Maandblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk
10
15 december 2016 49ste jaargang
h2owaternetwerk.nl
GRONINGEN BEEFT! WAT BETEKENT DAT VOOR DE WATERSECTOR? CITIZEN SCIENCE WETENSCHAP VRAAGT BURGERS OM HULP Hoe fris is een plons in het stadswater?
EVERT VAN HARN
NEEMT WEER AFSCHEID VAN EEN WATERTOREN
ACHTER DE
COVER
2
Tekst Barbara Schilperoort | Fotografie Kees Hummel
WIE? Evert van Harn (56), een echt buitenmens met ‘groen’ als rode draad in zijn werk. Hij begon ooit als hovenier en stapte later over naar het beheer van de waterwingebieden bij de Veluwse Nuts Bedrijven (gas en water), een van de voorgangers van drinkwaterbedrijf Vitens. Vanuit het beheer van de erven rondom de productiegebouwen raakte hij steeds meer betrokken bij het werkveld ‘beheer van terreinen én gebouwen’. Sinds 2009 is hij beëdigd Rentmeester NVR en als zodanig in dienst van Vitens.
WAAR? Bij de 48 meter hoge watertoren aan de Utrechtse Lauwerhof. In 1895 neergezet in de tuin (!) van de toenmalige directeur van het waterbedrijf, tegenwoordig gelegen middenin de drukke Breedstraatbuurt, vlakbij het stadscentrum. De monumentale toren werd begin jaren tachtig verbouwd tot waterleidingmuseum, maar stond weer leeg sinds de collectie naar Nederlands Watermuseum in Arnhem verhuisde. Kortgeleden is de watertoren verkocht aan een jong gezin met ambitieuze plannen om deze fasegewijs te verbouwen tot woning, kantoorruimtes en bed-en-breakfast-appartementen. Op de begane grond komt een brouwerij die met Utrechts (Vitens-)drinkwater lokaal bier produceert. En op de toekomstige dakopbouw deels de woning en deels een proeflokaal. WAT? “Als Rentmeester bij Vitens ben ik verantwoordelijk voor de 350 gebieden die wij in vijf provincies beheren en deels verpachten. Tot mijn werk hoort ook de aankoop van nieuwe locaties én de verkoop van oude die vanwege oprukkende verstedelijking, vervuiling of door optimalisaties niet meer geschikt zijn als waterwingebied. De laatste anderhalf jaar ben ik nogal druk met de verkoop van onze watertorens en pompgebouwen die niet meer in gebruik zijn. Een duurzame en kansrijke herbestemming is een doel, de balans tussen maatschappelijke en financiële belangen is een vereiste. Het gaat immers om publiek geld… Dus zoek ik iemand die er – bij wijze van spreken – voor de komende 100 jaar ook weer een nieuwe functie aan kan geven.” “Omdat deze watertoren eerder een museum huisvestte, waren er al verdiepingen aanwezig. Dat vergemakkelijkt de verkoop. Samen met een creatief bureau en een makelaar inventariseren we tevoren de potenties van een object, de kansen voor een mogelijke herbestemming, laten aansprekende foto’s maken. We benaderen belangstellenden die zich al eerder met ideeën meldden. Met al die informatie stap ik naar gemeenten. Om de nodige goodwill te creëren. Want er zal ook een verandering in het bestemmingsplan nodig zijn. Zo probeer ik zoveel mogelijk kansen voor een succesvolle herbestemming te creëren en tegelijkertijd alle mogelijke risico’s in kaart te brengen. Dat werkt!” www.lauwerhof.nl
3
INHOUD NR10 DECEMBER 2016
Maandblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW)
4
4 GRONINGEN BEEFT EN DAALT! HOE NU VERDER?
16 24 32
NR10-DECEMBER 2016
16 ZWEMMEN IN DE GRACHT: HET BLIJFT OPPASSEN 24 BURGERS SCHIETEN WETENSCHAP TE HULP; WAAROM EIGENLIJK? 32 HET LEGER ALS VRIEND VAN DE WATERBEHEERDERS
VASTE RUBRIEKEN 8 HOOGSTANDJE Buurt in Rotterdam blij met stalen druppel 10 WATERNETWERK • Foto-impressie Najaarscongres KNW • KNW wil watersector versterken met mentorprogramma • Impressie symposium Groene daken 20 WATERTECHNIEK • Waterkrachtcentrale Dommel draait dankzij crowdfunding • Wat kunnen boeren het beste doen voor de waterkwaliteit? • Effluent van Suikerunie wordt duurzaam benut in tuinbouw 28 NEW BUSINESS • Waterlink: etalage van innovaties in watertechnologie • Upfall Shower: veel water, weinig verbruik • ‘Sand Cycle’: continue monitoring van zandfilters 36 WATERWETENSCHAP • Het effect van gezuiverd transportwater op hard fruit 38 VERDER OP H2O-ONLINE Overzicht van de nieuwste vakartikelen op h2owaternetwerk.nl
COLOFON Maandblad H2O, H2O-Online, Water Matters en H2O Video zijn uitgaven van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) UITGEVER Monique Bekkenutte (KNW) HOOFDREDACTEUR Roel Smit REDACTIE Peter Boorsma, Loes Elshof, Jaap Hoeve, Marloes Hooimeijer, Dorine van Kesteren, Charlotte L eenaers, Hans Oerlemans, Sander Peters, Barbara S chilperoort, Dorien ter Veld, M artien Versteegh van Wijk, Nico van der Wel R EDACTIEADRES Koningskade 40, 2596 AA Den Haag, e-mail: redactie@vakbladh2o.nl WEBREDACTIE Berber Bijma, Jaap Hoeve, Kees Jan van Kesteren, Hans Klip REDACTIERAAD René Arninkhof, Matthijs van den Brink, Erwin de Bruin,Henk Dekker, H enriëtte van Ekert, A lice Fermont, Roberta Hofman- Caris, Joost Icke, Warry Meuleman, Johan van Mourik, Jos Peters, Jan Post, Jan Roelsma, Joris Schaap, Peter Schipper, Marlies Verhoeven, Marie-José van de Vondervoort, Jason Zondag VORMGEVER Ronald Koopmans BLADMANAGEMENT G errit Holtman PRODUCTIE Hoeksjan R edactie en Communicatie ADVERTENTIE/MEDIAVERKOOP: Cross Media Nederland, Bart de Wilde en Nick Konings, Nieuwe Haven 133, 3116 AC Schiedam, 010-7421020, e-mail: bart@crossmedianederland.com en nick@cross medianederland.com DRUK Senefelder Misset, Doetinchem A BONNEMENTEN Secretariaat@vakbladh2o.nl
4
WIE BETAALT DE REKENING VAN SCHOKBESTENDIG WATERBEHEER?
N E G N I GRON T F T E E B E N DA A L T!
Tekst Hans Oerlemans | Beeld iStockphoto
H
et Eemskanaal van Groningen naar Delfzijl ligt meters hoger dan het flankerend polderland. Boten varen boven je hoofd als je aan de voet van de dijk rijdt. Dit is de drukste vaarroute van het noorden. In de dijk ligt bovendien een persleiding om het rioolwater van de stad Groningen naar de waterzuivering van Garmerwolde te voeren. Allemaal vitale functies en dat midden in het aardbevingsgebied. Stel dat de dijk het begeeft. Grote delen van de provincie en de stad Groningen zouden onderlopen. Breekt ook de persleiding, dan komt er nog een stevige milieuramp bij.
Hoe realistisch is dit scenario? ‘‘Serieus genoeg om er rekening mee te houden”, stelt Bert Middel, sinds 2012 dijkgraaf van het waterschap Noorderzijlvest. ‘‘We moeten afgaan op wat deskundigen ons vertellen. Een beving van 5,0 op de schaal van Richter valt niet uit te sluiten. De zwaarste schok tot nu toe was 3,6. Maar die getallen zeggen niet zoveel. Je moet ook kijken naar het type bodem, de diepte van de beving en de grondversnelling op het maaiveld, dat is het schudden van de bodem. Hoe dichter aan de oppervlakte hoe meer risico op schade.
A
A
ACHTERGROND
De gaskraan verder dicht en de geldkraan verder open. Dat is – kort samengevat – wat Groningen van de NAM verlangt. Ook waterschappen en drinkwaterbedrijven worden geconfronteerd met de risico’s van aardschokken. Waterschap Noorderzijlvest moet bijvoorbeeld fors investeren om vele kilometers waterkeringen aardbevingsbestendig te maken. En wie betaalt dat? Pas heel recent toonde de NAM zich bereid hieraan mee te betalen.
Dat is de situatie in Groningen. Het gaat hier om snelle, relatief ondiepe bevingen. We mogen geen enkel risico nemen. Als een dijk breekt, loopt ook de gaswinning gevaar. Het enige voordeel daarvan is dat de rest van Nederland dan ook ineens weet waar Groningen ligt…” WITTEWIERUM EN WOLTERSUM Noorderzijlvest heeft een programma opgesteld om tot 2020 in fasen de dijkvakken langs het Eemskanaal te versterken en de persleiding te beschermen met damwanden. In 2014 is het eerste, meest kwetsbare traject aangepakt ter hoogte van Wittewierum en Woltersum. De NAM moet hieraan meebetalen, omdat het een preventieve dijkversterking betreft wegens risico op aardbevingen. Op 30 november kon Bert Middel zijn algemeen bestuur eindelijk melden dat de NAM over de burg komt met een bijdrage van 8,3 miljoen euro voor de versterking van de Eemskanaaldijk. Daarmee komt een einde aan jarenlang gesteggel over de kosten en de toegepaste > NR10-DECEMBER 2016
5
6
technieken. Middel: ‘‘Tegenover de bevolking konden we het niet maken om dit project uit te stellen in afwachting van overeenstemming met de NAM over alle punten en komma’s van het bestek. Dan ben je zo jaren verder. Nait soezen moar broezen, zoals we in Groningen zeggen.”
ARBITER VOOR COMPLEXE SCHADES
VERWEKEN ZEEDIJK In totaal gaat Noorderzijlvest circa 40 kilometer zeedijk en 75 kilometer regionale keringen versneld versterken. Deze zomer kreeg een consortium van Boskalis en KWS opdracht twaalf kilometer zeedijk tussen Eemshaven en Delfzijl aan te pakken. De huidige dijk voldoet hier niet aan de nieuwe normen die in 2017 ingaan. Een sterke noordwester storm kan het water in de Dollard tot gevaarlijke hoogte opstuwen.
Schade constateren is nog redelijk eenvoudig, maar de oorzaak vaststellen, dat is pas ingewikkeld. Waar komt die scheur of verzakking door? Bovendien kunnen diverse factoren elkaar beïnvloeden,
Het project is versneld met het oog op aardbevingsgevaar. Grootste risico daarbij is verweking van de ondergrond. Als de aarde gaat trillen, kan een stabiel zandlichaam veranderen in een soort drijfzand. De nieuwe dijk wordt hoger en breder en moet een beving van 5,0 op de schaal van Richter probleemloos kunnen doorstaan. Net als elders in het land gaat de dijkversterking ook hier gepaard met investeringen in natuur en recreatie (wandel- en fietspaden, stadsstrand Delfzijl).
zoals een slechte fundering, een slappe bodem en een beving. Soms vermoeden burgers of bouwinspecteurs dat een peilbesluit van het waterschap in combinatie met
Grote vraag is nu: welk deel van de totale investering van 180 miljoen euro is waaraan toe te rekenen? Wat is regulier onderhoud? Wat is noodzakelijk gezien de nieuwe normen voor hoogwaterveiligheid? Wat zijn de kosten van investeringen voor natuur en recreatie? En wat is daarbovenop de extra investering om de dijk aardbevingsbestendig te maken? Na stroeve onderhandelingen heeft de NAM een bijdrage van maximaal 50 miljoen euro toegezegd.
een aardbeving oorzaak is van schade aan huizen. In dat geval is sprake van een complex schadegeval.
Bert Middel: ‘‘Het heeft erg lang geduurd. Onze inzichten werden gesteund door de onafhankelijke review-commissie ingesteld door het ministerie van Infrastructuur en Milieu en het Hoogwater Beschermingsplan. Maar deze commissie doet geen bindende uitspraken. Mede
De waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s hebben zich onlangs
AARDE BEEFT, TRILT ÉN DAALT
aangesloten bij de geschil-
Alle aandacht gaat uit naar de bevingen, maar de gaswinning doet de aarde niet alleen
lenregeling van de Nationaal
zijwaarts, maar ook neerwaarts bewegen. In Loppersum en omgeving is de bodem in vijftig
Coördinator Groningen (NCG).
jaar tijd al 32 centimeter gedaald. Naar verwachting komt daar nog zeker 15 centimeter bij.
Als er mogelijk een relatie
Het is een geleidelijk proces. Schade aan gebouwen treedt dan ook nauwelijks op, maar de
is tussen bevingsschade
gevolgen voor de waterhuishouding zijn groot. Peilbesluiten moeten de bodemdaling volgen
en een peilbesluit, dan kan
om te voorkomen dat gebieden te drassig worden voor landbouw en andere bestemmingen.
de zaak nu aan de Arbiter
Het stelsel van boezemwateren, kaden, stuwen, sluizen en gemalen komt steeds hoger te
Aardbevingsschade worden
liggen ten opzichte van de omgeving en dient hierop te worden aangepast.
voorgelegd. De waterschappen houden zich in beginsel
Al in 1984 hebben de NAM, de provincie en het Rijk de commissie Bodemdaling door Aard-
aan de uitspraken. Voortaan
gaswinning ingesteld. De opdracht is te bepalen welke maatregelen nodig zijn om schade
hoeven gedupeerden geen
door bodemdaling te voorkomen en/of te beperken en wat de kosten hiervan zijn. De NAM
afzonderlijke schadeproce-
betaalt de rekening. In dit geval is er wél algemene waardering voor de afwikkeling van
dure meer te starten bij het
claims. Zo heeft waterschap Hunze en Aa’s al in 2000 een groot nieuw gemaal kunnen bou-
waterschap. Dat maakt de
wen in Termunterzijl aan de Eems. Nodig om de groeiende hoeveelheid overtollig water te
zaak voor de vaak al zwaar
verwerken en de toenemende hoogteverschillen te overbruggen.
beproefde burger iets minder ingewikkeld en tijdrovend.
ACHTERGROND
‘ Het is glashelder waar de oorzaak ligt en wie aan de knoppen draait’ dankzij de inzet van Hans Alders, de Nationaal Coördinator Groningen zijn we er nu toch uitgekomen.” HUNZE EN AA’S Het goede nieuws uit Groningen is dat het aantal en de kracht van de bevingen de laatste tijd zijn afgenomen. Zeer waarschijnlijk is er een verband met het terugschroeven van de gaswinning. Bij Loppersum zijn alle gasputten inmiddels afgesloten. Daar staat tegenover dat de NAM meer gas gaat winnen uit kleinere putten aan de randen van het Groningerveld. Dit is voor een deel het werkgebied van waterschap Hunze en Aa’s. Anders dan het aangrenzende Noorderzijlvest heeft dit waterschap nog geen preventieve dijkversterkingen uitgevoerd of aanbesteed. Henk van der Leij is specialist Kering en Veiligheid bij H unze en Aa’s. ‘‘Nee, de aardbevingen leggen bij ons tot nu toe nog geen zware druk op de organisatie. Het is gewoon een probleem erbij. Veruit het belangrijkste blijft toch de reguliere beoordeling van de boezemkaden. Dat zijn onze meest kwetsbare keringen in tijden van hoog water en extreme neerslag. Wel houden we na zwaardere bevingen uit voorzorg extra dijkinspecties.” Blijven de risico’s goed beheersbaar, ook op lange termijn? ‘‘Dat zal allemaal nog moeten blijken. Zeker nu de NAM heeft besloten om meer gas te winnen in het zuidelijk deel van het Groningerveld. Dan komt het voor ons letterlijk dichterbij. Hunze en Aa’s pleit net als alle regionale en lokale overheden in Groningen voor verdere beperking van de gaswinning. We gaan dan ook gezamenlijk in beroep bij de Raad van State tegen het laatste gasbesluit van minister Kamp.” WATERBEDRIJF GRONINGEN Wat merkt het Waterbedrijf Groningen van de bevingen? ‘‘We hebben nog geen aantoonbaar verband geconstateerd NR10-DECEMBER 2016
tussen schades aan het leidingnet en aardebevingen,’’ zegt Mark Schaap, manager Technologie. ‘‘Maar dat sluit niet uit dat dit soort schades zich al wel hebben voorgedaan of nog gaan voordoen. Wij zijn in gesprek met de NAM over een onderzoek naar de invloed van een maximaal te verwachten beving op onze leidingen. Volgens het KNMI is dat een beving van 5,0 op de schaal van Richter. Hoeveel leidingbreuken zou dat tot gevolg kunnen hebben? Het wordt een ingewikkeld onderzoek, waarbij je met veel factoren rekening moet houden, zoals de grondopbouw, het materiaal van de leidingen, de duur van de trilling, de verweking van de ondergrond en het afschuiven van taluds. Dat zal tot heel diverse uitkomsten leiden. Kennis over aardbevingen elders in de wereld laat zich helaas niet één op één vertalen naar de Groningse situatie. Dit is onontgonnen terrein.’’ Alle nieuwe infrastructuur gaat het waterbedrijf voortaan aardbevingsbestendig uitvoeren. Daar bestaan echter nog geen Nederlandse normen voor. Mark Schaap: ‘‘Per project beslissen we hoe te anticiperen op aardbevingen. Onze opdracht is 24/7 water te leveren tegen verantwoorde kosten. Daar staan we voor. Als het risico op aardbevingen extra maatregelen nodig maakt, dan zijn de extra kosten voor rekening van de NAM. De burger van Groningen mag hiervoor niet opdraaien. Dat spreekt voor zich.’’ Bert Middel sluit zich daar graag bij aan. ‘‘Het waterschap is er voor de inwoners. Alles wat we hier doen, staat in het teken van hun veiligheid en bestaanszekerheid. De aardbevingen overkomen ons, maar ze zijn geen natuurverschijnsel. Het is glashelder waar de oorzaak ligt en wie aan de knoppen draait. Je zou een iets royalere houding mogen verwachten van de NAM, een joint-venture van twee mega-multinationals: Shell en ExxonMobil. Ze wringen zich momenteel in allerlei bochten om het dividend voor hun aandeelhouders veilig te stellen. Maar hoe zit het met de veiligheid van de Groningers?’’ |
7
8
O
HOOGSTANDJE
H2
BUURT BLIJ MET STALEN DRUPPEL Het kan een voorbijganger niet ontgaan: het lichtblauwe, druppelvormige gebouw, net naast de Mevlana Moske aan de Essenburgsingel in Rotterdam-Noord. Het is het nieuwe gemaal van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard dat kort geleden officieel in gebruik is genomen. Tekst Charlotte Leenaers | Fotografie Marcel Molle
9
Hevige regenbuien ten gevolge van de klimaatverandering laten hun sporen na in het watersysteem van Rotterdam-Noord en Delfshaven. Reden voor het hoogheemraadschap om het tijdelijke gemaal aan de Stadhoudersweg te vervangen door een nieuw gemaal aan de Essenburgsingel. Aanvankelijk zaten de buurt en het moskee bestuur helemaal niet te wachten op een gemaal. “Dat is ook wel te begrijpen”, vertelt architect Mari Baauw van Royal HaskoningDHV. “Bij een gemaal denken mensen vaak aan een groot, industrieel gebouw met een flink hek er omheen. Dat wil je dus liever niet in je buurt.” Om de kwaliteit van het watersysteem op peil te houden, was een nieuw gemaal echter noodzaakzakelijk en de Essenburgsingel was eigenlijk de enige geschikte locatie. “Het hoogheemraadschap heeft de bezwaren van omwonenden serieus genomen door ons de opdracht te geven om van het nieuwe gemaal ‘iets moois’ te maken.”
Dutch Design in Rotterdams watersysteem
NR10-DECEMBER 2016
Als eerste heeft Baauw uitgezocht hoe hij de belangrijkste bezwaren uit de buurt kon wegnemen. Al snel bleek dat het hek om de krooshekreiniger best wat korter kon. Met die informatie en met een paar schetsen van compacte gebouwtjes ging Baauw naar een bewonersavond. Een van de vragen was waarom het gebouw zo hoog moest worden. Dat heeft te maken met de opklimbaarheid, was mijn standaardantwoord. Maar terwijl ik dat zei, had ik mijn potlood al vast om de contouren in de schetsontwerpen verder af te ronden. Tegen een rond gebouw kun je uiteindelijk ook niet opklimmen. Dat was een bepalend moment voor het ontwerp.” Eenmaal op kantoor werkte Baauw die gedachte verder uit en dat leidde tot het uiteindelijke ontwerp: een compact, waterkleurig gebouw in de vorm van een druppel en met aansluitende, in het ontwerp geïntegreerde hekken.
De materiaalkeuze had ook nog wel wat voeten in de aarde. “Verschillende mate rialen zijn de revue gepasseerd. Betegelen was een optie die aansloot bij de mozïekarchitectuur van de moskee, maar bleek ook kostbaar. Kunststof leek mij wat kwetsbaar. Staal had door zijn robuustheid mijn voorkeur. Ook de aannemer kwam tot de conclusie dat het inderdaad staal moest worden.” De Friese scheepsbouwer Bijlsma Wartena heeft de staalconstructie gebouwd. Net als een schip is het gebouw opgebouwd uit spanten en bekleed met een dikke laag staalplaat. “Scheepsbouwers zijn specialisten als het gaat om het bouwen van vloeiende vormen in staal. De druppelvorm van het gemaal was dan ook geen enkel probleem. De ontwerpsoftware is helemaal toegesneden op het modelleren van ronde vormen en in de scheepshal werken vakmensen – moderne Hielkes en Sietses van de Kameleon – die het staal in de goede vorm shapen. Fantastisch om te zien, wat een vakmanschap’’. Terugkijkend denkt Baauw dat de kracht van de druppelvorm het project tot een succes heeft gemaakt. “Toen het o ntwerp eenmaal op tafel lag, was er groot enthousiasme. Er ontstond een drive bij de betrokkenen om de bouw mogelijk te maken. De buurt liet haar bezwaren vallen en omarmde het ontwerp. Mijn eigen collega’s zijn mogelijkheden gaan zoeken om het gemaal compact te houden. Zo bleek een tweede pomp niet nodig en kon de kroosrekreiniger veel kleiner. De projectleider van het h oogheemraadschap heeft zich enorm ingezet en wist het bestuur te overtuigen. Het moskeebestuur bood aan om een oogje in het zeil te houden om graffiti te voorkomen. Het is fascinerend dat we s amen zo’n bijzonder gebouw hebben kunnen realiseren.”
10
KNW NAJAARSCONGRES BIEDT PODIUM VOOR WERELDWIJD SAMENWERKEN Foto’s Jan Willem Houweling De locatie was even toepasselijk als sfeervol: het Tropeninstituut in Amsterdam. Het programma zeer de moeite waard, plenair in de ochtend en met ’s middags maar liefst tien deelsessies. ‘Binnenlopen in het buitenland’ was het thema van het KNW Najaarscongres op vrijdag 25 november. Een impressie.
Nationaal watergezant Henk Ovink trad op als dagvoorzitter
Het Koninklijk Instituut voor de Tropen, daterend uit 1910, was het decor voor het Najaarscongres Dagvoorzitter Henk Ovink werpt een microfoon de zaal in. Naast hem vanaf links het panel, bestaande uit Naren Bhojaram (Climate KIC), Ilse Kerling (Global Business Academy), Jos Broere (KWR), Carolien Gehrels (Arcadis) en Peter Glas (waterschap De Dommel, OESO) Watervacatures.nl, partner van KNW/H2O was met een vacaturewand aanwezig
Kees van Ginkel (met een onder zoek naar waterkwaliteit in Indonesië) en Anouk Bomers (met een onderzoek naar erosie van dijken), beiden Universiteit Twente, ontvingen tijdens het Najaarscongres de Waternetwerk Scriptieprijs 2016. Ze kregen een geldbedrag van 1.000 euro en mogen hun werk publiceren in H2O. Er waren dit jaar twintig inzendingen van een tiental opleidingen over zeer diverse onderwerpen. De scripties waren door de jury
beoordeeld op innovativiteit, bruikbaarheid en toegankelijkheid. Kees van Ginkel ontving de prijs in de categorie ‘bachelor’. De andere genomineerden voor de bachelor prijs waren: Liselotte van den Hout (Hogeschool Utrecht) en Sjoerd van Schaick. Anouk Bomers kreeg de prijs in de categorie ‘master’. De andere genomineerden voor de master prijs waren: Niels van Linden (TU Delft) en Lieke Robben (TU Eindhoven). ENVAQUA-voorzitter Erwin Dirkse (links) en Willem Buijs (Topsector Water) tijdens een deelsessie over de Nederlandse export van watertechnologie
De zes genomineerden (met in hun midden de beide winnaars met hun prijs), geflankeerd door jurylid Erik de Bruine (PAO, geheel links), Monique Bekkenutte (directeur KNW, tweede van links), juryvoorzitter Arno Rozing (Deltares, vierde van links) en juryvoorzitter Jelle Roorda (waterschap Limburg, geheel rechts)
‘Klimaatkunstenaar’ Ap Verheggen (midden), die de dagafsluiting deed, in gesprek met Michiel van Willigen (waterschap Drents Overijsselse Delta) en Esther Bosman (Royal Haskoning DHV)
WATERNETWERK
11
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
KNW WIL WATERSECTOR STERKER MAKEN MET MENTORPROGRAMMA
26 JANUARI: PRAKTIJKCASES BEHANDELING INDUSTRIEEL AFVALWATER iStockphoto
De brainstorm over het toekomstige mentorprogramma werd bijgewoond door professionals uit verschillende leeftijdsgroepen en disciplines
Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) wil komend voorjaar beginnen met een mentorprogramma. Dit programma heeft als doel kennisoverdracht tussen generaties te bevorderen, talenten te ontwikkelen en het netwerk binnen de watersector verder te versterken. De leden van KNW hebben deze zomer al enthousiast gereageerd op het idee van een mentorprogramma, dat ze in een enquête is voorgelegd. Doel van dit onderzoek was onder andere na te gaan of zo’n programma iets toevoegt aan al bestaande initiatieven. Met meer dan 500 reacties binnen twee weken overtrof de respons de verwachtingen ruimschoots. Als vervolg werd eind september een brainstormsessie gehouden om de resultaten te analyseren en te spreken over de vorm en structuur van het mentorprogramma. Daarbij werd veel aandacht besteed aan de vraag wat zo’n programma precies moet opleveren voor mentoren en degenen die zij begeleiden. De brainstorm werd bijgewoond door een gevarieerde groep waterprofessionals uit verschillende sectoren en leeftijdsgroepen. De groep was heel succesvol in het genereren van creatieve en innovatieve ideeën om het programma een meer definitieve vorm te geven. Het is de bedoeling dat hierbij wordt voortgebouwd op bestaande initiatieven en mogelijkheden in de sector. De komende weken zal verder gewerkt worden aan de definitieve opzet van het programma. Wie hierover wil meedenken, kan terecht bij Mansi Jasuja, programmacoördinator, info@mansijasuja.com.
JACK JONK DOCENT VAN HET JAAR Wateropleidingen heeft Jack Jonk uitgeroepen tot beste docent van 2015-2016. De cursisten waarderen zijn deskundigheid, presentatie en interactie met een gemiddelde score van 4,9 op een schaal van 1 tot 5. Jack werkt bij waterschap Brabantse Delta en is ook heel betrokken bij het ontwikkelen van opleidingen en cursussen. Voor Wateropleidingen gaf hij een groot aantal verschillende cursus over (afval)waterzuivering.
NR10-DECEMBER 2016
Op donderdag 26 januari wordt de vijfde en mogelijk laatste in de reeks ‘Praktijkcases Behandeling Industrieel Afvalwater, voor en door de praktijk’ gehouden. Deze reeks bijeenkomsten wordt verzorgd door Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) in samenwerking met de Stichting Kennisuitwisseling Industriële Watertechnologie (SKIW). De vijfde aflevering vindt plaats bij Fujifilm Manufacturing Europe en de industriële afvalwaterzuiveringsinstallatie van NWB Tilburg. Eerdere bijeenkomsten bij Tata Steel IJmuiden (2011), bij Attero in Wijster (2012), bij Sitech Services in Geleen (2013) en bij Dow Benelux in Terneuzen (2015) waren alle zeer succesvol en drukbezocht. De procesvoering van industriële afval waterzuiveringen leidt in de praktijk soms tot grote problemen, die vaak samenhangen met (fluctuaties in) de samenstelling van het influent en de kwaliteit van het actief slib in de zuiveringen. Er is echter dankzij diverse onderzoeken naar de oorzaak en oplossingen van deze problemen genoeg kennis in Nederland. Deze themadag is dan ook bedoeld om interactief kennis uit te wisselen over praktijkcases waarin een gekozen aanpak heeft geleid tot oplossing van de problemen. Daarnaast wordt uitvoerig stilgestaan bij de een aantal jaren geleden ingezette trend om gezamenlijk afvalwater te zuiveren. Eén plus één blijkt vaak meer dan twee te zijn. Van een aantal praktijkvoorbeelden wordt op deze dag uitvoerig verslag gedaan.
12
Kennisdag Digitaal stedelijk waterbeheer
Informatieve dag over de nieuwe gegevensstandaarden, tools en mogelijkheden voor beter rioleringsbeheer. Met presentaties en cases van vooroplopende gemeenten, waterschappen en bedrijven. Organisatie: RIONED. www.riool.net/kennisdag
13 JANUARI, DELFT
Vakantiecursus
69ste editie van dit inmiddels traditionele kennis- en netwerk evenement voor waterprofessionals. Organisatie: TU Delft. citg.tudelft.nl
19 JANUARI, CENTRAAL IN NEDERLAND
Generaties Ondergronds
Een middag waarin bodem- en ondergrondprofessionals kijken naar wat generaties werken in de ondergrond heeft opgeleverd. Organisatie: BodemBreed Forum in samenwerking met onder andere Jong KNW. www.bodembreed.nl
26 JANUARI, LEEUWARDEN
Waterlink Symposium
(Internationale) bijeenkomst over watertechnologie van Nederlandse bodem. Organisatie: Water Alliance. www.wateralliance.nl
26 JANUARI, TILBURG
Praktijkcases behandeling industrieel afvalwater
Vijfde en wellicht laatste seminar in de serie praktijkcases, met een bezoek aan de grootste private industriële afvalwaterzuiveringsinstallatie van Europa. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) in samenwerking met Stichting Kennisuitwisseling Industriële Watertechnologie (SKIW). www.h2owaternetwerk.nl
2 FEBRUARI, UTRECHT
RIONEDdag 2017
Inspiratie-, kennisdelings- en ontmoetingsdag met 800 vak genoten. Organisatie: RIONED. www.riool.net/rioneddag
iStockphoto
AGENDA 10 JANUARI, UTRECHT
Wilt u een activiteit voor waterprofessionals aangekondigd zien in deze agenda van maandblad H2O? Meld het dan aan onze redactie: redactie@h2owaternetwerk.nl
21-23 MAART, GORINCHEM
Aqua Nederland Vakbeurs en RioleringsVakdagen 2017
Elfde editie van deze beurs voor de Nederlandse watersector. In combinatie met RioleringsVakdagen. Aandacht voor innovaties en nieuwe producten op het gebied van waterbehandeling, -management en –technologie. Met uitgebreid kennisprogramma. Organisatie: Evenementenhal.
23 MAART, UTRECHT
Mini- en maxicursussen
Praktijkgerichte halfdaagse en dagcursussen voor en door rioleringsbeheerders, beleidsmedewerkers riolering en water en projectleiders civiele techniek. Organisatie: RIONED. www.riool.net
PERSONALIA Op 1 oktober is Martijn Bijmans bij het Centre of Expertise Water Technology (CEW) in Leeuwarden in dienst getreden als algemeen directeur. Samen met Margot van Engelen, die eerder dit Martijn Bijmans en Margot van Engelen jaar begon als zakelijk directeur, heeft hij de dagelijkse leiding van het centrum. Het CEW is vijf jaar geleden opgericht om de kenniseconomie op het gebied van watertechnologie te versterken. Het centrum doet dit door bij te dragen aan het innovatievermogen van bedrijven en door de kwaliteit van het onderwijs en de instroom van bètatechniekstudenten te verhogen. Margot van Engelen was teamleider onderwijs voor de opleidingen van Life Sciences & Technology, bij Hogeschool Van Hall Larenstein en NHL Hogeschool in Leeuwarden. Martijn Bijmans was manager Europe bij onderzoeksinstituut Wetsus.
WATERNETWERK
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
IN MEMORIAM
REIN SCHUURMANS
(1933-2016) Jong Strong en Jong KNW op de Marker Wadden
Na een lange carrière bij Gemeentewaterleidingen in Amsterdam ging ing. Rein Schuurmans in 1998 op zijn 65ste verjaardag met pensioen. Niet eerder, zoals in die tijd nog vrij gebruikelijk was, maar op de tijd die daarvoor was gesteld, bij 65 jaar. Het zegt wellicht ook iets over zijn karakter. Iemand schreef ooit: “Een buitengewoon correcte, voorkomende, hoffelijke man en altijd vriendelijk.” Rein Schuurmans begon zijn loopbaan bij de Deltadienst van Rijkswaterstaat. Rond 1970 kwam hij naar Gemeentewaterleidingen en daar kreeg hij te maken met het gehele terrein van de bronnen van de watervoorziening. Hij schreef talloze gedegen rapporten over de (geo)hydrologische aspecten van waterwinning en grondwaterbeheer en drukte organisatorisch een stempel op de archivering van grondwatergegevens. Hij werd hoofd van de afdeling Productie-West (de vestiging Leiduin) en eindigde bij Gemeentewaterleidingen als adjunct-directeur. Zijn kwaliteiten kwamen vooral tot uiting als zaken geformuleerd moesten worden, als er een moeilijke brief geschreven moest worden, als iets tot de bodem moest worden uitgezocht. Zo verzorgde hij de zeer complexe aanvraag van een vergunning voor de bestaande waterwinning in de Amsterdamse Waterleidingduinen bij de provincies Noord- en Zuid-Holland, noodzakelijk geworden door een wijziging van de Grondwaterwet. Ook in het sluiten van vernieuwde contracten voor de engros-leveringen aan het Provinciaal Waterleidingbedrijf van Noord-Holland, Waterleidingbedrijf Zuid-Kennemerland en Duinwaterbedrijf Zuid-Holland had hij een groot aandeel. Niet vergeten mag worden de vergunning voor de winning van grondwater op het terrein van het Pompstation Cornelis Biemond van de Watertransportmaatschappij RijnKennemerland in Nieuwegein, bedoeld voor calamiteitssituaties. Buiten het bedrijf heeft Rein zijn sporen verdiend in de Vereniging van Reserve officieren der Artillerie; daaruit resulteerde dat hij – wat zelden voorkwam – verdere promotie maakte en het bracht tot reservemajoor der Artillerie. In jongere jaren was hij actief bij scouting en later in de Vereniging van middelbare en hogere ambtenaren van de gemeente Amsterdam. In het tehuis in Den Haag, waar hij de laatste jaren woonde was hij met grote vasthoudendheid – maar zonder veel succes – hoeder en promotor van goede, wettelijk of anderszins toekomende zorg en ook inspraak voor de bewoners. Rein Schuurmans overleed op 10 oktober 2016. Zijn lichaam is – conform zijn wens – ter beschikking gesteld aan de wetenschap. Maarten Gast en Bert Roebert
NR10-DECEMBER 2016
JONG KNW EN JONG STRONG BEZOEKEN MARKER WADDEN De primeur was voor Jong KNW (waterprofessionals) en Jong Strong (professionals in het werkveld van bodem en ondergrond). Dit najaar gingen zij met een groep van dertig op excursie naar de Marker Wadden, de natuureilanden die in aanleg zijn in het Markermeer. Het was de eerste bezoekersgroep na de officiële opening. In de ochtend vond er een plenaire introductie plaats, waarbij het project werd belicht door verschillende partijen. Initiatiefnemer en projectdirecteur van de Marker Wadden Roel Posthoorn (Natuurmonumenten) en boswachter van de Marker Wadden André Donker lichtten hun droom van een vogelparadijs toe: “Een aantrekkelijk gebied voor mens en natuur”. Gerard van Raalte van Boskalis ging meer in op de uitvoering van het project en Wouter Roossen van Witteveen+Bos legde uit hoe bijzonder het gebied is vanuit ecologisch perspectief. De samensmelting van disciplines en de interactieve relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer werkte heel aanstekelijk. In het publiek werd hardop gedacht: “Ik hoop dat ik ook aan zo’n project mag werken…”. Na de lunch werd per zeilschip een bezoek gebracht aan de eilanden, waarvan de contouren net boven water waren.
13
14
Begroeide (groene) daken zijn overal goed voor: de stedelijke waterhuishouding, het stedelijk klimaat, wooncomfort en biodiversiteit. Je zou zeggen, dat wil iedereen meteen hebben, maar ook hier is de praktijk weerbarstiger. Daarom lijkt stimulering door de overheid op zijn plaats. Maar hoe doe je dat? En helpt dat? De ontwikkeling van groene daken heeft zeker de belangstelling van de watersector. Op het jongste symposium (4 oktober) hierover bracht de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA), in samenwerking met KNW, de laatste ontwikkelingen naar voren. Groene daken kunnen de veerkracht van de stedelijk waterhuishouding versterken. Ruimte is in de stad een steeds schaarser goed en nieuwe ruimte om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen? Probeer die maar eens te vinden! Groene daken kunnen daarom een belangrijke bijdrage leveren. Bij nieuwbouw is het makkelijk een groen dak in het ontwerp op te nemen. Bij een bestaand gebouw kan bijvoorbeeld de draagkracht van de constructie beperkingen geven. Bovendien ga je een goed dak natuurlijk niet zo maar vervangen door iets anders. Daarmee wacht je tot het dak lekt of zo. Maar hoe kun je als waterbeheerder die ontwikkeling beïnvloeden? In Hamburg krijgt de eigenaar 50 procent korting op de neerslagheffing, zo vertelde Bart Jan Davidse van de stadstaat Hamburg. Ook Rotterdam kende een financiële regeling met een vergoeding van 30 euro per vierkante meter, maar die regeling wordt
nu afgebouwd. Het effect van dit soort financiële prikkels is niet bekend. Er zijn meer redenen dan de opvang van neerslag om voor een groen dak te kiezen. Het dak wordt bij gebouwen meer en meer gebruikt als leefruimte en dan geeft een groen dak natuurlijk een mooie beleving. De dakakker Schieblock Rotterdam levert zelfs voedsel, zo vertelde Emile van Rinsum van het Rotterdams Milieucentrum (en de voedselveiligheid is keurig onderzocht). Bij dit project, maar ook veel andere projecten zoals aan De Boelelaan of bij station Sloterdijk in Amsterdam, is een belangrijk effect dat panden met een groen ‘gebruiksdak’, waar dat in hun omgeving wel veel voorkomt. Maar al met al is toch nog maar een heel klein deel van de daken begroeid. Hoe kun je daarin verandering brengen? De aloude instrumenten zijn: de wortel, de stok en de tamboerijn. De wortel, in de vorm van financiële prikkels, werkt vooral goed om wat voorbeeldprojecten van de grond te krijgen (zoals het winkelcentrum Rotterdam Alexander waar alles uit de subsidie is betaald). De stok gebruiken we in Nederland indirect door de toenemende verplichting neerslag op het eigen terrein te verwerken. Maar het meeste verwachten we toch van de tamboerijn. Steeds meer projecten laten zien hoe leuk een groen dak is. En als de buren het hebben… Wat is nu de rol van de watersector hierin? Het symposium opende met de presentatie – door Kees Broks – van
MIJN IMPRESSIE
het STOWA-onderzoek naar de vraag of waterschappen rekening houden met groene daken. Nauwelijks dus, al zie je wel een lichte toename ten opzichte van vijf jaar geleden. Hier en daar geven waterschappen ook wat financiële ondersteuning. Maar heeft een gesegregeerde inbreng van de watersector wel invloed bij zo’n integrale oplossing als een groen dak? Is een gezamenlijk optrekken met gemeenten niet juist een uitgelezen kans om het watervraagstuk, maar eigenlijk het hele klimaatvraagstuk, op gebouw niveau tot leven te brengen? Veel mensen in de zaal werkten bij gemeenten of andere organisaties die niet specifiek tot de waterwereld behoren. De integratie van water met de leefomgeving begint kennelijk van bovenaf, vanaf het dak. Eilard Jacobs Een uitgebreid verslag (geschreven door Carleen Meesters), met de presentaties van de dag ‘Hoe SMART zijn groene daken’ is te vinden op de website (Over KNW – Verslagen evenementen). www.h2owaternetwerk.nl
CURSUS KWALITEIT GRONDWATER Wateropleidingen begint dinsdag 31 januari (in Utrecht) een nieuwe cursus ‘Grondwaterkwaliteit’. De opleiding is bedoeld voor beleidsmedewerkers, beheerders grondwater en water beheerders. De Europese Kaderrichtlijn Water vereist dat in 2027 de grond waterlichamen in goede staat zijn. Maar wat is grondwaterkwaliteit en waaraan moet precies voldaan worden?
In de nieuwe cursus wordt geleerd welke eisen gesteld worden, hoe kwaliteitsgegevens van verschillende stofgroepen geïnterpreteerd moeten worden en hoe je samenwerkt met andere partijen en de meest efficiënte maatregelen doorvoert. Ook de betekenis van de Omgevingswet voor beheer van grondwaterkwaliteit komt aan bod. Meer informatie? Wateropleidingen, Ingrid Schröders, telefoon: 030 - 60 69 419 of ingrid.schröders@wateropleidingen.nl.
iStockphoto
Betere leefomgeving begint van bovenaf
WATERNETWERK
15
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS BELGISCHE KONING FILIP BEZOEKT WATERSYMPOSIUM IN EINDHOVEN Foto Bram Saeys
Foto Gabby Louwhoff
Hij kwam en hoorde dat er in de watersector grensoverschrijdend heel wat gebeurt. Koning Filip was eind november drie dagen in ons land voor een officieel staatsbezoek en woonde het tweede Belgisch-Nederlands Watersymposium ‘Waarde van water’ bij. Deze bijeenkomst werd op woensdag 30 november georganiseerd door het Vlaams Kenniscentrum Water, samen met Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) en de Stichting Kennisuitwisse ling Industriële Watertechnologie (SKIW). Het thema van het symposium was ‘robuuste watersystemen en circulaire economie’. Koning Filip was te gast tijdens het plenaire middaggedeelte op de High Tech Campus - ‘de slimste vierkante kilometer van Europa’ -
in Eindhoven. De Belgische vorst luisterde onder meer naar een toespraak van minister Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu en een korte paneldiscussie met een aantal kopstukken uit de watersector. De minister benadrukte het belang van een coalitie der lage landen. “Nederland en België zijn weliswaar kleine landen, maar hebben een enorme hoeveelheid kennis en een wereldwijde ervaring op watergebied en lopen voorop bij innovatie. Op het gebied van watertechnologie kunnen we samen de wereld veroveren.” Een geslaagde dag waarbij de Belgische en Nederlandse deelnemers kennis konden uitwisselen, contacten leggen en – misschien nog wel het belangrijkste – aanzetten geven voor nieuwe grensoverschrijdende projecten.
POV-DAG: HET OUDE DURVEN LOSLATEN
Deelnemers aan de POV-dag konden kiezen uit twintig sessies
Op de POV-dag op 13 oktober kwam kennis bij elkaar van de vijf projectoverstijgende verkenningen (POV’s) van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Onder het motto ‘delen-durven-doen’ voerde innovatie de boventoon. In het Hoogwaterbeschermingspro-
NR10-DECEMBER 2016
gramma voeren de waterschappen en Rijkswaterstaat maatregelen uit om de primaire waterkeringen aan de wettelijke veiligheidsnorm te laten voldoen, nu en in de toekomst. Binnen dit programma lopen vijf project- overstijgende verkenningen, waarin onderzoek wordt gedaan naar
innovatieve oplossingen om dijkversterking beter, sneller en goedkoper te maken. Op de POV-dag organiseerden de vijf POV’s (Macrostabiliteit, Piping, Waddenzeedijken, Centraal Holland en Voorlanden) het landelijke ‘delen-durven-doen’-festival voor marktpartijen, kennisinstituten, het Rijk en waterschappen. Tijdens deze middag lieten de POV’s zien aan welke vernieuwende oplossingen voor dijkversterking wordt gewerkt. In ruim twintig sessies werd kennis gedeeld over relevante onderwerpen, werd gediscus sieerd en werden de deelnemers geïnspireerd. Marktkramen met innovaties uit de markt konden bezocht worden en er was gelegenheid om met elkaar in gesprek te gaan. Meer informatie over de POV’s is te vinden op de website van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (onder Projecten).www. hoogwaterbeschermingsprogramma.nl
A
16
HOE FRIS IS EEN PLONS IN HET STADSWATER? Het is er nu even geen weer voor. Maar misschien is het wel een goed moment om na te denken: wat moeten waterbeheerders met zwemevenementen op nietofficiĂŤle zwemlocaties? En: mooi hoor al die waterpleinen, die de recreatie aanmoedigen, maar hoe zit het met de waterkwaliteit? Kortom: hoe fris is een plons in het stadswater? Tekst Loes Elshof | Beeld iStockphoto, Hollandse Hoogte
A
ACHTERGROND
E
ven voor de duidelijkheid: de primaire functie van een gracht is het afvoeren van water, niet om erin te zwemmen. Toch trekken zwemtochten in grachten steeds meer deelnemers en werken waterbeheerders er actief aan mee. “Zwemmen buiten officiële zwemlocaties gebeurt nu eenmaal. Mensen springen vanaf bruggen en sluizen het water in. Met de waterkwaliteit zijn ze niet bezig”, stelt microbioloog Bas van der Zaan van onderzoeksinstituut Deltares vast. En zwemmen op deze locaties heeft extra risico’s. Zwemmers kunnen klachten krijgen door water dat is verontreinigd met poepresten van mens of dier met daarin ziekmakende bacteriën, virussen en protozoa. Deze micro-organismen komen vooral door het inslikken van water binnen en kunnen buikklachten tot gevolg hebben. MONITORING BIJ OFFICIËLE ZWEMLOCATIES Een jaar of veertig, vijftig geleden was het beeld duidelijk: zomaar zwemmen in open water, dat deed je niet, en al helemaal niet in de grachten. Daarvoor waren de ‘officiële zwemlocaties’. En zo is het officieel nog steeds ‘geregeld’. Voor honderden officiële zwemlocaties bestaan heldere waterkwaliteitsnormen, gebaseerd op de aanwezigheid van fecale indicatorbacteriën, E. coli en intestinale enterococcen. Uitbraken van leptospirose – verantwoordelijk voor de ziekte van Weil – en botulisme zijn incidenten. Het tweewekelijks meten van onder andere fecale bacteriën tijdens het zwemseizoen levert een totaalbeeld op. Op deze officiële zwemlocaties kan gerust worden gezwommen, meent watergraaf Peter Glas (waterschap De Dommel). Van der Zaan (Deltares) plaatst daarbij wel een kanttekening: “Een watermonster moet twee tot drie dagen op kweek staan. Acuut ingrijpen is dus niet aan de orde als de analyseresultaten zo lang op zich laten wachten.” Wel is het tegenwoordig mogelijk om met behulp van DNA-technieken de bron van vervuiling achterhalen; mens, herkauwers (zoals koe en schaap), hond, paard, varken of vogel. “Source tracking kan tot op straatniveau hiaten zoals foute aansluitingen bij particulieren achterhalen”, zegt Edwin Kardinaal, deskundige op het gebied van microbiologische water kwaliteit bij KWR Watercycle Research Institute. Bij de waarde van de bacteriemeting als ziektevoorspeller plaatsen de deskundigen overigens ook een relativering. Kardinaal: “De bacteriën van fecale herkomst zoals E. coli en enterococcen zijn een indicator voor de aanwezigheid van ziekteverwekkende micro-organismen, waaronder virussen en protozoa. Maar virussen zelf zijn zeer lastig te meten vanwege hun geringe grootte en lage concentraties.” Zo is het besmettelijke Norovirus nauwelijks via analyse van open water op te sporen. “De onderzoeksmethode is complex en tijdrovend en dus niet geschikt voor routineonderzoek”, zegt Ciska Schets van het RIVM. > NR10-DECEMBER 2016
17
18
MODEL VOOR ZWEMMERS En dan hebben we het dus alleen nog maar over de beperkingen van onderzoek op de officiële zwemlocaties. Voor niet-officiële zwemlocaties bestaan geen waterkwaliteits normen en daar vinden dus ook geen periodieke testen plaats. Toch meet waterschap Amstel, Gooi en Vecht in Amsterdam de waterkwaliteit op een aantal niet-officiële, maar geliefde zwemlocaties. Park Somerlust bij de Amstel is zo’n testlocatie. Aanleiding hiervoor is het toenemende aantal zwemmers buiten officiële zwemplaatsen en extra ziektegevallen na de Amsterdam City Swim in 2015. Het grachtenwater zou een verhoogd aantal maag- en darminfecties tot gevolg gehad hebben. Om de invloed van mogelijke verontreinigingsbronnen beter te duiden, werkt het waterschap met hulp van Deltares aan een model dat de waterkwaliteit voorspelt op niet-officiële zwemplaatsen, te beginnen met Somerlust. Erwin Meijers, watersysteemmodelleur bij Deltares, somt de factoren op die daarbij een rol spelen: “Regenval, waterafvoer, effluent, riooloverstorten, foute aansluitingen, stroomsnelheid en -richting worden meegewogen om het gezondheidsrisico te voorspellen. Het doel is een duidelijk en betrouwbaar zwemadvies: Je kunt hier vandaag wel of beter niet het water in. Het model is 24 uur per dag, zeven dagen per week met actuele gegevens te voeden. Naarmate de zwempartij nadert, ontstaat een betrouwbaarder beeld.” Voordeel van zo’n waterkwaliteitsmodel is dat de analysetijd geen rol meer speelt. SECURITY PARTNER Ook in Noord-Brabant is een hydrologisch model ontwikkeld voor waterkwaliteit. In rivier De Dommel bij ‘s-Hertogenbosch vond in 2014 en 2015 de Swim to fight cancer plaats. Uit persoonlijke betrokkenheid dook ook watergraaf Peter Glas het water in. “We meten regelmatig de waterkwaliteit en die blijkt slechts enkele keren per jaar niet in orde – meestal door riooloverstorten na hevige regenval stroomopwaarts. Als je weet wanneer de vuilprop passeert en dan niet zwemt, is er niets aan de hand.” Waterschap De Dommel besloot actief mee te werken aan de Swim en ontwikkelde een waterkwaliteitsmodel. Het model is in staat om bij redelijk stabiel weer de waterkwaliteit op locatie te voorspellen. Die bleek in orde en het evenement kon doorgaan. In 2017 staat een nieuwe Swim gepland, met De Dommel opnieuw als security partner. Modellering genereert kennis over de verspreiding van ziek-
teverwekkers. Behalve riooloverstorten, leveren ook hemelwaterriolen extra risico’s op omdat regenwater met straatvuil en hondenpoep ongefilterd het open water bereikt. En dan is er het effluent van rioolwaterzuiveringen. Door het zuiveringsproces neemt het aantal bacteriën met een factor honderd af, maar bacterievrij is anders. Bij een lage rivierwaterafvoer in droge zomers kan het aandeel van het effluent van rioolwaterzuiveringen in het rivierwater toenemen van 10 naar 25 procent. “Dan zou ik er zelf niet in zwemmen”, zegt Van der Zaan. Hij stelt dat waterbeheerders voorzichtig moeten zijn met het zwemmen op ‘klimaatkritische locaties’, zoals bepaalde plekken in de Maas. Een ander hulpmiddel is op komst, namelijk een verbeterde meetmethode die al in laboratoria wordt gebruikt: een DNAtest die binnen een uur uitsluitsel geeft of een bacterie van een al dan niet ziekmakend type en wat de hoeveelheid bacteriën per watereenheid is . “Het is een uitdaging om deze technologie geschikt te maken voor gebruik langs de waterkant, zonder ingewikkelde handelingen.” Technologiebedrijfjes bieden de DNA-testen al aan via hun websites, maar Van der Zaan vraagt zich af of de testen al echt zo goed zijn als de claims beloven. Toch verwacht hij dat dit binnenkort wél het geval zal zijn. EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID Watergraaf Glas: “Een waterbeheerder kan nooit garantie geven voor de zwemwaterkwaliteit. Het blijft de eigen verantwoordelijkheid van de zwemmer en van de evenement organisatie. Wij zeggen altijd: ga zwemmen op officiële zwemlocaties. Maar mensen weten ook dat o ppervlaktewater steeds schoner is en het water lokt op mooie dagen. Wij spelen hierop in en zorgen dat we bijdragen aan het waterbewustzijn door een advies te geven.” Wat als het toch misgaat? Glas: “Je zwemt niet zomaar twee kilometer, je moet oefenen en dus gezond zijn. Mochten er toch ziektegevallen zijn, dan meten we extra en kijken we of we iets gemist hebben.” Hij voegt er aan toe: “Ik ben zeker niet roekeloos, wel optimistisch. Het alternatief is overal borden plaatsen met ‘Verboden te zwemmen’. Alsof dat zou werken. Het is beter om met metingen, een waterkwaliteitsmodel en gebiedskennis weloverwogen een zwemadvies te geven.” Van der Zaan beaamt: “Als waterbeheerder kun je het als je maatschappelijke verantwoordelijkheid zien om deze zwemmers zo goed mogelijk van informatie te voorzien.” De technologische ontwikkelingen betekenen een geweldige vooruitgang: zwemmers krijgen een zwemadvies op basis van het waterkwaliteitsmodel. De beheerder houdt met een mobiele DNA-monitoringsset een oogje in het zeil.
ACHTERGROND
19 Foto Pim Ras / Hollandse Hoogte
De Amsterdam City Swim
VIES WATER SNEL WEG VAN WATERPLEIN De klimaatverandering heeft in elk geval één bij-effect, dat nu in veel plaatsen al zichtbaar is. Er komen steeds meer waterpleinen en wadi’s (infiltratievoorzieningen) om regenwater op te vangen na een heftige bui. En vaak zijn het a ttractieve speelplaatsen, die uitnodigen om te plonzen. Hoe zit het hier echter met de waterkwaliteit? Promotieonderzoek van Heleen de Man uit 2014 wees uit dat de waterkwaliteit van fonteintjes gevuld met regenwater en wadi’s beroerd is: geen plekken om in te spelen. Ze adviseerde het gebruik van drinkwater in fonteinen. Maar wat te doen bij wadi’s? “Bij veel wadi’s passeert het water een helofytenfilter, maar bij grote regenval haalt dat niets uit”, concludeert Kardinaal. Geruststellend is dat wadi’s geen overduidelijke, aantrekkelijke poedelplaatsen zijn. Rotterdam heeft intussen ervaring met drie waterpleinen. Gemiddeld zeven keer per jaar lopen de bassins vol met water afkomstig van daken van huizen, gebouwen, parkeerterreinen en de straat. Johan Verlinde, assetmanager Water bij stadsbeheer in Rotterdam: “Gedurende de eerste drie kwartier van een regenbui wordt het eerste water weggepompt uit het bassin, dit is het meest vieze water dat vogelen hondenpoep bevat. Het water gaat naar de zuivering. Het water dat daarna instroomt is behoorlijk schoon.” Vroegtijdig heeft stadsbeheer met de GGD overlegd over gezondheidsrisico’s. Verlinde: “Afgesproken is dat het water maximaal 24 uur blijft staan en dan automatisch wordt weggepompt. Maar na een zomerse stortbui, gevolgd door een warme dag, zet ik de pomp eerder aan, om waterrecreatie voor te zijn.” Water wordt zoveel mogelijk geïnfiltreerd in holle ruimten onder het plein en zakt daarna weg in de ondergrond (bij het Benthemplein wordt het water deels verpompt naar een singel). In het bassin van het Rotterdamse Bellamyplein is niettemin NR10-DECEMBER 2016
onder andere Campylobacter en E. Coli aangetroffen. Geen water om in te spelen, concludeert Helena Sales Ortells in haar proefschrift (2015, TU Delft). Bij het Bellamyplein heeft de gemeente een drinkwaterkraan neergezet om tegemoet te komen aan de recreatiebehoefte: “Bij goed weer kan drinkwater in het bassin worden gelaten, waardoor kinderen veilig spelen. Overleg met- en goede voorlichting aan omwonenden is daarbij essentieel”, zegt Verlinde. Conclusie? Recreëren in oppervlaktewater, zeker op niet- officiële zwemlocaties, heeft altijd enig risico. De waterkwaliteit wordt niet continu gemeten en dat zou ook onbegonnen werk zijn. Toch kan er met de nieuwe technische mogelijkheden ook op niet-officiële locaties in de stad vaak redelijk veilig in het water worden geplonsd. Mede dankzij een bereidwillige waterbeheerder. Maar het kan beter, denkt Kardinaal (KWR). Ziekterisico’s zijn volgens hem beter te beheersen met een doordachter land- en watergebruik. “Goed zwemwater moet je afbakenen en niet teveel functies geven die extra risico’s introduceren voor gezondheid van zwemmers en andersoortige recreatie waarbij je in aanraking komt met het water: varen, vissen, waterberging, natuur of veeweidegebied.” Volgens watergraaf Glas is deze ideale situatie moeilijk haalbaar. “Het is een utopie om als beheerder het gebruik af te grendelen voor bepaalde doelgroepen: water is nu eenmaal vaak voor iedereen.” | Een artikel over het model dat waterschap De Dommel ontwikkelde om de waterkwaliteit te voorspellen bij een zwem evenement in Den Bosch, is vorig jaar gepubliceerd in Water Matters, het kennismagazine van H2O. Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te zoeken bij de H2O-vak artikelen op www.h2owaternetwerk.nl
20
WICHELEN NAAR WATER: GELOOF OF WETENSCHAP? In september publiceerde maandblad H2O een artikel onder de kop ‘Wichelen naar water’. Daarin betoogden monteurs van enkele drinkwaterbedrijven dat de wichelroede – hoewel deugdelijk wetenschappelijk onderzoek lijkt te ontbreken – hen vaak van pas komt bij het zoeken naar leidingen. Typisch een onderwerp waarover de meningen sterk uiteenlopen in een water sector, die wordt gedomineerd door de exacte wetenschap. Frank Silvis verdiept zich al jaren in het onderwerp. Hij is civiel ingenieur, werkte dertig jaar in de watersector, onder andere bij drinkwaterbedrijf Vitens als hoofd van het ingenieursbureau en als regiodirecteur. Sinds vijf jaar heeft hij zijn eigen bedrijf, van waaruit hij veel werkt met de wichelroede. Voor H2O-Online schreef Frank Silvis een artikel over het onderwerp ‘Water wichelen en radiësthesie’. Het is te lezen op onze website (www.h2owaternetwerk.nl) onder de H2O-vakartikelen. De QR-code gaat rechtstreeks naar het artikel. Het is mogelijk om een reactie op het artikel achter te laten.
WATERKRACHTCENTRALE DOMMEL DRAAIT DANKZIJ CROWDFUNDING Vorige maand is een bijzondere waterkrachtcentrale in de Dommel officieel geopend. Het is de eerste coöperatieve centrale in ons land en grotendeels met behulp van crowdfunding tot stand gekomen. De waterkrachtcentrale is gebouwd in de stuw in de Dommel bij de Brabantse plaats Sint-Michielsgestel. Jaarlijks zal zo’n 600.000 kilowattuur aan groene stroom worden opgewekt. Dat levert voldoende energie op voor ruim 170 huishoudens in de omgeving. Jan Taks heeft samen met zijn zoon Bram in 2011 het initiatief voor de centrale genomen. “Door de stuw met drie brede doorlaatopeningen valt jaarlijks 250 miljard liter water 1,8 meter naar beneden. Dat zorgt voor een prachtige waterval. We dachten: waarom wordt deze kolkende dynamiek niet gebruikt om energie op te wekken?” Toen de twee met dit idee aanklopten bij het waterschap De Dommel, keek men eerst vreemd op. “Wij werden aanvankelijk als cowboys beschouwd. Maar daarna hebben we het volste vertrouwen gekregen.” Er zijn drie grote uitdagingen geweest, vertelt Taks. De eerste was de techniek. De keuze viel op een waterkrachtvijzel van het bedrijf Landustrie in Sneek. De vijzel roteert omdat het rivierwater erdoor stroomt. Dat levert duurzame energie op. De tweede uitdaging was het verkrijgen van de benodigde vergunningen van de gemeente en het waterschap. Taks: “Deze instanties hebben goed meegewerkt. Ook hebben we een exploitatiesubsidie ontvangen op basis van de landelijke subsidie regeling SDE+.” De financiering is volgens Taks de derde en zeker niet de minste uitdaging geweest. Het project heeft ongeveer 1 miljoen euro gekost. Vier sponsors hebben samen 250.000 euro bijgedragen: de gemeente Sint-Michielsgestel, nationaal landschap Het Groene Woud, de Rabobank en de Stichting DOEN. De rest van het bedrag is verzameld met behulp van crowdfunding. Taks licht toe: “Vijfhonderd particulieren hebben in totaal 750.000 euro gegeven. Als alles loopt zoals voorzien, krijgen ze elk jaar een dividend van vier procent. Geweldig dat zoveel mensen hierin wilden investeren!” De waterkrachtcentrale wordt nu als een coöperatie beheerd. De mensen die hebben geïnvesteerd, zijn samen eigenaar.
WATERTECHNIEK
TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR
Maatregelen gericht op verlies via oppervlakkige afstroming lijken het meeste perspectief te bieden voor wat betreft bescherming van de waterkwaliteit
WAT KUNNEN BOEREN HET BESTE DOEN VOOR DE WATERKWALITEIT?
240 METER: LIMBURG CLAIMT RECORD VOOR PIPE-CRACKING
De drie organisaties concluderen uit hun analyse dat de meningen van experts sterk uiteenlopen, mede omdat de effectiviteit van een maatregel per locatie sterk kan verschillen. Uit het onderzoek komt ‘teelt uit de grond’ naar voren als meest e ffectief, maar deze maatregel is alleen haalbaar op een beperkt areaal van g ewassen met een hoog saldo (opbrengst min kosten van de productie) per oppervlakte. Dit zal dus geen wezenlijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de landelijke waterkwaliteit. Het laten infiltreren en/of afvangen en zuiveren van oppervlakkige afstroming zal landelijk gezien meer effect sorteren, is de verwachting.
Waterschapsbedrijf Limburg en bouw bedrijf Heijmans renoveren de slibpersleiding van de rioolwaterzuivering Rimburg met behulp van pipe-cracking. Met deze techniek (waarbij in de bestaande leiding een nieuwe wordt getrokken) is in Limburg een afstand overbrugd van 240 meter. Daarmee wordt volgens de betrokken partijen voor het eerst de grens van 200 meter overschreden. Pipe-cracking is een sleufloze techniek, waarbij het graafwerk zich beperkt tot werkputten om de 200 tot 250 meter. Kostenbesparing en minder overlast voor omwonenden worden genoemd als de grote voordelen van deze aanpak. Bij komend voordeel is dat de slibpersleiding korter buiten bedrijf is. Het slib van de rioolwaterzuivering Rimburg wordt via een twee meter diep gelegen PVC-slibpersleiding (doorsnede 125 millimeter) getransporteerd naar de rioolwaterzuivering van Hoensbroek over een totale afstand van zes kilometer. De leiding is 40 jaar geleden aangelegd. Het eerste deel van de renovatie is inmiddels afgerond. Waterschapsbedrijf Limburg is de uitvoeringsorganisatie van waterschap Peel en Maasvallei en waterschap Roer en Overmaas.
Een uitgebreid artikel over dit onderwerp is te lezen bij de H2O-vakartikelen op H2O-Online (www.h2owaternetwerk.nl); het is ook te lezen via de QR-code.
Een video over pipe-cracking door Waterschapsbedrijf Limburg is te vinden op youtube.com (zoek op WBL pipe cracking).
Welke maatregelen kunnen agrariërs het beste nemen om de belasting van nutriënten (als stikstof en fosfor) in het oppervlaktewater te beperken? Om dat te kunnen beoordelen hebben Wageningen UR, Deltares en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) twaalf experts geconfronteerd met 30 mogelijke maatregelen. Het onderzoek levert een top-tien op van de meest effectieve maatregelen. Of ze in de praktijk ook het gewenste effect hebben, blijft echter sterk afhankelijk van de lokale situatie. Specialisten van de drie organisaties schreven een artikel voor H2O-Online, waarin ze stellen dat er dringend behoefte is aan een ‘beoordelingskader’ voor het effect van maatregelen op de nutriëntenbelasting. Wat werkt goed en wat werkt minder goed? Dit geldt vooral nu de rijksoverheid en alle betrokken partijen hebben afgesproken alles op alles te zetten om de doelstellingen voor de waterkwaliteit uit de Europese Kaderrichtlijn Water in 2027 te halen. Ze maakten daarom een groslijst van tientallen maatregelen en legden deze voor aan experts van kennisinstituten, waterschappen en landbouwkundige advies bureaus. Naast effectiviteit werden de maatregelen ook beoordeeld op kosten, inpasbaarheid, neveneffecten en controleerbaarheid.
NR10-DECEMBER 2016
21
22
I K E R FA B R I E SU ugar factory K (s
DINTEL
IJVENTER DR siness are REIN a) BE (bu
APR - AUG
G
LA
STUINBOU
BU
SR
W
rticulture)
30 m
AN
F F E R T k) n
b u f fe r t a
KLEI (clay)
V EEN (pe at )
Z ANDI GE KLEI (san dy clay)
N
EN
(A
K
(ho
R
Z AND
N
8 A S R3
m 200.000 ell (8 ASR w
O TE B RT W A 3 w a t G I E 00m .0
0 s 2
R
(san d)
(clay)
Met het zeven van zwevende stof (vooral cellulose) uit afvalwater, kan een waterschap aanzienlijk besparen op de kosten van energie voor de biologische reiniging (beluchting). Daarnaast wordt ook minder biologisch slib geproduceerd en zijn minder doseermiddelen (polyelektroliet) nodig voor de ontwatering van het slib. De opbrengst van de cellulose is een ander, mogelijk interessant aspect van het fijnzeven. Probleem is echter dat andere bestand delen in het zeefgoed (haren, vetten en dergelijke) de verwerking bemoeilijken. BWA levert de technologie om deze bestanddelen goed te scheiden.
i
200 m 3
S
KLEI
Op de rioolwaterzuivering Geestmerambacht (van hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier) wordt een installatie gebouwd bedoeld om dagelijks 400 kilogram schone cellulose terug te winnen uit afvalwater. Een deel hiervan zal worden geëxporteerd naar Engeland om gebruikt te worden als grondstof voor bio-composiet. De rest komt beschikbaar voor het ontwikkelen van andere producten. De installatie wordt gebouwd door BWA, leverancier van onder andere fijnzeven voor zuiveringsinstallaties.
E E R Z U I V me t (wa ter trea
AT
ASR INST
( ASR f AL ac il
TIE L At y )
JAN - DEC
R
W
A
RWZI GAAT DAGELIJKS 400 KILO SCHONE CELLULOSE PRODUCEREN
EFFLUENT VAN SUIKERUNIE WORDT DUURZAAM BENUT IN TUINBOUW
AU G + M AART
nt I N G )
SEPT - JAN
er O P st S L or A ag G e)
DE
)
0
Sinds kort is de fabriek van Suikerunie in Dinteloord een bron voor gietwater op het glastuinbouwcomplex AFC Nieuw Prinsenland. Deze maand zijn de installaties die dit mogelijk maken officieel in gebruik genomen. Dit duurzame gebruik van effluent van de fabriek is het resultaat van een project in het kader van TKIWatertechnologie. In het kader van dit project worden enkele zaken op een slimme manier gecombineerd. Uit het effluent van Suikerunie kan hoogwaardig gietwater voor de tuinbouw geproduceerd worden, maar het aanbod komt in de tijd niet overeen met de vraag. Het hoogwaardige water kan alleen geproduceerd worden als de suikerfabriek in werking is (september tot januari), terwijl de vraag van de glastuinbouw zich concentreert in het voorjaar en de zomer. Er is dus behoefte aan tijdelijke opslag. Om ruimte te besparen en de waterkwaliteit te behouden is ervoor gekozen om het geproduceerde gietwater op te slaan in een ondergrondse waterberging ofwel ASR. Aquifer Storage and Recovery (ASR) behelst het opslaan en terugwinnen van overtollig zoetwater voor latere perioden middels putten. Een speciale vorm is ASRcoastal, waarbij in één boorgat meerdere putfilters boven elkaar worden geplaatst en onafhankelijk kunnen worden bediend. Hiermee kan in pakketten met brak grondwater (zoals in Dinteloord) de terugwinning van zoetwater tijdens ASR worden geoptimaliseerd. Opdrijving van het zoete water in het brakke grondwater kan namelijk worden tegengegaan door met name diep te infiltreren, en ondiep terug te winnen. De Duurzame Watervoorziening in Nieuw-Prinsenland is opgezet en gerealiseerd door de Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij (TOM) Brabant. KWR Watercycle Research Institute heeft de benodigde kennis rondom ASR geleverd en is daarbij ondersteund door de Topsector Water (TKI Watertechnologie), terwijl Witteveen+Bos de realisatie van de afvalwaterzuivering heeft begeleid. De bedrijven B-E de Lier en Bruine de Bruin zijn betrokken geweest als installateurs voor de watertechniek. Meer informatie over het project is te vinden op de website van TKI-Watertechno logie. www.tkiwatertechnologie.nl
WATERTECHNIEK
TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR
AERZEN KOMT MET EXTRA ENERGIEBESPARING VOOR RIOOLWATERZUIVERINGEN Aerzen Nederland, leverancier van lucht- en gassystemen, heeft twee innovaties gelanceerd op de Nederlandse markt, waarmee het bedrijf een hoger rendement en een aanzienlijke energie besparing zegt te kunnen realiseren bij onder andere rioolwaterzuiveringen. Het gaat hierbij om AERsmart (een nieuw, intelligent besturingssysteem om de beluchting te regelen) en Heat Recovery (een systeem voor warmterugwinning). Bij een waterzuiveringsinstallatie is de behoefte aan proceslucht voor de biologische zuivering verantwoordelijk voor circa 80 procent van de energiekosten en 70 procent van de totale operatio nele kosten. De belasting van een biologische waterzuiveringsinstallatie schommelt sterk. De hoeveelheden afvalwater en de mate van vervuiling zijn afhankelijk van veel factoren, zoals regio, tijdstip, seizoen en hoeveelheden neerslag. Voor een goede zuivering moet de beluchting (de benodigde hoeveelheid zuurstof) continu worden afgestemd op die omstandigheden. Aerzen levert daarvoor onder de merknaam Performance3 een combinatie van blower-, turbo- en hybridetechnologie, die zijn ondergebracht in één beluchtingsstation. Afhankelijk van de omstandigheden wordt de meest gunstige techniek in- of uitgeschakeld. Daaraan is nu AERsmart, een soort automatische piloot, toegevoegd. Dit digitale besturingssysteem registreert hoe de biologische zuivering verloopt en beslist afhankelijk van de omstandigheden welke techniek of combinatie van technieken wordt ingezet. Het systeem, dat in staat is maximaal twaalf machines tegelijkertijd aan te sturen, dirigeert de stromen op de meest efficiënte manier over het machinepark. Volgens Aerzen Nederland is met de AERsmart, waaraan ook machines van andere fabrikanten kunnen worden gekoppeld, een extra besparing op energiegebruik mogelijk tot 15 procent. Het te behalen rendement zou hiermee dichtbij het theoretisch haalbare optimum komen. Een groot deel van de elektrische energie van blowers en compressoren, bijvoorbeeld bij biologische waterzuiveringsinstallaties, wordt omgezet in opwarming van de machine en de proceslucht. Meestal gaat deze warmte verloren. Heat Recovery is erop gericht de warmte te benutten voor ruimteverwarming of (via warmtewisselaars) over te brengen op bijvoorbeeld proces- of industrieel water. Via deze methode kan volgens Aerzen Nederland 85 procent van de warmte-energie worden teruggewonnen. De wijze waarop het systeem wordt ingezet, is sterk afhankelijk van de omstandigheden.
NR10-DECEMBER 2016
WATERINNOVATIEPRIJS VIJF KEER UITGEREIKT Medio november werd de Waterinnovatieprijs uitgereikt, de ‘Oscar van de watersector’. In totaal werden vijf prijzen toe gekend. De Diefdijklinie van waterschap Rivierenland werd winnaar van de Waterinnovatieprijs in de categorie Waterveiligheid. De Diefdijklinie is een dijkversterking van 23 kilometer, van de Lek bij Everdingen naar de Merwede bij Gorinchem. Voor het project werkten waterschap, provincies, Rijk en bewoners nauw samen. Het hoogheemraadschap Delfland sleepte de prijs in de categorie Schoon Water in de wacht, met het project S.C.H.O.O.N., waarvoor een zoetwaterfabriek werd gebouwd bij de rioolwaterzuiverings installatie De Groote Lucht in Vlaardingen. Innovatief, ecologisch en duurzaam, aldus de jury. In de categorie Voldoende Water werd de proeftuin Achterover Wieringermeer van het hoogheemraadschap Hollands Noorder kwartier winnaar. In de proeftuin experimenteren publieke en private partners op een boerderij van 20 hectare met nieuwe verdienmodellen op het gebied van zoet water, zoals zilte teelt en kweek van Chinese wolhandkrab. Het kostbare zoete water van het IJsselmeer en het Markermeer worden daardoor beter benut. De Waterinnovatieprijs kent sinds dit jaar de nieuwe categorie Waterbewustzijn. “Waterveiligheid en voldoende zoet water zijn geen vanzelfsprekendheden”, verklaart juryvoorzitter Lidewijde Ongering, secretaris-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. “Alle innovaties om de veiligste en slimste delta ter wereld te blijven, beginnen met waterbewustzijn.” In die categorie werd Battle of the Beach winnaar, een door meerdere waterschappen uitgevoerde lesmodule voor basisscholen, waarbij kinderen de strijd aangaan tegen het water. De publieksprijs ten slotte ging naar het project Zandsproeien bij dijkverbetering Nauernasche Vaart van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Zandsproeien is een duurzame en minder schadelijke en belastende oplossing voor het versterken van de stabiliteit van een dijk. www.innovatieprijs.nl
23
24
BURGERS HELPEN DE WETENSCHAP MAAR WAT LEVERT DAT OP?
‘Citizen science’ is in opmars. Ook de watersector maakt (nog voorzichtig) gebruik van ‘gewone mensen’ als bron van informatie en kennis. Boeren meten nitraat in hun sloten, Twitteraars leveren informatie over overstromingen en sportvissers monitoren hun vangsten. Klinkt leuk, maar levert het ook echt wat op? Tekst Dorine van Kesteren Beeld iStockphoto
A
A
ACHTERGROND
D
e inzet van amateurs bij wetenschappelijk onderzoek is niet nieuw. Hobbyvogelaars en -astronomen bewijzen al eeuwen hun diensten en ook de Nederlandse woordenboeken zijn een product van de noeste arbeid van vrijwilligers, die jarenlang het gebruik van woorden en hun betekenis bijhielden. Dat het fenomeen echter de laatste jaren zo om zich heen grijpt, heeft natuurlijk te maken met de technologische vooruitgang. Smartphones bijvoorbeeld maken het mogelijk om snel en eenvoudig data te verzamelen en in één moeite te verzenden. Eén van de eerste vormen van citizen science in de watersector was het project Participatief meetnet Noorderpark van Waternet in 2014. Het Amsterdamse watercyclusbedrijf was toen het Watergebiedsplan Noorderpark en het bijbehorende peilbesluit aan het voorbereiden. In oktober 2013 was er het Noorderpark veel wateroverlast na een extreme bui. Om de zorgen bij bewoners weg te nemen en met hen in gesprek te gaan over het Watergebiedsplan, startte Waternet het participatief meetnet: vijftien bewoners gingen een jaar lang zelfstandig dagelijks of wekelijks de grondwater- en oppervlaktewaterstanden in hun buurt meten. “Dit had voordelen voor beide partijen”, zegt Rina Clemens, die het project vanuit inge nieursbureau Witteveen + Bos begeleidde (samen met Marco Arts van kennisbedrijf Aequator). “Waternet kreeg meetresultaten van particuliere percelen: plaatsen waar ze anders niet kwamen. En de deelnemers gingen de werking van het watersysteem en de rol van Waternet als waterbeheerder beter begrijpen.” DRINKWATERONDERZOEK Waternet heeft onlangs ook in een groter wetenschappelijk drinkwateronderzoek (geïnitieerd door KWR Watercycle Research Institute), gebruikgemaakt van de data van burgers. Vijftig Amsterdammers hebben geholpen om de bacteriesamenstelling in het kraanwater te m eten. “Wij vinden het mooi om met burgers samen te werken. Waternet is immers een nutsbedrijf, van en voor de burger”, zei Renze van Houten, directeur Drinkwater, Riolering en Afvalwater van Waternet, tijdens de slotbijeenkomst in Amsterdam. “Daarnaast is dit een manier om zichtbaarder te maken aan onze klanten dat de drinkwaterkwaliteit ongelooflijk hoog is in Nederland, net zoals de leveringszekerheid.” Stijn Brouwer, senior onderzoeker bij KWR: “Aan de ene kant waren we natuurlijk benieuwd naar de precieze samenstelling van het water, aan de andere kant wilden we erachter komen wat het betrekken van burgers oplevert.” > NR10-DECEMBER 2016
Smartphones maken het mogelijk om snel en eenvoudig data te verzamelen en in één moeite te verzenden
25
26
Aarzelingen waren er ook: zouden leken de data wel prudent verzamelen? Een ander punt van zorg was de openheid: stel dat de deelnemers bepaalde gegevens niet juist zouden interpreteren, zou er dan geen beeld van ‘onbetrouwbare waterkwaliteit’ ontstaan? Beide zorgen bleken achteraf niet terecht. Ten eerste bevatte 99 procent van de sample kits van de deelnemers bruikbare resultaten. Ten tweede was het vertrouwen van de burgers in het drinkwaterbedrijf na afloop van het onderzoek toegenomen, juist omdat het zo open was geweest over de samenstelling van het water. DATA BEWERKEN Het is inderdaad geen probleem dat leken niet specifiek zijn opgeleid om wetenschappelijke data te verzamelen, zegt ook Rina Clemens van Witteveen + Bos. Aan de professionals de taak om te zorgen dat de gegevens voldoen aan wetenschappelijke criteria. “Voor ons advies over watermanagement en rioleringsmodellen bijvoorbeeld hebben wij informatie nodig over de neerslag in Nederland. Hiervoor werken we samen met Het Weer Actueel, een vereniging van weeramateurs. Hierdoor hebben we toegang tot meetgegevens van veel meer plaatsen dan wanneer we alleen de officiële data van het KNMI zouden gebruiken. Natuurlijk zijn de amateurgegevens niet volgens een vast protocol tot stand gekomen, maar wij weten inmiddels precies hoe we ze moeten bewerken.” Dirk Eilander, onderzoeker bij Deltares, heeft dezelfde ervaring. Samen met het bedrijf Floodtags maakt hij overstromingskaarten op basis van de tweets die tijdens een overstroming worden geplaatst. “Wij gaan uit van de wisdom of the crowd: een groep leken weet meer dan een enkele deskundige. In Jakarta, de Twitterhoofdstad van de wereld, bereikte tijdens een overstroming in februari 2015 het aantal tweets een piek van bijna 900 per minuut. Als heel veel mensen zeggen dat er ergens een overstroming plaatsvindt, zal het dus wel waar zijn. Een groot aantal tweets bevat relevante informatie over de waterhoogte en locatie. De eerste selectie van de tweets is onze verantwoordelijkheid, net als het filteren en valideren van de gegevens.” Op deze manier wordt het mogelijk ‘realtime’-overstromingskaarten te maken. “Hierdoor kunnen crisisteams effectievere beslissingen nemen: de juiste maatregelen, op het juiste moment, op de juiste plaats. In de Fillipijnen gebruikt het Rode Kruis deze techniek al op deze manier.” NITRAAT-APP Een ander voorbeeld van een citizen science-project in de watersector is de nitraat-app die Deltares heeft ontwikkeld voor de landbouwsector. Elf boeren in de Achterhoek meten met striptestjes de nitraatconcentraties in grondwater, drains en slootjes op hun eigen perceel. “Het werkt heel simpel en snel, met direct meetresultaat”, zegt bedenker Joachim R ozemeijer van Deltares. “Een boer dipt zo’n strip in het water, wacht één minuut en maakt dan een scan
‘ Citizin science is een vorm van participatie waarbij de overheid de zorgen van stakeholders en burgers écht serieus neemt’
ACHTERGROND met zijn smartphone. Door de strips met de telefoon uit te lezen wordt de meting nauwkeuriger en objectiever, maar het grootste voordeel is dat de boeren de resultaten en de locatiegegevens direct kunnen versturen via internet.” Nitraatuitspoeling uit de mest is ongunstig voor de water kwaliteit én voor de boeren: het uitgespoelde nitraat had beter kunnen worden opgenomen in de gewassen. “Maar boeren kunnen niet zien waar en wanneer ze nitraat verliezen. Met de app kan dat wel. En als ze dan verschil zien tussen de percelen, gaan ze vanzelf nadenken over de oorzaken en de relatie met het landgebruik. Wij verwachten dat boeren op basis van bedrijfsspecifieke meetinformatie eerder bereid zijn mee te denken met de waterbeheerders over maatregelen”, aldus Rozemeijer. LANGSDAMMEN Bij zijn project in de Waal maakt onderzoeksprogramma RiverCare ook gebruik van een specifieke groep burgers: geen boeren, maar professionele schippers en sportvissers. In 2015 zijn in het kader van het programma Ruimte voor de Rivier de kribben in de Waal verlaagd en zijn tussen Ophemert en Wamel langsdammen – evenwijdig aan de oever – gerealiseerd. De langsdammen zijn over een lengte van 10 kilometer als alternatief voor de kribben aangelegd. Het doel van deze operatie is de waterveiligheid en de aantrekkelijkheid van het gebied te vergroten. Maar hoe ervaren de belanghebbenden in de omgeving – de professio nele scheepvaart, sportvissers, inwoners en de recreatieve scheepvaart – die langsdammen? Uit het eerste z ogeheten belevingsonderzoek bleek dat vooral de scheepvaart en de sportvisserij zich zorgen maakten. “De professionele scheepvaart vreest voor onveilige situaties, omdat de dam bij hoogwater onzichtbaar is. Een ander punt van zorg is dat ze meer brandstof nodig hebben omdat de stroming nu sneller is. En de vissers zijn bang dat hun visplekken k walitatief minder goed zijn geworden”, vertelt Riyan van den Born, namens de Radboud Universiteit in Nijmegen projectleider Beleving en Participatie bij RiverCare. RiverCare heeft de schippers en vissers vervolgens benaderd voor een participatie- en monitoringsonderzoek. De schippers registreren bijvoorbeeld hoeveel brandstof zij nodig hebben op het traject en welke onveilige situaties zij tegenkomen. De vissers geven hun vangsten door aan de ecologische onderzoekers van de Radboud Universiteit. “Na iedere doorgegeven vangst sturen we hen een kort vragenlijstje toe: hoe lang heeft u moeten zoeken naar een goede visplek, hoe ervaart u het landschap? Het verloop van het o nderzoek koppelen wij regelmatig terug aan de deelnemers.” NR10-DECEMBER 2016
MEER WATERBEWUSTZIJN Grote vraag is natuurlijk welke voordelen citizen science heeft boven wetenschappelijk onderzoek door louter professionals. Een veelgenoemd punt is dat citizen science méér data oplevert, afkomstig van meer en meer diverse plekken. Bovendien zijn de data ‘rijker’, aldus Van den Born (Radboud Universiteit). “Kijk bijvoorbeeld naar de scheepvaart in ons project. Die mensen varen onder alle omstandigheden door dit gedeelte van de Waal: in donker en in licht, in slecht en goed weer… Ook de vissers brengen zóveel tijd in het gebied door. Die context levert een ongelooflijke rijkdom aan data op. De specifieke expertise van de deelnemers voorkomt dat wij fouten maken. Dat we bepaalde variabelen vergeten, bijvoorbeeld. De kennis van professionals is immers veel algemener.” Daarnaast leidt citizen science tot meer waterbewustzijn. Zo zei een van de deelnemers aan het drinkwateronderzoek van Waternet: “Iedereen vindt het vanzelfsprekend dat er schoon drinkwater uit de kraan komt, maar tijdens deze proef realiseerde ik me dat dit helemaal niet zo is.” Citizen science is ook een manier om burgers te betrekken bij de besluitvorming. Niet gek in een tijd waarin burgers mondiger zijn geworden en het vertrouwen in de politiek en instituties gering is. Het participatief meetnet bijvoorbeeld heeft de verstandhouding verbeterd tussen Waternet en de inwoners van Noorderpark. Dat leidt niet zozeer tot minder bezwaren van burgers, maar vaak wel tot beter onderbouwde bezwaren, zo zeggen betrokkenen. Van den Born: “Citizin science is meer dan mensen data laten verzamelen, het is een vorm van participatie waarbij de overheid de zorgen van stakeholders en burgers écht serieus neemt. Hen bottom-up laten meedoen aan het onderzoek, in plaats van hen alleen top-down informeren of geruststellen.” Voorwaarde is dan wel dat de overheid echt iets doet met de aangeleverde data en de onderzoeksresultaten. Van den Born: “Ook als die onwelgevallig zijn. Van het begin af aan hebben wij tegen Rijkswaterstaat gezegd: je moet je hieraan volledig committeren, of je moet het niet doen. Natuurlijk kan dit spannend worden. Want was als de langsdammen technisch wel goed bevallen, maar qua leefbaarheid niet? Het is de bedoeling dat er op meerdere plekken in de Waal zulke dammen komen. Dat gaat bij veel negatieve bevindingen misschien niet door. Of in aangepaste vorm.” |
27
28
NEW
BUSINESS
NIEUWE WATERTECHNOLOGIE VAN NEDERLANDSE BODEM Powered by Water Alliance VOORAF
WATERLINK: ETALAGE VAN INNOVATIES IN WATERTECHNOLOGIE In de rubriek New Business ook deze keer weer interessante artikelen over innovaties in watertechnologie van Nederlandse bodem. Wat te denken van Blue Energy van Redstack, de afgelopen maand door het kabinet gekozen als Nationaal Icoon? Een bedrijf geboren op de WaterCampus in Leeuwarden. U neemt het me niet kwalijk dat ik stiekem even glim? Hebt u belangstelling voor meer watertechnologie van eigen bodem? Bent u op zoek naar oplossingen voor uw waterprobleem? Of wilt u juist in contact komen met andere aanbieders of (potentiële) afnemers? Breng dan op donderdag 26 januari een bezoek aan Symposium Water-
Link, hét business event van Water Alliance in Leeuwarden. Dit jaar voor het eerst met een internationaal tintje. We hebben goede sprekers tijdens de plenaire sessie, onder wie Pieter van den Hoogenband, onze drievoudig Olympisch zwemkampioen. Daarnaast zijn er acht interactieve themasessies en wordt de Water Alliance Innovation Stimulation Award uitgereikt. Minstens zo belangrijk is echter dat WaterLink volop gelegenheid biedt om te netwerken en voor matchmaking. Meld u aan via de website: www.wateraliance.nl/waterlink/ Ik zie u graag op 26 januari om samen het glas te heffen op een gezond nieuwjaar en veel new business. Hein Molenkamp Managing director Water Alliance h.molenkamp@wateralliance.nl
BLUE ENERGY GEKOZEN ALS ‘NATIONAAL ICOON’ Het kabinet heeft Blue Energy, het opwekken van elektriciteit uit het verschil tussen zoet en zout water, benoemd tot nieuwe Nationaal Icoon. De benoeming werd vorige maand bekendgemaakt. Het bedrijf achter Blue Energy, Redstack, heeft een innovatieve technologie ontwikkeld waarmee energie via omgekeerde elektrodialyse opgewekt kan worden. De technologie voor Blue Energy is ontwikkeld bij Wetsus; Redstack was een van de eerste spin off bedrijven van het kennisinstituut in Leeuwarden.
Het concept wordt al toegepast op de Afsluitdijk waar gebruik wordt gemaakt van zoet water uit het IJsselmeer en zout water uit de Waddenzee. De technologie heeft niet alleen exportpotentie, het past volgens het Nederlandse kabinet ook volledig in de transitie naar een duurzame elektriciteitsproductie zonder CO2-uitstoot. De drie nieuwe Nationale Iconen (in 2014 w aren er ook al vier gekozen) worden ondersteund door het k abinet. Zo krijgen de innovaties elk een minister of staatssecretaris als eigen ambassadeur.
Water Alliance is een samenwerkingsverband van overheid, kennisinstellingen én bedrijfsleven op het gebied van watertechnologie in Nederland. Water Alliance richt zich vooral op het midden- en kleinbedrijf in de innovatieve en duurzame watertechnologie die wereldwijd vermarkt kan worden. Water Alliance ondersteunt de bedrijven op het gebied van (internationale) matchmaking, netwerken en business development.
Agora 4 8934 CJ Leeuwarden 058-2849044 www.wateralliance.nl
NEW BUSINESS Teksten Berber Bijma
iStockphoto
UPFALL SHOWER: VEEL WATER, WEINIG VERBRUIK Heerlijk douchen onder een flinke straal en toch weinig water verbruiken. Na diverse prototypes en steeds verdere finetuning is het gelukt: de Upfall Shower van Beter Bad hergebruikt het douchewater tijdens het douchen. “Het oorspronkelijke idee kwam zo’n vijf jaar geleden van René Betgem, eigenaar van een badkamerspeciaalzaak”, vertelt Bert ter Meer, technisch directeur van Beter Bad. Beter Bad nam het idee over en ontwikkelde het verder. Begin dit jaar kwam de Upfall Shower op de markt. Het idee erachter is simpel, legt Ter Meer uit: het water dat op de douchevloer stroomt wordt on the spot gereinigd en omhoog gepompt, om dan opnieuw uit de douchekop te komen. “We willen zuinig omgaan met water en energie, maar niet inleveren op welness. Dat is precies waar de Upfall Shower voor zorgt. Er komt ruim twintig liter water per minuut uit de NR10-DECEMBER 2016
douche, maar je doucht CO2-neutraal en verbruikt maar 1,5 liter. Dat laatste is nodig omdat er nieuw, warm water bijgemengd moet worden om de douche op temperatuur te houden.” Het water wordt opgevangen in een reservoir, gaat dan achtereenvolgens door een microfilter, een pomp en langs een desinfecterende uv-lamp. EVEN WENNEN Het idee moet even wennen, m erkte Ter Meer. “De eerste gedachte is soms: ik sta onder m’n eigen viezigheid. Als we uitleggen hoe het systeem werkt, zijn die aarzelingen weg. Bovendien: er zit ook een gewone handdouche aan. Wij adviseren mensen om eerst één of twee minuten het vuil en zweet van zich af te spoelen en dan het Upfall-systeem in te schakelen. Dat is ook precies de tijd die het reservoir nodig heeft om gevuld te worden.” Van de Upfall Shower zijn er inmiddels ruim dertig verkocht.
Prijzen variëren afhankelijk van het type en soort opbouw of inbouw van 3.000 tot 5.000 euro. De terugverdientijd voor een huishouding van vier personen is ongeveer drie jaar, aldus Ter Meer. Klanten die tegen die investering aanhikken, kunnen een hotelkamer in Joure boeken. Wie daarna besluit tot aankoop, krijgt de overnachting met diner met terug werkende kracht cadeau. CRUISESCHEPEN “Wij zien dit jaar als een opstartjaar”, zegt Ter Meer. “De belangstelling is groot. We hebben contact met onder meer Center Parcs en Van der Valk. In de gastvrijheidssector wordt duurzaamheid steeds belangrijker. Ook een Finse firma die cruiseschepen bouwt, volgt ons op de voet. Zo’n schip mag afvalwater niet lozen, dus zuinig watergebruik is enorm belangrijk. Terwijl mensen soms zes keer per dag onder de douche stappen.”
29
30
NEW
BUSINESS
Storingen in zandfilter installaties waarmee afval- of drinkwater wordt gezuiverd, worden soms laat opgemerkt en leveren daardoor onnodige kosten op. Het continue monitoringsysteem Sand Cycle, ontwikkeld door Brightwork in Sneek, meldt storingen continu. Dat levert een zodanige kostenbesparing op, dat de investering binnen een jaar is terugverdiend, zegt Brightwork-directeur Hans Wouters. Een zandfilterinstallatie kan getroffen worden door allerlei storingen, legt Wouters uit. “We zien soms systemen waarin de helft van het zand is weggespoeld. Wat dan een zandfilter heet, is in feite een bijna lege tank. Het kan een tijd duren voor dat ontdekt wordt, terwijl het systeem al die tijd niet optimaal presteert. Die prestatie kan ook worden aangetast als het zand niet homogeen door het filterbed heen beweegt of als de snelheid van de korrel niet optimaal is. Van sommige installaties die wij zien, springen de tranen je in de ogen, zo slecht presteren ze.”
Powered by Water Alliance
‘SAND CYCLE’: CONTINUE MONITORING VAN ZANDFILTERS
Continue zandfilterinstallatie in aanbouw bij Anglian Water in het Verenigd Koninkrijk
RADIOGOLVEN De kern van de ontwikkeling is gebaseerd op het volgen van een groot aantal RFIDtags (radiogolven) in het filterbed. De tags gedragen zich hetzelfde als de zandkorrels en geven daarmee een goed beeld van het gedrag van de korrels in het zandfilter. Wouters: “Met die informatie kun je 24 uur per dag het functioneren volgen en afwijkingen meteen identificeren.” Met Sand Cycle worden onder meer zandverlies, de snelheid van de korrels en de beweging van het zand gemonitord en gevisualiseerd op een ‘dashboard’. “Het dashboard meldt niet alleen storingen, inclusief de oorzaak en mogelijke oplossing, maar geeft ook aan hoe de prestatie van het systeem verder geoptimaliseerd kan worden”, vertelt Wouters. KOSTENBESPARING Wetterskip Fryslân was de eerste launching customer en is inmiddels tevreden gebrui-
ker. Ook in Engeland zijn diverse waterschappen geïnteresseerd en is de eerste koop gesloten. Wouters: “Sand Cycle is te gebruiken voor veel verschillende types zandfilterinstallaties die in de hele wereld worden gebruikt. Het inbouwen in een bestaande zandfilterinstallatie is niet heel duur, terwijl de kostenbesparing heel snel zichtbaar is. De operator kan veel efficiënter z’n werk doen, de tijd dat een installatie niet het optimale rendement haalt wordt sterk ingekort en er is veel minder zandverlies. Het herstellen van slecht functionerende installaties, kost duizenden en soms tienduizenden euro’s.” In binnen- en buitenland is veel interesse en enthousiasme voor Sand Cycle. Onder meer bij waterschappen, maar ook bij industriële klanten en drinkwaterbedrijven, vertelt Wouters. “De teneur is: dit is te mooi om waar te zijn, zo’n simpele en doeltreffende toepassing.” www.sand-cycle.com
NEW BUSINESS
SUBSIDIE VOOR INNOVATIE IN DE MARITIEME MAAKINDUSTRIE Bedrijven of kennisinstellingen met innovatieve ideeën voor de maritieme maakindustrie kunnen meedingen naar subsidie voor Maritieme Innovatie Impuls Projecten (MIIP). De MIIP-subsidie, in totaal 250.000 euro, wordt jaarlijks ter beschikking gesteld voor innovatieve ideeën die passen in de vier thema’s van het Maritiem Innovatiecontract, onderdeel van de Topsector Water: winnen op zee, schone schepen, slim en veilig varen en effectieve infrastructuur. Voorwaarden voor de subsidie zijn dat het project kan uitgroeien tot iets groters en dat er meerdere samenwerkingspartijen bij betrokken zijn. De subsidieregeling is in handen van de innovation council van Nederland Maritiem Land (NML), in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken. Michael Steenhoff, secretaris van NML: “In de vier jaar dat deze regeling bestaat, hebben we al meerdere malen gezien dat projecten inderdaad zijn uitgegroeid tot bijvoorbeeld Europees niveau, mooie innovatieve producten zijn ontwikkeld of ideeën verder uitgewerkt.” Water Alliance helpt bedrijven desgewenst bij het opstellen van hun subsidieaanvraag. Meer informatie op www.maritiemland.nl, onder Projecten en op www.wateralliance.nl/miip
NR10-DECEMBER 2016
ENERGIEBESPARING DANKZIJ EEN SCHONERE SCHEEPSBOEG Varen met een gladde scheepsboeg vraagt veel minder brandstof dan met een boeg waar algen en ander aangekoekt vuil op zitten. Regelmatig schoonmaken is dus heel nuttig. De Fleet Cleaner voorziet in die behoefte. Het op afstand bedienbare apparaat van een kleine twee meter door snede won begin dit jaar de Water Alliance Innovation Stimulation Award. Na diverse pilotprojecten is de Fleet Cleaner nu klaar voor het echte werk, vertelt directeur en mede-oprichter Alex Noordstrand van het gelijknamige bedrijf. In december zal de Fleet Cleaner gebruikt worden om het marineschip de Karel Doorman te reinigen in de haven van Den Helder. Noordstrand: “Het water dat we onder hoge druk gebruiken bij het reinigen, wordt gefilterd en opnieuw gebruikt. Het vuil wordt apart opgevangen en afgevoerd. Bij de reiniging blijft dus geen vuil water over.” Noordstrands ambitie is om de Fleet Cleaner over enige tijd te kunnen inzetten tijdens het laden en lossen, zodat schepen geen extra tijd kwijt zijn aan de poetsbeurt. www.fleetcleaner.com
PRIJS VOOR TECHNIEK DIE WATER UIT MELK HAALT Melk bestaat voor 80 procent uit water, maar wordt bijna altijd ingedikt tot poeder. Met een nieuwe membraantechniek hoeft dat niet pas in de fabriek, maar kan dat deels al ‘achter de koe’. De membraantechniek, ontwikkeld door het Leeuwarder bedrijf Wafilin Systems, kreeg begin oktober op het Wetsus Congres in Leeuwarden de publieksprijs van de Water Alliance Innovation Stimulation Award. De publieksprijs was een voorproefje van de WIS Award die eind januari wordt uitgereikt. Daarvoor zijn zeven ondernemers in de race. “Een heel klein deel van de melk die wij produceren, wordt als melk gedronken”, vertelt Hans van Dalfsen. “Het indikken gebeurt in de melkfabriek, maar stel je eens voor hoeveel winst er bij opslag en transport te behalen valt als je dat deels al doet vóór de melk in de tank komt.” Wafilin systems werkt samen met de leveranciers van melkrobots en een zuivelconcern verder aan de ontwikkeling van de techniek en mikt op een internationale afzetmarkt.
31
32
HET LEGER KOMT WATERBEHEERDERS TE HULP Tekst Marloes Hooimeijer | Fotografie Marcel Molle
Het leger kan zoveel meer dan zandzakken sjouwen bij watersnood. Dus is het een charmeoffensief begonnen om waterbeheerders van zijn meerwaarde te doordringen. Zover dat nog nodig is, want Defensie is al steeds vaker van de partij, zoals begin november bij de crisisoefening Waterwolf op Marken.
Waterwolf: in grote legertrucks worden figuranten na de oefening teruggebracht naar Marken
A
A
ACHTERGROND Defensie oefent het aanleggen van dijkversterkingen vanaf een ponton op het water, voor als een getroffen gebied over land niet meer te bereiken is
M
ilitairen sjouwen zandzakken. Het stormt en het water staat hoog. Wie kent de journaalbeelden niet? “Ondersteunen bij crisissituaties in eigen land is een van de drie primaire taken van de krijgsmacht”, zegt kolonel Erwin Hoogland, hoofd Operatiën bij Defensie. “Maar Defensie heeft bij waterveiligheidskwesties veel meer middelen beschikbaar dan mankracht alleen om waterbeheerders te ondersteunen. We willen meer bekendheid geven aan wat we allemaal te bieden hebben.” En dat wil Defensie al wat langer. In beleidstermen gaat het om Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS). Het is een project van drie ministeries: Binnenlandse Zaken, Justitie en Defensie, gebaseerd op bestuurlijke afspraken uit 2005. Het project moet verduidelijken wat civiele autoriteiten, waaronder waterbeheerders, maar bijvoorbeeld ook de politie en geneeskundige hulpverlening, in crisissituaties van Defensie kunnen verwachten. Hoogland: “Om die samenwerking wat makkelijker te maken, is de beschikbaarheid van een bepaalde Defensie capaciteit gegarandeerd. Het is niet zo dat onze mensen een uur na melding van een calamiteit al onder aan de dijk staan te trappelen, maar waterschappen en Rijkwater staat kunnen wel rekenen op de inzet van een zekere hoeveelheid mankracht en materieel binnen afzienbare tijd.” Hoeveel dat precies zit en hoeveel capaciteit beschikbaar is, staat in de Catalogus Nationale Operaties (te vinden op www.defensie.nl). Na maximaal twee uur kunnen waterbeheerders bijvoorbeeld al ondersteuning krijgen van een militair adviseur. In iedere Veiligheidsregio is zo’n ‘Defensieliaison’ beschikbaar. Na maximaal 48 uur na een melding kan een detachement van in totaal 3.000 militairen beschikbaar zijn; 200 militairen daarvan staan al na maximaal 8 uur klaar en nog eens 1.000 na maximaal 24 uur. Na maximaal 48 uur kan ook gebruikgemaakt worden van een genie-eenheid inclusief technische adviescapaciteit en van een peloton vouwbrug, dat voor noodbruggen en -vlotten kan zorgen. > NR10-DECEMBER 2016
OEFENING WATERWOLF Begin november vond op en rond Marken de grootschalige watersnoodoefening Waterwolf plaats. Het scenario: een dijkdoorbraak in combinatie met hoogwater op het Markermeer en extreme neerslag. Ook Defensie zette veel mankracht en materieel in, onder meer om te helpen bij evacuaties, dijkschouw en dijkversterking.
33
34
Evacuees komen aan op het verzamelpunt in Marken. Er is veel publieke belangstelling voor de oefening
DEFENSIELIAISON Naast deze gegarandeerde capaciteit staat de catalogus vol met voorbeelden van mogelijke inzet van personeel en materieel bij watercalamiteiten. “De Defensieliaison kan de waterbeheerders precies vertellen wat we allemaal in huis hebben”, zegt Hoogland. “We kunnen militairen sturen om dijkvakken te bewaken en te inspecteren, of zelfs een F16 met een infraroodcamera. Je kunt ook denken aan de inzet van onze constructie-eenheden, die beschikken over zwaar constructiemateriaal als bouwmachines en brugmateriaal. Of over bootjes om mensen mee te evacueren. We hebben ook materieel om drinkwater te maken, dat wordt bijvoorbeeld gebruikt om onze troepen in Mali van drinkwater te voorzien.” Eventuele extra kosten die de civiel-militaire inzet met zich meebrengt, komen volgens Hoogland ten laste van de FNIK (Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht). Overigens wil hij wel gezegd hebben dat er ook beperkingen gelden: “We hebben door de grote reorganisatie afgelopen decennia b ijvoorbeeld geen enorme hoeveelheden vrachtwagens meer om mensen mee te verplaatsen. We hebben ook niet heel veel capaciteit om onder water gelopen straten mee leeg te pompen. De gegarandeerde capaciteit is bovendien niet alleen bestemd voor wateroverlast, maar ook om in te zetten bij bosbranden of voor extra anti-terreurbeveiliging, zoals laatst op Schiphol. En voor de niet-gegarandeerde capaciteit geldt dat die op een crisismoment mogelijk al wordt ingezet bij buitenlandse missies. Onze adviescapaciteit is wel vrijwel onbeperkt beschikbaar.” WEDSTRIJDVOORBEREIDING Nu de praktijk. Natuurlijk is het niet de bedoeling dat water beheerders en Defensie elkaar pas opzoeken als de nood daadwerkelijk aan de man is. Nee, er moet geoefend worden, om op elkaar ingespeeld te zijn zodra de wedstrijd écht gespeeld moet worden. Hoogland: “Zonder samenwerking vooraf, waarbij we ver-
De tent waarin Defensie evacuees verdeelt om naar het vasteland te worden vervoerd
trouwd met elkaar kunnen raken, kom je er niet in crisissituaties. Het mooiste is natuurlijk als we met alle waterschappen regelmatig kunnen oefenen. Daarvoor heb je een goed scenario nodig, waarin personeel en materieel bij voorkeur daadwerkelijk op de betreffende locatie worden ingezet, zoals laatst bij de oefening Waterwolf op Marken.” Waterwolf is een van de vele watersnoodoefeningen met een rol voor Defensie die de laatste jaren plaatsvonden. Om de samenwerking in deze zogenoemde koude (oefen)fase naar een hoger plan te tillen, ondertekenden de commandant der Landstrijdkrachten, de voorzitter van de Unie van Waterschappen en de directeur-generaal Rijkswaterstaat juni vorig jaar een intentieverklaring. Arike Tomson, programmatrekker crisisbeheersing bij de Unie van Waterschappen: “Dit verzoek kwam destijds van Defensie. Onze voormalige voorzitter Peter Glas, zelf ook reservist, had er wel oren naar.” Het verzoek sloot goed aan bij het Uitvoeringsprogramma Crisisbeheersing 2014-2020, waarmee de Unie van Waterschappen ernaar streeft dat waterschappen zich van calamiteitenbestrijder tot crisispartner ontwikkelen. André Baak, adviseur crisisbeheersing bij waterschap Aa en Maas, is betrokken bij de uitwerking van de samenwerkingsovereenkomst. Baak: “Nu vinden Defensie en partijen in de waterkolom elkaar vooral op individueel niveau. We gaan onderzoeken of we hierin meer coördinatie kunnen aanbrengen. Zoals in het gezamenlijk plannen van opleiding en training met Defensie en in het aanvragen van rampen oefeningen bij Defensie. Misschien komt er ooit zelfs een gezamenlijk opleidingscentrum (WTEC), als dit door alle betrokkenen, verenigd in de Stuurgroep Management Watercrises en Overstromingen, wordt ondersteund. Ook onderzoeken we of we expertise meer kunnen uitwisselen. Bijvoorbeeld door Defensie stage te laten lopen bij het waterschap, om te zien hoe de processen er precies uitzien en wat voor materieel daarbij aansluit.”
ACHTERGROND
EENSLUIDENDE WERKWIJZEN Tomson: “Je wilt niet dat drie waterschappen op eenzelfde moment, los van elkaar, eenzelfde soort oefening organiseren met Defensie. Dus stel dat sprake is van een grootschalige watercrisis, dan krijgt Defensie met verschillende werkwijzen te maken. Dat is niet handig. Met eensluidende werkwijzen zijn partijen veel sneller op elkaar ingespeeld en uitwisselbaar.” Arike Tomson verwacht dat rampen oefeningen samen met Defensie (en andere partners) in de toekomst het niveau van individuele waterschappen, binnen de eigen veiligheidsregio, zullen overstijgen. “Het feit dat het thema waterveiligheid en voorbereiding op calamiteiten binnen het netwerk van veiligheidsregio’s steeds belangrijker wordt, zal de noodzaak om ook op grotere schaal te oefenen vergroten.” Baak, zelf ook reserveofficier, benadrukt: “Waterschappen die al weten dat ze in 2017 een oefening willen doen, zullen die snel moeten inschieten bij Defensie. Daar zijn ze al druk bezig met hun planning voor volgend jaar. Hun buitenlandse inzet, zoals nu in Mali, Afghanistan en Irak, gaat natuurlijk voor, maar tussentijds zijn er momenten dat ze kunnen oefenen met de waterbeheerders in eigen land.” GEWEND AAN GROEN Het waterschap Drents Overijsselse Delta bereidt momenteel voor volgend jaar al een grootschaligere oefening met Defensie voor. “We doen dit samen NR10-DECEMBER 2016
Bordje ter herinnering aan de echte watersnood op Marken (2016)
met nog vier waterschappen”, zegt waterkeringbeheerder Wijnand Evers. Hij moedigt verdere samenwerking met Defensie alleen maar aan: “Als het water in de Rijn en IJssel te hoog komt te staan, hebben we daar als water schappen onze handen vol aan en kunnen we de militaire ondersteuning goed gebruiken.” De afgelopen jaren was Evers vanuit zijn waterschap al bij meerdere rampenoefeningen met het leger betrokken. “We hebben elkaar inmiddels goed leren kennen. Onze mensen zijn eraan gewend dat hier in huis regelmatig ‘groene mensen’ rondlopen.” In de oefeningen werd de meerwaarde van de inzet van divers Defensiematerieel en -mankracht getest. En niet onverdienstelijk, stelt hij. “De F16 met speciale camera’s die werd ingezet, wist nagenoeg alle geënsceneerde zand-meevoerende wellen op te s poren. Dat was boven verwachting.” Er werd samen met duikers geoefend om de waterkunstwerken onder w ater te inspecteren, zoals sluisdeuren. Een ander mooi voorbeeld was de test met de bres-defender. “We h ebben nog steeds geen goede middelen om een dijkdoorbraak te stoppen. Daarom hebben we met technici van het 105 Geniecompagnie Waterbouw geprobeerd een gat in de oever van
de Vecht tijdelijk te dichten door het gedeeltelijk laten afzinken van pontons van een vouwbrug. Dit bleek verrassend genoeg goed te werken. Bij een bres in de dijk zijn er echter veel zwaardere omstandigheden; we zijn nog op zoek naar een manier om ook dit te kunnen testen.” WATERSCHAP HOUDT GEZAG Uiteindelijk kan alleen de praktijk uitwijzen of de samenwerking bij werkelijke noodsituaties ook zo vruchtbaar is. Baak: “Ik weet wel zeker dat door extra oefening in de koude fase, het in de warme fase – als er echt een probleem is – alleen maar makkelijker zal zijn om de juiste inzet van Defensie te realiseren en goed samen te werken. Een goede taakomschrijving is daarin erg belangrijk.” Want, voor de duidelijkheid: “De leiding blijft altijd bij het civiel gezag liggen”, aldus Hoogland. “Zonder de expertise van het waterschap kunnen wij niet aan het werk.” Tomson: “Defensie is ondersteunend en adviserend aan de waterbeheerder. Het waterschap vertelt waar in het veld de zandzakken moeten komen. Het is niet de b edoeling dat militairen de leiding overnemen, maar je haalt met het leger wel goed getrainde mensen binnen, die weten hoe in dit soort noodsituaties te opereren.” |
35
36
Sorteermachines voor appels en peren maken gebruik van water als transportmiddel. Fruitbedrijven zijn dit water gaan zuiveren, in eerste instantie om water te besparen. Het vermoeden was dat zuivering ook gevolgen heeft voor de houdbaarheid en de kwaliteit van het fruit. VAM WaterTech, leverancier van zuiveringsinstallaties in de landbouw, zocht dit uit.
Een groot deel van de appels en peren wordt direct na de oogst opgeslagen, om soms pas maanden later verwerkt en verpakt te worden voor de detailhandel. Fruitbedrijven gebruiken daarvoor een zogenoemd nat sorteerproces: kratten met appels worden ondergedompeld, de appels gaan drijven en worden naar een sorteerlijn getransporteerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van circulerende waterstromen. Er komt veel zand en klei in het water terecht door de onderdompeling van de gebruikte fruitkisten; ook het fruit zelf vervuilt het transportwater. Het water bevat uiteindelijk naast zand- en kleideeltjes ook gewasbeschermingsmiddelen, bacteriën, gisten en schimmels. Daardoor verkleurt het transportwater na een paar dagen en begint het te ruiken. Zonder zuivering gaat dit water ongeveer een week mee. Dit is nog betrekkelijk lang omdat de appels uit de opslag zeer koud zijn (2 graden Celsius), waardoor het transportwater nooit warmer wordt dan 10 graden Celsius. Het gebruikte water wordt geloosd op het riool of op het oppervlaktewater. WATERBESPARING De waterzuiveringsinstallaties die fruitbedrijven momenteel gebruiken verwijderen zand, leem en klei uit het transportwater door bezinking. Samen met dit slib wordt ook een deel van de bacteriën, schimmels en organische stoffen verwijderd. Toch kan het water meestal niet langer dan zeven tot veertien dagen in gebruik blijven. Met een optimale zuivering zoals VAM Watertech die levert, is een waterbesparing mogelijk tot wel 95 procent. Doordat het water schoner is, is het veel langer bruikbaar. Het fruit is in principe veiliger voor consumptie (door minder bacteriën), langer houdbaar (door minder schimmels) en van hogere kwaliteit (schoner).
iStockphoto
HET EFFECT VAN GEZUIVERD TRANSPORTWATER OP HARD FRUIT
WATERWETENSCHAP
TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR
Dit laatste effect van zuivering was tot nu toe nog niet met harde cijfers aangetoond. Dat is belangrijk omdat supermarktorganisaties en andere retailers steeds vaker bovenwettelijke eisen stellen, mede omdat de voedselveiligheid en kwaliteit steeds belangrijker worden voor de consument. De onderzoeksvraag luidde dan ook: wat zijn de effecten van gezuiverd en ongezuiverd transportwater op de voedselveiligheid, houdbaarheid en kwaliteit van appels? TESTOPSTELLING In het onderzoek is gebruik gemaakt van een zelfgebouwde testopstelling, waarin het natte sorteerproces is nagebootst. De opstelling bevat twee zuiveringstappen: uitvlokking van het transportwater en ozonisatie in combinatie met hoogenergetisch UV licht (UV-C). Uitvlokking vindt plaats in een zogenoemde lamellenseparator na toevoeging van flocculanten, die het samenklonteren van zand- en kleideeltjes bevorderen. Na de lamellenseparator bevat het water 80 procent minder vaste stof. Met de vaste stof worden ook gisten, schimmels en bacteriën verwijderd uit het water. Alleen al deze eerste stap kan de gebruikstijd van het water verlengen tot wel vijf weken. Ozonisatie en behandeling met UV-C licht maken bacteriën en schimmels onschadelijk en breken organische stoffen af, dus ook pesticiden en residuen ervan. Daarnaast worden er allerlei vluchtige stoffen afgebroken. Dit bestrijdt geur. Het water kan tot acht weken gebruikt worden.
gen meer dan bij ongezuiverd water. De h oudbaarheid neemt dus toe met meer dan 50 procent. Ook van beschadigde appels neemt de houdbaarheid met meer dan 50 procent toe. Vertonen onbeschadigde appels eenmaal rottingsverschijnselen, dan duurt het bij geozoniseerd proceswater gemiddeld 30 dagen voordat het oppervlak voor meer 25 procent rot is. Dat is 4 dagen langer dan in vuil water. Er is een duidelijke afname van de microbiologische activiteit in het gezuiverde transportwater ten opzichte van het niet-gezuiverde transportwater. Er zijn minder bacteriën en schimmels aangetroffen op de appels. De consument zal dit wellicht niet meteen merken, maar het is wel belangrijk voor de supermarkten, de verwerkers en indirect ook voor de consument. Het product is veiliger en de houdbaarheid neemt met meer dan 50 procent toe. Kortom, de appels zijn van een hogere kwaliteit, wat financieel voordeel kan betekenen voor de ondernemer die zijn proceswater zuivert. Rutger Blok (VAM WaterTech) Een uitgebreide versie van dit artikel is te vinden op H2O-Online. Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.h2owaternetwerk.nl (onder H2O-vakartikelen).
Een bijkomend voordeel is dat ozon sterk reageert met ethyleen, een plantenhormoon dat rijping van fruit stimu leert. Hoe minder ethyleen, hoe langer appels goed blijven (dit geldt ook voor kiwi’s en andere groenten- en fruitsoorten). Overigens zijn in dit onderzoek geen gewasbeschermingsmiddelen en andere chemische stoffen betrokken. Er is alleen gekeken naar micro-organisme en houdbaarheid.
Dit artikel is gebaseerd op de afstudeerscriptie waarmee Rutger Blok twee prijzen heeft gewonnen: de HZ Stern 2015 van Hogeschool Zeeland/University of Applied Sciences en de Waternetwerk Scriptieprijs 2015 van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW).
Appels gesorteerd in de testopstelling vertoonden een afname van het aantal bacteriën en schimmels met een factor 20. In het transportwater zelf nam het aantal bacteriën zelfs af met een factor 30. Watermonsters uit installaties op fruit- en sorteerbedrijven lijken deze resultaten te bevestigen. Door het geringe aantal monsters is dit nog niet hard te maken.
SAMENVATTING Sorteermachines voor appels en peren maken gebruik van water als transportmiddel. Door dit proceswater te zuiveren treedt een waterbesparing op van 95 procent, neemt de houdbaarheid met de helft toe en wordt het te transporteren product schoner door een grote afname van bacteriën, schimmels en pesticiden. Kortom een kostenbesparing en verduurzaming voor het bedrijfsleven en een veiliger product voor de consument, dat ook nog langer houdbaar is.
HOUDBAARHEID OMHOOG Een onbeschadigde appel getransporteerd in de testopstelling blijft gemiddeld bijna 25 dagen zonder rotting, negen daNR10-DECEMBER 2016
37
38
h2owaternetwerk.nl Naast maandblad H2O is er een complete website met het meest actuele (water)nieuws, watervacatures en H2O-vakartikelen, voor wie de verdieping zoekt. Deze H2O- vakartikelen zijn geschreven door waterprofessionals. Op deze pagina een overzicht van de meest recente artikelen die op de site www.h2o-waternetwerk.nl zijn verschenen.
MEER WETEN?
KIJK OP DE WEBSITE VAN H2O! Hoe gaan waterschappen om met waterberging op groene daken? Tellen waterschappen de waterberging op groene daken mee als compensatie voor de toename van verhard oppervlak? In de afgelopen vijf jaar is dit vaker vastgelegd in het waterschapsbeleid. Om het beleid verder te ontwikkelen is meer kennis nodig over de effecten van groene daken. Marc Laeven (Stroom en Onderstroom, thans Sweco) en Kees Broks (STOWA/BroksMesselaar Consultancy)
Samenwerken tegen overlast door extreme neerslag Een nieuw computermodel (3Di) modelleert het watersysteem van het stedelijk en landelijk gebied integraal. In Winschoten vergemakkelijkte dit de samenwerking
tussen gemeente en waterschap en leidde zo tot doelmatiger maatregelen. Kasper Lange, Jorik Chen (Nelen & Schuurmans), Gerhard Hurenkamp (gemeente Oldambt)
Wateraanvoer van Waal naar Maas: gunstig voor de waterkwaliteit? De aanvoer van Waalwater kan mogelijk de waterkwaliteit van de Maas verbeteren. Deze studie brengt de effecten van de aanvoer in beeld, vooral met het oog op de drinkwatervoorziening. Rosa Sjerps (KWR Watercycle Research Institute), Wim Werkman (Rijkswaterstaat), Harry Römgens (RIWA Maas), Gertjan Zwolsman (KWR Watercycle Research Institute, thans Dunea)
i nnOvAT i On F O R n ATu R E
Bodemenergie en drinkwaterwinningen De toepassing van bodemenergiesystemen neemt sterk toe door ambitieuze groeidoelstellingen voor bodemenergie. Voor de drinkwatersector heeft KWR tussen 2011 en 2016 uitgebreid onderzoek gedaan naar de risico’s en effecten van bodemenergiesystemen op de grondwaterkwaliteit en winningslocaties. Martin Bloemendal (KWR Watercycle Research Institute, TU Delft), Jan Hoogendoorn (Vitens), Sjaak Rijk (Evides)
Succesfactoren en leerervaringen van beekherstel uit de praktijk Wat is succesvol beekherstel? Hoe bereik je dat en wat zijn de valkuilen? Royal HaskoningDHV deed daarnaar onderzoek met een enquête, interviews en een inter-
®
D E R CYB E RF LOW - ACCE LERAT OR ... has been specifically developed and optimized for the energy-efficient horizontal fluid propulsion for biological wastewater treatment. The overall fluid mechanics concept is revolutionary in comparison to conventional flow generators. This results in efficiency improvements of up to 30%, irrespective of application.
I NV E N T Umwelt- und Verfahrenstechnik AG
WATE R ANd WAsTE WATER TR E ATm ENT
Am Pestalozziring 21 91058 Erlangen Germany
Mixers Mixing and Aeration Systems
Tel +49 9131 690 98-0 Fax +49 9131 690 98-99
Membrane Aeration Systems
WWW.INVENT-UV.dE
Software Products System Solutions
disciplinaire bijeenkomst met discussie. Maureen Pesman, Niels Evers (Royal HaskoningDHV), Mirja Kits (Waterschap Aa en Maas)
Kwantitatieve online lekopsporing in drinkwaternetten: een economische kans Ondergronds lekverlies wordt een belangrijke zorg voor veel drinkwaterbedrijven. FARYS heeft een methodologie ontwikkeld die het mogelijk maakt ondergrondse lekken 24/24 te detecteren en een antwoord te geven op het eeuwige dilemma van de keuze tussen de kosten van een interventie en die van het niet-herstellen. Daniël van Damme (FARYS)
Een betere ecologische waterkwaliteit in de stad met verbeterd gescheiden rioolstelsels? Leiden verbeterd gescheiden rioolstelsels tot een betere ecologische waterkwaliteit in stedelijk gebied dan de traditionele gescheiden stelsels? Dit is de centrale vraag uit één van de deelonderzoeken van de proeftuin ‘Anders omgaan met VGS’ van STOWA en stichting RIONED. Reijer Hoijtink, Mark van Heukelum (Wageningen Environmental Research/Alterra), Edwin Peeters (Wageningen UR), Rob van der Velde (WATERmaat)
Hoe de belevingswereld van de klant verbonden kan worden met de drinkwaterinfrastructuur Op basis van eerder onderzoek zijn vier klantprofielen voor drinkwaterklanten opgesteld. Op grond van de wensen, voorkeuren en verwachtingen van de vier profielen is onderzoek gedaan hoe het drinkwaterbedrijf rekening kan houden met deze profielen voor wat betreft de drinkwater infrastructuur. Carolien Koopman, Rian Kloosterman, Miriam Haukes (Vitens), Stijn Brouwer (KWR Watercycle Research Institute)
Ontharden met calciet: met Hollandse kalkkorrels de markt op Bij drinkwaterontharding ontstaan kalkkorrels als restproduct. Door toepassing van dit calciet in plaats van zand als entmateriaal zijn hoogwaardiger hergebruik en valorisatie mogelijk. Luc Palmen (KWR Watercycle Research Institute), Bas Hofs (Evides), Eric Baars, Leon Kors (Waternet), Olaf van der Kolk (AquaMinerals, voorheen Reststoffenunie)
Van elk nieuw artikel op H2O-Online een melding krijgen? Volg ons dan op Twitter: @vakbladh2o. Zelf een artikel schrijven voor H2O-Online? Kijk op onze website voor de a uteursinstructies en/of neem contact op met de redactie via redactie@vakbladh2o.nl
Mitsubishi Electric System Q het automatiseringsplatform voor de toekomst! Unieke betrouwbaarheid Mitsubishi Electric heeft een lange reputatie als één van de meest toonaangevende leveranciers van industriële automatiseringsoplossingen in de Nederlandse watermarkt. 30% van alle zuiveringen in Nederland worden bestuurd door Mitsubishi Electric System Q modulaire besturingen. De innovatieve, betrouwbare en eenvoudig te migreren producten hebben bewezen het juiste antwoord te zijn voor alle toepassingen. In de industriële automatisering behoort Mitsubishi Electric tot de marktleiders in de wereld. En om een goede reden: Al 92 jaar kunnen onze klanten vertrouwen op topkwaliteit, betrouwbaarheid, innovatie en totale systeemoplossingen. Bezoek onze website www.mitsubishielectric.com/fa of neem contact met ons op 0297 250 350 Ontdek wat Mitsubishi voor u kunt betekenen
6 9 e VA KA NT I EC URS US TU D ELFT
sp re kers fl a s h- presentati es ve rd i ep e n p ra kti j k o n d er zo ek n etwerke n Betrouwbaar drinkwate r u it d e k ra a n , go e de zui ver i ng van af val water, s cho o n o pper v l aktewater en dro ge voeten. Dat ver wachte n we in N e d e rla n d e n daar zi j n we aan gewend. Maar over l ast do or bod em dal i n g , optrekkend vocht, onde rge lo pe n k ruip ruimtes , k rappe r i o l er i ng o p l eeft i j d en tij del i j k onbegaan bare wegen kom en steeds va ke r vo o r. H et K N M I vo o rs pel t dat het aantal ex t rem e bui en zal to en em en doo r d e opwarming van de aa rde . H ie r is de wate ri nf rast r uct uur i n o nze steden no o i t o p o nt wo rpen . D e b al ans tussen lust en last ve rsc h uift. Tijd e ns d eze 6 9 ste vakanti ecurs us bes preken we o nze ver wor ven heden en richten we onze blik n a a r vo re n. H o e ex tre e m i s het K NMI ei genl i j k ? Wanneer i s w i e verant wo ordel i jk vo or wateroverlast? En zijn we n iet to e a a n nie uwe paradi g m a’s vo o r o nze stedel i j ke water i nf rastru ct u ur?
ZA AL A
ZAAL B
V�� M��������� ��� G��������
��������������������� DSM D����-N����
Vo orzi tte r :
Voor z itter :
prof. dr.ir. L uuk R i etveld - TU D elft
burgemeester Marja van Bijste r ve ldt - D e lft
S p rekers :
Sprekers:
dr. M a nu a l A l va r i nho
dr.ir. Olivier H oes
prof. dr.ir. A r ja n va n Tim m eren
prof.dr.ir. Jan Dirk Jansen
mr. R i ksta Zwa rt
mr. Mark van Weeren
dr.i r. Jero e n L a ngeveld
ir. Martijn Boelhouwers
Wate r a n d Sanitati on Re g u la to r y C o u n c il Envi ro n m ental Technolo g y & D esig n T U D elft Wate rbedr ij f Gr oningen Urb a n D rainage TU Delft
Wa ter Ma n a g ement TU Delft - Nelen en Schuurmans G eoscien ce & En g in eerin g TU Delft B len h eim a d voca ten B u ro MA . AN
P LE NAI R dr. Peter Ku i pe rs Munneke - we erp resenta tor NO S en p oolon d erzoeker Un iv ersiteit Ut recht
i ns c hr i j ve n : w w w.t ud-vakantiecursus . nl v ra gen: i nfo @t ud -vakanti ecurs us. nl
vrijdag 1 3 januari 2 0 1 7 9 : 0 0 - 17: 30 Faculteit CiTG TU Delft, Stevinwe g 1 D e lft
(c) Delft University of Technology
�� ����� � ����� ���� 13 ����� � � 201 7