4 minute read
Sailing Couple
Dit is een verkorte versie van de zeebrieven die oud-voorzitter van buurtvereniging Het A-Kwartier en redactielid van de A-krant Esther Klaver en haar levensgezel Piet Boorsma sturen van hun zeiltocht naar Zuidwest Australië.
Panama
We rekenen erop dat het 7 tot 10 dagen varen is van de Benedenwindse eilanden naar Colon (Panama). Nu de wachten weer over ons tweeën zijn verdeeld gaat de scherpte er af. Dat blijkt als we moeten gijpen en ik de grootschoot niet kan houden (te weinig slagen om de lier). Terwijl het grootzeil uitviert, vliegt de lijn door m'n handen. Binnen 2,5 seconden verschijnen er 9 brandblaren op m'n vingers en voel ik m'n rechterhand branden. Shit! Piet is zich ook rot geschrokken, roept een paar zaken die niet voor herhaling vatbaar zijn en gebiedt me voor mezelf te zorgen.
In Colon begint de reis door het Panamakanaal en aan het einde ervan de oversteek van de Stille Oceaan. Maar zover is het nog niet! Eerst moet er ingeklaard worden bij de Havenautoriteiten en de Immigratiedienst. Vervolgens moet er een scheepsinspectie plaatsvinden en daarna volgt de toewijzing van een datum waarop we door het Panamakanaal kunnen. Voor de scheepsinspectie geldt een wachttijd van 3 tot 5 dagen, voor de transit door het Panamakanaal is de wachttijd op dit moment drie weken. Om het onszelf iets makkelijker te maken, hebben we een scheepsagent ingehuurd.
Na een dag of vijf hebben we de voorbereidingen achter de rug en maken we ons op voor vertrek richting de San Blas eilanden om een korte vakantie te vieren in afwachting van onze transit door het Panamakanaal. We droppen het anker bij het eerste het beste tropisch eilandje: Uchutupu Dunmat bij de Chichime Cays. Aan het einde van de middag krijgen we bezoek van een jonge indiaan in zijn kano. Hij heeft vis te koop. In ruil voor een pak koffie en een Allerhande, krijg ik twee visjes die ik direct schoonmaak. Binnen een paar tellen verzamelen drie verpleegsterhaaien zich onder de boot om de visrestanten te verorberen. Een uur later doen Piet en ik hetzelfde met de visfiletjes.
De volgende morgen zeilen we naar het oostelijke deel van de Holandes Cays om het anker te laten vallen in de beschutting van het eilandje Banedup. "Hier gaan we mijn 50e verjaardag vieren", zeg ik opgetogen tegen Piet. Bij het ochtendgloren zingt Piet me toe. Het is zover: ik word toegelaten tot 'de club'.
Het is een heerlijke ankerplek. Op het eilandje is een hutje met een hangmat waar je koffie en een koel biertje kunt kopen. Aan de andere kant van het eiland (twee minuten lopen) kun je kokosnootbrood en versgebakken pizza afnemen. De paar eilandbewoners die er zijn, doen er alles aan om de zeilers het naar de zin te maken. Bewoners van andere eilanden bezoeken de baai met hun kano om groente, fruit en mola's (traditionele veelkleurige kleedjes) te verkopen. Anderen vragen of we hun jerrycan willen vullen met vers drinkwater of vijf dollar willen geven voor de vaccinatie van een ziek kind. Ook doen we het eilandje Kanlildup (Green Island) aan. Ook hier lopen we rond en moeten we concluderen dat de noordkant van het eiland langzamerhand overspoelt raakt met een dikke laag plastic flessen, slippers en andere rotzooi. De eilandbewoners weten zich er kennelijk geen raad mee. Verbranding is voor hen de enige manier om ervan af te komen, maar het is gewoon te veel.
Het wordt tijd om de terugtocht te aanvaarden en ons voor te bereiden op de transit en de oversteek. We ontvangen we per mail de instructies van de scheepsagent voor de transit op maandag. We kunnen onze borst natmaken.
De transit door het Panamakanaal en de oversteek naar Frans-Polynesië: vlak voor sluis nummer 2 (Pedro Miguel Locks) krijgen we aan stuurboord een Japans jacht langszij en aan bakboord een Amerikaans zeiljacht. Op die manier kunnen drie jachten tegelijkertijd geschut worden. Stevig aan elkaar vastgemaakt varen we de sluis in; dat wil zeggen: Piet vaart de drie boten en de andere schippers mogen het stuur niet aanraken. Dat vindt de schipper van het Amerikaans jacht nogal lastig: hij blijft maar meesturen, zodat onze kanaal-adviseur hem keer op keer moet vertellen met z'n handen van het wiel af te blijven. Vanaf sluis nummer 2 naar sluis nummer 3 (Miraflores Locks) is het slechts een klein eindje varen en nadat we ook die gepasseerd zijn, worden de jachten weer van elkaar losgemaakt. Eenmaal onder de 'Bridge of the Americas' door beginnen we vol goede moed en met frisse tegenzin aan de tocht van 4200 zeemijlen naar Nuku Hiva, het grootste eiland van de Marquesas, één van de drie eilandengroepen in Frans-Polynesië. We zullen er een maand over doen, inclusief een tussenstop op de Galapagos om diesel te laden.
We kijken naar de vogels die dagen achtereen voorop de boeg met ons meereizen. Ze verlaten af en toe de boot om op een visje te jagen, maar keren telkens terug om op de boeg plaats te nemen en als dank de boel onder te kakken, wat Piet de dankbare taak geeft om dagelijks met puts en bezem hun toilet te reinigen. Als hij zijn bezoek aankondigt met een luide "Roomservice!" vliegen ze geërgerd weg en keren na de schoonmaakbeurt weer tevreden terug.
Na precies vier weken zien we het eerste eiland van de Marquesas opdoemen. In de baai Taiohae laten we te midden van een dertigtal andere jachten het anker vallen. We zijn er en trekken een zak chips open en een blikje bier los: het standaardontbijt bij aankomst na een lange oversteek... Lieve groeten: v.b.n.b. Het gaat niet snel, maar lijkt wel veelbelovend: de verbouw van het voormalige koelhuis van Heineken Bier, Lutkenieuwstraat. En komt de steen met HB ook weer terug? | Witte muren zijn geen lang leven beschoren: dreigende portretten in de Lutkenieuwstraat. | Maar liefst 11 schilders in opleiding van de Klassieke Academie o.l.v. Hans Versfeld op 26 april op de kade | Na de geveltuin is nu ook de traptuin in opkomst, Reitdiepskade | Oude tijden herleven: de bewoners van Turforenstraat 8 waren flauw van de fietsen voor hun gevel en vonden bij Monument & Materiaal twee klassieke hekjes. | foto's: Han Santing