voor- en tegenstanders Saamhorigheid kan dat in de buurt?
De A-krant is een uitgave van buurtvereniging Het A-Kwartier in Groningen en wordt vier keer per jaar in een oplage van 2300 exemplaren huis-aan-huis verspreid in de hele buurt. Bij een teveel aan kopij kan de redactie besluiten de kopij verkort, niet of in een volgend nummer te plaatsen. Ingezonden brieven worden niet anoniem geplaatst en de schrijver/ ster is verantwoordelijk voor de inhoud.
De A-krant beoogt te voldoen aan de behoefte van de lezers. De redactie schrijft en stelt de krant samen zonder rechtstreekse of zijdelingse beïnvloeding.
Leden van Het A-Kwartier ontvangen - per email - automatisch ook het A-mail bulletin met actuele informatie over ontwikkelingen en aktiviteiten. Niet-leden kunnen zich daar voor inschrijven: stuur een email naar hetakwartier@gmail. com o.v.v. 'aanmelding A-mail bulletin'.
Nog geen lid en woon of werk je in het A-Kwartier?
Persoonlijk lidmaatschap ¤ 12,50 per jaar. Meerpersoons-lidmaatschap ¤ 17,50 per jaar.
Informatie op de website: www.a-kwartier.nl
Buurtvereniging Het A-Kwartier Banknummer: NL33INGB0005031398
Kamer van Koophandel: 40025343
Website: www.a-kwartier.nl
Email: hetakwartier@gmail.com
Email A-krant: Aredactie@gmail.com
Buurtpand De Oude Drogisterij
Lage der A 4: Hans Imelman, 050-3125020
Post voor Het A-Kwartier en de redactie van de A-Krant: Reitemakersrijge 18, 9711 HT Groningen
Bestuur van Het A-Kwartier:
Trinet Holtslag (voorzitter)
Klaas van der Meulen (secretaris)
Ella Onrust (penningmeester)
Marieke Kremer (e-mail en leden)
Evelien (Eef) Alkema (activiteiten)
Mark Hömmen
• Politie: 0900-8844
• Meldpunt Overlast: 050-5875885
• Wijkpost Binnenstad: voor klachten over uw woonomgeving 050-3678910
Verspreiding van de A-krant: Hans Mulder, Schuitemakersstraat 7a 06-26769660 / 050-3120413; email: ormu@home.nl
Hier kunt u zich ook aanmelden als u wilt meehelpen de A-krant te bezorgen. Voor het plaatsen van advertenties: informatie via Aredactie@gmail.com
"Overal waar je niet voor zorgt, dat zal uit je handen glippen. Dat verdwijnt. En wat weg is, dat komt niet weer."
Dat las ik vanochtend op www.oogtv.nl. Een bevlogen boswachter had het hierbij over de natuur. Meer in het bijzonder het totale gebrek aan aandacht voor de natuur in het gepresenteerde regeerakkoord, met als gevolg verder verlies van biodiversiteit. Hij noemde het een bewuste keuze "van wegkijken, van duiken, van ontkennen en niet handelen".
We weten immers al veel langer dat bij ongewijzigd beleid, bij stilstand (= achteruitgang), de natuur nog meer het kind van de rekening wordt.
Toch blijft hij optimistisch: "Nou, kijk. We kunnen de natuur helpen. Samen, met elkaar kunnen we de handen ineen slaan". Actie dus, handelen om perspectief te houden.
Dit kun, moet, je natuurlijk in een breder kader, perspectief, plaatsen, en omdenken. Alles waar je voor zorgt dat zul je behouden, dat blijft. En wat blijft, dat verdwijnt niet.
En daar moet je dus wel wat voor doen. Voorzover u dat nodig heeft, zie dit als een aansporing en ga aan de slag!
Wij wensen u veel leesplezier en een kleurrijke herfst! (HSM)
Redactie:
Dick Veen, Hans van de Sande, Tjitske Zuiderbaan, Esther Klaver, Henk Sytze Meerema (eindredactie), Han Santing (vormgeving & foto's)
Drukkerij Scholma, Groningen
Medewerkers aan dit nummer:
Klaas van der Meulen, Akos Kecskés, Annelies de Vries, Sacha Landkroon (gedicht)
Kopij voor A-krant 2024 | 4 inzenden vóór 15 november 2024
Vervanging Visserbrug
tekst: Tjitske Zuiderbaan | foto's: Han Santing
Het wordt een nogal technisch verhaal, het gesprek met stadsingenieur Henk Jan de Noord, de gemeentelijke projectleider noodbrug en vervanging Visserbrug. Hoe kan het anders, als gedreven vakman met hart voor Stad en Stadjers spreekt hij in vaktermen en drukt hij zich uiterst nauwkeurig uit. Waarover? Midden juni bezweek immers het hoofddraaipunt van de Visserbrug. Onherstelbaar. In plaats van de oude brug te repareren moet er nu een hele nieuwe brug komen. Zoiets kost tijd en intussen willen de wijkbewoners wel de gracht kunnen oversteken. Vandaar dat er een noodbrug wordt/is aangelegd. Dit gebeurt rond 2 september onder leiding van Henk Jan.
Eerst even voorstellen: Henk Jan de Noord (foto onder) is projectleider bij de afdeling Stadsingenieurs Groningen, onderdeel van de directie Stadsontwikkeling, het voormalig RO/EZ. Hij is belast met de grotere projecten met 'kunstwerken', zoals bruggen en kades in de waterbouwjargon heten. Kunstwerken met een kleine k. Zijn laatste afgeronde project betrof de nieuwe Kattenbrug en ten tijde van dit interview werkt hij aan de langzaamverkeer-verbinding langs het Hoendiep richting de Suikerunie. Complex, omdat de verbinding onder het spoor door loopt, onder de westelijke ringweg en ook nog eens vlak langs het water. Dit project wordt na de zomer opgeleverd.
minimaal geluid
De bewoners van de Hoge en Lage der A houden hun hart vast. De laatste noodbrug die er lag, gaf veel geluidsoverlast, met name het kedoeng kedoeng geluid van metaal op metaal wanneer fietsers de brug overstaken werd als vervelend ervaren. Het bestuur van de buurtvereniging heeft de vrees hiervoor gedeeld met de gemeente. Wat gaan we doen om die angst weg te nemen? Henk Jan: "Op 1 augustus hadden we ter plekke overleg met de firma Rusthoven, leverancier van de (tweedehands) noodbrug. Samen met specialisten van de gemeente, zoals een ecoloog, een bomenspecialist en een verkeerskundigen onderzoeken we hoe de noodbrug het beste neer te leggen. Verkeerstechnisch, maar ook met de minste geluidsoverlast voor omwonenden. Voorkomen kunnen we het niet helemaal; 0 bestaat niet. Maar we kunnen wel reduceren tot het minimum."
in de kelder
De stadsingenieurs hadden de Visserbrug al langer in het vizier. "Alle bruggen zijn in beheer bij de directie stadsbeheer. Dat is intern een van onze opdrachtgevers. Herstelwerkfoto: Stadsingenieurs Groningen
zaamheden zaten al in de pijpleiding, maar het hele bewegingswerk en de 'val', waarmee de brug open en dicht gaat, is nu kapot. Dat wordt een ander verhaal. Een nieuwe brug dus."
Eerst moet de gemeente nog een beslissing nemen over het soort brug. Nu is het een basculebrug uit 1947 waarvan het hefmechanisme in een kelder is weggewerkt. De vorige brug werd in 1945 door de Duitsers opgeblazen. Eerder hebben er een draaibrug en een ophaalbrug gezeten met namen als Kranepijp, Kranepoortenbrug en Mosselbrug. Al op de allereerste kaart van Groningen, in 1565 gemaakt door Jacob van Deventer, is een brug over de A te zien. "De benaming Visserbrug bestaat sinds begin 20e eeuw toen de huidige basculebrug is gebouwd. En daar zit hem de crux, in die tijd was het verkeer vele malen lichter."
keuzestress
"De vraag is nu: maken we een brug voor alle verkeer, of een voor voetgangers, fietsers en hulpdiensten, want de huidige brug is eigenlijk ongeschikt voor touringcars en trucs met opleggers. Intern overleg moet en zal uitsluitsel geven over welk type brug we terug willen op deze historisch belangrijke plek. Dat kan een ophaalbrug zijn met het beweegmecha-
• boven: Visserbrug 1918, bouw met damwanden aan weerszijden. Foto: P.B. Kramer
• midden: 1921. In verband met de vervanging van de Visserbrug werd gebruik gemaakt van een tijdelijke hulpbrug.
• onder: Opgeblazen Visserbrug in 1945. foto: Haijer en Mees. (alle foto's: collectie Groninger Archieven)
aanleg noodbrug van 2 t/m 11 september 2024
nisme in het bovenwerk, de 'hamei'. Het voordeel daarvan is dat je minder in de grond hoeft te doen. Bij een basculebrug moet je meer in de grond doen en omdat daar allemaal historische panden staan, moeten we goed nadenken over welk type brug we kiezen."
gedeelde ruimte
De noodbrug is voor voetgangers en fietsers. Wel moeten gebruikers terdege rekening houden met elkaar als in een 'shared space'. Hij is niet bedoeld voor fatbikes en scooters. Hoe denk je die tegen te houden? "Daarop wordt gemonitord en mocht blijken dat dit een probleem is, dan wordt erop gehandhaafd met boetes en komt er bebording bij. We verwachten het niet, snelle jongens en wellicht dames kiezen eerder de route A-brug."
over het landhoofd schuiven
De noodbrug komt/ligt iets naar het zuiden t.o.v. de Visserbrug met een soort landhoofd met stalen damwanden
aanleg van de noodbrug in 2012, toen verder richting A-brug
die de grond in worden getrild. "We gaan ook meten of dat effect heeft op jullie omgeving. Hij landt recht aan op de Hoge der A, maar maakt een slag om tussen twee monumentale bomen door te gaan. Aan de Lage der A vindt de aansluiting haaks plaats omdat hij daar meteen op de weg uitkomt. Het is een schuifbrug, die over zijn eigen landhoofd een meter of tien de kade op wordt opengeschoven. De brug moet open kunnen omdat de A onderdeel is van de Staande Mast Route naar het Lauwersmeer en de Eemsdelta."
Begin september gaan de stadsingenieurs los met het ontwerp. Deze fase duurt ongeveer een half jaar. Het ontwerp houden ze in eigen hand, waarna ze het bouwproject traditioneel aanbesteden aan drie vakkundige aannemers.
De bouw duurt vervolgens tussen de 9 en 12 maanden en het gaat ongeveer 2 miljoen euro kosten. De verwachting is dat de nieuwe brug er half 2026 ligt.
Oplegblokken
Toch nog even terug naar de verwachte geluidsoverlast van de noodbrug. Hoe wordt die voorkomen? Dat gebeurt met een soort van neopreenachtige oplegblokken, een rubberachtig iets.
De culinaire cadeaushop
Grote Kromme Elleboog 8 telefoon 050 31 88 451 www.leuklekker.nl
Het kedoenggeluid wordt hiermee geminimaliseerd. Een van de kritische succesfactoren voor het slagen van een project, is het betrekken van de omgeving bij het proces door bijvoorbeeld informatieavonden: "Met behulp van de buurtvereniging zorgen we voor transparante en open communicatie. Als je open en eerlijk met elkaar communiceert en samenwerkt, ben je in staat om gezamenlijk iets moois te bouwen."
Saamhorigheid in onze buurt
tekst: Hans van de Sande
Wat onze buurtvereniging wil, en trouwens ook wat de gemeente en de politiek zegt te willen, is een meer saamhorige buurt. Dat klinkt als een prachtig doel: de mensen het gevoel geven dat ze bij elkaar horen. Dat de oudere en de jongere buurtbewoner, de werkende en de uitkeringstrekker, student en burger elkaar kennen, zich iets van elkaar aantrekken, dat ze zich met elkaar bemoeien en elkaar vrolijk maken. Een mooi ideaal, zeker in deze tijd waarin de individuele vrijheid zo'n enorme waarde lijkt te hebben. We gaan daar eens wat beter naar kijken.
Dertig jaar geleden stelde de bekende bioloog Robin Dunbar boek 'Vlooien, roddelen en de ontwikkeling van de taal' dat er voor elke sociaal levende diersoort een maximale groepsgrootte voor de leefgroep bestond, afhankelijk van de hersencapaciteit, want die bepaalt op zijn beurt weer de stabiliteit van relaties. Men moet immers van alle indivi duen in de groep weten wie ze zijn, hoe ze zijn, hoe de relatie met die ander is en hoe die ander zich tot de anderen in de groep verhoudt en zo nog meer.
Veel informatie vereist veel grijze cellen. Dat maakt dat groepen wolven meestal onder de 10 blijven, evenals groepen bavianen, maar dat chim pansees in groepen van dertig kunnen leven en mensen een maximale groepsgrootte van 150 hebben.
Nou weet ik niet precies hoeveel mensen er in onze buurt wonen, maar in elk geval is dat een veelvoud van Dunbar's number 150. De hele buurt kan, zo redenerend, nooit echte saamhorigheid berei ken, hoogstens groepjes binnen onze buurt.
foto: Wikipedia
Een andere geleerde, socioloog Ferdinand Tönnies (1855-1936), stelde dat er rond 1800 een ontwikkeling op gang is gekomen in de manier waarop mensen met elkaar samenleven. Voor 1800, toen de mensen overwegend op het platteland woonden, was het leven gekenmerkt door een serieuze strijd tegen de natuur, maar toen de techniek ons ging helpen in die strijd en als gevolg daarvan meer en meer mensen in steden gingen wonen, zodat ze niet meer een directe strijd met de natuur hoefden te leveren, was dat gezamenlijke belang van de overlevingsstrijd ook verdwenen. Het sprak niet meer vanzelf hoe men het gemeenschappelijk belang bevorderde, dat moest georganiseerd worden. Het socialisme was op deze gedachte gebaseerd en gaf aan dat solidariteit de oplossing was. Met die solidariteit is het echter, behalve tijdelijk, bijvoorbeeld in revolutionaire perioden, vooral bij aansporingen gebleven, men stelde in een stedelijke samenleving automatisch het eigen belang boven het groepsbelang.
Bovendien ontstonden er heel verschillende visies op het algemeen belang, die overigens meestal ingegeven werden door de eigen situatie. Zo ageren autobezitters voor betere parkeergelegenheid en willen niet-auto bezitters de heilige koe uit de stad bannen. Ook kreeg men een andere, romantische en nostalgische opvatting van de natuur (geveltuintjes, bomen op de markt) en van de oorspronkelijke manier van samenleven (Sonnevelds Het Dorp).
De nieuwe, stedelijke manier van samenleven was dus veel individualistischer. In plaats van een fundamentele en sterk emotionele binding tussen leden van een familie, clan of stam, ontstonden meer rationele, economische relaties tussen mensen. Ieder werd verondersteld voor zichzelf en zijn gezin zoveel mogelijk te profiteren van de zegeningen van de stedelijke maatschappij. Waar eerst de mensen in een gemeenschap leefden, werd dat, mede door de steeds maar groeiende mobiliteit, steeds meer een maatschap. Men trok een tijd op met anderen die het eigenbelang leken te bevorderen en zodra dat niet meer zo was zocht men ander werk of een andere omgeving.
Had men tweehonderd jaar geleden een grote kans te sterven in het huis waar men geboren was, tegenwoordig weten velen niet eens hoe hun geboortehuis er uit zag. De enorm toegenomen mobiliteit speelt hierbij natuurlijk ook een grote rol. Als je in de buurt van je werk wilt wonen heb je een groot probleem: mensen uit het A-Kwartier werken in Leeuwarden en mensen uit Assen werken in het A-Kwartier en allemaal vinden ze dat vanzelfspre -
foto: Getty Images
kend. Als je in een gesprek zegt dat je nu al tien jaar bij dezelfde werkgever werkt wordt je algauw een loser gevonden. Het niet gebonden zijn is nu evenzeer een ideaal als het honderd jaar geleden een teken van 'niet deugen' was.
Zijn er dan in onze buurt helemaal geen gemeenschappen meer? Jawel: we hebben de studentenhuizen. Die vertonen vele kenmerken van de ouderwetse gemeenschap. Gedeelde belangen staan voorop, het persoonlijke belang telt minder. Weliswaar vertrekt zo ongeveer elke student na zijn bachelor examen naar het westen, maar ze komen wel regelmatig terug en blijven hun hele leven een mooie nostalgische herinnering houden. De vier à vijf jaren dat men samen woont, houden in dat men in die periode gemeenschappelijke belangen heeft en voor elkaar opkomt.
De burger-bewoners van onze buurt vormen echter nauwelijks een gemeenschap, alleen voor bepaalde projecten wordt door de actieven samengewerkt, bijvoorbeeld om de buurt schoon of bloemrijk te houden, maar daar doet niet iedereen aan mee. Dat soort gemeenschappelijke activiteiten lukt dan ook nog eens alleen als het van bovenaf georganiseerd wordt. Het bestuur van de buurtvereniging kan daarom niet hoog genoeg geprezen worden.
De taak van ons bestuur is in feite om er voor te zorgen dat de bewoners het stuk voor stuk naar hun zin hebben. Omdat echter de een dit wil en de ander dat is dat een onmogelijke opdracht. Denk maar eens aan de belangen van de studentenhuizen: Leuke feesten met veel reuring, en leg dat dan eens naast de belangen van de gewone bewoner: Een prettige rustige buurt. Vandaar dat een buurtvereniging er toe neigt dingen te organiseren waar geen al te directe belangen mee gemoeid zijn, maar die wel gewaardeerd worden. Zo kan het conflict tussen de wensen van de een en de vrezen van de ander niet zo hoog oplopen. En dan komen we vanzelf bij het soort projecten waar onze buurt in uitmunt: borrels, diners, wandelingen, boottochtjes, geveltuintjes, of zwerfvuil opruimen. Heel nuttig, heel leuk, maar kennelijk niet dingen waar elke buurtgenoot voor warmloopt. De vaste kern is echter behoorlijk actief en over het meekrijgen van de hele buurt hoeft niet lang nagedacht: dat lukt echt niet in deze moderne individualistisch ingestelde wereld. Wat wel lukt is het namens de bewoners onderhouden van de contacten met de gemeente. Daar zijn al veel leuke resultaten mee geboekt, resultaten die de individuele bewoner nooit zou kunnen behalen. Maar daar zijn nogal stevige grenzen aan wegens de grote diversiteit van de behoeften.
In het voorgaande heb ik trachten te onderzoeken waardoor dat kwam en het antwoord is eigenlijk dat saamhorigheid iets is dat alleen tijdelijk en dan nog bij hoge uitzondering in een moderne stad voorkomt. Toch kan iedere bewoner trots zijn op onze buurt, want de moeilijke bestuurstaak wordt voortreffelijk vervuld. Onze buurt is een van de actiefste van de goede stad Groningen en we hopen dat dit tot in lengte van dagen zo mag blijven.
Mottenberg: laatste drie woningen achter het Gron. Museum, 1895/1900
Slot
Naar verluidt huizen bij ons slechts stank en vervuiling: de hoge omes hebben hun hoge besluiten genomen de laatste drie kwintjes rijp voor de sloopkogel; verkleurt dit werfje of verdroogt het zienderogen?
De laatste mutatie van een dodelijk virus was hier vlak voordat Mien voor de zevende maal met jong geschopt haar laatste zucht liet gaan in het kraambed en Jacob tussen twee hoestbuien door van de trap viel.
Mottigheid is een woord met zeker 19 negatieve betekenissen. Maar het is wel onze mottigheid die op haar onontkoombaar noodlot moet wachten. We stampvoetten tegen de kap van bomen en we stampvoetten tegen de sloop en dat er kunst moet komen voor rijke heren zonder enig benul hoe je broodkruimels vindt in abstracties en centen kunt persen uit beeldhouwwerken, maar het pleit is beslecht, wij kunnen nergens terecht want wij zijn tyfuslijders en melaatsen die het straatbeeld moeten verlaten zodat het klapvee op de resten van ons bestaan kan staan terwijl ze oh en ah roepen.
● Lokaal en enthousiast team
● Specialist in aankoop- en verkoop van woningen
● Gevalideerde taxaties
● Zekerheid, eerlijkheid & transparantie
● No Cure No Pay
Een gratis waardebepaling van uw woning of een vrijblijvend gesprek?
Altijd welkom aan de Westersingel 3!
Lana, Maaike, Norbert & Marissa
Westersingel 3 I 9718 CA Groningen I 050 - 760 17 77 Groningen@iQMakelaars.nl I www.iQMakelaarsGroningen.nl
tekst: Ella Onrust
Als nieuw bestuurslid mijn primeur om voor het eerst iets te laten horen vanuit het bestuur. Inmiddels redelijk geïnstalleerd probeer ik mijn weg te vinden binnen de buurtvereniging.
De zomer in de stad loopt op zijn einde. De KEI-week ligt al weer achter ons, net als het Noorderzonfestival en het Gronings Ontzet. Ook in onze buurt zijn er weer veel leuke activiteiten geweest. Zo was er op 28 april een wandeling in het Noorderplantsoen met een enthousiast groepje A-kwartierders onder begeleiding van 2 gidsen van het IVN (Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid). Van de Oranjesingel, met als blikvanger de omgewaaide treurwilg (deze boom blijft liggen om insecten aan te trekken om ecologische redenen) tot aan de oude stadswal. De diversiteit is groot in het Noorderplantsoen, schildpadden die heerlijk in de zon liggen te genieten, eenden en de vele kokmeeuwen. Ook interesse? Elke 2e zondag van de maand is er een wandeling; om 10.30 uur verzamelen bij eetcafé Zondag.
En omdat wij toch veel bezig zijn met de natuur was er op zondag 26 mei een rondleiding bij de Stadsakker in Hoogkerk . Hier verbouwen ze de groente op biologische wijze en die wordt verkocht in de winkel in de Oude Kijk in het Jatstraat nr. 38. Op de fiets met een klein groepje richting Hoogkerk. Het was een prachtige zonnige dag en een zeer
leerzame inspirerende rondleiding op de Stadsakker. Mooi om te zien en te weten welke arbeid zij verrichten voordat alles in de winkel komt.
Een hoogtepunt was wel het buurtdiner op vrijdagavond 7 juni. Het was best spannend gezien de vele regenbuien waar wij in zaten maar wonder boven wonder was het die avond droog. Een hoge opkomst met lekker eten van De Sleutel en live muziek tijdens Groningen Sail in samenwerking met de gemeente. Voorbijgangers kwamen er gezellig bij zitten en tafels en stoelen werden met veel plezier aangevuld. Even een goed moment om je buren beter te leren kennen onder het genot van een hapje en een drankje.
Op 2 juli waren we uitgenodigd door studentenvereniging Albertus Magnus aan de Brugstraat voor een rondleiding en een borrel. En tot slot op zaterdag 6 juli ter gelegenheid van Keti Koti een stadswandeling over het slavernijverleden in Groningen (foto's onder).
Noteer alvast in je agenda:
Zaterdag 21 september van 14:00 tot 16:00 uur opschonen vaarwater met boot alle rommel uit het water halen en daarna een borrel. Als het kan, neem dan een boot of sup mee, die kunnen wij goed gebruiken.
Zondag 20 oktober vanaf 16:00 uur de algemene ledenvergadering en daarna, vanaf 17.00 uur zal het Gouden Schepje worden uitgereikt aan de winnaar van het mooiste geveltuintje.
In het streven naar meer biodiversiteit in een leefbare stad met minder hittestress, doet de gemeente Groningen er alles aan om te vergroenen. Onze buurtvereniging is op diverse fronten aanwezig in deze aanpak. Bestuursleden spreken mee in gemeentelijke
foto's: Han Santing
commissies, er zijn contacten gelegd met The Green Office van de RuG, we organiseren voorlichtingsavonden over het verduurzamen van huizen, we denken mee over de verbetering van de waterkwaliteit in de Diepenring, enz.
Al drie jaar hebben wij een geveltuinjury die jaarlijks een geveltuinwedstrijd organiseert. De winnaar ontvangt het inmiddels felbegeerde 'Gouden Schepje'. In 2022 werd de prijs uitgereikt door Jean Pierre Rawie, in 2023 was het Ynte de Groot en dit jaar is het Nils Elzinga, teamleider van the Green office.
De juryaanpak verschilt dit jaar van voorgaande jaren. Nu is wijkbewoners gevraagd een foto in te sturen, of van het eigen tuintje of van een tuintje van iemand anders.
Er ontstond een longlist van 42 potentiële kanshebbers. Na eindeloos jureren bleef er een shortlist over van 18 adressen.
Op zondag 20 oktober worden de verenigingsleden opgeroepen om bij de prijsuitreiking aanwezig te zijn in café De Wolthoorn. De 18 foto's worden getoond en ieder kan stemmen op zijn/haar favoriete tuintje. Het wordt dus een echte publieksprijs. Hieronder de shortlist in willkeurige volgorde:
REITEMAKERSRIJGE 22/23
VISSERSTRAAT 53
VISCHHOEK 2/2A
VISCHHOEK 4
VISCHHOEK/GASTHUISSTRAATJE
VISSERSTRAAT 39
VISSERSTRAAT 7a
HOEKSTRAAT 25
TURFTORENSTRAAT 8
LUTKENIEUWSTRAAT 11-15
WESTERHAVENSTRAAT 17
WESTERHAVENSTRAAT 5
LAGE DER A 36
SLEDEMENNERSTRAAT 7 t/m 7F
SLEDEMENNERSTRAAT 11
SLEDEMENNERSTRAAT 13
POTTEBAKKERSRIJGE 13
WESTERHAVENSTRAAT 22
In november zullen er nog duurzaamheidsbijeenkomsten worden gehouden voor het verduurzamen van monumenten en andere (oudere) panden in onze wijk in samenwerking met de gemeente. Dit in vervolg op de bijeenkomst van vorig jaar. Nadere info en data volgen nog.
En tot slot is het volgend jaar een lustrumjaar, dus dan zal er extra worden uitgepakt.
Het zal jullie niet zijn ontgaan dat wij het tijdelijk zonder de Visserbrug moeten doen. Dat betekent extra stappen lopen en/of een andere fietsroute kiezen.
Het is tijdelijk voor wandelaars en fietsers. In september hopen wij een tijdelijke brug te hebben voor fietsers en wandelaars. Autoverkeer moet helaas wat langer geduld hebben. Het is een monumentale brug waardoor reparatie een langdurig traject is. Hopelijk is de Visserbrug weer gereed eind 2025 maar de kans is groot dat dit langer gaat duren.
Het Nederlands Stripmuseum aan de Westerhaven
uniek archief zoekt locatie
tekst: Klaas Cuperus | foto's: Han Santing
Van 2004 t/m 2019 was het Nederlands Stripmuseum gevestigd boven de McDonald's op de hoek van winkelcentrum Westerhaven. Daarna heeft de gemeente Groningen besloten dat het museum, zij het met slechts een kwart van de oppervlakte, onderdeel zou worden van Forum Groningen onder de naam Storyworld. Het Forum heeft echter een andere invulling aan Storyworld gegeven. Dit 'museum' besteedt vanaf de opening in januari 2020 aandacht aan animatie, games en strips. Maar voor liefhebbers van het 'oude' stripmuseum is een bezoekje dikwijls een teleurstelling. Sinds 2019 staat het pand aan de Westerhaven met 1650 m2 nu leeg en te huur. Even was er nog sprake dat het voormalige museum ingevuld ging worden met een fietsenstalling, maar daar hoort niemand meer iets van. Ondertussen pakken donkere wolken zich samen boven de in jaren zorgvuldig opgebouwde stripcollectie. Storyworld heeft aangegeven de verzameling niet nodig te hebben en zette daarmee een streep onder en door de huisvesting (en de financiering daarvan) in de Groninger Archieven. Diezelfde Archieven achten de collectie evenmin van belang omdat die niets wezenlijks zou toevoegen aan de Groninger geschiedenis en zijn haar liever kwijt dan rijk. Zonder een nieuwe plek dreigt het doek te gaan vallen. Stripfanaat en bestuurslid van de stichting Het Nederlands Stripmuseum Klaas Cuperus (foto rechts) luidt de noodklok.
een korte historie
Voordat het Nederlands Stripmuseum in april 2004 daadwerkelijk zijn deuren voor haar bezoekers kon openen is er heel wat tijd aan vooraf gegaan. Begin jaren negentig kreeg de onlangs overleden Pick Fokkens, eigenaar van de toenmalige stripwinkel Modern Papier in de Pelsterstraat, het lumineuze idee om een stripmuseum op te richten. Dergelijke musea waren er al in België, Frankrijk en Duitsland. Pick was van mening dat er in Nederland ook een stripmuseum moest komen en volgens hem kon dat heel goed in Groningen. Hij nodigde een twintigtal Groningers met diverse expertises uit om te kijken of zijn idee kans van slagen zou hebben. Bij de eerste samenkomst in de galerie van Modern Papier op 25 oktober 1993 is beslotenom het idee van een stripmuseum verder uit te werken. Vervolgens werd in 1994 de Stichting Het Nederlands Stripmuseum opgericht met als doel om een stripmuseum in de stad Groningen op te richten. Het be -
• boven: voorzitter Victor Boswijk met medewerker Nynke Wiersma in het museum aan de Westerhaven (2019)
• midden: deel van het archief in het Stripmuseum aan de Westerhaven (2019)
• onder: vrijwilligers van het Stripmuseum op bezoek bij het Moca, Noordwijk (2023)
stuur van de Stichting kreeg als opdracht om op zoek te gaan naar de benodigde financiën en natuurlijk naar een geschikte locatie voor het beoogde stripmuseum. Dit bleek nog niet zo eenvoudig te zijn.
winkelcentrum westerhaven
In de loop van de jaren negentig besloot de gemeente Groningen om op de kale parkeerplaats van de gedempte Westerhaven een winkelcentrum te realiseren met als overkoepelend thema 'vrije tijd'. Het toenmalige gemeentebestuur drong er bij het college van B&W op aan om aan een beperkt deel van het winkelcentrum Westerhaven een culturele bestemming toe te kennen. Dat paste wonderwel in de zoektocht van het Stripmuseum naar een geschikte locatie. De optie op een plaats voor het Stripmuseum op de eerste verdieping boven een aantal winkels was gelegd, maar vervolgens moest er spoorslags gezocht worden naar de nodige financiering om het museum daadwerkelijk te realiseren. Dit had nogal wat voeten in de aarde, maar uiteindelijk bleken verschillende geldstromen beschikbaar te komen om het gebouw aan te kopen en in te richten.
opening van het stripmuseum
Na meer dan tien jaar voorbereiding kon het Nederlands Stripmuseum dan eindelijk op 21 april 2004 feestelijk geopend worden door burgemeester Jacques Wallage. In de permanente opstelling werd de geschiedenis van het stripverhaal verteld en tien kabinetten waren gewijd aan de bekendste stripfiguren (o.a. Tom Poes en Heer Bommel, Paulus de boskabouter, Eric de Noorman, Franka en Donald Duck). De bijna honderd tijdelijke tentoonstel-
lingen in de periode 2004-2019 waren gewijd aan tekenaars, thema's en actuele gebeurtenissen rondom stripverhalen en cartoons. De meest succesvolle tentoonstellingen waren 'De kunst van Jean Dulieu' en het 'Weekblad Donald Duck 60 jaar'. Helaas moest het Nederlands Stripmuseum definitief zijn deuren sluiten op 3 maart 2019.
de archiefcollectie
Vanaf 2004 ontving het Nederlands Stripmuseum regelmatig schenkingen van tekenaars en verzamelaars. In de loop der jaren is hieruit een zeer uitgebreide archiefcollectie ontstaan. Tot 2019 stond deze collectie in het Stripmuseumpand aan de Westerhaven. Na sluiting van het Stripmuseum kon die overgebracht worden naar het depot van de Groninger Archieven in Hoogkerk. Een enthousiaste groep vrijwilligers is nog steeds wekelijks bezig om nieuwe schenkingen in te voeren in een voor geïnteresseerden gemakkelijk raadpleegbaar bestand via www.stripmuseum.nl en vervolgens te klikken op 'Zoek in onze collecties'. Deze archiefcollectie kan worden gebruikt voor onderzoek, maar ook worden items aan musea uitgeleend voor exposities. Op afspraak kunnen belangstellende lezers juist dat stripboek herlezen, waaraan ze dierbare herinneringen van vroeger koesteren.
collectie zoekt locatie
De directie van de Groninger Archieven heeft evenwel besloten, dat de plaatsing van de archiefcollectie - inmiddels bestaand uit 2000 archiefdozen met meer dan 20.000 stripboeken, 19.000 striptijdschriften, 1200 boeken over strips en ca. 350 originele tekeningenbinnenkort niet meer mogelijk kan zijn in het depot in Hoogkerk.
Stichting Het Nederlands Stripmuseum, eigenaar van de archiefcollectie, is daarom op zoek naar een vervangende locatie voor deze bijzondere collectie. En dat is niet eenvoudig. Het streven is om de collectie ergens in de stad Groningen onder te brengen, zodat het vrijwilligersteam er aan kan blijven werken. Lukt dit niet dan moet noodgedwongen gezocht worden naar een geschikte plek elders in Nederland. De Stichting Het Nederlands Stripmuseum beijvert zich om deze in twintig jaar opgebouwde, uitstekend gedocumenteerde collectie bijeen te houden, zodat ook volgende generaties liefhebbers en onderzoekers de geschiedenis van het Nederlandse stripverhaal kunnen ervaren en bestuderen.
Het
Een Pool met een pet
Tjitske Zuiderbaan
Vroeger was ik altijd een van de eersten die uit de kleren ging op het naaktstrand, of als model op de kunstacademie. Je kunt gerust stellen dat ik exhibitionistische trekjes had. Dat had ongetwijfeld te maken met het gebrek aan aandacht vroeger thuis in het grote, samengestelde gezin. Tegenwoordig draag ik het liefst een burkini als ik me al op een strand waag en bedek ik mijn lichaam eerder schaamtevol dan dat ik ermee te koop loop. Ik bewonder vrouwen van mijn leeftijd die schijt hebben aan wat anderen denken en gewoon in een korte broek of blote jurk rondlopen en al hun huidplooien, kippendijtjes en ouderdomsvlekken tentoonspreiden.
Soms wilde ik dat ik wat dapperder was. En dat terwijl ik vaak genoeg te horen krijg dat ik er 'nog' goed uitzie. Dat 'nog' is dodelijk, bijna net zo erg als 'voor je leeftijd'. Zeg dan liever niks. Of zoiets als 'wat zit je haar leuk', hoewel je dan meteen denkt; 'hoezo, zit het anders niet leuk dan?' Gelukkig ben ik op de leeftijd dat ik heus weet dat echte schoonheid van binnen zit, maar je blijft wel een vrouw…
Af en toe heb ik geluk. Zoals gisteren. In de Oude Kijk zat kunstschilder Geert Waterman, die ik vorig jaar interviewde voor de A-krant, in zijn oude rotanstoel op de stoep aan de overkant van zijn atelier. Hij was
helemaal in het wit gekleed met alleen een zwart strikje. Ik mompelde 'hallo', want ik had een beetje haast. Omdat hij verstond dat ik vroeg hoe het met hem ging, reageerde hij echter met: 'Soms goed, soms slecht, maar meer goed dan slecht.' 'Wat is er slecht dan?' wilde ik nu natuurlijk weten. Goed is toch minder opzienbarend. Hij brandde los over het kunstbeleid van de gemeente Groningen, tot twee schijnbaar achteloos passerende mannen met petten het woord tot hem richtten. Naast een pet droegen beide een flinke camera om hun nek. Een van de mannen sprak met een Oost-Europees accent, hij zou een Pool kunnen zijn. Geert bleek hen te kennen.
De Pool vroeg of hij een foto mocht maken van de kunstenaar in zijn stoel op de stoep. 'Mag zij erbij?' vroeg Geert en hij pakte mijn linkerhand met beide handen beet. Omdat ik van boven op hem neer keek, viel me op dat hij iets weghad van mijn narcistische ex. Geert was de goedaardige uitvoering.
De Pool klikte er intussen lustig op los met zijn camera, eerst frontaal, toen links en daarna rechts. Maar het moest anders, mooier. 'Zij is al mooi,' zei Geert. Die stak ik dankbaar in mijn zak, maar toen de Pool me vroeg of ik min of meer bij de ex-look-a-like op schoot wilde gaan zitten, heb ik toch bedankt.
Dit is een ingezonden reactie naar aanleiding van deel 1 van het artikel van Klaas van der Meulen: 'Parkeren in Stad', dat verscheen in de vorige editie van de A-krant. Deze reactie, en ook het artikel (zie deel 2 op pag. 30) zijn op persoonlijke titel.
Parkeren in het fietswalhalla Groningen
Akos Kecskés
Ondanks drukke werkzaamheden noopt het volstrekt tendentieuze en ongelofelijk slecht en selectief onderbouwde (maar liefst zeven! pagina's tellende) artikel 'Parkeren in Stad' van de heer Van der Meulen in de laatste buurtkrant, mij toch op schrift te reageren.
Het artikel wekt de suggestie dat er een degelijk onderzoek is uitgevoerd, maar daar valt nogal wat op af te dingen.
Als sociaal geograaf (specialisaties R.O en recreatie) valt mij meteen op dat het lijkt dat Van der Meulen geen wetenschappelijke universitaire opleiding heeft genoten. Een gedegen onderzoek wordt gestart/begint met het vaststellen van een hypothese of onderzoeksvraag. Deze hypothese wordt met een uitgewogen en getoetst instrumentarium onderzocht (methodologische verantwoording). Worden er ook respondenten in een onderzoek betrokken, dan moeten deze goed gekozen en representatief zijn. Vervolgens kunnen op basis van het methodologisch verantwoord uitgevoerde onderzoek resultaten worden beschreven, waaruit conclusies en aanbevelingen zijn te destilleren.
1. Hypothese
Van der Meulen stelt dat er een parkeerprobleem is voor fietsen door autoparkeren.
2. Methodologische verantwoording
Er is geen methodologische verantwoording en representativiteit. Er is gezocht naar bevestiging van de hypothese en deze is dan dus ook gevonden.
3. Resultaten onderzoek
Van der Meulen concludeert dat het autobezit in de stad het fietsparkeerprobleem veroorzaakt.
4. Aanbeveling
Van der Meulen stelt dat door het autoparkeren verder te beperken, het probleem (de hypothese) zich oplost.
Hier slaat de pseudo-onderzoeker de plank volledig mis en dus zal ik hier de analyse van het onderzoek bij het begin beginnen.
hypothese
Er wordt door de onderzoeker een verband verwacht tussen de bezetting van autoparkeerplekken en een tekort aan fietsparkeerplaatsen. Ik twijfel aan de juistheid van deze hypothese. Dit verband wordt niet significant aangetoond en lijkt een schijnverband (u weet wel: veel ooievaars in de lucht, hoge geboortecijfers). Er lijkt hier sprake van een ruimtelijk verdelingsprobleem en geen capaciteitsprobleem voor een van beide categorieën.
Omdat in de binnenstad een rigide beleid voor het stallen van fietsen is ingevoerd, hopen de fietsen zich nu op bij studentenhuizen en de toegangen tot de binnenstad, o.a. de A-brug. Het soms vacant zijn van autoparkeerplaatsen betekent dat het betaald parkeren beleid van de stad goed werkt. Er is roulatie in plaats van lang parkeren en ondernemers en bewoners, aangewezen op hun auto's, kunnen een plek vinden en betalen voor de beperkte ruimte in een stad in tegenstelling tot fietseigenaren c.q. leasers.
methodologische verantwoording
Dhr. Van der Meulen luistert graag naar de logica van leerlingen uit het primair en het voortgezet onderwijs. Ik zie hierin geen degelijk instrumentarium voor het onderzoek. Erger nog, hij wandelt wat door de straten met enige differentiatie van tijdstippen en dagen. En neemt foto's van lege parkeerplaatsen o.a. rond het evenement "De nacht van Groningen". Erg kwalijk en zeer privacy-overtredend is het bekijken van garages achter parkeerkruisen en het gebruik daarvan. De enige respondent in het onderzoek naar de mening van de bewoners, is een eigenaar van een garage die uiteraard in de lijn van de geprefereerde uitkomst antwoordt, dat parkeren nooit een probleem is (want hij heeft immers een garage). De mening van de talloze fietsparkeerders zijn in dit onderzoek niet meegenomen.
resultaten
Van der Meulen concludeert dat de autoparkeerplekken het probleem zijn en dus niet de fietsen en hun eigenaren en ook niet de onevenwichtige parkeerdruk, die de laatsten veroorzaken.
aanbeveling
Van der Meulen adviseert de parkeerplekken van auto's verder in te perken en suggereert dat parkeren op officiële! uitritten (de kruisen dus) een oplossing is.
Dit pseudo-onderzoek rammelt van hypothese tot aanbeveling aan alle kanten.
Het fietsenstallingsprobleem is het gevolg van het succesvolle tegengaan van fietsen stallen op straat in de binnenstad. De luiheid van o.a. de swapfietsers geeft op ongewenste plekken clustering van rijwielen, die niet wordt opgelost door elders grote stallingsmogelijkheden te creëren.
Als voorbeeld dient de enorme fietsenoverlast in de Hoekstraat en de Visserstraat. In de eerste straat is een grote inpandige fietsenstalling door de verhuurder van een groot studentenpand verwezenlijkt én nog een overdekte stalling op de binnenplaats. Hier staat welgeteld niet één fiets. De fietsen liggen op een hoop op de stoep waardoor de 'inclusieve stad' voor wandelaars, mindervaliden, slechtzienden en sporadisch passerende auto's een vrijwel onneembare hindernis is.
De Visserstaat is een straat zonder autoparkeervakken, toch is hier de fietsenoverlast enorm. Het is van belang foutparkerende fietsers aan te spreken en te beboeten. Een gedegen onderzoek naar de koppeling tussen bezit en fietsparkeergedrag zou interessante inzichten kunnen opleveren. Mijn hypothese zou in deze zijn dat er een verband zou kunnen zijn tussen het leasen van swapfietsen en slecht parkeergedrag.
De uitvoerbaarheid van het door Van der Meulen voorgestelde parkeren met chip is natuurlijk geen oplossing, want een elektrische auto neemt evenveel fietsparkeerplek weg dan een lpg, benzine of dieselvoertuig. Bovendien is het voorgestelde systeem met behulp van het alles oplossend A.I. te complex en privacygevoelig. Het is slechts een kostenverhogende maatregel voor bewoners met een auto.
Zijn we nu toch slinks in het autopesten terecht gekomen, meneer Van der Meulen?
En inderdaad: schrijver dezes is een 'hardcore autoliefhebber'
die daarin niet zijn privacy beschadigd wil zien worden door een glurende, schrijvende en turvende buurtbewoner.
Deze stad moet inclusief worden voor alle bewoners, studenten en ondernemers. Een stad die bestaat uit alleen fietsparkeerplekken, koffietentjes en kapperszaken is geen gebalanceerd, gevarieerd en werkend geheel. Hier horen óók auto's, bestelbusjes voor uw pakketjes én ondernemers in thuis.
De binnenstad moet geen openluchtmuseum worden, maar een plek om te werken, recreëren, wonen, bouwen en studeren. Een voorbeeld van de gevolgen van het huidige beleid is dat mijn glasgroothandel geen opdracht meer aanneemt van klanten in de binnenstad vanwege parkeerrestricties, venstertijden, vergunningendruk en straks de fijnstofuitsluiting voor bedrijfswagens. Succes met uw kapotte ruit, het wassen van uw hele ruiten, verbouwingen enzovoort.
Ik ga er van uit dat dit tendentieuze rapport van Van der Meulen met dezelfde glimlach waarmee Broeksma het in ontvangst nam, onder in de la van zijn bureau belandt.
drs. Akos Kecskés, bewoner, autobezitter, klassieke autoliefhebber, vaarrecreant en bouwondernemer in onze fraaie buurt
Met werk van Beeldend
Kunstenaar Annuska ‘t Hart
Geopend op afspraak en iedere zaterdag van 13.00-17.00 u
Pottebakkersrijge 13 9718 AG Groningen
Telefoon 06-30109303
Website www.annuska-t-hart.nl
HET A-KWARTIER IN DE LITERATUUR deel I
tekst: Hans van de Sande
Nu de A-kerk en dus ook het A-kerkhof ZZ eindelijk op hun plaats zijn gezet, namelijk in het A-Kwartier, is dit een passende en klaterende opening van de serie 'Het A-Kwartier in de literatuur'.
Wijlen onze plaatsgenoot Anton Valens schreef in 2012 "Het boek ONT", een zeer geestige, maar ook diepzinnige roman die zich af speelt in en rond Groningen. Het begin van het boek toont u hoe de trots van onze buurt, de A-kerk, een regenbui, of eigenlijk de moeder van alle regenbuien, weet te doorstaan. Het is me een genoegen om de eerste pagina van dit meesterwerk voor u te citeren, voor zover het over de A-kerk handelt.
"Het was dinsdagavond kwart voor acht en een van de laatste dagen van oktober in het roemruchte stervensjaar van de gulden. [..]
Op de tweede etage van A-kerkhof 16, een onbeduidend pand tegenover de A-kerk, met op straatniveau Ruitersporthuis Pel, stond Isebrand Schut voor het raam van zijn woonkamer te roken en keek naar het noodweer dat was losgebroken boven de stad. Het onweerde en een sluierdichte plasregen sloeg en beukte op het kerklichaam. Hij hoorde het geruis, dat razendsnel aanzwol. Verticale rivieren stroomden langs de muren, verzamelden zich in goten en raasden verder de diepte in. De goten overstroomden, de regenpijpen spuwden het uit maar konden de toevloed niet aan. Watervallen stortten omlaag over hooggelegen richels en lagergelegen nokken, waar onder deze omstandigheden geen duif te bekennen was. Op de zwart glinsterende dakpannen van de kosterij spatten meterhoge fonteinen op. De takken van de kastanjes wierpen zwiepende schaduwen in het schijnwerperlicht waarmee de toren in de avonduren van onderaf enigszins weeïg werd bestreken. Gebiologeerd keek Isebrand naar het geweld waarmee de wolk die boven Groningen hing de kerk probeerde te verdrinken. Het huis van God wordt ontleed door het hemelwater, dacht hij, en doofde de sigaret. Horizontaal, verticaal, diagonaal en zigzaggend, onder luid multidimensioneel geklater, tekenden de watervorken het lichaam van de kerk uit, en wasten het in het voorbijgaan schoon van dode bladeren, aangewaaid roet en duivendrek."
foto: Jean-Pierre Jans
Parkeren in Stad
Gebruikers
In mijn zoektocht hoe betrokkenen de parkeerproblematiek ervaren wil ik hen aan het woord laten. Ik heb daartoe een kleine enquête uitgezet onder 22 inwoners van het A-Kwartier, allen mensen die ik de laatste twee jaren heb leren kennen als betrokken denkers, die ik graag 'opinion leaders' noem. Een weerslag van hun reacties volgt hier, ik behandel ze anoniem. Het percentage respondenten ligt op 50%, niet per se hoog, maar voor zo'n minionderzoek acceptabel. Eén respondent laat ik niet in de anonimiteit wegvallen: prof. drs. Max van den Berg die midden jaren 70 van de vorige eeuw, samen met een groep gelijkgezinden het verkeerscirculatieplan uit de grond stampte. Na afloop van een lezing in het Museum aan de A vraag ik hem of hij uit de losse pols een suggestie heeft voor de aanpak van de fietscongestie in de binnenstad. Zijn instantantwoord wijkt sterk af van de revolutionaire oplossing destijds die uitmondde in het VCP (het Verkeerscirculatieplan uit 1977), en luidt ongeveer: analyseer het probleem en bouw een (ondergrondse) parking. Trek daarvoor de portemonnee en probeer het samen met bedrijven te realiseren. Kijk daarbij naar de Haddingestraat waar een autoparkeergarage is/wordt omgetoverd tot fietsenparking.
Ik zou hier aan toe willen voegen: kijk hoe andere plaatsen het aanpakken, bijvoorbeeld naar Utrecht, waar in bepaalde straten (de Van der Mondestraat) fietsenstallingen in opgekochte woonhuizen zijn gerealiseerd of naar Emmen waar in het centrum een (bewaakte) gratis ondergrondse fietsenstalling werd gerealiseerd.
Vooruit, nog een bekende Groninger, architect Jurjen van der Meer van De Zwarte Hond aan het woord. Hij zegt in de DvhN-kerstbijlage van december 2023 over het Hoendiep: "Haal die parkeervlakte nabij het centrum weg. Het is wel duidelijk dat we in onze steden naar minder auto's en meer groen moeten. (…) De versteende stad wordt steeds warmer. Grote
Tekst: Klaas van der Meulen deel 2 foto's: Klaas van der Meulen
keuzes zijn noodzakelijk. Er zit hier een nieuwe, ambitieuze wethouder ….(…) Als je teveel luistert naar weerstand komt er niets van de grond."
Als ik de reacties van de A-kwartierrespondenten tegen het licht houd valt me op dat de hard-core-autobezitters wat achter blijven bij de beantwoording. Hoe zou dat komen, vraag ik me af. Enkele respondenten reageren zeer uitgebreid, één (de laatste) geeft zelfs oplossingen voor parkeerproblemen. De reacties:
• Ik heb geen auto meer, maar wel een Greenwheels-abonnement van een tientje in de maand en doe alles lopend, (vouw)fietsend en met het OV.
• Ik ben deelautobezitter en parkeer eenvoudig aan Praediniussingel.
• Ik heb geen auto meer.
• De meeste van mijn klanten komen per fiets. Soms staan er te veel fietsen en is er voor een rolstoel of rollator geen doorkomen aan. Mijn advies: haal fietsen met platte banden weg, die worden niet gebruikt en staan er vaak heel lang.
• Hopelijk kunnen we in de toekomst dichtbij parkeren, we hebben dan een laadpaal voor een elektrische auto nodig.
• Geen behoefte hier aan mee te doen.
• Geen auto, reden: niet nodig en duur. Ook vind ik het OV erg fijn om mee te reizen. In de vakantie huur ik wel eens een auto. Ik vind dat er voor bewoners in de stad de mogelijkheid moet zijn om de auto zoveel mogelijk dicht bij de deur te parkeren. Voor bezoekers het liefste buiten de stad met goede en goedkope OVverbinding.
• We hebben een auto en een eigen garage. Daardoor hebben we nooit problemen met parkeren. Ik vind het betaald parkeren in het A-kwartier een goede zaak, daardoor is er toch redelijk wat ruimte. Voor bezoek is er eigenlijk altijd wel ruimte.
• Het parkeerprobleem doet zich echter ook in hevige mate voor bij fietsen. Dankzij ca 50 jaar autopesten is Groningen een behoorlijk autovrije stad geworden en dat is te waarderen als het niet regent. De chauffeur voelt zich opgejaagd wild en dat is misschien maar goed ook, want als dat niet zo was stond de stad meteen weer vol, zo aantrekkelijk is het bezit en gebruik van een privévoertuig. Een belangrijk onderdeel van het probleem in Nederland is dus ook de regelzucht en wens tot ordening. Dank zij het lastige parkeren en rijden in de binnenstad is die binnenstad een van de armoedigste die ik ken. De autobezitters gaan gewoon naar Assen, Zuidlaren of andere dorpen, waar de regeldruk niet zo hoog is en dus de kwaliteit van de middenstand aanzienlijk beter is dan hier. Ik kan hem, als beloning voor bewezen diensten, dichtbij (300 m) huis parkeren op een parkeerterrein van mijn vroegere werkgever, waardoor ik me enorm bevoordeeld acht.
• Wij delen een auto met de buren, parkeren op loopafstand.
• Ik woon nu bijna 25 jaar in dit gebied (Visserstraat). En al die tijd ben ik in het bezit van een auto en een parkeervergunning. Parkeren is nooit gemakkelijk geweest, maar er zijn periodes geweest dat het zelfs bijna onmogelijk was.
In een eerdere periode zijn de problemen 'verlicht' door bewoners te laten kiezen voor óf parkeren op straat met een vergunning óf gebruik maken van een buurtstalling. De laatste maanden nemen de parkeerproblemen echter weer enorm toe. Zelfs overdag is het moeilijk een plek te vinden aan de zuidkant van de Noorderhaven. En als ik 's avonds thuiskom, moet ik regelmatig parkeren in de buurt van de Ebbingestraat of de Walburgstraat.
Of ben ik gedwongen betaald te parkeren in de Hortusbuurt. In het verleden parkeerde ik regelmatig aan de singels aan de zuidkant van het centrum.
Mede vanwege mijn leeftijd vind ik het niet meer prettig 's avonds laat lopend het centrum te doorkruisen.
Het aantal parkeerplaatsen voor vergunninghouders is sterk afgenomen door het parkeervrij maken van enkele straten (bv. Turftorenstraat, Hoge der A). Daarnaast worden er parkeerplaatsen vrij gehouden voor het opladen van elektrische auto's. Ik heb de indruk dat het 'op-de-meter' parkeren in het centrum de laatste jaren sterk is toegenomen. Welllicht omdat de prijs voor parkeren in het centrum gelijk is getrokken met parkeren in de naastgelegen wijken (bv. Hortusbuurt, Westerhavengebied).
Wat te doen aan de parkeerproblemen
1. Verder onderzoeken hoe het precies zit met de druk door 'op-de-meter' parkeren.
2. Bekijken of er extra parkeerplaatsen zijn te creëren door betere belijning. Het komt regelmatig voor dat er 2 auto's staan op een plek waar er 3 zouden kunnen staan. Ik noem dit acties ter bevordering van sociaal parkeergedrag.
3. De parkeerplaatsen tegenover Noorderhaven 2 t/m 8 (waterzijde) herinrichten, d.w.z. de verhogingen verwijderen en ook hier belijning aanbrengen.
4. De parkeergebieden herindelen: het gebied centrum in taartpunten splitsen en deze punten toevoegen aan de direct aangrenzende wijken. Onnodige kilometers t.b.v. het vinden van een parkeerplaats kunnen hiermee beperkt worden.
Wat zegt de gemeente
Groningen wil meedoen met de front-runners: Of het nu gaat om de Amsterdamse binnenstad, de Utrechtse voorbeeldwijk Merwede of Sneek: blikken koetsen zijn verre van hot, hip en sexy en worden geweerd als graten in kibbeling. Dat auto's weren geen 'piece
of cake' is toont een uitspraak van wethouder Rietman uit Sneek aan: "Als je als openbaar bestuurder aan iemands auto komt, ligt dat uitermate gevoelig. En dan druk ik me nog subtiel uit."
Sinds medio 2022 bezoek ik in Groningen elke door de gemeente georganiseerde bijeenkomst over de (her)inrichting van de binnenstad. Op deze manier leer ik veel mensen kennen en kom ik op locaties (Floreshuis, Puddingfabriek, Stadhuis, Provinciehuis, gemeentekantoren aan het gedempte Zuiderdiep, Kreupelstraat, Harm Buiterplein) waar mijn al jaren in Groningen wonende broers en zus nooit kwamen. Vaak zijn het slecht bezochte bijeenkomsten waarbij de hoeveelheid ambtenaren en gereedstaande schalen hapjes aan het eind, het aantal bezoekers verre overtreffen.
Ook bezocht ik als gast van de raad een gemeenteraadsvergadering waarbij gemeenteraadsleden bezoekers te woord stonden en als gast van de provincie een Provincialestatenvergadering waar ik iedereen die ik ontmoette met vragen kon overladen. De laatste (goed bezochte) informatieavond aan de Nieuwe Sint Jansstraat ging over 'autodelen'.
Ook woon ik als bestuurslid van buurtvereniging Het A-Kwartier overleggen bij met delegaties van de gemeente, soms in het bijzijn van de wethouder, Mirjam Wijnja.
Waar ik ook kom, de communis opinio luidt: de binnenstad raakt vol en we streven ernaar het voor automobilisten steeds minder aantrekkelijk te maken met de auto naar het stadscentrum te komen. Foto's van veertig jaar geleden naast platen van nu illustreren dat beeld treffend. Tegelijk constateer ik dat het vaak bij papieren wensdromen blijft. Nog steeds kun je aan de parel van de stad (Hoge der A) parkeren, kun je (en
• boven: Vismarkt 1974 voor de invoering van het Verkeerscircuatieplan in 1977. foto: M.A. Douma (collectie Gron. Archieven)
• onder: verkeerssituatie Ged. Zuiderdiep in 1977. foto: Bureau Voorlichting gem. Groningen (collectie: Groninger Archieven)
kunnen marktkooplui) met de auto/vrachtauto dwars door de stad rijden en is parkeren in de binnenstad eenvoudig en (spot)goedkoop. Een zeer interessant initiatief in Groningen is de transformatie van de Kerklaan naar een fietsstraat. Daarnaast werd kortgeleden bekend dat de gemeente Groningen meer dan ¤ 930.000 wil besteden aan het uitbreiden van fietsenstallingen en het realiseren van extra fietsenstallingen bij vijf belangrijke bushaltes.
Autodelen
Autodelen is al een zo gewoon begrip geworden dat Word het accepteert als een (nieuw) werkwoord. Er zijn verschillende vormen van dit nieuwe fenomeen. De eenvoudigste is dat enkele autobezitters gaan samenwerken. Een partij verkoopt de auto en men gebruikt samen de auto van de ander. De voordelen zijn duidelijk: het is kostenbesparend en je werkt mee aan een vermindering van blik op straat.
• De 1000ste deelauto in Groningen in 2021
Een - op het eerste gezicht - wat ingewikkelder vorm van autodelen is dat een groep van 15 à 20 huishoudens de auto wegdoen en gezamenlijk drie à vijf gaan leasen. In dit geval worden er vaak verschillende typen auto's geleased, met het doel aan verschillen in de vraag tegemoet te komen. Bijvoorbeeld een kleine stadsauto, een grotere gezinsauto, een bedrijfswagentje en een sportief karretje. Deze vorm van autodelen wordt door de gemeente Groningen gestimuleerd. Jorrit Albers en Thijs Oost gingen in januari 2024 avond aan avond de boer op om in buurt- en verenigingshuizen voorlichting te geven. Thijs is beleidsmedewerker mobiliteit bij de gemeente Groningen (duurzaamgroningen.nl/ autodelen) en Jorrit werkt bij het landelijk opererende platform Deel (www.wijzijndeel.nl).
We zitten met zo'n 20 personen in Wijkcentrum 'De Sint Jan' in Nieuwe Sint Jansstraat. Ik herken vier bewoners uit het A-Kwartier en de rest komt uit de Ebbingebuurt, een buurt waar geen auto's op straat staan en rijden en waar ondergronds geparkeerd wordt. Beide mannen geven een gelikte presentatie. De gemeente Groningen wil toe naar veel minder auto's op straat. Er zijn inmiddels al enkele alternatieven voor de privéauto: Greenwheels, Mywheels, Just Go en nu dus Deel. Deel wil ook scooters en bakfietsen in deeleigendom aanbieden. Hoe het werkt? Een groep geïnteresseerden steekt de koppen bij elkaar en vormt een soort coöperatie die auto's leaset. Elektrische auto's, dat is de voorwaarde van Groningen,
foto: Kijk op het Noorden
wil de coöperatie extra faciliteiten krijgen. Als de twintig deelnemers allemaal hun auto inleveren en er vier voor in de plaats komen, dan biedt de gemeente Groningen gratis parkeerplaatsen en laadpalen aan. Daarnaast wordt de beginnende groep een half jaar met raad en daad ondersteund door mannen als Jorrit en Thijs. Opvallend en eigenlijk tegengesteld aan de duurzaamheidseis is dat deze autodeelvorm meer rijden stimuleert door de kosten af te laten nemen bij een hoger aantal gereden kilometers. Inmiddels worden er kleine coöperaties opgericht die dit nadeel tegengaan en geheel vanuit de duurzaamheidsgedachte dat auto's minder gebruikt zouden moeten worden, stimuleren dat er minder wordt gereden door de kilometerprijs te laten dalen bij minder gebruik.
Conclusie
Hier nog uitgebreid een conclusie formuleren is, gezien het voorafgaande, overbodig. De parkeerproblemen in Groningens centrum tackelen komt neer op de beschikbare ruimte te (her)verdelen naar behoefte van de verkeersdeelnemers op basis van beleidsuitgangspunten. Als het doel is de auto iets terug te dringen ten faveure van de fiets, knabbel dan wat ruimte af van de autoparkeervakken. Mijn rapportage toont aan dat daar volop ruimte voor is.
Aanbevelingen
Als ik het bovenstaande teruglees rollen de aanbevelingen uit mijn pen als schroevendraaiers van een scheefstaande werkbank. Het is wel zaak ze op te pakken vooraleer ze in een openstaande lade verdwijnen. Dit artikel over parkeren in de binnenstad van Groningen schreef ik niet specifiek voor de wethouder. Wel hoop ik dat zij er kennis van neemt. Vandaar mijn aan haar gerichte aanbevelingen.
Geachte mevrouw Wijnja, de woorden van Jurjen van der Meer dat wij een nieuwe en ambitieuze wethouder in Groningen hebben indachtig, beveel ik onderstaande acties van harte bij u aan:
• Onderzoek de mogelijkheid van een parkeerchip. MBO- en HBO-instellingen zijn geregeld op zoek naar stageprojecten voor afstudeerstudenten. Een ICT-geïnteresseerde student kan hier vast mee uit de voeten.
• Vergroot het aantal parkeervakken door te differentiëren in maatvoering van parkeervakken.
• In lijn met mijn onderzoek naar parkeervakbezetting: verander twee reguliere en twee van een wit kruis voorziene parkeervakken aan Lage der A in fietsparkeervakken. Idem met twee aan Pottebakkersrijge en twee aan de woningzijde van
Praediniussingel. Dat zou acht maal vijf meter voor fietsen kunnen opleveren, dus ruimte voor 80 fietsen. Maak er desnoods een tijdelijk experiment voor twee jaren van. Ik bied mij aan om, indien gewenst met een hardcore autobezitter, zo'n experiment te volgen en te observeren hoe een en ander verloopt en daarover verslag uit te brengen.
• Bevorder particuliere autodeelinitiatieven door autodelers een extra aantrekkelijke parking en korting op het jaartarief aan te bieden.
• Fluit de in Groningen, door www.deel.nl en gemeente Groningen, gestarte autodeelinitiatieven terug waar het de stimulans van autorijden betreft door bij meer kilometers de deelnemersbijdrage te verkleinen.
'Parkeren in Stad' werd gelezen en van kritische noten voorzien door Frank Berndsen (openbaarvervoergebruiker), Inge Bousema (autodeler), Frank Luikens (autorijder), Marieke Kremer (openbaarvervoergebruiker) en Ted Schilder (autorijder). Hun feedback liep uiteen van taalkundige verbeteringen, inhoudelijke opmerkingen tot strategische aanbevelingen. Van alle commentaar heb ik gebruik gemaakt. Allen: zeer bedankt!
Groningen, 16 februari 2024
Klaas van der Meulen
Dit is het laatste deel van een serie van twee, geschreven door Klaas van der Meulen op persoonlijke titel. Het is dus niet noodzakelijkerwijs de mening van het bestuur van Buurtvereniging Het A-Kwartier of van de redactie van de A-krant. De redactie is wel blij met de reacties die dit heeft opgeleverd, waaronder die van de heer Kecskés die u kunt lezen op pag. 24 van deze A-krant.
Een 'perfecte storm' is een ongewone combinatie van gebeurtenissen of dingen die een ongewoon slecht of krachtig resultaat opleveren.
Het Museum aan de A heeft de scheepvaartcollectie 'uitverkocht'. Het sluitstuk was het wegtakelen van de Alida. De openingstijden van het Museum zijn nu beperkt tot evenementen: "Als voorbereiding op een verbouwing en nieuwe presentatie is onze collectie niet te zien, ook zijn er geen tentoonstellingen. Wel zijn er events voor jong en oud. In ons museum, op ons museumschip én op andere plekken in de provincie". Het is er dus stil.
De enige reuring komt van het werk dat wordt gedaan om het Gotisch Huis en het Canterhuis toegankelijk te maken voor hen die slecht, of niet, ter been zijn. Een museum moet per slot van rekening inclusief zijn, en de 'architective' heeft na intensief speurwerk een opening hiervoor ontdekt in de rijksmonumentale panden.
Volgens Peter Michiel Schaap van Platform Gras (A-krant nummer 2 2024) ligt er in het Akwartier een enorme kans bij het nieuwe Museum aan de A. Daarin gaat het niet alleen om het museum zelf, maar ook over de relatie met de omgeving. Zelf denk ik dan vooral aan de Schuitemakersstraat.
illustratie: Warner Bros. Pictures
Ook het Museum aan de A gelooft in die enorme kans, 'n Golden Kaans zelfs ! Huh, een bidbook? Ja, een bidbook; dit is het plan waarmee het Museum aan de A pitcht voor funding door de gemeente Groningen. Geld waar ook andere instellingen achteraan zitten. De gemeente Groningen moet de komende jaren miljoeneninvesteringen doen in de nieuwe Oosterpoort, Kardinge, Museum aan de A en Martiniplaza. Aan de directies van deze bedrijven - bij allen speelt de gemeente een grote rol - is gevraagd om verschillende toekomstscenario's uit te werken en rekening te houden met de raakvlakken van de vier ondernemingen. Daarom dus een bidbook. Daarom ook even niks. Want het is geen uitgemaakte zaak. Miljoenen die de gemeente Groningen niet heeft (Sikkom, opinie, 4 september 2024: "Maar de bodem van de schatkist van het stadhuis is al een tijd in zicht"), en – als wel – dan in ieder geval maar één keer kan uitgeven. En dat in een periode dat de gemeente Groningen, als iedere gemeente in Nederland, afstevent op een 'ravijnjaar': "Tot en met 2025 vloeit er redelijk veel geld van het rijk richting gemeenten. Na 2026 vallen de baten echter meer dan fors terug van 137 euro naar 47 euro per inwoner. Timmer dan maar eens een voorjaarsnota in elkaar". Oftewel, ik vermoed dat de gemeente wel vier keer nadenkt waaraan een euro dan te besteden.
En dan is er ook nog de door de kunst- en cultuursector gevreesde 'kaalslag' door 'ongecoördineerde reeks' financiële maatregelen van het nieuwe kabinet (de Volkskrant, woensdag 11 september 2024). Deze sector dreigt vanaf 2026 een klap van 200 tot 350 miljoen euro per jaar te krijgen (verlies aan inkomsten!) als gevolg van de voorgenomen btw-verhoging, de korting op het gemeentefonds en een stapeling van andere financiële maatregelen (waaronder hogere kansspelbelasting, denk Vriendenloterij!) van het kabinet, zo schatten het Cultuurfonds, belangenorganisatie Kunsten '92 en VNG volgens die krant. Dit kan hard uitpakken. En laat Museum aan de A nu in deze sector actief zijn.
De Kunstraad Groningen moet nog overtuigd worden en wijst de provinciale subsidieaanvraag af. Hierbij beoordeelt de Kunstraad het criterium artistieke en/of inhoudelijke kwaliteit (van het Museum aan de A) voor de provincie als matig. Men is van mening dat
het museum zich teveel door de vorm laat leiden: "Een profiel van wat het museum wil zijn met duidelijke uitgangspunten voor een artistiek-inhoudelijke visie en programmering zou (de inrichting van) het gebouw moeten bepalen, nu lijkt het andersom".
Maar er is zeker ook potentieel: "De Kunstraad heeft geen twijfel over nut en noodzaak van een historisch museum in Groningen. Publieksactiviteiten over de rijke historie van de stad zijn een aanvulling op het bestaande aanbod en belangstelling ervoor is naar verwachting groot, zeker als het museum een transitie naar eigentijdse programmering kan maken".
En het Museum aan de A heeft al wat laten zien.
In november wordt een beslissing van de gemeente Groningen verwacht. De sleutels liggen klaar om overgedragen te worden. Laten we hopen dat deze 'perfecte storm' voor onze buurt een krachtig resultaat oplevert. Ook voor de Schuitemakersstraat. Stadsontwikkeling is enthousiast.
• Situatie Schuitemakersstraat
• foto: Museum aan de A https://museumaandea.nl/media/1/Over-ons/ANBI/Bidbook-n-Golden-Kaans-Museum-aan-de-A-september-2023.pdf
Het moet begonnen zijn toen ik een jaar of tien geleden Delpher ontdekte. Delpher is een gratis toegankelijke website, ontwikkeld en beheerd door de Koninklijke Bibliotheek, met gedigitaliseerde historische Nederlandse kranten, boeken, tijdschriften. De website werd op 20 november 2013 gelanceerd. Ik woon dit jaar 50 jaar aan de Hoge der A en in al die tijd is mijn interesse in het verleden van mijn directe omgeving alleen maar toegenomen. Ik wilde wel eens weten wie en wat er in het verleden in mijn huis hadden gezeten. Personen en bedrijven. Aanvankelijk beperkte ik me tot krantenberichten en advertenties uit mijn straat, maar al gauw breidde de interesse zich uit naar het hele A-Kwartier. Het resultaat is inmiddels uitgegroeid tot een collectie van ruim duizend krantenadvertenties die een beeld geven van de tijd van toen en die ik graag met u wil delen. Sommige daarvan zijn saai of zakelijk, maar regelmatig kom ik dingen tegen die opmerkelijk zijn: over produkten die we nu allang niet meer kennen, met taalgebruik dat tegenwoordig ethisch echt niet meer kan of met een vormgeving die kenmerkend is voor de periode waarin de annonce werd gemaakt. En soms zijn ze regelrecht hilarisch. Ik hoop dat u de collectie kunt waarderen. En laten we passend beginnen met de letter A.
Geen cent te veel
advertenties uit het oude A-Kwartier
samenstelling: Han Santing
NvhN 30-09-1937
NvhN 11-12-1959
NvhN 28-03-1923
NvhN 03-04-1936
NvhN 23-01-1941
NvhN 24-12-1919
NvhN 21-11-1932
NvhN 20-07-1902
NvhN 22-06-1934
NvhN 22-01-1912
NvhN 04-12-1936
NvhN 29-02-1932
NvhN 02-12-1929
In memoriam Greddy Huisman (1934-2024)
"Bestijg de trein nooit zonder uw valies met dromen."
Op 10 juni j.l. is Greddy Huisman, woonachtig aan de Lage der A, overleden. De bovenstaande regel komt uit haar lievelingsgedicht, "Bericht aan de reizigers" van Jan van Nijlen en zou je Greddy’s levensmotto kunnen noemen. Altijd was er een project in haar leven om onderzoek naar te doen. Ook in letterlijke zin was er de trein en het valies: zij is per spoor door heel Europa gereisd, vooral Engeland was favoriet.
Greddy werd in 1934 geboren in Nieuw-Amsterdam, in een onderwijsfamilie, haar vader was hoofd van de lagere school. Ze studeerde geschiedenis en haalde in 1966 haar doctoraal in Amsterdam. Haar levenslange belangstelling voor egodocumenten begon tijdens colleges van Jacques Presser.
Portretjes in Greddy’s vensterbank hebben door de tijd laten zien met wie zij op dat moment bezig was.
In Amsterdam raakte ze trouwens ook geïnteresseerd in politiek, sloot zich aan bij de vrouwenbeweging en bij de Dolle Mina’s.
Maar vooral was zij een inspirerende docente geschiedenis op middelbare scholen en later in Groningen als vakdidactica, eerst op de lerarenopleiding Ubbo Emmius en later aan de Universiteit.
Na haar pensioen werd zij freelance historica en verzorgde lezingen waarin ze historisch onderzoek combineerde met gedichten en romanfragmenten. In 2000 promoveerde ze op het onderwerp 'Gouvernantes in Nederland'. Niet alleen interviews maar ook haar verblijf in Parijs als gouvernante waren bronnen voor haar proefschrift. Ze schreef daarover het boek 'Tussen salon en souterrain' (2000).
Haar laatste boek 'Zie hier mijn karakter' (2019), over Margarethe Isabella van Ittersum (Belle) geeft een mooi beeld van een adellijk leven rond 1800.
Aan de Lage der A woonde zij 35 jaar. Zij was verknocht aan deze buurt. Tijdens Winterwelvaart waren in haar huis schilderijen te bewonderen. En een mooi beeld en herinnering voor de buurt is wellicht dat zij in haar open raam met haar accordeon levensliederen ten gehore bracht. Op 16 juni was er een herdenkingsbijeenkomst in Café de Sleutel. Greddy werd 90 jaar.
(tekst: Sytske Veltman en Annelies de Vries)
De A-krant is het wijkorgaan van het A-Kwartier in Groningen en wordt 4x per jaar in een oplage van 2300 exemplaten huis-aan-huis verspreid.
Advertenties kleiner dan A5 zijn altijd liggend.
Aanleveren graag kant en klaar in PDF.
Hebt u (nog) geen advertentie, dan kan onze vormgever deze tegen een bescheiden meerprijs leveren.
Dat gaat altijd in goed overleg met de adverteerder.
De nota wordt achteraf verstuurd, dus over het voorafgaande kalenderjaar.