier in alle gevallen L. pneumophila betrof. De overige 18 monsters vertoonden alleen groei op voedingsbodems met pH 6,90 en geïncubeerd bij 37°C. Serotypering van de kolonies wees uit dat geen van deze legionellabacteriën behoorden tot L. pneumophila. De aantallen L. pneumophila die gevonden werden op de voedingsbodem met pH 7,35 en geïncubeerd bij 40°C, kwamen overeen met de aantallen die gevonden werden onder de kweekomstandigheden volgens NEN 6265. Opvallend is dat bij drie monsters storende bijgroei op de voedingsbodems, die geïncubeerd werden bij 40°C, zodanig geremd werd dat Legionella kon worden

H2O / 5 - 2007

37


aangetoond terwijl dat bij de methode volgens NEN 6265 niet mogelijk was. Bij geen van deze monsters werd groei waargenomen van non-pneumophilasoorten op voedingsbodems met pH 6,90, geïncubeerd bij 40°C. Het is echter niet uit te sluiten dat in bepaalde watertypen legionellasoorten voorkomen die wel onder deze omstandigheden kunnen groeien (zie tabellen 1 en 2).

Conclusies en aanbevelingen Met een BCYE-voedingsbodem met pH 7,35 ± 0,05 en incubatie bij 40 ± 0,5 °C is het mogelijk om alleen L. pneumophila te kweken zonder verlies van opbrengst ten opzichte van de standaard kweekmethode volgens NEN 6265. De andere onderzochte legionellasoorten blijken onder deze omstandigheden niet te

groeien. Aanbevolen wordt om ter bevestiging altijd een (serologische) typering uit te voeren van de kolonies, omdat (nog) niet geheel uit te sluiten valt dat niet in dit onderzoek onderzochte legionella-soorten ook onder deze kweekomstandigheden kunnen groeien. Het aantal uit te voeren (sero)typeringen zal echter afnemen, omdat uit beduidend minder leidingwatermonsters Legionella zal worden gekweekt. Toepassing van deze werkwijze maakt het mogelijk om gericht onderzoek uit te voeren naar de aan- of afwezigheid van L. pneumophila. Dit organisme is verreweg de voornaamste veroorzaker van legionellose in Nederland. Aanbevolen wordt om een normvoorschrift op te stellen van de kweekmethode voor L. pneumophila, waardoor routinematige toepassing mogelijk wordt.

Tabel 3. Invloed van incubatietemperatuur en pH van het BCYE-medium op de groei van Legionella in leidingwatermonsters.

LITERATUUR 1) Baggelaar P. (1997). Syllabus toegepaste statistiek voor waterlaboratoria, 2e versie. KOA 98.085. 2) Gezondheidsraad (2003). Bestrijding van Legionella. Publicatie nr. 2003/12. 3) In ‘t Veld S. en J. de Wagt (2002). Snelle herziening van NEN 6265, legionella-onderzoek aanbevolen. H2O nr. 9, pag 15-16. 4) NEN (1991). Bacteriologisch onderzoek van water. Onderzoek naar de aanwezigheid en aantal kolonievormende eenheden van legionellabacteriën. NEN 6265. 5) NEN (2003). Wijzigingsblad bij: Bacteriologisch onderzoek van water. Onderzoek naar de aanwezigheid en aantal kolonievormende eenheden van legionellabacteriën. NEN 6265/A1. 6) Oesterholt F. en D. van der Kooij (2003). Legionella in woninginstallaties. H2O nr. 4, pag. 21-22. 7) Van der Kooij D., G. Wubbels en G. Veenendaal (2007). Legionellabacteriën in leidingwaterinstallaties behoren meestal tot de ongevaarlijke soort Legionella anisa. H2O nr. 5, pag. 33-35 8) VROM (2000). Modelbeheersplan legionellapreventie in leidingwater. 9) VROM (2004). Besluit van 26 oktober 2004 tot wijziging van het Waterleidingbesluit en het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemaangelegenheden (preventie van Legionella in leidingwater). Staatsblad 2004.576 Legionella in leidingwater). Staatsblad 2004.576

aantal monsters

18 9 3

groei bij 37°C pH 6,90 pH 7,35

+ + ntb

+ ntb

groei bij 40°C pH 6,90 pH 7,35

+ +

+ +

legionellasoort

non-pneumophila L. pneumophila L. pneumophila

ntb = niet te beoordelen door storende achtergrondgroei.

advertentie

Regelbare aandrijvingen? Afgestemde aandrijfoplossingen voor industrie en scheepvaart

INFOLIJN 0578 578 578

grote voorraden enorme know-how prima service 24 uurs service snelle levertijden

Motoren en frequentieregelaars Hoog en laagspanning Regelbare aandrijvingen t/m 10.000 kW Regelbare ATEX motoren Laagtoeren en permanentmagneetmotoren Van losse componenten t/m turn-key projecten ABB Regelaars t/m 355 kW direct uit voorraad leverbaar Eigen engineering, trainingen & opleidingen

Aalbosweg 24, Postbus 195, NL - 8170 AD Vaassen, Tel. 0578 578 578, Fax 0578 578 585, E-mail: info@helmke.nl

www.helmke.nl

38

H2O / 5 - 2007


platform

Bart Wullings, Kiwa Water Research Gerhard Wubbels, Waterlaboratorium Noord Harm Veenendaal, Kiwa Water Research Dick van der Kooij, Kiwa Water Research

Snelle, kwantitatieve detectie van Legionella pneumophila met Q-PCR Met een nieuw ontwikkelde kwantitatieve real-time PCR-methode (Q-PCR) kan binnen enkele uren de concentratie van Legionella pneumophila in een watermonster worden gemeten. De procedure is geoptimaliseerd met een semi-automatische DNA-isolatie en een interne controle voor het vaststellen van het rendement van de opwerking. De reproduceerbaarheid van de Q-PCR-methode is beter dan die van de standaard kweekmethode. In vrijwel alle watermonsters werd met de Q-PCR-methode een hogere concentratie L. pneumophila aangetoond dan met de kweekmethode. Oorzaken van dit verschil zijn het hoge rendement van de methode en de aanwezigheid van nietkweekbare of dode L. pneumophila-bacteriën. De herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid van deze methode binnen een laboratorium zijn beter dan of gelijkwaardig aan die van de kweekmethode. De ontwikkelde werkwijze geeft dus snel een betrouwbaar resultaat en kan worden ingezet voor de detectie van L. pneumophila in (leiding)water. Chemische desinfectie veroorzaakte meer dan 90 procent reductie van de concentratie van L. pneumophila, maar een thermische desinfectie van leidingwater had vrijwel geen effect op het resultaat van de Q-PCR-methode. Een juiste interpretatie van de verkregen resultaten vereist daarom informatie over de herkomst van het watermonsters, zoals een recent uitgevoerde thermische desinfectie.

E

igenaars/beheerders van collectieve leidinginstallaties, die vallen onder het gewijzigde Waterleidingbesluit en het Besluit Hygiëne en veiligheid van zwemgelegenheden dienen tweemaal per jaar een onderzoek naar Legionella te laten uitvoeren1). De waterleidingbedrijven hebben een meetverplichting voor Legionella in het drinkwater. Wettelijk is vastgelegd dat de concentratie van legionellabacteriën in leidingwater niet hoger mag zijn dan 100 kolonievormende eenheden per liter. De detectie van Legionella wordt uitgevoerd met behulp van de kweekmethode op een vaste voedingsbodem volgens NEN 62652). Deze methode maakt gebruik van het semiselectieve Buffered Charcoal Yeast Extract (BCYE)-medium dat de groei van legionellabacteriën mogelijk maakt en de groei van andere bacteriën zoveel mogelijk remt. Storende bijgroei beïnvloedt de kweekmethode echter negatief3). Een belangrijke beperking van de kweekmethode is dat het resultaat van de analyse pas na minimaal

zeven dagen beschikbaar is. In gevallen dat legionellabacteriën worden aangetoond en/ of na corrigerende maatregelen is behoefte aan snelle informatie over de concentratie L. pneumophila. Naast L. pneumophila kunnen ook andere legionellasoorten, waaronder L. anisa, op het BCYE-medium groeien. L. pneumophila is verantwoordelijk voor meer dan 90 procent van de gevallen van legionellose4). L. anisa daarentegen is in Nederland niet waargenomen als veroorzaker van legionellose en in het buitenland slechts zeer incidenteel5). De aanwezigheid van kolonies van non-pneumophilasoorten, waaronder L. anisa, kan dus eveneens als een nadeel van de huidige kweekmethode worden gezien5). Kwantitatieve real-time PCR (Q-PCR) is een veelbelovende detectietechniek, waarmee het geselecteerde micro-organisme snel en met een lage detectiegrens kan worden aangetoond in water en in andere milieu’s. De Q-PCR-procedure voor bacteriën in water omvat het isoleren van bacteriën met

behulp van filtratie, het openbreken van deze bacteriën, het isoleren van het DNA en vervolgens de detectie van specifiek DNA.

Q-PCR De polymerase kettingreactie (PCR) is een enzymatische reactie waarmee onder invloed van nauwkeurig gecontroleerde temperatuurwisselingen (cycli) een DNAfragment tot hoge aantallen kan worden vermenigvuldigd. Voor de detectie van L. pneumophila wordt een karakteristiek fragment van het macrophage infectivity potentiator (mip)-gen, dat een rol speelt bij het infectieproces6), vermenigvuldigd en vervolgens gedetecteerd. De specificiteit van de PCR-reactie is gebaseerd op de verschillen in basenparenvolgorde van het mip-gen van legionellasoorten. Met behulp van korte synthetische DNA-moleculen met een specifieke volgorde kan in de PCR het DNA van het mip-gen van L. pneumophila selectief worden vermenigvuldigd. Bij real-time PCR wordt tijdens de reactie de vorming van de

H2O / 5 - 2007

39


Afb. 1: Vermenigvuldiging met PCR van een specifiek L. pneumophila DNA-fragment in referentiemonsters en watermonsters gemeten als toename van fluorescentiesignaal (A) en de overeenkomende ijklijn op basis van de referentiemonsters (B) waarmee de concentratie van L. pneumophila in de onbekende monsters kan worden bepaald.

nieuwe fragmenten on-line gevolgd. Deze fragmenten worden gedetecteerd met een synthetische DNA-sonde, gelabeld met een fluorescente kleurstof (afbeelding 1A). Het aantal cycli waarbij het DNA-signaal boven de detectiegrens uitkomt (threshold-cyclus of Ct-waarde) is een maat voor de oorspronkelijke DNA-concentratie. De Ct-waarden van de referentiemonsters worden gebruikt voor berekening van een ijklijn (afbeelding 1B). Het rendement en de efficiëntie van de PCR-reactie worden gecontroleerd door toevoeging van een interne controle aan elk monster. Het hiervoor gebruikte DNAfragment wordt tegelijk met het mip-gen van L. pneumophila kwantitatief gedetecteerd in een zogeheten multiplex-reactie. Voor dit doel zijn nieuwe volgordes ontwikkeld en ook een sonde die gelabeld is met een andere fluorescente kleurgroep.

Validatie De prestatiekenmerken selectiviteit, specificiteit, detectiegrens, juistheid, herhaalbaarheid, reproduceerbaarheid binnen een laboratorium en reproduceerbaarheid tussen laboratoria van de ontwikkelde Q-PCR-methode zijn bepaald volgens de richtlijn ‘In gebruikneming van een alternatieve (snelle) methode’ (RvA-T2)7) (zie kader Presentatiekenmerken). De Q-PCR-methode is voor wat betreft herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid binnen een laboratorium beter dan of gelijkwaardig aan de kweekmethode (zie tabel 1). Er waren geen significante verschillen tussen de analyseresultaten van watermonsters bij twee verschillende laboratoria (gepaarde t-test, 95%). Onderzoek van 38 verschillende legionellasoorten en de analyse van vele watermonsters wijzen uit dat de Q-PCR-methode alleen L. pneumophila detecteert. De specificiteit is hoog ten opzichte van de kweekmethode; in 26 van de 28 kweekpositieve watermonsters werd L. pneumophila ook met de Q-PCR aangetoond. In de twee overige monsters (koelwater) was de concentratie vrijwel gelijk aan de detectiegrens van de PCR-methode. Deze detectiegrens is 5 mip kopieën/PCR met een betrouwbaarheid van 95 procent. De detectiegrens van de gehele Q-PCRprocedure is afhankelijk van het gefiltreerde monstervolume en is 100 mip kopieën/l bij onderzoek van 0,5 liter water.

40

H2O / 5 - 2007

Vergelijking met de standaard kweekmethode De Q-PCR-methode is in een aantal watermonsters vergeleken met de standaard kweekmethode (NEN6265). De kwantitatieve uitslag van de Q-PCR-methode is met het rendement van de interne controle gecorrigeerd voor eventuele verliezen tijdens de DNA-isolatie en mogelijke remming van de DNA-vermenigvuldiging. Het resultaat van de Q-PCR-methode komt over een range van 6 logeenheden zeer goed overeen met het resultaat van de kweekmethode, bij direct uitspatelen van monsters uit een experiment waarbij L. pneumophila groeit in aanwezigheid van kunststoffen. De resultaten van de Q-PCR-methode in praktijkmonsters zijn meestal hoger dan het resultaten van de kweekmethode (zie afbeelding 2). Hiervoor zijn meerdere verklaringen: Het rendement van de DNA-isolatie bij de Q-PCR-methode is hoger dan het rendement van de isolatie van legionellabacteriën met de kweekmethode; • De PCR-methode toont zowel dode als levende bacteriën aan. Het is mogelijk dat •

een deel van de L. pneumophila-bacteriën in een monster niet meer kweekbaar of dood is; De groei van L. pneumophila op het kweekmedium kan bij bepaalde watertypen worden geremd door andere bacteriën, bijvoorbeeld bij koelwatermonsters met een hoge biologische activiteit.

Betekenis van het resultaat van de PCR-methode Voor een snelle screening van het water op de aanwezigheid van L. pneumophila is de Q-PCR-methode zeer geschikt. Mits de controles goed zijn, is een negatieve uitslag betrouwbaar. Is de uitslag positief, dan is DNA van L. pneumophila aanwezig. Eventueel aanwezig vrij DNA werd na filtratie van het water vrijwel niet meer gedetecteerd. Thermische of chemische desinfectie reduceren de concentratie van de kweekbare legionellabacteriën. In het laboratorium is in batchtesten het effect van verschillende in de praktijk toegepaste desinfectiemethoden geanalyseerd met de kweekmethode en met Q-PCR. De kweekmethode leverde voor de monsters na behandeling steeds een laag

Tabel 1. Prestatiekenmerken van de Q-PCR-methode.

prestatiekenmerk*

concentratie in test (cellen/ml)

Q-PCR kweekmethode* interne controle L.pneumophila

juistheid (relatieve concentratie, %)

4,5 x 102 4,5 x 104

57 ± 15 71 ± 15

72 ± 25 57 ± 16

n.b. n.b.

herhaalbaarheid (relatieve standaardafwijking, %)

4,5 x 102 4,5 x 104

19 19

46 21

n.b. 59***

reproduceerbaarheid binnen laboratorium (relatieve standaardafwijking, %)

4,5 x 102 4,5 x 104

53 61

47 41

n.b 46****

reproduceerbaarheid tussen laboratoria

praktijkmonsters

detectiegrens

n.v.t.

moet worden bepaald

100 mipkopieën/l**

* = gegevens Kiwa Water Research, ** = bij onderzoek van 0,5 l water, *** = niveau 9,5 x 103 kve/l, **** = niveau 1,0 x 104 kve/l.

n.b.

50 kve/l


platform Na thermische desinfectie kan de Q-PCRmethode voor de detectie van L. pneumophila dus alleen als screenende methode (aan-/afwezigheid) worden ingezet. Na chemische desinfectie is de methode ook kwantitatief inzetbaar, maar voor een goede interpretatie van de resultaten is informatie over de uitgevoerde maatregelen en de aard van het watersysteem nodig.

Toepassing in de praktijk

Afb. 2: L. pneumophila in drinkwater en in koelwater bepaald met de Q-PCR-methode en correctie met het rendement van interne controle en de kweekmethode. l = leidingwater (kweekmethode inclusief filtratie), n = koelwater (kweekmethode inclusief filtratie), o = koelwater (water direct uitgespateld op kweekmedium) en ° = laboratoriumculturen gegroeid in water met zacht PVC (water direct uitgespateld op kweekmedium). De gestippelde lijnen geven de verhouding aan tussen de aantallen gedetecteerd met de Q-PCR-methode en die van de kweekmethode.

aantal of negatief resultaat (zie tabel 2). Na een thermische behandeling was met de Q-PCR zelfs na een week nog geen afname waarneembaar van de concentratie L. pneumophila. In de praktijk zal een dergelijke situatie niet optreden, omdat de dode bacteriën uitspoelen. Chemische

desinfectie veroorzaakte wel een sterke afname van de concentratie van L. pneumophila die werd waargenomen met de Q-PCR-methode. Na behandeling met 5 mg/l vrij chloor of direct na toepassing van waterstofperoxide werden echter nog wel (dode) L. pneumophila waargenomen.

Presentatiekenmerken •

selectiviteit: de mogelijkheid om met de methode alleen het gewenste micro-organisme te meten (vals-positief ) specificiteit: de gevoeligheid van de methode voor (andere) componenten in het monster (vals-negatief ) detectiegrens: de laagste concentratie in een analysemonster die significant verschilt van de meting in de blanco juistheid: de mate van overeenkomst tussen het meetresultaat van de methode en de ware waarde (bijvoorbeeld microscopische celtelling) herhaalbaarheid: een maat voor de spreiding tussen meetwaarden van identieke monsters getest op één dag onder dezelfde omstandigheden reproduceerbaarheid binnen een laboratorium: een maat voor de spreiding tussen de resultaten van identieke monsters die zijn geanalyseerd onder verschillende omstandigheden (controlekaart van de controlemonsters) reproduceerbaarheid tussen laboratoria: een maat voor de spreiding tussen de resultaten van identieke monsters die zijn geanalyseerd door verschillende laboratoria

Tabel 2. Detectie van L. pneumophila in drinkwater voor en na desinfectie in een laboratoriumtest.

desinfectie

controle thermisch thermisch chloor chloor Herlisil (H2O2)

testcondities

60°C, 20’ 70°C, 5’ 5 mg/l, 30’ 20 mg/l, 30’ 200 ppm, 16h

* = niet aangetoond

L. pneumophila na behandeling kweek (KVE/ml) Q-PCR (% t.o.v. controle)*

9,5 x 103 6,5 x 10 <3 <3 <3 3,0 x 10

t=0 t=4 uur uur 100 100 geen afname geen afname 10,0 9,4 0,4 0,4 320

t=1 dag 100

t=2 dagen 100

t=7 dagen 100

18,9 0,6 121

9,4 0,1

40,0 0,3 0,5

De Q-PCR-methode kan worden ingezet als snelle detectiemethode in gevallen waarbij Legionella is aangetroffen en behoefte is aan snelle informatie over de concentratie bacteriën en/of het effect van corrigerende maatregelen. Het is ook mogelijk de Q-PCR-methode in te zetten in plaats van de kweekmethode: de kostprijs van de Q-PCR-methode bij meer dan 25 monsters per dag bedraagt 40 tot 60 euro per monster en is daarmee vergelijkbaar met de kosten van de kweekmethode. De uitslag is bovendien binnen een dag bekend. Dit geldt ook voor monsters waarbij met de kweekmethode non-pneumophilasoorten worden aangetoond. Bij een positief Q-PCRresultaat kan op basis van de herkomst van het monster dezelfde dag worden besloten om het betreffende monster of een herhalingsmonster ook met de kweekmethode te analyseren. De extra kosten die gemaakt worden voor de Q-PCR-positieve monsters, wegen op tegen de snelle uitslag van de monsters waarin geen L. pneumophila wordt aangetoond. Voor een uniforme toepassing van de ontwikkelde Q-PCR-methode dient de werkwijze in een normvoorschrift te worden vastgelegd.

Het onderzoek naar de ontwikkeling en validatie van een snelle en kwantitatieve detectiemethode van L. pneumophila met Q-PCR is uitgevoerd in opdracht van VROM Inspectie en maakt deel uit van het onderzoek dat Kiwa Water Research uitvoert in opdracht van de waterleidingbedrijven.

LITERATUUR 1) www.rivm.nl. Meldingsplichtige ziekten. 2) Anonymous (1991). NEN6265. Bacteriologisch onderzoek van water. Onderzoek naar de aanwezigheid en aantal kolonievormende eenheden (KVE) van legionellabacteriën. NNI. 3) Van der Kooij D., H. Veenendaal en B. Wullings (2003). Kwantitatieve bepaling van Legionella in water: na 21 jaar nog in de kinderschoenen! H2O nr. 4, pag. 21-23. 4) Fields B., R. Benson en R. Besser (2002). Legionella and legionaires disease: 25 years of investigation. Clin. Microbiol. Rev. nr. 15, pag. 506-526. 5) Van der Kooij D., G. Wubbels en G. Veenendaal (2007). Legionellabacteriën in leidingwaterinstallaties behoren meestal tot de ongevaarlijke soort Legionella anisa. H2O nr. 5, pag. 33-35. 6) Engleberg N., C. Carter, D. Weber, N. Cianciotto en B. Eisenstein (1989). DNA sequence of mip, a Legionella pneumophila gene associated with macrophage infectivity. Infect. Immun. nr. 57, pag. 1263-1270. 7) Anonymous (2004). RvA-T2. Toelichtend document microbiologie.

H2O / 5 - 2007

41


agenda 14 maart, Enschede Kijken naar de kust 14e symposium waarop vooraanstaande personen uit de waterwereld onder leiding van hoogleraar waterbeheer Arjen Hoekstra spreken en discussiëren over de toekomst van de Nederlandse kust en dan met name over het veiligheidsaspect, met Govert Geldof, Robert Smaak en Han Vrijling. Organisatie: Studievereniging ConcepT van de Universiteit Twente. Informatie: (053) 489 45 13.

15 maart, Utrecht Ecologische instrumenten voor de Kaderrichtlijn Water themadag voor (water)beheerders waarin kennisinstituten hun kennis op het gebied van handreikingen en modellen voor ecologische instrumenten voor de Kaderrichtlijn Water presenteren. Organisatie: STOWA en RIZA. Informatie: Saskia Vos (0320) 29 83 46.

20-22 maart, Gorinchem Aqua Nederland eerste editie van de vakbeurs Aqua Nederland, met aandacht voor waterbehandeling, -management en -technologie, transport en opslag, meet- en regeltechniek, onderzoek en advies en nieuwe producten. Organisatie: Aqua Nederland en Evenementenhal Gorinchem. Informatie: (0183) 68 06 80.

21 maart, Gorinchem Overheidsbeleid en Watertechnologie Op-weg-naar-huisbijeenkomst in Evenementenhal Gorinchem, waarop een overzicht wordt gegeven van de laatste stand van zaken ten aanzien van innovatie en actief waterbeleid, met bijdragen van SenterNovem en RIZA. Organisatie: Stichting Kennisuitwisseling Industriële Watertechnologie. Informatie: www.skiw.nl.

21 maart, Apeldoorn Waterwet studiedag over de nieuwe Waterwet die negen bestaande waterwetten bundelt. Organisatie: Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid. Informatie: (040) 297 49 80.

21 maart, Arnhem Data, uw meest waardevolle bezit bijeenkomst voor waterschappen, Rijkswaterstaat en provincies over de vrije verstrekking van gegevens vanuit de overheid en de inzet van datamanagement, gegevensbeheer, geomodellen en ontwikkelingen op GISgebied. Organisatie: AquaGIS. Informatie: (038) 467 11 90.

22 maart, Delft Van onzekere veiligheid naar veilige onzekerheid middagsymposium over hoe zeker veiligheid is, wat een veiligheidsfactor zegt en wat dat met risico’s te maken heeft, met een korte ‘levensechte’ impressie van een ramp in

42

H2O / 5 - 2007

wording en uiteindelijk een dijkdoorbraak. Organisatie: GeoDelft en Delft GeoSystems. Informatie: (015) 269 38 44.

22 maart, Delft Watermanagement for food production in Africa elfde symposium van de International Commission on Irrigation and Drainage (ICID) over de bijdrage van irrigatiesystemen in de landbouw in Afrika. Organisatie: UNESCO-IHE, ICID, KIvI afdeling Waterbeheer, TU Delft en Wageningen Universiteit. Informatie: Bart Schultz of Annette van Ham (030) 285 78 01 of (030) 285 89 32.

22 maart, Rotterdam Nieuwe omgevingsvergunning studiedag over de grootste wetswijziging die Nederland ooit gekend heeft, waarbij de hoofdlijnen en achtergronden aan de orde komen, maar ook de reikwijdte, de procedures, de handhaving en de rechtsbescherming. Organisatie: Euroforum. Informatie: (040) 297 49 77.

24 maart, Den Haag Water in ontwikkelingslanden bijeenkomst van de Derde Kamer, een (schaduw)parlement van 120 Nederlanders en 30 mensen uit ontwikkelingslanden die met voorstellen komen om het beleid op het gebied van internationale samenwerking te verbeteren, die deze keer in het teken staat van (drink)water. Informatie: www.dederdekamer.org of Tineke Kabbes (035) 526 20 20.

27 maart, Noordwijk Bouwen met water vijfde editie van het nationaal jaarsymposium over het bouwen op of in water, met dit jaar veel aandacht voor internationale praktijkvoorbeelden en het zogeheten klimaatadaptief bouwen. Organisatie: Elsevier Congressen. Informatie: (070) 441 57 95.

28 en 29 maart, Nieuwegein Nationale Bodem Conferentie 2007 tweedaagse bijeenkomst over alles wat de bodem betreft. De eerste dag staat in het teken van het nieuwe Besluit Bodemkwaliteit, de tweede dag behandelt de financiering, kansen en risico’s van bodemsanering. Organisatie: Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid. Informatie: (040) 297 49 24.

29 maart, Eindhoven Legionellapreventie; leidingwater én industriële systemen vierde congres over legionellapreventie, met aandacht voor de wet- en regelgeving, beheermaatregelen, zorgplicht, alternatieve methoden en praktijkvoorbeelden. Met een introductieworkshop op 28 maart. Organisatie: Euroforum. Informatie: (040) 297 49 77.

29 maart, Zoetermeer WaterWeg seminar voor alle betrokken partijen om wateroverlast op bouwlokaties te voorkomen. Organisatie: SBR. Informatie: www.waterweg.info.

3 april, Amersfoort KRW-netwerk bijeenkomst waarop onder meer het KRWKompas wordt onthuld, een praktische leidraad waarin de bevindingen uit vijf pilots met Nederlandse gemeenten en één buitenlandse pilot zijn samengevat. Organisatie: Leven met Water en KRWnetWRK. Informatie: Pui Mee Chan (033) 468 23 86.

12 april, Tiel Regionale waterberging themamiddag over zowel de hydrologische als de financiële en juridische aspecten van regionale waterberging aan de hand van drie praktijksituaties: één voor laag Nederland en twee voor hoog Nederland. Organisatie: NVA. Informatie: www.nva.net.

13 april, Leeuwarden ‘Vernatuurlijking’ waterhuishouding studiemiddag waarop met een kritisch oog het huidige waterbeheer bekeken wordt, dit naar aanleiding van het versterkte broeikaseffect door de mens en het voortgaande proces van bodemdaling. Aan de orde komen drie scenario’s voor een ‘vernatuurlijking’ van de waterhuishouding. Organisatie: Van Hall Larenstein. Informatie: Marjan Schonenberg (058) 284 61 60.

18 april, Delft Millenniumdoelen symposium over de millenniumdoelen op het gebied van drinkwater en sanitatie en de inzet die Nederland toont om die te halen. Organisatie: Dispuut Watermanagement. Informatie: www.dispuutwatermanagement. nl.

18-19 april, Rotterdam Industrie en milieu tweedaagse beurs voor milieuapparatuur en technieken op het gebied van onder andere waterbehandeling, grondwatervervuiling en riolering. Organisatie: Easy Fairs. Informatie: (0032) 3 260 8140 of www.easyfairs.com.

19 april, Bilthoven Afvalwater: zonde om weg te gooien symposium over duurzaamheid in de afvalwaterzuivering. Organisatie: NVA. Informatie: Jan-Willem Mulder (078) 633 16 68 of Heleen Sombekke (058) 284 62 00 (inhoudelijk) of Tineke Kabbes (035) 526 20 20 (organisatorisch).


agenda 24 april, Amersfoort Samen werken aan een optimaal afvalwatersysteem symposium over een doelmatige(re) samenwerking tussen gemeenten en waterschappen in de bebouwde omgeving die moeten leiden tot een efficiĂŤnter afvalwatersysteem. Organisatie: HolaPress Congresbureau. Informatie: www.praktijkdagen.net.

24-25 april, Leiden Grondwater: omgaan met overlast en onderlast tweedaags congres over de consequenties van de Grondwaterrichtlijn, aansprakelijkheid en verzekerbaarheid van grondwaterschade, industrieel grondwatergebruik, de aanpak en rolverdeling van grondwaterbeheer en funderingsproblemen en -oplossingen. Organisatie: Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid. Informatie: (040) 297 49 80.

25 april, Driebergen Investeringsbudget Landelijk Gebied congres over de samenvoeging van alle overheidssubsidies voor het landelijke gebied in het ILG en onder andere de rol van de waterschappen in deze nieuwe financieringsstructuur, die sinds 1 januari geldt en er voor moet zorgen dat projecten voor het buitengebied integraler aangepakt worden door de betrokken partijen en een betere bescherming gaan bieden aan het landelijk gebied. Organisatie: Elsevier Congressen. Informatie: (070) 441 57 95.

24 mei, Gouda INSIDE presentatie van de resultaten van vijf jaar onderzoek naar dijkversterkingstechnieken door Nederlandse kennisinstellingen, ingenieursbureau’s en aannemers. De onderzoeken werden (mede)gefinancierd door Rijkswaterstaat in het kader van WINN. Organisatie: Rijkswaterstaat en CUR Bouw & Infra. Informatie: www.dijkversterking.nl.

31 mei, Wageningen Overstromingsrisico’s, de relatie tussen ruimte, water en risico ÊÊn van de zes debatten in de maanden januari t/m juni over de inrichting van het landelijk gebied. Organisatie: Tijdschrift Landwerk en KLV Studiekring Land- en Watergebruik. Informatie: Aad Hendrickx (0317) 42 29 66.

7 juni, Rotterdam Transitie naar de eerste klimaatbestendige samenleving ter wereld? slotconferentie van een nationale debatcyclus over water, aarde en samenleven. Organisatie: BlomBerg Instituut. Informatie: Eva Geensen (073) 684 25 26.

14-16 juni, Maastricht Customer connection eerste congres van de International Water Association over de band tussen waterbedrijven en hun afnemers, met op de eerste dag het voorjaarscongres van de Koninklijke Vereniging voor Waterleidingbelangen in Nederland. Organisatie: IWA, KVWN en NVA. Informatie: www.moorga.com of (070) 414 47 78.

9-12 oktober, ‘s-Hertogenbosch Riolering en stedelijk watermanagement zesde editie van de tweejaarlijkse vakbeurs Riolering, met enkele belangrijke vernieuwingen, zoals speciale aandacht voor stedelijk waterbeheer, een aparte hal voor bedrijven met grote apparaten, (vracht)auto’s en machinewagens en zaaltjes voor themapresentaties. Organisatie: HoLaPress. Informatie: Claire de Natris (040) 208 60 43.

15-16 oktober, Amsterdam Remediatie, karakterisatie en monitoring van grondwatervervuiling internationaal congres dat alle facetten van remediatie, karakterisatie en monitoring van bodem- en grondwatervervuiling belicht.

Informatie: www.redoxtech.com of Niels Hartog van TNO (030) 256 47 46.

16-17 oktober, Leeuwarden TTIW het openingscongres van het nieuwe Technologisch Top Instituut Watertechnologie. Informatie: Heleen Sombekke (058) 284 62 00.

25-28 november, Maastricht World Water Sustainability & Renewable Energy eerste editie van een vijfdaags congres waarbij kennis en ervaring op het gebied van duurzaam watergebruik en hergebruik van energie wordt uitgewisseld. Organisatie: WREN en InterExpo Caribbean NV. Informatie: www.wrenuk.co.uk of www.interexpo.biz.

Buitenland

27-31 maart, Orlando (VS) Aquatech USA Amerikaanse editie van de internationale waterbeurs Aquatech. Organisatie: Water Quality Association en Amsterdam RAI. Informatie: www.wqa.org.

2-3 april, Barcelona Global Water Intelligence conferentie die in het teken staat van de financiering van het waterbeheer, de impact van nieuwe technische ontwikkelingen en meer algemeen de toekomst van de waterindustrie, met bijdragen van zowel publieke als private bedrijven. Informatie: Alison Ireland (+44) 1865 204208 of ai@globalwaterintel.com.

25-28 april, Sofia Water Sofia eerste editie van deze nieuwe beurs waarbij de nadruk ligt op waterdistributie en riolering. Organisatie: Wasser Berlin en BulgarReklama. Informatie: www.wasser-berlin.com.

advertentie

! )' # )* % , % *! $ % $ % ( % )"+% *&* # /&( ,&&( & $ - * (,&&(/ % % % - * (- % %)* ## * , % + &' &%) % &+ % / ,&&( + % % (&% &&( ( ! *! $ ) )' # ) ( % 0 ' &( % % 0 - * (- %'+** % 0 &% ( &+

0 % ( &')# 0 & $&% (/& " 0 (&% $ # %

)) # % &)* +) $), (* * # . $ # % & *! $ %# %* (% * --- *! $ %#

H2O / 5 - 2007

43


handel & industrie Nieuwe buitenlandse projecten van DHV Ingeniersbureau DHV voert steeds meer waterbeheer- en drinkwaterprojecten uit buiten onze landsgrenzen. Zo is het bedrijf actief in Oost-Europa, Vietnam, China en Indonesië. In Roemenië ontwerpt een door DHV geleid consortium de oeververdedigingswerken voor het Sulinakanaal. Dit kanaal loopt door het beschermde natuurgebied van de Donaudelta en is de belangrijkste vaarverbinding naar de Donau vanuit de Zwarte Zee. Hier moeten twee dingen gebeuren: het natuurgebied moet beschermd worden tegen overstromingen en het onderhoudsbaggerwerk in het scheepvaartkanaal moet verminderd worden. In China gaat DHV samen met de Architecten Cie. een ontwerp maken voor de uitbreiding van de havenstad Tianjin. Deze belangrijkste invoerhaven van China krijgt er 43 vierkante kilometer land bij in de vorm van eilanden. Daarop komt behalve bebouwing ook natuur en water. De bescherming van de eilanden tegen hoog water bestaat uit een vierhoekige afsluitdijk. De zee kent ter plekke een getijdverschil van drie meter. Bij laag tij zou zonder maatregelen een grote moddervlakte droog komen te liggen. De dijk moet er voor zorgen dat een aangepast polderpeil gehanteerd kan worden. Maar ook drinkwaterprojecten worden door DHV uitgevoerd. In Vietnam gaat het bedrijf, samen met de Binh Duong Water Supply & Sewerage Company (BIWASE) een drinkwaterinstallatie voor 300.000 mensen bouwen. Deze installatie komt in een voorstad van Ho Chi Minh City te staan. Het gaat om een compleet systeem, van het innamepunt aan de rivier tot en met de watermeters in de huisaansluitingen. In 2009 moet de installatie, met een capaciteit van 30.000 kubieke meter drinkwater per dag, worden opgeleverd. Tenslotte helpt DHV mee aan de wederopbouw van Indonesië na de tsunami in 2004. Zo is het bureau verantwoordelijk voor de coördinatie van de wederopbouw van de infrastructuur op het 120 kilometer lange en 40 kilometer brede eiland Nias, dat voor de kust van Sumatra ligt. Verder is het bedrijf betrokken bij tien andere projecten verspreid over Indonesië, samen met dochteronderneming MLD.

De ondertekening van het contract met het Vietnamese waterbedrijf BIWASE: links vooraan DHV-directeur Piet van Helvoort en rechts vooraan de voorzitter van BIWASE, Nguyen Van Thien. Het ontwerp voor de uitbreiding van de Chinese havenstad Tianjin met een vierhoekige afsluitdijk die het gebied beschermt tegen hoog water maar ook voorkomt dat bij laagtij een grote vlakte droog komt te liggen.

Royal Haskoning onderzoekt verruiming vaarweg Eemshaven Ingenieursbedrijf Royal Haskoning gaat de milieu-effecten van de verruiming van de vaarweg van de Eemshaven naar de Noordzee onderzoeken. Het bedrijf is daartoe in de arm genomen door Rijkswaterstaat Noord-Nederland. 44

H2O / 5 - 2007

Om de toegankelijkheid voor grotere schepen van de Eemshaven voor de toekomst te garanderen, moet de huidige vaarweg van de haven naar de Noordzee uitgediept en verbreed worden. De vaarweg ligt in het kwetsbare en internationaal beschermde gebied van de Waddenzee. Vanwege de

mogelijk schadelijke effecten op de natuur en de waterhuishouding heeft Rijkswaterstaat besloten een MER te laten opstellen. Hierin worden de effecten van de verruiming beschreven, zodat deze op milieuvriendelijke wijze kan plaatsvinden. Het onderzoek moet medio dit jaar afgerond zijn.


Uitbesteding meetverplichting riolering De gemeente Nederlek heeft haar meetverplichting op het terrein van de riolering uitbesteed aan ARCADIS, die hiervoor RAMONA ontwikkelde. RAMONA regelt en verzorgt het meetplan, de aanschaf, installatie, beheer en onderhoud van meetapparatuur, datavalidatie, -verificatie en -classificatie en periodieke rapportages. Gedurende de contractperiode heeft de gemeente volledige garantie op de meetapparatuur. Nederlek heeft gekozen voor verzending van de meetgegevens via het GSM-netwerk. Hierdoor zijn de meetdata dagelijks via internet beschikbaar. De gemeente Nederlek verwacht met RAMONA meer inzicht te krijgen in het functioneren van de riolering. Gekoppeld aan het monitoringsprogramma worden namelijk ook hydraulische berekeningen uitgevoerd om praktijk en theorie aan elkaar te toetsen. Hiermee groeit de gemeente richting functioneel rioolbeheer en verkrijgt zij meer (financiële) zekerheid omtrent te plegen investeringen. Het contract met ARCADIS loopt vijf jaar. Nederlek voldoet hiermee aan de Wet veront-

handel & industrie Koper- en zilverionen Nieuwe elektro- tegen Legionella magnetische flowmeter reiniging oppervlaktewater. Het Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard is akkoord met de uitbesteding.

Voor meer informatie: www.arcadis.nl/ramona.

ABB heeft haar programma magnetische flowmeters uitgebreid met de FXE 4000 plus. Dit is de verbeterde opvolger van de bestaande 4000 serie. De vernieuwde flowmeter heeft een gewijzigd spoelenpakket, waardoor de lineariteit in het onderste flowgebied is verbeterd. ABB paste het ontwerp van de meetelektroden aan en voorzag de flowmeter van een dubbele sealing. Hierdoor is de kans op lekkage erg klein, terwijl het zelfreinigend effect is vergroot. Door de verschillende procesaansluitingen kan de meter universeel worden toegepast. De geïntegreerde testprocedure vereenvoudigt de opstart. Tenslotte beschikt de meter over verschillende praktische diagnosefuncties. Voor meer informatie: (010) 407 88 80.

Het ministerie van VROM heeft toestemming gegeven om - onder voorwaarden - Legionella te bestrijden met koper- en zilverionen. Hierdoor kan Holland Watertechnology uit Geldermalsen BIFIPRO op de markt brengen.

BIFIPRO is een systeem dat na de watermeter wordt geplaatst. Het water loopt door het apparaat, waarbij koper- en zilverionen gedoseerd vrijkomen. Deze bestrijden niet alleen de bacterie, maar ook de biofilm waarin de bacterie zich kan ontwikkelen. Omdat het systeem meteen na de watermeter wordt geplaatst, komen de ionen ook in de boiler of geiser terecht waardoor ook daar geen Legionella kan ontstaan. Doordat Holland Watertechnology in het verleden al proeven heeft gedaan via tijdelijke ontheffingen, is reeds voldoende ervaring met het systeem opgedaan. Voor meer informatie: Hein van de Wouw (0345) 47 37 33.

advertentie

En spoelen maar .... Watts Industries Netherlands heeft de BS Micro ontwikkeld. Dit is een BA terugstroombeveiligingstoestel voor kleine debieten die het terugstromen van vervuild water in het drinkwatersysteem verhindert. Dit nieuwe toestel is uitermate geschikt voor toepassingen in bijvoorbeeld de tandartspraktijk en op tal van andere plaatsen waar processen of apparaten aan drinkwaterleidingen zijn gekoppeld. De Watts BS Micro is ontwikkeld conform de NEN EN1717 en 12729 en leverbaar in DN6, DN8 en DN10.

WATTS BS MICRO Hét terugstroombeveiligingstoestel voor kleine debieten

NIEUW

E EINST DE KL OORT! S 'N IN Z

Watts Industries Netherlands B.V. Kollergang 14, 6961 LZ Eerbeek, Postbus 98, 6960 AB Eerbeek, Nederland Tel. +31 (0)313 67 37 00 Fax. +31 (0)313 65 20 73 E-mail info@wattsindustries.nl Internet www.wattsindustries.com

Watts Industries Netherlands B.V. is onderdeel van Watts Industries Europe B.V.

H2O / 5 - 2007

45


Þ >-> `Á\Ê iÌÊi }iÊ iV ÌiÊV Ì ÕÊâ> `v ÌiÀ

ALTIJD ZUIVER DRINKWATER

À` VÊ7>ÌiÀÊ i i ÕÝÊ 6 * ÃÌLÕÃÊxÓÓ £ {äÊ ÊÊ iÛiÀÜ /ʳΣ­ä®Óx£ÊÓ£ää£Ó Ê ³Î£­ä®Óx£ÊÓÓ{ä£Ç ÜÜÜ° À` VÜ>ÌiÀ° v J À` VÜ>ÌiÀ°

HET REVOLUTIONAIRE AIR COMPREX SPOELSYSTEEM Reiniging van transport- en distributieleidingen m.b.v. luchtcompressie en -expansie bij lage watersnelheden? Het Aquador Air Comprex

Ê7 Ê iÀi `Ü `Êâ ÊiÀÊ> Ê iiÀÊ`> ÊÓä°äääÊÕ ÌÃÊ}i« >>ÌÃÌ° Ê Ì ÕÊâ> `v ÌiÀÊÛ À Ê`À Ü>ÌiÀ Ê«À ViÃÜ>ÌiÀ]Ê i Ü>ÌiÀ Ê ««iÀÛ > ÌiÜ>ÌiÀ Ê>vÛ> Ü>ÌiÀ Ê}À `Ü>ÌiÀ Êivv Õi ÌÊ« à }

Ê } ÃV Êv ÌiÀÊÛ À Ê ÌÀ v V>Ì i Ê`i ÌÀ v V>Ì iÊ

Spoelsysteem staat garant voor een ongekend goed reinigingsresultaat! BEZOEK ONS OP DE AQUA NEDERLAND VAKBEURS TE GORINCHEM

20, 21 EN 22 MAART 2007

B E Z O E K W W W. A Q U A D O R . N L V O O R M E E R I N F O R M AT I E

0WFSTUPSU PG CFSHJOHTQSPCMFNFO %F HFN (SPOJOHFO IFFGU EF WPMHFOEF PQMPTTJOH

) + 8JFGGFSJOL # 7 5FYUJFMTUSBBU $" 0MEFO[BBM 1PTUCVT ") 0MEFO[BBM )PMMBOE 5FMFGPPO 'BY & NBJM JOGP!XJFGGFSJOL OM *OUFSOFU XXX XJFGGFSJOL OM



Garantie Als u een rioolbuis in de grond stopt, wilt u die waarschijnlijk uw leven lang niet meer terugzien. Toch graaft Nederland jaarlijks tientallen kilometers riolering op. Wegens reconstructies, lekkages, aantasting en ander ‘onvoorzien’ ongerief. EuroCeramic-producten zijn gemaakt van keramiek: 100% natuurlijk en bestand tegen alles wat in het riool wordt geloosd. Zo sterk dat we durven garanderen dat de komende honderd jaar geen spade de grond in hoeft. En dat is prettig. Ook voor generaties na u.

EuroCeramic – Stationstraat 9 – 5951 AW Belfeld (NL) – Tel: 077-4751456 Fax: 077-4751419 – E-mail: info@euroceramic.nl – Internet: www.euroceramic.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.