H2O november 2013

Page 1

11

www.vakbladh2o.nl

JAARCONGRES KNW DE STAD WORDT NAT, MAAR HOE ERG IS DAT? WADDENEILANDEN

WAAR HAAL JE ZOET WATER VANDAAN? WATERPROBLEEM OPLOSSEN MET EEN GEZELSCHAPSSPEL

MIKE TANJA

PUZZELEN MET STENEN VAN TIENTALLEN KILO’S

Maandblad voor waterprofessionals 21 november 2013 46ste jaargang


2

ACHTER DE

COVER Tekst Barbara Schilperoort Fotografie Kees Hummel

Wie? Mike Tanja (26), sinds 2007 in dienst als steenzetter bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Het HHNK beheert, onderhoudt en versterkt dijken, duinen, dammen en kades van de provincie NoordHolland. Inclusief de 343 kilometer dijken en duinen langs Noordzee, Waddenzee, IJsselmeer en Markermeer.

Waar? De Hondsbossche zeewering, de 5,5 kilometer lange dijk tussen Petten en Camperduin. Hier ervaar je hoe het land bevochten is op de zee. In dit uitgestrekte landschap – boven Alkmaar – kun je eindeloos ver kijken. Het waait er stevig. Maar daaraan zijn Jutters – zoals de inwoners van Den Helder ook wel heten – wel gewend. Mike’s woonstad is aan drie kanten omgeven door water. Zodat je altijd wind tégen hebt. Hoe kwam het zo? Mike had net zijn mbo-diploma op zak. Omdat hij na ettelijke losse klussen graag vast werk wilde, reageerde hij destijds op de personeelsadvertentie in het Noordhollands Dagblad. Dat hij ook enige ervaring als stratenmaker had, was mooi meegenomen. “Want de stenen op een dijk moeten mooi egaal liggen, zonder bulten of kuilen. Net als bij straten en stoepen.” Een oude rot in het vak (inmiddels met pensioen) leerde hem de fijne kneepjes van het steenzetten. Wat? “Elke oneffenheid wordt in het geweld van de golven al gauw een beschadiging. Daarom moet de dijk aan de onderkant – waar het water tegenaan slaat – volmaakt glad zijn. Je moet de basaltstenen zo stapelen dat het een egaal geheel wordt. Steeds moet je vier, vijf stenen vooruit denken. Handigheidjes moet je weten. Net zolang wrikken met je lange zettersijzer totdat de onregelmatige basaltstenen goed op elkaar passen. Je bent aan het puzzelen met stenen van tientallen kilo’s.” Dat is zwaar werk. Erg zwaar. ­Ondanks bezoeken aan sportschool en de trainingen aan de krachtapparaten. “Soms denk ik, oh, ik wou dat ik mijn rug eens kon strekken. Een enkele keer lopen belangstellenden een dagje mee. Gebroken zijn ze dan!” Langs de Afsluitdijk staat een standbeeld van een steenzetter. Met zijn honderden op een rij werkten ze aan de totstandkoming van de dijk. Mooi gezicht moet dat toen zijn geweest. Zijn leermeester stond er tussen. Nu zijn er – in het héle land – nog maar 30 steenzetters. Waarom? “Ik draag letterlijk mijn steentje bij aan de kustverdediging. Aan iets dat over 100 jaar nog steeds bestaat. Ben fijn de hele dag buiten. Maar ik zie mezelf dit werk niet tot mijn pensioen volhouden.” Gelukkig biedt het hoogheemraadschap goede carrièreperspectieven.


I

3

NHOUD

H2O-ONLINE VERNIEUWD H2O-Online (www.vakbladh2o.nl), de website die hoort bij dit maandblad, is deze maand verder verbeterd. Artikelen zijn beter leesbaar en het overzicht is vergroot. Ook zijn de artikelen o ­ verzichtelijker gerangschikt (per categorie, datum, auteur). Gebruikers van de site kunnen zich abonneren op categorieën en hebben nu de ­mogelijkheid artikelen direct door te plaatsen op sociale media en ook ­rechtstreeks te reageren op artikelen.

NR 11 / NOVEMBER 2013

DE STAD WORDT NAT; WAT DOEN WE DAAR SAMEN AAN?

4

NEDERLANDSE TRUC: SPELENDERWIJS WATERPROBLEMEN OPLOSSEN DRINKWATER OP EEN EILAND: ZELF MAKEN OF NIET?

IMPRESSIE VAN ‘INTERNATIONAL WATER WEEK’ EN AQUATECH AMSTERDAM

4 22 34 18

VASTE RUBRIEKEN

22 34

Waternetwerk Nieuws uit het netwerk van de waterprofessionals

9

Hoogstandje Technologen van Oceanium Blijdorp lachen weer

16

Waterwerk Technische informatie uit de watersector

26

Op pad met… Zenno Hornstra, peilbeheerder bij waterschap Reest en Wieden

32

Waterwetenschap • Minder doorspoelen kan waterkwaliteit verhogen • Waterbeheerders krijgen de vervuiling vaak van de buren Verder op H2O Online Overzicht van alle nieuwe vakinformatie op www.vakbladh20.nl

18 NR 11 / NOVEMBER 2013

38

42

COLOFON Maandblad H2O is een uitgave van de Stichting H2O. REDACTIE Monique ­ Bekkenutte (­hoofdredacteur), Roel Smit (producent/­ eindredacteur), Anne de Boer; B ­ inckhorstlaan 36, M417, 2516 BE Den Haag, ­070-3222765, e-mail: Redactie @ vakbladh2o.nl REDACTIE­RAAD René ­Arninkhof, Matthijs van den Brink, Erwin de Bruin, Roberta Hofman-Caris, Henk Dekker, Daphne de Koeijer, Hans ­Middendorp, Johan van Mourik, Jos Peters, ­Jan Roelsma, Joris Schaap, ­Veerle S ­ perber, André Struker, Marlies Verhoeven, Marie-José van de V ­ ondervoort, Michiel van W ­ illigen, en ­Jason Zondag. VORMGEVING Ronald Koopmans BLAD­MANAGEMENT Gerrit H ­oltman ­ ADVERTENTIEVERKOOP PSH Media Sales, Bart Lukassen, Postbus 30095, 6803 GM Arnhem, 026 – 7501863, e-mail:­­ bart.lukassen@pshmediasales.nl DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ABONNEMENTEN ­Secretariaat @vakbladh2o.nl


T

4

D E S TA D W O R D T N AT WAT ZIJN DE PROBLEMEN? EN LOSSEN WE ZE OP?

Tekst Peter Boorsma en Wendy Braanker | Foto Hollandse Hoogte


T

THEMA

Hugo Gastkemper:

‘ We praten nu over geld; dat betekent dat de echte problemen zijn opgelost’ Tijdens het najaarscongres (29 november) maakt Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) de balans op: wat kunnen we van elkaar leren als het gaat om ‘stedelijk water’? Wat kan anders of beter? Hugo Gastkemper, directeur van Stichting Rioned, ziet dat veel regio’s goed bezig zijn, maar pleit wel voor een focus op echte problemen. En: drie regio’s vertellen over hun ervaringen met de samenwerking.

Begin oktober was het de opening van het achtuurjournaal: met name het westen van het land had te maken met soms ernstige wateroverlast . Het water in sloten en afvoerkanalen stond zo hoog dat water uit sommige steden niet afgevoerd kon worden en straten blank kwamen te staan. Stichting Rioned, het kenniscentrum voor riolering en stedelijk waterbeheer in Nederland, bracht een persbericht uit om uit te leggen hoe dat kwam. Anders dan bij de hevige zomerbuien, waarbij straten soms blank komen te staan omdat de riolering het niet aan kan, ligt het probleem van langdurige regen in het najaar en de winter bij de afvoer- en bergings­ capaciteit in het landelijk gebied. Daardoor stokt ook de afvoer van de riolen. Soms loopt zelfs oppervlaktewater door de overstorten de riolering in. Op 28 november presenteert Stichting Rioned de resultaten van de benchmark rioleringszorg. De dag daarop spreekt Rioned-directeur Hugo Gastkemper op het KNW-najaars­ congres ‘De stad wordt nat’ over de vraag hoe het stedelijk waterbeheer ervoor staat. Karla Peijs is voorzitter van de commissie die de samenwerking in de regio’s moet evalueren. Zij betwijfelt of de sector de in het bestuursakkoord beoogde besparingen gaat halen. “Dat zijn twee dingen. De benchmark kijkt terug, terwijl Peijs vooruit kijkt. Haar commissie onderzoekt of de regio’s voldoende ambitie aan de dag leggen als het gaat om samenwerking en of de doelstellingen uit het bestuursakkoord om kosten te beheersen gehaald gaan worden.” Wat denkt u? “Ik zie veel regio’s die goed en zinnig bezig zijn. Maar ik heb geen alomvattend beeld. Daarom is het goed dat de commissie haar werk doet. Ik hoop alleen dat de visitatie zich niet eenzijdig richt op financiële resultaten. Nu is het zo dat als een regio geen kwantitatieve doelstelling heeft, de commissie deze kwalificeert als ‘achterblijver’. Maar als partijen in een regio overeenkomen beter te gaan monitoren en overeengekomen acties daadwerkelijk uitvoeren, is dat een robuuste manier van samenwerken. Peijs zou daarom veel naar de regio moeten gaan om een gevoel te krijgen hoe het met de samenwerking gaat. Dat het niet alleen over geld gaat, maar ook over kwaliteit en terugdringen van de kwetsbaarheid.” > NR 11 / NOVEMBER 2013

5


6

Wat is de grootste uitdaging voor de sector? “De klimaatverandering en de hevige buien die deze met zich meebrengt. We moeten leren omgaan met buien waaruit zoveel water valt dat het onmogelijk is dat allemaal meteen weg te stoppen, zoals we gewend zijn. Dat het water soms even op straat staat.” Accepteren mensen dat? “Het valt goed uit te leggen. Mensen beginnen pas te piepen als de straat om de haverklap blank staat. Dan moet je ingrijpen. Als vakgebied dragen we in de visie ‘­Klimaatverandering, hevige buien en riolering’ uit dat je door de combinatie van ervaringen met buien en ­modellen moet bepalen waar echte schade optreedt en daar maatregelen nemen in berging of afvoer. Een verstandige mix van reageren en anticiperen levert draagvlak voor ingrijpen en investeringen.”

‘ Waterschap en gemeente stonden vaak tegenover elkaar’

Hoe zijn de kosten in toom te houden? “Door slimmer, anders en doordacht later te investeren, bijvoorbeeld door riolen op p ­ recies het goede moment te vervangen én je af te vragen waarom je bepaalde maatregelen wilt ­nemen. De resterende levensduur van riolen bepalen we nu door middel van visuele inspectie. Dat combineer je met inzichten in wat zich buiten het riool afspeelt, bijvoorbeeld ­wegvernieuwing, functieverandering en toekomst van het gebied. We willen de levensduur echter nog nauwkeuriger kunnen bepalen; het liefst vervang je het riool de dag voordat het instort. Dat scheelt kosten en overlast . Ik verwacht dat we nog wel dichter bij dat moment kunnen komen.” “Een andere ontwikkeling is asset management waarbij je risico’s explicieter en beter meeweegt: bij een riool in het buitengebied kun je wat meer risico nemen dan bij een riool onder een essentiële verkeersader.” In het Bestuursakkoord is afgesproken om 450 miljoen euro te besparen op de watersector. Werkt dat niet remmend op innovatie? “In tegendeel! Alle partijen zijn ervan overtuigd dat je aan kwaliteitsverbetering en kwetsbaarheid kunt werken en tegelijkertijd de kosten kunt beheersen. Omdat je je afvraagt waarom je iets doet, kun je scherper sturen op investeringen. Van bezuinigingen gaat ook een prikkel uit om zonder inhoudelijke redenen investeringen uit te stellen, maar gelukkig houden we met de benchmarking naast de kostenontwikkeling ook de prestaties in beeld.” Volgens sommigen wordt er in de regio’s vooral veel gepraat. “Er zijn in korte tijd al veel concrete dingen tot stand gebracht. Natuurlijk moeten er ­cul­turen worden overbrugd, want waterschap en gemeente stonden vaak tegenover elkaar. En de vraag is of de echt grote onderwerpen al wel op tafel liggen, zoals de vernieuwing van rioolwaterzuiveringsinstallaties, investeringen in rioolvoorzieningen en investeringen om w ­ ateroverlast te voorkomen. Daar moeten de besparingen gehaald worden, want de ­schaalvoordelen van gezamenlijk inkopen en gezamenlijk werken zijn beperkt.” “Het gaat er om per situatie en per gebied de echte problemen te benoemen; generieke ­oplossingen en normen werken niet of zijn niet doelmatig. Ook het buitengebied verdient aandacht. Met de aanleg van drukriolering en de talloze kleine pompjes was veel geld ­gemoeid. Maar ook het in stand houden van het stelsel is duur. De pompjes gaan maar twintig jaar mee en zitten vaak verstopt. Kan dit niet anders? Met kleinschalige zuivering misschien? Stowa evalueert de individuele zuiveringen en Stichting Rioned de drukriolering. Komend voorjaar hoop ik dat we de resultaten kunnen presenteren.” (lees verder op pagina 8) >


THEMA

Rotterdam en de drie Rotterdamse waterschappen hebben een ­lange traditie als het gaat om het samen zoeken van oplossingen voor overtollig water. “Het is een gezamenlijke opgave: het waterschap kan dat niet alleen en de gemeente ook niet”, aldus Bas de Wildt, ­accounthouder Watermanagement van de gemeente. “Door samen te werken – financieel en planmatig – en er ook andere partijen bij te betrekken zoals woningbouwverenigingen, bewonersorganisaties en ­kennis­instellingen, kom je verder.” Van alle kanten komt het water op deltastad Rotterdam af: rivierwater, zeewater, regenwater en grondwater. “Het is de grote uitdaging om daar samen wat mee te doen. Zowel buitendijks als binnendijks.” In het centrum van de stad, bij het Centraal Station, is de bebouwing dicht en de grond verhard. Daardoor kan het watersysteem bij hevige neerslag niet al het regenwater verwerken. Het enige oppervlaktewater in de buurt is de Westersingel. Dus de keren dat het hard regent stijgt het waterpeil en is er kans op wateroverlast. In het waterplan voor het Centrum hebben gemeente, deelgemeente en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard een oplossing gevonden voor extra waterberging, namelijk in de bouw van twee ondergrondse parkeergarages. Bij parkeergarage Museumpark is de Ondergrondse Waterberging Museumpark (OWB) gerealiseerd,

met een waterberging van 10.000 kubieke meter bij parkeergarage Museumpark. De berging bevindt zich onder de inrit van de parkeergarage en kan gevuld worden vanuit het riool. De bouw van parkeergarage Kruisplein is aangegrepen om een waterberging te realiseren van 2.400 kubieke meter. Waterberging Kruisplein bevindt zich op het dak van de ondergrondse parkeergarage en wordt gevuld met oppervlaktewater vanuit de Westersingel. Eigenlijk is het een soort uiterwaard van de singel. Boven op de waterberging wordt de buitenruimte opnieuw ingericht met fiets- en wandelpaden en bomen. “Straks lopen mensen over de waterberging heen.” Effectgericht denken is volgens De Wildt dé manier om innovatief ­bezig te zijn; water als kans zien en niet als bedreiging. Gemeenten en waterschappen moeten volgens hem samen alert blijven op ­mogelijke verbeteringen en waar mogelijk aanhaken bij andere p ­ rogramma’s en projecten in de stad. “Het is belangrijk om met zoveel mogelijk ­partijen samen te werken en daarbij te bedenken dat je meerdere d ­ oelen dient. Dus los van het waterbeheer ook kwesties als natuur en ecologie, maar ook sociale projecten. Een wijk kindvriendelijk m ­ aken kan door de aanleg van meer natuur en groen, combineer dat dan g ­ elijk met waterberging.”

RIJNLAND OP ZOEK NAAR BETERE AFSTEMMING In ‘regio Rijnland’ zijn grote stappen gezet dankzij de samenwerking tussen het Hoogheemraadschap van Rijnland en de circa 30 ­gemeenten in dit gebied. Af en toe levert het al verrassend grote besparingen op, vertelt projectmanager Mike Dijkstra van het ­hoogheemraadschap. Het Bestuursakkoord Water zorgde voor een versnelling van de samenwerking tussen de gemeenten en het hoogheemraadschap. D ­ ijkstra is positief over de volgens haar noodzakelijke samenwerking. Overbelasting van het rioolstelsel en waterzuivering door de toenemende regenval dwingt waterschappen en gemeenten om samen aan oplossingen te werken. “Je hebt elkaar nodig om meer ruimte te scheppen voor water.” Het is belangrijk eerst een goed beeld te krijgen van hoe het rioolstelsel en het zuiveringsstelsel functioneren in het gebied, dat grote delen van Zuid-Holland en Noord-Holland beslaat, om later slimme keuzes te kunnen maken. Het meten in de stelsels is daarvoor essentieel, ­benadrukt Dijkstra. Helaas meet nog niet iedereen op dezelfde wijze.

NR 11 / NOVEMBER 2013

VOORBEELDEN

PRAKTIJK

Foto Jorg Pieneman

Aanleg van de watershells voor de waterberging Kruisplein

ROTTERDAM EN WATERSCHAPPEN BERGEN WATER IN PARKEERGARAGES

7

“Op het gebied van kennisontwikkeling van de stelsels moeten we nog een behoorlijke slag maken.” Dijkstra geeft een voorbeeld: “Dankzij metingen bleek dat het water in een sloot hoger stond dan de overstortdrempel van het rioolstelsel. Hierdoor kwam slootwater in het rioolstelsel terecht. Dat wil je niet.” Zowel in het poldergebied als in het stedelijk gebied valt winst te behalen door gezamenlijk op te trekken. Dijkstra: “In Leiden is heel recent een paar miljoen bespaard. We stonden op het punt om een grote renovatie of uitbreiding door te voeren bij de zuivering Leiden Zuidwest. Deze zuivering zat op de rand van zijn capaciteit. Toen we hierover spraken met de gemeente, ontdekten we dat op een andere plek in Leiden – in Noord – nog ruimte was bij de zuivering. Tussen die twee waterzuiveringen liepen via de gemeente enkele leidingen. Er was eigenlijk maar een hele kleine aanpassing van een rioolgemaal nodig om het water van Zuidwest door te voeren naar Leiden-Noord. Zo simpel kan het zijn.”


Het Schoonebeekerdiep is een van de plekken in de gemeente Emmen waar de komende jaren ruimte voor water wordt gevonden

PRAKTIJK

Foto waterschap Velt en Vecht

EMMEN EN WATERSCHAPPEN BEËINDIGEN ‘SNIPPERBLAUW’

VOORBEELD

8

Waterschappen denken primair in kubieke meters en gemeenten meer in vierkante meters. Marieke Ekelenkamp – projectleider stedelijke wateropgave van Emmen – onderschrijft dat er van verschillende perspectieven sprake is, maar ziet ook de noodzaak om als gemeente nauw samen te werken met de waterschappen Velt en Vecht en Hunze en Aa’s. “Het gaat om een gezamenlijk doel: droge voeten en kostenoptimalisatie. Dit betekent dat je een goed gesprek moet hebben over welke maatschappelijke effecten je wilt bereiken en welke overlast je acceptabel vindt.” Net als andere regio’s kampen Emmen en omgeving met een ­toename van wateroverlast als gevolg van de klimaatverandering. “Water op straat mag wel een paar uur, maar we vinden het onacceptabel dat vitale functies als ziekenhuizen en bedrijventerreinen dagenlang onbereikbaar zijn.” Door de hoge ligging van de gemeente Emmen op de Hondsrug, stroomt neerslag af naar lager gelegen gebieden in de omgeving zoals Coevorden, Zwolle en Winschoten. Uit berekeningen blijkt dat Emmen in het bebouwde gebied één keer in de honderd jaar een extra bergingscapaciteit nodig heeft van ongeveer 1 miljoen kubieke meter. Het Bestuursakkoord Water geeft aan dat de ruimte voor deze opgave primair in het stedelijk gebied zelf moet worden gevonden. Ook nieuwe ontwikkelingen (toename verharding)

moeten waterneutraal worden aangelegd. Soms leidt dit tot mooie ruimtelijke inpassing, maar soms ook tot ‘snipperblauw’: losse kleine waterberginkjes met weinig ruimtelijke kwaliteit. In dialoog met de waterschappen constateerde Emmen dat binnen het bebouwde gebied onvoldoende ruimte is voor het oplossen van de ­wateropgave: er zouden huizen afgebroken moeten worden. Er is daarom ook gekeken naar het buitengebied. “Daar kunnen we de stedelijke wateropgave makkelijk vasthouden en water bergen in de veenkoloniale kanalen- en wijkenstructuur en in de beekdalen. Dit leidt bovendien tot een enorme versterking van het landschap, want we zien steeds vaker dat de kanalen- en wijkenstructuur (de ­veenontginningen) aangetast worden. Daarnaast kost waterberging in het stedelijk gebied 200 tot 800 euro per kubieke meter. In het landelijk gebied is dat 3 tot 10 euro per ­kubieke meter. Dus tel uit je winst.” De gemeente Emmen gaat deze locaties opnemen in een Structuurvisie Water. “Deze locaties zijn hydrologisch en ruimtelijk geschikt bevonden. Overigens is die structuurvisie ook bijzonder omdat het mogelijk wordt ‘bovenplans’ te compenseren: de kosten voor nieuwe opgaven die ontstaan omdat de verharding toeneemt, moeten worden gecompenseerd door de initiatiefnemer. Door de verharding ontneemt hij immers berging aan het gebied.”

Kunnen kleine gemeenten mee in de ontwikkelingen? “Ja, want de problematiek is daar overzichtelijk. Je kent het stelsel, de bewoners, de politiek en de uitvoerders. ­Probleem is de kwetsbaarheid als de rioleringsbeheerder plotseling wegvalt. In samenwerkingsverbanden staan kleine gemeenten steviger omdat ze meer massa hebben en ­bijvoorbeeld kunnen deelnemen aan een duur iets als ­monitoring.” “Je moet goed nadenken welke schaal bij welk proces hoort. De aanleg van riolering bijvoorbeeld speelt zich af op de schaal van hooguit een paar straten, anders valt het proces niet te behappen. Voor fabrieksprocessen zoals de bereiding van drinkwater of de zuivering van afvalwater is in het ­vlakke Nederland vaak een heel grote schaal efficiënt. Bij het beheren van rioleringen zijn gemeenten tussen 20.000 en 100.000 inwoners het meest efficiënt en stijgen de kosten per kilometer riool bij grotere gemeenten.”

Heeft de lokale politiek voldoende aandacht voor de riolering? “Politieke aandacht is meestal negatief. Dan is er wat aan de hand. Ik vind het lollig dat de discussie nu vooral over geld gaat. Dat betekent dat de echte problemen zijn opgelost. ­Immers, als de nood hoog is let je niet op de kosten, dan wil je een oplossing.” | Een structuurdiscussie is niet nodig en “de juiste ­stuurlui zijn al aan boord”. Dat is de belangrijkste conclusie van Carleen M ­ esters en Dieter de Vroomen die als werkgroep ­ Bestuurs­ akkoord ­Water van Koninklijk Nederland W ­ aternetwerk (KNW) spraken met tal van bestuurders, managers en operationele medewerkers van de ketenpartijen. Alle ­conclusies van het ­onderzoek en tien ‘organisatorische handvatten’ zijn te vinden in de KNWpublicatie ‘Organisatorische handvatten Bestuurs­akkoord Water’. Voor meer informatie zie pagina 13


WATERNETWERK

NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

UNIFORME BEGRIPPEN IN STEDELIJK WATERBEHEER Ruim dertig partijen op gebied van riolering en stedelijk water hebben afgesproken om te komen tot onbelemmerde uitwisseling van gegevens. Iedereen gaat digitaal dezelfde begrippen gebruiken, die zijn vastgelegd in het Gegevenswoordenboek S ­ tedelijk ­Water. De partijen hebben een convenant gesloten om het woordenboek te gebruiken. Het convenant is ook bedoeld om te v­ oorkomen dat partijen op elkaar gaan wachten bij de invoering. Tijdens een bijeenkomst van Stichting Rioned, het het kenniscentrum voor riolering en stedelijk waterbeheer in Nederland, ondertekenden 35 organisaties het convenant Open standaarden voor ­gegevensbeheer stedelijk water. Zowel overheden als bedrijven zien de voordelen van standaardisatie en geven hiermee expliciet aan dat zij zich committeren aan de invoering van open ­standaarden in het gegevensbeheer. Voordelen van onbelemmerde gegevensuitwisseling zijn betere samenwerking, toename van kwaliteit van beslissingen, betere overdracht van kennis en kostenbesparingen. Breunis van de Weerd, wethouder van de gemeente Ede en voorzitter van het samenwerkingsverband Platform Vallei en Eem, legde de koppeling met het Bestuursakkoord Water: “Besparingen ­moeten vooral uit slimmer en minder investeren komen. Dat vraagt om betere gegevens en daarbij is standaardisatie noodzakelijk.” De partijen die het convenant ondertekenden, hebben afgesproken hun software en procedures aan te passen aan het Gegevenswoordenboek Stedelijk Water. Vanaf 1 januari 2015 moet de uitwisseling

De ondertekenaars van het convenant Open standaarden stedelijk water. Deelnemers zijn onder meer gemeenten, waterschappen, adviesbureaus en belangenorganisaties

van gegevens daadwerkelijk verlopen conform dit woordenboek. Het woordenboek bevat naast definities onder meer ook ­kenmerken van objecten en de onderlinge relaties. Een rioolput is een voorbeeld van een object en heeft kenmerken als ligging, afmetingen, materiaal en conditie. Een rioolput is verbonden met een rioolbuis. Het Gegevenswoordenboek Stedelijk Water en het Informatiemodel Stedelijk Water zijn te vinden op de website van Stichting Rioned. www.riool.net

VITENS WINT AQUATECH INNOVATION AWARD De HumVi Liquid technology van Vitens is uitgeroepen tot algemeen winnaar van de Aquatech Innovation Award 2013. De award is een erkenning voor het meest vernieuwende product, de meest innovatieve dienst of oplossing op het gebied van watertechnologie. Het project draait om een techniek die zorgt voor 100 procent hergebruik van de reststroom die ontstaat bij het ontkleuren van drinkwater. De techniek behelst een efficiënte toepassing van ­ionenwisseling, waarmee ook van moeilijk te zuiveren grondwater perfect drinkwater te maken is, in combinatie met verschillende bestaande membraantechnieken. De reststroom wordt gesplitst in drie producten: water, zout en humuszuur. Water en zout worden volledig hergebruikt in het productieproces. Het humuszuur heeft Vitens kunnen opwaarderen tot een product dat inmiddels toegepast wordt in de agrarische sector als plant- en bodemverbeteraar. Naast de algemeen winnaar zijn X-Flow (Pentair), Lacroix Sofrel, Unisense A/S en Mekorot National Water aangewezen als winnaar van een Category Award. De winnaars werden bekend gemaakt op 4 november tijdens de officiële openingsceremonie van de International Water Week en Aquatech Amsterdam in Amsterdam RAI. Naast algemeen winnaar was Vitens ook winnaar in de categorie ‘water treatment’. De winnaars is de overige categorieën waren: Waste Water Treatment: Anaerobic MBR - X-Flow (Pentair), ­Nederland.

NR 11 / NOVEMBER 2013

Transport & Storage: Sofrel LT US – LACROIX Sofrel, Frankrijk. Process Control Technology & Process Automation: N2O Wastewater System - Unisense A/S, Denemarken. Not yet to market: Early Biofouling Detection Biosensor – Mekorot National Water, Israël. Een jury onder leiding van Cees Buisman, hoogleraar Biologische Kringlooptechnologie bij de sectie Milieutechnologie van Wageningen University, heeft op basis van verschillende criteria de ­inzendingen beoordeeld. Daarbij werd gekeken naar de balans en interactie tussen originaliteit van het product, toepasbaarheid (technisch, economisch, betrouwbaarheid) en duurzaamheid (­milieu, veiligheid, energie en efficiëntie). Bij deze editie van de Aquatech Innovation Award waren meer deelnemers dan bij de vorige editie in 2011 en meer dan de helft kwam uit de waterbehandelingsector. Veel betroffen ‘point of use’ ­technologieën. “Van het begin af aan werd het al duidelijk dat ‘Water Treatment’ de winnaar zou brengen vanwege zowel de kwaliteit als de kwantiteit van de inzendingen uit die categorie”, licht Buisman toe. “Toch was het een spannende strijd tussen de top-2 inzendingen in deze categorie. De uiteindelijke winnaar, the HumVi Liquid, is een innovatieve doorbraak.”

9


10

AGENDA 26 NOVEMBER, ROTTERDAM

12 DECEMBER, ROTTERDAM

Dag met als thema: Waterbouw Welvaart. Aanwezigen worden uitgedaagd innovatieve en economisch nuttige waterbouwkundige projecten te bedenken en te presenteren. Organisatie: Curnet. www.curnet.nl

Welke waarde vertegenwoordigt water en hoe kunnen we die ­intrinsieke waarde expliciet maken? Tijdens Watervisie 2013 ­worden de vele waarden van water belicht. Organisatie: Watervisie Platform. www.watervisie.com

Waterbouwdag

28 NOVEMBER, DEN HAAG

Uitkomsten benchmark rioleringszorg

Presentatie uitkomsten van de benchmark rioleringszorg. Organisatie: Stichting RIONED. www.benchmarkrioleringszorg.nl

29 NOVEMBER, ROTTERDAM

De stad wordt nat

Najaarscongres van KNW met als thema stedelijk water. Er wordt zowel teruggeblikt (hoe staan we ervoor, waarom doen we de dingen die we doen?) als vooruitgekeken (wat leren we van elkaars ervaringen? Wat kan anders? Wat kan beter?). Organisatie: KNW www.waternetwerk.nl

3 DECEMBER, UTRECHT

Nanotechnologie en microplastics: (on)opgelost probleem in de waterwereld

Een symposium over de toepassing van nieuwe nanotechnologie. Daarbij wordt gekeken naar zowel de kansen als de gevaren die deze technologie met zich meebrengt. www.waternetwerk.nl

Watervisie 2013

13 DECEMBER, AMERSFOORT

Op weg naar Deltabeslissingen

Bijeenkomst over de resultaten en de procesaanpak van de twee Deltavisies voor Hollands Noorderkwartier en de Hoge zandgronden. Deelnemers discussiëren over nut en noodzaak van een andere manier van beleidsontwikkeling en beleidsbeïnvloeding. Organisatie: KNW. www.waternetwerk.nl

10 JANUARI, DELFT

Vakantiecursus 2014

Thema van deze 66e Vakantiecursus is K3 in de watertechnologie: kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid. Organisatie: TU Delft. www.aanmelder.nl/vakantiecursus2014

16 JANUARI, LEEUWARDEN

WaterLink

4 DECEMBER, NIEUWEGEIN

Learn, meet & greet event met themasessies over cross-sectorale thema’s, om ondernemers en onderzoekers uit zowel de watersector als uit andere sectoren bij elkaar te brengen. Organisatie: WaterAlliance. www.wateralliance.nl/waterlink

Seminar over de nieuwste technieken op het gebied van ­reststoffenvalorisatie in de waterketen. Organisatie: KWR en SKIW. www.skiw.nl

Organiseert u een evenement voor waterprofessionals dat vermelding verdient in de rubriek Agenda? Meld het dan aan de redactie van maandblad H2O: redactie@vakbladh2o.nl

Terugwinnen van reststoffen uit de waterketen

WATERSCHAP GROOT SALLAND OEFENT MET DEFENSIE Waterschap Groot Salland heeft in oktober en november enkele weken getraind op de problemen die zich kunnen voordoen bij het overstromen van de IJssel. In het kader van deze oefening Conecto werd samengewerkt met het ministerie van Defensie en de Veiligheidsregio IJsselland. Tijdens de oefening werden de deelnemende organisaties geconfronteerd met extreem hoge waterstanden, wat in deze regio een reëel risico is. Bij de oefening werd onder andere een F-16 ingezet om de dijken tussen Zwolle en Kampen te ‘inspecteren’. Onderdeel van de oefening was ook een ‘probleem’ met de sluisdeuren van de Kamperveersluis in Zwolle. Deze zouden niet dicht willen, waardoor de stad Zwolle dreigde onder te lopen. Om het probleem te traceren en te repareren voerden duikers van Defensie onderwaterinspectie uit. Zij probeerden het zogenaamde probleem op te lossen met het plaatsen van schotbalken en zeil voor de sluisdeuren. Duikers van Defensie gingen hiervoor ook daadwerkelijk te water.


WATERNETWERK

NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

KORT

NIEUWS

Coöperatie WaterFocus opgericht Circa veertig ondernemende zelfstandige professionals in de watersector en Stichting Nedworc hebben zich verenigd in coöperatie WaterFocus. WaterFocus is gevormd om ervaring, kennis en kracht van de zelfstandige professionals te bundelen. De coöperatie richt zich in binnen- en buitenland op deltatechnologie, drinkwatervoorziening, waterketen, waterbeheer en water governance. www.waterfocus.nu Drie van de vijf bestuursleden van WaterFocus. Vanaf links: Albert van Dijk, Rolf Posthouwer en Ebel Smidt

Krachtenbundeling voor bedrijven Aqua Nederland, Netherlands Water Partnership, Vereniging Leveranciers van Milieutechnologie (VLM) en Water Alliance gaan samenwerken onder de werknaam WaterCoalitieNL. Dat hebben ze aangekondigd tijdens het congres van Wetsus in Leeuwarden. De belangrijkste thema’s waarop samengewerkt gaat worden, zijn het ondersteunen van het midden- en kleinbedrijf bij innovatie en export, collectieve activiteiten en het vormen van één spreekbuis voor overheden en sectorpartijen. Er staan diverse activiteiten gepland voor 2014, zoals de gezamenlijke invulling van de internationale evenementenkalender, een aantal workshops voor het midden- en kleinbedrijf en een waterseminar tijdens de Aqua Nederland Vakbeurs in Gorinchem in maart 2014. De officiële bekendmaking van de krachtenbundeling. Vanaf links: Hein Molenkamp (Water Alliance), Erwin Dirkse (VLM), Aart Ek (Aqua Nederland) en Aleid Diepeveen (NWP)

NR 11 / NOVEMBER 2013

Samenwerking afvalwaterketen Noord-Veluwe De gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten, en Waterschap Vallei en ­Veluwe hebben vorige maand een document ondertekend, waarmee de samenwerking in de afvalwaterketen is verankerd. Regio Noord-Veluwe, het samenwerkingsverband van de zes gemeenten, is medeondertekenaar. Door deze intensieve ­samenwerking kunnen kosten bespaard worden en is schoner afvalwater mogelijk, zonder dat de verantwoordelijkheden van de partijen ­veranderen. De samenwerking wordt concreet vorm gegeven in drie ­opeenvolgende stappen: werken met één gemeenschappelijk ­zuiveringsafvalwaterplan; gezamenlijk operationeel beheer; en een gezamenlijk regenradarsysteem en grondwatermeetnet. Daarnaast wordt de komende jaren intensief gewerkt aan een centraal informatiesysteem. Met de samenwerking wordt invulling gegeven aan het landelijke Bestuursakkoord Water. www.grondwateronline.nl www.regionoordveluwe.nl

De ondertekening van het samenwerkingsdocument Afvalwaterketen Noord-Veluwe. Staand vanaf links: wethouder Anton Westerkamp (Heerde), wethouder Erris Zandbergen (Oldebroek), wethouder Edward van der Geest (Nunspeet), wethouder Rob Daamen (Harderwijk) en wethouder Roelof Koekkoek (Putten). Zittend: wethouder Luuc Teuben (Hattem), wethouder Henk Wessel (Elburg), Heemraad Marjan Brouwer (Waterschap Vallei en Veluwe) en wethouder Herman van der Stege (Heerde)

Klimaatverandering en erfgoed Van 23 tot en met 28 september organiseerde ICOMOS Nederland de conferentie Protecting Deltas, Heritage Helps in Amsterdam. Doel van de conferentie was aandacht te vragen voor het gevaar van klimaatverandering voor zowel de bevolking als het cultureel erfgoed en zo een bijdrage te leveren aan veilige en duurzame gemeenschappen in deltagebieden. De conferentie werd ­afgesloten met een gezamenlijk statement, dat te vinden is op de website van de conferentie. www.icomosconference.nl

11


12

NOMINATIES WATERNETWERK SCRIPTIEPRIJS BEKEND De nominaties voor de Waterwerk Scriptieprijs zijn bekendgemaakt. De inzendingen zijn door een deskundige jury beoordeeld. Op het najaarscongres van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW), dat op 29 november plaatsvindt in Rotterdam, worden de prijswinnaars bekend gemaakt. Dit jaar wordt er een prijs uitgereikt voor het beste MSc-werk en voor het beste BSc-werk. Docenten op Nederlandse en V ­ laamse opleidingsinstituten konden hiervoor het beste werk van hun ­studenten inzenden. In totaal zijn er 19 inzendingen voor de MScprijs ingezonden en 7 voor de BSc-prijs. De scripties zijn ­beoordeeld op onder andere de kenmerken ‘vernieuwendheid’ en ‘bruikbaarheid voor de waterpraktijk’. De drie genomineerden voor de MSc-prijs zijn: Voor de BSc prijs-zijn twee scripties genomineerd. Kimberly Learbuch van de Universiteit van Amsterdam (Forensic Science) voor de scriptie ‘Quantitative Real-time PCR methods to detect animal specific fecal contamination’. Dit onderzoek is ­gericht op het achterhalen van de oorsprong van fecale verontreinigingen. Hiervoor zijn verschillende methoden onderzocht en ook geschikte methoden gevonden. Andreas Moerman van de Technische Universiteit Delft (Gezondheidstechniek) voor het onderzoek ‘Drinking water temperature modeling in domestic systems’. In dit onderzoek staat de temperatuur van drinkwater in het huishoudelijk leidingnet centraal en wordt ingezoomd op de relatie tussen temperatuur en waterkwaliteit. Daarnaast is de temperatuur in het leidingnet gemodelleerd. Dit onderzoek toont aan dat de temperatuur de microbiële groei in het leidingnet minder beïnvloedt dan algemeen wordt verondersteld. Heleen Verschueren van de Universiteit van Amsterdam (Forensic Science) voor de scriptie ‘Tracing endangered and invasive animal species in water using eDNA detection methods’. In dit onderzoek is onderzocht of de aanwezigheid van waterdieren in het oppervlaktewater aangetoond kan worden door analyse van in het water aanwezig DNA, het zogenaamde environmental DNA (eDNA). Dit onderzoek toont aan dat dit mogelijk is.

Thomas Mos en Bastiaan van der Horst van de Hogeschool ­Rotterdam (Watermanagement) voor de scriptie ‘De invloed van begroeide daken op het stedelijk watersysteem’. In dit onderzoek staat het waterbergende vermogen van begroeide daken centraal. Hierbij zijn verschillende manieren van opbouw van de b ­ egroeiing beoordeeld en wordt een optimale begroeiing voor maximale ­waterberging gepresenteerd. Chris Pitzalis en Boy Poppe van de Christelijke Hogeschool ­Windesheim (Watermanagement, opleiding Civiele Techniek) met de scriptie ‘Op zoek naar een spelconcept; Onderzoek naar de ­inhoud voor de serious Game ´Ruimte voor de Vecht´’. In dit onderzoek is voor het vmbo een eerste stap gezet in de ontwikkeling van een game, om scholieren met deze leermethode meer over projecten in het kader van ‘Ruimte voor de Rivier’ te leren. De genomineerden zullen tijdens het KNW-congres op 29 n ­ ovember een korte pitch van hun werk houden. De jury, bestaande uit Jelle Roorda (voorzitter, Evides), Paul Roeleveld (Royal HaskoningDHV), Ingrid Schröders (Stichting Wateropleidingen), Erik de Bruine (Jong Waternetwerk, Witteveen+Bos) en Arno Rozing (gastlid, Deltares), nodigt iedereen van harte uit hierbij aanwezig te zijn.

INTERVISIEDINER OVER DRINKWATERWERELD Op donderdag 28 november houdt Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) een zogeheten ‘intervisiediner’ voor de drinkwater­ wereld in Rotterdam. De sector wordt vanuit historisch besef bekeken: wat is de actuele status, en wat staat er op de agenda voor de toekomst? Henk de Kraa (Waterbedrijf Groningen) geeft in een inleiding zijn mening over wat goed en wat minder goed gaat binnen de bedrijfstak, en waar de sector volgens hem naartoe moet. Daarna ­volgens intermezzo’s van Martijn Groenendijk (Brabant Water) over

­ ronnen en posities van stakeholders; Adriaan Mels (Vitens-Evides b Internationaal, Wageningen Universiteit) over internationale taken en rollen van de sector en Jasper Verberk (Evides) over het institutionele landschap en de zuivering van de toekomst. Tussendoor en tijdens de afsluitende borrel kunnen deelnemers met elkaar kennis maken en van gedachten wisselen. Na afloop kunnen deelnemers overnachten om de volgende dag, na een ­gezamenlijk ontbijt, aan te sluiten bij het Najaarscongres van KNW. www.waternetwerk.nl


WATERNETWERK

NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

PRAKTISCHE TIPS OM WERK TE MAKEN VAN BESTUURSAKKOORD

Wat moet in uw organisatie gebeuren om het Bestuursakkoord Water tot een succes te maken? Die vraag proberen Dieter de Vroomen en Carleen Mesters, de twee leden van de (tijdelijke) werkgroep Bestuursakkoord Water van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW), te beantwoorden in een boekje dat kort ­geleden werd gepubliceerd. Carleen Mesters is als procesbegeleider en mediator betrokken bij het organiseren van samenwerking en het oplossen van conflicten tussen organisaties. Dieter de Vroomen ondersteunt ­ ­organisaties bij hun vraagstukken over bedrijfsvoering. Ze keken samen vooral naar de menselijke aspecten van het organiseren van de ­verandering waartoe het Bestuursakkoord Water oproept. Twee jaar lang spraken ze met 75 bestuurders, managers en ­mensen uit de praktijk. Die gesprekken resulteerden in tien handvatten; tips voor organisaties die beter willen worden. Deze tien handvatten luiden: • Moedig het doen van experimenten en het maken van fouten aan; • Stuur op het verspreiden van nieuwe kennis en inzichten, ook van zaken die niet blijken te werken; • Stuur op het importeren van kennis uit andere branches; • Probeer de ‘turbulente groei’ niet te geleiden of te managen, maar moedig die aan en zoek naar de pareltjes; • Zorg dat je weet wat de ander bezighoudt, welke wensen hij heeft en waarvan hij wakker ligt; • Stimuleer dat managers van ketenpartners verbeteringen voor de samenwerking onderling verkennen en die in hun eigen organisatie inbrengen; • Stimuleer dat managers bij hun bestuurders afdwingen dat zij een passende opdracht krijgen; • Laat het management nieuwe en haalbare doelen formuleren om daarmee de praktijk aan te sturen; • Kijk van buiten naar binnen en haal inspiratie uit datgene wat de burger wil; • Zoek de verbetering niet in de herschikking van de keten, maar bij de persoonlijke drijfveren en mogelijkheden. Wie een toelichting wil krijgen op deze handvatten, kan het b ­ oekje het beste zelf lezen. Het is te downloaden via de website van ­Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). www.waternetwerk.nl

NR 11 / NOVEMBER 2013

KORT

NIEUWS

Internationaal handboek voor beheer waterkeringen Vorige maand is het International Levee Handbook offi­ cieel gepresenteerd. Dit boek ontstond nadat partijen in Frankrijk, Duitsland, Ierland, Groot-Brittannië, Nederland en de Verenigde Staten hun ervaringen met het beheer van waterkeringen deelden. Aanleiding voor deze bundeling waren de overstromingen in het Amerikaanse New Orleans en langs de Franse kust. Namens Nederland leverden Deltares, Fugro, Grontmij en de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (Stowa) kennis en inzicht voor het internationale handboek, dat een bijdrage kan leveren aan het toekomstig beheer van waterkeringen in Nederland. Het handboek geeft een overzicht van hoe in de zes landen het ­waterkeringbeheer is geregeld en gaat in op de veiligheidsfilosofie, het beheer, het onderhoud, de veldonderzoekstechnieken, de berekeningsmethoden en het ontwerpen en uitvoeren van dijkverbeteringen. www.leveehandbook.net Meer studenten watertechnologie De instroom in de watergerelateerde hbo-opleidingen in Leeuwarden is het studiejaar 2013-2014 met meer dan 50 procent toegenomen. Dit geldt voor de Hogeschool Van Hall Larenstein en de NHL Hogeschool. De sector van watertechnologie heeft de komende jaren veel technisch opgeleid personeel nodig.

Shell begint studentencompetitie Door de groei van de wereldbevolking en de wereldwijde welvaartsstijging zal de vraag naar energie, water en voedsel toenemen. Het energieconcern Shell lanceert daarom Ideas360 – een wereldwijde competitie die ook Nederlandse universitaire studenten uitdaagt met baanbrekende ideeën te komen om de druk op de energie-, water- en voedselsystemen te verminderen. De competitie geeft deelnemers de kans om hun oplossingen door te ontwikkelen naar ‘investeringswaardige’ business cases. Zij krijgen hierbij ­ondersteuning van Shell-mentoren en -­experts. Daarnaast maakt de winnaar kans op een ­bijzondere reis: de National Geographic Expeditie. Ideeën kunnen tot 1 december 2014 worden ingezonden. www.shellideas360.com Deskundigen gezocht voor hoogwaterbescherming De Waterkennisbank, die als doel heeft kennis en ervaring van de Nederlandse watersector snel vindbaar te maken, zoekt deskundigen voor de projectenpool van het nieuwe Hoogwaterbeschermings­ programma (nHWBP). Dit programma gaat op 1 januari van start en omvat het verbeteren van 731 kilometer aan dijken en 238 sluizen en stuwen. Hiervoor worden in de periode 2014-2019 ruim 30 projecten uitgevoerd. Om over voldoende capaciteit te kunnen beschikken wordt een pool opgezet met geschikte kandidaten. Voor het nHWBP wordt met name gezocht naar inkopers, planners, risicomanagers en kostendeskundigen. Aanmelden kan via info@waterkennisbank.nl

13


14

PERSONALIA Tijdens het Wetsus Congres in Leeuwarden heeft de Russische Wetsus-studente Natasha Hoog-Antonyuk de Professor Marcel Mulder Wetenschapsprijs in ­ontvangst genomen. Aan deze prijs, die jaarlijks wordt van toegekend aan de ­Wetsus-onderzoeker met de meest uitzonderlijke prestatie op het gebied van watertechnologie, is een geldbedrag van 5.000 euro verbonden. Natasha Hoog-Antonyuk maakte naam met de coax-sensor: een coaxkabel, bekend van televisiesignalen, waar water doorheen stroomt. Het hoogfrequente televisiesignaal kan ­razendsnel verontreinigingen in drinkwater vaststellen, maar ook roestvorming. De Professor Marcel Mulder Wetenschapsprijs wordt jaarlijks uitgereikt. Natasha Hoog-Antonyuk

Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft Joke Goedhart benoemd tot secretaris-­ algemeen directeur. Zij zal per 1 januari Jitze Miedema opvolgen die sinds dit voorjaar de functie ad interim bekleedt. Goedhart heeft ruime ervaring in de Joke Goedhart gemeentelijke sector. De afgelopen jaren werkte ze voor de gemeente Amsterdam. Sinds 2010 is zij stadsdeelsecretaris van het stadsdeel Nieuw West. Daarvoor bekleedde zij dezelfde functie voor het stadsdeel Zeeburg.

Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschappen, is gekozen als voorzitter van het nieuwe mondiale Water Governance Initiative. Dit platform van instellingen en organisaties met zowel een publieke als private achtergrond uit meer dan 25 landen, is bedoeld om kennis en ervaring op het Peter Glas ­gebied van waterbeheer uit te ­wisselen ­tussen landen, regionale overheden, ­bedrijven en non-gouvernementele organisaties. Glas neemt zijn nieuwe rol op zich voor tweemaal drie jaar. Drinkwaterbedrijf Evides heeft een eigen Waterwonderen-ambassadeur: Shanon van Keeken. Shanon is management trainee bij Evides. Op korte termijn mag zij via Vitens Evides International aan de slag in Vietnam om daar mee te helpen de watervoorziening te verbeteren. Shanon wil – net als andere Shanon van Keeken jongeren die zijn aangesloten bij Waterwonderen – haar passie voor water graag delen met als doel jongeren aan te zetten om te kiezen voor een watergerelateerde opleiding en carrière. www.waterwonderen.nl Wilt u in de rubriek Personalia aandacht voor de benoeming of functiewijziging van een waterprofessional? Meld het dan aan de redactie van maandblad H2O: redactie@vakbladh2o.nl

STUDIEREIS VOOR WATERSPECIALISTEN UIT NAMIBIË De Namibische waterspecialisten van het ministerie van Water, Milieu en Landbouw

Begin oktober heeft een grote groep waterprofessionals uit Namibië, een droog land in zuidelijk Afrika, een bezoek gebracht aan Nederland. Doel van het bezoek van de ambtenaren van het ministerie van Water, Milieu en Landbouw was het vergaren van kennis over de Nederlandse watersector. De groep Namibische waterspecialisten houdt zich vooral bezig met de uitvoering van een project NIWRM (Namibian Integrated Water Resources Management) project Cuvelai-Etosha Basin. Dit gebied ligt in het dichtbevolkte noorden van Namibië tegen de grens van Angola. Het heeft een jaarlijkse neerslag die varieert van maximaal 650 millimeter in het noordoosten tot minder dan 50 ­millimeter langs de kust. Geschat wordt dat hiervan slechts 1 ­procent overblijft voor de aanvulling van het grondwater. Het doel van het project is om het beheer van de Namibische waterbronnen integraal te verbeteren.

De Namibiërs hebben besloten een studiereis naar Nederland te maken, om te zien hoe hier het waterbeheer wordt uitgevoerd. De groep wil inzicht krijgen hoe Nederland de bestuurlijke, ­institutionele en technische aspecten op het niveau van stroomgebieden aanpakt. De Namibische delegatie werd begeleid door Van der Leest Consult in samenwerking met For Elements. Henk van der Leest heeft zelf acht jaar in Namibië gewerkt en kan een brug slaan tussen de institutionele ontwikkelingen in Namibië en Nederland. Sinds de afschaffing van de apartheid in Afrika in 1992 hebben de Nederlanders de Namibiërs ondersteund met hun drinkwatervoorziening op het platteland. “Sindsdien is er vertrouwen ontstaan binnen de samenwerking”, aldus Van der Leest. “Dat is een belangrijke reden dat de Nami­ biërs ons land aandoen. Ze komen hier als volwaardige partners. Het zijn zelfstandige en onafhankelijke denkers, die willen leren van ervaringen elders. Nederland is niet het enige land waaraan ze een bezoek brengen.” De delegatie bezocht in Nederland onder andere de waterschappen Delfland, Noorderzijlvest en Velt en Vecht. Ook een bezoek aan ­onderzoekslaboratorium Wetsus, de Rotterdamse haven en de stormvloedkering stonden op het programma.


WATERNETWERK

NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

MIJN MENING

OLIVIJN LOST BLAUWALGENBLOEI NIET OP

In het septembernummer van maandblad H2O stond een reactie van emeritus hoogleraar Olaf Schuiling op een eerder artikel over oplossingen voor de zomerplaag van de blauwalgen. Hij stelde dat hij in het artikel een ‘biologische bestrijdingsmethode’ miste. Zijn reactie lokte een nieuwe reactie uit. In H2O van september stelt Olaf Schuiling voor om met behulp van olivijn ([Mg,Fe]2SiO4) overmatige blauwalgengroei in oppervlakte­ wateren tegen te gaan. Hij neemt hierbij aan dat blauwalgen­ ’s zomers de concurrentiestrijd winnen doordat diatomeeën gehinderd worden door beperking met silicium, dat nodig is voor de vorming van hun celwandjes. Schuiling stelt dat bij voldoende ­silicium diatomeeën een bloeiend bestaan zullen leiden en daarmee blauwalgenbloei zullen voorkomen. Er worden door Schuiling echter belangrijke factoren over het hoofd gezien, waardoor de blauwalgen geen ‘moordende concurrentie’ zullen krijgen: 1. Bij hogere temperaturen hebben blauwalgen een hogere groeisnelheid dan diatomeeën. Schuiling’s stelling dat diatomeeën zich sneller vermenigvuldigen gaat hier niet op. 2. In een stabiele waterkolom, zoals geregeld in het ‘plaagseizoen’, zinken diatomeeën als bakstenen naar het sediment, terwijl diverse blauwalgen met hun drijfvermogen de waterkolom koloniseren en massaal aan het oppervlak en aan de oever ­grote overlast kunnen leveren. Diatomeeën hebben hier dus geen schijn van kans. 3. Blauwalgen zijn veel beter bestand tegen begrazing dan diatomeeën. In veel meren wordt de karakteristieke helderwaterfase veroorzaakt doordat de voorjaarsdiatomeeënbloei door zoö-

plankton wordt geëlimineerd. Door selectieve begrazing van de eetbare concurrenten, waaronder diatomeeën, zal facilitatie en stabilisatie van de blauwalgenbloei optreden. 4. Door de veronderstelde opheffing van siliciumbeperking zal een ander nutriënt limiterend worden en bij hoge biomassa kan dat heel goed stikstof zijn, zodat stikstoffixerende blauwalgen in een betere concurrentiepositie ten opzichte van andere ­fytoplanktongroepen kunnen komen. 5. De door Schuiling terloops genoemde pH-verhoging zal ook ten faveure zijn van blauwalgen, omdat die bij hogere pH beter in staat zijn om voldoende CO2 rond het belangrijkste enzym in de fotosynthese te concentreren. Toevoeging van olivijn zal niet het door Schuiling gewenste effect hebben, omdat het competitieve voordeel dat blauwalgen in de ­zomerperiode hebben hiermee niet wordt weggenomen. Omdat ook de effecten van olivijn op de nutriëntenhuishouding van water en sediment twijfelachtig zijn, lijkt ook via dat spoor olivijn geen welkome aanvulling op het arsenaal aan beheersmaatregelen. Wij hopen met onze reactie waterbeheerders voldoende argumenten te hebben gegeven om het pleidooi van Schuiling kritisch te bezien.

Lisette de Senerpont Domis (Nederlands Instituut voor Ecologie KNAW) Ellen van Donk (Nederlands Instituut voor Ecologie KNAW) Miquel Lürling (Wageningen Universiteit) Jef Huisman (Universiteit van Amsterdam) Herman van Dam (Adviseur Water en Natuur)

H2O MEDIAPARTNER VAN AQUA NEDERLAND

H2O is de nieuwe mediapartner van Aqua Nederland Vakbeurs en Rioleringsvakdagen. Dit is kort geleden bekend geworden. Evenementenhal en H2O (maandblad en online) gaan een samenwerkingsverband aan om het succes van beide titels voort te zetten en verder uit te bouwen. Op 18, 19 en 20 maart 2014 is Evenementenhal Gorinchem hét trefpunt waar ondernemers en relaties uit de water- en rioleringsbranche elkaar weer ontmoeten. Deze specialistische vakbeurzen staan in het teken van waterbehandeling, watermanagement en watertechnologie. In de wereld van water en riolering is gebleken dat er behoefte is aan een beursplatform in Nederland dat voorziet in de mogelijkheid om persoonlijk in contact te komen met elkaar. Met nog vier maanden te gaan is ruim 70 procent van de beursvloer al gevuld,. Dit schetst een goed beeld van het succes van dit platform en de behoefte hierbij aanwezig te zijn. Wanneer u als waterspecialist graag op de hoogte van alle ontwikkelingen en trends in de branche, dan is een bezoek aan Aqua Nederland Vakbeurs & Rioleringsvakdagen de moeite waard. Meer informatie op de website. www.evenementenhal.nl

NR 11 / NOVEMBER 2013

15


16

O

HOOGSTANDJE

H2

Tekst Johan Kroes | Fotografie Marcel Molle

Een complexe waterzuivering zorgt voor optimale omstandigheden voor de vissen


17

Naast de continue reiniging met behulp van de ozongenerator, voert de diergaarde regelmatig vers zeewater aan. Deze unit zorgt voor de zandfiltering daarvan

In het Oceanium zorgt ozon voor de afbraak van afvalstoffen. Onder: de installatie waar de ozonoxidatie plaats vindt. Boven: deze sensor detecteert leidingbreuken

TECHNOLOGEN VAN BLIJDORP LACHEN WEER

Het Oceanium van diergaarde Blijdorp in Rotterdam heeft sinds april een nieuw ozon-oxidatiesysteem om het zeewater te zuiveren. Dat heeft veel opgeleverd. De vissen zitten weer lekker in hun vel en bezoekers kunnen weer wat zien.

Een bezoek aan het Oceanium is een belevenis. Vooral de doorzichtige koepel, waar bezoekers onder de vissen door kunnen lopen, is een publiekstrekker. Met 8,4 miljoen ­­water is het Oceanium in Blijdorp het grootste aquarium van Europa. Dat vraagt het nodige om het water schoon te ­ ­­houden, want de vissen die er rondzwemmen poepen heel wat af. Om te zorgen voor optimale leefomstandigheden voor de dieren én de bezoekers van alle waterbewoners te kunnen laten genieten is achter de schermen een complexe waterzuivering actief. Een essentieel onderdeel van deze zuivering is het verwijderen van organisch materiaal door ozonafgifte aan het ­water met behulp van ozongeneratoren. Hiervoor wordt eerst zuurstof onder hoogspanning (5.000 volt) gebracht, waardoor deze splitst en ozon ontstaat. Een instabiele verbinding, die erg graag terug wil gaan naar zijn ­oorspronkelijke toestand: O2. Eenmaal in het water bindt ozon zich ook ­razendsnel aan stikstof, fosfaten en organisch materiaal. Toen de toenmalige ozongeneratoren er mee ophielden, werd Henk-Jan Boomsma, technisch adviseur bij Xylem Water Solutions erbij gehaald om te zoeken naar een oplossing. Xylem levert producten die het mogelijk maken om water te transporteren, te zuiveren, te testen en efficiënt te gebruiken. “Toen ik de vraag kreeg, ben ik dezelfde dag nog langs gegaan. Ik begreep van de medewerkers, dat de nood hoog was.” Dat is ook niet verwonderlijk, want de verhoogde concentratie van stikstof, vooral in de vorm van ammonia, NR 11 / NOVEMBER 2013

kan voor vissen levensgevaarlijk zijn. Voor de bezoeker is een dergelijke uitval zichtbaar in de vorm van wittig, troebel water. In samenwerking met Verhoeve Milieu & Water, dat ozongeneratoren gebruikt voor het saneren van onder ­andere bodemvervuiling, werd eerst een nood-ozongenerator geplaatst en aangesloten op de bestaande ringleiding. ­ Deze voorziening fungeerde tijdens de nieuwbouw van de vervangende installatie als tijdelijke desinfectie-unit. Ondertussen werd gewerkt aan een nieuwe ozonoxidatie water-behandelingsunit van Xylem, afgestemd op de wensen en eisen van Blijdorp. Dat wilde zeggen: een installatie die evenveel ozon zou produceren als de originele installatie. Vanwege de beperkte financiële mogelijkheden van de dierentuin, moest bovendien zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van de bestaande faciliteiten. Boomsma: “Deze installatie werd gekoppeld aan de bestaande r­ingleiding. Een noviteit is dat het systeem met onderdruk werkt. Het voordeel daarvan is dat je niet overal controlepunten hoeft te bouwen, omdat er bij een eventuele lekkage lucht naar binnen gezogen wordt in plaats van dat er ozon naar buiten ontsnapt.” Inmiddels draait de installatie van Blijdorp een aantal maanden naar volle tevredenheid en tonen ook andere aquazoo’s interesse. www.blijdorp.nl www.xylemwatersolutions.com


18

91

zoveel verschillende landen waren er vertegenwoordigd op de International W ­ ater Week (IWW), begin deze maand in Amsterdam. Voor het evenement, dat voor de tweede keer gelijk werd georganiseerd met Aquatech, hadden zich 1.090 deelnemers i­ ngeschreven, onder wie 100 young water professionals.

Thema van de IWW was ‘Integrated water solutions for a green economy’. De deelnemers konden luisteren naar vooraanstaande key note-sprekers, onder wie prins El Hassan bin Talal uit Jordanië (de opvolger van koning Willem Alexander als voorzitter van VN-Adviesraad voor Water en Sanitatie), minister Nguyen Dih Toan uit Vietnam en minister Melanie Schultz van Haegen, plus burgemeesters, gouverneurs en andere hoge vertegenwoordigers van Beijing, Jakarta, Bangkok, Seoul, Casablanca, Parijs, Hamburg en Amsterdam. Foto Rob Kamminga

Koninklijke hoogheid prins El Hassan bin Talal uit Jordanië was één van de prominente gasten op de IWW


INTERNATIONAL WATER WEEK

19

‘INTEGRATED WATER SOLUTIONS FOR A GREEN ECONOMY’

Waar water schaars is, gaat macht een rol spelen, zei minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu in de openingsspeech van de IWW. Ze gaf onder meer het voorbeeld van de inwoner van Jakarta die zijn water koopt van een waterhandelaar en daaraan een half weekloon kwijt is. Dan is het nog niet eens die waterhandelaar die daar rijk van wordt, maar de eigenaar van de grond die hij pacht voor zijn waterstalletje. Die eigenaar woont in een villawijk en betaalt voor het water dat daar gewoon uit de kraan komt, ook nog eens veel minder. Dit voorbeeld geeft al aan dat techniek maar een klein deel van het vraagstuk is, aldus Schultz van Haegen. www.internationalwaterweek.com

Foto Rob Kamminga

‘WAAR WATER SCHAARS IS, GAAT MACHT EEN ROL SPELEN’

Schultz van Haegen: ‘Techniek maar een klein deel van het vraagstuk’

Foto Albert Jan Spier

KENIAANSE TOILETTEN VALLEN IN DE PRIJZEN

De Sarphati Sanatation Award werd uitgereikt door burgemeester Eberhard van der Laan van Amsterdam

Tijdens de IWW is aan het Sanergy-Project in Kenia de Sarphati Award uitgereikt vanwege de bijdrage aan goede sanitatie. In kader van het Sanergy-project worden in Keniaanse sloppenwijken eenvoudige, goed te onderhouden toiletten geplaatst. Een ondernemer wordt op franchisebasis verantwoordelijk voor het legen. Dat gebeurt met een eenvoudig cassettesysteem. In een centrale inrichting wordt de inhoud van de cartridges op een hygiënisch verantwoorde manier omgezet tot meststof en biogas. De opbrengst hiervan zorgt dan weer voor een gezonde bedrijfsvoering. Goede sanitatie is één van de VN-millen­ niumdoelstellingen. Maar ook de economische bijdrage die het project aan de gemeenschap levert, is belangrijk. Dat zorgt voor draagvlak en waarborgt dat de voorziening ook na aanleg onderhouden en gebruikt wordt.

Foto’s Ron Offermans

DE WINNAARS VAN DE FITTERIJWEDSTRIJDEN

Concentratie en kracht en vooral geen strafseconden oplopen. Leerlingen van Brabant Water (foto) werden op de eerste dag van de fitterijwedstrijden tijdens de International Water Week uitgeroepen tot winnaar. De daaropvolgende dagen streden directieleden, dames en heren tegen elkaar. De teams – bestaande uit twee personen plus een coach - moesten in een zo kort mogelijk tijdsbestek een aantal klussen klaren. Doel van de wedstrijd: het fitterijvak binnen de drinkwatersector stimuleren en op peil houden. Bij de directies werd Oasen uitgeroepen tot winnaar en bij de dames Waterbedrijf Groningen. Bij de heren ging het team van Waternet met de eer strijken. Uit handen van Albert Robbertsen van Georg Fischer ontvingen zij een cheque van 3.000 euro.

NR 11 / NOVEMBER 2013

Verschillende teams zetten alles op alles om een prijs binnen te slepen


20

Foto Rob Offermans

YOUNG PROFESSIONALS POETSEN CV OP TIJDENS JONGERENPROGRAMMA

Het IWW kende ook een uitgebreid programma voor studenten en jongeren uit alle windstreken, met veel aandacht voor nieuwe ideeën en ­netwerkbijeenkomsten en een internationale filmwedstrijd. Deze Water Movie Challenge stond in het teken van ‘show us your local water story’. Deelnemers konden een filmpje van drie minuten insturen waarin ze hun local water story lieten zien. Ravina Binol en David Ginting uit Indonesië werden uitgeroepen tot winnaar met hun film City as a catchment area. De Career Day – een ander onderdeel van het ­jongerenprogramma dat werd georganiseerd door H2O-jobs - bestond uit onder meer een ­presentatie over werken in de watersector door Huiberdien ­Sweeris, ­Programma manager van het Human Capital ­Programma Water & Delta van het NWP en diverse ­presentaties van werkgevers en young professionals.

WERKEN AAN SLUITEN VAN KRINGLOPEN VOORAL WEST-EUROPESE AANGELEGENHEID De vraag welke bijdrage water kan leveren aan de transitie naar een circulaire economie liep als een ‘groene’ draad door de IWW. Want dat water een belangrijke rol speelt in die transitie wordt breed erkend. De beide belangrijke prijzen van de IWW de Sarphati Award en de Aquatech Innovatieprijs - gingen dan ook naar projecten waarin hergebruik een centrale rol speelt. Toch is winning van energie en grondstoffen vooralsnog vooral een West-Europese aangelegenheid, waarbij Duitsland en Nederland duidelijk vooroplopen.

Hoogleraar milieukundige biotechnologie aan de TU Delft Mark van Loosdrecht demonstreerde tijdens de IWW de mogelijkheden van winning van waardevolle grondstoffen uit afvalwater zoals nutriënten, bioplastics en cellulose. De meeste aandacht gaat ­momenteel vooral uit naar fosfaatwinning. De afzet van fosfaat is op dit moment nog moeilijk. Dat komt deels door regelgeving (daar wordt aan gewerkt) maar ook omdat het product – struviet - bij toepassing zorgt voor een geleidelijke afgifte aan de bodem. Iets wat lang niet voor alle teelten gewenst is.

Foto Ron Offermans

WETSKILLS WATER CHALLENGE: KLEDING KLEUREN MET BACTERIËN

Tijdens de IWW vond ook de tiende editie van de Wetskills Water C ­ hallenge plaats. Hierbij werken internationale studenten in een intensief veertiendaags programma samen aan diverse watervraagstukken. In deze editie Deelnemers van de Wetskills Water Challengeenge gingen de studenten in op het verbeteren van het watergebruik binnen de textielbranche in Bangladesh en het veiligstellen van water voor voedsel en energie in ontwikkelde gebieden. Er deden 23 studenten mee uit acht verschillende landen. Winnaars zijn Alia Amer, Rionildo de Nelton, Yen-Ting Hsu, Thendo Matidze en Inge Phernambucq, met hun idee ‘Dyeing for a Change’, waarbij bacteriën worden gebruikt om kleding te kleuren. Dit is afbreekbaar, bespaart water en doet niets af aan de kwaliteit van de kleur.

Het winnende idee van de een groep studenten om het watergebruik binnen de textielbranche in Bangladesh te verbeteren Amer, Alia De Nelton, Rionildo Hsu, Yen-Ting Matidze Thendo Phernambucq, Inge

Over population

Pollution

1000 people/km2

30-35% of chemicals worldwide are used in textile industry

Textile essential

80% of Bangladesh export is textile

Groundwater depletion 3m per year

Health issues Saltwater intrusion Arsenic drinkwater Subsidence and risk for earth quakes

Booming business

300% growth expected

Before

Now

Biodegradable • Dipping in pigment extract or boiling with bacterial cells • 70% water reduction • Quality of dye is equal to current quality

B Purification: Moringa tree

A Decolorization:

marine Shewanella bacteria

Moringa

Better Image • Sustainable process for buyers • Clean environment for locals • Better working conditions for employees

Reduce of: • Scarcer water • Energy • Chemicals

A

• Working: enzymes in bacteria break links in color molecules • Living conditions: 35 ℃, neutral or alkaline pH • 93% removal of color in 30 hours

B

• Working: crushed seeds attract dirt filtration • Living conditions: Moringa can grow in Bangladesh • Seeds can be collected every couple of months


INTERNATIONAL WATER WEEK

‘INTEGRATED WATER SOLUTIONS FOR A GREEN ECONOMY’

WATER IN DE STEDEN

Stadshavens Rotterdam

Nu het grootste deel van de wereld­ bevolking in steden woont neemt ook het belang van ­stedelijk water­beheer toe. Tijdens de IWW benadrukten verschillende sprekers dat de groei van steden een watervoorziening, sanitatie, maar ook voedselproductie vraagt, die we met de nu beschikbare ­systemen onvoldoende kunnen bieden. Verder sluiten van kring­ lopen is ook hier de sleutel. Ook de klimaatverandering staat hoog op de agenda, zo werd

­ uidelijk tijdens het event. In Nederland en ­internationaal wordt d veel onderzoek gedaan naar het aanpassen van ­stedelijke ­riolering en andere ontwatering aan de toenemende hevige buien. Maar ook in steden als Hamburg, Kopenhagen, Parijs, Seoul, ­Jakarta en Amsterdam wordt gewerkt om de toekomstige ­klimaatverandering het hoofd te kunnen bieden. De klimaatverandering zet ook de waterlevering aan steden onder druk. Dat speelt sterk in Beijing, een stad van 20 miljoen inwoners en een groei van 0,6 miljoen inwoners per jaar. Met maar 500 mm neerslag per jaar wordt sterk ingezet op hergebruik van afvalwater van een van de 42 grote of vijftig kleine RWZI’s. Er zijn al zeventien installaties voor terugwinning van afvalwater. Andere gebieden met huidige en toekomstige tekorten die naar voren kwamen waren Lima, Casablanca, Poznan, Verenigd Koninkrijk, Oman, Iran, Ecuador en Californië.

Foto Rob Kamminga

MARIE SAGEN NIEUWE AMBASSADEUR YOUNG WATERPROFESSIONALS

De Noorse Marie Sagen (tweede van rechts) omringd door de organisatoren vanuit jong Waternetwerk

Sarah Dickin heeft afscheid genomen als ambassadeur van de jonge waterprofessionals. Zij heeft zich twee jaar lang met veel energie en kunde ingezet voor het Young IWW-programma. Het stokje is nu overgenomen door Marie Sagen uit Noorwegen. Sagen: “Ik ben erg blij en vereerd dat deze taak mij toevertrouwd is, en ik ben onder de indruk van alle ambitieuze, bevlogen en enthousiaste jongeren die ik tijdens de IWW heb ontmoet. Jongeren moeten nu echt opstaan en de huidige mindset uitdagen, om zo de veranderingen die noodzakelijk zijn voor een duurzame toekomst te kunnen realiseren. Water en sanitatie zijn daar een extreem belangrijk onderdeel van. Voor mij is het een droom die uitkomt dat ik me nu hiermee mag bezighouden!”

STUDENT CHALLENGE OVER PLASTIC SOEP

De Student Challenge, een van de onderdelen van het jongerenprogramma stond in het teken van de plastic soep in de Amsterdamse grachten. Deze vervuiling heeft ­gevolgen voor het water in de Noordzee en de rest van de wereld. ­Deelnemers werd gevraagd om met creatieve oplossingen voor dit probleem te komen, die ze op 7 november hebben gepresenteerd tijdens de finale. Winnaars van de juryprijs waren Marco Buitelaar, Max Boerma, Zamele Sifundza, Wilbert van der Linden, Audrey Mashao, met hun idee om enerzijds de productie van plastic aan te passen door afbreekbaar plastic te maken met minder schadelijke stoffen en materialen, en anderzijds de grachten beter te zuiveren door middel van filters. De publieksprijs werd toegekend aan Joshua Reijnen, Bas van der Heijden, Zoë de Gruyter, Patrick Tiggelman en Remco den Boer, met hun poster over Microplastics.

NR 11 / NOVEMBER 2013

Jongeren en studenten verkennen de Amsterdamse grachten vanaf een rondvaartboot

21


T

22

Tekst Charlotte Leenaers Fotografie Gabby Louwhoff Computerbeelden Tygron

NEDERLANDSE VINDING TREKT INTERNATIONAAL AANDACHT

SERIEUS COMPUTERSPEL HELPT GEBIEDSPROBLEMEN OPLOSSEN Een Nederlandse vinding breekt door in Zuid-Afrika en wellicht ook in de Verenigde Staten: het serieuze computerspel, waarmee ­gecompliceerde waterproblemen spelenderwijs kunnen worden opgelost. Klik met de muis en het gaat hard regenen. Serious gaming brengt snelle besluitvorming binnen handbereik.

M

et een paar drukken op de knop verschijnt een woonwijk langs de rivier op het scherm: bebouwing, watergangen, parkjes, scholen en bedrijven. Nog een paar klikken verder en het begint flink te regenen met hier en daar een onweersklap. Straten beginnen onder water te lopen. Een wijk met een waterprobleem komt tot leven in een virtuele werkelijkheid. Op de computerschermen van Tygron, in de hippe Caballerofabriek in Den Haag, is dit dagelijkse kost. Twintig jonge techneuten sleutelen hier dag-in dag-uit aan de Tygron Engine en programmeren games. En dat blijft niet onopgemerkt: in het tv-programma ‘De Wereld Draait Door’ noemt minister van Infrastructuur en Milieu Melanie Schultz van Haegen Tygron een van de belangrijkste innovators in het waterbeheer. En ook vanuit New York is er interesse. SPIN-OFF Zeven jaar geleden startte Tygron als spin-off van de TU Delft. Serious gaming was al langer bekend in de wereld van trainers en bij Defensie. Oprichters Jeroen Warmerdam en Maxim Knepflé – toen nog studenten aan de faculteit Informatica aan de TU Delft – ontwikkelden samen met de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM) een gaming-tool voor het Havenbedrijf Rotterdam. De havenplanners van de Maasstad waren volop bezig met ideeën voor een Tweede Maasvlakte en hadden behoefte aan realistische toekomstscenario’s voor de inrichting. SIMPORT heette deze eerste succesvolle Tygron-tool: mede door het gamen bleken de Rotterdamse planners goed voorbereid op mogelijke ontwikkelingen in de haven en daardoor in staat een succes te maken van Maasvlakte-2.


T “Ons doel is om te zorgen dat gebiedsontwikkeling soepel verloopt. Vaak doen we dit door partijen met verschillende, soms tegengestelde belangen bij elkaar te brengen”, v­ertelt Annebeth Loois, accountmanager en trainer van Tygron. “Gebiedsvraagstukken over ­ ­nieuwbouw, wateroverlast en leefbaarheid in een wijk verlopen soms moeizaam en zijn dan tijdrovend. Ervaring leert dat onze games dergelijke patstellingen kunnen doorbreken. Een van onze eerste grote projecten speelde in Delft. In het gebied waar de TU-gebouwen staan, moesten nieuwe studentenflats gebouwd worden, terwijl het gebied steeds meer te maken had met wateroverlast ten gevolge van hevige regenbuien. Bovendien was er vanuit de buurt nogal wat protest omdat de leefbaarheid in het geding was. In onze ClimateGame staat deze gebiedsopgave centraal.” RUIMTELIJKE INFORMATIE IS DE BASIS “Het ontwikkelen van een game begint met het opbouwen van een levensecht 3D-model van het gebied. Daarvoor worden alle relevante gegevens van de plank gehaald en in het model gebracht. Denk aan kadastrale informatie, hydrologische, - klimaat- en ­rioleringsmodellen, wettelijke kaders en kentallen voor bouwkosten. Daarnaast wordt informatie ingelezen vanuit de databases van het kadaster, de betrokken gemeenten en waterschappen en van openbare GIS-kaarten en het open-source OpenStreetMaps. Afhankelijk van de p ­ roblematiek voegen we klimaatscenario’s toe van het KNMI, of de leefbaarheidsindex van VROM, het hittestressmodel van UNESCO-IHE of het hydrologisch model gebaseerd op SOBEK van Deltares. En ook alle relevante wettelijke normen, kentallen van bouwkosten en eigendomsinformatie > NR 11 / NOVEMBER 2013

THEMA

Annebeth Loois

23


24

THEMA

van vastgoed en grond gaan in de game.” Het is een kwestie van een paar muisklikken voor Annebeth om de Delftse TU-wijk in 3D op de schermen te laten verschijnen. De aula, de faculteitsgebouwen, fietspaden, slootjes, woonwijken en studentenwoningen komen herkenbaar in beeld, arceringen maken duidelijk wie de eigenaren zijn van gebouwen en terreinen. Bewegende fietsers en auto’s wekken de buurt tot leven en als er dan ook een flinke bui valt en het waterniveau in de sloten begint te stijgen, is het visuele beeld aardig compleet.

Na de superstorm Sandy is Tygron een game voor Manhattan gaan ontwikkelen

‘ Tijdens het spel komen de tegenstrijdige belangen aan het licht’

ROLLEN Loois: “De spelers van de game zijn de betrokken partijen die allemaal een eigen belang ­hebben in hun wijk. In Delft speelde de wens om meer groen in de wijk te brengen, de ­opdracht om studentenhuisvesting te realiseren en het beperken van wateroverlast. De perspectieven van alle spelers bouwen we in de game: een buurtbewoner heeft geen idee van bouwkosten en de vastgoedondernemer weet niet welke procedure voor een peilaanpassing doorlopen moet worden. Op basis van objectieve informatie brengt onze software de verschillende ­rollen tot leven. De menselijke factor, de manier waarop de spelers op elkaar reageren, komen al s­ pelend in de game. Daar doen wij heel bewust niets aan.” LET’S PLAY! Het spel wordt gespeeld in een speciale ruimte onder begeleiding van Tygron-trainers. Alle spelers werken op een eigen laptop met daarop hetzelfde 3D-model van hun wijk, maar met een eigen rol en spelopdracht. Spelers kopen virtueel terreinen aan, kennen bouwvergunningen toe, leggen een groen dak aan of een speeltuin, bouwen duikers of planten bomen. En ondertussen loopt de tijd door: het klimaat verandert en het gaat steeds harder regenen. “Tijdens het spel wordt vanzelf duidelijk waar de knelpunten zitten en komen de tegenstrijdige belangen aan het licht. Iedere sessie pakt anders uit: de groepsdynamiek is iedere keer weer anders en de spelers volgen telkens een andere strategie. Hoe meer er gespeeld wordt, hoe beter de vaak complexe opgave ontward wordt en hoe beter de integrale oplossing die al spelend in beeld komt. Die kennis stelt besluitvormers in staat om sneller een knoop door te hakken. En daar zit dan ook de grote kracht van gaming: snelle besluitvorming komt binnen handbereik.” Maartje Scholten van de gemeente Delft is als projectmanager gebiedsontwikkeling betrokken bij de Delftse wijk die model staat in de ClimateGame. Samen met de andere ­Delftse belanghebbenden heeft zij de Game gespeeld toen deze net was ontwikkeld. “Dat was ­vooral ter lering en vermaak. We speelden elkaars, en juist niet onze eigen rol. Zo was ik de ­woningcorporatie en moest ik me bezig houden met de bouw van studentenappartementen. Tijdens het spelen merk je dan aan den lijve hoe zo’n partij opereert en afwegingen maakt. Eigenlijk weet je dat wel, maar door het spel te spelen, komt het echt binnen. Dat is voor mij de belangrijkste winst van serious gaming.” HET BUITENLAND LONKT Annebeth komt net terug uit Zuid-Afrika waar Tygron in Johannesburg een filiaal heeft ­geopend. De Amerikaanse vestiging in New York hoopt samen met de lokale autoriteiten tot een snelle oplossing te komen voor overstromingen ten gevolge van superstormen z­ oals Sandy. “Voor Manhattan zijn we een game aan het ontwikkelen. Een groot verschil met ­Nederland is dat in Amerika veel meer belanghebbenden betrokken zijn die niet echt coöperatief zijn en ook niet aarzelen om bij de rechter hun gelijk te halen. Wij hopen natuurlijk dat we met onze game ook daar een belangrijke bijdrage kunnen leveren.” |


130305

Energie besparen met de KSB SuPremE®- motor. Met de nieuwe generatie KSB SuPremE® motoren bespaart u maar liefst 70% energiekosten. De motor voldoet nu reeds aan het toekomstige efficiëntieniveau IE4* en bevat geen magneetmaterialen. Daardoor heeft de motor een positievere milieubalans dan vergelijkbare permanent magneet-synchroonmotoren en asynchroonmotoren. De robuustheid van de gebruikte materalen en de uiterst betrouwbare bouw staan garant voor een lange levensduur. Investeer daarom nu reeds in de meest efficiënte aandrijving van morgen.

Etaline

Etanorm

De SuPremE®is nu geschikt voor gebruik met o.a. Etanorm, Etabloc, Etaline, Sewabloc en Sewatec. KSB Nederland BV . infonl@ksb.com . www.ksb.nl

Pompen ■ Afsluiters ■ Service

Omdat water niet vanzelfsprekend water is. Door middel van het ISA-systeem van GO Systemelektronik bent u in staat om uw waterkwaliteit in situ te monitoren op b.v. CZV, TOC, Nitraat en SAK. Ook is het mogelijk om een zogenaamde “fingerprint” van water te bewaken. Dit alles “real-time” zonder verbruik van reagens en toepasbaar voor o.a. drinkwater, proceswater, oppervlaktewater, grondwater en afvalwater. Wilt u meer weten over dit meetsysteem neem dan contact met ons op, wij vertellen u er graag meer over zodat u precies weet wat voor eh… water u in de kuip heeft.

Pro Water B.V. | Lansinkesweg 4 | 7553AE Hengelo | 074-2915150 | www.prowater.nl | info@prowater.nl


26

WATERBEDRIJVEN KRIJGEN MEER GRIP OP KWALITEIT DOOR SOFT SENSOREN SLIMM-box opstelling op de Vitens productielocatie Oldeholtpade in Friesland

Drinkwaterbedrijven kunnen veel meer op kwaliteit sturen en energie en chemicaliën besparen als ze gebruik maken van soft sensoren. Deze sensoren zijn in staat om online de gang van zaken in het proces te berekenen in plaats van de ­waterkwaliteit zelf te meten. Daardoor leveren ze ­tegen lagere kosten veel meer gegevens. Het gebruik van de soft sensoring technologie vormt een onderdeel van het SLIMM-onderzoek, dat is uitgevoerd door een consortium bestaande uit drinkwaterbedrijf Vitens, Yorkshire Water, Royal HaskoningDHV, Perceptive Engineering, Logisticon en de TU Delft. Het project is financieel ­ondersteund door Agentschap NL. Eind september werden de onderzoeksresultaten bekendgemaakt. Volgens de initiatiefnemers van het SLIMM innowator ­project zijn kwaliteit en betrouwbaarheid van drinkwater de belangrijkste toetsingscriteria voor waterbedrijven, maar worden gegevens hierover niet of nauwelijks gebruikt voor de ­processturing van waterzuiveringen. Nu worden naast enkele eenvoudige online sensoren, zoals voor de ­meting van de pH, EGV en troebelheid, de zuiveringen met een frequentie van hooguit één keer per maand bemonsterd en ­ geanalyseerd. Dit geeft een vertraagd inzicht en betreft slechts momentopnames. Soft sensoren kunnen een alternatief zijn voor complexe, dure en ­arbeidsintensieve online analyses. In het kader van het SLIMM-project is een mobiele meetopstelling ontwikkeld, die veel g ­ egevens kan ­registreren. Er is geïnventariseerd welke parameters gewenst zijn om te meten bij de pilot op de Vitens productielocatie O ­ ldeholtpade in Friesland. De procesdata die de sensoren registreren worden bewerkt via een model en de uitkomsten van deze bewerking worden overzichtelijk gepresenteerd op een d ­ ashboard. Ook dit dashboard is

­ erealiseerd in het kader van het SLIMM-project. Door een g koppeling met het informatiesysteem van het l­aboratorium en de (soft)sensoren kan de bedrijfsvoering real time inzicht krijgen in de geleverde d ­ rinkwaterkwaliteit en – als dat ­nodig is – meteen ingrijpen bij p ­ rocesafwijkingen. Op die manier kan het aantal incidenten, waarbij waterkwaliteit niet voldoet de specificaties sterk worden beperkt. Naast inzicht in de kwaliteit levert het SLIMM-concept ook informatie over het gebruik van energie en chemicaliën. Daardoor wordt het mogelijk het verbruik te verlagen. Op de locatie Oldeholtpade is gebleken dat het gebruik van natronloog, dat gebruikt wordt voor ontharding van het ­ ­water, met 10 procent omlaag gebracht kan worden. Een ander belangrijk resultaat is een vermindering van CO2 met maar liefst 70 procent. De zuiveringslocatie Oldeholtpade heeft een capaciteit van 4,9 miljoen kubieke meter per jaar. Als de besparingsresultaten op deze locatie respresentatief zijn voor alle productielocaties met een ontharding (samen een productiecapaciteit van 87,5 miljoen kubieke meter), dan mag volgens de onderzoekers verwacht worden dat Vitens jaarlijks 700.000 euro kan besparen. De terugverdientijd van de b ­ enodigde investeringen wordt geschat op drie jaar. De ­financiële ­besparingen staan nog los van het voordeel dat het ­drinkwaterbedrijf meer grip krijgt op het p ­ roductieproces.

Een meer uitgebreid artikel over dit onderwerp is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl


WATERWERK

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR

LAATSTE NIEUWS MICROBIOLOGISCHE VEILIGHEID

Foto iStockphoto

WATERSCHAP RIVIERENLAND DRAAGT MOLENS KINDERDIJK OVER Waterschap Rivierenland heeft eind oktober in Kinderdijk na 275 jaar ­officieel de bekende negentien molens overgedragen aan de gemeente Molenwaard voor het symbolische bedrag van 1 euro. De gemeente maakte tevens van dat moment gebruik om een overeenkomst te ondertekenen met de Stichting Wereld Erfgoed Kinderdijk (SWEK) om het beheer en het onderhoud over te dragen. De overdracht van het waterschap naar de gemeente was volgens het ­waterschap ­logisch vanwege het historische en toeristische karakter van de ­molens. De ­molens van Kinderdijk zorgden er al sinds de achttiende eeuw voor dat het overtollige water van de Alblasserwaard in de rivier de Lek terechtkwam via de ­Elshoutsluizen. Vervolgens voerde de rivier het water af naar zee. Lang ­geleden is hun waterstaatkundige functie op dezelfde plek echter al ­overgenomen door achtereenvolgens stoom-, diesel- en elektrische gemalen. De negentien molens staat op de werelderfgoedlijst van Unesco.

NEREDA OOK IN ENGELAND Het Britse bedrijf Imtech Process Limited heeft een samenwerkingsovereenkomst getekend met Royal HaskoningDHV voor het gebruik van de Nereda-technologie voor afvalwaterzuivering in het Verenigd Koninkrijk. Imtech Process verwacht de komende jaren vijf tot acht Nereda-installaties te bouwen. Nereda is de Nederlandse doorbraaktechnologie voor de zuivering van afvalwater die de honderd jaar oude praktijk van actiefslib vervangt. Nereda zuivert afvalwater met ­bacteriën (aeroob korrelslib). De technologie van Nereda is uitgevonden door de TU Delft en is ontwikkeld in een ­publiek-private samenwerking tussen TU Delft, Stichting Onderzoek Toegepast Waterbeheer (STOWA), de Nederlandse waterschappen en Royal HaskoningDHV. Wereldwijd, onder meer in Nederland, Portugal, Zuid-Afrika, Brazilië en Polen, zijn nu twaalf Neredainstallaties in gebruik en worden meer dan 20 projecten ontwikkeld en gebouwd.

NR 11 / NOVEMBER 2013

In september werd in Brazilië een ­internationaal congres gehouden over de laatste ontwikkelingen op het ­gebied van microbiologische veiligheid van ­drinkwater. Tijdens het congres, ­getiteld IWA Water Micro 2013, werd onder ­andere duidelijk dat de beste aanpak om micro­ biologische gezondheidsrisico’s te vermijden afhankelijk is van lokale omstandigheden, zoals de beschikbaarheid van middelen en ­infrastructuur, het soort water en de doelen die men wil bereiken. Onder de titel ‘Nieuwe en verbeterde wegen naar microbiologisch veilig water’ schreef een Nederlandse delegatie een impressie van het congres. De ­delegatie bestaat uit vertegenwoordigers van KWR Watercycle Research Institute, het ­Rijksinstituut voor Volksgezondheid en ­Milieu (RIVM), onderzoeks- en advies­ bureau WLN en het Waterlaboratorium. Hun verslag is de lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl

LEVER EEN BIJDRAGE AAN H2O In deze rubriek ‘Waterwerk’ delen verschillende waterprofessionals hun kennis en ervaring met u als lezer. Hun bijdragen zijn bewerkt door de redactie (en in enkele gevallen vindt u een meer uitgebreid ­artikel op H2O-Online). Ook een bijdrage leveren? Kijk op de site voor auteursinstructies en/of neem ­contact op met de redactie via: redactie@vakbladh2o.nl

27


28

Foto Erwin Zijlstra

BUITENDIJKSE BOERDERIJ HOUDT DEVENTER DROOG Boerin Annette Harberink op haar ‘natuurderij’ in de uiterwaarden bij Deventer

Begin november heeft de eerste ‘watervriendelijke’ boerderij van Nederland in de uiterwaarden van de IJssel bij Deventer officieel haar deuren geopend. De boerderij, die door de beheerder Natuurderij KeizersRande wordt ­genoemd, levert een bijdrage aan de waterveiligheid. Boerin Annette Harberink gaat de uiterwaarden namelijk zodanig beheren en onderhouden dat het water – als dat nodig is – vrij kan doorstromen. Het project is tot stand gekomen in samenwerking met het overheidsprogramma Ruimte voor de Rivier en initiatief­ nemer Stichting IJssellandschap, de beheerder en verpachter van een groot aantal landerijen en landgoederen rondom Deventer. In het kader van Ruimte voor de Rivier moeten de uiterwaarden bij Deventer (Keizers- en ­Stobbenwaarden, Olsterwaarden) bij hoogwater zoveel water kunnen opnemen dat de waterstand in de stad met 10 centimeter daalt. Over een lengte van 10 kilometer worden daarom in de ­uiterwaarden meerdere geulen (met een breedte van 100 ­meter) gegraven. Ook wordt een dwarskade verwijderd. Door de dynamiek van de IJssel ontstaat nieuwe riviernatuur, die als waardevol wordt beoordeeld. Om de doelstelling voor waterberging te realiseren, is het belangrijk dat de vegetatie in de uiterwaarden kort wordt gehouden. Hoge vegetatie vormt een grote belemmering

voor de doorstroomsnelheid van water. Natuurderij KeizersRande, die dus buitendijks, maar op een terp is gebouwd, heeft zich daartoe verplicht. Het werk zal verricht worden door de grazende koeien van de boerderij of door de boer zelf, die waar nodig zal moeten ‘bijmaaien’. Zoals bij de meeste projecten in het kader van Ruimte voor de Rivier is ook in dit geval getracht de belangen van ­waterberging te combineren met die van andere partijen in de regio. In dit geval hecht de Stichting IJssellandschap veel belang aan de ontwikkeling van nieuwe natuur. De Natuurderij legt zich toe op de productie van melk en vlees, maar genereert straks ook inkomsten uit recreatie en educatie. Voor dat laatste kijkt de boerin met name naar de scholen in Deventer. De ‘natuurderij’ ligt in een gebied dat regelmatig onder water moet kunnen staan


WATERWERK

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR

WATERSCHAPPEN GAAN WATERPEIL MOBIEL METEN Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard heeft bekendgemaakt het waterpeil op 150 locaties te gaan meten met smartphones. Het maakt voortaan gebruik van de Mobiel Water Meten app. De invoering volgt op een test in samenwerking met de TU Delft. “Onze peilbeheerders waren erg enthousiast over het resultaat”, aldus assistent bedrijfsvoerder Rosemarie van Eerten van het hoogheemraadschap. “Je maakt een foto van een willekeurige peilschaal en binnen een paar minuten is het peil samen met aanvullende data, verwerkt in het ­centrale computersysteem. Mobiel water meten wordt momenteel ook getest bij de waterschappen De Dommel en Aa en Maas en bij het Hoogheemraadschap van Delfland. Volgens de ontwikkelaars van de app zijn er bij handmatige metingen twee problemen: ze zijn niet volledig reproduceerbaar (veldmedewerkers kijken verschillend, ronden anders af en dergelijke) en minder nauwkeurig dan automatische metingen (wat te maken heeft met het opschrijven en verwerken van de meetgegevens). Om verschillende redenen vinden waterschappen het echter toch belangrijk dat medewerkers het veld in gaan om metingen te verrichten. Met de app Mobiel Water Meten kan dat semi-automatisch. Mobiel Water Meten werkt als volgt: wanneer een veldmedewerker op een locatie arriveert, neemt deze de s­ martphone

NOORDERZIJLVEST IS BIJ AANBESTEDING ‘VRIENDELIJK’ VOOR ONDERNEMINGEN Waterschap Noorderzijlvest wil het midden- en kleinbedrijf en lokale en regionale ondernemingen meer kansen bieden bij ­aanbestedingen. Daartoe heeft dijkgraaf Bert Middel medio ­oktober het actieplan ‘Ondernemersvriendelijk Aanbesteden Noord N ­ ederland’ ondertekend. Het actieplan is een initiatief van Bouwend Nederland regio Noord, MKB Nederland Noord, VNO-NCW Groningen en wordt ondersteund door Kamer van Koophandel Noord Nederland. De initiatiefnemers willen het noordelijke aanbestedingsbeleid verbeteren. Dat vraagt volgens hen “goed en creatief ondernemerschap” van het regionale bedrijfsleven, maar ook een “toegankelijker en duidelijker aanbestedingsklimaat bij de noordelijke overheden”. Bert Middel: “Door de samenwerking met deze partijen aan te gaan, kunnen we het midden- en kleinbedrijf meer kansen bieden voor het verkrijgen van overheidsopdrachten.” Het actieplan Ondernemersvriendelijk Aanbesteden is in oktober 2012 gelanceerd. De gedachte erachter is dat de verschillende partijen – overheid en bedrijfsleven – met bestaande kennis delen. Inmiddels hebben verschillende Noordelijke overheidsorgani­ saties het actieplan ondertekend.

NR 11 / NOVEMBER 2013

en start de applicatie, die contact maakt met de centrale database. De applicatie bepaalt uit de GPS-coördinaten en hoeken van de smartphone welke locatie het betreft en haalt alle relevante data op. Voor waterstandmetingen zijn dat bijvoorbeeld referentiepeil, zetting van de peilschaal en bekende beschadigingen aan de peilschaal. Voor debietmetingen zijn het bijvoorbeeld breedte van de stuw en kalibratiecoëfficiënt. Voor grond­ waterstandmetingen betreft het de hoogte van de bovenkant van de peilbuis. Met één klik wordt een foto gemaakt en uit deze foto wordt de watervariabele bepaald: waterstand, debiet of grondwaterstand. Deze waarde wordt doorgegeven aan de database, en opgeslagen met tijdstempel, veldmedewerker van dienst, GPS-coördinaten en camerahoeken. Deze procedure is sneller dan handmatige invoer en er kunnen geen invoerfouten worden gemaakt.

Een uitgebreid artikel over mobiel water meten is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op de website: www.vakbladh2o.nl

KLANTENSERVICE VITENS KRIJGT PRIJS Drinkwaterbedrijf Vitens heeft een internationale prijs gewonnen vanwege de herinrichting van haar klantenservice. Jaarlijks verwerkt Vitens 750.000 telefoontjes, 150.000 e-mails en 8 miljoen poststukken van eigen klanten en van de klanten van drinkwaterbedrijf Evides. Dankzij de invoering van nieuwe klantprocessen en een cultuuromslag binnen de afdeling Klant en Facturatie worden klanten nu sneller geholpen. Daar heeft de software BPMS bij geholpen. Vitens is het eerste nutsbedrijf ter wereld dat dit heeft ingevoerd. De grote verandering is dat de Klantenservice van Vitens altijd werkte met een front office en een back office met medewerkers met eigen specifieke taken, zoals bijvoorbeeld verhuizingen of ­meterstanden verwerken . Nu is er een klantenservice met medewerkers die in alle taken/processen zijn opgeleid. Dat ­betekent dat klanten niet doorverbonden meer hoeven te worden, de ­wachttijd voor de klant verlaagd is en er meer aandacht is voor het ­klantgesprek. De Global Award voor Excellence in BPM & Workflow 2013 werd uitgereikt tijdens de iBPMS expo in Chicago.

29


30

WATERWERK

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR

GASTLESSEN WATERSECTOR KUNNEN AAN EFFECTIVITEIT NOG VEEL WINNEN Gastlessen waarmee de Topsector Water jongeren wil ­interesseren voor een toekomst in de watersector, kunnen meer effect hebben als gastsprekers – zeker wanneer ze nog geen onderwijservaring hebben – een goede briefing en/of training krijgen. De gastlessen hebben echter zeker meerwaarde voor de beeldvorming bij leerlingen over water, de watersector en het beroepsperspectief in deze branche. Dit concludeert bureau SME Advies op basis van een onderzoek onder leerlingen, gastdocenten en onder reguliere docenten uit basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Eind 2012 heeft de Topsector Water de gastlessen estafette water gelanceerd, die liep van november 2012 tot Wereldwaterdag 22 maart 2013. In deze periode gaven water­ professionals in totaal 731 gastlessen aan meer dan 20.000 jongeren. Doel was de veelzijdigheid van de watersector te laten zien, het waterbewustzijn onder jongeren te vergroten en – op een bepaalde leeftijd – jongeren ook te interesseren voor een watergerelateerde vervolgopleiding. In een literatuuronderzoek is gekeken naar het studiekeuze­ proces en de factoren die de studiekeuze bij j­ongeren beïnvloeden. Deze factoren zijn getoetst in schriftelijk interviews met studenten die al gekozen hadden voor een watergerelateerde studie. Op basis daarvan en op basis van kennis over didactiek zijn enkele succes- en faalfactoren benoemd van een gastles. Tijdens het praktijkonderzoek zijn tien ­gastlessen bijgewoond en geanalyseerd aan de hand van een observatieschema waarin de succes- en faalfactoren uit het literatuuronderzoek zijn meegenomen. Daarnaast is een groot aantal enquêtes afgenomen onder gastsprekers, docenten en leerlingen. SME Advies constateert dat het ontstaan van een persoonlijke interesse op de eerste

plaats te maken heeft met beleving. Veel studenten blijken ­gekozen te hebben voor een wateropleiding nadat ze positieve e ­ rvaringen hadden gehad met water in hun jeugd, als zeiler, spelend met water of wonend in een waterrijk gebied. Een belangrijk criterium voor een goede gastles is dan ook dat deze leuk en enthousiasmerend moet zijn. Verder is ­volgens de onderzoekers belangrijk dat tijdens de les vier verschillende typen jongeren worden aangesproken. De eerste groep interesseert zich van nature voor techniek. De tweede groep is meer gericht op een succesvolle carrière, de d ­ erde groep wil zich graag nuttig maken voor de maatschappij en de vierde groep heeft juist een aversie tegen techniek en voelt zich eerder aangesproken tot andere vakgebieden z­ oals talen, rechten, dienstverlening of de kunst. Gastsprekers hebben bovendien een voorbeeldfunctie: “hoe persoonlijker en levendiger het verhaal van de gastspreker, hoe meer het jongeren zal aanspreken.” SME Advies concludeert dat een gastspreker “didactisch gezien veel in huis moet hebben”. Uit het onderzoek komt naar voren dat, in tegenstelling tot hetgeen veel ­gastdocenten hadden verwacht, het geven van een gastles moeilijker was in het voortgezet onderwijs dan in het primair onderwijs. Dat ‘moeilijker’ zit hem vooral in het ontbreken van ‘echt contact’ met de leerlingen. In het primair onderwijs zijn leerlingen makkelijker te boeien en zullen zij sneller hun vinger opsteken en een vraag stellen. Het onderzoek van SME Advies werd uitgevoerd door Ester den Admirant. Een meer uitgebreide weergave van de onderzoeksresultaten is te vinden door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op de website: www.vakbladh2o.nl

DUURZAME NIEUWBOUW VOOR KWR Eind oktober is in Nieuwegein de eerste paal geslagen voor het nieuwe gebouw van KWR Watercycle Research Institute, de onderzoeksinstelling van de tien Nederlandse drinkwater­ bedrijven. De nieuwbouw krijgt een duurzaam karakter. Het energieverbruik wordt met 60 procent verminderd, onder meer door het gebruik van een zonneboiler, LED-verlichting, zonnepanelen en energiezuinige apparatuur. Ook wordt een systeem voor ­warmte/ koude­opslag (WKO) aangelegd om het gebouw te koelen en te ­verwarmen. Deze duurzame en kostenefficiënte techniek levert

vooral bij koeling – zeer belangrijk voor de laboratoria van KWR – forse CO2-besparingen op ten opzichte van conventionele systemen. In het nieuwe gebouw wordt door hergebruik van proceswater en waterbesparende toiletten 25 procent water bespaard en 60 procent minder water op het riool geloosd. Op basis van de verschillende maatregelen heeft het ministerie van Infrastructuur & Milieu een groenverklaring afgegeven aan KWR. Daarmee verklaart het ministerie dat de nieuwbouw van KWR bijdraagt aan de verduurzaming van de Nederlandse economie. Medio 2014 betrekken de medewerkers van KWR het nieuwe gebouw.


A N A LY S E S

MET

AANDACHT

EN

ADVIES

• Geaccrediteerde monsterneming en analyse

Legionella, mijn zorg!

• Legionella preventie en advies • Volledige Legionella ontzorging met onze webapplicatie LEON • Uitgebreide analyse pakketten voor geneesmiddelen • Vervuilingsonderzoek HF Membranen • Onderzoek biologische stabiliteit met Flow Cytometrie

Waterprofessionals in Nederland bereiken? Communiceer via H2O magazine!

Uw partner in: (mobiele) slibontwatering en slibDroging HYDraUlisCH en meCHanisCH baggeren

Benieuwd naar de communicatiemogelijkheden? Bel met: Bart Lukassen T 026-750 18 46 E bart.lukassen@pshmediasales.nl I www.pshmediasales.nl

sCHoonmaken van slibgistingtanks sCHoonmaken van belUCHtingbassins boUw en verHUUr van apparatUUr en installaties kUrstjens is tevens speCialist in extraCtieve gronDreiniging

BeL OnS 073 599 66 08 MaiL OnS info@kurstjens.nl Meer inFO www.kurstjens.nl


32

O

H2

OP PAD MET... ZENNO HORNSTRA

Zenno Hornstra (26) is peilbeheerder bij Reest en Wieden, een groot waterschap (oppervlakte 137.500 hectare) in Overijssel en Drenthe. In 2000 ontstaan uit een fusie van waterschappen ­Meppelerdiep, Wold en Wieden en een deel van de zuiveringschappen Drenthe en West Overijssel. Zeven peilbeheerders zijn verantwoordelijk voor de waterstand in hun eigen gebied. Zenno Hornstra doet dat van Steenwijk (in het noordwestelijke puntje van Overijssel) tot Smilde (in zuidwest Drenthe).

‘HET WEER KAN MIJN PLANNING FLINK IN DE WAR GOOIEN’

Tekst Barbara Schilperoort | Fotografie Joris Schaap Voor natuurherstel laat het waterschap rechte sloten en kanalen weer meanderen, zoals hier bij de Vledder Aa in Nationaal Park Drents Friese Wold

DE OUDE WILLEM “Vroeger veranderden we alle beken in rechte sloten. Maakten aansluitingen op bestaande kanalen. Zodat we overtollig water makkelijk konden lozen en in tijden van droogte makkelijk water konden binnenlaten. Maar dat fosfaatrijke gebiedsvreemde water bracht veel schade toe aan de oorspronkelijke fauna en flora. In een speciaal project krijgen beken weer alle ruimte om te meanderen. De Tilgrup is zo’n beek die zich al aardig begint te herstellen. In de toekomst gaan we aan de slag met De Oude Willem, een landbouwenclave in het Nationaal Park Drents Friese Wold (op de grens van beide provincies). De huidige inrichting van De Oude Willem veroorzaakt verdroging in de aanliggende hoogveentjes, vennen en vochtige heideterreinen. Ook daar willen we de natuurlijke waterhuishouding herstellen. Het waterschap werkt in dit project nauw samen met de provincies Drenthe en Friesland, de Dienst Landelijk Gebied, het wetterskip Fryslân, Staatsbosbeheer, het Nationaal Park Drents Friese Wold en de gemeenten Oostellingwerf en Westerveld. Je begrijpt dat we in zo’n natuurgebied heel andere peilminima en -maxima hanteren dan in een landbouwgebied. Dat heet Water-op-Maat.”

Het voormalige stoomgemaal A.F. Stroink bij Vollenhove reguleert het waterpeil in Noordwest-Overijssel en Zuidwest Drenthe (50.000 hectare)


33

ZO BEGIN IK MIJN WERKDAG “Elk gebied is precies ingemeten. Voor elk kunstwerk – gemaal, stuw of ­inlaat – geldt een minimum en maximum peil. Sensoren in die kunstwerken geven nauwkeurig het waterpeil aan. Zo kan ik via een speciaal programma op mijn laptop volgen wat waar gebeurt. En zo nodig corrigeren. Binnen een bepaalde bandbreedte mag ik dat zelf bepalen. Als ik daarvan afwijk (dus hoger of lager ga zitten dan is afgesproken) moet ik op een speciaal formulier invullen waarom ik dat doe. Bijvoorbeeld als een boer zijn land wil draineren. Dan is het handiger als het peil lager staat. Ik probeer mijn werk zoveel mogelijk per dag vooruit te plannen. Maar als ik het ’s nachts stevig hoor regenen, weet ik al dat ik mijn planning voor die dag kan omgooien! Dan pak ik ’s morgens meteen mijn laptop om te zien wat er die nacht is gebeurd. Elke peilbeheerder weet waar de zwakke plekken in zijn gebied liggen. Daarom zijn juist daar de gemalen, stuwen en uitlaten op afstand bedienbaar. Zodat we zo nodig snel in actie kunnen komen.”

Zenno registreert het waterpeil bij een stuw in Eesveen. Via zijn smartphone stuurt hij de gegevens door naar de computer op kantoor (foto boven)

PEILEN VIA SMARTPHONE “Bij elke peilschaal kan ik de gegevens via mijn smartphone doorsturen naar de computer op kantoor. Dan kan ik later precies terugvinden hoe het verloop in dat gebied is geweest. Ook handig als ik met ­vakantie of ziek ben en een collega mij vervangt. Of als de beheerder van dat terrein graag wil weten waarom ik besloot om het peil te verhogen of juist te verlagen. Soms stuwt het water teveel op omdat de sloot te dicht begroeid is en het water vasthoudt. Dan sein ik – in overleg – een onderhoudsmedewerker in om de walkant te komen maaien of de bodem uit te scheppen. Die korte lijnen binnen de organisatie werken lekker efficiënt.” GEMAAL STROINK Het (bijna) 100 jaar oude watergemaal A.F. Stroink is nog steeds volop in bedrijf. Het ­monumentale ­kunstwerk speelt een belangrijke rol in de hele ­waterhuishouding van Noordwest Overijssel en Zuidwest Drenthe.

NR 11 / NOVEMBER 2013


34

DE VRAAG WAAR HET WADDENGEBIED VOOR STAAT

DRINKWATER OP EEN EILAND: VAN VÉR HALEN OF ZELF MAKEN? Tekst Sander Peters | Beeld PWN (fotografie Goedele Monnens)

T


T

THEMA

Voldoende schoon en lekker drinkwater uit de kraan, op elk moment van de dag. We vinden het vanzelfsprekend. Maar dat is het niet. Althans, niet op de Wadden­ eilanden. Drinkwatervoorziening op een eiland is een complexe opgave – qua techniek, milieuoverwegingen en natuurlijk qua kosten. Kernvraag: kan het e ­ iland zelfvoorzienend zijn? Of voeren we het water vanaf de wal aan?

D

e zomer van 1952 is droog. Extreem droog. De vaderlandse pers maakt melding van een noodtoestand op Texel. De ‘Parel van de Waddenzee’ kampt met een stevig tekort aan drinkwater. Het eiland kent in die tijd nog geen centrale drinkwatervoorziening. Iedere eilandbewoner zoekt naar slimme manieren om drinkwater te verzamelen. Putten maken het beperkt beschikbare zoete grondwater toegankelijk, maar de meeste mensen vangen regenwater op, in tonnen en bakken. Bij kerken en andere grote ­gebouwen wordt regenwater op grotere schaal opgevangen, vanaf de daken; dit dient als noodvoorraad. Desondanks is de situatie in 1952 nijpend. Of zoals een Texelnaar het verwoordt: “We hebben wel wat moeten martelen de voorbije maanden.” BRONNEN We kunnen het ons nu nog maar nauwelijks voorstellen, maar de onbeperkte beschikbaarheid van zuiver én lekker drinkwater was tot halverwege de twintigste eeuw lang niet overal vanzelfsprekend. Op de Waddeneilanden bijvoorbeeld. Sowieso is de drinkwatervoorziening op een eiland een complexe zaak, legt beleidsadviseur Jos Dekker van het Noord-Hollandse drinkwaterbedrijf PWN uit. “Een eiland wordt omringd door zout water. Maar ontzilting is duur, ook al hebben we membraantechnieken. Veel ­eilanden zijn bovendien in de winter dun- en ’s zomers dichtbevolkt, met een duidelijk piekverbruik als gevolg. Soms is de vraag naar drinkwater in de zomer op de eilanden drie keer zo hoog, terwijl dat op het vasteland 1,5 keer zo hoog is. Dat vraagt meer van de totale infrastructuur. Ook is de ligging van belang: hoe ver ligt het eiland uit de kust? Met andere woorden: is ­levering vanaf de wal überhaupt een optie? Ten slotte misschien de belangrijkste factor: hoeveel bronnen zijn er? Dat hangt ook af van het klimaat en van de hoeveelheid neerslag. MAATWERK Zelfvoorzienend of niet, dat is de steeds terugkerende vraag op de eilanden, legt Arjen Kok uit. Kok is geohydroloog en omgevingsmanager bij Vitens, dat vier van de vijf Waddeneilanden ‘onder z’n hoede’ heeft. “Elk eiland is uniek. Drinkwatervoorziening op de eilanden is >

NR 11 / NOVEMBER 2013

35


36

170.000 390.000 TERSCHELLING

200.000 330.000 AMELAND

190.000 SCHIERMONNIKOOG

190.000 VLIELAND

1.600.000 TEXEL

DRINKWATER OP DE

Blauw: m3/jaar op eiland gewonnen Rood: m3/jaar aangevoerd vanaf de wal

WADDENEILANDEN – CIJFERS Texel – het grootste ­Waddeneiland – krijgt in 1956 een centrale drinkwatervoorziening. Terschelling volgt in 1959, de overige e ­ ilanden nog later. In eerste instantie komt op Texel het drinkwater uit de duinen, later aangevuld met gedestilleerd ­zeewater. Vanaf 1988 voorziet drinkwater­bedrijf PWN Texel volledig vanaf de wal. Vandaag de dag verbruikt Texel jaarlijks 1,6 miljoen k ­ ubieke meter drinkwater. Dat is meer dan de andere vier ­eilanden samen.

per definitie maatwerk. Neem Vlieland en Schiermonnikoog, relatief kleine eilanden met een laag verbruik. Heel anders weer dan Terschelling en Ameland, waar het verbruik sowieso al hoger is, maar zeker in de zomer. Die laatste twee eilanden worden daarom ook – deels – vanaf de wal van drinkwater voorzien. Via de zogeheten wadleidingen.” Ook de hoeveelheid natuurlijke zoetwaterbronnen op de eilanden varieert. Jos Dekker legt uit dat de vier oostelijke Waddeneilanden over meer duinen beschikken dan Texel. En duinen zijn nu juist de plek waaronder zich vaak zoetwaterbronnen bevinden. “Op Texel is in feite maar één plek – de Mokslootvallei aan de zuidkant van het eiland – waar zich een grote zoetwatervoorraad bevindt. Dat is te weinig voor Texel. Veel te weinig. Al in 1966 werd de maximaal winbare hoeveelheid water (0,54 miljoen kubieke meter) bereikt. Anno 2013 is het drinkwaterverbruik op Texel gestegen tot 1,6 miljoen kuub.” In de jaren zeventig en tachtig heeft op Texel een combifabriek gestaan. Deze fabriek ­wekte elektriciteit op; de restwarmte werd gebruikt om zeewater te destilleren tot drinkwater. ­Dekker: “De productiekosten waren erg hoog: circa 7 gulden per kubieke meter. In 1988 was de fabriek technisch en economisch volledig afgeschreven. Uitgebreide studies hebben toen geleid tot een keuze voor de volledige aanvoer van drinkwater door twee leidingen vanaf de vaste wal. Naast de meest economische oplossing was dat ook een groot winstpunt voor de natuur. Vanaf begin jaren negentig zijn de duinen van Texel weer volledig beschikbaar voor de natuur. In de recente waterfootprintstudie voor Texel uit 2012 is een conclusie dat de ­drinkwaterlevering vanaf de wal nu onvermijdelijk is.”

­Terschelling zit op 0,57 miljoen kuub, waarvan 0,17 zelf geproduceerd wordt, en Ameland op 0,53 miljoen kuub, waarvan 0,2 op het eiland zelf gewonnen wordt. Vlieland en Schiermonnikoog zijn volledig zelfvoorzienend (beiden 0,19 miljoen kuub).

INTEGRAAL WATERBEHEER En dat blijft voorlopig zo, stelt Dekker. “Met bestaande technieken en de huidige drinkwatervraag slagen we er niet in om Texel tegen acceptabele kosten zelfvoorzienend te maken. Ja, er is genoeg zout water voorhanden, maar vooralsnog lijkt het zuiveren van zeewater geen optie voor een drinkwaterbedrijf dat de wettelijke taak heeft tegen zo laag mogelijke kosten drinkwater te leveren.” Binnenkort start PWN samen met Vitens en de betrokken partijen op de eilanden een studie naar de mogelijkheden in 2020. “Interessant daarbij zijn natuurlijk de andere Waddeneilanden, maar ook de parallel met bijvoorbeeld het eiland Saba. Ook daar doet men momenteel onderzoek naar een economische en duurzame drinkwatervoorziening. Een kuub drinkwater op Saba, waar drinkwater uit zout zeewater wordt gemaakt, kost nu 50 dollar. Zeg 45 euro. Hier op Texel kost het 1,76 euro per kuub. Een stevig verschil.” Terschelling en Ameland zijn deels zelfvoorzienend – beide eilanden leveren zelf een derde van het drinkwater, de rest wordt aangevoerd vanuit Friesland. De beslissing om dit zo in te


THEMA Ondergrondse distributieleiding is bovengronds zichtbaar aanwezig: brandkraan aan de rand van de Mokslootvallei op Texel

JUNI 2013: BREUK IN DE ZINKER 28 juni 2013. Op die dag raakt een deel van de oostelijke zinker (die drinkwater vervoert van Den Helder naar Texel) los. In de dagen

richten heeft alles te maken met kosten, stelt René Kollen, strategisch omgevingsmanager bij Vitens. Financiële kosten, maar zeker ook maatschappelijke kosten. Want: de winning van zoetwater voor drinkwaterdoeleinden kan ook een aantasting betekenen van de ecologische kwaliteit op de eilanden. En dat is vanzelfsprekend geen optie. “De studie die wij nu uitvoeren in opdracht van de gemeente Terschelling, moet niet alleen antwoord geven op de vraag of 100 procent zelfvoorzienendheid financieel betaalbaar is, maar ook of dat duurzaam kan plaatsvinden. Dat betekent: zonder nadelige gevolgen voor natuur en milieu. Het betekent ook dat we op zoek moeten naar win-winsituaties. Daarom werkt Vitens niet alleen intensief samen met gemeenten, provincie en waterschappen, maar ook natuur- en andere lokale belangenorganisaties. Integraal waterbeheer noemen we dat. Of: aansluiten bij lokale initiatieven. Dat is óók onze taak.”

en weken erna slaagt drinkwaterbedrijf PWN erin de ­schade beperkt te houden. Ten eerste is er natuurlijk de ­tweede zinker die bijna de volledige capaciteit (door een hogere druk) kan overnemen. daarnaast zet PWN tijdens de hitte­ golf tankwagens in om het eiland – bewoners,

DUURZAME WINNING Een voorbeeld van integraal waterbeheer? “De verplaatsing van de drinkwatervoorziening op Terschelling naar een plek deze minder gevoelig is voor de verdroging die onvermijdelijk optreedt”, legt Arjen Kok uit. “Onze kennis van de invloed van waterwinning op hydrologie en ecologie is fors toegenomen de voorbije decennia.” Maar ook de onderzoeken die in het kader van een Europees Interreg-project zijn verricht naar de mogelijkheden van duurzame energiebesparing op de eilanden, zijn een voorbeeld van de integrale en duurzame aanpak. Kok: “Wat blijkt? Als het watersysteem en de waterketen beter op elkaar aansluiten, bijvoor­ beeld als regenwater beter opgevangen en benut wordt, kunnen de eilanden 10 tot 20 procent meer water uit de zoetwaterbel halen. En dat betekent 10-20 procent minder zuiveren. En dat betekent dus ook veel minder energieverbruik. Simpele rekensommen in feite.” In hoeverre spelen de leidingen en hun kwetsbaarheid een rol in de afweging om wel of niet zelfvoorzienend te worden? Kok: “Zeker is dat de huidige wadleidingen prima functioneren, al hebben ze natuurlijk niet het eeuwige leven. Naar alle waarschijnlijkheid hoeven wij niet te vrezen voor een calamiteit als afgelopen zomer bij Texel (zie kader Juni 2013: breuk in de z­ inker, red.), al kan er natuurlijk altijd iets mis gaan. Daar komt bij dat Ameland en ­Terschelling ook zelf water winnen, dus mocht zich een calamiteit voordoen, dan is er een noodoplossing mogelijk.” | NR 11 / NOVEMBER 2013

bedrijven en de grote stroom toeristen – van voldoende drinkwater te voorzien. Als de zinker weer is gerepareerd, is de tijd rijp om t­ erug te blikken. Hoe heeft dit kunnen gebeuren op het best gecontroleerde stukje transportleiding van ­Nederland? KWR Watercycle Research Institute deed onderzoek in opdracht van PWN. Binnenkort volgt hierover in maandblad H2O een artikel.

37


38

MINDER DOORSPOELEN KAN WATERKWALITEIT VERHOGEN

Veel stadswateren worden ’s zomers flink doorgespoeld om de waterkwaliteit in de hand te houden. Er is ook een alternatief: zo weinig mogelijk water inlaten. Een o ­ nderzoek aan het stadspark Schollebos in Capelle aan den IJssel toonde dit aan. Deze nieuwe ontwikkeling is vooral kansrijk in situaties met veel open water en met mogelijkheden voor het instellen van flexibele peilen.

Het Schollebos is een waterrijk stadspark in Capelle aan den IJssel, gelegen aan de Ringvaart. De waterkwaliteit in het park is matig. Hoewel het doorzicht redelijk is, groeien er maar weinig water- en oeverplanten. Dat komt doordat de waterbodem bedekt is met een dikke laag slib (veel blad en takken van bomen). Bovendien zijn veel oevers beschoeid, en is er veel schaduw van bomen en struiken. Het Schollebos is een doorvoergebied voor water vanuit de Ringvaart naar een woonwijk, om daar de sloten door te spoelen. Bij het waterschap vermoedde men dat het vele v­ oedselrijke Ringvaartwater de oorzaak was van de matige waterkwaliteit in het Schollebos. Om dit vast te stellen en om alternatieven voor het huidige beheer te verkennen, is in 2012 het ­watersysteem van het park doorgerekend. De conclusies zijn getoetst in een praktijkproef. De analyse bevestigde dat de voedselrijkdom en de vele algen bepaald worden door het water uit de Ringvaart. Het water blijft zo kort in het park dat chemische en biologische processen nauwelijks kans krijgen om de waterkwaliteit te beïnvloeden. Vervolgens zijn verschillende inlaatscenario’s doorgerekend. Daaruit bleek dat een helder en plantenrijk ­watersysteem mogelijk moest zijn bij een flexibel peilbeheer (bandbreedte 15 centimeter) en als de ­waterinlaat verlaagd zou worden tot het minimaal benodigde voor het park zelf. Gecombineerd met extra oevervegetatie zou dan een rijker waterleven kunnen ontstaan, met vissen als snoek, ruisvoorn en blankvoorn, het streefbeeld voor het Schollebos. TOETSING AAN DE PRAKTIJK De praktijkproef liep van eind juni tot en met september 2012. Inlaten werden volledig of deels afgesloten, sommige stuwen werden opgezet. Vier keer zijn watermonsters genomen om ecologisch relevante grootheden te volgen (onder andere nitraat, fosfaat, doorzicht). Ook het waterpeil werd gevolgd. Bij te hoge of te lage waterstanden zouden de inlaten worden bijgesteld. De beheerders hielden de dagelijkse situatie in het park in de gaten, en deden wekelijks eigen veldmetingen (onder andere naar zuurgraad, zuurstofgehalte).


WATERWETENSCHAP

TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

Stadspark Schollebos (Capelle aan den IJssel). Het watersysteem in het park is complex. Door de vele stuwen en inlaten is er sprake van verschillende kleine en grote deelsystemen

Ringvaartwater. Een alternatief voor de watervoorziening van de aangrenzende woonwijk is de aanleg van een persleiding vanuit de Ringvaart. DOORSPOELEN OF INLAAT BEPERKEN Stadswateren kunnen herstellen door de inlaat te verminderen. Dit geldt vooral in situaties met veel open water (vuistregel: 10 procent of meer) en met mogelijkheden voor het instellen van flexibele peilen (vuistregel: 15 centimeter of meer). Bij veel wegzijging of voedselrijke kwel is doorspoelen beter. Overigens bepalen ook andere factoren de waterkwaliteit, bijvoorbeeld onderhoud, oeverinrichting en recreatiedruk. Aanvankelijk werd het water minder voedselrijk, maar het fosfaatgehalte steeg weer tijdens een warme periode in augustus. Dit kwam waarschijnlijk door nalevering van de sliblaag. Er trad geen overmatige kroos- of algengroei op en bijna overal bleef het waterdoorzicht goed (tot op de ­bodem). Ook de zeer warme en droge periode in augustus gaf geen problemen, terwijl zich elders in het land geregeld blauwalgen en vissterfte voordeden. BAGGEREN Door de jarenlange doorvoer van voedselrijk water vanuit de Ringvaart bevat de waterbodem in het Schollebos veel ­nutriënten, vooral het slib. De waterkwaliteit kan dan ook sterk verbeteren door niet alleen de inlaat te beperken maar ook te baggeren. Bij een andere inrichting van de ­oevers (niet beschoeid, niet te steil) is dan de ontwikkeling van w ­ ater- en oeverplanten en de bijbehorende vispopulaties haalbaar. Ideaal zou zijn om te baggeren en meteen daarna de inlaat te beperken tot de minimaal benodigde hoeveelheid voor het peilbeheer. Dan krijgt de waterbodem geen kans meer om door het vele Ringvaartwater weer met veel nutriënten op te nemen. Het ontstaan van bagger kan worden voorkomen door bladvissen en door het jaarlijks snoeien van bomen en struiken. Een rijk waterleven is in het grootste deel van het park haalbaar. Aan de westkant is ijzerrijke kwel een probleem. Door de vele inlaten en stuwen is het vrij eenvoudig om zo’n plek af te zonderen. Om inlaatbeperking definitief in te voeren is het ­noodzakelijk het Schollebos niet meer te benutten voor de doorvoer van NR 11 / NOVEMBER 2013

Aniel Balla (Witteveen+Bos) Barend de Jong (Witteveen+Bos) Marit Meier (Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard) Een uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op: www.vakbladh2o.nl

SAMENVATTING De vijvers in het stadspark Schollebos in Capelle aan den IJssel worden gevoed met water dat bedoeld is voor een aangrenzende woonwijk. Daardoor wordt er meer water ingelaten dan voor het park nodig is. Dat water komt uit de Ringvaart en is voedselrijk. Een watersysteemanalyse bevestigde dat de ecologische waterkwaliteit van het stadspark zou verbeteren door de doorvoer te stoppen en de oevers ­natuurvriendelijk in te richten. Tijdens een praktijk­ proef is de inlaat ook daadwerkelijk beperkt. Er ontstonden geen ­problemen met de w ­ aterkwaliteit, ondanks de voedselrijke sliblaag en het warme weer. Uit modelberekeningen blijkt dat er op termijn een s­ ituatie met helder water en veel waterplanten ­mogelijk is. Voor de watervoorziening van de woonwijk wordt gezocht naar een andere oplossing.

39


40

WATERBEHEERDERS KRIJGEN DE VERVUILING VAAK VAN DE BUREN Vervuiling met stikstof en fosfaat wordt vaak doorgeven van de ene waterbeheerder naar de andere. Dat blijkt uit een analyse van het gebied ten oosten van de IJssel (‘Rijn-Oost’), waarbij de ‘afwenteling’ (de instroom van vervuild water uit aangrenzende gebieden) in kaart is gebracht. Reden waarom samenwerking ­nodig is. Waterbeheerders maken tot nu toe weinig afspraken over de kwaliteit van het water dat ze ontvangen vanuit aangrenzende gebieden. In het stroomgebied Rijn-Oost (Achterhoek, Overijssel, Zuid-Drenthe) zijn vijf waterschappen, Rijkswaterstaat Oost-Nederland en de waterbeheerder in Duitsland verantwoordelijk voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Deze waterbeheerders werken op dit moment aan het nieuwe stroomgebiedsbeheerplan voor Rijn-Oost voor de periode 2015-2021 en de daarmee verbonden regionale waterplannen. Daarin komt te staan welke maatregelen nodig zijn om de waterkwaliteitsdoelen uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) te halen. Vermindering van afwenteling is een mogelijke maatregel. AFWENTELING IN RIJN-OOST Als eerste stap deed Witteveen+Bos in 2012 onderzoek naar afwenteling in Rijn-Oost: tussen Duitsland en Nederland, tussen beheergebieden van de waterschappen en tussen regionale en rijkswateren. Ook is gekeken naar knelpunten in vismigratie (zie kader ‘Afwenteling en vismigratie’). In Rijn-Oost bleken ammonium, zink, koper, polycyclische aromaten (pak’s) en het bestrijdingsmiddel lindaan de voornaamste probleemstoffen. Ook stikstof en fosfaat zijn meegenomen, omdat ze bepalend zijn voor de ecologische waterkwaliteit. Voor de 38 ­belangrijkste grenspunten is berekend hoeveel van elke stof er op die locaties van het ene naar het ­andere beheergebied werd getransporteerd. Op 14 van de 38 locaties was afwenteling geen ­probleem. Daar voldeed het water aan alle normen. Bij de overige locaties bleek voor één of meerdere stoffen sprake te zijn van afwenteling. Meestal ging het om stikstof en fosfaat. STIKSTOF EN FOSFAAT Voor elke relevante stof, bijvoorbeeld stikstof, is een kaart gemaakt met daarop de afwentelingspunten en de hoeveelheden waar het om gaat. Zo ontstaat een beeld van het stoftransport van gebied naar gebied. Heel Rijn-Oost overziend, is het b ­ elangrijkste ­afwentelingsprobleem de aanvoer van stikstof en fosfaat naar grotere wateren, zoals de Vecht, de Regge, de ­Dinkel, de Berkel en Zwarte Meer/Ketelmeer. De Hagmolenbeek en het Overijssels Kanaal ­ontvangen te veel koper en zink uit Duitsland. Afwenteling van lindaan is geen probleem. Voor PAK’s kan dat niet met zekerheid gezegd worden omdat de detectiegrens hiervoor soms te hoog ligt.


WATERWETENSCHAP

TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

AFWENTELING EN VISMIGRATIE Ook vismigratie is een onderwerp dat beheergebieden overstijgt en samenwerking tussen waterbeheerders vereist. Onderzoek aan vismigratie is echter ingewikkeld, en ­‘afwenteling’ is in dit verband een problematisch begrip. Vissen verplaatsen zich zowel stroom­opwaarts als stroomafwaarts. Er is weinig kennis over de feitelijke en ­gewenste verspreidingsroutes. Lastig is ook dat de systematiek van de Kaderrichtlijn Water niet geschikt is voor de analyse van vismigratie, omdat vissen zich niet houden aan de opdeling in KRW-waterlichamen. In dit onderzoek is daarom alleen een kaart met ­vismigratieknelpunten voor Rijn-Oost gemaakt. Een gebiedsoverstijgende aanpak per migratieroute ligt voor de hand, maar dat vereist nog veel onderzoek.

SCHOON WATER Behalve per stof kun je ook per gebied kijken. Dan gaat het om de vraag in hoeverre het water dat een beheergebied binnenkomt schoon is. Een voorbeeld: bij Zwolle stroomt het westelijke deel van de Vecht uit in het Zwarte Water, dat vervolgens naar Zwartsluis stroomt. Van de zeven wateren die afvoeren op dit zogenoemde ‘waterlichaam Vecht-­Zwarte Water’ leveren alleen de kleinste twee, de Steenwetering en de Dedemsvaart, oppervlaktewater dat voldoet aan de KRW-normen. Vooral de Beneden Regge en de Overijsselse Vecht leveren teveel stikstof en fosfaat. Via de Beneden Regge komt er bovendien veel zink binnen. Verder valt op dat er vanuit Drenthe via het Meppelerdiep teveel zink en koper binnenkomt. NAAR MEER AFSTEMMING Elke waterbeheerder in Rijn-Oost heeft een lijst ­gekregen van wateren in zijn beheergebied die lijden onder a ­ fwenteling. De resultaten zijn niet spijkerhard, ze geven een ­indicatie. Ze betreffen alleen de aanvoer van buiten, de vervuiling vanuit het gebied zelf is niet bepaald. De aanbeveling is om voor probleemlocaties gedetailleerde stoffenbalansen op te stellen, zodat de vervuiling vanuit het eigen beheergebied kan worden vergeleken met de vervuiling door afwenteling. Vervolgens kan met de waterbeheerder van bovenstroomse wateren gekeken worden of beperking van de afwenteling nodig en mogelijk is. Aniel Balla (Witteveen+Bos) Rob van den Boomen (Witteveen+Bos) Marcel Tonkes (provincie Overijssel) NR 11 / NOVEMBER 2013

Een uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op: www.vakbladh2o.nl

SAMENVATTING Waterbeheerders ondervinden soms problemen met de waterkwaliteit als gevolg van afwenteling: de instroom van vervuild water vanuit bovenstroomse wateren. In het stroomgebied Rijn-Oost (Achterhoek, Overijssel, Zuid-Drenthe) zijn vijf waterschappen, Rijkswaterstaat en een waterbeheerder in Duitsland verantwoordelijk voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. In dit onderzoek is gekeken naar stofconcentraties op de grenzen van waterbeheergebieden in Rijn-Oost. Op 24 van de 38 onderzochte grenslocaties is sprake van afwenteling, waaronder op de grens met Duitsland. Vooral afwenteling van stikstof en fosfaat is een probleem. Ook vismigratie is een onderwerp dat beheergebieden overstijgt en samenwerking tussen waterbeheerders vereist. In dit onderzoek is voor RijnOost een kaart met vismigratieknelpunten opgesteld.

41


42

VERDER OP H2O ONLINE

MEER WETEN? KIJK OP DE SITE VAN H2O!

Wie aan dit maandblad niet genoeg heeft en de verdieping zoekt, heeft altijd nog de website H2O-Online: www.vakbladh2o.nl. Daar vindt u onder andere vakartikelen op het gebied van wetenschap en techniek. Op deze pagina enkele van de meest recente artikelen die op de site zijn verschenen. TRENDANALYSE EN OPZET WATERKWALITEITSMEETNET WATERSCHAP SCHELDESTROMEN Met het oog op de integratie van de water­ kwaliteitsmeetnetten van de voormalige waterschappen Zeeuws Vlaanderen en Zeeuwse Eilanden zijn de meetresultaten van de netten vergeleken. Conclusies: de zomerse nitraatconcentraties zijn nog slechts een kwart van die in 1985, en de monitoringsinspanning mag omlaag.

VERZILTING IN VOORMALIG ZOET LAAG NEDERLAND: UITDAGING OF KWAKZALVERIJ? Op basis van eerder ecologisch onderzoek is de conclusie getrokken dat verzilting in veenpolders natuur kan versterken. Enkele basisprincipes van de aardwetenschap voorspellen echter dat de invloed van zout water op veenpolders een andere zal zijn.

Herman van Dam (Adviseur Water en Natuur),

FOSFAATBINDING DOOR IJZERRIJK SLIB IN LANDBOUWSLOTEN In landbouwgebieden met ijzerrijke slootbodems en voldoende kwel kan natuurlijke defosfatering in het gebied zelf een belangrijke bijdrage leveren aan de vermindering van de P-aanvoer naar natuurgebieden.

HUIDIGE WIJZE VAN MONITOREN VAN FECALE BACTERIËN IN ZWEMWATER GEEFT GEEN BETROUWBAAR BEELD VAN ACTUEEL GEZONDHEIDSRISICO ZWEMMERS In Nederland wordt elke zwemplas tweewekelijks bemonsterd, op één vast meetpunt. De concentraties E. coli blijken echter sterk te variëren in plaats en tijd. Daarom is een andere manier van monitoren nodig om een betrouwbaar beeld te krijgen van de gezondheidsrisico’s.

Maarten Vliex (Radboud Universiteit Nijmegen),

Marieke de Lange (Alterra/Wageningen UR),

Jeroen Geurts (Onderzoekcentrum B-Ware/

Martin de Haan (Royal HaskoningDHV) en

Radboud Universiteit Nijmegen), Casper Cusell

Ronald Gylstra (Waterschap Rivierenland)

Anne Fortuin, Yvonne van Scheppingen, Ron Brand, Cynthia de Kruijff (Waterschap Scheldestromen)

SNELLE SCHEURVOORTPLANTING (RCP) IN PVC-WATERBUIZEN Lange scheuren in pvc-buizen, door Rapid Crack Propagation (RCP), kunnen optreden als de waterdruk te hoog is en er ­drukpulsen in de leiding voorkomen. Dikwandige buizen zijn hier beter tegen bestand.

Philip van Diest (Fugro GeoServices)

teit Nijmegen , Leon Lamers (Onderzoekcentrum

Technology)

B-Ware/Radboud Universiteit Nijmegen)

Jan Breen en Frans Scholten (Kiwa Technology)

Harjan Heikens, Roelof Snijders, Gerard Hoogerkamp, Nienke Lambers (betrokken gemeenten), Tom Grobbe (waterschap Velt en Vecht), Richard Jansink, Maaike Kerkhof Jonkman (Arcadis)

(Universiteit van Amsterdam/Radboud Universi-

Frans Scholten en Ernst van der Stok (Kiwa

DE INVLOED VAN RESTSPANNING OP DE WEERSTAND VAN PVC-WATERBUIZEN TEGEN RCP Twee nieuwe modellen laten zien dat de weerstand van pvc-waterbuizen tegen Rapid Crack Propagation (RCP) het hoogst is voor buizen waarin weinig restspanning van de buisproductie (extrusie) zit.

gebruik maken van elkaars informatie, kennis en expertise.

GEMEENTEN EN WATERSCHAP WERKEN SAMEN AAN BESTRIJDING VAN HISTORISCHE GRONDWATEROVERLAST Vier gemeenten en een waterschap in Noordoost-Nederland pakken samen historische grondwateroverlast aan. De gezamenlijke aanpak vermindert de maatschappelijke kosten en heeft een betere oplossing tot resultaat, omdat alle partijen

Van elk nieuw artikel op H2O-Online een melding krijgen? Volg ons dan op Twitter: @vakbladh2o.

U kunt ook elke maand onze nieuwsbrief met attenderingen ontvangen. Meld u aan via de website, www.vakbladH2O.nl, pagina H2O-Online/recente artikelen. Zelf een artikel schrijven voor H2O-Online? Kijk op onze website voor de a ­ uteursinstructies en/of neem contact op met de redactie via redactie@vakbladh2o.nl


&

grondwaterstanden

overstortgegevens

grondwaterstanden en overstort gegevens per FTP, email en sms grondwaterstanden

tot 5 sensoren per modem (alleen grondwater versie)

realtime luchtdrukgecompenseerd dus geen extra barosensoren nodig

batterijlevensduur 10 jaar @ 1meting per uur en 1 dataoverdracht per dag

op afstand herprogrammeerbaar

dataopslag in uw eigen beheer op basis van SQL database

alarmeer functie

diverse conversies, o.a. naar stijghoogte (NAP) en overstort

volautomatische of handmatige export naar Delft FEWS, Hydras, CSV etc

KELLER GSM2 modemlogger, life can be so simple... KELLER Meettechniek BV Postbus 59 2810AB REEUWIJK

WWW.KELLER-HOLLAND.NL

EEN BETROUWBARE WAARDE Omegam Laboratoria is een geaccrediteerd, onafhankelijk milieulaboratorium. U kunt bij Omegam Laboratoria terecht voor een breed scala aan chemische analyses van verontreinigen in (water)bodems en water (o.a. oppervlakte-, drink-, grond-, afval- en zwemwater). Hierbij kunt u denken aan verontreinigingen in de vorm van medicijnresten, prioritaire stoffen van de KRW, bestrijdingsmiddelen en hormonen. Ook als het om microverontreinigen gaat leveren wij snel, nauwkeurige en betrouwbare resultaten. Naast chemische analyses biedt Omegam Laboratoria hydrobiologisch- en bacteriologisch kwaliteitsonderzoek door middel van klassieke- en moderne (DNA) technieken. Contac t H. J . E. Wenc k eb achweg 120 1096 AR Amsterd am T +31 ( 0) 20 5 9 7 6 769 E kl ant enservice@omegam.n l I ww w . omegam.n l

Tel +31 182 399840 Fax +31 182 399841 E sales@keller-holland.nl

Uw partner in afvalwater en reststromen! KOSTENBESPAREND - DUURZAAM - INNOVATIEF EXPLOITATIE VAN INDUSTRIëLE AFVALWATERZUIVERINGEN EN VERGISTERS GROENE ENERGIE UIT AFVALWATER GRONDSTOFFEN TERUGWINNING WATERSTROMEN IS SPECIALIST IN STRUVIETTOEPASSINGEN

MEER INFO www. waterstromen.nl Waterstromen B.V. Postbus 8 7240 AA LOCHEM Tel.: 0573-298551


DURON UV-systeem. Bijna 40 jaar toonaangevende techniek en 20 jaar ervaring met verticale UV desinfectie systemen resulteren in WEDECO DURON: een verticaal systeem met een helling van 45° voor open-kanaal (afval-) waterdesinfectie. De nieuwe krachtige WEDECO ECORAY lampen met een uniek hefmechanisme zorgen voor een ongeëvenaarde energie-efficiëntie, minimaal benodigde inbouwruimte en snel, eenvoudig en ergonomisch onderhoud voor de gehele serie. Wilt u meer weten over onze UV oplossingen voor uw uitdagingen, bezoek www.wedeco.com of neem contact op met onze lokale waterbehandelingsspecialisten via wtnl@xyleminc.com of 078 654 84 00.

www.wedeco.com | wtnl@xyleminc.com | 078 654 84 00


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.