H2O december 2017

Page 1

14 december 2017 | 50ste jaargang

11

Vakblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk

h2owaternetwerk.nl

EERT DE

WINNAARS

VAN 2017

CEO’s Sluis en Nijhof gaan voor duurzaam Vrijdenkers houden waterschappen scherp Veilig drinkwater voor tien miljoen mensen


3

H2O NR11 DECEMBER 2017

Vakblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW)

INHOUD 4

EXCELLENCE IN WATER Water is the origin and source of all life. The supply of high-quality water and the treatment of wastewater is one of the most important goals of our time. INV EN T develops, produces and distributes innovative mechanical equipment, process technology and plants for the treatment of water and wastewater.

I NV E N T Umwelt- und Verfahrenstechnik AG

WATER AND WASTEWATE R TR EATM E NT

Am Pestalozziring 21 91058 Erlangen Germany

Mixers Mixing and Aeration Systems

Tel +49 9131 690 98-0 Fax +49 9131 690 98-99

Membrane Aeration Systems

WWW.INVENT-UV.DE

10

Software Products System Solutions

INV_Anzeige_Image_181x125mm_fru.indd 2

SENSORGESTUURD BESLISSINGEN NEMEN DATAGEDREVEN BEHEER VAN UW AREAAL

Technologische ontwikkelingen stellen ons in staat om meer grip te krijgen op de kwaliteit van open water. Zowel door gebruik van satellietbeelden alsmede dankzij sensoren in het veld kunnen we de gezondheid van onze wateren dynamisch monitoren en reageren op veranderingen. We maken gebruik van een combinatie van open en eigen data om hieruit relevante informatie te extraheren die ons in staat stellen snel in te spelen op ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen worden in een visuele context samengebracht op een dynamisch dashboard, waarbij locatie, business intelligence en statistiek samenkomen.

Karin Sluis en Annemieke Nijhof: baas én rolmodel

De winnaars van 2017, een overzicht

20.11.17 17:19

20

Gideons­­bende houdt waterschappen scherp

Veilig drink­ water voor tien miljoen mensen

imagem.nl info@imagem.nl © 2017 IMAGEM en/of haar licentiegevers. Alle rechten voorbehouden.

NR11-DECEMBER 2017

18. 3D PRINTEN Wel bij onderzoek, niet in praktijk 24. WATERTECHNIEK • D-icer maakt RWZI veiliger in winter • Nieuwe praktijkcodes drinkwater • Afsluiters zoeken met radiogolven • Nijhuis installeert in recordtijd waterzuivering 26. HOOGSTANDJE Subtiele kunst op icoon Afsluitdijk 32. NEW BUSINESS • Op weg naar European Water Technology Week in 2018 • Ecoloro: hergebruik afvalwater in textielindustrie • ATB Nederland: duurzaam tot in detail • Reinigen met pijlsnelle minidruppels 36. WATERWETENSCHAP Traces bij oevergrondwaterwinning

28

LEES MEER OP IMAGEM.NL/WATERSCHAPPEN

EN VERDER

38. H2OWATERNETWERK.NL Overzicht van nieuwe vakartikelen 39. WATERNETWERK Waterkwaliteit op de kaart

COLOFON Vakblad H2O, H2O-Online, Water Matters en H2O Video zijn uitgaven van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) UITGEVER Monique­­Bekkenutte (KNW) HOOFD­REDACTEUR Bert Westenbrink ­REDACTIE Loes Elshof, Marloes Hooimeijer, Mirjam Jochemsen, Dorine van Kesteren, Charlotte Leenaers, Hans Oerlemans, ­ ­Barbara Schilperoort, Dorien ter Veld, Martien Versteegh van Wijk, Nico van der Wel REDACTIEADRES Koningskade 40, 2596 AA Den Haag, e-mail: r­ edactie@vakbladh2o.nl WEBREDACTIE Berber B ­ijma, Jaap Hoeve, Kees Jan van Kesteren, Hans Klip ­REDACTIERAAD René A ­rninkhof, ­ Matthijs van den Brink, Erwin de Bruin, Henk­ Dekker, ­ ­ Henriëtte van Ekert, Alice Fermont, ­ Roberta Hofman-­ Caris, Joost Icke, Warry ­ ­ Meuleman, Johan van Mourik, Jos Peters, Jan Post, Jan Roelsma, Joris Schaap, ­Peter Schipper, Marlies Verhoeven, Marie-José van de Vondervoort, Jason Zondag ­ VORMGEVER Ronald Koopmans BLADMANAGEMENT Monique Bekkenutte ADVERTENTIE/MEDIAVERKOOP: Cross Media Nederland, Bart de Wilde en Nick ­Konings, Nieuwe Haven 133, 3116 AC Schiedam, 010-7421020, e-mail: bart@cross medianederland.com en nick@cross medianederland.com DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ABONNEMENTEN Secretariaat@vakbladh2o.nl


4

KARIN SLUIS EN ANNEMIEKE NIJHOF, DIRECTEUR ÉN VROUWELIJK ROLMODEL

STRIJDEN VOOR DUURZAMERE WERELD Karin Sluis en Annemieke Nijhof staan beiden alweer wat jaren aan het roer van respectievelijk advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos en Tauw. Er is veel wat hen bindt. Waarvan een duurzamere wereld, en hun verantwoordelijkheid als bureau daarin, een heel belangrijke is. Maar ze hebben ook zo hun ideeën over leiderschap en watervrouwen. Tekst Marloes Hooimeijer | Fotografie Marcel Molle

I

INTERVIEW

‘ Elke euro overheidsgeld die we investeren in de ruimte van Nederland (60 miljard per jaar), moet bijdragen aan duurzaamheid’

‘ Elke euro overheidsgeld die we

Karin Sluis en Annemieke Nijhof staan beiden alweer wat jaren aan het roer van investeren in de ruimte van Nederland respectievelijk advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos en Tauw. Er is veel wat (60 miljard per jaar), moet bijdragen hen bindt. Waarvan een duurzamere wereld, en hun verantwoordelijkheid als bureau aan duurzaamheid’ daarin, een heel belangrijke is. Maar ze hebben ook zo hun ideeën over leiderschap en watervrouwen.

Z

e begroeten elkaar met drie zoenen, Karin Sluis, algemeen directeur van ­Witteveen+Bos, en ­Annemieke Nijhof, CEO van Tauw. Hun bureaus, beide gevestigd in Deventer, zijn ­weliswaar concurrenten, al werken ze ook ­regelmatig samen in projecten, p ­ ersoonlijk ervaren ze bovenal ‘collegialiteit’. Ze komen elkaar ­geregeld tegen. Na het i­nterview gaan ze beiden naar het diner van de Topsector Water. Ze bellen elkaar ook of ­drinken een kop koffie om even te sparren over organisa­torische of branchezaken. Ze hebben veel van elkaar weg. Zijn beiden begin 50, open, energiek, goedlachs, moeder, verknocht aan de watersector, veel op pad en houden allebei niet zo van ‘armpjedrukken’. Liever in een overtuigend gesprek doelen en ambities vormgeven. Om de wereld een beetje beter te maken, duurzamer vooral, want dat is nog zo’n bindende factor. Hun carrièrepad laat wel een groot verschil zien. Sluis werkt al na haar afstuderen bij Witteveen+Bos, sinds 2013 als ­algemeen directeur. Nijhof begon bij Tauw en stapte later over naar de rijksoverheid. In 2012 keerde ze terug bij Tauw, als CEO.

Wat is er onder jullie leiding veranderd? Nijhof: “Ik heb de ‘participatieve leiderschapsstijl’ geïntroduceerd. Tauw was een h ­ iërarchisch bedrijf met veel lagen, terwijl ik erin geloof dat je de professionals die er werken moet betrekken bij beslissingen. In een snel veranderende wereld is de gedachte dat je met een klein groepje m ­ ensen een bedrijf kunt leiden volstrekt achterhaald. In mijn beleving zijn wij een zwerm vogels, in verbinding met elkaar, maar de vorm die de zwerm aanneemt wordt niet door één leider bepaald. Meteen vanaf mijn eerste koffiepraatjes kwam ik met de vijf V’s aan. Ik vind Vrijheid heel belangrijk, maar dan moet je wel je Verantwoordelijkheid nemen en Verantwoording afleggen. En die drie dingen gedijen alleen in een sfeer van Veiligheid en Vertrouwen. Die omslag heeft wel een paar jaar geduurd, het hiërarchisch denken zat heel erg in de >

NR11-DECEMBER 2017

5


INTERVIEW

6

cultuur ingebakken. ­Bovendien brak vlak na mijn aantreden de crisis aan, wat iedereen nog voorzichtiger maakte. Maar inmiddels gaat het goed met ons. De sfeer is goed. Afgelopen juli hebben we met alle medewerkers en managers het bedrijf gekocht. Het is nu van ons allemaal, een model wat Witteveen+Bos al veel langer hanteert.” Sluis: “Ons DNA is al 71 jaar in essentie hetzelfde. Gericht op een enorme waardering voor de inhoud, van wiens vak­gebied dan ook. En de overtuiging dat de professional zelf het beste weet wat die moet doen. Daarin had ik niet zo veel te doen, een kwestie van onderhouden. Wel heb ik een aantal meer maatschappelijke thema’s van deze tijd ­geagendeerd. De drie D’s. De eerste is van Duurzaamheid, gekoppeld aan de Sustainable Development Goals van de ­Verenigde Naties, zoals leven in de delta, schoon drinkwater en sanitatie. Ik ben daar echt door gegrepen en vind dat wij daar als W ­ itteveen+Bos enorme impact op zouden kunnen hebben door er in elk project over na te denken. De tweede D staat voor alles rond digitale technologieën en de derde is natuurlijk Diversiteit. Al heb ik het dan niet alleen over de man-vrouwverhouding, maar ook over diversiteit in nationaliteiten, leeftijd en achtergrond qua opleiding. Ons management is nog steeds wel heel erg TU Delft – inclusief ikzelf.”

Toch even inzoomen op die man-vrouwverhouding. Is de watersector te veel een mannenwereld? Nijhof: “Bij ons is de verhouding 75 procent man en 25 procent vrouw. In de leiding halen we die verhouding niet. Dat is echt nog wel een issue.” Sluis: “Bij ons precies hetzelfde. Wij nemen mannen en vrouwen aan in de verhouding waarin ze uit de voor ons belangrijkste opleidingen komen. Dat gaat best wel goed. Maar als je kijkt naar wat er doorstroomt… De verblijftijd van vrouwen is korter dan die van mannen.”

Annemieke Nijhof

‘ Wij hebben ook opmerkelijk weinig vrouwen die doorgroeien’

Waardoor vertrekken ze sneller? Sluis: “Dat wilden we ook weten, dus hebben we er een afstudeeronderzoek naar laten uitvoeren. Daaruit kwamen de volgende redenen naar voren. 1. Ik wil meer thuis zijn, bij het gezin. 2. Ik zie minder doorgroeimogelijkheden bij W ­ itteveen+Bos. Veel vrouwen vertrekken om die reden naar de overheid. Daar zitten blijkbaar ook meer rolmodellen. Reden te meer om onszelf als rolmodel te laten zien. 3. Dit werk vraagt heel veel reizen. Dat is inderdaad de aard van het werk, je doet allerlei verschillende projecten bij allerlei verschillende opdrachtgevers.” Nijhof: “Wij hebben ook opmerkelijk weinig vrouwen die doorgroeien. Ze tonen om allerlei ­redenen minder interesse voor bijvoorbeeld ons programma voor aankomend teammanagers. Nu ben ik zelf niet van het heel erg pushen dat dat moet, maar ik ben wel heel achter­ dochtig of er niet toch subtiele mechanismen in het bedrijf zijn waardoor ze ontmoedigd worden. Vrouwen hebben soms een andere aanpak nodig om de volgende stap te zetten. Toen ik zelf vijf jaar bij Tauw zat, ben ik de afdeling water en ruimtelijke ordening gaan leiden. De directeur heeft me drie keer moeten vragen. Ik kwam steeds met allerlei redenen om het niet te doen. Gewoon onzekerheid. Toen zei hij: ‘Ik vraag het niet meer, ga het maar gewoon doen.’ Ik geloof inmiddels in de lijfspreuk van Pippi Langkous: Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.” Zelf stapte Nijhof ook ooit over naar de overheid, maar nam ontslag als directeur-generaal Water toen de PVV in 2010 gedoogpartner van kabinet-Rutte I werd. Vanuit p ­ rincipiële bezwaren. ‘De angst om aan de verkeerde kant te staan was te groot’, zei ze hierover eerder dit jaar in Forum. Nooit spijt gehad van die beslissing? Nijhof: “Nee. Ik heb daar heel goed over nagedacht. Het was een hoogstpersoonlijke beslissing. Ik heb er wel veel verdriet van gehad. Ik had het enorm naar mijn zin bij het Rijk, voelde me er als een vis in het water en kon er van betekenis zijn. Maar ik was ervan overtuigd dat

er wel weer iets op mijn pad zou komen dat ook betekenis zou hebben. Dat werd Tauw. Ik was wel blij toen ik in 2013 gevraagd werd voor de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur. Het publieke belang dat ik daar behartig ontstijgt het belang van Tauw. Ik was blijkbaar niet voor de rest van mijn leven gediskwali­ficeerd op mijn publieke hart en heb tegelijkertijd mijn persoonlijke integriteit kunnen behouden.”

2016 was een goed jaar voor jullie beide bureaus. Hoe zit dat met 2017? En met de tendens dat het meeste geld in het buitenland wordt verdiend? Sluis: “Het belooft weer een mooi jaar te worden. De Nederlandse markt trekt duidelijk weer aan. We zullen de grootste omzet in Nederland halen, 2,5 procent groei zeker. Ook de personele groei is in Nederland het grootst.” Nijhof: “De eindsprint moet nog komen, maar dat ziet er bij ons ook zo uit. We zien zowel het werk in Nederland als in het buitenland weer aantrekken. Het eerste half jaar zijn we als Tauw Groep tien procent gegroeid.” Is de watersector innovatief genoeg? Nijhof: “Ik heb jarenlang in de jury van de Waterinnovatieprijs van de waterschappen gezeten. Ik vind echt dat de ­watersector hartstikke innovatief is, die in elk project weer nieuwe dingen probeert toe te passen. De waterschappen zijn bereid launching customer te zijn. Zeker op het vlak van verduurzaming; daar is iedereen naar op zoek. Zelf hebben we de verantwoordelijkheid om de innovaties zo veel en goed mogelijk onder de aandacht te brengen.” Sluis: “We zijn niet voor niets een van de succesvolste Topsectoren. Als je als Nederland bekend wilt staan als ‘Bring in the Dutch, want er is een overstroming’, dan moet je ook wel van wereldklasse zijn. Momenteel liggen de opgaven in de wereld op het vlak van duurzaamheid, inclusief klimaatadaptatie. De technologie geeft heel veel mogelijkheden om oplossingen te bieden. Het is cruciaal om daarin voorop te blijven lopen, anders ben je ook geen Topsector meer.” Helle van der Roest, voormalig ‘mister innovatie’ van Royal HaskoningDHV, stelde eerder in H2O dat de watersector te weinig commercieel succes haalt uit waterinnovaties. Nijhof: “Je ziet wel een tweedeling ontstaan tussen bureaus die zeggen: onze advisering is mensenwerk, ­dienstverlening, daarin willen wij samen met de klant vanuit zijn vraagstuk zoeken naar de meest vernieuwende oplossing. En wat ik dan maar even noem de technology providers, die in hun werk een stukje technologie ontwikkelen dat meer een product is. Waar ze een grote markt voor zien. Als je het een paar keer bij een launching customer geprobeerd hebt en het daarna honderd keer kunt verkopen, kun je in die eerste vijf keer best veel investeren. Wij zien onszelf als een bureau van het eerste soort. We zitten meer in de maak van tailormadeschoenen, die kun je daarna niet nog eens honderd keer als confectiemodel verkopen.” Sluis: “Voor ons geldt hetzelfde.” Heeft het regeerakkoord volgens jullie genoeg oog voor innovatie en duurzaamheid? Nijhof: “Ik vind van wel. Maar een groot deel van ons werk is niet afhankelijk van wat in het ­regeerakkoord staat. Het zijn zaken als het Parijse energieakkoord, toenemende aandacht voor grondstoffenschaarste, zo’n bericht over het ­verdwijnen van insecten, razendsnel verliezen van biodiversiteit, een paar vette momenten van hittestress in de stad en wateroverlast door hoosbuien, die de context van ons werk enorm bepalen. Het is onze kunst om op alle vragen die ons gesteld worden een duurzaam antwoord geven. Dat zijn wij aan onze stand verplicht, omdat wij dingen voor de toekomst maken voor dit land. Wij zijn toch met elkaar de leiders, niet alleen het kabinet.” > NR11-DECEMBER 2017

Karin Sluis

‘ Ons management is nog steeds wel heel erg TU Delft – inclusief ikzelf’

7


8

INTERVIEW

ANNEMIEKE NIJHOF Na haar studie chemische technologie in Twente vervulde Annemieke Nijhof (1966) in de jaren negentig diverse functies bij Tauw. Tot ze de overstap maakte naar de overheid. Ze schopte het in 2005 tot raadsadviseur van toenmalig premier Balkenende en werd in 2008 directeur-generaal Water op het ministerie van IenM. In 2012 werd ze CEO bij Tauw. Ze is lid van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur en van de Taskforce Bouwagenda.

9

Dus jullie slaan niet met de vuist op tafel bij het Rijk? Sluis: “Ja, natuurlijk wel!” Nijhof: “We hebben nu zelfs drie ministeries waar we invloed op uit willen oefenen: waterstaat, milieu en landbouw. Mijn hoofdboodschap: elke euro overheidsgeld die we ­investeren in de ruimte van Nederland (60 miljard per jaar), moet bijdragen aan duurzaamheid. Koppel aan het primaire doel van je investering, zoals een nieuwe weg, ook altijd een of meerdere duurzaamheidsdoelen, op het vlak van ecologie, adaptatie, waterkwaliteit of energiebesparing bijvoorbeeld. Zo komt er een enorme veranderkracht op gang.” Sluis: “Oftewel, we willen de ‘dubbeldoelstelling’ terug. Zoals we die hadden in het programma Ruimte voor de rivier. Om de waterstanden van de IJssel te verlagen hebben we in Deventer een nevengeul gecreëerd, waarmee tegelijkertijd het natuurareaal en daarmee de recreatiemogelijkheden enorm zijn toegenomen. Als inwoner van Deventer kan ik nu gewoon even een rondje lopen tussen de Hooglanders.”

‘ Ik vind echt dat de watersector hartstikke innovatief is’

KARIN SLUIS Karin Sluis (1965) is sinds 2013 CEO bij Witteveen+Bos. Daarnaast vertegenwoordigt ze NLingenieurs in het Topteam van de Topsector Water. Ze studeerde civiele techniek in Delft. Na haar afstuderen startte Sluis in 1989 als projectingenieur stedelijk water bij Witteveen+Bos. Ze is er nooit meer weggegaan. Van 1994 tot haar benoeming tot algemeen directeur vervulde ze er diverse leidinggevende functies.

En dan de toekomst. In 2020 wordt Karin Sluis 55 jaar en moet ze stoppen als algemeen directeur. Dat is de stelregel bij Witteveen+Bos. Gebaseerd op de Vitaliteitscurve, die laat zien dat leiders hun piek al voor hun vijftigste bereiken en dat het na hun 55ste snel bergafwaarts gaat. Best confronterend, niet? Sluis: “Zo voelt het helemaal niet. Even over die grafiek: op de horizontale as staat de leeftijd van de leider en op de verticale as de bijdrage van die leider aan de vitaliteit van de organisatie. Dus je moet het ook vooral niet ervaren als een persoonlijke afwijzing. Voor de leiders vóór mij vond ik het rond die leeftijd ook wel een prima tijd om terug te treden. Ik ben ervan overtuigd dat de medewerkers dat ook van mij vinden. Ik heb mijn dingen gedaan, dingen waar mijn hart naar uitgaat, sustainable development en diversiteit, op de kaart gezet. Mijn opvolger kan weer nieuwe dingen doen. Ik moet nog bedenken wat ik daarna bij Witteveen+Bos wil gaan doen; het is wel aannemelijk dat ik nog een tijdje blijf.” Nijhof: “Ik vind het wel een goed model. Vind zelf twee ­bestuursperioden van vier jaar wel lang genoeg. Op een ­gegeven moment ben je niet meer helemaal onafhankelijk en fris genoeg om die verantwoordelijkheid voor veranderingen steeds maar weer te nemen. Want je hebt gewoon ‘vuile handen’ gemaakt, beslissingen genomen, offers ­gebracht. Wij kijken binnen ons programma voor leadership development wie er door kan groeien. If they’re ready, I’m ready.” |

Anne Cazemier (27) Trainee Bestuurszaken bij Brabant Water Locatie: vergadering bij een Brabantse gemeente

IN THE PICTURE

Tekst Barbara Schilperoort

‘Ik ben een echte gamma’ WIE

Anne Cazemier was als puber al maatschappelijk betrok­ ken, geïnteresseerd in politiek en de wereld om zich heen. Ze koos voor een studie rechten ‘omdat je met een ­juridische achtergrond breed inzetbaar bent’. Europees en Internationaal Recht én Internationale Mensenrechten zijn haar specialisaties. Tijdens haar stage bij de Nederlandse ambassade in Nairobi (Kenia) raakte ze geïnteresseerd in de toegang tot schoon en veilig drinkwater als mensenrecht. Het werd het onderwerp van haar afstudeerscriptie. “Maar wat is ervoor nodig om die toegang te realiseren? Hoe moet je die organiseren? Ik bedacht dat ik als ik daarover meer wilde weten, ik het beste kon beginnen in de Nederlandse watersector.” Zodoende is ze sinds april dit jaar trainee bestuurszaken bij Brabant Water N.V.

dem en onze bronnen? Dat brengt heel veel onderzoek met zich mee. ­Gemeenten organiseren zogeheten proeftuinen waaraan onder andere ook de provincie en Brabant Water deelnemen. Elke organisatie onderzoekt welke effecten de Omgevingswet op het eigen werk kan hebben. De uitkomsten bespreken we gezamenlijk. Dat betekent vaak en veel vergaderen. Zoals hier.” Vier dagen per week is ze bij Brabant Water N.V. in dienst. De vijfde dag volgt ze samen met andere jonge waterprofes­ sionals het speciale opleidingsprogramma van het ­Nationale Watertraineeship. “We werken allemaal bij een andere organisatie. Elk kwartaal komen we bij een gastbedrijf op b ­ ezoek waar we ons gezamenlijk – op hun verzoek – verdiepen in een specifiek probleem of bijzondere vraag. Zo krijgen we de kans om ons heel breed in de watersector te oriënteren.”

WAAR

DROOM

Bij de afdeling bestuurszaken van het Brabantse water­ bedrijf is ze betrokken bij alle voorbereidingen die te maken hebben met de invoering van de Omgevingswet. Met deze wet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ordening vereenvoudigen en samenvoegen. Met de Omgevingswet wordt het bijvoorbeeld makkelijker om vergunningen voor bouwprojecten aan te vragen. “Maar wat zijn daarvan de ­effecten op de drinkwatervoorziening, op vergunningen voor de a ­ anleg van leidingen, op de kwaliteit van de bo-

“Wat is er allemaal voor nodig om van grondwater ­drinkwater te maken? Daarover kom ik tijdens dit traineeship én bij mijn eigen organisatie zóveel te weten. Ook over de technische aspecten. Ik ben een echte ‘gamma’ en zal nooit een techneut worden. Maar bij het ontwikkelen van beleid is het wel handig om inzicht te hebben in wat daarbij vanuit technisch oogpunt allemaal komt kijken. Misschien ga ik ooit in het buitenland werken. Wie weet. Maar voorlopig ben ik hier ­helemaal op mijn plek!”

NR11-DECEMBER 2017


10

DE WINNAARS

VAN 2017 Het regent prijzen in 2017. Van individuele onderscheidingen tot awards voor concepten en technieken. De prijzenparade is een staalkaart van de prestaties, betekenis en innovatieve kracht van de Nederlandse watersector. H2O zet ze op een rij en sprak met een aantal winnaars.

JANUARI

René Noppeney van Royal ­HaskoningDHV wordt uitgeroepen tot winnaar van van de Global Water Leaders, een lijst die wordt samengesteld door Water and Wastewater International. Derde op de lijst is Mark van Loosdrecht van TU Delft. Beiden leverden een essentiële bijdrage aan het succes van de Nereda-afvalwaterzuiveringstechnologie. Van Loosdrecht ontwikkelde de technologie, ­Noppeney was als directeur Global Director Water Producten nauw betrokken bij het Nereda-team van Royal H ­ askoningDHV die wereldwijd ­betrokken is bij de ontwikkeling van 37 Nereda-installaties. Heleen de Fooij wint de Jaap van der Graaf-prijs voor het beste Engels­ talige artikel over de stedelijke

Tekst Bert Westenbrink mmv Dorien ter Veld, Hans Klip en Barbara Schilperoort Beeld iStockphoto

A na een pitch wordt aangewezen door 350 deelnemers. Het winnende project uit Leeuwarden heet Energy in Water en is succesvol initiatief van Water Alliance. Watertechnologiebedrijf Salttech wint de innovatieprijs Innovate@IWS op de International Water Summit, onderdeel van de Abu Dhabi Sustainability Week. Salltech, gevestigd in Sneek, krijgt de prijs voor de zogeheten Salttech DyVaR-technologie, een methode om water te ontzouten zonder membranen te gebruiken.

watercyclus in Amsterdam. De jury onder leiding van professor Jules van Lier (TU Delft) die 39 inzendingen ­beoordeelde, is vooral te spreken over de adaptieve b ­ eleidsmaatregelen die De Rooij voorstelt. Volgens de ­winnares die aan de Universiteit Twente is afgestudeerd, is de potentie van het Amsterdamse afvalwater voor het terugwinnen van grondstoffen enorm groot. De Jaap van der Graafprijs is een gezamenlijk initiatief van de TU Delft en het advies- en inge­ nieursbureau Witteveen+Bos en wordt voor de achtste keer uitgereikt. WaterCampus Leeuwarden krijgt de EU Cluster Partnership Award 2016 toegekend. De prijs van de ­Europese Commissie werd uitgereikt op de European Cluster Conference. Er zijn drie finalisten, waarvan de winnaar

Wafilin Systems krijgt de WIS Award 2017 voor een innovatie die ervoor zorgt dat melkveehouders op de boerderij met een membraantechniek goedkoop melk kunnen indikken. De WIS Award (Water Alliance Innovation Stimulation Award) wordt uitgereikt tijdens het internationale symposium WaterLink Leeuwarden.

FEBRUARI

Dano Roelvink van Deltares en IHE Delft de International krijgt de Coastal Engineering Award 2017 toegekend voor zijn werk aan open source ­modellen voor kustbescherming. Hij krijgt de prijs vanwege ‘zijn enorme bijdragen’ aan de ontwikkeling van de theorie en modellering van kustmorfodynamica, en voor zijn rol in internationale educatie op het gebied van kustdynamiek, alsook zijn bijdrage aan EU-onderzoeksprojecten naar kustbescherming. NR11-DECEMBER 2017

ACHTERGROND Prijs: International Coastal Engineering Award 2017 Voor: werk aan open source modellen voor kustbescherming Winnaar: Professor Dano Roelvink, IHE Delft Institute for Water Education, ook werkzaam bij Deltares Dano Roelvink: “De prijs kwam echt als een verrassing. Ik had zelfs bijna zonder te lezen de mail van de American Society of Civil Engineers over de toekenning weggegooid. De award is heel prestigieus, de hoogste individuele bekroning in de wereld van kustbescherming. Het is niet idioot dat ik de prijs heb gekregen, maar ik was wel aangenaam verrast. Collega’s hebben mij voorgedragen en dat is de beste erkenning. De jury prees onder meer mijn bijdragen aan de theorie van de morfologie van kusten en de ontwikkeling van de simulatiemodellen Delft3D en XBeach. Zo kun je met het nu tien jaar bestaande open-source model XBeach heel goed de invloed van stormen op kusten voorspellen. Ook mijn rol als ‘international educator’ werd genoemd. Ik maak mensen warm voor de toepassing van betere modellen en train hen hierin. De kusten staan wereldwijd nog steeds zwaar onder druk. Gelukkig is daarvoor nu veel aandacht, ook voor duurzame oplossingen. Maar er is nog een hoop zendingswerk te verrichten. Ik zie de prijs als een aansporing om hiermee door te gaan. De award is tevens een steun in de rug. Het verbetert mijn kansen om voorstellen geaccepteerd te krijgen. Of er iets te wensen overblijft? De Coastal Award is ook leuk en ziet er mooier uit. Daar moet ik nog even aan werken.”

Watertechnologiebedrijf Pathema wordt op het Watervisie congres in Rotterdam uitgeroepen tot Water Innovator of the Year 2017. Het bedrijf heeft een ‘poortwachtersysteem’ ontwikkeld voor reinigings- en productie­ processen van water. Het systeem is gebaseerd op de verandering van het kalkkristal dat plaatsheeft op het moment dat het kalkhoudende water door een driedimensionale draaikolk gaat. Die draaikolk komt tot stand in de Vortex Generator van Pathema.

In dezelfde maand wint Ellen Verhoef de RioNED-innovatieprijs voor het kinderboek Beer en Staartje. Verhoef, senior beleidsadviseur waterketen bij waterschap Brabantse Delta, was de enthousiaste initiatiefnemer van het boek dat ze samen schreef met met Michel Moens, seniorspecialist riolering bij ingenieursbureau Arcadis en Martijn Klootwijk, manager stedelijk water bij gemeente Breda. Beer en Staartje is bedoeld om kinderen ‘waterbewust’ te maken. Prijs: RioNED innovatieprijs Voor: Kinderboek Beer en Staartje. Winnaar: Ellen Verhoef (waterschap ­Brabantse Delta), Michel Moens (Arcadis) en Martijn Klootwijk (gemeente Breda). Ellen Verhoef, initiatiefneemster van Beer en Staartje: “Het was geweldig om deze prijs in ontvangst te mogen nemen in een volle jaarbeurs. Meestal komen er technische innovaties op het podium, maar dit keer wonnen wij, met maar liefst zeventig procent van de stemmen. Wat de aanwezigen denk ik vooral waardeerden, is dat Beer en Staartje zo goed aansluit bij de leefwereld van kinderen tussen de twee en zeven jaar. Onder andere ­rioleurs, zuiveringstechnologen en beheerders kunnen nu makkelijker aan kinderen uitleggen wat het inhoudt om ‘water schoon te maken’. Het boek neemt jonge lezers mee op avontuur met het jongetje Beer, die per ongeluk zijn muizenknuffel doorspoelt in het toilet. Het ondergrondse avontuur van Staartje brengt de hele afvalwaterketen in beeld. Zo leren kinderen dat bijvoorbeeld verf en medicijnen niet thuishoren in het riool. Gelukkig vinden Beer en

11


ACHTERGROND

12

Staartje elkaar uiteindelijk toch terug. Het boek is tot stand gekomen dankzij een creatief staaltje teamwork. Michiel Moens van Arcadis, schreef het verhaal prachtig op en Martijn Klootwijk van gemeente Breda en ik dachten mee over de inhoud. Richard van de Pol zorgde voor de tekeningen. Beer en Staartje ligt al in de winkels. Per verkocht boek gaat er een euro naar Water for Life. Inmiddels zijn we begonnen aan een tweede boek. De innovatieprijs is voor ons zéker een stimulans.“

MAART

Scheidend minister Melanie Schultz van Haegen krijgt van de Unie van Waterschappen de Uniepenning als blijk van waardering voor de inzet van de minister voor het waterbeheer en de waterschappen. Zo prijst de Unie onder andere het nieuwe stelsel van normen voor waterveiligheid van de Deltabeslissing Waterveiligheid en de impuls die de minister heeft gegeven aan de verbetering van de water­kwaliteit met de Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater. Eric Ziemann, student en onderzoeker van Wetsus, wint de Changemaker Award van de Dopper Foundation. De prijs (3.000 euro) wordt toegekend aan een masterstudent die onderzoek doet naar oplossingen voor schoon water of plasticvervuiling.Ziemann wil een nieuwe methode ontwikkelen om verschillen- de antibiotica in water te detecteren en kwantificeren. Het waterteam van Royal Haskoning­ DHV in Singapore zegeviert in de cate-

gorie water van de Winsemius Award 2017 voor zijn werk aan het project Pulau Tekong Polder Development. Op hetzelfde evenement wint Deltares de award in de categorie SingaporeNederlandse voor de samenwerking met National University of Singapore (NUS). De Winsemius Awards, ­genoemd naar de Nederlandse econoom Albert Winsemius, worden uitgereikt aan initiatieven die uitblinken door duurzaamheid en innovatie.

APRIL

Het Noord-Hollandse kustversterkingsproject ‘Kust op Kracht’ krijgt de Culturele Prijs Noord-Holland uitgereikt door Commissaris van de Koning Johan Remkes. ‘Kust op Kracht’ is het kustversterkingsprogramma bij de Hondsbossche en ­Pettemer zeewering. Voor de versterking werken Landschap Noord-Holland, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier samen met lokale en provinciale overheden en Rijkswaterstaat. De jury roemt het scheppen van nieuwe natuur. Prijs: Culturele Prijs Noord-Holland van het Prins Bernard Cultuurfonds Voor: Project Kust op Kracht Project van: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Rijkswaterstaat, provincie Noord-Holland, de gemeenten Bergen en Schagen, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Landschap Noord-Holland. Kees Stam, portefeuillehouder Waterveiligheid bij HHNK: “‘Kust op Kracht’ was een kustversterkingsprogramma bij de Hondsbossche en Pettemer zeewering. Bij het project waren Rijkswaterstaat, de provincie Noord-Holland en de gemeenten Bergen en Schagen betrokken, maar ook Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Landschap Noord-Holland. Bijzonder aan Kust op Kracht is de manier waarop we de bestaande dijk hebben

versterkt. We kozen namelijk niet voor de klassieke manier, maar voor een kustversterking met zand vóór de dijk. Door in totaal 35 miljoen kuub zand aan te brengen, ontstond er een uniek strand en een duingebied. In feite een nieuw stuk Nederland ter grootte van vierhonderd voetbalvelden. Het project, dat eigenlijk al in 2015 is opgeleverd, bestond uit vijftig deelprojecten zoals fiets- en wandelroutes, uitkijkpunten, strandopgangen en nieuwe natuur. Het waren de natuurorganisaties die de prijs ontvingen voor hun inbreng in dit project en daar ben ik trots op. Een mooi bewijs dat waterveiligheid en natuurontwikkeling hand in hand kunnen gaan!”

TNO scoort in Dubai. Met de membraandestillatie MemPower wint het instituut de Global Water Award in de categorie ‘Innovatieve Research &D ­ evelopment – Internationale ­Instituten’. De installatie haalt met zonne- of restwarmte drinkwater én electriciteit uit zeewater. Paul de Krom, CEO van TNO, krijgt de prijs uitgereikt door sheikh Maktoum bin Mohammed Al Maktoum. Voor MemPower is wereldwijd en vooral in het Midden-Oosten grote belangstelling, zei De Krom.

MEI

Prijs: MBR Global Water Award Voor: MemPower Winnaar: TNO Khalil El Bakari (­programmadirecteur energie) en Norbert Kuipers (senior wetenschapper waterbehandeling) van TNO: “Wij waren niet verrast door de bekroning van ­MemPower, wel verheugd. Al was het spannend want meer dan honderd internationale organisaties namen deel aan de wedstrijd. We hebben geen directe feedback van de jury gekregen, maar MemPower voldeed perfect aan de eisen voor de prijs. De door ons ontwikkelde membraandestillatietechnologie is innovatief, maakt gebruik van duurzame energie en creëert schoon drinkwater. De kern is dat je met behulp van bijvoorbeeld zonne- of restwarmte zeewater kunt ontzouten en tegelijkertijd elektriciteit opwekken. En zon is er ­natuurlijk voldoende in het Midden-Oosten, terwijl er juist een tekort aan drinkwater is. Naar aanleiding van de award zijn veel publicaties over onze techniek verschenen. Ook kregen we behoorlijk wat reacties van bedrijven uit de hele wereld. Een aantal bedrijven in het Midden-Oosten is serieus geïnteresseerd om samen te werken in pilots. Want om MemPower te testen en door te ontwikkelen hebben wij niet alleen in eigen land, maar ook in het buitenland commerciële partners nodig. TNO wil deze ontwikkeling ondersteunen, vooral omdat het waarde toevoegt aan de samenleving en bedrijven. We hebben honderdduizend dollar gewonnen en zetten dit bedrag in voor de ontwikkeling van de pilots met MemPower in het Midden-Oosten. Met de prijs hebben wij de Nederlandse traditie van het bedenken van innovatieve oplossingen voor waterproblemen voortgezet. De award is ook een erkenning van het nut en de noodzaak van onderzoek. Dat wordt nog sterk onderschat.”

NR11-DECEMBER 2017

Op het evenement Challenging Blue Monday presenteren zeven startups hun oplossing voor een maatschappelijke uitdaging op basis van klimaatverandering. Het Delftse bedrijf ­AQysta wint met de i­nnovatieve Barsha Pump, een irrigatiepomp die op basis van de stromingsenergie van de rivier water naar hoger gelegen landbouwarealen pompt. Demissionair minister Melanie Schultz van Haegen reikt de prijs uit.

­ rijvende structuren rond de pilaren d van windmolens op zee, waarmee de beweging van golven wordt omgezet in energie. De prijs wordt uitgereikt in het Maritiem Museum in Rotterdam. Advies- en ingenieursbureau Tauw en data science bedrijf HAL24K winnen de Data Challenge 2017. De ­gezamenlijke inzending van bureau en bedrijf gaat over het voorspellen van waterniveaus met behulp van machine learning en artificial intelligence.

De drijvende waterkrachtcentrale EQA-River van EQA-Projects sleept de publieks- en juryprijs in de wacht op de Dijkwerkersdag in Utrecht. John van Boxel van EQA-projects uit Werkendam wint overtuigend de pitchwedstrijd. De EQA-River is een drijvende waterkrachtinstallatie die de stroming van het water benut om energie te produceren.

JULI

JUNI

AUGUSTUS

Arjen van Nieuwenhuijzen, ­Marina Sanders, Cindy Visser, Ingrid ­Odegard en Geert Bergsma zijn de auteurs van het beste vakartikel dat in 2016 in vakblad H2O is verschenen. Het artikel ‘Is de Energie- en Grondstoffenfabriek wel duurzaam?’ onderscheidt zich door goed onderzoek dat helder is opgeschreven, vernieuwend is en ook toepasbaar in de praktijk, zegt juryvoorzitter Idsart Dijkstra. In het winnende artikel wordt de toepassing van de door de onderzoekers ­ontwikkelde levenscyclusanalyse (LCA) op een aantal grondstoffen uit rioolwater beschreven. Het idee van Ruben de Jong en ­Roeland Schillings om energie te winnen uit de golven rond ­windmolens op zee wordt bekroond door het samenwerkingsverband Our ­Oceans Challenge. Het duo bedacht de ‘Wave Parasite’, een constructie van

Europese milieuagentschap EEA prijst het Kristalbad tussen Twente en Hengelo als goed voorbeeld van stedelijke klimaatadaptatie. Het retentiegebied zorgt voor minder overlast van zowel droogte als hevige regenval. Het Kristalbad filtert op natuurlijke wijze water dat grotendeels van de rwzi Enschede afkomstig is.

De nieuwe VaarWater app van Waternet krijgt de Red Dot Award voor Communication Design. Uselab ontwikkelde de app samen met watercyclusbedrijf Waternet. De app stelt de gebruiker centraal, je kunt ermee varen door de grachten van Amsterdam. De Red Dot Award geldt als een prestigieuze prijs voor ontwerpers. Prijs: Red Dot Award Voor: app VaarWater Winnaar: Uselab in samenwerking met het Amsterdamse waterbedrijf Waternet Geert-Jan van den Bosch, projectleider bij Waternet: “Het is druk op het ­water van de Amsterdamse ­grachten. Die drukte willen we beter spreiden. ­Bovendien willen we mensen overhalen zich aan de regels houden. Daarvoor ontwierpen we samen met ontwikkelaar Uselab de app VaarWater, die je gratis op elke mobiele telefoon kunt downloaden. Het is een verbeterde

13


ACHTERGROND

14

versie van de eerdere app die we in 2012 introduceerden. Uit een enquête onder vierhonderd gebruikers daarvan bleek dat veel mensen spontaan besluiten een vaartocht te maken - omdat het mooi weer is - en ter plekke een route kiezen. Op het water zijn ze vooral geïnteresseerd in praktische zaken. De nieuwe app VaarWater voorziet daarin. Je ziet waar je precies vaart. Icoontjes geven informatie over je omgeving: de dichtstbijzijnde supermarkten, aanlegplaatsen, toiletvoorzieningen, waar je kunt tanken, kunt zwemmen, enzovoort. Wie tegen het verkeer in vaart, krijgt bericht: ‘pas op, je loopt risico een boete te krijgen.’ Je kunt de app ook personaliseren, afhankelijk van je voorkeur: van sushibars tot kunstgaleries en musea. Je krijgt tips waar het minder druk is en een waarschuwing als het weer omslaat. En uit de - geanonimiseerde gegevens van de app-gebruikers - komt Waternet meer te weten over wat er op het water gebeurt.”

SEPTEMBER

Het regenwaterproject Almere wordt onderscheiden met de Goldener ­Kanaldeckel, de gouden putdeksel, ook wel de Oscar van de riolerings­ wereld genoemd. Het Duitse Institut für Unterirdische Infrastruktur IKT reikt de prijs jaarlijks uit om initiatieven in het stedelijke afvalwaterbeheer onder de aandacht te brengen. Bij het project, waarin onderzoek wordt gedaan naar kosteneffectieve maatregelen om de oppervlaktewaterkwaliteit in Almere te verbeteren, zijn ook het Waterschap Zuiderzeeland, RIONED en STOWA betrokken. Bijhouwersprijs 2017 is voor Waterveiligheidsprogramma Ruimte voor de Rivier. De prijs voor landschaps­ architectuur wordt eens in de drie jaar uitgereikt. Volgens de jury is de manier waarop ‘het verlangen naar ruimtelijke kwaliteit’ in de projecten van Ruimte voor de Rivier is verankerd, een goed voorbeeld voor andere organisaties. “Dankzij Ruimte voor de Rivier staat ruimtelijke kwaliteit niet meer ter discussie,” stelt de jury.

Prijs: George Barley Prijs Voor: NaFRAd techniek Winnaar: Onderzoeksinstituut Wetsus

OKTOBER

Amsterdam Rainproof, een breed initiatief om Amsterdam weerbaar te maken tegen extreme regenval, wint de WOW-prijs. Het platform WOW looft de prijs uit voor ‘beste samenwerking’. Er zijn dit jaar 58 inzendingen. Philipp Wilfert krijgt de Marcel ­Mulder Award uitgereikt door Ed Nijpels, voorzitter van de Raad van Bestuur van Wetsus. De Duitse onderzoeker van Wetsus krijgt de prijs op het jaarcongres van het onderzoeks­ instituut voor zijn onderzoek naar het terugwinnen van fosfaat uit a ­ fvalwater. De cruciale vinding in het onderzoek is de verwijdering van vivianiet, het mineraal waar fosfaat zich aan bindt, met behulp van magneten. Onderzoeksinstituut Wetsus wint zelf in de strijd om de George Barley Prize van de Everglades Foundation met de NaFRAd-techniek ook de tweede ronde. In maart zegevierde het team ook in de eerste ronde en won 25.000 dollar. De prijs is bedoeld voor veelbelovende technieken om ultra­ kleine concentraties fosfaat uit water te verwijderen om algengroei tegen te gaan tegen acceptabele kosten en met een klein ruimtebeslag. De competitie kent meerdere fases. De uiteindelijke winnaar verdient de hoofdprijs van tien miljoen euro.

Leon Korving, leider van het team van Wetsus: “De George Barley Prize van de Everglades Foundation is bedoeld voor veelbe­lovende technieken om fosfaat tot de ultra lage waarden van tien ppb uit water te verwijderen. De prijsvraag heeft een leuke opzet. Er zijn vier stappen: idee, laboratoriumtest, praktijktest en toepassing op volledige schaal. De uiteindelijke winnaar krijgt tien miljoen dollar. Wij hebben dit jaar met de NaFRAd techniek zowel de eerste als de tweede ronde gewonnen en zitten nu bij de laatste tien inzendingen. Vooraf hadden wij al goede hoop dat we zover zouden komen, omdat het onderwerp van de prijs heel goed bij ons onderzoek past. Dit onderzoek wordt onder andere gefinancierd door STOWA. Fosfaat bestaat in opgeloste vorm en als deeltjes. Onze techniek kan beide goed verwijderen, in tegenstelling tot bestaande technieken. Aan de winst van de eerste twee stappen waren aardige geldprijzen verbonden: 25.000 en 50.000 dollar. Dat geld kunnen we goed gebruiken voor de praktijktest van drie maanden die begin 2018 wordt gehouden. Dan wordt het echt spannend. We moeten laten zien dat de NaFRAd techniek werkt onder winterse omstandigheden in Ontario. Een mooie uitdaging voor ons team van promovendi en studenten en onze industriële partners. De prijsvraag spreekt erg tot de verbeelding, omdat het om een mondiaal probleem gaat. Dat merk ik aan de reacties; er is veel interesse voor onze techniek.”

De Urbanisten ontvangen in Brussel de Philippe Rotthier Prize. De editie 2017 van de prijs is een beloning voor architectuur, stedelijke projecten en ontwikkelingen die nauw verbonden zijn met water en het gebruik ervan. De Urbanisten winnen de eerste prijs in de categorie ‘water en de stad’ voor het ontwerp en de realisatie van het Waterplein in Rotterdam. De nieuwe waterleiding onder het Marsdiep tussen Den Helder en Texel, die in mei officieel werd geopend,

levert waterleidingbedrijf PWN de No-Dig Award 2017 op. De award wordt jaarlijks uitgereikt door de ­Nederlandse vereniging voor Sleufloze Technieken en Toepassingen (NTTS). PWN legde op 85 meter diepte een 4.600 meter lange waterleiding aan door middel van een horizontaal gestuurde boring. Nooit eerder werd op deze diepte en over deze afstand een waterleiding aangelegd. Filip Schuurman (Royal Haskoning­ DHV) ontvangt voor zijn proefschrift ‘Bar and Channel Evolution in ­Meandering and Braiding Rivers using Physics-based Modeling’ de Lorenz G. Straub Award. De prijs wordt uitgereikt tijdens een St. Anthony Falls Laboratory seminar van de University of Minnesota. De award wordt jaarlijks uitgereikt voor de meest verdienstelijk scriptie in waterbouwkunde, ecohydraulica of gerelateerd veld. Op de Nationale Sluizendag wordt de restauratie van de duikersluis in de Oudedijk bij Burghorn (­ gemeente Schagen) beloond met een HSSNprijs. HSSN staat voor Stichting Historische Sluizen en Stuwen in ­Nederland. Clusterhoofd Dijken, ­Water & Wegen Marcel Roet neemt de prijs in ontvangst. Prijs: 3e prijs HSNN (Stichting Historische Sluizen en Stuwen in Nederland) Voor: restauratie historische duikersluis. Winnaar: Hoogheemraadschap Hollands Noorder Kwartier Jan Peetoom participeerde vanuit het ingenieursbureau binnen het cluster Dijken, Water en Wegen van HHNK in het projectteam: “Langs de Burghorn, een oude polder in de kop van Noord-­Holland, ligt de Oudedijk. De duikersluis in de dijk was vervallen: een boom was in het metselwerk gegroeid, muren waren verzakt, brugleuningen verrot. Tijdens de voorbereidingen bleek al snel dat het

NR11-DECEMBER 2017

een provinciaal monument betrof. Dan is het lastig om tevoren in te schatten welke problemen je zult tegenkomen, welke oplossingen nodig zijn. Dus stelden we samen met een extern bureau een ruime werkomschrijving op, waarin niet elke activiteit al gedetailleerd is beschreven. De regionale aannemers met wie we vaker samenwerken begrepen wat wij bedoelden, hebben bovendien ervaring met restauratiewerk. Het ging ons er niet alleen om het verval te stoppen. We wilden de gerestaureerde duikersluis een uitstraling geven die bij watererfgoed past. De provincie stelde subsidie beschikbaar. Iedereen op het werk dacht enthousiast mee, van metselaars tot directie. In de drooggezette sloot ontdekten we de oorspronkelijke sluitsteen uit 1739. Door de bagger was hij in een prima conditie gebleven. Die sluitsteen prijkt weer op de in ere herstelde duikersluis. Een bord naast de brug geeft passanten informatie over de cultuurhistorische waarde van dit monumentale kunstwerk. De ruime werkomschrijving, de keuze voor deze aannemers, ieders enthousiasme en betrokkenheid be­ paalden de kwaliteit van het project. En binnen de financiële kaders!”

Waterbedrijf Vitens valt tijdens de Sensus Reach Conference in Dallas in de prijzen met Water Battle, een serious game die is ontwikkeld om ouders en kinderen spelenderwijs bewust te maken over hun water footprint. Vitens maakte het spel in samenwerking met Grendel Games. De game wordt bekroond in de categorie ‘Customer Interaction’. Thijs Lieverse (Nederland), Asandiso Mbewu (Zuid-Afrika), Radwa Elzeiny (Egypte) en Jelle Dijkema (Nederland) winnen de Wetskills Challenge Nederland 2017. Voor het Amsterdamse watercyclusbedrijf Waternet bedenken ze het nieuwe vismigratiesysteem Flushing Fish. Het concept: Zie het polder­systeem als een toilet. Als het water in de spoelbak (polder) door regenval een bepaald niveau bereikt, wordt er een signaal afgegeven en opent de doorgang waar vissen doorheen kunnen zwemmen.

CirTec uit Purmerend krijgt de Aquatech Innovation Award tijdens de Amsterdam International Water Week. CirTec ontwikkelde de Cellvation-­ installatie die in het zuiveringsproces van afvalwater cellulose terugwint en geschikt maakt voor hergebruik, waarbij minder energie en chemi­ caliën nodig zijn. De kwantitatieve milieuvoordelen zijn: vijftien procent minder slib, vijftien procent minder energie en twintig procent minder chemicaliën.­ Prijs: Overall winnaar Aquatech ­Innovation Award Voor: Cellvation Winnaar: CirTec B.V. Marit van Veen, sales manager bij CirTec: “Wij hebben een installatie ontwikkeld om cellulosevezels van toiletpapier terug te winnen uit rioolwater. Door de vezels op te werken tot een gehygiëniseerd product, maken we ze geschikt voor hergebruik. Inmiddels is er al teruggewonnen cellulose verwerkt in asfalt, maar het opgewerkte materiaal kan ook verwerkt worden voor isolatiematerialen en biocomposiet. Dat de jury ons selecteerde uit maar liefst veertien partijen vind ik geweldig. Punten van waardering waren duurzaamheid, originaliteit en praktische toepasbaarheid, maar ik denk ik dat herkenbaarheid ook meespeelde. Iedereen gebruikt immers toiletpapier. Daarnaast hebben we in Geestmerambacht al een full scale installatie draaien. De prijs is voor ons een bevestiging dat mensen zien waar we mee bezig zijn. Ik hoop dat we dankzij de award een wereldwijd publiek bereiken, want er worden ontzettend veel bomen gekapt voor de productie van toiletpapier en het is zonde om al dat papier niet te recyclen. Bovendien is er vanuit de markt veel vraag naar gerecyclede materialen.”

NOVEMBER

Het project ‘Aardappelfabriek verwarmt zwembad met riothermie’ van advies- en ingenieursbureau Tauw wint de publieksprijs bij de verkiezing van De Vernufteling, de jaarlijkse prijs

15


16

ACHTERGROND

van brancheorganisatie NLingenieurs. Begin 2018 zal het zwembad in het Gelderse dorp Wezep door restwarmte van de aardappelfabriek van Cêla­Vita worden verwarmd. Daarmee wordt jaarlijks bijna 250.000 kubieke meter aan gas uitgespaard. De hoogwatergeul Veessen-Wapenveld van waterschap Vallei en Veluwe ontvangt de Betonprijs 2017 voor natte ­waterbouw. De hoogwatergeul is volgens de jury een ‘typisch voorbeeld van waar Nederlandse ingenieurs goed in zijn: het beheersen van ons waterland’ en noemt het bouwwerk ‘een prachtige landschappelijke ingreep’. De hoogwatergeul Veessen-Wapenveld, gebouwd in het kader van het programma Ruimte voor de Rivier, werd begin oktober afgerond. Studente Lieke Brackel van de ­Universiteit van Amsterdam wint met haar onderzoek naar governance aspecten bij verduurzaming van de financiering van stedelijk water­beheer de Waternetwerk scriptieprijs in de categorie Bachelor scriptie. De jury vindt het onderzoek bijzonder: ‘techniek is één ding, ratio is een ander ding, emotie en politiek speelt misschien wel een doorslaggevende rol’. Bij de masterstudenten gaat Daan Poppema van Universiteit Twente met de prijs naar huis. Hij onderzocht op welke manier je door bouwen met de natuur de water­veiligheid kan vergroten. De jury is onder de indruk: ‘Het onderzoek is veelomvattend, complex en relevant. (…) En ook nog wereldwijd toepasbaar.’

De jaarlijks Waterinnovatieprijs van de Unie van Waterschappen telt vier winnaars. In de categorie waterveiligheid winnen Fugro Nederland B.V., Deltares en waterschap Aa en Maas met de sondeertechniek Innovatieve doorlatendheidssondering voor dijkverbeteringen. De techniek is getest op een dijk langs de Maas en daar bleek dat een eventuele versterkingsmaatregel in verhouding tot een klassiek ontwerp circa vijftig procent kleiner kan worden uitgevoerd. Dit scheelt fors in ruimtebeslag, transporthinder, CO2en NOx- uitstoot en kosten. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en waterleidingbedrijf PWN zegevieren met GE(O)ZOND Water in de rubriek Schoon Water. Het doel van het GE(O)ZOND Water is om een innovatieve zuiveringstrein te ontwikkelen die om kan gaan met de complexe watermatrix van rwzi-­ effluent. In de categorie Voldoende Water wordt de Multiflexmeter uitgeroepen tot winnaar, een initiatief van Waterschap Scheldestromen samen met onderwijsinstellingen en negen andere waterschappen. Door de toepassing van een standaard open source-­

elektronicaplatform is een koppeling met allerlei soorten sen­soren mogelijk. De eerste versie is de Multiflexmeter-waterhoogte. Er wordt ook gewerkt aan versies voor het meten van zoutgehalte, stroomsnelheid, doorzicht, slibaanwas en algenconcentratie. Na de winst op de Dijkwerkersdag (mei) valt de plug & play waterkrachtcentrale EQA-Box opnieuw in de prijzen. In de categorie energie en waterschappen wordt de installatie bekroond als beste innovatie van 2017. De waterkrachtinstallatie, die EQA-Projects samen met studenten van Hogeschool Rotterdam en Van Hall Larenstein, waterschap ­Rivierenland en sinds kort ook de TU Delft heeft ontwikkeld, is eenvoudig binnen een dag te plaatsen bij een stuw, ­rwzi, gemaal, in- en uitlaat­ kokers en spuisluizen.

Aqua Vision

ting Celebra f rs o 20 yea tion innova

Hydro- & Oceanographic Consultancy

Bodemprofielmeting Giethoorn, Overijssel

Onze specialisaties · Capaciteitsmetingen · · · ·

Bodemprofielmetingen

· · · · ·

Met een meetvaartuig en speciaal in-huis ontwikkelde software maken wij 3D bodemscans om een watergang nauwkeurig in kaart te brengen.

Servaasbolwerk 11 3512 NK Utrecht

Het project Verbetering IJsseldijk Gouda van Hoogheemraadschap Rijnland en bouwbedrijf Mourik wint de publieksprijs. In het project wordt de dijk van binnenuit versterkt met een cementinjectie. |

van kunstwerken

Debietmetingen Stationaire debietmeetstations Bathymetrie metingen RWZI – garantiemetingen (stroomsnelheid en -richting) Slibdiktemetingen IJken van debietformules Opstellen van waterbalansen Stuwanalyses Turbiditeitsmetingen

www.aquavision.nl

Stromingsmetingen Met (ADCP) remote sensing technieken meten we ruimtelijk en in de tijd de stroomsnelheid en -richting, waarmee ook het debiet wordt bepaald om een integraal beeld te krijgen.

030 - 24 59 872 info@aquavision.nl

10

26 oktober 2017 50ste jaargang

Vakblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk

h2owaternetwerk.nl

AMSTERDAM INTERNATIONAL WATER WEEK Roelof Kruize: ‘We willen doorbraken’

Ook adverteren in

H2O Magazine? Neem dan contact op met Bart de Wilde 010-742 05 49 bart@crossmedianederland.com

Megasteden vechten tegen water weinig projecten H2O MAGAZINE, AL MEER DAN 50 JAAR EEN BEGRIP EIB: geld genoeg,


WATERTECHNIEK

18

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR

3D-PRINTEN: WEL BIJ ONDERZOEK, NIET IN DE PRAKTIJK

Om die reden heeft de TU Delft samen met Deltares model­ elementen ontwikkeld, waarmee de beweging en daarmee de botssnelheid van de blokken gemeten kan worden. Voor de productie van die blokken bleek de 3D-printer een heel geschikt hulpmiddel te zijn. “Om meetapparatuur in het modelelement te plaatsen, moesten we holle elementen kunnen maken. Voordeel van een 3D-printer is dat dergelijke details te maken zijn, maar ook dat kleine oplages gemaakt kunnen worden. Het gaat uit­ eindelijk maar om kleine aantallen.”

Tekst Charlotte Leenaers | Foto’s TU Delft

Na de wereldprimeur van de allereerste 3D-geprinte fietsbrug in Gemert, rijst de vraag in hoeverre de printtechniek relevant is voor de waterbouw. Een zoektocht naar praktijktoepassingen levert geen aansprekende voorbeelden op. Wel hebben 3D-printers hun intrede gedaan in de wereld van hydraulische schaalmodellen en golfbassins. De TU Eindhoven had op 17 oktober een wereldprimeur met de ­allereerste 3D-geprinte fietsbrug ter wereld. In Dubai was al eerder met een cementmengsel, in iets meer dan twee weken tijd, een kantoorgebouw geprint. De Italiaanse 3D-printer Big Delta kan uit klei huizen printen voor rampgebieden. Terwijl in de bouwsector de eerste praktijktoepassingen zichtbaar worden, ­levert een zoektocht naar toepassingen in de waterbouwsector nog geen concrete praktijkvoorbeelden op. Wel vormen 3D-­printers inmiddels een belangrijke schakel in het waterbouwkundig model­ onderzoek. Een recent voorbeeld daarvan zijn de 3D-geprinte miniatuur-blokken die gebruikt worden in het onderzoek naar golfbrekers. Om golfkrachten en golfklappen tijdens een zware storm op te vangen, worden havendammen en golfbrekers vaak bekleed met zware betonblokken. Zo zijn de golfbrekers van IJmuiden bekleed met betonnen kubussen terwijl op de nieuwe golfbrekers van Cadzand, recent ontwikkelde, in elkaar grijpende XBlocs zijn aangebracht. In de jaren tachtig zijn diverse golfbrekers flink beschadigd geraakt door ‘rocking’: het breken van de betonelementen. Naar aanleiding van die schades is veel onderzoek gedaan naar de oorzaken van het breken van de toen gebruikte betonblokken. De laatste jaren zijn er weer nieuwe blokken bijgekomen. Om ook voor deze nieuwe blokken inzicht te krijgen in de krachten waarmee de blokken tegen elkaar slaan, gaat het onderzoek door en is er behoefte aan goede meetapparatuur. Schaalmodellen “De stabiliteit van deze elementen wordt meestal getest in ­schaalmodellen”, vertelt Bas Hofland, universitair docent Kustwaterbouwkunde aan de TU Delft. “In deze modellen is goed te zien of de elementen stabiel blijven liggen of dat ze door de golven worden weggeslagen. Omdat de sterkte van de elementen niet heel nauwkeurig naar kleinere schaal te vertalen is, kan uit deze testen niet goed afgeleid worden of het element zelf doormidden kan breken. Daarvoor is inzicht nodig in de krachten die optreden in en tussen de blokken.”

Bas Hofland wijst een ‘slim meetblokje’ uit de 3D-printer aan

Met relatief weinig moeite print de 3D-printer een betonnen element op de juiste maat. Vervolgens wordt er een computertje in geplaatst, wordt wat lood toegevoegd voor het juiste gewicht en voor de waterdichtheid wordt het element met hars dicht gegoten. “Zo hebben we voor weinig geld een hoogwaardig ­meetinstrument ontwikkeld.” Deze slimme meetblokjes worden vervolgens ­gebruikt op de zwaarst aangevallen gedeeltes van de modelgolfbreker. Het geeft inzicht in de krachten die in de elementen optreden en het zegt iets over het risico dat betonelementen zullen breken. Flinke kubussen Bas Hofland maakt namens de TU Delft deel uit van het Europese onderzoeksteam Horizon2020-Hydralab+ dat geleid wordt door Deltares. “We doen fundamenteel onderzoek naar een golfbreker op schaal in een golfbassin in Hannover. Doel is om verschillende innovatieve meetmethodes uit te testen en om er achter te komen hoe bij zeer scheve golfinval de schade aan de golfbreker zich

NR11-DECEMBER 2017

ontwikkelt. Onze 3D-geprinte modelelementen zullen in dit onderzoek toegepast worden. De resultaten kunnen we straks vertalen naar het ontwerp van kubussen op echte golfbrekers. Dat zijn flinke kubussen die in grootte variëren van een tot vier meter.“ Naast de slimme meetblokjes worden er ook grotere hoeveel­ heden ‘gewone’ betonelementen gebruikt bij het schaalonderzoek. Ze hebben dezelfde vorm en worden meestal van massief beton gemaakt omdat het gewicht overeenkomt met het gewicht van de echte betonblokken. Ook bij de productie van deze betonblokjes komt de 3D-printer goed van pas. “Niet om de modelblokken zelf te maken, maar wel voor de benodigde mallen. In het onderzoek variëren we namelijk met de afmetingen van de elementen en op deze manier zijn vrij eenvoudig de verschillende blokken te maken. Overigens wordt de 3D-printer bij Deltares ook gebruikt om allerlei modelopstellingen te maken en om dedicated meet­ instrumenten te produceren.” Het apparaat is al met al behoorlijk ingeburgerd, maar het blijft vooralsnog beperkt tot toepassingen die te maken hebben met onderzoek. “Wanneer we de eerste toepassingen in de praktijk kunnen verwachten? Ik verwacht dat dat nog wel even duurt. Betonblokken voor golfbrekers worden in grote aantallen gemaakt. Het maken van mallen waar het beton in gegoten wordt, is dan het ­voordeligst. Maar ik kan me voorstellen dat we op termijn blokken gaan ontwerpen op basis van de exacte belasting in bepaalde ­zones van de golfbreker. Net onder de waterlijn - waar de golfkrachten het grootst zijn – zijn bijvoorbeeld grotere blokken nodig dan verder onder water. Dat zou betekenen dat er meer verschillende blokmaten toegepast gaan worden op dezelfde golfbreker of in een dijkbekleding. In dat geval zou een 3D-betonprinter ­uitkomst kunnen bieden. Maar zoals gezegd is dat een ontwikkeling die ik op korte termijn nog niet verwacht.”

19


20

VRIJDENKERS VAN WATERWEGEN HOUDEN WATERSCHAPPEN SCHERP

‘WE SCANNEN VOORTDUREND DE HORIZON’

De waterschappen voorbereiden op de dag van over-over­morgen. Dat is de ­opdracht van Waterwegen, de denktank van de ­waterschappen. Dit jaar bestaat de club tien jaar. Een portret van een Gideonsbende die (nagenoeg) vrijelijk haar gang kan gaan. ‘Prestatieafspraken? Alsjeblieft niet.’ Tekst Dorine van Kesteren Beeld iStockphoto

S

ommige initiatieven komen niet in één keer van de grond. Iedereen is van goede wil, maar het vliegtuig stijgt niet op. Zo ging het ook bij de herbezinning op de rol en taak van de waterschappen die de Unie van Waterschappen ruim tien jaar geleden op touw zette. Bij gebrek aan resultaat stond de Unie op het punt om de stekker eruit te trekken. “Totdat Henk van Brink, destijds dijkgraaf van waterschap Rijn en IJssel, zei: laten we nog één poging wagen. Toen zijn we met een aantal mensen bij elkaar gaan zitten en is het idee van Waterwegen geboren: een club van bevlogen en creatieve ­waterschappers die ging fungeren als toekomst- en trendwatcher”, blikt Hein van Stokkom terug, secretaris-­ directeur bij waterschap Brabantse Delta en een van de geestelijk vaders van Waterwegen. “Het begon met een ideeënwedstrijd rond de vraag: waarmee kunnen de waterschappen zich in de toekomst onderscheiden? Waterwegen ontving toen meer dan tachtig inzendingen van alle waterschappen. Ineens bruiste en borrelde het.” Strategische toekomstverkenner: dat klinkt als een abstracte, weinig overzichtelijke, ­bijna ­allesomvattende taak. Waterwegen-voorzitter Riquette van de Pol lijdt daar niet o ­ nder. Vrolijk: “Waterwegers krijgen geen opdracht en geen structuur. We hebben een vrije ­ rol, in chaos komt alles tot bloei. Wij scannen voortdurend de horizon. Zo houden we de waterschappen scherp.” Van Stokkom: “Waterwegen is niet gebonden aan het huidige ­ beleid. Alles is mogelijk: ze mogen nadenken over de positie van de waterschappen, de ­organisatie, het w ­ erkproces én de inhoud van het werk. De enige begrenzing is: het gaat om ­óver-­overmorgen, niet om morgen.” FRIS IN HET HOOFD In theorie kan ieder waterschap twee medewerkers afvaardigen aan Waterwegen, in de praktijk doen ze dit niet altijd allemaal. Op dit moment kent de denktank zeventien leden en zijn er zeven waterschappen niet vertegenwoordigd. Na gemiddeld een, twee jaar nemen de leden weer afscheid. “Iedereen mag deelnemen aan Waterwegen, ongeacht je functie of positie bij het waterschap. Er is ook geen leeftijdsgrens. De enige voorwaarde is dat je fris bent in je hoofd. Dat wil zeggen: dat je lef hebt, creatief bent en niet bang voor het onbekende”, vertelt Van de Pol, in het dagelijks leven bestuurlijk-juridisch beleidsadviseur bij het

A hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. De denktank is heel divers samengesteld, zegt ook Van ­Stokkom. “Van piepjong tot al langer werkzaam, van beleids­ adviseurs en strategen tot uitvoerders. De gemene deler is dat ze allemaal een goed stel hersens hebben en affiniteit met de verre toekomst.” Het is wel zaak dat de leden elkaar aanvullen, aldus Van de Pol. “Het moet een goede mix zijn. Niet alleen mensen die goed zijn in visionair denken, maar ook mensen die ideeën praktisch kunnen vertalen en mensen die beslissingen durven nemen. En voor het team­gevoel zijn er mensen nodig die kunnen verbinden. We ­ komen ­immers maar één keer per maand fysiek bij elkaar; de rest gebeurt op afstand.” Intern is er geen hiërarchie; de groep beslist. Boven Water­ wegen staat een stuurgroep van vier secretarissen-direc­ teur. Hoewel, ‘boven’ en ‘stuurgroep’ zijn eigenlijk niet he­le­­­­maal de juiste termen. Van Stokkom, die samen met de secretarissen-directeur Jaap Kelderman (Amstel, Gooi en Vecht, Miriam van Kuijk (Schieland en De Krimpenerwaard) en Cor Roos (Rijn en IJssel) de stuurgroep vormt: “De stuurgroep stuurt niet, maar heeft een klankbordfunctie. We ­geven geen richting en zeggen niets voor. Dit is voor ons ook een andere rol dan we in het dagelijks werk gewend zijn. Best verfrissend.” Van Kuijk: “Wij hebben een ­inspirerende taak. Tegelijk zorgen we dat Waterwegen de aansluiting houdt met de directies en besturen van de waterschappen.” Uiteindelijk draait het allemaal om één vraag: welke technische, maatschappelijke en sociale trends zien we en wat betekent dat voor het werk en de positie van de water­ NR11-DECEMBER 2017

ACHTERGROND

schappen? Uit de antwoorden vloeien de thema’s voort die ­Waterwegen agendeert tijdens denk-, ontwikkel- en praatsessies, waarbij soms ook mensen uit de wetenschap en het bedrijfsleven aanwezig zijn. “Denk aan de circulaire economie. Of aan de rol van het waterschap als waterbeheerder. Zijn wij hoeder of schepper van het landschap? En hoe ziet burgerparticaptie er in de toekomst uit? Welke verhouding heeft het waterschap straks met de buitenwereld, burgers en bedrijven?”, doet Van de Pol een kleine greep uit de ­thema’s die de afgelopen jaren aan de orde zijn geweest. Een ander belangrijk thema is de invloed van kunstmatige intelligentie, digitalisering en robotisering. “De bestaande data, modellen en klimaatscenario’s van de waterschappen worden in rap tempo achterhaald door de technologische ontwikkelingen. De computer kan straks feilloos en veel sneller bepaalde analyses verrichten. Heeft het waterschap daar dan überhaupt nog mensen voor nodig? Welke banen gaan daardoor verdwijnen of veranderen?” DRAAGVLAK De volgende stap is om de ideeën over het voetlicht te ­brengen en de waterschappen te informeren, ­waarschuwen, mobiliseren of adviseren. Dit betekent ook: draagvlak ­ ­creëren. Van de Pol: “Soms gaat dat gemakkelijk, soms kost het meer moeite. Er zijn zeker managers en bestuurders die nu al willen nadenken over de trends die wij signaleren. Maar het is een feit dat de politieke besturen in Nederland voor vier jaar worden gekozen, en het is vaak moeilijk om over die vier jaar heen te kijken. Het vergt lef om ­beslissingen >

21


ACHTERGROND

22

‘Waterwegers krijgen geen opdracht en geen structuur. We hebben een vrije rol’

IDEE

1

DE GRONDSTOFFEN- EN ENERGIEFABRIEK Afvalwater niet langer beschouwen als een afvalproduct, maar als een bron van duurzame energie. Met dit concept won waterschap Aa en Maas in 2008 de projectcompetitie van Waterwegen, de eerste grote manifestatie van de denktank. Al snel sloten verschillende waterschappen zich aan en werden de eerste Energiefabrieken gerealiseerd. Een slimme combinatie van bestaande en nieuwe technieken maakt het mogelijk om energie terug te winnen uit afvalwater. Deze groene energie kunnen de waterschappen gebruiken om hun waterzuiveringen te laten draaien én om te leveren aan burgers en bedrijven. Dit past bij de ontwikkeling naar een meer lokale energiewinning en –voorziening. De terugwinning van grondstoffen was de logische volgende stap. De Grondstoffenfabriek krijgt vorm in waterzuiveringsinstallaties die onder meer fosfaat en cellulose terugwinnen uit het rioolwater. Inmiddels is elk waterschap aangesloten bij dit project. Vanuit alle waterschappen zijn er mensen actief binnen de Grondstoffenen Energiefabriek.

te nemen die misschien pas daarna tot wasdom komen.” Kelderman, relativerend: “Anders dan in de landelijke en gemeentelijke politiek hebben waterschapsbestuurders vaak wel een langere zichttermijn dan vier jaar. Alleen de dijken gaan al tientallen jaren mee. Natuurlijk brengen nieuwe, frisse ideeën ook risico’s met zich mee, en daar deinzen mensen soms voor terug. Maar het is de functie van Waterwegen om de grenzen op te zoeken.” Het gaat ook om de timing, vult Van Kuijk aan. “Precies in de tijd dat de waterschappen als bestuurslaag politiek onder vuur lagen, was Waterwegen zeer kritisch over de governance. Toen was er dus weinig animo bij de waterschappen voor deze fundamentele discussie. Dat was niet handig.” Volgens Van Kuijk staan de waterschappen doorgaans wel open voor de vernieuwingen die Waterwegen aandraagt. “Niet elke suggestie wordt altijd door iedereen omarmd, maar dat lijkt me logisch. Iets moet passen bij je o ­ rganisatie, doelen en middelen. Er zijn bijvoorbeeld een paar waterschappen aan de slag gegaan met Aquafarm (zie kader). Het is de meest efficiënte werkwijze om met een klein groepje te experimenteren. En als het goed uitpakt, kan de rest het overnemen.” Kelderman: “Het is een hardnekkig beeld dat de waterschappen behoudend zijn. Maar er gebeurt hier ontzettend veel. Kijk naar alle ontwikkelingen op het gebied van circulariteit.” EXISTENTIËLE CRISIS Het ging niet allemaal vanzelf, de afgelopen tien jaar. Water­ wegen zat een aantal keer behoorlijk in een existentiële ­crisis, in de woorden van Van Stokkom. “Toen worstelden ze met vragen als: welke kant moet het op met ons en de water­ schappen, wat is onze opdracht en toegevoegde w ­ aarde? Maar zo’n dip heeft ook goede kanten, want je komt er altijd sterker uit.” Van Kuijk: “Doorstroming is goed, maar heeft ook een keerzijde. Door de voortdurend wisselende samenstelling bestaat het risico dat dezelfde discussie - waartoe is Waterwegen op aarde? - door iedere kersverse crew steeds opnieuw wordt gevoerd. Maar dan kom je uiteindelijk niet verder. Het is dus heel goed dat de vaste kern er nu al wat langer zit.” Iets anders is dat tachtig procent van de ideeën de eindstreep niet haalt. “Vaak is de route naar realisatie moeilijk, met veel valkuilen”, zegt Robertjan Zonneveld van p2, het managementmentbureau dat mede-initiatiefnemer is van Aquafarm. “Het vraagt volharding, ­ uithoudingsvermogen en een positieve instelling om dan toch door te gaan. De verleiding om het idee los te laten en je te storten in ­andere d ­ agelijkse beslommeringen, is ook bij Waterwegen ­aanwezig.”

CONCREET RESULTAAT Niet ieder idee leidt ook (direct) tot een concreet resultaat. Daardoor ontstaan weleens spanningen. Zonneveld: “Bij dit soort visiegedreven projecten is het soms moeilijk om de aansluiting te vinden met de waterschappen. De toepassing is immers vaak nog ver weg. Ook bij Aquafarm staat er niet volgend jaar een installatie. Dan moet je er wel in blijven gelóven dat het een goed idee is om allerlei planten en dieren in het water te laten groeien en te eindigen met schoon water.” De leden van de stuurgroep hebben daar geen moeite mee. “Het gaat er niet primair om dat ideeën ook daadwerkelijk tot uitvoering worden gebracht. Het gaat om de lenigheid van de geest: dingen uitproberen, bespreken en zo nodig weer terzijde schuiven”, aldus Van Kuijk. Ook Van S ­ tokkom legt de nadruk op de andere manier van denken. “Als de mindset van de waterschappen verandert of verbreedt, is dat al een mooi resultaat. Bijvoorbeeld als het gaat om de consequenties van de nieuwe digitale wereld voor ons werk.” Bewust zijn er dan ook nooit prestatieafspraken gemaakt. Kelderman: “Alsjeblieft niet zeg. Daarmee zou je Water­wegen ­onderdeel maken van het systeem. Ze moeten juist een Gideonsbende blijven, een horzel, die de ruimte krijgt om verder te denken.”

‘Iedereen mag deelnemen aan Waterwegen, ongeacht je functie of positie bij het waterschap’ GEZAMENLIJKE VISIE Als het aan de stuurgroep ligt, gaat Waterwegen zeker weer tien jaar door. “Het is zo belangrijk om niet alleen bezig te zijn met de waan van de dag, maar ook met de toekomst. Als je dat niet doet, besta je misschien straks niet meer. Bovendien zijn wij als overheid per definitie verplicht om permanent na te gaan of wij nog wel de goede dingen op de goede manier doen voor burgers en bedrijven. Waterwegen voorkomt dat dit ondersneeuwt onder ons dagelijks werk”, aldus Van Kuijk. Van Stokkom vult aan: “Als je nadenkt over de toekomst, neem je nú betere beslissingen.” Kelderman: “Waterwegen verbindt de waterschappen en legt nieuwe verbanden. Ook dat is van wezenlijk belang.” Voorzitter Van de Pol heeft in ieder geval genoeg ambities voor de komende tijd. “Ons doel is om het strategisch toekomstdenken structureel op de agenda te krijgen van ieder waterschap, net als échte samenwerking in de sector. Waarom niet met alle waterschappen een gezamenlijke toekomstvisie opstellen?” | NR11-DECEMBER 2017

AQUAFARM

IDEE

2

Zuiveringsinstallaties gebruiken om via biologische processen hoogwaardige grondstoffen te produceren. Dat is het idee achter Aquafarm, winnaar van de innovatiewedstrijd van Waterwegen in 2014. Het systeem bestaat uit geschakelde watercompartimenten. In elk compartiment groeien specifieke planten en dieren, zoals algen, wieren, waterplanten, mosselen, sponzen, wormen en vissen. Deze planten en dieren produceren hoogwaardige grondstoffen voor bijvoorbeeld medicijnen, parfum, bouwmaterialen en voedsel. Tegelijkertijd verwijderen zij gifstoffen uit het afvalwater. Aan het einde blijft schoon water over. De juiste temperatuur, LED-licht en de juiste volgorde van de processtappen versterken de biologische groeiprocessen. Waterwegen was samen met projectmanagementbureau p2 de grote aanjager van Aquafarm. Naast Waterwegen zijn ook waterschap Rivierenland, hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, hoogheemraadschap De Stichtste Rijlanden, onderzoeksbureau B-ware, de Radboud Universiteit en Wageningen Environmental Research (Alterra) betrokken bij het project.

IDEE

3

TOOLKIT GENERATIES OP HET WERK Voor het eerst in de geschiedenis zijn momenteel vier generaties aanwezig op de werkvloer: babyboom (57+), generatie X (40-57 jaar), generatie Y (30-40 jaar) en Einstein (jonger dan 30 jaar). Elke generatie heeft eigen wensen en opvattingen over het werk en de manier waarop dit moet worden aangepakt. Om de waterschappen als werkgever in staat te stellen om de diversiteit tussen de generaties te benutten, is Waterwegen een digitale toolkit aan het ontwikkelen. Deze bevat onder meer een inleidende presentatie en een spel. Het doel is om de generatiekwestie bespreekbaar te maken op het werk. Waar heeft iedere generatie behoefte aan en wat kan de ene generatie betekenen voor de andere? Waterwegen werkt hierbij samen met Futur, het landelijke netwerk van jonge ambtenaren.

23


WATERTECHNIEK

24

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR

D-ICER MAAKT RWZI VEILIGER IN WINTER Het is weer winter. Vorst, sneeuw en ijzel maken werken lastig en gevaarlijk. Dat geldt ook voor de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Met de D-icer unit is het mogelijk de bruggen van de nabezinktanks sneeuw en ijsvrij te houden, claimt leverancier Wim Robben. Het proces: op de brug van een nabezinktank wordt een unit met vloeistof geplaatst. Deze kan via een aansluitkast worden gekoppeld aan de bestaande besturing. Door het universele ontwerp kan de unit op elk type roterende brug worden geplaatst. Wanneer sneeuw of ijzel wordt voorspeld, wordt de unit geactiveerd. Vloeistof uit de unit sproeit over de loopranden waardoor er een soort beschermingslaag ontstaat die voorkomt dat ijs en sneeuw zich kunnen vasthechten aan de loopranden. Robben legt uit dat met preventief sproeien de veiligheid van personeel wordt vergroot. “Zij hoeven immers niet meer naar een moeilijk toegankelijke RWZI en op een gladde brug en rand hun werk te doen met alle risico’s van dien.” De ice melt compact unit wordt geproduceerd door Eterpol in Weert. D-icer is getest op de waterzuivering van Waterschap Rivierenland in Nijmegen. Eric Burgers van het waterschap vertelt dat de test naar tevredenheid is verlopen. “We hebben de installatie getest in Nijmegen. Daar staan een stuk of acht nabezinktanks en na twee dagen sneeuw was de tank met de D-icer de enige installatie waar geen sneeuw op lag. Het werkte. Vanaf januari gaan we er nog vier of vijf aanschaffen.” De vloeistof die wordt gebruikt is niet schadelijk voor het zuiveringsproces, zo is door het waterschap vastgesteld, vertelt Burgers.

NIEUWE PRAKTIJKCODES DRINKWATER Waterbedrijven gebruiken praktijkcodes drinkwater (PCD’s) voor een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige bedrijfsvoering. De codes zijn geactualiseerd. Het Platform Bedrijfsvoering zorgt ervoor dat deze documenten structureel worden ­ge­üpdatet. Via het KWR-platform Watnet.nl is toegang tot de documenten ­mogelijk. Sinds oktober 2017 is de ‘Richtlijn drinkwaterleidingen buiten gebouwen; Ontwerp, aanleg en beheer (gebaseerd op NEN-EN 805:2000)’ (PCD 3:2017) vastgesteld en beschikbaar. KWR omschrijft de wijzigingen als volgt: “In het huidige hoofdstuk 4 is een korte beschrijving opgenomen van de vigerende publiekrechtelijke regelgeving en de betekenis daarvan voor de praktijk van de Nederlandse drinkwatervoorziening, inclusief de arbeidsomstandigheden bij de aanleg en het onderhoud van leidingnetten. In deze derde editie is hoofdstuk 7 over het saneren van leidingen uitgewerkt. Eerder werd daarvoor verwezen naar hoofdstuk 14 ‘Bedrijfsvoering’. De huidige wijze van ontwerpen van leidingnetten is breedvoerig beschreven in hoofdstuk 8. De aanleg van leidingen volgens de laatste stand van zaken van de techniek is in hoofdstuk 10 beschreven. Hoofdstuk 14 over de bedrijfsvoering van leidingnetten is grondig gerenoveerd en meer en beter in lijn gebracht met vrij beperkte beschrijving in de bovenliggende Europese norm NEN-EN 805.” In juli van dit jaar ‘De toepassing van leidingmaterialen in met organische ­stoffen verontreinigde bodems; Permeatie’ (PCD 5:2017) bijgesteld. “De belangrijkste aanleiding voor deze actualisatie was het verschijnen van een tweetal onderzoeksrapporten van RIVM en KWR in 2016. De opbrengsten in die rapporten zijn in de praktijkcode geïntegreerd. Concreet impliceerde dat onder meer de opname van een stappenplan dat kan worden gevolgd bij permeatiegevallen. Er zijn risicogrenswaarden in grondwater en grond opgenomen voor alle organische stoffen volgens de ‘Circulaire bodemsanering’. Voor PE leidingen (onderscheiden in PE 40 en PE 80) is die waarde afhankelijk gemaakt van de diameter en bijbehorende wanddikte van een buis. Dit betreft een essentiële wijziging van de praktijkcode gezien de impact voor drinkwaterbedrijven bij het al dan niet nemen van maatregelen voor permeatiegevallen in de praktijk,” aldus KWR. Meer info op www.watnet.nl

NIJHUIS INSTALLEERT IN RECORDTIJD WATER­ZUIVERING

AFSLUITERS ZOEKEN MET RADIOGOLVEN De al lang bestaande HF-techniek is een goede oplossing voor het op afstand vinden van appendages van ­ondergrondse ­drinkwaterleidingen, zoals afsluiters. De snel opkomende UHF-techniek is daarentegen slechts beperkt bruikbaar. Dat is de conclusie van het project Lokalisatie en Identificatie Van Appendages (LIVA). Hieraan deden het ingenieurs- en advies­ bureau Royal HaskoningDHV, de drinkwaterbedrijven Brabant Water, Dunea, Oasen en PWN en de leveranciers Zweva en Saint Gobain Pipe Systems mee. Zij onderzochten het gebruik van markers ofwel tags op basis van ‘radio-frequency identification’ (RFID). De telecomsector werkt hiermee al bij leidingen in de bodem, maar voor de drinkwatersector gaat het om een nieuwe techniek. “Drinkwaterleidingen liggen dieper waardoor de technische uitdaging anders is”, zegt consultant Daniel Levelt van Royal HaskoningDHV. “Het is natuurlijk erg handig als het mogelijk is om bij een lek een afsluiter vanaf afstand te lokaliseren.” Tijdens het LIVA-project is gekeken naar twee soorten t­ echnieken: ‘high frequency’ (HF) met langere radiogolven en ‘ultra high ­frequency’ (UHF) met kortere radiogolven. HF blijkt eigenlijk bij elke grondsoort en onder alle omstandigheden goed te werken. De golven gaan door klei, steen, vocht en zand heen. Heel wat minder positief is het gesteld met de moderne UHF-techniek. Levelt: “Water blijkt de korte radiogolven te dempen. Bij alle testen faalden de UHF-tags op wat grotere diepte, behalve in droge zandgronden.” De deelnemende drinkwaterbedrijven zijn aan nu het bekijken hoe ze tags kunnen toepassen, zegt Levelt. “Zo overweegt Oasen HF-tags aan te brengen bij leidingen op locaties waar sprake is van een potentieel gevaarlijke situatie.”

NR11-DECEMBER 2017

In een recordtijd (zes weken) heeft Nijhuis Industries een modulaire ‘plug and play’ afvalwaterzuivering geïnstalleerd in de Russische stad Sevsk, ten zuidwesten van Moskou. De installatie wordt gebruikt door zuivelbedrijf Umalat, ­producent van kaas (onder andere mozzarella). Het complete modulaire systeem bestaat uit een filter, flocculatie, drijf- en ontwateringsschroef, alle geïnstalleerd in het fabrieksgebouw van Umalat voor de zuivering van het afvalwater. De snelle installatie was mogelijk door de vooraf geïnstalleerde modulaire systeem in Nederland. Daardoor kon Umalat in recordtijd een ‘hypermoderne’ zuiverings­ installatie in gebruik nemen. De zuiveringsinstallatie heeft de capaciteit om 700 m3 afvalwater per dag te behandelen. Daarmee is de installatie berekend op de toename van de hoeveelheid afvalwater als de kaasproductie in de fabriek naar verwachting wordt opgevoerd in de fabriek van Umalat. In een demonstatie tijdens de openingsceremonie toonde Nijhuis Industries de werking van de zuiveringsinstallatie. De Russen waren in hun nopjes met de waterzuiveringsinstallatie uit Nederland. Gouverneur Aleksey Martynenko en grootaandeelhouder van Umalat zei het bij het gebruik nemen van de installatie zo: “De nieuwe waterzuiveringsinstallatie is een belangrijke mijlpaal en een stap voorwaarts in de ontwikkeling van ons bedrijf. Installeren van een afvalwaterzuiveringsinstallatie van dit hoogste niveau zou een norm moeten zijn voor alle melkverwerkingsfabrieken. We zijn blij om de deze installatie te lanceren in het Russische Jaar van de Ecologie.”

25


26

27

O

HOOGSTANDJE

H2

SUBTIELE KUNST OP ICOON AFSLUITDIJK Tekst Charlotte Leenaers | Fotografie Marcel Molle

Zo zag u de Afsluitdijk nog nooit. De schoonheid van de 32 kilometerlange dijk is door kunstenaar Daan Roosegaarde versterkt met een subtiele tweede laag van licht en interactie: Icoon Afsluitdijk. Na zonsondergang komen drie kunstwerken tot leven. Het zijn verbeeldingen van de belangrijkste functies van de Afsluitdijk: waterbeheer, waterveiligheid en mobiliteit LICHTPOORT brengt de monumentale heftorens tot leven, de dansende lichtlijnen van WINDVOGEL wekken energie op en GLOWING NATURE laat de toeschouwer levende lichtalgen beleven. Het doel van Icoon Afsluitdijk is om de mens op unieke wijze met het Nederlandse landschap te verbinden en om een technologisch en wetenschappelijk verhaal te brengen dat de bezoeker bij blijft. Icoon Afsluitdijk is gratis te bezoeken (na zonsondergang) en is nog te zien tot en met 21 januari.

NR11-DECEMBER 2017


28

DRINKWATERBEDRIJVEN STEKEN MET WATERWORX NEK UIT

VEILIG DRINKWATER VOOR TIEN MILJOEN MENSEN Tekst Theo Leoné Beeld iStockphoto e.a.

A

ACHTERGROND

Tempo. De drinkwaterbedrijven in Nederland slaan de handen ineen om tien miljoen mensen in ontwikkelingslanden duurzaam aan goed drinkwater te helpen. Volgens de Verenigde Naties ontberen maar liefst 663 miljoen mensen veilig drinkwater. Alle reden om via het programma WaterWorX vaart te maken. Op 1 januari 2018 beginnen de projecten.

“N

og nooit eerder vertoond”, zegt coördinator Karst Tamminga van WaterWorX. “Alle tien drinkwaterbedrijven in Nederland doen mee. Voor de eerste keer werkt ieder samen in een gemeenschappelijk buitenlands programma. En ook nog eens in een langdurig programma, tot 2030. Ik ken geen andere voorbeelden. De sector steekt zijn nek uit.”

De oprichting van WaterWorX vloeit voort uit de steen die toenmalig minister Lilianne ­Ploumen in 2015 in de vijver wierp. In Washington DC verzekerde ze tijdens het Global Citizen Earth Day festival dat Nederland de verantwoording op zich neemt om dertig miljoen mensen in 2030 duurzaam aan veilig drinkwater te helpen. Bij de toegang tot sanitaire voorzieningen ligt de lat zelfs op vijftig miljoen mensen. Tamminga: “Wat zou de drinkwatersector kunnen bijdragen? Het idee ontstond om gezamenlijk de opgave van tien miljoen mensen op ons te nemen. Bij de oprichting van WaterWorX is die uitdaging een-op-een overgenomen.” Het ministerie van Buitenlandse Zaken - partner in het publiek-private programma WaterWorX - zet bij het realiseren van zijn doelstellingen niet alle kaarten op de waterlei­ding­ bedrijven. Om de doelstelling van veilig drinkwater voor dertig miljoen mensen te halen, wordt onder andere ook beroep gedaan op het WASH SDG consortium, een consortium van WASH Alliance International, SNV Netherlands Development Organisation en non-profit­ organisatie Plan. De waterleidingbedrijven richten zich voornamelijk op de stedelijke ­gebieden. Hun expertise is leidingwater. De ontwikkeling van afgelegen landbouwgebieden en het slaan van geïsoleerde putten is aan anderen. GRENSVERLEGGENDE AANPAK WaterWorX borduurt met zijn projecten deels voort op bestaande partners van de Nederland­se waterbedrijven. Natuurlijk, de ondernemingen werken vooral binnen de eigen ­landsgrenzen. Maar maximaal één procent van de omzet kan volgens de wet gebruikt worden voor het ­ondersteunen van buitenlandse partners. De grensverleggende aanpak functioneert als bron van innovatief denken en maakt de waterbedrijven tot aantrekkelijker werkgevers. >

NR11-DECEMBER 2017

29


ACHTERGROND

30

De drinkwaterbedrijven werken over het algemeen met Water Operator Partnerships (WOPs). Dit is een langdurig partnerschap tussen een Nederlands drinkwaterbedrijf en een drink­ waterbedrijf in Afrika, Azië of Zuid-Amerika. Hierbij werken Nederlandse waterexperts van de drinkwaterbedrijven zij aan zij samen met een expert van een lokaal partner waterbedrijf om de bedrijfsvoering te verbeteren. Denk niet dat de Nederlanders - hoe goed ook in water - op elk terrein de wijsheid in pacht hebben. Onderschat de mensen en hun oplossingen elders nooit, klinkt door in Tamminga’s relaas. Hij noemt de buitenlandse partners dikwijls beter georganiseerd als het gaat om de waterketen. “Vaak liggen alle watertaken in één hand. Op dat gebied hebben veel landen een voorsprong. In Nederland proberen we zoiets al tientallen jaren. Drinkwaterbedrijven, waterschappen en ook gemeenten hebben, behalve Waternet, in ons land ieder hun eigen watertaken.”

Joseph Theuri van Naivasha Water uit Kenia ondertekent in Amsterdam de letter of intent bij de start van WaterWorX

“We hadden een longlist van veertig partners”, zegt Tamminga. “Na een eerste bezoek zijn daar de 23 meest perspectiefvolle van overgebleven. Wat kansrijk is? Je kijkt naar het ­management, de politieke situatie, naar de bestaande regulering. Ons programma is ambitieus. Je moet het vertrouwen hebben dat je met elkaar iets kunt bereiken. Vergeet niet: we willen veertien jaar met elkaar optrekken. Kan dat? In Azië, in Afrika, in Zuid-Amerika?”

CONFLICT EN MIGRATIE Omvangrijke delen van de wereld kampen met schaarste aan water. WaterWorX zet zich vooral in Afrika en het zuidoosten van Azië in om de situatie te verbeteren. Ook in Zuid-Amerika (Colombia en Bolivia) heeft de Nederlandse drinkwatersector projecten. Het tekort aan schoon water en sanitaire voorzieningen kost mensenlevens en ontwricht economieën. Het ministerie van Buitenlandse Zaken ziet de watertekorten en de groeiende druk op de natuurlijke hulpbronnen in Afrika en het Midden-Oosten als belangrijke oorzaak van conflict en migratie.

‘ Sommige projecten bevinden zich in corruptie­ gevoelige gebieden. Daarom vragen we transparantie in de bedrijfsvoering’

Water halen bij een waterwinkel

VROUW EN KLIMAAT Betere toegang tot schoon water en behoorlijke sanitaire voorzieningen staan bij de Verenigde Naties hoog op de agenda. Nederland wil voor elkaar boksen dat in 2030 dertig miljoen mensen duurzaam veilig drinkwater hebben en vijftig miljoen goede sanitaire voorzieningen. Voor de uitvoering van water, sanitaire voorzieningen en ­hygiëne (WASH) gerelateerde programma’s is jaarlijks 95 miljoen euro beschikbaar. De drinkwaterleidingbedrijven haken aan met WaterWorX, dat inspanningen levert om tien miljoen mensen water van kwaliteit te garanderen. Centrale uitgangspunten zijn dienstverlening aan de aller­armsten en opbouw van de lokale capaciteit. Nieuw zijn extra aandacht voor het verbeteren van de wet- en regel­geving, de duurzaamheid, de klimaatverandering en ­externe financiering. Ook vergt gender gelijkheid voort­ durende aandacht binnen de projectactiviteiten.

WaterWorX is in een hoog tempo aan de slag. “Tijdens de Amsterdam International Water Week (AIWW) - eind ­oktober, begin november - zijn alle partners in Amsterdam een week lang bij elkaar geweest om kennis te delen”, zegt programma­specialist Anke Verheij. Zij heeft als watermanager ervaring opgedaan bij het ministerie van ­Buitenlandse Zaken en kent de Haagse mores. Coördinator Tamminga heeft zijn wortels in het Groninger drinkwaterleidingbedrijf. Verheij: “In maart 2017 zijn we op Wereld Waterdag begonnen met de startfase. Eind juni volgde de keuze uit de ­longlist. Voor de 23 projecten zijn vervolgens de plannen gemaakt. Op 1 januari 2018 wordt gestart met de projecten. Tijdens de AIWW is op 30 oktober de aftrap gegeven van 23 geselecteerde projecten in 17 verschillende landen.” Tamminga: “Het projectmanagement ligt bij de deelnemende Nederlandse waterbedrijven. Wij tellen alles bij elkaar op. Komen we straks aan die tien miljoen mensen? ­Belangrijk is dat een kwart van de groep behoort tot de allerarmsten. Dat is een doelstelling. Wij toetsen de plannen, bekijken de begrotingsposten en bewaken of het geld en de resultaten met elkaar in balans zijn. Zeker, sommige projecten bevinden zich in corruptiegevoelige gebieden. Daarom vragen we transparantie in de bedrijfsvoering.” Een opgave is om bij het maken van keuzes ­aansluiting te zoeken bij de lokale wetgeving. Sommige landen ­werken bijvoorbeeld niet met waterkiosken, kleine winkels voor de ­ verkoop van leidingwater. Meestal uit praktische ­overwegingen of omdat voor de wat langere termijn de hoop is gevestigd op huisaansluitingen. Een paar keer per jaar zullen de initiatiefnemers de koppen bij elkaar steken om te beoordelen of de plannen op koers liggen. De publiek-private samenwerking vergt regelmatige rapportage aan het ministerie. Voor de eerste vijf jaar van het project is 54 miljoen euro beschikbaar. Het geld komt voor 55 procent van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De rest van het bedrag wordt opgehoest door de drinkwaterleidingbedrijven. Ze staan daarvoor garant, maar zullen hun best doen om een geldstroom van tien procent (5,4 miljoen euro) op gang te brengen vanuit de buitenlandse partnerbedrijven. VIER THEMA’S De sleutel waaraan WaterWorX draait is niet louter technisch maar vooral ook organisatorisch van aard. Vier thema’s worden stapsgewijs bij de hoorns gepakt: organisatie, financiering, institutionele omgeving van beleid, wet- en NR11-DECEMBER 2017

regelgevingen drinkwater en sanitaire voorzieningen. Daarnaast wordt gewerkt aan het delen van kennis en ervaring tussen Nederlandse partners en lokale partners. Tijdens de jongste waterweek werd nog eens bevestigd: met ontwikkelingsgeld als gift haal je geen duurzame doelen. Tamminga: “De eerste vraag is: hoe krijg je een p ­ rofessionele organisatie? Hoe kom je aan geld en hoe kan een ­bedrijf zichzelf bedruipen?” Al te vaak kampen de waterbedrijven met aanzienlijke lekverliezen (technisch en administratief). Het water wordt dan wel geleverd maar door niemand afgerekend. Illegaal tappen is in sommige regio’s grootschalig dagelijkse praktijk. De lekverliezen lopen op tot wel zeventig procent. “Een waterbedrijf moet klanten hebben die betalen. Pas als de onderneming verzekerd is van een vaste geldstroom kan geleend worden op de kapitaalmarkt. Banken willen zekerheid. Het kost gemiddeld vijf jaar om zwakke ­waterbedrijven gezond te maken. Het begint met de analyse, wat zijn de knelpunten. Roomt de gemeente de winst af, is het m ­ anagement wel van goede kwaliteit? Je zult de organisatorische veranderingen die nodig zijn moeten benoemen.”

‘Het kost gemiddeld vijf jaar om zwakke waterbedrijven gezond te maken’ Verheij: “Buitenlandse Zaken trekt aan de verbetering van de institutionele omgeving. Op dat vlak spelen in een aantal landen de ambassades een rol. In de eerste vijf jaar zullen we een miljoen mensen kunnen bereiken. Als de ­organisatie op peil is, volgt een versnelling naar nog eens negen m ­ iljoen mensen die duurzaam veilig drinkwater beschikbaar ­krijgen.” Het belangrijkste is en blijft volgens Tamminga de duurzaamheid. Hoe zorg je dat na 2030 de trein verder rijdt? Dat het partner-waterbedrijf op eigen benen kan staan? “Dit programma heeft alles in zich om de duurzaamheid te waarborgen. Focus op organisatie, management, omgeving. Wellicht zullen we dingen tegenkomen die we niet kunnen beïnvloeden. Niet ieder obstakel valt weg te nemen. Dan k ­ ijken we verder. Vinden dan een ander project om onze doelstellingen te halen. We zullen misschien moeten ­improviseren.” |

31


32

NEW BUSINESS

NEW BUSINESS

Powered by Water Alliance | from idea to business

Powered by Water Alliance

NIEUWE WATERTECHNOLOGIE VAN NEDERLANDSE BODEM

ECOLORO: HERGEBRUIK AFVALWATER IN TEXTIELINDUSTRIE

VOORAF | Op weg naar European Water Technology Week in 2018 De Aquatech was een succesvolle beurs, waar we met elkaar hebben laten zien dat Nederland een innovatief watertechnologieland is. In het Holland Paviljoen met centraal daar doorheen de Innovation Avenue was het druk en daarmee de meest dynamische plek op Aquatech. Normaal loop ik altijd even over de beurs, maar daar heb ik deze keer geen tijd voor gehad. En door de grote aanloop hebben de ondernemers goede contacten gelegd, ze waren overwegend positief. Maar dat was alweer oktober, we staan nu op de drempel van 2018. De activiteitenkalender loopt al weer vol. IWS Abu Dhabi, AquaNederland Gorkum, IFAT München, Singapore IWW, WEFTEC New Orleans. Maar het hoogtepunt ligt toch in het najaar. Van 24-27 september hebben we met de European Water Technology Week, EWTW2018, een groot evenement op de WaterCampus in Leeuwarden. Het is voor het eerst dat we dit in deze vorm organiseren. Dat we 2018 uitkiezen voor deze primeur is niet helemaal toevallig, Leeuwarden is volgend jaar de culturele hoofdstad van Europa en water is daarin een belangrijk thema. Daarom is Culturele Hoofdstad Leeuwarden volgend jaar een mooi podium om de European Water Technology Week te lanceren en onze expertise te tonen. De EWTW2018 is min of meer een voortzetting van Waterlink, het evenement dat we afgelopen jaren in januari hielden en waar wetenschap, overheden en business elkaar ontmoeten. In de European Water Technology Week 2018 worden o.a. het jaarlijkse Wetsus congres en het WaterLink ­evenement samengevoegd tot een 4 daags programma. We willen in de Water Technology Week verbinden. Met de stad en met de watertechnologiewereld in binnenen buitenland. We nodigen verschillende waterhubs uit van over hele wereld waar we steeds meer zaken mee doen. We brengen ze nu bij elkaar in Leeuwarden en willen de samenwerking verder verdiepen, niet voor niets is de subtitel ‘Connecting World Water Hubs’. Ik hoop dat deze week een succes wordt, zodat we er een jaarlijks of tweejaarlijks evenement van kunnen gaan maken. Die optie houden we zeker in gedachten. Ik wens u alvast een bijzonder goed 2018! Hein Molenkamp Managing director Water Alliance h.molenkamp@wateralliance.nl

Water Alliance is een samenwerkingsverband van overheid, kennisinstellingen én bedrijfsleven op het gebied van watertechnologie in Nederland. Water Alliance richt zich vooral op het midden- en kleinbedrijf in de innovatieve en duurzame watertechnologie die wereldwijd vermarkt kan worden. Water Alliance ondersteunt de bedrijven op het gebied van (internationale) matchmaking, netwerken en business development.

wateralliance Agora 4 8934 CJ Leeuwarden 058-2849044 www.wateralliance.nl

Artist impression van de pilotplant van Ecoloro

EColoRO uit Leeuwarden ontwikkelt een technologie om afvalwater uit de textielindustrie geschikt te maken voor hergebruik. Dit tegen een kostprijs die in Europa kostendekkend is. In de textielindustrie wordt enorm veel water gebruikt, maar leiding­water is niet meteen geschikt. Drinkwater bevat namelijk nog allerlei stoffen, zoals zouten, kalk en ijzer, die het kleuringsproces beïnvloeden. Textielbedrijven zijn hierdoor genoodzaakt om het water voor gebruik nog verder te behandelen. Wat ook veel gebeurt is dat zij door henzelf opgepompt water zuiveren tot de gewenste kwaliteit. De kosten die textielbedrijven in ­Europa hebben door hun hoge waterverbruik, hun aanvullende zuivering én voor het lozen van vervuild water, kunnen behoorlijk oplopen, zegt Eric van Sonsbeek, procestechnoloog bij NR11-DECEMBER 2017

EColoRO. “Het is niet voor niets dat de textielindustrie zich verplaatst naar andere continenten. Toch zijn er, volgens de Europese Textielfederatie, nog 54.000 bedrijven in Europa die textiel verven. Om de ­textielindustrie in Europa, maar ook wereldwijd, beter betaalbaar én duurzamer te maken, hebben wij in 2015, met een consortium van zeven bedrijven, de ontwikkeling van het EColoROconcept opgepakt.” Het concept is een spin-of van ­Immtech. Het proces bestaat uit twee delen. Van Sonsbeek: “Eerst zetten we een elektrochemisch proces in om de grotere deeltjes in het afvalwater aan elkaar te binden. Deze deeltjes verwijderen we door ze te laten bezinken. Het vrijwel kleurloze water dat dan overblijft, zuiveren we verder met behulp van membranen. Daarbij filteren we de resterende kleurstof-

fen eruit, maar ook de zouten. Met de technologie zoals hij nu is, kan ­vijfenzeventig procent van het water worden her­gebruikt. Ons streven is om de honderd procent te halen.” Voor de verdere ontwikkeling van het concept kreeg EColoRO in 2015 een Europese Horizon 2020 subsidie toegekend. De subsidie, die wordt uitgereikt voor Europese innovaties, stelt EColoRO in staat de techno­ logie verder te ontwikkelen. “Hierdoor konden we in 2016 een eerste demonstratieproject in het Belgische Ronse starten”, zegt van Sonsbeek. Binnenkort volgt een tweede demonstratieproject in Italië, in de buurt van Milan. Interesse voor de technologie is er ook vanuit Polen, Duistland, Spanje, Turkije, Bangladesh en India. Van Sonsbeek: “We verwachten veel vraag, want over de hele wereld worden de lozingseisen verscherpt.”

33


34

NEW BUSINESS

NEW BUSINESS

Powered by Water Alliance

Powered by Water Alliance

Flow van hogedrukspuit (120 km per uur)

Flow van Undine (tot 900km per uur)

De ALLTECH EMMI 6000

ATB Nederland uit het Drentse Wapserveen levert alle denkbare mogelijke componenten voor afvalwaterzuivering en procestechniek. In 2014 werd het bedrijf uitge­ roepen tot winnaar van het Meest Duurzame Drentse Initiatief. ATB Nederland bestaat sinds 1988 en is sinds 1996 in handen van Erik en Gentia Lokkers. Het bedrijf werkt voor ­grote multi­nationals tot kleine bedrijven en alles er tussen­ in. Gentia: “Alles wat wij doen is schaalbaar. We kunnen een complete waterzuivering leveren, waarvan alle componenten weer los inzetbaar zijn in de procesindustrie.” In 2014 werd ATB Nederland uitgeroepen tot het meest duurzame Drentse initiatief. De jury waardeerde onder andere het duurzaam gebruik grondstoffen, toepassing van het cradle to cradle principe, de mate van innovatie en de bijdrage aan een duurzame Drentse economie.

ATB NEDERLAND: DUURZAAM TOT IN DETAIL

Duurzaamheid zit in de g ­ rote én in de kleine d ­ ingen, z­ eggen Erik en G ­ entia Lokkers. Erik: “Dat we wonnen was voor ons een eyeopener. Wat wij normaal vinden, bleek eigenlijk heel bijzonder. Toch is onze visie altijd al geweest dat je op een goede manier om moet gaan met alles en ­i­edereen om je heen. Vandaar ons motto: techniek met een menselijk gezicht.” Hoewel lang niet alle klanten op dezelfde manier ­bezig zijn met duurzaamheid, bedient ATB haar klanten met duur­ zame ­innovatieve kwaliteitsproducten op maat. Zo ontwikkelde ATB, samen met Alltech, onder andere de Emmi. “Dit is een voormeng-unit”, legt Erik L ­ okker uit. “Inzet van deze unit die leidt tot besparingen op het doseren van vloeibaar polymeer, bijvoorbeeld bij rioolwaterzuiveringen.” ATB past het duurzaamheidsprincipe toe op alle onderdelen van de bedrijfs­voering. Gentia: “Om circulair te ondernemen besteden we veel aandacht aan onderhoud”, vertelt Gentia Lokkers. Hierdoor hebben onze producten een langere levensduur. Ook kopen we gebruikte ­machi­nes terug om ze, na wat a ­ anpassingen, een tweede leven te geven. Zo gaan er minder grondstoffen ver­loren. Verder hebben we een zo energiezuinig mogelijk kantoorgebouw, hergebruiken we alle v­ erpakkingen, maken we schoon met milieuvriendelijke middelen en gebruiken we ongebruikte kopieën en printjes als kladpapier.”

REINIGEN MET PIJLSNELLE MINIDRUPPELS Het Friese bedrijf IWC (Innovative Water Concepts) timmert nationaal en internationaal aan de weg met de Undine: een waterbesparend ­reinigingssysteem, gebaseerd op het mengen van water en lucht onder hoge druk. “De Undine is in 2000 ontwikkeld door mijn compagnon Ton Winters”, vertelt Tjerk Nijdam van IWC. “Het idee om water en lucht te mengen was toen niet nieuw meer, want het werd al gebruikt voor verschillende verstuivingsdoeleinden. Als reinigingstechnologie was het concept echter nog compleet nieuw en het Ministerie van Economische Zaken riep de Undine uit tot uitvinding van het jaar. IWC, opgericht in 2004, ontwikkelde de technologie vervolgens verder. Met name voor de voedingsmiddelenindustrie.” NR11-DECEMBER 2017

De Undine is een sproeier met twee mengkamers. Nijdam: “In de eerste kamer wordt water gemengd met lucht die onder hoge druk staat. In de tweede kamer wordt de nevel die hierdoor ontstaat van een forse overdruk voorzien. Zo krijgt het water een enorme snelheid. Om je een idee te geven: een hogedrukspuit van 40 bar spuit water met ongeveer 120 kilometer per uur. De Undine kan spuiten met snelheden tot wel negenhonderd km per uur. Door de hoge snelheid en de hoge druk, worden de waterdruppels verkleind tot een soort minuscule naaldjes. Dat klinkt gevaarlijk, maar dat is het niet. Zelfs met een snelheid van negenhonderd kilometer per uur voelt de straal nog zacht aan. Om de kracht van het water optimaal af te kunnen stemmen op zowel harde oppervlaktes als frisse groenteblaad-

jes, is de water- en de luchtdruk in de Undine verstelbaar.” De Undine wordt met name gebruikt door producenten binnen de ­voedingsmiddelenindustrie. Nijdam: “Bijvoorbeeld in slachterijen en in de aardappel- en groenteverwerking, maar ook voor het reinigen van transportbanden, kratten, flessen en blikjes. Omdat hygiëne voor onze klanten, waaronder McCain en Friesland Campina , de hoogste prioriteit heeft, doen we op dat vlak geen concessies. Toch presteert de Undine ook goed op andere fronten. Ten opzichte van standaard reinigingssystemen, kan de Undine zowel qua water als qua energie een besparing opleveren tot zo’n zeventig procent. Daarmee bieden we dus een efficiënte en duurzame oplossing.”

35


WATERWETENSCHAP

36

TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

TRACERS BIJ OEVERGROND­ WATERWINNING Bij de winning van oevergrondwater is het belangrijk om te weten hoe lang het water onderweg is van de rivier naar de drinkwaterputten. Als het ­rivierwater kort in de bodem blijft, worden bacteriën en virussen niet goed verwijderd. Ook bij een verontreinigingspiek in de rivier is een korte verblijftijd een risico. Vitens deed een proef met tracers bij de winning Olden-Eibergen in Gelderland. Een oevergrondwaterwinning bestaat uit een puttenveld in de buurt van een rivier. Water infiltreert vanuit de rivier naar het grondwater, dat na enige tijd wordt opgepompt. Een goede manier om vast te stellen hoe lang een waterdruppel onderweg is van de rivier naar de winput, is het werken met tracers. Tracers zijn makkelijk te volgen stoffen, isotopen of organismen die met het grondwater meestromen. Er zijn n ­ atuurlijke en kunstmatige tracers. Natuurlijke tracers zijn al in het water aanwezig en hebben een kenmerkend patroon, bijvoorbeeld een seizoensdynamiek. Om exact te kunnen werken wordt vaak gebruik gemaakt van kunstmatige ­tracers. De onderzoeker heeft dan controle over de dosering. Zowel voor natuurlijke als kunstmatige tracers geldt dat er geen binding aan de bodem of omzetting mag optreden. Ondanks de voordelen is werken met kunstmatige tracers niet eenvoudig. De tracer mag geen ecologische schade veroorzaken en in het opgepompte water mag geen drinkwaternorm worden overschreden. Ook na flinke verdunning moet de tracer nog detecteerbaar zijn. Verder mag het ­water door de tracers niet van dichtheid veranderen (waardoor het zou kunnen wegzakken). Bovendien moet de dosering snel kunnen plaatsvinden. PROEF OLDEN-EIBERGEN Drinkwaterbedrijf Vitens wint op een dertigtal locaties grondwater met daarin een aandeel geïnfiltreerd oppervlaktewater. Bij één van die winningen, Olden-Eibergen, is als pilot een tracerproef uitgevoerd. Bij deze winning wordt oppervlaktewater vanuit de rivier de Berkel aangevoerd naar infiltratievijvers. De vijvers liggen in de nabijheid van de winputten en worden zoveel mogelijk op een constant peil gehouden. Dit voorkomt grondwaterpeilverlaging door

de winning en daarmee schade aan landbouw en natuur in de omgeving. De tracerproef richtte zich op de winput die het grootste aandeel infiltratiewater aantrekt: winput 17. Vooraf zijn de verblijftijden tussen infiltratievijvers en winputten ingeschat met een hydrologisch model (AMIGO). ­Hiermee werd echter een te geringe bijdrage van opper­ vlaktewater berekend (vergeleken met de verpompte h ­ oeveelheid) en een onrealistische verblijftijd, tussen 2 en 6 jaar. Met een eenvoudig analytisch model werd een kortste verblijftijd van 3 maanden bepaald. Na afweging van een groot aantal tracers bleven twee stoffen over: bromide en nafthionaat. Bromide is al vaker als tracer gebruikt, nafthionaat is veel minder bekend. Deze fluorescerende stof heeft ten opzichte van bromide als voordeel dat het tot lagere concentraties detecteerbaar is en daarom in een klein volume te doseren. Dosering in de vijver was niet mogelijk. Het bleek o ­ nmogelijk concentraties te kiezen die geen ecologische schade zouden veroorzaken en toch detecteerbaar zouden zijn in de winput. Daarom is gekozen voor toediening aan het wegzakkende vijverwater via een drainagebuis in de vijveroever. Er werd 4 m3 van een oplossing van bromide en nafthionaat gedoseerd binnen enkele uren. De tracers werden ook tussen vijver en winput gevolgd, vooral om een betere indruk te krijgen van de heterogeniteit van de bodem. Daartoe werden met een sonische boormetho­de 8 buizen met monitoringfilters geplaatst. Bij sonisch boren wordt een mantelbuis met hoogfrequente trilling in de grond gebracht. De boorkernen blijven dan ongestoord en leveren een nauwkeurig beeld van de laagopbouw. In elke buis zijn monsters genomen, evenals uit winput 17 en uit het gewonnen grondwater uit het hele puttenveld (‘gemengd ruw’).

RESULTATEN Nafthionaat bleek met de fluorescentiemeter een vrij hoge detectiegrens (circa 50 microgram per liter) te hebben. In de pompput was de concentratie zo laag dat de ­fluorescentie van humuszuur-achtige verbindingen de detectie van ­nafthionaat verstoorde. Met een andere analysemethode, bijvoorbeeld vloeistofchromatografie met een massaspectrometer, is nafthionaat waarschijnlijk wel goed te bepalen. Bromide bereikte winput 17 na ongeveer 250 dagen, met een piek na 380 dagen. Na ongeveer 600 dagen zat er geen bromide meer in het opgepompte water. De verblijftijd van het water uit de Berkel is daarmee langer dan verwacht en

voldoende voor het verwijderen van bacteriën en virussen. Uit gegevens van de tussenliggende monitoringfilters blijkt dat de tracerwolk zich in een grillig patroon heeft verspreid. Dat komt vooral door de heterogene bodem met veel leemen veenlagen. Verder is de grondwaterstand rondom de infiltratievijver in de winter hoger dan in de zomer, waarNR11-DECEMBER 2017

door de stromingsrichtingen per seizoen kunnen variëren. Toch loopt de bromideconcentratie in de winput volgens een keurige curve. De invloed van ‘kortsluitstroming’ (snelle ­ stroming door enkele zeer goed doorlatende zandlagen) is bij deze winput blijkbaar klein. Martin de Jonge (Vitens), Gijsbert Cirkel (KWR Watercycle Research Institute) Een uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door hier te klikken

SAMENVATTING Bij de oevergrondwaterwinning Olden-Eibergen in Gelderland werd een proef gedaan met bromide als tracer, om de verblijftijd van geïnfiltreerd ­rivierwater uit de Berkel te bepalen. Rivierwater uit de ­Berkel heeft gemiddeld 380 dagen nodig heeft om de dichtstbijzijnde pompput te bereiken. Dit is langer dan verwacht en voldoende voor het verwijderen van bacteriën en virussen. Met verspreide monitoringfilters kon het stromingspatroon in de complex opgebouwde bodem inzichtelijk worden gemaakt. De invloed van kortsluitstroming blijkt beperkt.

37


38

WATERNETWERK

h2owaternetwerk.nl

PFOA en GenX: van de regen in de drup? Het RIVM heeft de risico’s van PFOA en de vervangende GenX-technologie onderzocht. Bij drinken van kraanwater wordt de veilige waarde voor PFOA in bloedserum niet overschreden en gemeten concen­ traties van PFOA in oppervlaktewater blijven beneden de door het RIVM bepleit voor GenX verlaging van de emissies. Els Smit, Ans Versteegh (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)

Handboek ecohydrologische systeem­ analyse beekdallandschappen: door beter systeembegrip naar mooiere beekdalen Er is een groeiende behoefte aan handvatten voor een integrale systeemanalyse. Het nieuwe ‘Handboek ecohydrologische systeemanalyse beekdallandschappen’ biedt uitkomst. Het schetst in praktische, heldere stappen hoe de gebruiker tot de systeemanalyse komt. Daan Besselink (Arcadis), Dolf Logemann (Arcadis), André Jansen (Unie van Bosgroepen), Bart Reeze (Waterecologie), Michelle Talsma (STOWA) en Wim Wiersinga (OBN)

Waterbeheer in droge en natte tijden met BOS-OMAR Waterschap Limburg en adviesbureau Nelen & Schuurmans ontwikkelden een systeem voor optimalisering van het waterbeheer, voor normale omstandig­ heden en calamiteiten. Met dit ‘Beslissings Ondersteunend Systeem Operationeel Model voor Anticiperend waterbeheer op Regionale schaal’ kan snel inzicht worden verkregen in de actuele watersituatie. Myrjam de Graaf (Waterschap Limburg) en Ciska Overbeek (Nelen & Schuurmans)

Waterhergebruik en – berging met ­aquifer storage recovery (ASR) op tuinbouwlocatie Nieuw-Prinsenland In Dinteloord is een duurzame zoetwater­ voorziening gerealiseerd voor het glastuinbouwgebied Nieuw-Prinsenland.

Gezuiverd effluent van de naastgelegen suikerfabriek wordt tijdens de bietencampagne in grote volumes omgezet naar gietwater. Aquifer storage and recovery in de brakke ondergrond maakt het mogelijk om altijd voldoende zoetwater voorhanden te hebben, zonder een grote belasting op schaarse bovengrondse ruimte. Koen Zuurbier (KWR Watercycle Research Institute), Piet Janmaat (Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij), Klaasjan Raat, Steven Ros (KWR Watercycle Research Institute), Govert ter Mors (Universiteit Utrecht)

Drinkwatergebruik tijdens een groot­ schalige en langdurige elektriciteitsuitval Waterbedrijven moeten ook bij calamiteiten drinkwater leveren. Onbekend is echter hoeveel drinkwater dan nog nodig is. Vitens en KWR hebben de gevolgen van een tien-daagse black-out op de drinkwatervraag zo goed mogelijk ingeschat. Claudia Agudelo-Vera, George Mesman, Mirjam Blokker (KWR Watercycle Research Institute), en Eric Adamse (Vitens)

Bioassays als alternatief voor chemische monitoring van PCB’s en PAK’s? Het Drinkwaterbesluit verplicht chemische monitoring van specifieke PCB’s en PAK’s in drinkwater. De genoemde stoffen zijn echter niet de meest toxische en meest voorkomende. De auteurs onderzochten of monitoring met CALUX-bioassays beter zou zijn, uitgaand van de werkingsmecha­ nismen van de Arylhydrocarbon- en PXR-receptor en antagonisme op de androgeenreceptor. Corine Houtman, Jan Kroesbergen (Het Waterlaboratorium), Peter Behnisch, Bram Brouwer, Emiel Felzel, (BioDetection Systems B.V.)

Van business case naar value case in de afvalwaterketen - Nieuwe selectiemethode voor toekomstbestendige en duurzame sanitatietechnologieën voor huishoudelijk afvalwater

Door het toepassen van systeemdenken en de principes van de circulaire economie is een nieuwe selectiemethode voor toekomstbestendige (duurzame) sanitatietechnologieën voor huishoudelijk afvalwater ontwikkeld. Vernieuwend aan deze duurzaamheidscriteria is dat het praktische overwegingen combineert met een duurzaamheidperspectief voor een langere termijn van ten minste 60 jaar. Carolien van Merksteijn, Paul Telkamp (Tauw), Grietje Zeeman (Wageningen UR, LeAF BV)

Tracers bij oevergrondwaterwinning Hoe kort doet het oppervlaktewater erover om de drinkwaterputten te bereiken? Als de verblijftijden bij een winning van oever­ grondwater kort lijken, willen we graag preciezer weten hoe kort. In Eibergen is een proef uitgevoerd met twee tracers. Martin de Jonge (Vitens), Gijsbert Cirkel (KWR Watercycle Research Institute)

De energiesector als lichtend of verblindend voorbeeld? De energiesector wordt in de watersector veelvuldig genoemd als voorbeeld voor de transitie richting een circulaire economie. In hoeverre werkt dit verhelderend of juist verblindend? In deze literatuurstudie onderzoek naar de energiesector als voorbeeld wanneer het gaat om de introductie van nieuwe decentrale technieken. Mendel Giezen (Universiteit van Amsterdam), Stijn Brouwer, Kees Roest (KWR Watercycle Research Institute), Bas van Vliet (Wageningen UR) Van elk nieuw artikel op H2O-Online een ­melding krijgen? Volg ons dan op Twitter: @vakbladh2o. De ambitie om een H2O-vakartikel te schrijven? Kijk op onze website voor de auteursinstructies. En stuur uw artikel naar redactie@h2owaternetwerk.nl

AGENDA

KIJK OP DE WEBSITE VAN H2O!

Naast vakblad H2O is er een complete website met het meest actuele (water)nieuws, watervacatures en H2O-vak­artikelen, voor wie de verdieping zoekt. Deze H2O- vakartikelen zijn geschreven door waterprofessionals. Op deze pagina een overzicht van de meest recente artikelen die op de site www.h2o-waternetwerk.nl zijn verschenen.

iStockphoto

MEER WETEN?

NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

2017

Wilt u een activiteit voor ­waterprofessionals aangekondigd zien in deze agenda van maandblad H2O? Meld het dan aan onze redactie: redactie@h2owater netwerk.nl

12 JANUARI, DELFT

Vakantiecursus: Cyclisch en Circulair, Parijs is nog ver… www.tud-vakantiecursus.nl

25 JANUARI, UTRECHT

Waterkwaliteit op de kaart IV

Meer info en aanmelden: www.h2owaternetwerk.nl

WATERKWALITEIT OP DE KAART Met de symposia Waterkwaliteit op de Kaart (1 t/m 3) zijn we van kennisuitwisseling, via leren van elkaar naar kennismaking met ‘nieuwe vrienden’ gegaan. Bij ‘Waterkwaliteit op de Kaart – IV’ zal het gaan over nieuwe ontwikkelingen waarmee we de waterkwaliteit kunnen verbeteren. Enkele onderwerpen die aan bod komen zijn opkomende stoffen, klimaat, begrip van het watersysteem, monitoring (simpel en goedkoop of juist zeer geavanceerd), geneesmiddelen en prikkels voor betere landbouw. Wil je zelf een idee of probleem inbrengen om met de andere deelnemers over van gedachten te wisselen? ­Daarvoor is ruimte in het middagprogramma! Zet je deskundigheid en enthousiasme in en doe mee op 25 januari! Meer info op H2Owaternetwerk.nl

26 JANUARI, AMSTERDAM

Themamiddag Omgevingswet

Meer info en aanmelden: www.h2owaternetwerk.nl

1 FEBRUARI, UTRECHT

Rioneddag

Meer info en aanmelden: www.rioned.org

15 FEBRUARI, HEERENVEEN

Slibontwatering, studiemiddag Kennis in de Regio Meer info en aanmelden: www.h2owaternetwerk.nl

13 MAART, POEDEROIJEN

Ruimtelijke Inpassing Dijken – themadag met excursie Meer info en aanmelden: www.h2owaternetwerk.nl

15 MAART, AMSTERDAM

Cec’s, drugs & Plastic Balls. Symposium opkomende en Milieuvreemde stoffen zoals nanodeeltjes, microplastics en drugs

Henk de Groot overleden

Henk de Groot is 31 oktober overleden. De Groot stond in de waterwereld bekend als De Ingenieur van Rijnland; hij gaf van 1958 tot 1987 leiding aan de Technische Dienst van het hoogheemraadschap. De Groot was onder meer betrokken bij de oprichting van KOMO en STORA, voorzitter van de V ­ ereniging van Hoofden van Technische Diensten van Waterschappen, van de internatio­ nale Kring van Zeewerende ingenieurs en tot 1994 van de Technische Adviescommissie voor de ­Waterkeringen. Hij is 92 jaar geworden. Een u ­ itgebreid In Memoriam is gepubliceerd op H2Owaternetwerk.nl/personalia.

Meer info en aanmelden: www.h2owaternetwerk.nl

STRESSTESTEN

29 MAART, BRABANT

Het KNW-voorjaarscongres gaat op 20 april 2017 over Stresstesten. Wil je meedenken over het programma of meedoen, neem dan snel contact op met Monique.Bekkenutte@waternetwerk.nl.

Inspecties zijn superbelangrijk-studiemiddag Kennis in de Regio Meer info en aanmelden: www.h2owaternetwerk.nl

NR11-DECEMBER 2017

39


Mitsubishi Electric FAG SmartCheck MitsubishiElectric ElectricFAG FAGSmartCheck SmartCheck Mitsubishi De innovatieve oplossing voor het waarborgen De innovatieve oplossingvoor voorhet hetwaarborgen waarborgen Devan innovatieve oplossing de beschikbaarheid van alle machines van de beschikbaarheid van alle machines van de beschikbaarheid van alle machines

Ongemerkt kan bijvoorbeeld een tandwielkast in de Ongemerkt kan bijvoorbeeld een tandwielkast in de nabije toekomst een probleem door een defect. Ongemerkt kan bijvoorbeeld eenvormen tandwielkast in de nabije toekomst een probleem vormen door een defect. Hebttoekomst u de betreffende onderdelen in huis? zou nabije een probleem vormen doorHet een defect. Hebt zijn u deom betreffende onderdelen in huis? Het zou mooi vooraf alonderdelen een indicatieintehuis? krijgen Hebt u de betreffende Hetdat zouer iets mooi zijn om vooraf al een indicatie te krijgen dat er iets nietzijn in orde is en welk onderdeel dattebetreft. Pas dan mooi om vooraf al een indicatie krijgen dat er iets niet in orde is en welk onderdeel dat betreft. Pas dan kunt preventief maatregelen en de Pas stilstand niet in u orde is en welk onderdeelnemen dat betreft. dan kunt u preventief maatregelen nemen en de stilstand tot een minimum beperken. kunt u preventief maatregelen nemen en de stilstand tot een minimum beperken. tot een minimum beperken. Het is nu mogelijk om met slechts 1 FAG SmartCheck Het is nu mogelijk om te met slechts 1van FAGéén SmartCheck sensor parameters monitoren complete Het is nualle mogelijk om met slechts 1 FAG SmartCheck sensor alle parameters te monitoren van één complete machine. Naast de klassieke procesparameters als sensor alle parameters te monitoren van één complete machine. Naast deen klassieke procesparameters als temperatuur, druk bedrijfsuren levert de sensor machine. Naast druk de klassieke procesparameters als temperatuur, bedrijfsuren levert decavitatie, sensor tevens de status vanenalle tandwielen, lagers, temperatuur, druk en bedrijfsuren levert de sensor tevens deuitlijning status van alle tandwielen, lagers, cavitatie, onbalans, etc. Omdat zowel de klassieke als tevens de status van alle tandwielen, lagers, cavitatie, onbalans, uitlijning etc. Omdat zowel de klassieke als de trilling gebaseerde parameters gemonitord worden onbalans, uitlijning etc. Omdat zowel de klassieke als de trilling gebaseerde parameters gemonitord worden is de sensor niet meer weg te denken uit de moderne dewijze gebaseerde parameters gemonitord worden istrilling de van sensor niet meer weg te denken uit de moderne machineen procesbewaking. is de sensor niet meeren weg te denken uit de moderne wijze van machineprocesbewaking. wijze en procesbewaking. Scanvan de machineQR code voor de speciale actie! Scan de QR code voor de speciale actie! Scan de QR code voor de speciale actie! Bezoek onze website nl3a.mitsubishielectric.com Bezoek onze website nl3a.mitsubishielectric.com of neem contact met ons op 0297 250 350 of neem contact met ons op 0297 250 350 Bezoek onze website nl3a.mitsubishielectric.com wat Mitsubishi u kunt ofOntdek neem contact met onsvoor op 0297 250betekenen 350 Ontdek wat Mitsubishi voor u kunt betekenen Ontdek wat Mitsubishi voor u kunt betekenen

AD_FAG SmartCHeck_90x259mm.indd 1

AD_FAG SmartCHeck_90x259mm.indd 1

Mitsubishi Electric FAG SmartCheck 88_238_H20_.indd 1 AD_FAG SmartCHeck_90x259mm.indd 1

20.05.16 14:22

20.05.16 14:22

29.05.17 12:49

20.05.16 14:22


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.