3
www.vakbladh2o.nl
BOEREN AAN DE SLAG ALS WATERBEHEERDER? HOE PWN DE OGEN VAN TWITTERAARS BENUT
TWEEGESPREK: IS GELD HET ENIGE DAT NOG TELT? KARIN LEKKERKERKER ‘TU DELFT WORDT GEZELLIGER’
Maandblad voor waterprofessionals 27 maart 2014 47ste jaargang
2
ACHTER DE
COVER
Wie? Karin Lekkerkerker (30) was een meisje dat ‘iets met techniek’ had. “Ik schroefde bijvoorbeeld de douchekop los om te zien hoe die in elkaar zat.” Ze groeide op in een gezin met broers, zat in een klas met veel jongens en koos voor een studie civiele techniek in Delft. De gepromoveerde drinkwateringenieur bij Dunea is ook een enthousiaste ambassadeur van ‘Waterwonderen’, de campagne die jongeren wijst op de leuke kanten van techniek en van de watersector. “De laatste tien jaar zie ik steeds meer meisjes in de collegezalen verschijnen. Een positieve ontwikkeling. Bovendien wordt Delft er een stuk gezelliger van!” Tekst Barbara Schilperoort Fotografie Kees Hummel
Waar? “In Bergambacht. Voor mijn promotieonderzoek gebruikte ik een proefinstallatie, een waterzuiveringsinstallatie op kleine schaal. Hier wordt mijn mini-installatie op ware grootte nagebouwd. De kwestie is, dat we steeds ouder worden. Oudere mensen s likken meer medicijnen, leven door die medicijnen langer, zodat de hoeveelheid g ebruikte medicijnen toeneemt. Door de klimaatverandering zijn winters natter en zomers droger. ’s Zomers stroomt er minder water door onze rivieren, zodat de concentratie afvalstoffen hoger is. Met de huidige apparatuur kun je ook de kleinste restjes medicijnen en bestrijdingsmiddelen meten die in het oppervlaktewater – en uiteindelijk dus ook in ons drinkwater – voorkomen. Ik heb voor Dunea onderzocht hoe je die het beste kunt o pruimen. Dat kan door middel van een combinatie van ozon, waterstofperoxide en UV-licht, een chemische zuivering voorafgaand aan biologische duininfiltratie. Fantastisch dat mijn onderzoek niet in een la verdwijnt.” Wat? “Ik maak drinkwater. Dat gevoel heb ik sterk als ik bij Dunea tussen de installaties rondloop. We pompen water op uit de rivier, zuiveren het voor, zodat het schoon genoeg is voor infiltratie in de duinen. Aan die robuuste zuivering werk ik mee. Natuurlijk moet je ook zien te voorkomen dat er überhaupt schadelijk stoffen in oppervlaktewater terecht komen. Daarmee houden andere collega’s zich bezig.” Waarom? “Na mijn studie was ik nog niet uitgeleerd. Wilde verder de diepte in. Mijn opa is ooit gepromoveerd in de scheikunde. Ik heb hem helaas nooit gekend, maar had grote bewondering voor hem. Water is de eerste levensbehoefte van de mens. Elke dag werk ik eraan mee om daarin te kunnen voorzien. Als ambassadeur voor Waterwonderen vertel ik dat ook aan meiden die later ‘iets’ met of voor mensen willen doen. Drinkwater is een mooi, duurzaam, gezond product. Haha, er is dan ook geen enkele reden om flessenwater te drinken.”
I
3
NHOUD 4
22
10 4 DELTAPLAN: BOEREN AAN DE SLAG ALS WATERBEHEERDERS 10 TWEEGESPREK: IS GELD HET ENIGE DAT TELT IN WATERSECTOR? 22 HUMAN SENSOR: PWN BENUT OGEN EN OREN VAN TWITTERAARS 30 HOOFDROLSPELER: PETER GLAS (UNIE VAN WATERSCHAPPEN)
30 VASTE RUBRIEKEN
NR 3 / MAART 2014
8 Hoogstandje Limburgse mijngangen als reservoir voor stadsverwarming 15 Waternetwerk • 2 oktober: landelijk symposium waterkwaliteit • Impressie van KNW-bijeenkomst assetmanagement • Mijn mening: reacties en meningen van lezers 25 Watertechniek • Sleufloze technieken besparen WML tijd en geld • Het gangenstelsel van de muskusrat • Praktische tips voor projecten klimaataanpassing 34 Waterwetenschap • Natuurlijk organisch materiaal verwijderd door anionwisseling • Water biedt economie grote kansen in regio rondom A2 38 Verder op H2O Online Overzicht van alle nieuwe vakinformatie op www.vakbladh20.nl
COLOFON Maandblad H2O is een uitgave van de Stichting H2O. REDACTIE Monique Bekkenutte (hoofdredacteur), Roel Smit (producent/ eindredacteur), Anne de Boer; B inckhorstlaan 36, M417, 2516 BE Den Haag, 070-3222765, e-mail: Redactie @ vakbladh2o.nl REDACTIERAAD René Arninkhof, Matthijs van den Brink, Erwin de Bruin, Roberta Hofman-Caris, Henk Dekker, Henriette van Ekert, Daphne de Koeijer, Hans Middendorp, Johan van Mourik, Jos Peters, Jan Roelsma, Joris Schaap, André Struker, Marlies Verhoeven, Marie-José van de V ondervoort, Michiel van W illigen, en Jason Zondag. VORMGEVING Ronald Koopmans BLADMANAGEMENT Gerrit H oltman ADVERTENTIEVERKOOP PSH Media Sales, Shahin Habbah, Postbus 30095, 6803 GM Arnhem, 026-7501851, e-mail: shahin.habbah@pshmediasales.nl DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ABONNEMENTEN Secretariaat @vakbladh2o.nl
NR 3 / MAART 2014
4
DELTAPLAN AGRARISCH WATERBEHEER
BOER MOET AAN DE SLAG ALS WATERBEHEERDER Tekst Jan van den Berg | Foto Herman Engbers / Hollandse Hoogte
De waterkwaliteit in Nederland moet beter worden en voor wat betreft de waterkwantiteit staan voor een grote opgave. Dit vereist grote inspanningen van vele partijen. De agrarische sector wil hieraan bijdragen met het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Het aantal proefprojecten moet dit jaar groeien van drie naar dertig. De omgang van Nederland met water wordt de komende jaren nog intensiever dan vroeger. Een stijgende zeespiegel, een grote potentiële piekafvoer van een rivier als de Rijn en een matige waterkwaliteit. Het zijn maar enkele aspecten waar waterbeheerders mee te maken hebben. Tot die beheerders horen boeren en tuinders. Zij hebben immers een groot oppervlak van ons land in beheer. Hun brancheorganisatie, LTO Nederland, heeft het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) opgesteld om de leden te helpen om zowel de kwaliteit als de kwantiteit van oppervlakte- en grondwater op en rond hun bedrijf te beheren. DAW beschrijft hoe de land- en tuinbouw kan bijdragen aan het oplossen van de wateropgaven in Nederland. De uitvoering van het plan is op 31 januari vorig jaar officieel van start gegaan. OORSPRONG De oorsprong van DAW ligt in 2009, legt Douwe Jonkers uit. Hij is als beleidscoördinator op het ministerie van Infrastructuur en Milieu betrokken bij beleidsontwikkeling op het gebied van waterkwaliteit, bodem en ondergrond. “In 2009 is het Nationaal Waterplan opgesteld. Hierin hebben we een open uitnodiging gedaan aan het bedrijfsleven om te komen tot een beter waterbeleid. We beseften dat we als overheid tegen de grenzen aanliepen van een generiek beleid voor water.” Jonkers bedoelt dat het best mogelijk zou zijn om strengere regels op te stellen, die voor ieder bedrijf zouden gelden. Maar er waren bij de beleidsmakers grote twijfels of hiervoor voldoende draagvlak zou zijn in de agrarische sector. Ook drong de vraag zich op of s trengere generieke regels wel te handhaven waren. Het ministerie wilde de boeren daarom meer betrekken bij het beleid op het gebied van water en duurzaamheid. > (Lees door op pagina 6)
T
T
THEMA
‘ De wateropgave is te groot voor de waterschappen alleen’
In Zwartendijk (Overijssel) maakt een boer zijn sloot schoon met een ‘snit’ (slootzeis)
NR 3 / MAART 2014
5
6
Het ministerie wilde dus inzetten op meer samenwerking met de sector. Dit zou onder andere vorm moeten krijgen door per agrarisch bedrijf te gaan kijken hoe de waterkwaliteit en -kwantiteit verbeterd zouden kunnen worden. Jonkers: “De verschillen tussen bedrijven zijn natuurlijk groot. Die zitten in de aard van het bedrijf. Gaat het om een veeteeltbedrijf, een boer die maïs verbouwt of een tomatenkweker? Verder zijn de omstandigheden van belang. Dan kun je denken aan de grondsoort en de waterhuishouding in het gebied.” UITDAGING LTO Nederland nam de uitdaging aan, zegt Kees van Rooijen. “Wij zijn voorstander van waterbeleid dat rekening houdt met verschillen per regio en per bedrijf. Door hiervoor via DAW het initiatief te nemen, kunnen we invloed uitoefenen op dit beleid en zorgen dat onze belangen er zo goed mogelijk mee gediend worden. Als we afwachten wat voor generiek beleid de overheid maakt, dan hebben we daarop naar mijn mening minder invloed. Dat kan voor boeren en tuinders nadelig uitpakken.”
iStockphoto
‘ Hoe groot de kosten per bedrijf zullen zijn is nu nog niet te zeggen’
De ontwikkeling van DAW is begonnen met een quick scan die LTO Nederland en de waterschappen in 2010 hebben uitgevoerd om de wateropgave in beeld te brengen. Dit leidde tot drie conclusies. In de eerste plaats konden boeren en waterschappen vaststellen, dat er al veel mogelijkheden waren om het waterbeheer te verbeteren. Er liepen allerlei proefprojecten, die dit lieten zien. Verder werd duidelijker dan ooit, dat het beheer van de kwaliteit en de kwantiteit van water integraal moest worden aangepakt. Van Rooijen: “Anders halen we nooit de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water.” Tot slot bleek dat de wateropgave te groot was voor de waterschappen alleen. “Dit betreft zowel de competentie als de financiering.” DROOGTE EN NEERSLAG Marianne Mul, beleidsmedewerker van de Unie van Waterschappen (UVW), onderschrijft dit. “We hebben de landbouwsector nodig voor het waterbeheer. Dat geldt te meer met de veranderingen die we verwachten, zoals langere periodes van droogte en grotere pieken in neerslag. Ook voor de waterkwaliteit moeten we nauwer samenwerken.” De waterschappen zijn het met het ministerie eens, dat er niet meer landelijk of generiek
SPAARWATER Er zijn al diverse projecten die passen binnen het karakter van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Zo gaat op 10 april Spaarwater officieel van start. Dit omvat vier proefprojecten, die alle langs de Waddenzee liggen, te weten in Breezand (Noord-Holland), Herbaijum (Friesland) en Borgsweer en Hornhuizen in Groningen. De gemene deler is zelfvoorzienendheid van agrarische bedrijven op het gebied van water. Dit gebeurt door middel van ondergrondse zoetwateropslag en drainage. “De bedoeling is om verzilting tegen te gaan en de beschikbaarheid van zoet water te vergroten”, zegt Jouke Velstra. Hij is projectleider bij het Acacia Institute dat de leiding heeft van Spaarwater. “Het project heeft een doorlooptijd van drie jaar en omvat twee teeltseizoenen.” Spaarwater heeft diverse doelen, waaronder de ontwikkeling van ondergrondse opslag van zoet water in het Waddengebied en van technisch en economisch haalbare drainage. Ook beregening en optimalisering van precisiebemesting met behulp van druppelirrigatie wordt ontwikkeld, evenals het verminderen van de uitstroom van nutriënten naar het oppervlaktewater en het beperken en uitsluiten van ziektekiemen.
THEMA beleid en regels moeten komen. “Het is effectiever om waterbeleid op regionaal niveau vorm te geven.” Voor de waterschappen is de taak vooral om kennis te leveren over de kwaliteit en de hoeveelheid water. DAW mag dan vooral regionaal zijn gericht; er is wel samenwerking op nationaal niveau nodig. Partijen als LTO Nederland, UVW, de ministeries van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie werken samen met de provincies en de drinkwatersector. Dit gebeurt in het Bestuurlijk Overleg Open Teelten en veehouderij (BOOT). Voor boeren en tuinders is dit orgaan ver van hun bed. Zij hebben concrete plannen, maatregelen en initiatieven nodig. Die zijn inmiddels verzameld in een groslijst, zegt Van Rooijen. “Daaruit kunnen boeren en hun regionale organi saties putten.” WEBSITE De groslijst is opgesteld door LTO Nederland en UVW. Het is de bedoeling dat alle relevante informatie voor boerenbedrijven via één website toegankelijk wordt, verduidelijkt Mul. “Dan gaat het niet alleen om wat voor maatregelen agrariërs kunnen nemen. Er komt ook een tool op de site waarmee zij kunnen bepalen hoe effectief een bepaalde maatregel is voor hun bedrijf.” Hierbij worden ook de kosten en opbrengsten van maatregelen inzichtelijk gemaakt, legt Jan Roelsma uit. Hij is wetenschappelijk onderzoeker bij Alterra - Wageningen UR. “Het Landbouw-Economisch Instituut werkt momenteel aan een methode om de kosten te berekenen. Hoe groot de kosten per bedrijf zullen zijn, is nu nog moeilijk te zeggen, maar straks is daar dus meer duidelijkheid over.” Dat er met DAW veel geld gemoeid is, is overigens al wel duidelijk. Financiering van maatregelen komt uit u iteenlopende bronnen. In de eerste plaats is er een geldstroom via het derde Plattelandsontwikkelingsprogramma, dat geldt voor de periode 2014-2020. Dit is een nationaal programma, dat gebruik maakt van Europese fondsen. Daarnaast komt er geld uit het Deltafonds. Hoe dit precies in zij werk zal gaan, is volgens Van Rooijen nog niet helder. “Ik denk dat daar begin volgend jaar duidelijkheid over is.” WATERBERGING De waterschappen hebben ook geld beschikbaar. Zij kunnen boeren financieel compenseren, als deze een deel van hun land laten gebruiken voor het bufferen van water, of als zij grond langs waterlopen beschikbaar stellen voor natuurvriendelijke oevers. Provincies zijn een andere bron van financiële middelen. Hoe de gelden van de regionale NR 3 / MAART 2014
SLECHTSTE WATER IN DE EUROPESE UNIE Eind vorig jaar publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) het rapport Green growth in the Netherlands 2012. Hieruit blijkt dat het oppervlaktewater in Nederland van mindere kwaliteit is dan in alle andere landen van de Europese Unie. Maar weinig wateren voldoen aan de normen die zijn vastgelegd in de Europese Kaderrichtlijn Water. “Dat is het geval bij zo’n driekwart van de meetpunten”, zegt Jan Roelsma, wetenschappelijk onderzoeker bij Alterra - Wageningen UR. “Er komen bijvoorbeeld teveel nutriënten in het water terecht.” Dit is een van de keerzijden van de hoge productie van de veeteelt, akkerbouw en tuinbouw. De grote bevolkingsdichtheid draagt ook bij aan het probleem. De gegevens in het CBS-rapport zijn ontleend aan een rapportage van de Europese Commissie in het kader van de Kaderrichtlijn Water over de toestand van de Nederlandse oppervlaktewateren. Deze rapportages zijn gebaseerd op meetgegevens van de waterbeheerders, zoals de waterschappen.
overheden precies ingezet gaan worden, moet overigens nog uitgewerkt worden. Tot slot zullen ook de boeren zelf moeten bijdragen. Veel maatregelen in het kader van DAW zijn feitelijk investeringen in het bedrijf. Dan kunnen we denken aan nauwkeurige spuittechnieken. Enerzijds is het mogelijk hiermee de emissie van giftige stoffen naar het water te voorkomen. Anderzijds zijn er dankzij dergelijke technieken minder gewasbeschermingsmiddelen nodig, hetgeen de kosten beperkt. Een soortgelijke redenering geldt voor het verminderen van de benodigde hoeveelheid meststoffen. Tot slot denkt Van Rooijen dat ook afnemers een bijdrage zullen leveren. “Zuivelcoöperaties geven nu bijvoorbeeld een cent extra voor een liter melk, als deze afkomstig is van koeien die in de wei lopen. Ik acht het goed mogelijk dat zoiets ook gaat gebeuren voor boeren die op een meer duurzame wijze produceren. Afnemers zijn immers vaak g evoelig voor een goed imago bij hun klanten.” De praktische uitvoering van DAW staat nog in de kinderschoenen. Er lopen momenteel drie proefprojecten. Eind dit jaar moeten dat er dertig zijn. Daarnaast zijn er nog tal van projecten die officieel los staan van DAW, maar die wel in dezelfde geest zijn ontwikkeld. De boeren hebben dus voldoende voorbeelden om na te kunnen volgen. |
7
8
MIJNGANGEN ALS RESERVOIR VOOR STADSVERWARMING Onder Heerlen zit een enorm stelsel van gangen van de vroegere steenkoolwinning. Na sluiting van de mijnen in de jaren zestig en zeventig liepen die gangen vol grondwater. Het onverwachte begin van een heel duurzaam project.
O
HOOGSTANDJE
H2
Tekst Roel Smit | Fotografie Marcel Molle
Louis Hiddes, directeur van Mijnwater BV, betreedt een ondergronds station in Heerlen. Hier wordt water overgeslagen naar kantoren in Heerlen
9
Pensioenverzekeraar APG koelt de computerservers met ‘mijnwater’: het komt met 5 graden Celsius binnen en gaat er met een kleine 50 graden Celsius weer uit. Vervolgens wordt het water gebruikt om honderden woningen te verwarmen
Het verhaal begon simpel. De gangen van de vroegere steenkolenmijnen onder Heerlen stonden vol grondwater. De aarde warmt dat op natuurlijke wijze op; hoe dieper, hoe warmer het water, hoe dichterbij het aardoppervlak, hoe koeler. Geothermie heet dat. En hoewel het hierbij niet om heel grote temperatuurverschillen gaat, rees toch de vraag: kunnen we daar niet iets mee?
“In april ging de schakelaar over om koude te leveren, in oktober ging de schakelaar weer op de warmtestand”, zegt Louis Hiddes, nu directeur van Mijnwater BV. “Onze conclusie was dat we de capaciteit van het systeem moesten vergroten om het hele jaar warmte en koude te kunnen bieden, afhankelijk van de behoefte.”
Het diepe mijnwater bleek geschikt om gebouwen te verwarmen en het ondiepe mijnwater was geschikt om gebouwen te koelen. Een soort stadsverwarmingssysteem met een relatief lage temperatuur. De gemeente Heerlen (enig aandeelhouder van de tegenwoordige Mijnwater BV) nam het initiatief en het pompen kon beginnen. De eerste aansluitingen in 2008 waren Heerlerheide Centrum (30.000 vierkante meter) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (22.000 vierkante meter). Nu verwarmt en koelt Mijnwater BV 165.000 vierkante meter woningen en kantoren.
Zo ontstond Mijnwater 2.0: een hybride net waarmee restwarmte en restkoude van aangesloten klanten kan worden uitgewisseld. Het water in de mijnen (koud of warm) fungeert in dit systeem nog slechts als een reservevoorraad. “Een soort accu”, zegt Hiddes. Het belangrijkste onderdeel van het systeem is nu vooral het uitwisselen van warmte en koude tussen bedrijven en verhuurders van woningen. Inmiddels wordt nagedacht over de volgende stap: een systeem dat vraagpatronen in de tijd herkent, deze combineert met weersverwachtingen en op deze manier het relatief warme en relatief koude water nog beter naar de juiste plek brengt. Mijnwater 3.0 noemen ze dat in Limburg.
Koelen en verwarmen door gebruik te maken van geothermie bespaart fossiele brandstoffen. Alleen voor het oppompen en verpompen van het water is energie nodig. Bedrijven en instellingen zagen de voordelen: dat scheelt geld en levert een bijdrage aan duurzaam energiegebruik. Wie wil dat niet? Een systeem dat het moet hebben van warmteverschillen kan echter verder geoptimaliseerd worden, bedacht men.
Is het project rendabel? Nog niet. Het duurt zeker tot 2018 voordat opbrengsten hoger zijn dat de kosten. “Logisch”, zegt Hiddes, “Projecten als deze zijn alleen mogelijk d ankzij forse investeringen op voorhand.” Doel is dat in het het e erste kwartaal van 2016 800.000 vierkante meters w oningen en kantoren verwarmd en gekoeld door Mijnwater BV.
NR 3 / MAART 2014
10
ROY TUMMERS VERSUS FRED DE BRUIJN
GELD, GELD, GELD, IS DAT HET ENIGE DAT TELT? Geld, geld, geld: is dat het enige dat nog telt in de watersector? Het gevoel leeft breed onder waterprofessionals. Fred de Bruijn (Witteveen + Bos) wist het treffend te verwoorden tijdens de jaarlijkse Vakantiecursus aan de TU Delft: “Er wordt teveel nadruk gelegd op kosten.” In een tweegesprek voor H2O kruist hij de degens met Roy Tummers (industriële watergebruikers).
T
T
THEMA
Gaat meer efficiency ten koste van de vernieuwing en daarmee van de kwaliteit op langere termijn?
Tekst Roel Smit | Fotografie Marcel Molle
D
e onvrede neemt langzaam toe. Gaat het alleen nog maar om efficiency in de water sector? “Drinkwaterdirecteuren moeten zich verlossen uit de onderlinge houdgreep van tariefsbeteugeling”, zei Fred de Bruijn van ingenieursbureau Witteveen + Bos eerder dit jaar aan de TU Delft. Nóg meer efficiency kan wel eens ten koste gaan van de vernieuwing en daarmee van de kwaliteit op langere termijn. Het verhaal heeft echter ook een andere kant. Zoals Karla Peijs, voorzitter van de Visitatiecommissie Waterketen, het verwoordde in maandblad H2O van februari: “Er is nog geld zát in de watersector.”
Maandblad H2O nodigde Fred de Bruijn uit voor een tweegesprek met een opponent: Roy Tummers, directeur Water van de VEMW, de belangenorganisatie en het kenniscentrum voor onder andere industriële watergebruikers. Zeg maar: een vertegenwoordiger van degenen die de waterrekening moeten betalen. De Bruijn: “Ik ken vooral de drinkwatersector goed. Ik ervaar dat veel drinkwaterbedrijven worstelen met hun investeringsprogramma. Er is sprake van een zekere beklemming. We staan voor grote opgaven, maar past het allemaal wel binnen de afgesproken tariefkaders? Het is passen en meten. Natuurlijk vind ook ik dat je het huishoudboekje goed in de gaten > NR 3 / MAART 2014
11
12
Roy Tummers:
‘ We zitten in een crisis, de financiële middelen drogen op en dat dwingt ons kritisch te kijken naar de uitgaven’
ROY TUMMERS is sinds
moet houden, maar het moet niet doorslaan. Het moet geen passen en meten in een te nauw jasje worden. Dan zeg ik: er mag best een stuiver bij op de waterrekening.” “Het is essentieel dat de samenleving ook op termijn onverkort kan blijven vertrouwen op de kwaliteit van ons drinkwater. We hebben het kritische punt nog niet bereikt, maar de kwaliteit kan hier en daar best beter. In de praktijk krijgt men in sommige gebieden nog steeds gekleurd water. Dat is oplosbaar. Tegelijk vind ik het belangrijk dat drinkwaterbedrijven invulling geven aan hun rol als maatschappelijke ondernemingen. Dat betekent nadenken over zaken als duurzame energie, daarin ook voorop durven lopen als dat nodig is. Drinkwaterbedrijven zijn ook beheerders van natuurgebieden en vervullen daarbij een belangrijke maatschappelijke rol. Ook dat hoort bij hun taak.” Tummers: “Ik stel voorop: de drinkwatervoorziening is tóp in Nederland. Dat blijkt steeds weer uit onderzoek: prima kwaliteit, weinig lekverliezen. Dat is echt te danken aan de inzet van de drinkwaterbedrijven. Tegen de kosten in de waterketen kijk ik echter anders aan. De situatie was tien, twintig jaar geleden volstrekt anders dan nu. We zitten in een economische crisis, de financiële middelen drogen op en dat dwingt ons heel kritisch te kijken naar de uitgaven. Beperk ik me tot de drinkwaterbedrijven, dan stel ik bovendien vast dat dit redelijk efficiënte ondernemingen zijn, die nog steeds in staat zijn de investeringen te plegen die ze moeten plegen. Waar ik me wel grote zorgen over maak, is dat de rijksoverheid water – via de nieuwe belasting op leidingwater – heeft ontdekt als nieuwe melkkoe voor de schatkist. Daardoor gaat de waterrekening voor veel bedrijven met tonnen of zelfs met miljoenen per jaar omhoog. Extra zuur is dat de maatregel helemaal niet leidt tot vergroening, maar tot ontgroening.” De Bruijn: “Dat laatste ben ik met je eens. Ik vind dat ook ongewenst. Meer principieel is de vraag: moeten we bereid zijn iets meer te betalen voor ons water als dat duurzaam wordt geproduceerd of letten we alleen maar op de centen? Hoe belangrijk vinden we onze eigen normen en waarden? Ik koop bewust een Europese auto omdat ik kies voor het Europese arbeidsethos: de 40-urige werkweek, iedereen minimaal vijf weken vakantie. Dat kent men niet in Azië. Het kost wat en het mag ook wat kosten. Het is bijvoorbeeld een zegen dat de drinkwaterbedrijven in Nederland grote stukken natuur beheren.” “Consumenten zijn zich daarvan ook steeds beter bewust. Dat zie je in de praktijk. Drinkwaterbedrijf Dunea staat voor de keuze te investeren in technologie die resten van geneesmiddelen beter uit het drinkwater kan zuiveren. Er zijn nog geen wettelijke normen die dat voorschrijven, maar iedereen weet best dat medicijnresten niet thuishoren in het water en iedereen weet ook dat de hoeveelheden zo beperkt zijn dat nog volstrekt geen sprake is van gevaar voor de volksgezondheid. Ze hebben het gevraagd aan een klantenpanel. En wat vonden de klanten? Zulke investeringen zijn verantwoord en het drinkwater mag daardoor best wat duurder worden.”
2011 directeur Water van de VEMW, belangenorganisatie en kenniscentrum voor zakelijke gebruikers van van energie, en water. Hij studeerde milieukunde in Wageningen en werkte onder andere bij Deloitte, KPMG en Evides Water bedrijf.
Tummers: “Daar kan ik me wat bij voorstellen. Wat Dunea natuurlijk nog beter kan doen, is haar eigen brancheorganisatie Vewin verzoeken om in Brussel nog harder te lobbyen voor wettelijke normen op dit gebied. Dat zou pas echt resultaat opleveren. Ik vind ook wel dat water wat duurder mag zijn als die extra kosten worden vertaald in meer kwaliteit en leveringszekerheid en als consumenten daar echt wat mee opschieten.” “Ik ben er echter niet voor als drinkwaterbedrijven hun maatschappelijke taak te ver oprekken. Het produceren van drinkwater is hun bestaansrecht en dat je de bron dan schoon wilt houden, snap ik ook nog, maar meebetalen aan bijvoorbeeld het bouwen van een wildviaduct, dat gaat mij echt een stap te ver. Ik bedoel: als je echt moet nadenken over de relatie tussen de investering en je kernactiviteit, dan zit je niet op het goede spoor. Zo’n wildviaduct is
THEMA
Fred de Bruijn:
erder een taak voor de overheid.” e “Het echte efficiencyprobleem zit volgens mij overigens niet in de drinkwatersector, maar in de sector van het afvalwater. Daar zijn mogelijkheden voor het vergroten van de efficiency jaren achtereen niet benut. Ik heb van dichtbij gezien dat gemeenten met hun riolen en waterschappen met hun zuiveringen vooral hun eigen ding doen. Het ligt misschien iets genuanceerder dan ik het nu zeg, maar daar is echt nog een wereld te winnen, ook als het gaat om het verbeteren van toezicht en controle. En als Fred dan zegt dat het Bestuursakkoord Water – met een bezuinigingsdoelstelling van 450 miljoen euro – vooral een centenkwestie is en dat de discussie vooral daarover gaat, dan zeg ik: dat mag de sector zichzelf verwijten. De mogelijkheden van efficiencyvergroting worden niet ten volle benut; het blijft nog vooral pappen en nathouden. Ik bespeur in de afvalwatersector ook wat meer conservatisme dan in de drinkwatersector. Men doet de zaken zoals men ze altijd heeft gedaan. Het is overigens wel goed om te merken dat er vooral bij de waterschappen een lichting jongere mensen op komst is, die meer veranderingsgezind is en vooruit wil.” De Bruijn: “Roy kiest zijn eigen woorden, maar als ik kijk naar het bestuurlijke waterlandschap, dan vind ik ook wel dat er dingen zouden moeten veranderen. En ik denk ook dat daarvoor maatschappelijk draagvlak bestaat. Ik verwacht op termijn zeker een herschikking. Hoe die er uit zal zien? Nee echt, daarover doe ik geen uitspraken.”
‘ Zijn we bereid iets meer te betalen voor water dat duurzaam wordt geproduceerd of letten we alleen maar op de centen?‘
FRED DE BRUIJN is manager van de business unit drinkwater bij adviesen ingenieursbureau
Tummers: “Maar laten we dus niet vergeten: de watersector kan het jammer vinden dat nu zoveel aandacht wordt besteed aan de kosten, maar als eerder was ingegrepen, dan was dat niet nodig geweest. We staan voor enorme investeringen: hogere en betere dijken, b lijvend zorgen voor voldoende zoetwater, vernieuwing van rioleringen. Dat moet wel betaalbaar blijven. Het Bestuursakkoord Water, met afspraken over vrijwillige bezuinigingen, kwam wel op het moment dat de politiek op het punt stond in te grijpen in de sector. Dus partijen in de watersector mogen de financiële jas wat aan de krappe kant vinden, ze hebben die aan zichzelf te danken. Ja, het zal dus ook de komende jaren blijven gaan over meer efficiency.” | NR 3 / MAART 2014
Witteveen + Bos, waar hij werkt sinds 1993. Hij studeerde civiele techniek aan de TU Delft en werkte onder andere ook bij de VN en het ministerie van Buitenlandse Zaken.
13
Fijnzeven van Mutlivis: de meeste m2 per Euro de hoogste flux per m2
EWE-watermeterput al meer dan 20 jaar succesvol in gebruik . Kunststof (PE) compacte watermeterput . 100% vorstvrij en waterdicht . Ideaal voor tappunten, woonboten, parken, bijzondere aansluitingen etc. . Voor watermeters QN 1,5/ 2,5 / 3,5 / 6 . Binnenwerk uitneembaar door flexibele siliconenslangen . Afsluitbaar gietijzeren deksel, verkeersklasse A . Optioneel gietijzeren putrand, verkeersklasse B . Meer dan 100.000 stuks in EU geplaatst
Polijsten, zeven, indikken, terugwinning van grondstoffen.
Simpel, Effectief, Betaalbaar. www.multivis.nl, j.meindersma@multivis.nl, 0653237632
Dé vakbeurs voor de totale rioleringsbranche
Schmidt Watertechniek B.V. 0187-605200 • www.schmidt.nl
Dé vakbeurs voor waterbehandeling, watermanagement & watertechnologie
Bedankt voor uw bezoek aan Aqua Nederland Vakbeurs en RioleringsVakdagen! We zien u graag weer terug op 4, 5 en 6 november 2014 tijdens Aqua Nederland Vakbeurs Noord-Oost in Hardenberg, het regionale platform voor de water- en rioleringsbranche!
Regionale exposure tijdens Aqua Nederland Vakbeurs Noord-Oost? Schrijf u nu in! Kijk voor meer informatie op www.evenementenhal.nl/hardenberg en neem contact op met de beursorganisator. Evenementen
HAL
HARDENBERG GORINCHEM VENRAY
Evenementenhal Gorinchem T 0183 - 68 06 80
I www.evenementenhal.nl E gorinchem@evenementenhal.nl
Ons evenement. UW MOMENT.
WATERNETWERK
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
2 OKTOBER: LANDELIJK SYMPOSIUM WATERKWALITEIT Op donderdag 2 oktober wordt een landelijk symposium gehouden over het thema ‘Waterkwaliteit’. Het wordt georganiseerd door Koninklijk Nederlands W aternetwerk (KNW) in samenwerking met het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving (WVL), de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) en de onderzoeksinstituten Alterra en Deltares. Goede waterkwaliteit is van levensbelang. Waterkwaliteit is van invloed op onze natuurgebieden, landbouw, drinkwaterproductie, recreatie, biodiversiteit, beleving, kwaliteit van de leefomgeving, visserij, levensmiddelenindustrie en meer. Talrijke specialisten en beleidsmakers zijn daarom elke dag bezig de kwaliteit van het water te beschermen en te verbeteren. De ontwikkelingen en innovaties op het gebied van waterkwaliteit volgen elkaar razendsnel op. Doel van het symposium is een overzicht te bieden van wat er speelt en het onderwerp waterkwaliteit hoger op de agenda te zetten. Tijdens het congres wordt in kaart gebracht met welke uitdagingen we te maken hebben en hoe we deze uitdagingen zullen aangaan. We delen nieuwe kennis en zoeken naar concrete, toepasbare oplossingen. Aan het einde van de dag zijn we niet alleen wijzer geworden, maar hebben we oude bekenden gesproken en nieuwe contacten gelegd. Het symposium is bedoeld voor een brede doelgroep: niet alleen onderzoekers en specialisten, maar ook beleidsmakers en uitvoerenden. De call for cases is inmiddels gesloten en de organisatoren zijn bezig het programma gedetailleerd in te vullen. Aanmelden is mogelijk via de website. www.waternetwerk.nl
21 NOVEMBER: FEESTELIJK NAJAARSCONGRES KNW EN WATEROPLEIDINGEN
KORT
NIEUWS
Wereldsteden en extreem weer Hoe gaan deltasteden over de hele wereld om met de gevolgen van klimaatverandering? Het boek Resilient Cities and Climate Adaptation Strategies geeft hierop antwoord, vanuit dertien deltasteden, op alle continenten. Als voorzitter van Connecting Delta Cities, overhandigde burgemeester Aboutaleb (Rotterdam) het eerste exemplaar aan zijn New Yorkse oud-collega Bloomberg, tijdens de C40 Mayor’s Summit in Johannesburg. Het boek neemt de lezer mee in de ervaringen om steden weerbaar te maken tegen toekomstige ontwikkelingen, zoals zeespiegelstijging. Het boek laat zien dat dit alleen kan door samenwerking van bedrijven, wetenschappers en overheden. Het boek is verschenen in hard copy, maar gratis digitaal beschikbaar. www.deltacities.com
Op vrijdag 21 november houdt Koninklijke Nederlands Waternetwerk (KNW) het jaarlijkse Najaarscongres, met als thema slimme innovaties tegen lage kosten. Daarbij kijken we niet alleen naar (sociale) innovaties die in de watersector plaatsvinden en hebben plaatsgevonden, maar ook naar ontwikkelingen die zich in andere sectoren voltrekken en die voor de watersector interessant kunnen zijn. Tijdens het congres worden ook het 5-jarig bestaan van KNW en het 20-jarig b estaan van Wateropleidingen gevierd. Daarnaast wordt de KNW-Scriptieprijs uitgereikt. Docenten kunnen BA- en MA-scripties uit 2013-2014 insturen via info@waternetwerk.nl. Meer informatie over het programma volgt via de website. www.waternetwerk.nl
MEER MENSEN NODIG VOOR WATERSECTOR WaterCampus Leeuwarden en het kernteam Human Capital van de Topsector Water hebben vorige maand een intentieverklaring getekend. Doel van de samenwerking is voldoende mensen op te leiden voor de watersector en een goede aansluiting te realiseren tussen voortgezet onderwijs, mbo- en hbo-opleidingen en de arbeidsmarkt. Concreet betekent de samenwerking dat de partijen duurzaam investeren in de kenniseconomie op het gebied van de watertechnologie. Bovendien wil men als werkgevers en opleidingen samen een programma ontwikkelen, gericht op een ‘leven lang leren’. De ondertekening vond plaats tijdens de General Assembly 2014, een halfjaarlijkse bijeenkomst van alle Centres of Expertise en Centra voor Innovatief Vakmanschap.
NR 3 / MAART 2014
Burgemeester Aboutaleb (links) overhandigt het eerste exemplaar van ‘Resilient Cities and Climate Adaptation Strategies’ aan oud- collega Bloomberg
15
16
iStockphoto
AGENDA
Organiseert u een evenement voor waterprofessionals dat vermelding verdient in de rubriek Agenda? Meld het dan aan de redactie van maandblad H2O: redactie@vakbladh2o.nl
3 APRIL, AMERSFOORT
10-11 APRIL, LIMBURG
Het middagseminar biedt een mix van sprekers met raakvlakken naar klimaatadaptie en -mitigatie. De bijeenkomst is specifiek bedoeld voor waterbeheerders in stedelijke omgeving. Er zijn geen kosten aan verbonden. Organisatie: Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA). www.stowa.nl
Tweedaagse studiereis naar zuiveringen in Limburg. Op het programma staan onder andere een bezoek aan papierfabriek Van Houtum, cementfabriek ENCI en het waterproductiebedrijf Heel van WML. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk. www.waternetwerk.nl
Groene daken; zin en onzin voor waterbeheerders
8 APRIL
Webinar Rioleringsbeheer: (eindelijk) weten wat je doet
Studiereis zuiveringen
16 APRIL, AMERSFOORT
Platformbijeenkomst Nieuwe sanitatie
Jeroen Langeveld (TU Delft en Royal HaskoningDHV) pleit ervoor dat het rioleringsbeheer de overgang maakt van normgericht naar prestatiegericht, van modellen naar meten, van inspanningen naar kwaliteit van dienstverlening. Tijdens dit webinar wordt ingegaan op deze transitie. Organisatie: Stichting Rioned. www.riool.net
Het thema van deze middag is ‘Combineren van afvalwaterstromen, wie worden er beter van?’ Tijdens de dag gaan we met vertegenwoordigers van alle betrokken partijen (waaronder gemeenten, waterschappen en woningcorporaties) in gesprek over het mogelijke belang dat zij hebben bij het combineren van afvalwaterstromen. Organisatie: Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA). www.stowa.nl
8-9 APRIL, WAGENINGEN
17 APRIL, BOXTEL
Tweedaagse cursus ‘New Sanitation – The Resource Recovery Approach’. De cursus gaat over concrete stappen naar nieuwe sanitatie (ook bekend als sustainable sanitation of ecosanitation) in de bebouwde omgeving. Organisatie: LeaF. www.leaf-wageningen.nl
Ontwikkelingen in monitoring en dataverzameling gaan hard. Data hebben een belangrijke rol in de communicatie met betrokkenen en in de samenwerking tussen partijen. Tijdens de bijeenkomst wordt ingegaan op de vraag: wat zijn uw data waard? Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk. www.waternetwerk.nl
10 APRIL, SOESTERBERG
23 APRIL, SON
Cursus New Sanitation – The Resource Recovery Approach
KNW-Voorjaarscongres: Waterbeheer van de toekomst
Het KNW-Voorjaarscongres gaat over het waterbeheer van de toekomst. Directe aanleiding is het verschijnen van het OESO- rapport over het Nederlandse waterbeheer. Tijdens het middagprogramma laten we ons op TEDx-achtige wijze inspireren door diverse sprekers. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). www.waternetwerk.nl
10 APRIL, DELFT
2e Water Sector meets Future Water Leaders market
De Water Sector meets Future Water Leaders market biedt publieke en private waterbedrijven de kans om kennis te maken met internationale studenten en alumni van de UNESCO-IHE, die een rol kunnen spelen bij het verbinden van de Nederlandse en buitenlandse partners. Organisatie: Unesco-IHE www.unesco-ihe.org
Wat zijn uw data waard?
Anaërobie
Onderweg-naar-huis-bijeenkomst over anaërobie bij Rendac. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk. www.waternetwerk.nl
24 APRIL, DIVERSE LOCATIES
Landelijke Girlsday
Initiatief van VHTO, landelijk expertisebureau voor meisjes/ vrouwen en bèta/techniek, om in samenwerking met bedrijven en scholen meisjes van 10 tot 15 jaar kennis te laten maken met bètawetenschappen, techniek en ICT. Organisatie: VHTO. www.girlsday.nl
9 MEI
Bijeenkomst Jong KNW
Bijeenkomst onder leiding van Jong KNW, georganiseerd door Nationaal Water Traineeship. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk. www.waternetwerk.nl
WATERNETWERK
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
25-28 MEI, LEEUWARDEN
IAP2014
Internationale conferentie ‘Interfaces against Pollution’. Organisatie: Wetsus. www.wetsus.nl/iap2014
PERSONALIA Judith Calmeyer Meijburg heeft het Waterschap Aa en Maas verlaten, en werkt nu bij de Programmadirectie Hoogwaterbescherming, die de uitvoering van het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma coördineert.
2-6 JUNI, DIVERSE LOCATIES
Week van de WOW-factor
Een week met interessante activiteiten en de WOW Young Professional Challenge. WOW (Wegbeheerders ontmoeten wegbeheerders) wil hiermee stimuleren dat (vaar)weg- en waterbeheerders elkaar ontmoeten en stilstaan bij de mogelijkheden van samenwerking. Organisatie : Platform WOW weg.platformwow.nl/wow
5 JUNI
Praktijkworkshop slibontwateren
Workshop over theorie en praktijk van slibontwateren. Er wordt onder andere ingegaan op polymeer en de werking van een centrifuge en een zeefbandpers. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk. www.waternetwerk.nl
6 JUNI
Introductiedag nieuwe medewerkers
Deze dag is bedoeld om mensen die nieuw zijn in de watersector wegwijs te maken. De dag biedt inzicht in de sector en een mogelijkheid voor het opbouwen van een relevant netwerk. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk. www.waternetwerk.nl
12 JUNI, LEEUWARDEN
Masterclass Grondstofterugwinning en waardecreatie
Jaarlijkse masteclass van topexperts. Thema is deze keer grondstofterugwinning en waardecreatie. Organisatie: Wetsus in samenwerking met Empower People. www.empower-people.nl
ERVARINGEN MET WATEROVERLAST Tijdens de Rioned-dag in februari presenteerde Stichting Rioned het boek Ervaringen met de aanpak van regenwateroverlast in bebouwd gebied. Karla Peijs, voorzitter van de Visitatiecommissie Waterketen, nam het eerste exemplaar in ontvangst. Het boek biedt een breed overzicht van toegepaste analyses en onderbouwingen van verschillende oorzaken en typen maatregelen om overlast en schade door extreme neerslag in bebouwd gebied te beperken of te voorkomen. Het boek is te bestellen via de website van Stichting Rioned. www.riool.nl
NR 3 / MAART 2014
In februari zijn aan de TU Delft twee waterprofessionals gepromoveerd op onderwerpen die te maken hebben met waterveiligheid. Sebastiaan Jeroen Rijke Sebastiaan van van Herk Herk promoveerde op zijn proefschrift ‘Delivering Integrated Flood Risk Management; Governance for collaboration, learning and adaptation’. Jeroen Rijke verdedigde met succes zijn proefschrift ‘Delivering change: towards fit-for-purpose governance of adaptation to flooding and drought’. Voor meer informatie over de inhoud van beide proefschriften, zie pagina 28 Wilt u in de rubriek Personalia aandacht voor de benoeming of functiewijziging van een waterprofessional? Meld het dan aan de redactie van maandblad H2O: redactie@vakbladh2o.nl
LEDEN GEZOCHT VOOR PRAKTIJK-THEMAGROEP Welke waterprofessionals uit de (drinkwater)sector willen een inhoudelijke bijdrage leveren aan de nieuwe p raktijk-themagroep, die vooral gericht is op medewerkers van de werkvloer met een opleiding op MBO- en MBO+-niveau? Voor deze leden organiseert de themagroep een aantal activiteiten per jaar, gericht op (kennis over) de praktijk. Dit kan variëren van een locatiebezoek of een cursusdag tot een workshop. Ook eenmalige bijeenkomsten en bijeenkomsten per regio behoren tot de mogelijkheden. Het is de bedoeling dat de leden van de nieuwe themagroep een afspiegeling vormen van de brede watersector en de diverse regio’s. KNW heeft al enkele kandidaten uit de afvalwatersector, maar zoekt nog leden vanuit de drinkwaterbedrijven en de industrie. Vind je kennisoverdracht belangrijk en wil je een bijdrage leveren aan het delen van praktijkervaring? Lijkt het je leuk mee te helpen bij het organiseren van activiteiten, en ben je bereid om vier keer per jaar overleg te voeren over wat er speelt op de werkvloer? Meld je dan aan als lid van de nieuwe praktijk-themagroep van KNW. Voor vragen en aanmelden kun je een e-mail sturen naar monique.bekkenutte@waternetwerk.nl
17
18
Mijn mening
WAAROM ONTBREEKT HET AAN INNOVATIE EN VERBREDING IN DE WATERSECTOR?
Maandblad H2O publiceerde in het januarinummer een interview met Roelof Kruize, algemeen directeur van Waternet en voorzitter van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). Hij pleitte voor verdere verbreding van de watersector (meer relaties met andere sectoren, zoals energie en ruimtelijke ordening) en voor versnelling van innovaties. Gatze Lettinga (emeritus hoogleraar Wageningen UR) stelt vragen bij dit pleidooi, waarop Roelof Kruize weer reageert. Na lezing van Roelof Kruize’s interview in H2O over zijn visie op de water/milieusector kom ik tot de volgende conclusies en vragen: 1. Er is volgens Kruize binnen de watersector meer innovatie en verbreding nodig, en ten behoeve van de export van onze kennis minder versnippering; de sector moet als een eenheid naar buiten proberen te treden. De vraag is hoe zoiets te realiseren met 1.700 ondernemingen en 25 waterschappen, die vaak in een hevig concurrentiegevecht met elkaar liggen. Is Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW), een organisatie die volgens Kruize ‘staat’ voor kennisoverdracht en van en met elkaar leren, de aangewezen club? 2. Er bestaat een enorme muur tussen kennisinstituten en het midden- en kleinbedrijf, zegt Kruize. Ook dit moet worden verduidelijkt, hoe, waar en waarom? Wij, universitaire onderzoekers op het terrein van afvalwaterbehandeling (van Wageningen UR en TU Delft), hebben decennialang zeer goed samengewerkt met bedrijven als Paques, met vervuilende industrieën en met waterschappen en instituten.
Gatze Lettinga
3. Een optimaal ge(de)centraliseerde op afvalvalorisatie gerichte aanpak binnen de (afval)watersector, zoals in de afgelopen decennia vergaand gerealiseerd is in de industriële sector, lijkt Kruize te zien als de weg welke ook in de sector van publieke sanitatie zou moeten worden ingeslagen. Het zou daarom goed zijn een aantal zaken boven water te krijgen, zoals: a. Waarom daar in de sector van publieke sanitatie juist het accent zo sterk op verdergaande centralisatie is gelegd? b. Wat deze sterk gecentraliseerde aanpak de samenleving heeft opgeleverd, c.q. heeft gekost? c. Hoe en op welke termijn de noodzakelijke transitie kan worden gerealiseerd? d. In hoeverre de aanpak van een familie bedrijf als Paques, en bedrijven als Biothane Systems International (Veolia) en het Belgische Waterleau daarbij zou kunnen helpen? 4. Geaccepteerd zou moeten worden dat waterschappen, gemeenten, drinkwaterbedrijven en dergelijke onze ‘kennis’ in het buitenland helpen commercialiseren door middel van het uitvoeren van projecten in onder andere ontwikkelingslanden. Hierover mag wel wat meer duidelijkheid worden verschaft, niet alleen over de aard, opzet, ideële doelstellingen en kosten van die projecten, maar ook welke kennis geëxporteerd wordt. Gatze Lettinga Emeritus hoogleraar WUR Voor de reactie van Roelof Kruize zie de pagina hiernaast.
Tijdens de Lab Experience Day kunnen jongeren kennismaken met werken in het laboratorium
OPEN DAG LABORATORIUM HUNZE EN AA’S Op vrijdag 11 april opent het laboratorium van waterschap Hunze en Aa’s in Assen zijn d euren voor jongeren en ouders. Tijdens de Lab Experience Day (LED) kunnen zij kennis maken met de mogelijkheden van de laboratoriumtechniek. Jongeren kunnen in het lab experimenten uitvoeren, terwijl ouders informatie krijgen over de perspectiefrijke opleidingen en beroepen in het laboratoriumwerk. Deze dag is onderdeel van de Lab Experience Days. Later dit jaar volgen laboratoria elders in het land. Meer informatie en aanmelden via de website. www.labexperience.nl
WATERNETWERK
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
REACTIE ROELOF KRUIZE OP DE BRIEF VAN GATZE LETTINGA Allereerst wil ik Gatze bedanken voor zijn commentaar en vragen. Dat geeft mij de gelegenheid wat meer verdieping aan te brengen. Hoe zorgen we binnen de watersector voor meer innovatie en verbreding en welke rol kan KNW hierin spelen? Ik denk dat KNW als onafhankelijke personenvereniging bij uitstek een platform kan bieden om kennis te delen, zonder dat leden aan belangenbehartiging hoeven te doen. KNW moet dan wel prikkelende onderwerpen op de agenda zetten, vragen durven stellen en leden met elkaar in contact brengen. Zo kan KNW helpen om coalities te smeden vanuit de inhoud van de problematiek. Natuurlijk heeft Gatze gelijk als hij zegt dat er ook veel goede voorbeelden zijn van samenwerking tussen universiteiten en ondernemers, maar er zijn veel mkb-ers en startende ondernemers die het lastig vinden de weg te vinden in de waterwereld. Weliswaar probeert de overheid via bijvoorbeeld de Topsector Water hier wat aan te doen, maar het kan wat mij betreft wel wat steviger. Er zijn nog heel wat bureaucratische belemmeringen. Riolering is in Nederland een centrale publieke voorziening, die vooral haar oorsprong vindt in de verbetering van de volksgezondheid. Afvalwater zo snel mogelijk afvoeren uit de stedelijke omgeving. Dat heeft op het gebied van volksgezondheid en levensverwachting veel opgeleverd. Ik ben alleen van mening dat er aan het huidige systeem een aantal fundamentele nadelen zitten. We gebruiken drinkwater van de hoogste kwaliteit om het toilet mee door te spoelen, we verdunnen het afvalwater in gemengde stelsels verder met schoon regenwater om vervolgens met veel energie de waardevolle organische stof af te breken en het slib te verbranden. Dit kan in mijn optiek veel slimmer. Gescheiden inzameling van urine om hier vervolgens de nutriënten uit terug te winnen. Waternet is hiermee actief. In het kader van Amsterdam Rainproof gaan we ervoor het regenwater te bergen in de openbare ruimte of in particuliere ruimte. Zo is recent het polderdak in bedrijf genomen en onderzoeken we met ‘De Dakdokters’ de mogelijkheden in
NR 3 / MAART 2014
Roelof Kruize
de stad. Geen overstorten meer op de grachten, dat betekent gewoon veilig zwemmen in de grachten. Wat een visitekaartje voor Amsterdam! Recent is er een overeenkomst gesloten met de zeven ziekenhuizen in Amsterdam om afvalwater aan de bron aan te pakken met als eerste pilot een pharmafilter bij het Amsterdam Medisch Centrum AMC. Naast deze bronaanpak zullen we de rioolwaterzuivering transformeren naar een grondstoffen- en energiefabriek. Ik geloof dat deze transitie in tien jaar mogelijk moet zijn. Samenwerking met het bedrijfsleven is hierbij essentieel. In Amsterdam hebben we recent biobased connections opgericht en Amsterdam Metropolitan Solutions, samenwerkingsverbanden tussen de gemeente, Waternet, de universiteiten van Delft, Wageningen en Boston en het bedrijfsleven. Internationaal zien we steeds meer weerstand tegen het concessiemodel, waarbij gemeenten voor twintig jaar de zeggenschap over watervoorziening en sanitatie uit handen geven. Gemeenten in ontwikkelingslanden zoeken graag een publieke partner om mee samen te werken en kennis uit te wisselen. Nederlandse waterschappen, gemeenten en drinkwaterbedrijven zijn een graag geziene partner in het kader van wateroperator partnerships. Vanuit dit partnership kunnen de publieke Nederlandse partners een brugfunctie vervullen voor het Nederlandse bedrijfsleven. Ik besef dat ik maar heel beperkt antwoord heb kunnen geven op de vragen van Gatze, vanwege de beschikbare ruimte in H2O. Ik geloof echter zeer in een transitie van een lineaire economie naar een circulaire economie. Roelof Kruize Algemeen directeur Waternet Voorzitter KNW In een aflevering van het tv-programma Tegenlicht (VPRO), uitgezonden op 23 maart, geeft Waternet zijn visie op de circulaire economie. Deze aflevering is terug te zien op de website. http://tegenlicht.vpro.nl
19
20
Mijn mening
ALLE WATERSCHAPPEN MOETEN ZICH SCHALIEGASVRIJ VERKLAREN
De discussie over de winning van schaliegas duurt voort. Hoe groot zijn de risico’s en wat vinden we aanvaardbaar? Marlies de Vries van het hoogheemraadschap van Rijnland vindt dat waterschappen een heldere keuze moeten maken. Woensdag 29 januari heeft het hoogheemraadschap van Rijnland zich als eerste waterschap schaliegasvrij verklaard. Het Algemeen Bestuur van Rijnland heeft hiertoe met een ruime meerderheid besloten via een motie, die ik als initiatiefnemer, namens het CDA-Rijnland, heb ingediend. Bij proefboringen naar en winning van schaliegas wordt gebruik gemaakt van ‘fracking’. Dit is een methode die gepaard gaat met risico’s op onder andere zetting van de ondergrond, bodemdaling, vervuiling van grond- en drinkwater en aardbevingen. Uit nader onderzoek van onafhankelijke deskundigen (met betrekking tot Groningen) blijkt dat het niet is uitgesloten dat mogelijke zetting van de bodem en/of aardbevingen schade aan de (hoofd)waterkeringen kunnen veroorzaken met onvoorstelbare gevolgen voor de veiligheid van vele burgers in een dichtbevolkt gebied. Rijnland hanteerde een reactieve benadering en nam geen eigen positie in, maar dacht mee in overleggen met de minis-
Marlies de Vries
teries van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken. Het hoogheemraadschap van Rijnland neemt, door het aannemen van de motie, een duidelijk ander standpunt in ten opzichte van de Unie van Waterschappen en de landelijke discussie. Rijnland zal, vanaf nu alle mogelijke politieke instrumenten inzetten om te zorgen dat boring en winning van schaliegas wordt voorkomen. Daarnaast gaat Rijnland dit standpunt actief uitdragen naar de provincie Zuid-Holland, de Unie van Waterschappen, de Tweede kamer en de betrokken ministeries. Vaak wordt van waterschappen gezegd dat ze niet politiek zijn en dus opgeheven kunnen worden. Met de Verklaring Schaliegasvrij neemt Rijnland duidelijk een politiek standpunt in. Met ons schone water en onze waterveiligheid kunnen we geen enkel risico lopen. Waterschappen zijn de autoriteit op het gebied van water en dat schept verplichtingen maar ook verwachtingen. Marlies de Vries Lid Algemeen Bestuur Hoogheemraadschap van Rijnland
KORT
NIEUWS
ATB NEDERLAND DUURZAAMSTE DRENTSE BEDRIJF ATB nederland is uitverkoren als ‘Duurzaamste Drentse Bedrijf 2014’ tijdens de ‘Duurzame Dates Drenthe’. Tijdens dit jaarlijks terugkerende netwerkevenement, dat georganiseerd werd door IVN Drenthe en de provincie Drenthe, presenteerden Drentse initiatiefnemers hun duurzame idee en kregen ze adviezen van experts om deze ideeën verder te verwezenlijken. ATB nederland won de prijs met ionisatie van water en lucht. www.atbnederland.nl
Directeur Gentia Lokkers van ATB nederland neemt de prijs in ontvangst
WATERNETWERK
NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS
Foto Caroline Koopmans
MIJN IMPRESSIE
Assetmanagement, het beheer van alle ‘hardware’ in onze bedrijven gaat, zou je zeggen, vooral over dingen. Maar tijdens de KNW-bijeenkomst Assetmanagement en cultuur op 29 januari, in het prachtige museumgemaal Cruquius, hadden we het eigenlijk alleen maar over mensen. Voorzitter Huub Glas (Zeven Deugden Advies & Management) zette meteen de toon met de vraag ‘waarom is invoeren van asset management zo moeilijk?’. De diversiteit aan antwoorden verraste hemzelf ook. Dat er een sterke relatie bestaat tussen organisatiecultuur en de resultaten van de invoering van assetmanagement liet Robert van Grunsven (CMS Assetmanagement) zien. Een goede ontwikkeling van assetmanagement is gebaat bij een open cultuur, waarin de mensen informatie met elkaar willen delen, waarin fouten maken mag, waarin bereidheid is van elkaar te leren en te veranderen. Kortom, de cultuur waar we vaak meer naar streven dan dat we hem al bereikt hebben. Eigenlijk is assetmanagement vooral een zaak van samenwerken binnen de organisatie. Zowel tussen de verschillende taakgebieden als op de verschillende niveaus (van beleid tot operationeel). Assetmanagement wordt vooral gezien als de sleutel voor efficiënter werken, voor kostenbesparing dus. Dat maakt dat er een link gelegd kan worden met het Bestuursakkoord Water. Carleen Mesters (Stroom en Onderstroom) en Dieter de Vroomen (Goed Adviseren management & organisatieadvies) hebben het effect van dit bestuursakkoord onderzocht. Heeft dit bestuursakkoord hetzelfde effect van een ‘steen in de vijver’ als bijvoorbeeld de invoering van marktwerking in de zorg- en energiesector? Zover is het zeker nog niet. Het bestuursakkoord is nu niet veel
JORDAANSE (WATER)MINISTER NAAR NEDERLAND In april brengt de Jordaanse minister van Water El-Naser een bezoek aan Nederland. Het programma dat voor deze gelegenheid is georganiseerd staat in het teken van de Water management files Jordanië, en specifiek het ‘Red Sea Dead Sea Conveyance’-project, waarvoor in december 2013 een ‘Memorandum of Understanding’ tussen omliggende landen is getekend. Het programma biedt de Nederlandse watersector de kans om vroeg in het proces betrokken te raken, waarbij het bezoek van de minister een b elangrijke rol kan vervullen. Aanwezigheid bij dit event is op uitnodiging. Geïnteresseerden kunnen zich melden bij Fanack, Frederik Claasen, f.claasen@fanack.com
NR 3 / MAART 2014
ASSETMANAGEMENT: DOEN WAT JE EIGENLIJK LIEVER NIET DOET meer dan een collectieve ambitie om kosten te besparen. De onderzoekers zien dat dit resultaat nog lang niet bereikt is. Uit het onderzoek blijkt dat vooral het middenmanagement als bottleneck wordt ervaren (door de geïnterviewden). Maar of dat nu de kern van het probleem is? Wat in het achterliggende rapport goed naar voren komt is dat de partijen (en hun assetmanagement!) vooral naar hun eigen efficiëntie kijken. De basisveronderstelling van het bestuursakkoord is echter juist dat er nog veel efficiëntie te behalen valt door een betere samenhang tússen de onderdelen van de waterketen. Het rapport biedt gelukkig wel handvatten om mee aan de slag te gaan (wel wat triviaal soms). Hoe dan ook, het zijn de mensen in de organisatie die het moeten doen. En die mensen zijn nu eenmaal verschillend. Het onderwerp ligt dichter bij mensen die zich aangetrokken voelen tot ‘in stand houden’ en ‘vastigheid’, kortom het meer routinematige werk. Maar ook hierbij heb je net zo goed mensen nodig die creativiteit en onverwachte invalshoeken brengen. Alleen ‘eigen toko’ is niet voldoende, maar hoe integraal kun je het aanpakken zonder de koers kwijt te raken? Assetmanagement vraagt registratie, dat lijkt erg op verantwoording. Het vraagt ook discipline. Dus waarom zou je er aan beginnen als medewerker? We hebben liever vrijheid en weten zelf maar al te goed wat nodig is voor ons werk. Kortom, assetmanagement vraagt eigenlijk van veel mensen ‘tegennatuurlijk gedrag’. En waarom zou je daar aan beginnen, je wordt er toch niet op afgerekend… De praktijk blijkt doorgaans toch anders te zijn en dat heeft te maken met de bedrijfscultuur.
Eilard Jacobs
Minister El-Naser van Jordanië bezoekt Nederland volgende maand
21
22
Drie tot vijf miljoen berichtjes versturen Nederlandse twitteraars iedere dag. Hun tweets kunnen gezamenlijk interessante informatie opleveren voor waterbedrijven kunnen. Bij het Noord-Hollandse drinkwaterbedrijf PWN loopt nu een eerste project om de ogen en oren van twitteraars te benutten bij het signaleren van problemen en het communiceren met klanten: The Human Sensor.
PWN BENUT OGEN EN OREN VAN TWITTERAARS
Tekst Charlotte Leenaers | Beeld iStockphoto
“O
Ignaz Worm PWN
Daniel Levelt Royal HaskoningDHV
p derde kerstdag 2010 viel het ons voor het eerst op. Op deze vrijdagavond hadden we te maken met leveringsproblemen en binnen de kortste keren was ons callcenter overbelast. Onze klanten zaten zonder water en konden ons niet bereiken. Maar één van onze klanten was zo alert om de geografische herkomst van twitterberichten over deze storing, op een kaartje te plotten. Daaruit bleek zonneklaar dat het een probleem bij pompstation Hoofddorp betrof. Dat kaartje bleek achteraf heel belangrijk in de communicatie met onze klanten.” Ignaz Worm, drinkwatertechnoloog en innovatiemanager van drinkwaterbedrijf PWN herinnert zich dat moment scherp. “Je realiseert je dan ineens dat die enorme hoeveelheid berichten op sociale media zeer bruikbare informatie bevat en bovendien vrij beschikbaar is.” In diezelfde tijd nam Ignaz Worm deel aan een samenwerkingsverband om te onderzoeken in hoeverre de rekenmodellen van het waterleidingnetwerk geschikt zijn om met backtracing – hydraulisch terugrekenen – de oorzaak van een storing op te sporen. “Het idee ontstond om naast telefonische klachten en onze storingsinformatie ook de tweets over waterlekken, wegvallende druk of bruin water als invoerdata in het rekenmodel te gebruiken. Dat was het begin van The Human Sensor: een project om onze eigen klachtdata te combineren met tweets, die te presenteren en tegelijkertijd te gebruiken als input voor onze l eidingnetmodellen.”
T
T Worm bracht het idee in tijdens de eerste bijeenkomst op 25 mei 2012 van de themagroep IT-toepassingen in de watersector van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). The Human Sensor werd uitgeroepen tot beste idee voor een IT-toepassing in de watersector. Een opsteker voor bedenker Worm en een mooie aanleiding om het niet bij een idee alleen te laten. SPONSORS Voor PWN was dit het moment om een project te maken van The Human Sensor en ook een externe partij bij het project te betrekken. “Niet alleen het idee was nieuw, ook de projectorganisatie rondom het project is in een modern jasje gestoken”, vertelt Worm. “Voor de financiering is een eigentijds model gehanteerd – het Tribune-model – waarbij vijf collega-waterbedrijven als sponsors optreden, belangstellend meekijken, maar geen inhoudelijke rol spelen.” Royal HaskoningDHV beschikt over het ICT-platform om verschillende databronnen te combineren. Zo raakte Daniel Levelt, consultant Water Technology van dit advies- en ingenieursbureau bij het project betrokken, “De essentie van The Human Sensor is dat we heel nadrukkelijk alleen gebruik maken van bestaande databronnen. In dit geval zijn dat > NR 3 / MAART 2014
THEMA
‘ The Human Sensor: een project om onze eigen klachtdata te combineren met tweets’
23
24
THEMA
want Bergen is een van de zoektermen. Of een tweet van een KLM-passagier, die klaagde over het feit dat zijn flesje water bij de controle op Schiphol was afgepakt. Inderdaad een waterprobleem, maar niet een waarnaar wij op zoek zijn”, lacht Levelt.
Een (fictief) voorbeeld van de beelden die The Human Sensor oplevert
datafiles, afkomstig van het procesautomatiseringsysteem van PWN-drinkwaternetwerk, met pompprestaties en waterdrukken in de leidingen en de datafiles van de telefonische klachten, de storingsmeldingen en nu dus ook de twitter data.” “Vernieuwend is dat we in staat zijn deze bronnen, die op eerste gezicht weinig gemeen hebben, te combineren en in geografische kaartjes over elkaar heen te plotten om zo een verscherpt beeld van storingen te krijgen. En nieuw is ook dat we klachten, storingen en tweets gaan gebruiken als invoer voor het hydraulisch backtracen. Uiteindelijk willen we storingen real time in beeld brengen: informatie die rechtstreeks aan de klanten wordt aangeboden en waarmee het callcenter klanten goed te woord kan staan.” ‘DATAMINING’ Gericht data filteren uit de miljoenen tweets die dagelijks over internet rondgaan, het zogenoemde datamining, is een nieuwe expertise die eerder in Nederland is ingezet om de mensenstroom bij grote publieksevenementen in kaart te brengen. Het bedrijf Crowd Sense heeft daar ervaring mee en bouwt voor The Human Sensor aan een filter om een relevante twitterfeed te genereren. Zoeken op tweets met de hashtags – trefwoorden die twitteraars meegeven aan een bericht – als #waterlek, #bruin of #water ligt voor de hand. Inmiddels hebben de experts al ruim duizend trefwoorden geselecteerd. Maar juist de geografische informatie is essentieel voor een bruikbare feed; dat zijn dan ook de zaken waar het twitterfilter naar op zoek is. “We zijn er achter gekomen dat een hele wereld schuil gaat achter het filteren van tweets en lopen nog steeds regelmatig tegen kinderziektes aan. Zo kregen we aanvankelijk ook meldingen uit Bergen op Zoom, logisch
KOPPELEN Op dit moment is de proof of concept-fase afgerond. Het lukt nu om de data van de klachtenlijn, van de storingsdienst en van Twitter real time te combineren met actuele hydraulische gegevens. Daarmee is aangetoond dat de informatiestromen aan elkaar te koppelen zijn. Levelt slaat zijn laptop open en laat de eerste resultaten zien. Op het scherm verschijnen de GIS-plaatjes van het beheergebied van PWN met daarin de actuele druklijnen in het waterleidingnetwerk en de symbooltjes die klachten, storingen en tweets voorstellen. “De plaatjes zijn nu nog gedeeltelijk gebaseerd op dummy-data omdat we nog wat problemen ondervinden bij het real time binnenhalen van de klantcontactinformatie. De twitterfeed is ook nog in ontwikkeling, niet elke tweet is even relevant en daar blijven we aan werken.”
‘Vernieuwend is dat we bronnen combineren die op het eerste gezicht weinig gemeen hebben’ “Deze plaatjes gaan we straks in ons callcenter gebruiken om onze klanten te informeren over storingen”, wijst Worm aan op het scherm. “We gaan de interface gebruiksvriendelijker maken. In de toekomst kunnen we klanten completer en actueler informeren over een w aterprobleem in hun buurt. Dat we bijvoorbeeld kunnen melden dat we op Twitter zien dat de brandweer in de buurt met bluswerk bezig is en dat daarom de waterdruk nu even wat lager is.” Hoewel het backtracen nog even op zich laat wachten, zijn Worm en Levelt tevreden over de vorderingen die de laatste maanden gemaakt zijn. “Wij hebben aangetoond dat The Human Sensor werkt.” | Een video die weergeeft wat de stand van zaken is na de proof of concept-fase is te vinden door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op Youtube (zoekterm: human sensor poc2013)
WATERTECHNIEK
TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR
UTRECHTS SLIB ELDERS VERWERKT? Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden bekijkt de mogelijkheid om het zuiveringsslib uit Utrecht niet langer zelf te verwerken, maar dit door een andere partij te laten doen. Tot een dergelijk onderzoek heeft het algemeen bestuur van het waterschap besloten. De verkenning vindt plaats vanwege de vernieuwing van de rioolwaterzuiveringsinstallatie aan het Utrechtse Zandpad. Het waterschap wekt in een slibverwerkingsinstallatie biogas op uit zuiveringsslib. De rioolwaterzuiveringsinstallatie is aan vernieuwing toe. De uiteindelijke k euze voor het uitbesteden en de vorm waarin dat gaat gebeuren wordt gemaakt in samenhang met de te kiezen technologie voor het zuiveren van het afvalwater.
Sporen van het oude dorp Halen worden blootgelegd
WMD VINDT IN DRENTHE SPOREN DORP BRONSTIJD
NEDERLAND HELPT BIJ OVERSTROMINGEN BOLIVIA Potscherf uit Halen
Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) heeft bij de aanleg van een n ieuwe waterleiding tussen Assen en Beilen de resten aangetroffen van het oude dorp Halen. Dit dorp is een voorloper van de huidige dorpen Hooghalen en L aaghalen. De sporen van bewoning dateren uit verschillende periodes; van de bronstijd tot en met de middeleeuwen. Met name onder de Hooghaler Es en de Holtes zijn veel archeologische resten gevonden. Het gaat om meerdere boerderijen en erven uit de vroege en late middeleeuwen. Deze vondsten maken het mogelijk om boerderijen uit deze vroege periode van bewoning te reconstrueren. In de archieven komt de plaatsnaam Halen vanaf 1217 voor. De opgravingen maken het waarschijnlijk dat Halen al in de vijfde eeuw bestond en langzaam in de richting van het huidige dorp Laaghalen is opgeschoven. Andere interessante overblijfselen zijn resten van hutkommen, werk- of ambachtsplaatsen, uit de vroege middeleeuwen (vijfde en zesde eeuw). Ook uit de Romeinse Tijd (tweede en derde eeuw) zijn hutkommen aangetroffen. Uit de brons- en ijzertijd zijn sporen met scherven opgegraven. Archeologen van Grontmij voeren nu onderzoek uit in opdracht van WMD. De aanleg van de nieuwe drinkwaterleiding kan doorgaan zonder risico voor de gevonden boerderijresten. NR 3 / MAART 2014
Een consortium onder leiding van ingenieursbureau Witteveen+Bos ontwikkelt een early warning system voor overstromingen in het stroomgebied van de rivier Mamoré in Bolivia. Het consortium bestaat verder uit Deltares, Royal HaskoningDHV en lokale partners. In de periode september 2012 tot november 2014 ontwikkelen en implementeren de consortiumpartners in opdracht van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken een verbeterd early warning system, gebaseerd op hydrologische modellen en simulaties. Daarnaast wordt een netwerk voor hydrologische monitoring en een verbeterd informatiesysteem opgezet om optimaal aan te sluiten op het early warning system. Ook worden risicokaarten opgesteld om besluitvorming op het gebied van landinrichting te ondersteunen en worden medewerkers van de betrokken Boliviaanse instanties getraind om met het systeem om te kunnen gaan. Het early warning system moet eind november klaar zijn, vlak voor het nieuwe regenseizoen.
25
26
Op donderdag 10 april begint Wateropleidingen een 6-daagse opleiding Geohydrologie, waarbij kennis en praktijk elkaar afwisselen. Elke deelnemer brengt een eigen project in dat gedurende de opleiding als rode draad fungeert. Aan de hand van dit project leren de deelnemers problemen met het grondwatersysteem op een juiste manier aanpakken. Daarnaast gaan de deelnemers concreet aan de slag met het beoordelen van externe opdrachten, zoals drainage- en bemalingsadviezen. Reden voor de opleiding is dat steeds meer activiteiten in de ondergrond plaatsvinden. Vooral in stedelijk gebied wordt iedere vierkante meter grond benut. Maar ook in agrarische gebieden is er een toename van activiteiten, zoals de aanleg van ondergrondse zoetwaterbergingen. Daarnaast zijn er meer technieken in opkomst die weer andere invloeden uitoefenen op de ondergrond, zoals warmte-koudeopslag. De processen die in de ondergrond plaatsvinden overstijgen in tijd meestal de begrotingscyclus van een (bouw)project. Jaren na de aanleg komen allerlei grondwaterproblemen naar boven. Hoge kosten moeten worden gemaakt, die met de juiste kennis voorkomen hadden kunnen worden. Waterschappen, gemeenten en provincies hebben een taak in het grondwaterbeheer. Ook tijdens de nieuwe beoordelingsronde van de Europese Kaderrichtlijn Water krijgt grondwater een meer geïntegreerde plaats in stroomgebiedsbeheerplannen. Om deze taak goed uit te voeren is actuele kennis nodig van het grondwatersysteem, aangevuld met praktische vaardigheden. Meer informatie over de 6-daagse oplei ding Geohydrologie is te vinden op de website van Wateropleidingen of te verkrijgen bij Wateropleidingen, Gijs Koning, e-mail: gijs.koning@wateropleidingen.nl, telefoon: 06- 57573313. www.wateropleidingen
STOWA BRENGT GANGEN MUSKUSRAT HELDER IN BEELD Het bij Lienden ‘uitgepurde’ gangenstelsel van een inmiddels vertrokken muskusrattenfamilie
De Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) doet praktijkonderzoek naar de omvang van graverij door muskusratten en de invloed ervan op de veiligheid van dijken en kaden. Daarvoor is de graverij onlangs met purschuim letterlijk in beeld gebracht. Daaruit blijkt dat muskusratten indrukwekkende gangenstelsels maken.
iStockphoto
Er is al langere tijd discussie over nut of noodzaak van muskusrattenbestrijding. Vooral dierenbeschermers hebben bezwaren tegen de aanpak van de muskusrattenbestrijding in Nederland, waarvan jaarlijkse vele tienduizenden dieren het slachtoffer worden. Dit was voor de Unie van Waterschappen vorig jaar aanleiding te starten met een landelijke veldproef waarin de effectiviteit van muskusratbestrijding wordt onderzocht. Er wordt gekeken of het gerichter, goedkoper en met minder dierenleed kan. De veldproef duurt van januari 2013 tot januari 2016 en vindt in verschillende gebieden verspreid over het land plaats. Het STOWA-onderzoek richt zich vooral op de vraag hoe groot de uiteindelijke invloed van de door muskusrattengraverij optredende schades is op de h oogte, stabiliteit en daarmee de veiligheid van waterkeringen. Daarvoor willen de onderzoekers bijvoorbeeld meer weten over de (maximale) graafcapaciteit van muskusratten. In het onderzoek naar de graafcapaciteit van de muskusrat is het gegraven gangenstelsel op meerdere plekken gevuld met purschuim. Daarna is het stelsel in zijn geheel uitgegraven. Dat gebeurde onder meer bij Lienden (Waterschap Rivierenland). Dat leverde een indrukwekkend gangenstelsel op. Het stelsel werd niet meer bewoond en had een lengte van circa vijf meter. Het liep zo’n twee meter het talud in. De ingangen van het gangenstelsel bevonden zich op de watergrens. Het gangenstelsel was al gedeeltelijk niet meer intact, dit deel kon niet meer worden gevuld met purschuim. De afdruk van het gangenstelsel die zichtbaar is, is derhalve slechts een gedeelte van de totale graverij. De komende maanden wordt onderzocht in hoeverre de gangenstelsels de waterveiligheid beïnvloeden. De veldproef van de waterschappen wordt overigens ook gebruikt om meer te weten te komen over leefgewoonten van muskusratten. Zijn ze honkvast of trekken ze vaak naar nieuwe gebieden? En hoeveel procent van de muskusratten wordt eigenlijk gevangen en gedood? Om hierachter te komen, wordt een aantal muskusratten gevangen; zij krijgen een merkje in het oor.
Foto STOWA
6-DAAGSE OPLEIDING GEOHYDROLOGIE
WATERTECHNIEK
TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR Afvangen methaan Spannenburg door vacuümontgassing
VITENS WINT METHAANGAS UIT GRONDWATER Vitens is het als eerste waterbedrijf gelukt om methaangas te onttrekken aan het opgepompte grondwater en dit in te zetten als energiebron. Deze innovatie levert Vitens de komende jaren miljoenen euro’s aan gratis energie op. De installatie is in gebruik genomen in het drinkwaterproductiebedrijf Spannenburg in Friesland, dat water levert aan 300.000 inwoners van Friesland. Het grondwater bij Spannenburg bevat relatief veel methaan, gemiddeld 40 milli gram per liter. Dit wordt nu door beluchting verwijderd. Zo komt er 1.000 ton methaan per jaar in de atmosfeer, wat overeenkomt met de uitstoot van 23.000 ton kooldioxide. Het broeikasgas methaan is namelijk 23 maal schadelijker dan kooldioxide. Door het toepassen van vacuümontgassing is meer dan 90 procent van het methaan aan het water te onttrekken en winbaar te produceren. Het afgevangen methaangas is prima te gebruiken voor het opwekken van elektrische energie. Het methaan dat afgevangen wordt uit het grondwater in Friesland komt overeen met 1,8 miljoen kubieke meter aardgas per jaar. Dat is voldoende om 1.250 huishoudens een jaar van aardgas te voorzien. Het bedrijf heeft ervoor gekozen het gas vooralsnog niet te verkopen, maar voor eigen gebruik in te zetten door elektriciteit op te wekken met generatoren. De opgewekte elektriciteit is goed voor 40 procent van het stroomverbruik van het productiebedrijf. Dit levert het productiebedrijf Spannenburg een energiebesparing op van omgerekend een half miljoen euro op jaarbasis. Op dit moment wordt gekeken of de techniek ook toepasbaar is in andere productiebedrijven. Volgens Vitens is het de kunst is om de optimale omstandigheden in een vacuüm ketel te maken, waarbij er zoveel mogelijk methaan uit het water vrijkomt bij een zo laag mogelijk energieverbruik. Vanaf de winputten waarin het water uit de bodem wordt opgepompt, wordt het meteen via een leiding naar de i nstallatie voor vacuümontgassing gebracht. Dat gebeurt door grondwater in een gesloten ketel te laten stromen waarin een vacuüm is aangebracht van 0,2 bar. Het water wordt in de ketel verdeeld over een dik pakket aan ringen waardoor zoveel mogelijk methaan uit het water ontsnapt. Via een vacuümpomp wordt het methaan weggezogen. Het gas wordt vanuit de vacuümpompen van de zes ketels getransporteerd naar de gasopslag. Daarbij moet gekeken worden naar het vacuüm dat wordt getrokken, de manier waarop het water wordt verdeeld in de vacuümketel en de manier waarop het water in de ketel naar beneden stroomt door een bed van ringen. Bij de vacuümontgassing komen ook kooldioxide, stikstof en waterdamp uit het water. De gehaltes hiervan moeten liefst zo laag mogelijk zijn, het methaan gehalte zo hoog mogelijk omdat dit het brandbare gas is. Zodra het gasmengsel uit de vacuümketel is gezogen, moet het getransporteerd worden naar de gasmotor met generator. Daarvoor moet eerst de waterdamp verwijderd worden omdat er anders ongewenst condens ontstaat in leidingen. De techniek voor vacuümontgassing is door Vitens in eigen beheer ontwikkeld en heeft diverse innovatieprijzen gewonnen. NR 3 / MAART 2014
Schematische weergave van het proces van winning van methaangas door vacuümontgassing
MICROLAN NEEMT OOSTENRIJKERS OVER Het bedrijf microLAN uit Waalwijk heeft het Oostenrijkse bedrijf mbOnline overgenomen. mbOnline is gespecialiseerd in het monitoren van de bacteriologische waterkwaliteit. Het bedrijf heeft onder andere de Coliguard ontwikkeld. De Coliguard detecteert bacteriën - inclusief E.Coli en Coliforms - in water op basis van een enzymatische reactie waardoor de eventueel aanwezige bacteriën met fluorescerend licht zichtbaar kunnen worden gemaakt. Het product is in gebruik bij drinkwaterbedrijven, zwembaden en milieulaboratoria in Oostenrijk, Duitsland, Zwitserland, Nederland, Denemarken, Finland en Spanje. Door de overname kan microLAN deze Coliguard aan het productenpakket toevoegen, naast de iTOXcontrol en ALGcontrol.
27
28
Foto ‘Ruimte voor de Rivier’
2. Meerdere belangen meewegen Het halen van de doelstelling van bescherming is vastgelegd in de planologische kernbeslissing (PKB) als een resultaatverplichting. Andere belangen moeten volgens de PKB binnen het programma worden meegewogen als een inspanningsverplichting voor de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied. De inspanningsverplichting heeft meerdere uitwerkingen gehad. Ten eerste moest het Rijk lokale a mbities meenemen in de planvorming. Ten tweede gaf dit lokale partijen mogelijkheden om hun ambities te verwezenlijken door slim in te spelen op de plannen voor hoogwaterbescherming.
PRAKTISCHE TIPS VOOR AANPAK PROJECTEN KLIMAATAANPASSING Sebastiaan van Herk en Jeroen Rijke zijn aan de TU Delft gepromoveerd op de vraag wat de beste aanpak is van projecten op het gebied van klimaatadaptie. Ze deden onder andere onderzoek naar het governancemodel dat Rijkswaterstaat hanteert voor het programma ‘Ruimte voor de Rivier’ en vergeleken dit met modellen uit het buitenland. Uit het onderzoek komt naar voren waarom het programma ‘Ruimte voor de Rivier’ werkt. De belangen van verschillende stakeholders worden zorgvuldig afgewogen en er is sprake van een efficiënte beheersing van kwaliteit en risico’s. Ook blijkt de aanpak van Ruimte voor de Rivier goed bestand tegen veranderende omstandigheden. Op grond van hun onderzoek komen de promovendi tot de volgende belangrijkste lessen: 1. Heldere integrale visie op hoogwaterbescherming Direct na het hoog water van 1993 en 1995 ontstond een breed gedragen integrale visie op hoogwaterbescherming: betere bescherming door meer ruimte te creëren voor rivieren. Deze heldere visie vormde de basis voor de ontwikkeling van alle afzonderlijke maatregelen gedurende het gehele plan vormingsproces. Het doel was voor alle betrokkenen duidelijk. Het rivierengebied werd beschouwd als één geheel (systeembenadering), waardoor de effectiviteit van maatregelen in samenhang werd gezien.
3. Organisatie van samenwerking Ruimte voor de Rivier wordt gezien als een voorbeeld voor ‘multi-level governance’. Binnen het programma worden de kaders door het Rijk bewaakt, terwijl de plannen vooral door lokale en regionale partijen worden gemaakt en geïmplementeerd. Deze vorm van organisatie is gekozen om zoveel mogelijk draagvlak en gebiedspecifieke kennis te verkrijgen. Tegelijkertijd is een programmatische aanpak gekozen om de doelstellingen, voortgang en kwaliteit van de individuele projecten vanuit een programmadirectie e ffectief te kunnen onder steunen. 4. Afnemende ontwerpvrijheid Ontwerpvrijheid is nodig om lokale ambities mee te kunnen nemen in het planvormingsproces. Vooral tijdens de verkenningsfase van Ruimte voor de Rivier is ruimte geboden om bijvoorbeeld economische, natuur-, recreatie- of stedenbouwkundige ambities te koppelen aan de maatregelen om de rivieren meer ruimte te geven. De ontwerpruimte nam af naarmate het planvormingsproces vorderde en werd vastgelegd door tussentijdse projectbeslissingen (piketpaaltjes). Door duidelijk te communiceren waarover wel en waarover niet (meer) onderhandeld kon worden, zijn de verwachtingen gedurende het proces gestuurd en groeide het vertrouwen. 5. Adaptief management De economische en politieke context is steeds veranderd sinds het begin van het programma. Adaptief management is dan nodig. Tijdens het programma is niet alles in één keer goed gegaan. Kansen en problemen zijn echter wel in een vroeg stadium gesignaleerd. Daaruit zijn lessen getrokken en zo nodig maatregelen genomen. Dit lerend vermogen kwam tot stand door effectieve samenwerking tussen de programmadirectie, de regio en de ministeries.
WATERTECHNIEK
29
TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR
DRINKWATERBEDRIJF WML SPAART TIJD EN OVERLAST MET SLEUFLOZE TECHNIEKEN Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) en Heijmans hebben een intentieovereenkomst gesloten om samen te werken aan het toepassen van ‘sleufloze technieken’ bij het saneren van drinkwaterleidingen. Het gaat om technieken waarbij sanering en vernieuwing van de waterleiding ondergronds kan plaatsvinden via de bestaande leidingen. Op plekken waar deze technieken kunnen worden toegepast, zijn grootschalige wegopbrekingen niet nodig. Dat voorkomt overlast voor de omgeving en bespaart tijd en kosten. WML is de drinkwaterleverancier voor Limburg en heeft Heijmans in 2011 benaderd mee te denken om de zogenoemde kousrelining techniek te kunnen gaan toepassen in drinkwaterleidingen. Hiervoor zijn gesprekken gevoerd met DSM, Insituform en Heijmans, waardoor een samenwerking is ontstaan voor een productinnovatie. In de rioleringsbranche is relining al lang gemeengoed; in de drinkwatersector is het iets nieuws. Voor de toepassing van reliningtechnieken voor drinkwaterleidingen gelden strenge eisen en is certificatie door KIWA vereist. Het certificatietraject bevindt zich op dit moment in de laatste fase. WML en Heijmans bekijken nog welke uitvoeringsmethode van de diverse sleufloze technieken per project het meest geschikt is. De in te zetten sleufloze technieken zijn: kousrelining, pipe cracking en buis-in-buis. Met betrekking tot de reeds bestaande pipe cracking methode heeft WML in november 2013 een Nederlandse primeur gehad in de gemeente Beek. In dit project werd via het opensnijden van bestaande 80 millimeter stalen leiding en grondverdringing een gietijzeren Saint Gobain leiding met een inwendige diameter van 100 millimeter ondergronds ingetrokken. De drinkwaterleiding is hierdoor inwendig 25 procent in diameter vergroot, van 80 millimeter naar 100 millimeter. Komende maanden selecteren WML en Heijmans projecten die in aanmerking komen voor de verschillende sleufloze technieken. Het is de bedoeling deze projecten in 2014 uit te voeren.
NIEUWE KLUS VOOR NEDERLANDERS IN VIETNAM Het Vietnamese Climate Adaptation PartnerShip (VCAPS), onder leiding van advies- en ingenieursbureau Grontmij, heeft opdracht verkregen voor het borgen van de strategie voor klimaatadaptie in stedelijke plannen voor Ho Chi Minh City in Vietnam. Deze opdracht is een vervolg op de vorig jaar door het VCAPS-consortium opgestelde klimaatadaptatie strategie voor deze deltastad in Zuidoost-Azië. Het VCAPS-consortium heeft sinds 2011 samen met de stad Rotterdam gewerkt aan de strategie voor Ho Chi Minh City. De stad kent nu al grote problemen met overstromingen en wateroverlast, die door klimaatverandering in toekomst zullen verergeren. In april 2013 is het eindresultaat van het project gepresenteerd aan het bestuur van de stad. Het bestuur heeft vervolgens aangegeven de opgestelde klimaatadaptatie-strategie te gaan hanteren om Ho Chi Minh City klimaatbestendig te maken. Het VCAPS-consortium heeft daarvoor in het kader van een Europese aanbesteding een plan van aanpak opgesteld om de Vietnamese overheid hierbij te ondersteunen. Het VCAPS-consortium bestaat naast Grontmij uit Witteveen+Bos, Bosch Slabbers landschapsarchitecten en het Instituut voor Milieuvraagstukken (VU Amsterdam). Het project wordt ge financierd door het programma Partners for Water van het ministerie van Economische Zaken en begeleid door de gemeente Rotterdam.
Biobeheer, een onafhankelijk laboratorium dat onder andere onderzoek naar de aanpak van Legionella, krijgt een Nederlands octrooi voor een techniek die het mogelijk maakt sneller resultaten te boeken bij het onderzoeken van watermonsters op Legionella. Via de klassieke werkwijze (met kweek en bevestiging, zoals beschreven in NEN6265) duurt het tien tot vijftien dagen voordat het resultaat bekend is. Met de nieuwe techniek komen de resultaten drie tot vijf dagen eerder beschikbaar. Dat geldt dan zowel voor de hoeveelheid als voor het type Legionella. Er waren tot dusver al alternatieve technieken op de markt die het onderzoek konden versnellen
NR 3 / MAART 2014
(een voorbeeld hiervan is de PCR-methode), maar deze had als nadeel dat Legionella weliswaar kon worden aangetoond, maar dat geen onderscheid gemaakt kon worden tussen de verschillende typen. Om deze typering wel te kunnen uitvoeren, is Biobeheer eigen onderzoek gestart om een multiplex PCR te ontwikkelen waarin dit wel mogelijk is. Afgelopen maand kreeg het laboratorium het bericht dat bij de nieuwe techniek mag worden aangegeven dat het een ‘geoctrooieerde technologie’ betreft. Voor een octrooi moet de techniek worden gekenschetst als “uniek, innovatief en industrieel toepasbaar”. www.biobeheer.nl
iStockphoto
SNELLER LEGIONELLA OPSPOREN
30
O
H2
HOOFDROLSPELERS
PETER GLAS (WATERSCHAPPEN)
HOE HOUDEN WE DRAAGVLAK VOOR GOED WATERBELEID? Tekst Peter Boorsma | Fotografie Gabby Louwhoff
31
iStockphoto
Het voorjaarscongres van Koninklijk Nederlands Waternetwerk gaat erover: is het Nederlandse model van het waterbeheer toekomstbestendig? Daarom in deze derde aflevering met hoofdrolspelers in de watersector: Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschappen. Gespreksonderwerp: een rapport dat de OESO, een internationale organisatie voor economisch onderzoek, medio maart publiceerde. “Sommige rapporten belanden snel in de la, dit blijft op tafel liggen.”
WELKE CONCLUSIE TREKT U UIT HET OESO-RAPPORT? IS HET WATERBEHEER IN NEDERLAND TOEKOMSTBESTENDIG?
Peter Glas: “De Engelse ondertitel van het rapport is een vraag, die luidt: fit for the future? (zie kader ‘Een exclellente track record’, red.). Wat mij betreft kunnen we dat vraagteken omzetten in een uitroepteken. Het rapport gaf mij vooral een gevoel van herkenning. De OESO heeft mensen van naam en faam gestuurd die echt de moeite hebben genomen de situatie te doorgronden. Op basis van gesprekken met tal van sleutelfiguren hebben ze een beschrijving van de Nederlandse watersector gemaakt, die eigenlijk voor 100 procent correct is. Het Nederlandse waterbeheer heeft volgens de onderzoekers een ‘excellente track record’ en is van hoge kwaliteit. Ze hebben ook gekeken naar de structuur, maar komen niet met aanbevelingen om die te veranderen. Blijkbaar zien ze de structuur niet als belemmering voor een toekomstbestendig waterbeheer.” “Dat wil niet zeggen dat er niets hoeft te veranderen. Zo is er de awareness gap, een gebrek aan bewustzijn bij het publiek, van de overstromingsrisico’s. Deze winter waren er overstromingen in Engeland en Frankrijk, maar in het waterrijke Nederland ging zo’n warme winter bijna ongemerkt aan de burger voorbij. We zitten hier goed achter de dijken en als ik de kraan opendraai komt er goed drinkwater uit. Maar er is zoveel vertrouwen dat de gemiddelde burger denkt dat het vanzelf gaat. De OESO merkt terecht op dat dit een belemmering kan vormen voor de continuïteit. Want als het economisch dal nog dieper was geworden, was men misschien toch aan de budgetten van afvalwaterzuivering, waterbeheer en -onderhoud gaan knabbelen.”
WAT MOET ER GEBEUREN OM DAT TE VOORKOMEN?
>“Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft met onder andere de waterschappen een communicatiecampagne opgezet om via Twitter, Facebook, websites en andere middelen het bewustzijn te vergroten. Zelf vind ik onderwijs heel belangrijk. We moeten de jeugd vertellen over water, waterbeheer en watertechniek, ook al omdat we in onze sector mensen tekort gaan komen.”
VOLGENS DE OESO KOMT DE NEDERLANDSE WATERSECTOR VAAK MET EEN TECHNISCHE AANPAK TERWIJL DE EUROPESE WET- EN REGELGEVING VEEL MEER NADRUK LEGT OP WATERKWALITEIT EN ECOSYSTEMEN…
>“Dat klopt wel: we hebben in manmade Nederland nu eenmaal weinig natuurlijke ecosystemen. De OESO stelt ook dat bij watervraagstukken de techniek zelden het grootste probleem is. Vaak is het een probleem van geld, organisatie, informatie en samenspel, zeg maar ‘water governance’. In een complexe samenleving bestaan geen eenvoudige oplossingen. Het antwoord op een ogenschijnlijk simpele vraag als ‘hoe houden we onze voeten droog?’ is ingewikkelder dan alleen maar baggeren, dijken bouwen of water vasthouden. Waterbeheer grijpt in op ruimtelijke ordening en op politieke besluitvorming.” “Interessant is nu dat de OESO zegt dat onze watertoets eigenlijk verzwaard moet worden door deze bindend te maken. Ik ben het daar zeer mee eens. Niet als toets achteraf op plannen van anderen, maar juist als proces van afstemming vooraf. En zeker niet omdat we >
NR 3 / MAART 2014
32
als waterschappen de ruimtelijke ordening zouden willen overnemen, maar om de focus op water te versterken en verbindingen te leggen met het beleid op het gebied van ruimtelijke ordening, met milieubeleid, met het landbouwbeleid, met het energiebeleid…“
IN KRIMPREGIO´S ZOU HET FINANCIËLE DRAAGVLAK TE SMAL KUNNEN WORDEN, STELLEN DE ONDERZOEKERS. HOE IS DAT OP TE LOSSEN?
>“De financiële structuur is volgens de OESO op orde. Maar als de ontvolking in krimpregio’s stevig doorzet, kan er op een gegeven moment onvoldoende financiële draagkracht zijn om maatregelen te treffen om aan de veiligheidsnormen te voldoen of om het water te zuiveren. In het Deltaprogramma zijn we wel aan het kijken naar nieuwe vormen van normering die enerzijds uitgaat van het recht op veiligheid van iedere burger, waar hij ook woont, en anderzijds rekening houdt met het probleem van de draagkracht in krimpregio’s. Dus in dat opzicht anticiperen we al op wat de OESO aangeeft in haar rapport.”
ZOUDEN WATERSCHAPPEN IN DE RANDSTAD MOETEN MEEBETALEN AAN OPLOSSINGEN IN KRIMPGEBIEDEN?
>“Het probleem van investeringen die de draagkracht van het lokale waterschap te boven gaan is in de afgelopen decennia steeds opgelost door te fuseren. Maar is dat ook in de toekomst altijd de oplossing? Het alternatief is een nationale belasting die voor regionale opgaven wordt ingezet. Maar dat is zeer ongewenst. Een nationale belasting brengt onherroepelijk het risico mee dat de prioriteit voor het waterbeheer en de waterveiligheid het onderspit delft door economische tegenwind of korte termijn politiek. In menig buitenland is dit het geval. Voor nu is ons stelsel echter robuust genoeg. Als dat ooit verandert, moeten we er opnieuw naar kijken.”
DE OESO ZEGT: GEBRUIKERS BETALEN NIET VOOR ONTTREKKING VAN GRONDWATER EN BIJ DIFFUSE VERONTREINIGINGEN BETALEN VERVUILERS NIET. HET VOORSTEL IS HIERVOOR ECONOMISCHE PRIKKELS TE INTRODUCEREN. GOED IDEE?
>“Wij zien een steeds complexere microverontreiniging van het oppervlaktewater en het grondwater. Overigens niet alleen door vervuiling uit de landbouw zoals bestrijdingsmiddelen, maar ook door bijvoorbeeld medicijnresten. In onze ogen moeten we zoveel mogelijk terug naar de bron om het probleem daar met heffingen op te lossen. Dus misschien moet de farmaceutische industrie wel betalen voor de vervuiling die geneesmiddelen veroorzaken.”
EEN UITSTEKENDE KENNISINFRASTRUCTUUR De onderzoekers van de OESO hebben ook gekeken naar de kennisinfrastructuur van de Nederlandse watersector en constateren dat er een waaier is aan instellingen die (educatieve) programma’s aanbieden. Helpdesk Water, Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (Stowa), Stichting Wateropleidingen en het Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) worden met name genoemd. De onderzoekers roemen de KNW – a network of more than 4000 m embers pooling and sharing knowledge and experience on water management – vooral vanwege de bijdrage aan de kennisoverdracht van kennisinstellingen naar waterprofessionals.
THEMA WAT GAAT U DOEN MET DE UITKOMSTEN VAN HET RAPPORT?
‘Dit rapport is een visitekaartje; we kunnen er wereldwijd mee voor de dag komen’
>“Uiteraard wachten we eerst netjes de brief van de minister aan de Tweede Kamer af. Maar dit rapport is geen actielijstje van zaken die binnen een half jaar snel geregeld moeten worden. Dit is een agenda die dient als leidraad bij de veranderingen die we de komende tien jaar in de sector moeten doorvoeren.” “Een onvoorzien effect is dat een rapport met zo’n hoog kwaliteitsniveau als dit de Nederlandse watersector weer eens op de kaart zet; het is een mooi visitekaartje. We kunnen er mondiaal goed mee voor de dag komen.” |
EEN ‘EXCELLENTE TRACK RECORD’
- Ontwikkel economische prikkels voor partijen
Op verzoek van het ministerie van Infrastruc-
die grondwater onttrekken en partijen die
tuur en Milieu en van de Unie van Water-
water vervuilen. Laat projectontwikkelaars die
schappen heeft de OESO (Organisatie voor
bouwen in gebieden met overstromingsrisico
Economische Samenwerking en Ontwikkeling)
betalen voor de extra beheerkosten.
de Nederlandse watersector onder de loep
- Zorg voor betere afstemming in de water-
genomen. Een team van de internationale
keten rond watervoorziening en afvalwater.
organisatie verrichtte “robuust analytisch
Gemeenten moet hun taken op het gebied van
werk” en sprak met ruim honderd N ederlandse opvang van afvalwater effectief combineren stakeholders. Dit resulteerde in het rapport
met stadsplanning. Waterschappen kunnen
Watergovernance in the Netherlands: Fit for the
operators blijven van de afvalwaterzuiverings-
future?, dat op 17 maart is gepresenteerd.
installaties, op voorwaarde dat ze daar een
De OESO is vol bewondering over het feit dat
ander beheervorm voor opzetten. Een orga-
het de Nederlanders lukt de voeten droog
nisatie die is ingericht om overstromingen te
te houden in een land dat voor 55 procent
voorkomen is niet per se ook geschikt voor het
onder zeeniveau ligt of bloot staat aan
beheer van waterzuivering.
overstromingsgevaar. Er is een natuurlijke
- De uitwerking van een Omgevingswet is een
infrastructuur opgebouwd door een systeem
goede gelegenheid om de wateragenda in een
van waterbeheer dat functionele d emocratieën
breder perspectief te zetten en de samenhang
– de waterschappen – combineert met
tussen water, landgebruik en ruimtelijke orde-
centrale, provinciale en lokale overheden,
ning te versterken.
gericht op het zoeken naar consensus. Kortom: een ‘excellente track record’.
Het OESO -rapport staat centraal tijdens het
Maar excellence mag niet leiden tot zelf-
voorjaarscongres van KNW op 10 april in
genoegzaamheid, zo waarschuwen de
Soesterberg. Ook Peter Glas zal daar samen
onderzoekers die komen met een agenda voor
met Renée Bergkamp (Vewin), Roy Tummers
verdere verbetering van de watersector:
(VEMW), Carla Alma (Water Natuurlijk / DB
- Vergroot het bewustzijn van het publiek ten
Waterschap Noorderzijlvest) en Ina Adema
aanzien van overstromingsrisico’s
(burgemeester Veghel, VNG) reageren op het
- Zorg voor onafhankelijke verantwoordings-
rapport. Het congresprogramma is te vinden
mechanismen voor meer transparante infor-
op de website.
matie en monitoring van de performance op
www.waternetwerk.nl
afstand van de waterinstellingen.
Mr drs Peter Glas (58) studeerde wis- en natuurwetenschappen, met hoofdvak biologie en Nederlands recht in Leiden. Vanaf 1983 tot 2003 was hij werkzaam bij het Waterloopkundig Laboratorium (WL| Delft Hydraulics) met een korte onderbreking rond 1990, toen hij bij het ministerie van VROM werkte. In 2003 werd hij watergraaf bij Waterschap De Dommel. Sinds 2010 is hij ook voorzitter van de Unie van Waterschappen.
NR 3 / MAART 2014
33
34
NATUURLIJK ORGANISCH MATERIAAL VERWIJDERD DOOR ANIONWISSELING Natuurlijk organisch materiaal is een bron voor nagroei (biofilm) in waterleidingen. Gangbare analyses maken niet d uidelijk welke organische verbindingen in het water kunnen dienen als s ubstraat voor bacteriën, en hoe de zuiveringstechnieken erop inwerken. TU Delft en Waternet combineerden een manier om natuurlijk organisch materiaal te karakteriseren (vloeistofchromatografie) met een techniek om bepaalde fracties selectief te verwijderen (anionenuitwisseling). De methode vermindert de kans op nagroei, maakt de waterzuivering efficiënter en is kosteneffectief.
In oppervlaktewater en grondwater zit altijd een hoeveelheid natuurlijk organisch materiaal (NOM). De meeste fracties van NOM, zoals biopolymeren, humuszuren en de daaraan verwante ‘building blocks’ zijn biologisch niet afbreekbaar. Hoewel er altijd enige bacteriën in het water zitten, ontstaat er dan geen bacteriegroei: het water heeft een hoge ‘biologische stabiliteit’. Bij verschillende stappen in de waterzuivering kunnen NOM-fracties echter worden afgebroken, waardoor het water biologisch instabiel wordt en nagroei kan optreden. Microbiële nagroei (biofilmvorming in de leidingen) kan de smaak en geur van het drinkwater verslechteren en zelfs risico’s voor de gezondheid opleveren. Vooral kleine organische zuren kunnen zorgen voor bacteriële activiteit. TU Delft deed onderzoek naar de verwijdering van bepaalde NOM-fracties door anionwisseling en de inpassing daarvan op locaties van Waternet, om de biologische stabiliteit van het drinkwater te verbeteren. Biologische stabiliteit van water kan op verschillende manieren worden bepaald. Dit onderzoek combineerde er drie: de geschiktheid van het water als groeimedium voor bacteriën (AOC ofwel assimileerbaar organische koolstof), de snelheid waarmee in het water biofilmvorming optreedt (BVS) en het gehalte aan organische stof. Nieuw daarbij was dat er vervolgens ook nog onderscheid werd gemaakt tussen de verschillende fracties van de organische stof. Het onderzoek werd uitgevoerd met kwelwater uit de Bethunepolder, dat in Loenderveen wordt voorgezuiverd, en in productielocatie Weesperkarspel wordt gezuiverd tot drinkwater. De voorzuivering bestaat uit coagulatie (toevoeging van ijzer om onder andere fosfaat te verwijderen), zelfreiniging (100 dagen verblijf in de zogenoemde waterleidingplas) en snelle zandfiltratie. De zuivering in Weesperkarspel maakt gebruik van ozon (desinfectie), ontharding, actief koolstof en langzame zandfiltratie. NOM IN DRINKWATER Natuurlijk organische materiaal in water is een ingewikkeld mengsel van veelal complexe verbindingen. Het voorgezuiverde water dat in Weesperkarspel aankomt, bevat ongeveer 6 milligram organische koolstof (DOC) per liter. Met vloeistofchromatografie met organische koolstofdetectie (LC-OCD) werden in dit water de volgende fracties onderscheiden: • biopolymeren • humusverbindingen (HS), de belangrijkste fractie (60 procent) • building blocks (BB): natuurlijke afbraakproducten van humusverbindingen • kleine organische zuren • neutrale componenten: een restgroep van kleine organische verbindingen (bijvoorbeeld alcoholen, aldehyden en ketonen). Om biologisch stabiel water te verkrijgen, is het zowel gewenst om kleine organische zuren te verwijderen als om te voorkomen dat ze – door de afbraak van grote moleculen – bij bepaalde zuiveringsstappen ontstaan.
WATERWETENSCHAP
TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR
de AIEX-kolom ook kleine organische zuren uit het water te verwijderen, wat positief is voor de biologische stabiliteit. Het grote voordeel van een AIEX-kolom vóór ozonisatie is dat er vervolgens minder ozon nodig is. De ionenwisselaar verwijdert de humus- en verwante verbindingen, waardoor er geen ozon meer opgaat aan de afbraak daarvan. Er is dan alleen maar ozon nodig voor desinfectie. Bij een laag ozonverbruik ontstaat er weinig bromaat, een mogelijk carcinogeen bijproduct van ozonisatie. Om het effect van een AIEX-kolom op de biologische stabiliteit van drinkwater in de praktijk te meten, zijn twee zuiveringsstraten vergeleken. AIEX werd gebruikt als voorbehandeling in de ene zuiveringsstraat, de andere werd gebruikt als referentie. Als de humusverbindingen vóór ozonisatie werden verwijderd, zat er minder biologisch afbreekbare organische stof in het drinkwater dan zonder AIEX, en de biologische stabiliteit was verbeterd. Anke Grefte (TU Delft) Luuk Rietveld (TU Delft) Marco Dignum (Waternet) Emile Cornelissen (KWR Water)
De AIEX-installatie op de locatie Weesperkarspel van Waternet
Over het gedrag van de verschillende fracties in drinkwater zuivering is echter weinig bekend. De onderzoeksvraag was dan ook of de aanvullende verwijdering van s pecifieke NOM-fracties door ionenwisseling (AIEX-hars) de zuiveringsprocessen en de biologische stabiliteit van het geproduceerde drinkwater konden verbeteren. Van AIEX-hars was bekend dat het humus- en humusachtige verbindingen (HS en BB) verwijdert, omdat deze stoffen negatief geladen zijn. AIEX IN DE ZUIVERINGSTRAAT Op de locatie Weesperkarspel werd een AIEX-kolom in de zuiveringsstraat opgesteld vóór ozonisatie. De resultaten werden geanalyseerd en – in een bureaustudie – v ergeleken met twee andere mogelijke posities van AIEX: tijdens de voorzuivering vóór coagulatie, en tijdens de zuivering na langzame zandfiltratie. De totale kosten voor AIEX-toepassing op de drie posities waren ongeveer gelijk. Vroege inzet van AIEX in de zuiveringsstraat (vóór coagulatie of vóór ozonisatie) bleek rendabeler omdat op de volgende zuiveringsstappen bespaard kan worden. Behalve de humusverbindingen bleek NR 3 / MAART 2014
Een uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl
SAMENVATTING Natuurlijk organisch materiaal (NOM) is een bron voor nagroei (biofilm) in waterleidingen. TU Delft en Waternet onderzochten of het mogelijk was om bepaalde NOM-fracties selectief te verwijderen en zodoende de biologische stabiliteit van het drinkwater te verbeteren. Anionenwisseling met AIEX-hars bleek een goede en kosteneffectieve manier om humusverbindingen, de voornaamste NOM-fractie, te verwijderen. Humusverbindingen bleken bovendien met ozon te reageren tijdens de ozonisatie (desinfectie) van het water, wat weer zorgde voor de vorming van kleine organische zuren, een belangrijk substraat voor bacteriegroei. Een praktijkproef toonde aan dat uitbreiding van de drinkwaterzuivering met AIEX vóór ozonisatie de biologische stabiliteit van het geproduceerde water inderdaad verbetert.
35
36
Tussen de zandgronden van Noord-Brabant en de Utrechtse Heuvelrug ligt het rivierengebied. In dit overgangsgebied zorgen droogte en overstromingsgevaar voor grote opgaven in het waterbeleid. Tegelijkertijd groeit de economie snel in deze ‘A2-zone’. Tegenovergestelde krachten of kunnen ze samengaan? Dat is het onderwerp van het o nderzoek ‘Waterkracht’.
Foto George Burggraaff / Hollandse Hoogte
WATER BIEDT ECONOMIE GROTE KANSEN IN REGIO RONDOM A2
De Martinus Nijhoffbrug over de Waal bij Zaltbommel, midden in het gebied dat onderwerp was van het onderzoek Waterkracht
Een enorme wateropgave. Plus de behoefte aan verdere economische ontwikkeling. Hoe combineer je dat? Het onderzoek ‘Waterkracht’ laat zien welke economische winst te behalen valt in Utrecht, Den Bosch en het tussengelegen rivierengebied. De kracht van water blijkt in het detail te schuilen, in de haarvaten van de watersystemen. Daar liggen de kansen. Door op een intelligente manier gebruik te maken van de lokale watersystemen, is het mogelijk zowel de waterveiligheid te verbeteren als de economische mogelijkheden ervan te benutten. Zo stimuleert water de vooruitgang. Het biedt economische mogelijkheden: in de logistiek van stadshavens, in vernieuwende agrarische activiteiten en ook in watermijnen in de monding van beken en rivieren. De invloed van het water op het reilen en zeilen van de stad is heel direct. Regio’s en stedelijke gebieden hebben baat bij het inzetten van deze ‘waterkracht’. DE STAD ALS HAVEN Groot Utrecht heeft door de centrale ligging in Nederland een rol als logistieke ‘draaischijf’. De regio Utrecht groeit naar verwachting meer dan de rest van ons land. Daardoor vraagt de infrastructuur in het gebied steeds meer ruimte. De mogelijkheden van vervoer over binnenwateren worden daarbij vaak vergeten. Wel heeft Utrecht recent de grootste binnenhaven van Nederland Lage Weide ontsloten, waar veel vormen van transport samenkomen. Om te kunnen voortbestaan en groeien, moeten stad en havens slimmer op elkaar inspelen. Door het binnenwater sterker bij het havensysteem langs het Amsterdam-Rijnkanaal te betrekken, kan de vergroeiing van de haven met de stad een flinke impuls krijgen. Bier- en afvalboten, die nu al in het historische stadswater rondvaren, hebben de basis gelegd voor een watereconomie in de binnenstad van Utrecht. Door de stad als haven v erder te ontwikkelen, krijgt de vloot op de grachten een groter afzetgebied en een bredere economische basis, waarmee ook andere goederen hun weg naar de binnenstad kunnen v inden. Utrecht kan zo het karakter als stad van handel over water versterken: een duurzaam perspectief waarbij steeds minder gemotoriseerd verkeer in de binnenstad nodig is.
WATERWETENSCHAP
TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR
KWELWATER ALS BRON Het relatief lege en landelijke rivierengebied kent van oudsher een grote agrarische sector. De voortdurende beschikbaarheid van water is daarvoor van vitaal belang. Een oplossing voor de te verwachten watertekorten in het zomerseizoen ligt in het opslaan en beter benutten van water. De agrariërs in dit gebied, die 60 procent van het grondoppervlak in gebruik hebben, kunnen zo de spil w orden in de regionale waterhuishouding. Niet alleen kunnen ze door opslag zorgen voor genoeg water voor eigen gebruik, maar ze kunnen dit ook verkopen en zich ontwikkelen tot ‘waterboeren’: commerciële leveranciers van zoet water.
delta van Den Bosch, die als basis dient voor allerlei activiteiten. Want naast de functionele delving van chemische stoffen, kan de watermijn ook een recreatieve en educatieve bijdrage leveren aan stad en land. Arjan Nienhuis (Nienhuis Landschapsarchitectuur) Bart Bomas (BVR) Durk de Vries (Grontmij) Steven van Schuppen (Lopende Zaken) Waterkracht is een breed ontwerpend onderzoek dat met ondersteuning van het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie tot stand is gekomen. Het onderzoek is eerst uitgevoerd op hoge schaal waarbij deskundigen zijn
Verrassend veel structuren van de voormalige (dwars)dijken, weteringen en ontginningsstructuren zijn in het huidige, verkavelde landschap nog traceerbaar. Die structuren kunnen worden gebruikt voor de opvang en geleiding van kwelstromen. Dit hoogwaardige kwelwater is vervolgens te benutten voor bijvoorbeeld algenteelt en visteelt. WATERMIJN Door al het water dat richting Den Bosch stroomt, is de stad een soort afvoerputje van Noord-Brabant. Dat is vaak een last, maar kan ook als voordeel worden gebruikt. Het is namelijk mogelijk de uitmonding van de Brabantse beken in de Maas om te bouwen tot een ‘machine van e nergie en voedingsstoffen’, oftewel een watermijn. Met het ombouwen van de afvalwaterinstallatie tot Energiefabriek waarbij energie gewonnen wordt uit afvalwater, is het begin gemaakt door het waterschap Aa en Maas. Intussen worden ook grondstoffen uit het afvalwater gehaald. Met name fosfaten zijn interessant om te herwinnen. Die zijn immers essentieel voor de kunstmestproductie en daarmee voor de voedselvoorziening. De technieken om nutriënten als nitraten en fosfaten terug te winnen uit water ontwikkelen zich in een revolutionair tempo. Het is mogelijk om rond de Energiefabriek een multifunctioneel zuiverend landschap te ontwerpen, dat ook dienst doet als noodopvang voor overtollig water. Zo ontstaat de NR 3 / MAART 2014
geconsulteerd om tot de juiste hypothese te komen aangaande de relatie tussen de A2 en de wateropgaven. Met workshops in de regio’s is dit via ontwerpend onderzoek verdiept.
Een uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op: www.vakbladh2o.nl
SAMENVATTING In het onderzoek Waterkracht is gekeken naar de ruimtelijk-economische kansen van water in Utrecht, Den Bosch en het tussengelegen rivierengebied. Utrecht heeft de grootste binnenhaven van Nederland, maar maakt daar nog niet optimaal gebruik van. Er liggen grote kansen in een betere aansluiting van stad en haven. In het rivierengebied kunnen de agrariërs water inzetten als commercieel product: zowel voor het telen van nieuwe producten, als de verkoop van het water zelf in tijden van droogte. Den Bosch zou in moeten zetten op het winnen van energie en grondstoffen uit het oppervlaktewater door middel van een watermijn en die mijn tevens voor recreatieve en educatieve doeleinden kunnen inzetten.
37
38 MEER WETEN? KIJK OP DE SITE VAN H2O!
VERDER OP H2O-ONLINE Wie aan dit maandblad niet genoeg heeft en de verdieping zoekt, heeft altijd nog de website H2O-Online: www.vakbladh2o.nl. Daar vindt u onder andere vakartikelen op het gebied van wetenschap en techniek. Op deze pagina enkele van de meest recente artikelen die op de site zijn verschenen. ‘WATERKRACHT’ – DE WAARDE VAN WATER AAN HET WERK Utrecht en Den Bosch: twee watersteden aan weerszijden van het rivierengebied, verbonden door infrastructuur, waaronder de A2. Het gebied heeft gunstige economische perspectieven en wordt tegelijk geconfronteerd met grote wateropgaven. ‘Waterkracht’ onderzocht deze confrontatie, op zoek naar verbindingen tussen water en economie. Opvallend genoeg schuilt de economische kracht van water in de haarvaten van het systeem. Arjan Nienhuis (Nienhuis Landschapsarchitectuur), Bart Bomas (BVR), Durk de Vries (Grontmij), Steven van Schuppen (Lopende Zaken) REGIONALE TELEMETRIE IN SAMENWERKINGSVERBAND Er is al veel gezegd en geschreven over de besparingen die gemeenten en waterschappen moeten realiseren in de (afval)waterketen. Gezamenlijk meten en monitoren kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Een globaal overzicht van wat daarbij komt kijken. Arjan Leneman (I-Real) VERWIJDERING VAN NATUURLIJKORGANISCH-MATERIAAL-FRACTIES DOOR ANIONWISSELING Natuurlijk organisch materiaal (NOM) is een bron voor nagroei (biofilm) in drinkwaterdistributieleidingen. TU Delft, Waternet en KWR combineerden een manier om NOM te karakteriseren (vloeistofchromatografie) met een goed ingepaste verwijderingsmethode (anionenuitwisseling). De methode reduceert de kans op nagroei en is kosteneffectief. Anke Grefte en Luuk Rietveld (TU Delft), Marco Dignum (Waternet), Emile Cornelissen (KWR)
AANPASSING VAN DE MORFOLOGIE NA BEEKHERSTEL: CASESTUDIE LUNTERSE BEEK In een beekherstelproject kreeg de Lunterse Beek een ingrijpend ander verloop en profiel aangemeten. Anderhalf jaar later blijkt dat er daarna morfologisch nog veel meer veranderd is: een bochtafsnijding, oevererosie en oeveraangroei. De mens initieert, de natuur doet de rest. Joris Eekhout en Ton Hoitink (Wageningen Universiteit), Christian Huising (waterschap Vallei en Veluwe), Michelle Talsma (STOWA) THERMISCHE HYDROLYSE: MOTOR VOOR CENTRALE SLIBVERWERKING Er zijn in binnen- en buitenland al diverse installaties voor centrale slibgisting met thermische hydrolyse. Deze techniek is doelmatig en duurzaam: de vergistingscapaciteit groeit, de ontwaterbaarheid van het slib verbetert, de productie van biogas wordt gemaximaliseerd en de slibverwerkingskosten gereduceerd. De cijfers op een rijtje. Davy Ringoot (Cambi A.S.), Berend Reitsma (Tauw), Remmie Neef (Brightwork) LEVENSDUURVOORSPELLING VAN PVC SPIE-MOF-VERBINDINGEN Bij het falen van een drinkwaterleiding spelen de verbindingen tussen de leidingsegmenten een onderschatte rol. In dit artikel wordt een vierstappenplan gepresenteerd om het falen van een pvc spie-mof-verbinding te voorspellen en op tijd in te grijpen. Belangrijk gereedschap voor netwerkmanagers. André Arsénio (KWR/TU Delft/Wetsus), Jan Vreeburg (KWR/Wageningen UR), Luuk Rietveld (TU Delft)
BETERE VERWIJDERING VAN FOSFAAT EN ZWEVEND STOF OP RWZI ZEIST Optimalisatie van de filterinstallatie en van de bedrijfsvoering op de rioolwaterzuiverzingsinstallatie Zeist heeft geleid tot verbetering van de effluentkwaliteit. Fosfaat en zwevend stof worden beter verwijderd. Marlies Verhoeven (hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden) en Hans Wouters (Brightwork) Van elk nieuw artikel op H2O-Online een melding krijgen? Volg ons dan op Twitter: @vakbladh2o.
U kunt ook elke maand onze nieuwsbrief met attenderingen ontvangen. Meld u aan via de website, www.vakbladH2O.nl, pagina H2O-Online/recente artikelen.
Zelf een artikel schrijven voor H2O-Online? Kijk op onze website voor de a uteursinstructies en/of neem contact op met de redactie via redactie@vakbladh2o.nl
JAARPRIJS VOOR BESTE H2O-ARTIKEL Waterprofessionals die hun artikel publiceren op H2O-Online en lid zijn van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) maken kans op de H2O-jaarprijs voor het beste artikel. Een deskundige jury beoordeelt alle gepubliceerde artikelen. Zowel het beste wetenschappelijke als het beste praktijkartikel wordt beloond. Beide winnaars ontvangen een oorkonde en geldbedrag. De H2O-prijzen voor publicaties in 2013 worden uitgereikt tijdens het voorjaarscongres van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) op 10 april.
De opleiding Milieukunde is op zoek naar een:
Docent Water (Vacaturenummer 14-09)
Ben je: • ondernemend en krijg je zaken voor elkaar • extern gericht met ‘hart voor de zaak’ • initiatiefrijk en pak je zaken snel op én heb je: • HBO of academisch werk- en denkniveau • deskundigheid over de volle breedte van het vakgebied water(kwantiteit). Dit omvat zowel expertise op het gebied van hydrologie, grondwaterstroming, vloeistofmechanica als water-footprints. Kennis van GIS en/of procestechnologie is een pré; • minimaal 5 jaar werkervaring in een of meer van de beschreven vakgebieden; • een relevant strategisch netwerk in het water-werkveld.
KIWA BRL-K240 gecertificeerd
AcquaSilica® Het zuiverste filterzand voor drinkwaterproductie Maak kennis met AcquaSilica®, het filterzand voor drinkwaterproductie. Gewonnen uit natuurlijke bronnen, microbiologisch en toxicologisch uitvoerig onderzocht en gecertificeerd volgens de nieuwste KIWA
normering.
Meer weten? Neem een kijkje op onze website of bel 0591 - 549 820.
dan zijn we wellicht op zoek naar jou!
Meer informatie
Voor uitgebreide informatie over de functie kun je terecht op:
www.hashogeschool.nl/werkenbij
www.kremerspeciaalzandengrind.nl
a ur iw e K gek ed
go
Sinds medio 2011 maakt de firma Socla deel uit van de Watts groep. Hiermee kan Watts Industries u nu een extra breed productenpakket aanbieden, zoals balkeerkleppen en vlinderkleppen met bijbehorende aandrijvingen.
d Deze vlinderkleppen worden door Socla al vele jaren ontwikkeld en geproduceerd voor een breed toepassingsgebied. Zo produceert men
Vloeistoffen leidt u met Watts in goede banen kleppen met een grote diversiteit in bouwvormen, afmetingen, materialen en bedieningsmogelijkheden. De vlinderkleppen worden o.a. toegepast in CV- en klimaatinstallaties, in de voedingsmiddelen- en procesindustrie, de automotive en de scheepvaart.
Watts Industries Netherlands B.V. Kollergang 14, 6961 LZ Eerbeek, Postbus 98, 6960 AB Eerbeek, Nederland Tel. +31 (0)313 67 37 50 Fax. +31 (0)313 65 20 73 E-mail info@wattsindustries.nl Internet www.wattsindustries.nl
Watts Industries Netherlands B.V. is onderdeel van Watts Industries Europe B.V.
Kennis van de Overheid Jolanda Steffens, Manager Executive Search JS Consultancy
Beleidsmedewerker Watersystemen 36 uur, schaal 10 SAW (tot € 57.245,- per jaar). Vacaturenummer 300A00201 Integraal en verbindend beleidsmedewerker met kennis van waterkwaliteit. Is organisatiesensitief in politiek bestuurlijke omgeving. Is een teamplayer met goede vakkennis. Weet beleid uitstekend op papier te zetten. Doorzetter vanuit eigen overtuiging met gevoel voor het vak. Interesse? Bel Joyce van den Eijkel 06 - 33 32 1970 of reageer via www.jsconsultancy.nl
Beste Dienstverlener voor de Overheid ADVIES INTERIM OPLEIDINGEN WERVING & SELECTIE MOBILITEIT
AMSTERDAM
DEN HAAG
DEN BOSCH
HAARLEM
ZWOLLE
&
grondwaterstanden
overstortgegevens
•
grondwaterstanden en overstort gegevens per FTP, email en sms grondwaterstanden
•
tot 5 sensoren per modem (alleen grondwater versie)
•
realtime luchtdrukgecompenseerd dus geen extra barosensoren nodig
•
batterijlevensduur 10 jaar @ 1meting per uur en 1 dataoverdracht per dag
•
op afstand herprogrammeerbaar
•
dataopslag in uw eigen beheer op basis van SQL database
•
alarmeer functie
•
diverse conversies, o.a. naar stijghoogte (NAP) en overstort
•
volautomatische of handmatige export naar Delft FEWS, Hydras, CSV etc
KELLER GSM2 modemlogger, life can be so simple... KELLER Meettechniek BV Postbus 59 2810AB REEUWIJK
WWW.KELLER-HOLLAND.NL
Tel +31 182 399840 Fax +31 182 399841 E sales@keller-holland.nl