Bulletin Dordrechts Museum maart 2012

Page 1

bulletin

m a a rt

2 0 1 2

n o g

n o o i t

dordrechts museum z 贸

v e e l ,

z 贸

m o o i

e n

z 贸

s p a n n e n d


colofon redactie:

Henriette Fuhri Snethlage fotografie:

Marco de Nood, Richard Boonstra, Huib Kooijker e.a. vormgeving:

Jantijn van den Heuvel, Made

4 rooskens

8 schenken

druk:

Drukkerij Romein Etten-Leur oplage:

2000 uitgave:

Dordrechts Museum © 2012 issn:

1384-332x

1 0 p i r o s m a n i

14 kunstgreep

16 aanwinst

18 schefferbeeld

2 2 ad breevaart

24 agenda

Dordrechts Museum Museumstraat 32 3311 xp Dordrecht bezoekadres:

Museumstraat 40 internet:

www.dordrechtsmuseum.nl Telefoon (078) 7708 708 Fax (078) 6319 783 omslag [detail]:

Anton Rooskens Zonder titel, 1962 doek, 50 x 40 cm Dordrechts Museum, schenking Erven Rooskens, 2012

Deze uitgave wordt mogelijk gemaakt door een substantiële bijdrage van de Vereniging Dordrechts Museum.

Al meer dan 1100 leden! Vereniging & Dordrechts Museum: historisch verbonden  Lid worden of meer informatie: www.verenigingdordrechtsmuseum.nl

m u s e u m s t r a at 4 0 , d o r d r e c h t ( 0 78 ) 7 7 0 8 7 0 8

dordrechts museum

volg ons ook op Facebook , Flickr , T witter en YouTube


E e n b ij z o n d e r m o m e n t . . . s t e u n v a n d e b a n k g i r o l o t e r ij Samen met burgemeester Brok van Dordrecht ontving Peter Schoon op 6 februari uit handen van de directeur van de BankGiro Loterij een cheque van 600.000 euro voor het Dordrechts Museum, te besteden in de komende drie jaar. ‘Ook in deze tijd van bezuinigingen is het Dordrechts Museum in staat geld uit de markt te halen en dat is best iets om trots op te zijn’, vindt directeur Peter Schoon. ‘Deze cheque is een bevestiging dat we met het vernieuwde museum op de goede weg zijn. De steun van de BankGiro Loterij geeft ons armslag om onze tentoonstellings- en activiteitenprogrammering verder uit te bouwen, de collectie te versterken, ons publiek nog beter te informeren, kortom we krijgen de ruimte om het museum nog beter op de kaart te zetten.’

De overhandiging van de cheque vond plaats tijdens het jaarlijkse Goed Geld Gala in het Rijksmuseum

Amsterdam. De BankGiro Loterij is dé cultuurloterij van Nederland. Ongeveer 700.000 Nederlanders spelen mee in deze oudste goededoelenloterij van ons land en investeren daarmee in molens, musea en monumenten in heel Nederland. De afdracht aan cultuur van de BankGiro Loterij is dit jaar met ruim 64 miljoen euro – aan zestig instellingen – groter dan ooit. Peter Schoon: ’De loten worden gekocht door de Nederlandse bevolking en die investering geven we graag terug aan het publiek.’

Burgemeester Arno Brok (l.) en Peter Schoon (r.) nemen de cheque in ontvangst van Marieke van Schaik van de BankGiro Loterij (foto roy beusker)

d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12

3


Anton Rooskens en Cobra

C o l l e c t i e v e r r ij k t m e t s c h i l d e r ij e n r e l i ë f De schenking van een schilderij (afb. 1) en een keramisch reliëf (afb. zie p. 9) vormde de aanleiding voor de tentoonstelling Anton Rooskens en Cobra in het Dordrechts Museum. Het museum bezat al een mooie groep werken van Cobraschilders als Appel, Constant, Corneille en Alechinsky, maar werk van Rooskens ontbrak tot nu toe. Voor de tentoonstelling hebben de schenkers tijdelijk ook ander werk van Rooskens uit hun collectie beschikbaar gesteld. De schenking en tentoonstelling onderstrepen nog maar eens hoe belangrijk particuliere verzamelaars voor het museum zijn. Esther Jonkman — Liesbeth van N o o r t w ij k

Op de tentoonstelling hangt het werk van Anton Rooskens (1906-1976) naast oude bekenden uit de collectie, zoals Kindje, kerkje, beestje van Karel Appel (afb. 3) en Lente van Constant (afb. 4). Maar er zijn ook werken die zelden of nooit eerder ‘op zaal’ te zien waren, zoals de tekeningen van schilder/dichter Lucebert (afb. 5) en een prachtige gouache van Eugène Brands (afb. 6). De selectie als geheel

geeft een goed beeld van de ‘taal van Cobra’ en de invloed daarvan in de jaren ná Cobra. Cobra staat voor de grote, internationale uitbarsting van energie in de kunst kort na de Tweede Wereldoorlog. De beweging dankt zijn naam aan de steden waar de groep zijn wortels had: Kopenhagen (Copenhagen), Brussel en Amsterdam. Niet alleen schilders, maar ook schrijvers en dichters waren lid.

1. Anton Rooskens Zonder titel, 1962 doek, 50 x 40 cm Dordrechts Museum, schenking Erven Rooskens, 2012

4

d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12


2. Anton Rooskens in zijn atelier

3. Karel Appel Kindje, kerkje, beestje, 1949 doek, 89,3 x 67,5 cm Dordrechts Museum, bruikleen rce 1966 (verzameling Van Bilderbeek)

Jonge kunstenaars braken met elke traditie. Hun ideaal was een kunst te creëren die ‘geen andere norm erkent dan expressiviteit en spontaan schept wat de intuïtie ingeeft’, zoals Constant schreef in 1949. Zij vonden hun voorbeelden niet in de klassieke kunst, maar in de uitingen van kinderen en geesteszieken of in de magische motieven uit primitieve culturen. ‘Door middel van de verbeelding leert men de werkelijkheid kennen’, aldus Constant.

R o o s k e n s e n C o b r a In Nederland zijn Appel, Constant en Corneille de bekende iconen van Cobra, maar zij waren zeker niet de enige of eerste vernieuwers. Schilders als Piet Ouborg en Anton Rooskens, een generatie ouder, waren al jaren aan het experimenteren. Rooskens, opgegroeid op de grens tussen Brabant en Limburg, kopieerde in zijn jonge jaren voornamelijk oude meesters. Geïnspireerd door Van Gogh ging hij erop uit om het Brabantse landschap te schilderen. Het levendige artistieke klimaat in Amsterdam deed hem in 1935 besluiten Brabant te verlaten en met zijn gezin te verhuizen naar de hoofdstad. In het Stedelijk Museum raakte hij gefascineerd door de kunst van Picasso, Braque en Matisse. Ook ontmoette hij de Vlaamse schilder Permeke, met wie hij een langdurige vriendschap sloot. Maar de Tweede Wereldoorlog dwong hem, als zoveel kunstenaars, zich terug te trekken in zijn atelier. In die oorlogsjaren begon hij met experimenteren en abstraheren. Het einde van de oorlog betekende voor de nieuwe generatie kunstenaars een com­p leet nieuw begin. Rooskens voelde zich thuis bij die enthousiaste jonge garde. Samen met onder andere Appel, Constant, Corneille en Wolvecamp richtte hij in 1948 de Experimen­ tele Groep Holland op. Het contact met de

aanwinsten De beide nieuwe aanwinsten zijn van latere datum dan de Cobrabeweging: het schilderij maakte Rooskens in 1962, het reliëf in 1973. Toch zijn de voor Cobra zo kenmerkende expressiviteit en spontaniteit en de belang­ stelling voor primitieve kunst er direct in te herkennen. De decoratieve, zwart omlijnde figuren in het keramische reliëf laten Rooskens’ interesse voor het magische en primitieve zien. Vissen, vogels en kinderen zijn onderwerpen die vaak terugkeren in zijn werk. Ook het gebruik van fel rood, geel, blauw en groen is typerend. In zijn schilderijen werkte Rooskens met stevige verftoetsen, laag over laag. Soms ook ‘schreef’ hij vormen en lijnen rechtstreeks met de verftube op het doek of kraste ze met de achterkant van een penseel in de nog natte verf. Alles met een enorme vaart en trefzekerheid.

d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12

5


4. Constant Lente, 1949 doek, 39 x 29 cm Dordrechts Museum, bruikleen rce 1969 (verzameling Van Bilderbeek)

5. Lucebert Zonder titel, 1963 tekening, 270 x 210 mm Dordrechts Museum, bruikleen rce 2010 6. Eugène Brands Compositie iii, 1948 gouache, 680 x 470 mm Dordrechts Museum

jonge schilders was voor hem een enorme stimulans. Omgekeerd was Rooskens met zijn jarenlange ervaring voor hen een belangrijke steun. Wekelijkse ontmoetingen tussen de leden zorgden ervoor dat er al snel een eigen, herkenbare ‘taal’ ontstond in hun werk. In november 1948 ging de Experimentele Groep op in de gelijkgestemde, internationale Cobrabeweging. Cobra beleefde haar hoogtepunt met een grote tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam in 1949. Kort daarop viel de groep alweer uiteen en in 1951 werd Cobra opgeheven. De kunstenaars gingen weer hun eigen weg. De impact van Cobra zou echter nog jaren lang voelbaar blijven. D e i n s p i r a t i e v a n C o b r a Het Dordrechts Museum bezit een collectie Cobra- en Cobra-gerelateerde kunst, die een goed beeld geeft van de enorme invloed die de beweging heeft gehad. Cobra bleek het startpunt van waaruit kunstenaars in de jaren vijftig en zestig nieuwe, expressieve stijlen ontwikkelden. Sommigen lieten de figuratieve vorm geheel los. Enkele Cobrakunstenaars, zoals Pierre Alechinsky en Willem Hussem (afb. 7), lieten zich inspireren door het Verre Oosten. In Alechinsky’s Le loin calme, le proche agité (afb. 8) is de invloed van een reis naar Japan

6

d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12


7. Willem Hussem Compositie doek, 145 x 100 cm Dordrechts Museum, aankoop 1984 8. Pierre Alechinsky Le loin calme, le proche agité, 1976 inkt op papier, 1840 x 930 mm Dordrechts Museum, aankoop van kunstenaar 1976

en de kennismaking met Japanse kalligrafie duidelijk zichtbaar. Schilders als Brands en Lataster ontwikkelden een schilderstijl met de nadruk op kleur en atmosfeer, die je ‘lyrisch abstract’ zou kunnen noemen. Appel en Corneille hebben de ‘primitieve’ Cobra-beeldtaal nooit echt losgelaten, al werd hun stijl losser en persoonlijker. Voor Rooskens was een reis naar Afrika van grote invloed. Hij ging volledig abstracte composities schilderen in aardetinten en ontwikkelde een eigen idioom van tekens,

geïnspireerd op de primitieve ornamenten die te vinden zijn op maskers en schilden. In de daarop volgende jaren werd zijn kleur­ gebruik steeds donkerder en ging hij onder invloed van het Amerikaanse abstract expres­ sionisme schilderen met een veel forser, heftiger gebaar. Rooskens keerde in de jaren zestig en zeventig uiteindelijk terug bij het licht, de kleur en zelfs de bekende motieven – vogels, vissen – van Cobra. Het pas verworven schilderij en het reliëf Rivello zijn daar prachtige voorbeelden van.

D e t e n t o o n­s t e l l i n g A n t o n R o o s k e n s e n C o b r a i s t e z i e n v a n 1 1 m a a r t t o t e n m e t 6 m e i 2 0 1 2 L e e s t i p : Ed Wingen, Rooskens, Venlo 1976, verschenen bij een tentoonstelling ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van Rooskens. Het boek is in te zien in de bibliotheek van het Dordrechts Museum.

d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12

7


De kunst doorgeven

Pa u l M e n t z e l o v e r z ij n s c h e n k i n g Het reliëf Rivello van Anton Rooskens werd geschonken door Paul Mentzel. Mentzel groeide op in Dordrecht, en ontwikkelde er een passie voor kunst. Dat vormde de reden om het stuk aan het Dordrechts Museum te geven. Hij verklaart zich nader. P a u l Me n t z el

Paul Mentzel voor zijn favoriete schil­derij in het museum Te Noorden bij Nieuwkoop van Weissenbruch

8

Waarom mijn schenking van het keramisch reliëf van Anton Rooskens aan het Dordrechts Museum? Op het eerste gezicht niet voor de hand liggend. Ik woon in Rotterdam. De stad waar ik gewerkt heb. Mijn vrouw Simone en ik zijn enthousiaste bezoekers van de Rotterdamse musea. Bovendien gaat het om een kunstwerk van een kunstenaar die behoorde tot Cobragroep. Cobra heeft nota bene een eigen museum. Toch, zodra schenken bij mij ging leven, werd het Dordrecht. De aanleiding, langer geleden al, was de belangstelling voor het reliëf van Rooskens, geuit door voormalig directeur van het Dordrechts Museum Jup de Groot. De suggestie verhuisde naar mijn onderbewuste. Opeens, veel later, kwam het gesprek van toen naar boven. O p g r o e i e n m e t k u n s t Van jongs af was er kunst om me heen. Als kind had ik een tekening van de Amsterdamse schilder Hans van Norden boven mijn bed, De kinderboerderij. ‘Voor Paultje, van Oom Hans’. 1942. Werk van Lex Horn hing bij mijn ouders in huis. Moeder speelde piano. Vader viool. Er waren veel boeken in huis. Omdat mijn vader predikant was, nam het woord een speciale plaats in. Als politica hield moeder van het debat. Als jongetje groeide ik er mee op. Eerst als lastige puber, vooral tegenspartelend. Langzaam kwam het licht, ik ging me interesseren. Nog wat later kwam de liefhebber te voorschijn. Behalve mijn ouders, hebben mijn onder­ wijzers en leraren me verder gevormd. Mijnheer De Vries, onze onderwijzer in de zesde klas van de Statenschool in Dordrecht, nam ons als klas mee naar Museum Van Gijn. Als middelbare scholier hoorde ik voor het eerst De Schilderijententoonstelling van Moessorgsky uitgevoerd door het Rotterdams Philharmonisch Orkest in Kunstmin. Het maakte diepe indruk op de kinderziel. In Kunstmin zag

ik ook de eerste dansvoorstelling van mijn leven. In mijn middelbare schooltijd was ik de oppas van de kinderen van kunstenaar Bouke IJlstra en zijn vrouw Josee. Soms ging ik bij Bouke langs op zijn atelier in Pictura. Zonder het toen in de gaten te hebben, leerde ik veel Dordtse en Rotterdams kunstenaars kennen. Ik herinner me de expositie van werk van Aat Veldhoen. Die werd aanvankelijk verboden! Dat was een sensatie in het Dordt van toen. Al deze mensen, mijn ouders, mijn leraren, de oppasouders hebben me leren kijken en luisteren. In Dordrecht is de basis gelegd voor al mijn latere museum- en galeriebezoeken. Echter, ik wil niet volstaan met een nostal­g ische terugblik op mijn jeugd en het Dordrecht van toen. Ik ben geraakt door mensen met een verhaal, een opdracht, een ideaal. Toen waren dat mijn onderwijzers en leraren. Ze zetten zich in voor iets mooiers, iets beters dan het bestaande. Althans zo zie ik het. V a n l i e f h e b b e r t o t v e r z a m e l a a r Nu mijn verzameling. In de loop van de tijd ging ik van kijken over tot kopen. Veel werken op papier. Tussen haakjes: stelt u zich er niet te veel bij voor. Het is een liefhebberij. Maar: Wat wil ik eigenlijk verder met mijn verzameling? Ik was weer terug in Dordt. Als ik er kom voel ik me er thuis. De binnenstad, de rivier, het

d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12


Anton Rooskens Rivello, 1973 keramiek, 55 x 45 x 9 cm Dordrechts Museum, schenking Paul Mentzel, 2012

Wantij, het vroegere huis in het Oranjepark, mijn oude school, de Aardappelmarkt. En vooral het vreselijk goed gerenoveerde en uitgebreide museum. Wat een plezier daar te komen, de oude bomen in de tuin te zien, het gedicht van Jan Eijkelboom in de tuin te lezen. Om er met vrienden af te spreken. Het Dordrechts Museum volgt mijns inziens een interessant spoor met een mij aansprekende ‘vertaling’ van het toegankelijk maken van de collectie. D o o r g e v e n v a n e e n t r a d i t i e Het is niet het decor van de oude stad, ook niet zijn het de herinneringen uit mijn schooltijd. Het is dat ik me realiseer, hoe Dordrecht mij gemaakt heeft. Juist omdat Dordrecht de oorsprong is van mijn verbondenheid met de kunsten, willen we het Dordrechts Museum steunen. Een museum dat ook laat zien dat de schilderkunst niet ophoudt in de 19de eeuw, dat het schilderen niet eindigt bij het bruggetje van Weissenbruch uit 1905. Mijn favoriete schilderij in het museum.

d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12

Een extra stimulans voor mij is het doorgeven van een traditie. Aan de hand van mijn opa kwam ik als jongetje in het Tropenmuseum en het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. Ik bracht de fascinatie over op mijn dochter en kleinkinderen. We nemen Dordrecht op in het repertoire. En, om de verbondenheid met Dordrecht te onderstrepen: de schenking. Tot slot. Wat moet ik doen met de etsen, litho’s, zeefdrukken, tekeningen, gouaches in mijn verzameling? De puzzel was snel gelegd. Het wordt de basis voor een fonds op naam van mijn ouders, het Gemma en Pieter Mentzel Fonds. Zij die zich zo hebben ingespannen voor de kunsten in Dordrecht. Beide, echte idealisten, hebben zich ingezet voor de spreiding van de kunsten. Hun werk kan worden voortgezet door een fonds in het leven te roepen dat het museum de mogelijkheid geeft om met bijzondere projecten nog meer jongeren bij de kunst te betrekken. Over het plan hoort u later meer.

9


preview

Op zoek naar Pirosmani Het Dordrechts Museum toont van 6 mei tot en met 30 september een grote overzichtstentoonstelling van Niko Pirosmani (1862-1918), een naïeve schilder uit Georgië. Het is de eerste keer dat er zoveel schilderijen van deze kunstenaar in Nederland worden getoond. Maaike v a n d e W i el — moniek Peters

1. Rein Dool Pirosmani in het restaurant, 2011 doek, 100 x 120 cm collectie kunstenaar

De aanleiding voor de tentoonstelling is de zoektocht van de in Dordrecht wonende schilder Rein Dool (1933) naar Niko Pirosmani. Al jaren is Dool gefascineerd door de Georgische kunstenaar en hij ondernam diverse reizen naar Georgië. Rein Dool: ‘Het is de verwantschap die ik voel bij Pirosmani. Hij raakt iets aan wat mij ook raakt. Ik zie er iets in van mezelf’. Het gaat hem niet alleen om het zo goed mogelijk bestuderen van Piromani’s leven en werk, maar ook om zoveel mogelijk indrukken op te doen voor zijn eigen reeks schilderijen, die als hommage aan Pirosmani is ontstaan. Deze ode omvat een twintigtal schilderijen en enkele tekeningen en maakt ook onderdeel uit van de expositie. Filmer Mattias IJlstra en journalist Stan van Houcke maakten van Rein Dools zoektocht een film, die zijn première beleeft bij de opening en gedurende de hele tentoonstellingsperiode vertoond wordt in een van de museumzalen.

2. Rein Dool Kijken naar het werk van Pirosmani, 2011 doek, 100 x 120 cm collectie kunstenaar

3. Rein Dool Bewonderaars van het werk van Pirosmani, 2011 doek, 100 x 120 cm collectie kunstenaar

S a m e n w e r k i n g met Georgië De tentoonstelling is tot stand gekomen in nauwe samen­ werking met het Georgisch Nationaal Museum in Tbilisi. Ook de Georgische Ambassade is intensief betrokken bij de voorbereidingen. De first lady van Georgië, mevrouw Sandra Roelofs zal de tentoonstelling openen op 5 mei a.s.

Carel Blotkamp tijdens de opening van What’s Up!

10

d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12


4. Niko Pirosmani Actrice Marguerita doek, 117 x 94 cm Tbilisi, Georgisch Nationaal Museum

E e n v e r h a a l i n s c h i l d e r ij e n De tentoonstelling vertelt een eenvoudig verhaal in schilderijen. Het is schilderkunst bestemd voor iedereen, jong en oud, groot en klein. Pirosmani heeft nooit een officiële artistieke opleiding gehad en schildert ‘vanuit zijn hart’. De kwaliteit van zijn werk is echter opvallend hoog. Zijn ongebruike­lijke en zeer persoonlijke wijze van weer­d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12

geven, hij werkt vaak vanuit een donker palet met lichte toetsen, maakt dit werk zo indringend. De tentoonstellingsbezoeker maakt ook kennis met de laat 19de-eeuwse cultuur van Georgië. Voor wie belangstelling heeft voor kunst met een Oost-Europees karakter, naïeve kunst en outsiderkunst is deze tentoonstelling een absolute must.

11


N i k o P i r o s m a n i ( 1 8 6 2 - 1 9 1 8 ) Het is de eerste keer dat er in Nederland een tentoonstelling gewijd wordt aan Niko Pirosmani. Deze opvallend authentieke schilder is in Georgië en in de voormalige Sovjet-Unie zeer gerenommeerd. Desondanks is zijn naam in West-Europa slechts bij ingewijden en liefhebbers bekend. Niko Pirosmani verbleef rond 1900 veel in Tbilisi, een van de grootste steden van Georgië. Hij werd geboren in het dorp Mirzaani en heeft er zijn jeugd door gebracht. Aan dit dorp heeft hij zijn herinneringen te danken, die vaak het onderwerp zijn van de schilderijen. Pirosmani schilderde portretten van historische personen en historische gebeurtenissen, maar ook van mensen uit het boerenmilieu. Zijn schilderijen worden bevolkt met vissers, ambachtslieden, handelaren, vrouwen en kinderen. Hij schilderde scènes uit het gewone leven van de dorpsgemeenschap en van typische situaties in Tbilisi. N a ï e v e k u n s t Naïeve kunst is een onderdeel van de schilderkunst dat zich min of meer buiten de wereld van de ‘officiële’ kunst ontwikkelt. Het is 5. Niko Pirosmani Visser doek, 111 x 90 cm Tbilisi, Georgisch Nationaal Museum

6. Niko Pirosmani Stilleven doek, 102 x 135 cm Tbilisi, Georgisch Nationaal Museum

12

d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12


7. Niko Pirosmani Drie prinsen slempen op het gras, 1909 doek, 126 x 145 cm Tbilisi, Georgisch Nationaal Museum

8. Niko Pirosmani Ree in een landschap, 1913 doek, 98 x 71 cm Tbilisi, Georgisch Nationaal Museum

nauwe­l ijks voor te stellen dat Pirosmani werkte in dezelfde periode dat Franse schilders als Cézanne en Van Gogh en iets later Picasso en Matisse hun baanbrekende werken maakten. Het Impres­s ionisme, Fauvisme, Kubisme en Futurisme ontwikkelden zich gedurende Pirosmani’s leven, maar dat voltrok zich vol­ ledig buiten zijn waarneming. Pirosmani bracht overduidelijk een bijzon­­der en authentiek oeuvre tot stand en dat onderscheidt hem van veel andere schilders. Misschien is zijn werk nog het meest tever­g e­l ijken met dat van Henri Rousseau (1844-1910), of Frieda Kahlo (1907-1954).

museum een Georgisch cultureel evenement, waarin film, literatuur, wijn, zang en dans uit Georgië centraal staan. Het winkelassortiment wordt uitgebreid met Georgische producten.

9. Dimitri Ermakov Armeense visverkoper albumendruk, 15 x 11 cm Tbilisi, Georgisch Nationaal Museum

F o t o ’ s v a n D i m i t r i E r m a k o v Behalve de vijfenveertig schilderijen van Pirosmani en de hommage van Dool worden er ook vijftien documentaire foto’s van fotograaf en tijdgenoot Dimitri Ermakov geëxposeerd, die een fascinerend beeld geven van het Georgië rond de eeuwwisseling. A c t i v i t e i t e n p r o g r a m m a Rondom deze tentoonstelling zal een uitgebreid activiteitenprogramma worden georganiseerd. Dat zal verschillende kanten van Georgië belichten. Het is een prachtig land met een bijzondere folklore en cultuur die bij ons nog vrij onbekend is. Daarom organiseert het d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12

13


KUNSTGREEP

in kunstgreep vindt u een verrassende greep uit de collectie van het dordrechts museum: een bijzonder verhaal over een van de kunstwerken of een wonderlijk detail dat wordt uitgelicht. rond tal van werken is een opmerkelijk, onverwacht verhaal te vertellen. dit keer koeien aan

e e n p l a s v a n w i l l e m m a r i s , e e n v e r k e e r d s c h i l d e r ij ?

De verkeerde Willem Maris Tot en met 9 april is in het Gemeentemuseum in Den Haag de tentoonstelling Willem Maris. Impressionist van de Haagse School te zien. Het Dordrechts Museum levert een belangrijke bijdrage: alle drie schilderijen van Willem Maris (1844-1910) in de collectie worden uitgeleend.

Sander Paarlberg

1. Willem Maris Koeien aan een plas, 1891 doek, 124,5 x 205,5 cm Dordrechts Museum

14

Twee werken zijn in Dordrecht vrijwel altijd ‘op zaal’ te zien en zijn rechtstreeks uit de vaste opstelling naar Den Haag gegaan. Maar Koeien aan een plas moest uit het depot komen (afb. 1). Over dit schilderij is een opmerkelijk verhaal te vertellen. Koeien aan een plas bevindt zich al sinds 1891 in de collectie van het museum. Het is een voor Maris karakteristiek zonnig schilderij met koeien (een donkere koe afgezet tegen een lichte), water, weiland en lucht. Het forse schilderij heeft ontegenzeggelijk kwaliteiten en moet ook als ambitieus gezien worden.

Maar de verfbehandeling en Maris’ beroemde lichtvlekken op de koeien en het water zijn op de andere Dordtse werken toch net iets spannender. Maar de andere Dordtse schilderijen zijn ook wel topstukken van de meester. Maris’ monumentale Zomer (afb. 2) behoort qua formaat net als Koeien aan een plas tot zijn grootste werken. Het is een gedurfd los en virtuoos geschilderde impressie van koeien in een drassig polderlandschap. De broeierige atmosfeer is tastbaar. Dergelijke subtiele kleurnuances en fraaie lichteffecten leverde hem de bijnaam ‘zilveren Maris’ op. Bijna

d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12


vanzelfsprekend mag Zomer niet ontbreken op een overzichtstentoonstelling. De Dordtse notaris en verzamelaar Willem Hendrik van Bilderbeek kocht het schilderij in 1897 op de Tweede Internationale Tentoon­s telling in Venetië. Na het overlijden van mevrouw Van Bilderbeek-Lamaison in 1951 kwam het samen met het verfijnde, vroege Overzetveer van Willem Maris in het Dordrechts Museum terecht (afb. 3). Sindsdien spelen beide werken een belangrijke rol in de collectie en nemen ze een prominente plaats in de vaste opstelling in. Misschien hebben deze twee Marissen van Van Bilderbeek de Koeien aan een plas van zaal verdrongen. De Dordtse journalist Cornelis Eaton vond dat met Koeien aan een plas in 1891 een tegenvallende Maris was aangekocht en legde de schuld bij het behoudende bestuur van het Dordrechts Museum. Ter verklaring van deze boude opmerking wees hij op een briefje van de schilder en schrijver Jan Veth. 1 Veth had bij kunsthandel Goupil & Cie in Den Haag een prachtige Willem Maris gezien: ‘Niet te groot, zeven koeien er op, prachtig, zoo mooi als ’t kan’. Hij vond het meteen iets voor het Dordrechts Museum. ’s Avonds in de trein naar Amsterdam trof hij Abraham Bredius, de directeur van het Mauritshuis, die het Dordrechts Museum meermaals succesvol had geadviseerd bij aankopen van oude meesters. Ook Bredius had de Maris gezien, was onder de indruk en dacht aan Dordrecht. Beide kunstkenners besluiten het bestuur van het museum te tippen. Veth vervolgde in zijn briefje: ‘Wij schrijven beiden aan het Bestuur. Dit zendt zijn afgezant, die komt, kijkt, koopt… maar een heel anderen Willem Maris dan den door ons bedoelden!’ Dit roept natuurlijk meteen de vraag op welk schilderij Veth en Bredius dan hadden bedoeld: welk stuk hadden zij liever gezien in het Dordrechts Museum? Dat is nog niet zo eenvoudig te beantwoorden. Maris was een zeer productieve schilder. En we weten alleen dat het schilderij in 1891 bij Goupil was en d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12

dat er zeven koeien op staan. Maar is Koeien aan een plas werkelijk zo teleurstellend? De huidige tentoonstelling in Den Haag vormt een mooie gelegenheid om te kijken hoe het Dordtse schilderij het houdt tussen de andere werken van Maris. Op naar Den Haag dus, in de voetsporen van Veth en Bredius. Genieten van de zonnige landschappen van de zilveren Maris en - niet vergeten - koeien tellen.

2. Willem Maris Zomer, 1897 doek, 136,5 x 164,5 cm Dordrechts Museum, bruikleen rce (verzameling Van Bilderbeek)

3. Willem Maris Het overzetveer, ca. 1860 paneel, 16,3 x 20,9 cm Dordrechts Museum, bruikleen rce (verzameling Van Bilderbeek) foto na recente restauratie

noot 1]. E. (C. Easton), ‘Uit de jeugd van Jan Veth’, Haagsch Maandblad, augustus 1925, p. 232-267.

15


nieuwe aanwinst

There are Roads in our shoes Het Dordrechts Museum wil in de komende jaren zijn collectie moderne en hedendaagse schilderkunst verder uitbreiden. Met kunstwerken van hoge beeldende kwaliteit die representatief zijn voor de schilderkunst van de tijd waarin ze zijn gemaakt. Onlangs is There are Roads in our Shoes (2011) van Morgan Betz aangekocht. Ge r r i t W i lle m s

16

Het is niet gemakkelijk te zeggen wat je precies ziet op het schilderij There are Roads in our Shoes. Zijn het abstracte vormen of heeft de kunstenaar met weinig middelen een figuratieve voorstelling geschilderd? Morgan Betz zal zeker tevreden zijn met deze twijfel van de beschouwer, want hij is er niet op uit om zijn werk een eenduidige betekenis te geven. Wat hij wil, is dat het beeld de kijker blijft bezighouden. Zelf ziet Betz geen tegenstelling tussen figuratieve voorstellingen en schilderijen die nauwelijks aanknopingspunten bieden om er iets in te herkennen. Abstractie en figuratie staan wat hem betreft naast elkaar en je zou er op ongeveer dezelfde manier naar moeten kijken. Dus de toeschouwer kan in dit werk de wonderlijke vormen bewonderen, maar evengoed kan hij er een landschap in zien of een onbekend heelal met planeten en buitenaardse wezens gezien vanuit het venster van een ruimteschip. C a p t a i n K i r k Dat laatste is niet eens zo gek als het misschien klinkt. Betz laat zich in zijn werk leiden door de populaire cultuur uit zijn jeugd, door de figuren en verhaaltjes van Sesamstraat, door stripverhalen en televisieseries. Soms krijgen die figuren ook werkelijk een plaats in zijn werk. Betz keek ook vaak naar sciencefictionfilms. Het verwonderde hem hoe in dat soort films de kunst van de toekomst werd voor­g esteld. Niemand weet hoe de kunst er over pakweg honderd jaar uit zal zien, daarom wordt in de decors voor die films terug­g egrepen op de vormentaal van het moder­n isme. Want die vormen herkent iedereen wel als kunst. Je ziet in die films objecten en afbeeldingen die in de verte lijken op bekende werken van de moderne kunst:

Picasso, Brancusi, Mondriaan. Daar doet dit werk aan denken, een herinnering aan een avontuur van Captain Kirk met een hint naar het modernisme. Betz wil natuurlijk geen karikatuur maken van de moderne kunst. Integendeel, hij is een gedreven kunstenaar die de onderwerpen en de beeldende middelen van het modernisme in eigen beelden en composities herneemt. Alle­ daagse voorwerpen, televisiebeelden, reclames, foto’s en stripverhalen, films en allerlei flarden en citaten uit de beeldende kunst die het basismateriaal vormen voor zijn werk, worden door hem in een nieuw verband gezet. I n h e t g a r e e l Zijn beste schilderijen ontstaan vreemd genoeg vooral dan wanneer zijn oorspronkelijke bedoelingen uit de hand lopen, zegt Betz. ‘Vaak gaan de dingen fout, dan pas wordt het schilderij geactiveerd’. Daarmee bedoelt hij dat onvoorziene effecten, die zich tijdens het werken voor­d oen, hem in een onbekende schilderkundige ruimte brengen en hem dwingen om nieuwe wegen te vinden. Imperfecties leiden er toe dat de kunstenaar naar eigen oplossingen gaat zoeken. Dit eigene moet in elk werk opnieuw bevochten worden. Uitein­ delijk krijgt hij het geheel altijd weer in het gareel. Van de moeilijkheden is dan niets meer te zien, het schilderij is in balans.

W h a t ’ s u p ! Betz is een van de dertig kunstenaars uit de tentoonstelling What’s Up! waarin een overzicht geboden wordt van de jongste schilderkunst in Nederland. Het ligt voor de hand om van enkele van de kunstenaars in deze presentatie werken aan te kopen. De Vereniging Dordrechts Museum kocht al werk aan van de d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12


Morgan Betz There are roads in our Shoes, 2011 gemengde techniek en collage op doek, 150 x 120,5 cm Dordrechts Museum, aankoop 2012

winnares van De Schefferprijs 2011 Kim van Norren, ook te zien in What’s Up!. Nu volgt dus Betz, een talentvolle jonge kunstenaar wiens ster snel stijgt en die na een succes­volle solopresentatie in galerie Willem Baars Projects in de belangstelling staat van ver­ schillende musea voor de hedendaagse kunst. d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12

There are Roads in our Shoes is tot en met 15 april te zien in de tentoonstelling What’s Up! De jongste schilderkunst

in Nederland.

17


Ary Scheffer 150 ja ar in beeld Op 8 mei is het precies 150 jaar geleden dat in Dordrecht het standbeeld werd onthuld van de schilder Ary Scheffer (1795-1858). Dat mag niet ongemerkt voorbijgaan. Het is immers een uniek beeld: het eerste en lange tijd enige standbeeld van Dordrecht. Niet eerder werd een overleden kunstenaar zo snel op deze manier geëerd. De totstandkoming is een bijzonder verhaal en is ook doorslaggevend geweest bij de komst van de hele Scheffercollectie naar het museum. Reden genoeg om even stil te staan bij het fraaie beeld. Sander Paarlberg 1. Joseph Mezzara en Cornelia Marjolin-Scheffer Standbeeld van Ary Scheffer, 1859-1861 brons, h. 250 cm Dordrecht, Scheffersplein foto richard boonstra

Lidwien Speleers aan het werk

18

Al anderhalve eeuw staat Ary Scheffer in brons in het hartje van Dordrecht, op zijn eigen plein (afb. 1). Tal van tekeningen en foto’s geven een beeld van het Scheffersplein en de vele passanten in de loop der tijd (afb. 2). Veel van hen zullen het maar vreemd gevonden hebben:

een beeld voor een kunstenaar die weliswaar is geboren in Dordrecht, maar er slechts enkele jaren heeft gewoond. Parijs is de stad waar de romantische schilder furore maakte. Vooral Engelsen verbaasden zich erover dat men in Dordrecht trotser is op een sentimen­ tele ’Fransman’ dan op Aelbert Cuyp, een van de grootste landschapschilders uit de Gouden Eeuw, die zijn hele leven in de stad heeft gewoond en gewerkt. Maar net als Cuyp is Scheffer onlosmakelijk verbonden met de stad. Niet alleen het jubilerende standbeeld en de grote collectie kunstwerken in het museum zorgen daarvoor. Scheffer heeft altijd een goede band met zijn geboortestad gehouden, met zijn familie en zeker ook met de bankier en verzamelaar Herman de Kat van Oost- en West-Barendrecht en Carnisse. Meer dan eens kwam Scheffer van­u it Parijs naar Dordrecht. In 1854 kreeg hij zo’n warm onthaal van Herman de Kat en het muziek­g ezelschap Euterpe, dat een welkomst­s erenade bracht, dat Scheffer hen schilde­r ijen cadeau gaf. Op porselein schilderde hij speciaal voor het muziekgezelschap de muze Euterpe (afb. 3). Een maand na het overlijden van Scheffer op 15 juni 1858 werd in Dordrecht door het­z elfde muziekgezelschap Euterpe een herinneringsconcert gegeven. Binnen Euterpe zou het idee gerezen zijn om een standbeeld op te richten als eerbetoon voor Scheffer. Herman de Kat was een van de grootste beijveraars voor het beeld. Bij hem thuis werden de vergaderingen gehouden en hij heeft zich enorm ingezet om het benodigde geld te vergaren. d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12


Ontwerp Het scheelde niet veel of Dordrecht had een beeld gehad van de hand van Auguste Bartholdi, die later het Vrijheidsbeeld van New York zou ontwerpen. In het archief te Dordrecht bevinden zich enkele brieven van de beroemde Franse beeldhouwer. Op 5 januari 1859 schreef Bartholdi dat hij graag gratis een beeld van zijn leermeester wil maken: ‘je suis un élève d’Ary Scheffer et le seul élève sculpteur qu’il ait formé.’ Bartholdi kende Scheffer goed, kwam vaak bij hem over de vloer in de Rue Chaptal en vond daarom dat hij hem goed zou kunnen uitbeelden. Er zijn inderdaad een kleimodel en een 86 centimeter hoge bronzen versie van een beeld van Scheffer door Bartholdi bekend, nu beide in het Musée Bartholdi in Colmar. Om onduidelijke redenen heeft de commissie voor de oprichting van het standbeeld toch besloten om niet verder met Bartholdi in zee te gaan. Mogelijk heeft dat te maken met het aanbod van Cornelia MarjolinScheffer om gratis een bronzen buste van haar vader ter beschikking te stellen. Wellicht vond zij het beeld van Bartholdi iets te informeel en wilde zij het ontwerp zoveel mogelijk zelf in de hand houden. Bij Cornelia Marjolin thuis werd vervolgens door Joseph Mezzara een standbeeld ontworpen. Ook Mezzara had Scheffer goed gekend en was door hem beïnvloed als beeldhouwer. Mezzara gaf later aan dat hij slechts als de uitvoerder van het beeld moet worden gezien en dat het feitelijk geheel naar het idee van Cornelia was gemaakt. Een opvallend verschil met het beeld van Bartholdi is dat Scheffer niet meer met zijn hand in zijn zak enigszins nonchalant tegen een zuil geleund staat. In plaats daarvan is hij door Mezzara/Marjolin wat plechtiger en actiever weergegeven met penseel in zijn hand naast attributen van zijn beeldhouwkunst. Onge­ twijfeld was het Cornelia die ervoor heeft gezorgd dat haar vader met zijn linkerhand, waarin hij zijn schilderspalet vasthoudt, rust op de buste van zijn moeder Cornelia Lamme (afb. 4). Een verkleinde bronzen herhaling van het beeld van Mezzara/Marjolin uit het bezit van Herman de Kat werd later door het Dordrechts Museum verworven (afb. 5).

3. Ary Scheffer De muze Euterpe, 1854 olieverf op porselein, 35 x 25 cm Dordrechts Museum

2. Johannes Rutten Gezicht op het Scheffersplein met het standbeeld van Ary Scheffer, 1863 aquarel, 50,4 x 67 cm Dordrecht, Erfgoedcentrum DiEP

4. Ary Scheffer Buste van Cornelia Scheffer-Lamme, 1839 marmer, hoog 54 cm Dordrechts Museum

5. Joseph Mezzara en Cornelia Marjolin-Scheffer Standbeeld van Ary Scheffer, 1859-1861 brons, h. 61,8 cm Dordrechts Museum

L o t e r ij Kunstenaars als Rubens en Rembrandt hebben bijna twee eeuwen moeten wachten op een d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12

19


6. anoniem De onthulling van het Schefferstandbeeld in Dordrecht houtsnede naar een tekening van M. van Es uit: L’Illustration, Journal Universel, 1862, p. 332.

20

standbeeld. Het beeld in Dordrecht is een van de eerste standbeelden voor een contemporaine kunstenaar, slechts enkele jaren na Scheffers dood onthuld. Hoewel Scheffer tijdens zijn leven al kritiek op zijn werk te verduren kreeg, laat de oprichting van het standbeeld zien dat de kunstenaar vlak na zijn dood nog in brede kring geliefd was. Vooral in artistieke kringen. Vanzelfsprekend zetten vele leerlingen zich in voor het beeld, maar ook beroemde Franse schilders als Ingres, Delacroix en Vernet droegen er aan bij. In verschillende steden werden subcommissies opgericht. De initiatiefnemers in Dordrecht zagen al snel in dat de kunstenaar niet alleen van belang was voor zijn geboorteland, maar vooral ook voor Frankrijk en België. Internationale schilders, waarvan je het niet meteen zou verwachten, hebben meebetaald aan het standbeeld: Rosa Bonheur, Cabanel, Troyon, Lapito, Isabey, Landelle en vele anderen. Ongetwijfeld heeft het sympathieke, onzelfzuchtige karakter van Scheffer hierbij mee­ gespeeld. Hij had tal van jonge kunstenaars gesteund en gestimuleerd. Kunstenaars die op de jaarlijkse Salon in het Louvre geweigerd

werden, mochten hun werk in zijn atelier tentoonstellen. Zo heeft Scheffer in zekere zin de landschapschilder Théodore Rousseau ontdekt. Toen zijn maatschappelijke positie verbeterde, raadde Scheffer met succes kroonprins Ferdinand Philippe van Orleans aan om schilders als Rousseau, Delacroix en Decamps onder zijn hoede te nemen. Overigens kwam de grootste bijdrage voor het standbeeld van het voormalige Franse koningshuis, de Orleans­­­ familie: op 10 januari 1861 betaalden zij omgerekend fl 1166,67! De lijst met namen van kunstenaars die hebben bijgedragen aan het standbeeld is opmerkelijk lang. Ook tal van Nederlandse schilders droegen bij, onder andere door gratis eigen werk beschikbaar te stellen voor een loterij. Willem de Klerk, die wel de ‘Dordtse Koekkoek’ is genoemd, nam al deel aan de oprichtingscommissie en bracht ook een bergachtig landschap voor de loterij in. Ook Willem Roelofs, Philip Sadée, Charles Rochussen, Johannes Rutten, Hendrik van Trigt, Cornelis Springer, C.J. de Vogel en P.J. Schotel stelden schilderijen of tekeningen beschikbaar. d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12


O n t h u l l i n g Op 8 mei 1862 was het zover. De feestelijke onthulling vond plaats op het plein. Bewoners hadden hun huizen versierd en het Beursplein, zoals het toen nog heette, was gedecoreerd met vlaggen (afb. 6). Heel Dordrecht liep uit, maar het plein was grotendeels gereserveerd voor de vele genodigden. Zelden was het zo druk op het plein; mensen hingen uit de ramen en klommen zelfs op de daken van de omliggende huizen. De plechtigheid begon met een feest­ ouverture van componist Ferdinand Böhme, uitgevoerd door 65 muzikanten op een versierd podium. Euterpe werd versterkt met vele muzikanten en zangers. De daarop volgende feestcantate, geschreven door dichter S.J. van den Bergh op de muziek van Böhme, ving aan met: Vrienden der Kunst, gij die gloeit voor het Schoone, Die ook den mensch in den kunstnaar vereert, Welkom! nu Dordrecht haar lievling, haar kroone, Huldigt in brons en haar eere vermeêrt; Nu zij, door eerbied en liefde gedreven, Fier als een moeder op ’t kind uit haar schoot, Scheffer, haar burger! voor ’t oog doet herleven, Scheffer, in ’t kunstrijk als koning zo groot! Na de muziek beklom de feestredenaar, dominee W.R. Veder de tribune. Hij roemde Scheffer en zijn werk en bedankte iedereen die een bijdrage had geleverd aan de oprichting van het beeld. Vervolgens werd het beeld onthuld. In het archief wordt een ontwerpschetsje bewaard van het kleed in de kleuren van de stad, dat het beeld tot dan toe aan het zicht onttrok (afb. 7). Er klonk weer muziek en gejuich en er werden zelfs vreugdeschoten uit de ramen van de huizen afgevuurd. Veder droeg het beeld namens de commissie officieel over aan de stad. Toespraken van de burgemeester, de Franse kunsthistoricus Louis Viardot en de eveneens uit Parijs over­ gekomen historicus Henri Martin volgden. Muziek sloot het officiële gedeelte af. Voor de genodigden was er in de middag nog een groots feestmaal in sociëteit de Harmonie. De overige toeschouwers en inwoners van Dordrecht konden zich amuseren met ‘volksvermakelijkheden op de schuttersweide’. d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12

7. anoniem Ontwerp voor het onthullingskleed van het standbeeld van Ary Scheffer, ca. 1862 Dordrecht, Erfgoedcentrum DiEP

In de Nederlandsche Spectator van 17 mei is te lezen dat er ook kritiek was op de onthulling. Zo vonden sommigen dat het dominee Veder niet paste ‘beelden te gaan aanbidden’. Ook vond men de kosten die de gemeente bijdroeg aan de onthulling overdreven hoog, vooral toen bleek dat die ‘voornamelijk moesten dienen om “de heeren” in de Harmonie lekker te doen eten en drinken’. Het had weinig invloed op de feestvreugde. En Scheffers dochter Cornelia, die overigens wegens ziekte niet bij de viering aanwezig kon zijn, was diep geroerd door het eerbetoon. Zij stelde het museum een belangrijke schenking van werken van haar vader in het vooruitzicht.

8. Johan Philip van der Kellen Penning op de onthulling van het standbeeld van Ary Scheffer, 1862 (voor- en keerzijde) zilver, diameter 58 mm Dordrechts Museum

21


Wonen in een verzameling

Het rariteitenkabinet va n A d B r e e va a r t Huis Van Gijn toont tot en met 10 juni een bijzondere tentoonstelling: Wonen in een verzameling. Het rariteitenkabinet van Ad Breevaart. De markante Dordtenaar Breevaart heeft net zo’n grote verzamelpassie als destijds Simon van Gijn, de voormalig bewoner en naamgever van het museum. Ter ere van Breevaarts tachtigste verjaardag wordt een deel van zijn immense collectie geëxposeerd. Emine Kara

1. Ad Breevaart laat tijdens de opening van de tentoon­ stelling een Grieks bellenkoord uit zijn collectie zien foto huib kooyker

22

Decennialang al verzamelt Breevaart de meest uiteenlopende voorwerpen. Zijn collectie bestaat uit maskers en beelden van heinde en verre, Steiff knuffelbeesten en werk van hedendaagse kunstenaars. Zijn huis, waar hij sinds zijn geboorte al woont, staat er vol mee. Het begon allemaal in 1957. Tijdens een jongerenreisje naar Denemarken. ‘Toen heb ik mijn eerste houten beeldjes gekocht,’ vertelt Breevaart. ‘Een muis, een beertje en een reiger.’ De botervloot die hij daar eveneens op de kop tikte, sneuvelde tijdens de terugreis. K i n d e r e n Breevaart vertelt enthousiast over zijn ‘grote gezin’ zoals hij zijn enorme verzameling ook wel noemt. ‘Het zijn allemaal kinderen,’ zegt hij liefdevol en maakt een wijds gebaar naar de voorwerpen in zijn woonkamer. ‘Ieder kind is anders. Ook de kinderen in deze kamer. Het ene is nog mooier dan de andere.’ Een favoriet heeft hij dan ook niet. Bij het Dordtse publiek is Breevaart vooral bekend als dé hulp-Sinterklaas van de stad. In de jaren zestig vertolkte hij voor het eerst de rol van de goedheiligman en liet hiervoor zelfs zijn kenmerkende witte baard staan. Ook was hij een van de eerste politiewoordvoerders van het land. G e r a a k t w o r d e n Breevaart heeft in zijn leven veel gereisd. Noorwegen, Kenia, Zambia, Malawi, Nepal, China, Peru en Canada; het is slechts een greep uit de landen die hij heeft gezien. Toch kwam het maar zelden voor dat hij thuiskwam met iets waar hij zijn indrukwekkende collectie mee kon uitbreiden. Bijna alle voorwerpen heeft hij

in Nederland gekocht. Zijn eerste masker kocht hij in 1967, dat herinnert Breevaart zich nog goed. ‘Tijdens een journalistencursus in Amsterdam liep ik op de Weteringschans langs Galerie Khepri. Het masker in de etalage had zo’n enorme aantrekkingskracht op mij, dat ik wel een kijkje binnen móest nemen.’ Enkele minuten later stapte bij weer naar buiten; 500 gulden lichter en een masker van de Afrikaanse Baoule-stam rijker. Destijds een aanzienlijk bedrag, maar voor Breevaart geen reden om iets niet te kopen. ‘Geld vind ik betrekkelijk. Wat ik belangrijk vind, is de aantrekkingskracht van een voorwerp. Ik moet er door geraakt worden.’ Dat de vitale 80-jarige Dordtenaar koopt wat hij mooi vindt, laat zijn verzameling goed zien. Een duidelijke lijn is niet aanwezig. Breevaart heeft geen voorkeur voor land, stam, werelddeel of materiaal, maar ieder voorwerp heeft wel een verhaal. En daar praat hij graag

d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12


2. Dit masker uit het Sepik-gebied in Nieuw-Guinea werd gebruikt als versiering boven de ingang van een mannenhuis

3. Het schilderij Grieks kerkje van Antoon Winkel

over. Hij veert continue op uit zijn stoel in zijn woonkamer om te vertellen over zijn passie. Hoewel een deel van zijn verzameling in Huis Van Gijn te zien is, staat zijn huis nog steeds vol met voorwerpen. Hij weet nog precies waar hij welk voorwerp heeft gekocht. ‘Kijk, dit is een colon beeld uit de koloniale tijd,’ zegt hij terwijl hij een beeld van een Afrikaanse man laat zien. ‘Dat is een Congo masker,’ wijst hij naar de muur. ‘En dit is een Chokwe beeld.’

woon ik er nog steeds. En met groot genoegen. Het heeft iets bekoorlijks. Tachtig jaar wonen in dezelfde stad en in hetzelfde huis.’ Het stichten van een eigen, echt gezin is er in al die jaren niet van gekomen. ‘Dat is nu eenmaal zo gelopen,’ zegt hij nuchter. ‘Ik heb een grote vriendenkring en heel veel lieve mensen om mij heen. Daar geniet ik intens van.’ Hij koestert zonder meer een diepe liefde voor zijn uiteenlopende collectie. Maar op de vraag wat er met zijn verzameling gebeurt wanneer hij er niet meer is, kan hij geen antwoord geven. ‘Ik heb daar eigenlijk nog nooit bij stilgestaan,’ zegt hij ietwat bedenkelijk. ‘Ik hoop er nog lang van te kunnen genieten. Maar natuurlijk is dat iets wat ik in de nabije toekomst op een rijtje moet zetten.’

4. Ad Breevaart woont letterlijk ín een verzameling

V e r s l a v i n g Maar waar komt deze verzamelwoede vandaan? Breevaart tuurt voor zich uit en haalt dan zijn schouders op. ‘Het is eigenlijk gewoon een verslaving,’ glimlacht hij. ‘En die komt voort uit het gevoel voor mooie dingen.’ Wel laat hij zich bij zijn aankopen leiden door drie criteria. ‘Ik moet er door geraakt worden en er om kunnen lachen. Daarnaast moet het natuurlijk betaalbaar zijn.’ Zijn huis, dat een museum genoemd kan worden, heeft hij sinds zijn geboorte niet verlaten. ‘In de achterkamer hierboven heb ik het levenslicht gezien,’ wijst hij. ‘Heel vroeg in de ochtend, is mij verteld. Nu tachtig jaar later d o r d r e c hts m u s e u m | b u l l et i n 1 20 12

23


Dordrechts Museum

h u i s v a n g ij n

ANTON ROOSKENS EN COBRA

Wonen in een verzameling Het rariteitenkabinet van Ad Breevaart

11 maa rt t / m 6 m ei 2 01 2 De schenking van een reliëf en schilderij van Cobrakunstenaar Antoon Rooskens vormde de aanleiding voor deze tentoonstelling. Ook werk van Appel, Corneille en Lucebert wordt getoond.

What’s up! De jongste schilderkunst in Nederland nog t/ m 1 5 a pri l 2 01 2 Dertig geselecteerde kunstenaars geven met hun werk een representatief beeld van de stand van de hedendaagse schilderkunst in Nederland.

iede re la a t s te v r i j d a g a v o nd v a n d e maand op 30 maart, 27 april en 25 mei 2012: Iedere avond staat in het teken van een speciaal thema. Er zijn bijzondere rondleidingen en er is live muziek. Het museum is open tot 22 uur.

6 me i t/ m 30 s e pt e m b e r 2 01 2 Deze grote overzichtstentoonstelling van de Georgische naïeve schilder Niko Pirosmani (18621918) is een unieke gebeurtenis, het is voor de eerste keer dat er zoveel werken van deze kunstenaar in Nederland worden getoond. Aanleiding voor de tentoonstelling is de zoektocht van de in Dordrecht woonachtige schilder Rein Dool naar Pirosmani.

A . P . SCHOTEL ( 1 8 9 0 - 1 9 5 8 ) De wereld van het water 2 7 m e i t / m 1 4 o k t o b er 2 01 2 Schilderijen en aquarellen van de Dordtse impressionist A.P. Schotel. Water, schepen en bedrijvigheid langs kades hebben zijn leven lang geïnspireerd.

FEESTDAGEN Het Dordrechts Museum en Huis Van Gijn zijn met Pasen en Pinksteren op beide dagen open van 11-17 uur, net als op Hemelvaartsdag. Op Koninginnedag zijn wij gesloten.

activiteiten Elk weekend is er in de musea wel iets te doen. Kijk op de websites voor meer informatie en meld je aan voor onze nieuwsbrief, om op de hoogte te blijven.

Qr-code Met deze code heeft u op uw mobiele telefoon toegang tot de websites van de Dordtse Musea. Scan de QR-code met behulp van de QR-reader. U wordt direct doorgelinkt naar de sites.

binnenstad verwacht BEELD AR Y SCHEFFER 1 5 0 JAAR 11 t / m 13 m e i 20 12, sch e f f e rsp le in:

www.dordrechtsmuseum.nl

OP ZOEK NAAR PIROSMANI ( 1 8 6 2 - 1 9 1 8 )

Ter gelegenheid van de 80ste verjaardag van Dordtenaar Ad Breevaart is er een selectie gemaakt uit zijn verrassende verzameling van (kunst)­voorwerpen uit Zuid-Amerika, Afrika en Zuidoost-Azië, prenten en tekeningen van Dordtse kunstenaars uit de 20ste eeuw en rariteiten.

www.huisvangijn.nl

verwacht MUSEUMAVOND : t o e g a n g g r a t i s

no g t / m 10 juni 20 12

Op 8 mei 2012 is het precies 150 jaar geleden dat het standbeeld van de Dordtse schilder Ary Scheffer op het Scheffersplein feestelijk werd onthuld. Om dit te vieren vinden er van 11 t/m 13 mei workshops en lezingen, theater­ spektakel en ballroomdansen plaats op het plein.

URBAN E X PLORERS FESTIVAL 26 e n 27 m e i 20 12, h e t h o f : Eén dag lang staat het Hof en omgeving in het teken van kunst, dans, theater, performance, expedities en muziek. Het is al weer de 7de editie van dit intieme en interdisciplinaire festival. I.s.m. met Dansateliers, omsk en Popcentrale.

agenda


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.