Verkeersborden… raakt u er wijs uit?
Gevaarsborden Inhoud
Gevaarsborden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Verkeersborden betreffende de voorrang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Wanneer een verkeersbord slechts betrekking heeft op een uitrit rechts van een rijbaan die in rijstroken is verdeeld, wordt het aangevuld met een onderbord zoals het model hiernaast. De gevaarsborden worden rechts of boven de rijbaan geplaatst. Zij kunnen links herhaald worden. Met uitzondering van de verkeersborden A 45 en A 47 die aan of in de onmiddellijke nabijheid van de overweg geplaatst worden, duiden ze een gevaar aan dat zich ongeveer 150 meter verderop bevindt. Een andere afstand kan worden aangeduid op een onderbord.
A1 Gevaarlijke bocht naar links.
Verbodsborden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Gevaarlijke bocht naar rechts.
Gebodsborden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten, de eerste naar links.
Verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren. . . . . . . . . . 17
Signalisatie met zonale geldigheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten, de eerste naar rechts.
Aanwijzingsborden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
A3 Gevaarlijke daling.
Augustus 2015 D/2015/0779/67 Verantwoordelijke uitgever : K. Genoe, BIVV
A5 Steile helling. 3
A7
Dit onderbord duidt aan dat de weg glad kan zijn ten gevolge van ijzel of sneeuw.
Rijbaanversmalling.
A17 Kiezelprojectie.
A19 Vallende stenen.
A9 Beweegbare brug.
A21 Oversteekplaats voor voetgangers.
A11 Uitweg op een kaai of een oever.
A23 Plaats waar speciaal veel kinderen komen.
A13 Uitholling overdwars of ezelsrug.
A14 Verhoogde inrichting(en).
A15 Glibberige rijbaan.
4
A25
Oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen of plaats waar die bestuurders van een fietspad op de rijbaan komen.
A27 Doortocht van groot wild.
A29 Doortocht van vee. 5
A31
A47
Overweg voor twee of meer sporen. Dit bord bevindt zich aan of nabij de overweg.
Werken.
A33 Verkeerslichten.
A35 Overtocht van vliegtuigen op geringe hoogte.
A49
Kruising van een openbare weg door een of meer in de rijbaan aangelegde sporen.
A51
Gevaar dat niet door een speciaal symbool wordt bepaald. Een onderbord duidt de aard van het gevaar aan.
A37 Zijwind. Type II
A39
Bij de gevaarsborden kan een onderbord aangebracht zijn waarop de lengte van het gevaarlijk weggedeelte vermeld is.
Verkeer toegelaten in beide richtingen na een gedeelte van de rijbaan met ĂŠĂŠnrichtingsverkeer.
A41 Overweg met slagbomen.
A43 Overweg zonder slagbomen.
A45
6
Overweg voor enkel spoor. Dit bord bevindt zich aan of nabij de overweg. 7
Verkeersborden betreffende de voorrang
B15
Voorrang. De horizontale streep van het symbool mag worden gewijzigd om duidelijker de plaatsgesteldheid weer te geven.
De verkeersborden betreffende de voorrang worden rechts geplaatst. Zij mogen links of boven de rijbaan herhaald worden.
B1 Voorrang verlenen. Type VIII
B3
Verkeersbord dat het verkeersbord B1 aankondigt op de bij benadering aangeduide afstand.
Een onderbord mag de verkeersborden B1, B3, B5, B7 en B15 aanvullen om het tracÊ van de weg aan te duiden waarop de bestuurders aan het volgend kruispunt voorrang hebben. Wanneer het verkeersbord B9 vóór of op het kruispunt geplaatst is, mag het eveneens met dit onderbord aangevuld worden.
B17 Kruispunt waar de voorrang van rechts geldt.
B5 Stoppen en voorrang verlenen.
M1 B7
Verkeersbord dat het verkeersbord B5 aankondigt op de bij benadering aangeduide afstand.
M8
Een onderbord van het model M1 of M8 mag de verkeersborden B1 en B5 aanvullen, wanneer die verkeersborden alleen betrekking hebben op de fietsers of op fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen.
B9 Voorrangsweg.
M9 B11 Einde van de voorrangsweg.
Een onderbord van het model M9 of M10 mag de verkeersborden B1, B5 en B17 aanvullen om aan te duiden dat fietsers of fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen in de twee rijrichtingen rijden op de dwarslopende openbare weg die men gaat oprijden.
M10 B13
8
Verkeersbord dat het verkeersbord B11 aankondigt op de bij benadering aangeduide afstand. 9
B19
B21
B22
Smalle doorgang. Gebod voorrang te verlenen aan de bestuurders die uit de tegenovergestelde richting komen.
Verbodsborden De verbodsborden worden in principe rechts geplaatst. Zij mogen zich ook boven de rijbaan bevinden. De verbodsborden mogen aangekondigd worden door een gelijkaardig verkeersbord, aangevuld met een onderbord dat de afstand aanduidt waarop het verbod begint.
Smalle doorgang. Voorrang ten opzichte van de bestuurders die uit de tegenovergestelde richting komen.
C1
Fietsers mogen rechts afslaan bij oranjegeel of rood verkeerslicht maar dient voorrang te verlenen aan de andere bestuurders op de rijbaan.
C3
Verboden richting voor iedere bestuurder.
Verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder.
B23
Fietsers mogen rechtdoor rijden bij oranjegeel of rood verkeerslicht maar dient voorrang te verlenen aan de andere bestuurders op de rijbaan.
De term “speelstraat” duidt op een openbare weg waar tijdelijk en tijdens bepaalde uren aan de toegangen een hek geplaatst is met dit verkeersbord. speelstraat
uitgezonderd plaatselijk verkeer
C5
10
Dit verkeersbord duidt op een openbare weg die slechts toegankelijk is voor de voertuigen van de bewoners en hun bezoekers, de voertuigen voor levering inbegrepen, de voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer, de voertuigen voor onderhoud en toezicht, wanneer de aard van hun opdracht dit rechtvaardigt, de prioritaire voertuigen en fietsers en ruiters. Verboden toegang voor bestuurders van motorvoertuigen met meer dan twee wielen en van motorfietsen met zijspan. Wanneer het verkeersbord is aangevuld met de vermelding “Uitgezonderd 2+” of “3+” zijn de rijbaan of de rijstrook aldus gesignaleerd, slechts toegankelijk voor voertuigen met ten minste 2 of 3 inzittenden, naargelang van de vermelding, evenals voor de voertuigen van de geregelde openbare diensten voor gemeenschappelijk vervoer. De andere voertuigen mogen de aldus gesignaleerde rijstrook slechts volgen: - om de op - en afritten te gebruiken; - om van richting te veranderen of om een aanpalende eigendom te bereiken. 11
C6
Verboden toegang voor bestuurders van motorvoertuigen met vier wielen, geconstrueerd voor onverhard terrein, met een open carrosserie, een stuur als op een motorfiets en een zadel.
C21
C22
C7 Verboden toegang voor bestuurders van motorfietsen.
C23
C9 Verboden toegang voor bestuurders van bromfietsen.
C11
Verboden toegang voor bestuurders van gespannen.
C15 Verboden toegang voor ruiters.
C17 Verboden toegang voor bestuurders van handkarren.
C19 Verboden toegang voor voetgangers.
12
Verboden toegang voor bestuurders van autocars.
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen bestemd of gebruikt voor het vervoer van zaken. Een opschrift op een onderbord beperkt het verbod tot de bestuurders van voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan de aangeduide massa.
C24a
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die de gevaarlijke goederen, bepaald door de voor vervoer van gevaarlijke goederen bevoegde Ministers, vervoeren. Een onderbord met de letter B, C, D of E kan worden toegevoegd, dit in functie van de categorie van wegtunnels waarvoor de toegang van voertuigen met gevaarlijke goederen is verboden.
C24b
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die de gevaarlijke ontvlambare of ontplofbare stoffen, bepaald door de voor vervoer van gevaarlijke goederen bevoegde Ministers, vervoeren.
C24c
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die de gevaarlijke waterverontreinigende stoffen, bepaald door de voor vervoer van gevaarlijke goederen bevoegde Ministers, vervoeren.
Verboden toegang voor bestuurders van rijwielen.
C13
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan de aangeduide massa.
C25
C27
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen of slepen waarvan de lengte, lading inbegrepen, groter is dan de aangeduide.
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen waarvan de breedte, lading inbegrepen, groter is dan de aangeduide. 13
C29
C31
M2 M3
C33
C35
C43 Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, groter is dan de aangeduide.
De vermelding “km” op het verkeersbord is facultatief. Wanneer op een onderbord een bepaalde massa is aangeduid, is het verbod slechts van toepassing op voertuigen waarvan de maximale toegelaten massa hoger is dan de aangeduide. Het verkeersbord C43 met de vermelding 30 km per uur, geplaatst boven de verkeersborden F1, F1a of F1b is van toepassing op alle openbare wegen binnen de bebouwde kom.
Verbod aan het volgend kruispunt af te slaan in de richting door de pijl aangegeven.
De borden C1, C3 en C31 worden aangevuld met het onderbord M2 wanneer het verbod niet geldt voor fietsers en met het onderbord M3 wanneer het evenmin geldt voor tweewielige bromfietsers klasse A. Bij de borden C3 en C31 wordt de letter A weggelaten wanneer tweewielige bromfietsers klasse B doorgang hebben.
Vanaf het verkeersbord tot en met het volgend kruispunt of tot elk verkeersbord C43 met of zonder zonale geldigheid, of tot het verkeersbord dat het begin of het einde van een bebouwde kom, van een woonerf of erf, of van een voetgangerszone aanduidt, verbod te rijden met een grotere snelheid dan deze die is aangeduid.
C45
Vanaf het verkeersbord tot en met het volgend kruispunt, verbod te keren.
C46
Vanaf het verkeersbord tot en met het volgend kruispunt, verbod een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen, links in te halen.
C47
Einde van de snelheidsbeperking opgelegd door het verkeersbord C 43. De vermelding “km” op het verkeersbord is facultatief.
Einde van alle plaatselijke verbodsbepalingen opgelegd aan de voertuigen in beweging.
Tolpost. Verbod voorbij te rijden zonder te stoppen. Het opschrift mag vervangen worden door het woord “Taks”.
C37 Einde van het verbod opgelegd door het verkeersbord C35.
C48 C39
Vanaf het verkeersbord tot en met het volgend kruispunt, verbod voor bestuurders van voertuigen of slepen gebruikt voor het vervoer van zaken, waarvan de maximale toegelaten massa meer dan 3.500 kg bedraagt, een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen.
Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod de cruise control of kruissnelheidsregelaar te gebruiken. Een opschrift op een onderbord beperkt het verbod tot de bestuurder van voertuigen waarvan de maximale toegelaten massa hoger is dan de aangeduide massa.
C49 Einde van het verbod opgelegd door het verkeersbord C48.
C41 Einde van het verbod opgelegd door het verkeersbord C 39. 14
15
Gebodsborden
D7
De gebodsborden worden aangebracht op de plaats waar zij het best zichtbaar zijn. Zij mogen aangekondigd worden door een gelijkaardig verkeersbord aangevuld met een onderbord dat bij benadering de afstand aanduidt waarop het gebod begint.
D1
M6
M2
D9
D4
D5
Verplichting ĂŠĂŠn van de door de pijlen aangeduide richtingen te volgen. De plaatsgesteldheid bepaalt de stand van de pijlen.
Verplichting voor voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren om de door de pijl aangeduide richting te volgen. De plaatsgesteldheid bepaalt de stand van de pijl. Een onderbord met vermelding van de letter B, C, D of E duidt erop dat de verplichting geldt voor voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren en waarvoor de toegang tot wegtunnels van respectievelijk categorie B, C, D of E verboden is.
Verplicht rondgaand verkeer.
Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, van fietsen en van tweewielige bromfietsen klasse A.
M3
D10 D3
M7 Dit bord wordt aangevuld met een onderbord M6 wanneer het fietspad moet gevolgd worden door tweewielige bromfietsers klasse B en door het bord M7 wanneer het hen verboden is.
Verplichting de door de pijl aangeduide richting te volgen. De plaatsgesteldheid bepaalt de stand van de pijl. Wanneer het verkeersbord dat een niet-gebogen pijl voorstelt, op een hindernis geplaatst is, betekent het dat langs de door de pijl aangeduide richting moet voorbijgereden worden. Het verkeersbord D1 wordt aangevuld met het onderbord M2 wanneer het gebod niet geldt voor fietsers en met het onderbord M3 wanneer het evenmin geldt voor tweewielige bromfietsers klasse A.
Verplicht fietspad.
Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers en fietsers.
D11 Verplichte weg voor voetgangers.
D13 Verplichte weg voor ruiters.
16
17
Verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren
E9a
Deze verkeersborden gelden langs de kant van de openbare weg waar zij geplaatst zijn en gelden in principe tot het volgende kruispunt.
E9b
Parkeren toegelaten.
De verkeersborden E1 en E3 gelden op de rijbaan en op de berm. De verkeersborden E5 en E7 gelden alleen op de rijbaan.
A
B
C
D
Type X
A: Begin van de reglementering. B: Einde van de reglementering. C: Reglementering op een korte afstand. D: Reglementering over een lange afstand.
E9c
Parkeren uitsluitend voor motorfietsen, personenauto’s, auto’s voor dubbelgebruik en minibussen.
Parkeren uitsluitend voor lichte vrachtauto’s en vrachtauto’s.
E9d
E1
Parkeren uitsluitend voor autocars. Parkeerverbod.
E3
Stilstaan en parkeren verboden. Op een onderbord kan de periode aangegeven zijn tijdens dewelke het verbod van toepassing is (b.v. van 7 tot 19 u, van maandag tot vrijdag, …). Een onderbord kan ook aangeven op welke voertuigen het parkeerverbod van toepassing is.
E9e Verplicht parkeren op de berm of op het trottoir.
E9f Verplicht parkeren deels op de berm of op het trottoir.
E5 Parkeerverbod vanaf de 1ste tot de 15de van de maand.
E9g Parkeerverbod vanaf de 16de tot het einde van de maand. Het veranderen van kant moet gebeuren op de laatste dag van elke periode tussen 19.30 u en 20 u. Een onderbord waarbij de parkeerschijf is afgebeeld, duidt aan dat de parkeertijd beperkt is langs de kant waar het parkeren toegelaten is, en dat de schijf moet gebruikt worden. Het onderbord mag worden aangevuld met de vermelding “uitgezonderd bewoners” voor de personen die in het bezit zijn van de bewonerskaart. Een onderbord met de vermelding “betalend” duidt aan dat de bestuurder de betaalparkeerkaart moet gebruiken. De vermelding “betalend” wordt aangevuld met de vermelding “uitgezonderd bewoners” voor de personen die in het bezit zijn van de bewonerskaart.
Verplicht parkeren op de rijbaan.
E7
18
E9h Parkeren uitsluitend voor kampeerauto’s.
19
Signalisatie met zonale geldigheid
E9i Parkeren uitsluitend voor motorfietsen.
Bijkomende aanwijzingen bij de borden E9a tot E9i: - de maximumduur van het toegelaten of voorbehouden parkeren, categorie van voertuigen voor dewelke het parkeren voorbehouden is…(vb : 30 min., van 9 tot 12 u, taxi’s) ; - onderbord met symbool van de parkeerschijf : parkeerschijf gebruiken. Het onderbord mag worden aangevuld met de vermelding “uitgezonderd bewoners” voor de personen die in het bezit zijn van de bewonerskaart. De parkeerschijf mag op het verkeersbord E9a afgebeeld worden ; - onderbord met symbool “personen met een handicap”: parkeren voorbehouden voor voertuigen die gebruikt worden door personen met een handicap. Het symbool mag op het verkeersbord E9a afgebeeld worden ; - onderbord met de vermelding “parkeerkaart”, “bewoners” of “autodelen”: parkeren voorbehouden voor de personen die in het bezit zijn van één van die kaarten. Deze vermelding mag aangevuld worden met de aanduiding van de periode tijdens dewelke het parkeren voorbehouden is (vb : van 8 tot 17u); - onderbord met de vermelding “ticket”: parkeren slechts toegelaten volgens de gebruiksmodaliteiten van een ticket afleverende parkeermeter. - een onderbord met de vermelding “betalend” duidt een geheel van parkeerplaatsen aan waar het parkeren betalend is. De vermelding “betalend” mag aangevuld worden met de vermelding “uitgezonderd bewoners” voor de personen die in het bezit zijn van de bewonerskaart.
Een zonale geldigheid kan gegeven worden aan de verbodsborden en de borden betreffende het stilstaan en het parkeren. Hun betekenis blijft ongewijzigd. Ze komen voor op een bord met witte achtergrond. De betekenis van een signalisatie met zonale geldigheid kan worden aangevuld, nader bepaald of beperkt door een zwart opschrift of symbool, b.v.: van 9 tot 12 u, betalend, herhaling,… Voorbeelden: Begin van een zone waar het parkeren voorbehouden is voor voertuigen met een maximale toegelaten massa van niet meer dan 3,5 ton.
Einde van een zone waar het parkeren voorbehouden is voor voertuigen met een maximale toegelaten massa van niet meer dan 3,5 ton.
ZONE Begin van een zone met beperkte parkeertijd (blauwe zone).
Parkeren voorbehouden voor elektrische voertuigen.
De categorieën van voertuigen mogen worden afgebeeld op dit onderbord.
M1
E11
M8
16 - 31 1 - 15
20
Een onderbord van het model M1 duidt de plaatsen aan waar fietsen mogen geplaatst worden. Indien op die plaats ook tweewielige bromfietsen mogen geplaatst worden, wordt een onderbord van het model M8 aangebracht.
Halfmaandelijks parkeren in gans de bebouwde kom. Dit verkeersbord wordt boven het verkeersbord F1, F1a en F1b geplaatst. Het parkeren op de rijbaan is in dit geval slechts toegelaten van de 1ste tot de 15de van de maand langs de kant van de gebouwen met onpare nummers en, van de 16de tot het einde van de maand, langs de kant van de gebouwen met pare nummers.
Einde van een zone met beperkte parkeertijd.
Begin van een zone waar het verboden is een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen.
Einde van een zone waar het verboden is een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen. 21
Aanwijzingsborden
F7 Einde van een autosnelweg.
De aanwijzingsborden worden aangebracht op de best geschikte plaatsen. Naast de twee hieronder weergegeven borden, mogen andere, rechthoekige aanwijzingsborden met een wit opschrift of symbool op blauwe achtergrond, gebruikt worden.
F8
Begin van een bebouwde kom.
F1 F1a & F1b
F9
Wanneer binnen een bebouwde kom een snelheidszone, een erf of een schoolomgeving wordt afgebakend, dan geldt vanaf het einde van de snelheidszone, het erf of de schoolomgeving opnieuw de maximumsnelheid van 50 km/u.
F3 Einde van een bebouwde kom.
F11 Einde van een autoweg.
F12a Begin van een woonerf of van een erf. De bijzondere verkeersregels in deze (woon)erven gelden vanaf de plaats waar het verkeersbord aangebracht is.
F3a & F3b
Begin van een zone met een snelheidsbeperking van 30 km/u. De combinatie van de verkeersborden F4a en A23 duidt op het begin van een “schoolomgeving�.
Autoweg. De bijzondere verkeersregels op de autowegen gelden vanaf de plaats waar het verkeersbord is aangebracht.
Wanneer binnen een bebouwde kom een verkeersbord C43 een andere snelheid aanduidt, dan geldt vanaf het volgend kruispunt opnieuw de maximumsnelheid van 50 km/u;
F4a
Tunnel. Tunnel met een lengte van meer dan 500 meter. Op onderborden wordt de lengte van de tunnel en eventueel zijn naam aangeduid.
F12b Einde van een woonerf of van een erf.
F4b Einde van een zone met een snelheidsbeperking van 30 km/u.
F5 22
Begin of oprit van een autosnelweg. De bijzondere verkeersregels op de autosnelwegen gelden vanaf de plaats waar het verkeersbord aangebracht is.
F13
Verkeersbord dat pijlen op de rijbaan aankondigt en de keuze van een rijstrook voorschrijft. Dit verkeersbord kan de verschillende richtingen aanduiden. De streep tussen de rijstroken kan eventueel een onderbroken streep zijn. Het bord mag aangevuld worden om de voorsorteringsstroken, voorbehouden voor het verkeer van fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen, aan te duiden. 23
F14
F19 Opstelvak voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen.
M4 Openbare weg met éénrichtingsverkeer. M5
F15
F17
Verkeersbord dat de keuze van een richting voorschrijft: - neerwaarts gerichte pijlen hebben betrekking op doorgaande richtingen ; - schuin opwaarts gerichte pijlen hebben betrekking op afslaande richtingen ; - het aantal pijlen vertegenwoordigt het aantal rijstroken.
Aanduiding van de rijstroken van een rijbaan met een strook voorbehouden voor autobussen.
Dit bord wordt aangevuld met een onderbord M4 indien de fietsers in de twee richtingen mogen rijden, en met een bord M5 indien ook de tweewielige bromfietsers klasse A in de twee richtingen mogen rijden.
F21 Rechts of links voorbijrijden toegelaten.
F23a Nummer van een gewone weg.
F23b Nummer van een autosnelweg.
F18 Aanwijzing van een bijzondere overrijdbare bedding, voorbehouden aan het verkeer van voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer.
F23c Nummer van een internationale weg.
De voertuigen bestemd voor het woon-werkverkeer die gesignaleerd zijn door het bord hiernaast afgebeeld en behorend tot de categorieën M2* en M3**, bedoeld in het technisch reglement van de auto’s, mogen de busstrook of de bijzondere overrijdbare bedding volgen wanneer het verkeersbord F17 of F18 aangevuld is met een gelijksoortig symbool. *M2 : Voertuigen bestemd voor het vervoer van personen, met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet medegerekend, en met een maximumgewicht van ten hoogste 5 ton. **M3 : Voertuigen bestemd voor het vervoer van personen, met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet medegerekend, en met een maximumgewicht van meer dan 5 ton. 24
F23d Nummer van een ring.
F25 Voorwegwijzer.
25
F27
F34a Voorwegwijzer.
F29
Wegwijzer. De afstand in km kan op de wegwijzer aangeduid zijn.
Bewegwijzeringsbord in de nabijheid van inrichtingen en etablissementen die openbaar zijn of van algemeen belang, en in het bijzonder: luchthaven, bibliotheek, post- en telefoonkantoor, brandweer en civiele bescherming, cultureel centrum of complex, animatiecentrum, openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (O.C.M.W.), begraafplaats, kliniek en ziekenhuis, politiediensten, onderwijsinstelling, station van de diensten voor het gemeenschappelijk vervoer, beurs-of tentoonstellingshall stadhuis of gemeentehuis, omroepgebouw, omroep, plaats voor eredienst, museum, gerechtsgebouw, parking, haven, hulppost, taxatiekantoor, schouwburg, bedrijf, industriepark en commercieel centrum. Het verkeersbord mag aangevuld worden met het symbool van verkeersborden zoals F33a en F59... alsook met andere symbolen:
F31
Wegwijzer. Reisweg over een autosnelweg. De afstand in km kan op de wegwijzer aangeduid zijn.
F33a
Ring Voorbeelden : S.1
Bewegwijzeringsbord op afstand: luchthaven, universitair centrum, kliniek en ziekenhuis, beurs- of tentoonstellingshal, haven, wijk, ring, bedrijf, industriepark en commercieel centrum. Het verkeersbord mag aangevuld worden met het symbool van het verkeersbord F53 en met de volgende symbolen.
S.2
Voorbeelden : S.10
S.15
S.19
Politiediensten
Treinstation
Gerechtsgebouw
F34b1
S.3 F34b2
Luchthaven
F33b
Beurs of tentoonstellingshal. (voorbeeld)
Haven.
F34c1 Bewegwijzeringsbord op afstand: vallei of waterloop van toeristische aard.
F34c2 F33c
26
Wegwijzer: aanbevolen reisweg voor bepaalde categorieën van weggebruikers. Het verkeersbord wordt aangevuld met het (de) symbool(olen) van de verkeersborden C11, C15 en C19. De afstand in km en fracties van km kan op de wegwijzer aangeduid zijn. Op het verkeersbord F34b2, zijn de vermelding van de bestemming en de pijl facultatief.
Bewegwijzeringsbord op afstand: sportcentrum, plaats met een toeristisch of ontspannend karakter, recreatie- of pretpark, cultureel park, monument, merkwaardig landschap. Het verkeersbord mag aangevuld worden met de symbolen van het type S.30. tot S.36.
Wegwijzer: aanbevolen reisweg naar een toeristische bestemming voor bepaalde categorieën van weggebruikers. Het verkeersbord wordt aangevuld met het (de) symbool(olen) van de verkeersborden C11, C15 en C19. De afstand in km en gedeelten van km kan op de wegwijzer aangeduid zijn. Op het verkeersbord F34c2, zijn de vermelding van de bestemming en de pijl facultatief. 27
F45
F35 Wegwijzer: sportcentrum, plaats met een toeristisch of ontspannend karakter, recreatie- of pretpark, cultureel park, monument, merkwaardig landschap, vereniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer. Het verkeersbord mag aangevuld worden met het symbool van het verkeersbord F77 en met met andere symbolen:
Doodlopende weg.
F45b Doodlopende weg, uitgezonderd voor voetgangers en fietsers.
Voorbeelden : S.30
S.30.8 F47
Sportcentrum, stadion, omnisporthal.
Einde van de werken.
Zwembad
(Er bestaan verschillende varianten van dit verkeersbord, naargelang van de bedoelde sportdiscipline.)
S.31
S.34
S.35 F49 Oversteekplaats voor voetgangers.
Kasteel
F37
Cultureel park, recreatie- of pretpark.
Monument of merkwaardig landschap (voorbeeld)
Wegwijzer: jeugdherberg, overnachtingsgelegenheden, kampeer- en caravanterrein, restaurant en vakantiedorp. Het verkeersbord mag aangevuld worden met de symbolen van de verkeersborden F65, F67, F71, F73 en F75.
F50 Oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen.
F39 Voorwegwijzer die een omlegging aankondigt.
F41
F50bis
Verkeersbord dat de bestuurders die van richting veranderen, wijst op fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen die dezelfde openbare weg volgen. De afbeelding van het verkeersbord A25 kan vervangen worden door de afbeelding van het verkeersbord A21 om op een oversteekplaats voor voetgangers te wijzen.
Wegwijzer. Omleggingsweg.
F51 F43 Plaatsnaambord. 28
Ondergrondse of bovengrondse oversteekplaats voor voetgangers. 29
F60
F52
Aankondiging van een overdekte parking.
Aankondiging van een nooduitgang in tunnels.
F52bis
Vluchtroute: aankondiging van de dichtstbijzijnde nooduitgang, in de aangeduide richting, in tunnels. De afstand in meter is aangeduid op het verkeersbord.
F61 Telefoon.
F62
F53
Noodtelefoon.
Verplegingsinrichting.
F63
F55
Tankstation.
Hulppost.
LPG
F65
F56
Hotel of motel.
Brandblusapparaat.
F67
F57
Restaurant.
Waterloop.
F69
F59 Aankondiging van een parking.
30
LNG
Drankgelegenheid.
31
F89
F71 Kampeerterrein.
Voorwegwijzer die een gevaar of een verkeersregel aankondigt die slechts van toepassing is op een of meerdere rijstroken van een rijbaan die meerdere rijstroken in dezelfde richting omvat. Dit verkeersbord mag niet boven de rijbaan geplaatst worden. De aankondiging van een gevaar of een verkeersregel kan boven de rijbaan aangebracht worden, boven de rijstrook waarvoor ze bestemd is, zonder dat het verkeersbord F89 geplaatst wordt.
F73 Caravanterrein.
F91
F75 Jeugdherberg.
F77
F93 Vereniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer, trefpunt voor toeristische informatie.
Verkeersborden die gebruikt worden om voorlopige aanwijzingen te geven bij werken. Het aantal pijlen moet overeenstemmen met het werkelijk aantal rijstroken. Het symbool moet overeenstemmen met de plaatsgesteldheid.
F79
F83
Voorwegwijzer die de vermindering van het aantal rijstroken aankondigt.
Voorwegwijzer die een doorsteek van de middenberm aankondigt.
F81 Voorwegwijzer die een uitwijking aankondigt.
F85
Verkeer toegelaten in beide richtingen op een deel van de rijbaan met éénrichtingsverkeer.
F95
F97
Verhoogde inrichting(en). 32
Verkeersbord dat een radio-omroep aanduidt waar verkeersinformatie gegeven wordt.
Noodstopstrook. Het symbool mag aangepast worden om duidelijker de plaatsgesteldheid weer te geven.
Verkeersbord dat een versmalling aanduidt die de omvang van een rijstrook heeft. Het symbool mag aangepast worden om duidelijker de plaatsgesteldheid weer te geven.
F98
Vluchthaven. Een onderbord met volgende symbolen duidt aan dat de vluchthaven uitgerust is met een noodtelefoon en een brandblusser.
F99a F87
Verkeersbord dat een gevaar aanduidt of een verkeersregel voorschrijft die slechts van toepassing is op één of meerdere rijstroken van een rijbaan die meerdere rijstroken in dezelfde richting omvat.
Weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters. Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorie(ën) van weggebruiker(s) die tot deze weg is (zijn) toegelaten. 33
Weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters met aanduiding van het deel van de weg dat bestemd is voor de verschillende categorieën van weggebruikers. Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorie(ën) van weggebruiker(s) die tot deze weg is (zijn) toegelaten.
F99b
Weg voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers en ruiters. Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorieën van weggebruikers.
F99c
Einde van de weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters. Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorie(ën) van weggebruiker(s) die tot deze weg is (zijn) toegelaten.
F101a
Einde van de weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters met aanduiding van het deel van de weg dat bestemd is voor de verschillende categorieën van weggebruikers. Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorie(ën) van weggebruiker(s), die tot deze weg is (zijn) toegelaten.
F101b
F101c
F103
F107
F109
F111
Inhaaltoelating. Vanaf dit verkeersbord tot aan het verkeersbord F109 is het voor de bestuurders van voertuigen en slepen gebruikt voor het vervoer van zaken met een maximale toegelaten massa van meer dan 3,5 ton toegelaten om een gespan, een tweewielig motorvoertuig of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen.
Einde van de inhaaltoelating. Einde van de toelating voor de bestuurders van voertuigen en slepen gebruikt voor het vervoer van zaken met een maximale toegelaten massa van meer dan 3,5 ton om een gespan, een tweewielig motorvoertuig of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen.
Fietsstraat. De vermelding “Fietsstraat” op het verkeersbord is facultatief.
F113 Einde fietsstraat. De vermelding “Fietsstraat” op het verkeersbord is facultatief.
Einde van de weg voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers en ruiters. Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorieën van weggebruikers.
F117
Begin van een voetgangerszone. Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst aan elke toegang tot een voetgangerszone; het mag links herhaald worden.
F118
Begin van een lage emissiezone.
ZONE
Einde van een lage emissiezone.
F105
34
Einde van een voetgangerszone. Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst aan elke uitgang van een voetgangerszone; het mag links herhaald worden. 35