7 minute read

‘Ik ben nog steeds meewerkend voorman’

Hij begon zijn werkende leven als stratenmaker. En nu is hij alweer bijna dertien jaar mede-eigenaar - en sinds 2011 directeur - van Rotterdam Ahoy. ‘Ik neem geen genoegen met zesjes.’

Er wordt gebouwd in Rotterdam, natúúrlijk wordt er gebouwd in Rotterdam. En de bouwkranen, keten en heimachines staan bepaald niet op de minste plek: direct naast Ahoy is het een bedrijvigheid van heb-ik-jou-daar. Over twee jaar - in het laatste kwartaal van 2020 - worden hier een nagelnieuw internationaal congrescentrum en een muziekzaal in gebruik genomen.

Advertisement

Wortels

Voor Ahoy-directeur Peter van der Veer is de bouw toch een beetje een terugkeer naar zijn wortels. De geboren Utrechter komt uit een familie van bouwers. Zijn eigen vader was aannemer en toen Peter na de mavo aan het werk ging, deed hij dat in het stratenmakersbedrijf van zijn oom. Overigens was zijn vader het daar niet bepaald mee eens: die zag voor zijn oudste zoon meer heil in een goede opleiding, misschien zelfs een universitaire graad. Maar hoewel Peter op de havo zat en goed kon leren, haakte hij toch af. Er was simpelweg te veel te ontdekken: uitgaan, meisjes, en dan was hij ook nog eens een niet-onverdienstelijke middenvelder - vader Van der Veer telde zijn knopen, hing zijn universitaire droom voor zoonlief aan de wilgen, liet hem de mavo afmaken en stuurde hem daarna naar zijn broer.

AlduskwamhijbijdeJaarbeursterecht,als zalenzetterenspelervandevoetbalploeg

Voetbal

‘Als stratenmaker, ja. Maar al vrij snel liep ik niet meer achter de kruiwagen, maar zat ik mijn ooms Mercedes; offertes maken, zulke dingen. Dat heb ik een tijdje gedaan, tot een vriend van het voetbal vroeg of ik bij de Jaarbeurs wilde komen werken. De Jaarbeurs had in die jaren een voetbalploeg waarmee ook internationale toernooien werden gespeeld, meestal tegen ploegen uit andere beurssteden.’ Aldus kwam Van der Veer bij de Utrechtse Jaarbeurs terecht, als zalenzetter en speler van de voetbalploeg. ‘Het was fantastisch, we kwamen overal. Dat was voor die tijd best bijzonder natuurlijk.’ Daar kwam een einde aan toen Van der Veer onder de wapenen werd geroepen - we spreken over de tijd waarin de dienstplicht nog bestond. Ook daar was het weer voetbal wat de klok sloeg: toen bleek dat hij een leuk balletje kon trappen, werd hij meteen opgenomen in het voetbalteam van de luchtmacht.

Na zijn afzwaaien keerde Van der Veer terug bij de Jaarbeurs: hij kwam in dienst als meewerkend voorman en mocht als 21-jarige gaan leidinggeven aan de uitzendkrachten die de zalen klaarzetten. Al gauw bleek dat hem dat makkelijk afging: ‘Ik had wel in de gaten dat je het verst komt als je geeft en neemt en respect voor elkaar toont. Je moet ervoor zorgen dat mensen voor je wíllen werken. Het is me weleens gebeurd dat er om zes uur ’s morgens een moeder van zo’n jongen voor de deur van de Jaarbeurs stond. Haar zoon was ziek en omdat ze zo gauw geen invaller hadden kunnen vinden, kwam ze de uren van haar zoon zelf draaien.’

Deeltijdstudent

In diezelfde tijd begon hij zich wel te realiseren dat vader Van der Veer toch een punt had met dat studeren. Hij besloot alsnog de boeken in te duiken en werd deeltijdstudent. ‘Ik heb heel veel gestudeerd, ja. Dat was ontzettend intensief, studeren en werken tegelijk vraagt veel discipline. Daar kwam nog bij dat ik bij de Jaarbeurs ook weer een grote stap mocht zetten. De organisatie voerde job rotation in, om mensen de kans te geven met andere vakgebieden en disciplines kennis te maken. En ik vond het leuk om te verkopen, ik kon een beetje leidinggeven, was goed met mensen, en zodoende mocht ik als een van de eersten meedoen aan dat traject.’

‘Stresskenikeigenlijkniet,nee’

Aldus kwam hij in de verkoop terecht - en niet zomaar verkoop, maar acquisitie: nieuwe klanten bellen. Ook dat ging de jonge Van der Veer goed af: hij wist natuurlijk precies wat de mogelijkheden van de Jaarbeurs waren. En ja, hij vond het leuk. Maar ja, in het kader van job rotation moest hij ook weer terug naar zijn oude functie. Dat duurde echter niet lang en zo kwam Peter van der Veer definitief in de verkoop terecht. Acquisitie, accountmanagement, commercieel manager en daarna door naar de directie, als general manager marketing en sales. Fantastisch vond hij het. Oh, en hadden we al gezegd dat hij daarnaast nog steeds studeerde? MBA deed hij inmiddels. Ook afgerond, vanzelfsprekend - cum laude zelfs. Hoe hij dat allemaal combineerde? ‘Ik heb er altijd plezier in gehad om veel dingen tegelijk te doen. Stress ken ik eigenlijk niet, nee. Wat ook hielp, was dat ik me redelijk snel realiseerde dat het niet mijn taak was om in de Jaarbeurs ’s morgens het licht aan en ’s avonds weer uit te doen. En ik zag natuurlijk dat al mijn studie-uren me in mijn werk beter maakten. Theorie en praktijk vloeiden naadloos in elkaar over.’ Dat bovendien een zekere mate van competitiedrang hem niet vreemd is, wil hij niet ontkennen: ‘Als student nam ik geen genoegen met zesjes. En in mijn werk ook niet.’

Verbouwen

Na die mijlpaal volgde wederom een enerverende stap: de arena van Ahoy moest in 2009 ingrijpend worden verbouwd en uitgebreid en Van der Veer mocht het gaan doen, samen met de CFO Kitty van Dongen. Het bleek een baan naast een baan te zijn, maar hij voelde zich als een vis in het water: ‘Vanwege mijn achtergrond, mijn familie. Als jochie ging ik weleens met mijn vader mee naar bouwprojecten, en nu was ik zelf een van de projectleiders op zo’n enorme klus. We zijn op heel veel plekken geweest om inspiratie op te doen en we hebben veel klanten gesproken. Ik denk dat mijn persoonlijke achtergrond, plus mijn jarenlange ervaring - van zalenzetter tot eigenaar van Ahoy - plus onze gezamenlijke kennis van wat klanten willen, ervoor hebben gezorgd dat de verbouwing zo waanzinnig goed is geworden.’

Tegelijk was - en is - hij er niet de man naar die heel zijn carrière uitstippelt, benadrukt hij. Het is eerder een kwestie van kansen grijpen en zo af en toe de juiste mens op het juiste moment ontmoeten. ‘Ik heb altijd mijn eigen pad gekozen en ik had al vroeg een sterke hang naar onafhankelijkheid. Het lijkt misschien alsof mijn carrière me is overkomen, maar het waren natuurlijk wel bewuste keuzes die ik zelf maakte. Je kunt kansen grijpen of je kunt ze laten liggen. Ik grijp ze.’

Vrijheid in Rotterdam

In 2005 kwam er opnieuw zo’n kans voorbij. Van der Veer deed inmiddels een nieuwe master aan de Erasmus Universiteit, maar ontdekte dat enkel die stap hem niet de uitdaging bood die hij zocht. Het werd tijd voor een nieuwe werkkring. Niet dat hij zich daar op dat moment heel bewust van was, maar hij stond er wel voor open. En wat gebeurde er: er klopte een headhunter bij hem aan. Of hij zin had in Ahoy? ‘Ik aarzelde, het voelde niet direct als een logische stap. De Jaarbeurs was groter dan Ahoy, Ahoy zou meer van hetzelfde zijn; ik vond het niet bijster interessant.’ Dat veranderde toen hij een kop koffie ging drinken met toenmalig Ahoy-directeur Jos van der Vegt. Hij vertelde Van der Veer voor welke uitdagingen Ahoy werkelijk stond en beloofde hem alle vrijheid. Uiteindelijk sprak hij af het een paar jaar te doen.

‘Toen wist ik echter nog niet alles. Sowieso bleek al snel dat de Rotterdamse aanpak mij bijzonder goed past. En toen ik er al een paar maanden was, vertelde Jos mij dat hij - na een jarenlange verkenning - bezig was om Ahoy van de gemeente Rotterdam te kopen door middel van een management buy-out. De gemeente wilde het verkopen, omdat de exploitatie niet meer paste bij hun dagelijkse activiteiten. Jos vroeg of ik mee wilde doen en hoewel ik keurig antwoordde dat ik daar nog een nachtje over wilde slapen, wist ik het antwoord meteen al. Eigenaar van Ahoy worden, een unieke kans!’ In 2006 hebben hij, Jos van der Vegt en nog drie andere collega’s Ahoy gekocht, en nu, bijna dertien jaar later, zijn het nog altijd dezelfde mensen die zich eigenaar van deze iconische locatie en organisator van vele eigen evenementen mogen noemen.

Na de verbouwing was Ahoy klaar voor de toekomst. Tijd om op de lauweren te rusten was er echter niet. In 2011 trad Jos van der Vegt terug als directeur,

Peter van der Veer en Jolanda Jansen namen het stokje over. Twee kapiteins op een schip, werkt dat wel? Ja, dat werkt zelfs heel goed, vertelt Van der Veer: ‘We vullen elkaar goed aan. Ik zeg altijd: ik ben meewerkend voorman. Ja, nog steeds. En dat functioneert ontzettend goed.’

Duizend heipalen

In de zomer van 2018 ging de eerste van duizend heipalen voor het nieuwe congrescentrum en de nieuwe concertzaal van Ahoy de grond in. Van der Veer heeft er zijn best voor moeten doen om dat congrescentrum juist bij Ahoy te situeren, vertelt hij. ‘Rotterdam wilde een nieuw congrescentrum bouwen; de stad is de laatste jaren natuurlijk booming. Uiteindelijk is het ons gelukt om dat samen te laten vallen met een nieuwe visie op Rotterdam Zuid. Hart van Zuid, heeft de gemeente het project gedoopt. Het doel is breed: meer business, meer shopping, meer cultuur, meer leisure, met nieuwe impulsen en meer synergie met de rest van de stad. Naast het congrescentrum en de muziekzaal komen er nog een bioscoop en een hotel, het zwembad is al vernieuwd, het winkelcentrum wordt verbouwd. Ik vind het prachtig daarbij betrokken te zijn. De plannen die wij in 2011 op papier hadden gezet, komen nu uit. We waren betrokken bij de ideeën, bij het bepalen van de visie en nu bij de uitvoering. Dat is natuurlijk ontzettend gaaf.’

Nieuwe tak van sport

Het nieuwe deel opent eind 2020 de deuren. Rotterdam Ahoy beschikt dan over 50 procent meer ruimte: er wordt 30.000 vierkante meter bij gebouwd. Inmiddels wordt er hard gewerkt aan de werving van internationale congressen en corporate events - een nieuwe tak van sport voor Ahoy. ‘Ahoy heeft nationaal en internationaal een heel goede naam en als stad heeft Rotterdam veel aanzien. Dat moeten we nu voor de internationale congrestak van Ahoy goed gaan inkleuren. Daar hebben we natuurlijk nieuwe mensen voor aangetrokken, mensen die dit kunnen bewerkstellingen.’

In2005zeihijdathijmaareenpaarjaarin Rotterdamwildeblijven

In 2005 zei hij dat hij maar een paar jaar in Rotterdam wilde blijven. Het is nu 2018, en nee, Peter van der Veer is nog lang niet klaar. ‘In 2006 werd ik mede-eigenaar. Daarna volgde de verbouwing. Nu werken we aan de grootste uitbreiding uit onze geschiedenis. Als we in 2021 ons 50-jarig jubileum vieren, staat er een fysiek compleet ander bedrijf en betreden we compleet nieuwe markten dan toen ik hier voor het eerst over de drempel stapte. Dat vind ik fantastisch! ’

This article is from: