6
22 juni 2017 50ste jaargang
Vakblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk
h2owaternetwerk.nl
THEMA
CIRCULAIRE ECONOMIE
JOS BOERE: ‘ WE MOETEN NU DOORPAKKEN’ Power to X: Slim netwerk voor duurzame energie Tuinbouw moet naar gesloten waterkringloop
3
Motors | Automation | Energy | Transmission & Distribution | Coatings
INHOUD NR6 JUNI 2017
Vakblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW)
4
EN VERDER
‘Het klimaat verandert. Nu jouw tuin nog!’
14
Energy Efficient Solutions for PUMP MANUFACTURERS from WEG
18
Since January 2017, new motors* from 0.75 - 375 kW coming to market are required to meet IE3 efficiency rating or IE2 efficiency rating when used in conjunction with a variable frequency drive. (* Exclusions apply) Variable frequency drives (VFDs) can reduce the energy consumed by motors in the water industry by matching the supply of power to the motor in accordance with the demand on the pump. This operation can also extend the life of the motor as it is not required to run at full speed when in operation.
22
Whatever the application, WEG has an energy efficient solution available.
www.weg.net
10. WATERTECHNIEK • Drijvende waterkrachtcentrale wint pitch • Biodiesel uit zuiveringsslib • Eerste resultaten pilot zoetwaterfabriek positief 12. IN THE PICTURE Tjerron Boxem: ‘Exporteren van waterkennis, dat lijkt me geweldig!’
Jos Boere: circulaire economie biedt kansen
26. NEW BUSINESS • Bluecon: een zuivering die het altijd en overal doet • Verdampingsinstallatie GaLiCos gaat naar China • Test Vortex 2.0 in strijd tegen algen 31. COLUMN JAPKE-D BOUMA Waarom praten jullie zo raar, lieve dijkwerkers?
KWR begint bijzonder project
32. WATERWETENSCHAP • Is de energie- en grondstoffenfabriek wel duurzaam? • UKNOW: leidingen vervangen op het juiste moment 37. WATERNETWERK • KNW haalt internationale kennis(sen) naar Nederland 38. KIJK OP H2O-ONLINE Overzicht van de nieuwste vakartikelen op h2owaternetwerk.nl
WEG has a complete range of Premium Efficiency IE3 and Super Premium Efficiency IE4 motors available from 0.12 kW upwards and VFDs ideally suited for pump manufacturers and their end users. Our Pump Genius software allows the control of pumps through one or more VFD’s operating with the pumps to regulate the process of the pumping system.
Transforming energy into solutions.
8. HOOGSTANDJE En we noemen haar… RV Dreissena
NR6-JUNI 2017
Emissieloze tomaat komt eraan
COLOFON Vakblad H2O, H2O-Online, Water Matters en H2O Video zijn uitgaven van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) UITGEVER MoniqueBekkenutte (KNW) HOOFDREDACTEUR Bert Westenbrink REDACTIE Loes Elshof, Marloes Hooimeijer, Mirjam Jochemsen, Dorine van Kesteren, Charlotte Leenaers, Hans Oerlemans, Barbara Schilperoort, Dorien ter Veld, Martien Versteegh van Wijk, Nico van der Wel REDACTIEADRES Koningskade 40, 2596 AA Den Haag, e-mail: r edactie@vakbladh2o.nl WEBREDACTIE Berber B ijma, Jaap Hoeve, Kees Jan van Kesteren, Hans Klip REDACTIERAAD René A rninkhof, Matthijs van den Brink, Erwin de Bruin, Henk Dekker, Henriëtte van Ekert, Alice Fermont, Roberta Hofman- Caris, Joost Icke, Warry Meuleman, Johan van Mourik, Jos Peters, Jan Post, Jan Roelsma, Joris Schaap, Peter Schipper, Marlies Verhoeven, Marie-José van de Vondervoort, Jason Zondag VORMGEVER Ronald Koopmans BLADMANAGEMENT Monique Bekkenutte ADVERTENTIE/MEDIAVERKOOP: Cross Media Nederland, Bart de Wilde en Nick Konings, Nieuwe Haven 133, 3116 AC Schiedam, 010-7421020, e-mail: bart@cross medianederland.com en nick@cross medianederland.com DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ABONNEMENTEN Secretariaat@vakbladh2o.nl
‘ HET KLIMAAT VERANDERT. NU JOUW TUIN NOG!’ Gemeenten en waterschappen roepen mensen op om hun tuinen, daken en stoepen te vergroenen. Beter voor de wateropvang, beter voor de bio diversiteit en goed tegen de hitte. Maar: hoe krijg je iedereen zover?
Tekst Barbara Schilperoort | Beeld Hollandse Hoogte en iStockphoto
ACHTERGROND
‘ Je kunt een tuintegel inleveren voor een plant’
W
eerman Gerrit Hiemstra heette in zijn bericht van begin juni vorig jaar kijkers ‘welkom in het nieuwe klimaat.’ Op veel plaatsen in het land waren hevige regenbuien gevallen. Ondergelopen straten, tunnels, kelders en akkers, de beelden spreken voor zich, maar er zijn nog geen normen voor geformuleerd. Het KNMI hanteert alleen een definitie voor een wolkbreuk, waarbij er vijfentwintig millimeter in een uur valt of minstens tien millimeter in vijf minuten. De vraag is: met hoeveel wateroverlast moeten we in de toekomst rekening houden? Er bestaan berekeningen voor de gevolgen van een bui die volgens de huidige statistieken maar eens in de honderd jaar zal vallen, maar toch… Àls zo’n bui valt, dan moet een tuin twee uur lang 55 liter regen per m2 zien te verwerken. Dat is voor een tuin met een gemiddelde oppervlakte van veertig m2 dus meer dan tweeduizend liter water, oftewel tweehonderd emmers van tien liter. En als de buurman een stenen tuin heeft, wordt dat twee keer zoveel. In Nederland liggen ongeveer vijf miljoen tuinen. Alle tuinen bij elkaar beslaan ongeveer de helft van het IJsselmeer. Daarvan is 65 tot 80 procent voornamelijk ingericht met tegels. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) toetst met de halfjaarlijkse ‘ Publieksmonitor Waterpeil’ kennis, meningen en gedrag(s)intenties over klimaatverandering en waterbewustzijn onder Nederlanders. Volgens de peiling weten inmiddels velen wel dat we in de toekomst te maken krijgen met steeds heftiger regenbuien. Tegelijkertijd leeft onder bezitters van een ‘grijze’ tuin (met voornamelijk stenen ingericht) het idee dat regenwater gewoon tussen de stenen door wegzakt. Dus waarom zou hij zijn tuin moeten vergroenen (en verblauwen)? TREND IN DUITSLAND Anders omgaan met regenwater is in Duitsland de trend geworden. Veel gemeenten in Duitsland hanteren een gescheiden waterheffing met aparte bedragen voor afvalwater en regenwater. Inwoners betalen alleen een bedrag voor het regenwater dat in het riool terechtkomt. Wie al het regenwater vasthoudt en in zijn tuin infiltreert, betaalt niets. Deze financiële prikkel werkt. Er is een bloeiende markt ontstaan voor afkoppelproducten. Bouwmarkten bieden een grote hoeveelheid standaardproducten voor doe-het-zelvende burgers. Inwoners van Duitse gemeenten die nog geen gescheiden waterheffing hanteren stappen zelfs naar de > NR6-JUNI 2017
5 Foto Jordi Huisman/Hollandse Hoogte
A
4
ACHTERGROND
6
‘STAD MOET WEER KUNNEN ZWETEN’
‘ Mensen op hun verantwoordelijkheid wijzen? Hou het vooral leuk’
rechter om hun gemeente te dwingen die alsnog toe te passen. België verplicht het nemen van maatregelen om regenwater vast te houden bij nieuwbouw- en ingrijpende verbouwingsprojecten.
Waarom moet de stad ontstenen en vergroenen? Michelle Talsma, programma
WATERKLAAR VENRAY Ook in Nederland zijn er initiatieven om vergroening van de tuin te stimuleren. In Venray bijvoorbeeld. “Al vanaf 2000 zijn we gebouwen en verhardingen in de openbare ruimte gaan afkoppelen van het riool. Het afkoppelen van particuliere woningen was een logische v olgende stap,” vertelt Erik Weijzen, beleidsadviseur water en projectleider bij de gemeente Venray. “Een riool transporteert vuil water maar moet tijdens heftige buien ook heel veel regenwater transporteren. Dat kan dat riool niet aan.” Daarover is hij gaan nadenken. Zo kwam hij op het idee van een gedifferentieerd riooltarief én een subsidieregeling voor inwoners die hun tuin vergroenen. Daarvoor zocht hij eerst intern, bij zijn collega’s, steun. Want zulke ideeën staan of vallen bij de uitvoerbaarheid ervan. Na anderhalf jaar sleutelen belandde zijn voorstel bij de gemeenteraad. Die ging akkoord omdat het gedifferentieerd riooltarief was gebaseerd op het principe ‘de vervuiler betaalt’. Net als het al eerder geïntroduceerde systeem van gedifferentieerde afvalheffing. “In die heel natte junimaand van 2016 behaalden we hier een nationaal regenrecord. Maar op een heleboel plekken in onze gemeente ging het goed: de overloopgebieden liepen vol, de kelders in de huizen níet.” Dat versterkte volgens Weijzen het bewustzijn én het draagvlak onder de bevolking voor het project ‘Waterklaar’, waaraan inmiddels veertien gemeenten uit de regio Noord- en Midden-Limburg en het waterschap Limburg meedoen. “De subsidie voor het afkoppelen van je tuin, erf of terrein van het riool bedraagt zes euro per vierkante meter - tot een oppervlakte van tweehonderd vierkante meter - en drie euro voor elke vierkante meter meer. In het eerste kwartaal van dit jaar hebben we al 25.000 euro uitgekeerd. Met deze maatregelen proberen we mensen meer waterbewustzijn bij te brengen. Zodat ze begrijpen dat het niet zo verstandig is om al dat regenwater naar het riool te brengen… Maar ja, al die leidingen liggen onder de grond. Die zie je niet. Begrijpelijk dat velen daar niet bij stilstaan.” Waterbewustzijn in Nederland, de Organisatie voor Economische Ontwikkeling en Samenwerking (OESO) sprak er een paar jaar geleden zijn verbazing over uit dat die zo laag is, zegt Herman Havekes, strategisch adviseur bestuur en directie bij de Unie van Waterschappen. “We moeten mensen meer betrekken bij het water in hun omgeving en hen aanspreken op hun medeverantwoordelijkheid. Financiering van watermaatregelen ook anders bekijken. Dat was een OESO-aanbeveling. Kortingen op heffingen vallen daaronder. Als het werkt, moeten we het zeker niet laten.”
naar het laagste punt zoekt. Daardoor lopen regenwaterputten, kelders en tun-
HET LAND VAN CUIJK Al in 2013 begonnen in Boxmeer, één van de gemeenten die samen het Brabantse Land van Cuijk vormen, de voorbereidingen voor een campagne om mensen over te halen hun tuin te vergroenen. Projectleider Arthur Hofstad vertelt welke sporen de regio volgt om de campagne te doen slagen. “Creëer draagvlak binnen het eigen gemeentelijk apparaat, bijvoorbeeld door middel van een excursie, workshops, inspirerende sprekers. Collega’s van de afdelingen openbare ruimte, riolering en groenvoorzieningen bespraken casussen die allemaal te maken hadden met klimaatadaptatie. Inmiddels zien we bij steeds meer projecten ook klimaat maatregelen terugkomen. Via het onderzoekspoor deden we een soort ‘klimaatstresstest light’ om te kijken waar we droogte-, hitte- en waterproblemen kunnen verwachten en hoe we die in kansen kunnen omzetten. Door het nemen van groenblauwe maatregelen kun je bijvoorbeeld recreatiemogelijkheden versterken. Zodat mensen op een warme dag niet massaal naar het strand trekken maar verkoeling zoeken bij de dichtbijgelegen plassen.”
manager Watersysteemonderzoek bij Stowa, legt uit: “Stenen tuinen zijn nog steeds de trend, zowel in bestaande als in nieuwe wijken. Met als gevolg dat regenwater niet meer de grond in kan, maar via de oppervlakte de snelste weg nels onder water en raken riolen overbelast. Met alle negatieve gevolgen voor de waterkwaliteit van dien. Uit oogpunt van waterkwaliteitsbeheer is begonnen met het afkoppelen van water van de riolering. Maar als regenwater niet in de riolering terechtkomt, moet het ergens anders naar toe…. Meer dan de helft van het stedelijk gebied is particulier bezit. Groene tuinen houden regenwater beter vast. Groene tuinen kunnen ook hittestress verminderen. Want planten en bomen geven schaduw, verdampen water, verdamping kost energie waardoor het koeler wordt. Het is een soort zweten, net als bij mensen gebeurt. De stad moet als het ware weer kunnen zweten.”
Het externe spoor bestond ook uit tuinvergroeningsacties. In samenwerking met doe-het-zelfzaken en hoveniers zijn demonstratietuinen ingericht en straatacties opgezet. Hofstad: “We stelden tuinvergroeningspakketten samen, boden vouchers aan als tegemoetkoming in de kosten van het vergroenen van je grijze tuin. Eerst moet je de koplopers zien te bereiken, daarna de zogeheten early majority. Dan ontstaat op een gegeven moment het ‘buurmaneffect’: als je ziet dat je buurman iets doet of heeft en dat jij dat dan ook wilt.” Inmiddels heeft het Land van Cuijk in een intentieverklaring vastgelegd dat de gemeente in 2030 volledig klimaatbestendig moet zijn. “Dat is lange termijnbeleid. Maar er zijn ook quick wins nodig,” benadrukt Hofstad. “Daarom gaan we onder andere een laagdrempelig klimaatspel op de markt brengen, groenblauwe schoolpleinen aanleggen en geveltuintjes in het historische centrum van het dorp Grave aanleggen.” STEENBREEKTROFEE Den Haag is samen met ruim dertig andere Nederlandse gemeenten aangesloten bij de landelijke Operatie Steenbreek. Ontstening en vergroening van de openbare ruimte en particuliere tuinen is het doel. Voor het realiseren van de gemeentelijke duurzame ambities koos de stad voor het faciliteren van de stichting Duurzaam Den Haag, een organisatie die is ingebed binnen de gemeente maar toch onafhankelijk is én dichtbij de mensen staat. “Dat is nodig,” benadrukt Geert van Poelgeest, tot voor kort projectleider Steenbreek bij Duurzaam Den Haag. “Het gaat niet om een eenmalige actie. Het vergt járen consequent actievoeren om mensen over te halen hun tuin te vergroenen. Je moet er goed over nadenken hoe je dat doet, want je bent een inbreker in hun privacy. Verzin leuke acties, NR6-JUNI 2017
houd je boodschap luchtig. Ons team trekt de wijken in met een kar met gratis planten. Daar kun je een tuintegel inleveren voor een plant. Van die stenen bouwen we insectenmuurtjes. S amen met scholen, buurthuizen, hoveniers en bedrijven organiseerden we straatacties om voortuinen aan te pakken. Bied mensen handelingsperspectief. Dat werkt!” Vorig jaar is het gewicht van 125 olifanten aan stenen opgehaald. Het leverde het team van Duurzaam Den Haag de zogeheten steenbreektrofee op. HUISJE, BOOMPJE, BETER “Mensen op hun verantwoordelijkheid wijzen? Hou het vooral leuk! Ga uit van onderhoudsgemak en comfort. Benadruk hoe leuk het is om je tuin te vergroenen,” vindt ook Hiltrud Pötz, oprichter van atelier Groenblauw, een onderzoeks- en ontwerpbureau op het gebied van de duurzame en klimaatbestendige stad. Haar bureau ontwikkelde de Huisje-Boompje-Beter website met een scala aan tips en acties voor verschillende soorten tuinen: de onderhoudsarme tuin, de levende tuin, de kindvriendelijke tuin, de stadstuin. “Omdat niet alleen tuineigenaren maar ook wijken en gemeenten verschillen, kunnen we de website aanpassen aan de lokale situatie. Leiden voert onder de titel ‘Leiden gaat Goed’-campagne om de stad te verduurzamen en vergroenen. In dat kader is nu de lokale versie van de Huisje Boompje Beter site online, met informatie, nieuws en activiteiten rondom het klimaatbestendig maken van de stad. Leidenaren kunnen een score bijhouden hoe watervriendelijk, hittebestendig en biodivers hun eigen tuin is.” Heemskerk, Rotterdam en Tilburg hebben (binnenkort) ook een eigen variant van Huisje Boompje Beter. Lachend, met een knipoog naar de Belastingdienst, zegt Pötz: “Zo maken we het leuker én makkelijker.” |
7
8
9
O
HOOGSTANDJE
Onderzoekers en studenten van de Universiteit van Amsterdam zijn in hun nopjes met het nieuwe onderzoekschip dat eind juni in Amsterdam te water wordt gelaten. Een stoere dame: bijna acht meter lang, 1750 kilo schoon aan de haak en voorzien van moderne apparatuur zoals een 360 graden sonar. “Met dit schip kunnen we bij weer en wind het Markermeer op om monsters te nemen en metingen te doen”, vertelt aquatisch bioloog Harm van der Geest van de Universiteit van Amsterdam. “Dat is belangrijk omdat het niet goed gaat met de vogels en vissen in het gebied. Door fundamenteel onderzoek te doen, krijgen we inzicht in het biologische systeem en kunnen we gericht maatregelen nemen. Met ons nieuwe schip gaan we de metingen doen die daarvoor nodig zijn.” Eind juni kiest de Research Vessel Dreissena voor het eerst het ruime sop. Van der Geest: “Wie er dan aan het roer staat? Dat ben ik zelf!”
H2
EN WE NOEMEN HAAR… RV DREISSENA Tekst Charlotte Leenaers | Fotografie Marcel Molle
NR6-JUNI 2017
WATERTECHNIEK
10
11
TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR
EERSTE RESULTATEN PILOT ZOETWATERFABRIEK POSITIEF
Een drijvende waterkrachtcentrale van gerecycled plastic die op jaarbasis evenveel energie produceert als een windmolen, dat is in kort bestek de nieuwe vinding van EQA-Projects. De EQARiver is een laagtoerig rad dat met de stroomrichting van rivier of beek meedraait en zo continu energie produceert. De installatie kan een dag worden geplaatst, vertelt John van Boxel van EQA-Projects in Werkendam. Hij won op de Dijkwerkersdag vorige maand in Utrecht de pitch voor beste innovatie met de drijvende waterkrachtcentrale. Van Boxel: “Het is een waterkrachtcentrale die zichzelf als het nodig is uit het water tilt, die visvriendelijk is, maar ook metingen voor de waterbeheerder verricht.” Dat betreft dan de stroomsnelheid, de helderheid, het waterpeil en de watertemperatuur, waarmee EQA-Projects claimt dat de waterkrachtcentrale bijdraagt aan een smart river-systeem. De verzamelde data worden verzonden naar de waterbeheerder. De installatie kan in uiteenlopende omvang en breedte worden geleverd, afgestemd op de ruimte in de rivier of beek, maar ook
BIODIESEL UIT ZUIVERINGSSLIB
Afvalwater geschikt maken voor toepassing in het poldergebied. Dat is de bedoeling van de Zoetwaterfabriek op afwaterzuivering De Groote Lucht in Vlaardingen. Hoogheemraadschap van Delfland begon de proef in augustus 2016 en na bijna een jaar proefdraaien rijst de vraag: hoe gaat het? De eerste resultaten zien er goed uit. De drijvende waterkrachtcentrale EQA-Projects
gekoppeld aan krib of brugpijler. De investering bedraagt enkele tonnen per centrale, aldus Van Boxel. “Waterschappen en ook Rijkswaterstaat hebben al interesse getoond. Zij willen een locatie beschikbaar stellen om te testen.” EQA-Projects wil de volgende stap zetten en de drijvende water krachtcentrale in productie nemen. “We zijn er een aan het bouwen,” aldus Van Boxel. “Maar dat doen we met eigen geld. We zijn op zoek naar een investeerder.”
Het door Fraunhofer ontwikkelde Thermo Catalytic Reforming
In Rotterdam wordt een proefinstallatie gebouwd voor de productie van biodiesel uit zuiveringsslib. Vorige maand was de kick-off van het Europese project, de productie start in 2018. Het nieuwe procedé voor de productie van biodiesel is gebaseerd op de technologie Thermo Catalytic Reforming in combinatie met drukwisseladsorptie en hydro deoxygenaetion. Het komt erop neer dat met behulp van pyrolyse, een thermisch kraakproces, biodiesel uit slib wordt geproduceerd. Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) gaat het slib leveren. Het maken van biodiesel uit slib is een nieuwe ontwikkeling, vertelt SNB-directeur Marcel Lefferts. “Ik zie dit als een belangrijke ontwikkeling op weg naar de circulaire economie. We zullen zelf in eerste instantie enkele duizenden tonnen slibkoek aan de proef installatie in Rotterdam leveren. De bedoeling is dat onze eigen vrachtwagens op de geproduceerde biodiesel gaan rijden.” Het nieuwe procedé is in het laboratorium getest, aldus Lefferts. “Het wordt nu opgeschaald. Daarnaast is het belangrijk om deelprocessen te koppelen tot een continu proces.” Met de opgedane ervaringen moeten in heel Europa soortgelijke fabrieken van de grond komen, zo is de ambitie. Er wordt gesproken over honderd
Vlnr Jouke Boorsma en Hans Wijers
fabrieken die jaarlijks 32 miljoen ton organisch materiaal omzetten in biobrandstof. De kosten van het project dat de naam TO-SYN-FUEL draagt zijn begroot op 14,5 miljoen euro. De Europese Unie neemt hiervan het grootste deel voor haar rekening met een bijdrage uit het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020. Het consortium dat de test doet, bestaat uit onder andere het Duitse onderzoeksinstituut Fraunhofer, dat het procedé ontwikkelde, het Nederlandse ENGIE Services, dat de installatie bouwt en de universiteiten van Bologna en Birmingham en Spaanse, Britse, Italiaanse, Duitse en Nederlandse bedrijven.
“Aan water is in ons land geen gebrek, maar zoet water is steeds meer een schaars goed aan het worden. Het is eigenlijk doodzonde om zoet water uit onze afvalwaterzuivering te lozen op de Nieuwe Waterweg terwijl de natuur in onze polder behoefte heeft aan schoon, zoet water”, aldus beleidsadviseur Jouke Boorsma van het hoogheemraadschap. Ozoninstallatie Om die reden is bij afvalwaterzuiveringsinstallatie De Groote Lucht in augustus 2016 een pilot – de Zoetwaterfabriek - van start gegaan. Deze gaat onderzoeken of het mogelijk is om met een extra zuiveringsstap hergebruik van afvalwater in de polder mogelijk te maken. Naast een zandfilter bestaat de extra zuiveringsstap uit een ozoninstallatie. Ozon is door de aanwezigheid van een derde zuurstofatoom niet erg stabiel. Omliggende moleculen oxideren en breken af door een verbinding aan te gaan met dit atoom. “We gebruiken ozon om microverontreinigingen uit het afvalwater af te breken en te verwijderen”, vertelt Hans Wijers van Xylem, de leverancier van de ozoninstallatie. “De ozon maken we ter plekke door in een generator zuurstof afkomstig uit een zuurstoftank, bloot te stellen aan een hoogfrequente spanning. De ozon wordt geïnjecteerd in de afvalwaterstroom, die uitkomt in een reactievat waar de microverontreinigingen snel afbreken. In een ontgassingsvat wordt de waterstroom vervolgens ontdaan van ozon en andere gassen.”
WATERINNOVATIEPRIJS In de pilot Zoetwaterfabriek werkt het Hoogheemraad schap van Delfland samen met Stichting Toegepast Onder zoek Waterbeheer (Stowa), Deltafonds, drinkwaterbedrijf Evides en Waterschap Vallei en Veluwe. De proeffabriek won als onderdeel van het project S.C.H.O.O.N. (Schoon maken effluent en Hergebruik voor Oppervlaktewater Op Natuurlijke wijze) vorig jaar de Waterinnovatieprijs 2016.
NR6-JUNI 2017
Schematische voorstelling Zoetwaterfabriek
Dosering De Zoetwaterfabriek is de eerste afvalwaterzuivering in Nederland die op deze schaal een ozoninstallatie gebruikt. Een belangrijk doel van deze pilot is om de optimale ozondosering vast te stellen. Daarvoor zijn bij verschillende ozonconcentraties metingen uitgevoerd voor tien gidsstoffen, belangrijke stoffen die moeilijk met ozon af te breken zijn. “De metingen gaven voldoende informatie om een optimale ozonconcentratie en –hoeveelheid te bepalen. We hebben ook naar bromide gekeken omdat bij de reactie met ozon het toxische bromaat kan ontstaan. Bij de gevonden opti male ozondosering is nagenoeg geen bromaat aangetroffen. Goed nieuws, dus.” Nu de installatie is ingeregeld gaat de volgende fase van start: een duurtest waarbij gedurende zes maanden de extra zuiveringsstap -ozoninstallatie en zandfilter- dagelijks 25 kuub afvalwater gaat zuiveren. In die periode wordt regelmatig geanalyseerd op de gidsstoffen. Ook worden vijf metingen uitgevoerd waarbij de volledige lijst aan stoffen maar ook bioassays en pathogenen in kaart worden gebracht. Boorsma: “We hopen dat we aan het einde van dit jaar de resultaten daarvan hebben.”
Foto Charlotte Leenaers
DRIJVENDE WATERKRACHTCENTRALE WINT PITCH
THEMA
12
Een tandje erbij
Tjerron Boxem (26) Community manager klimaatadaptie Locatie: Groene Mient
IN THE PICTURE
‘ Exporteren van waterkennis, dat lijkt me geweldig!’ WIE
Tjerron Boxem, die opgroeide in de Achterhoek en tijdens zijn studie Technische Planologie in Groningen steeds meer gefascineerd raakte door de hoogstedelijke omgeving. “En vooral door het water daarin, dat overal doorheen stroomt en zich niks aantrekt van regelgeving.” Zijn master Urban and Regional Planning deed hij aan de Universiteit van Amsterdam. Hij liep stage en ging werken bij het programma Rainproof (van het Amsterdamse waterbedrijf Waternet). Sinds een paar maanden is hij community manager klimaatadaptatie/senior beleidsadviseur bij het Hoogheemraadschap Delfland.
WAAR
opvangen van klimaatveranderingen buiten het b estaande systeem van sloten, vaarten en kanalen, dat wil zeggen in straten en tuinen, op pleinen en daken. Dus moeten we samenwerken met woningcorporaties, bedrijven, buurtinitiatieven, actieve bewoners. We gaan op zoek naar waar de energie zit, willen ontdekken hoe we mensen enthousiast kunnen maken. Wat hebben ze nodig om mee te doen, hoe kunnen we helpen. We werken aan een digitaal, regionaal platform. Een podium voor mooie voorbeeldprojecten, zowel in de openbare ruimte als in tuinen. Een plek waar je informatie vindt en contacten legt.”
DROOM “Voor mijn afstudeerscriptie deed ik onderzoek in Shenzhen, een miljoenenstad aan de grens van Hongkong. Daar zijn de problemen door de klimaatverandering veel groter en talrijker dan bij ons! Met grote belangstelling kijk ik naar het werk van Henk Ovink, Nederlands eerste watergezant. Het exporteren van Nederlandse waterkennis, leren van wat elders gebeurt. Dat lijkt me geweldig! En ik droom ervan om de seven summits te beklimmen, de zeven hoogste bergen van onze wereld. Eerder was ik al bovenop de Kilimanjaro, in Afrika. Vanwege het plotselinge slechte weer bereikte ik net niet de top van de Aconcagua, in de Andes. Misschien wordt de Elbroes in de Kaukasus de volgende. Maar dat staat nog niet vast. Want bergbeklimmen is een dure hobby en ik heb samen met mijn vriendin net een huis gekocht in Rotterdam. Ook een stad met mooie waterprojecten, overigens… “
THEMA
CIRCULAIRE ECONOMIE
iStockphoto
In Groene Mient, een bewonersinitiatief dat een bijzonder sociaal en ecologisch woonproject realiseert in de Vruchtenbuurt in Den Haag. Het hoogheemraadschap dacht mee over de inrichting van de klimaatbestendige tuin met half-open bestrating en wadi’s om het hemelwater zo goed mogelijk op te vangen en vast te houden. Groene Mient is een voorbeeldproject om de sponswerking van Den Haag te vergroten. Om die reden stelde het hoogheemraadschap een bijdrage uit de stimuleringsregeling beschikbaar. “Ons team klimaatadaptatie zoekt de oplossingen voor het
Tekst Barbara Schilperoort
NR6-JUNI 2017
President Donald Trump van Amerika mag dan met zijn rug naar de toekomst zijn gaan staan door zijn klimaatbeleid, de beweging naar een circulaire economie is onomkeerbaar. Wereldwijd en alhier. In Nederland is het aan het nieuwe kabinet om verduurzaming van het grondstoffengebruik serieus te nemen, zegt Jos Boere. De directeur van Allied Waters is een behoedzaam formulerende man, maar heeft in deze een duidelijke boodschap aan de onderhandelaars die in Den Haag een nieuw regeerakkoord aan het smeden zijn: de duurzame ambitie kan niet groot genoeg zijn. Want er moet een tandje bij. Met de huidige inspanningen wordt de doelstelling van het rijk dat Nederland in 2050 circulair is, niet gehaald, waarschuwt Boere. “Laat staan dat je dat jaartal naar voren haalt.” Wat wel zou moeten, voegt hij eraan toe. De aarde krijgt het benauwd. In de bespiegelingen over de transitie naar de circulaire economie wordt de watersector een belangrijke rol toegedicht. Tot uw dienst, maar de watersector moet zich bezinnen op haar rol in de nieuwe werkelijkheid, zegt Ad van Wijk van het ambitieuze watertechnologieproject Power to X. Hij zegt: “Intensieve samenwerking tussen energie- en waterleveranciers is onvermijdelijk”. Zijn vergezicht: water- en elektriciteitsbedrijven fuseren tot grote energie-water-bedrijven die het hele scala van duurzame energiebronnen en waterlevering onder hun hoede nemen. Waterschappen willen vooroplopen in de transitie naar een circulaire economie en bouwen daarom hun rzwi’s om tot grondstoffen- en energie fabrieken. Maar hoe circulair is dat eigenlijk? Onderzoekers ontwikkelden een levenscyclusanalyse om het milieuvoordeel van de winning van grondstoffen uit rioolwater te bepalen. Volledig duurzaam is de terugwinning nog niet, want er is zeker verbetering mogelijk, concluderen de onderzoekers. Dat klinkt toch wat zuinigjes. Want er moet een tandje bij. Ook bij de waterschappen.
13
I
14
INTERVIEW
CIRCULAIRE ECONOMIE
JOS BOERE: ‘INTEGRALE BENADERING CRUCIAAL’
De overgang naar de circulaire economie biedt kansen voor de watersector. Sterker nog, de sector kan een prominente rol spelen als voortrekker, zegt Jos Boere van Allied Waters.
J
os Boere is geen man die strooit met ‘sweeping statements’. Bedachtzaam ontvouwt hij zijn visie op de toekomst van de watereconomie. Maar als op een aantal thema’s wordt doorgevraagd, wil Boere zijn mening wel wat steviger formuleren. Hij is directeur van Allied Waters, een nieuwe onderneming die gelieerd is aan KWR Watercycle Research Institute. Allied Waters brengt innovaties in de stedelijke waterketen internationaal op de markt via gezamenlijke projecten met Nederlandse bedrijven (zie kader).
WATER ALS AANJAGER VAN DE CIRCULAIRE ECONOMIE
Aanleiding voor het gesprek is een artikel over de circulaire toekomst van de watereconomie dat Boere schreef met twee KWR-collega’s: directeur Wim van Vierssen en Hay Koppers. Volgens de auteurs biedt de overgang naar de circulaire economie de watersector de kans een prominente rol te spelen. Ook stellen zij dat de circulaire economie de enige realistische optie is voor een duurzame toekomst. U spreekt over de enige realistische optie. Is circulaire economie wel een bereikbaar ideaal? “Ja, dit is zeker geen utopie. Er is eigenlijk zelfs geen andere keuze omdat we zuinig op onze planeet moeten zijn. De circulaire economie staat voor een maatschappelijk systeem waarbij de mensen op een uitgebalanceerde manier met grondstoffen omgaan. De term maakt duidelijk dat duurzaamheid en economie hand in hand moeten gaan. Er is in de samenleving een brede steun voor duurzame vernieuwingen; ook ondernemersorganisaties als VNO-NCW maken zich hiervoor sterk. Nederland kan zich wereldwijd onderscheiden met circulaire oplossingen, zeker als het gaat om water.”
Tekst Hans Klip Fotografie Marcel Molle
Wat is uw boodschap aan de partijen die meedoen aan de kabinetsonderhandelingen? “Pak door op het thema circulaire economie. In 2016 heeft het kabinet een rijksbreed programma gepubliceerd met als doel dat Nederland in 2050 circulair is. Dit moet nog verder > NR6-JUNI 2017
15
INTERVIEW
16
worden vertaald in rijksbeleid. Als we dat goed doen, zijn er grote kansen. Niet alleen voor de Nederlandse economie, maar ook voor onze internationale positie. Dit laatste bleek duidelijk tijdens de grote handelsmissie naar Californië die ik eind mei bijwoonde. Wat mij betreft mag de ontwikkeling naar een circulaire economie wel sneller gaan. Gezien het grote belang van de circulaire economie en de vele uitdagingen kan de ambitie niet groot genoeg zijn. Mijn boodschap aan de nieuwe regering zou zijn: maak echt werk van het circulaire doel en haal het jaartal naar voren.” Investeert de samenleving genoeg in circulaire oplossingen? “Met de huidige inspanningen haal je het doel van Nederland circulair in 2050 niet, laat staan als je dat eerder wilt realiseren. De tijd is er rijp voor om over de volle breedte voor circulair te kiezen. Veel bedrijven ondersteunen dit. Nu is vorig jaar op ambtelijk niveau gezegd dat de innovatiegelden voor de topsectoren zouden moeten worden verdubbeld. Dus onderhandelaars, neem dat alles ter harte!” Waarom kan de watersector een voortrekkersrol spelen bij de overgang naar de circulaire economie? “Hiervoor zijn drie redenen. Allereerst is water een maatschappelijk erg zichtbaar onderwerp. Ten tweede, ook al is de watersector relatief klein is ze wel heel belangrijk voor grote sectoren als de chemie en tuinbouw. Ten derde is de watergemeenschap intrinsiek erg gemotiveerd als het gaat om duurzaamheid. Deze redenen vormen samen een ster-
kans op nagroei van micro-organismen. Ook over kosten en leveringszekerheid wordt niet altijd goed nagedacht. Alleen met een professioneel kader kun je alle factoren in de gaten houden.”
ke mix om als sector de rol van aanjager te vervullen. We kunnen met goede voorbeelden laten zien wat er allemaal mogelijk is.” Is de watersector niet te bescheiden om voorop te lopen? “Dat vind ik wel meevallen. Je hoeft jezelf niet te overschreeuwen. De watersector werkt steeds meer samen met andere sectoren in onderzoeksprojecten. Daarmee tonen wij waar we voor staan.” Wat zijn de kernpunten van een circulaire benadering van water? “Het begint met zuinig gebruik. Vervolgens komen terugwinnen en hergebruik: water, stoffen en energie. Veel drinkwaterbedrijven hebben in de loop der jaren de hardheid van het drinkwater verlaagd door centrale ontharding. Het gebruik van wasmiddelen is daardoor verminderd. Verder hebben de drinkwaterbedrijven via het samenwerkingsverband AquaMinerals al twintig jaar ervaring met industriële toepassingen van kalkkorrels en ijzerslib die vrijkomen bij drinkwaterbereiding. In de afvalwaterketen begint n uttig hergebruik van reststoffen van de grond te komen. Een mooi voorbeeld van circulair denken is het terugwinnen van fosfaat door Waternet (de watercyclusorganisatie waarin de gemeente Amsterdam en het waterschap Amstel, Gooi en Vecht samenwerken, red.). Dat proces is op zich niet rendabel. Maar Waternet heeft wel minder last van neerslag van struviet in leidingen, waardoor de kosten voor onderhoud lager zijn. Per saldo is de business case positief. Daaruit is
Welke duurzame verbeteringen zijn op korte termijn mogelijk in de stedelijke waterketen? “Dan gaat het om het breed toepassen van technologische oplossingen die al zijn ontwikkeld. Terugwinnen van e nergie uit douchewater is daarvan een goed voorbeeld. Je kunt de helft van de warmte met een warmtewisselaar opnieuw gebruiken. Dat is een bestaande techniek. Er is veel winst te behalen als warmtewisselaars standaard worden geplaatst in nieuwe woningen en bij verbouwingen van badkamers.”
WIE IS JOS BOERE? “Ik vind water een prachtig onderwerp”, zegt Jos Boere (1959). “Het thema is veelzijdig en maatschappelijk belangrijk. Persoonlijk boeit me de zakelijke kant ook. Ik heb altijd iets gedaan met onderzoek, innovatie en business.” Boere studeerde aan de Universiteit van Wageningen af als ingenieur met specialisatie water- en milieutechnologie. Daarna werkte Boere in het bedrijfsleven, nationaal en internationaal. In 2009 trad hij in dienst bij KWR, waar hij nu plaatsvervangend directeur is. Sinds mei vervult Boere tevens de functie van directeur van Allied Waters.
een goede les te trekken: kijk integraal naar innovaties en zoek in de hele keten naar financiële voordelen.” buitenland is dat meestal nieuw. We wer
ALLIED WATERS: KENNIS
praktijk. “Wij richten ons op het binnen
INTERNATIONAAL VERMARKTEN
en buiten Europa naar de markt brengen ken samen met AquaMinerals om van vernieuwingen in de stedelijke
internationaal onze kennis ten nutte
Een nieuwe loot aan de KWR-stam is
waterketen”, vertelt directeur Jos Boere. te maken. In samenwerking met
Allied Waters. Dit bedrijf is in 2015
“Daarvoor organiseren we projecten op
opgericht en treedt na een aanloop
basis van publiek-private samenwerking hebben we een project over de afvalwa
fase nu naar buiten. Vergeleken met
met het bedrijfsleven. Hieraan was van
terzuivering van de toekomst: leveran
het kennisinstituut KWR (2016: onder
beide kanten behoefte. Bedrijven willen
cier van grondstoffen, energie en water
zoeksomzet twintig miljoen euro, 166
dichter bij het onderzoek van KWR zitten. voor hergebruik. Met Arcadis en Deltares
ingenieursbureau RoyalHaskoningDHV
medewerkers) is Allied Waters nog klein. Andersom leert KWR van de praktijk en
bekijken we hoe technieken voor onder
Er ontwikkelt zich een onderzoeksfonds - dat verrijkt ons onderzoek.”
grondse berging van hemelwater kunnen
gevuld met de verdiensten van projec
De eerste projecten voor internationale
worden toegepast in gebieden die kam
ten – dat naar verwachting op termijn
markten zijn van start gegaan. Boere:
pen met waterschaarste.”
jaarlijks enkele miljoenen euro bevat.
“In ons land is het doodnormaal om
Waar KWR zich bezighoudt met toege
kalkkorrels uit drinkwater te gebrui
Het artikel van Boere, Van Vierssen en Koppers
past wetenschappelijk onderzoek, zet
ken voor toepassingen in onder meer
is gepubliceerd op www.kwrwater.nl (zoek op:
Allied Waters een stap verder naar de
de glas- en papierindustrie. Voor het
toekomst watereconomie is circulair).
Gaat het de goede kant op met de verduurzaming van de stedelijke waterketen? “Het is positief dat de stedelijke waterketen inspireert tot allerlei vernieuwingen. Mits er een goede balans is tussen verworvenheden en nieuwe ontwikkelingen. V olksgezondheid blijft het hoogste goed. Niet voor niets wordt de s tedelijke waterketen wel de beste medische ingreep ooit genoemd. Bij verder verduurzamen maken we het geheel complexer. We voegen immers meer technieken aan de afvalwaterzuivering toe en gaan componenten terugwinnen en hergebruiken.” Zijn er dan initiatieven waarbij de gezondheid in het geding is? “Sommige lokale initiatieven gaan mij wat kort door de bocht. De Zeeuw Helle van der Roest fiets volgend jaar Nepal. ”Ikhet zal w mijn Neem het opvangen van regenwater op naar het dak om ater thuis en gezin moeten loslaten; heel eng, maar ik ga het wel doen.” daarna te drinken. Dit is mogelijk maar niet zonder risico’s, waarover mensen soms te gemakkelijk denken. Zodra het water het dak raakt, bestaan er al b esmettingsgevaar en NR6-JUNI 2017
Wat zijn oplossingen op de langere termijn? “Ik verwacht veel van waterbuffering. Deze innovatie kan lokaal een belangrijke rol gaan spelen. Allied Waters is betrokken bij een aantal pilots in onder andere Rotterdam. Het relatief schone hemelwater wordt opgeslagen in de bodem en later opgepompt en nuttig gebruikt in dezelfde lokale omgeving. Een ander veelbelovend idee is Power to Protein, waarbij ammonium uit afvalwater wordt teruggewonnen en daarna gebruikt om met specifieke bacteriën eiwitten te produceren. Deze hoogwaardige eiwitten zijn geschikt voor diervoeding en misschien zelfs ooit voor menselijk voedsel. Bij beide innovaties staat integraal denken voorop.” Loopt integraal als een rode draad door circulair denken? “Ja. Voor circulaire verbeteringen zijn integraal en creatief de twee sleutelwoorden. Bij de stedelijke waterketen zijn veel spelers betrokken. Dat maakt een integrale benadering soms lastig, vooral als de kosten en baten van een vernieuwing bij verschillende partijen liggen. Daarvoor bestaat in ons land nog geen goed verdelingssysteem. We moeten slimme oplossingen bedenken.” We maken een sprongetje naar 2030. Wat moet er dan zijn bereikt? “Het kabinet heeft als tussendoel dat Nederland in 2030 vijftig procent minder primaire grondstoffen gebruikt. Dan heb je het over mineralen, metalen en fossiele grondstoffen. Hopelijk is dit mooie doel bereikt en heeft de watersector als motor gefungeerd. Het is daarom van groot belang dat de sector goed communiceert over de eigen inspanningen, een boost aan het onderzoek geeft en nog veel meer dan nu met andere sectoren samenwerkt. Dat laatste vind ik nog het belangrijkste. De samenwerking over de eigen sectorgrenzen heen stimuleert integrale en creatieve oplossingen.” |
17
18
KWR BEGINT ‘BIJZONDER’ PROJECT
POWER TO
IN UITVOERING: SLIM NETWERK VOOR DUURZAME ENERGIE
Tekst Charlotte Leenaers | Beeld iStockphoto
T
De energietransitie komt op stoom. Zonnepanelen op daken, windmolens in de polder. Ook wordt volop geëxperimenteerd met waterstofauto’s, bodemwarmte en getijde-energie. Volgende stap: afzonderlijke energiebronnen koppelen in een slim netwerk. Het TKI Watertechnologieproject Power to X gaat dat in praktijk brengen. “De watersector moet zich bezinnen op haar rol in de nieuwe werkelijkheid.”
V
an oudsher produceren gas- en kolencentrales elektriciteit, maken olieraffi naderijen uit ruwe olie brandstoffen voor auto’s, schepen en vliegtuigen en verwarmt Gronings aardgas woningen en gebouwen. Door de overstap naar duurzame energie gaat deze overzichtelijke taakverdeling op de schop. Zonnepanelen en windmolens, maar ook getijdeturbines en blauwe osmose-energiecentrales gaan de energieproductie overnemen. Omdat de energievraag niet synchroon loopt met de energieproductie – zonnepanelen leveren hun energie ’s zomers terwijl in de winter de vraag het hoogst is – zal in een duurzame energie-economie de opslag van energie een belangrijke rol krijgen. Ook op dat gebied zijn er ontwikkelingen: batterijen en accu’s worden beter, waterstofauto’s doen hun intrede en koude-warmteopslagsystemen zijn steeds efficiënter. SLIM SAMENWERKEN Voor een robuuste, duurzame energievoorziening is het van belang dat alle nieuwe componenten voor de productie en opslag van energie slim samenwerken. “Dat is precies wat we met Power to X gaan uittesten”, aldus professor Ad van Wijk, bijzonder hoogleraar Future Energy Systems van de TU Delft en gasthoogleraar voor Energie en Water bij KWR. “We doen dat samen met Waternet, VolkerWessels, Stedin, PitPoint, Allied Waters en de Topsector Water.” “We gaan niet alleen studeren maar – en dat maakt dit project bijzonder - we gaan het ook realiseren”, vervolgt van Wijk. “Dat gaan we doen in Nieuwegein, op het terrein van Watertransportmaatschappij Rijn-Kennemerland (WRK) naast het KWR-gebouw aan de oevers van het Lekkanaal, waar Waternet water inneemt voor de drinkwaterproductie.” Op 22 maart is het project van start gegaan en binnenkort gaat Waternet beginnen met de aanleg van een eerste zonnepark van drie megawatt. Een tweede zonnepark van ruim acht megawatt staat voor 2018 op de planning. Op termijn worden op het terrein mogelijk ook enkele windmolens geplaatst. Een groot deel van de opgewekte zonne- en windenergie zal geleverd worden aan het elektriciteitsnet. De overige energie is beschikbaar voor Power to X. KLEINE WATERSTOFECONOMIE “Die energie gaan we op twee manieren gebruiken” vervolgt Van Wijk. “We gaan warmte opslaan in de bodem om daarmee de nabijgelegen nieuwbouwwijk Rijnhuizen van warmte te voorzien. Verder gaan we via elektrolyse waterstof produceren en daarmee een kleine waterstofeconomie opzetten. Een aantal stadsbussen en auto’s gaat rijden op onze waterstof. Wanneer de bussen en auto’s niet rijden, kunnen de brandstofcellen in deze voertuigen elektriciteit aan het net terug leveren. Ook gaan we regenwater dat op de zonnepanelen valt > NR6-JUNI 2017
THEMA
CIRCULAIRE ECONOMIE
19
THEMA
20
opvangen en er demiwater van maken voor de productie van waterstof.” Omdat er een overschot aan regenwater is, gaat gezocht worden naar een nuttige bestemming voor dit water. Het demiwater is door het ontbreken van mineralen en zouten niet geschikt als drinkwater en lozen op het overbelaste riool is ook geen goed idee. Een van de opties waar de onderzoekers naar kijken, is om het water via een apart demi-waternetwerk te gebruiken in de nieuwbouwwijk. Dit water is geschikt als spoelwater voor het toilet en in was- en afwasmachines. Omdat dit water zacht is, kan ook flink bespaard worden op wasmiddelen en dat is ook weer goed voor het milieu.
WATERSTOF ALS ALTERNATIEF Rijden op waterstof gebeurt in Nederland nog maar heel incidenteel. Waterstof is een goed alternatief voor benzine, maar wordt gezien als niet veilig. Dat is niet terecht, volgens Van Wijk. “Water stof is een heel licht en vluchtig gas en zit onder een druk van 700 bar in
WARM GRONDWATER De duurzame energie-economie die in Nieuwegein gebouwd wordt, bestaat dus uit verschillende componenten. De afzonderlijke componenten zijn onderwerp van studie en worden om die reden voorzien van diverse sensoren en meetinstrumenten. Er staan diverse onderzoeken op stapel. Zo gaat onderzocht worden hoe warm grondwater zich gedraagt in de bodem en welke leidingmateriaal geschikt is voor het transport van demi-water. Ook gaan de onderzoekers rekenen aan de besparingen op de elektrische infrastructuur. Van Wijk: “Toch is dat niet het zwaartepunt van het onderzoek. De belangrijkste onderzoeksvraag is of het mogelijk is om van de afzonderlijke componenten de zonnepanelen, de windmolens, de bodemwarmte, de stadsbussen, de waterstofvoorraad, de regenwaterbuffer – een dynamische systeem te bouwen, een betrouwbaar en betaalbaar energiesysteem waarin alle onderdelen goed samenwerken.” Veel werk zal gaan zitten in de ontwikkeling van technisch-economische optimalisatie-algoritmes door systeemingenieurs. Daarmee kan aan de hand van de weersverwachting bepaald worden, hoe hoog de opbrengst van de zonnepanelen wordt. Afhankelijk van de actuele prijs van elektriciteit, de waterstofbehoefte van de stadsbussen en auto’s of de warmtevraag van de woningen, bepalen de algoritmes de optimale strategie voor de benutting van die zonne-energie.
BODEMWARMTE
een tank. Omdat de druk
Omdat in Nederland het gebruik van aardgas voor de
zo hoog is, kan bij een lek
verwarming van huizen afgebouwd wordt, zijn duurzame
in de tank een vlam nooit
alternatieven nodig. Naast het verbeteren van isolatie en
naar binnen slaan. Sterker
het toepassen van warmteterugwinning, worden nieuw
nog: de vlam wordt mee
bouwwoningen steeds vaker door een elektrische warmte
gezogen met de waterstof
pompinstallatie verwarmd. Dit systeem haalt via een
die uit de tank spuit en
warmtewisselaar warmte uit de bodem en brengt met een
dooft zelfs uit. Zolang het
elektrische warmtepomp het water op de juiste tempera
waterstofgas zich nergens
tuur. Nadeel van dit systeem is dat de elektriciteitsrekening
op kan hopen in een auto,
van de woning verdubbelt en dat het investeringen vergt in de elektrische warmtepompinstallatie in de woning. In het project Power to X wordt ook bodemwarmte gebruikt, maar het gebeurt centraal en niet voor iedere woning apart. ‘s Zomers wordt met zonne-elektriciteit via een warmte pomp water verwarmd tot 40 à 50 graden en geïnfiltreerd in een afgesloten watervoerende zandlaag in de bodem. ’s Winters wordt het warme water weer opgepompt en kan dan direct gebruikt worden om de huizen te verwarmen. Deze methode maakt warmtepompen in de woningen over bodig en het bespaart op investeringen in het elektriciteits net en op het elektriciteitsverbruik. Warmteopslag in de bodem overbrugt het verschil tussen het energie-surplus van zonnepanelen in de zomer en de hogere warmtebe
‘ We gaan waterstof produceren en daarmee een kleine waterstofeconomie opzetten’
dat op deze manier in Nederland warmte opgeslagen gaat worden. Het infiltreren en het weer oppompen van warm water vergt aanvullend technisch onderzoek. Power to X mische haalbaarheid. Het is wettelijk nog niet toegestaan om water dat warmer is dan 25 graden op te slaan in de bodem. Daarom worden de gevolgen voor het grondwater onderzocht om te kijken of het mogelijk is om die wettelijke bepaling te versoepelen.
is er geen gevaar. Een lekkende benzinetank is veel gevaarlijker.” Een brandstofcel in de auto wekt energie op door zuurstof en waterstof bij elkaar te brengen. Er ontstaat elektriciteit en water. Er komen geen schadelijke gassen vrij, er druppelt hooguit wat water uit de uitlaat. Voor de productie van waterstof via elektrolyse is elektrici teit en gedemineraliseerd
hoefte van gebouwen in de winter. Het is voor het eerst
gaat ook uitgebreid rekenen aan de efficiency en de econo
SLIMME STRATEGIEËN Regelapparatuur in het systeem zorgt ervoor dat de afzonderlijke componenten op de juiste wijze aangestuurd worden. “We gaan onderzoek doen naar slimme strategieën en naar de prijssystemen die een rol spelen, om het systeem van a tot z onder de knie te krijgen. Door echt te bouwen doen we ook ervaring op met de samen-
werking tussen betrokken partijen en krijgen we inzicht in het vergunningentraject. Tijdens het project zullen vast ook nieuwe onderzoeksvragen rijzen. We hebben de mogelijkheid om daarvoor aanvullend onderzoek aan te vragen. Ik kan nu niet goed voorspellen, hoe ver we over twee jaar zijn.” Van Wijk ziet naast de vele technische open eindjes die uitgezocht moeten worden, ook organisatorische vraagstukken. “Water en elektriciteit spelen beide een rol in de duurzame, circulaire economie. Zo is voor de productie van waterstof zowel elektriciteit als water nodig. Maar ook grondwater als opslagmedium voor warmte en oppervlaktewater als bron voor getijde- en blauwe osmose-energie zijn hier voorbeelden van. Water en energie kunnen niet meer los van elkaar gezien worden.”
Dat betekent dat de overzichtelijk situatie van een waterbedrijf dat drinkwater levert en een energiebedrijf dat elektriciteit en warmte levert eigenlijk achterhaald is. Het lijkt logisch dat water- en energiebedrijven gaan samenwerken. Van Wijk: “We zien nu al dat drinkwater bedrijven zonnepanelen plaatsen en als leverancier van elektriciteit opereren. Maar ook consumenten met zonnepanelen zijn leveranciers van elektriciteit geworden en eigenaren van waterstofauto’s kunnen hun bolide inzetten als kleine energiecentrale. De watersector zal zich moeten bezinnen op haar rol in die nieuwe werkelijkheid. Intensieve samenwerking tussen energie- en waterleveranciers is onvermijdelijk. Dat kan als coöperatie in een nieuwbouwwijk of in de vorm van joint-ventures voor grote energieprojecten. Maar ik kan me ook voorstellen dat water- en elektriciteitsbedrijven fuseren tot grote energie-water-bedrijven die het hele scala van duurzame energiebronnen en waterlevering onder hun hoede nemen.” | NR6-JUNI 2017
water nodig. Op de locatie in Nieuwegein gebeurt dat duurzaam met zonneenergie en met regen water dat op de zonnepa nelen valt en opgevangen wordt. Dit regenwater is in principe schoon, vrij van kalk en daardoor goed te gebruiken om demiwater van te maken.
21
T
22
THEMA
CIRCULAIRE ECONOMIE
Zonder zoet water geen tuinbouw; de tomatenteelt vraagt op jaarbasis ruim 10.000 m³ water per hectare. Maar ‘de kas in’ en vooral ‘de kas uit’ zijn waterstromen nog verre van duurzaam. En dat moet wel. In 2027 moet de tuinbouw volledig circulair produceren. Technisch haalbaar, zeggen onderzoekers van KWR en Wageningen University.
R
egenwater dat op het dak valt van een Lidl-distributiecentrum en op o mliggende bedrijfspanden in Waddinxveen, stroomt via ondergrondse leidingen naar het aangrenzende nieuwe tuinbouwgebied Glasparel+ (90 hectare). Een deel gaat tijdelijk ondergronds naar een aquifer: een zandlaag op grote diepte die het z oete water vasthoudt. Zodra nodig kunnen de tuinders het water oppompen, met ehoud van kwaliteit. Alle bedrijven op Glasparel+ zijn (verplicht) aangesloten op dit systeem. b
TUINBOUW MOET NAAR GESLOTEN WATERKRINGLOOP
DE EMISSIELOZE TOMAAT KOMT ERAAN Tekst Hans Oerlemans | Beeld iStockphoto
“Als je de tuinbouw opnieuw mocht inrichten, dan zou je overal zulke oplossingen toepassen en meteen gesloten kringlopen maken voor water, fosfaat en stikstof,” zegt Marcel Paalman van KWR Watercycle Research Institute. Hij doet onderzoek naar wateropslag in aquifers. ‘‘Hemelwater is het beste water dat een tuinder zich wensen kan. Het bevat praktisch geen natrium en kan zonder voorzuivering naar de planten. Anders dan oppervlakte- en grondwater, dat eerst grondig gezuiverd moet worden. Na ontzilting lozen tuinders het zoute residu nu nog in de ondergrond, maar dat is vanaf 2023 verboden. Tegelijkertijd neemt door klimaatverandering de verzilting toe en krijgen we langere droge perioden. Wil een teler verzekerd blijven van voldoende gietwater, dan zou ondergronds opslaan van regenwater weleens de beste en meest duurzame optie kunnen zijn.” OP WEG NAAR NUL Water ‘de kas in’ moet duurzamer, voor water ‘de kas uit’ geldt dat in nog sterkere mate, stelt Ellen Beerling van Wageningen University & Research – Business Unit Glastuinbouw. ‘‘De Nederlandse tuinbouw en de overheid hebben afspraken gemaakt over het volledig stoppen met alle emissies van gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten. Dat sluit aan bij de Europese Kaderrichtlijn Water waaraan we uiterlijk in 2027 moeten voldoen. Op weg daarheen zijn er wettelijke tussenstappen. Zo moeten tuinders vanaf 1 januari 2018 restwater eerst zuiveren, voordat het kan worden geloosd op het riool of oppervlaktewater. > NR6-JUNI 2017
23
THEMA
24
Alleen goedgekeurde zuiveringsinstallaties mogen hiervoor worden ingezet. Deze apparaten hebben in een testopstelling bewezen minimaal 95 procent van een cocktail van gangbare bestrijdingsmiddelen uit het afvalwater te kunnen halen.” Is de tuinbouw hier klaar voor? ‘‘Veel telers wachten met de aanschaf van een installatie tot najaar 2017. Dan is de keuze aan goedkeurde systemen wellicht groter en zijn de prijzen scherper. De meeste belangstelling lijkt er te zijn voor installaties met een dubbelfunctie: functie 1 is het ontsmetten van drainwater zodat het kan worden hergebruikt. Functie 2 is overtollig water zuiveren van gewasbeschermingsmiddelen, zodat lozing is toegestaan. Met zo’n installatie sla je een dubbelslag. Overigens kunnen tuinders die gezamenlijk lozings water gaan zuiveren uitstel krijgen van de deadline 01-01-2018, maar alleen als het aantoonbaar meer tijd kost om het collectieve systeem op te tuigen.”
‘ Hemelwater is het beste water dat een tuinder zich wensen kan’
NEGATIEVE PRIKKEL, POSITIEF EFFECT Verplichting via wetgeving is weliswaar een negatieve prikkel, maar wel een met het beoogde positieve effect. Tot nu toe was de belangstelling voor de emissieloze kas bij tuinders niet zo groot. Dat verandert snel, constateert José Vogelezang van Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen. ‘‘Nederland maakt serieus werk van wetgeving op dit terrein. Daar wordt nog weleens over gemopperd omdat bedrijven hier eerder aan normen moeten voldoen dan elders in Europa. Dat is soms ook zo. Spanje loopt achter, terwijl daar toch enorme problemen zijn met waterkwaliteit en -kwantiteit. Nederland is al volop bezig de benodigde technologie te ontwikkelen en te implementeren. Dat geeft ons een innovatievoorsprong én het is goed voor het imago van onze tuinbouw.” ‘‘Voedsel produceren met gesloten kringlopen wordt wereldwijd op termijn de norm. Dat kan niet anders gezien de groeiende voedselvraag, het afnemende landbouwareaal en de schaarste aan zoet water. Hoe kun je een miljoenenstad van voedsel voorzien, zonder daarbij de bodem en het water te vervuilen en grondstoffen uit te putten? Met die vraag wordt wereldwijd geworsteld van China tot de Verenigde Staten. We krijgen veel internationale delegaties over de vloer die van Nederland willen leren. Hier ligt een markt voor toeleveranciers van watertechnologie.” SYSTEEMFOUTEN Alle ogen zijn nu gericht op de glastuinbouw, maar de fruitteelt, akkerbouw en bomenteelt moeten eveneens de transitie doormaken naar gesloten kringlopen en emissieloos telen. Daar is de opgave (nog) moeilijker te realiseren dan in de glastuinbouw. Marcel Paalman: ‘‘Neem de boomteelt in Boskoop en omgeving. Dat is grotendeels een open teelt waarbij behoorlijk wat gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen worden gebruikt. Bovendien gebeurt dit in een waterrijk gebied met een slappe bodem. Bij een flinke regenbui spoelen residuen uit naar het oppervlaktewater. Zo’n historisch gegroeid gebied zit vol s ysteemfouten, die lastig te repareren zijn. Dat vraagt om een heel nieuwe inrichting.” Toch ziet José Vogelezang ook buiten de kas mogelijkheden voor circulaire teelten. ‘‘Het succes van de glastuinbouw zit vooral in het volledig gecontroleerde productiesysteem. Een kasplant krijgt een afgemeten hoeveelheid water, voedingsstoffen, licht en warmte om optimaal te groeien. Hoe meer gesloten, hoe nauwkeuriger de dosering en hoe minder verspilling van grondstoffen. Surplus wordt hergebruikt. Die kant gaat het ook op in de vollegrondteelt. Het langjarige project ‘Teelt de grond uit’ laat zien dat ook buiten de kas substraatteelt en teelt op water mogelijk is. Fruitbomen groeien bijvoorbeeld in sleuven los van de ondergrond. De teler kan dan veel gerichter water en meststoffen toedienen en het restwater opvangen en eventueel opnieuw gebruiken.” ‘‘De teelt van groenten als bloemkool en prei op water heeft een veel hogere opbrengst dan de
conventionele teelt in de grond. Tegelijkertijd kost het minder mineralen en gewasbeschermingsmiddelen. De planten staan in goten waardoor continu een laagje water stroomt met precies de benodigde hoeveelheid voedingsstoffen. Een bijkomend voordeel is dat de verwerkingsindustrie bij het schoonmaken van groenten veel minder water nodig heeft, omdat er geen aarde aan zit. Nadeel is wel dat het op gang houden van de watercirculatie energie kost. Verder onderzoek is nodig, om ‘teelt uit de grond’ rendabel te maken.”
‘ Voedsel produceren met gesloten kringlopen wordt wereldwijd op termijn de norm’
WATER EN TUINBOUW TREKKEN SAMEN OP Hoe kan bij substraatteelt een opeenstapeling van natrium, stikstof en andere ongewenste stoffen worden voorkomen? Het is één van de vele complexe onder-
KRINGLOOP PLUS In de toekomst zou de land- en tuinbouw zelfs kunnen bijdragen aan vermindering van de schaarste aan zoetwater in gebieden waar dat een steeds groter probleem wordt, stelt Ellen Beerling. ‘‘Ik kan me voorstellen dat de tuinbouw daar kwalitatief inferieur water opwerkt om te gebruiken voor de teelt van gewassen en dat het restwater daarna schoon en biologisch gezond wordt toegevoegd aan de voorraad zoetwater. Dan krijg je als het ware een kringloop plus.” Vele wegen leiden samen naar een meer circulaire landen tuinbouw. De eerste milieuwinst valt te behalen door minder water, nutriënten en gewasbeschermingsmidde len te gebruiken. Veel telers zijn zich bijvoorbeeld nauwelijks bewust van de waterstromen op hun bedrijf, waardoor vervuild water weglekt. José Vogelezang: ‘‘Een andere weg is het veredelen van planten zodat ze met minder of met natriumrijker water toekunnen. Ook daar is nog veel mogelijk. Al die onderzoeken en innovaties leiden samen tot een zo hoog mogelijk teeltrendement met zo weinig mogelijk tot geen milieubelasting.” “Als water weinig kost en lozen is toegestaan, dan gebeurt er weinig aan innovatie. Dankzij wet- en regelgeving komt er veel meer interesse voor duurzame oplossingen. Nu kan geen enkel bedrijf zich nog hieraan onttrekken. Nederland loopt voorop in Europa. In Spanje halen tuinders tien kg tomaten van een m² en in Nederland is het tachtig kg. En dat gebeurt hier dan ook nog veel milieuvriendelijker en voor een flink deel al circulair. Maar het laatste stuk naar honderd procent circulair produceren, vergt nog wel veel onderzoek. Daarvoor is er nu het gezamenlijk innovatieprogramma van de topsectoren watertechnologie en tuinbouw. Dat moet een aantal doorbraken kunnen opleveren.’’ | NR6-JUNI 2017
zoeksvragen uit het gezamenlijk innovatieprogramma van de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en de Topsector Water. Beide sloten in maart 2017 op de Aqua Nederland Vakbeurs een overeenkomst om samen op te trekken in het onderzoek naar circulaire tuinbouw en akkerbouw. De twee kennisconsortia hebben een cross-over onder zoeksprogramma opgezet en de nodige financiën hiervoor gereserveerd. Tot 1 augustus 2017 zijn onderzoeksvoorstellen welkom van combinaties van bedrijven en kennisinstellingen uit de water- en tuinbouwsector. Koppeling tussen beide sectoren geldt als een voorwaarde. Het totale onderzoeksgebied is schematisch weergegeven in een matrix met maar liefst zestien velden. Het laat zien aan hoeveel knoppen moet worden gedraaid voordat over de volle breedte van de sector honderd procent circulaire tuinbouw in het vizier komt. De watervraagstukken spelen zich af binnen vier clusters: substraatteelt, grondteelt, tuinbouwgebieden en de verwerkende industrie. Onderzoekers wordt gevraagd met oplossingen te komen voor onder meer het ontzouten van grondwater, verwijderen van ziekteverwekkers uit gerecycled water, precisie-irrigatie en betere meet- en regelsystemen. Projectvoorstellen ontvangen maximaal de helft van de benodigde financiering uit de middelen van de topsectoren. Het programma maakt nadrukkelijk ook ruimte voor verduurzaming van de industrie die groenten, fruit en planten verwerkt. Grote hoeveelheden spoel- en waswater zijn nu nog nodig om producten klaar te maken voor de schappen van de supermarkt. In het restwater zitten eiwitten, nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen.
25
26
NEW BUSINESS
NEW BUSINESS
Powered by Water Alliance | from idea to business
Powered by Water Alliance
NIEUWE WATERTECHNOLOGIE VAN NEDERLANDSE BODEM
BLUECON: EEN ZUIVERING DIE HET ALTIJD EN OVERAL DOET Foto Bluecon
VOORAF | Circulaire economie biedt kansen voor MKB Voor veel bedrijven in de watersector biedt de overgang naar circulaire economie kansen. Neem verduurzaming van gebouwen. Nu is de aandacht vooral gericht op het energieneutraal maken van woningen en bedrijfs panden, maar ze moeten ook waterneutraal worden. Hergebruik van water, besparen van water, gebruik van regenwater, daar liggen mogelijkheden. Denk aan de slimme douche zoals van Upfall shower, waarmee je water hergebruikt en zo’n 90 procent water en energie bespaart, met zo’n techniek ga je al behoorlijk richting circulaire toepassing. De uitdaging voor bedrijven is om er geld mee te verdienen. Dat kan, zeker als bedrijven in de watersector gaan samenwerken. In het midden- en kleinbedrijf zitten heel veel ondernemingen die zich bezighouden met circulaire economie. En er is veel kennis. Mooi voorbeeld is MijnWaterfabriek van Johan Bel in Hardenberg. Dat bedrijf levert circulaire watersystemen en zet in op waterneutrale gebouwen. Ander voorbeeld is DeSaH, dat in Sneek in de wijk Noorderhoek zo’n 230 woningen heeft voorzien van duurzame sanitatie. In die woningen worden zwart en grijs water gescheiden afgevoerd en lokaal gezuiverd en hergebruikt, waarbij o.a. biogas wordt gewonnen voor verwarming en fosfaat wordt teruggewonnen voor hergebruik. Dat is op zich misschien qua afzonderlijke technologieën niet zo spectaculair meer vandaag de dag, maar als je alle technieken en inzichten gaat bundelen, dan kun je flinke stappen zetten om g ebouwen waterneutraal te maken. En met deze kennis kun je de hele wereld over, want deze uitdagingen met de snelgroeiende wereldbevolking in stedelijke omgeving doen zich overal voor. Over de wereld gesproken, Water Alliance haalt samen met diverse andere organisaties volgend jaar de belangrijke watertechnologie regio’s uit de hele wereld naar Nederland. Dat gebeurt tijdens de E uropean Water Tech Week die van 24 tot 27 september 2018 in Leeuwarden wordt gehouden. Voor de organisatie zetten we o.a. de 20.000 euro in die Water Alliance vorige maand in de wacht sleepte, als een van de vijf winnaars van de provinciale prijsvraag Inkomende Handelsmissies 2018. Met de prijsvraag wil de provincie Fryslân de export van het Friese midden- en kleinbedrijf stimuleren. Wij gaan dat doen door volgend jaar waterhubs uit landen als VS, Singapore, Zuid-Korea en Israël te verbinden aan de Nederlandse waterhub en het MKB. Dat gaan we doen met een interessant programma, matchmakingsessies en netwerkbijeenkomsten. Wie meedoet vergroot zijn kans op internationale samenwerking en export. Wil je erbij zijn? Noteer het alvast in de agenda. Hein Molenkamp Managing director Water Alliance h.molenkamp@wateralliance.nl
Water Alliance is een samenwerkingsverband van overheid, kennisinstellingen én bedrijfsleven op het gebied van watertechnologie in Nederland. Water Alliance richt vooral op het midden- en kleinbedrijf in de innovatieve en duurzame watertechnologie die wereldwijd vermarkt kan worden. Water Alliance ondersteunt de bedrijven op het gebeid van (internationale) matchmaking, netwerken en business development.
wateralliance Agora 4 8934 CJ Leeuwarden 058-2849044 www.wateralliance.nl
Bluecon installatie in Borsa, een Roemeense stad met 20.000 inwoners
Bluecon brengt een modulair en compacte waterzuiveringsysteem op de markt. Straks kunnen dorpen en kleine steden overal ter wereld hun water decentraal ‘Blueconizen’. In tegenstelling tot conventionele zuiveringen gebruikt het bedrijf geen biologische, maar een fysische zuiveringstechnologie. Bluecon is een startend bedrijf. “Toen we vorig jaar de markt op kwamen,” vertelt mede-eigenaar Jaap Stuiver, “hadden we al enige jaren onderzoek verricht naar onze technologie. Deze technologie maakt het mogelijk maakt om rioolafvalwater van dorpen of stadsdelen te zuiveren van 1000 tot 10.000 I.E. (vervuilingseenheden, red) tot irrigatiekwaliteit. We willen in elk land een distribiteur vinden.” “Vernieuwend aan onze technologie”, zegt Stuiver, “is dat wij werken met een 100 procent fysisch proces. Een bewuste keuze, want de bacteriën die het hart vormen van traditionele NR6-JUNI 2017
biologische zuiveringen, zijn gevoelig voor temperatuurverschillen en voor de ongebruikelijke stoffen die soms de zuivering binnenkomen. Dat maakt een installatie kwetsbaar. Wij hebben daarom een compact en modulair systeem gebouwd dat het onder alle omstandigheden doet. Je hoeft alleen de stekker in het stopcontact te steken.” Superflotatie De kracht van het Blueconsysteem zit in het superflotatietechniek, vertelt Stuiver. “In zuiveringsprocessen wordt soms gebruik gemaakt van dissolved air flotation (DAF). Er wordt dan een polymeer aan het water toegevoegd waardoor afvaldeeltjes zich van het water scheiden. Wij doen iets vergelijkbaars, maar onze verwijdering is veel groter dan bij een DAF. Wij destabiliseren het water met een zoutoplossing en voegen vervolgens een polymeer toe waardoor slibdeeltjes aan elkaar plakken. Dit doen we zo goed dat het water meteen onder
de lozingseisen voor oppervlaktewater valt.” Stuiver: “Onze technologie is vooral geschikt voor decentraal gelegen locaties die nog niet zijn aangesloten op de grote infrastructurele riool werken. Dit geldt voor veel landen rondom de evenaar, bijvoorbeeld voor Turkije en Australië. Dat het gezuiverde water meteen geschikt is als irrigatiewater, is interessant voor landen zoals Roemenië en Iran. In Iran willen we met de Bluecon zelfs drinkwater gaan maken. Ook voor Nederland is de Bluecon interessant. Bijvoorbeeld voor nieuwe wijken waar ruimte is voor een eigen, decentrale zuivering. We hebben al twee aanvragen liggen van Nederlandse gemeenten.” Op missie In juni gaat Bluecon mee op handelsmissie naar Italië. Deze handelsmissie heeft het thema ‘watersector’. Stuiver: “We hopen in Italië een distribiteur te vinden voor onze technologie.”
27
28
NEW BUSINESS
NEW BUSINESS
Powered by Water Alliance
Powered by Water Alliance
Installatie waarin 3 verschillende geconcentreerde afvalwaterstromen worden ingedikt met behulp van laagwaardige warmte
Foto CirTec
Het hart van de installatie waarin vloeistof en gas met elkaar in contact worden gebracht en waar uitwisseling plaats vindt
teem maakt gebruik van restwarmte, waardoor het vermogen van de lucht om vocht op te nemen, toeneemt. Zo werkt het systeem dus als verdamper.” Wessels: “Tot voor kort maakten we modules van roestvrij staal, maar RVS wordt makkelijk aangetast door de hoge zoutconcentraties in industriële reststromen. Omdat de modules soms al na drie jaar moeten worden vervangen, maken we ze sinds kort ook van recyclebare kunststof. Wij zijn de eersten die een volledig
r ecyclebare verdamper leveren. De standtijd van de kunststoffen GaLiCos is gegarandeerd tien jaar.” China Onlangs was CirTec met een handelsmissie mee naar China. Wessels: “Bedrijven daar mogen vloeibaar afval niet lozen op het riool. Ze moeten hun afvalstromen dus eerst zelf zuiveren. Deze zomer plaatsen we ’s werelds eerste kunststoffen GaLiCos bij een bedrijf dat gevaarlijk afval inzamelt in de regio in Huangzhou. Eind oktober stellen we de installatie, die vier ton water per uur verdampt, in bedrijf.” Wessels verwacht veel interesse voor de GaLiCos. “Er zijn wereldwijd veel industrieën die gebruik maken van koeltorens. Door afvalwaterstromen in te dampen met behulp van hun eigen restwarmte, k unnen ze makkelijker voldoen aan de steeds strengere milieueisen.” CirTec uit Purmerend begon in 2010 als BWA Water. Het bedrijf is gespecialiseerd in het terugwinnen van grondstoffen uit afvalwater en het hergebruiken van restenergie en restwarmte.
Foto Bluecon
Efficiënte verdamper “De technologie die we gebruiken voor de G aLiCos is ontwikkeld door de firma Najade”, vervolgt Wessels. “Wij brachten het systeem in 2010 op de markt. De installatie brengt gas en vloeistof met elkaar in contact, zodanig dat er een maximale uitwisseling plaatsvindt tussen het gas en die vloeistof. Het sys-
Foto Bluecon
De Vortex 2.0
Drie jaar geleden werd de GaLiCos van CirTec (tot voor kort BWA Water) genomineerd voor de Waterinnovatieprijs. Binnenkort wordt de eerste kunststoffen versie van deze verdampingsinstallatie geleverd in China. “De Galicos staat voor Gas Liquid Contact System”, vertelt CirTec-directeur Coos Wessels. “Het is een verdampingsinstallatie die interessant is voor industrieën met biologisch lastig afbreekbare reststromen, of met geconcentreerde stromen afkomstig van bijvoorbeeld membraan installaties. Door dergelijke stromen te verdampen tot een concentraat, hoeft er minder restafval verbrand te worden. Dit is duurzamer en levert kostenbesparingen op.”
TEST VORTEX 2.0 IN STRIJD TEGEN ALGEN Foto CirTec
VERDAMPINGSINSTALLATIE GALICOS GAAT NAAR CHINA
In een plas bij Nieuw Annaland wordt een Vortex 2.0 van H2MOTION getest om algen te bestrijden. Aan de generator zitten sensors van Aquacolor Sensors bevestigd om resultaten te meten. Het is de eerste keer dat leden van Water Alliance op deze wijze samenwerken. De plas bij Nieuw Annaland bevatte vorig jaar te veel algen, ruim vijftig keer de norm. Eigenaar André van den Broek zocht een oplossing en trof Joost Jacobi van H2MOTION die op zijn beurt een testlocatie zocht voor zijn Vortex 2.0. Hier tekende zich een win-win situatie af, met Waterschap de Dommel als financier. Inmiddels ligt de Vortex 2.0 in de plas. In het water is een houten damwand geplaatst, zodat een helft van de plas NR6-JUNI 2017
dient als controlewater. “Het is de eerste keer dat we op deze schaal testen,” vertelt Jacobi. “Eerdere test vonden voornamelijk in het lab plaats en vorig jaar op kleine schaal in een testvijver in Tilburg.” Voor de test zocht H2MOTION samenwerking met Aquacolor Sensors. “Wij zoeken bewust dit soort samenwerkingen op. In plaats van onze sensor overal los te verkopen, integreer ik hem in andere innovaties,” legt Mateo Mayer uit. Zo is de test van de experimentele Vortex 2.0 een gezamenlijk project. In de plas stroomt water via de bovenkant in een grote, knalgroene met gaas (8x8 mm) afgedekte trechter, waarna het door een speciaal ontworpen waaier aan de onderkant
weer naar buiten wordt geslingerd. Hierdoor ontstaat een draaikolk. “Algen houden van stilstaand water,” legt Jacobi uit. “Met de Vortex krijg je beweging. Daarnaast meng je warm water aan de oppervlakte met koud water onderin. Daardoor ontstaan minder warme locaties waarin de alg floreert. Ook wordt aan het water zuurstof toegevoegd, wat bijdraagt aan een gezonder aquatisch milieu.” De generator is aan de buitenkant voorzien van diverse sensors door Aquacolor Sensors. Mayer: “We meten aan de hand van groene, rode en blauwe ledlampjes hoeveel algen er zijn. Blauwalg is bijvoorbeeld groen omdat het geen groen licht opneemt. Als de sensor dus meet dat er geen groen licht wordt opgenomen, is er sprake van veel blauwalg.” Mayer en Jacobi verwachten over ruim een maand de eerste resultaten. Jacobi: ”En dan kunnen we zeggen of het werkt.”
29
COLUMN
[ ADVERTORIAL ]
Foto Keke Keukelaar
WAAROM PRATEN JULLIE ZO RAAR, LIEVE DIJKWERKERS? Japke-d. Bouma
VISVRIENDELIJKE POMPEN VOOR GEMAAL C. MANTEL Voor het nieuwe gemaal van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft Pentair Fairbanks Nijhuis vier visvriendelijke pompen geleverd. Qua capaciteit en omvang zijn dit de grootste visvriendelijke pompen die het Winterswijkse bedrijf tot nu toe heeft geproduceerd. Met de opening van het gemaal op 7 juni jongsteleden is het nu officieel het grootste, visvriendelijke gemaal van Nederland.
Pentair Fairbanks Nijhuis Parallelweg 4 7102 DE Winterswijk T: 0543-547 474 Info.nijhuis@pentair.com
Gemaal C. Mantel is een nieuw gemaal aan de Markermeerzijde van het werkgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en moet zorgen voor een stabieler waterpeil in een groot deel van Noord Holland. Projectmanager Edwin Wolterink: “Om een snellere afvoer van regenwater mogelijk te maken zijn vier visvriendelijke pompen geplaatst. Deze pompen hebben elk een capaciteit van 30.000 m3/per uur. Samen zijn ze dus goed voor 120.000 m3/per uur.
ANTI FOULING COATING Bijzonder is dat de pompen onderling uitwisselbaar zijn. “Daarnaast is één van de pompen omkeerbaar, zodat deze in droge periodes gebruikt kan worden om water terug te pompen naar de polder. Ook hebben we bij deze pompen voor het eerst een nieuwe ‘anti fouling’ coating toegepast. Deze coating heeft een dermate harde toplaag dat kokkels zich niet of nauwelijks aan de pomp kunnen hechten. Dat heeft een gunstige invloed op de performance en levensduur van de pompen”, aldus Edwin Wolterink.
VISVRIENDELIJKE WAAIER Een aanzienlijk deel van de huidige vissterfte wordt veroorzaakt doordat vissen bij de passage van conventionele pompen in botsing komen met de waaierbladen en/of
leischoepen van de pomp. Edwin Wolterink: “Daarnaast wordt de natuurlijke vismigratie sterk verstoord door de toepassing van conventionele pompen. De waaier en de leischoepen van onze visvriendelijke pompen hebben een speciaal ontwikkelde vormgeving.”
VERGELIJKBAAR RENDEMENT De bijzondere vormgeving van de waaiers zorgen voor een gunstige stroming in het water. “Deze stroming helpt de vis om veilig door de pomp te migreren. Om het raken van de vis nog verder uit te sluiten is er meer ruimte tussen de waaierbladen gecreëerd en zijn alle randen afgerond. Ondanks deze visvriendelijke aanpassingen haalt de pomp een vergelijkbaar rendement als dat van een conventionele pomp”, aldus Edwin Wolterink.
BEWEZEN VISVRIENDELIJK Testresultaten laten zien dat de pomp bijna 100% visvriendelijk is. Edwin Wolterink: “Paling komt er nagenoeg 100% veilig doorheen en van de schubvissen is dat minimaal 97%. Onze pompen draaien al sinds 1 december. De pompen zijn zo groot dat ze niet getest konden worden in onze proefstand in Winterswijk. De performancetest hebben we terplekke gedaan en was succesvol. Dit najaar gaan we in samenwerking met het hoogheemraadschap de visvriendelijkheid testen.”
Mensen praten raar op kantoor, iedereen weet dat. Zo ‘sturen we op kwaliteit’ in plaats van het beter te willen doen, ‘gaan we trajecten in’ in plaats van dat we ergens mee beginnen, ‘houden we dingen tegen elkaar aan’ in plaats van te vragen wat we ervan vinden en informeren we of onze collega’s nog ’in hun kracht staan’ als we… – ja, wanneer eigenlijk? Ik weet dat dus nooit. Ook jullie, dijkwerkers en waterprofessionals van Nederland praten raar. Neem alleen al dat woord ‘waterprofessional’. Wat is dat? Een goudvis? Zijn we niet allemaal w aterprofessionals? We bestaan er per slot voor 70 procent uit. En zijn jullie allemaal waterprofessionals of werken er ook amateurs bij de waterschappen? Of neem het woord ‘innovatie’. Het stikt van de innovatie bij de waterschappen. Alsof alles wat jullie tot nu toe gedaan hebben slechts gepruts was en nu ineens de hele handel op de schop moet. Ik snap het wel, het is supercool om met innovatie bezig te zijn. Want al die innovatie kan je op een ‘innovatieplatform’ zetten. En zo’n platform kun je dan feestelijk ‘aftrappen’ met een kick-off met beroepsbestuurders en VVD’ers. Daarna gebeurt er helemaal niks en na een paar jaar laat je het platform dan weer afzinken. Dat is goedkoper dan er iets mee te doen en dan zeg je gewoon dat andere aanjagers de innovatiekar moeten gaan trekken. Ook een mooi waterschapwoord vind ik ‘uitrollen’. Kan het maller? Dat iemand zegt dat hij concepten, afdelingen, producten of nieuwe werkwijzen gaat ‘uitrollen’, maar dat dan nergens tapijt, pleepapier, pizzadeeg of behang te bekennen is. Want wat doe je als je iets hébt uitgerold? Rol je er dan weer iets nieuws overheen, je kan toch niet aan het uitrollen blijven? En het is best moeilijk. Ik ben bang dat mensen dat onderschatten, maar iedereen die weleens vloerbedekking gelegd heeft, weet dat je bij het uitrollen áltijd gedoe hebt om geen hobbels te krijgen. En je moet natuurlijk oppassen dat je niet ónder de rol komt, qua platwalsen. Maar jullie allermooiste jeukwoord vind ik ‘meekoppelkans’. Wat ís het? De kans dat je de liefde van je leven vindt? De kans dat je caravan dit jaar meekan op vakantie? Ik vind: als je iets koppelt, moet je ook iets te koppelen hebben. En een trekhaak. En je moet ook weer kunnen ONTkoppelen, anders kan je net zo goed niet k oppelen. En je moet een koppel hebben, losjes onder je oksels, met een flink pistool erin. En een koppelriem. Hebben we dat allemaal? Of hebben we een alternatief voor meekoppelkans? Ik denk het wel hè. Gewoon: meer vliegen in één klap proberen te slaan. En zo is het natuurlijk met alle jeukwoorden. Er is altijd wel een helder alternatief voor te bedenken. Zullen we dat eens proberen?
Japke-d. Bouma is columnist bij NRC en schrijft wekelijks over kantoorclichés. Deze
Afgesproken ;-)
column is een verkorte versie van haar lezing op 23 mei op de ‘Dijkwerkersdag’ in Utrecht.
www.FairbanksNijhuis.com
NR6-JUNI 2017
31
WATERWETENSCHAP
32
TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR
iStockphoto
Dit artikel van Arjen van Nieuwenhuijzen, Marina Sanders, Cindy Visser, Ingrid Odegard en Geert Bergsma is verkozen tot het beste vakartikel dat in 2016 is gepubliceerd op de website van H2O. De auteurs kregen op het voorjaarscongres van het Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) de bijbehorende prijs uitgereikt.
IS DE ENERGIE- EN GRONDSTOFFENFABRIEK WEL DUURZAAM? Nu al produceren de waterschappen ruim een kwart van hun ener giebehoefte uit het riool water dat zij zuiveren, door de productie van biogas. Maar rioolwater bevat potentieel ook veel waardevolle grondstof fen, bijvoorbeeld fosfaat en cellulose. Reden voor de waterschappen om rwzi’s om te bouwen tot ‘energie- en grond stoffenfabrieken’. Maar hoe duurzaam is het terugwinnen van deze grondstoffen eigenlijk?
Om dit uit te zoeken hebben KNN Advies, CE Delft en Witteveen+Bos levenscyclusanalyses uitgevoerd naar de winning van een aantal grondstoffen uit rioolwater. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van STOWA, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO) en de ‘Energie- en Grondstoffenfabriek (ofwel de EFGF, een netwerkorganisatie van de water schappen). De onderzochte stoffen zijn fosfaat, NEO-alginaat, PHA (een grondstof voor bioplastics) en cellulose. Terugwinroutes van grondstoffen als stikstof, eiwitten en metalen zijn niet onderzocht omdat de technologie minder ver ontwikkeld is. TOEPASBAAR Een levenscyclus (LCA) van een product maakt duidelijk waar een keten optimaal is en waar niet, en of er sprake is van milieuwinst in de productketen. Zo kan terugwinning van fosfaat mijnbouw overbodig maken. Bij het maken van de LCA’s hebben we gekeken naar de extra milieu-impact van de winning van de grondstoffen. Zo gaat bijvoorbeeld bij de terugwinning van PHA, cellulose en alginaat de biogasproductie omlaag, bovendien zijn er bij de winning energie en chemicaliën nodig. In de LCA staan de milieuvoordelen van de productie van zo’n stof tegenover de nadelen van een verminderde biogasproductie en het verbruik van energie en chemicaliën. Niet alle producten zijn op elke rwzi terug te winnen. Terugwinning van cellulose kan bijvoorbeeld op elke rwzi, maar productie van NEO-alginaat kan alleen op rwzi’s die het Nereda®proces toepassen. FOSFAAT Er zijn twee manieren om fosfaat terug te winnen, namelijk uit vergist slib op de rwzi (decentraal) of uit de vliegas van een monoverbrander, een installatie die alleen slib verwerkt
(centraal). Bij terugwinning op de rwzi wordt struviet (magnesiumammoniumfosfaat) geproduceerd. Dit is een goede meststof. Bij verbranding van slib door een monoverbrander komt bijna alle fosfaat uit het slib terecht in de vliegas, die als grondstof kan dienen voor de productie van fosforzuur voor kunstmest of diervoeder. Er zijn in Nederland twee slibverwerkers met een monoverbrander, die meer dan de helft van het rioolslib in ons land verwerken. In de route via de slibverwerker wordt meer fosfaat teruggewonnen dan in de rwzi-route (82 procent tegen 23-47 procent). Uit de levenscyclusanalyse blijkt echter dat terugwinning van struviet op de rwzi over de hele keten gezien duurzamer is. De rwzi-route is alleen mogelijk bij grote rwzi’s, met een slibgisting. Voor een zo duurzaam mogelijke terugwinning van fosfaat is het daarom noodzakelijk beide routes in te zetten. Een complicatie is dat slib waaruit struviet is gewonnen door het lage fosfaatgehalte minder geschikt is voor terugwinning bij slibverbranding. De vuistregel wordt dan ook: terugwinning via struviet waar dat kan, waarbij het slib van die rwzi’s zoveel mogelijk bij andere slibverwerkers dan monoverbranders terechtkomt. Is struvietwinning niet mogelijk, dan gaat het slib naar de monoverbrander. ORGANISCHE GRONDSTOFFEN Ondanks de verminderde biogasproductie levert het terugwinnen van organische stof uit rioolwater in alle gevallen een milieuvoordeel op. Cellulose in rioolwater is voornamelijk afkomstig van toilet papier. Het kan op elke rwzi worden teruggewonnen als zeefgoed. Dit zeefgoed kan dienen als hoogwaardige brandstof of als materiaal (cellulosevezels). Cellulosevezels kunnen gebruikt worden als afdruipremmers of isolatiemateriaal, en vervangen daarmee oudpapier. Voor de milieuwinst maakt het momenteel niet uit hoe de cellulose wordt toegepast. PHA (polyhydroxyalkanoaat) kan dienen als grondstof voor de productie van bioplastics. Bioplastics op basis van PHA hebben door de zeer goede biologische afbreekbaarheid andere eigenschappen dan de gangbare bioplastics. Omdat het gaat om volstrekt nieuwe materialen is het onzeker hoe de afzet van PHA eruit ziet. NEO-Alginaat is een lijmstof die wordt geproduceerd door bacteriën en is een bestanddeel van het aerobe korrelslib in het zogenaamde Nereda®-proces. NEO-alginaat kan algiNR6-JUNI 2017
naat uit zeewier vervangen. Zeewieralginaat wordt momenteel voornamelijk toegepast in textiel, voedingsmiddelen, bouw en papierindustrie. Toepassing van NEO-alginaat wordt vanwege de herkomst niet overwogen in voeding. Ook in de PHA- en alginaatproductie lijkt een milieuvoordeel in principe goed mogelijk. Of er milieuwinst behaald kan worden, moet blijken uit pilots en experimenten die op dit moment lopen. Het succes zal afhangen van een uitgekiend ontwerp van de productieroutes. VERBETERING In principe is een Energie- en Grondstoffenfabriek duurzamer dan een conventionele rwzi. Volledig duurzaam willen we de routes nog niet noemen, want er is zeker nog verbetering mogelijk. Tot slot moet ook opgemerkt worden dat in deze studie niet gekeken is naar de kosten en baten van de verschillende technieken. Ook kosten van het ombouwen van een rwzi voor de productie van bepaalde grondstoffen zijn niet meegenomen. Arjen van Nieuwenhuijzen (Witteveen+Bos), Marina Sanders (voorheen Witteveen+Bos), Cindy Visser (voorheen KNN Advies), Ingrid Odegard en Geert Bergsma (CE Delft) Een uitgebreide versie van dit artikel is hier te lezen
SAMENVATTING Rioolwater bevat potentieel veel grondstoffen. Hoog in de top-5 staan fosfaat en organische bestanddelen (biogas, PHA, alginaat en cellulose). Uit de levens cyclusanalyse blijkt dat alle terugwinningsroutes een milieuvoordeel hebben ten opzichte van het reguliere zuiveren.
33
WATERWETENSCHAP
34
TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR
Een overzicht van UKNOW: de samenhang tussen data, modellen en beslissingsondersteuning. Rvw = randvoorwaarden, BOS = Beslissingsondersteunende Software
UKNOW: LEIDINGEN VERVANGEN OP HET JUISTE MOMENT Het is voor drinkwater bedrijven van groot belang te weten wan neer welke leiding aan vervanging toe is. UKNOW combineert alle beschikbare informatie en brengt onzekerheden in beeld. Het denkraam helpt op die manier bij het nemen van de best mogelijke beslissingen.
Een leiding te vroeg vervangen is een vorm van kapitaalvernietiging. Maar een leiding te laat vervangen kan leiden tot overlast voor klanten en forse kosten. Omdat een aanzienlijk deel van het leidingnet naar verwachting de komende decennia aan vervanging toe is, is de vraag naar meer inzicht groot. Drinkwaterbedrijven werken volgens het principe van risicogestuurd beheer. Dat betekent dat ze hun saneringsbeslissingen koppelen aan het risico op falende leidingen, waarbij ze de kans op falen combineren met de te verwachten schade die dat oplevert. Maar die kans kon tot op heden nog niet goed in beeld gebracht worden door een gebrek aan data, inzicht in de onzekerheden en kennis van de degradatieprocessen. Het gevolg is dat er grote onzekerheden zitten in de schatting van het beste moment om een leiding te vervangen. Om hier verbetering in te brengen, heeft het waterkennisinstituut KWR het UKNOW-concept ontwikkeld. Dit beslissingsondersteunend instrument geeft richting aan nieuwe ontwikkelingen en benodigd onderzoek. MEERWAARDE VAN COMBINEREN De mogelijkheden om meer en betere data te verkrijgen, nemen momenteel snel toe. Sinds 2009 worden storingen in distributieleidingen door acht van de tien drinkwaterbedrijven op een uniforme manier centraal geregistreerd. Er komen steeds meer betaalbare inspectie-
technieken en de ontwikkeling van robotica biedt binnen afzienbare tijd de mogelijkheid om ook die delen van het net te onderzoeken, waar dat tot nu toe niet haalbaar was. De uitdaging is vervolgens efficiënt om te gaan met de grote hoeveelheden data. Daar komt UKNOW in beeld. Essentieel daarbij is dat UKNOW niet alleen verschillende informatie bronnen bij elkaar brengt, maar ook de onzekerheden van de verschillende onderzoeken expliciet maakt. Stel dat methode A de kans op falen van een bepaalde leiding groot acht en dat methode B die kans veel kleiner inschat. De onzekerheden die gepaard gaan met methode A zijn echter veel groter dan bij methode B. Door de onzekerheden expliciet in beeld te brengen wordt duidelijk of het zinvol is om voor een specifieke leiding na methode A ook methode B toe te passen, of dat dit niet kosteneffectief is. UKNOW combineert alle beschikbare gegevens. Dat zijn de inspectiegegevens, storingsregistraties, omgevingsken merken, klantmeldingen, online sensorgegevens en de gegevens uit het leidinginformatiesysteem, zoals ligging, materiaal, ouderdom en diameter. Bij het gebruik van data en rekenmodellen maakt UKNOW expliciet hoe informatiebronnen samenhangen en hoe ze te combineren zijn. En daarbij wordt dus rekening gehouden met de onzekerheden in de informatiebronnen. De opbouw in modules maakt het mogelijk voor drinkwaterbedrijven de tools en modellen van UKNOW te gebruiken met hun eigen systemen. EFFICIËNTER ONDERZOEK UKNOW laat zien hoe groot de onzekerheden van een aanpak zijn en of ze kunnen en moeten worden verkleind. Dat levert nog meer interessante mogelijkheden op. Zo kan het inzicht verschaffen in de beste manier om de onzekerheden te verkleinen. Zijn er meer data nodig of juist een nauwkeuriger model? En als de onzekerheid van de ene methode te verkleinen is met een aantal veldtesten, terwijl dat bij de andere methode alleen lukt met jarenlang onderzoek, is het vermoedelijk nuttiger de veldtesten uit te voeren. Dit soort inzichten maakt het mogelijk efficiënt te investeren in verder onderzoek. Dit jaar wordt met behulp van UKNOW gewerkt aan het verbeteren van de voorspelling van toekomstige storingsfrequenties. Hierbij combineert het systeem de kennis van de veroudering van de leidingen met de statistische gegevens NR6-JUNI 2017
van geregistreerde storingen. Zo is het mogelijk onzeker heden in de extrapolatie van de data te verkleinen en de vervangingsprioritering beter te onderbouwen. UKNOW is bovendien ook toepasbaar voor andere sectoren. De methode sluit bijvoorbeeld goed aan bij de werkwijze voor rioleringsbeheer van gemeenten en waterschappen. Op die manier kan UKNOW zorgen voor efficiënte besteding van gemeenschapsgeld. Jojanneke van Vossen Andreas Moerman Ralph Beuken Mirjam Blokker (KWR Watercycle Research) Een uitgebreide versie van dit artikel is hier te lezen
SAMENVATTING UKNOW is een digitaal instrument dat drinkwater bedrijven inzicht kan geven in welke leidingen het beste als eerste vervangen kunnen worden om risico’s op storingen en falen te vermijden. Het bestaat uit een set tools en rekenmodellen die: • de verschillende databronnen en analysemethoden optimaal combineren, omdat ze in samenhang te zien zijn; • de onzekerheden van informatiebronnen in beeld brengen; • en een duidelijk beeld creëren van nog ontbrekende informatie en hoe die informatie het beste kan worden verkregen. De methode is mogelijk ook interessant voor andere sectoren, zoals rioolbeheer.
35
WATERNETWERK
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
AGENDA
iStockphoto
Smart Asset Management Met de assets software van Inter Act kan op gebruikersvriendelijke wijze onderhoudswerk worden beheerd. Service monteurs vullen op locaties voorgedefinieerde formulieren in.
2017
Wilt u een activiteit voor waterprofessionals aangekondigd zien in deze agenda van maandblad H2O? Meld het dan aan onze redactie: redactie@h2owater netwerk.nl
Op de centrale server wordt de data verwerkt tot rapportages en dashboards voor Smart Asset Management.
22 JUNI, UTRECHT
WATERKWALITEIT OP DE KAART IV Voor de vierde keer organiseert KNW op 12 oktober [datum onder voorbehoud] Waterkwaliteit op de kaart: WOK IV. Het programma is zeer breed: Nieuw opkomende stoffen in het (grond)water en de problematiek met normering en vergunningen, kansen voor waterkwaliteit bij de klimaatadaptatie met name in de grote steden, landbouw en eutrofiëring, de ketenaanpak geneesmiddelen, de blauw algenbestrijding en circulaire economie.
Assetmanagement verbindt Nederland – samen leren met LEF
Mitsubishi Electric FAG SmartCheck MitsubishiElectric ElectricFAG FAGSmartCheck SmartCheck Mitsubishi De innovatieve oplossing voor het waarborgen De innovatieve oplossingvoor voorhet hetwaarborgen waarborgen Devan innovatieve oplossing de beschikbaarheid van alle machines van de beschikbaarheid van alle machines van de beschikbaarheid van alle machines
Inter Act industrial automation B.V. Dijkgraafweg 16 - 7336 AT Apeldoorn - P.O. Box 1011 - 7301 BG Apeldoorn Tel +31 55-534 2002 - Fax +31 55-534 2010 - Email info@interact.nl - Web www.interact.nl
ADVERTEREN IN
H2O MAGAZINE?
KNW organiseert samen met RWS en WOW en WOW een inspirerende reis op weg naar 2100. Meer informatie op www.h2owaternetwerk.nl
4 OKTOBER, EMMEN
Wildlands - over de toekomst van de waterkringloopsluiting Meer informatie op www.h2owaternetwerk.nl
Ongemerkt kan bijvoorbeeld een tandwielkast in de Ongemerkt kan bijvoorbeeld een tandwielkast in de nabije toekomst een probleem door een defect. Ongemerkt kan bijvoorbeeld eenvormen tandwielkast in de nabije toekomst een probleem vormen door een defect. Hebttoekomst u de betreffende onderdelen in huis? zou nabije een probleem vormen doorHet een defect. Hebt zijn u deom betreffende onderdelen in huis? Het zou mooi vooraf alonderdelen een indicatieintehuis? krijgen Hebt u de betreffende Hetdat zouer iets mooi zijn om vooraf al een indicatie te krijgen dat er iets nietzijn in orde is en welk onderdeel dattebetreft. Pas dan mooi om vooraf al een indicatie krijgen dat er iets niet in orde is en welk onderdeel dat betreft. Pas dan kunt preventief maatregelen en de Pas stilstand niet in u orde is en welk onderdeelnemen dat betreft. dan kunt u preventief maatregelen nemen en de stilstand tot een minimum beperken. kunt u preventief maatregelen nemen en de stilstand tot een minimum beperken. tot een minimum beperken. Het is nu mogelijk om met slechts 1 FAG SmartCheck Het is nu mogelijk om te met slechts 1van FAGéén SmartCheck sensor parameters monitoren complete Het is nualle mogelijk om met slechts 1 FAG SmartCheck sensor alle parameters te monitoren van één complete machine. Naast de klassieke procesparameters als sensor alle parameters te monitoren van één complete machine. Naast deen klassieke procesparameters als temperatuur, druk bedrijfsuren levert de sensor machine. Naast druk de klassieke procesparameters als temperatuur, en bedrijfsuren levert de sensor tevens de status van alle tandwielen, lagers, cavitatie, temperatuur, druk en bedrijfsuren levert de sensor tevens deuitlijning status van alle tandwielen, lagers, cavitatie, onbalans, etc. Omdat zowel de klassieke als tevens de status van alle tandwielen, lagers, cavitatie, onbalans, uitlijning etc. Omdat zowel de klassieke als de trilling gebaseerde parameters gemonitord worden onbalans, uitlijning etc. Omdat zowel de klassieke als de trilling gebaseerde parameters gemonitord worden is de sensor niet meer weg te denken uit de moderne dewijze gebaseerde parameters gemonitord worden istrilling de van sensor niet meer weg te denken uit de moderne machineen procesbewaking. is de sensor niet meeren weg te denken uit de moderne wijze van machineprocesbewaking. wijze en procesbewaking. Scanvan de machineQR code voor de speciale actie! Scan de QR code voor de speciale actie! Scan de QR code voor de speciale actie! Bezoek onze website nl3a.mitsubishielectric.com Bezoek website nl3a.mitsubishielectric.com of neemonze contact met ons op 0297 250 350 of neem contact met ons op 0297 250 350 Bezoek onze website nl3a.mitsubishielectric.com wat Mitsubishi u kunt ofOntdek neem contact met onsvoor op 0297 250betekenen 350 Ontdek wat Mitsubishi voor u kunt betekenen Ontdek wat Mitsubishi voor u kunt betekenen
12 OKTOBER, ROTTERDAM
Waterkwaliteit op de kaart IV.
Meer informatie op www.h2owaternetwerk.nl
30 OKTOBER-3 NOVEMBER, AMSTERDAM
Amsterdam International Water Week – Water and 9 billion people
KNW (IWC) en NWP organiseren ism RAI een week vol boeiende ontmoetingen en inspiratie. www.internationalwaterweek.com
24 NOVEMBER, AMERSFOORT
Water en de digitale revolutie
KNW najaarscongres en ALV, www.h2owaternetwerk.nl
WELK VRAAGSTUK LOST WETSKILLS VOOR U OP? Voor welk watergerelateerd vraagstuk zou u het liefst vandaag nog een oplossing vinden? Dít is precies het vraagstuk dat u als case owner kunt indienen bij Wetskills. Dit najaar, tijdens de Wetskills Challenge in Nederland, gaat een internationaal team met jonge waterprofessionals twee weken lang, exclusief voor u aan de slag. Het resultaat: een innovatieve maar realistische oplossing waar u verder mee komt. Wie ging u voor? Nederlandse case owners die u voorgingen zijn bedrijven als Berson, Van Oord, ARCADIS, maar ook overheden waaronder Drents-Overijsselse Delta , Aa en Maas, Rijnland en Waternet. Ook de drinkwaterbedrijven Vitens, WML en de onderwijs- en onderzoeksinstituten KWR, Deltares, TU Delft, Universiteit Twente, Wateropleidingen en Hanzehogeschool Groningen deden mee.
Neem dan contact op met:
Bart de Wilde 010-742 05 49 bart@crossmedianederland.com
Aanmelden Voor meer informatie kunt u mailen naar Johan.Oost@wetskills.com AD_FAG SmartCHeck_90x259mm.indd 1
AD_FAG SmartCHeck_90x259mm.indd 1
Mitsubishi Electric FAG SmartCheck 88_238_H20_.indd 1 AD_FAG SmartCHeck_90x259mm.indd 1
20.05.16 14:22
20.05.16 14:22
29.05.17 12:49
20.05.16 14:22
NR6-JUNI 2017
KNW HAALT INTER NATIONALE KENNIS(SEN) NAAR NEDERLAND Al 34 jaar haalt KNW internationale congressen over water naar Nederland. Dat doet ze via dochterstichting International Water Conferences (IWC). Aanleiding voor de oprichting was een groot congres in 1984 in Amsterdam van de International Association for Water Pollution Research and Control, voorloper van de IWA. Elk jaar organiseert KNW via stichting IWC tenminste twee internationale events. IWC is ook initiatiefnemer van de A msterdam International Water Week (AIWW) die samen met NWP dit jaar voor de vierde keer wordt gehouden. Jan Peter van der Hoek, hoogleraar TU Delft en hoofd Strategie bij Waternet, is sinds kort voorzitter van IWC: “Het is van groot belang dat we in Nederland ons kennen en kunnen op peil houden en dat ook delen met de rest van de wereld. Via IWC maken we het mogelijk om interna tionale kennis laagdrempelig bij onze eigen waterprofessionals te brengen, bieden we een kennisnetwerk aan en etaleren we Nederland als toonaangevend waterland. We doen dat door b ijvoorbeeld een “bid” te doen om bestaande congressen naar ons land te halen, maar het is ook mogelijk om zelf een congres te organiseren rond een thema. Daarom nodigen we de Nederlandse waterprofessionals uit om met suggesties te komen.” Suggesties? Mail: info@waternetwerk.nl
37
38
h2owaternetwerk.nl MEER WETEN?
KIJK OP DE WEBSITE VAN H2O! De rol van waterpissebedden bij de vermeerdering van Aeromonas in het drinkwaterdistributiesysteem In groeiexperimenten in aanwezigheid van andere waterbacteriën, blijkt dat Aeromonas, een indicatorbacterie voor drinkwaterkwaliteit, snel groeit op deze organismen, vetzuren en aminozuren die in hoge concentraties in waterpissebedden uit het distributienet voorkomen. Sediment blijkt een belangrijke rol te spelen bij de groei van Aeromonas. Nikki van Bel, Annemieke Kolkman, Paul van der Wielen (KWR Watercycle Research Institute), Jan Bahlman (Evides) Wim Hijnen (KWR Watercycle Research Institute, Evides)
Legionellabesmetting en -preventie: de stand van zaken Sinds het uitbreken van veteranenziekte ruim veertig jaar geleden, is er al veel bekend geworden over legionellabacteriën en de door deze bacteriën veroorzaakte ziekte. Jaarlijks vinden er echter wereldwijd nieuwe uitbraken plaats. Dit bena-
Naast vakblad H2O is er een complete website met het meest actuele (water)nieuws, watervacatures en H2O-vakartikelen, voor wie de verdieping zoekt. Deze H2O- vakartikelen zijn geschreven door waterprofessionals. Op deze pagina een overzicht van de meest recente artikelen die op de site www.h2o-waternetwerk.nl zijn verschenen.
drukt dat er nog meer wetenschappelijk onderzoek verricht moet worden naar het voorkomen van besmettingen met legionellabacteriën en de gevolgen hiervan. Antoine van Hoorn (VonkWater) (Jacob Bruin) (Bruin4Legionella)
Waterplanten en macrofauna profiteren van KRW-maatregelen Om de KRW-doelen te halen, heeft waterschap Zuiderzeeland de afgelopen jaren veel oevers omgevormd en een ander onderhoudsregime toegepast. De maatregelen blijken nu al effect te hebben op vegetatie en macrofauna. In alle tochten waar duurzame of natuurvriendelijke oevers zijn aangelegd, blijken de KRW-doelen voor vegetatie te worden gehaald. Martijn Hokken (Waterschap Zuiderzeeland), Reinder Torenbeek (Bureau Waardenburg)
UKNOW: Ondersteuning bij sanerings beslissingen Een van de belangrijkste vraagstukken
voor assetmanagement van het leidingnet is wanneer welke leiding vervangen moet worden. Daarom gebruiken drinkwater bedrijven beslissingsondersteunende software. Deze software heeft informatie nodig over het risico van falen. De informatiearchitectuur UKNOW brengt overzicht in de beschikbare informatie, geeft de samenhang tussen verschillende databronnen weer en brengt onzekerheden in beeld. Jojanneke van Vossen, Andreas Moerman, Ralph Beuken, Mirjam Blokker (KWR Watercycle Research Institute)
Van elk nieuw artikel op H2O-Online een melding krijgen? Volg ons dan op Twitter: @vakbladh2o. De ambitie om een H2O-vakartikel te schrijven? Kijk op onze website voor de auteursinstructies. En stuur uw artikel naar redactie@h2owaternetwerk.nl
Aqua Vision
ting Celebra f o rs a e y 20 tion innova
Hydro- & Oceanographic Consultancy
Bodemprofielmeting Giethoorn, Overijssel
Onze specialisaties · Capaciteitsmetingen
Bodemprofielmetingen Met een meetvaartuig en speciaal in-huis ontwikkelde software maken wij 3D bodemscans om een watergang nauwkeurig in kaart te brengen.
Servaasbolwerk 11 3512 NK Utrecht
INN OVaTION f Or N aTUr E
· · · · · · · · ·
van kunstwerken
Debietmetingen Stationaire debietmeetstations Bathymetrie metingen RWZI – garantiemetingen (stroomsnelheid en -richting) Slibdiktemetingen IJken van debietformules Opstellen van waterbalansen Stuwanalyses Turbiditeitsmetingen
Stromingsmetingen Met (ADCP) remote sensing technieken meten we ruimtelijk en in de tijd de stroomsnelheid en -richting, waarmee ook het debiet wordt bepaald om een integraal beeld te krijgen.
www.aquavision.nl
030 - 24 59 872 info@aquavision.nl
THE INV ENT S y S TEm SOL U T I O N Mechanical engineering components which have been carefully dimensioned and are optimally compatible, result in a safe and efficient plant, an INVENT System Solution. In such cases, INVENT takes over total responsibility for the complete plant layout, the basic and detailed engineering, project management, supply and installation, commissioning, training of the plant staff and maintenance of the plant.
INSTUREN VOOR ZESDE WATER MATTERS De zesde editie van Water Matters, het kennismagazine van H2O, verschijnt in december. Onderzoekers die een bijdrage willen leveren worden door de redactieadviesraad uitgenodigd om abstracts in te sturen. Uit de ingestuurde abstracts maakt de redactieadviesraad een keuze. De raad kijkt naar de waarde van artikelen en naar een goede spreiding van onderwerpen. De abstracts moeten beknopt zijn en antwoord geven op drie vragen: • Welke vraag (meestal de onderzoeksvraag) staat centraal in het artikel dat je wilt schrijven? • Wat is het antwoord in hoofdlijnen op die vraag? • Wat is de betekenis van het voorgaande voor de praktijk in de watersector? Wie een abstract heeft ingediend krijgt altijd bericht over hetgeen de redactieraad heeft besloten. De abstracts sturen naar redactie@vakbladh2o.nl ovm abstracts Water Matters De uitgave van Water Matters (een initiatief van Koninklijk Nederlands Waternetwerk) wordt mogelijk gemaakt door: Alterra Wageningen UR, ARCADIS, Deltares, KWR Watercycle Research Institute, Netherlands Water Partnership (NwP), Royal HaskoningDHV en de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA).
I NVEN T Umwelt- und Verfahrenstechnik AG
WATER AN d WAsTEWATER TREATm EN T
Am Pestalozziring 21 91058 Erlangen Germany
Mixers Mixing and Aeration Systems
Tel +49 9131 690 98-0 Fax +49 9131 690 98-99
Membrane Aeration Systems
WWW.INVENT-UV.dE
Software Products System Solutions
INV_Anzeige_System Solutions_181x117mm_fru 2
07.09.16 01:07
DYKA V-flow Verticale infiltratie Verticale infiltratie, minimale overlast
Regenwater opvangen, bergen en infiltreren met één systeem V-flow is een verticale infiltratieoplossing die drie functies combineert: regenwater inzamelen, bergen en infiltreren. De V-flow kan toegepast worden als zelfstandige oplossing of geïntegreerd worden in een bestaand afwateringssysteem. Het systeem biedt een antwoord op lokale wateroverlast en het
V-flow bestaat uit een infiltratiebuis met straatkolk, te combineren
beheer van regenwater: regenwater afkoppelen van riolering en
met een kolkkop naar keuze.
lokaal infiltreren. Het grote voordeel van V-flow is minder hinder bij installatie. Straten hoeven niet opengebroken en afgesloten te worden. Het systeem laat zich snel en eenvoudig plaatsen.
DYKA | +32(0)11 - 80 04 20 | info@dyka.be | www.dyka.be
Neem voor meer info of een afspraak contact met ons op.