Maandblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk
4
28 april 2016 49ste jaargang
www.vakbladh2o.nl
THEMA
Water & werk Talentenjacht! Hoe bedrijven dat slim aanpakken Onderzoek H2O Ben je eigenlijk blij met je werk? LEVENSLANG LEREN
WAAR MOET JE DAARVOOR ZIJN?
THEO REUZENAAR
DIE NEDERLANDER MET DIE PRIKSTOK
ACHTER DE
COVER
2
WIE? Theo Reuzenaar (52), waterkeringsadviseur bij het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Zelf woont hij meters beneden NAP, in de Beemster, de zeventiende-eeuwse polder, die op de werelderfgoedlijst staat. Hij groeide daar ook op en zag de mannen van het waterschap jaarlijks de sloten schonen. Bij hevige regenval stonden hele stukken land blank. Zo raakte hij al vroeg doordrongen van de noodzaak droge voeten te houden. Na de hts bouwkunde en civiele techniek belandde hij bij het waterschap ‘De Waterlanden’, een voorloper van het huidige HHNK. Tekst Barbara Schilperoort Fotografie Kees Hummel
WAAR? Bij een dijk in het oer-Hollandse landschap van het werkgebied van het hoogheemraadschap, dat hij als zijn broekzak kent. Omdat hij alles bij elkaar al zo’n 25 jaar bij en aan die dijken werkt. “In de jaren negentig hadden we veel last van hoog water en maakten we zelfs een overstroming mee. Toen hebben we in korte tijd veel dijken verhoogd en versterkt.” WAT? “Bij dat kleine waterschap deden we van alles zelf. We liepen bijvoorbeeld mee met de rattenvangers van de provincie. Die gebruikten deze prikstok, oorspronkelijk afkomstig uit de mollenvangerij, om te inspecteren in welke staat onze dijken verkeerden. Gangen van mollen en ratten, maar ook scheuren, plantenwortels, leidingen, puin, de verschillende grondsoorten en materialen waaruit een dijk is opgebouwd: je voelt dat allemaal met zo’n prikstok.” ”Het is een fantastische tool die we in heel Nederland gebruiken om dijken te inspecteren en lekkages op te sporen. Met die prikstok kun je wat betekenen. Ook in andere landen. Zoals in Myanmar, het vroegere Birma. Het land ligt in een delta en werd in september vorig jaar geteisterd door een tyfoon die zware overstromingen veroorzaakte. Ik was lid van het zogeheten Disaster Risk Reduction Team, bestaande uit Nederlandse waterdeskundigen en waterwerkers. Dit team helpt – op verzoek van nationale en lokale overheden – bij de wederopbouw en preventie tijdens en na waterrampen, zoals zware overstromingen.” “Tussen de grondboren had ik ook mijn prikstok meegenomen. De lokale mensen heb ik geleerd hoe je een prikstok kunt gebruiken om dijken te inspecteren. Ze waren laaiend enthousiast. Mijn exemplaar heb ik daar gelaten, zodat ze hem konden namaken. Vervolgens namen ze hun in Myanmar vervaardigde prikstokken mee naar Nederland om ze hier door ons te laten testen. Ik schreef er nog een handleiding bij, die ook in het Birmees is vertaald. Maar één woord bleef ónvertaald: het woord prikstok zelf.”
3
INHOUD NR4 APRIL 2016
Maandblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW)
10 22 32 40
NR4-APRIL 2016
VASTE RUBRIEKEN 4 ONDERZOEK H2O: BLIJ MET JE WERK IN DE WATERSECTOR? 10 EEN LEVEN LANG LEREN:WAAR KUN JE TERECHT? 22 HOE ZORG JE VOOR VOLDOENDE, GOED OPGELEIDE MENSEN? 32 LIEFDE VOOR WATER? HET BEGINT OP DE BASISSCHOOL! 40 DRIJVEND BOUWEN: OPLOSSING VOOR LAAGGELEGEN DELTA’S?
8 HOOGSTANDJE Dierentuin Emmen nu veel slimmer met energie en water 15 WATERNETWERK • Wie kreeg de H2O-prijs 2015? • Impressie Emissiesymposium 24 maart • Met de batse noar buut’n 26 OP PAD MET… Siebold Krol bij de vispassage van de Zwarte Haan 28 WATERTECHNIEK • Handreiking voor persleidingen • Oasen boekt eerste resultaat met District Metered Area • Meetprotocol voor waterzuivering glastuinbouw HOOG WATER 39 Wonen in de watertoren van Joure WATERWETENSCHAP 44 Dichte begroeiing langs beken helpt tegen temperatuurstijging VERDER OP H2O-ONLINE 46 Overzicht van nieuwe vakartikelen op www.vakbladh2o.nl
COLOFON Maandblad H2O, H2O-Online, Water Matters en H2O Video zijn uitgaven van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) UITGEVER MoniqueBekkenutte (KNW) HOOFDREDACTEUR Roel Smit REDACTIE Peter Boorsma, Jaap Hoeve, Marloes Hooimeijer, Dorine van Kesteren, Charlotte Leenaers, Hans Oerlemans, Sander Peters, Barbara S chilperoort, Dorien ter Veld, Martien Versteegh van Wijk, Nico van der Wel REDACTIEADRES Binckhorstlaan 36, M420, 2516 BE Den Haag, e-mail: Redactie@vakbladh2o.nl W EBREDACTIE Jaap Hoeve REDACTIERAAD René Arninkhof, Matthijs van den Brink, Erwin de Bruin, Henk Dekker, Henriëtte van Ekert, Alice Fermont, Roberta Hofman-Caris, Joost Icke, Warry Meuleman, Johan van Mourik, Jos Peters, Jan Post, Jan Roelsma, Joris Schaap, Peter Schipper, Marlies V erhoeven, M arie-José van de V ondervoort, Jason Z ondag VORMGEVER Ronald Koopmans BLADMANAGEMENT Gerrit Holtman P RODUCTIE Hoeksjan Redactie en Communicatie ADVERTENTIEVERKOOP PSH Media Sales, Shahin Habbah, Postbus 68, 7000 AB Doetinchem, 0314-355834, e-mail:shahin.habbah@psh mediasales.nl DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ABONNEMENTEN Secretariaat@vakbladh2o.nl
4
H2O-ONDERZOEK NAAR WERKBELEVING WATERPROFESSIONALS
BLIJ AAN DE SLAG?
Zijn ze tevreden over hun werk en over hun salaris? Wisselen ze vaak van baan of van werkgever? Wat vinden ze van de werksfeer, de werkdruk en van de kansen op scholing? En hebben hun werkgevers eigenlijk moeite met het vervullen van vacatures? H2O vroeg waterprofessionals naar hun mening over hun werk. Tekst Roel Smit | Beeld iStockphoto
A
A
ACHTERGROND THEMA
Water & werk
H
oogopgeleide werknemers in de watersector zijn over het algemeen tevreden of zelfs zeer tevreden over hun werk, hun werkgever en hun beloning. Zij hebben gemiddeld een relatief hoge leeftijd en wisselen niet veel van baan of van werkgever. Dit blijkt uit een onderzoek van maandblad H2O onder 506 merendeels hoogopgeleide werknemers in de watersector.
Het onderzoek werd gehouden onder leden van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW), de netwerkorganisatie van en voor waterprofessionals, tevens uitgever van H2O. Het onderzoek vond plaats via een internet-enquête in februari en maart. Van de 506 deelnemers heeft ruim 90 procent een hogere opleiding (wetenschappelijk onderwijs of hoger beroepsonderwijs). De enquête was beperkt tot medewerkers in dienst van een onderneming: zelfstandigen zonder personeel konden niet meedoen. OUDERE MANNEN Het beeld dat de watersector wordt gedomineerd door wat oudere mannen, klopt met de werkelijkheid. Van de ondervraagden is 78 procent man en 22 procent vrouw. In de sector industrie (dus de waterprofessionals die werken bij een industrieel bedrijf is het aandeel vrouwen (12,5 procent) het laagst, bij onderzoeksinstellingen is dit aandeel het hoogst (30 procent). Dit heeft ook te maken met de aard van de functie. In functies met een wetenschappelijk karakter (die er natuurlijk veel zijn bij kennisinstellingen) is het aandeel vrouwen ruim 26 procent, in technische functies slechts 13 procent. De gemiddelde leeftijd van de ondervraagden is 49 jaar. Opvallend is dat mannelijke waterprofessionals (met 51 jaar) gemiddeld aanzienlijk ouder zijn dan hun vrouwelijke collega’s (gemiddeld 42 jaar). Het meest ‘verouderd’ lijken als het gaat om waterprofessionals de personeelsbestanden van het Rijk (gemiddeld 53 jaar) en de waterschappen (gemiddeld 50 jaar), het jongst komen in dit onderzoek de medewerkers van advies- en ingenieursbureaus uit de bus (gemiddeld 45 jaar). De ruim 500 ondervraagde waterprofessionals werken gemiddeld 14 jaar bij hun huidige werkgever; mannen (ruim 15 jaar) over het algemeen aanzienlijk langer dan v rouwen (9 jaar). > NR4-APRIL 2016
5
6
BENT U ‘ZEER TEVREDEN’ OVER UW HONORERING?
IS UW WERKDRUK TE HOOG? 100 %
100 %
Waterschappen
40 %
Waterschappen
59 %
Drinkwaterbedrijven
41 %
Drinkwaterbedrijven
58 %
Adviesbureaus
57 %
Adviesbureaus
29 %
Onderzoeksinstellingen Industrie
68 % 42 %
Bij waterschappen en drinkwaterbedrijven is de ‘houdbaarheid’ van medewerkers het grootst: g emiddeld langer dan 15 jaar. Bij ingenieurs- en adviesbureaus (10 jaar) en bij onderzoeksinstellingen (10 jaar) is dat aanzienlijk lager. Waterprofessionals bekleden hun huidige functie gemiddeld ruim 8 jaar, terwijl ze gemiddeld in 2013, dus twee tot drie jaar geleden hun laatste cursus of training hebben gevolgd (voor mannen was die laatste cursus overigens al gemiddeld medio 2012 en voor vrouwen medio 2013). Opvallend is dat de medewerkers in publieke organisaties (waterschappen en drinkwaterbedrijven) meer aan cursussen en trainingen lijken deel te nemen dan medewerker van private organisaties. Wie bij een waterschap of drinkwaterbedrijf werkt, nam gemiddeld in 2013 voor het laatst deel aan een cursus, voor wie bij een onderzoeksinstelling of adviesbureau werkt, was dat in 2011. Overigens is 83 procent van de ondervraagden tevreden over de mogelijkheden om deel te nemen aan cursussen of trainingen. Slechts 5 procent is op dit punt ontevreden. Er zijn wat dit betreft echter wel verschillen. Van de medewerkers van ingenieurs- en adviesbureaus is ruim 13 procent ontevreden over de scholingsmogelijkheden, bij onderzoeksinstellingen is dat welgeteld niemand van de ondervraagden. TEVREDENHEID IS GROOT In welke mate zijn hoogopgeleide waterprofessionals tevreden over de inhoud van hun werk? Ruim twee derde zegt ‘zeer tevreden’ te zijn, en nog eens ruim een kwart is ‘tevreden’. Dat is gezamenlijk een tevredenheidsscore van bijna 95 procent. Die hoge tevredenheid over de inhoud van het werk geldt voor de hele watersector. Bij onderzoeksinstellingen is de tevredenheid het hoogst, gevolgd door drinkwaterbedrijven, industriële bedrijven, adviesbureaus en dan pas waterschappen. Kijken we naar de aard van de functie, dan zijn waterprofessionals met een managementfunctie het meest tevreden, onmiddellijk gevolgd door degenen met een wetenschappelijke rol. Daarna volgen degenen met een beleidsondersteunende functie en zij met een technische functie. In deze
Onderzoeksinstellingen Industrie
68 % 72 %
laatste groep is de tevredenheid over de inhoud van het werk het laagst, maar is nog altijd meer dan de helft content. In alle categorieën is het aantal werknemers dat ontevreden is over de inhoud van het werk op de vingers van één hand te tellen. De tevredenheid over de inhoud van het werk loopt gelijk op met de mate waarin medewerkers de indruk hebben dat ze hun werk zelfstandig kunnen invullen. Maar liefst 96 procent zegt dat ze hun werk ‘zeer sterk’ of ‘enigszins’ zelfstandig kunnen invullen. De grootste zelfstandigheid ervaren medewerkers van onderzoeksinstellingen, de minste bij waterschappen. Onvrede is er op dit punt echter ook niet of nauwelijks. Ook de werksfeer wordt in het algemeen positief beoordeeld: 55 procent ‘zeer tevreden’, 36 procent ‘tevreden’. Gezamenlijk een tevredenheidsscore van 91 procent. Ook voor wat betreft dit aspect zijn medewerkers van onderzoeksbureaus en drinkwaterbedrijven het meest positief. Ontevredenheid is er ook wat dit betreft niet veel. Het grootst is de onvrede over de werksfeer nog bij adviesbureaus: 6,2 procent van hun hoogopgeleide medewerkers is ‘enigszins ontevreden’ over de werksfeer (tegenover 3,4 procent gemiddeld). De werkdruk wordt daarentegen wel als een probleem ervaren: bijna zes van de tien waterprofessionals ervaren deze als te hoog (9 procent vindt de werkdruk zelfs ‘veel te hoog’), mannen iets meer dan vrouwen. Het aandeel werknemers dat de werkdruk te hoog vindt, is het grootst in industriële bedrijven, gevolgd door onderzoeksinstellingen. De medewerkers van waterschappen, drinkwaterbedrijven en adviesbureaus blijven wat dit betreft net onder het gemiddelde. Ten aanzien van de financiële honorering is het beeld weer positief: 39 procent is ‘zeer tevreden’ en 45 procent ‘tevreden’. Slechts 7 procent is in meer of mindere mate ontevreden. De tevredenheid over de beloning is het grootst bij o nderzoeksinstellingen (en qua functieprofiel bij mensen met een managementfunctie), de tevredenheid is het laagst
ACHTERGROND IS UW ORGANISATIE FORMEEL?
IS UW ORGANISATIE RESULTAATGERICHT? 100 %
Waterschappen Drinkwaterbedrijven Adviesbureaus
32 % 38 % 68 %
Onderzoeksinstellingen Industrie
73 % 54 %
100 %
Waterschappen
36 %
Drinkwaterbedrijven
33 %
Adviesbureaus
19 %
Onderzoeksinstellingen 11 % Industrie
20 %
WANNEER HEEFT U VOOR HET LAATST EEN CURSUS GEVOLGD? Waterschappen
voorjaar 2013
Drinkwaterbedrijven
najaar 2013
Adviesbureaus
najaar 2011
Onderzoeksinstellingen najaar 2011 Industrie
winter 2011-2012
ZZP’ERS NIET IN HET ONDERZOEK Zelfstandigen zonder personeel konden niet deelnemen
bij de adviesbureaus (en qua functieprofiel bij mensen met een technische functie).
aan het onderzoek van maandblad H2O. Dat heeft ons enkele vragen – en zelfs een enkele boze reactie – opge leverd. Zelfs de vraag ‘Hebben jullie misschien iets tegen
ORGANISATIES ZELF Het onderzoek van maandblad H2O geeft ook een beetje een beeld van het karakter van organisaties in de watersector, althans van de indruk die hoogopgeleide medewerkers hiervan hebben. Zo werd gevraagd of de organisatie als formeel of als informeel wordt ervaren, en of de organisatie procesgericht of juist resultaatgericht is. Van alle ondervraagden beschouwt 47 procent de eigen organisatie als ‘informeel’, terwijl 32 procent deze vooral als ‘formeel’ zou willen omschrijven. Waterschappen en drinkwaterbedrijven worden het vaakst als ‘formeel’ getypeerd, onderzoeksinstellingen en adviesbureaus het vaakst als ‘informeel’. Hetzelfde beeld komt naar voren als wordt gevraagd of een organisatie ‘procesgericht’ of ‘resultaatgericht’ is. Gemiddeld vindt 34 procent van de waterprofessionals de eigen organisatie vooral procesgericht en 45 procent vindt deze resultaatgericht. Waterschappen en drinkwaterbedrijven worden als het meest procesgericht beoordeeld en onderzoeksinstellingen en adviesbureaus als het meest resultaatgericht.
zzp’ers?’. Integendeel, maar misschien was onze toelich ting op dat punt ook niet toereikend. Daarom nog een korte uitleg. In het kader van het onderzoek is deelnemers gevraagd hun mening te geven over de aard van hun werk, de werk sfeer, de beloning, het karakter van de organisatie waar zij werken en dergelijke. Deelname aan het onderzoek was anoniem. De redactie van H2O weet dus niet wie de deel nemer is en bij welke organisatie hij of zij werkt. Als de betreffende vraag is ingevuld, weten we wel bij welk type organisatie iemand werkzaam is (waterschap, drinkwater bedrijf, adviesbureau en dergelijke). De redenen om zzp’ers in dit geval buiten beschouwing te laten waren zowel inhoudelijk als praktisch van aard. De opzet van een dergelijk onderzoek is betrekkelijk eenvoudig als het wordt beperkt tot werknemers in loon dienst, maar qua opzet zeer ingewikkeld als hierbij ook zelfstandigen zonder personeel worden betrokken. Zij werken doorgaans voor verschillende organisaties (wat de enquête meteen vele malen langer maakt), hebben van
Tenslotte werd gevraagd of waterprofessionals de indruk hebben dat hun bedrijf of organisatie moeite heeft met het vervullen van vacatures. Ruim 45 procent zegt dat dit inderdaad in meer of mindere mate het geval is. Het grootst lijken de problemen in de industrie en bij de drinkwaterbedrijven (ruim boven de 50 procent). Bij de waterschappen zegt maar ruim een derde van de medewerkers dat het vervullen van vacatures moeite kost. | NR4-APRIL 2016
die organisatie niet altijd een even goed beeld als vaste medewerkers (bijvoorbeeld als het gaat om werksfeer en dergelijke). Begrippen als ‘beloning’ en de kans om het werk ‘ zelfstandig te kunnen invullen’ hebben voor zzp’ers bovendien een geheel andere lading dan voor medewer kers in dienst. Vandaar deze keuze.
7
8
O
HOOGSTANDJE
H2
DIERENTUIN EMMEN NU VEEL SLIMMER MET ENERGIE EN WATER Qua duurzaamheid heeft de dierentuin van Emmen een sprong vooruit gemaakt. Er wordt energie gewonnen uit leidingwater en de waterkringloop is vrijwel gesloten. Vorige maand werd het geheel vernieuwde ‘Wildlands Adventure Zoo’ geopend door koning Willem-Alexander. Tekst Charlotte Leenaers, Fotografie Marcel Molle en Wildlands
Opstellingen voor ultrafiltratie in de Waterfabriek
De living machine, ondergebracht in een kas en toegankelijk voor het publiek. Planten, vissen en micro-organismen zuiveren hier het water. In de middelste vijver bezinkt het slib Foto Wildlands
Koning Willem-Alexander verrichtte de officiële opening
9
22 hectare groot is het nieuwe attractiepark en 7.000 dieren hebben hier een onderkomen. Een 18.000 vier kante meter grote overdekte jungle is een echte publiekstrekker. Het park ligt op het grondwaterbeschermingsgebied van Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD). “Die ligging verklaart onze nauwe betrokkenheid bij de ontwikkeling van de systemen om duurzaam energie te winnen uit leidingwater en om drastisch te besparen op het gebruik van drinkwater”, zegt Karst Hoogsteen, directeur van WMD. Een laagtemperatuur-warmtenet in de dierentuin levert het hele jaar door energie voor de verwarming en koeling van gebouwen. Warmtewisse laars in drinkwaterproductiestation Noordbargeres onttrekken uit het opgepompte drinkwater de energie die nodig is om de temperatuur van dit warmtenet op peil te houden. Grondwater heeft een constante temperatuur van elf graden en dat levert voldoende energie om het retourwater uit het warmtenet van de dierentuin te verwarmen van vier naar negen graden. ’s Zomers gebruikt de dierentuin water uit het warmtenet om gebouwen te koelen. ‘s Winters verwarmen warmtepompen het water verder tot een temperatuur van 40 tot 50 graden, die nodig is voor de vloerverwarming van de gebouwen. Om grootverbruikers zoals de subtropische kas van warmte te voorzien, beschikt de dierentuin over een tweede warmteNR4-APRIL 2016
net met water van 80 graden dat – ook weer duurzaam – met groen gas verwarmd wordt. De Waterfabriek is een complete waterzuiveringsinstallatie binnen de hekken van de dierentuin. “Dieren welzijn heeft de hoogste prioriteit. Door voor iedere diersoort een aparte waterkringloop te organiseren, lopen we geen risico op de verspreiding van ziektes via het water”, vervolgt Hoogsteen. In ieder dierenverblijf staan grove zeven opgesteld die enorme hoeveelheden water uit de bassins ontdoen van mest en stro. Een installatie van zandfilters, eiwitafscheiders en ultra filtratie zuivert het gezeefde water verder. “Die installaties zijn voor iede re diersoort apart ontworpen en op maat gemaakt. Nijlpaarden gebruiken grote hoeveelheden stro en produceren enorm veel mest. Dat vergt andere zeven en filters dan het afvalwater van bijvoorbeeld de zeeberen.” In totaal zijn er zo acht gesloten kringlopen die het afvalwater zeven en filteren en het water leveren waarmee de bassins weer aangevuld kunnen worden. De resterende afvalstroom van spoelwater, grof vuil en rioolwater wordt binnen de Waterfabriek gezuiverd in de Living Machine, een biologische unit waarin waterplanten, insecten en vissen hun zuiverende werk doen. Om de biologische processen optimaal te laten verlopen is dit onderdeel
ondergebracht in een kas met een constant klimaat. Deze is open is voor het publiek. Het water dat uit de Living Machine komt is schoon, maar heeft nog geen drinkwaterkwaliteit. Met ultrafiltratie en UV-desinfectie wordt het verder opgewerkt tot bedrijfswater. Het sluiten van de waterkringloop levert een enorme besparing op in drinkwaterverbruik. Het jaarlijkse verbruik loopt terug van 180.000 naar 10.000 kuub; een besparing van bijna 95 procent. De Waterfabriek zuivert jaarlijks bijna 10 miljoen kubieke meter afvalwater en is daarmee een van de grootste waterzuiverings installaties van WMD. Het schone water wordt via de bedrijfswaterleiding weer verspreid over het park. Vijvers en bassins worden ermee gevuld, filters gespoeld, planten besproeid en het dient als drinkwater voor de dieren. De zuiveringsunits voor de dierenverblijven produceren ruim honderd kuub schoon water per uur. “Dat is een sterke doorstroming en dat is goed terug te zien in de bassins. Het water is opvallend helder. Zo helder dat we zien dat onze nijlpaarden onder water lopen terwijl altijd gedacht werd dat ze zwommen.”
Wildlands Aventure Zoo brengt waterverbruik met 95 procent terug
10
LEVENSLANG
LEREN!
MAAR WAAR ? Tekst Dorine van Kesteren | Beeld iStockphoto
A
A
ACHTERGROND THEMA
Water & werk
Wie wil blijven meetellen in de watersector, kan niet stilzitten. Ook waterprofessionals moeten hun leven lang leren. Maar wat is er in de watersector allemaal te koop aan opleidingen en cursussen voor werkenden? Een greep uit het aanbod. installatie-, food- en tuinbouwbedrijven. Samen met hen bepalen wij de opleidingsvraag, en op basis daarvan ontwerpen wij een opleiding. Daarbij zijn ook regionale en agrarische opleidingscentra (roc’s en aoc’s) uit ons partnernetwerk betrokken.” CIV WATER Waar: Leeuwarden Opleidingen: circa 15 Niveau: mbo Deelnemers: 200 per jaar Docenten: circa 15 In het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Water werken bedrijven en scholen samen om opleidingen te ontwikkelen voor mbo’ers in de watersector. Dus voor: analisten, laboranten, beheerders, operators en (proces)technici. Grondleggers zijn onder andere het Friese MBO Life Sciences, Wetterskip Fryslân en drinkwaterbedrijf Vitens. “Wij bieden geen opleidingen met open inschrijvingen, maar leveren maatwerk aan bedrijven en overheden in de watersector’, zegt communicatieadviseur Yolanda Kuiper. “Denk daarbij niet alleen aan waterschap pen en drinkwaterbedrijven, maar ook aan laboratoria, de maakindustrie en NR4-APRIL 2016
CIV Water momenteel een associate degree water, die naar verwachting in september van start gaat. Dit is een tweejarige studie op hbo-niveau met een wettelijk erkend diploma. Kuiper: “Een associate degree is een mooie oplossing voor mbo’ers die willen doorstromen naar het hbo, maar voor wie een volledige hbo-opleiding naast het werk niet haalbaar is. Vooral mensen met een aantal jaren werk ervaring vergroten zo hun kansen op de arbeidsmarkt.”
De opleidingen, onder meer over watermanagement, milieu, procestechniek, laboratoriumtechniek en voeding & technologie, zijn op mbo-niveau. De kortste trajecten duren enkele maanden; de docenten zijn afkomstig van de participerende roc’s en aoc’s. Als de deelnemers het afsluitende examen met goed gevolg afleggen, ontvangen zij een certificaat. Zij leren zowel in een elektronische leeromgeving als klassi kaal. De lessen vinden plaats in het bedrijf zelf of op locatie, bijvoorbeeld bij een waterzuiveringsinstallatie. CIV Water richt zich primair op de noordelijke helft van Nederland, maar werkt ook elders samen met onderwijsinstellingen. “Het doel daarvan is om het reguliere mbo-onderwijs op het gebied van watertechnologie en –mana gement aan te vullen met de kennis die wij opdoen in het maatwerk”, aldus Kuiper.
Waar: Leeuwarden en Urecht Opleidingen en cursussen: 1 MBA, jaarlijks 4 masterclasses Niveau: hbo en universitair Deelnemers: 175 per jaar Docenten: circa 60
Samen met hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden ontwikkelt
Gezien de nationale en mondiale water problematiek heeft de watersector >
EMPOWER PEOPLE
11
12
de komende jaren behoefte aan goed opgeleide managers. Met dat idee in zijn achterhoofd heeft Ronald Wielinga van Empower People samen met onderzoeksinstituut Wetsus uit Leeuwarden en Lemniscaat School of Management uit Utrecht een executive Water MBA ontwikkeld. De MBA start met een assessment, waarmee achtergrondkennis en motivatie van de deelnemer worden vastgesteld. Het programma duurt twee jaar, verdeeld over acht modules. Het is blended learning: deels digitaal, deels klassikaal. In totaal moeten de deelnemers acht dagen naar school in Utrecht of Leeuwarden. Na iedere module volgt een examen; de opleiding wordt afgesloten met een scriptie. De docenten zijn verbonden aan verschillende universiteiten. Daarnaast organiseert Empower People vier keer per jaar in Leeuwarden een eendaagse masterclass over een watergerelateerd onderwerp. De inschrijving staat open voor iedereen; per keer schuiven er gemiddeld 35 waterprofessionals aan. “Denk aan water en it, grondstofterugwinning en water schaarste in ontwikkelingslanden”, vertelt Wielinga. “De masterclasses worden gegeven door deskundigen uit de waterpraktijk, de wetenschap of juist een heel andere sector. De laatste ging bijvoorbeeld over big data, met de directeur van TomTom als spreker.” Vanuit zijn andere bedrijf De Waterkennisbank maakt Wielinga het mogelijk
dat waterprofessionals korte of lange tijd van werkplek wisselen. Het doel: de horizon verbreden, kennis en ervaring uitwisselen en weer mee terugnemen naar de eigen organisatie. Gemiddeld doen hier jaarlijks 25 mensen aan mee. Wielinga: “Dit is een vorm van leren op de werkplek. Professionals verwisselen het waterschap bijvoorbeeld tijdelijk voor een drinkwaterbedrijf of de gemeente voor de provincie. Dan werken ze daar drie maanden tot een jaar gedurende een of meer dagen per week. Ik hoor vaak dat zij het ongelooflijk leerzaam vinden om een nieuwe organisatie, nieuwe collega”s en nieuwe werkwijzen te leren kennen.“
PAO TECHNIEK EN MANAGEMENT Waar: Delft Opleidingen en cursussen: 150, waarvan 20 op watergebied Niveau: hbo+ en universitair Deelnemers: circa 300 per jaar Docenten: circa 150 PAO Techniek en Management komt oorspronkelijk voort uit de TU Delft, TU Eindhoven, Universiteit Twente en KIVI, maar is sinds 1991 zelfstan-
dig. De instelling biedt voornamelijk korte, specialistische cursussen aan, zowel in technische vakken als in persoonlijke vaardigheden. Voor de watersector zijn er cursussen op het gebied van afvalwater, riolering, drinkwater, waterkwaliteit, waterbeheer en waterbouw. De korte cursussen, van één tot vier werkdagen, worden afgesloten met een certificaat van deelname. De wat langere opleidingen kennen een examen en, als dit met goed gevolg wordt afgelegd, een diploma. “Dit geldt bijvoorbeeld voor de twee opleidingen grondmechanica, die vaak worden gevolgd door waterschappers die zich met dijkversterkingen bezighouden”, vertelt programmamanager Erik de Bruine. De docenten zijn zowel afkomstig uit de praktijk als uit de wetenschap. Ze zijn bijvoorbeeld verbonden aan universiteiten, kennisinstituten of het kennisintensieve bedrijfsleven, zoals ingenieurs- en adviesbureaus. De Bruine: “Zo komen we tot een goede balans tussen theorie en praktijk. De focus ligt op kennisoverdracht, maar er is ook ruimte voor discussie tussen docent en deelnemers.” 80 procent van de opleidingen van PAO Techniek en Management heeft een open inschrijving; 20 procent is in company. “De opleiding wordt dan toegesneden op de specifieke kennisvraag van de organisatie, en gegeven op een locatie naar wens.” PAO Techniek en Management werkt
ACHTERGROND structureel samen met andere (onderwijs)instellingen in de water- en ingenieurswereld. De Bruine: “Wij hebben partnerschappen met kennisintensieve bedrijven en overheden zoals Rijkswaterstaat en TNO. Met Wateropleidingen bieden we gezamenlijk cursussen aan. Daarnaast werken we bij de water- en bodemcursussen nauw samen met de Deltares Academy en bij de cursussen die zich richten op het landelijk gebied, met Wageningen Academy. En met de TU Delft natuurlijk. Bij de cursus over afvalwater maken wij bijvoorbeeld gebruik van de nieuwste kennis die daar is ontwikkeld over het terugwinnen van grondstoffen uit afvalwater.”
WATEROPLEIDINGEN Waar: Nieuwegein Opleidingen en cursussen: circa 100 Niveau: vmbo+, mbo+, hbo+ en universitair Deelnemers: 3.000 per jaar Docenten: circa 250 freelancers Praktijkgericht opleiden. Dat is het doel van Wateropleidingen, dat met oprichters als Koninklijk N ederlands Waternetwerk, Vewin en KWR Watercycle R esearch Institute diep verankerd is in de waterwereld. “Opleiden is vooral zinvol als de nieuwe k ennis en vaardigheden direct toepasbaar zijn in de dagelijkse werkpraktijk”, zegt directeur Agnes Maenhout. Water opleidingen heeft zowel langere opleidingen – maximaal twintig lesdagen, verspreid over een jaar – als korte cursussen van een tot vijf NR4-APRIL 2016
dagen in het assortiment. “Aan de langere opleidingen zijn ook een of meerdere toetsmomenten verbonden, zoals examens, werkopdrachten en presentaties.” De docenten zijn werkzaam in de waterpraktijk, onder meer bij drink waterbedrijven, waterschappen, ingenieursbureaus of als zelfstandig consultant. “Dat zijn mensen die weten waar ze het over hebben, en hun kennis ook goed kunnen overdragen. Als ze bij ons starten als docent krijgen ze een didactische training. En elke training of cursus wordt geëvalueerd.” Wateropleidingen maakt gebruik van blended learning: een combinatie van lesdagen en e-learning. “Via e-learning bereiden cursisten zich voor op de les, oefenen de lesstof en delen onderling kennis. Alle cursisten hebben 24/7 toegang tot het online platform Digitale Wateropleidingen, waar zij alle materialen kunnen vinden en communiceren met ons en elkaar. Tijdens de lesdagen ligt de nadruk meer op het toepassen van kennis in de praktijk.” Wateropleidingen biedt ook maatwerk opleidingen en -cursussen aan. Dan is de opleiding of cursus een coproductie van een bedrijf of instelling en de onderwijskundigen van Wateroplei dingen. “Soms maken we dan slimme combinaties van (onderdelen van) bestaande opleidingen. En soms starten we helemaal opnieuw”, zegt Maenhout. Wateropleidingen vernieuwt het aanbod voortdurend: bestaande titels worden herzien en er worden n ieuwe titels toegevoegd. Maenhout: “Wij kijken naar de toekomstige behoeften van de watersector. Onlangs is bijvoorbeeld een nieuwe opleiding dijktechniek van start gegaan, van twintig lesdagen, bedoeld voor dijkenbouwers en -specialisten.”
TU DELFT Waar: Delft Opleidingen: 1 masteropleiding watermanagement, 30 massive open online courses (moocs), waarvan 3 op watergebied Niveau: universitair Deelnemers: 3 masterstudenten; 10.000 tot 15.000 per mooc Docenten: 10 docenten die zijn verbonden aan de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen van de TU Delft Overgewaaid uit Amerika, wint het fenomeen ook in de Nederlandse universitaire wereld terrein: massive open online courses (moocs). Gratis online onderwijs, toegankelijk voor iedereen die het niveau denkt aan te kunnen. De TU Delft biedt moocs aan sinds 2013, via het digitale platform edX. Voor waterprofessionals zijn er drie interessante edities: drinkwaterzuivering, afvalwaterzuivering en water & klimaat. Deelnemers kunnen zelf kiezen hoe intensief zij willen studeren: alleen de filmpjes kijken waarin de docent uitleg geeft, of ook de wekelijkse huiswerkopdrachten en de afsluitende opdracht doen, die bij voldoende resultaat recht geven op een certificaat. Aan de moocs is een forum v erbonden, waar de deelnemers met elkaar kunnen discussiëren. De docent komt later in een filmpje terug op de onderwerpen die het meest ter sprake kwamen. “Maar ruimte voor persoonlijke aandacht is er bij dit type onderwijs natuurlijk niet”, zegt projectmanager >
13
14
ACHTERGROND Anke Grefte. Die persoonlijke aandacht moet er wel komen in de professional education courses die de TU Delft eind dit jaar gaat geven. “Dit zijn betaalde, online cursussen die een paar weken duren, bedoeld voor groepen van circa vijftig deelnemers, die wél bepaalde voorkennis hebben. Er komt een cursus over anaeorobe zuiveringstechnologie, samen met drinkwaterbedrijf Oasen ontwikkelen we een cursus over membraantechnologie en met Royal HaskoningDHV over zuiveringstechnologie Nereda.”
WATERNET ACADEMIE Waar: Amsterdam Opleidingen en cursussen: 80 Niveau: mbo en hbo Deelnemers: 4.500 per jaar Docenten: circa 60 Sommige waterschappen en (drink-) waterbedrijven organiseren intern
De medewerkers van Waternet hebben toegang tot een online leeromgeving. Daar kunnen zij zich inschrijven voor de opleidingen en cursussen en wordt geregistreerd welke o pleidingen en cursussen zij hebben gevolgd. De meeste opleidingen worden klassikaal gegeven in het gebouw van de Water net Academie in Amsterdam. “De database bestaat uit verschillende categorieën opleidingen”, vertelt Arlette Westerhoff, HR-manager bij Waternet. ”Van de verplichte veiligheidscursussen tot water en techniek en meer algemene persoonlijke vaardigheden, zoals ‘Inzicht in invloed’ en coaching. Een deel van de opleidingen bieden wij gezamenlijk aan met Delfland en Rijnland.” De meeste opleidingen, op mbo- en hbo-niveau, worden afgesloten met een certificaat of diploma. Bij een aantal opleidingen moeten de deelnemers ook een of meerdere examens afleggen. De langste opleiding – over drinkwaterdistributie – duurt een jaar; het merendeel is kort, namelijk vier of vijf dagen. “De docenten betrekken wij van trainings- en opleidingsbureaus. Ook onze eigen mensen staan voor de klas. Bij de opleiding Watercyclus bijvoorbeeld, die specifiek bij Waternet past, omdat wij het enige waterbedrijf in Nederland zijn dat zich richt op de héle watercyclus.” |
iStockphoto
Ook de masteropleiding Watermana gement van de opleiding Civiele Techniek is grotendeels op afstand te volgen. ‘Gewone’ studenten volgen acht weken fysiek college en hebben dan een week vrij om de tentamens voor te bereiden. Online studenten doen het andersom: zij studeren acht weken online en komen in de vrije week juist naar Delft om practica te doen en begeleiders en medestudenten in real life te spreken. Grefte: “Deze flexibele opzet is geschikt voor werkenden, hoewel de studiebelasting bij het volledige programma vrij fors is.”
onderwijs voor de eigen medewerkers. Waterschap De Dommel en de hoogheemraadschappen van Delfland, Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard bijvoorbeeld. Ook waterbedrijf Waternet, dat zich bezighoudt met drinkwatervoorzie ning, riolering en waterbeheer voor de gemeente Amsterdam en een groot deel van de provincies Utrecht en Noord-Holland, beschikt over een eigen onderwijsacademie.
WATERNETWERK
15
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
Het beste artikel van 2015 op H2O-Online heeft als titel Is het nog wel nodig? Regionale dijkversterkingen in de 21 ste eeuw? Het artikel werd tijdens het voorjaarscongres van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW), op 22 april in Zwolle, bekroond met de met de H2O-prijs 2015. Met de prijs wil KNW (uitgever van maandblad H2O, H2O-Online en het kenniskatern Water Matters), waterprofessionals stimuleren om hun kennis te delen via vakartikelen. Het prijswinnende artikel (gepubliceerd op 20 mei 2015) is geschreven door JaapJan Zeeberg (hoogheemraadschap van Rijnland), Marlies Zantvoort (Hydrologic), Bouke Rijneker (hoogheemraadschap van Rijnland), Maarten Spijker (Hydrologic) en Reinoud van Oosten (RPS). De jury van de H2O-prijs noemt het artikel “goed opgebouwd en mooi geïllustreerd door het opnemen van foto’s en grafieken”. Qua inhoud zegt de jury onder meer: “In deze publicatie worden op een originele en innoverende wijze de nieuwe normen voor dijken langs de kust en de rivieren toegepast op regionale dijken en wateren (waarvoor de oude normen nog gelden). Zeer inspirerend om op een andere wijze naar regionale dijken te kijken. Deze verfrissende kijk op de secundaire dijk heeft een grote praktische waarde en zal ook voor andere studiegebieden kunnen worden toegepast.” Voor de H2O-prijs 2015 waren vijf genomineerden door de jury geselecteerd. Naast het bekroonde artikel waren dat: • Sleutelfactoren voor waterplanten in wateren van Gelderse Vallei, Veluwe, Achterhoek en Liemers (Ger Boedeltje, John Lenssen en Rob Gerritsen) • Minder wateroverlast en betere zoetwatervoorziening in glastuinbouwgebieden door ondergrondse waterberging (Martin van der Schans, Mia Süss, Peter Hollanders, Erik de Haan en Marcel Paalman) • Vispassage Vierlingsbeek, meer dan alleen vis (Mark Kerkhoff, Johnny van Keulen, Bart Brugmans, Timo Worm en Tim Puts) • Gevoeligheid van aquatische doelsoorten voor klimaatadaptatiemaatregelen: van concept naar ruimtelijke vertaling (Lisette de Hoop, Rens Huisman, Harry Bouwhuis Jonathan Matthews en Rob Leuven) De jury van de H2O-prijs 2015 bestond uit: Idsart Dijkstra (voorzitter), Jacqueline de Danschutter, Maarten Spijker, Michelle Talsma, Rob Immink en Berend Reitsma. Een samenvatting van het prijswinnende artikel werd gepubliceerd in maandblad H2 O van juni 2015 (pagina 42). De volledige tekst is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl. Daar zijn ook de artikelen van de andere genomineerden terug te vinden.
NR4-APRIL 2016
iStockphoto
H2O-PRIJS 2015 VOOR ARTIKEL REGIONALE DIJKVERSTERKINGEN
‘CALL FOR PAPERS’ VOOR SYMPOSIUM AFVALWATER De KNW-themagroep Afvalwaterbehandeling en Valorisatie houdt op 27 oktober een symposium waarop succesvolle maar ook minder succesvolle ontwikkelings- of onderzoekstrajecten op het gebied van afvalwaterzuiveringstechnologie centraal staan. De organisatie is niet alleen op zoek naar innovaties die (inter-)nationaal zijn doorgebroken, maar ook naar innovaties die dit niet hebben gedaan of nog moeten gaan doen. Dat kunnen praktische verbeteringen door operators zijn, geïmplementeerde ‘ideeënbus’-ideeën, of pilot/praktijkonderzoek waarvan gedacht werd dat het minder interessant is voor de buitenwereld en dat dus ‘intern’ is gebleven. Verder is er behoefte aan onderzoek waarvan de beoogde resultaten uiteindelijk tegenvielen of veelbelovend onderzoek en technologieontwikkeling dat voortijdig is gestopt of de weg naar de internationale markt nog niet heeft weten te vinden. Waarom liep het niet zoals verwacht? Lag dat terugkijkend aan externe omstandigheden, aan de proef/pilotopzet of tegenslag in de uitvoering? En welke lessen vallen daaruit trekken? Wie hieraan een interessante bijdrage kan en wil leveren, kan uiterlijk 7 mei een presentatie aanmelden. Houd rekening met de volgende criteria: • De presentaties gaan over afvalwaterbehandeling, industrieel of huishoudelijk. Het betreft de behandeling met fysisch- chemische en/of biologische technieken, inclusief slibverwerking. • Goede aansluiting bij de doelgroep van de bijeenkomst (procesoperators, afvalwatertechnologen bij industrie, adviesbureaus, waterschappen, et cetera). • Geen reclamepresentaties. Aanmelden kan door een korte beschrijving van de presentatie (maximaal één A4-tje) of de (concept-)handouts van de presentatie te sturen naar Pauline.Beaumont@waternetwerk.nl onder vermelding van ‘TGAV verborgen schatten’. Neem voor vragen of een toelichting contact op met de organisatie (themagroep afvalwaterbehandeling en valorisatie KNW): Andreas Giesen (KNW/SKIW): andreas.giesen@rhdhv.com, telefoon: 088 - 348 24 97 Tim Hendrickx (KNW): t.hendrickx@paques.nl, telefoon: 06 - 5023 3612 Paul Versteeg (KNW/SKIW): paul.versteeg@rijnland.net, telefoon: 06 - 1505 4660
16
iStockphoto
AGENDA
Wilt u een activiteit voor waterprofessionals aangekondigd zien in deze agenda van maandblad H2O? Meld het dan aan onze redactie: redactie@vakbladh2o.nl
11 MEI, AMERSFOORT
26 MEI, ROTTERDAM
Kick-off van het Landelijk Platform Meten en Monitoring in de afvalwaterketen. Organisatie: Stichting Rioned. www.riool.net
Netwerkevenement over de toekomst van de Noordzee en deltawateren. Organisatie: Rijkswaterstaat. www.rijkswaterstaat.nl/isea
Start Landelijk Platform Meten en Monitoring
12 MEI, AMERFSOORT
NHV-voorjaarsbijeenkomst ‘Hydrologie als exportproduct’
Voorjaarsbijeenkomst over het exporteren van hydrologische kennis en kunde, met sprekers die vertellen over strategie en marketing én over mooie projecten in verre oorden. Organisatie: Nederlandse Hydrologische Vereniging. www.nhv.nu
12 MEI, UTRECHT
Goede ontwateringsnormen en maatgevende grondwaterstanden
Middagbijeenkomst met presentaties van praktijkvoorbeelden en een borrel. Organisatie: Werkgroep Stedelijk Grondwater. www.werkgroepstedelijkgrondwater.nl
21 MEI, UTRECHT
Makathon plasticvrije rivieren: Design Thinkingdag
Eerste ronde van de makathon, de prijsvraag voor het beste idee voor plasticvrije rivieren. Deelnemers gaan individueel aan de slag om ideeën op te doen. Organisatie: PWN. www.plasticfreerivers.com
21 MEI, WERELDWIJD
Wereld Vismigratiedag
De tweede editie van dit wereldwijde evenement vraagt aandacht voor het belang van migrerende vissen en gezonde rivieren. Op ruim 300 locaties vinden evenementen plaats en meer dan 1.000 organisaties doen mee. Organisatie: World Fish Migration Platform. www.worldfishmigrationday.com
iSea 2016
26 MEI, UTRECHT
Industrial TAG
Eerste Industriële TAG sessie waarop nieuwe waterinnovaties van over de hele wereld worden gepresenteerd aan industriële watergebruikers. Organisatie: Isle Utilities. www.isleutilities.com/events
31 MEI, DRIEBERGEN
Afvalwatersymposium
Negende editie van het STOWA/Rioned Afvalwatersymposium. Organisatie: Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) in samenwerking met Stichting Rioned. www.riool.net
2 JUNI, MÜNCHEN
Beursreis IFAT München
Eendaagse groepscharter vanaf Rotterdam Airport naar ‘s werelds toonaangevende afvalwaterbeurs. Organisatie: Stichting Rioned. www.rioool.net
10 JUNI, UTRECHT
Introductiedag in de watersector
Jaarlijkse kennismaking met een overzicht van de watersector, de actuele thema’s en verschillende spelers en mogelijkheden in de sector. Organisatie: Jong KNW. www.waternetwerk.nl
11-12 JUNI, HAARLEM
Makathon plasticvrije rivieren: ronde 2
Ronde twee van de makathon. Deelnemers gaan met teams van acht personen aan de slag om te komen tot een gevisualiseerde oplossing met pitch en businessplan. De winnaars mogen hun idee gaan uitvoeren. Organisatie: PWN. www.plasticfreerivers.com
WATERNETWERK
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
21 JUNI, ROTTERDAM
29 SEPTEMBER, UTRECHT
Themamiddag over hoe Rotterdam vanuit het Strategisch Asset Management Plan komt tot een integrale aanpak van assetmanagement in de openbare ruimte voor onder meer riolering, wegen en groen. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW), themagroep Assetmanagement in samenwerking met gemeente Rotterdam. www.waternetwerk.nl
Keuze uit een aantal praktijkgerichte dag- en halfdaagse cursussen op het gebied van afvalwater. Organisatie: Stichting Rioned. www.riool.net
Integrale aanpak openbare ruimte
22-23 SEPTEMBER, AMSTERDAM
Internationaal legionellacongres
Internationale conferentie met de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen en kennis over onder andere de ecologie van legionella, preventie en het verband met klimaatverandering. Organisatie: European Society of Clinical Microbiology and Infectuous Diseases (ESCMID). www.iwcconferences.com
PERSONALIA
Maxi- en minicursussen
3-4 OKTOBER, LEEUWARDEN
Jaarcongres ‘Financing Innovation’
Jaarlijks Wetsus-congres met als thema ‘Financing Innovation’. Organisatie: Wetsus. www.wetsus.nl
6 OKTOBER, UTRECHT
Waterkwaliteit op de kaart III
Derde symposium over waterkwaliteit, waarbij de verbinding wordt gezocht met andere sectoren. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW), themagroep Waterkwaliteit. www.waternetwerk.nl
IN MEMORIAM Anne Kiestra (1942-2016) “Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde. Het water gaat er anders dan voorheen.”
Tim van der Hagen wordt per 1 mei de nieuwe voorzitter van het college van bestuur van de TU Delft. Momenteel is hij decaan van de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW). Van der Hagen (1959) heeft brede bestuurlijke ervaring op het gebied van energie, onder meer als voormalig lid van de Algemene Energieraad, het Topteam Energie en de Raad van Toezicht van het Energieonderzoek Centrum Nederland. Ook is hij lid van de nationale Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI) en voorzitter van de raad van toezicht van Holland PTC, het behandelings- en onderzoekscentrum voor protonentherapie.
NR4-APRIL 2016
Dit vermeldt de rouwkaart van Anne Kiestra. Op 2 maart overleed hij in Boxtel. Na een dienst in een volle kerk is hij – hoe symbolisch – te ruste gelegd aan de oever van de Dommel. Velen uit de waterwereld waren gekomen voor het afscheid. Boerenzoon Anne Kiestra werd op 26 mei 1942 geboren in Burum (Friesland) en studeerde, na HAS Hogeschool en lerarenopleiding, Waterzuivering aan de Landbouwuniversiteit Wageningen. Zijn eerste baan leidde hem in 1969 naar de Gemeenschappelijke Technolo gische Dienst Oost-Brabant (GTD) in Boxtel. In de naoorlogse jaren werd aan enkele waterschappen, waaronder De Dommel en De Aa, de afvalwaterzuiverings- en oppervlaktewater kwaliteitstaak toegewezen, een nagenoeg onontgonnen terrein. Een ontwikkeling die baanbrekend zou blijken en erin uitmondde dat deze taak later bij wet aan waterschappen werd toegekend. Het pionierswerk van de GTD, een samenwerkingsverband van Dommel en Aa, waarbij zich later ook De Maaskant en Alm en Biesbosch aansloten, droeg daaraan bij. Op de hem eigen ontspannen en altijd opbouwende wijze heeft Anne vorm gegeven aan de verdere groei van de GTD als alom gerespecteerde organisatie, vanaf 1986 als directeur tot zijn pensionering in 2004, toen de taken zijn herverdeeld over de zich reorganiserende waterschappen.
Ook daarbuiten heeft Anne zijn sporen nagelaten, onder meer als secretaris van het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Waterbe heer (NVA, opgegaan in KNW) van 1982 tot 1988. In die periode kwam de Beleidsvisie tot stand, die de basis vormde voor verdere groei en verbreding van de vereniging. Hij ijverde voor het instellen van de Scheltingaprijs, een onderscheiding voor personen met bijzondere verdiensten op afvalwatergebied. Internationaal vertegenwoordigde hij de vereniging als lid van de Board of Control van de American Water E nvironmental Federation (1994-1997). Daarnaast was hij actief in werkgroepen van de Unie van Waterschappen (UVW), Coördinatiecommissie Uitvoering Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (CUWVO) en Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) en in de MER-commissie. In 2004 is Anne als blijk van erkenning voor zijn maatschappelijke activiteiten benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij blijft in herinnering als een fijne collega en baas, toegewijd en nuchter, aimabel en bescheiden, met humor en belangstelling voor de medemens. Ricus Geuze Tom Wouda
17
18
MET DE BATSE NOAR BUUT’N Op donderdag 10 maart gingen in Lichtenvoorde ongeveer 90 bestuurders, managers en medewerkers uit de sectoren groen, civiele techniek, ruimtelijke ordening en woningbouw ‘met de batse noar buut’n’. Zij hielpen bomen te planten en een trottoirband te verlagen om hemelwater af te koppelen van de riolering. Deze fysieke activiteiten waren bedoeld om de boodschap van de dag te laten beklijven: dat we aan de slag moeten en kunnen om onze dorpen en steden geschikt te maken voor het nieuwe klimaat. Op de gebruikte bats (schop) stond de tekst ‘Klimaatklaar? D’RAN!’ Na afloop mochten de deelnemers deze bats mee naar huis nemen in de hoop dat ze in hun eigen leef- en werkomgeving aan de slag gaan met deze oproep. De bijeenkomst was georganiseerd door het Beraad Water Achterhoek+, de bestuurlijke en ambtelijke samenwerking tussen gemeenten in de Achterhoek en het waterschap Rijn en IJssel. Lezingen Naast de buitenactiviteit bracht de dag drie lezingen. Weerman Peter Kuipers Munneke gaf een college klimaatverandering, waarin hij op duidelijke wijze inzage gaf in de complexe processen van ons klimaat. Hij riep op om het niet te laten bij klimaatadaptatie waarbij je zoekt naar aanpas-
KORT
NIEUWS
Deelnemers helpen Lichtenvoorde klaar te maken voor de klimaatverandering
iStockphoto
singen, maar ook naar mitigatie door te minderen met fossiele brandstoffen. Kuipers Munneke vroeg om ruimte voor vrijdenkers, mensen die met onverwachte plannen komen om in te spelen op het veranderende klimaat. Daarna toonde Hiltrud Pötz, oprichter en eigenaar van atelier Groenblauw, met een reeks van voorbeelden dat een groenblauwe stad prettiger is om in te leven. Ze riep op om creatief te gaan denken in samenwerkende teams. En om een beetje lef te tonen. Directeur Wytze Schuurmans van inge nieursbureau Nelen & Schuurmans liet zien hoe onvoorstelbaar veel data er tegenwoordig beschikbaar zijn over maaiveldhoogten, kaarten en neerslag. Dat leidt tot nieuwe mogelijkheden om nauwkeurig te rekenen aan bijvoorbeeld wateroverlast. Daarnaast toonde hij het hemelwaterlabel, een nieuwe manier om van alle woningen
en andere gebouwen te tonen hoe ze omgaan met hemelwater. De bijeenkomst werd afgesloten met een bestuurlijk forum. Het bestond uit Tanja Loeff (voorzitter van het bestuurlijk overleg water Achterhoek+ en tevens wethouder in de gemeente Montferland), Antoinet van Helvoirt (heemraad van waterschap Rijn en IJssel) en Vincent van Uem (wethouder van Oost Gelre). De kernboodschap uit het forum was dat we aan de slag moeten. Workshops per gemeente kunnen helpen om collega’s van verschillende afdelingen bij dit onderwerp te betrekken en samen de kansen te ontdekken en te benutten. Maar blijf niet wachten op de rest. Ga vast aan de slag in de eigen woning en bij vrienden en familie.
CITY DEAL ZET STEDELIJKE KLIMAATADAPTATIE OP LANDELIJKE AGENDA Vorige maand hebben negen over heidsorganisaties samen met zeven (semi-) private samenwerkingspart ners de eerste City Deal Klimaatadaptatie in Nederland ondertekend. Doel van de City Deal is het vastleg gen van de samenwerking tussen de partijen om te werken aan een beheersbaar stadsklimaat.
Advies- en ingenieursbureau Tauw was de regisseur bij de totstandkoming van deze City Deal met onder andere rijksoverheid, gemeenten en waterschappen.
Rob van der Velde
De betrokken partijen maken afspraken op het gebied van grote klimaatgerelateerde uitdagingen zoals warmte- en regenwatermanagement. De samenwerkingspartners zoeken met elkaar naar oplossingen voor nieuwe problemen. Voor meer informatie: www.tauw.nl/nieuws
WATERNETWERK
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
KORT
NIEUWS
Patrick Wuis (Veolia) geeft voor H2O Video uitleg over een mobiele waterzuiveringsinstallatie
H2O VIDEO ACTIEF OP AQUA NEDERLAND VAKBEURS Na een debuut op de Amsterdam International Water Week en Aquatech Amsterdam (november 2015) was de redactie van H2O Video vorige maand ook actief op de Aqua Nederland Vakbeurs in Gorinchem (15 tot en met 17 maart). Deze beurs is dé Nederlandse marktplaats voor watertechnologie. De beurs trok dit jaar (in combinatie met RioleringsVakdagen) 9.944 bezoekers, een lichte stijging ten opzichte van vorig jaar. De drukste beursdag was woensdag 16 maart, met 4.140 bezoekers. Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW), uitgever van H2O, was met een stand aanwezig op de beurs. Een promotieteam, merendeels bestaand uit jonge waterprofessionals, gaf bezoekers informatie over de voordelen van het lidmaatschap van KNW. Belangstellenden konden deelnemen aan een ‘kenniskwis’ met zes vragen over de watersector. Winnaar van deze kwis werd Jasper Meijer. Hij mocht een powerbank in ontvangst nemen. De tweede prijs (bestaande uit een waterproof bluetooth speaker) ging naar Geert Brands en de derde prijs (een waterprojector) was voor Anneke Zwinderman. De video-items van H2O, die een beeld geven van het aanbod op de beurs en van de bezoekers, zijn te bekijken door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op de website. www.vakbladh2o.nl/video
Het KNW/H2O-promotieteam op Aqua Nederland Vakbeurs
NR4-APRIL 2016
27 MEI: ISEA 2016 Op 27 mei houdt Rijkswaterstaat editie 2016 van netwerkevenement iSea. iSea 2016 vindt plaats in de RDM Campus Rotterdam.
Met iSea wil Rijkswaterstaat duurzame innovaties rondom de Noordzee en deltawateren stimuleren en vooruit helpen. Tijdens iSea worden nieuwe innovaties, kennis en ervaring gedeeld. Het doel van deze derde editie is het matchen van duurzame innovatieve concepten. Wie een vernieuwend idee over het duurzaam gebruik van de Noordzee en de deltawateren heeft, wordt uitgenodigd mee te doen aan de pitchwedstrijd ‘Match of the Concepts’. Deelnemers presenteren hun idee aan experts, investeerders, het bedrijfsleven en beleidsmakers. De vier beste ideeën mogen aan het einde van de dag hun concept pitchen in de finale. De winnaar krijgt een innovatievoucher ter waarde van 10.000 euro, te besteden bij één van de grote kennisinstituten. Bovendien krijgt hij of zij ondersteuning van dat instituut en één-op-één-begeleiding vanuit de overheid bij de realisatie van het idee. Meer informatie en het programma: www.rijkswaterstaat.nl/isea Vragen? Mail naar isea@congresbureau.nl of bel 030 - 275 9627.
19
WATERNETWERK
20
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
We weten steeds meer van verontreinigingen in ons water. Maar waar komen die verontreinigingen vandaan? Op 24 maart probeerden bezoekers van het tiende Emissiesymposium die vraag te beantwoorden. Veel stoffen in ons oppervlaktewater, zoals bijvoorbeeld nutriënten, hebben al heel lang onze aandacht en worden dus al jaren gemeten. Andere stoffen zijn ‘nieuw’, zoals microplastics. Hoe pakken we die aan? Anja Verschoor (RIVM) legde uit hoe complex het is. Om te beginnen: wat is plastic? Er kan onderscheid gemaakt worden tussen primaire emissies (bijvoorbeeld in scrubmiddelen) en secundaire: fragmen ten van plastic producten die in het water terecht komen. Bioplastics zijn niet uit fossiele grondstoffen geproduceerd, maar daarom nog niet minder schadelijk. En dan hebben we het alleen nog maar over de producten, niet over de schade lijke effecten. Kortom, het vraagstuk zit nog in de ‘definitiefase’. Een goede definitie op tenminste Europees niveau is nodig om tot effectieve afspraken en regelgeving te komen. Andere nieuwe stoffen zijn geneesmiddelen. Marc de Rooy (ministerie van Infrastructuur en Milieu) liet zijn licht
schijnen over de (keten-)aanpak. Bestrijding bij de bron is bij deze stoffen lastig. Uitgangspunt blijft dat patiënten geen middelen wordt onthouden die ze nodig hebben. Wat wel kan worden verbeterd, is de registratie van het medicijngebruik. Het spoor loopt uiteindelijk vrijwel altijd via de rioolwaterzuivering en daar zijn best maatregelen mogelijk. Diergeneesmiddelen zijn nog een ander verhaal, ook al omdat de route daarvan niet via de rioolwaterzuivering loopt. Grootste problemen De grootste problemen hebben we echter al sinds jaar en dag met stikstof en fosfaat. De aandacht richt zich daarbij steeds meer op de veehouderij. Gelukkig kon Koos Verloop (Wageningen UR) onder de opportunistische titel ‘Koeien en kansen’ vertellen dat (rendabele) emissievrije veehouderij tot de mogelijkheden behoort en dat hier op zestien proefbedrijven hard aan gewerkt wordt. Er is nu een stikstofreductie bereikt van 100 naar 70 milligram per liter, dus er is nog wel werk aan de winkel. Door de jaren heen heeft de landelijke emissieregistratie zich ontwikkeld tot een waardevol instrument. Maar wordt het ook gebruikt? In de huidige generatie stroomgebiedbeheerplannen nog niet zo
veel. Tijdens een workshop werd bekeken hoe dat komt en wat eraan te doen is. Om te beginnen zijn emissiegegevens dikwijls niet beschikbaar op het schaalniveau van de deelstroomgebieden die de ruggengraat vormen van de stroomgebiedsplannen. Ook blijkt dat bij het maken van de plannen er al direct meer aandacht is voor de maatregelen die op deelstroomgebied mogelijk zijn. Voor sommige emissies zijn vooral maatregelen op landelijk of zelfs Europees niveau kansrijk. Dat is per stof anders. De landelijke emissieregistratie blijkt veel bij te dragen aan het inzicht, maar dat wil nog niet altijd zeggen dat we daardoor de waterkwaliteit beter kunnen beheersen. Eilard Jacobs
6 OKTOBER: DERDE SYMPOSIUM ‘WATERKWALITEIT OP DE KAART’ Op 6 o ktober houdt de themagroep Waterkwaliteit van Koninklijk Nederlands Waternetwerk Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) voor de derde keer het symposium ‘Waterkwaliteit op 6 oktober 2016 de kaart’. De eerste twee symposia waren bijeenkomsten waar het enthousiasme voor de waterkwaliteit centraal stond; de nieuwste ontwikkelingen en kansen voor het verbeteren van Hebben we meer gemeen dan we denken? de waterkwaliteit ervoor besproken. Op 6 oktober 2016 werden organiseert KNW de derde keer hetVanuit symposiumde Verklaring ‘Waterkwaliteit op de kaart’. De eerste twee symposia waren bijeenkomsten van Utrecht, het resultaat van hetcentraal symposium van vorig jaar, waar ons enthousiasme voor de waterkwaliteit stond; de nieuwste
III
ontwikkelingen en kansen voor het verbeteren van de waterkwaliteit hebben we met elkaar besproken. Vanuit de Verklaring van Utrecht, het resultaat van WOKII, gaan we nu actief partijen van buiten de watersector betrekken, omdat we denken dat we door synergie nog meer kunnen bereiken voor de waterkwaliteit. Met welke partijen we in gesprek zouden moeten gaan, horen we graag van u! Heeft u een product/idee/methodiek waarvoor u samenwerking zoekt met iemand ‘van buiten’? Heeft samenwerking buiten de gebaande paden u wel eens positief verrast? Welke organisaties werken wel samen, maar is door verdere afstemming of integratie nog een wereld te winnen? Met welke sector zou u wel eens willen verkennen of er synergie aanwezig is?
worden nu actief partijen van buiten de watersector betrokken, omdat de organisatie denkt door synergie nog meer te kunnen bereiken voor de waterkwaliteit. Wie heeft een product, idee of methodiek waarvoor hij samen werking zoekt met iemand ‘van buiten’? Wie is wel eens posi tief verrast door samenwerking buiten de gebaande paden? Welke organisaties werken wel samen, maar hebben door verdere afstemming of integratie nog een wereld te winnen? Met welke sector zou het interessant zijn eens te verkennen of er synergie aanwezig is? Themagroep Waterkwaliteit ziet reacties graag verschijnen via http://goo.gl/forms/AHh60gmAuq. Voor meer informatie, zie www.waternetwerk.nl
iStockphoto
Waterverontreiniging: waar komt het vandaan?
MIJN IMPRESSIE
Is jouw waterkennis op peil?
WO
HBO
MBO
H2O
Deskundige docenten uit de watersector zorgen
Wateropleidingen verzamelt nieuwe kennis in de
ervoor dat jij praktijkgerichte en actuele kennis
praktijk zodat de kennis binnen waterorganisaties
op doet. Ontmoet collega-cursisten met een
actualiseert en verbetert. We stemmen in-company
vergelijkbaar opleidingsniveau. Behaal een optimaal
trainingen en complete maatwerkprogramma’s af
leerresultaat en krijg nieuwe inzichten die je
op de behoefte van onze klanten. Volg één van de
meteen kunt toepassen in je werk.
ruim 100 verschillende opleidingen of cursussen en haal meer uit jezelf. Samen tillen we het kennisniveau in onze sector naar een hoger peil.
WWW.WATEROPLEIDINGEN.NL WWW.WORLDWATERACADEMY.NL
22
TALENTENJACHT! HOE DOEN WATERBEDRIJVEN DAT? Tekst Peter Boorsma | Beeld iStockphoto e.a.
Ron van Oorschot: ‘Bij Dunea moet de doorstroom op gang komen’
De watersector vergrijst en er dreigt tekort aan goed geschoold technisch personeel. Wat doen bedrijven in de sector om jonge mensen te werven en medewerkers aan zich te binden? Welke strategie hanteren ze?
Dunea ‘Twee sporen: verjongen én vitaal blijven’
“N
a tien jaar kom je bij ons net een beetje kijken; de gemiddelde leeftijd is 47 jaar. Dat is deels het gevolg van ons succesvolle hr-beleid”, zegt Ron van Oorschot. Hij is adviseur Arbo van Dunea, dat drinkwater levert aan
ruim 1,3 miljoen klanten in achttien Zuid-Hollandse gemeenten en drie duinge bieden tussen Monster en Katwijk beheert. Dunea is een plezierig bedrijf om voor te werken, aldus Van Oorschot. De arbeids voorwaarden zijn aantrekkelijk. Het is een heel informele organisatie (“de directeur heet gewoon Wim”), er zijn veel mogelijkheden tot zelfontwikkeling en ‘natuur en drinkwater’ zijn mooie producten. Gevolg: jongeren komen binnen en gaan nooit meer weg. Dat fenomeen is nog eens versterkt door het project ‘Fit en vitaal’, waarmee vijf jaar geleden is begonnen om duurzame inzetbaarheid te vergroten. “We hebben workability-tests afgenomen en er zijn actieplannen gestart om overbelasting te voorkomen. Dat heeft ertoe geleid dat de uitval is verminderd en er maar weinig vacatures ontstaan voor jongeren. Tegelijk is het voor sommige functies steeds moeilijker jonge kandidaten te werven.” Dat alles resulteert in een zeer scheve leeftijdsverdeling is; bijna 200 van de 500 medewerkers zijn tussen de 45 en 54 jaar. “Nu de pensioenleeftijd opkruipt naar 67, blijven die mensen voorlopig bij ons. En doen we niets, dan is de situatie over vijf jaar nog nijpender.” De aanpak ‘De wendbare organisatie’ moet daar een antwoord op formuleren. “We willen dat Dunea kan blijven inspelen op nieuwe ontwikkelingen, zoals de komst van een nieuw digitaal systeem dat consequenties gaat hebben voor alle werkprocessen en de manier van werken van medewerkers.” “Maar ook zijn er nieuwe ideeën en nieuw bloed nodig. En de oudere g eneratie moet de gelegenheid krijgen de kennis en ervaring ruim voor hun pensioen over te dragen. Maar ook de doorstroom binnen Dunea moet op gang komen: oudere werknemers moeten plaats maken voor jongeren. Hoe doe je dat? En is daar budget voor? Dat zijn de vragen waarover we deze maand praten met het management team.”
A
A
ACHTERGROND
Magda Ligtenberg: ‘Hard werken, maar wel veel uitdagingen’
Veolia Water Technology Netherlands ‘Voor talent kijken we in parallelle markten’
“O
ok wij kampen met vergrijzing en een dreigend tekort aan goed g eschoold personeel”, vertelt Magda Ligtenberg, HR business partner bij de Neder landse vestiging van Veolia Water Technologies, dat zich richt op het ont
werpen, bouwen en beheren van installaties voor afvalwater, stoom, proces- en koelwater. “Bij werving kijken we daarom nadrukkelijk naar ‘parallelle markten’; naar opleidingen die nog het best aansluiten. Daarnaast zijn we een gecertifi ceerd leerbedrijf.” Veolia werft ook ervaren krachten. “Dat kunnen mensen zijn die nog nooit direct iets met water hebben gedaan. Zo hebben we recent een medewerker met een achtergrond in de voedings- en drankindustrie aangenomen die we zelf hebben opgeleid in waterbehandelingsprocessen. We nemen ook mensen met een elek
trotechnische achtergrond aan die zich in ‘water’ willen verdiepen.” Veolia heeft veel interne opleidingen, in Nederland, maar ook in Engeland en op het hoofdkantoor in Frankrijk. Nieuwe medewerkers krijgen een mentor met wie ze kunnen sparren en die ondersteuning biedt. Dankzij de interne opleidingen ontstaan er (internationale) netwerken waarin het makkelijk is elkaar te bellen; een proces dat actief wordt ondersteund. “Veolia doet veel voor de medewerkers. We willen dat mensen uitdagingen blijven zien en bieden ze internationale doorgroeimogelijkheden. Als iemand de ambitie heeft om door te groeien naar een nieuwe functie, kijken we vanzelfsprekend eerst of hij dat aankan. We raden hem aan om ervaringen uit te wisselen met bijvoorbeeld een Duitse collega die al op dat niveau zit. Vervolgens stippelen we een traject uit met opleidingen. Dat kan zelfs een traject van meerdere jaren zijn”, aldus Ligtenberg. Toptalent wordt beloond. Een goed voorbeeld hiervan is een succesvolle ver koper die naar Dubai mag om daar een onderscheiding in ontvangst te nemen. “Oog voor de waarde van kennis, ervaring en professionele kwaliteit zit in onze bedrijfscultuur. Weinig drempels en makkelijk bij elkaar binnenlopen. Hard wer ken, maar wel veel uitdagingen en veel aandacht voor veiligheid.”
NR3-MAART2016 NR4-APRIL 2016
THEMA
Water & werk
23
24
Yska de Leeuw: ‘Bij selectie ook kijken of kandidaten een eigen plek in de organisatie kunnen veroveren’
Nancy van der Poel: ‘Goede ervaringen met werven via netwerken van medewerkers’
Sweco ‘We nemen juniors aan en leiden die op’
“I
n het waterbeheer dreigt een tekort aan gespecialiseerde ervaren adviseurs met praktijkervaring, vertelt Yska de Leeuw, afdelings hoofd Water bij Sweco, zoals advies- en ingenieursbureau Grontmij
sinds 4 april heet. Hij ziet de markt voor wateradvies voorzichtig aantrekken, na een lange periode van krimp, waarin geen nieuwe mensen zijn aangeno
“D
Evides Waterbedrijf ‘Als jongeren techniek en technologie ervaren, is er ineens enthousiasme’ e gemiddelde leeftijd bij Evides Water bedrijf is 47 jaar, maar omdat we veel jongeren aannemen, daalt deze wel. Ons
geluk is dat er niet een hele generatie tegelijk met
men. “Maar er liggen wel enorme opgaven die veel kennis en ervaring
pensioen gaat, zodat we niet te maken krijgen met
vergen, zoals het Hoogwaterbeschermingsprogramma.”
een enorme vervangingsvraag”, vertelt Nancy van der Poel, teamleider hr-adviseurs bij Evides, dat
Het Zweedse Sweco stelt de klant centraal en streeft naar ‘bevlogen
drinkwater en industriewater levert aan 2,5 mil
medewerkers’. Vorig jaar is op die basis de strategie bepaald en de
joen huishoudens en bedrijven.
afdeling Water ingericht. “We formeren voor iedere product-markt
Als er een vacature is, zoekt Van der Poel eerst
combinatie groepjes met voldoende expertise, projectleiding én
intern en dan pas extern. Evides werft bij voor
commerciële slagkracht. Nog niet al die groepjes zijn volgroeid, omdat
keur op eigen naam, zelden via een intermediair.
goede mediors en seniors met marktkennis lastig te vinden zijn. Dat
“Werven gaat tegenwoordig veel via social media
willen we oplossen door juniors aan te nemen en die zelf op te leiden.
als Magnet.me en LinkedIn. We hebben goede
Aan alle seniors hebben we gevraagd ‘Wie wordt jouw opvolger? Als
ervaring met werven via het netwerk van mede
die er niet is, gaan we die werven’.”
werkers. Daarbij werken we met aanbreng
Het werven van juniors lukt nog redelijk, aldus De Leeuw. “Opleidin
premies. In de regio Rijnmond/Drechtsteden is
gen leveren goede mensen af. Jongeren brengen nieuw elan en komen
er een netwerk ACE, waar bedrijven vacatures en
met vernieuwende oplossingen. Maar ze weten vaak nog niet of hun
mobiliteitskandidaten aanmelden: mensen die om
oplossingen praktisch haalbaar zijn.”
wat voor reden dan ook bij een andere bedrijf aan de slag willen.”
Sweco vindt het belangrijk dat iedereen met de business en dus met de klant bezig is. “Bij de selectie van kandidaten kijken we daarom vooral of ze het werk leuk vinden en in staat zijn hun eigen plek in te organisatie ‘te veroveren’. De markt vraagt ook steeds meer om ‘partnership’ in plaats van ‘advies’; klanten willen een totaaloplossing en ontzorging. Daarmee worden soft skills belangrijker. Opleiden tot een goede adviseur duurt overigens een paar jaar. Dat is een grote belasting voor de seniors, zij moeten werk binnenhalen, adviseren én opleiden.”
ACHTERGROND
Nynke Broekens: ‘Eigenlijk zou je verwachten dat bedrijven bij ons zouden speuren naar goede kandidaten’
Wetsus ‘Kennisreputatie trekt wereldwijd onderzoekers’
Daarnaast doet Evides veel met stagiaires. “Weinig mensen zien zichzelf werken bij een waterbedrijf. ‘Niet sexy’, vinden ze. Maar zodra ze kennismaken met het werk en ervaren hoeveel techniek en technologie er bij komt kijken, is er enthousiasme. Daarom organiseren we leer-werktrajecten en zijn er contacten met de TU Delft en hogescholen, allemaal om studenten
“V
ergrijzing speelt hier niet”, zegt Nynke Broekens, hr-manager bij Wetsus, topinstituut voor duurzame watertechnologie in Leeuwarden. Haar grootste uitdaging is goede PhD-studenten
te werven voor de onderzoeksprojecten van Wetsus.
in contact te brengen met het waterbedrijf.”
Zo zijn er onlangs voor het Europese project WaterSEED wereldwijd
Verder zijn er traineeships, waarbij hoogopgeleide
21 promovendi aangezocht. “De EU stelt hoge eisen aan de kwaliteit
jongeren in drie jaar diverse projecten uitvoeren.
en transparantie van het recruitmentproces. Wij beoordelen de
Dankzij het gezamenlijke programma voor ontwik
kandidaten in drie rondes op vijf criteria waaronder opleiding en
kelingslanden, Vitens Evides International, kan dat
‘communicatieve vaardigheden’. Daarnaast zoeken we kandidaten die
ook een buitenlands project zijn. De trajecten zijn
initiatief tonen en onafhankelijk kunnen denken. Voor het werken in de
zo succesvol dat veel trainees al voor afloop de
watersector worden soft skills ook steeds belangrijker.”
overstap maken naar een reguliere functie. Wetsus werft in halfjaarlijkse ‘calls’ en maakt dat bekend op websites Om mensen plezier te laten houden in het werk
als Euraxess , ResearchGate, Academic Transfer, de eigen website
is er ook aandacht voor interne mobiliteit en
phdpositionswetsus.eu én via social media. “Dat leverde de eerste
talentmanagement. “Vooral jonge collega’s
keer zo’n 600 reacties op. Na de eerste schifting op basis van cv en
hechten belang aan persoonlijke ontwikkeling en
motivatie hebben we een ronde video-interviews gehouden en uitein
daar moet je op inspelen. Ook met de inrichting
delijk een ronde waarin de kandidaten naar Leeuwarden kwamen voor
van het nieuwe werken houden we rekening met
een assessment en gesprekken met hun promotor en onafhankelijke
de wensen van onze jonge collega’s. Daarvoor
experts. De kwaliteit van de kandidaten was erg hoog. En de procedure
is alle apparatuur aangepast en inmiddels heeft
is zo goed bevallen, dat we deze nu standaard gebruiken.”
iedereen een smartphone en een laptop. Heel
Bij Wetsus werken zo’n 50 PhD’s met verschillende technische achter
belangrijk voor medewerkers van nu.”
gronden van over de hele wereld; uit Portugal, Spanje, Duitsland maar ook uit China, Rusland en Mexico. Engels is de voertaal. “De vijver waaruit we kunnen vissen is daardoor groter. Ook de goede academische reputatie van Wetsus, met veel publicaties en met uitstekende onderzoeksfaciliteiten maken het instituut aantrekkelijk als werkgever.” Na afronding van hun proefschrift blijven er veel PhD’s hangen. Ze gaan werken bij het bedrijf dat hun onderzoek heeft meegefinan cierd of beginnen een eigen bedrijfje. Broekens: “Eigenlijk verwacht je dat er ook bedrijven bij ons zouden komen speuren naar goede kandidaten. Niet iedereen spreekt Nederlands, maar veel mensen zijn wel bereid het te leren. Daarbij: wateradvies bureaus werken toch al veel in het buitenland.”
NR4-APRIL 2016
25
26
O
H2
SIEBOLD KROL
RAYONBEHEERDER WETTERSKIP FRYSLÂN Siebold Krol (53) is rayonbeheerder van Wetterskip Fryslân in het meest noordelijke deel van de provincie. Hij is onder andere verantwoordelijk voor het peilbeheer, het toezicht op het naleven van vergunningen en hij besteedt veel van zijn tijd aan bestrijding van de zoute kwel. Niet on belangrijk in een gebied dat het van akkerbouw moet hebben. Vandaag is hij aan het werk bij het nieuwe gemaal aan de Waddendijk, bij een nieuwe vispassage.
OP PAD MET...
Ook bij springtij en storm kan Sybold de kleppen in de gemaal-uitmonding controleren: het inspectieplatform steekt enkele meters boven de dijkteen uit. Als het weer goed is biedt het een fraai uitzicht over de Waddenzee
HET BEGIN VAN DE WERELD Een dinsdagochtend in maart. Het is net half negen, de lucht is grijs, het weer is fris. De locatie is het Friese buurtschap Zwarte Haan, het ‘begin van de wereld’. Dat laatste staat op een bord onderaan de zeedijk en het lijkt er ook echt op. Een doodlopende weg in een wijds, vlak landschap, een restaurant, een paar woningen en het H.G. Miedemagemaal van Wetter skip Fryslân. Zwarte Haan, zo meldt het bord, is het begin van een pelgrimspad, dat eindigt bij Kaap Finisterra (einde van de wereld) bij Santiago de Compostella. En als dat dan het einde van de wereld is, dan moet Zwarte Haan wel het begin zijn. Friese logica, geen speld tussen te krijgen. Net over de dijk – vlakbij het gemaal – zijn twee mannen in gesprek: Sybold Krol (rayonbeheerder van het waterschap) en Jeroen Huisman (docent waterecologie aan hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden). Twee van Jeroen’s studenten zijn in de weer met een kruisnet.
Tekst Roel Smit Fotografie Joris Schaap
27
Een ‘vangst’ van vooral driedoornige stekelbaarzen aan de Waddenzee-kant van het gemaal
Siebold in de operatiekamer van het H.G. Miedemagemaal
Het gemaal in de zeedijk is vorig jaar ingrijpend gerenoveerd, waarbij de pompen visvriendelijk gemaakt zijn. Ook is een vispassage gebouwd. Deze stuurt een zoete lokstroom de zoute Waddenzee op. Uiteenlopende vissoorten volgen hun instinct en zwemmen via tientallen meters lange perskokers tegen de zoete stroom op. Achter de dijk worden ze even opgevangen in een ondergronds reservoir en van daaruit kunnen ze Als ze een jaar of tien, elf zijn, willen de volwas-
weg terug naar zee loopt via de (inmiddels dus
sen palingen weer terug naar het zoute water om
ook visvriendelijke) pompen van het gemaal zelf.
in de Sargassozee zelf voor nageslacht te zorgen.
In principe gaat het allemaal volautomatisch.
Dus dat is bijvoorbeeld bij een gemaal als bij
Vanochtend moet de vis echter nog even door de
Zwarte Haan één keer erin en één keer eruit.
fuik van de studenten, die de visjes vervolgens
Heel anders is dat bij diadrome vissoorten als
nauwgezet tellen. De opbrengst valt niet tegen:
spiering en stekelbaars. Die voelen zich dan weer
voor het merendeel driedoornige stekelbaars-
prettig in zout en dan weer in zoet water. Dat zijn
jes, een enkele spiering, wat brasem. Nee, geen
dus de vaste klanten van de vispassage.
glasaal deze keer.
Het gemaal in het rayon van Siebold Krol is
O
in het zoete, Friese water worden losgelaten. De
een van de noordelijke gemalen waar onderzoek wordt gedaan naar vismigratie. Kernvraag
ONDERZOEK NAAR VISMIGRATIE
hierbij is: wanneer is een vispassage het meest
Voor glasaaltjes, piepkleine palingen, zijn vispas-
effectief? “Het was best even spannend”, zegt
sages als deze overigens wel heel belangrijk. De
Siebold. “Zouden de vissen de stroom willen
Europese paling wordt geboren in de Sargasso-
volgen door zo’n lange, donkere perskoker? De
zee. Palinglarven laten zich in twee tot drie jaar
eerste resultaten lijken echter positief. We hopen
op de warme golfstroom meevoeren naar Europa
uit het onderzoek nu vooral ook meer informatie
en proberen daar als glasaaltjes het zoete water
te halen om de vispassage optimaal te kunnen
te bereiken.
afstellen.”
NR4-APRIL 2016
‘HET WAS BEST EVEN SPANNEND OF DE VISSEN DE STROOM ZOUDEN VOLGEN’
O
O
VISSEN TELLEN
Spiering is een van de visssoorten die van zoet naar zout water trekken en vice versa
28
‘KLIMAATMAATREGELEN ZIJN VOOR BOEREN VAAK LONEND’ Het is voor agrariërs vaak lonend om maatregelen te nemen tegen extreme regenval en extreme droogte. Dit is de conclusie van een onderzoek van Aequator Groen & Ruimte, Livestock Research en de Bakelse Stroom naar maatregelen die agrarische ondernemers hebben genomen als onderdeel van het project Landbouw op Peil. Deze maatregelen vloeiden voort uit per bedrijf opgestelde bedrijfswateradviezen en zijn gericht op een duurzame en klimaatbestendige bedrijfsvoering. Bij ieder bedrijf ging het om een scala aan maatwerkmaatregelen die betrekking hebben op de bedrijfsvoering, de hydrologie, het bodemgebruik en de gewassen die worden verbouwd. Volgens de onderzoekers blijkt dat de kosten van een flink aantal maatregelen die deze bedrijven hebben genomen op termijn voordelig uitpakken, zeker als het een combinatie van bodem- en watermaatregelen betreft. Ook is duidelijk geworden welke maatrege len minder effecten teweeg brengen dan verwacht. Zo is het wel of niet mogelijk zijn van wateraanvoer een belangrijke factor die de mate van het succes van een aantal maatregelen in sterke mate mede bepaalt. Met de uitkomsten van dit onderzoek kan beter worden bepaald welke maatregelen in een specifieke bedrijfssituatie gaan werken en welke niet of minder goed. Landbouw op Peil is een project waarbij vijftien agrarische ondernemers uit Oost-Nederland samen met LTO-Noord, drie waterschappen, drie provincies en het ministerie van Economische Zaken op zoek zijn naar vernieuwende maatregelen voor klimaatbestendig waterbeheer met behoud van een vitale landbouw. Bij de vijftien agrarische ondernemingen is de bedrijfsvoering, bodem en waterhuishouding in kaart gebracht. Vervolgens is een veelzijdig pakket met concrete, vaak ook innovatieve, verbetermaatregelen in gang gezet. www.landbouwoppeil.nl
HANDREIKING VOOR INVENTARISATIE EN INSPECTIE VAN PERSLEIDINGEN
Het omleiden van een persleiding voor afvalwater is soms duur en gecompliceerd; reden waarom inspectie vaak geen routineklus is
Een groot deel van de 13.000 kilometer persleidingen in Nederland stamt uit de jaren zeventig en nadert het einde van zijn levensduur. Omdat het inspecteren van deze leidingen nog geen routineklus is, hebben de Stichting Rioned en STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer) een handreiking ontwikkeld voor inventarisatie en inspectie van persleidingen. Persleidingen transporteren afval- en regenwater naar rioolwaterzuiveringen. Van deze leidingen is ongeveer 60 procent in beheer bij waterschappen en 40 procent bij gemeenten. Dat het inspecteren ervan nog geen routinematige activiteit is, komt onder andere doordat een acute noodzaak niet aanwezig lijkt. Per 100 kilometer persleiding doet zich jaarlijks één storing, incident of calamiteit voor, terwijl dat bij drinkwaterleidingen op zes per 100 kilometer ligt. Bovendien ontbreekt een ‘one-sizefits-all’-inspectietechniek en is er een gebrek aan dubbel uitgevoerde transportroutes en toegangsmogelijkheden. De kans is echter reëel dat met het klimmen van de leeftijd van de leidingen het aantal storingen per kilometer gaat toenemen. Daarnaast zorgt de introductie van assetmanagement voor een toegenomen aandacht voor risico’s die samenhangen met het falen van persleidingen. Dat was de reden voor het maken van de hand reiking. In de handreiking wordt een stappenplan gepresenteerd, dat bestaat een fase van inventarisatie van achter het bureau (functionele eisen/beheerfilosofie, leidingen en dergelijke), een eventuele basisinspectie (die niet leidt tot een grote verstoring van de bedrijfsvoering) en een eventuele verdieping (in de buis zoeken naar faalmechanismen). Kijk voor de handreiking op de website van de stichting Rioned. www.riool.net/persleidingen Een uitgebreid artikel over dit onderwerp (met verschillende praktische voorbeelden) is geschreven voor H2 O-Online. Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl.
WATERTECHNIEK
TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR
Foto Werry Crone
Directeur-generaal Rijkswaterstaat Jan Hendrik Dronkers (met tablet) heeft zojuist de vaargeul stroomopwaarts achter de langsdam geopend. De eerste boten varen in de geul
MEETPROTOCOL WATERZUIVERING GLASTUINBOUW Met ingang van 1 januari 2018 moet de glastuinbouw minimaal 95 procent van de gewasbeschermingsmiddelen uit het restwater zuiveren voordat het mag worden geloosd op het oppervlaktewater of op het riool. Kort geleden werd een meetprotocol gepubliceerd en een werkwijze voor het beoordelen van zuiveringsinstallaties in de tuinbouw.
VERLAAGDE KRIBBEN EN LANGSDAM GEVEN DE WAAL EEN METAMORFOSE Rijkswaterstaat heeft de verlaagde kribben en de nieuwe langsdam in de Waal officieel opgeleverd. Op het traject tussen Nijmegen en Gorinchem zijn 462 kribben verlaagd. Er is een tien kilometer lange langsdam gebouwd. Hierdoor wordt extreem hoogwater sneller afgevoerd naar zee, waardoor de waterstand op de Waal met 6 tot 12 centimeter wordt verlaagd. Ook kan dankzij de langsdam recreatievaart gescheiden varen van de beroepsvaart, wat volgens Rijkswaterstaat de veiligheid op de vaarweg vergroot. De langsdam, gelegen tussen Wamel en Ophemert, is een pilotproject van het programma Ruimte voor de Rivier. Rijkswaterstaat is voor een periode van drie jaar een monitoringovereenkomst aangegaan met Koninklijke Schuttevaer, Deltares, Sportvisserij Nederland, Hengelsportfederatie Midden-Nederland, Technische Universiteit Delft Wageningen University, Radboud Universiteit Nijmegen en onderzoeksprogramma RiverCare. De komende jaren worden de ervaringen met de langsdam in de gaten gehouden. De langsdam en verlaagde kribben hebben de Waal tussen Gorinchem en Nijmegen erg veranderd. Ter hoogte van de langsdammen zijn de kribben in de binnenbocht verwijderd. Omdat de nieuwe situatie voor beroeps- en met name recreatievaarders wennen zal zijn, spant Rijkswaterstaat zich met het oog op het recreatieseizoen extra in om iedereen te informeren. Zo is een flyer ontwikkeld die onder Nederlandse en Duitse watersportverenigingen wordt verspreid, en wordt gecommuniceerd op www.varendoejesamen.nl. Een van de boodschappen: zwemmen in de rivier is gevaarlijk, en ook varen met waterscooters en kanoën is niet toegestaan.
NR4-APRIL 2016
Aan de hand van dit meetprotocol kunnen installateurs en toeleveranciers hun zuiveringsinstallatie laten testen en zo bepalen of deze het benodigde zuiverings rendement van 95 procent haalt. Het testrapport kan dan worden ingediend bij de Beoordelingscommissie Zuiveringen Glastuinbouw (BZG), die het testresultaat beoordeelt volgens beschreven w erkwijzen. Als de installatie ‘goedgekeurd’ wordt, dan wordt deze opgenomen op de BZG-lijst van goedgekeurde installaties. Glastuinbouwers weten zo welke zuiveringsinstallatie zij kunnen aanschaffen om te voldoen aan de zuiveringsplicht. Deze zuiveringsplicht, die is vastgelegd in het ‘Hoofdlijnenakkoord zuivering glastuinbouw’ geldt vanaf 2018 voor drainwater bij substraatteelt, drainagewater bij grondgebonden teelt en filterspoelwater als dit voor het spoelen van het filter-drainwater of bemest gietwater wordt gebruikt. Voor collectieve zuiveringen is het onder voorwaarden mogelijk om uitstel te krijgen tot 2021. Aan de verplichting tot zuivering kan door een tuinder invulling worden gegeven door het toepassen van een individuele zuiveringsinstallatie op het bedrijf, een collectieve zuivering waarin het lozingswater van verschillende bedrijven gezamenlijk wordt behandeld of door het te lozen drain(age) water te zuiveren met een mobiele zuiveringsinstallatie. Het meetprotocol zorgt voor een eendui dige beoordeling van zuiveringsinstallaties. Het is te vinden op de website van Helpdesk water. www.helpdeskwater.nl
29
30
OASEN BOEKT EERSTE RESULTAAT MET DISTRICT METERED AREA In Leimuiden heeft drinkwaterbedrijf Oasen voor het eerst de exacte locatie van een verborgen lekkage opgespoord met behulp van meetgegevens uit een District Metered Area (DMA). Het ging hier om een lekkage van 5,2 kubieke meter per uur, die tot op straatniveau gelokaliseerd kon worden. District Metered Areas (DMA’s) worden volgens drinkwaterbedrijf Oasen de komende jaren steeds belangrijker om op een goede manier het leidingnet en de waterstromen te beheren. Bij een DMA wordt het leidingnet in secties van ongeveer 2.000 aansluitingen ingedeeld. Aan het begin van de sectie wordt gemeten hoeveel water er in gaat en enkele slimme watermeters meten bij klanten thuis de druk en de flow. Door te kijken naar het nachtverbruik en afwijkingen in afnamepatronen te signaleren kunnen storingen en lekkages vroegtijdig worden gesignaleerd en opgespoord. In 2014 is Oasen begonnen met het inrichten van deze DMA’s in de infrastructuur.
De lekkage in Leimuiden, die gevonden werd met de data uit het DMA
Vanaf links: Rik Janssen (gedeputeerde provincie Zuid-Holland), Joost Buntsma (directeur STOWA), Eric Smaling (Tweede Kamerlid SP) en Hilde Niezen (wethouder gemeente Gouda)
‘KENNISPROGRAMMA BODEMDALING NODIG’ Er moet een landelijk kennisprogramma voor bodemdaling komen. Dit staat in de zogeheten ‘Verklaring van Madurodam’, die is opgesteld door diverse organisaties, waaronder de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA), het Platform Slappe Bodem en de provincie Zuid-Holland. Het pleidooi werd eind maart tijdens het Nationaal Congres Veenbodemdaling aangeboden aan SP-Kamerlid Eric Smaling. Door de slappe veen- en kleibodem hebben grote delen van West- en Noord-Nederland te kampen met bodemdaling. Dit leidt tot verzakking en waterproblemen, met alle gevolgen van dien. In een plan van aanpak wordt voorgesteld om een kennisprogramma bodemdaling te ontwikkelen, onder lokale regie van gemeenten, waterschappen en provincies.
Bij het bestuderen van alle gegevens uit een DMA wordt vooral op afwijkingen gelet. Zo kan een verhoging in het nachtverbruik duiden op een lekkage. Hiermee is een lek gedetecteerd maar nog niet gelokaliseerd. Voor de lokalisatie van het lek wordt op meerdere plekken in het DMA zelf de druk gemeten. Hiervoor worden flowmetingen uitgevoerd aan het begin van een DMA, om te zien dát er een lek is. Daarnaast zijn er drukmetingen in het DMA om nauwkeuriger te bepalen wáár dat lek zich precies bevindt. Al deze data worden verzameld in een digitaal model (EPANET), waarmee de exacte locatie van het lek kan worden bepaald. Voor het eerst blijkt dat deze methode in de praktijk ook echt werkt.
Hierbij vormen zij, samen met maatschappelijke partners, kennisinstellingen en marktpartijen, een innovatienetwerk en drie zogenoemde leeromgevingen. Hierin zoeken de partijen naar oplossingen en wordt kennis ontwikkeld die ook relevant is voor anderen. Er komt een leeromgeving ‘stedelijk gebied’, een leeromgeving ‘landelijk gebied met kleine kernen’ en een leeromgeving ‘landelijk gebied met (voornamelijk) landbouw’. De gemeenten Gouda en Woerden en de provincie Zuid-Holland hebben aangeboden om de eerste leeromgevingen te huisvesten. In de leeromgevingen worden kennisontwikkeling en kennisuitwisseling verbonden aan een uitvoeringsgerichte aanpak van maatschappelijke opgaven. De bedoeling is dat tijdens de looptijd van het kennisprogramma ook andere overheden in andere bodemdalingsgevoelige gebieden van Nederland gastheer van een leeromgeving zijn. Zo krijgen initiatiefrijke overheden de mogelijkheid om kennis die in de leeromgevingen wordt opgedaan, te delen met anderen.
Een uitgebreid artikel over dit onderwerp is door drie medewerkers van Oasen geschreven voor H2 O-Online. Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl
Bestaande initiatieven moeten volgens de initiatiefnemers de basis vormen voor het kennisprogramma. De verantwoordelijkheid voor die initiatieven blijft ook in de regio. De behoefte om de bovenregionale en landelijke afstemming vorm te geven en gezamenlijk ontwikkelingen die de lokale capaciteit overschrijden in gang te zetten, moet volgens de betrokken partijen ingevuld worden in samenwerking met het Rijk.
WATERTECHNIEK
TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR
VISSEN-DISCO BIJ STORMVLOEDKERING Voor het weren van vis uit de inlaatkelders van de stormvloedkering bij Ramspol (beter bekend als de balgstuw), wordt gebruik gemaakt van een ‘viswering’ met LED stroboscopen, een technologie die vooral bekend is van discotheken. De stroboscopen blijken de vissen op een effectieve manier op afstand te houden. De stormvloedkering bij Ramspol is een belangrijke waterkering om het gebied langs het Zwarte Meer te beschermen tegen opstuwend water uit het Ketelmeer. De balgstuw (die eruit ziet als een grote fietsband), bestaat uit drie balgen met een gezamenlijke lengte van 240 meter en een hoogte van 10 meter. Deze worden alleen opgeblazen (door een combinatie van lucht en water) bij zware noordwesterstorm; bij normale weersomstandigheden ligt de balg op de rivierbodem en zijn alleen bedieningsgebouwen te zien. Samplers kunnen in peilbuizen gehangen worden om grondwater te bemonsteren
‘PASSIVE SAMPLERS’ KUNNEN OOK GRONDWATER MONITOREN De meettechniek van passive sampling is niet alleen geschikt om de kwaliteit van oppervlaktewater te beoordelen, maar kan ook gebruikt worden voor het monitoren van grondwater. Dit zegt Deltares op basis van onderzoek in opdracht van de provincie Noord-Brabant. Volgens het instituut kunnen milieuvreemde stoffen (zoals landbouwchemicaliën en geneesmiddelen) met deze methode eerder gedetecteerd worden dan met reguliere bemonstering. Met passive sampling kunnen namelijk lagere concentraties gemeten worden. De gebruikte passive samplers bestaan uit velletjes siliconenrubber die stoffen opnemen en velletjes met adsorptiemateriaal waar de stoffen zich aan vast plakken. De samplers kunnen in een peilbuis worden gehangen om het grondwater te bemonsteren. In het onderzoek van Deltares zijn de passive samplers in enkele peilbuizen gehangen op een diepte van circa 5 en 25 meter. Er zijn ook gewone watermonsters genomen om een vergelijking tussen de twee bemonsteringsmethodes te kunnen maken. Beide zijn geanalyseerd op een pakket aan gewasbeschermings- en geneesmiddelen, waaronder enkele antibiotica. Met de passive samplers werden stoffen waargenomen die niet eerder in watermonsters zijn aangetoond. Het betrof met name gewasbeschermingsmiddelen zoals iprodion, oxamyl, isoproturon, metalaxyl en metolachloor. De antibiotica sulfadiazine en sulfamethazine werden zowel op de samplers als in de watermonsters waargenomen. Deltares zal met de provincie Noord-Brabant verder onderzoeken of en hoe de passive samplers in de monitoringsstrategie van de provincie kunnen worden opgenomen.
NR4-APRIL 2016
De ingang van de inlaatkelders van de balgstuw van Ramspol
De afgelopen jaren deden zich regelmatig storingen voor door grote hoeveelheden vis in de waterinlaatkelders van de balgstuw. Vissen verstoppen zich in de winter voor roofvissen en aalscholvers, in donkere hoekjes en het liefst achter roosters, zodat ze rustig en vooral veilig kunnen overwinteren. Het idee om LED-stroboscopen in te zetten is afkomstig van het bedrijf FishFlow Innovations, dat op verzoek van het waterschap Groot Salland (toen beheerder van de balgstuw) al in 2011 een proef deed bij de zuidelijke inlaat. Hier bleken vervolgens geen storingen meer door vis op te treden. Vissen trekken echter alleen in de winterperiode de kelders in. Daarom was er nog enige twijfel of het goede resultaat te wijten was aan de viswering of gewoon aan de tijd van het jaar. FishFlow plaatste daarom tussen 2012 en 2014 dezelfde lampen nog een keer. Ook nu waren er geen storingen meer en hoefden de filters niet meer drie maal per week schoongemaakt te worden. Tijdens de proef is ook geëxperimenteerd met speciaal licht dat er voor zorgt dat de glazen in de lampenbuizen schoon blijven. Na de overdracht van het complex aan Rijkswaterstaat kreeg FishFlow opdracht een definitieve viswering bij beide inlaten te plaatsen. Dat gebeurde eind vorig jaar. Sindsdien is er in beide inlaatkelders geen vis meer gesignaleerd.
31
32
appen Watersch ’s en Aa Hunze en lvest ij z r e rd o o N
HET KAN NIET VROEG GENOEG BEGINNEN
“T
project Educatie ed ‘Kerstvlo 1717’ oen ik hoorde dat er een film over de Kerstvloed van 1717 in de maak was,
dacht ik gelijk: dat is mooi materiaal om mee langs de basisscholen te gaan. Samen met waterschap Noorderzijlvest hebben we er een educatieproject van gemaakt”, vertelt Willeke Bergman, communicatieadviseur bij water schap Hunze en Aa’s. Gewapend met de dvd, een waterkrant en NAP-bordjes voor de betref fende scholen, geven ze er gastlessen. “Aan 600 bovenbouwers inmiddels. En dan moet het moment suprême, herdenkingsjaar 2017, nog komen.” De Kerstvloed trof grote delen van Noord- Nederland. Waarschuwingen vooraf van zeeman Thomas van Seeratt waren aan dovenmansoren gericht, maar toen het onheil eenmaal had
Als volwassen Nederlanders al nauwelijks weet hebben van waterbeheer en water risico’s, zoals de OESO twee jaar terug concludeerde, hoe groot moet deze awareness gap dan wel niet bij kinderen zijn? Gelukkig zijn er veel initiatieven vanuit de water sector om basisschoolleer lingen kennis te laten maken met de wondere waterwereld. Een paar voorbeelden. Tekst Marloes Hooimeijer
plaatsgevonden, mocht hij een nieuwe zeedijk ontwerpen. “Hij is hoofdpersoon in de film. Ik vertel de kinderen dat zijn dijk tot de dag van vandaag dienst doet en over wat onze water schappen allemaal doen om te voorkomen dat zo’n ramp nog eens gebeurt, zoals peilbeheer, dijkinspecties en -reparaties.” De overstroming grijpt de kinderen aan. In de film laat het meisje Dirkje uiteindelijk het leven. “Best heftig, maar waarheidsgetrouw. We willen ze niet bang maken, maar wel duidelijk maken dat waterveiligheid niet vanzelfsprekend is. We gaan soms ook met klassen op dijkinspectie. Aan de hand van foto’s vertellen we waarop ze moeten letten, zoals kuilen en gaten in de dijk en kale plekken in het gras. Ze zijn heel kritisch, roepen geregeld: dit is niet veilig, hoor!” www.hunzenaas.nl/educatie
A
A
ACHTERGROND THEMA
Water & werk
Dijkinspectie met de bovenbouw van een basisschool in Noord-Nederland
NR4-APRIL 2016
33
34
p raadscha Hoogheem nland van Rij
eks Lessenre a in voor Delt de klas
“I
k heb de makers van Delta in de klas, een educatieplatform voor basisscholen dat is gekoppeld aan de film Holland – Natuur in de Delta, zelf gevraagd of we konden aanhaken”, vertelt communicatieadvi seur Marlinde Hoek van het hoogheemraadschap van Rijnland. Dat kon en inmiddels staat het met zijn
lessenreeks ‘Vier vliegen in één klap’ prominent op de website van het platform. Hoek: “In ons educatieprogramma zoeken we altijd zo veel mogelijk aansluiting bij bestaande initiatieven – om zo het bereik te vergroten. Met deze lessenreeks laten we zien hoe wij als waterschap ook zorgen voor nieuwe natuur in Nederland. Dat doen we aan de hand van de casus Leendert de Boerspolder, die we in oktober onder water hebben laten lopen door de veendijk gecontroleerd te laten bezwijken.” De kinderen leren hoe zich er straks nieuwe natuur kan gaan ontwikkelen. Dat een aangelegde watergeul bijvoorbeeld een aantrekkelijk paaigebied kan opleveren voor de snoek, die vis met wel 700 tanden. Hoek: “In de derde les doen ze in de klas zelf de dijkbezwijkproef. Ze hebben er de grootste lol in om met klei, modder en stenen te ervaren hoe ze een zo’n stevig mogelijke dijk kunnen bouwen.” Al 600 docenten hebben het filmpje over de Leendert de Boerspolder met hun klas bekeken. “Excursies naar het onder water gezette gebied zijn (nog) niet mogelijk, maar de klassen zijn natuurlijk wel welkom op andere locaties van Rijnland.” www.deltaindeklas.nl
Stichting Rioned
Lespakket ‘Over de pot en de put’
ACHTERGROND
Om te ervaren hoe het is als je niet zomaar even een glas water uit de kraan kunt tappen of tien
minuten onder de douche kunt staan. Dat is het idee achter
Aqua for All en partners
Wandelen voor Water
de jaarlijkse campagne Wandelen voor Water, gericht op basisschoolleerlingen (groep 7 en 8) en gehouden rond Wereldwaterdag. Initiatiefnemer Aqua for All werkt hierin samen met zo’n vijftien organisatie van goede doelen en heel veel Rotary Clubs. Tijdens de veertiende editie afgelopen maart liepen rond 26.000 leerlingen van 450 basisscholen mee. Landelijk Coördinator Chris Amsinger: “De factor bewustwording spreekt scholen aan en het is makkelijk uit te voeren: (bijna) alle kinderen kunnen wandelen. Enkele weken voor de wandeling worden gastlessen gegeven in de deelnemende klassen. “Leerlingen weten vaak niet dat er zo veel kinderen zonder veilig drinkwater en sanitatie leven. We stellen veel vragen. Stel je voor dat jij zo moest leven, er geen tijd was om naar school te gaan omdat je water moest halen… We focussen op een concreet project waarvoor de kinderen vervolgens spon sorgeld ophalen bij familie en kennissen. Door te wandelen voor water ervaren ze dat ze zelf de kracht hebben om andere kinderen te helpen.” Amsinger liep al vaak mee. “In het begin zijn de kinderen blij dat ze niet op school hoeven te zitten. Maar halverwege beginnen ze de zwaarte van het water te voelen en zeggen ze: dit zou ik niet iedere dag willen doen. Uiteindelijk rennen ze trots over de finish.” www.wandelenvoorwater.nl
“S
tichting Rioned neemt kinderen met het lespakket
De oudste groepen graven als archeoloog in 4030 allerlei
‘Over de pot en de put’ mee naar de wereld achter
informatie op over het rioolstelsel van nu en groep 5 en 6
het afvoerputje, het gat in de wc en de putten in
lossen een (waargebeurd) raadsel op over een overstro
de straat. Programmamanager Rob Hermans: “Het gaat
ming op een basisschool.
ons er niet zozeer om kinderen ervan bewust te maken
Dat het in 2011 ontwikkelde lespakket zó’n groot succes
dat wij in Nederland zo’n goed rioolstelsel hebben, maar
zou worden, had Hermans nooit vermoed. “De waardering
om over ons thema lessen aan te bieden die aansluiten bij
onder gebruikers (leerkrachten en natuur- en milieu
kerndoelen in het onderwijs, zoals ‘zorg voor milieu’, en
educatiecentra, die met het pakket langs basisscholen
natuurlijk bij de belevingswereld van kinderen.”
trekken) is hoog. Op GroenGelinkt (een website voor
En dan krijg je dus lessen als De grote boodschap voor
natuur- en duurzaamheidseducatie) scoort het lespakket
groep 3 en 4, waarin taal een belangrijke rol speelt, en
30 procent hoger dan gemiddeld. Wel zo handig om in de
Waar ga je heen, Drol? voor groep 1 en 2, een kijk- en
veelheid aan aangeboden lespakketten te kunnen opval
luisterverhaal over de weg van Drol. Hermans (lachend):
len. We zijn trots dat het al op duizend scholen, in duizen
“We vermoeien de kleuters maar niet met de vier fases
den klassen, voor tienduizenden leerlingen is ingezet.”
van een rioolwaterzuivering.”
www.riool.info/over-de-pot-en-de-put
NR4-APRIL 2016
Foto Hans Hebbink
Z
es kilometer lopen met zes liter water op de rug.
35
36
ACHTERGROND Gastdocent van Evides Waterbedrijf vertelt over gezond kraanwater
terbedrijf Evides Wa
en (gast)less ter kwa over drin
“M
et een breed educatieaanbod voor de bovenbouw van de basisschool leert Evides Water
bedrijf kinderen in de regio van alles over de waarde van kraanwater. Hoofd Communicatie Roelinda Vording: “Dat past bij onze maatschappelijke rol als drink
Unie van Waterschappen
“H
Droppie Water
waterbedrijf. We bieden on- en offline materiaal en sinds 2016 ook gastlessen. et innemende stripfiguurtje Droppie Water
Ons doel voor dit jaar: 300 lessen. Met 120
doet al jaren dienst om kinderen van alles te
tot nu toe zijn we al een eind op weg.”
leren over waterzaken en is inmiddels een
Tijdens de interactieve waterles maken
“herkenbaar merk” geworden, zegt Marianne Moree,
kinderen spelenderwijs kennis met de
medewerker communicatie bij de Unie van Water
wereld van kraanwater. “De gastdocent
schappen. “Sommige stripboeken over Droppie zijn
gaat met ze in gesprek en laat ze aan de
(na tussentijdse updates) al toe aan de negentiende druk.” Daarnaast is Droppie inmiddels ook digitaal gegaan: een interactieve website vol spelletjes, weetjes en lesmodules gericht op basisschoolleerlingen van verschillende
hand van een presentatie en foto’s een kijkje in onze waterfabriek nemen. Ook bouwen ze in de klas een soort ‘water zuivering’, onder andere met een fles,
leeftijden.
zand en kiezels. Door ze actief mee te
In de stripboekjes, zoals De reis van het afvalwater en Op de dijk, laat
laten doen, blijft wat je vertelt veel beter
Droppie zien dat schoon water en droge voeten minder vanzelfspre
hangen.”
kend zijn dan ze lijken. “We vertellen wat waterschappen daar alle
Het leuke is dat Evides-collega’s gast
maal voor doen. De waterschappen gebruiken de middelen voor eigen
docent zijn, aldus Vording. “Juist doordat
educatieprogramma’s op scholen. Ze gaan bijvoorbeeld aan de hand
wij onze eigen medewerkers inzetten,
van het lespakket ‘Droppie als dijkwacht’ met een klas de dijk op. En
krijgen de kinderen beter inzicht in wat
tijdens de Nationale WaterSpaarders Dag 2015 was Droppie aan het
ons werk inhoudt. Zo rijdt een monteur
touwtjespringen.”
zijn Evides-bus het schoolplein op en
Je kunt volgens Moree met dit “opvoeden” niet vroeg genoeg begin
neemt een watertechnoloog nog wat
nen. Haar eigen kinderen vinden de stripboeken ook heel leuk. Maar
meetapparatuur mee om de kinderen
of de populariteit van Droppie Water daadwerkelijk bijdraagt aan meer
meer beeld te geven van wat er komt
bewustwording? “Dat is lastig meetbaar, maar niks doen is ook geen
kijken bij drinkwater maken en leveren.”
optie. Het is in ieder geval belangrijk dat hij met zijn tijd meegaat.
In de toekomst wil Evides Waterbedrijf
Zo hebben we de website recent toegankelijk gemaakt voor de tablet,
educatie nog meer aandacht geven. “We
waardoor we meer bezoekers trekken. En het vijfde Droppie-strip
zetten in op activiteiten in de Week van Ons
boek, dat binnenkort verschijnt, gaat over het voor waterschappen
Water in mei en verkennen de mogelijk
actuele thema energie en duurzaamheid.”
heden voor een educatieve expositie over
www.droppiewater.nl
de waterketen. Er zijn kansen genoeg om via de jeugd het waterbewustzijn te vergroten.” www.evides.nl/educatie
© Veolia Photo Library
WATER TECHNOLOGIES
Werken bij een wereldwijde marktleider in waterbehandeling? Met een portfolio van 350 technologieën, kunnen wij met ons gedreven lokale team een complete dienstverlening bieden aan onze klanten in Nederland. Wij waarderen mensen die onze passie voor waterbehandeling delen. Daarom zetten wij ons in voor een uitdagende en prettige werkomgeving, één die hard werken beloont met goede arbeidsvoorwaarden en actief ondersteunt bij het beklimmen van de carrièreladder, zowel lokaal als internationaal. Wij bieden een breed scala aan leer- en ontwikkelingsmogelijkeden en geven alle ruimte aan innovators en initiatiefnemers. Via www.veoliawaterst.nl houden wij je op de hoogte van onze vacatures.
HOOG WATER
JOURE Watertorens: er werden er 260 gebouwd om druk te houden op het leidingnet en altijd te beschikken over schoon drinkwater. De meeste zijn buiten gebruik en sommige worden nu bewoond. Zoals deze toren in het centrum van het Friese Joure.
<
VROEGER Deze toren is architectonisch niet heel bijzonder. Ze is gebouwd in 1928 naar een ontwerp van de Friese architect C.J. Wierda en bestaat uit een betonskelet, waartussen baksteen is gemetseld. Een restauratie (waarbij het dak ook werd vernieuwd) vond plaats in de jaren vijftig.
HOOGTE: 30,3 M
NU De toren kon behouden blijven doordat deze begin jaren negentig door een particuliere eigenaar werd verbouwd tot woning. De inwoners van Joure waren daar blij mee, de toren is toch karakteristiek voor het dorpsgezicht. Er kwamen vier verdiepingen om te bewonen en de begane grond werd voorzien van een uitbouw. Diverse oude details bleven daarbij bewaard, zoals de kolossale toegangsdeur, die overigens niet meer als zodanig wordt gebruikt.
GEBOUWD: 1928 HOOGTE: 30,3 METER INHOUD: 150 M3
> Tekst en fotografie Roel Smit
NR4-APRIL 2016
39
Ruim twee jaar geleden kwamen Folkert Meijer en Josje van Duin, twee dertigers, toevallig door Joure. Ze woonden toen nog middenin Amsterdam, maar waren al enige tijd op zoek naar iets ‘geheel anders’. Die zoektocht eindigde in Joure. Voor 250.000 euro werden ze samen de derde bewoner van de toren, inderdaad ‘iets heel anders’, inmiddels samen met hun zoontje van twee. Ze wonen er met plezier. De twee bovenste verdiepingen (waaronder het oude, uiteraard lege waterreservoir) hebben nog geen woonbestemming. Behalve dan – als je de boel niet goed afsluit – voor hordes o verwinterende vliegen, die zo’n hoge, droge plek wel prettig v inden. Daartegen heeft Folkert dus maar maatregelen genomen.
40
DRIJVEND BOUWEN: DÉ OPLOSSING VOOR LAAGGELEGEN DELTA’S?
WONEN, WERKEN EN LEVEN OP HET WATER
Bouwen op het water is technisch haalbaar. Dan hebben we het niet over woonboten, maar over echte drijvende woningen in echte drijvende steden. Volgens voorvechters dé manier om op lange termijn in laaggelegen delta’s te kunnen blijven wonen en werken. Over twee decennia is het zover.
Tekst Dorine van Kesteren Beeld Hollandse Hoogte
Amsterdam, IJburg met Steigereiland
A
I
n VPRO’s Tegenlicht was een paar jaar geleden te zien hoe Jan Rotmans op een druilerige dag door het havengebied van Rotterdam voer. Hij is hoogleraar transitiekunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en oprichter van duurzaamheidsorganisatie Urgenda en van de vernieuwingsbeweging Nederland Kantelt. Rotmans wees enthousiast naar de Rijnhaven en de Maashaven, die een voorbeeld moesten worden van drijvende gebiedsontwikkeling. Het drijvende paviljoen in de Rijnhaven (de ‘drijvende bollen’ ofwel ‘natte ballen’ in de Rotterdamse volksmond) zou het begin worden van een echte drijvende wijk in de Maashaven, met woningen, kantoren en horeca. Helaas zijn de plannen voor een nieuw stadshart op het water voortijdig gestrand, zegt R otmans nu. “Door de financieel-economische crisis waren de consortia die de plannen hadden ontwikkeld, niet meer bereid om de noodzakelijke investeringen te doen, en de gemeente Rotterdam kon ook onvoldoende investeren en garanties bieden.“ Inmiddels staat het drijvend bouwen echter weer hoog op de agenda van de gemeente Rotterdam. En niet alleen daar: wereldwijd is de belangstelling groot. Er zijn namelijk talloze redenen om op het water te gaan bouwen. Ruimtegebrek is de voornaamste. Uit studies van de Verenigde Naties blijkt dat iedere dag gemiddeld 100.000 mensen naar de stad trekken. Die steden liggen overwegend aan zee of aan een rivier: dertien van de vijftien grootste steden ter wereld bevinden zich in een >
NR4-APRIL 2016
41 Foto Siebe Swart luchtfotografie / Hollandse Hoogte
A
ACHTERGROND
42
ZELFVOORZIENENDE
laaggelegen delta. De ruimte om daar mensen te huisvesten, is natuurlijk eindig. Tegelijk worden de gevolgen van een eventuele overstroming ernstiger omdat de bevolking en de economische waarde meer en meer geconcentreerd raken. Het volgende knelpunt is dat de groeiende steden ten koste gaan van landbouwgrond, terwijl die grond hard nodig is om de mensen in de steden te voorzien van voedsel en grondstoffen.
DRIJVENDE WONING Woningschaarste is een probleem in grote delen van Europa. Wonen op het water is een goede oplossing, maar dan is er lang niet altijd een aansluiting op het elektriciteits-, gas en waterleidingnet. Daarom hebben
“In 2050 is het landgebrek 22 miljoen vierkante meter: een gebied ter grootte van Noord-Amerika”, zegt civiel ingenieur Rutger de Graaf, die met zijn bedrijven DeltaSync en Blue21 van drijvend bouwen zijn beroep heeft gemaakt. De oplossing? Uitwijken naar het water. De Graaf: “70 procent van onze planeet bestaat uit water, maar daar maken we nu nog heel slecht gebruik van. Dat is zonde, want op het water kunnen we niet alleen wonen, maar ook voedsel en energie produceren.”
twee onderzoeksinstituten van het Duitse Fraunhofer Gesellschaft een drijvende woning ontwikkeld die zelf water, warmte en elektriciteit produceert. In 2017 moet de eerste drijvende woning te vinden zijn in de Geiersewaldensee, zo’n 80 kilometer van Dresden. Deze woning, de Autartec, heeft 109 vierkante meter w oonoppervlak.
MEEBEWEGEN MET HET PEIL Drijvend bouwen heeft veel voordelen. Overstromingen krijgen immers geen vat op woningen die zich vrolijk aanpassen aan het waterpeil. Dit biedt kansen voor woningbouw in buitendijkse gebieden, zoals uiterwaarden of het havengebied in Rotterdam. Rotmans: “De zeespiegel stijgt, dat is alom bekend en werd ook onlangs tijdens de klimaattop in Parijs weer benadrukt. In het Rotterdamse havengebied, dat in een open verbinding staat met de zee, kun je dan twee dingen doen. Of je hoogt de dijken voortdurend op, of je gaat meebewegen met het water. In het laatste geval is het wel belangrijk om duurzaam te bouwen op het water, in termen van energie-, materialenen grondstoffengebruik.”
In de muren en trappen zijn zonne cellen en accu’s geïnstalleerd. De woning wekt warmte op via zout hydraten, die in vloeibare staat hitte opslaan en de warmte weer afgeven als ze kristalliseren. Water uit het meer wordt met behulp van keramische elementen gezuiverd; ook afvalwater wordt gezuiverd voordat het terug het meer in wordt gepompt.
Daarnaast zijn drijvende gebouwen verplaatsbaar en flexibel. Daardoor kunnen zij afzonderlijk worden verkocht en een nieuwe bestemming krijgen, zodat vroegtijdige sloop kan worden voorkomen. En omdat de bouwlocatie een andere is dan de plek waar de woningen uiteindelijk terechtkomen, is er minder overlast dan bij conventionele bouwprojecten. De Graaf: “De woningen worden in een industriële omgeving geproduceerd, dus niemand heeft hinder van geluid, graafwerkzaamheden of bouwverkeer.” De bouwkosten liggen weliswaar gemiddeld 10 tot 15 procent hoger dan die van een vergelijkbaar gebouw op het land, maar het bedrag onderaan de streep is vaak lager, aldus De Graaf. “Bij bouwen op het water heb je niet te maken met de grondprijs, die juist in de stedelijke delta”s vaak exorbitant hoog is.”
Vorig jaar al ontwikkelde een Brits architectenbureau een bijna volledig recyclebare waterwoning. De Waternest 100 is voor 98 procent is opge trokken uit gerecycled materiaal. De ronde draagconstructie is ge maakt van teruggewonnen alumini um. Het huis zelf is van gerecycled, gelijmd laminaat. De waterwoning heeft een vloeroppervlak van
Technisch is het al enige tijd mogelijk om te bouwen op het water. Daarbij wordt gebruikgemaakt van een drijvende fundering van piepschuim, versterkt met een frame van versterkt beton. Andere systemen maken gebruik van lichtgewicht c omposieten of holle betonnen structuren. Er zijn geïsoleerde drijvende woningen, drijvende appartementencomplexen en drijvende eilanden met meerdere huizen erop, compleet met tuintjes, straten en pleinen. Afhankelijk van de precieze locatie moeten er soms ook voorzieningen worden getroffen om de woningen te beschermen tegen het water. De Graaf: “In zee moet een drijvende golfbreker komen. Maar op andere plekken is het denkbaar om rond de wijk wetlands of kunstmatige riffen aan te leggen.”
100 vierkante meter; op het dak is ruimte voor 60 vierkante meter zonnepanelen.
WEERSTAND OVERWINNEN Het is technisch haalbaar en om klimatologische en demografische redenen noodzakelijk, dus je zou zeggen: waar wachten we nog op? Na het drijvende paviljoen in de Rijnhaven wordt er in Nederland echter nog slechts mondjesmaat drijvend
ACHTERGROND Foto Chris Pennarts / Hollandse Hoogte
De bouw van 36 amfibische en 14 drijvende woningen in het Gelderse Maasbommel
nlangs samen met een aantal universiteiten en hogeschoo len onderzoek naar dit vraagstuk. “Met een speciale onderwaterdrone die is uitgerust met sensoren en een camera, hebben we onder alle drijvende gebouwen in Nederland het zuurstofgehalte, de temperatuur en nutriënten gemeten. Het blijkt dat bebouwing geen negatieve invloed op de waterkwaliteit heeft. Er is zelfs een positieve invloed op de ecologie: we zagen op veel plekken een toename van vissen, schelpdieren en waterplanten.” ebouwd. Eind vorig jaar werd in de Rotterdamse Dokhaven g een testomgeving voor drijvend bouwen geopend. In de Harnaschpolder in Delft drijven vijf waterwoningen en is er een zesde in aanbouw. De Amsterdamse wijk IJburg kent er honderd en Woerden, Lelystad en Dordrecht zijn bezig met een aantal kleinschalige projecten. Rotmans: “We moeten een bepaalde weerstand overwinnen. Van de bouwinspectie, de brandweer, de wet- en regelgeving… Voorheen kon er bijvoorbeeld alleen op het water worden gebouwd in regelloze zones, omdat het Bouwbesluit drijvend bouwen in de weg staat.” De Graaf: “Sinds een paar jaar is er een nieuwe norm voor drijvend bouwen, de NTA 8111, die het voor gemeenten en waterschappen gemakkelijker maakt om vergunningen af te geven.” Onderschat ook de mentale weerstand niet, zegt Rotmans. De meeste beleidsmakers, projectontwikkelaars, bouwers en consumenten associëren het water met risico”s en onveiligheid. “We hebben altijd geleerd om zo ver mogelijk bij het water vandaan te blijven. Nu moeten we anders gaan denken en het water niet langer als bedreiging zien, maar het juist omarmen.” De Graaf benadrukt de positieve kant. “Uit onderzoek blijkt dat 13 procent van de Nederlanders interesse heeft in wonen op het water. Dat klinkt als een laag percentage, maar dan gaat het toch om honderdduizenden woningen. Bij de uitgifte van de waterkavels in Dordrecht hebben de belangstellenden een week voor de deur van het stadhuis g ekampeerd. En het drijvend paviljoen in Rotterdam is uitgegroeid tot een symbool van klimaatadaptatie; burgemeester Aboutaleb is er door CNN geïnterviewd. Ook de w aterwoningen op IJburg worden internationaal als indrukwekkend voorbeeld gezien.” INVLOED WATERKWALITEIT Bij het verlenen van vergunningen hanteren de waterschappen vaak de stelregel dat niet meer dan 50 procent van het wateroppervlakte mag worden bedekt. Dit moet achteruitgang van de waterkwaliteit voorkomen. De Graaf deed NR4-APRIL 2016
Volgens De Graaf kunnen drijvende woningen een belangrijke rol spelen in de circulaire economie. “Onder de drijvende gebouwen ontstaat een nieuw ecosysteem, dat als waterzuivering kan fungeren. Zeewier kan dienen als veevoer, w aardoor je geen sojaplantages meer nodig hebt en geen regenwouden hoeft te kappen. De drijvende stad sluit de kringloop door afval van het land te gebruiken. Het is bijvoorbeeld mogelijk om met CO2 en de nutriënten in afvalwater algen te kweken, die vervolgens worden gebruikt voor de productie van biobrandstoffen.” IDEAAL EXPORTPRODUCT De Graaf verwacht dat binnen twee decennia grootschalig op het water wordt gebouwd. “Daarvoor is wel nodig dat het onderzoek minder gefragmenteerd wordt, en dat deskundigen op het gebied van onder meer deltatechnologie, projectontwikkeling en stedenbouw de handen ineen slaan. Onze eerste stap is nu om de circulariteit van individuele drijvende woningen en wijken aan te tonen. Daarna is het een kwestie van opschaling.” Rotmans pleit voor een rustige start met een kleine groep voorlopers. “Dan is er ruimte om te leren van fouten. En als het drijvend wonen een succes wordt, kunnen deze mensen vervolgens weer anderen enthousiasmeren.” Drijvend bouwen kan uitgroeien tot een icoon voor de Nederlandse water- en bouwsector, aldus Rotmans. “Het is een ideaal exportproduct voor Nederland. Maar dan moeten we er wel serieus werk van maken. Kijk, als Nederland het niet doet, doen deltagebieden als Indonesië, Dubai of Taiwan het wel.” De bedrijven van De Graaf zijn internationaal actief – Delta sync werkt bijvoorbeeld nauw samen met het Seasteading Institute, een Amerikaanse non-profitorganisatie die steden wil bouwen op zee – maar ook hij zegt: we moeten het in Nederland doen. “Het liefst laat ik hier in Nederland innovatieve projecten zien, die ik vervolgens over de hele wereld kan exporteren. De Deltawerken zijn hartstikke mooi en belangrijk, maar het is de vraag of we daar over twintig jaar nog wel mee kunnen aankomen bij buitenlandse delegaties.” |
43
44
iStockphoto
DICHTE BEGROEIING LANGS BEKEN HELPT TEGEN TEMPERATUURSTIJGING Klimaatveranderingen zorgen voor een stijgen de watertemperatuur in beken. Die h ogere tem peratuur kan schade aan flora en f auna veroorzaken. Reden voor de waterschappen Vechtstromen en Vallei en Veluwe om samen met bureau Tauw onderzoek te doen naar het mitigerende effect van schaduw.
De gemiddelde watertemperatuur in beken in de beheergebieden van de waterschappen Vechtstromen en Vallei en Veluwe is de afgelopen veertig jaar ongeveer drie graden gestegen. 2015 was het warmste jaar ooit gemeten. Als deze stijging doorgaat is de schade aan flora en fauna waarschijnlijk substantieel. Het onderzoek naar de effecten van schaduw was gericht op laaglandbeken. Dit zijn langzaam stromende regenbeken zonder bron, maar met een groot oorsprongsgebied. Veel laaglandbeken liggen in een open of halfopen landschap, waardoor ze gevoelig zijn voor temperatuurstijging. Van de trajecten die zijn gebruikt voor de analyse zijn in de afgelopen jaren gegevens verzameld voor een groot aantal fysisch-chemische factoren. Daarnaast heeft bureau Tauw een database opgebouwd op basis van een schaduwmodel. In dit concept wordt gebruik gemaakt van het Algemene Hoogtebestand Nederland (AHN), van beschikbare kaarten van de beektrajecten en van de Geographical Information Systems (GIS). Vervolgens zijn parameters in te stellen over de hoek van de inval van zonlicht en de mogelijke hoogte om schaduw te creëren. Als je dan de berekende schaduwlijnen in het model tekent, kun je bij inzoomen goed zien hoe de schaduw valt over het traject en de mate van beschaduwing berekenen. Er is gebruik gemaakt van trajecten van 100 meter voor de meetpunten waarover veel informatie beschikbaar was. Die beschikbare gegevens zijn naast de nieuwe (beschaduwings-) gegevens van Tauw gelegd. Hierbij is alleen gekeken naar de data van de maanden mei tot en met september, aangezien daarin de sterkste opwarming plaatsvindt en de hoogste watertemperaturen voorkomen.
WATERWETENSCHAP
TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR
Er zijn met behulp van de Spearman-rank-order-correlatietoets statistisch significante correlaties gevonden tussen de mate van beschaduwing en de beektemperatuur voor beektypen R4 en R5. Dat zijn de langzaam stromende bovenlopen, middenlopen en benedenlopen op zand. Beschaduwing leverde gemiddeld een temperatuurdaling van twee graden op in vergelijking met geen beschaduwing. Uiteraard heeft elk gemeten beektraject van 100 meter een historie. Wanneer een traject dat volledig beschaduwd is, toch een hoge temperatuur heeft op het meetpunt, dan is het goed mogelijk dat er verder stroomopwaarts opwarming heeft plaatsgevonden. Ook kan een lage watertemperatuur gemeten na een onbeschaduwd traject, het gevolg zijn van verkoeling ervoor. De resultaten per locatie moeten worden gezien als een momentopname in een langlopend beektraject. Alle beschouwde 100-metertrajecten samen geven echter aan dat beschaduwing werkt. Uit de resultaten blijkt dat hoe breder de beek, hoe kleiner het effect van beschaduwing is. Zo zien we in langzaam lopende riviertjes op zand of klei (R6) nauwelijks een r elatie tussen temperatuur en beschaduwing. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat een grotere waterkolom minder vatbaar is voor temperatuurveranderingen aan het oppervlak. Bredere beken zijn vaak ook dieper en zonlicht kan niet altijd de tot de diepste plekken doordringen, terwijl dit bij de smallere beken van het type R4 of R5 vaak wel gebeurt. Verder is kans op volledige beschaduwing bij een bredere beek kleiner. BEGROEIING Tijdens het onderzoek viel verder op dat beken die schaduw krijgen van brede stroken bos vaak koeler waren dan b eken met eenzelfde percentage beschaduwing, maar van een enkele rij bomen aan de oever. Bredere stroken bos leveren mogelijk een extra verkoelend effect op omdat de luchttemperatuur in het bos lager is. Dat heeft te maken met minder zonlicht en verdamping van het gewas. Het beekwater heeft dan ook baat bij de lagere luchttemperatuur direct boven het water. Het is daarom aan te bevelen om bredere stroken beplanting langs een beek aan te leggen. Deze conclusie is terug te vinden in de meeste literatuur, waarin wordt gepleit voor brede, zoveel mogelijk aaneengesloten beschaduwing. Deze aanpak is ook te verkiezen met het oog op beperking van de toestroom van nutriënten (door zuivering van het toestromende water in de beplantingsstrook, onder meer belangrijk om de groei van waterplanten in toom te houden), ruimte geven aan de dynamiek van de NR4-APRIL 2016
beek, biodiversiteit en landschapsherstel. Naar verwachting kunnen lange, aangesloten, brede stukken beek-begeleidende beplanting de meest geschikte habitat en structuur bieden. NADER ONDERZOEK Het gewenste effect van een aantal graden verkoeling wordt niet altijd bereikt. Uit de data is hiervoor geen generieke regel af te leiden. Het beschaduwen van beken met als doel de beektemperatuur te verlagen is een kwestie van maatwerk, waarbij nog niet alle relevante factoren in beeld zijn. Klimaatverandering maakt het noodzakelijk om te werken aan verkoelende maatregelen voor (laagland-) beken. Dat beek-begeleidende beplanting werkt, is aangetoond. Dat bredere bosstroken meer invloed hebben dan een enkele bomenrij evenzeer. Nader onderzoek is nodig om de waterschappen praktische handvatten te bieden om beek-begeleidende beplanting effectief in te zetten als mitigerende maatregel tegen klimaatverandering. De prachtige beken zijn het waard. Gideon Browne (Universiteit Utrecht) Pim de Kwaadsteniet (Tauw) Gertie Schmidt (Waterschap Vechtstromen) Jan van Kempen (Waterschap Veluwe en Vallei)
Een uitgebreide versie van dit artikel is geschreven voor H2O-Online. Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl
SAMENVATTING De afgelopen veertig jaar is de temperatuur in laag landbeken met drie graden gestegen, wat schade aan flora en fauna tot gevolg kan hebben. Daarom hebben de waterschappen Vallei en Veluwe en Vechtstromen samen met Tauw een onderzoek opgezet naar het effect van schaduw. Uit dat onderzoek blijkt dat volle dige beschaduwing door beplanting langs de relatief smalle beken (R4- en R5-type) de watertemperatuur met twee graden kan doen dalen.
45
46
VERDER OP H2O-ONLINE
MEER WETEN? KIJK OP DE SITE VAN H2O!
Wie aan dit maandblad niet genoeg heeft en de verdieping zoekt, heeft de website H2O-Online: www.vakbladh2o.nl. Daar vindt u onder andere vakartikelen op het gebied van wetenschap en techniek. Op deze pagina enkele van de meest recente artikelen die op de site zijn verschenen.
WATERDATAMINING – DE EERSTE ERVARINGEN UIT DE DRINKWATER PRAKTIJK Een inventarisatie van assetmanagementkennisvragen, een literatuurstudie naar datamining en de eerste praktijkervaringen uit twee pilotprojecten vormen voor drinkwaterbedrijven een eerste, voorzichtige stap op weg naar een datagedreven bedrijfsvoering. Drinkwaterbedrijven kunnen de verzamelde kennis inzetten om hun operationele processen (bijvoorbeeld assetmanagement) te verbeteren. Dirk Vries, Erwin Vonk (KWR Watercycle Research Institute), Johan van Erp (Brabant Water), Roel Diemel (Brabant Water), Wybren de Jong (Vitens)
SAMEN VOOR EEN GOEDE WATER KWALITEIT IN DE UTRECHTSE GEMEENTEN Winnet, het regionale waterinnovatienetwerk van hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en veertien Utrechtse gemeenten, beschouwt de oppervlaktewaterkwaliteit in het stedelijk gebied als integraal onderdeel van de waterketen en ziet waterkwaliteit als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Een gezamenlijke aanpak moet ervoor zorgen dat in 2027 al het water minimaal aan het streefbeeld ‘zichtbaar’ voldoet. Bas Spanjers (hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden), Erwin Rebergen (gemeente Utrecht), Laurens van Miltenburg (gemeente Nieuwegein), Pim de Kwaadsteniet (Tauw), Carolien Wegstapel (Tauw)
DE MEERWAARDE VAN EEN ONDER WATERDRONE BIJ HET MONITOREN VAN OPPERVLAKTEWATER Onderwaterdrones, uitgerust met diverse sensoren en camera’s, blijken een waardevolle toevoeging aan de reguliere steekmonsters, waarmee de ecologische kwaliteit van het waterlichaam kan worden
beoordeeld. Uit de eerste resultaten blijkt dat de drones goed kunnen worden ingezet voor het verkrijgen van een 3D-beeld van de waterkwaliteit en ecologie in de plas, zoals bij de pilot in de Sloterplas in Amsterdam. Floris Boogaard (INDYMO/Hanzehogeschool Groningen/Tauw), Rui de Lima (INDYMO), Jasper Stroom (Waternet)
DE BELEVINGSWERELD VAN DE DRINKWATERKLANT IN PERSPECTIEF Onderzoek wijst uit dat ‘de drinkwaterklant’ zich niet laat vangen onder één noemer. Op basis van de zeer verschillende prioriteiten die klanten hebben als het gaat om de (toekomstige) drinkwater voorziening kan onderscheid gemaakt worden maken tussen vier verschillende klantprofielen. Miranda Pieron (EMMA), Stijn Brouwer (KWR Watercycle Research Institute), Rian Kloosterman (Vitens), Carolien Koopman (Vitens)
TOOLS VOOR KLIMAATBESTENDIG INRICHTEN VAN STEDELIJK GEBIED In ontwerpworkshops is een aantal tools ontwikkeld waarmee ontwerpers, deskundigen en belanghebbenden conceptuele ontwerpen kunnen opstellen om te helpen de gebouwde omgeving waterrobuust en klimaatbestendig te maken. Water- en klimaatopgaven worden op (kosten)effectieve wijze ingevuld en de toegevoegde waarde van ingrepen voor de leefbaarheid wordt gemaximaliseerd. Frans van de Ven (Deltares/TU Delft), Reinder Brolsma (Deltares), Robbert Snep (Alterra Wageningen UR), Stijn Koole (Bosch Slabbers Den Haag)
MASTERCLASSES KLIMAATBESTENDIG INRICHTEN Diverse steden worstelen met het klimaat bestendig inrichten van het stedelijk
gebied. In het participerende praktijk onderzoek ‘Full scale testen’ als onderdeel van masterclasses in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, komen onderwijs, overheden en bedrijven samen om klimaatadaptieve inrichting te evalueren en te optimaliseren. Floris Boogaard (Hanzehogeschool Groningen/ Tauw), Thomas Klomp (gemeente Hoogeveen), Marthijn Manenschijn (waterschap Drents Overijsselse Delta)
WERKEN AAN KLIMAATBESTENDIGE BEKEN - WAT IS HET EFFECT VAN BEEKBEGELEIDENDE BEPLANTING OP BEEKTEMPERATUUR? Volledig beschaduwde beektrajecten van het type R4 en R5 zijn relatief koel in verhouding tot minder beschaduwde trajecten. Het waargenomen verschil kan oplopen tot 2 graden Celsius. Voor type R6 bleek het verkoelende effect nauwelijks aantoonbaar. Gideon Browne (Universiteit Utrecht), Pim de Kwaadsteniet (Tauw), Gertie Schmidt (waterschap Vechtstromen), Jan van Kempen (waterschap Vallei en Veluwe)
Van elk nieuw artikel op H2O-Online een melding krijgen? Volg ons dan op Twitter: @vakbladh2o. U kunt ook elke maand onze nieuwsbrief met attenderingen ontvangen. Meld u aan via de website, www.vakbladH2O.nl, pagina H2O-Online/recente artikelen.
Zelf een artikel schrijven voor H2O-Online? Kijk op onze website voor de a uteursinstructies en/of neem contact op met de redactie via redactie@vakbladh2o.nl
2,5 miljoen consumenten en bedrijven 24/7 van betrouwbaar water voorzien.
Voor 2,5 miljoen mensen en bedrijven in ons werkgebied Zuidwest-Nederland is de beschikbaarheid van betrouwbaar drinkwater de normaalste zaak van de wereld. Het leveren daarvan is voor de kleine 700 medewerkers van Evides Waterbedrijf elke dag weer een mooie uitdaging. In Nederland zijn wij met ruim 160 miljoen m3 per jaar een van de sterkste spelers op het gebied van drinkwater en behoren we tot de top van industriewaterleveranciers. Het is dan ook niet verwonderlijk dat je bij Evides uitdagingen treft in allerlei soorten techniek en op alle denkbare niveaus. Waar je ook begint, één ding staat als een paal boven water: Evides Waterbedrijf biedt je riante mogelijkheden voor ontwikkeling en ontplooiing.
Kansen in techniek Er gaat heel wat werktuigbouw, procestechniek, civiele techniek, economie en management om in water. Of je nu net afgestudeerd bent, of al enige jaren werkervaring hebt, bij Evides kun je in diverse richtingen aan de slag. Er liggen vooral volop kansen in de techniek, maar ook in de commercie, in staffuncties en op werkervaringsplaatsen zijn er mogelijkheden. Zelfs in het buitenland. Want ook daar zijn we actief. Dus als jij behalve een relevante opleiding of ervaring een ge-
Ga er maar voor.
zonde dosis ambitie meebrengt, dan vind je bij Evides meer dan genoeg perspectief.
Dynamische werkomgeving Doordat wij zowel drinkwater als industriewater leveren, mag je er vanuit gaan dat innovatie bij Evides met hoofletters wordt geschreven. Wij verdiepen ons voortdurend in vernieuwende technologieën om zowel onze waterkwaliteit als onze dienstverlening op het allerhoogste niveau te houden. Als je alleen al denkt aan het zuiveren van water, dan begrijp je dat wij bij Evides inmiddels een hoop know-how en een schat aan ervaring in huis hebben. Wij bouwen bijvoorbeeld zelf specifieke installaties die het water bij de bron of op locatie zuiveren tot de gewenste kwaliteit. Tegelijkertijd scoren wij hoog op het gebied van efficiëncy. Dat resulteert in lage operationele kosten en relatief lage drinkwatertarieven. Werken bij Evides betekent werken in een dynamische én professionele omgeving waar je het beste uit jezelf kunt halen.
Traineeship Met een technische HBO- of WO-opleiding kun je bij Evides kiezen voor een traineeship. Wij praten dan over een intensief leertraject van drie jaar, waarin we je meevoeren langs verschillende multidisciplinaire, (inter)nationale projecten. Als trainee krijg je zo een unieke kans om de verschillende aspecten van Evides te leren kennen en tegelijkertijd je inhoudelijke en persoonlijke kwaliteiten verder te ontwikkelen. Je wordt als het ware in het diepe gegooid, waarbij je altijd kunt terugvallen op een interne coach. Ongekend uitdagend! Dit alles maakt Evides Waterbedrijf als werkgever ongekend veelzijdig. Dat we daarbij een mooi salaris en goede arbeidsvoorwaarden bieden, maakt het alleen nog maar aantrekkelijker. Ga er maar voor! Kijk voor meer informatie en actuele vacatures op www.evides.nl/werkenbij en volg ons op LinkedIn: http://www.linkedin. com/company/evides-waterbedrijf.
LOGISTICON VERHUUR Opslag en dosering
Zand- & koolfiltratie
EUROPA’S GROOTSTE VERHUURVLOOT VOOR WATERZUIVERINGEN
Ultrafiltratie
Flotatie
Chemicaliën
Omgekeerde osmose
Uitgebreide keuze Voor de levering van installaties voor zowel korte als lange termijn verhuur, met capaciteiten van 1 tot meer dan 2000 m3/h voor toepassingen als: - Capaciteitsuitbreiding en/of back-up - Proefneming - Kwaliteitsverbetering Informeer naar Europa’s grootste verhuurvloot voor waterzuiveringen.
Logisticon Verhuur b.v. +31 (0)184 608266 www.logisticon.com/nl/verhuur