Maandblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk
5
26 mei 2016 49ste jaargang
www.vakbladh2o.nl
THEMA
Water & energie Alle water = energie Het complete overzicht van nieuwe bronnen Echt waar! Water wereldwijd een brandhaard STEEDS MEER DATA!
WAT DEEL JE WEL EN WAT NIET MET BURGERS?
HILDE PRUMMEL
WATERGEWETEN VAN HET NOORDEN
ACHTER DE
COVER
2
WIE? Hilde Prummel (45), het natuurkind, dat als puber lid werd van Greenpeace en spreekbeurten hield over zure regen en water vervuiling. Dus koos ze voor een hbo-opleiding Milieukunde en een ver volgstudie in Wageningen. Tijdens een stage bij de afvalwaterzuivering van aardappelmeelfabriek Avebe ontstond haar pas sie voor water. Afvalwater zuivering bij voedings middelenbedrijven was de rode draad in de projecten waar ze in haar eerste baan bij onderzoeksbureau Arcadis bij betrokken was. In 2000 ging ze als ma nager watertechnologie aan het werk bij WLN, het Waterlaboratorium Noord waar ze nu directeur is. Tekst Barbara Schilperoort Fotografie Kees Hummel
WAAR? In het eeuwenoude landschap van de Drentse Aa, die zo pittoresk door de provincie meandert. Wandelende en fietsende (Rand)stedelingen wanen zich hier in een andere tijd. “Als landschap, als natuurgebied, als waterbron voor de stad Groningen: de Aa is van grote waarde. Wij noemen onszelf het ‘watergeweten’ van de twee noordelijke waterbedrijven, we hanteren de ‘waarde van water’ als slogan. Hier zie je in één oogopslag wat dat betekent…” WAT? “Veel mensen denken dat wij hier allemaal in witte laboratoriumjassen rondlopen.” Ze lacht: “Zelf heb ik er in al die jaren nog nooit één gedragen… Natuurlijk leveren wij gegevens over waterkwaliteit aan alle partners binnen de hele waterketen. Maar we doen zoveel méér. Onze adviseurs beoordelen de kwaliteit aan de hand van de meetresultaten en bekijken of het ergens misschien nóg beter kan. Of ze komen bij een bepaalde gebeurtenis meteen zélf in actie.” “Eerder dit jaar kwam het bericht naar buiten dat glyfosaat was aangetroffen in Duits bier. Afkomstig van de onkruidbestrijdingsmiddelen waarmee graan was behandeld. De brouwerijen uit ons relatiebestand hebben we toen meteen benaderd met de vraag om ook hun bieren te onderzoeken. Wij kunnen namelijk de geringste afwijkingen meten. Gelukkig bleek er niks aan de hand. Maar het was een goed initiatief dat zeer werd gewaardeerd.” Als directeur is ze noodgedwongen een vergadertijger. Toch ervaart ze geen twee dagen hetzelfde. “We hebben bijvoorbeeld ook met-de-benen-op-tafel-gesprekken. Volgend jaar wordt een nieuwe wet actief over het voorkómen van exoten en ziekten aan boord van schepen. Hoe zouden wij, met onze kennis, onze noordelijke havens daarbij kunnen helpen?” Haar passie voor water en techniek probeert ze over te brengen op de jongere generaties tijdens de Girlsday die WLN jaarlijks samen met Waterbedrijf Groningen organiseert. Bedoeld om meiden in de leeftijd van 10 tot 15 jaar te laten kennismaken met bètavakken, techniek en ICT. Zelf wist ze al jong welke kant ze op wilde. “Ik gun het iedereen.”
3
INHOUD NR5 MEI 2016
Maandblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW)
4
VASTE RUBRIEKEN 4 (BIJNA) ALLE WATER IS GESCHIKT OM ENERGIE TE MAKEN 22 WATERCRISES STEEDS RISKANTER VOOR WERELDVREDE
22
30
30 WAT DOEN WE MET DIE BERGEN WATER-INFORMATIE?
12 HOOGSTANDJE Zonne-eiland van tienduizenden zonnepanelen 14 WATERNETWERK • Impressie KNW-Voorjaarscongres over Omgevingswet • Film ‘Schoonheid van water’ in première • Agenda/Personalia 21 HOOG WATER De oude watertoren van Hilversum werkt nog steeds 26 WATERTECHNIEK • Waddenzeedijk versterkt met nieuw materiaal • Onderzoek in Deltagoot bespaart waterschappen miljoenen • Limburg beproeft Verdygo voor rioolwaterzuiveringen 34 WATERWETENSCHAP • Verwerking van mestoverschot: overleven de ziekteverwekkers? • Hoe geschikt zijn lasers om de diepte van sloten te bepalen? 38 VERDER OP H2O-ONLINE Overzicht van nieuwe vakartikelen op www.vakbladh2o.nl
COLOFON Maandblad H2O, H2O-Online, Water Matters en H2O Video zijn uitgaven van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) UITGEVER MoniqueBekkenutte (KNW) HOOFDREDACTEUR Roel Smit REDACTIE Peter Boorsma, Jaap Hoeve, Marloes Hooimeijer, Dorine van Kesteren, Charlotte Leenaers, Hans Oerlemans, Sander Peters, Barbara S chilperoort, Dorien ter Veld, M artien Versteegh van Wijk, Nico van der Wel R EDACTIEADRES Koningskade 40, 2596 AA Den Haag, e-mail: redactie@vakbladh2o.nl WEBREDACTIE Jaap Hoeve R EDACTIERAAD René Arninkhof, Matthijs van den Brink, Erwin de Bruin, Henk Dekker, Henriëtte van Ekert, Alice Fermont, Roberta Hofman-Caris, Joost Icke, Warry Meuleman, Johan van Mourik, Jos Peters, Jan Post, Jan Roelsma, Joris Schaap, Peter Schipper, Marlies Verhoeven, Marie-José van de Vondervoort, Jason Z ondag VORMGEVER Ronald Koopmans BLADMANAGEMENT Gerrit Holtman PRODUCTIE Hoeksjan R edactie en C ommunicatie ADVERTENTIEVERKOOP PSH Media Sales, Shahin Habbah, Postbus 68, 7000 AB Doetinchem, 0314-355834, e-mail:shahin.habbah@psh media sales.nl DRUK Senefelder Misset, Doetinchem A BONNEMENTEN Secretariaat@vakbladh2o.nl
NR5-MEI 2016
A
4
AFVALWATER… GRONDWATER… DRINKWATER… OPPERVLAKTEWATER…
ALLE WATER = ENERGIE!
De mogelijkheden zijn ongekend. Er is energie te winnen uit oppervlaktewater, afvalwater, grondwater en drinkwater. De watersector experimenteert al volop. Om in de eigen energievraag te voorzien én om bij te dragen aan een duurzaam Nederland, en de bijbehorende energietransitie. Wat zijn de kansen? En hoe reëel zijn ze? Een drieluik.
Tekst Marloes Hooimeijer
A
ACHTERGROND THEMA
Water & energie
1. RIVIEREN, KANALEN, MEREN, ZEEËN Grote kansen in een heel plat land
B
ij energie uit oppervlaktewater denken we vaak als eerste aan ‘mechanische energie’, waarbij gebruik wordt gemaakt van waterkracht om energie op te wekken. Maar ook blue energy lijkt veelbelovend: het opwekken van energie door het mengen van zoet en zout water. En dan hebben we nog de potentie van thermische energie uit oppervlaktewater, stelt Ivo Pothof, onderzoeksleider Duurzame Energie bij Deltares. “Er zijn veel locaties in Nederland waar het oppervlaktewater, in combinatie met een wko-systeem (warmte- en koude-opslag), als grote bron voor warmte- en koudelevering gebruikt kan worden. Voor koeling of verwarming van gebouwen bijvoorbeeld.” Het idee is dat het oppervlaktewater in de zomer via een warmtewisselaar wordt afgekoeld. De warmte uit het oppervlaktewater wordt ondergronds opgeslagen in de warme bron van een wko-systeem (zie ook deel 3 van dit drieluik op pagina 10). Die opgeslagen warmte komt ‘s winters van pas om op het betreffende wko-systeem aangesloten gebouwen te verwarmen. Een andere optie is om in de winter koude vanuit het oppervlaktewater via de warmtewisselaar op te slaan in de koude bron van het wko-systeem en deze zomers te benutten voor koeling van gebouwen, een ziekenhuis of datacenter bijvoorbeeld. De koude of warmte vloeit dus niet ongebruikt weg vanuit de oppervlaktewatergangen naar zee en de winning ervan draagt bovendien bij aan verbetering van de waterkwaliteit. Zeker in stedelijk gebied kunnen waterkwaliteitsproblemen als drijflagen, (blauw)algen, stank en botulisme tot overlast leiden. Door zomers warmte uit het water te onttrekken daalt de watertemperatuur en neemt groei van algen en waterplanten af. En door ‘s winters koude te onttrekken, vriezen de wateren minder gauw dicht en blijven ze beter bevaarbaar. Maar ook al wijst onderzoek uit dat onze watergangen van 25 meter en breder in potentie minstens 50 procent van de warmtevraag zouden kunnen leveren, experimentele toepassing ervan vindt vooralsnog maar mondjesmaat plaats. Dat geldt vooral voor water dat in beheer is bij waterschappen, zegt Pothof. “Het onttrekken van warmte is in feite een koudelozing, en daar hebben we in Nederland nog geen regelgeving voor. Er moet een richtlijn komen en mogelijke ecologische effecten moeten worden onderzocht. Je wilt het ecosysteem niet om zeep helpen door net in een verkeerde periode warmte te onttrekken.” WATERKRACHT Het aandeel van waterkracht in de nationale energieproductie is in Nederland beperkt vanwege het ontbreken van behoorlijke hoogteverschillen, en daarmee stroomsnelheid om energieturbines flink aan het werk te zetten. Toch voorzien de grote waterkrachtcentrales tienduizenden huishoudens van energie, door gebruik te maken van de kracht van grote hoeveelheden water die er in korte tijd passeren. >
NR5-MEI 2016
5
6
Met de waterkrachtcentrale bij Alphen aan de Maas levert NUON zo’n 15.000 huishoudens elektriciteit en met die bij de stuw van Amerongen circa 8.000. Via de centrale van RWE/ Essent in de Maas bij het Limburgse Linne ontvangen ruim 10.000 huishoudens groene stroom. Ook voor de waterkrachtcentrale Hagestein lijkt er weer hoop. Deze is sinds 2006 buiten bedrijf, maar eind maart liet energiecoöperatie e-Lekstroom weten in gesprek te zijn met onder meer Rijkswaterstaat om een herstart voor te bereiden om energie te kunnen leveren aan een woonwijk in Vianen. In wateren die in beheer zijn bij waterschappen verschijnen hier en daar bovendien al waterkrachtcentrales voor kleinschaligere toepassing. “Dan heb je het over laagvervalcentrales bij stuwen. Een uitdaging is om die goed te ontwerpen, zodat er geen draaikolken ontstaan. Die kunnen niet alleen het rendement van de gebruikte vijzelturbines verkleinen, maar ook gevaarlijk zijn als de rivier of het kanaal als zwem water wordt gebruikt”, aldus Pothof. Bram Taks is daar niet bang voor bij de nieuwe laagvervalcentrale in de Dommel bij Sint-Michielsgestel, waartoe hij samen met zijn vader Jan Taks het (particulier) initiatief nam. De centrale moet medio september in gebruik genomen worden. “Wij werken met Landustrie, een partij die al veel projecten met vijzels heeft uitgevoerd. Door de specifieke vormgeving van de vijzel wordt optimaal rendement gehaald en voorkomen we draaikolken.” De centrale moet 200 huishoudens energie gaan leveren. De financiering haalden de Taks’en grotendeels via crowdfunding bijeen. “De totale installatie kost 1 miljoen euro, waarvan we 750.000 euro hebben opge-
De getijdeninstallatie in de Oosterscheldekering
ACHTERGROND haald bij 462 deelnemers, die gemiddeld 1.600 euro hebben ingelegd. Als lid van de Energiecoöperatie Dommelstroom krijgen zij dividend en als ze overstappen naar Huismerk energie ook nog 500 kilowattuur gratis stroom. De o verige projectfinanciering komt uit bijdragen van partners als gemeente en de Stichting Doen. Het waterschap verstrekt geen subsidie en investeert niet mee, maar is wel enthousiast. En betrokken als eigenaar van de stuw en vergunningverlener.” GETIJDENENERGIE Een ander type ‘mechanische energie’ kan komen van een getijdencentrale. Zo’n centrale benut de stroming die ontstaat door de continue afwisseling van eb en vloed. Volgens Pothof van Deltares zijn de mogelijkheden voor getijdenenergie in Nederland beperkt. “Omdat de getijvariatie hier gewoon niet zo groot is. Dat neemt niet weg dat het voor de BV Nederland wel interessant is er in eigen land ervaring mee op te doen.” Zoals gebeurt in de Oosterscheldekering, waar eind november een getijdeninstallatie met vijf turbines werd geopend: elektriciteit voor duizend huishoudens. Bij de Flakkeese Spuisluis komt het Tidal Technolgy Centre Grevelingendam, om technieken voor laagverval-getijdenenergie te testen. En wellicht dat er in de toekomst ook bij de Brouwersdam een getijdencentrale komt. De realisatie daarvan hangt een-op-een samen met de besluitvorming over de Rijksstructuurvisie Grevelingen Volkerak-Zoommeer, gericht op waterkwaliteitsverbetering. Het idee: waarom niet gelijk een getijdencentrale realiseren als er een doorlaat in de Brouwersdam wordt gemaakt? Vorig jaar concludeerde de stuurgroep G etijdencentrale Brouwersdam na marktconsultatie al dat een gunstige business case mogelijk is en dat zo’n centrale minstens 25 megawatt zou kunnen opleveren. Goed voor ten minste 25.000 huishoudens en 45.000 ton minder CO2-uitstoot. “Dat zou een grote doorbraak betekenen voor laagverval-getijdenenergie in Nederland”, zegt Ben Spiering, projectdirecteur Getijdencentrale Brouwersdam. “We moeten echter eerst weten wat er ten aanzien van die Rijksstructuurvisie besloten wordt. Want zonder geld voor betere waterkwaliteit, komt er geen doorlaat in de Brouwersdam en is er geen mogelijkheid voor een getijdencentrale. Hopelijk is er voor de zomer meer bekend.” BLUE ENERGY Ondertussen voert Redstack in samenwerking met Fujifilm en Wetsus bij de onderzoekcentrale in Breezanddijk – in het midden van de Afsluitdijk – al twee jaar lang allerlei blue energy-tests uit. Per uur wordt 200 kubieke meter NR5-MEI 2016
Vijf turbines worden geplaatst in de Oosterschelde
zout water uit de Waddenzee en even veel zoet water uit het IJsselmeer aangevoerd. In acht verschillende ‘RED stacks’ (batterijen die gebruikmaken van Reverse ElectroDialyses) wordt energie opgewekt door het mengen van het zoete en zoute water. “Daaruit willen we straks de best presterende stack selecteren”, zegt Joost Veerman, researchmanager bij Redstack. Het onderzoeksteam vond voor diverse vraagstukken die het onderweg tegenkwam al geschikte oplossingen. Zoals een membraan waaraan magnesium- en calcium-ionen uit water minder makkelijk blijven hangen, en daardoor dus ook niet voor extra weerstand en minder vermogen zorgen. Veerman: “Een ander probleem was bijvoorbeeld de aangroei van zeepokken (kreeftachtigen) op het waterinlaatsysteem. Het bleek al snel dat gladde oppervlakken gunstig zijn voor deze aanhechting, dus toen hebben we ons inlaatsysteem voorzien van een kortharige bekleding.” En zo wordt ook de potentie van blue energy stapje voor stapje groter. “Zodra we die beste stack gekozen hebben, willen we met acht stuks daarvan in totaal 50 kilowatt stroom op gaan wekken (de maximale capaciteit van de huidige proefinstallatie). De volgende stap is dan de bouw van een demoplant, die hopelijk in 2020 operationeel is. En we hopen dat in 2025 de technologie zover ontwikkeld is dat een blue energy-centrale op commerciële schaal mogelijk is. Waar ook ter wereld: van een afgelegen nederzetting in Canada, in een tropische delta, of gewoon ergens in Nederland, op de A fsluitdijk bijvoorbeeld.” >
7
C
8
65°C
De douchewater-wtw’s zijn vo hebben 5 jaar garantie.
23°C
37°C
37°C
sifon douchebak
23°C Douchebak-wtw
ouchegoot-wtw
°C
leidingwater toevoer
goot-wtw
leidingwater toevoer
afvoer naar riool
Schema’s
afvoer naar riool
Douchebak-wtw
CV-ketel of boiler
39
27°C
65°C
Warmte gaat verloren
Warmte wordt hergebruikt
65°C
40°C
27°C
37°C
27°C Douchepijp-wtw
10°C leidingwater toevoer afvoer naar riool
De studentenwoningen
Waternet experimenteert in de Amstelveense studentenwijk Uilenstede met warmtewisselaars ‘achter het doucheputje’. Het idee is om de warmte die met het douchewater wegstroomt te gebruiken om het koude douchewater te verwarmen. Bij tien studentenwoningen is zo’n douchewarmtewisselaar gemonteerd om te monitoren. Ze blijken 50 à 60 procent van de benodigde warmte te kunnen leveren
Douchepijp-wtw
2. GOOTSTENEN, VOEDSELVERMALERS, TOILETTEN, RIOLEN Het doucheputje wordt altijd vergeten
D
e grootste energiekansen voor afvalwater liggen momenteel nog altijd bij de winning van biogas uit het slib dat overblijft bij de zuivering. Dit wordt al veelvuldig toegepast bij zuiveringsinstallaties van waterschappen. In theorie zouden alle waterschappen bij elkaar volgens de Unie van Waterschappen uiteindelijk zo’n 100.000 huishoudens van biogas kunnen voorzien of 200.000 auto’s een jaar lang op biogas laten rijden. En de potentie van biogaswinning is mogelijk nog groter, zegt Ivo Pothof van Deltares, als er méér biomassa naar de zuivering komt. “Bijvoorbeeld door meer keukenafval mee te voeren en door grijs en zwart afvalwater te scheiden, zo-
Douc
Technea Duurzaam Pallasweg 13 dat je een dikkere slurry krijgt. Ik begeleid een promovendus 8938 AS Leeuwarden van de TU Delft die de transporteerbaarheid van dergelijke slurry’s onderzoekt.” Telefoonnummer: 058 - 288 47 www.technea.nl Waternet, het watercyclusbedrijf van de Amsterdamse regio, wil de productie van biogas de komende vijf jaar te verinfo@technea.nl dubbelen naar 25 miljoen kuub per jaar. Enerzijds door een KvK-nummer: 01102500 andere voorbehandeling van het slib, waarmee het biogasrendement wordt vergroot. En anderzijds door een andere aanvoer van afvalwater. Stefan Mol, consultant bij Waternet: “In gescheiden stromen: een zwarte stroom Duurzaam van poep- en Technea plaswater en een grijze stroom van douche- en (af)waswater. Uit zo’n geconcentreerde zwarte stroom afvalwater, het beste te verzamelen via vacuümtoiletten zoals in een vliegtuig en een vacuüm riool, kun je veel makkelijker biogas halen.” Omdat de gemeente Amsterdam grootse nieuwbouwplan-
ACHTERGROND nen heeft (50.000 nieuwe woningen tot 2025), pleit Waternet ervoor hierbij gebruik te maken van dit soort nieuwe sanitatie. “Dan kijken we wat ons betreft gelijk naar voedselrestenvermalers in die woningen. Door ook die afvalstroom op het riool aan te sluiten, vergroot je de biogaspotentie.” En de grijze stroom afvalwater? “Die zouden we het liefst in de nieuwe wijken door een warmtewisselaar sturen, zodat daar warmte uitgehaald kan worden. Die warmte kun je in een warmte-koude-opslag bewaren om er vervolgens de wijk mee te verwarmen. Dit is een compleet nieuw aspect van nieuwe sanitatie.” WARMTEWISSELAAR DOUCHE De warmte van afvalwater kan op drie punten in de keten worden benut. Allereerst dicht bij de gebruiker, zoals in het genoemde voorbeeld. Maar zowel Mol (Waternet) als Pothof (Deltares) zien op dit punt vooral grote energie-efficiencykansen voor de warmtewisselaar “achter het doucheputje”. Pothof: “Dat is de meest rendabele energiebesparende maatregel om het grootste warmtelek in huizen, het warme douchewater dat wegstroomt, aan te pakken. In nieuwe huizen zou het eigenlijk standaard ingebouwd moeten worden.” Mol: “Er is bij nieuwbouw veel aandacht voor zonnepanelen, driedubbel glas, warmte-koude-opslagsystemen, maar zo’n relatief goedkope, onderhoudsvrije, en vooral rendabele warmtewisselaar wordt door architecten vaak vergeten.” Het idee is ‘simpel’. Het zijn twee buizen in één. Door de binnenste koperen buis stroomt het gebruikte warme douche water weg naar beneden, en geeft via het koper warmte af aan het verse, koude douchewater dat door de buitenste buis omhoog komt. Mol: “Wij hebben er als proef tien in studentenwoningen gemonteerd om te monitoren. Wat blijkt? Ze leveren 50 à 60 procent van de warmte die nodig is om het douchewater te verwarmen. Bij bestaande bouw is het lastiger, omdat afvoerleiding van douche en wc eerst losgekoppeld zullen moeten worden, om verstopping van de wisselaar te voorkomen.” RIOTHERMIE Ook de warmte in het riool kan worden benut. Dan hebben we het over riothermie. De restwarmte in dit afvalwater b evat volgens Pothof weliswaar zo’n vijf keer meer energie dan het teruggewonnen biogas, maar het efficiënt terugwinnen van rioolwarmte is op veel locaties onhaalbaar. “Het is vooral rendabel op plaatsen met veel aanvoer van rioolwater, waar het water ook nog niet te veel is afgekoeld en waar de gewonnen warmte dichtbij kan worden gebruikt.” De techniek is nu nog belemmerend, aldus Mol. “De warmtewisselaar in het riool moet jaren mee kunnen en heeft daardoor de vorm van een dikke metalen plaat. De warmteNR5-MEI 2016
uitwisseling met het koudere grondwater uit een wko-bron die je er onderlangs laat stromen, is daardoor niet zo rendabel. Maar de techniek ontwikkelt zich vast verder en misschien is er straks een warmtewisselaar die je naast het riool kunt plaatsen. Ondertussen houden wij oren en ogen open om te zien of zich in de regio een geschikte locatie voor riothermie aandient.” De gemeente Rotterdam is al een stap verder en heeft recent een proeflocatie ingericht. Een parkeerplaats bij een rioolgemaal is voorzien van een soort vloerverwarming, die gekoppeld is aan een warmtewisselaar in het riool. Om te testen of het op die manier lukt het wegdek vorstvrij te houden. Jason Zondag, adviseur Water van de gemeente Rotterdam: “Maar omdat de winter nu voorbij is, zullen we tot volgend jaar moeten wachten voor het resultaat.” Mocht dat positief zijn, dan is het wellicht breder toepasbaar: “Ik betwijfel of het rendabel is om hiermee op grote schaal in de stad wegen vorstvrij te gaan houden. Maar op sommige locaties kan het interessant zijn. Dan denk ik met name aan locaties waar verkeersveiligheid en bereikbaarheid belangrijke issues zijn en waar niet op conventionele wijze kan worden gestrooid, voet- en fietspaden bij ziekenhuizen of verzorgingshuizen bijvoorbeeld. Het werkt trouwens ook andersom: als het rioolwater kouder is dan de omgeving, dan koelt het systeem het wegdek.” Andere toepassingen van riothermie zijn volgens Zondag ook mogelijk. “In Urk wordt bijvoorbeeld een zwembad verwarmd met riothermie en in Goes gaan ze zestig appartementen deels met riothermie verwarmen. In het buitenland zijn er hele woonwijken voor hun warmte mede afhankelijk van. We gaan dit onderzoeken.” BIJ DE AFVALWATERZUIVERING Het derde punt in de keten waar warmte uit het afvalwater gehaald kan worden, is bij de afvalwaterzuivering. Maar dat gebeurt niet veel. Een voorbeeld is de grote afvalwaterzuivering Harnaschpolder bij Delft (hoogheemraadschap van Delfland). Met een warmtepomp haalt Eneco er warmte uit gezuiverd effluent. Die warmte wordt gebruikt om het water in het warmtenet voor de nabijgelegen wijk Harnaschpolder op te warmen. Mol plaatst enkele kanttekeningen: “Eenmaal bij de zuivering aangekomen, is het afvalwater al veel warmte kwijtgeraakt aan de ondergrond. En er moet een klant in de buurt zijn; er wonen niet zoveel mensen vlak bij een afvalwaterzuivering.” Toch kijkt ook Waternet naar deze optie, met energiedistributiebedrijf Alliander bijvoorbeeld. “Het is dan misschien ‘lage kwaliteit warmte’, maar wel een héle bák warmte.” >
9
10
et
n te
Drinkwaterstation
e
g La Warmtewisselaar 11OC
Reinwaterkelder
r
3. GRONDWATER, RUW WATER, DRINKWATER Nederland vol met warme en koude bodemschatten
G
rondwater kan vrij eenvoudig als energiedrager worden benut: door warmte- en koude-opslag (wko) in de bodem. Deze vorm van (thermische) bodemenergie wordt vaak toegepast in nieuwbouwprojecten. Dit soort systemen kunnen volgens Deltares de primaire energiebehoefte bij het verwarmen of koelen van woningen en kantoren met 40 tot 70 procent verminderen. In de winter wordt het grondwater uit de warme bron onttrokken en voor verwarming van gebouwen gebruikt, w aarna het afgekoelde grondwater in de koude bron wordt geïnjecteerd. In de zomer dient het water uit de koude bron voor koeling van gebouwen en stroomt na afgifte van de koude naar de warme bron. Een warmtewisselaar zorgt voor de uitwisseling van koude en warmte tussen gebouw en ondergrond en houdt het systeem in balans. “Het is een vorm van seizoensopslag”, zegt Ivo Pothof van Deltares. Vooral de ‘doorlatendheid’ van het watervoerend pakket bepaalt de potentiële opbrengst van een wko-bron: grof zand biedt minder weerstand dan fijn zand en zorgt ervoor dat grondwater zich efficiënter van warme naar koude bron kan bewegen. We kunnen uiteraard ook niet de hele ondergrond vol leggen met warme en koude bronnen, want de wko-systemen hebben invloed op de grondwaterstromingen en de thermische balans. En als systemen zich te dicht bij elkaar bevinden, kunnen ze elkaar negatief beïnvloeden, waardoor het rendement daalt.
28OC Warmtepomp
nkw ate
ndw ate
9OC 4 OC
40OC
5OC
Dri Gro
m te
uu
t ra
pe
Zuivering
m ar rw
r vo
or d
e co
nsu
me
nt >
DRINKWATERINFRASTRUCTUUR Nieuw is de koppeling van warmte- en koude-opslag aan drinkwaterinfrastructuren. Warmte en koude uit drinkwaterleidingen kunnen benut worden om de bronnen aan te vullen; door ze via een warmtewisselaar over te dragen. Waternet bijvoorbeeld zoekt naar mogelijkheden om die combinatie te maken. “Daarmee kun je de warmte- en koudebellen in de ondergrond groter maken en klanten in de omgeving ervan laten profiteren”, zegt Stefan Mol van het Amsterdamse watercyclusbedrijf. Er wordt gewerkt aan verschillende toepassingen. Zo bedacht Waternet met bloedbank Sanquin een manier om de winterse koude uit de drinkwaterleidingen beschikbaar te maken voor de koeling van de cleanrooms, die een grote behoefte aan koude hebben. Vlak langs de vestiging van Sanquin in Amsterdam Nieuw-West loopt een drinkwater leiding. De bedoeling is om de koude die hier ‘s winters doorheen stroomt via een omleiding te verbinden met de wko-opslag die de bloedbank toch al heeft. De bouw gaat waarschijnlijk eind 2016 van start.
Het WMD-drinkwaterstation Hoogeveen levert warmte (en koude) aan een school, een verzorgingshuis en een sportpark
Illustratie: Dagblad van het Noorden
In de WMD-drinkwaterstations in Hoogeveen en Emmen wordt drinkwater door een warmtewisselaar gevoerd, die de warmte overdraagt aan het water in een net voor lage-temperatuurwarmte. Dit warmtenet, een gescheiden circuit van het drinkwaternet, brengt het opgewarmde water naar de afnemers
ACHTERGROND In Diemen, in de buurt van een woonwijk met wko-opslag, realiseert Waternet ook zo’n ‘bypass’ in de drinkwaterleiding. Mol: “De warmtevraag is in een woonwijk doorgaans groter dan koudevraag. Daarom zocht het lokale energieconsortium naar een duurzame energiebron om die w armte in zijn wko-systeem aan te vullen. Naast hun technische ruimte hebben wij een flinke drinkwaterleiding liggen met een temperatuur die perfect past bij hun behoefte.” Het mes snijdt aan twee kanten, want het is volgens Mol ook goed voor de drinkwaterkwaliteit om er in de zomer warmte uit te halen. “Het betekent wel dat klanten tot maximaal 1,5 euro per jaar per huishouden meer betalen aan stookkosten om dit warmteverlies te compenseren. Veel drinkwater wordt immers opgewarmd, voor de douche bijvoorbeeld.” GRONDWATERBESCHERMINGSGEBIED In de voorbeelden van Waternet gaat het om een koppeling van warmtebenutting uit drinkwater aan wko-opslag. Maar soms is wko-opslag niet mogelijk, omdat dit nu eenmaal verboden is in grondwaterbeschermingsgebied, terwijl er in de buurt wel vraag is naar duurzame warmte. Met deze uitdaging ging Equa, dochter van Waterleidingmaatschappij Drenthe, aan de slag. Resultaat: een WMD-drinkwaterstation in Hoogeveen levert warmte (en koude) aan een school, verzorgingshuis en sportpark en een drinkwaterstation in Emmen aan Wildlands Adventure Zoo en het theater (en op termijn ook aan andere afnemers). Beide liggen in een grondwaterbeschermingsgebied. In de drinkwaterstations wordt drinkwater door een warmtewisselaar gevoerd, die de warmte overdraagt aan het w ater in een net voor lage-temperatuurwarmte. Dit warmtenet, een gescheiden circuit van het drinkwaternet, brengt het opgewarmde water naar de afnemers. Elke afnemer heeft een warmtepomp die de warmte (op nog hogere temperatuur) overdraagt aan cv-installatie of ketel. Henk Brink, manager Watervoorziening en Omgeving bij WMD: “De warmtepomp draait voor 75 procent op de warmte uit het warmtenet en heeft maar 25 procent aanvullende elektriciteit nodig.” Het past volgens hem heel goed in de energietransitie die Nederland momenteel doormaakt om de drinkwaterinfrastructuur in te zetten voor warmtewinning. “Na zonnepanelen en windenergie is er nu steeds meer focus op warmtenetten. Wij denken een rol in die transitie te kunnen spelen: leidingnetten, het rondpompen van water, het slaan van putten, het ligt heel dicht tegen onze corebusiness aan.” RUW WATER Ook waar nog ruw water door de leidingen stroomt (water NR5-MEI 2016
‘Drinkwaternetten inzetten voor warmteterugwinning past prima in onze energietransitie’ dat verderop nog gezuiverd moet worden), kan warmte worden gewonnen uit de drinkwaterinfrastructuur. Met of zonder wko-opslag. Zonder opslag gebeurt dat bij het project Energie Uitwissel Station (EUS) van Brabant Water, binnen het grondwaterbeschermingsgebied van de winning Eindhoven. Het opgepompte grondwater dat er ongezui verd door een ruwwaterleiding stroomt, deelt zijn warmte ‘s winters in het EUS (via een warmtewisselaar) met het water van een energiesysteem van een kantorencomplex. Met een warmtepomp wordt de temperatuur nog verder opgevoerd, te gebruiken voor verwarming in de kantoren. ‘s Zomers draagt het ruwe water koude over aan de gebouwen en neemt het warmte terug. De EUS-installatie, waarin de beide waterstromen volledig gescheiden blijven, levert een vermogen van 1.500 kilowatt op en een reductie van CO2-uitstoot gelijk aan de uitstoot van ruim veertig huishoudens. Eric van Griensven, hoofd Zakelijke Markt bij Brabant Water: “We werken samen met de TU Eindhoven aan doorontwikkeling van deze techniek onder de noemer WKD, Warmte en Koude uit Drinkwater. Daarnaast starten we samen met Fontys Hogescholen, Hydreco en KWR een praktijkproef in Tilburg om te zien of we de WKD-techniek ook bij drinkwaterleidingen kunnen toepassen.” KOELING DATACENTERS Ook Waternet ziet potentie in ruw water. Mét opslag. En dan vooral bij de grote hoeveelheden ruw water dat het uit de Lek bij Nieuwegein door een dikke leiding naar het eigen verzorgingsgebied Amsterdam vervoert. “Deze leiding is ‘s winters hartstikke koud. Die koude kunnen we opslaan en beschikbaar stellen aan grote koudevragers”, aldus Mol. Aanvankelijk was het plan dat Schiphol afnemer zou worden, voor koeling van de terminals, maar de luchthaven vond het nog wat te vroeg om hiermee te experimenteren. Inmiddels is Waternet met datacenters in overleg. “Die liggen ook dichter bij onze leiding; de Schipholterminals liggen op 3 kilometer afstand. Hun koudevraag is ook nog groter en op een temperatuurniveau (15 graden) dat beter aansluit op ons aanbod. Ik denk dat we hier vrij vlot mee verder kunnen.” |
11
12
ZONNE-EILAND VAN TIENDUIZENDEN ZONNEPANELEN Eind maart was het klaar. Een eiland van ruim 20.000 drijvende zonnepalen in een drinkwater reservoir onder de rook van het Londense vliegveld Heathrow. Het is het grootste zonne-eiland ter wereld. Met een oppervlakte van acht voet balvelden beslaat het zonne-eiland ongeveer 6 procent van het water oppervlak van het Queen Elizabeth II drinkwaterreservoir. In drie maanden tijd zijn hier 23.046 zonnepanelen, 61.000 drijflichamen en 177 ankers aan elkaar geregen tot een drijvend, flexibel zonne-eiland. Het geïnstal leerde piekvermogen bedraagt 6,3 megawatt en de verwachting is dat
O
HOOGSTANDJE
H2
in het eerste jaar 5,8 miljoen kilowattuur energie opgewekt gaat worden. De opgewekte energie wordt niet aan het elektriciteitsnet geleverd maar zal gebruikt worden in de nabijgelegen waterzuiveringsinstallaties van drinkwaterbedrijf Thames Water. De komende tientallen jaren gaan de zonnepanelen genoeg energie leveren om 10 miljoen Londenaren van schoon drinkwater te voorzien. Het zonne- eiland draagt zo bij aan de doelstelling van Thames Water om in 2020 een derde van de eigen energiebehoefte zelf op te wekken. “Het is het grootste drijvend zonne- eiland ter wereld, maar niet voor lang”, zegt manager Energie Angus Berry van Thames Water in The Guardian. “Er zijn momenteel grotere zonne-eilanden in aanbouw.
Wij hebben het voortouw genomen en we hopen dat andere partijen – binnen en buiten het Verenigd Koninkrijk – ons zullen volgen.” Na een voorbereiding van vijf jaar is afgelopen januari begonnen met de bouw. Daarvoor werd een speciale installatie gebruikt in de vorm van een heel brede glijbaan op de oever van het reservoir. De zonnepanelen zijn eerst stuk voor stuk bevestigd op een eigen drijflichaam. Daarna zijn deze drijvende zonnepanelen bovenaan de glijbaan flexibel aan elkaar bevestigd. Zodra een rij klaar was, werd deze over de helling een stukje naar beneden in de richting van het water verschoven. Vervolgens werd een nieuwe rij drijvende zonnepane len bevestigd. Op deze wijze zijn
Tekst Charlotte Leenaers | Foto Matt Dunham /AP|Associated Press
13 Wereldrecord voor Londens drinkwaterbedrijf
grote drijvende, flexibele matten van zonnepanelen gemaakt. Op het water zijn deze matten aan elkaar bevestigd tot een groot eiland. Een belangrijk voordeel van drijvende zonnepanelen is dat het water zorgt voor een voortdurende afkoeling, waardoor de efficiency groter is dan bij zonnepanelen op daken of op de grond. Verder beperken de zonne panelen de verdamping van water uit het reservoir en reduceren ze de algengroei. De dijken rondom het reservoir onttrekken de zonnepanelen aan het zicht van de meeste inwoners van het nabijgelegen dorpje Waltonon-Thames. Alleen de bewoners van de bovenste verdiepingen van de paar flatgebouwen bij het reservoir
en de luchtpassagiers van vliegveld Heathrow kunnen een glimp opvangen. Het 15 meter diepe en kunstmatige Queen Elizabeth II waterreservoir is aangelegd voor de drinkwatervoorziening en is niet bedoeld als h abitat voor vogels en vissen. De enige bewoners van het waterreservoir zijn watervogels – waterhoentjes en meeuwen die vooral op de oevers bivakkeren – en een enkele verdwaalde vis. “Omdat maar zes procent van het wateroppervlak bedekt is met zonnepanelen, ondervindt het ecosysteem dus geen hinder”, aldus Angus Berry. Kritische geluiden zijn er ook. Adviseur zonne-energie Ray Noble van de Britse Renewable Energy Association stelt in The Guardian dat alleen ruim-
tegebrek op het land een reden kan zijn om te kiezen voor de relatief dure drijvende zonnepanelen. Bovendien vormen de elektrische bedrading bij het water en elektrische omvormers op drijvende constructies in zijn ogen een risico. “Ik heb altijd gezegd dat als er iets misgaat, de combinatie van elektriciteit en water geen gelukkige is.” Toch gaat de bouw van drijvende zonnepanelen door. In het met ruimte woekerende Japan wordt sinds enkele maanden gebouwd aan een zonne- eiland van 51.000 zonnepanelen (dus ruim twee keer zo veel als in Engeland) op het Yamakura-stuwmeer bij Tokyo. In maart 2018 gaat dit eiland het Londense zonne-eiland van de kroon stoten als grootste van de wereld.
THEMA
Water & energie
NR5-MEI 2016
14
Er is een nieuwe wet en die vervangt 24 andere wetten: de Omgevingswet. Je hebt ook nog maar één vergunning nodig en die vergunning vervangt 25 andere vergunningen. Goed nieuws, toch…? Het KNW-Voorjaarscongres ging vorige maand over de Omgevingswet. Er gaat veel veranderen voor de watersector en er was dan ook veel belangstelling. Het onderwerp vraagt de nodige uitleg en ook daarna blijven er nog veel vragen over. Dat komt doordat er veel op de schop is genomen en ook nog veel nader moet worden uitgewerkt. Ik leg het maar uit zoals ik het begrijp. Onze samenleving wordt steeds complexer en dat wordt het omgaan met de fysieke leefomgeving dus ook. Tot nu toe hadden we alles sectoraal (in wetten) geregeld: Wet Ruimtelijke Ordening, Milieuwet, Waterwet enzovoorts. Makkelijk voor de verschillende verantwoordelijke overheden en lastig voor burgers en bedrijven die, als ze toestemming hadden vanuit de ene soort wetgeving, nog maar moesten zien ook toestemming te krijgen vanuit andere wetgeving. Daarom wordt nu alles ‘aan de voorkant’ geïntegreerd. Burgers en bedrijven hebben maar met één omgevingsvergunning te maken en achter de schermen moeten de verschillende bevoegde gezagen maar overeenstemming bereiken over wat daarin komt. Niet alleen de vergunningen, ook de plannenmakerij wordt gestroomlijnd:
overheden brengen vooraf samen met elkaar en met burgers de belangen en doelen in beeld in een Omgevingsvisie. Op basis daarvan worden, ook weer in overleg, regels bepaald en programma’s opgesteld. Soms is zo’n programma nodig vanwege Europese regelgeving als de Kaderrichtlijn Water (KRW). Uit die programma’s vloeien verplichtingen voort voor de overheden (maar níet direct voor burgers en bedrijven) en die programma’s en regels vormen ook de basis voor vergunningen. Simpel toch? Bungeejump-samenleving In dat ‘van te voren overleggen’ zit een grote cultuurverandering. Daar moeten we als waterorganisaties wat mee (en velen zijn er al mee aan de slag). Een andere cultuurverandering raakt de burgers en bedrijven waarvoor we werken: minder regels en vergunningvoorschriften vraagt dat ook burgers en bedrijven onderling afstemmen. De rechtsbescherming vanuit de overheid wordt wat minder. Helemaal zorgeloos bleek de watersector dan ook niet. Allerlei vertrouwde instrumenten (Waterplan, Gemeentelijk Rioleringsplan) verdwijnen en het vergunningsinstrument werkt alleen in afstemming met andere overheden. De ‘uitnodigingsplanologie’ vraagt van de betreffende overheid die het voortouw (de regie) neemt, dat alle aspecten van de leefomgeving goed in beeld komen. Komt water dan wel voldoende aan de orde of verzuipt het?
De drijvende kracht achter de hele operatie is lastenverlichting voor burgers en bedrijven. En inderdaad moet het haast wel geld besparen als je niet meer van het kastje naar de muur gestuurd wordt. Die lastenverlichting kan alleen bereikt worden door vereenvoudiging en dat betekent dat hier en daar dingen sneuvelen. Zo zijn er minder beroepsmogelijkheden. Uiteindelijk zeiden de meeste aanwezige watermensen natuurlijk dat al die veranderingen toch vooral een uitdaging zijn om er wat moois van te maken. En gaat dat ook lukken? Beleidsontwikkeling samen met participerende burgers staat in de waterwereld meer in de kinderschoenen dan bij veel gemeenten. En voor alle betrokken overheden geldt: hoe laat je participatie slagen in een bungeejump-samenleving, waarin mensen vrijheid (de vrije val) willen combineren met een overheid die ze beschermt tegen al te veel vrijheden van anderen (het elastiek)? Eilard Jacobs
GRONDWATERCOLLECTIEF.NL GAAT VERDER MET KNW Het Grondwatercollectief heeft een nieuw onderdak gevonden bij Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). Na de start bij Stichting Kennisontwikkeling en Kennisoverdracht Bodem, was het collectief eerder ondergebracht bij Bodem+ en Rijkswater staat. Grondwatercollectief.nl is een kennisportal van onder meer het Uitvoeringsprogramma Bodemconvenant, voor dossiers en nieuws over gebiedsgericht grondwaterbeheer en andere grondwatergerelateerde thema’s. De community bestaat uit zo’n 3.000 professionals en heeft als doel de Nederlandse bodem- en
waterprofessionals bij elkaar te brengen. De ondersteuning van het grondwatercollectief bij Koninklijk Nederlands Waternetwerk biedt dan ook kansen voor beide netwerken om de samenwerking te versterken. Grondwatercollectief.nl deelt informatie over wet- en regelgeving, organisatorische en financiële modellen, praktijkvoorbeelden, nieuws en actuele artikelen. Wie vragen, ideeën, agenda-items en dergelijke kwijt wil, kan een e-mail sturen naar: info@grondwatercollectief.nl of bellen naar 070 - 3222765.
iStockphoto
Omgevingswat? Cultuurverandering in watersector
MIJN IMPRESSIE
Lumen, Stadionplein 20, 8025 CP Zwolle
15 WATERNETWERK Wet Wijzer Water
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS Van indruk naar indrukwekkend
Het KNW-Voorjaarscongres op 22 april in Zwolle was levendig en zeer productief. De deelnemers discussieerden volop, maar werkten ook hard aan een gemeenschappelijk eindresultaat: een wegwijzer om collega’s in de watersector verder te helpen in het avon tuur van de Omgevingswet. Dat laatste was namelijk het thema van dit goed bezochte voor jaarscongres. De wegwijzer wordt uitgebracht met steun van de Unie van Waterschappen en Vewin, de organisatie van drinkwater bedrijven. De publicatie wordt digitaal verspreid onder de congresdeelnemers en leden van KNW en is beschikbaar op de website: www.waternetwerk.nl. Een beperkte oplage wordt gedrukt verspreid onder stake holders. Meer informatie? Neem contact op met KNW, Monique Bekkenutte, telefoon: 06-31678668.
Monique Bekkenutte (directeur KNW) en Renze van Houten (voorzitter KNW) met de eerste versie van het boekje dat door de congresdeelnemers was gemaakt
Een discussie met (vanaf links): Hans van der Vlist (Adviescommissie Water), Herman Havekes (Unie van Waterschappen) en Piet van Mourik (Stichting De regisserende Gemeente)
kansen voor water in de omgevingswet Dagvoorzitter Eelco Koolhaas
HANDEN UIT DE MOUWEN OP KNW-VOORJAARSCONGRES
In kleine groepen werd hard gewerkt aan het ontleden van de nieuwe Omgevingswet en de gevolgen die deze zal hebben voor de watersector
Op elk KNW-congres is altijd volop gelegenheid om te netwerken
Foto’s Machiel Pleijsier
Er was ook een prijsuitreiking tijdens het KNW-Voorjaarscongres. De prijs voor het beste artikel op H2O-Online in 2015 werd uitgereikt aan JaapJan Zeeberg en Bouke Rijneker (hoogheemraadschap van Rijnland) en Maarten Spijker (Hydrologic). Zij zijn drie van de vijf schrijvers van het artikel Is het nog wel nodig? Regionale dijkversterkingen in de 21ste eeuw?, dat vorig jaar mei werd gepubliceerd. De prijs werd uitgereikt door juryvoorzitter Idsart Dijkstra. Zijn jury maakte een selectie en koos uiteindelijk de winnaar uit de ruim tachtig in 2015 gepubliceerde artikelen
NR5-MEI 2016
(Ministerie van Verhalen), hier rechts in beeld, zorgde voor actieve Het gonst in het Nederlandse disciplines? Wat verandert er precies en deelnameopenbaar van de aanwezigen welke kans levert dit misschien op voor bestuur... De Omgevingswet komt eraan. de waterpartijen, mits goed opgepakt? Het raakt elke bestuurslaag en zeker ook de waterwereld. Van de waterschappen tot aan drinkwaterbedrijven, research tot aan opleiding... De spannende vraag is... hoe raakt deze nieuwe wet de genoemde instituten en
16
iStockphoto
AGENDA
Wilt u een activiteit voor waterprofessionals aangekondigd zien in deze agenda van maandblad H2O? Meld het dan aan onze redactie: redactie@vakbladh2o.nl
26 MEI, ROTTERDAM
10 JUNI, DELFT
Netwerkevenement over de toekomst van de Noordzee en deltawateren. Organisatie: Rijkswaterstaat. www.rijkswaterstaat.nl/isea
Vijfde editie van de inmiddels traditionele fitterijwedstrijd voor studenten en jonge waterprofessionals. Organisatie: TU Delft, dispuut Watermanagement. www.dispuutwatermanagement.nl
iSea 2016
26 MEI, UTRECHT
Fitterij 2016
Industrial TAG
11-12 JUNI, HAARLEM
31 MEI, DRIEBERGEN
Ronde twee van de makathon. Deelnemers gaan met teams van acht personen aan de slag om te komen tot een gevisualiseerde oplossing met pitch en businessplan. De winnaars mogen hun idee gaan uitvoeren. Organisatie: PWN. www.plasticfreerivers.com
Eerste industriële TAG-sessie waarop nieuwe waterinnovaties van over de hele wereld worden gepresenteerd aan industriële watergebruikers. Organisatie: Isle Utilities. www.isleutilities.com/events
Afvalwatersymposium
Negende editie van het STOWA/Rioned Afvalwatersymposium. Organisatie: Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) in samenwerking met Stichting Rioned. www.riool.net
1 JUNI, NIEUWEGEIN
De smartphone als sensor. Juist ook voor water? Onderweg-naar-huis-bijeenkomst over de nieuwste IT-toepassingen in de watersector. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW), themagroep IT. www.waternetwerk.nl
2 JUNI, MÜNCHEN
Beursreis IFAT München
Eendaagse groepscharter vanaf Rotterdam Airport naar ‘s werelds toonaangevende afvalwaterbeurs. Organisatie: Stichting Rioned. www.rioool.net
10 JUNI, DEN HAAG
Bodemdaling – ‘Heel Holland Zakt’
Jaarlijkse introductiedag voor jongeren en nieuwelingen in de watersector. Organisatie: Jong KNW. Meer informatie en aanmelden via de website. www.waternetwerk.nl
Makathon plasticvrije rivieren: ronde 2
21 JUNI, ROTTERDAM
Integrale aanpak openbare ruimte
Themamiddag over hoe Rotterdam vanuit het Strategisch Asset Management Plan komt tot een integrale aanpak van asset management in de openbare ruimte voor onder meer riolering, wegen en groen. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW), themagroep Assetmanagement in samenwerking met gemeente Rotterdam. www.waternetwerk.nl
6 SEPTEMBER, ETTEN-LEUR
Kennisdag Assetmanagement in stedelijk waterbeheer 1
Kennis- en ervaringsuitwisseling voor Vlaanderen en Zuidwest-Nederland. Organisatie: Stichting Rioned in samenwerking met Overlegplatform & Kenniscentrum voor rioleringen- en afvalwatersector in Vlaanderen (Vlario). www.riool.net
13 SEPTEMBER, ASSEN
Kennisdag Assetmanagement in stedelijk waterbeheer 2
Kennis- en ervaringsuitwisseling voor de rest van Nederland. Organisatie: Stichting Rioned. www.riool.net
WATERNETWERK
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
22-23 SEPTEMBER, AMSTERDAM
Internationaal legionellacongres
Internationale conferentie met de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen en kennis over onder andere de ecologie van legionella, preventie en het verband met klimaatverandering. Organisatie: European Society of Clinical Microbiology and Infectuous Diseases (ESCMID). www.iwcconferences.com
29 SEPTEMBER, UTRECHT
Maxi- en minicursussen
Keuze uit een aantal praktijkgerichte dag- en halfdaagse cursussen op het gebied van afvalwater. Organisatie: Stichting Rioned. www.riool.net
3-4 OKTOBER, LEEUWARDEN
Jaarcongres ‘Financing Innovation’
Jaarlijks Wetsuscongres met als thema ‘Financing Innovation’. Organisatie: Wetsus. www.wetsus.nl
PERSONALIA
BEN TANGENA VERLAAT RIVM MET SYMPOSIUM ‘VEILIG DRINKWATER’ Op 1 april kwamen ongeveer 70 belangstellenden naar Bilthoven voor het symposium ‘Veilig en beveiligd drinkwater’. Aanleiding was de pensionering van Ben Tangena, drinkwater expert bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Vier drinkwaterexperts lieten onder leiding van dagvoorzitter Theo Traas hun licht schijnen op de ontwikkeling van de drinkwaterveiligheid en -beveiliging en wierpen een blik vooruit. Jan Vreeburg van KWR Watercycle Research Institute nam ons mee terug naar de laatste decennia van de vorige eeuw. De drinkwatersector werd toen geconfronteerd met calamiteiten als de brand bij de chemische fabriek van Sandoz, de explosie in de kerncentrale bij Tsjernobyl en de Maas die buiten zijn oevers trad. Dit vormde de aanleiding voor het opstellen van eisen aan leveringszekerheid, die uiteindelijk in de Drinkwaterwet zijn verankerd. Eric Adamse, crisismanager bij Vitens, liet zien hoe 9/11 ertoe heeft geleid dat beveiliging is geëvolueerd naar een volwassen vakgebied in de drinkwatervoorziening. Vroeger kon je zomaar naar binnen lopen, een tijdlang was het beleid ‘zo goed mogelijk verstoppen’, maar momenteel zijn de motto’s ‘zichtbaar goed beveiligd’ en ‘trefzeker signaleren van risico’s’.
Directie en de raad van commissarissen van Witteveen+Bos. Vanaf links: Inca van Uuden, Henk Nieboer (directeur), Karin Sluis (algemeen directeur), Gerard van de Aast en Hans van der Ven
Hans van der Ven (voorzitter), Gerard van de Aast en Inca van Uuden zijn op de aandeelhoudersvergadering van Witteveen+Bos gekozen als de eerste raad van commissarissen van het ingenieurs- en adviesbureau. Van der Ven (62) is lid van diverse raden van commissarissen en daarnaast directeur van MerweOord (gelieerd aan baggeraar Van Oord) en adviseur van internationaal opererende familiebedrijven. Van de Aast (58) heeft ervaring als lid en voorzitter van de raden van bestuur van onder andere Imtech, VolkerWessels en Reed Elsevier en is nu ook lid van de raad van commissarissen van NS. Van Uden (44) heeft meer dan 20 jaar ervaring in verschillende HR-leiderschapsrollen, waarvan de laatste zeven jaar als managing partner van Higher & Company.
NR5-MEI 2016
Ans Versteegh, drinkwaterexpert bij het RIVM, blikte terug op thema’s als trihalomethanen (of bijproducten bij de chloring) en het vervangen van loden leidingen, die rond 1975 actueel waren. De drinkwaterregelgeving is ook sterk beïnvloed door incidenten, zoals de besmetting van drinkwater door huishoudwater in Leidsche Rijn in 2001. Dit luidde destijds het einde in van experimenten met gescheiden leidingen in Nederland. Op dit moment staan nieuwe verontreinigingen zoals microplastics, nanodeeltjes en geneesmiddelen volop in de aandacht. De middag werd afgesloten door Ben Tangena zelf. Hij gaf een tour-de-horizon van het brede veld van veilig en beveiligd drinkwater. Het ging over risicoanalyses, beveiligingsmaatregelen, chemische, biologische, r adiologische en nucleaire (CBRN) stoffen en de responsorganisatie voor drinkwatercalamiteiten. Ben keek ook vooruit, naar online gebruik van netwerkmodellen om calamiteiten te beheersen, cybersecurity en early warningsystemen via sensoren op de watermeter. Zelf gaat hij zich na zijn pensionering onder meer wijden aan een boek over drinkwatercalamiteiten, dus we gaan zeker nog van Ben horen. Monique van der Aa, Susanne Wuijts, Harald Dik, Sandra Boekhold, Robin van Leerdam en Ans Versteegh (RIVM team drinkwater)
17
18
TOEKOMSTVISIE WATERKETEN BELICHT OP SYMPOSIUM KIWA
Beeld uit de minidocumentaire ‘Schoonheid van water’
‘SCHOONHEID VAN WATER’ IN PREMIÈRE TIJDENS DE WEEK VAN ONS WATER Op maandag 1 mei, bij de start van de Week van Ons Water, is de documentaire Schoonheid van Water in première gegaan in het nieuwe thuis van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW), in het gebouw van de Unie van Waterschappen in Den Haag. De film maakt de kijker duidelijk waarom water schoon moet worden gehouden, wie daar belang bij heeft en wat schoon water (in dit geval een schone sloot) is. Er komen duidelijke tips naar voren over wat de burger hieraan kan doen. De minidocumentaire Schoonheid van water is deels ‘faction’: weetjes en tips aan de hand van in scène gezette situaties die in de praktijk voor zouden kunnen komen. Het verhaal volgt ecoloog Christophe Brochard en zijn twee zoons Elco (10 jaar) en Milan (8 jaar) die eerst in de stad en daarna in een natuurgebied op avontuur gaan in en om de sloot. De onderwerpen die voorbij komen zijn exotische soorten in Nederlandse sloten, de wrijving tussen ecologie en recreatie en de gevolgen van landbouw voor de waterkwaliteit. De film is geproduceerd door Sanne Vermaas (Evariste Filmproducties) en is tot stand gekomen dankzij crowdfunding in samenwerking met KNW en Ons Water. ‘Schoonheid van water’ is te bekijken via het scannen van de QR-code of door te kijken op Youtube.
iStockphoto
1 JUNI DE SMARTPHONE ALS SENSOR
In Amsterdam is vorige maand het vijfde Kiwa Watersym posium gehouden met als titel ‘Waterketen: toekomstvisies, trends en consequenties’. Welke trends en ontwikkelingen doen zich voor, hoe beïnvloeden ze de waterketen, welke risico’s kleven eraan en hoe kun je de kwaliteit blijven borgen? Sprekers uit de watersector probeerden op deze vragen antwoorden te vinden. Zo legde Stefan Mol, onderzoeker van Waternet, uit dat het huidige lineaire systeem in de waterketen in de toekomst niet volstaat en dat we toe moeten naar een circulair systeem. Hij introduceerde de drie-traps-raket, waarbij de afvalstromen worden gescheiden in een zwarte (fecaliën) en een grijze stroom (restwater). Met de grijze stroom kan warmte worden terug gewonnen en de zwarte stroom kan – via een vergister – worden omgezet in biogas, dat via warmtekrachtkoppeling warmte en elektriciteit oplevert. Klimaatverandering (en dan met name de tropische hoosbuien) is een andere factor die de waterketen beïnvloedt. Eric van der Blom van Uneto-VNI (installateurs en technische detailhandel) vertelde wat je als bedrijf en consument kunt doen om waterschade zoveel mogelijk te voorkomen. Ook drinkwaterbedrijven als Brabant Water, Evides en PWN gaven acte de présence. Naast vernieuwing van de infrastructuur (Brabant Water), gaven alle waterbedrijven aan volop bezig te zijn met innovatieve oplossingen zoals bijvoorbeeld 3D- en 4D-printen, keramische nanofiltratie en microfiltratie, omgekeerde osmose en ionenwisseling. Alles om zoveel mogelijk waardevolle stoffen uit het afvalwater te halen en te recycleren. Kwaliteitsborging toepassen op deze nieuwe technieken kan lastig worden, was de stelling van Ric de Jong van Kiwa. Bij 3D-printen zit de belangrijkste uitdaging in het proces. Hoe goed kun je dat controleren? Zijn er verborgen gebreken? Kortom de nieuwe technologieën in de watersector vragen een ander denkkader voor kwaliteitsborging. Voor een compleet verslag van het Kiwa Watersymposium zie de website van Kiwa (onder ‘nieuws’).
Ieder kwartaal organiseert de KNW-themagroep IT een ‘op-weg-naar-huis’- netwerkbijeenkomst op het gebied van water & IT. Woensdag 1 juni is het weer zover, in het gebouw van KWR Watercy cle Research Institute in Nieuwegein. Het thema is dit keer: de smartphone als sensor. De bijeen komst stond eerder gepland op 4 april. Met informatie kan de betrokkenheid van burgers worden vergroot en watermanagement effectiever worden gemaakt. Deze informatie komt beschikbaar door gebruik te maken van bestaande sensoren, sensor add-ons voor smartphones en slimme applicaties. Cruciaal is het verwerken en presenteren van deze informatie met apps voor de verschillende gebruikers. De bijeenkomst bestaat uit twee presentaties op het gebied van IT-toepassingen in de watersector. Verder is er voldoende ruimte om onderling te netwerken en kennis uit te wisselen. De kleinschalige bijeenkomst is bedoeld voor alle belanghebbenden in IT-toepassingen binnen de watersector en duurt – exclusief de borrel achteraf – ongeveer 70 minuten. Meer informatie en aanmelden bij Pauline Beaumont: pauline.beaumont@waternetwerk.nl, of Carla Megens: carla.megens@waternetwerk.nl
WATERNETWERK
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
Foto Marion Dielen
KORT
NIEUWS
VIJFDE EDITIE FITTERIJ WEDSTRIJD TU DELFT Op 10 juni houdt het dispuut Watermanagement aan de TU Delft voor de vijfde keer de fitterijwedstrijd.
HOLLANDS NOORDERKWARTIER MAAKT EXPOSITIE 100 JAAR WATERSNOODRAMP MOGELIJK Acteurs vertellen bezoekers, te midden van de ravage, over de impact en de gevolgen van de ramp van 1916
In 2016 is het precies 100 jaar geleden dat het Zuiderzeegebied voor het laatst werd getroffen door een overstroming. Het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen her denkt samen met hoofdsponsor hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier de watersnoodramp van 1916 met de tentoonstelling Overspoeld. Bij de watersnood van 1916 kwamen zeker negentien mensen om het leven en een aantal dorpen werd volledig verwoest. De economische schade was zo groot dat een aantal gemeenten failliet ging en ophield te bestaan. De focus van de tentoonstelling ligt enerzijds op het herdenken en uitbeelden van de watersnoodramp van 1916 en anderzijds op het waterbewustzijn van nu. Veilig wonen onder zeeniveau is immers nooit vanzelfsprekend. Eind maart werd bij de start van het buitenseizoen de tentoonstelling officieel geopend. Daarbij bezocht ‘koningin Wilhelmina’ symbolisch de watersnoodstraat, het meest in het oog springende onderdeel van de tentoonstelling, waar een deel van het rampgebied is nagebouwd. De ‘vorstin’ bezocht het getroffen gebied en sprak er met twee overlevenden, vissersvrouw Lijsbeth en boerin Duifje. Deze twee bewoonsters vertellen bezoekers, te midden van de ravage en stank, over de impact en de gevolgen van de ramp. In een van de straten ligt een gestrande botter. Verderop lopen bezoekers over een steiger langs getroffen huizen. Waterbewustzijn Naast de watersnoodstraat bestaat de tentoonstelling Overspoeld onder andere uit een waterlaboratorium, een puzzeltocht en een expositie van materialen die tegenwoordig worden gebruikt om dijken te bewaken en te versterken. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier werkt aan de tentoonstelling mee in het kader van een publiekscampagne om het waterbewustzijn te vergroten. Het buitenmuseum en de watersnoodstraat zijn voor het publiek geopend tot en met zondag 23 oktober. De Zuiderzeevloed van 14 januari 1916 vormde de aanleiding van de aanleg van de Zuiderzeewerken, met als bekroning de Afsluitdijk (1927-1932), die het einde betekende van de Zuiderzee. De plannen daarvoor (het ‘plan-Lely’) lagen al langer klaar, maar de besluitvorming raakte door de ramp in een stroomversnelling. Op 19 september 1916 diende ingenieur Lely zijn definitieve plan in. Van de inrichting van de tentoonstelling ‘Overspoeld’ is een timelapse-filmpje gemaakt. Dat is te zien door de QR-code te scannen.
NR5-MEI 2016
Ter viering van het 170-jarig bestaan van de TU werd in 2012 de eerste fitterijwedstrijd gehouden. Positieve reacties hebben het dispuut Watermanagement vervolgens doen besluiten om dit evenement jaarlijks te herhalen. In teams van twee maken studenten en docenten kennis met de principes van zowel het kraantje drukken als met het fitten. Bij het organiseren van de wedstrijd krijgt het dispuut Watermanagement hulp. Zo verzorgt Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) niet alleen materiaal, maar ook assistentie bij de wedstrijd. Het gevolg is een evenement waarbij op een interactieve manier contacten worden gelegd tussen studenten en professionals uit de watersector. Er is ruimte voor vijftien teams. Kom om een team in te schrijven naar het CiTG-gebouw, kamer 4.74, of stuur een e-mail naar fitterij@dispuutwatermanagement.nl. Meer info op www.dispuutwatermanagement.nl of de facebookpagina Dispuut Watermanagement.
KONINKLIJK NEDERLANDS WATERNETWERK VERHUIST
Per 1 mei is het bureau van Konink lijk Nederlands Waternetwerk (KNW) verhuisd. De nieuwe locatie is bij de Unie van Waterschappen, Koningskade 40, 2596 AA Den Haag. Overige contactge gevens zijn hetzelfde gebleven. De Stichting H2O, Stichting Kennisuit wisseling Industriële Watertechnologie (SKIW) en de Stichting International Water Conferences zijn meeverhuisd en hebben hetzelfde adres.
19
Uitmuntend in nivometing Swiss Quality dataloggers Zeer duurzame nivodataloggers, voor grondwater, afvalwater en riooloverstort met een uitstekende data zekerheid. Dataloggers voor waterstand Nivo en geleidbaarheid datalogger CTD • Nauwkeurigheid / Bereik geleidbaarheid ± 1% max. / 0,2...200 mS/cm • Nauwkeurigheid / Bereik temperatuur ± 0,1 °C / -10…40 °C • Nauwkeurigheid / Bereik waterstand ± 0,02 %FS max. / 5…200 m • Toepassingen Monitoring van waterstand en waterkwaliteit
en temperatuur GSM Modemlogger
•
Autonoom
• Multi parameter logger
•
Eenvoudig in gebruik
• Data overdracht via E-Mail, FTP
•
Batterijlevensduur
of SMS • Multi functioneel
tot 10 jaar •
· Zout water
• Eenvoudige installatie • Gratis installatie- en datasoftware • Geen serverabonnement nodig voor uw eigen data
Toepassingen: · Zoet water
• Batterijlevensduur tot 10jaar
· Afvalwater •
Leverbaar in RVS, hastelloy en titanium
•
Ook beschikbaar met geïntegreerde luchtdrukcompensatie (DCX22AA)
keller-holland.nl
Een frisse wind in frequentieregelaars: De nieuwe FR-A846 Installeer eenvoudig de nieuwe FR-A846 frequentieregelaar van Mitsubishi Electric. De robuuste behuizing met beschermingsgraad IP55 zorgt voor een directe montage zonder schakelkast. De frequentieregelaar is geschikt voor alle toepassingen zoals pompen, HVAC, hijsinstallaties, transportsystemen, extruders en centrifuges in het bereik van 0.4kW - 160kW. Deze frequentieregelaars zijn direct geschikt voor inductiemotoren en permanentmagneetmotoren.
Meer informatie: nl3a.mitsubishielectric.com / Tel. 0031 297 250 350
HOOG WATER
HILVERSUM
<
Watertorens: er werden er 260 gebouwd om druk te houden op het leidingnet en altijd te beschikken over schoon drinkwater. De meeste zijn buiten gebruik, vele kregen een herbestemming. Maar sommige doen nog gewoon hun werk. Zoals deze in Hilversum.
HOOGTE: 24,5 M
VROEGER Het is een heel mooie, deze brede en niet al te hoge watertoren in Hilversum. Gebouwd in 1893 op het hoogste punt van het Gooise dorp, aan de Jacobus Pennweg (27 meter boven NAP). Dat laatste was handig, want dan hoefde de toren zelf niet zo hoog te worden om toch voldoende waterdruk op te leveren. De toren werd gebouwd in opdracht van de het Belgische bedrijf Compagnie Générale des Conduites d’Eau in opdracht van de U trechtse Waterleiding Maatschappij. De stijl heet neo-romaans. De toren heeft een geschiedenis. Tijdens de jaren 1940-’45 waren in de wijk Trompenburg (waarvan de watertoren deel uitmaakt) veel Duitse troepen gelegerd. In 1944 was er een heftig (en grotendeels mislukt) bombardement van de geallieerden. Hierbij raakte de watertoren beschadigd; het achthoekige zinken dak ging verloren. In 2000 vond een ingrijpende restauratie plaats, waarbij de toren in originele staat werd hersteld.
> GEBOUWD: 1893 HOOGTE: 24,5 METER INHOUD: 600 M3 Tekst en fotografie Roel Smit
NR5-MEI 2016
21
NU Sinds 2002 heeft de oude watertoren van Hilversum, die nu eigendom is van drinkwaterbedrijf Vitens, de status van Rijksmonument. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is behoorlijk lyrisch over het bouwwerk: “De watertoren met bijbehorende erfscheiding is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische, alsmede typologische waarde als zeldzaam en gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een watertoren in neo-romaanse stijl uit het laatste kwart van de negentiende eeuw.” Tegelijk kan de toren nog altijd ingezet worden om druk te houden op het leidingnet. Dit geldt overigens voor zestien van de 28 watertorens die Vitens in bezit heeft.
22
‘NEDERLAND KAN IN DE WATERDIPLOMATIE EEN VEEL ACTIEVERE ROL SPELEN’
WATER ALS BRANDHAARD Tekst Hans Oerlemans | Beeld iStockphoto
Regelrechte waterwars zijn er nog niet uitgebroken. Maar bij veel brandhaarden in de wereld is water wel een onderdeel van het geschil. Op het World Economic Forum 2016 in Davos stond het risico op watercrises bovenaan de top-5 met bedreigingen voor vrede en stabiliteit. Tijd voor een nieuwe collega binnen onze sector: de waterdiplomaat en -mediator.
A
A
ACHTERGROND
I
n het Midden-Oosten speelt water bij tal van conflicten een rol, vertelt Patrick Huntjens, hoofd Waterdiplomatie bij The Hague Institute for Global Justice. “Aan de opstand in Syrië ging een jarenlange droogte vooraf met grote gevolgen: misoogsten, stijgende voedselen waterprijzen en massale migratie naar de stad. De impact was mede zo groot door slecht watermanagement en inefficiënte irrigatie. Het heeft als een katalysator gewerkt en bestaande onrust verder aangewakkerd.” Bij de burgeroorlog in Jemen geldt hetzelfde. Op verzoek van de Nederlandse ambassade heeft Huntjens onderzoek gedaan naar de watersituatie in dit extreem arme en sterk verdroogde land met 25 miljoen inwoners. “In Jemen is water vaak letterlijk een strijd op leven en dood. Jaarlijks vallen er duizenden doden bij conflicten over waterputten, irrigatie of diefstal van schaarse voorraden. Geschillen tussen buren, families en stammen worden met geweld beslecht. In veel gebieden ontbreekt elke vorm van watermanagement. Bronnen raken uitgeput, omdat men telkens nieuwe putten slaat in plaats van waterverspilling tegen te gaan. Naar schatting twee derde van alle conflicten in Jemen wordt bepaald door water.” “Beter watermanagement maakt weinig kans als niet eerst de conflicterende partijen met elkaar in gesprek gaan. Je hebt een zekere stabiliteit en consensus nodig om aan duurzame oplossingen te kunnen werken. We hebben een model ontwikkeld speciaal voor de oplossing van waterconflicten in rurale gebieden” (zie kader Rijdende Rechter voor waterkwesties). COCKTAIL VAN ONHEIL Onderzoeker Louise van Schaik van Instituut Clingendael is voorzichtig met het direct koppelen van droogte en waterschaarste aan internationale spanningen. Wel zijn er beslist verbanden te leggen. Ze geeft als voorbeeld de Arabische lente: “In 2010 mislukte door extreme droogte de graanoogst in Rusland. Ook elders in de wereld waren de opbrengsten matig. Rusland kondigde een exportverbod af, waardoor de graanprijzen op de wereldmarkt omhoog v logen. Egypte is de grootste graanimporteur in het Midden-Oosten. Stijgende voedselprijzen droegen bij aan de algehele onvrede. Dat escaleerde tot een grote volksopstand. Duurder brood alleen brengt een dictator niet ten val, maar het heeft in dit geval wel bijgedragen aan de ondergang van de Egyptische president Mubarak.” Voor vrijwel elke menselijke activiteit is water nodig. Hoe meer mensen en hoe meer welvaart, hoe groter de waterconsumptie. Dat is precies wat de wereld te wachten staat: >
NR5-MEI 2016
23
24
VAN WIE IS HET WATER? De wereld telt meer dan 250 rivieren met een uitgestrekt stroom-
groepen zijn vaak aangewezen op dezelfde bronnen. Aan tafel
gebied in enkele tot soms meer dan tien landen (Donau, Nijl,
zaten oud-diplomaten, oud-bestuurders en experts. Het akkoord
Congo, Mekong). Ze zijn van levensbelang als bron van water voor
kan te zijner tijd worden opgenomen in een algeheel vredes
consumptie, landbouw en industrie, maar ook als verkeersader
akkoord. Een Palestijnse staat is alleen levensvatbaar bij vol-
en energiebron. Belangen en functies botsen. Stroomafwaarts
doende toegang tot water. De Israëli’s consumeren nu gemiddeld
ondervindt men de gevolgen van investeringen stroomopwaarts
veel meer water (200 liter) dan de Palestijnen (70 liter).
(dammen, waterkrachtcentrales). Conflicten over water in internationale stroomgebieden zijn eerder regel dan uitzonde-
Egypte en Ethiopië
ring. Toch slagen landen er opvallend vaak in met pragmatische
Egypte verzet zich tegen de bouw en exploitatie van de Great
afspraken spanningen te beheersen.
Ethiopian Renaissance Dam (GERD) in de Nijl in Ethiopië.
India en Pakistan
China, Thailand, Laos, Vietnam en Cambodja
Deze twee aartsvijanden sloten in 1960 het vermaarde Indus
China wil stroomopwaarts verder investeren in waterkracht
Water Treaty over de verdeling van het water uit de Indus en vijf
centrales en meer water onttrekken voor de landbouw. Stroomaf-
andere rivieren die door beide landen stromen. Voor Pakistan
waarts bestaat de vrees voor minder en onregelmatiger water-
vitale rivieren ontspringen in het Indiase hoogland. Het verdrag
toevoer. Laos, Vietnam, Thailand en Cambodja vormen samen de
hield stand, ondanks dat de buurlanden sindsdien twee oorlogen
Mekong River Commission. China treedt vooralsnog niet toe.
uitvochten. Wel zijn er toenemende spanningen als gevolg van bevolkingsdruk, klimaatverandering en de bouw van nieuwe
Turkije, Syrië en Irak
waterkrachtcentrales.
Turkije heeft een reeks dammen in de Eufraat gebouwd met als gevolg een sterk verminderde waterafvoer richting Syrië en Irak.
India en Bangladesh
De onttrekking van water aan de Eufraat en Tigris is al decennia-
Beheer van de Farakka Dam in de Ganges. Beide landen hebben
lang bron van spanningen in de regio.
een conflict over de toewijzing van water. Arbitrage bracht geen oplossing.
Aralmeer Het Aralmeer in Centraal-Azië was ooit een binnenzee ter grootte
China, India, Bangladesh en Bhutan
van Nederland, voorzien van water door de rivieren Syrdarya en
Spanningen over de waterverdeling in het Brahmaputra Basin.
Amoedarya. Nu is dit gigantische meer nagenoeg drooggevallen.
Nieuwe waterkrachtcentrales verstoren de ecologische balans.
Door de bouw van waterkrachtcentrales in Kirgizstan en Tadzjikistan en het onttrekken van water voor de katoenteelt in
Israël en Palestina
Oezbekistan zijn beide rivieren al opgedroogd voor ze het meer
Onderhandelaars van Israël en Palestina bereikten in 2014 in Den
bereiken. De volkeren stroomafwaarts verloren hun levensader.
Haag een informeel akkoord voor een rechtvaardige toewijzing
Traditionele bronnen van bestaan zoals de visserij werden on
van het water uit de schaarse waterbronnen. Beide bevolkings-
mogelijk.
De Indus rivier stroomt zowel door India als Pakistan; een verdrag erover hield stand ondanks twee oorlogen tussen beide landen
ACHTERGROND evolkingsgroei, meer welvaart en een grotere waterbeb hoefte bij huishoudens, landbouw en industrie. En dat in combinatie met de opwarming van de aarde, verdroging van grote gebieden in Afrika en het Midden-Oosten en uitputting van grondwatervoorraden. Alles bij elkaar een cocktail van onheil. Zoals zo vaak is ook de internationale waterstress ongelijk verdeeld. De armen hebben er het meest onder te lijden.
RIJDENDE RECHTER VOOR WATERKWESTIES Mobile Water Courts (MWC) is een nieuw concept voor het oplossen van waterconflicten in gebieden met een gebrekkig rechtssysteem. Een soort ‘Rijdende Rechter’, maar dan voor zaken die er echt toe doen. Het concept is in 2015 ontwikkeld onder leiding van The Hague Institute for Global Justice. In rurale gebieden spelen vaak talloze kleine en grote conflicten over het o ppompen, de distributie, het gebruik of de opslag van water. Bij
WATER ZONDER GRENZEN Louise van Schaik: “In het buitenlands beleid van Nederland is water tot nu toe vooral een onderwerp voor ontwikkelingssamenwerking. We zouden ons meer moeten richten op water als vraagstuk van vrede en veiligheid. Het is een kansrijk thema voor diplomatieke initiatieven, omdat je de gesprekken vrij technisch kunt houden. Water is minder politiek beladen dan territoriale aanspraken of etnische tegenstellingen. Partijen blijken tot pragmatische oplossingen bereid, terwijl andere onderlinge geschillen onopgelost blijven.”
gebrek aan heldere wetgeving, handhaving en rechtspraak escaleren conflicten. Komt het tot gewelddadige confrontaties, dan wordt hooguit alleen het strafrecht toegepast, zonder de onderliggende conflicten aan te pakken. Het team van een Mobile Water Court bestaat uit juristen en ter zake deskundige specialisten (bestuurskundige, hydroloog, ingenieur). Ze brengen de problematiek in kaart, stellen vast welke formele of traditionele wetgeving van toepassing is en spreken met boeren, burgers, vissers en andere belanghebbenden. Vervolgens probeert de rechtbank tot een uitspraak te komen waarin alle p artijen zich kunnen vinden. Zo nodig wordt hulp geboden bij het
Vijanden zijn vaak wel gedwongen tot samenwerking, zo bleek onlangs nog in Israël. De zee en de stranden voor de kust van Israël raken steeds frequenter vervuild door rioolwater uit de Gazastrook. De enige waterzuiveringsinstallatie in het overbevolkte gebied ligt stil bij gebrek aan elektriciteit. Gaza is volledig afhankelijk van stroom uit Israël. Bovendien functioneert de elektriciteitsvoorziening gebrekkig als gevolg van schade door oorlogsgeweld.
implementeren van de afspraken en het opleiden van waterbeheerders. Het concept is in beginsel bruikbaar in elk land met water conflicten en een gebrekkig rechtssysteem. De eerste reacties op het plan uit de wereld van de diplomatie en het watermanagement (UNESCO-IHE, ministerie van Buitenlandse Zaken) zijn positief. Het is nu zaak het concept verder uit te werken en gereed te maken voor een proefproject.
Het afknijpen en bombarderen van Gaza slaat nu als een boemerang terug op Israel. Een ontziltingsinstallatie in Ashkelon die grote delen van Israel van drinkwater voorziet, moet regelmatig worden stilgelegd omdat het zeewater te zeer vervuild is met bacteriën. Dit onderstreept nog eens dat waterkwesties zelden een zero-sum game zijn. Water kent geen grenzen. Een oplossing voor Israël impliceert een oplossing voor Gaza. INGENIEUR EN WATERDIPLOMAAT The Hague Institute for Global Justice heeft al een stevig trackrecord in de internationale waterdiplomatie. Het doet onderzoek en bemiddelt in opdracht van de Verenigde Naties, de Europese Unie, de Wereldbank en nationale overheden. Zo heeft Patrick Huntjens in Den Haag besprekingen geleid tussen onafhankelijke vertegenwoordigers van Israël en de Palestijnse gebieden, wat resulteerde in een blauwdruk voor een regionaal waterakkoord. Het was onderdeel van het Geneva Initiative, waarbij Palestijnen en Israëli buiten hun regeringen om toenadering zoeken. NR5-MEI 2016
“Nederland kan in de waterdiplomatie een veel actievere rol spelen. We hebben hier uitstekende ingenieursbureaus, we zijn goed in watermanagement en hebben veel juridische en diplomatieke expertise. Het is zaak bruggen te slaan tussen de ingenieur en de jurist en de hydroloog en de bestuurskundige. Effectieve waterdiplomatie vraagt om de inzet van multidisciplinaire teams om het probleem en alle mogelijke oplossingen volledig in kaart te brengen.” In opdracht van de gemeente Den Haag heeft The Hague Institute onlangs een rapport gepresenteerd over hoe de Haagse regio kan uitgroeien tot een internationaal centrum voor waterdiplomatie. De stad heeft sterke troeven met het Internationaal Hof van Arbitrage, het Internationaal Hof van Justitie en andere juridische instituten. In Delft is veel waterexpertise zoals bij Deltares en UNESCO-IHE. Partners uit de regio werken aan een actieplan om het profiel van Den Haag als internationale stad van waterdiplomatie te versterken. |
25
26
LIMBURG BEPROEFT VERDYGO VOOR RIOOL WATERZUIVERINGEN Waterschapsbedrijf Limburg vervangt de bestaande rioolwaterzuiveringen van Simpelveld en Roermond door zuiverin gen van het zogeheten ‘Verdygo-concept’. Dit concept is gebaseerd op het principe dat een installatie flexibel vergroot of verkleind moet kunnen worden, afhanke lijk van de capaciteitsbehoefte. In plaats van ondergrondse betonnen bakken wordt daarom gebruik gemaakt van een bovengrondse, modulaire opstelling. Het concept is een eigen idee van Water schapsbedrijf Limburg. In Simpelveld wordt de biologische zuivering, inclusief de slibindikking, vervangen volgens de opzet van het Verdygo-concept. Op de rioolwaterzuiveringsinstallatie Roermond wordt de complete aanvoer installatie, bestaande uit een opvoergemaal en vuilroosters, vervangen. Volgens Guus Pelzer, directeur van Waterschapsbedrijf Limburg, kunnen door deze manier van bouwen de kosten met 20 procent worden verlaagd en kan de bouwtijd met een derde worden teruggebracht. Ook in het onderhoud zou een besparing van 20 procent gerealiseerd kunnen worden. Beide projecten (Simpelveld en Roermond) zullen medio 2016 opgeleverd worden. De investering in beide projecten bedraagt in totaal 10,7 miljoen euro. Waterschapsbedrijf Limburg heeft vorig jaar Verdygo BV opgericht, een zelfstandig werkbedrijf dat het concept nationaal en internationaal in de markt moet zetten. Een informatieve uitleg over het principe van Verdygo, zoals in Limburg wordt toegepast, geeft Waterschapsbedrijf Limburg in een video. Deze is te zien door het scannen van de QR-code of door te kijken op Youtube (zoekwoord Verdygo).
WATER MATTERS ALS DIGITAAL MAGAZINE IN HET ENGELS
Eind april verscheen voor de derde keer een aflevering van Water Matters, de halfjaarlijkse bijlage van maandblad H2O met elf artikelen over nieuwe kennis die door de Nederlandse watersector is voortgebracht. Voor wie deze artikelen wil delen met buitenlandse relaties verschijnt Water Matters als digitaal magazine in de Engelse taal: www.h2o-watermatters.com. Delen via e-mail of via sociale media is heel eenvoudig. Elk artikel is voorzien van de buttons die daarvoor gebruikt kunnen worden. De ontvanger krijgt dan vervolgens een link, waarmee het complete magazine zich opent op de plek van het betreffende artikel. Wie de Engelse versie van Water Matters wil volgen, kan dat ook doen via Twitter: @WaterMatters1. Water Matters is, net als maandblad H2O en H2O-Online, een initiatief van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW), het onafhankelijke kennis(sen)netwerk voor en door Nederlandse waterprofessionals. De uitgave van Water Matters wordt mogelijk gemaakt door vooraanstaande spelers in de Nederlandse watersector. Deze Founding Partners zijn Alterra Wageningen UR, ARCADIS, Deltares, KWR Watercycle Research Institute, Royal HaskoningDHV en de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA). Zij willen met Water Matters nieuwe, toepasbare waterkennis toegankelijk maken voor een breed publiek van waterprofessionals. De uitgave in het Engels wordt mede mogelijk gemaakt door Netherlands Water Partnership (NWP), het netwerk van circa 200 samenwerkende (publieke en private) organisaties op het gebied van water. Het digitale magazine is te lezen op een desktop-computer en een tablet; niet op een smartphone.
WATERTECHNIEK
TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR
TOOLS HELPEN STEDELIJK GEBIED KLIMAATBESTENDIG INRICHTEN
Eind april werd officieel een begin gemaakt met de dijkversterking
WADDENZEEDIJK VERSTERKT MET NIEUW MATERIAAL In opdracht van Wetterskip Fryslân is bouw- en aannemingsbedrijf Heijmans vorige maand begonnen met de verbetering van de 13 kilometer Waddenzeedijk ter hoogte van Zwarte Haan, Holwerd en Wierum. Hierbij wordt – voor het eerst in Nederland op deze schaal – gebruik gemaakt van Elastocoast: steen gemengd met twee componenten bindmiddel. Met dit materiaal, waarvan bij dit project 9.200 kubieke meter wordt gebruikt, is het verwijderen van de bestaande dijkbe kleding niet nodig. Hierdoor kan volgens het waterschap sneller gewerkt worden, tegen lagere kosten en met minder hinder voor de natuur. Elastocoast, dat wordt aangebracht aan de onderkant van de dijk, is volgens het waterschap twee keer zo sterk als asfalt en remt door de open structuur de golven. Ook vormt het een goede ondergrond voor algen, wieren, schelpdieren en andere kleine organismen aan de waterkant van de Waddenzee. De aannemer start met het ontgraven van de grond in de teen van de dijk. Om de Elastocoast te kunnen aanbrengen, wordt de steenslag gedroogd voordat deze wordt gemengd met lijm. Dit gebeurt ter plaatse in een speciale installatie. Ook moet de ondergrond (bestaande dijkbekleding) droog zijn. Bij regen kan daarom niet gewerkt worden. Als de Elastocoast is aangebracht, wordt de grond onderaan de dijk weer aangevuld. Op sommige plekken is het nodig extra versteviging aan te brengen. Dit gebeurt met breuksteen die de golven breken. Vervolgens wordt de bestaande asfaltlaag hoger op de dijk gefreesd en schoongemaakt. De volgende stap is het opnieuw asfalteren van een deel van de dijk en het aanbrengen van een slijtlaag. Uiterlijk 1 oktober is de dijkverbetering klaar. De totale projectkosten bedragen 12 miljoen euro. De werkzaamheden aan de Waddenzeedijk zijn te volgen via een website. www.kijkopdewaddenzeedijk.nl
NR5-MEI 2016
Dankzij samenwerking tussen een Nederlandse bedrijven en instellingen zijn er handige tools beschikbaar voor een klimaatbestendige inrichting van stedelijk gebied. Het gaat hierbij om de Climate Adaptation App, die helpt bij het opstellen van een zogeheten long list van mogelijke maatregelen. Daarnaast is de A daptation Support Tool, waarmee kan worden geschetst waar welke maatregelen getroffen kunnen worden en hoe effectief ze waarschijnlijk zullen zijn. De werkwijze met beide hulpmiddelen is inmiddels met succes toegepast in verschillende ontwerpworkshops. Bijzonder aan de combinatie van beide tools, is dat ze gebruikt kunnen worden om te ‘tekenen’ én te ‘rekenen’ en zo de dialoog tussen alle betrokkenen te ondersteunen. De Climate Adaptation App (gratis verkrijgbaar via www.climateapp.org of in de Applestore/Playstore) is ontstaan uit de samenwerking tussen Deltares, Sweco, Bosch Slabbers Landschapsarchitecten, Witteveen+Bos, het KNMI en Klimaat voor Ruimte. De Adaptation Support Tool is ontwikkeld door Deltares, Alterra Wageningen UR en Bosch Slabbers. Voor H2 O-Online hebben de ontwikkelaars van de Adaptation Support Tool een uitgebreider artikel geschreven over de eerste ervaringen in workshops. Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl.
27
28
BODEMVERANDERING IN WESTERSCHELDE BETER VOORSPELBAAR
De Westerschelde, met een afwisseling van geulen en platen
Natuurlijke bodemveranderingen in estuaria, zoals de Westerschelde, zijn beter voor spelbaar dan werd aangenomen. Dit blijkt uit de studie van Gerard Dam, promovendus bij UNESCO-IHE en werkzaam bij Svašek. Hij heeft met behulp van een nieuwe methodiek de periode van 1860 tot 1970 gesimuleerd en vergeleken met de bodemmetingen uit die tijd. Het onderzoek laat zien dat bodemverandering in het complexe systeem van stromingen en sedimenttransport wel degelijk voorspelbaar is over een langere periode. De methodiek lijkt daarom goed in te zetten om de gevolgen van bijvoorbeeld zeespiegelstijging in estuaria in beeld te brengen. Het is voor het eerst dat deze methode is toegepast om de dynamiek van estuaria beter te begrijpen en softwaremodellen te valideren. De resultaten van het onderzoek ‘Modeling centuries of estuarine morphodynamics in the Western Scheldt estuary’ zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Geophysical Research Letters.
HOE HAAL JE ARSEEN HET BESTE UIT DRINKWATER? Arseen is één van de meest giftige stoffen op aarde. Toch worden meer dan 226 miljoen mensen er wereldwijd aan blootgesteld via hun drinkwater. KWR Watercycle Reaerch Institute maakte een analyse van de methoden die beschikbaar zijn om arseen uit drinkwater te verwij deren. Welke het meest geschikt is, blijkt af te hangen van lokale technische en socio-economische omstandigheden.
Arseen komt van nature voor in de aardkorst en wordt gezien als de op twee na meest giftige stof, na lood en kwik. Arseen kan in drinkwater terechtkomen door natuurlijke oorzaken. Bekende voorbeelden zijn Turkije en Bangladesh, waar op sommige plaatsen het grondwater is verontreinigd met arseen doordat het in de ondergrond voorkomt. Maar ook menselijke activiteiten, zoals mijnbouw, kunnen leiden tot verhoogde arseenconcentraties in grondwater, bijvoorbeeld in Polen en Brazilië. Verwijdering van arseen uit water is vaak niet eenvoudig, waardoor het beter is om, indien mogelijk, over te stappen op een niet-verontreinigde bron, of het water te verdunnen tot een acceptabele concentratie. In sommige gevallen is dat echter
ONDERWATERDRONES BEWIJZEN HUN WAARDE Bij onderzoek naar ecologie en waterkwaliteit kunnen onderwater drones veel toegevoegde waarde leveren. Zulke drones, uitgerust met diverse sensoren en camera’s, blijken meer informatie op te leveren dan reguliere steekmonsters. Dat blijkt uit een pilot die door Waternet in samenwerking met het bedrijf Indymo is uitgevoerd in de Sloterplas in Amsterdam. Dit jaar is een onderzoek gestart naar maatregelen die moeten zorgen voor een duurzame verbetering van de waterkwaliteit en de ecologie in de Sloterplas (Amsterdam). Het onderzoek richt zich op de rol van quaggamossels en onderwaterplanten. In de Sloterplas leverden de beelden die door de drone gemaakt werden kennis op die bij reguliere monitoring niet naar boven zou zijn gekomen, zoals de lokale bedekking door fijn slib en de manier van verspreiding van de mossels (in kluiten of vlakdekkend). Een uitgebreid artikel over dit onderwerp is geschreven voor H2O-Online. Het is te lezen door de QR-code te scannen of te kijken op www.vakbladh2o.nl
geen optie en is toepassing van geavanceerde technologie onvermijdelijk. Fysisch-chemische technieken om a rseen uit drinkwater te verwijderen kunnen worden onderscheiden in vier typen processen: precipitatieprocessen, adsorptie en ionenwisseling, membraanprocessen en oxidatieprocessen. Arslan Ahmad en Roberta Hofman-Caris (KWR Watercycle Research Institute) schreven voor H2O-Online een uitgebreid artikel over dit onderwerp. Het is te lezen door de QR-code te scannen of te kijken op www.vakbladh2o.nl
WATERTECHNIEK
TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR
UPFALLSHOWER PLAATST SUPERZUINIGE DOUCHE
De opstelling van Noorse steen in de Deltagoot van Deltares in Delft
ONDERZOEK IN DELTAGOOT BESPAART NOORDERZIJLVEST 25 MILJOEN EURO Een onderzoek naar de stabiliteit van zogeheten ’Noorse steen’ in de Deltagoot van Deltares heeft alleen al het waterschap Noorderzijlvest een besparing opge leverd van 25 miljoen euro. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat het vervangen of versterken van deze steen, die veel wordt toegepast in dijkversterkingen, niet nodig is. Het onderzoek vond plaats in opdracht van de POV-Waddenzeedijken, een verkenning waarbij de Noordelijke waterschappen kijken hoe zij de Waddenzeedijk kunnen versterken. Deze verkenning had betrekking op de stabiliteit van met beton ingegoten Noorse steen. Volgens de oude theoretische rekenmethodes moest deze Noorse steen vervangen worden. Het onderzoek was enerzijds gericht op de beschikbare rekenmethode voor de beoordeling van de steen (theorie) en anderzijds voor de concrete beoordeling van de Noorse steen in het dijktraject Eemshaven – Delfzijl (praktijk). Waterschap Noorderzijlvest verbetert hier 12 kilometer dijk en maakt deze tevens aardbevingsbestendig. Kennisinstituut Deltares voerde het onderzoek uit in de Deltagoot. Hier werd een exacte replica van een deel van de steenbekleding op de dijk Eemshaven-Delfzijl nagebouwd. De vraag was: blijft de steenbekleding heel onder het daverende geweld van een superstorm, met golven die daar eens in de 3.000 jaar voorkomen. Met steeds hogere golven probeerden de onderzoekers de steenzetting te laten bezwijken. De conclusie was dat de bekleding sterk genoeg was en dus niet hoeft te worden versterkt. Voor waterschap Noorderzijlvest betekent deze positieve beoordeling een besparing van 25 miljoen euro. Voor alle dijktrajecten met Noorse steen in Nederland samen bedraagt de besparing een veelvoud hiervan. De uitkomsten zijn het eerste rechtstreekse resultaat uit de POV-Waddenzeedijken. De waterschappen Hunze en Aa’s, Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân voeren de POV-Waddenzeedijken uit onder de paraplu van het Hoogwaterbeschermings programma. www.pov-waddenzeedijken.nl
NR5-MEI 2016
De douche is geplaatst. Vanaf links: Marco ter Meer (Beter Bad), Thierry de Jager (eigenaar Hajé Joure), René Betgem (Upfallshower), Bert ter Meer (Beter Bad) en Timo Bakker (facilitair manager Hajé Joure)
Het Hajé hotel in het Friese Joure heeft bij wijze van proef één douche van het type Upfallshower laten installeren door het gelijknamige bedrijf van oprichter René Betgem. Deze douche claimt 40 liter water per minuut te leveren en tege lijkertijd slecht 1 tot 2 liter feitelijk te gebruiken. Begin april werd de douche officieel in gebruik genomen. René Betgem, die begin dit jaar werd bekroond met een tweede prijs van de WIS Award (Water Alliance Innovation Stimulation Award), zoekt methoden om zijn nieuwe vinding te vermarkten. De Upfallshower maakt gebruik van relatief eenvoudige technologie. Zo wordt het gebruikte douchewater eerst gefilterd via een microfilter; voor haren en grotere vuildeeltjes. Voor het bestrijden van micro-organismen vindt vervolgens nog UV-desinfectie plaats. Per minuut wordt slechts 1 à 2 liter schoon, verwarmd water toegevoegd om het douchewater op temperatuur te houden. Met de Upfallshower is volgens de bedenken een besparing mogelijk van 90 procent op water, gas en/of elektra, afvalwater en CO2. www.upfallshower.com
29
30
WATERSCHAPPEN EN DRINKWATERBEDRIJVEN KRIJGEN STEEDS MEER DATA
MAG DE BURGER ALLES WETEN? Open Data: al enige tijd een hot item in de waterwereld. Dát waterschappen en drinkwaterbedrijven informatie gaan delen, daarover geen twijfel. Maar welke data wèl en welke niet? In welke vorm? En hoe zit het met de veiligheid? Tekst Sander Peters Beeld iStockphoto
A
A
ACHTERGROND
H
et is warm. Vochtig warm. Er staat geen zuchtje wind, zeker niet in de beschutte tuin waar het kleine opblaasbadje is neergezet. “Mogen we in het meertje gaan zwemmen?”, jengelen de kinderen. Goed idee, denken vader en moeder. Dan echter herinneren ze zich dat het journaal een dag eerder berichtte dat de blauwalg deze zomer weer welig tiert. Vader belt naar het waterschap, waar ze hem verwijzen naar zwemwater.nl. Twee muisklikken en één minuut later weet vader precies of zijn kinderen veilig kunnen zwemmen in het meertje. De situatie is een voorbeeld van het delen van informatie door een overheidsorganisatie. Informatie waar burgers behoefte aan hebben. Er zijn ook voorbeelden van gegevens waar gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk over beschikken, waar minder mensen direct nut van ondervinden. Toch rijst ook hier de vraag: is de overheid niet verplicht om de data te publiceren, om de eenvoudige reden dat het informatie is die van ons allemaal is? Publieke informatie, betaald van belastinggeld. CLOUD “Een terechte en actuele vraag”, stelt Peter Smits, informatiemanager bij Waternet in Amsterdam. “Het is een vraag waar de partijen in de waterwereld – waterschappen, gemeen ten, provincies, maar ook drinkwaterbedrijven – zich in toenemende mate mee bezighouden. Niet in de laatste plaats omdat de rijksoverheid het principe van Open Data enorm s timuleert.” “Bij Waternet zeggen we: ‘Ja, we openbaren onze gegevens, tenzij…’. Waarom? Enerzijds is het een principieel vraagstuk: die informatie is met publiek geld vergaard en dus heeft iedere burger er recht op om over die data te beschikken. Tegelijk is er ook een meer pragmatische reden om gegevens te delen. Ik denk dat het ons verder helpt. De kwaliteit van je data kan alleen maar omhoog, om de simpele reden dat mensen fouten ontdekken. Of nieuwe combinaties mogelijk maken.” De kwestie ‘delen we of delen we niet?’ is niet zomaar actueel. Het is een logisch gevolg van de almaar groeiende technische mogelijkheden. We meten steeds meer, steeds vaker, steeds intensiever en steeds nauwkeuriger. “De berg data groeit dus ook in rap tempo”, aldus Smits. “En dat roept ook weer vragen op: moeten we gekunsteld maar alles verstrekken wat we hebben? Alles op internet of in de cloud gooien? Nee. Ik denk dat we goed moeten kijken waar behoefte aan is. Anders is dat verspilling.” OUD DENKEN Aris Witteborg is specialist informatiemanagement bij ingenieursbureau Royal HaskoningDHV. Hij ziet dat het voor waterbeheerders technisch steeds eenvoudiger wordt om te doen waar Peter Smits voor waarschuwt: de bergen data waarover ze beschikken, een-op-een in de cloud gooien. “Logisch ook, want de ruimte is zo ongeveer onbeperkt. En de kosten worden steeds lager. Bovendien: wanneer je dat doet, hoef je er zelf geen speciale ICT-voorzieningen meer voor te maken. Dat scheelt tijd en geld.” Witteborg weet dat er ook mensen zijn bij waterschappen en drinkwaterbedrijven die beren op de weg van Open Data zien. “Ja, het is gedoe. Je moet er toch wel het nodige voor regelen. Dat is één. Fundamenteler misschien is de angst dat mensen zonder verstand van zaken >
NR5-MEI 2016
31
32
verkeerde conclusies trekken. Of dat je mensen in paniek brengt met berichten over slechte waterkwaliteit, of zwakke plekken in de waterkering. Maar dat is ‘oud denken’: het idee dat je mensen kunt weghouden van informatie. Dat je ze moet beschermen. De wereld ziet er inmiddels zo anders uit; de trend om informatie openbaar te maken, de manier waarop we informatie zien (‘is van ons allemaal’): het is allemaal een onomkeerbare beweging.”
‘Ja, het is een revolutie, maar we zullen wennen aan die informatiestromen’
BORRELT EN BRUIST Actieve openbaarheid, dat is de term die Peter Smits gebruikt voor het doelgroepgericht leveren van informatie. Aan burgers, media, ingenieursbureaus, onderzoeksinstituten. “We doen daar ook veel onderzoek naar: wie heeft waaraan behoefte? En dat leveren we dan aan. Op een klantvriendelijke manier. Denk aan burgers die iets willen weten over de natuur of het watersysteem, flora en fauna. Of over de kwaliteit van het drinkwater in een bepaalde regio. Maar er zijn ook andere partijen: onderzoeksbureaus bijvoorbeeld die harde cijfers over normoverschrijdingen van bepaalde stoffen – bijvoorbeeld medicijnresten – willen zien. Of over ons duurzaamheidsbeleid, bijvoorbeeld het energieverbruik.” “Als we deze informatie doelgroepgericht aanleveren, voegen we echt waarde toe. Daar zijn we heilig van overtuigd. En door aan te sluiten bij burgerinitiatieven, door andere partijen er actief bij te betrekken, komen we ook sneller tot creatieve maatschappelijke oplossingen. Noem het co-creatie of - met een vreselijk woord - synergie. Maar het resultaat is uiteindelijk meer dan de som der delen.” Aris Witteborg denkt dat de nieuwe generaties anders naar informatie kijken. “Internet heeft echt alles veranderd. Het begrip ‘eigenaar van informatie’, daar begrijpen jongere mensen weinig meer van. Alles staat online. Alles is van iedereen. Ik geniet daar ook van: het bruist en borrelt als je de kennis van verschillende mensen, verschillende organisaties, verschillende generaties samenbrengt. Denk aan de hippe hackatons: een groep whizzkids die ‘losgaat’ op een bepaalde gegevensverzameling. En nieuwe oplossingen en analyses bedenkt. Dát is een mooi voorbeeld van de voordelen van open data.” AANSPRAKELIJK Doelgroepgerichte informatie aanleveren, net als Peter Smits staat dat ook Edwin van Vugt voor ogen. Van Vugt is informatieadviseur bij waterschap De Dommel en in die rol betrokken bij de overdracht van gegevens naar externe partijen. “We besteden van oudsher best wat tijd aan het beantwoorden van vragen. Niet zozeer van burgers, maar wel van studenten, natuurorganisaties of onderzoeks- en ingenieursbureaus. Ik denk dat het onze organisatie – en waterschappen in het algemeen – goed zou doen als we op grote schaal onze data publiceren.” “Ik ben een voorstander binnen onze wereld, er zijn ook tegenstanders. Die zeggen: ‘Wat als mensen een en ander verkeerd interpreteren? Zijn we dan verantwoordelijk? Aansprakelijk?’ Ik denk dat we dat kunnen ondervangen door de reeksen technische data op toegankelijke manier te publiceren. In grafieken of tabellen. Dat kunnen we ook gezamenlijk doen. Zoals wij al voorzichtig doen met de twee andere waterschappen hier in Noord-Brabant: we combineren bijvoorbeeld gegevens over waterstanden en zwemwaterkwaliteit en plaatsen dat in behapbare infographics op internet. Of bieden dat aan als mensen erom vragen.” BIG DATA In welke sector je ook je licht opsteekt – energie, mobiliteit, gezondheidszorg, pensioenen – big data spelen overal een grote rol. Onvoorstelbare hoeveelheden meetgegevens stellen ons voor nieuwe uitdagingen. Niet voor niets schieten er her en der in het land – aan technische universiteiten en hogescholen – nieuwe studierichtingen uit de grond die data scientists moeten gaan afleveren.
ACHTERGROND “Het is een van de meest revolutionaire veranderingen van de laatste jaren”, ziet ook Smits. “Ja, het is een revolutie, maar zoals dat gaat zie je ook dat we er steeds meer aan wennen, aan die informatiestromen. Of we? Ik bedoel eigenlijk: de generatie van mijn kinderen. Die groeien daarmee op en zijn steeds beter en sneller in staat om te filteren. Te selecteren. Om hun weg te vinden in big data. Kijk hoe snel die kinderen data tot informatie omtoveren. Daar kan ik niet tegenop.”
BENCHMARK WATERSCHAPPEN Waterschappen houden elkaar scherp met interne tweejaarlijkse benchmarks. De gegevens die aan de basis
TERRORISME Er is één gebied waarop vrijwel alle betrokkenen het met elkaar eens zijn dat voorzichtigheid geboden is met open data: de veiligheid. Edwin van Vugt (waterschap De Dommel): “Dan denk ik eerst en vooral aan hacking van onze apparatuur, dat bij ons een bedreiging zou kunnen zijn. Als de besturing van onze gemalen overgenomen wordt, kan dat gevaarlijk zijn.”
van deze benchmarks liggen, staan sinds november 2014 op een openbare website: waterschapsspiegel.nl. Deze site bevat niet alleen gegevens over waterstanden en waterkwaliteit maar ook over de financiële situatie bij de diverse waterschappen. De
Peter Smits (Waternet): “Ik denk dat we in Nederland niet moeten terugschrikken om onze zwaktes te communiceren. Bijvoorbeeld weak spots in de waterkering. Dat er hier en daar misschien onrust ontstaat, moeten we op de koop toenemen. Je kunt ook uitleggen wat je eraan doet dan. Ik denk dat het de vertrouwensband tussen overheid en burger uiteindelijk goed doet.”
waterschapspiegel is een initiatief van de Unie van Waterschappen. Doel is enerzijds transparantie en verantwoording aan burgers en kiezers, maar ook om andere partijen uit te dagen met de gegevens aan de
“Maar we moeten in opdracht van de overheid wel heel voorzichtig omgaan met informatie over ons leidingenstelsel. Drinkwater is een eerste levensbehoefte, dus is de beveiliging van dat stelsel en de waterzuiveringen zeer scherp.” Drinkwaterbedrijven moeten aan strikte richtlijnen voldoen waar het gaat om informatie delen over de zogeheten vitale infrastructuur. “Wie gaat graven en wil weten of er leidingen in de weg liggen, kan zich melden bij het Kadaster. Het overzicht van het stelsel – welke leidingen liggen er, waar liggen ze, hoe diep, welke leidingen gaan waarheen? – mag niet zomaar verspreid worden. Dat is een goede zaak in deze woelige tijden.” |
slag te gaan en met oplossingen te komen voor de uitdagingen in de delta Nederland. BENCHMARK DRINKWATER BEDRIJVEN De drinkwaterbedrijven organiseren iedere drie jaar een benchmark. Waar dat sinds 1997 eerst vrijwillig gebeurde, is deze benchmark vanaf 2012 een wettelijk verplicht instrument. Onderwerpen die in deze vergelijkende studies met de titel ‘Water in zicht’ altijd terugkomen zijn: waterkwaliteit (onder meer drink waterkwaliteit, normoverschrijdingen), dienstverlening, milieu en duurzaamheid (onder meer energieverbruik en verdroging) en financiën en efficiency. Meer weten? Kijk op www.vewin.nl (zoek naar ‘Water in zicht’).
NR5-MEI 2016
33
34
VERWERKING VAN MESTOVERSCHOT: OVERLEVEN DE ZIEKTEVERWEKKERS? Dierlijke mest bevat ziekteverwekkende bacteriën en virussen. Worden deze gedood bij de verschillende mestverwerkingsmethodes? Die vraag wordt belangrijker nu een deel van de mestoverschotten verwerkt moet worden, waarmee en mesttransport en mestverwerkingsactiviteiten toenemen. Wageningen UR en het RIVM deden een verkennend onderzoek.
Omdat er te veel mineralen (stikstof en fosfaat) op het land worden gebracht, verplicht de Nederlandse overheid de veehouderijsector om minder dierlijke mest uit te rijden. Dat leidt onder andere tot meer transport van dierlijke mest en meer mestverwerking. De eind producten van mestverwerking worden weer als meststof gebruikt in de akkerbouw in binnen- en buitenland. De waterige restfracties worden, na reiniging, geloosd op het riool of het oppervlaktewater. Door deze activiteiten kunnen eventuele ziekteverwekkers in de mest zich verspreiden via het grond- en oppervlaktewater en via de lucht. Dat brengt voor mensen en dieren verhoogde besmettingsrisico’s met zich mee. Denk bijvoorbeeld aan de EHEC-crisis in 2011, en ook de Q-koorts-epidemie hield mogelijk verband met uitgereden mest. Voor afzet van dierlijke mest in het buitenland is hygiënisatie van deze mest wettelijk verplicht, maar zo’n verplichting bestaat (nog) niet voor het uitrijden van dierlijke mest en p roducten van mestverwerking in Nederland. Er is nog weinig bekend over besmettingsrisico’s vanuit – al dan niet verwerkte – dierlijke mest en hoe ze beperkt kunnen worden. Dat maakt het voor vergunningverleners, zoals waterschappen, praktisch onmogelijk om bij mestverwerkingsinitiatieven een gefundeerde afweging te maken. In opdracht van de provincie Noord-Brabant en waterschap Aa en Maas deden Wageningen UR en het RIVM een verkennend onderzoek naar de overleving van ziekteverwekkende micro-organismen tijdens de mestverwerking. Ze keken vooral naar varkensdrijfmest. H ierin is de concentratie aan micro-organismen doorgaans hoger dan in drijfmest van andere dieren. Met andere woorden: hier is een worst case onderzocht. ONDERZOEK Er werden acht mestverwerkingsinstallaties onder de loep genomen: zes installaties voor de productie van mineralenconcentraat en twee voor mesthygiënisatie (hittebehandeling). Van deze laatste werkte er één met vergisting voorafgaand aan de verhitting, en één met mechanische scheiding vooraf (zie kader Drie onderzochte methoden). In de ingaande mest en in de opeenvolgende verwerkingsstappen is de concentratie gemeten van een aantal micro-organismen (namelijk E.coli, intestinale enterococcen, Salmonella, Clostridium difficile, MRSA, ESBL-producerende E.coli, somatische colifagen en het hepatitis E-virus). Deze organismen zijn niet allemaal pathogeen, maar staan model voor de aanwezigheid en eventuele afname van ziekteverwekkende bacteriën en virussen tijdens het mestverwerkingsproces. GROTE VERSCHILLEN Mestvergisting levert behalve biogas ook zogeheten digestaat op, dat kan worden uitgereden als dierlijke mest. Uit het onderzoek blijkt dat vergisting weinig effect heeft op de patho-
WATERWETENSCHAP
TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR
genen: virussen en grampositieve bacteriën overleven, het aantal gramnegatieve bacteriën neemt wel enigszins af. Dat laatste is relatief gunstig omdat gramnegatieve bacteriën minder gevoelig zijn voor de gangbare antibiotica dan grampositieve. iStockphoto
DRIE ONDERZOCHTE METHODEN A. Productie van mineralenconcentraat Deze verloopt in drie stappen: 1. mechanische scheiding van vaste en vloeibare fractie van drijfmest; 2. verwijderen organische stof uit de vloeibare fractie; 3. membraanfiltratie (omgekeerde osmose, RO) van de schone vloeibare fractie; producten: mineralenconcentraat en permeaat (schoon restwater).
kan zelfs gewoon geloosd worden op het oppervlaktewater als het eerst nog (met een ionenwisselaar) is ontdaan van het teveel aan stikstof. Een gevoelige toepassing als het gebruik als drinkwater voor het vee wordt afgeraden, vanwege risico’s bij incidentele verminderde zuivering. Hygiënisatie door compostering of pasteurisatie is e ffectief: dit resulteert in vrijwel steriele eindproducten, die in binnenen buitenland als dierlijke mest kunnen worden gebruikt. Hoewel voorzichtigheid geboden is: sommige ziekteverwekkers overleven mogelijk. Voor het bepalen van de besmettingsrisico’s door overlevende ziekteverwerkers in mestverwerkingsproducten is nader onderzoek nodig. Paul Hoeksma (Wageningen UR) Saskia Rutjes (RIVM) André Aarnink (Wageningen UR) Hetty Blaak (RIVM) Fridtjof de Buisonjé (Wageningen UR)
Het productieproces levert dus drie eindproducten op: een vaste organische mestfractie (die kan worden vergist en/of gehygiëniseerd), een vloeibaar mineralenconcentraat en waterig permeaat.
Een uitgebreidere versie van dit artikel staat op H2O-Online. Het is te vinden met de QR-code of door te kijken bij de vakartikelen op www.vakbladh2o.nl
B. Hygiënisatie van digestaat Dierlijke mest wordt eerst samen met ander organisch materiaal vergist (co-vergisting, 60 dagen op 39 graden Celsius). Het vergiste materiaal (digestaat) wordt vervolgens gepasteuriseerd (1 uur op 70 graden Celsius). C. Hygiënisatie van vaste fractie De vaste fractie van drijfmest wordt gecomposteerd in een roterende trommel (1 dag op 60 tot 70 graden Celsius).
Mineralenconcentraat is microbiologisch min of meer gelijk aan onverwerkte mest. Ook hier lijken tijdens het productieproces virussen en gramnegatieve bacteriën minder goed te overleven, maar een duidelijke afname van het aantal kiemen is er niet. Ze worden zowel in de vaste fractie als in het mineralenconcentraat teruggevonden. Het restwater (permeaat) na omgekeerde osmose is microbiologisch wel nagenoeg schoon. Het kan zonder problemen binnen het bedrijf gebruikt worden als reinigingswater. Het NR5-MEI 2016
SAMENVATTING Dit onderzoek laat de invloed zien van mestverwerking op de overleving van ziekteverwekkers. Mestvergisting heeft op de meeste pathogenen weinig effect maar vermindert wel enigszins het aantal gramnegatieve bacteriën (die bij mensen het moeilijkst te bestrijden zijn). Hetzelfde geldt voor de productie van mineralenconcentraat. Hygiënisatie (door compostering of pasteurisatie) resulteert in microbiologisch veilige producten. Het restwater uit de mineralenconcentraatproductie is microbiologisch nagenoeg schoon en kan voor verschillende doeleinden gebruikt worden. Voor het bepalen van de besmettingsrisico’s door overlevende ziekteverwerkers in mestverwerkingsproducten is nader onderzoek nodig.
35
36
iStockphoto
HOE GESCHIKT ZIJN LASERS OM DE DIEPTE VAN SLOTEN TE BEPALEN? Het is voor waterschappen nuttig om te weten hoe diep sloten zijn. Traditionele meetmethoden zijn echter arbeidsintensief en duur. Is laseraltimetrie een geschikte optie? Die meetmethode met lasers is gangbaar voor het meten van de hoogte van het land (maaiveld) of de diepte van ondiepe zeeën. De pilot die Waternet samen met hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden uitvoerde, leverde veel informatie op.
Inzicht in de diepte van sloten helpt bij het beoordelen van de waterafvoercapaciteit, de vaardiepte, de aanwezige hoeveelheid slib, de ecologische waarden en helpt ook bij het modelleren van het watersysteem. Verder is de informatie relevant voor vergunningen en handhaving van de Waterwet. Het is nogal een opgave om alle sloten in grote gebieden met de traditionele techniek van de peilstok in te meten: veel sjouwen met materieel, over prikkeldraad en door de modder. Een meetboot is geen handig alternatief vanwege de aanwezigheid van dammen en kunstwerken en natuurlijk de ondiepte van de sloot. Er is daarom behoefte aan een methode voor het meten van de hoogte van waterbodems die nauwkeurig, arbeidsextensief en in het hele gebied te gebruiken is. De diepte van delen van zeeën en kuststroken wordt al jaren in beeld gebracht met laseraltimetrie. Hiervoor is een groene laser geschikt, die een golflengte heeft van 532 nanometer. Het werkt bijna hetzelfde als bij het inmeten van de maaiveldhoogte met een infrarode laser (met een golflengte van 1.064 nanometer). Alleen kan infrarood niet doordringen in water. Daarom wordt dus gebruikt gemaakt van een groene laser. DE WERKING De laserapparatuur zendt vanuit een vliegtuig vanaf een hoogte van circa vierhonderd meter laserstralen uit. De tijd die verstrijkt tussen de detectie van het wateroppervlak en van de waterbodem is een maat voor de waterdiepte. Onderweg verliest de laserstraal energie. Als er teveel energie verloren gaat, is de meting niet accuraat. De omstandigheden zijn daarom van grote invloed op de haalbaarheid van de meting. Zo zijn de transparantie en de kleur van het water van belang. Diatomeeën (kiezelwieren) en vegetatie, vertroebeling door neerslag en wind en humuszuren en ijzeroxiden kunnen de meting negatief beïnvloeden. De meting
WATERWETENSCHAP
TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR
van de waterbodem blijkt hierdoor lang niet zo eenvoudig als die van het maaiveld. Verder zijn de compactheid, de korrelgrootte, het gehalte organische stof en de kleur van de waterbodem bepalend voor de absorptie of reflectie van het licht. We weten uit ervaring met meten in zee dat laseraltimetrie goed werkt in gebieden met een zandige of harde stenige onderwaterbodem. In gebieden met klei of veen zal de laser meer moeite hebben voldoende energie over te houden voor een accurate meting. Van een venige bodem is bekend dat de overgang van water naar bodem vaak geleidelijk verloopt door het zachte slib en daardoor moeilijk te bepalen is. Bladeren op de waterbodem en nog niet verteerd planten afval zijn ook van invloed. Het meest geschikte moment voor een meting is in de wintermaanden, bij rustig weer omdat het water dan het meest helder is. En bij voorkeur ‘s nachts, omdat daglicht interfereert met de groene laser. PILOT De pilotvlucht vond door omstandigheden pas begin april plaats. Dat was voor de watercondities aan de late kant. Maar voor de vlucht is het doorzicht op een groot aantal l ocaties in het onderzoeksgebied specifiek in beeld gebracht. Dat zag er tijdens de metingen van 27 maart dit jaar nog goed uit. De vlucht leverde desalniettemin geen goede data op. Vermoedelijk door een combinatie van toch niet perfect doorzicht en het soort waterbodem. Alleen langs de provinciale weg ter hoogte van de Vinkeveense Plassen is het gelukt de waterbodemhoogte te meten. Daar is overduidelijk een zandige bodem aanwezig. VERVOLGONDERZOEK Een student van de UvA, David Batlle Vazquez, heeft in de periode van december 2015 tot en met maart 2016 uitgebreid literatuuronderzoek gedaan naar de werking van laseraltimetrie. Het beeld dat hieruit naar voren komt, verklaart dat de water(bodem)condities in Nederland bijzonder lastig zijn. Daarom is na interne gesprekken voorgesteld te onderzoeken of en hoe verbetering van de laseraltimetrie moNR5-MEI 2016
gelijk is. Een hypothese is dat vanwege de gelige (reflectie) kleur van de Nederlandse sloot, een gele laser (golflengte 570-590 nanometer) mogelijk betere meetresultaten oplevert dan een groene. Batlle Vazquez vervolgt zijn onderzoek de komende maanden met eigen lab- en praktijktesten met een groene en gele laser. Daarbij gaat hij ook kijken of het mogelijk is de metingen met drones uit te voeren in plaats van met vliegtuigen. Meten met een vliegtuig blijft wel interessant vanwege het voordeel van schaalgrootte. In december 2016 hoopt B atlle Vazquez zijn onderzoek Improvement of water-penetration and bottom-returns of current airborne laser bathymetrysystems by using yellow laser te kunnen afronden. Edwin ter Hennepe Leo Harren René van der Velden (Waternet) Roger de Crook (Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden) David Batlle Vazquez (Universiteit van Amsterdam) Een uitgebreidere versie van dit artikel staat op H2O-Online. Het is te vinden met de QR-code of door te kijken bij de vakartikelen op www.vakbladh2o.nl
SAMENVATTING Waternet en hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden willen graag weten of voor het meten van waterbodemhoogte in sloten gebruik te maken zou zijn van laseraltimetrie. Deze lasermethode werkt goed voor het meten van de diepte van de zee. Troebelheid van het slootwater en een zachte bodem maken het meten echter lastig. Dat is gebleken uit een pilot met een groene laser. Literatuuronderzoek laat zien dat een laser met een andere golflengte en kleur, namelijk een gele laser, mogelijk betere resultaten kan bereiken.
37
38
VERDER OP H2O-ONLINE
MEER WETEN? KIJK OP DE SITE VAN H2O!
Wie aan dit maandblad niet genoeg heeft en de verdieping zoekt, heeft de website H2O-Online: www.vakbladh2o.nl. Daar vindt u onder a ndere vakartikelen op het gebied van wetenschap en t echniek. Op deze pagina enkele van de meest recente artikelen die op de site zijn verschenen. SAMEN VOOR EEN GOEDE WATERKWALITEIT IN DE UTRECHTSE GEMEENTEN Winnet, het regionale waterinnovatienetwerk van hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en veertien Utrechtse gemeenten, beschouwt de oppervlaktewaterkwaliteit in het stedelijk gebied als integraal onderdeel van de waterketen en ziet waterkwaliteit als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Een gezamenlijke aanpak moet ervoor zorgen dat in 2027 al het water minimaal aan het streefbeeld ‘zichtbaar’ voldoet. Bas Spanjers (hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden), Erwin Rebergen (gemeente Utrecht), Laurens van Miltenburg (gemeente Nieuwegein), Pim de Kwaadsteniet (Tauw), Carolien Wegstapel (Tauw)
MOGELIJKHEDEN VOOR ARSEEN VERWIJDERING UIT DRINKWATER: STATE OF THE ART Er worden steeds meer technieken ontwikkeld om arseen uit drinkwater te verwijderen. Welke techniek het meest geschikt is, hangt echter af van lokale technische en socio-economische omstandigheden. Arslan Ahmad en Roberta Hofman-Caris (KWR Watercycle Research Institute)
ZANDVERWIJDERING OP RIOOLWATER ZUIVERINGSINSTALLATIES; MEER AANDACHT NODIG? Zandverwijdering krijgt op rioolwaterzuiveringsinstallaties mogelijk niet de aandacht die het verdient. De hoge kosten die gemoeid zijn met de slibeindverwerking zijn aanleiding geweest om het aspect zandverwijdering nader te onderzoeken. Victor Claessen, Peter van Dijk (waterschap De Dommel), Anna Veldhoen (Witteveen+Bos)
WATERCIRCULATIE OPLOSSING VOOR ZUURSTOFTEKORT STEDELIJK WATER? Het effect van watercirculatie op zuurstofconcentraties in het water is onvoldoende bekend. Daarom heeft RPS vorig jaar zomer met intensieve veldmetingen de zuurstofconcentraties op de route in het circulatiesysteem in beeld gebracht. Arnold Osté (RPS advies- en ingenieursbureau), Hilde Ketelaar en Hella Pomarius (waterschap Rivierenland)
PROCESOPTIMALISATIE LEIDT TOT ZEER LAGE FOSFAATCONCENTRATIES IN HET EFFLUENT VAN EEN CONVENTIONEEL ACTIEFSLIBSYSTEEM Waterschap De Dommel zocht naar een alternatief om fosfaat te verwijderen uit slib, met minimaal een gelijke effectiviteit tegen lagere investeringskosten. Dit alternatief is gevonden in de vorm van een aanpassing van de beluchtingsregeling in combinatie met het doseren van een aluminiumoplossing in het actiefslibsysteem.
WATERDATAMINING – DE EERSTE ERVARINGEN UIT DE DRINKWATER PRAKTIJK Een inventarisatie van assetmanagement-kennisvragen, een literatuurstudie naar datamining en de eerste praktijkervaringen uit twee pilotprojecten vormen voor drinkwaterbedrijven een eerste, voorzichtige stap op weg naar een datagedreven bedrijfsvoering. Drinkwaterbedrijven kunnen de verzamelde kennis inzetten om hun operationele processen (bijvoorbeeld assetmanagement) te verbeteren. Dirk Vries, Erwin Vonk (KWR Watercycle Research Institute), Johan van Erp (Brabant Water), Roel Diemel (Brabant Water), Wybren de Jong (Vitens)
Mark Janssen (waterschap De Dommel)
LASERALTIMETRIE VEELBELOVEND VOOR METEN WATERBODEMHOOGTE IN SLOTEN Er is behoefte aan een meetmethode van de waterbodemhoogte die nauwkeurig, arbeidsextensief en gebiedsdekkend is. De techniek is er voor mariene doeleinden, maar werkt deze ook voor smalle en ondiepe sloten in veenweide- of kleigebieden? Waternet heeft in 2015 een pilot laten uitvoeren. Edwin ter Hennepe, Leo Harren en René van der Velden (Waternet), Roger de Crook (hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden), David Batlle Vazquez (Universiteit van Amsterdam)
Van elk nieuw artikel op H2O-Online een melding krijgen? Volg ons dan op Twitter: @vakbladh2o. U kunt ook elke maand onze nieuwsbrief met attenderingen ontvangen. Meld u aan via de website, www.vakbladH2O.nl, pagina H2O-Online/recente artikelen.
Zelf een artikel schrijven voor H2O-Online? Kijk op onze website voor de a uteursinstructies en/of neem contact op met de redactie via redactie@vakbladh2o.nl
Tips om water te besparen?
Ontdek via de Watersaver app van Oasen hoe duurzaam u met drinkwater omgaat ĂŠn ontvang tips op maat.
www.watersaver.nu