H2o januari 2015

Page 1

1

Maandblad voor waterprofessionals 29 januari 2015 48ste jaargang

www.vakbladh2o.nl

CEES BUISMAN (WETSUS) WIL AMERIKANEN BUITEN DE DEUR HOUDEN PLASTIC SOEP… LINKE SOEP?

PASCAL KOOIJ

DE PASSIE VOOR HET ONZICHTBARE

GAAT WATERTECHNOLOGIE ONS GROEI OPLEVEREN? THEMA

WATER TECHNOLOGIE


2

ACHTER DE

COVER

WIE? Pascal Kooij (34), ­analist bij KWR Watercycle ­Research Institute. Pascal ging in 2003 na een open sollicitatie als assistentonderzoeksmedewerker bij KWR werken. “Toen ik in de derde klas van de mavo een vakkenpakket moest kiezen, regelde mijn vader dat ik kon meelopen in het laboratorium van zijn werkgever Akzo Nobel. Het fascineerde me dat je met instrumenten dingen kon zien die met het blote oog onzichtbaar waren.” Daarom koos hij voor laboratoriumopleidingen, eerst op mbo-, later op hbo-niveau. “Mijn functie heet analist, maar ik doe nu nog meer onderzoek dan in het begin.”

Tekst Barbara Schilperoort Fotografie Kees Hummel

THEMA

WATER TECHNOLOGIE

WAAR? In het spiksplinternieuwe lab van KWR, het instituut dat ruim 60 jaar geleden ontstaan als onderzoeksafdeling van KIWA, het keuringsinstituut voor waterleidingartikelen. Nu een zelfstandig kennisinstituut voor de hele waterketen. De aandeelhouders zijn de N ­ ederlandse ­waterbedrijven. KWR huist sinds kort in een zeer tot de verbeelding sprekend nieuw, d ­ uurzaam en transparant gebouw: een paviljoen middenin het groen, vlakbij de Lek. In N ­ ieuwegein, op hetzelfde terrein als het oude gebouw. De feestelijke opening vindt in s­ eptember 2015 plaats. “We hebben de verhuizing net achter de rug en bijna alles uitgepakt. Voorheen hadden we allemaal een eigen uitwerkplek bij het lab, nu zijn er flexplekken voor het hele Laboratorium voor Materialenonderzoek en Chemische ­Analyse, waar ik met zo’n twaalf collega’s werk. Meer mensen b ­ edienen dezelfde apparaten, maar ieder van ons heeft een eigen apparaat in beheer. Als daarmee iets aan de hand is, ben jíj dus degene die erbij wordt gehaald.” WAT? Dit apparaat (zie cover, red.) is de zogeheten QToF, de ­Quadrupole-time-of-flight, die heel nauwkeurig kan ­meten welke hoeveelheid van bepaalde stoffen in monsters aanwezig zijn. Momenteel doen we bijvoorbeeld onderzoek naar de aanwezigheid van resten van medicijnen in oppervlaktewater. Mensen worden ouder, wat gepaard gaat met meer medicijngebruik. ­Afvalstoffen ­worden via urine uitgescheiden en komen in het ­riool terecht. Dit zijn zogeheten polaire stoffen die erg goed in water oplossen. Daardoor zijn ze moeilijk via waterzuivering te verwijderen.” Onder andere drinkwaterbedrijven, waterschappen, indus­triële bedrijven, ­natuurbeheerders en –beschermers en overheden komen met dergelijke onderzoeksvragen bij KWR. “We ­ontwikkelen verschillende onderzoeks- en screeningsmethoden. Dat houdt het dagelijks werk gevarieerd. Uiteindelijk gaat het om de kwaliteit van ons drinkwater. Ook die maatschappelijke relevantie maakt mijn werk zo boeiend.” Hoe zou hij zelf bij een 15-jarige scholier enthousiasme voor het laboratorium opwekken? “Benadruk dat je dingen analyseert die je niet zomaar kunt zien. Dat boeide me toen en ­fascineert me nog steeds…”


I

3

NHOUD 4

24

18 4 WAT LEVERT DE TKI-REGELING OP? 18 CEES BUISMAN WIL WATERSECTOR NEDERLANDS HOUDEN 24 HOE RISKANT IS DE PLASTIC SOEP? 34 WATERBOUWERS HERONTDEKKEN DE NATUURKRACHTEN

34

VASTE RUBRIEKEN 8 Hoogstandje Andijk geeft impuls aan ambities PWN 10 Waternetwerk • KNW heeft groeiambities • De bodem: nog veel onbekend terrein • Theo Vermolen beste docent Wateropleidingen 23 Hoog water Nieuwe rubriek over watertorens! Deze keer: de watertoren van Aalsmeer.

NR 1 / JANUARI 2015 28 Watertechniek • Opnieuw groei voor Aqua Nederland Vakbeurs en Rioleringsvakdagen • Ziekteverwekkers sneller op te sporen • Brabant Water neemt waterwagens in gebruik 38 Waterwetenschap • Ultrageluid kan leidingen langer schoon houden • Computermodellen nieuw hulpmiddel waterzuivering 42 Verder op H2O-Online Overzicht van nieuwe artikelen op de website

COLOFON Maandblad H2O en H2O-Online zijn uitgaven van de Stichting H2O UITGEVER ­Monique­ ­ arloes Bekkenutte (Stichting H2O) HOOFDREDACTEUR Roel Smit REDACTIE Peter Boorsma, M ­ Hooimeijer, Dorine van Kesteren, Charlotte Leenaers, Hans Oerlemans, Sander Peters,­ Barbara ­Schilperoort, Martien Versteegh van Wijk, Nico van der Wel ­REDACTIEADRES Binckhorstlaan 36, M420, 2516 BE Den Haag, e-mail: Redactie@­vakbladh2o.nl ­WEBREDACTIE Mirjam ­Jochemsen ­REDACTIERAAD René ­Arninkhof, ­Matthijs van den Brink, Erwin de Bruin, Henk D ­ ekker, ­Henriëtte van Ekert, ­Roberta Hofman-­Caris, Joost Icke, Daphne de Koeijer, W ­ arry Meuleman, Hans M ­ iddendorp, Johan van M ­ ourik, Jos P ­ eters, Jan R ­ oelsma, Joris Schaap, Marlies V ­ erhoeven, Marie-José van de Vondervoort, Jason ­Zondag ­VORMGEVER ­Ronald ­Koopmans ­BLADMANAGEMENT ­Gerrit ­Holtman PRODUCTIE Hoeksjan R ­ edactie en ­Communicatie ­ADVERTENTIEVERKOOP PSH ­Media ­Sales, Shahin Habbah, Postbus 30095, 6803 GM Arnhem, 026-7501851, e-mail:shahin.habbah@­psh­mediasales.nl DRUK ­Senefelder Misset, Doetinchem ­ABONNEMENTEN Secretariaat@vakbladh2o.nl

NR1 / JANUARI 2015


A

4

KAN WATERTECHNOLOGIE MEER GROEI OPLEVEREN? Tekst Peter Boorsma | Beeld iStockphoto e.a.


A

ACHTERGROND THEMA

WATER TECHNOLOGIE

In de TKI’s zoeken bedrijven, eindgebruikers en kennisinstellingen naar manieren om vernieuwende producten of diensten naar de markt te brengen

Nederland wil meer verdienen aan watertechnologie. Dat is ook het doel van de Topconsortia Kennis en Innovatie (TKI). Bedrijven die samen met kennisinstellingen innovatieve projecten opzetten kunnen een (soms aanzienlijke) bijdrage krijgen. Hoe werkt dat precies? En wat heeft de regeling voor moois opgeleverd?

F

osfaat terugwinnen uit afvalwater op Schiphol; een methode om vroegtijdig watertekort of -overlast voor agrariërs te signaleren; een warmtewisselaar in combinatie met warmte-koudeopslag om te voorkomen dat leidingwater teveel opwarmt. Het zijn enkele van de vijftig onderzoeksprojecten die bij KWR Watercycle Research Institute zijn gestart in het kader van de Topconsortia Kennis en Innovatie (TKI). KWR is één van de kennisinstellingen die zijn aangewezen om onderzoeksprojecten om te zetten in publiek-private samenwerking. Het instituut doet vooral ‘industrieel onderzoek’ naar de toepasbaarheid van nieuwe kennis. In de TKI’s zoeken bedrijven, eindgebruikers en kennisinstellingen naar manieren om vernieuwende producten of diensten naar de markt te brengen. Bedrijven hoeven slechts een deel van de werkelijke onderzoeks- of ontwikkelingskosten te betalen. Daarbij moeten we onderscheid maken. De TKI-regeling onderscheidt een fase van ‘kennis’, een fase van ­‘kunde’ en een fase van ‘kassa’. Gaat het om fundamenteel onderzoek (‘kennis’) en is het nog de vraag of het ooit een product of dienst oplevert dat commercieel is uit te nutten, dan ­dragen bedrijven 15 procent bij. Dit soort onderzoek vindt vooral plaats bij ­onderzoeksinstituut ­Wetsus in Leeuwarden en bij universiteiten. Gaat het om ‘industriële samenwerkings­projecten’ ­bedoeld om kennis toepasbaar te maken (‘kunde’), dan is de bijdrage 50 procent, te leveren in geld of natura. In de laatste fase voor de vermarkting – bijvoorbeeld voor het bouwen van een prototype – nemen bedrijven 75 procent van de projectkosten voor hun rekening. Kees Roest is onderzoeker en coördinator van TKI-projecten bij KWR. Hij stelt vast dat er weinig TKI-projecten zijn gedaan die heel dicht zitten bij toepassing op de markt. Dat komt volgens Roest omdat veel bedrijven ervoor kiezen die laatste fase voor eigen rekening te nemen. “De kennis en rapporten die de TKI-projecten opleveren worden deels met overheidsgeld gefinancierd en zijn in principe openbaar, dus ook de concurrentie kan er kennis van nemen. Bedrijven besluiten daarom soms die laatste stap naar de markt in eigen hand te nemen.” >

NR1 / JANUARI 2015

Kees Roest (KWR): ‘Bedrijven nemen soms de laatste stap in eigen hand’

5


6

Toch zegt Roest dat TKI-regeling goed aansluit bij de behoeften van het bedrijfsleven en dat zo de innovatie wordt gestimuleerd. Dat komt ook naar voren uit een evaluatie van kenniscoproductie in TKI-projecten die zijn collega Jos Frijns halverwege vorig jaar heeft uitgevoerd. Driekwart van de respondenten beoordeelde de samenwerking als ­‘succesvol’ of ‘zeer succesvol’. Roest: “De ervaring leert dat TKI goed kan helpen om de valley of death tussen ‘bewijs dat het werkt’ en vermarkting te overbruggen.” Toch valt er winst te behalen. Naast de samenwerking evalueert KWR na afloop van ieder TKI-project ook het inhoudelijke resultaat. Daaruit blijkt dat er dingen zijn die beter ­kunnen. De regeling moet bijvoorbeeld beter bekend ­worden bij het midden- en kleinbedrijf. De belangrijkste uitdaging ligt volgens Roest echter bij het verder vermarkten van de opgedane kennis en kunde. Met andere woorden, meer projecten zouden moeten resulteren in een concreet marktaanbod. Om dat te bereiken wordt er bij het TKI-programma 2015 heel specifiek gekeken naar marktgerichte projecten, aldus Roest. “Bovendien besteden we binnen de TKI-projecten met de bedrijven vanaf het allereerste begin nadrukkelijk aandacht aan zaken die met het vermarkten te maken hebben. Toch blijft de allerlaatste stap – het formuleren van een aantrekkelijk en concurrerend aanbod voor de markt – een zaak van de bedrijven.”

In Noord-Friesland zit veel brak water in de ondergrond, onder een bovenliggende laag zoet grondwater. Als er teveel zoet water wordt De officiële start van de Freshkeeper met (rechts) Hans Huis in ‘t Veld, boegbeeld van de Topsector Water

gewonnen, komt er brak (zout) water mee. In 1993 heeft Vitens

een deel van de grondwaterwinning om deze reden moeten stilleggen. De Freshkeeper pompt naast zoet water via een parallel putfilter ook onderliggend brak water op uit de diepere lagen. Dit voorkomt dat er brak water naar het zoetwaterfilter stroomt. Het brakke water wordt teruggepompt in een nog diepere grondlaag. Alle kustgebieden kampen met het probleem dat zout grondwater het zoete drinkwater dreigt te verontreinigen, vertelt Frans Heinis, bedrijfsleider bij BAM Nelis de Ruiter. “Er is al belangstelling uit Mexico, Singapore en de Verenigde Staten. Maar ook Indonesië en de Golfstaten houden zich op de hoogte.” Ook arme landen hebben baat bij deze innovatie, meent Heinis. “Bij de put in Noardburgum loopt al het water via één boorleiding en worden de pompen aangestuurd door sensoren die precies registreren waar het grensvlak tussen zout- en zoetwater zich bevindt. In ontwikkelingslanden kun je misschien meerdere putten slaan en mensen het zoutgehalte laten meten.” BAM is door Vitens gevraagd deel te nemen aan het project. Dat het ging om een TKI-project, was eigenlijk een bijkomstigheid.

In 2015 gaat de derde ronde TKI-projecten van start onder grotendeels dezelfde voorwaarden. KWR heeft bij de keuze van projecten de circulaire economie centraal gesteld. Andere criteria waarop projectvoorstellen zijn beoordeeld zijn: innovatief karakter; kennisvermeerdering; marktpotentieel en de kwaliteit van het consortium. Grootste verandering is dat het makkelijker wordt voor publieke partijen zoals waterschappen partner te zijn. www.kwrwater.nl/TKI-Watertechnologie

Toch is Heinis te spreken over de twee TKI-projecten waarbij hij betrokken is en die volgens hem ‘voorbeeldig’ lopen. Dat de informatie die het project oplevert openbaar is, vindt ­Heinis geen groot probleem. “Stel dat Vitens besluit het ­aantal installaties uit te breiden, dan moeten wij daar gewoon op inschrijven. Maar door de opgebouwde ervaring staan we wel vooraan.”

NIEUWE TECHNIEK OM RESTSTROOM OM TE ZETTEN IN ZOUT EN WATER

Een slimme put om zout water niet mee te pompen, het winnen van zouten door bevriezing, een snelle methode voor het opsporen van blauwalgen: drie voorbeelden van TKI-projecten. Plus: de mening van het bedrijfsleven.

‘SLIMME PUT’ BIEDT EXPORTKANSEN IN ALLE KUSTGEBIEDEN

Rond deze tijd wordt EFC-kristallen

bij Evides Industriewater in de Botlek

Eind vorig jaar heeft waterbedrijf Vitens op de proeflocatie in het

een installatie in gebruik genomen die het mogelijk maakt om

Friese Noardburgum een ‘slimme put’ geopend die het mogelijk

één van de reststromen bij ontzilting om te zetten in schoon

maakt ondanks de toenemende verzilting zoet water te blijven

water en restproducten. Dit kan door middel van zogenoemde

winnen. Het gaat om de Freshkeeper, een TKI-project waarin BAM

‘Eutectic Freese Crystallisation’ (EFC). Het betreft een TKI-pro-

Nelis de Ruiter, KWR en Vitens samenwerken. De eerste export-

ject van KWR, Evides, Hatenboer-Water en EFCseparations, een

kansen dienen zich al aan.

spin-off van TU Delft.


ACHTERGROND EFC is een techniek die in dit geval regeneraat van ionenwisse-

of er cyanobacteriën (blauwalgen) in het water zitten en in welke

ling (een geconcentreerde zoutoplossing) omzet in zout- en ijs-

concentratie.

kristallen. Zo is het zout en water makkelijk te scheiden en kun je

Die nieuwe techniek is de kwantitatieve qPCR-methode. Hiermee

het zout hergebruiken. Het winnen van de zouten door bevriezing

kan een DNA-fragment van een organisme snel in hoge aantallen

kost veel minder energie dan door verdamping.

worden verkregen. De oorspronkelijke concentratie van het

Volgens Jan Arie de Ruijter van Hatenboer-Water wil het in

betreffende organisme kan worden afgeleid uit het moment dat

gebruik nemen van de installatie niet zeggen dat de techniek al

het specifieke DNA-fragment tijdens de vermenigvuldiging wordt

breed ingezet kan worden. Om te beginnen gaat het in de Botlek

gedetecteerd.

om een toepassing heel specifiek gericht op de herwonnen

Snelheid is belangrijk, want dan weten overheden nog voor het

grondstof uit de ionenwisselaar bij Evides. Het is de bedoeling

weekeinde hoeveel cyanobacteriën in de zwemwateren zijn aan-

ook elders te testen, maar dat vergt wel enige aanpassingen.

getroffen en of maatregelen nodig zijn.

Bovendien moet de installatie nog efficiënter worden, anders is

Maar werkt de methode ook buiten het laboratorium? Om daar

het voor veel toepassingen nog te duur.

achter te komen ging KWR in zee met Intertek, een bedrijf dat

“Succes blijft medeafhankelijk van regelgeving. Nu is de markt

organisaties helpt bij het testen en onderzoeken van producten

beperkt; het is nu vooral interessant als er dure grondstoffen

en kwaliteitsverbetering en dat voor Rijkswaterstaat de zwem-

kunnen worden teruggewonnen. Wanneer het ‘afvalstromen’

watermonitoring uitvoert. Beide organisaties begonnen een

betreft, blijft het voor de meeste bedrijven goedkoper gewoon te

gezamenlijk TKI-project met als uiteindelijke doel: de valorisatie

lozen. Totdat er iemand ergens in de wereld zegt dat lozen van

of vermarkting van de nieuwe methode.

deze afvalwaterstroom niet meer mag. Dan zijn wij er klaar voor.”

“Intertek had de nieuwe techniek niet zelf kunnen ontwikkelen,

“Financieel gezien is de TKI-regeling niet zo’n gunstige rege-

daarvoor missen we specifieke kennis op watergebied”, zegt

ling”, zegt De Ruijter. “De MKB-Innovatiestimulering Topsectoren 2014 (MIT) subsidieert bijvoorbeeld 60 procent van het eigen ­onderzoek.” Toch is hij positief over TKI, al was het maar vanwege de internationale oriëntatie. “Nederland staat goed ­aangeschreven als het gaat om waterbehandelingstechnologie. Op deze manier kunnen we onze reputatie als Nederlandse bedrijven onderhouden.” Een ander voordeel is dat er beperkt risico is van overschrijving, zoals bij veel andere regelingen. “Er zijn heel veel kleine potjes in Nederland. Maar het schrijven van een projectplan kost veel tijd en inspanningen. Dan is het wrang als er maar drie van de zeven projecten doorgaan omdat het geld op is.”

INTERTEK LANCEERT NIEUWE TEST VOOR HET ­OPSPOREN VAN BLAUWALGEN Het opsporen van overmatige groei van blauwalg in zwemwater kan veel sneller, ontdekte KWR enkele jaren geleden. Met het gebruikelijke microscooponderzoek duurt het al snel twee of drie dagen, met een nieuwe DNA-techniek is binnen een dag duidelijk

Altijd handig om voor een mooi weekeinde te weten hoe het er voor staat met de blauwalgen

Fons van der Linden van Intertek. “Maar we hebben wel de kunde om deze nieuwe ontwikkeling succesvol om te zetten in een voor de markt bruikbare toepassing.” Samen met KWR heeft Intertek apparatuur geselecteerd en protocollen opgesteld. Gedurende 2013 werden ruim ­driehonderd monsters zowel microscopisch als met de nieuwe methode getest. Dat bleek in 97 procent van de gevallen te leiden tot een gelijke risicobeoordeling. Voor Rijkswaterstaat voldoende reden om op de nieuwe snelle methode over te stappen. |

NR1 / JANUARI 2015

7


8

THEMA

WATER TECHNOLOGIE

O

HOOGSTANDJE

H2

Tekst Roel Smit | Fotografie Marcel Molle

ANDIJK GEEFT IMPULS AAN AMBITIES PWN Met de opening van de nieuwe zuivering in Andijk, heeft drinkwaterbedrijf PWN een wereldprimeur. Nieuw in Andijk is de combinatie van drie technieken, die worden ingezet om IJsselmeerwater te veranderen in drinkwater. Van deze vernieuwing profi­ teren nu 370.000 inwoners van Noord-Holland, maar de ambitie van PWN reikt veel verder…


9

Per seconde worden twee badkuipen vol IJsselmeerwater (ofwel 5 miljoen liter per uur) omgezet in superschoon drinkwater

De UVinstallatie die zorgt dat resten van medicijnen, bacteriën, virussen en dergelijke worden afgebroken

Niet eerder was er zoveel publieke belangstelling bij de ingebruikname van een nieuwe drinkwaterzuivering. Twee dagen na de officiële opening eind november door minister Melanie Schultz van Haegen was Andijk III opengesteld voor mensen uit de regio en andere belangstellenden. Resultaat: files op de wegen en drinkwaterbedrijf PWN moest halverwege die zaterdag afkondigen dat het niet verstandig was nu nog naar Andijk te komen. Andijk III is een “wereldprimeur” in de ogen van de minister, een “mijlpaal in de Nederlandse watertechnologie”. Het bijzondere is de combinatie van drie technieken die ervoor zorgt dat PWN op deze locatie per seconde twee badkuipen vol IJsselmeerwater (ofwel 5 miljoen liter per uur) kan omzetten in superschoon drinkwater. En dat met minder ruimtebeslag, minder chemicaliën en minder energiegebruik. Al sinds de jaren zestig wordt in Andijk IJsselmeerwater gezuiverd. Het zuiveringsproces was destijds compleet anders dan nu. Destijds werden de zwevende vuildeeltjes uitgevlokt met een vlokmiddel en vervolgens uit het water gezeefd, waarna dat water met chloor werd gedesinfecteerd. Om de geur te neutraliseren, werd het zuiveringsproces eind jaren zeventig uitgebreid met koolfilters. Tien jaar geleden werd de behandeling met chloor vervangen door een behandeling met uv-licht en waterstofperoxide. Dat is effectiever, veiliger en beter voor het milieu en zorgt er ook voor dat microverontreinigingen (resten van bestrijdingsmiddelen, medicijnen) worden afgebroken. Intussen werd de capaciteit van de zuivering geleidelijk NR1 / JANUARI 2015

Na de UV-installatie wordt het water nog over deze koolfilters geleid

Schaalmodel van de toegepaste installatie waarin harskorrels (onderin) zwevend vuil aan zich binden

Procesmanager Cees Wiegman toont een doorsnee van een keramisch filter dat in een van de zuiveringsstappen wordt gebruikt

onvoldoende en moest geïnvesteerd worden in uitbreiding en modernisering. PWN besloot hierbij de – in eigen huis ontwikkelde – zuiveringstechnieken SIX en CeraMac in te zetten, een combinatie van ionenwisseling en keramische membranen. Drie achtereenvolgende zuiveringsstappen vormen nu volgens PWN een “barrière tegen alles wat niet in ons drinkwater thuishoort”. De eerste stap is het zeven van het IJsselmeerwater met harskorrels, die er het organisch materiaal, nitraat en sulfaat uithalen. Dan wordt het water over keramische membranen geleid met microscopisch kleine poriën, die kleine deeltjes – waaronder veel bacteriën – afvangen. Bijzonder aan Andijk is dat deze keramische membranen, die langer meegaan dan traditionele kunststof membranen, voor het eerst op grote schaal worden toegepast. Dankzij de eerste twee stappen in het proces, wordt het water extreem helder. Daardoor kost het minder energie om er uv-licht doorheen te laten schijnen. Dit licht zorgt in combinatie met waterstofperoxide voor de laatste zuiveringsstap: het neutraliseren en afbreken van de laatste microverontreinigingen als virussen en de eerder genoemde resten van bestrijdingsmiddelen en medicijnen. PWN Technologies, de dochter van het drinkwaterbedrijf die de nieuwe technologie heeft ontwikkeld, gaat deze ook exporteren. Er is inmiddels een contract binnen voor het ontwerp van een nieuwe waterfabriek in Engeland en ook vanuit Zuidoost-Azië is belangstelling getoond.


10

Foto’s Jan Willem Houweling

KONINKLIJK NEDERLANDS WATERNETWERK GROEIT VERDER Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) start de komende tijd een campagne om nog meer leden te werven. KNW is hét onafhankelijke kennis(sen)netwerk in Nederland voor en door professionals in de watersector. KNW stimuleert het uitwisselen van kennis, kunde en ervaring en wil zo meer samenhang in de watersector creëren. KNW deelt kennis en verbindt waterprofessionals tussen praktijk en theorie, tussen werkvloer en management, beleid en uitvoering, tussen nationaal en internationaal en tussen jong en oud. De watersector De watersector heeft de wind in de rug. Wereldwijd wordt de water­ opgave steeds meer onderkend. In Nederland vormt water één van de economische topsectoren. Daarnaast speelt water een cruciale rol in sectoren als industrie, landbouw, visserij, transport, energie en toerisme. De werkterreinen van verschillende waterprofessionals vloeien steeds meer in elkaar over. De traditionele ­verschillen tussen waterketen en watersysteem, industrie en overheid, onderzoek, advies en toepassing vervagen. Samenwerking en het uitwisselen van kennis, binnen maar ook buiten de sector, worden steeds belangrijker. Een sterke, verenigde watersector kan hieraan een ­bijdrage leveren.

Vierduizend professionals uit alle delen van de watersector

Het netwerk KNW beschikt over een uitgebreid netwerk van bijna 4.000 profes­ sionals uit alle takken van de watersector. Waterprofessionals kunnen bij KNW terecht voor congressen met inspirerende sprekers, workshops en trainingen, verbinding tussen generaties en ­specialisaties, theorie én praktijk, de juiste contacten, een uitgebreid professioneel netwerk, maandblad H2O en nog veel meer. Een sterker en groter netwerk Om het netwerk te vergroten en te versterken, is KNW voortdurend op zoek naar nieuwe leden. Wilt u weten wat er speelt op het gebied van water? Wilt u weten wie u moet kennen? Wilt u weten wat er toe doet? Dan kan Koninklijk Nederlands Waternetwerk u helpen. Help mee een brug te slaan tussen diverse disciplines in het werkveld van de watersector en word nu lid van KNW. Bent u al lid? Nodig dan een kennis uit de watersector uit om ook van alle voordelen van ons netwerk te profiteren! www.waternetwerk.nl

CALL FOR CASES VOOR ‘WATERKWALITEIT OP DE KAART II’ Vanwege het succes van het symposium Waterkwaliteit op de Kaart in september 2014, organiseert de themagroep Water­ kwaliteit van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) op 8 oktober 2015 een tweede editie. Het doel van deze ‘kennisdag’ is de uitdagingen waar we voor staan met elkaar te bediscussiëren, nieuwe kennis te delen en te zoeken naar oplossingen. Aan het einde van de dag zijn de deelnemers niet alleen wijzer geworden, maar hebben ze ook oude bekenden gesproken en nieuwe contacten gelegd. De dag is niet alleen voor onderzoekers en specialisten, maar ook voor diege-

nen die voor hun organisatie waterkwaliteitsmaatregelen in gang zetten en beleid ontwikkelen. De organistoren willen het programma nadrukkelijk vraaggestuurd opzetten. Welke vragen en onderwerpen wilt u op deze dag aan bod laten komen? Wat speelt? Over welke onderwerpen wilt u van gedachten wisselen met collega’s? Suggesties die de organisa­toren vóór 1 april bereiken, worden meegenomen bij de opzet van het programma. Meer informatie op de website van KNW. www.waternetwerk.nl


WATERNETWERK

NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

iStockphoto

MIJN DE BODEM: NOG VEEL IMPRESSIE

ONBEKEND TERREIN Welke kansen hebben waterbeheerders en andere partijen als de bodem daalt? Dat was op 27 november in Amsterdam het thema van een bijeenkomst van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). Een persoonlijke impressie.

Op een aantal plaatsen in ons land daalt de bodem voortdurend (maar in Limburg stijgt hij op sommige plaatsen). Dat waterbeheerders zich daarmee bezig houden, ligt natuurlijk erg voor de hand, want zo zakken gebieden langzaam onder water. Voor bodemdaling kunnen verschillende oorzaken bestaan, somde Gilles Erkens (Deltares, Universiteit Utrecht) op. Ten eerste waterwinning, maar in Nederland is dat geen groot probleem omdat die in zandbodems plaatsvindt. Daarnaast natuurlijke belasting, bijvoorbeeld ijskappen of het sediment van rivieren. Delfstoffenwinning is ook een factor, in Nederland vooral gas- en zoutwinning. Dan is er nog een daling van het waterpeil; bekend is de oxidatie van veen, maar ook kleikorrels gaan zich ‘heroriënteren’ als het waterpeil daalt. Ook de beweging van de aardkorst kan tot bodemdaling leiden. Nederland loopt voorop bij de kennisontwikkeling van bodemdaling, maar er is vooral nog heel veel dat we niet weten. De bodem is een nog erg onbekend gebied. We gaan de bodem steeds meer gebruiken en dat vraagt om beleid. Het Rijk ontwikkelt daarom de structuurvisie ondergrond (STRONG). Douwe Jonkers (beleidsdirectie ministerie van Infrastructuur en Milieu) vertelde er meer over. Bodemdaling komt hier en daar in de nota aan de orde. Maar echt beleid is er nog niet. Uiteindelijk moet er natuurlijk soms toch wel ingegrepen worden. Dan rijst direct de vraag wie dat moet betalen. Het helpt in elk geval als kosten en baten van bodemdaling goed in beeld zijn, vertelde Gert Jan van den Born (Planbureau voor de Leefomgeving). Bij maatregelen verschuiven kosten en baten. Vaak komen de baten echter heel ergens anders terecht dan de kosten. Dat maakt het proces om tot maatregelen te komen dan ook moeizaam. Als je overall kijkt naar maatschappe-

lijke kosten en baten, dan is wel duidelijk dat er veel te winnen valt. Landbouw en bouwen op een veenondergrond is bijvoorbeeld duur en vermindering van CO2-emissies door de veenoxidatie een halt toe roepen levert veel op. Maar ja, wie draagt de kosten van verplaatsing van zoveel economische activiteit? Concreet Zoals dikwijls op KNW-bijeenkomsten werd het boeiender naarmate het meer over concrete vraagstukken ging. Die zijn er volop: het Vondelpark in Amsterdam, het Groene Hart met als concreet voorbeeld het dorpje Kanis in de gemeente ­Woerden, de Zuidplaspolder, Vinkeveen, Almere. Bodemdaling leidt niet alleen tot lastige afwegingen in het waterbeheer (meebewegen tot het echt niet meer kan of al wat eerder verzuipen). De ­bodemzettingen leveren ook veel schade op aan de infrastructuur. Dat wordt snel zichtbaar bij de wegen. Wat trager zie je ook effecten aan groenstructuur en met name bomen. Maar ook de ondergrondse kabel- en leidingenstructuur kan beschadigd raken en zo raakt bodemdaling dus niet alleen het watersysteem maar ook de waterketen. Zijn er behalve problemen ook oplossingen? Bodemdaling stoppen is soms in theorie goed mogelijk door het waterpeil niet meer te verlagen of zelfs te verhogen. Maar dan moet de bovengrondse inrichting daar wel op aangepast worden en dat is in de praktijk heel moeilijk. De oplossingen zijn net als de problematiek heel locatiespecifiek. Daarbij is het onontbeerlijk de bewoners en bedrijven er goed bij te betrekken. Om draagvlak te krijgen voor maatregelen, maar zeker ook omdat particulieren dikwijls ook zelf maatregelen zullen moeten treffen. Die bewoners zijn bovendien een goede kennisbron. Zo vertelde Welmoed Visser van de gemeente Woerden dat in Kanis een paar bewoners bij wateroverlast precies weten welke schuiven moeten worden bediend et cetera. En dat doen ze dan meteen ook maar, want het duurt altijd een paar uur voordat de gemeente of het waterschap zover is. Eilard Jacobs De presentaties en andere informatie over de bijeenkomst ‘Kansen bij bodemdaling’ zijn te vinden op de website van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). www.waternetwerk.nl

CASES GEVRAAGD VOOR VLAAMS-NEDERLANDS WATERSYMPOSIUM Op 17 september houdt de Stichting Kennisuitwisseling Industriële Watertechnologie (SKIW) het Vlaams-Nederlands Watersymposium ‘De waarde van water’ op de Avans Hogeschool in Breda. Zij doet dat in samenwerking met Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW), de industriële belangenvereniging VEMW en het Vlaamse TNAV en VLAKWA. Het thema is duurzaam omgaan met water en waar mogelijk potentiële grondstoffen terugwinnen

NR1 / JANUARI 2015

uit afval- en proceswater. Het symposium biedt een kennis- en netwerkplatform voor watergebruikers, industrie en middenen kleinbedrijf, kennisinstellingen, afnemers van technologie, adviseurs en jong talent. Wie een case heeft en/of een korte pitch van 10 minuten wil houden over een probleem en/of oplossing, kan zich aanmelden. Stuur daarvoor een e-mail met een korte omschrijving naar: secretariaat@skiw.nl

11


12

KORT

NIEUWS

App maakt werk van waterschap zichtbaar Waterschap Rivierenland komt met een nieuwe manier om het publiek te tonen waar het waterschap zich mee bezig houdt: de WaterschApp. De WaterschApp Rivierenland is bedoeld voor alle inwoners van het rivierengebied die meer willen weten over hoe en waar het waterschap zorgt voor droge voeten en schoon water. Daarnaast biedt de app specifieke informatie die interessant is voor bijvoorbeeld bouwbedrijven en aannemers. Zo maakt de app verschillende beschermingszones bij dijken en wateren zichtbaar. De app is gratis te downloaden in de App Store en Google Play. ‘Ikonderzoekwater’ onder paraplu Waterkennisbank De Waterkennisbank en plat­ form WOW nemen gezamenlijk het initiatief ikonderzoek water.nl over van Royal Haskoning­DHV. Ikonderzoek water.nl begeleidt examenleerlingen bij het maken van hun profielwerkstuk over een maatschappelijk probleem in de watersector. De ­leerlingen krijgen daarbij hulp van waterexperts van overheden, ingenieurs­bureaus of kennis­ instellingen. Ikonderzoekwater bestaat sinds 2009. www.waterkennisbank.nl

18 MAART: INTERNATIONALE CONFERENTIE ZWEMBADEN Op 18 maart opent het KIT in Amsterdam zijn deuren voor de zesde International Conference on Swimming Pool & Spa. Tijdens de vorige editie van deze tweejaarlijkse conferentie in Rome is het de Nederlandse delegatie gelukt om de conferentie naar Amsterdam te halen. Op deze drie dagen durende wetenschappelijke conferentie zal een mix van medische, microbiologische en technische experts met handhavers en adviseurs gezamenlijk de laatste stand van de wetenschap presenteren. Hierbij gaat het over de microbiologische, chemische en fysieke veiligheid van zwembaden, maar ook over handhaving, waterbehandeling, luchtbehandeling en duurzaamheid. De conferentie is een ontmoetingsplaats voor wetenschappers, adviseurs, handhavers, ontwerpers, operators, managers en brancheorganisaties die bezig zijn met zwembaden. Op dit moment is het organiserend comité druk bezig de laatste hand te leggen aan het definitieve programma. Hiervoor wordt een keuze gemaakt uit de beste inzendingen uit de 75 ingezonden abstracts uit twintig landen. Meer informatie en aanmelding via de website. iwcconferences.com/swimming-pool-spa-conference/

THEO VERMOLEN BESTE DOCENT Wateropleidingen heeft Theo Vermolen uitgeroepen tot beste docent van het cursusjaar 2013-2014. Dit was voor het instituut reden om hem tijdens een lesdag van de Basisopleiding Drinkwaterdistributie in Theo Vermolen (met bloemen) omringd door studenten het zonnetje te zetten. In het cursusjaar 20132014 verzorgde Vermolen voor 50 verschillende opleidingen en cursussen lessen over ­hygiënisch werken, monstername en waterkwaliteit. In het bijzijn van de cursisten overhandigde Agnes ­Maenhout, directeur van Wateropleidingen, het certificaat voor de beste docent aan Vermolen. De deelnemers vinden Vermolen een deskundige docent met een prettige stijl van lesgeven. Hij weet zijn lessen goed af te wisselen met praktische voorbeelden.


WATERNETWERK

NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

iStockphoto

KORT

NIEUWS

GEDOE IN DE ONDERGROND – ZEND UW PARADOX IN Het voorjaarscongres van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) staat op donderdag 23 april in het teken van de steeds drukker wordende ondergrond. Leden van KNW zijn uitgenodigd paradoxen en/of dillema’s uit hun eigen praktijk in te zenden. Ook wie succesvol een paradox heeft ‘getackeld’ kan zijn of haar verhaal indienen. Het onderwerp heeft in potentie meer dan voldoende paradoxen en/of dillemma’s: • Door de groeiende wereldbevolking moeten we in 2050 maar liefst 50 procent meer energie beschikbaar hebben, 35 procent meer voedsel en 40 procent meer water. • Alleen al de Nederlandse ondergrond biedt genoeg warmte om 1 miljard huishoudens van warmte te voorzien. • In 2050 is door verstedelijking en bodemverslechtering zoveel vruchtbare bodem verloren gegaan dat daarmee 1 miljard mensen van voedsel voorzien hadden kunnen worden. • De financiële schade die Nederland lijdt als gevolg van het gebrek aan duurzaam bodemgebruik wordt geschat op 3 miljard euro per jaar. 2015 is het Jaar van de Bodem. Tijdens het KNW-voorjaarscongres op 23 april gaan we aan de slag met deze dilemma’s, maar laten we ook graag inspirerende voorbeelden zien. Reacties en ideeën? Mail ze naar Monique Bekkenutte, directeur van KNW (monique.bekkenutte@waternetwerk.nl).

STUDENTEN RAKEN IN HET BUITENLAND GEMOTIVEERD VOOR DE WATERSECTOR Op 26 november presenteerden elf bachelorstudenten Civiele Techniek van de TU Delft tegenover enkele ‘captains of industry’ uit de Nederlandse watersector de projecten die ze tijdens hun afstudeerstage in het buitenland hadden uitgevoerd. Tijdens korte presentaties vertelden ze wat ze in twee maanden hadden meegemaakt in Mozambique, Colombia, Ghana, Bangladesh, Indonesië, Zuid-Afrika en Kenia. Stuk voor stuk waren het geïnspireerde verhalen, waarbij bleek dat watervoorziening meer is dan techniek. Deze buitenlandse avonturen werden mede mogelijk gemaakt door het Marc van Eekeren Reisfonds van de universiteit. Het Marc van Eekeren Reisfonds is onderdeel van een campagne om bachelorstudenten van de TU Delft te interesseren voor de watersector en uiteindelijk te binden en te werven voor de Mastertrack Watermanagement van de opleiding Civiele Techniek en Geowetenschappen. Het fonds is opgericht ter nagedachtenis aan waterprofessional Marc van Eekeren (1957–2013) en zijn bijdrage aan de watersector. Het fonds had in 2014 een omvang van ongeveer 10.000 euro per jaar, met bijdragen van KWR Watercycle Research Institute, Waternet, Oasen, PWN, Royal HaskoningDHV, Hatenboer-Water, E+M subsidieadviseurs, WEconsult en Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). Meer informatie op de website. www.marcvaneekerenfonds.tudelft.nl

NR1 / JANUARI 2015

Reest en Wieden en Groot Salland fuseren De algemeen besturen van de waterschappen Reest en Wieden en Groot Salland hebben ermee ingestemd de provincies Drenthe en Overijssel voor te stellen beide waterschappen per 1 januari 2016 te laten fuseren. Een groter waterschap is volgens beide besturen beter in staat met toekomstige watervraagstukken aan de slag te gaan. Andere voordelen zijn de grotere efficiency en de grotere financiële draagkracht om risico’s op te vangen. 2-6 november: Amsterdam International Water Week De derde Amsterdam International Water Week, georganiseerd door IWC (de Stichting Internationale congressen van KNW) samen met Netherlands Water Partnership (NWP), IWA en RAI, wordt gehouden van 2 tot en met 6 november 2015. De titel van het kennisprogramma is ‘Integrated solutions for a circular economy and resilient cities’. De thema’s zijn: • Urban utilities & the circular economy. • Sustainable production & industrial response: reduce, reuse and recover. • Urban resilience & adaptation to climate change. • Cross cutting: finance, governance and preconditions for sustainable solutions. Cases voor de Amsterdam International Water Week kunnen tot 15 februari worden ingezonden. www.internationalwaterweek. com

13


14

iStockphoto

AGENDA

Organiseert u een evenement voor waterprofessionals dat vermelding verdient in de rubriek Agenda? Meld het dan aan de redactie van maandblad H2O: redactie@vakbladh2o.nl

5 MAART, DEN BOSCH

Waterinfodag

29 JANUARI, TERNEUZEN

De jaarlijkse ontmoetings-, kennisdelings- en inspiratiedag over informatievoorziening in het waterbeheer. Organisatie: programmacommissie uit overheid, bedrijfsleven en kennisorganisaties. www.waterinfodag.nl

Praktijkcases Industrieel Water IV

9 MAART, DEN HAAG

5 FEBRUARI, APELDOORN

Jaarlijkse dag voor de waterschappen en hun relaties over de ­ontwikkelingen en actualiteiten in de waterschapswereld. Voor voorzitters, secretarissen, directeuren en beleidsmedewerkers van de waterschappen en hun politiek-bestuurlijke netwerk. Organisatie: Unie van Waterschappen. www.uvw.nl

Vierde editie over de procesvoering van industriële afvalwaterzuiveringen aan de hand van praktijkcases. Organisatie: Stichting Kennisuitwisseling Industriële Watertechnologie (SKIW) in samenwerking met Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). www.skiw.nl

Biogas – veiligheid in de praktijk

Een onderweg-naar-huis-bijeenkomst op de rwzi van Apeldoorn voor opdrachtgevers, projectleiders en -medewerkers en KAM-functionarissen. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). www.waternetwerk.nl

5 FEBRUARI, ZWOLLE

Innovatie in waterveilig en klimaatbestendig inrichten

Seminar over de uitvoering van deltabeslissingen in de praktijk in de IJseelvechtdelta. Organisatie: stuurgroep IJsselvechtdelta. www.ijsselvechtdelta.nl/seminar

5 FEBRUARI, UTRECHT

Rioneddag

Symposium over de aanpak van regenwateroverlast. Organisatie: Rioned. www.riool.net

8-10 FEBRUARI, ROTTERDAM

New developments in IT and Water

Internationaal Waternetwerk congres over onder meer big data, modelling, monitoring en customer interaction through apps. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). www.iwcconferences.com

12 FEBRUARI, AMERSFOORT

Doelmatigheid in de watersector - hoe doen mijn collega’s dat?

Onderweg-naar-huis-bijeenkomst over doelmatigheid, om te leren van de energiesector en van elkaar. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). www.waternetwerk.nl

Waterschapsdag

17-19 MAART, GORINCHEM

Aqua Nederland Vakbeurs

Vakbeurs met alles over waterbehandeling, -management en -technologie. Organisatie: Evenementenhal Gorinchem in samenwerking met Aqua Nederland. www.aquanederland.nl/Aqua_Nederland_Vakbeurs

17-20 MAART, AMSTERDAM

6th Conference on Swimming Pool and Spa

Congres over de laatste ontwikkelingen op het gebied van gezondheid, veiligheid en kwaliteit van zwembaden en sauna’s. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). www.iwcconferences.com

18 MAART, HEEL NEDERLAND

Waterschapsverkiezingen

www.nlkiest.nl/verkiezingen/waterschappen

19 MAART, ARNHEM

Kennisdag Inspectie Waterkeringen Plenaire bijeenkomsten, workshops en een bedrijvenmarkt, met als doel kennis te delen en ervaringen uit te wisselen. Organisatie: Inspectie Waterkeringen. www.inspectiewaterkeringen.nl 2 APRIL, UTRECHT

Emissiesymposium

Jaarlijks symposium over de laatste ontwikkelingen op het gebied van emissieregistratie en recente projecten waarbij emissies een belangrijke rol spelen. Organisatie: Deltares in samenwerking met de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (Stowa), Rijkswaterstaat, Alterra en Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). www.stowa.nl


WATERNETWERK

NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

Aan tafels werden verschillende onderwerpen uitgewerkt

23 APRIL, UTRECHT

KNW-voorjaarscongres ‘Gedoe in de ondergrond een bestuurlijke paradox? Congres over de ondergrond: hoe helpen we vanuit de inhoud bestuurders inzicht en handvatten te geven om de juiste afwegingen en keuzes te kunnen maken? Welke bestuurlijke paradoxen bepalen het benutten van kansen in de ondergrond? Doelgroep: portefeuillehouders RO, ambtenaren, professionals. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). www.waternetwerk.nl

SELECTIE TIENDE GROEP TRAINEES NWT GESTART

BIJEENKOMST ‘FLEXIBELE INFRASTRUCTUUR’

In april begint de tiende groep trainees aan een tweejarige avontuur bij het Nationaal Watertraineeship. De selectie voor kandidaat-trainees is inmiddels gestart, maar aanmelden kan nog. Dit geldt zowel voor studenten als voor aanbieders van werkplekken. Het Nationaal Watertraineeship (NWT) is een initiatief van het programma Human Capital Water & Delta van het Netherlands Water Partnership (NWP) en het gespecialiseerde waterbemiddelingsbureau H2O-job. Trainees werken twee jaar lang, vier dagen per week als juniormedewerker bij een organisatie in de watersector en volgen de vijfde dag een op maat gemaakt traineeprogramma. Meer informatie op de website. www.nationaalwatertraineeship.nl

Begin december kwamen 23 waterprofessionals bij elkaar rond het thema ‘Flexibele infrastructuur’. De middag begon met een inspirerend verhaal van Sander Schouwenaar, innovatiemanager bij Enexis, een van de energietransporteurs in Nederland. Zijn verhaal had veel parallellen met de drinkwatersector. Aan vier tafels werd vervolgens met de methodiek van Wereld Café gewerkt aan vier verschillende onderwerpen. Er werd constructief samengewerkt, wat tot nieuwe inzichten heeft geleid. Alle probleemhebbers gingen met nieuwe inzichten, denkrichtingen en creatieve oplossingen voor hun situatie naar huis. Voor de website van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) maakten Marc Balemans en Joost Eijkman van de themagroep Watervoorziening van KNW een verslag. Kijk daarvoor op de website. www.waternetwerk.nl

H2O BRENGT IN 2015 VEEL THEMANUMMERS

Dit januarinummer van maandblad H2O staat voor een deel in het teken van het onderwerp watertechnologie. De redactie zal dit jaar meer edities een speciaal thema meegeven. De verschijndata (en eventuele thema’s) zijn: Nummer Verschijning

Thema

1 2 3 4 5 6 7|8 9 10 11\12

Watertechnologie Aqua Nederland Vakbeurs Grondwater/ondergrond

29 januari 26 februari 26 maart 23 april 28-mei 25 juni 6 augustus 24 september 22 oktober 10 december

Afvalwater/riolering Duurzaamheid

Amsterdam International Water Week Industrie/proceswater

Heeft u suggesties voor artikelen in deze edities? Meld dit dan via de mail bij de redactie: redactie@vakblad h2o.nl

NR1 / JANUARI 2015

Fusie waterlaboratoria strandt op BTW-kwestie De fusie tussen Het Waterlaboratorium (HWL) in Haarlem en de Stichting Waterproef in Edam gaat niet door omdat fiscale regels dit blokkeren. Het ministerie van Financiën en de Belastingdienst verlenen geen BTW-vrijstelling aan de betrokken waterschappen als de fusie in 2015 een feit zou zijn. De activiteiten van Waterproef zijn nu BTW-vrij, omdat het zogenoemde waterschapactiviteiten zijn; na fusie vervalt deze vrijstelling en vallen diensten onder het hoge BTW-tarief van 21 procent. Dat leidt volgens de betrokken partijen tot een onaanvaardbare kostenstijging, terwijl het doel van de fusie juist kostenreductie en synergie is.

15


16

WATERNETWERK

NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

PERSONALIA Waterschap Vechtstromen heeft de organisatie op 1 januari aangepast. De directie wordt gevormd door Oenze Dijkstra en Marianne Langeslag. Langeslag was eerder directeur Bedrijfsvoering van het waterschap Regge en Dinkel, dat in 2013 in Vechtstromen is opgegaan. Dijkstra was gemeentesecretaris van Zwolle. De eenheidsmanagers van waterschap Vechtstromen zijn: Marianne Ottevanger (eenheid Besturen en Organiseren), Jantine Clasie (eenheid Ontwikkeling en Advies), Josien Wannink (eenheid Techniek en Diensten), Rolf te Velde (eenheid Watersysteem en Zuiveren).

TU-PRIJS VOOR TOMMASSO LOTTI

Jaap van der Graaf (links) reikt de naar hem genoemde prijs uit aan Tommaso Lotti

De Italiaan Tommasso Lotti heeft dit jaar de Jaap van der Graafprijs uitgereikt gekregen. Dit gebeurde begin deze maand tijdens de 67e Vakantiecursus Drinkwater en Afvalwater aan de TU Delft. De prijs wordt toegekend aan een student of ­onderzoeker die in het voorgaande jaar het beste Engelstalige artikel over de behandeling van afvalwater schreef. Het ­winnende artikel van Lotti en medeauteurs is gepubliceerd in het blad Water Research en is getiteld ‘Simultaneous partial nitritation and ­anammox at low temperature with gra-nular sludge’. De jury beoordeelde in totaal 34 artikelen, waarvan het niveau dichtbij elkaar lag. De jury heeft bij de beoordeling vooral gelet op vijf criteria: maatschappelijke bijdrage, innovatie, toepasbaarheid op korte/middellange termijn, wetenschap en taal. Lotti zet op heldere wijze de resultaten van zijn onderzoek uiteen en laat zien dat de toepassing van anammox in de hoofdstroom een veelbelovende technologie is, aldus het juryrapport. Tommaso Lotti promoveerde in Italië op de anammoxtechnologie. Daarna werkte hij als post-doctoraal onderzoeker aan de TU Delft. In die tijd schreef hij ook het winnende artikel. Momenteel werkt Lotti bij de de grootste technische universiteit van Italië. De Jaap van der Graaf-prijs is op initiatief van ingenieurs- en adviesbureau Witteveen+Bos ingesteld in 2009 toen Van der Graaf terugtrad als hoogleraar in de Behandeling van Afvalwater aan de TU Delft.

Vanaf links: Henk Deinum (gemeente Leeuwarden), Hein Molenkamp (Water Alliance), Helen Scott (Verenigde Naties) en Dean Amhaus (Global Water Council)

LEEUWARDEN HEEFT VN-TITEL ‘INNOVATING CITY’ Leeuwarden mag zich UN Innovating City noemen. Dit maakte Helen Scott van de Verenigde Naties vorige maand bekend. De Friese hoofdstad is daarmee een van de achttien steden op de wereld die deze titel voeren. De steden maken deel uit van het UN Global Compact Cities Programme (UNGCCP). Watertechnologie is al jaren een speerpunt van Leeuwarden. Wethouder Henk Deinum van economie, infrastructuur en gebiedsontwikkeling is trots op deelname aan het Innovating City programma. “Hier in Friesland ontstaan innovatieve oplossingen voor de wereldwijde waterproblematiek. Steeds meer nationale en internationale bedrijven willen zich vestigen op de WaterCampus. Deze titel maakt de unieke Friese infrastructuur op het gebied van watertechnologie extra zichtbaar.” De WaterCampus Leeuwarden is een ontmoetingsplaats voor wetenschappers en bedrijven uit heel Europa. Op de Campus hebben bedrijven toegang tot kennis, onderzoeksfaciliteiten en gekwalificeerd personeel.

Amsterdam wint Peilstokvoor Betondorp Rainproof Tijdens de nationale manifestatie Hitte in de Delta in Amsterdam nam Marcel van Houten van de gemeente Amsterdam de Peilstok 2014 in ontvangst uit handen van juryvoorzitter Pier Vellinga. De Peilstok is een prijs van het ministerie van Infrastructuur en Milieu voor inspirerende oplossingen om bebouwd gebied waterrobuust en klimaatbestendig te maken. De prijs ging naar het project Betondorp Rainproof, omdat er op een interactieve en integrale manier klimaatadaptieve oplossingen zijn gevonden voor deze meest verharde wijk van Amsterdam. Een eervolle vermelding was er voor de Stichting Groei en Bloei met het project ‘Tegel eruit, plant erin’. Behalve de Peilstok reikte Vellinga ook de Jonge Peilstok uit, een aanmoedigingsprijs voor studenten aan agrarische opleidingscentra. Deze ging naar het Wellantcollege. Student Ronald Potters nam de Jonge Peilstok 2014 in ontvangst. Studenten van het Wellantcollege hebben een groene en duurzame oplossing bedacht voor huis, straat en wijk. In hun voorstel wordt de straat op verschillende manieren gebruikt, onder meer voor waterberging.


Uw partner in: KIWA BRL-K240 gecertificeerd

AcquaSilica® Het zuiverste filterzand voor drinkwaterproductie Maak kennis met AcquaSilica®, het filterzand voor drinkwaterproductie. Gewonnen uit natuurlijke bronnen, microbiologisch en toxicologisch uitvoerig onderzocht en gecertificeerd volgens de nieuwste KIWA

normering.

Meer weten? Neem een kijkje op onze website of bel 0591 - 549 820.

(mobiele) slibontwatering en slibDroging HYDraUlisCH en meCHanisCH baggeren sCHoonmaken van slibgistingtanks sCHoonmaken van belUCHtingbassins boUw en verHUUr van apparatUUr en installaties kUrstjens is tevens

www.kremerspeciaalzandengrind.nl

speCialist in extraCtieve gronDreiniging

BeL OnS 073 599 66 08 MaiL OnS info@kurstjens.nl Meer inFO www.kurstjens.nl

Hét fysieke knooppunt van de watertechnologie Internationale samenwerking WaterCampus Leeuwarden organiseert samenwerking tussen (inter-)nationale bedrijven, kennisinstellingen en overheden in de watertechnologiesector, teneinde synergie te creëren voor innovatie, onderwijs en ondernemerschap van wereldniveau en om daarmee de positie van Europese watertechnologie te versterken. WaterCampus biedt naast deze samenwerkingsfunctie een unieke onderzoeksinfrastructuur en is daarmee een ontmoetingsplaats van wetenschappers en bedrijven uit heel Europa. Sinds december 2014 is Leeuwarden UN Innovating City op gebied van watertechnologie.

SCIENCE

Belangstelling voor samenwerking, ondersteuning, onderwijs, onderzoek (faciliteiten), business development of vestiging op WaterCampus Leeuwarden? Bezoek ons op www.watercampus.nl

APPLIED RESEARCH

Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN). Hier wordt geïnvesteerd in uw toekomst. Water Alliance wordt medegefinancierd door het Europees fonds voor regionale ontwikkeling en door het ministerie van EZ, Pieken in de Delta.

BUSINESS


18 THEMA

CEES BUISMAN

WATER TECHNOLOGIE

LATEN WE AMERIKANEN BUITEN DE DEUR HOUDEN

H

et moet maar eens afgelopen zijn, vindt Cees Buisman. “Met Nederlandse belastinggeld stimuleren we het ontwikkelen van bedrijven in biotechnologie en watertechnologie. En tegen de tijd dat het wat begint te worden, als er een paar honderd ­mensen werken… hop, dan worden ze opgekocht met Amerikaans geld. En dan duurt het meestal niet lang voordat de onderzoeksafdelingen naar de Verenigde Staten verplaatst worden.”

Nederland heeft een fantastisch klimaat voor onderzoek in watertechnologie. En Cees Buisman, wetenschappelijk directeur van technologisch topinstituut Wetsus, kan het > Is dat een probleem? Buisman: “Ik vind dat een behoorlijk groot probleem. Hoe groot hadden weten. Hij vindt het alleen de Nederlandse watertechnologiebedrijven niet kunnen zijn als we ze niet doodzonde dat veelbelovende steeds aan het buitenland verkocht hadden? Bovendien komt het kennis­ nieuwe bedrijven zo vaak in systeem hierdoor onder druk te staan. Neem de waterzuiveringstak van buitenlandse handen vallen. Norit, wat veruit het grootste Nederlandse bedrijf was op het gebied van Zo krijgen we nooit een echt watertechnologie. Verkocht aan Pentair, een beursgenoteerd Amerikaans bedrijf. En die Amerikanen willen iedere drie maanden winst zien. ‘industrieel-kenniscomplex’ Dat je ook kunt investeren in onderzoek dat pas over tien jaar rendement in Nederland. De tiende ­oplevert, dat past niet in hun systeem. Onze pensioenfondsen zouden die aflevering van een serie met ­ontwikkeling kunnen tegengaan door te investeren in kansrijke, hooghoofdrolspelers in de Nederwaardige Nederlandse ondernemingen.” landse watersector. > Blijkbaar is het rendement onvoldoende. Tekst Roel Smit Fotografie Gabby Louwhoff

“Ik ben geen financieel deskundige, maar ik vrees dat sprake is van een totaal gebrek aan strategisch inzicht bij onze pensioenfondsen. Dat hoor ik ook vaak van mensen die serieus beleggen in Nederlandse initiatieven: je kunt hier een prima rendement maken. Verkopende bedrijven komen echter ook maar al te gauw in de ban van de charmes van ­Angelsaksische partijen. Ze beloven gouden bergen, je wordt gefêteerd en daardoor in slaap getoverd. Weliswaar een heel andere sector, maar kijk naar de Volkskrant: die werd op een zeker moment verkocht aan de Britten. En wat is er nu over? Een schuld van een paar honderd miljoen euro. Waar was de Hollandse nuchterheid bij deze deal?” “Kijk ik naar mijn eigen sector, die van de watertechnologie, dan stel ik vast dat de innovatiekracht in Europa sterker is dan bijvoorbeeld in de ­Verenigde Staten. We ontwikkelen meer nieuwe technologie, we hebben meer patenten; het wordt alleen uiteindelijk allemaal opgekocht. En dat kan ook, want de aantrekkingskracht van de Amerikaanse dollar zorgt ervoor dat het geld veel beter beschikbaar is. Landen als China en India houden de Amerikaanse dollar in waarde. Venture funds kunnen zodoende alles kopen wat los en vast zit.” >


O

H2

19

HOOFDROLSPELERS

‘We ontwikkelen meer nieuwe technologie, we hebben meer patenten; het wordt alleen uiteindelijk allemaal opgekocht’

NR1 / JANUARI 2015


20

> Dat kun je toch niet verbieden? “Wat wel kan, is Europese pensioenfondsen ­ verplichten hun geld binnen Europa te beleggen. Ik heb liever dat onze pensioenfondsen bijvoorbeeld in Duitsland beleggen dan in Amerika: gaat het goed met de Duitse economie, dan gaat het ons ook goed. Datzelfde geldt in de V ­erenigde Staten ­namelijk wèl: het is Amerikaanse ­pensioenfondsen ­verboden om buiten de ­Verenigde Staten te beleggen. Er is binnen Europa voor onze pensioenfondsen een prima ­rendement te maken. Bovendien mag men het ook wel wat breder zien: als het slecht gaat met de Nederlandse economie, wat heb je dan nog aan een pensioen?”

Verbeeldingskracht Dat is maar vast gezegd. Cees Buisman neemt zich geen blad voor de mond. Het onderwerp raakt hem vanuit zijn rol bij Wetsus, dat als doel heeft goede ideeën op het gebied van watertechnologie bij universiteiten en bedrijven op te sporen en verder te brengen. Watertechnologie die geëxporteerd kan worden. Daarvoor is verbeeldingskracht ­nodig, iets waarover volgens hem maar een klein deel van de mensheid beschikt. “De meeste mensen zijn heel goed in het verbeteren van dingen, maar iets bedenken dat nog niet bestaat, daarvoor zijn andere eigenschappen nodig. Onder andere voor die rol willen we bij Wetsus voldoende r­ uimte creëren. En dan zeggen mensen al gauw: dat levert toch niets op, stop er maar mee. Een voorbeeld is blue energy, het maken van energie uit de menging van zoet en zout water. Tien jaar geleden werden we hierom voor gek verklaard, nu begint het wat te worden in Nederland.”

> Welke doorbraken verwacht u de komende tien jaar?

“Verder verwacht ik revolutionair nieuwe inzichten als het gaat om de natuurkundige staat van ons water. We kijken altijd naar de chemische en de biologische kwaliteit van ­water, maar hebben ons er nooit om bekommerd dat zaken als straling en elektromagnetisme de natuurkundige stabiliteit van ons water behoorlijk kunnen verstoren. De grote vraag luidt: is het water dat wij in onze huizen gebruiken nog in zijn natuurlijke staat? Zo nee, dan kan dat wel eens minder gezond zijn. Dat is een nieuw inzicht, waarover we binnenkort gaat publiceren. Meer kan ik er op dit moment niet over zeggen. Haha, u hoort nog van ons.”

> Heeft Nederland een innovatief klimaat? “Nederland is een super-land om dingen één keer te doen. Ieder waterschap, ieder drinkwaterbedrijf wil heel graag met zijn eigen ding scoren. Dus op het gebied van watertechnologie barst het van de demo-installaties; elke maand wordt er wel een nieuwe geopend. Wat dat betreft is het fantastisch geregeld. Ideaal voor bedrijven die hun installatie willen testen, fine tunen en demonstreren aan potentiële klanten.” “De andere kant is dat onze waterbranche natuurlijk erg versnipperd is. Bij Wetsus zijn 90 bedrijven actief, meer dan bij enig ander technologisch topinstituut maar dat is tot op zekere hoogte een internationaal verschijnsel. In mijn visie is dat een direct gevolg van het feit dat water per definitie regionaal georganiseerd is, onder verantwoordelijkheid van regionale autoriteiten. Er is geen business ter wereld zo ­regionaal verdeeld als de watersector, met een dominante rol voor de publieke sector. Dus heeft ook bijna elke universiteit ter wereld minimaal één waterprofessor. Geen enkel technisch vakgebied heeft zoveel hoogleraren. Wil je er in dat enorme veld bovenuit steken, dan heb je kritische massa nodig. Nederland is wat dat betreft, met die enorme dichtheid van kennis en kunde, sinds de Tweede Wereldoorlog toonaangevend.”

“Of het allemaal in tien jaar zal gebeuren weet ik niet, maar een paar ontwikkelingen zijn wel te voorzien. Ik denk dat we een systeem voor het verwerken van afvalwater gaan realiseren, waarmee we alle belangrijke stoffen kunnen terugwinnen, dus bijvoorbeeld ook organische stoffen, en waarbij water overblijft zonder metalen, zonder resten van genees- > Alleen komen we straks goede mensen tekort. middelen, noem maar op. Ik weet niet hoe zo’n systeem er “De beschikbaarheid van mensen zal inderdaad uiteindelijk precies uitziet, maar het zal veel beter zijn dan wat we nu de limiterende factor zijn. We moeten als watersector onze hebben.” mensen dus weten te binden. We hebben wat dat betreft “Ik verwacht ook dat we gaan aantonen dat het Nederlandse goede kansen, want Nederlanders voelen zich verbonden systeem van drinkwaterzuivering – dus zonder gebruik te met water en watertechnologie heeft zeker aantrekkingsmaken van bijvoorbeeld chloor – het enige juiste systeem kracht, hoewel we het nog meer sexy kunnen maken. Maar is. Het lijkt erop dat chloor in drinkwater de resistentie wie in watertechnologie gaat, wordt in Nederland niet als ­tegen antibiotica vergroot. Bovendien zal zichtbaar worden een druiloor gezien. Dat is in sommige andere landen wel dat ­water natuurlijke bacteriën moet bevatten; we moeten anders. Daar word je vaak als loser beschouwd als je in afer dus niet alles uithalen wat we er in theorie uit zouden valwater werkt.” kunnen halen. Mensen zullen snappen dat echt volledig “Zorgelijk is wel dat we in Nederland met een algemeen ­ schoon ook niet goed is.” ­gebrek aan engineers te maken zullen krijgen, mensen die


HOOFDROLSPELERS ‘Het aanzien van de hoger technisch opgeleiden, de oude hts, is volledig verdwenen. Ik vind dat een van de grootste tragedies van de Nederlandse economie’

dingen kunnen ontwerpen en bouwen. Dat probleem is vooral ontstaan toen een jaar of tien geleden de operatie Kill de hts was voltooid. Het aanzien van de hoger technisch opgeleiden, de oude hts, is volledig verdwenen. Ik vind dat een van de grootste tragedies van de Nederlandse economie.”

> Waar liggen de kansen voor Nederlandse watertechnologiebedrijven? “Niet in de concurrentiestrijd om de grote waterconcessies van de ­wereld. Ik bedoel de bouw en de exploitatie van complete watersystemen, zoals ­bedrijven als Veolia dat kunnen doen. Die markt heeft een laag rendement, is bovendien grotendeels al vergeven, en je hebt er enorme ­financiële spierballen voor nodig. Dat is voor ons geen begaanbare weg. Onze kracht is dingen uitvinden. De omstandigheden zijn daarvoor ideaal: we d ­ enken niet hiërarchisch, al onze universiteiten zijn met de auto te ­berijden, de kennisdichtheid is enorm. Bovendien hebben we prima economische ­clusters in voedseltechnologie en chemie. Daar schurken we met water­ technologie lekker tegenaan. Daarom kunnen we wereldleider zijn in ­waterprocestechnologie.”

> Maar export is keiharde noodzaak? “Dat klopt. Onze kracht zit in het veroveren van niches op de wereldmarkt. De korreltechnologie van Paques is daarvan een voorbeeld. En zo zijn er meer. In niches kun je een stevig marktaandeel veroveren, ook in een zo sterk versnipperde markt. Je ontwikkelt producten in Nederland, maar geld verdienen doe je in het buitenland. En als het om watertechnologie gaat, denk ik dan vooral aan ontwikkelde landen. Daar wordt volop geïnvesteerd in waterzuiveringen, drinkwatersystemen en dergelijke. In ­Nederland is de ruimte voor grote nieuwe investeringen zeer beperkt. De bedrijven die ik ken en die hiermee bezig zijn, halen zeker 90 procent van hun omzet uit het buitenland. En ik stel vast dat drinkwaterbedrijven en waterschappen de laatste tien jaar veel minder terughoudend zijn geworden om daaraan mee te werken. Dat is een positieve ontwikkeling.”

> En dan is dus nog maar één risico… “Inderdaad! Laten we zorgen dat die bedrijven in Nederlandse handen blijven. Dat is inderdaad mijn stokpaardje. Hadden we maar meer grote bedrijven als Paques, super high tech én Nederlands. We zouden de hele watersector kunnen optillen en er een prachtig industrieel kenniscomplex van kunnen maken.” | NR1 / JANUARI 2015

Cees Buisman (1961) is geboren in Badhoevedorp. Hij heeft zijn Msc Waterzuivering gehaald aan de Wageningen Universiteit. Daarna is hij bij Paques in Balk gaan werken, tot 2003. Daar was hij verantwoordelijk voor de ontwikkeling en introductie van nieuwe technologieën, waaronder het door hemzelf ontwikkelde sulfide proces (merknaam Thiopaq). Deze technologie wordt ingezet om sulfide uit aardgas te verwijderen, maar ook om zware metalen terug te winnen. In 2003 werd Buisman benoemd als part-time hoogleraar Biologische Kringlooptechnologie aan de Wageningen Universiteit. In hetzelfde jaar werd hij part time wetenschappelijk directeur bij Wetsus.

21


GSM2 Modemlogger

KELLER

grondwater en riooloverstort data draadloos beschikbaar

Waterstanden draadloos beschikbaar per email en FTP

Compatible met globale netwerk frequenties

Tot 5 sensoren per modem (grondwater versie)

SMS Alarm functionaliteit

Geïntegreerde realtime luchtdruk compensatie

Batterij levensduur tot 10 jaar

Volledig op afstand herprogrammeerbaar

Uitstekende datazekerheid

Dataopslag in uw eigen SQL database (geen hosting)

Automatische berekeningen (o.a. overstort, stijghoogte)

Automatische export naar diverse bestandsformaten

Nivosensoren - Grondwater Dataloggers - Riooloverstort Dataloggers - Telemetrie KELLER Meettechniek BV Postbus 59 2810AB REEUWIJK -HOLLAND

WWW.KELLER-HOLLAND.NL subsidiary of KELLER AG für Druckmesstechnik

Tel +31 182 399840 Fax +31 182 399841 E sales@keller-holland.nl


HOOG WATER

50M GEBOUWD: 1928 INHOUD RESERVOIRS: 1.170 M3

Tekst en fotografie Roel Smit

NR1 / JANUARI 2015

23

AALSMEER Watertorens: er werden er ooit 260 gebouwd om druk te houden op het leidingnet en altijd te beschikken over schoon drinkwater. De meeste hebben nu een andere bestemming. In de eerste aflevering van deze serie: de watertoren van Aalsmeer. VROEGER De watertoren op de dijk langs de Westeinderplassen dateert uit 1928. De ontwerper van het ruim vijftig meter hoge bouwwerk in Art Deco stijl is Hendrik Sangster, die twintig opvallende watertorens ontwierp. Deze toren in Aalsmeer, tegenwoordig een Rijksmonument, werd ­enige jaren geleden door kenners van watertorens gekozen als de mooiste van Nederland. De toren rust op 452 houten palen met elk een lengte van 15 meter. Er zijn twee waterreservoirs op hoogte: één van 480 kubieke meter en – helemaal bovenin één van 520 kubieke meter. Onder de begane grond is nog een bodemreservoir van 160 kubieke meter. De toren werd tot 1994 gebruikt door drinkwaterbedrijf PWN en het gezuiverde water dat erin werd opgeslagen, was afkomstig uit de Amsterdamse Waterleidingduinen. NU Sinds 2000 is de toren eigendom van de g ­ emeente ­Aalsmeer. Plannen om er een duikschool in te h ­ uisvesten (vanwege de schitterende bassins) of een h ­ otel te realiseren, liepen op niets uit. Daarop besloot de ­gemeente de toren in publiek bezit te houden. Het ­bouwwerk wordt nu beheerd door een stichting van vrijwilligers. Voor een klein bedrag kunnen geïnteresseerden naar boven om van het schitterende uitzicht te genieten. Ook schoolklassen kunnen terecht. De toren is inmiddels ook een officiële trouwlocatie van de ­gemeente Aalsmeer. En natuurlijk een prachtige plek om – georganiseerd – vuurwerk af te steken. Informatie: Stichting Watertoren Aalsmeer s.b.w.a.@caiway.net


A

24

PLASTIC SOEP… LINKE SOEP? Tekst Dorine van Kesteren Beeld iStockphoto / Hollandse Hoogte

In onze oceanen, zeeën en rivieren drijven tonnen plasticafval. Dit plastic valt in steeds kleinere deeltjes uiteen, waarna het door zeedieren wordt opgegeten en in de voedselketen terechtkomt. Een probleem? Ja! Maar hoe groot zijn de risico’s voor het milieu en voor onze gezondheid?


A E

r drijven vijf biljoen plasticdelen in de wereldzeeën, met een totaalvolume van 269.000 ton. Dat bleek onlangs uit onderzoek van Fives Gyres Instituut in Los ­Angeles. Al dat plastic komt op verschillende manieren in zee terecht. Vermoedelijk komt het merendeel – 50 tot 80 procent – van het vasteland. Denk bijvoorbeeld aan verpakkingsmateriaal, wegwerpflessen en tassen die de zee in waaien. Ter illustratie: de Noordzee ontvangt jaarlijks 20.000 ton zwerfafval; gemiddeld 400 items per 100 meter strand. De rest van het plastic komt van bronnen op zee: troep die de beroeps- en pleziervaart over de reling kiepert of containers met een plastic lading die overboord slaan. Langs de kust drijven grotere stukken plastic, zoals flesjes en visnetten. Het risico van deze grotere stukken plastic is dat zeedieren erin verstrikt raken. Iedereen kent wel de foto’s van vogels of vissen die gevangen zitten in een nylon koord of visnet. Het gebeurt ook dat ­zeedieren het grotere afval binnenkrijgen en dat hun maag verstopt raakt. Een ander probleem is dat de grotere plasticdelen weer op het strand terechtkomen: een naar gezicht, duur om op te ruimen en onaantrekkelijk voor toeristen. BOUILLON VAN PLASTIC In vijf grote kolken in de oceaan – stromingen met een doorsnede van honderden of duizenden kilometers – drijven de kleinste deeltjes. Plastic vergaat maar heel langzaam: het kan wel 500 tot 1.000 jaar duren voordat het weg is. Door afbraak van de golven en straling van de zon vallen de grotere plasticdelen in de zee uit elkaar tot microscopisch kleine deeltjes. Al die kleine deeltjes veranderen het water wereldwijd in een fijne bouillon van plastic. Stukjes plastic die kleiner zijn dan 5 millimeter, noemen we microplastics. Nanoplastics zijn nog kleiner, namelijk minder dan 100 nanometer (een nanometer is een miljoenste milli­ meter). Deze ontstaan als bestaand plastic in zee fragmenteert. Daarnaast bestaat er speciaal door de industrie geproduceerd nanoplastic, dat wordt verwerkt in verven en lakken, cosmeticaproducten, elektronica en auto’s. Deze deeltjes komen via regenwater of de douche in het riool terecht. > NR1 / JANUARI 2015

ARTIKEL THEMA

WATER TECHNOLOGIE

25


26

“Micro- en mogelijk ook nanoplastics worden niet volledig verwijderd via de rioolwaterzuiveringsinstallatie, zodat ze uiteindelijk via de rivieren in de zee belanden”, zegt ecotoxicoloog Dick Vethaak, werkzaam bij het Delftse kennisinstituut Deltares en bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

‘MICROPLASTICS IN DE NEDERLANDSE ZOETE WATEREN’ is de titel van een artikel dat voor H2O-Online werd geschreven door Ilona Langelaan, Isabel Nuyttens en Marc Jansen, drie bachelor studenten Milieunatuurwetenschappen van de Open Universiteit. Het is gebaseerd op hun afstudeerproject, een literatuuronderzoek, in opdracht van Deltares. Het artikel is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl

Plastic vergaat maar heel langzaam: het kan wel 500 tot 1.000 jaar duren voordat het weg is

VIA DE RIVIEREN Een aanzienlijk deel van het plastic dat van het vasteland in zee belandt, wordt aangeleverd door de rivieren. Zo komen de kunststofvezels van kleding (fleece) na het wassen in het rioolwater, net als de kunststofdeeltjes in bepaalde cosmeticaproducten, zoals tandpasta en scrubcrèmes (microbeads). Het Amsterdamse waterbedrijf Waternet startte in 2013 een onderzoek naar de aanwezigheid en herkomst van microplastics in het Amsterdamse watermilieu. “In de Amsterdamse binnenwateren drijft veel plastic, maar we weten nog niet welke plastics en hoeveel”, vertelt Joost Kappelhof van Waternet. “Het onderzoek moet leiden tot een plasticbalans voor de stad: hoeveel plastic voert de Amstel aan en hoeveel verdwijnt er vervolgens via het IJ en het Noordzeekanaal naar de Noordzee? Hierop kun je vervolgens het beleid baseren. Als bijvoorbeeld blijkt dat het afvalwater significant bijdraagt aan de vracht plastic in het oppervlaktewater, is het een optie extra filtratie in de afvalwaterzuivering toe te passen.” Waternet heeft met een boot die was uitgerust met een pomp de bovenste 10 centimeter van het wateroppervlak aangezogen. Het opgepompte water werd voor een deel in flessen verzameld (circa 20 liter) en de rest (circa 20 kubieke meter) werd gefilterd over een heel fijn nylon gaasnet. De flessen en de gaasnetten met de deeltjes die daarin achterbleven, heeft Waternet naar het laboratorium gestuurd. Helaas geeft het onderzoek tot nu toe geen eenduidige uitslagen. Kappelhof: “Het o ­ pvallende is dat er grote verschillen zijn in de concentratie plasticdeeltjes in het op verschillende ­manieren bemonsterde water van dezelfde locatie. Soms wel met een factor 1.000. We kunnen dus nog geen betrouwbare conclusies trekken.” GEMAKKELIJK DOORDRINGEN Over de risico’s van micro- en nanoplastics is nog weinig bekend. Bart Koelmans, hoogleraar Waterkwaliteit aan de Universiteit Wageningen en ecologisch instituut IMARES: “Een risico­ analyse ontbreekt vooralsnog. Dat komt doordat we niet weten wat de blootstellingsconcentraties zijn en bij welke concentraties zeedieren effecten vertonen. Pas als blijkt dat de blootstelling aan plastics hoger is dan de effectdrempels, kun je concluderen dat er risico’s zijn.” Wat we wél weten, is dat sommige nanoplastics gemakkelijk kunnen doordringen in huid en weefsel van sommige zoogdieren, waaronder de mens. Vethaak: “Dat weten we uit de ­medische wereld, waar nanoplastics bijvoorbeeld worden gebruikt om gericht medicijnen af te leveren in specifieke delen van het menselijk lichaam.” Verder blijkt uit onderzoek van de Universiteit Wageningen en IMARES dat allerhande gifstoffen de neiging hebben om zich aan deze nanoplasticdeeltjes te hechten. De nanoplastics fungeren dan als een Paard van Troje: niet alleen het plasticdeeltje komt het lichaam b ­ innen, maar ook de gifstof die daaraan vastzit. “Als de dieren die in of van de zee leven, tot en met het kleine zoöplankton, deze nanodeeltjes binnenkrijgen, dringen gifstoffen hun lichaam binnen. Via het maagdarmkanaal en de bloedbaan reizen de deeltjes door het lichaam en dringen door tot de meest kwetsbare organen. Dit kan ontstekingen en celschade ­veroorzaken en wellicht ook veranderingen in de hormoonhuishouding”, aldus Koelmans en Vethaak. Uit onderzoek met algen blijkt bijvoorbeeld dat deze minder hard groeien als ze blootstaan aan grote hoeveelheden micro- en nanoplastics. In een onderzoek met mosselen kwam Koelmans tot dezelfde conclusie. “Het blijkt dat mosselen minder honger hebben als ze wor-


ARTIKEL

Foto Patrick Post / Hollandse Hoogte

THE OCEAN CLEANUP De twintigjarige Boyan Slat, voormalig student aan de TU Delft, heeft een revolutionair plan ontwikkeld om de

of dat gevaarlijk is? We weten het niet. Vethaak: “Naar de risico’s van micro- en nanoplastics voor de mens wordt niet tot nauwelijks onderzoek gedaan.” WERK AAN DE WINKEL ‘Misschien’, ‘zou kunnen’ en ‘het is niet uit te sluiten’ zijn veelvoorkomende termen als je met deskundigen over het plasticprobleem praat. Met andere woorden: er is nog veel werk aan de winkel. “Het allereerste wat moet gebeuren, is: veel meer onderzoek”, benadrukt Vethaak. Tijdens een m ­ inisymposium dat Waternet afgelopen ­ november ­organiseerde, is afgesproken dat de laboratoria in en ­buiten Nederland de koppen bij elkaar steken om e ­ ­enduidige meetmethodes te ontwikkelen, die bruikbaar zijn voor ­beleid en onderzoek. “De voortgang daarvan is afhankelijk van de fondsen die ter beschikking worden gesteld”, aldus Kappelhof.

oceanen te ontdoen van plastic. Hij bedacht een V-vormige installatie­met drijvende armen van 100 kilometer lang en 3 meter hoog, die op strategische plekken aan de zeebodem worden vastgemaakt. Door niet met netten maar met deze armen – 3 meter hoge ‘muren’ onder water – te werken, worden volgens Slat ook de kleinste deeltjes opgevangen. Een ander voordeel is dat zeedieren eronderdoor kunnen zwemmen. Door de zeestroming komt het plastic vanzelf naar de punt van de V toe. Daar wordt het omhooggepompt en opgeslagen. Boten brengen het verzamelde plastic vervolgens periodiek naar de wal, waar het wordt hergebruikt.

Koelmans: “Ik verwacht dat de wetenschap tussen vijf en tien jaar zover is dat een risicoanalyse mogelijk wordt.” Vethaak: “In de tussentijd is het zaak om te zorgen dat er geen plastic meer bijkomt in de zee. Je kunt op je vingers natellen dat het probleem alleen maar groter wordt, omdat de productie en consumptie van plastic sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw exponentieel blijft stijgen. We moeten dus toe naar nieuwe, alternatieve grondstoffen en milieuvriendelijkere materialen. Zowel het bedrijfsleven als de overheid hebben hier een verantwoordelijkheid.”

Slat, die in november de Champions of the Earth-prijs van de Verenigde Naties won, haalde via crowdfunding zo’n 2,1 miljoen dollar op voor zijn Ocean Cleanup. De installatie moet nog worden gemaakt: de komende jaren gaat Slat prototypes testen. Het is de bedoeling dat hij in 2020 zijn uitvinding kan inzetten in de oceaan tussen Hawaï en Californië – een van de meest met plastic vervuilde plekken ter wereld.

den blootgesteld aan hoge concentraties micro- en nano­ plastics. Dat heeft gevolgen voor de groei en reproductie.” MENSELIJKE VOEDSELKETEN Via de zeedieren komt het plastic – én de eventueel aangehechte gifstoffen – in de menselijke voedselketen terecht. In schaal- en schelpdieren worden microplastics aangetroffen, net als in vissen. Koelmans: “Een vis die plastic inslikt, heeft het in zijn maagdarmkanaal, en dat is verwijderd uit de visfilets die wij meestal eten. Maar nanoplastics kunnen zich verspreiden in het spier- en vetweefsel van de vis, dus buiten het maagdarmkanaal. Het is dus niet uit te sluiten dat we die deeltjes binnenkrijgen als we visfilet eten.” Maar NR1 / JANUARI 2015

POLITIEK De politiek trekt zich het onderwerp in ieder geval aan. Zo financiert Europa het multidisciplinaire onderzoeksproject CleanSea, dat onder meer als doel heeft de oorzaken en gevolgen van het plasticafval in zee beter in kaart te brengen. Daarnaast verplicht de Europese Kaderrichtlijn Mariene ­Strategie EU-lidstaten om maatregelen te nemen voor bescherming, behoud en herstel van het zeemilieu. Dit kan onder meer door het zwerfvuil terug te dringen. De Nederlandse overheid heeft bijvoorbeeld onder andere met de polymeerindustrie een ketenakkoord ondertekend om de hoeveelheid plasticafval terug te dringen. Dat klinkt allemaal goed, maar Vethaak noemt twee punten van zorg. “Plastic zwerfafval, inclusief microplastics, valt onder de Kaderrichtlijn Mariene Strategie, maar wordt niet genoemd in de Kaderrichtlijn Water. Dat is een mismatch, want zo krijg je geen beeld van de bronnen die van land komen. Ten tweede ziet Europa het probleem rond micro­ plastics vooral als probleem voor het milieu, en niet voor de volksgezondheid.” |

27


28

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) start een vierjarig onderzoeksprogramma op het gebied van ‘Schaliegas en Water’. Het programma, dat plaatsvindt op eigen ­initiatief van partijen in de watersector, richt zich op de milieurisico’s voor het watersysteem bij productie van schaliegas in Nederland, mogelijkheden om deze risico’s te ondervangen en de werking van nationale en internationale wettelijke kaders. Het onderzoeksprogramma ‘Schaliegas en Water’ is een samenwerkingproject van NWO, KWR, Universiteit Utrecht, Wageningen University, Universiteit van Amsterdam en de waterbedrijven Brabant Water, Oasen en WML. Kernpunten in het onderzoeksprogramma zijn: • Watergebruik en geochemische kwetsbaarheid van de grondwaterbronnen • Kwaliteit van vrijkomend water na ­fracken en produceren, en risicobeoordeling • Behandeling van vrijkomend water • Regulering en governance Met het onderzoek willen de partijen bijdragen aan de afwegingen en besluitvorming rond de mogelijke risico’s en beheersmogelijkheden voor water en schaliegaswinning. Ook levert het onderzoek meer kennis over de diepe ondergrond in Nederland; kennis die van belang is met het oog op de toenemende drukte in de ondergrond. Eind vorig jaar werd duidelijk dat in het huidige VVD/PvdA-kabinet geen draagvlak bestaat voor een besluit in deze kabinets­ periode over de winning van schaliegas.

De waterwagens van Brabant Water hebben een vriendelijke uitstraling, “een haast gezichtachtige verschijning die de waterwagen aaibaar maakt en gebruikers uitnodigt om fris drinkwater te tappen”, aldus het drinkwaterbedrijf

Brabant Water, leverancier van drinkwater aan 2,5 miljoen klanten, neemt begin 2015 vier nieuwe waterwagens in gebruik. Met deze w ­ aterwagens, waarvan er in totaal acht zijn besteld, kan het bedrijf ook tijdens werkzaamheden aan het leidingennet drinkwater blijven leveren. De wagens zullen vooral ingezet worden als het onderbreken van de waterlevering ernstig nadelige gevolgen kan hebben, zoals bij verzorgingshuizen, bakkerijen of tandartsen. Daarnaast zal de waterwagen worden ­gebruikt bij onder andere sportevenementen en ter promotie van het drinken van kraanwater. De waterwagen is een ontwerp van Kaija Lin, voormalige student van de TU Eindhoven, in samenwerking met Steketee Design. De vorm is geïnspireerd op die van een vallende ­waterdruppel. De bediening is zo eenvoudig mogelijk gehouden om het systeem ­hygiënisch, betrouwbaar en eenvoudig in gebruik te houden. De waterwagen kan gevuld worden via de brandkranen die op de drinkwaterleiding geplaatst zijn of via een vulpunt op een van de productielocaties van het drinkwaterbedrijf. Klanten kunnen worden aangesloten via een flexibele slang die in de waterwagen aanwezig is. Hoewel het drinkwater dat uit de kraan komt normaal gesproken geen verdere bewerking hoeft te ondergaan, hebben enkele waterwagens toch een UV-desinfectie. Hiermee kan als de waterkwaliteit tijdelijk niet volledig gegarandeerd kan worden, toch drinkwater geleverd worden. Bijkomend voordeel is dat klanten dan ook niet het advies hoeven te krijgen om water voor gebruik eerst goed te koken. Aan de achterkant van de wagen kunnen klanten hun flesje met drinkwater vullen. Brabant Water is van plan om geluidseffecten af te spelen tijdens het tappen van water, om zo naar eigen zeggen “een duurzame frisse sfeer te creëren met het geluid van een kabbelende beek of een kletterende waterval”.

Foto’s Brabant Water

NIEUW ONDERZOEK SCHALIEGAS EN WATER

BRABANT WATER NEEMT WATERWAGENS IN GEBRUIK


WATERTECHNIEK

29

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR

NIEUWE AANBEVELINGEN VOOR CONDITIONERING DRINKWATER

HARSKOUS VERNIEUWT LEIDING BINNEN 24 UUR Met de harskous kan het allemaal drie keer sneller

Foto iStockphoto

Vorige maand is voor het eerst in Nederland een deel van een bestaand waterleidingnet van binnenuit gesaneerd met behulp van een nieuwe, innovatieve harskous. Dit gebeurde in Sittard over een lengte van 500 meter in het leidingnet van het Limburgse drinkwaterbedrijf WML.

In 2013 heeft KWR Watercyle Research ­Institute, in overleg met de tien Nederlandse drinkwaterbedrijven, de aanbevelingen voor het conditioneren van drinkwater herzien. Aanpassing was nodig omdat de oude aanbevelingen dateerden uit 1988 en sindsdien nieuwe regelgeving is gekomen en ook de kennis en ervaring met conditionering zich heeft ontwikkeld. ‘Conditioneren’ is het zodanig aanpassen van de samenstelling dat het drinkwater probleemloos kan worden gebruikt en tegelijk ook de conditie van het leidingennet behouden blijft. Met conditionering kan de aantasting van leidingen, de afgifte van lood, koper en nikkel en overmatige kalkafzetting beperkt worden. Ook kan de vorming van beschermende deklagen bevorderd worden.

De innovatieve kousmethode, die volgens de initiatiefnemers een ‘wereldprimeur’ is, zorgt ervoor dat de bestaande leiding niet hoeft te worden opgegraven en dat eventuele overlast van werkzaamheden sterk wordt beperkt. De nieuwe kousmethodiek bestaat uit een combinatie van materialen, waaronder een speciaal voor drinkwaterleidingen ontwikkelde kunsthars. De kous wordt met een drukvat in een bestaande waterleidingbuis uitgerold. Na het inbrengen wordt de kous met warm water gevuld. Door de temperatuurstijging hardt het materiaal uit en ontstaat binnen 24 uur een volwaardige waterleidingbuis die voldoet aan de geldende eisen. Volgens de betrokken partijen leidt de werkwijze tot tijdwinst: saneringen kunnen drie keer sneller worden uitgevoerd. De nieuwe technologie is het resultaat van drie jaar lang samenwerken van drinkwaterbedrijf WML, Heijmans, Insituform, Koninklijke DSM en Waverail.

GROEN LICHT VOOR WATERFABRIEK VOORST Waterschap Vallei en Veluwe begint volgend jaar met de bouw van een waterfabriek op het terrein van afvalverwerker Attero. Deze waterfabriek zal zeer schoon water leveren aan de Twellose Beek. Het is de eerste rioolwaterzuivering in Nederland die gebouwd wordt met het doel een watergang van water te voorzien. De Twellose Beek heeft nu in droge perioden te weinig doorstroming, maar krijgt vanaf 2017 dus een constante aanvoer van schoon water. Het huidige rioolstelsel waarbij al het afvalwater uit de gemeente Voorst wordt gezuiverd op de rioolwaterzuivering Terwolde, wordt straks in tweeën geknipt. De nieuwe ­waterfabriek zuivert water van het gebied ten zuiden van de A1 en van Attero. De rioolwaterzuivering in Terwolde zuivert straks het water uit van het noordelijk deel van de gemeente. Naast de bouw van een waterfabriek, betreffen de werkzaamheden daarom ook het aanpassen van de rioolwaterzuivering Terwolde en het rioolsysteem.

NR1 / JANUARI 2015

Nellie Slaats, Martin Meerkerk, Luc Palmen (KWR Watercycle Research Institute) en Henk Brink (WMD) schreven voor H2O-Online een uitgebreid artikel over dit onderwerp. Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl.


30

OPNIEUW GROEI VOOR AQUA NEDERLAND VAKBEURS EN RIOLERINGSVAKDAGEN Het aantal deelnemers aan Aqua Nederland Vakbeurs en RioleringsVakdagen zal waarschijnlijk nog groter zijn dan vorig jaar

Van dinsdag 17 tot en met donderdag 19 maart worden in de Evenementenhal Gorinchem de Aqua Nederland Vakbeurs 2015 in ­combinatie met RioleringsVakdagen 2015 gehouden. De beide exposities zijn samen hét evenement, waarop bedrijven uit de wateren rioleringsbranche elkaar treffen om kennis en technologie uit te wisselen en te spreken over de oplossing van managementvraagstukken. De voorbereidingen voor de Aqua Nederland Vakbeurs en RioleringsVakdagen zijn in volle gang; de verwachting is dat het aantal exposanten dat van vorig jaar licht zal overtreffen. Nieuwe openingstijden Vergeleken met eerdere jaren zijn de openingstijden gewijzigd. Deze zijn nu op dinsdag 17 maart van 10.00 tot 18.00 uur, op woensdag 18 maart van 13.00 tot 21.00 uur en op donderdag 19 maart van 10.00 tot 18.00 uur.

dit betreft veel inspiratie. Elke dag staat een ander thema centraal en kunnen de deelnemers meepraten over innovatieve technieken en oplossingen voor efficiënter water(her)gebruik, energiebesparing en hoe te komen tot een circulaire economie, nu, maar vooral ook voor later.

Adres Evenementenhal Gorinchem Franklinweg 2 42017 HZ Gorinchem

Dinsdag 17 maart: Water en Industrie Woensdag 18 maart: Water en Milieu, afvalwater en drinkwater Donderdag 19 maart: Water en Food

Nationale Watertechnologie Week Een bezoek aan de Aqua Nederland Vakbeurs en RioleringsVakdagen kan uitstekend gecombineerd worden met deelname aan één of meerdere seminars van de Nationale Watertechnologie Week 2015. Op vertoon van een registratie voor de vakbeurs is ­deelname aan de seminars gratis. De Nationale Watertechno­ logie Week 2015 wordt georganiseerd door Aqua Nederland, VLM, ­Netherlands Water Partnership (NWP) en de Water Alliance. De beschikbare hoeveelheid water van voldoende kwaliteit neemt wereldwijd af. Met duurzame en innovatieve oplossingen probeert de Nederlandse watertechnologiesector op een efficiënte manier met water om te gaan, in de industrie, in het milieu en in de landen tuinbouw. De Nationale Watertechnologie Week 2015 biedt wat

Alle dagen duren de seminars van 9.00 tot 12.30 uur. Een indruk van hetgeen tijdens deze seminars aan bod komt: Water en Industrie De druk op de wereldwijde watervoorraden neemt toe. De beschikbaarheid van voldoende water van de juiste kwaliteit is van groot belang voor de industrie en zorgt ervoor dat continu gewerkt wordt aan efficiënter gebruik en hergebruik van water. Een inkijkje in de industrie van de toekomst. Eén die met innovatieve oplossingen om minder water te gebruiken en meer water te hergebruiken, het hoofd biedt aan mondiale wateruitdagingen en er bovendien economisch op vooruitgaat. Dat is wat u tijdens het seminar Water en Industrie kunt verwachten.


WATERTECHNIEK

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR

Water en Milieu, afvalwater en drinkwater In deze twee seminars staan afvalwater en drinkwater centraal. Om de keten van afvalwater naar drinkwater en andersom te benadrukken, wordt de dag gestart met een gezamenlijke plenaire sessie. Onderwerpen als energiebesparing, effi­ ciënter omgaan met slib en hergebruik van rwzi-effluent komen in het seminar over afvalwater zeker aan bod, terwijl bij het seminar over drinkwater innovatieve ­Nederlandse projecten als BREEAM, champagnespoeling, het nieuwe type ­Reversed Osmose installaties en de reductie van slib besproken worden. Water en Food Water stroomt door ontelbare productie­ ketens van de voedingsmiddelenindustrie en wordt gezien als een belangrijke economische drager. Het seminar Water en Food neemt u mee in deze ketens en laat zien hoe innovatieve ontwikkelingen kunnen bijdragen aan de economische vitaliteit van de sector. Onderwerpen als efficiënter watergebruik, energiebesparing en het sluiten van de waterkringloop worden gebracht vanuit het perspectief van de voedingsmiddelenindustrie. Welke ontwikkelingen vragen om creatieve technologische oplossingen en hoe wordt samengewerkt met de watersector om de technologische ontwikkelingen zo in te zetten dat ze van waarde worden voor de voedingsmiddelenindustrie. Informatie Voor meer informatie over de Aqua Nederland Vakbeurs: www.evenementenhal.nl/aqua Voor meer informatie over RioleringsVakdagen: www.evenementenhal/rio Voor meer informatie over de Nationale Watertechnologie Week: www.nationalewatertechnologieweek.nl Aanmelding Bezoekers kunnen zich online registreren via: Evenementenhal.nl/aquario-go

NR1 / JANUARI 2015

Wethouder John van den Heuvel van Lelystad (rechts) verrichtte samen met Antoine Steentjes (vandervalk+degroot) de eerste handeling

LELYSTAD REINIGT RIOLERING MET IJS Als één van de eerste gemeenten in Nederland gebruikt Lelystad ijs voor het reinigen van de rioolpersleidingen. Dit meldt de gemeente op de eigen website. Deze duurzame methodiek is ontwikkeld door het bedrijf vandervalk+degroot. Het bedrijf reinigt in opdracht van de gemeente Lelystad een gedeelte van de persleidingen met slushed ijs (het zogeheten ice-piggen). Om een optimale werking van het rioolstelsel te behouden, moeten de leidingen regelmatig worden gereinigd. Hiervoor gebruikt de gemeente pompgemalen en persleidingen. Deze persleidingen raken na verloop van tijd vervuild, waardoor er minder water doorheen kan. Hierdoor moet de pomp veel langer draaien en verbruikt hij dus meer energie. De huidige techniek die veel gebruikt wordt, is het reinigen met behulp van een soort schuurspons (PIG). Deze wordt in een leiding gestopt en er dan met waterdruk doorheen ‘geduwd’. Het risico bestaat echter dat door beschadiging of diameterverkleining van de leiding de PIG vast komt te zitten. Het ice-piggen neemt zeer veel van die risico’s weg en is ­milieuvriendelijk. De techniek heeft zich wereldwijd al bewezen in het drinkwater­leidingnet.

BIOFILM MILIEUVRIENDELIJK AANPAKKEN Veolia Water Technologies biedt een nieuwe, milieuvriendelijke technologie aan om de vorming van biofilm in procesinstallaties tegen te gaan. Traditionele methodes maken gebruik van chemicaliën, de nieuwe methode van een ­zogeheten solid-state katalysator. Zo’n katalysator zorgt onder invloed van licht voor de productie van zogeheten biotensiden (fosfaat, glycerol en vetzuren) uit vrij zwevende bacteriën. Deze zorgen ervoor dat de biofilm zich minder goed kan hechten. Het verwijderen en voorkomen van biofilm is essentieel. Biofilm kan corrosie ­veroorzaken en leiden tot een hoger energiegebruik door de verminderde warmteoverdracht of toegenomen druk in membraaninstallaties. De nieuwe technologie, die onder de merknaam BERKEMOL op de markt is, is volgens Veolia Water Technologies met succes toegepast bij de behandeling van koelwater (van energiecentrales tot kleine koeltorens), bescherming van omgekeerde osmose installaties en in industriële productieprocessen. Meer informatie over de technologie en over de case studies die zijn uitgevoerd, is te vinden op de website. www.veoliawatertechnologies.com/berkemol

31


32

Foto iStockphoto

NIEUW BESLISINSTRUMENT VOOR ONDIEPER MAKEN VAN PLASSEN Hoe neem je een goed afgewogen besluit over het gebruik van grond of baggerspecie bij het ondieper maken van een plas? Hoe kun je alle stakeholders daarbij optimaal ­betrekken? Om alle factoren die hierbij een rol spelen goed te kunnen ­afwegen, is een ­zogeheten multicriteria-instrument ontwikkeld (MCA V ­ erondiepen). Het instrument is een initiatief van Alterra, ­waterschap Rivierenland, de provincie Noord-Brabant, K3Delta en Staatsbosbeheer. Met het instrument willen de partijen de partners die betrokken zijn bij het hergebruik van grond helpen in het traject van besluitvorming. Op grond van wetgeving (Besluit bodemkwaliteit) is het sinds 2008 eenvoudiger om grond of baggerspecie te hergebruiken bij de aanleg van een geluidswal of herinrichting van een diepe plas. Dat scheelt primaire grondstoffen en is een nieuwe kans voor gebieds- of natuurontwikkeling. Maatschappelijk onrust ontstond echter bij een aantal initiatieven omdat vooral werd getwijfeld aan de kwaliteit van de toegepaste bagger of grond. Een commissie van deskundigen pleitte ervoor in specifieke situaties extra eisen te stellen en het pleitte er tevens voor om het besluitvormings­ proces te verhelderen. De multicriteria-analyse is een veelgebruikte methode voor het afwegen van alternatieven, waarbij meerdere criteria gebruikt worden. Het belang van elk criterium wordt vastgesteld met behulp van weegfactoren. In feite maakt een dergelijke analyse het mogelijk om transparant en gestructureerd bij wijze van spreken appels met peren te vergelijken. In totaal zijn 25 criteria geformuleerd, die betrekking hebben op de huidige functie en huidige toestand van de plas, de impact van de herinrichting, de nieuwe functie en de nieuwe verwachte toestand. De MCA Verondiepen kan worden toegepast voor het ­vergelijken van meerdere locaties, maar ook voor het vergelijken van verschillende inrichtingen per locatie. Het is een hulpmiddel in de afweging of een verondieping mogelijk is. Over het instrument MCA Verondiepen en de toepassing ervan op vijf locaties is een artikel geschreven voor H2 O-Online door Marieke de Lange (Alterra Wageningen UR), Ronald Gylstra (waterschap Rivierenland), Thea Huijsmans (provincie Noord-Brabant), Thomas Nusselein (K3Delta) en Steven Verbeek (Stowa). Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl

GOED BEHEER VOORKOMT LEGIONELLA IN KOELTORENS Koeltorens en andere vernevelende installaties vormen nog steeds een gevaar voor legionella. Goed beheer van koeltorens is essentieel voor legionellapreventie. Onlangs verscheen de vernieuwde versie van ISSO-publicatie 55.3 ‘Legionellapreventie in koeltorens en bevochtigingsinstallaties’. Men gebruikt de richtlijn voor het toepassen van de regelgeving op het ontwerp, beheer en onderhoud van natte koeltorens, hybride koelers en luchtbevochtigingssystemen als onderdeel van een klimaatinstallatie in utiliteitsgebouwen. Publicatie 55.3 vertaalt de regels uit het Activiteitenbesluit en het Arbobesluit naar praktijkrichtlijnen voor het opstellen (met een algemeen model) van een risicoanalyse en een beheersplan legionellapreventie. Bij de herziening is het model vereenvoudigd. Ook geeft deze richtlijn meer aandacht aan de organisatorische inpassing van de beheersmaatregelen in de bedrijfsvoering. ISSO-publicatie 55.3 is herzien vanwege nieuwe inzichten en ervaringen met het legionellaveilig beheren van klimaatinstallaties en proceswaterinstallaties. Ook nieuwe wet- en regelgeving vroegen om een aanpassing. De publicatie 55.3 is verkrijgbaar via de ISSO-winkel op de website. www.isso.nl

RIOOLGEMAAL SCHEVENINGEN OFFICIEEL IN GEBRUIK GENOMEN Begin februari neemt het hoogheemraadschap van Delfland het nieuwe rioolgemaal Scheveningen aan de Haringkade in Den Haag officieel in gebruik. Het gereedkomen van dit gemaal is de afsluiting van het programma Afvalwater Haagse Regio (AHR), dat erop gericht is het afvalwatersysteem in de Haagse regio op orde te brengen voor de toekomst. In het totaal zijn in het programma AHR een nieuwe afvalwater­ zuiveringsinstallatie gebouwd, is de zuivering op Houtrust gemoderniseerd, zijn zeven nieuwe rioolgemalen neergezet en zijn er negen gemoderniseerd en uitgebreid, is het persleidingenstelsel van 80 kilometer aangepast en is 35 kilometer persleiding nieuw aangelegd.


WATERWERK

33

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR

Foto iStockphoto

ZIEKTEVERWEKKERS SNELLER OP TE SPOREN IN DRINKWATER Waterlaboratorium Noord heeft twee methoden ontwikkeld om de aanwezigheid van ziekteverwekkende bacteriën die voort­ komen uit ontlasting sneller te kunnen aantonen. Beide detectiemethoden zijn gebaseerd op moleculaire technieken en leveren binnen vier uur resultaten, terwijl bestaande analyses volgens de klassieke kweekmethoden minimaal 16 en maximaal 44 uur duren. Ziekteverwekkende fecale bacteriën kunnen in het waterleidingnet terecht komen als gevolg van breuken of lekkages. Na werkzaamheden aan de leidingen worden watermonsters daarom vaak op de kweek gezet om ze te testen op de aanwezigheid van Escherichia. coli en Enterokokken, beide bacteriën die voorkomen in ­menselijke uitwerpselen. De lange duur van dit soort onderzoek, leidt tot onzekerheid over de waterkwaliteit. Daarom krijgen consumenten vaak het advies om het drinkwater in de tussentijd goed te koken. In de praktijk blijkt echter dat zo’n kookadvies nog niet eens de helft van alle betrokken consumenten bereikt. De nieuwe analysemethoden werken veel sneller, zodat eerder duidelijkheid kan worden gegeven over de waterkwaliteit. Bij snelle analyse voor E. Coli wordt gebruik gemaakt van apparatuur waarmee DNA buiten de bacteriecel in grote hoeveelheden wordt vermenigvuldigd en vervolgens wordt aangetoond door kleuring. Door nu niet het DNA, maar het RNA (ribonucleïnezuur) van de bacterie te vermenigvuldigen, is een beter testresultaat haalbaar. Op deze manier kan voldaan worden aan de wettelijke norm dat 1 bacterie per 100 milliliter water aangetoond moet kunnen worden. De methodiek heeft inmiddels een accreditatie gekregen en is toegepast door de drinkwaterbedrijven van Groningen en Drenthe. Accreditatie is er nog niet voor de snelle methode om Enterokokken van fecale oorsprong aan te tonen. Wel zijn beide methodes in combinatie toegepast toen bij een controle van reinwatertanks in Ter Apel verdachte bacteriën werden aangetroffen. Daarop werd aan consumenten een kookadvies afgegeven. Toepassing van ­beide detectiemethoden zorgde ervoor dat dit kookadvies veel sneller dan gebruikelijk is, kon worden ingetrokken. Gerhard Wubbels, Theo Lijzinga, Auke Douma (Waterlaboratorium Noord), Gerrit Veenendaal (Waterleidingmaatschappij Drenthe) en Mark Schaap (Waterbedrijf Groningen) schreven over dit onderwerp een uitgebreid artikel voor H2O-Online. Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl

NR1 / JANUARI 2015

DROOGSTAANDE PALEN VERROTTEN NIET ALTIJD Hoewel de heipalen al vele jaren droogstaan, verkeren ze nog steeds in goede conditie en kunnen ze nog minimaal vijftig jaar mee. Dat is de opmerkelijke conclusie van een onderzoek van de onderzoeksbureaus Fugro en SHR in de wijk Schilderskwartier in Woerden. De funderingspalen in de wijk zijn in goede conditie door gebrek aan zuurstof in de bodem. Dit is kort gezegd de verklaring voor het uitblijven van schade. Normaliter verrotten heipalen die jaren droogstaan. Houtrot ontstaat echter door schimmels en deze kunnen alleen groeien als er voldoende zuurstof in de bodem aanwezig is. En dat is niet het geval in het Schilderskwartier. Een jaar geleden ondertekenden de betrokken partijen een samenwerkingsovereenkomst voor onderzoek naar de grondwateronderlast en situatie van de funderingen. Er zijn enkele houten funderingspalen geheel ontgraven, er zijn houten paal­inspecties bij woningen uitgevoerd en zuurstofmetingen in de bodem gedaan. Houtmonsters gingen voor analyse naar het laboratorium van SHR. De laboratoriumonderzoeken aan het funderingshout laten alleen de gebruikelijke, beperkte aantasting zien. De aangetroffen schimmels zijn niet meer actief. Om de palen te behouden is wel belangrijk dat de beschermende kleilaag in de bodem behouden blijft, zodat er geen zuurstof in de bodem kan komen. Voor de gemeente betekent dit bijvoorbeeld dat er bij het werken aan de riolering voorkomen moet worden dat zuurstof direct in de onderliggende zandlaag kan komen. En mocht graven dieper dan 1 meter onvermijdelijk zijn, dan is het van belang dat de bodemsituatie zoals deze was, wordt hersteld, bijvoorbeeld door het aanbrengen van kleilagen. Bewoners mogen ook niet dieper dan 1 meter graven rondom de eigen woning.


34

DE NATUUR: GEEN VIJAND, MAAR EEN GOEDE VRIEND Tekst Charlotte Leenaers | Beeld Hollandse Hoogte e.a.

Baggeraars zijn bezig met het opspuiten van zand bij de Hondsbossche Zeewering. Een manier van kustverbetering, niet door het vertrouwde versterken van een dijk, maar door het verbreden en verhogen van het strand en bijvoorbeeld het opspuiten van zandbanken om golven te breken. De natuur doet de rest van het werk

Foto Marco van Middelkoop | Hollandse Hoogte

DE KUNST VAN HET OMDENKEN

Waterbouwers zijn gewend om stromingen, golven en transporten van sediment te beteugelen met harde dijken en dammen. Sinds enkele jaren rijst echter het inzicht dat het ook anders kan: Bouwen met de natuur. Steeds meer Nederlandse waterbouwers zien de voordelen en ook het buitenland pakt het concept op.

A


A D

ACHTERGROND

Bouwen met de natuur vergt veel kennis van ecosystemen en een flinke dosis bestuurlijke overtuigingskracht

e gedachte is niet helemaal nieuw. Al in de jaren zeventig propageerde de beroemde waterbouwer Ronald Waterman zijn visie op bouwen met de natuur: ”Niet langer dominante dammen en dijken als bolwerk tegen de zee, maar in plaats daarvan duinen en stranden in harmonie met de zee.” Toch gingen er nog tientallen jaren overheen voordat Nederlandse aannemers, kennisinstituten en overheden in 2008 zover waren om de handen ineen te slaan in het EcoShape-consortium en om samen Bouwen met de natuur verder te gaan ontwikkelen. “Bouwen met de natuur gaat uit van natuurlijke processen”, zegt Mark van Koningsveld, lid van het managementteam van EcoShape en hoofd van de afdeling Environmental Engineering bij Van Oord. “Maak bij het ontwerp van natte infrastructuur gebruik van natuurlijke processen in een gebied en lever daarmee een bijdrage aan de natuur. Twee vliegen in een klap.” “Een mooi voorbeeld is de Zandmotor bij Ter Heijde, een enorme zandvoorraad in zee in de vorm van een schier­eiland. Zandtransport vanaf de Zandmotor naar de ­aangrenzende kustvakken zorgt voor een natuurlijk onderhoud van de kustlijn waardoor verstorende zandsuppleties achterwege kunnen blijven. Het levert een aantrekkelijk duin- en strandgebied op waar zeehonden kunnen rusten, duinvegetatie een kans krijgt en dat bovendien veel dagjesmensen trekt.”

onderzoek nodig: niet alleen in laboratoria maar ook in de praktijk. Vandaar dat EcoShape al bij de start in 2008 ­kennisontwikkeling hoog op de agenda heeft gezet. “Onze ecologen zijn specialisten op het gebied van ecosystemen”, zegt Van Wesenbeeck, “maar er was bijvoorbeeld nog niet bekend hoe deze systemen zich gedragen bij hoge waterstanden en ontwerpgolven. Die informatie is cruciaal voor het ontwerp van zachte dijken. Daar werken we nu hard aan in onze laboratoria en in diverse pilots.” EcoShape ziet bouwen met de natuur wereldwijd als het antwoord op waterveiligheidsvraagstukken in ­laaggelegen delta’s. Door de almaar stijgende zeespiegel en de doorgaande bodemdaling komen straten regelmatig onder ­water te staan, lopen kelders vol of zijn er problemen met >

ONTWERPRICHTLIJNEN Om Bouwen met de natuur in de praktijk te brengen, heeft EcoShape een wiki-based kennisbank opgezet waarin ­ontwerpers en besluitvormers gericht naar informatie kunnen zoeken. Het eerste hoofdstuk bevat een beschrijving van de ­filosofie, de principes en de vijf ontwerpstappen. Daarna volgt de database die drie invalshoeken kent: 1. De natuurlijke omgeving: zandige kusten, estuaria, ­tropische zeeën, ondiepe zeeën en meren

ZACHT ONTWERPEN Een doorslaggevende voorwaarde om bouwen met de natuur tot een succes te maken, is de beschikbaarheid ­ van eenduidige ontwerprichtlijnen. “We weten bijvoorbeeld al langer dat beplanting op een vooroever van een dijk de golfenergie absorbeert. Daar willen we graag gebruik van maken in het ontwerp”, vertelt Bregje van Wesenbeeck, senior-­onderzoeker Coastal Systems bij Deltares, een van de kennisinstituten binnen EcoShape. “Het is alleen nog niet goed mogelijk dat effect nauwkeurig te voorspellen omdat het afhangt van het type beplanting en van de ondergrond.” Om op dergelijke kennisleemtes greep te krijgen is veel NR1 / JANUARI 2015

2. De projectfasering: initialisatie, planning en ontwerp, bouw, beheer en onderhoud 3. De bestuurlijke omgeving: netwerken, wet- en regel­ geving, realisatietraject. De kennisbank beschrijft de beschikbare bouwstenen voor het ontwerp, methodes en strategieën voor het ontwerpproces, beschrijvingen van praktijkproeven, ervaringen met gerealiseerde projecten en wetenschappelijke informatie. Voortdurend worden nieuwe kennis, ervaring en inzichten toegevoegd. www.ecoshape.nl

35


36

Foto’s Bas van Maren/Deltares

De huidige situatie van de kwelder bij Koehoal (links) en wat het moet worden (rechts)

SLIBMOTOR WADDENZEE

– in verband met het getij en golfcondities – en op een uit-

Om de haven van Harlingen op diepte te houden wordt jaarlijks

gekiende locatie in de Waddenzee te lossen. Het natuurlijke

ruim een miljoen kubieke meter slib gebaggerd en in de

slibtransport in de Waddenzee zorgt er vervolgens voor dat

Waddenzee gelost. Tegelijkertijd leeft enkele kilometers ver-

het geloste slib terecht komt in het kweldergebied bij Koehoal

derop bij het Friese plaatsje Koehoal aan de Waddenkust de

en daar bijdraagt aan de kweldergroei.

wens om kwelders te laten groeien. Kwelders dragen

De komende maanden staan in het teken van het inmeten van

namelijk bij aan de bescherming van de Waddendijk en vor-

de huidige bodem en vegetatie en van het berekenen van de

men een ideale omgeving voor natuurontwikkeling.

nieuwe loslocatie. In het najaar van 2015 gaat de Slibmotor

Deltares en Imares – beide lid van van het EcoShape consor­

dan echt van start. Zodra de onderzoekers de werking van de

tium – hebben de Slibmotor bedacht om aangroei van kwel-

Slibmotor in de vingers hebben, kan dit idee op termijn ook

ders te versnellen. Geen ingewikkeld mechanisch apparaat

ingezet worden op meer plekken langs de Waddenkust maar

maar een strategie om gebaggerd slib op het juiste ­moment

ook in de Westerschelde.

Bouw van rijshout dammen in Indonesië

Sloko aan de noordkust van Java heeft door het verdwijnen van mangrove-gebieden, steeds vaker te kampen met overstromingen. Kostbare landbouwgrond spoelt weg en de kustlijn verschuift ieder jaar ongeveer honderd meter landwaarts. Een ramp voor de lokale bevolking die hun huizen en scholen in het water zien verdwijnen. Een in Nederland uitgedachte en in de Waddenzee toegepaste methode van landaanwinning lijkt soelaas te bieden. Wetlands International en Deltares – beiden deelnemer van het consortium EcoShape – werkten samen aan een pilot-

hectare land teruggewonnen is. Land waarop de verdwenen

project dat bestaat uit de bouw van sediment-­doorlatende

mangroves weer zullen terugkeren. Deze tropische begroei-

­dammen van rijshout. Deze dammen breken de golven en

ing vormt de natuurlijke kustbescherming en is bovendien

houden aangespoeld sediment vast waardoor honderd

een belangrijke kraamkamer voor vis.

Foto Wetlands International

MANGROVEHERSTEL INDONESIË Het Indonesische dorpje Timbul


ACHTERGROND Foto Mennobart van Eerden/Rijkswaterstaat

het drinkwater. De groeiende bevolking, de toenemende verstedelijking en de klimaatverandering maken de problematiek extra ingewikkeld. “Bouwen met de natuur biedt een integrale oplossing. Dus niet alleen droge voeten, maar ook ruimte voor natuur, ­recreatie of woningbouw”, aldus Van Koningsveld. “Maar ook bij havenuitbreiding of landaanwinning is bouwen met de natuur een goede optie. Zelfs een harde, steile havendam kan met verrijkende eco-betonstructuren n ­atuurvriendelijker uitgevoerd worden.” Uiteraard zijn er ook grenzen aan de toepasbaarheid. Z ­ achte oplossingen vragen veel meer ruimte dan de traditionele harde dammen. Voor flauwe taluds van zandige oevers gaat dat al snel om tientallen meters. Ook is een lange adem van belang. Kweldergroei en natuurlijke aanzanding zijn processen die jaren kunnen duren. Bouwen met de natuur is dus een kwestie van maatwerk. Naast voldoende ruimte en een flinke portie geduld, vraagt bouwen met de natuur ook om de juiste mindset van de betrokken professionals. Bouwen in of voor de natuur moet plaatsmaken voor bouwen met de natuur.

Voorland bij de Houtribdijk, direct na de aanleg

ZACHTE VOOROEVER HOUTRIBDIJK Om de Houtribdijk (Enkhuizen-Lelystad) klaar te maken voor de toekomst is een dijkversterking nodig. Een tradi­ tionele stenen dijkversterking is kostbaar, een goed­ kopere oplossing is de aanleg van een zandig voorland met begroeiing, die bijdraagt aan natuurontwikkeling. Langs de kust is een zandige vooroever al eerder succesvol toegepast, maar met een dijk in een meer ontbreekt die ervaring. Onduidelijk is bijvoorbeeld hoe het voorland erodeert tijdens een storm en in hoeverre de begroeiing

MEER DAN TECHNIEK Dat betekent dat waterbouwers moeten gaan samenwerken met ecologen en sociologen en met bedrijven, kennisinstituten, overheden en natuurorganisaties. Dat is nieuw en het vergt een open vizier. Verder moeten bestuurders overtuigd worden van de potentie en haalbaarheid van bouwen met de natuur. Dat is iets waar Wetlands International, het jongste lid van de EcoShape-familie, vooral in het buitenland veel ervaring mee heeft. “Als internationaal opererende natuurorganisatie zijn wij al tientallen jaren betrokken bij duurzame, natuurlijke oplossingen voor kustherstel”, vertelt ceo Jane M ­ adgwick. ”Dat doen we door in verschillende landen s­ amen te werken met lokale overheden, bij de bouw zo nodig de hulp van de lokale bevolking in te roepen en onze expertise beschikbaar te stellen. Wij weten hoe we in deze landen een coöperatieve omgeving kunnen organiseren. Daarmee maken we het voor Nederlandse bedrijven mogelijk om een duurzame b ­ ijdrage te leveren aan het oplossen van de lokale waterproblematiek. Wij zijn als het ware de lijm tussen alle betrokken partijen.” Bouwen met de natuur is geen eenvoudige opgave. Het vergt veel kennis van ecosystemen en een flinke dosis ­bestuurlijke overtuigingskracht. Begin volgend jaar gaat Nederland samen met de Colombiaanse overheid een, op bouwen met de natuur geënt, NR1 / JANUARI 2015

37

de golfaanval reduceert. Een kolfje naar de hand van het EcoShape-consortium. Afgelopen jaar is in een proefsectie bij de Trintelhaven op de zuidzijde van de Houtribdijk een pilot gerealiseerd. Over een lengte van vijfhonderd meter en ingesloten tussen een damwand en de dijk is 85.000 kuub zand in ­variërende profielen op de vooroever aangebracht. Volgend jaar gaat de aanplant van diverse soorten vege­ tatie van start. Een camera op een hoge mast legt de ontwikkeling van de vooroever vast. Door vier jaar lang intensief te monitoren hopen onderzoekers van Alterra en Deltares voldoende inzicht te krijgen in het gedrag van deze zachte vooroever om basis daarvan algemene ontwerprichtlijnen op te stellen. Dat opent de deur voor toepassing in andere zoetwater-gebieden.

masterplan opstellen ter bescherming van de hele Colombiaanse kust. Daarnaast is EcoShape betrokken bij een grootschalig kustherstelproject in Semarang (Indonesië) waar over een lengte van zo’n twintig kilometer de natuurlijke kustbescherming van mangroves hersteld zal worden. De eerste stappen van kleinschalige pilotprojecten naar grote internationale opdrachten zijn daarmee gezet. De ­Nederlandse waterbouwsector lijkt een nieuw export­artikel in handen te hebben. |


38

iStockphoto

ULTRAGELUID KAN LEIDINGEN LANGER SCHOON HOUDEN In veel sectoren is desinfectie van water essentieel. Of het nu gaat om drink­ watervoorziening, het legionellavrij houden van koeltorens of het ­schoonhouden van kweekbassins voor aquacultuur, het beperken van microbiologische groei is altijd belangrijk. Gangbare technieken om bacteriën te bestrijden maken gebruik maken van chemicaliën of geavanceerde filters. Dat zijn relatief dure ­methoden. HZ University of Applied Sciences deed onderzoek naar de toepassing van ultrageluid. Ultrageluid is geluid met een frequentie boven de menselijke gehoorgrens (ultrasound, US). Bij drinkwaterzuivering worden vooral zware US-units benut. Deze veroorzaken c­ avitatie: het imploderen van luchtbellen door snelle drukwisselingen, waardoor levende cellen stuk scheuren. US kan echter ook toegepast worden bij een lager vermogen, waardoor het ­energieverbruik beduidend lager is. Daarbij treedt geen cavitatie op. HZ University of Applied Sciences onderzocht de invloed van ‘lichter’ ultrageluid op het optreden van biofilm in leidingen. Een biofilm begint met de hechting van individuele bacteriën aan een oppervlak; hieruit ontstaat een kolonie die een slijmerige laag vormt. Bacteriën kunnen zich vanuit de kolonie via het water verder verspreiden. Een biofilm kan pathogene (ziekteverwekkende) bacteriën bevatten, waardoor er een gezondheidsrisico ontstaat.


WATERWETENSCHAP

TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR THEMA

WATER TECHNOLOGIE

METEN AAN BIOFILM Het onderzoek ging over de vorming van biofilms in zout water in kunststof leidingen, zoals die worden gebruikt in aquaculturen (bijvoorbeeld ten behoeve van de visteelt of mosselteelt). Er werden vier doorzichtige buizen gebruikt (diameter 5 centimeter), waar continu water door stroomde. Twee van deze buizen waren voorzien van een US-apparaat, de twee andere niet (blanco). Toegevoegde voedingsstoffen zorgden ervoor dat er biofilms konden groeien in het zoute water. De buizen werden verduisterd om algengroei te voorkomen. De aangroei van de biofilm werd vastgesteld door te meten hoeveel licht de leidingen met het stromende water doorlieten. Hoe dikker de biofilm, hoe slechter buis en vloeistof licht doorlaten. Om de bijdrage van de biofilm precies vast te stellen, werd ook de lichttransmissie van het verrijkte zoute water gemeten. SNELLE GROEI Er werden twee experimenten gedaan, elk van een maand, waarbij om de dag gemeten werd. In de eerste proef werd het ultrageluid aangezet op dag 2. Hierdoor was er al een biofilm op het moment dat het water voor het eerst werd ‘bestraald’. De aanhechting van bacteriën kan namelijk erg snel gaan. Meteen na het inschakelen van de US-units stopte de biofilm-aangroei, om daarna snel te herstellen. Vervolgens vertoonden deze buizen een snellere groei van de biofilm. Wellicht verbetert US de toevoer van voedingstoffen naar de biofilm en de afvoer van afvalstoffen. Uiteindelijk was de biofilm-aangroei in de leidingen met US significant hoger dan in de blanco leidingen. In de tweede proef werden de US-units direct ingeschakeld. In de blanco leidingen begon de biofilm-aangroei direct, in de leidingen met US pas halverwege het experiment. Maar zo gauw er biofilm is, neemt de aangroei onder invloed van US ook hier snel toe. Na een maand waren de resultaten met en zonder US niet significant verschillend. Dit werd v­ eroorzaakt door een grote biofilm-aangroei op een ­bepaald punt in de blanco leidingen (waardoor de s­tandaardafwijking groot was). De aangroei in de buizen met US was ­gelijkmatiger. NR1 / JANUARI 2015

LANGER SCHOON In een vieze, niet gedesinfecteerde leiding heeft ultrageluid met een laag vermogen een ongewenst effect; de aangroei van biofilm gaat sneller. In een schone leiding stelt US de aangroei een paar weken uit. Zodra de bacteriën aan het leidingoppervlak gehecht zijn, is, neemt ook hier de biofilmaangroei sterk toe. Praktisch betekent dit dat toepassing van US kan leiden tot een lagere s­choonmaakfrequentie van de leidingen. Of de biofilm in buizen met en zonder US ­gevormd wordt door dezelfde bacteriën is niet bekend, ook niet uit de (weinige) wetenschappelijke literatuur. Tessa Steenbakker Hans Cappon Niels Groot (HZ University of Applied Sciences, Vlissingen/Terneuzen)

Een uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl

SAMENVATTING Desinfectie van water is belangrijk in vele sectoren. Er is nog niet zoveel bekend over desinfectie met ­ultrageluid (ultrasound, US) met laag vermogen. Binnen de drinkwaterzuivering worden vooral zware US-units beproefd. Deze systemen vernietigen levende cellen en zijn effectief, maar niet erg zuinig in gebruik. In dit onderzoek blijkt US met een lager vermogen de biofilm-aangroei in schone leidingen te vertragen. Wanneer de leidingen vies zijn, en er dus al een biofilm aanwezig is, heeft US juist een stimulerend effect.

39


40

COMPUTERMODELLEN NIEUW HULPMIDDEL WATERZUIVERING Het is ondoenlijk om voor elk nieuw stofje in drinkwaterbronnen of ­afvalwater te testen hoe dit stofje het beste verwijderd kan worden. Mogelijk bieden QSAR’s uitkomst, nieuwe methoden waarmee statistisch verbanden tussen chemische eigenschappen van een stof en bijvoorbeeld zijn gedrag in zuiveringsinstallaties worden berekend. QSAR’s staan nog in de kinderschoenen; er zijn vooral heel veel goed gedocumenteerde data nodig. KWR verkent de mogelijkheden voor een internationale database. Als er onbekende stoffen in bijvoorbeeld drinkwaterbronnen voorkomen, leidt dat automatisch tot vragen. Vormen deze stoffen een risico voor het milieu of voor de gezondheid? En hoe moeten ze uit het water verwijderd worden? Voor elk nieuw stofje testen uitvoeren is echter veel te duur. Hier kunnen ‘big data’ een alternatief zijn. Als je beschikt over een grote set data met ­chemische eigenschappen van moleculen en hun gedrag, kun je statistisch vaststellen welke eigenschappen corresponderen met welk gedrag. Bij een nieuw molecuul hoef je dan alleen informatie over zijn eigenschappen te verzamelen om te kunnen voorspellen hoe de stof zich zal gedragen. Een dergelijke onderzoeksmethode, gebaseerd op het gebruik van computermodellen, wordt in silico genoemd, naar analogie van in vivo en in vitro. Zo’n statistische relatie tussen ­eigenschappen en gedrag noemt men een Quantitative Structure Activity Relationship, kortweg QSAR. Er zijn vele toepassingen van QSAR’s denkbaar, maar vooral in de wereld van de waterzuivering zijn de verwachtingen hooggespannen. KWR Watercycle Research Institute organiseerde op 18 november 2014 een workshop met internationale experts. GEDRAG VAN MOLECULEN Eigenschappen die gebruikt kunnen worden voor QSAR’s zijn molecuulmassa, molecuulstructuur, lading, oplosbaarheid en hydrofobiciteit (waterafstotendheid). Voorbeelden van gedrag zijn (eco)toxiciteit, hechting op bepaalde oppervlakken (bijvoorbeeld in ionenwisselaars) en het gedrag in zuiveringsprocessen zoals membraanfiltratie. Het idee is om zoveel mogelijk gegevens te verzamelen over zoveel mogelijk stoffen. Dat maakt het mogelijk om statistische verbanden te leggen. Zo wordt duidelijk welke eigenschappen welk gedrag beïnvloeden en hoe sterk die invloed is. Dit wordt samengevat in een wiskundig model (de QSAR). Om de toepasbaarheid en de betrouwbaarheid van dit model in te schatten is validatie nodig. Dat gebeurt bij voorkeur met data die onafhankelijk verkregen zijn, dus niet uit de verzameling gegevens komen die gebruikt is om het model te maken.


WATERWETENSCHAP

TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR THEMA

WATER TECHNOLOGIE

MINDER DIERPROEVEN In de Europese regelgeving voor chemische stoffen (de ­REACH-verordening) zijn de risico’s voor mens en m ­ ilieu van een stof bepalend voor de toelating. De hoop is dat QSAR’s in de toekomst verbanden kunnen leggen t­ussen de moleculaire structuur van een stof en bijvoorbeeld zijn giftigheid voor de mens of voor waterorganismen. Het ­aantal b ­ enodigde dierproeven kan dan sterk omlaag (een ­REACH-doelstelling). Er is echter nog niet zoveel bekend over het verband tussen eigenschappen van moleculen en hun risico’s; er zijn ook nog maar weinig modellen die zulke verbanden kunnen aantonen. Ook is het moeilijk om data los te krijgen van bijvoorbeeld de farmaceutische industrie. QSAR’S BIJ WATERZUIVERING Bij het toepassen van QSAR’s in de waterzuivering zijn in principe twee strategieën mogelijk. Allereerst is er de black-box-benadering. Bij nanofiltratie bleek bijvoorbeeld het molaire volume van een stof een belangrijke eigenschap te zijn. Er werden prima voorspellingen verkregen, maar die waren alleen geldig voor één type membraan in één ­bepaalde watermatrix. Tegenover de beperkte toepasbaarheid staat het voordeel dat zulke QSAR’s niet zoveel data vereisen en relatief eenvoudig te bepalen zijn. In de ‘grey-box-benadering’ wordt geprobeerd het mechanisme van een proces te begrijpen. Bekend was al dat de molecuulgrootte van een stof bepalend kan zijn voor de verwijdering ervan door nanofiltratie of omgekeerde osmose. Toepassing van QSAR’s maakte duidelijk dat ook de hydrofobiciteit (de mate waarin een stof waterafstotend is) een behoorlijke invloed heeft. Evenzo gaven QSAR’s waardevolle informatie over de factoren die een rol spelen bij zuivering door actieve kool. Een grey-box-benadering is meer werk, maar de betrouwbaarheid is hoger. TOEKOMSTMUZIEK QSAR’s zijn veelbelovend maar nog lang geen realiteit. Daarvoor is een database nodig met gedocumenteerde gegevens NR1 / JANUARI 2015

over zoveel mogelijk chemische stoffen. Het opzetten en samenstellen daarvan vereist internationale samenwerking, waarbij onderzoeksgroepen over de hele wereld data leveren en gebruik maken van de database om hun eigen QSAR’s te maken en/of te valideren. Pas dan kan de toepassing een ware vlucht nemen. KWR gaat de mogelijkheden verkennen om zo’n database te realiseren. Roberta Hofman (KWR) Jan Peter van der Hoek (Waternet, TU Delft)

Een uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl

SAMENVATTING Voortdurend duiken nieuwe stoffen op in bijvoorbeeld afvalwater. Het is ondoenlijk om voor elke nieuwe stof apart vast te stellen wat de risico’s zijn, en hoe hij verwijderd moet worden. Een veelbelovend alternatief zijn QSAR’s: statistische verbanden tussen ­chemische eigenschappen van moleculen en hun gedrag, bijvoorbeeld giftigheid, gedrag in rioolwaterzuiveringen milieu­effecten. Bij QSAR’s worden die verbanden met computermodellen vastgesteld op basis van grote hoeveelheden data. Bij een nieuw molecuul is dan alleen informatie over die eigenschappen nodig om het gedrag van de stof te voorspellen. Vooral in de wereld van de waterzuivering zijn de verwachtingen ten aanzien van van QSAR’s hoog.

41


42

VERDER OP H2O-ONLINE

MEER WETEN? KIJK OP DE SITE VAN H2O!

Wie aan dit maandblad niet genoeg heeft en de ­verdieping zoekt, heeft altijd nog de ­website H2O-Online: www.vakbladh2o.nl. Daar vindt u onder andere vakartikelen op het gebied van wetenschap en techniek. Op deze pagina enkele van de meest recente artikelen die op de site zijn verschenen.

SNELLE ANALYSE VAN FECALE VERONTREINIGING IN DRINKWATER Microbiologische drinkwatercontrole gebeurt met kweektechnieken. Het kost veel tijd voordat de kweektestresultaten bekend zijn. WLN heeft markers ontwikkeld voor moleculaire methodes waarmee fecale indicatoren in drinkwater binnen vier uur kunnen worden aangetoond. Gerhard Wubbels (Waterlaboratorium Noord (WLN), Gerrit Veenendaal (Waterleidingmaatschappij Drenthe), Mark Schaap (Waterbedrijf Groningen), Teo Lijzenga, Auke Douma (Waterlaboratorium Noord (WLN)

WINDGEDREVEN GOLFSLAG BELEMMERT HERSTEL O ­ NDERGEDOKEN WATERPLANTEN IN FRIESLANDS BOEZEMMEREN Ter verbetering van de waterkwaliteit in en rond veenplas De Leijen (Friesland) is in 2004 een introductieproef gestart met glanzig fonteinkruid. Nadat het door de vestigingsfase heen was geholpen, breidde het gewas zich sterk uit. De planten bleken echter erg gevoelig voor golfslag. In dit artikel wordt verkend welke consequenties dit heeft voor het perspectief van ondergedoken waterplanten in de Friese boezemmeren. Jasper van Belle (Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek), Theo Claassen (Wetterskip Fryslân)

HERKOMST VAN MESTSTOFFEN IN OPEN WATER AA EN MAAS Nutriënten vormen een knelpunt in het oppervlaktewater van waterschap Aa en Maas. Door het combineren van ­metingen, modelberekeningen en kennis van het grond- en oppervlaktewatersysteem, ontstaat een gedetailleerd en kwantitatief beeld van de herkomst en transportroutes van stikstof (N) en fosfor (P) in open water. Gé van den Eertwegh (KnowH2O), Andries

Krikken, Floris Verhagen (RoyalHaskoning­DHV), Harrie Menning, Wim van der Hulst en Jos Moorman (waterschap Aa en Maas)

DEAMMONIFICATIE IN DE WATERLIJN Deammonificatie wordt al 15 jaar toegepast in warme stikstofrijke afvalwaterstromen. Toepassing van deammonificatie in de ‘koude waterlijn’ van een rioolwaterzuiveringsinstallatie was tot op heden moeizaam. Dit komt onder andere door de lage groeisnelheid van de deammonificerende bacteriën (DAB’s), met name bij lagere temperaturen. Met het EssDe®-proces (Energy Self Sufficient by DEmon®) is het in de praktijk toch mogelijk. Annette Buunen-van Bergen, Ruben Meulen­ kamp, Christa Morgenschweis (Grontmij Nederland), Harm Baten (hoogheemraadschap van Rijnland)

TOEPASSING EN UITWISSELING VAN WATERDISTRIBUTIEKENNIS IN ZUID-AFRIKA Drinkwaterbedrijven in Zuid-Afrika kampen met grote lekverliezen. Daarnaast hebben ze te maken met maatschappelijke factoren als de trek naar de stad, een significant stijgende watervraag, de ‘informal settlements’ en de politieke context voor de tarieven. Tijdens een kennisuitwisselingsreis is Nederlandse en Zuid-Afrikaanse kennis uitgewisseld over waterdistributie. Ilse Pieterse (KWR, in samenwerking met CCT CapeTown, UCT Capetown, Evides ), Dunea, WMD en PWN)

Rijnmond-Drechtsteden. Hoe maak je eigenlijk zo’n advies? In dit artikel een samenvatting en acht praktische lessen en handelingsperspectieven. Ter lering en inspiratie voor iedereen die heeft te dealen met onzekerheid en complexiteit. Emmy Meijers, Bart van der Veer, Hans Oosters, Rense Bos (Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden)

AQUALÂN GROU: VAN EFFLUENT NAAR LEVEND WATER In 2006 werd bij de rioolwaterzuivering Grou de waterharmonica Aqualân aangelegd, een natuurlijke schakel tussen het effluent van de rioolwaterzuiveringsinstallatie en het oppervlaktewater. In dit artikel worden de resultaten samengevat van jaren monitoring en onderzoek. De goede ecologische resultaten van de paaivijver springen het meest in het oog. Frank van Herpen (Royal HaskoningDHV), Theo Claassen (Wetterskip Fryslân), Ruud Kampf (Rekel/water), Ton Schomaker (Royal HaskoningDHV), Rob van den Boomen ­(Witteveen+Bos) Van elk nieuw artikel op H2O-Online een melding krijgen? Volg ons dan op Twitter: @vakbladh2o.

U kunt ook elke maand onze nieuwsbrief met attenderingen ontvangen. Meld u aan via de website, www.vakbladH2O.nl, pagina H2O-Online/recente artikelen. Zelf een artikel schrijven voor H2O-Online? Kijk op onze website voor de a ­ uteursinstructies

DELTAPROGRAMMA RIJNMONDDRECHTSTEDEN: WERKEN MET ­ONZEKERHEID EN COMPLEXITEIT Onderdeel van de Deltabeslissingen was het advies dat voor de regio Rijnmond-Drechtsteden is opgesteld door het programmateam Deltaprogramma

en/of neem contact op met de redactie via redactie@vakbladh2o.nl


LEVERANCIER VAN BIOGASINSTALLATIES 25% hogere afbraak van rioolslib met de tweetraps combi thermofiel - mesofiel vergister

EN LOSSE COMPONENTEN

Biogasopwerking

Actief koolfilters

Mixers

Thermische drukhydrolyse

Thermen 10, 7521 PS Enschede | 053 460 9080 | info@host.nl

Fakkels

Gasmotoren / WKK

www.host.nl


Gorinchem 17, 18 en 19 maart 2015 Nieuwe Openingstijden Dinsdag 17 maart 10.00 - 18.00 uur Woensdag 18 maart 13.00 - 21.00 uur Donderdag19 maart 10.00 - 18.00 uur

Dé nationale vakbeurs voor waterbehandeling, watermanagement & watertechnologie

Bent u werkzaam in de waterbranche? Bezoek Aqua Nederland Vakbeurs! Registreer u nu via www.evenementenhal.nl/aquario-go Kennisprogramma Ook dit jaar verzorgt branchevereniging Aqua Nederland het kennisprogramma. De thema’s zijn dit jaar: • Water en food • Water en milieu • Water en industrie

Kijk voor meer informatie over het kennisprogramma op www.nationalewatertechnologieweek.nl

Evenementen

HAL

HARDENBERG GORINCHEM VENRAY

Evenementenhal Gorinchem T 0183 - 68 06 55 I www.evenementenhal.nl/gorinchem E gorinchem@evenementenhal.nl @Aqua_Rio_EH

Tijdens Aqua Nederland Vakbeurs vindt tegelijkertijd RioleringsVakdagen plaats.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.