6
Maandblad voor waterprofessionals 26 juni 2014 47ste jaargang
www.vakbladh2o.nl
THEO DERSJANT: ‘GEKOZEN BESTUUR WATERSCHAPPEN KAN BETER WEG’ VERANTWOORD VERDIENEN IN DE DERDE WERELD HOE ZIT HET PRECIES MET DIJKEN EN NORMEN?
ROGIER KOOPMAN
TUSSEN GRIBBELS EN PAALWORMEN
2
ACHTER DE
COVER
Wie? Rogier Koopman (39), sinds 2009 als duiker (nu projectleider) in dienst van de Nebest Adviesgroep. Op zoek naar avontuur en buitenland koos hij na de meao voor het leger. Werd uitgezonden naar Kosovo en Afghanistan. En leerde er duiken. Nee, niet omdat hij een waterrat is: “Ik hou niet van zwemmen.” Maar omdat hij ‘dat wil ik ook’ dacht als hij die jongens stoer van de kade zag duiken. Hij doorstond de strenge selectieprocedure. Een duiker moet sterk en gezond zijn. “Die hele uitrusting weegt wel 75 kilo!”
Tekst Barbara Schilperoort Fotografie Kees Hummel
Waar? De kade van de Nieuwe Uitleg: een idyllisch grachtje in het sjiekste deel van de Haagse binnenstad, vlak achter Hotel des Indes. De stralende zomerdag nodigt uit tot flaneren. Nieuwsgierig blijven velen staan om te kijken wat er in de gracht gebeurt. Rogier daalt de ladder af het water in. De blauw-witte duikersvlag aan de kade en het bord aan de brug waarschuwen de passerende scheepvaart dat hier duikers bezig zijn. Via blauwrood-geel gevlochten leidingen kan de duiker ademen, praten met zijn kompanen aan de wal en de diepte bepalen. “Uit veiligheidsoverwegingen werken we altijd met zijn drieën.” Wat? De ‘natte’ inspectie van de Nebest adviesgroep (advies en management voor de bouw en civiele techniek) werkt door het hele land. “Wij inspecteren waterkunstwerken: dijken, dammen, sluizen, kades, havens, bruggen. Meestal in opdracht van gemeenten, provincies, Rijkswaterstaat, waterschappen enzovoorts. Hier nemen we met een soort reuzenappelboor monsters uit de houten funderingspalen onder de kademuren. Daarna analyseert het Nebest-laboratorium onder andere de houtsoort, de bacteriologische aantasting. Op basis daarvan weet de gemeente straks in welke staat Haagse kades verkeren. Weet je trouwens dat veel waterkunstwerken gebouwd zijn op houten palen en al honderden jaren oud kunnen zijn? En dat er in de palen in de Amsterdamse grachten andere soorten wormen voorkomen dan in de Rotterdamse? Namelijk paalwormen in Amsterdam en kreeftachtige gribbels in Rotterdam? Rotterdam staat in directe verbinding met de Noordzee. Daardoor zijn er getijdenverschillen, is het water zouter. Fijn voor gribbels.” Waarom? ‘Het is afwisselend en uitdagend werk. Geen twee dagen zijn hetzelfde, we trekken van oost naar west, van noord naar zuid. Laatst hebben we in opdracht van de Nederlandse ambassade zelfs in Afrika een damwand geïnspecteerd. In ons land zijn maar zo’n 500 duikers actief. Extra duikers zijn altijd welkom! Wie belangstelling heeft, nodig ik van harte uit om contact met me op te nemen…”
I
3
NHOUD 4
10 20
4 WAT BETEKENEN KNMI-MODELLEN VOOR WATERSECTOR? 10 THEO DERSJANT GOOIT GRAAG EEN STEEN IN DE VIJVER 20 GELD VERDIENEN MET WATER EN SANITATIE IN ONTWIKKELINGSLANDEN 32 HOE STERK OF ZWAK ZIJN ONZE DIJKEN ECHT?
NR 6 / JUNI 2014
VASTE RUBRIEKEN
32 NR 6 / JUNI 2014
8 Hoogstandje Innovatieve waterkeringen vervangen aloude zandzak 13 Waternetwerk • Topsector Water goochelt met groeicijfers • Grenzen doorbreken met nieuwe generatie • KNW-najaarscongres op bijzondere locatie • Agenda & Personalia 24 Watertechniek • Oasen opent innovatieve waterwinput • Brede groene dijk goed alternatief • LGR brengt registraties grondwater en bodemenergie bijeen 36 Waterwetenschap • Multifunctionele (doorbraakvrije) dijken: we laten veel kansen liggen 38 Verder op H2O-Online Overzicht van nieuwe artikelen op de website
COLOFON Maandblad H2O is een uitgave van de Stichting H2O. REDACTIE Monique Bekkenutte (hoofdredacteur), Roel Smit (producent/ eindredacteur), Anne de Boer; B inckhorstlaan 36, M417, 2516 BE Den Haag, 070-3222765, e-mail: Redactie @ vakbladh2o.nl REDACTIERAAD René Arninkhof, Matthijs van den Brink, Erwin de Bruin, Roberta Hofman-Caris, Henk Dekker, Henriette van Ekert, D aphne de Koeijer, Warry Meuleman, Hans Middendorp, Johan van Mourik, Jos Peters, Jan Roelsma, Joris Schaap, A ndré Struker, Marlies Verhoeven, Marie-José van de V ondervoort, Michiel van Willigen, en J ason Zondag VORMGEVING Ronald Koopmans BLADMANAGEMENT Gerrit H oltman ADVERTENTIE VERKOOP PSH Media Sales, Shahin Habbah, Postbus 30095, 6803 GM Arnhem, 026-7501851, e-mail: shahin.habbah@pshmediasales.nl DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ABONNEMENTEN Secretariaat @vakbladh2o.nl
T
4
DE LESSEN UIT DE KNMI-KLIMAATS
NA ONS DE ZOND Hogere tempera turen, extreme buien en lange periodes van droogte: het weer in ons land gaat de k omende eeuw veranderen. Wat betekent dat voor water in de stad? Voor burgers, boeren en buitenlui? En: hoe maken we beleid op basis van de verschillende KNMI-klimaatscenario’s? “Het systeem gaat falen. De vraag is: hoe beperken we de schade?”
“D
Tekst Sander Peters
e menselijke invloed op het mondiale klimaatsysteem is duidelijk zichtbaar”, concludeerde het Intergovernmental Panel for Climate Change (IPCC) in 2013. Het was geen nieuwe ontdekking, meer een bevestiging van wat we al veel langer wisten. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de meest recente klimaatscenario’s die door het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) werden gepresenteerd (zie kader KNMI’14-scenario’s). Ook dat rapport bevat weliswaar nauwelijks verrassende nieuwe feiten of voorspellingen, maar bevestigt de trend: het Nederlandse klimaat verandert. De belangrijkste boodschap luidt dat ons land de komende eeuw vaker met extreem weer te maken krijgt. Periodes van extreme neerslag (met name in de zomer) wisselen af met langere periodes van droogte (ook in de zomer) en worden gevolgd door warmere, vochtigere winters. De gemiddelde temperatuur neemt toe; uiteindelijk gaat ons klimaat grote overeenkomsten vertonen met het huidige klimaat aan de Franse Atlantische Kust (Bordeaux). PEANUTS Zoals gezegd: weinig nieuws onder de zon. Maar dat betekent niet dat de nieuwe voorspellingen een enkele reis richting papierversnipperaar verdienen. Juist niet! Omdat de verwachtingen van eerdere onderzoeken bevestigd worden én tot in detail uitgewerkt, bevat de KNMI-rapporta-
T
THEMA
5
De belangrijkste boodschap is dat we vaker met extreem weer te maken krijgen
SCENARIO’S
DVLOED? Foto William Hoogteyling / Hollandse Hoogte
ge immers een schat aan informatie voor beleidsmakers op allerlei gebieden. Niet in de laatste plaats voor waterprofessionals. Het is glashelder dat de Nederlandse waterketen in alle facetten met de gevolgen van de klimaatverandering te maken krijgt. Zaak dus die gevolgen zo nauwkeurig mogelijk in kaart te brengen én beleid te ontwikkelen. Beleid dat de overlast voor de samenleving beperkt, dat de schade voor de economie minimaliseert en beleid dat de veiligheid en gezondheid van de gewone burger garandeert. “In feite is het heel simpel”, stelt Frans van de Ven, universitair hoofddocent stedelijk water management aan de Technische Universiteit Delft en adviseur bij Deltares. “Dát we vroeg of laat met een zeer extreme bui en dus het risico van forse wateroverlast geconfronteerd worden, zoveel is zeker. Maar we moeten tegelijk ook niet overdrijven, want vergeleken met de situatie in de tropen is het peanuts. En: we zijn er op tijd bij; de scenario’s focussen op de jaren van 2050 tot 2085. Met de juiste maatregelen kunnen we veel ellende voorkomen. Maar het is wél goed dat het KNMI dit soort modellen de samenleving in brengt. Hoe eerder, hoe beter.” SPONSWERKING Maar wat zijn de juiste maatregelen? Om dat te bepalen, moeten we de gevolgen helder voor ogen hebben. De gevolgen voor burgers en bedrijven in het stedelijk gebied, de gevolgen voor > NR 6 / JUNI 2014
6
KLIMAATVERANDERING EN DRINKWATER Over de gevolgen van de klimaatverandering voor onze drinkwatervoorziening bestaan wisselende meningen. Veel water als gevolg van extreme neerslag is bepaald geen
agrarische activiteiten en natuur in meer landelijke gebieden, én de gevolgen voor onze drinkwatervoorziening. Daniël Goedbloed is trekker van het programma Amsterdam Rainproof, een stadsbreed programma op initiatief van Waternet. Hij vertaalt de uitkomsten van het KNMI-denk- en rekenwerk direct door naar de hoofdstad. “We werken nauw samen met onder meer de andere gemeentelijke diensten, wooncorporaties en bedrijven. Ons doel is tweeledig: ondanks deze voorspellingen – en de onvermijdelijke klimaatverandering – zorgen voor droge voeten en tegelijk een mooie, prettig leefbare stad opleveren. Dat kan prima samengaan. Sterker nog: ik denk dat aanpassingen in de ruimtelijke inrichting van de stad de enige werkbare oplossing vormen.” En dus werken Goedbloed en zijn collega’s van Amsterdam Rainproof nauw samen met de ruimtelijke ontwerpers en beheerders van de gemeente Amsterdam – of zoals hij zelf zegt: “We proberen alle stadmakers te verleiden neerslag mee te nemen in de inrichting van de stad”. Goedbloed: “Alleen maar focussen op het vergroten van de afvoer, is niet haalbaar. Hiervoor moeten alle rioolbuizen worden vergroot. Dat is duur én er is weinig ruimte in de ondergrond. Dus kijken we juist naar kleinschalige, fijnmazige oplossingen. Groenstroken in de stad aanleggen bijvoorbeeld, waardoor afvoer wordt vertraagd en het water tijdelijk kan worden vastgehouden. Dat alles vergroot de sponswerking van de stad.”
probleem voor ons, luidt heel kort gezegd de ene redenering. Maar de meeste drinkwaterexperts waarschuwen ook dat als de andere trends die het KNMI schetst (hogere temperaturen, langere periodes van droogte) zich gedurende langere tijd voortzetten, dat er dan drie gevaren dreigen: • een verslechterde kwaliteit van het oppervlakte-
SLIM KOPPELEN De grootste uitdaging ligt er volgens Goedbloed in om de klimaatbestendige stad zodanig vorm te geven dat het overvloedige water dat bij extreme neerslag uit de lucht valt, zich verzamelt op de plek waar het de minste schade oplevert. “Dus niet in een drukke winkelstraat, maar eerder in een nabijgelegen straat waar ruimte is om het water tijdelijk op straat te laten staan. Ja, het is vervelend als daar een halve meter water staat, maar het is te overzien.” Niet alleen overheid, projectontwikkelaars of wooncorporaties spelen hier een rol in, denkt Goedbloed. Hij kijkt ook nadrukkelijk naar een initiatief als in Hamburg waar burgers die maatregelen treffen in hun tuin – minder steen, meer groen (in tuinen of op daken!) of meer andersoortige wateropvangcapaciteit – korting krijgen op de rioolheffing. “In alleen financiële prikkels voor burgers geloof ik niet”, zegt Frans van de Ven. “Andere baten zijn zeker zo belangrijk. En de problematiek is bij ons relatief behapbaar. Burgers mogen dus meedoen.”
water, omdat verontreinigingen minder verdund worden; • een toename van de verzilting van grond- en oppervlaktewater; • een verhoging van de watertemperatuur, waardoor ziekteverwek-
Er zijn volgens Van de Ven twee wegen te bewandelen. Ten eerste: het systeem robuuster maken. “Niet zoals in de media is gesuggereerd door de riolering te vergroten. Nee, door de bak te vergroten. Dus door het vasthouden en bergen van water te verbeteren en zo te voorkomen dat het water in het riool terechtkomt. Stap twee is: probeer niet zozeer wateroverlast te voorkomen, maar beperk de schade. Het systeem gaat vaker falen, dat is nu eenmaal een feit. Hoeft geen punt te zijn, als je de neerslagproblematiek slim ‘koppelt’ aan bestaande stedelijke inrichtingsplannen. Dat is goedkoper én biedt kansen. Kansen voor een mooie, moderne, prettig leefbare stad.”
kers en micro-organismen beter groeien.
PAALROT Over één ding maakt Van de Ven zich wel enigszins zorgen: de toenemende droogte zorgt voor minder grondwater. “Welke invloed heeft dat op de paalfunderingen in de stad – denk aan paalrot? En: hoe zit het met de verzakking van de bodem? Amsterdam en Rotterdam zijn de afgelopen decennia op veel plaatsen gemiddeld meer dan een centimeter per jaar gezakt. “Dat is ingrijpender dan de stijging van de zeespiegel. Ik denk dat we er alles aan moeten doen om de bodemdaling hoog op de agenda te zetten.”
THEMA Foto David Rozing / Hollandse Hoogte
Daniël Goedbloed:
‘ We proberen alle stadmakers te verleiden neerslag mee te nemen in de inrichting van de stad’
KNMI’14-SCENARIO’S De KNMI’14-scenario’s borduren voort op de modellen uit 2006 en het voorwerk dat is verricht door het IPCC in 2013. Het KNMI schetst vier modellen die samen de hoekpunten vormen, waarbinnen zich de klimaatverandering in
Tot slot vragen we het Jan van Acker, als senior adviseur waterbeheer werkzaam bij Grontmij. Zijn speciale aandachtsgebied is het landelijk gebied. Hoe kijkt hij naar de voorspellingen van het KNMI? “Voor mij telt eigenlijk vooral de vraag: kan ons watersysteem – dat wat de waterschappen periodiek toetsen – de extreme pieken in neerslag aan straks? Het interessante is dat het KNMI nu de mogelijkheid biedt om per gebied een soort toekomstberekening te maken van de neerslagpieken en de gevolgen daarvan. De getallen die het KNMI nu noemt zijn best schokkend: een periode van twee dagen waarin 130 of zelfs 180 millimeter regen valt, dat is gigantisch. Dat is erger dan in 2010 in de Achterhoek, toen er 100 millimeter viel in twee dagen. Dit soort gebeurtenissen leidt onherroepelijk tot grootschalige wateroverlast voor burgers en bedrijven en tot maatschappelijke schade.”
Nederland zal voltrekken. Ze schetsen de veranderingen in het weer voor 2050 en 2085 vergeleken met het klimaat in de periode 1981-2010. De vier scenario’s verschillen in de mate waarin de temperatuur wereldwijd stijgt (‘gematigd’ en ‘warm’) en de mogelijke
AARDAPPELOOGST Van Acker adviseert namens Grontmij vooral waterschappen. Die houden al langer rekening met heftigere neerslag in de toekomst, maar de implicaties daarvan zijn lastiger in te schatten. “Zeker is dat de waterschappen de bergingscapaciteit moeten vergroten – ook als je niet van de meest extreme scenario’s uitgaat. Hoe kun je die capaciteit vergroten? Door meer open water aan te leggen. Andere optie is meer water vasthouden in de bodem of oppervlaktewater, al bestaat dan het risico dat er bij calamiteiten minder b ergingscapaciteit beschikbaar is. En ook de stijging van de zeespiegel heeft gevolgen voor het afvoeren van water: de pompen van de gemalen in de kustregio’s moeten het water naar een hoger zeeniveau afvoeren en moeten dus aangepast worden.”
veranderingen van het
Een gemiste kans is dat het KNMI nauwelijks iets zegt over de herfst en lente, aldus Van Acker. “Dat zijn bij uitstek periodes die voor de landbouw van groot belang zijn. Neem het najaar: als er in september of oktober ineens erg veel neerslag valt, kan de hele oogst verloren gaan. Een aardappel die twee dagen in het water staat, gaat rotten en kan weggegooid worden. En in de lente wordt alles gezaaid en gepoot, ook dan kan extreme neerslag desastreuze gevolgen hebben. Kortom: ik hoop dat er bij de volgende scenarioronde meer aandacht is voor de tussenseizoenen. En dan met name de neerslag: dat is cruciaal voor het functioneren van het systeem in het landelijk gebied.” |
• neerslag en extreme bui-
luchtstromingspatroon (‘lage waarde’ en ‘hoge waarde’). De belangrijkste algemene veranderingen zijn: • de temperatuur blijft stijgen • zachte winters en hete zomers komen vaker voor
NR 6 / JUNI 2014
en in winter nemen toe • de intensiteit van de zomerse buien neemt toe • hagel en onweer worden heviger • zeespiegel blijft stijgen.
7
8
O
HOOGSTANDJE
H2
Tekst Charlotte Leenaers | Fotografie Marcel Molle
INNOVATIEVE WATERKERINGEN VERVANGEN ALOUDE ZANDZAK Flood Proof Holland in Delft is een testterrein voor Âinnovatieve tijdelijke waterkeringen. Begin juli, iets meer dan een jaar na de start, staat de feestelijke opening van de eerste uitbreiding op stapel.
Het graszaad ontkiemt in de afbreekbare zandzakken van GreenSoilBag
Zandzakken zorgen voor een goede aansluiting tussen de Box Barrier en de kade
9 Binnen een paar minuten is de SlamDam gevuld met water uit de omgeving
Kering van waterzakken ligt klaar op een ongelijkmatige, modderige ondergrond
Nederlandse bedrijven bieden graag de helpende hand bij wateroverlast, waar ook ter wereld. Vaak worden conventionele zandzakken toegepast, maar Nederlandse waterbouwbedrijven zien mogelijkheden voor innovatie. Flood Proof Holland biedt deze ondernemers testfaciliteiten om prototypes door te ontwikkelen en te demonstreren. Studenten van de TU Delft verdienen studiepunten door mee te denken over productverbeteringen en door de handen uit de mouwen te steken tijdens de overstromingstesten. Het testterrein ter grootte van een klein voetbalveld is onlangs op de schop genomen door een peloton militairen in opleiding van het Regiment Genietroepen. Het oppervlak van het centraal gelegen waterbassin is daarbij teruggebracht naar 450 vierkante meter om ruimte te maken voor drie nieuwe proefpercelen van ieder 130 vierkante meter. Tegelijkertijd zijn de dijken rondom het waterbassin anderhalve meter opgehoogd om het watervolume in het bassin – 900 kubieke meter - gelijk te houden en om met een hogere waterdruk de proefpercelen te kunnen laten overstromen. Voorafgaand aan de overstromingsproeven wordt het waterbassin volgepompt met water uit de omgeving. Door een schuif in de dijk van het bassin te openen, stroomt water via een leiding door de dijk naar het betreffende perceel. NR 6 / JUNI 2014
In de proefpercelen staan de diverse keringsconcepten opgesteld: een muurtje van met water gevulde containers (BoxBarrier), een uitrolbare en zelf-ontplooiende kering (Velox), een kering van waterzakken (SlamDam), een dammetje van zaadhoudende, biologisch afbreekbare zandzakken (GreenSoilBag) en een flexibele, cilindervormige dam (TubeBarrier). Studentes Anke Wetser en Zoë van Looij zijn bezig met de uitvoering van een overstromingstest van een tien meter lange waterkering van BoxBarrier-containers. De gele waterbakken zijn inmiddels gevuld met water. Gehuld in een waadbroek loopt Anke door het drassige perceel om te checken of de containers goed staan en of de aansluiting met de kade in orde is. Vanaf de kant volgen nog wat aanwijzingen van Zoë en dan mag de schuif open. Gestaag stroomt water het perceel binnen en binnen enkele minuten stijgt het water tegen de gele bakken, maar blijft de achterkant van de kering, op een paar kleine lekkages na, keurig droog. Ook als het water bijna de bovenkant van de kering bereikt, blijven de containers netjes op hun plek staan. De ondernemers zijn blij met de testfaciliteiten die Flood Proof Holland biedt, maar ook met de aandacht van buitenlandse delegaties en tv-ploegen die hun weg naar deze proeftuin inmiddels gevonden hebben. |
10
O
H2
HOOFDROLSPELERS
THEO DERSJANT GOOIT STEEN IN DE VIJVER Tekst Roel Smit | Fotografie Gabby Louwhoff
11
iStockphoto
Het is goed dat er waterschappen zijn. Maar het is nergens voor nodig dat waterschappen een gekozen bestuur hebben. In twee zinnen samengevat is dat de conclusie die journalist Theo Dersjant trekt in zijn boek Oud bestuur. Een jaar lang keek hij als ‘ongenode gast’ in de bestuurlijke keuken van Waterschap Rivierenland. Het vijfde deel van een serie interviews met hoofdrolspelers in de watersector.
Theo Dersjant houdt er in elk geval twee koppen koffie aan over. Eén van Roelof Bleker, dijkgraaf van Waterschap Rivierenland, het lijdend voorwerp van Dersjant’s boek Oud bestuur. De dijkgraaf had halverwege deze maand een gesprek met de schrijver. Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschappen, de belangenorganisatie van de 23 waterschappen, zei publiekelijk dat hij dat ook van plan is dat te gaan doen. Ook onder het genot van de bekende Hollandse verzoeningskoffie. Glas’ uitnodiging moet overigens nog komen. Verder heeft Theo Dersjant van enkele waterschappen het verzoek gekregen om te komen spreken over de inhoud van zijn boek. Daar is het hem om te doen: de steen in de vijver, mede met het oog op de waterschapsverkiezingen van volgend jaar maart. Hij wil niet onopgemerkt blijven. LACHEN Het boek Oud bestuur – het verslag van een jaar meelopen met het bestuur van Waterschap Rivierenland – leest als een trein. Soms is het een beetje om te lachen. Hoe bijvoorbeeld de communicatieafdeling van Waterschap Rivierenland – niet gewend aan zoveel ongevraagde media-aandacht – omgaat met een kritische journalist. Iemand die vragen stelt, stukken opvraagt (die er eerst niet en uiteindelijk toch weer wel blijken te zijn) en die geen genoegen neemt met vergaderingen die zonder formeel besluit ‘besloten’ verklaard worden. Een “in zichzelf gekeerde defensieve organisatie”, is de analyse van Dersjant. “Mogelijk het gevolg van een leven zonder permanent aandacht van journalisten.” Interessanter zijn Dersjant’s waarnemingen over het bestuurlijk functioneren van het Waterschap Rivierenland, dat met zijn bestuur van ”grijze, oude, blanke mannen” ver af zou staan van de samenleving. Dat zou gelden voor de Nederlandse waterschappen in het algemeen. “Felle debatten zijn er niet, bestuurders zoeken de samenwerking in plaats van het conflict, switchen even gemakkelijk van partij als van stropdas en ‘heemraden’ zijn er hun politieke leven redelijk veilig”. Met als slotconclusie: waterschappen moeten zelfstandig blijven en zeker niet opgaan in de provincies, maar een waterschap is beter af zonder gekozen bestuurders.
GAAT ZO’N CONCLUSIE NIET TE VER OP BASIS VAN WAARNEMINGEN BIJ ÉÉN ENKEL WATERSCHAP?
NR 6 / JUNI 2014
Dersjant: “Waterschap Rivierenland wijkt qua cultuur inderdaad iets af van sommige andere waterschappen. Ik was beslist niet vooringenomen toen ik aan dit project begon, waardoor ik ook met verbazing heb gekeken naar het bestuurlijke circus, dat wat mij betreft geen meerwaarde heeft. Er ligt in het algemeen bestuur een voorstel van het college van heemraden, er wordt een rondje gemaakt, ieder doet zijn zegje, men discussieert in het geheel niet met elkaar en het voorstel is aangenomen. Ik bedoel: als je er een jaar bij zit en je beschikt niet >
12
over de vergaderstukken, dan heb je geen idee welke partijen die bestuursleden vertegenwoordigen. Als democraat vind ik dat heel raar.” “Ik weet dat de debatten bij andere waterschappen weleens scherper gevoerd worden. Ik heb bijvoorbeeld ook gekeken bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. V ergeleken met ‘Rivierenland’ was dat een leeuwenkuil, waarin men elkaar de strot afbeet. Maar belangrijker is: hoeveel politieke speelruimte heeft een waterschap? Die is eigenlijk heel beperkt, zo blijkt bijvoorbeeld uit een rapport van de PvdA. Alleen keuzes ten aanzien van de hoogte van tarieven, wat zijn wel of geen taken van het waterschap, het kwijtscheldingsbeleid, kun je met enige goede wil politiek noemen.” Dersjant schrijft het ook in zijn boek: de gemiddelde waterschapsbestuurder is een praktisch ingesteld mens. “Het gekibbel en gekonkel in gemeentebesturen, is waterschappen vreemd. Liever focust men daar op oplossingen en zoekt de gezamenlijkheid.”
HEEFT EEN POLITIEK BESTUUR DAN ALLEEN WAARDE ALS DE PARTIJEN ROLLEND OVER STRAAT GAAN?
>“Dat hoeft niet, maar als burgers belasting betalen en er is een politiek gekozen b estuur, dan moeten er belangen vertegenwoordigd worden. Ik kan me voorstellen dat er t egengestelde belangen zijn, bijvoorbeeld de boeren versus de stedelingen. Zulke verschillen moeten blootgelegd worden in het gekozen bestuur, maar dat gebeurt niet. Natuurlijk is het doel van democratie niet om bestuurders naar huis te sturen, maar bij waterschappen wordt zelden of nooit een bestuurder weggestuurd. Dat is voor mij ook een teken van gebrek aan democratische vitaliteit. Het gaat bij waterschappen om technische dossiers en technische oplossingen. En het bestuur van een waterschap in deze vorm is een applausmachine.”
WATERSCHAPPEN HEFFEN BELASTING; DAT ALLEEN AL RECHTVAARDIGT TOCH EEN GEKOZEN BESTUUR?
>“Dat is het meest zwaarwegende argument en daar heb ik ook lang over nagedacht. Mijn kernpunt is echter: als je de burgers via politieke vertegenwoordiging invloed geeft, dan moet je wel iets doen met die invloed.”
TOCH PLEIT U NIET VOOR HET AFSCHAFFEN VAN DE WATERSCHAPPEN.
>“Nee, mijn eerste vraag in het kader van dit project was wel: heeft het eigenlijk zin, zo’n aparte organisatie voor het waterbeheer? Daarvan heb ik me laten overtuigen. Het waterschap is een ingenieursorganisatie met ontzettend veel kennis en innovatieve kracht; als je het waterschap laat opgaan in een groter geheel, dan is de kans groot dat die kennis vervloeit en daarmee voor een deel verloren gaat. Zoiets essentieels als het bouwen en onderhouden van dijken kan beter ook geen onderdeel worden van politieke afwegingen tegenover andere belangen. Wat dat betreft ben ik echt wel overtuigd, maar je kunt van waterschappen ook prima uitvoeringsorganisaties zonder eigen politiek bestuur maken.”
BENT U NIET VEEL TE VROEG MET UW OORDEEL? POLITIEKE PARTIJEN HEBBEN NOG MAAR ÉÉN KEER DEELGENOMEN AAN DE WATERSCHAPS VERKIEZINGEN.
>“Ik zal niet beweren dat ik de waarheid in pacht heb. En ik vind dat argument dat er een koppeling moet zijn tussen directe belastingheffing en gekozen bestuur ook best wel sterk, maar als je niets doet met een gegeven mandaat… en ik heb niet de indruk dat het na de volgende waterschapsverkiezingen veel anders zal worden.” “Die verkiezingen kunnen voor de waterschappen overigens alleen maar een nederlaag opleveren. Heeft men zich dat wel gerealiseerd? Ze worden volgend jaar maart gelijktijdig met de verkiezingen voor Provinciale Staten gehouden. Vorige keer was de opkomst voor de waterschappen 24 procent. Wordt het volgende keer meer, dan is dat te danken aan de provinciale politiek; wordt het nog minder, dan krijgen de waterschappen het op hun brood. Het kan voor de waterschappen alleen maar verlies opleveren.” | Theo Dersjant (1957) is docent aan de Tilburgse journalistenopleiding. Hij werkte voor dagblad De Morgen, de Gooi- en Eemlander, tijdschrift De Journalist, website De Nieuwe Reporter en het tv-programma De leugen regeert. Zijn onderzoek bij Waterschap Rivierenland werd mede mogelijk gemaakt door het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten en de Stichting Democratie en Media.
WATERNETWERK
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
TOPSECTOR WATER GOOCHELT MET GROEICIJFERS Hans Huis in ’t Veld: ‘Topsector ligt op koers’
De Topsector Water ligt op koers om in 2020 één van haar belangrijkste doelstellingen (een verdubbeling van de totale toegevoegde waarde) te halen. Van de groei die tussen de start in 2010 en 2020 behaald zou moeten worden, is inmiddels bijna een derde gerealiseerd, zegt Hans Huis in ’t Veld, het boegbeeld van de Topsector Water in de digitale nieuwsbrief van zijn organisatie. De Topsector Water ligt op groeikoers: “Ofschoon het moeilijk is alle indicatoren zuiver te krijgen, wijzen de beschikbare g raadmeters er inderdaad op dat na drie jaar de groei van de sector circa 30 procent bedraagt”, aldus Huis in ’t Veld. Welke indicatoren wijzen echter precies op die 30 procent? Dat blijkt niet zo gemakkelijk te achterhalen. De Topsector Water, één van de negen Nederlandse topsectoren, die door het vorige kabinet zijn aangewezen als speerpunten van de Nederlandse economie, bestaat uit drie onderdelen: het maritieme bedrijfsleven, watertechnologie en deltatechnologie. In zijn nieuwsbrief steekt Huis in ’t Veld de loftrompet over het maritieme bedrijfsleven. Hij noemt het “indrukwekkend” wat grote bedrijven als Damen, IHC, Boskalis, Van Oord, Fugro, Huisman, Allseas, Heerma en Blue Water aan innovaties laten zien. Maar de groei is volgens Huis in ’t Velde goed verdeeld over de hele Topsector Water. “In de sectoren water- en deltatechnologie wijzen de indexen over de afgelopen drie jaar ook op een groei van ongeveer 30 procent.” Bronnen Over welke economische statistieken beschikt het boegbeeld van de Topsector? De woordvoerster van de Topsector Water komt desgevraagd met enkele bronnen. Ten eerste zijn er positieve cijfers van de scheepsbouw. Eind mei
Minister Schultz van Haegen en dijkgraaf Tanja Klip onthullen het gedicht van Ingmar Heytze
NR 6 / JUNI 2014
werd bekend dat Nederlandse scheepsbouwers en maritieme toeleveranciers hun jaaromzet hebben zien stijgen van 6,1 miljard euro in 2012 naar 6,4 miljard in 2013 (ongeveer 5 procent dus), terwijl voor 2014 een verdere groei wordt voorzien. Een andere bron waar de Topsector op wijst is de zogeheten Water Export Index. De laatste is van december 2013. Deze biedt g egevens over de totale bruto toegevoegde waarde van de watersector over 2010 (ruim 7,3 miljard) en 2011 (ruim 7,6 miljard) en wijst op een toename van 4,5 procent in het eerste jaar na de start van het topsectorenbeleid. Ten aanzien van export heeft de index (met voorlopige realisaties voor 2012 en voorspellingen voor 2013) iets meer actuele cijfers. Die groeide van ruim 6,3 miljard euro in 2010 tot naar verwachting bijna 7,4 miljard in 2013; een stijging dus met ongeveer 15 procent in drie jaar tijd. Allemaal nog steeds niet de 30 procent die Hans Huis in ’t Veld noemt. Zijn woordvoerster wijst nog op twee rapporten. Een rapport van de Topsector zelf waarin wordt gesteld dat de toegevoegde waarde in 2008 in totaal 6,7 miljard was en een rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat wijst op een toegevoegde waarde van 8,5 miljard in 2010. Dat is dus een toename van 27 procent, maar beide meetjaren liggen wel vóór het topsectorenbeleid (2010-2020). Kortom, geen harde cijfers die wijzen op een groei van 30 procent in drie jaar tijd (2010-2013). Beschikt de Topsector Water dan soms over andere gegevens die wij niet kennen? Dat is niet het geval, zegt de woordvoerster. “Die 30 procent is een eigenhandig gemaakte optelsom die we aan de hand van verschillende monitoren hebben kunnen maken.” En: “Het is een vooruitblik op de harde cijfers die eind september/begin oktober uit zullen komen.” Daar wachten we dus maar op, er zit niets anders op.
MINISTER START DIJKVERBETERING Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) heeft vorige maand het officiële startsein gegeven voor de dijkverbetering langs de Zuidelijke Randmeren en de Eem door Waterschap Vallei en Veluwe. De dijkversterking, die een gebied van B unschoten-Spakenburg tot Amersfoort moet beschermen, is één van de 88 projecten van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. De minister en dijkgraaf Tanja Klip onthulden in Eemdijk (gemeente Bunschoten) een gedicht van de Utrechtse dichter Ingmar Heytze. Hier is de dijkversterking, direct in de achtertuin van 80 families, het meest ingrijpend. Uiterlijk in 2015 moet het werk in Eemdijk te starten.
13
14
AGENDA
Organiseert u een evenement voor waterprofessionals dat vermelding verdient in de rubriek Agenda? Meld het dan aan de redactie van maandblad H2O: redactie@vakbladh2o.nl
iStockphoto
17 SEPTEMBER, UTRECHT
Slibontwateren (praktijkworkshop)
Workshop over theorie en praktijk van slibontwateren. Er wordt onder andere ingegaan op polymeer en de werking van een centrifuge en een zeefbandpers. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk. www.waternetwerk.nl
18 SEPTEMBER, LEEUWARDEN
Masterclass Publiek Private Integratie
Masterclass over publiek-private integratie, met onder anderen David Alexandre, vice-president en directeur van het ‘Utility Performance Consulting Platform’ bij Veolia North America. Organisatie: Wetsus. www.empower-people.nl/masterclasses
24-26 SEPTEMBER, ROTTERDAM
Deltas in times of climate change II
25 SEPTEMBER, UTRECHT
Mini- en maxicursussen riolering
Cursussen van een dagdeel of een dag met praktijkinformatie voor rioleringsmedewerkers. Keuze uit 17 cursussen op het gebied van techniek, beheer, beleid en regelgeving. Organisatie: stichting Rioned. www.riool.net
25 SEPTEMBER, UTRECHT
De Ultieme Tango - SIKB Jaarcongres
SKIB-Jaarcongres over de relatie tussen publieke en private partijen bij de samenwerking tussen bodem, water en archeologie. Organisatie: Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer. www.sikb.nl
25 SEPTEMBER, LELYSTAD
Vernieuwde KRW-maatlatten en maatregelen
Bijeenkomst over de vernieuwde KRW-maatlatten en maatregelen om de visstand te verbeteren en KRW-visdoelstellingen te halen. Organisatie: Vissennetwerk www.vissennetwerk.nl/bijeenkomsten
30 SEPTEMBER–3 OKTOBER, UTRECHT
Internationale conferentie over delta’s in tijden van klimaatverandering. Doel is kennisuitwisseling, het verkennen en intensiveren van de banden tussen wetenschap, beleid en praktijk en het versterken van de internationale samenwerking tussen delta’s en deltasteden. Organisatie: Kennis voor Klimaat, de stad Rotterdam, het ministerie van Infrastructuur en Milieu en het ministerie van Buitenlandse Zaken. www.climatedeltaconference2014.org
World of Technology & Science
2 OKTOBER: LANDELIJK SYMPOSIUM WATERKWALITEIT
11.30 uur Workshops deel 1 12.30 uur Lunch 13.30 uur Workshops deel 2 en 3 16.00 uur Afsluiting (plenair)
Op donderdag 2 oktober wordt een landelijk symposium gehouden over het thema ‘waterkwaliteit’. Doel van het symposium is een overzicht te bieden van wat speelt en om het onderwerp waterkwaliteit hoger op de agenda te zetten. Het symposium is bedoeld voor een brede doelgroep; niet alleen onderzoekers en specialisten, maar ook bestuurders, beleidsmakers en uitvoerenden. Om te bereiken dat het aanbod op de dag aansluit op wat er bij deze doelgroep leeft is een call for cases uitgezet. Deze call heeft meer dan 100 reacties opgeleverd. De organisatie van het symposium heeft op basis van al deze cases een indeling gemaakt in onderwerpen die in parallelle workshops worden behandeld. Het voorlopige programma is: 10.00 uur Plenair gedeelte, met inbreng vanuit Europees, nationaal en regionaal perspectief
Vakbeurs bestaande uit vier onderdelen: World of Automation, World of Laboratory, World of Motion & Drives en World of Electronics. Vooral in de World of Laboratory zijn aanbieders van wateronderzoek-applicaties en -technologieën te vinden. Organisatie: FEDA (Federatie Aandrijven en Automatiseren) en FHI (federatie van technologiebranches). www.wots.nl
De workshops vormen dus de kern van het programma. Zo’n twintig workshops worden nu door de organisatie voorbereid. Ze gaan over onderwerpen als Beleid geneesmiddelen en drugs; Ecologie; Ecosysteemdiensten; EU-beleid; Landbouwmaatregelen; Mestbeleid; Monitoring; Nutriënten; Omgevingsmanagement; Pathogenen; Risico’s geneesmiddelen; Stedelijke waterkwaliteit; Sleutelfactoren; Water- en stoffenbalansen. Op de website van Koninklijk Nederlands Waternetwerk is steeds de meest actuele informatie over het programma te vinden. www.waternetwerk.nl
WATERNETWERK
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
Foto Caroline Koopmans
MIJN IMPRESSIE
‘Breaking Boundaries’ heette de bijeenkomst die op 9 mei door het Nationaal Watertraineeship, het Netherlands Water Partnership (NWP) en One World magazine georganiseerd was in opdracht van Jong KNW. Aan de vaart in het programma was goed te merken dat er een nieuwe generatie aan zet is. We kijken als waterprofessionals op onze bijeenkomsten vaak vooral rond binnen het waterwereldje. Maar er zijn heel veel raakvlakken met water in de wereld om ons heen. Dát was waar deze bijeenkomst over ging. In korte discussiesessies werd, voorafgegaan door nog veel kortere pitches, over vijf onderwerpen gesproken in verschillende hoeken van de zaal van Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Water & mode (door: Made By) Het is bij de kopers van kleding eigenlijk niet bekend hoeveel water er wel niet nodig is om kleding te produceren en te gebruiken. Door samen te werken met de textielwereld wordt gewerkt aan meer inzicht op dit gebied. De gedachte er achter is dat klanten steeds bewuster kiezen voor herkomst en milieueffecten en uiteindelijk bepalen klanten wat producenten maken. Water & voedsel (door: Water Footprint Network) Hetzelfde geldt natuurlijk voor voedsel . Hiervoor is het instrument ‘water footprint’ al beschikbaar. Maar het gaat om meer dan de hoeveelheid water die nodig is. Ook de lokale beschikbaarheid van water en de milieueffecten door waterverontreiniging zijn belangrijke elementen. De makers van de water footprint zijn daarom het instrument aan het verfijnen. Het is vooral een instrument van wetenschappers en wordt gericht op bedrijven. Consumenten zijn hier niet zo in beeld en daar ligt dus nog een uitdaging.
GRENZEN DOORBREKEN MET NIEUWE GENERATIE Water & games (door: Tygron) 3D-modellen kunnen heel goed als game gebruikt worden en zo een beleidsinstrument zijn. Zelfs in een kort tijdsbestek van een kwartiertje lukte het om het effect van verschillende beleidsbeslissingen zichtbaar te maken. Het leuke is dat de resultaten ook prima bruikbaar zijn om het grote publiek te informeren. Water & natuur (door: WWF) De relatie van water en natuur is in het waterwereldje zelf geen onbekende. Het Wereld Natuur Fonds is een grote internationaal aansprekende organisatie en dan ook bij uitstek in staat om bijvoorbeeld bedrijven aan te spreken. Met behulp van onder andere het ‘water risk filter’ brengt deze organisatie waterproblemen onder de aandacht. Water & voetbal (door: Football4Wash/KNVB) En uiteindelijk is er dan in deze tijd natuurlijk altijd nog voetbal. In samenwerking met een aantal organisaties voert de KNVB het programma ‘Football for Water, Sanitation & Hygiene’ (WASH) uit. In dit programma worden sanitatie en hygiëne onder de aandacht van schoolkinderen gebracht. De worldcoaches zijn hierbij het rolmodel. Het is natuurlijk wel jammer dat er veel minder meisjes dan jongens voetballen, terwijl zeker in Afrika de vrouw een sleutelrol vervult als het om water gaat. Dus ook hier ligt nog werk. Het was een belevenis om met zo’n 100 vooral jonge waterprofessionals een middagje over de grenzen te kijken. Goed ook om te zien dat organisaties buiten het kleine waterwereldje de watervraagstukken oppakken. Eilard Jacobs
BIJZONDERE PUBLICATIE VOOR STUDENT DELFT
De Shasta Berg in Californië; hogere temperaturen leiden tot minder waterafvoer via de rivieren
NR 6 / JUNI 2014
Door de opwarming van de aarde zullen rivieren in door sneeuw beïnvloede gebieden significant minder water gaan afvoeren. Dat is de conclusie van (voormalig) masterstudent Wouter Berghuijs van de TU Delft. Zijn bevindingen zijn v orige gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Nature Climate Change, wat zeer uitzonderlijk is voor een afstudeeronderzoek. De opwarming van de aarde leidt ertoe dat neerslag minder in de vorm van sneeuw en meer in de vorm van regen zal vallen. Berghuijs onderzocht wat dat voor gevolgen heeft voor de gemiddelde hoeveelheid water die door een rivierbedding stroomt. Het blijkt dat een afname van sneeuw- en een toename van regenval zorgt voor een afname van het gemiddelde rivierafvoer over een heel jaar. Berghuis is inmiddels als promovendus aan de Universiteit van Bristol bezig met een vervolgonderzoek, waarin hij kijkt naar verklaringen voor deze daling.
15
16
KORT
NIEUWS
Subsidieprojecten online De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft een website gelanceerd waarop alle subsidieprojecten van Partners voor Water te vinden zijn. De projecten zijn voorzien van een korte omschrijving. Via de kaart is ook makkelijk op te zoeken welke projecten in welk land worden uitgevoerd. Projectuitvoerders kunnen hun informatie updaten door een e-mail te sturen naar info@partnersvoorwater.nl. www.partnersvoorwater.nl
Wijziging Waterwet Met ingang van 1 juli verandert de Waterwet. De wijzigingen omvatten enkele aanvullingen en verbeteringen en daarnaast een vereenvoudiging van de verontreinigingsheffing en opheffing van de Commissie van Advies inzake de waterstaatswetgeving (CAW). Meer informatie is te vinden op www.uvw.nl en www.helpdeskwater.nl
Studenten roepen koning te hulp Koninklijke hulp bij het redden van hun masteropleiding: dat is waar de studenten van de actiegroep Titanic op hopen. In een open brief aan koning Willem-Alexander (jarenlang actief in het watermagement) roepen ze zijn hulp in tegen de voorgenomen beëindiging van de onderzoekgroep hydrologie en de herprofilering van de opleiding hydrologie aan de Vrije Universiteit. Er zijn slechts vier wateropleidingen in Nederland, met ieder een eigen specialisatiegebied. In de master Hydrologie op de VU staan veldonderzoek, waterkwaliteit en kennis van grondwatersystemen hoog op de agenda. Deze unieke combinatie zorgt voor onmisbare kennis, die niet verloren mag gaan, aldus de actievoerders. www.actiegroeptitanic.nl
DeFabrique in Utrecht: de locatie voor het najaarscongres van KNW en Wateropleidingen
KNW-NAJAARSCONGRES:
ZOEKEN NAAR ‘NIEUW NUT’ OP LOCATIE MET HISTORIE Op vrijdag 21 november houdt Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) in samenwerking met Wateropleidingen het najaarscongres. De samenwerking komt voort uit het feit dat KNW dit jaar het eerste lustrum viert en Wateropleidingen het vierde. Hoofdonderwerp van het congres is vernieuwing van de watersector. Het evenement wordt gehouden in DeFabrique, Westkanaaldijk 7 te Utrecht. Dit is het voormalige complex van mengvoederproducent UTD, dat tot 1996 als fabriek in gebruik was. Het complex werd in 1921 gebouwd door de Fries Ulbe Twijnstra, die olieslagerijen had in Akkrum en Franeker en landelijke afzet van zijn producten zocht. Het terrein waarop hij zijn fabriek voor lijnolie en diervoerder realiseerde, lag vlakblij het spoor en aan goed vaarwater. Het thema dat KNW en Wateropleidingen voor het najaarscongres hebben gekozen, staat volop in de belangstelling. Nutsbedrijven staan, volgens beide organisatoren, aan de vooravond van een circulaire economie. Afvalwater biedt grondstoffen en energie die opnieuw gebruikt kunnen worden. De bekende spelers hebben het niet meer alleen voor het zeggen: groepen burgers (en bedrijven) nemen steeds meer het heft in handen als het gaat om energievoorziening en afvalverwerking. Tegelijk staat de watersector steeds meer in verbinding met andere disciplines: ruimtelijke ordening, natuurbeheer, landbouw, energievoorziening, volksgezondheid. Dat vraagt meer dan ooit om vernieuwing, om creativiteit en voortdurend zoeken naar innovaties. Het begrip ‘nut’ verdient een nieuwe definitie. Innovaties komen maar voor een klein deel voort uit technische vernieuwing, uit het toepassen van nieuwe technologieën. Vier van de vijf innovatiesuccessen zijn echter helemaal niet het gevolg van nieuwe techniek, maar van nieuwe vormen van samenwerking, anders organiseren, anders aansturen, anders werken. Dat heet sociale innovatie. Die belangrijke vorm van innovatie is sterk bepalend voor de kracht van een sector. In topsector water is veel technische kennis en potentie aanwezig, maar blijft de sociale innovatie achter. Hoe kan dit? En belangrijker, hoe kunnen we het anders en beter doen? Meer informatie over het programma van het congres is de komende tijd te vinden op de website. Daar kan men zich ook aanmelden als deelnemer. www.waternetwerk.nl
WATERNETWERK
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
SELFIE Hoe kijken jongeren aan tegen de watersector? Is er een kloof tussen jong en oud? In de tweede aflevering van deze reeks: Kris Spierings (32). Op 9 mei was de eerste editie van ‘Breaking Boundaries’, een gezamenlijk evenement van het NWP, het Nationaal Kris Spierings is operationeel adviseur bij Watertraineeship en Hoogheemraadschap van Rijnland en ze is lid Jong KNW. Bewust van de kerngroep van Jong KNW zochten we daar de grens van de watersector op. Tijdens interactieve pitches legden gastsprekers de link tussen water en voetbal, water en mode, serious games voor gebiedsinrichting en nog een heleboel meer. Het is enorm verfrissend om ook eens buiten het ‘water-hokje’ te denken. Bij een volgende ‘Breaking Boundaries’ trekken we deze lijn door en vervagen we de link met water nog wat meer: dat is grenzen verleggen. Ik ben zelf de watersector ingerold, bij toeval eigenlijk. Om te zeggen dat water mijn grootste passie is, nee! Dan was ik wel hydroloog geworden. Of sluiswachter, oceaanonderzoeker of zeiler. Toch werk ik nu voor een waterschap, in het zuiveringsbeheer. Ik merk: je hoeft echt geen procesvoerder of zuiveringstechnoloog te zijn om het daar naar je zin te hebben. Ook vanuit mijn achtergrond en expertise kan ik mijn ei kwijt en lever ik een bijdrage. Dat ik onderweg zomaar inzicht krijg in hoe een afvalwaterzuivering werkt, is natuurlijk onwijs gaaf. De watersector, dat zijn we allemaal. Of je nou een oude rot bent in het vak of een afstudeerder die net komt kijken. Of je in, met, om, op of naast het water werkt. Of wanneer je het werken met water mogelijk maakt, bijvoorbeeld als jurist of administratief ondersteuner. Word je warm van water, dan hoor je bij de club. En dan mag je soms durven om naar buiten te duiken. Móet je zelfs naar buiten duiken, vind ik. Dat is een stuk interessanter dan blijven praten over de generation gap. En het levert een stuk meer op. Over welke enorme bak met kennis, ervaring en enthousiasme de watersector ook beschikt: de kans is groot dat anderen jouw probleem allang hebben getackeld. Want ook buiten de sector doen ze hippe dingen, zeker weten. Of misschien kunnen ze daar op het droge juist jouw oplossing gebruiken. Met navelstaren in het water alleen kom je er nooit achter. Dus zoek die grenzen op en stap er af en toe overheen, pas dan gebeurt er wat! Kris Spierings
NAAR BUITEN!
NR 6 / JUNI 2014
NIEUWE BROCHURE WATEROPLEIDINGEN De nieuwe brochure van Wateropleidingen is verschenen. In deze brochure staat – naast het cursusaanbod – ook een overzicht met bibliotheektitels en quotes van waterprofessionals over het onderwerp dat alle waterprofessionals bindt: water. Wateropleidingen organiseert al 20 jaar opleidingen, cursussen en trainingen die aansluiten bij vragen en wensen vanuit de sector. Naast een gevarieerd aanbod van cursussen, is het ook mogelijk trainingen op maat te verzorgen. Wie de brochure wil ontvangen, kan het beste contact opnemen met Wateropleidingen, telefoon: 030-6069400, e-mail: info@wateropleidingen.nl
‘WATER IN BEELD 2013’ GEPUBLICEERD Waterschappen, gemeenten, provincies en drinkwaterbedrijven werken beter samen en realiseren op die manier een efficiency slag, een trendbreuk, in de kosten van het Nederlandse waterbeheer. Niettemin is het te vroeg te concluderen dat die lijn zich als vanzelf doorzet. Dat staat in de Voortgangsrapportage Water in Beeld 2013, die minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) vorige maand aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. In Water in Beeld 2013 wordt in het bijzonder stilgestaan bij de tussentijdse evaluatie van het Bestuursakkoord Water en de resultaten op het gebied van doelmatigheid (riolering, afvalwaterzuivering en drinkwater). Meer informatie en het rapport zijn te vinden op de website. www.helpdeskwater.nl
17
18
WATERNETWERK
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
PERSONALIA Het algemeen bestuur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht heeft Gerhard van den Top voorgedragen als opvolger van vertrekkend dijkgraaf Johan de Bondt. Van den Top is momenteel algemeen directeur bij Vitens Evides International. De dijkgraaf wordt naar verwachting benoemd in september en de installatie wordt per 1 november verwacht. Het commerciële team van HG Ulfima is per 1 mei uitgebreid door de komst van Pascal Lagrand. Lagrand was voorheen werkzaam voor Milieu123, een bedrijf op het gebied van legionellapreventie en advies. Pieter Hack, directeur/eigenaar van Magneto Special Anodes te Schiedam, is lid geworden van de raad van toezicht van Wetsus. Hack bekleedt in de raad van toezicht een van de vier plekken die gereserveerd zijn voor deelnemende bedrijven in Wetsus. Daarnaast zijn er ook vier plekken gereserveerd voor de rectoren/directeuren van deelnemende kennisinstellingen en zijn er twee onafhankelijke leden. Paul de Lange, lid van het dagelijks bestuur van Waterschap Peel en Maas vallei, heeft besloten per 1 juli aanstaande afscheid te nemen van het waterschap. Hij gaat aan de slag als ondernemer met de onderwerpen waterketen, waterkwaliteit en vergunningen, thema’s die ook in zijn portefeuille zaten. Om te voorkomen dat er mogelijk een relatie wordt gelegd met zijn bestuurslidmaatschap bij het waterschap heeft De Lange het besluit genomen om te stoppen. Hij neemt daarnaast ook afscheid als voorzitter van het Waterpanel Noord. Wetterskip Fryslân heeft Bé de Winter geïnstalleerd als lid van het dagelijks bestuur. De Winter (CDA) is portefeuillehouder voor de primaire keringen, het waterbeheer op de Friese waddeneilanden en voor de muskusrattenbestrijding. De Winter is de opvolger van voormalig dagelijks bestuurslid Harry Boon, die onlangs als wethouder in Harlingen werd geïnstalleerd. Wilt u in de rubriek Personalia aandacht voor de benoeming of functiewijziging van een waterprofessional? Meld het dan aan de redactie van maandblad H2O: redactie@vakbladh2o.nl
KORT
NIEUWS
Poldersporten met Jong KNW Vrijdag 4 juli gaat Jong KNW poldersporten. De dag zal in het teken staan van teamwork, sportief bezig zijn en gezelligheid. Halverwege de middag zal op een nader te bepalen locatie deze sportieve activiteit plaats vinden, houd hiervoor de website van KNW, LinkedIn en Facebook in de gaten. De middag wordt besloten met een barbecue en een borrel, waarbij uiteraard voldoende tijd is om te netwerken. Voor wie meedoet: vergeet niet om kleren en schoenen mee te nemen die nat/vies mogen worden. www.waternetwerk.nl
Samenwerking voor Zuid-Afrika Wateropleidingen en Wereld Waternet gaan samenwerken om de kennis en capaciteit te versterken van waterprofessionals in Zuid-Afrika. Beide partijen tekenden vorige maand een memorandum of understanding. Door het intensiveren van de samenwerking hopen Wateropleidingen en Wereld Waternet effectiever om te gaan met kennisoverdracht. Naast het ontwikkelen van trainingen gaan beide partijen informatie, materialen en publicaties uitwisselen op hun vakgebied. Ook zullen ze gezamenlijk stappen ondernemen om watertrainingscentra te ontwikkelen in Zuid-Afrika.
Kenneth Comvalius (Wereld Waternet) – links – en Agnes Maenhout (Waternet) ondertekenen een memorandum of understanding
Witteveen+Bos opent kantoor in Singapore Het nieuwe regiokantoor van ingenieurs- en adviesbureau Witteveen+Bos in Singapore is begin deze maand officieel ge opend door de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb. De ambitie van Witteveen+Bos is dat het kantoor in Singapore uitgroeit tot een sterk regiokantoor dat met enkele tientallen medewerkers de regio Zuidoost-Azië bedient. Witteveen+Bos levert advies- en ingenieursdiensten op het gebied van water, infrastructuur, milieu en bouw. Het bedrijf heeft ruim 950 medewerkers en – naast Singapore – kantoren in Nederland, België, Indonesië, Kazachstan, Letland, Rusland en Vietnam.
De Bosgroepen zoeken een
Ervaren hydro-ecoloog (32-38 uur/week)
De Bosgroepen ondersteunen hun 1200 leden, met samen meer dan 400.000 ha bos en natuur, bij het beheer van hun terreinen. Natuurontwikkeling, natuurherstel en kwaliteitsverbetering vormen onderdeel van onze activiteiten. Wij zoeken een ervaren hydro-ecoloog: • met gedegen kennis en een groot netwerk, • die abstract denkvermogen kan koppelen aan praktische uitvoering, • die kan opereren in een zakelijke omgeving en eigen projecten weet te genereren, • die graag in een team werkt. Reacties zijn welkom tot 15 juli 2014. Kijk voor meer informatie over deze vacature op www.bosgroepen.nl.
KIWA BRL-K240 gecertificeerd
AcquaSilica® Het zuiverste filterzand voor drinkwaterproductie Maak kennis met AcquaSilica®, het filterzand voor drinkwaterproductie. Gewonnen uit natuurlijke bronnen, microbiologisch en toxicologisch uitvoerig onderzocht en gecertificeerd volgens de nieuwste KIWA
normering.
Meer weten? Neem een kijkje op onze website of bel 0591 - 549 820.
www.kremerspeciaalzandengrind.nl
a ur iw e K gek ed
go
Sinds medio 2011 maakt de firma Socla deel uit van de Watts groep. Hiermee kan Watts Industries u nu een extra breed productenpakket aanbieden, zoals balkeerkleppen en vlinderkleppen met bijbehorende aandrijvingen.
d Deze vlinderkleppen worden door Socla al vele jaren ontwikkeld en geproduceerd voor een breed toepassingsgebied. Zo produceert men
Vloeistoffen leidt u met Watts in goede banen kleppen met een grote diversiteit in bouwvormen, afmetingen, materialen en bedieningsmogelijkheden. De vlinderkleppen worden o.a. toegepast in CV- en klimaatinstallaties, in de voedingsmiddelen- en procesindustrie, de automotive en de scheepvaart.
Watts Industries Netherlands B.V. Kollergang 14, 6961 LZ Eerbeek, Postbus 98, 6960 AB Eerbeek, Nederland Tel. +31 (0)313 67 37 50 Fax. +31 (0)313 65 20 73 E-mail info@wattsindustries.nl Internet www.wattsindustries.nl
Watts Industries Netherlands B.V. is onderdeel van Watts Industries Europe B.V.
20
WATER EN SANITATIE: VERANTWOORD VERDIENEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN Tekst Marloes Hooimeijer
Flessenwater, waarvan de kwaliteit vaak slecht wordt gecontroleerd, is voor veel Indonesiërs de enige optie
ntwikkelingslanden hebben tal van O problemen op het gebied van water en sanitatie. Kleinschalige Nederlandse initiatieven bieden daarvoor soms een oplossing – en leveren nog een interessant businessmodel op ook. Maatschappelijk verantwoord onder nemen. Drie voorbeelden van Nederlandse grensverleggers: in Indonesië, Zuid-Afrika en Ghana.
T
T
THEMA
21
WINST MET WATERFILTERS VOOR ARMSTE INDONESIËRS
“We zijn verwend in Nederland: we spoelen de wc door met schoon drinkwater, terwijl dat hier in Indonesië nauwelijks beschikbaar is”, vertelt Lieselotte Heederik. In 2007 verhuisde zij met haar man naar Indonesië om er te werken voor de N ederlandse ontwikkelingsorganisatie Hivos. Ze ondervonden er direct het praktische ongemak van gebrek aan schoon drinkwater. De opties: het vieze water, uit de put in de tuin, koken voor gebruik of water kopen (in 19-literflessen) waarvan de kwaliteit nooit door de overheid wordt gecontroleerd. Heederik: “Op zakenreis in Brazilië zag mijn man dat mensen zelf filters hadden om het water te zuiveren; we besloten er een paar voor eigen gebruik te importeren.” En dat was het begin van iets nieuws, want buren, vrienden en kennissen waren dolenthousiast. Er bleek markt voor hun waterfilterinstallatie. Dus startte het echtpaar in 2009 met eigen spaargeld Nazava Water Filters. Het bedrijf importeert keramische filterkaarsen van het Nederlandse bedrijf Basic Water Needs in India en assembleert die in een ‘behuizing naar eigen model’. Nazava groeide uit tot een sociale onderneming met een missie: iedereen in Indonesië schoon, veilig en betaalbaar drinkwater. En dankzij het binnenhalen van eerste investeerders in 2010 (via de BiD Challenge van de Nationale Commissie voor internationale s amenwerking en Duurzame Ontwikkeling – NCDO) werd het een nationaal bedrijf met 52 lokale resellers door het hele land. “Inmiddels zijn er meer dan 27.500 van onze installaties in Indonesië verkocht”, zegt Heederik. “In 2018 moeten dat 2 miljoen gebruikers zijn.” Ze richten zich op de Indonesiërs die minder dan 7 dollar per dag te besteden hebben. “Dat zijn er 150 miljoen. Er sterven nu nog ieder jaar 150.000 kinderen aan diarree door vervuild drinkwater. De filter haalt 99,99 procent van de bacteriën uit het water en het gezuiverde water is drie keer goedkoper dan water koken en negen keer goedkoper dan waterflessen.” Hoewel een ideële missie, heeft Nazava een bedrijfsmatige inslag. “Daarin geloof ik meer dan in ontwikkelingswerk. Als onze waterfilters niet verkocht worden, doen wij iets verkeerd. Wij zijn een winstgevend bedrijf. We kunnen er – voor Indonesische begrippen – goed van leven.” Maar de lobby voor nieuwe investeerders gaat onverminderd door. “Vorig jaar wonnen we de Amerikaanse Tech Awards in Silicon Valley: 75.000 dollar. Het helpt ook als je tijdens de handelsmissie van premier Rutte (november 2013) mag aanzitten tijdens het diner met de Indonesische president. We kunnen alle steun gebruiken: 150 miljoen Indonesiërs zonder schoon en betaalbaar drinkwater, dat is de totale bevolking van Rusland.”
‘ In 2018 moeten er 2 miljoen gebruikers zijn’
Zie ook: www.grensverleggers.nl/author/lieselotte/
KAAPSTAD BETAALT GRAAG VOOR HOLLANDSE WATERPRECISIE De bestuurders van Kaapstad kunnen er volgens Wytze Schuurmans, directeur van water adviesbureau Nelen & Schuurmans, niet omheen: de snelle stedelijke ontwikkeling zorgt voor problemen in het watermanagement. “Als het even hard regent, lopen de straten onder en staat het verkeer vast. Kiezers worden ontevreden als ze in hun straat in een nieuwe middenklasse woonwijk tot over de knieën in het water staan.” Dit nodigt uit tot zakendoen. Nelen & Schuurmans maakt deel uit van de Dutch Alliance for Sustainable Urban Development in Africa (Dasuda), een consortium van Nederlandse a rchitecten, verkeer- en wateradviseurs dat een masterplan voor de stedelijke ontwikkeling van Kaapstad mocht ontwikkelen. Het Agentschap NL verleende Dasuda voor het d emonstratieproject. Tijdens werkbezoeken aan Kaapstad bracht Nelen & Schuurmans de effecten van verdere verstedelijking op de watersystemen in de stad voor de bestuurders in beeld. Dit deed Schuurmans met het instrument voor 3Di-waterbeheer, dat zijn bedrijf samen met Deltares en de TU > NR 6 / JUNI 2014
‘ Het is een misvatting dat er in ontwikkelingslanden nergens geld voor is’
22
ONDERSTEUNING Met het programma Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) werkt
Kaapstad: als het even hard regent, lopen de straten onder
kennis- en netwerkorganisatie MVO Nederland samen met mkb-bedrijven en organisaties als NWP (Netherlands Water Partnership) om een bijdrage te leveren aan (onder meer) d uurzame, integrale stedelijke ontwikkeling in ontwikkelingslanden. Water- en sanitatievoorzieningen vallen hier vanzelfsprekend onder. Mkb’ers in de w atersector
Delft heeft ontwikkeld. “De zeer gedetailleerde gebiedsmodellen die 3Di oplevert kunnen precies in beeld brengen welk effect de aanleg van bijvoorbeeld een weg of woonwijk kan hebben op de waterstromen in de omgeving”, vertelt hij. “We zaten op een gegeven moment bij de verantwoordelijke minister aan tafel en lieten hem zien hoe het instrument het – fictief – kon laten regenen in zijn achtertuin. Dat maakte veel indruk, vooral omdat hij de overlast herkende.” De lokale overheid heeft Dasuda inmiddels uitgenodigd het masterplan verder uit te werken en daar budget voor beschikbaar gesteld. Het onderdeel watermanagement ligt bij Nelen & Schuurmans. “We zullen gewoon tegen een commercieel tarief onze aanbieding doen, wij hebben met onze 3Di-modellen een uniek product en zijn geen liefdadigheidsinstelling. Maatschappelijk verantwoord en ondernemerschap hoeven elkaar niet te bijten. Het is een misvatting dat er in ontwikkelingslanden nergens geld voor is. De grond in een stad als Kaapstad is kostbaar; bestuurders hebben er wel geld voor over om die optimaal te kunnen benutten.”
die op dit vlak actief zijn of willen zijn, kunnen deelnemen aan IMVO-projecten. Het platform www. grensverleggers.nl biedt de mogelijkheid hun kennis en ervaring met andere ondernemers te delen en
Nog een misvatting, zegt Schuurmans, is dat je bij stedelijke ontwikkeling in ontwikkelingslanden eenvoudige lokale middelen moet inzetten. “Juist omdat het er ontbreekt aan een technische infrastructuur is state of the art technologie – zoals gebruik van gedetailleerde satellietinformatie – uitermate geschikt om water- en inrichtingsvraagstukken mee aan te pakken. In het Nederlandse masterplan voor de havenstad Beira in Mozambique bijvoorbeeld, waarbij we ook betrokken zijn, worden alle data voor 3Di-landmeting ingevlogen met Lidar: een techniek moderner en nauwkeuriger dan het traditionele landmeten.”
bekendheid te geven aan hun werk. Partners van MVO Nederland kunnen bovendien een voucher van maximaal 10.000 euro aanvragen voor een onderzoeks- of adviestraject gericht op IMVO. Meer informatie: projectmanager Meine van de Graaf, m.vandergraaf@ mvonederland.nl
DUURZAAM TOILETTEREN IN GHANESE SLOPPENWIJK “Als dit gaat slagen kun je echt het verschil maken”, zegt Aart van den Beukel. Hij is directeur van Safi Sana, dat publieke toiletvoorzieningen opzet in sloppenwijken nabij de Ghanese hoofdstad Accra. Deze nieuwe toiletten zorgen voor betere hygiëne bij de toiletgang en daardoor minder ziekten – bestaande toiletblokken worden slecht onderhouden, niet schoongemaakt en komen uit op een open riool en uiteindelijk op open zee. Bovendien voorziet Van den Beukel’s businessplan in een idee om de menselijke u itwerpselen rendabel te maken. Momenteel wordt een biogascentrale gebouwd die het toiletafval in combinatie met organisch afval via vergisting omzet in elektriciteit om terug te leveren aan het net. Van de resterende droge stof wordt organische mest gemaakt en het natte restant wordt zodanig behandeld dat het geschikt is voor irrigatie in het landbouwgebied. In 2015 moet de centrale in gebruik zijn. Van den Beukel: “Het ministerie heeft ons al een tarief toegezegd voor de te leveren elektriciteit aan het publieke net. Ook met de boeren hebben we al gesproken over de prijs die zij bereid zijn te betalen voor de mest. Naast het menselijke afval zamelen we organisch afval in
THEMA bij markten en horecagelegenheden in de stad, zodat we genoeg aanvoer hebben voor de productie.” Hoe komt een horecaondernemer – tot 2007 bezat Van den Beukel nog e nkele koffie-bagelbars in Amsterdam – in de Ghanese sanitatievoorziening terecht? “Ik wilde iets anders en kreeg interesse in biogasprojecten. Via via kwam ik in contact Safi Sana heeft inmiddels gezorgd voor drie publieke toiletblokken met de stichting Aqua for all (een stichting die zich inzet voor verbetering van drinkwater en sanitatie in de Derde Wereld, red.), die het projectidee voor Safi Sana al op papier had staan. Of ik het op wilde zetten...” Er was een startfonds beschikbaar vanuit Shell, Rabobank, DHV en waterschap Regge en Dinkel. Daarmee kon Van den Beukel op kleine schaal testen of het idee aansloot bij de lokale behoefte en of het ook financieel en technisch uitvoerbaar was. “Toen een wet werd aangenomen die een vergoeding voor teruglevering aan het elektriciteitsnet mogelijk maakte, kwamen technologie en markt bij elkaar en was er voldoende reden om op te schalen naar de bouw van een energiefabriek.” Dat werd financieel mogelijk met het binnenhalen van een subsidie van 1 miljoen euro van de African Development Bank. Ook enkele private investeerders, Aqua for all en het Ghanese ministerie dragen bij. “Nu is de verdeling nog 90 procent publiek en 10 procent privaat geld, maar dat moet na verloop van tijd omslaan naar een ruime meerderheid privaat.” Inmiddels heeft Safi Sana gezorgd voor drie publieke toiletblokken (veertig wc’s), die worden gemanaged door lokale operators. Van den Beukel onderzoekt momenteel of het met steun van IMVO (zie kader) vergelijkbare projecten kan opzetten in andere delen van Ghana. “Over enkele weken is er een verkenningsmissie naar de Ghanese stad Kumasi. We krijgen ook al verzoeken vanuit Zuid-Afrika, Kenia, Mozambique en Indonesië.” | PROGRAMMA’S Netherlands Water Partnership (NWP) voert samen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland verschillende programma’s uit waarbij de Nederlandse watersector gekoppeld wordt aan kansen in opkomende markten en ontwikkelingslanden. Senior wateradviseurs wijzen Nederlandse ondernemers de weg en weten welke private en publieke financieringsinstrumenten beschikbaar zijn, zoals: • Dutch Growth Fund (DGGF) http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/dutch-good-growth-fund-dggf • Ontwikkelingsrelevante Infrastructuurontwikkeling (ORIO) http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/ontwikkelingsrelevante-infrastructuur ontwikkeling-orio • Fonds Duurzaam Water (FDW) http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/fonds-duurzaam-water-fdw • Partners voor Water (PvW) http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/partners-voor-water-pvw Meer informatie: www.nwp.nl of mail programmamanager Joris van Oppenraaij, j.vanoppenraaij@nwp.nl
NR 6 / JUNI 2014
‘Als dit gaat slagen kun je echt het verschil maken’
23
24
PROEF VLOTTERKERING GEOPEND Onder grote belangstelling van waterschapbestuurders, gemeente bestuurders, wetenschappers en ingenieursbureaus is in Hoek van Holland de proefopstelling geopend van de Vlotterkering. Deze flexibele waterkering bevindt zich bij normaal peil onder het maaiveld en richt zichzelf op door het stijgende water. De innovatieve waterkering kan een oplossing zijn voor plekken waar ophogen van de dijk niet mogelijk is of door de aanwezige bebouwing of niet geaccepteerd wordt, bijvoorbeeld bij historische stadsgezichten.
RIOOL-INFORMATIE RAADSLEDEN Alles wat gemeenteraadsleden willen weten over de bestuurlijke aspecten van riolering en gemeentelijk waterbeheer, kunnen ze vinden op de nieuwe website www.rioolenraad.nl. De site is een initiatief van de Stichting Rioned, kenniscentrum voor stedelijk waterbeheer, waarbij vrijwel alle Nederlandse gemeenten zijn aangesloten. De site is vooral gericht op de vele nieuwe raadsleden die na de gemeenteraadsverkiezingen van afgelopen maart zijn aangetreden. De site is ook afgestemd op tablet en smartphone. www.rioolenraad.nl
Vanaf links: wethouder Arie den Ouden, Water van der Meer en Harrie Timmer (beiden Oasen)
OASEN OPENT INNOVATIEVE WATERWINPUT Vorige maand heeft drinkwaterbedrijf Oasen de nieuwe PURO-put in Ridderkerk officieel geopend. Met een druk op de knop startte de Ridderkerkse wethouder Arie den Ouden de energiezuinige RO-waterwinput. Vervolgens begon 100 meter onder de grond de put met het oppompen van brak grondwater. Op deze diepte stroomt dit water langs een RO (reverse osmosis) membraanfilter, dat meteen het zout uit het water verwijdert. Dit gebeurt op energiezuinige manier, met behulp van de natuurlijk aanwezige druk op de grote diepte. Vervolgens wordt het water via een leiding naar zuiveringsstation Reijerwaard gepompt, waar Oasen er drinkwater van maakt. De put levert op deze manier 100.000 kubieke meter drinkwater per jaar. Met het PURO-project onderzoekt Oasen samen met Waternet, TU Delft, grondboorbedrijf Haitjema en Logisticon Water Treatment hoe je met een energie zuinige RO-installatie drinkwater kunt maken van diep liggend brak grondwater. De RO-unit zuivert het water in de ondergrond en laat het uitgefilterde zout wegstromen. Dit gebeurt dan op een nog grotere diepte, waar al een soortgelijke zoutconcentratie aanwezig is, zodat de zoetwatervoorraad gespaard blijft. Aan de ingebruikname ging een traject van vier jaar vooraf. In 2010 won het idee voor de PURO-put de eerste prijs voor de InnoWATOR subsidieregeling van het toenmalige Agentschap.nl. Vervolgens zijn de verschillende partijen met elkaar een vergunningsaanvraag gestart, hebben een projectplan gemaakt en eind 2013 de put geboord en ingericht. De komende maanden vindt onderzoek plaats naar de werking van de put en wordt deze geoptimaliseerd.
WATERTECHNIEK
TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR
Foto Andreas Terlaak / Hollandse Hoogte
BREDE GROENE DIJK GOED ALTERNATIEF VOOR TRADITIONELE STENEN DIJK Brede groene dijken zijn goedkoper in aanleg en bieden vaak meer bescherming dan traditionele dijken met een steen- of asfaltbekleding. Bovendien passen ze doorgaans beter in het landschap. Daarom zou er bij dijkversterkingen meer aandacht moeten komen voor dit alternatief.
Rotterdam, blauwalg in de Kralingse Plas
BETERE VOORSPELLING BLAUWALGENBLOEI MOGELIJK De groei van blauwalgen wordt door meer factoren gestimuleerd dan tot nu toe werd aangenomen. Ook de hoeveelheid zuurstof in het water speelt een belangrijke rol. Dit blijkt uit het onderzoek Physical aspects explaining cyanobacteria scum formation in natural water systems, waarop Evelyn Aparicio Medrano onlangs promoveerde aan de TU Eindhoven. Haar onderzoek, dat werd begeleid door Miguel Dionisio Pires (Deltares), zorgt ervoor dat algenbloei nauwkeuriger kan worden voorspeld. Waterbeheerders houden de hoeveelheid blauwalgen in de gaten door chlorofyl en cellen in het water te meten en bij hoge concentraties ook toxines te meten. Hiermee is echter niet te voorspellen wat blauwalgen de volgende dagen zullen gaan doen. Daarvoor moet je ook de watertemperatuur en de weersvoorspelling kennen. In de praktijk is echter gebleken dat dit niet altijd leidt tot betrouwbare resultaten en we weten nu waarom. Waterbeheerders zouden bij hun voorspelling ook de zuurstofgraad moeten meenemen. De nieuwe kennis zal nog niet direct leiden tot effectievere bestrijdingsmaatregelen. Dionisio Pires: “Het is wel een belangrijke eerste stap in die richting. Een veel gebruikte maatregel tegen algenbloei is het beluchtingssysteem. Dit levert weliswaar snel resultaat, maar zodra het systeem wordt uitgezet neemt de bloei meestal weer toe. Met de nieuwe kennis kunnen we nu onderzoeken of het systeem wellicht anders moet worden afgesteld voor een structureel effect.”
NR 6 / JUNI 2014
Dit blijkt uit de studie die door Deltares en Alterra Wageningen UR is uitgevoerd voor de dijkverzwaringen in het Eems-Dollard gebied. Hierbij zijn de mogelijkheden van een brede groene dijk langs de Dollard beoordeeld en zijn de aanlegkosten en het veiligheidsniveau van een brede groene dijk met een traditionele dijk vergeleken. Een brede groene dijk heeft een zeer flauw talud en een voorland van kwelders. De dijk wordt volledig in klei met een grasbekleding uitgevoerd. Deze manier van dijkaanleg werd in Nederland in het verleden vaker toegepast, maar wordt nu niet meer als alternatief meegenomen omdat de voorkeur wordt gegeven aan dijken die zo min mogelijk ruimte innemen. Een brede groene dijk neemt inderdaad meer ruimte in, wat de dijk ongeschikt maakt voor locaties waar ruimte schaars is. Het Eems-Dollardgebied is echter juist zeer geschikt voor dit type dijk. De kosten voor de brede groene dijk komen per kilometer beduidend lager uit omdat er geen dure asfalt- of steenbekledig nodig is. De onderzoekers waren verrast over dit resultaat omdat er wel meer materiaal nodig is voor de dijk. Ook op veiligheid scoort de brede groene dijk beter dan de traditionele dijk. Dit komt doordat de dijk door de grotere basisbreedte (in combinatie met een kwelder) minder gevoelig is voor kwel en zandmeevoerende wellen, die een dijk instabiel maken. Bovendien kan bij dit concept met een lagere kruinhoogte worden volstaan, wat de stabiliteit van de dijk ten goede komt. Nu de vergelijking zo positief uitvalt, pleiten de onderzoekers ervoor het nieuwe dijkconcept en kleiwinning vanuit de kwelder, in de komende jaren op kleine schaal te testen. De studie ‘Nadere verkenning groene Dollarddijk’ is uitgevoerd in het kader van het Deltaprogramma Waddengebied van de rijksoverheid en met medewerking van het corporate innovatieprogramma van Rijkswaterstaat, het programma rijke Waddenzee en de Dienst Landelijk Gebied. Aanleiding voor het onderzoek was het afkeuren van diverse dijken in Noord-Nederland omdat de harde bekleding niet meer bestand is tegen de golfaanval. Het complete rapport is onder andere te vinden op de website van Alterra. www.wageningenur.nl
25
26
DRUGSGEBRUIK BEWEZEN VIA ANALYSE VAN RIOOLWATER Het drugsgebruik in Europese steden loopt sterk uiteen. Dit blijkt uit een analyse van het rioolwater van 42 steden in 21 landen, uitgevoerd door het Europese SCORE-netwerk, waarvan ook onderzoekers (Pim de Voogt en Erik Emke) deelnemen van het Nederlandse KWR Watercycle Research Institute. In het westen en het zuiden van Europa werden meer sporen van cocaïne aangetroffen dan in het noorden en het oosten. Het gebruik van amfetamine is vrij gelijkmatig verdeeld over Europa, met uitschieters in het noorden en het noordwesten. Het gebruik van metamfetamine is over het algemeen vrij laag, maar waar het voorheen beperkt was tot Tsjechië en Slowakije, zien we nu ook gebruik in het oosten van Duitsland en in Scandinavië. In Nederlandse steden wordt relatief veel cocaïne, amfetamine en ecstasy gebruikt, en ook voor wat betreft het gebruik van cannabis staat Nederland in de top-5. Als we naar het patroon gedurende een week kijken, blijkt dat het gebruik van cocaïne en ecstasy sterkt stijgt in de weekenden, terwijl het gebruik van cannabis en metamfetamine meer gelijkmatig is gedurende de hele week. De conclusies staan in het European Drug Report 2014 dat het Europese agentschap voor verdovende middelen heeft gepubliceerd. Dit is de eerste en meest uitgebreide studie die gedurende meerdere jaren (2011 tot en met 2013), en volgens een vooraf vastgesteld gezamenlijk meetprotocol, rioolwater in verschillende landen bekeken heeft. Chemische analyse van rioolwater is een nieuwe en zich heel snel ontwikkelende discipline die trends in het gebruik van verdovende middelen (maar ook andere middelen) op het niveau van de gehele stedelijke bevolking bijna real time in beeld brengt. www.kwrwater.nl
Over een traject van 1 kilometer is hout geplaatst om het peil te verhogen en de natuurwaarde te vergroten
DOOD HOUT BRENGT LEVEN IN DE BEEK Waterschap Aa en Maas is positief over het verloop van een proef om met behulp van dood hout het waterpeil in een beek te verhogen en de natuurwaarde te verbeteren. Het experiment wordt gehouden in de Snelle Loop in Gemert-Bakel. Binnen een jaar na de plaatsing van het dode hout zijn in de beek zeldzame waterdieren waargenomen. Het waterschap had in de Snelle Loop een stuw verwijderd, waardoor de waterpeilen daalden. Om het peilverschil van de stuw op te vangen, is op verschillende plaatsen op natuurlijke wijze dood hout in de beek gebracht. Uit literatuuronderzoek blijkt dat dit een goedkope en effectieve methode is om het peil en de biodiversiteit te verhogen. Op tien verschillende plekken in de beek is over een traject van circa 1 kilometer op verschillende manieren hout geplaatst om op die manier het waterpeil te verhogen en de natuurwaarde te versterken. Er zijn onder andere boomstammen ingegraven en losse takken van verschillende boomsoorten in de Snelle Loop gelegd. Het proefproject wordt uitgevoerd met ondersteuning van studenten van de opleiding Toegepaste Biologie van de HAS Hogeschool in ’s-Hertogenbosch. De studenten voeren één dag per week voor de duur van een schooljaar een praktijkopdracht uit. Bij dit project worden zij ingezet om te kijken hoeveel en welke soorten vissen en macrofauna (kleine waterdiertjes) er in de beek voorkomen. Ook de kwaliteit van het water wordt onderzocht. Studenten hebben nu twee opeenvolgende schooljaren een deel van de monitoring uitgevoerd en geanalyseerd. Per houtconstructie is in het najaar van 2012 bekeken hoeveel en welke diersoorten er aanwezig zijn. Daarbij werden enkele zeer zeldzame soorten gevonden, die kenmerkend zijn voor stromend water en natuurlijke beekjes, zoals de beekrombout (een soort libelle) en veel exemplaren van bijzondere kokerjuffers. Bijkomend voordeel van het hout is dat de beek toegankelijker voor vissen wordt. Vissen komen namelijk niet langs stuwen vanwege het peilverschil, maar kunnen nu wel stroomopwaarts langs de houtconstructies zwemmen. Zo zijn het bermpje, de riviergrondel en de kleine modderkruiper al waargenomen.
WATERTECHNIEK
TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR
PWN TECHNOLOGIES TROTS OP NIEUWE ZUIVERING ANDIJK III Het was een volle bak bij PWN Technologies in Andijk, waar vorige maand de nieuwe Andijk III-installatie voor waterzuivering officieel werd gepresenteerd voor experts uit binnen- en buitenland. Andijk III staat te glimmen ter gelegenheid van de officiële ingebruikneming
Andijk III, voor de zuivering van oppervlaktewater uit het IJsselmeer, wordt door PWN Technologies omschreven als de “meest efficiënte en duurzame waterzuiveringsmethode ter wereld”. De nieuwe installatie produceert 120 miljoen liter drinkwater per dag en is speciaal ontworpen om waterbehandeling duurzamer en efficiënter te maken. De installatie maakt gebruik van door PWN Technologies ontwikkelde innovaties, gebaseerd op ionenuitwisseling en keramische membraanfiltratie. Door ionenwisseling worden natuurlijke organische materialen, sulfaten en nitraten aan het water onttrokken. Via de keramische membraanfiltratie worden zwevende deeltjes en bacteriën verwijderd. Na deze twee voorbehandelingstappen volgt verdere zuivering via bestaande UV-technologie en actieve koolfiltratie. De combinatie van technologieën maakt de installatie volgens PWN uniek in de wereld.
Andijk III is het resultaat van jarenlange ervaring met waterzuivering, onderzoek en tests in binnen- en buitenland. In 2012 kende de International Water Association (IWA) het project de Innovation Award toe. De internationale belangstelling voor de technologieën is groot. Inmiddels zijn pilotprojecten gestart in Singapore, Engeland en Australië. Ook de wetenschap heeft er vertrouwen in. Shane Snyder, hoogleraar aan de Universiteit van Arizona, zei ter gelegenheid van de officiële ingebruikname: “Meer bedrijven zouden het toepassen van deze technologieën moeten overwegen. En dan uitbreiden, om zo aan de wereld te laten zien dat deze technologieën efficiënt, robuust en betrouwbaar zijn.” PWN Technologies is een dochteronderneming van drinkwater bedrijf PWN. Het bedrijf is opgericht om innovatieve technologieën toegankelijk te maken voor waterbedrijven over de hele wereld.
75 MILJOEN OM SLUIZEN VAN HARINGVLIET OP KIER TE ZETTEN
Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) stelt 75 miljoen euro beschikbaar voor de verplaatsing van enkele inlaatpunten van zoetwater van waterschap Hollandse Delta en Evides Waterbedrijf. De oude inlaatpunten zijn niet meer bruikbaar als het zogeheten Kierbesluit wordt uitgevoerd. Dit Kierbesluit houdt in dat ook bij vloed een beperkt gedeelte van de Haringvlietsluizen op een kier blijft staan. Hierdoor kunnen trekvissen als zalm, zeeforel, glasaal, maar ook de larve van de bot of het driedoornig stekelbaarsje de stroomgebieden van Rijn en Maas bereiken. Zalmen en zeeforellen trekken de rivier op
NR 6 / JUNI 2014
om bovenstrooms te paaien. Bij glasalen en botlarven is dat juist andersom; die worden volwassen in zoetwater en trekken weer naar zee om zich voort te planten. De sluizen worden afhankelijk van de waterafvoer van de Rijn zo bediend dat het zoute water niet verder komt dan de lijn Middelharnis–ingang Spui. Het Kierbesluit is een gevolg van Europese afspraken. Omdat het westelijk deel van het Haringvliet zouter wordt, kunnen waterschap Hollandse Delta en Evides Waterbedrijf de huidige inlaatpunten voor zoet water niet meer gebruiken. Daarom w orden deze inlaten verder naar het oosten geplaatst. Voor Evides betekent dit een nieuwe inlaat op Goeree-Overflakkee en de aanleg van een nieuwe leiding die aansluit op het bestaande leidingnet naar drinkwaterzuiveringslocatie Ouddorp. Voor Hollandse Delta betekent het dat inlaten verlegd moeten worden op de eilanden Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee. Bovendien moeten op beide eilanden aanvoersloten verbreed of gegraven worden. De planning is dat de werkzaamheden van het waterschap en Evides eind 2018 zijn afgerond. Dan kan Rijkswaterstaat starten met het stapsgewijs op een kier zetten van de sluizen. www.kierharingvliet.nl
27
28
WATERTECHNIEK
TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR
LGR BRENGT REGISTRATIES VAN GRONDWATER EN BODEMENERGIE BIJEEN De vernieuwing van het Landelijk Grondwater Register (LGR) is voltooid. Het LGR is uitgebreid met de mogelijkheid om zowel open als gesloten bodemenergiesystemen te registreren. Hiermee is een landelijk dekkend informatiesysteem ontstaan voor alle locaties van grondwaterwinning, grondwaterinfiltratie en bodemenergiesystemen. Het LGR is beschikbaar voor alle provincies, waterschappen en omgevingsdiensten. Het Landelijk Grondwater Register is traditioneel de verzamelplaats van alle meldingen van en vergunningen voor grondwateronttrekkingen en grondwaterinfiltraties. Op basis van deze registraties door provincies en waterschappen wordt onder andere de jaarlijkse grondwaterheffing voor vergunninghouders vastgesteld. In 2011 is uit onderzoek gebleken dat het LGR op verschillende onderdelen niet voldeed aan de eisen die aan een eigentijds informatiesysteem van de Nederlandse overheid gesteld mogen worden. Intussen was bovendien de drukte in de ondergrond fors toegenomen door sterke uitbreiding van het aantal systemen voor gebruik van bodemenergie. Dit zou kunnen leiden tot conflicten tussen bestaande en nieuwe systemen, vanwege het risico van onderlinge beïnvloeding (interferentie). Daarom is bepaald dat bodemenergiesystemen het best landelijk geregistreerd kunnen worden. Om vast te stellen welk landelijk register voor deze registraties in aanmerking zou komen heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu de haalbaarheid laten onderzoeken van het geschikt maken van het reeds bestaande Landelijk Grond
‘SANIWIJZER’ LAAT VERNIEUWING ZIEN Saniwijzer is de naam van een nieuwe website (www.saniwijzer.nl) waar men alles te weten kan komen (en informatie kan uitwisselen) over nieuwe vormen van sanitatie. De site is gelanceerd door de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) en de Stichting Rioned, het kenniscentrum voor stedelijk waterbeheer. De site is opgezet omdat gemeenten en waterschappen door lopend investeren in de aanleg en het beheer van de riolering en afvalwaterzuiveringsinstallaties en er naast de conventionele, centrale sanitatiesystemen steeds meer alternatieve, decentrale systemen op de markt komen. www.saniwijzer.nl
water Register als register voor gesloten bodemenergiesystemen (en daarmee voor alle bodemenergiesystemen in Nederland). Het LGR bevatte namelijk al de gegevens van circa 1.600 open bodemenergiesystemen als onderdeel van de vergunningenregistratie in het grondwaterdomein. Uitkomst van het haalbaarheidsonderzoek was dat het LGR, dat al op de nominatie stond om vernieuwd te worden, in deze vernieuwingsslag ook uitgebreid kon worden met de mogelijkheid om gesloten bodemenergiesystemen te registreren. Deze uitbreiding met het domein van de gesloten bodemenergiegegevens bracht tegelijk met zich mee dat een nieuwe groep toekomstige gebruikers van het LGR in beeld kwam, namelijk alle gemeenten en omgevingsdiensten in Nederland, die bevoegd gezag zijn en uitvoerende taken hebben op het gebied van de gesloten bodemenergiesystemen. Over de vernieuwing van het Landelijk Grondwater Register (LGR) en de betekenis die deze heeft voor meer samenhang tussen de domeinen van grondwater en bodemenergie, heeft Jacques Duivenvoorden, zelfstandig interimmanager en consultant, voor H2O-Online op persoonlijke titel een artikel geschreven. Duivenvoorden was in 2012 en 2013 projectleider Herbouw LGR in opdracht van het Inter Provinciaal Overleg (IPO) en het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Zijn artikel is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl
OVERDIEPSE POLDER MAG OVERSTROMEN In de Overdiepse Polder wordt het rivierwater van de Bergsche Maas niet langer tegengehouden, maar mag het vrij de polder in stromen. Begin juni is de 6 meter hoge rivierdijk die de polder bescherming bood, verlaagd naar 2,5 meter boven NAP. De Overdiepse Polder is een project in het kader van het programma ‘Ruimte voor de Rivier’. Bij extreem hoogwater krijgt het Maaswater hier extra ruimte en kan het een aantal dagen worden vastgehouden. Naar verwachting zal dit eens per 25 jaar gebeuren. Door deze rivierverruiming wordt de waterstand op de Bergsche Maas verlaagd met 27 centimeter. De Overdiepse Polder is gerealiseerd door Waterschap Brabantse Delta. Bijzonder is onder andere dat de agrariërs die in de polder hun werk doen, zelf een plan bedachten om er te kunnen blijven wonen en werken: door te verhuizen naar 6 meter hoge terpen.
29 ( ADVERTORIAL )
O
A success story shared by 17 countries. In Europe and Brazil, 1,000 water authorities have chosen BLUTOP as a solution!
H2
BEDRIJFSPORTRET
SAINT-GOBAIN PIPE SYSTEMS
BIEDT DUURZAME OPLOSSINGEN VOOR WATERTRANSPORT OP HET GEBIED VAN INDUSTRIEEL-, AFVAL- EN DRINKWATER • Zware omstandigheden! • Leidingen in vervuilde grond! • Aanleg en renovatie zonder graven! • Voorkom calamiteiten met leidingonderzoek! • Hergebruik!
Onze totaaloplossingen bestaan uit een compleet pakket van DN60 tot en met DN2000 mof-spie leidingen, mof- en flenshulpstukken, afsluiters en overige appendages zodat wij u als totaalleverancier van dienst kunnen zijn. Onze materialen zijn toepasbaar in alle omstandigheden, bijvoorbeeld bij een laag gronddek gecombineerd met een hoge bovenbelasting, bij werkdrukken oplopend tot 100 bar en in alle grond soorten. Onze leidingsystemen zijn gegarandeerd waterdicht en onderhoudsvrij. Onze leidingsystemen worden op onze eigen productielocaties ontwikkeld, getest, geproduceerd en gecertificeerd waardoor we het gehele productieproces kunnen monitoren, controleren en beheersen. Zo kunnen wij u een betrouwbaar, kwalitatief hoogwaardig en veilig leidingsysteem garanderen.
Contactgegevens Saint-Gobain Pipe Systems Markerkant 10-17 1316 AB Almere Sales.sgps.nl@saint-gobain.com www.sgps.nl
NR6 / JUNI 2014
Al onze leidingsystemen worden o ntwikkeld, getest, geproduceerd en gecertificeerd voor de toepassing waarin ze op uw project worden ingezet. Onze Blutop waterbuizen bijvoorbeeld hebben een inwendige coating geschikt en goedgekeurd voor drinkwater en onze boorbuizen hebben slag- en slijtvaste buitenbekleding. Zo bent u er zeker van dat onze producten geschikt zijn voor uw project.
Gezien de steeds grotere belangen rond verkeer, milieu en veiligheid begrijpen we dat niet alle leidingsystemen met dezelfde methode worden aangelegd. Met r eguliere open sleuf aanleg en toepassingen op het gebied van sleufloze technieken, zoals een horizontaal gestuurde boring of pipe cracking, bieden we passende oplossingen voor alle situaties. Vanzelfsprekend hoeven leidingsystemen die in uitstekende conditie verkeren, nog niet te worden vervangen maar bent u geïnteresseerd in de zwakke punten in het leidingnet die voor lekkages zouden kunnen zorgen. Wij zijn specialist op het gebied van Pipe Condition Assesment, met techniek kunnen we een indicatie geven over rest levensduur van de leiding en u helpen om aan uw zorgplicht te voldoen. Duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen, recycling, zijn een paar steekwoorden die een prominente rol spelen in onze dagelijkse praktijk. U iteraard is gietijzer oneindig recyclebaar; onze Duitse productielocatie verwerkt schroot tot nieuwe leidingen. Vanwege de superieure materiaaleigenschappen (sterk, robuust, flexibel) gecombineerd met innovatie op het gebied van coating en productie is het leidingsysteem duurzaam en geschikt voor vele jaren toekomst!
30
O
H2
OP PAD MET...
BARRY SCHOLTEN
Tekst Barbara Schilperoort Fotografie Joris Schaap
Barry Scholten (35) kwam op het idee van de Smart Polder. Hier, in de Amersfoortse nieuwbouwwijk Vathorst, werd zijn idee werkelijkheid: “In de Smart Polder wordt oppervlaktewater een energiebron. Een oer- Hollandse uitvinding, maar in elke delta, waar ook ter wereld toepasbaar.”
‘SMART POLDER: 21E-EEUWSE VARIANT OP OER-HOLLANDS PRODUCT’
EEN OER-HOLLANDS PRODUCT
Barry Scholten hield op 31 maart een pitch tijdens TedXBinnenhof. De jaarlijkse manifestatie had deze keer als thema ‘Global Challenges, Dutch Solutions’. Om te laten zien “hoe baanbrekende innovaties van Nederlandse bodem kunnen bijdragen aan het oplossen van mondiale, maatschappelijke vraagstukken op het gebied van milieuvervuiling, klimaatverandering, voedsel- en grondstoffenschaarste en energie.” Zijn verhaal ging natuurlijk over zijn persoonlijke trots: de Smart Polder, de 21e-eeuwse variant op een oer-Hollands product. Met een centrale rol voor onze gemalen, die – heel slim – ook energie kunnen leveren.
De inlaat van de waterpomp ligt verstopt onder de houten steiger. Een filter voorkomt dat kikkers, vissen én rommel mee naar binnen komen.
31
GRACHTENSTAD DE LAAK
NR 6 / JUNI 2014
WATERSCHAP ALS ENERGIELEVERANCIER
In een put onder het pleintje ligt de technische installatie die het water – mechanisch, dus zonder chloor filtert en zo geschikt maakt voor opwarming
Barry Scholten ziet het helemaal voor zich: “Het gaat erom dat je bij het ontwikkelen van een gebied al in een vroeg stadium kijkt wat de mogelijkheden zijn om oppervlaktewater als energiebron te gebruiken. Zodat je het beheer van water en energie in één integraal plan combineert. Waterschap, gemeente, energieleverancier, projectontwikkelaar en woningcorporatie werken samen bij de realisatie. Zoals we onder andere in Wageningen deden. Voordelen van deze innovatieve samenwerking: minder kosten, duurzamere energie, betere waterkwaliteit, beter stedelijk klimaat. Waterschappen zijn in het bezit van een enorme bron aan duurzame energie: het oppervlaktewater. Zo kunnen ze zelfs energieleverancier worden.”
O
GEMALEN STAAN OVERAL
Barry Scholten is, na een MTS- en HTS-opleiding (elektrotechniek), momenteel bezig met afstuderen aan de TU Delft. De MBE (Master Business Engineering) in spe werkt als business developer bij IFTechnology, een adviesbureau dat gespecialiseerd is in bodemenergie, maar ook steeds meer projecten met oppervlaktewater ontwikkelt. “Op zoek naar een robuuste installatie om problemen met verstopte filters te voorkomen, ontdekten we de enorme potentie van oppervlaktewater. Dat bracht ons op het idee om verder te onderzoeken hoe je oppervlaktewater als duurzame energiebron kunt inzetten.” “Wij presenteerden ons idee bij diverse gelegen heden. Zoals tijdens een themabijeenkomst in het kader van het Deltaprogramma Rijnmond en Drechtsteden. Vanaf dat moment gingen ook professionals van de waterschappen en het ministerie van Infrastructuur en Milieu meedenken over het verder ontwikkelen van het concept. Zo kreeg het steeds meer handen en voeten. Een quick scan van de potentie van tien grote gemalen in het gebied van Hoogheemraadschap Delfland was een volgende belangrijke ontdekking: deze verpompen jaarlijks 500 Gigawattuur aan warmte en koude. Net zoveel als alle Zuid-Hollandse windmolens samen in een heel jaar aan elektriciteit opwekken. Stel je voor als je álle gemalen omvormt tot energiefabriek… Niemand wil een windmolen in zijn achtertuin. Gemalen staan overal al. Een fantastisch alternatief.”
De Laak is een ‘grachtenstad’ aan de noordkant van de Amersfoortse nieuwbouwwijk Vathorst. Genoemd naar het gelijknamige riviertje dat leidt naar de randmeren in het buitengebied. Woningen staan in of aan het water. IFTechnology, waterschap Vallei en Eem (inmiddels opgegaan in Vallei en Veluwe) en energieleverancier NUON creëerden hier een Smart Polder. “Dit gemaal houdt het waterpeil onder de huizen en voor de scheepvaart op peil, én levert via een pompinstallatie ook de energie voor enkele appartementengebouwen. Zo’n 200 appartementen krijgen op deze manier de helft van hun energie.” Aan de andere kant van het gebied ligt de uitlaat, ook onder een steiger verstopt. “Daar komt het afgekoelde water weer terug in het oppervlaktewater. Koeler oppervlaktewater is een goed middel tegen het ‘hitte-eiland’ effect van stedelijk gebied, het fenomeen dat het in de stad warmer is dan op het platteland. Ook bevat koeler water meer zuurstof: goed vóór vissen en tégen botulisme en blauwalgen. In- en uitlaat liggen zo ver van elkaar dat een goede circulatie ontstaat en het oppervlaktewater weer is opgewarmd als het via de stuw bij het gemaal terug naar de inlaat stroomt.”
In de technische ruimte staan de waterpompen. “Hier winnen we warmte uit o ppervlaktewater. Voor een warm bad, een warme douche, warm water in de keuken, verwarmde kamers. Zo’n 200 appartementen krijgen op deze manier 50 procent van hun energie”
T
32
HOE VEILIG ZIJN ONZE DIJKEN? “3 miljoen Nederlanders wonen achter zwakke dijken”, vertelde RTL Nieuws niet lang geleden. Wat is er aan de hand? Is het een probleem? En zo ja, waarom komt dat dan pas nu aan het licht?
Tekst Peter Boorsma | Foto Waterschap Groot Salland
T
THEMA
D
Judith van den Bos (Unie van Waterschappen):
‘500 kilometer voldoet niet aan de huidige eisen - als je uitgaat van een levenscyclus van vijftig jaar, is dat niet bijzonder’
NR 6 / JUNI 2014
at is dan toch wel even schrikken: komt RTL Nieuws dit voorjaar ineens met het bericht dat er zestig jaar na de Watersnoodramp nog steeds 3 miljoen landgenoten achter zwakke dijken wonen. Wat is er aan de hand? RTL Nieuws is gestuit op de rapporten die zijn gemaakt in het kader van het project Veiligheid Nederland in Kaart 2 (VNK2). Dit is groot studieproject van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de waterschappen en de provincies om te kijken of we voldoende beschermd zijn tegen overstromingen. In de huidige situatie wordt om de zes jaar van alle primaire keringen in Nederland nagegaan of ze nog voldoen aan de wettelijke normen (zie kader Een derde van de dijken afgekeurd). Getoetst wordt of de dijk bestand is tegen (dat wil zeggen: hoog genoeg is voor) een maximale waterstand die gemiddeld eens in zeg de 1.250 jaar voorkomt. In het project Veiligheid Nederland in Kaart 2 wordt er echter niet naar de overschrijdingskans, maar naar de overstromingskans: de kans dat de waterkering doorbreekt en er een overstroming plaatsvindt. Men kijkt dus explicieter naar de sterkte van de dijk. In de loop der jaren is men steeds meer te weten gekomen over hoe dijken zich houden onder de druk van het water. Zo blijkt piping, waarbij het zand onder de kering wegspoelt en de dijk van binnenuit uitholt, een veel grotere kans te geven op overstroming dan we vroeger dachten. Hetzelfde geldt voor het afschuiven van de dijk. Ook bij lagere waterstanden kunnen deze verschijnselen zich voordoen. Inmiddels is besloten om vanaf 2017 een nieuw toetsinstrumentarium te gebruiken, dat is gebaseerd op deze nieuwe inzichten. SLIM Daarnaast wil men ook op een ‘slimmere’ manier kijken naar veiligheid. Immers, de ene overstroming is de andere niet. Het maakt nogal verschil of een overstroming ertoe leidt dat er twee weilanden onderlopen of dat een fors deel van een stad onder water komt te staan, met veel grotere materiële schade en misschien wel slachtoffers als gevolg. Volgens Judith van den Bos, beleidsmedewerker van de Unie van Waterschappen, worden tot nu toe alle gebieden binnen de dijkringen gezien als een soort badkuip. Als er ergens een gat in een dijk komt, ongeacht waar, stroomt de hele badkuip vol, zo is de veronderstelling. “Dat geldt misschien voor Flevoland, maar niet voor Zuid-Holland met de >
33
34
EEN DERDE VAN DE DIJKEN AFGEKEURD In de huidige systematiek toetsen de waterschappen en Rijkswaterstaat alle primaire keringen in Nederland om de zes jaar of ze bestand zijn tegen een extreme waterstand en storm. Dijken die worden afgekeurd, worden opgenomen in een hoogwaterbeschermingsprogramma, bedoeld om de betreffende keringen te versterken. Inmiddels zijn er drie toetsrondes geweest, gevolgd door evenveel hoogwaterbeschermingsprogramma’s. Omdat in de derde toetsronde nog steeds van veel dijken onbekend was hoe ze er bijstaan, is deze verlengd. In februari bleek uit deze Verlengde Derde Toets dat ruwweg een derde van de circa 3.750 kilometer dijken is afgekeurd. Volgens Judith van den Bos van de Unie van Waterschappen is echter goed te verklaren waarom er zo’n fors deel van de dijken niet voldoet. “De zeespiegel stijgt, de bodem daalt en technische eisen veranderen omdat er nieuwe inzichten zijn. Daarbij wordt er al gewerkt aan 500 van de 1.250 kilometer dijken in het kader van Ruimte voor de rivier, Maaswerken of het Hoogwaterbeschermingsprogramma, dat volgde op de tweede toetsronde.” Het versterken van een dijktraject duurt zes tot zeven jaar, aldus Van den Bos. “Het begint met het maken van een ontwerp waarin ook naar de omgeving gekeken wordt. Soms moet ook het bestemmingsplan worden gewijzigd.” De rest van de afgekeurde dijken – circa 750 kilometer – zit
ltijd gaat om nieuwe problemen. De Groot is adviseur a waterbeheer bij advies- en ingenieursbureau RPS, dat een aantal VNK2-onderzoeken in het zuiden van het land heeft uitgevoerd. “Als ik een beetje door mijn oogharen kijk, worden voor de dijken die nu in de toetsing zijn afgekeurd, ook met VNK2 grote faalkansen geconstateerd. Dat is ook logisch, want dezelfde gegevens worden gebruikt. Als het oordeel afwijkt, dan komt dat meestal doordat er of nieuwe gegevens zijn of andere, nieuwe inzichten zijn.” Maar Han Vrijling, directeur van Horvat & Partners en emeritus hoogleraar Waterbouwkunde, waarschuwt dat de nieuwe manier van kijken naar de dijken – ook naar andere faalmechanismen dan hoogte – veel hogere doorbraak kansen geeft dan de oude systematiek. “In het Rivierengebied en Salland is de jaarlijkse kans op overstroming 1 op 100! Natuurlijk moet je je afvragen of het grote risico op piping wel klopt, of het geen rekenfout is. Maar naar mijn overtuiging is het risico er wel degelijk. Bij ieder hoogwater – bijvoorbeeld dat van 2010 – treden er immers wellen op, zelfs op plaatsen waar je het niet verwacht.” Van den Bos (Unie van Waterschappen) benadrukt echter
Han Vrijling (Horvat & Partners):
‘Zwakke plekken worden nu sneller gevonden dan dat ver beteringen worden doorgevoerd’
clus van vijftig jaar, is dat niet bijzonder”, vindt Van den Bos.
dat de overstromingskansen nog in een ontwikkelingsfase verkeren. Volgens haar is het nog te vroeg om conclusies te trekken op basis van de nieuwe systematiek. “VNK2 is een innovatieve methodiek, die de komende jaren verder wordt uitgerold. Het is een project dat alle waterschappen en ingenieursbureaus in staat moet stellen de nieuwe systematiek in de vingers te krijgen. Kan iedereen ermee werken? Zijn alle benodigde gegevens beschikbaar? En niet onbelangrijk: hoe hoog stel je die norm?”
talloze polders en hoogteverschillen. Wil je weten wat er gebeurt als een bepaalde dijk in Zuid-Holland doorbreekt, dan moet je het overstromingsverloop berekenen en kijken wat de gevolgen zijn.” Om nu meer gevoel te krijgen voor de nieuwe veiligheidsbenadering, waarbij dus wordt berekend wat de kans is dat zich een overstroming voordoet én wat de eventuele vervolgschade is, hebben het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de provincies het eerder genoemde project VNK2 opgezet. De rapporten over de meeste dijkringen zijn inmiddels afgerond. Volgens Bram de Groot blijkt uit de rapporten dat het niet
INZICHTEN Dat in de nieuwe systematiek ook de gevolgschade nadrukkelijk wordt meegewogen levert al wel interessante nieuwe inzichten op. De Groot noemt de Gelderse Vallei als mooi voorbeeld. Als de dijk aan het Randmeer doorbreekt, stroomt het water geleidelijk de vallei binnen, zonder al te veel s chade te veroorzaken. Maar breekt de Grebbedijk in het zuiden door, dan staat Veenendaal binnen de kortste keren onder water. Volgens de huidige systematiek moeten beide dijken aan dezelfde normen voldoen. Maar VNK2 maakt duidelijk dat het beter is te investeren in versterking van de Grebbedijk. “Dankzij de nieuwe systematiek kun je veel beter afwegen waaraan je je euro’s wilt besteden en
in het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma, dat nu niet alleen door het Rijk maar ook door de waterschappen wordt gefinancierd. Een derde hiervan betreft C-keringen – dijken die niet direct langs de kust of grote wateren liggen – die bij de laatste ronde voor het eerst zijn getoetst. “Hiervan voldoet 500 kilometer niet aan de huidige eisen. Het gaat dan om hoogtetekort, stabiliteit, piping of bekleding, soms om een combinatie. Als je uitgaat van een levenscy-
THEMA beter inzichtelijk maken wat de effecten van verbeteringen zijn.” Bij de nieuwe systematiek horen ook nieuwe normen. Het Deltaprogramma streeft naar een basisveiligheid voor iedereen, waarbij de kans dat een inwoner overlijdt als gevolg van een overstroming nooit hoger mag zijn dan 1 op 100.000, waar hij ook woont. Dat uitgangspunt b epaalt hoe sterk de dijk moet zijn. En als er in de polder veel mensen wonen of veel geïnvesteerd is, moet het nog veiliger. ZORGEN Maar ondertussen wonen er blijkbaar toch 3 miljoen Nederlanders achter zwakke dijken? Moeten die zich zorgen maken? Natuurlijk is het niet zo dat er 3 miljoen mensen kans lopen dat hun huis onder water komt te staan, laat staan dat ze verdrinken. Het gaat over het aantal mensen dat in een dijkringgebied woont waar een overstroming kan optreden. Het kan ook zijn dat er een weiland onderloopt. Verder worden de uitkomsten van VNK2 wel benut om te bepalen in welke volgorde de verbeteringen die volgens de oude systematiek moeten worden gedaan, worden uitgevoerd. Maar Vrijling wil veel meer vaart maken met de dijkversterkingen. “We moeten strak afspreken wat we in welke volgorde gaan aanpakken. Want zwakke plekken worden nu sneller gevonden dan dat verbeteringen worden doorgevoerd.” De situatie in Nederland is veel ernstiger dan in Engeland, waarschuwt de oud-hoogleraar. “Bij ons is de kans op een
Bram de Groot (RPS):
‘Dankzij de nieuwe systematiek kun je veel beter afwegingen maken waaraan je je euro’s het best kunt besteden’ dijkdoorbraak velen malen kleiner, maar de gevolgen zijn veel groter. Als er in Rivierenland een dijk doorbreekt, is dat levensbedreigend voor duizenden mensen.” “Mijn grootste angst is dat we ons nu gaan gedragen als een konijn dat in het licht gevangen is, dat de VNK2 uitkomsten als ‘studieresultaten’ aan de kant worden geschoven en dat we gaan wachten tot de nieuwe overstromingsnormen van kracht zijn. Laten we eerst zorgen dat de dijken bestand zijn tegen de gevaren van nu. Zo moeten we nu ook beslissen welke systematiek we gaan hanteren en wat er op basis daarvan moet gebeuren aan dijkversterking.” | NR 6 / JUNI 2014
NIET STERK GENOEG, WEL STERK GENOEG OF MISSCHIEN TOCH NIET… De praktijk: Waterschap Groot Salland heeft begin deze maand bekend gemaakt dat de dijk langs het Zwarte Water tussen Genemuiden en Hasselt toch voldoet aan de veiligheidseisen die worden gesteld in het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Eind vorig jaar kondigde Groot Salland aan enkele verkennende onderzoeken te gaan uitvoeren langs het dijktracé. Het ging om een om deel dat op basis van een toetsing mogelijk niet voldeed aan de waterveiligheidseisen. Dit onderzoek bestond onder meer uit het plaatsen van waterspanningsmeters om gegevens te verzamelen en het verzamelen van aanvullende informatie over de ondergrond. Op basis van deze meer gedetailleerde informatie blijkt nu dat de dijk toch voldoet aan de huidige veiligheidseisen en daarmee in betere conditie verkeert dan aanvankelijk werd verondersteld. Vanuit het Hoogwaterbeschermingsprogramma is er daarom op korte termijn geen dijkversterking nodig. Dit betekent volgens Waterschap Groot-Salland overigens nog niet dat de dijk helemaal niet versterkt hoeft te worden. Het waterschap wijst erop dat de waterveiligheidseisen “volop in beweging” zijn en het voorziet zwaardere eisen vanaf 2017. Die kunnen ook gevolgen hebben voor het dijkversterkingsproject tussen Genemuiden en Hasselt. Nadere berichten worden eind deze zomer verwacht. In de periode tot en met 2028 gaat Waterschap Groot Salland in totaal 110 kilometer dijk en 29 waterkerende kunstwerken aanpakken.
35
36
Langs de kust van Scheveningen is een multifunctionele waterkering gerealiseerd: een combinatie van dijkversterking en herinrichting van Scheveningen-Boulevard
MULTIFUNCTIONELE (DOORBRAAKVRIJE) DIJKEN: WE LATEN VEEL KANSEN LIGGEN Multifunctionele, doorbraakvrije dijken hebben veel voordelen. Ze breken niet, en bij wateroverlast is de schade relatief gering. De extra functies kunnen de hogere kosten compenseren. Toch worden ze niet vaak aangelegd. Dat blijkt vooral te komen doordat deze innovatieve dijken niet passen in de wettelijke voorschriften voor dijkaanleg.
Een doorbraakvrije dijk is een extra grote dijk die zo hoog, breed of sterk is dat de kans op een volledige overstroming nihil is, zelfs als het water over de dijk stroomt. Dat leidt wel tot overlast maar niet tot gevaarlijke situaties. Het aantal slachtoffers en de schade zijn geringer dan bij dijkdoorbraken. Dit terwijl de kosten niet veel hoger zijn. Doorbraakvrije dijken kunnen extra gebruiksfuncties hebben. Deze bieden de mogelijkheid om investeringskosten terug te verdienen. Tot nu toe komen multifunctionele doorbraakvrije dijken niet gemakkelijk tot stand. Eerder onderzoek toonde aan dat er drie belangrijke knelpunten zijn. Om te beginnen het wettelijk toetsinstrumentarium, dat nog uitgaat van standaard dijken. Ten tweede brengen multifunctionele dijken extra kosten voor constructie en onderhoud met zich mee. Tot slot houdt multifunctionaliteit altijd de betrokkenheid van meerdere partijen in. Ook is het onvermijdelijk dat de dijk toegankelijk wordt voor anderen dan de waterschappen. Dat maakt de institutionele organisatie ingewikkeld. In een afstudeeronderzoek onder supervisie van kennisinstituut Deltares zijn tien plannen voor dijkversterking met een multifunctionele, doorbraakvrije dijk onderzocht, zowel zeeweringen als rivierdijken. In drie van de tien gevallen kwam de multifunctionele dijk er niet (stand van zaken augustus 2013). WETTELIJKE EISEN In acht van de tien gevallen leidde het toetsinstrumentarium tot problemen. Dat eist dat een dijkontwerp ‘betrouwbaar, sober en efficiënt’ is. Daarmee ligt multifunctionaliteit niet voor de hand. Dijken hebben nu hooguit simpele functies als een weg of begrazing door schapen. Waterschappen zijn huiverig voor dijken met bijvoorbeeld huizen en garages. In Scheveningen is dit echter juist een uitkomst. Daar leidt de multifunctionele dijk tot effectief ruimtegebruik en een hogere ruimtelijke kwaliteit.
WATERWETENSCHAP
TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR
Als het tot een doorbraakvrije dijk komt, kan het toetsinstrumentarium leiden tot onnodige overdimensionering. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Hondsbossche en P ettemer Zeewering. Daar wordt vóór de oude dijk zand gesuppleerd. De regels laten niet toe dat de bescherming die de oude dijk nog biedt, meeweegt bij het berekenen van de benodigde hoeveelheid zand. Gevolg: meer zandsuppletie dan strikt nodig. Bij het Eiland van Dordrecht/Kop van ’t Land pakte het toetsinstrumentarium negatief uit voor de kosteneffectiviteit. Na een ‘onvoldoende’ beoordeling kwam deze dijk in het Hoogwaterbeschermingsplan-2 (HWBP-2). Ook andere dijkvakken in dezelfde dijkring werden onvoldoende bevonden. Onderzoek toonde echter aan dat een doorbraakvrije dijk bij de Kop van ’t Land versterking van de andere dijkvakken overbodig zou maken. Toch moesten ze worden versterkt omdat ze nu eenmaal als onvoldoende waren beoordeeld. FINANCIERING EN ORGANISATIE Bij herstructurering in het kader van het bestemmingsplan, kan een dijk met weinig geld doorbraakvrij worden gemaakt. Maar als de dijk als ‘voldoende’ is beoordeeld, is daarvoor geen geld. Zowel bij Tiel als bij de Grebbedijk kwam het daarom niet tot een multifunctionele doorbraakvrije dijk. Verrassend genoeg liep de institutionele organisatie in alle gevallen goed. Overal werd overeenstemming bereikt over verantwoordelijkheid en onderhoud. Bij de Prins H endrikdijk nam de gemeente Texel bijvoorbeeld de mogelijke extra onderhoudskosten voor haar rekening. Toch blijft een goede organisatie een belangrijke v oorwaarde. Een gemeente die een multifunctionele dijk wil, doet er goed aan het waterschap vroeg bij de projectplannen te betrekken.
dijk haalbaar is. Terugverdieneffecten en verhoogde ruimtelijke kwaliteit moeten daarin meegenomen worden, evenals de langere levensduur van doorbraakvrije dijken. SAMENWERKING Daarnaast horen deze dijken thuis op de bestuurlijke agenda van gemeente, waterschap en provincie. De kans op succes neemt verder toe als alle partijen vanaf het begin meedenken over dijkversterkingsprojecten. Een goede mogelijkheid is om waterschappen volledig verantwoordelijk te maken voor de financiering van dijken. Dit zal hen stimuleren om multifunctionele dijken na te streven, omdat hiermee investeringskosten kunnen worden terugverdiend. De institutionele organisatie is vooral een kwestie van goede samenwerking en beter onderling begrip. Het succesvolle geval van Scheveningen kan als voorbeeld dienen. Hier hebben gemeente en waterschappen samen een risicorapport opgesteld en in één document de benodigde vergunningen aangevraagd. Mallory Tettero (Vrije Universiteit) Gerald Jan Ellen Frans Klijn (Deltares) Een meer uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door gebruikt te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl
SAMENVATTING HERZIENING Multifunctionele doorbraakvrije dijken kunnen veel vaker worden toegepast. Allereerst vraagt de rol van het toetsinstrumentarium om maatregelen. Het wordt op dit moment herzien, en een flexibeler beoordeling van dijkontwerpen lijkt mogelijk te worden. Vaak is er niet zoveel extra geld nodig om een nieuwe dijk doorbraakvrij te maken. In veel projecten die op stapel staan kunnen doorbraakvrije dijken ook nu nog als versterkingsalternatief een plaats krijgen (HWBP-2 en komende HWBP’s). In alle gevallen moet een maatschappelijke kosten-batenanalyse aantonen of een (multifunctionele) doorbraakvrije NR 6 / JUNI 2014
In Nederland wordt gestreefd naar kosteneffectieve hoogwaterbescherming zodat uit elke geïnvesteerde euro zo veel mogelijk veiligheid gehaald kan worden. Daarvoor lijkt de multifunctionele doorbraakvrije dijk in sommige gebieden geschikt. In de praktijk lukt de implementatie hiervan echter zelden. Dit artikel beschrijft de belangrijkste knelpunten en doet aanbevelingen om deze te verhelpen. De belangrijkste hobbel is het wettelijk toetsinstrumentarium, dat nog uitgaat van standaard dijken.
37
38 MEER WETEN? KIJK OP DE SITE VAN H2O!
VERDER OP H2O-ONLINE Wie aan dit maandblad niet genoeg heeft en de verdieping zoekt, heeft altijd nog de website H2O-Online: www.vakbladh2o.nl. Daar vindt u onder andere vakartikelen op het gebied van wetenschap en techniek. Op deze pagina enkele van de meest recente artikelen die op de site zijn verschenen.
DISCUSSIE ROND BEOORDELING HORMOONVERSTORENDE STOFFEN Naar aanleiding van een pittig wetenschappelijk debat over de relevantie van blootstelling aan mengsels van hormoonverstorende stoffen, vat dit artikel de gebruikte argumenten samen en plaatst de discussie in perspectief voor de watersector. Annemarie van Wezel en Merijn Schriks (KWR)
DE INFORMATIEPARADOX VAN HET LEIDINGNETMODELLEREN Modellen worden steeds complexer. Maar hoe meer informatie je kunt verzamelen en gebruiken, hoe meer onzekerheden je inbouwt. Analisten moeten de onzekerheid in het antwoord op de gestelde vraag kunnen inschatten. Daarvoor moeten ze de modellen én de daarin beschreven systemen goed kennen. George Mesman (KWR), Veerle Sperber (Brabant
VOORRAADVORMING VAN WATER IN DE STIPPELBERG (NOORD-BRABANT) Kan voorraadvorming van water in natuurgebied de Stippelberg bijdragen aan een duurzame watervoorziening van oostelijk Brabant? Ja, maar alleen als ook a ndere regionale conserveringsmaatregelen worden getroffen. Arnaut van Loon (KWR), Rimbaud Lapperre (Waterschap Aa en Maas/Landslide), Jon Mensink (Avallo Advies), Marcel Paalman (KWR)
HET OPWARMEN VAN DRINKWATER IN WONINGINSTALLATIES Drinkwaterbedrijven leveren onberispelijk drinkwater. Maar wat gebeurt er ná de voordeur, in de woning, met de temperatuur (en zo met de kwaliteit) van het water? Een nieuw model geeft hierin inzicht. Andreas Moerman, Mirjam Blokker (KWR), Jan Vreeburg (KWR/Universiteit Wageningen)
Water), Peter van Thienen (KWR)
TOOL VOOR BEDRIJFSSPECIFIEKE OPTIMALE SECTIEGROOTTE VOOR HET DRINKWATERDISTRIBUTIENET Voor het ontwerpen van een distributienet is de sectiegrootte een essentieel ontwerpcriterium. KWR heeft een afwegingsmethode met rekentool ontwikkeld om de optimale sectiegrootte te bepalen. Het maakt ook het effect van (beleids)besluiten op de optimale sectiegrootte inzichtelijk.
gebieden een geschikte maatregel. In de praktijk lukt de implementatie hiervan echter bijna nooit. Dit artikel beschrijft voor tien casussen waar het misgaat en wat eraan te doen is. Mallory Tettero (Vrije Universiteit), Gerald Jan Ellen, Frans Klijn (Deltares)
ACTUALISATIE LEGGER RIJNLAND Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft in drie maanden tijd de legger van 1.200 kilometer regionale waterkering succesvol geactualiseerd. Een complex project. Lees in dit artikel hoe ze dat voor elkaar kregen. Maartje van Meeteren (Royal HaskoningDHV)
Van elk nieuw artikel op H2O-Online een melding krijgen? Volg ons dan op Twitter: @vakbladh2o.
U kunt ook elke maand onze nieuwsbrief met attenderingen ontvangen. Meld u aan via de
Ilse Pieterse-Quirijns (KWR), Ad Vogelaar (KWR/
website, www.vakbladH2O.nl, pagina
BrabantWater), Gert Perfors (Dunea)
H2O-Online/recente artikelen.
MULTIFUNCTIONELE DOORBRAAKVRIJE DIJKEN: EEN KWESTIE VAN WILLEN OF VAN KUNNEN? Voor betrouwbare en kosteneffectieve hoogwaterbescherming lijkt de multifunctionele doorbraakvrije dijk in sommige
Zelf een artikel schrijven voor H2O-Online? Kijk op onze website voor de a uteursinstructies en/of neem contact op met de redactie via redactie@vakbladh2o.nl
Multivis fijnzeven Multivis levert en plaatst al meer dan 20 jaar drumfilters en bandzeven.
Deze zeven blinken uit in eenvoud en onderhoudsgemak. Het compacte drumfilter heeft snel verwisselbare zeefpanelen vanaf 10 micron met een oppervlak tot 22 m2! De bandzeef zeeft niet alleen maar ontwatert bovendien. Een combinatie is mogelijk en een pers is eenvoudig na te schakelen.
Door Stowa is het drumfilter al in 2002 als beste getest op de verwijdering van vaste stof en vet. (2002 rapport 11B).
Meer weten over: werking, combinaties, opties voor reiniging, afvoer van zeefgoed, kosten, referenties, en de vele voordelen? Mail: j.meindersma@multivis.nl, of bel: 0653237632.
GSM2 Modemlogger
KELLER
grondwater en riooloverstort data draadloos beschikbaar
•
Waterstanden draadloos beschikbaar per email en FTP
•
Compatible met globale netwerk frequenties
•
Tot 5 sensoren per modem (grondwater versie)
•
SMS Alarm functionaliteit
•
Geïntegreerde realtime luchtdruk compensatie
•
Batterij levensduur tot 10 jaar
•
Volledig op afstand herprogrammeerbaar
•
Uitstekende datazekerheid
•
Dataopslag in uw eigen SQL database (geen hosting)
•
Automatische berekeningen (o.a. overstort, stijghoogte)
•
Automatische export naar diverse bestandsformaten
Nivosensoren - Grondwater Dataloggers - Riooloverstort Dataloggers - Telemetrie KELLER Meettechniek BV Postbus 59 2810AB REEUWIJK -HOLLAND
WWW.KELLER-HOLLAND.NL subsidiary of KELLER AG für Druckmesstechnik
Tel +31 182 399840 Fax +31 182 399841 E sales@keller-holland.nl