IB-industrieel bouwen, nummer 3 2012

Page 1

IB NR 3 | 2012 | JAARGANG 1

Waarom Van de Vin als ketenpartner!?

NR 3 | 2012 | JAARGANG 1

I N D U STR I E E L B OUWE N M ET H OUT

ÂŽ

Om de ketensamenwerking te optimaliseren hebben wij vinOptimum ontwikkeld, ÂŽ een op LEAN gebaseerde procedure. vinOptimum is onze manier om het bedrijfsproces efficiĂŤnter vorm te geven en continu te blijven verbeteren. Hierbij spelen kennis en inbreng van medewerkers, toeleveranciers en samenwerkingspartners een grote rol. ÂŽ vinOptimum levert een positieve bijdrage aan het totale bouwproces waardoor faalkosten worden gereduceerd en de doorlooptijd van het traject wordt verkort. ÂŽ Het ‘Samen Verbeteren’ met vinOptimum is in de totale bouwketen merkbaar en geeft een aantoonbare toegevoegde waarde voor onze partners en opdrachtgevers. ÂŽ

vinOptimum heeft als uitganspunten voor de perfecte ketenpartner: t WBOBG CFHJOGBTF IFMEFS JOGPSNFSFO DPNNVOJDFSFO FO LFOOJT EFMFO t BMUFSOBUJFWFO BGXFHFO SFBMJTUJTDI QMBOOFO FO BGTQSBLFO WBTUMFHHFO t NJTWFSTUBOEFO VJUTMVJUFO EPPS EVJEFMJKLF FO USBOTQBSBOUF WPPSCFSFJEJOH t NVUBUJFT NBLLFMJKL NBLFO FO PWFSCPEJHF QSPDFTTUBQQFO WPPSLPNFO t QSPEVDUJFQSPDFT TUVSFO FO DPOUSPMFSFO WPMHFOT BGHFTQSPLFO QSPDFEVSFT t MFWFSJOH PQ NBBU NFU WJO&YUSB QBLLFU PO[F TQJM JO GBBMLPTUFOSFEVDUJF t EVJEFMJKLIFJE PQ EF CPVXMPDBUJF PN WFSXFSLJOHTQSPCMFNFO UF WPPSLPNFO t PQMFWFSJOH JO QFSGFDUF DPOEJUJF t TBNFO XFSLFO BBO IFU QSPKFDUTVDDFT

BOUWEN IN 3D Groote Veen in EeldePaterswolde heeft de primeur: VDM Woningen levert er 3D-units aan.

TRAININGEN “Wat kost het als je het niet doet?� Die vraag stelt Leo Rotthier van SPBZW als het gaat om trainingen.

GEFACETTEERD Appartementencomplex De Calypso is voorzien van een gefacetteerde gevel van 450 verschillende hsb-elementen.

�

lijk r u u t a hout n

�

Daarom Op zoek naar nog mĂŠĂŠr doordachte oplossingen in houten kozijnen voor de bouw? Kijk dan op:

www.vandevin.nl

IB003_cover.indd 1

Van de Vin ramen en kozijnen b.v. industrieterrein ‘De Poortmannen’ De Geestakkers 8, 5591 RC Heeze Postbus 102, 5590 AC Heeze T: 040 2241999, F: 040 2241990, E: info@vandevin.nl, W: www.vandevin.nl

ib-industrieelbouwen.nl

03-10-12 10:18


Een verzekerde garantie op producten en diensten, die de bij SGT aangesloten timmerfabrieken leveren, zorgt ervoor dat maximale zekerheid wordt gegeven aan de eindgebruiker.

INDUSTRIEEL BOUWEN MET HOUT

Dat is dé SGT-garantie

10 jaar SGT-garantie

Volledig afgelakt

Voorzien van glas

Inclusief montage

Meerjarig onderhoud

NEEM EEN ABONNEMENT EN SURF NAAR

Kozijnen, deuren en spouwbladen Meer informatie op

www.sgtonline.nl

IB003_cover.indd 2

INTERESSE? WWW.IBINDUSTRIEELBOUWEN.NL

02-10-12 10:22


INHOUD

PASSIEF RENOVEREN

6

Aan de Multatulistraat in Doetinchem zijn vier woningen gerenoveerd volgens de spelregels van Passief Bouwen.

WHAT HAPPENED TO?

18

FORSE BESPARING

37

Architect Marlies Rohmer bezoekt in het kader van haar project ‘What happened to?’ haar soms 25 jaar oude ontwerpen.

Een energiebesparing van 75 procent voor bewoners van de Roosendaalse passiefhuiswijk Kroeven wordt gehaald.

21 Column Haiko Meijer

32 Up-to-date-instrument

11 Productnieuws

22 De Calypso en Pauluskerk

34 Geld om te leren

12 3D-bouwproject Groote Veen

27 Nieuws

36 Productnieuws

17 ‘Klantvraag meer analyseren’

28 ‘Herstel bouw in 2014’

42 Nieuws

20 Nieuws

30 Kaderdeur voor renovatie

IB, Industrieel Bouwen met hout is een uitgave van Koninklijke BDU Uitgevers BV. Verschijnt 4 keer per jaar, 1ste jaargang.

Administratie Koninklijke BDU Uitgevers BV Postbus 67 3770 AB Barneveld E-mail: abonnementen@bdu.nl Telefoon: 0342 – 49 48 44 (op werkdagen bereikbaar van 8.30 tot 14.00 uur) Fax: 0342 – 49 42 99 ING: 866912 ABN Amro: 47.32.66.636

EN VERDER 5 Redactioneel

Uitgever Wiljo Klein Wolterink Algemeen hoofdredacteur vak- en publieksmedia Peter Vorstenbosch Redactie Albert Schuurman (hoofdredacteur) Telefoon: 0342 – 49 48 50 / 06 – 21 17 13 38 Linda Hulsman Telefoon: 0342 – 49 48 52 / 06 – 21 17 13 32 E-mail: redactie.ib@bdu.nl Vormgeving Giesbers BV, Velp, Walter Bouwman

Abonnementen Jaarabonnement (4 nummers): € 50,00 excl. BTW Advertentieverkoop Robert Brinkmann Telefoon: 0342 – 49 42 62 E-mail: r.brinkmann@bdu.nl

Technische realisatie Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf BV Auteursrechten voorbehouden © IB Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze berusten bij IB c.q. de betreffende auteur. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, scan, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook. IB wordt tevens elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekstbijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeldmateriaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of inkoopvoorwaarden. Deze zijn bij de redactie ter inzage of op te vragen.

| OKTOBER 2012

IB003_inhoud.indd 3

3

02-10-12 10:47


helderheid, zekerheid en transparantie bij brandwerende binnen- en buitendeuren

Hoe herkent u de GND-deur? Een brandwerende deur onder GND is eenvoudig te herkennen aan het label in de hangzijde van de deur. Hierin staat de prestatie van de deur en via www.GND.nl kunt u alle informatie (rapporten) met betrekking tot de deur eenvoudig opzoeken. Ook staat hier uitleg over de verantwoordelijkheden tussen de betrokken partijen in het bouwproces om uiteindelijk de hoogste zekerheid te krijgen met betrekking tot brandveiligheid!

Meer informatie? Als u vragen heeft of meer informatie omtrent de verschillende labels en garantiemogelijkheden wilt, dan kunt u contact opnemen met de GND - Garantie Deuren.

www.gnd.nl

IB003_04_ADVERTENTIE.indd 4

T 035 - 695 0369

E info@gnd.nl

02-10-12 10:28


REDACTIONEEL

Prent wordt plaatje Alles kan beter, sneller en mooier. Wat het laatste betreft verschillen smaken, en ook over de vraag of iets al dan niet tot een verbetering leidt, kunnen meningen uiteenlopen. Want wat de een als voordeel ziet, kan een ander als nadeel beoordelen. Snelheid is echter meetbaar en daarmee niet te ontkennen. Opa had een houten zomerhuisje. Boven de eettafel hing een prent: een tekening van huizenbouwende bouwvakkers in vroeger jaren. Al kauwend op hun boterhammetje of een hap sperziebonen vergaapten logerende kleinkinderen zich eindeloos aan de tekening: metselaars, timmerlieden, mannen met petten – een enkeling met hoed, vast de baas – die kruiwagens zand over houten planken manoeuvreren, met een stapel bakstenen langs steile ladders omhoog sjouwen, cement in een kuip maken en de duimstok nog eens langs een deurpost leggen.

Het was de tijd waarin de bouwcarrière voor opa begon. Geen AutoCad voor de tekenaars, maar potlood en liniaal. De bouwers waren voor vervoer en transporthulpmiddelen aangewezen op fiets en kruiwagen. Nauwelijks een spoor van auto’s, om maar te zwijgen van hijskranen, bouwliften en diepladers. Toch kwamen de huizenblokken stukje bij beetje uit de grond. Opa werkte in een tijd waarin woningbouw vanzelfsprekend was. De huizen waren nodig, punt. Zijn klein- en achterkinderen daarentegen leven in de 21ste eeuw, waarin geen sprake meer is van directe woningnood. Een ander huis is niet altijd een noodzaak. En het zijn niet langer de gezinnen, maar de een- en tweepersoonshuishoudens die meer gewicht in de woningbehoefteschaal leggen. Met de kleuren van de prent in het zomerhuisje zijn door de jaren heen ook oude bouwwijzen verbleekt. In opa’s dagen werd ongetwijfeld hard gewerkt, maar dat gebeurde in de ogen van het nageslacht onveilig, niet efficiënt en allesbehalve duurzaam. Na een verregaande mechanisering en automatisering van het bouwproces is het nu de tijd voor de bouwplaats als montageplaats. In deze IB aandacht voor het 3D-bouwen met houtskeletbouw.VDM Woningen voert met deze prefab bouwwijze voor het eerst een project uit. Woningdelen worden in kant-en-klare units aangeleverd, met inhoud en al. Groot voordeel is dat de bouw onder goed geconditioneerde omstandigheden gebeurt in plaats van in weer en wind op de bouwplaats. Faalkansen en -kosten worden beperkt, wat de bouw efficiënter en sneller maakt. Beter? Volgens de bouwtrends wel. Mooier? Minder prentgeniek wellicht, maar wat het bouwproces betreft een plaatje.

Albert Schuurman Hoofdredacteur

| OKTOBER 2012

IB003_redactioneel.indd 5

5

02-10-12 10:48


PROJECT Multatulistraat, Doetinchem

1

Pilot voor passief renoveren: vooral ervaring opdoen In de Doetinchemse Multatulistraat heeft Bouwbedrijf EBU in een pilotproject vier woningen gerenoveerd volgens de spelregels van Passief Bouwen. De vier woningen kregen compleet nieuwe gevels met grote prefab houtskeletbouwgevelelementen. Een hoge mate van isolatie, kierdichting ĂŠn een snelle uitvoering speelden een belangrijke rol. Zowel SitĂŠ Woondiensten als het aannemersbedrijf wilden met deze pilot graag kennis en ervaring opdoen voor nog veel meer verouderde woningen in deze buurt. TEKST Carla Debets FOTOGRAFIE Bouwbedrijf EBU, Carla Debets

6

| OKTOBER 2012

IB003_Doetinchem.indd 6

02-10-12 08:52


2

Sité Woondiensten praat al lang over de aanpak van haar verouderde woningbestand in Doetinchem, waarbij de diverse mogelijkheden – van niets doen tot sloop en nieuwbouw – uitgebreid werden bekeken. Projectleider Willeke Marneth: “We hebben een grote opgave voor de komende jaren. Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen om een pilot uit te voeren van vier woningen aan de Multatulistraat in de meest extreme renovatievariant: passief renoveren.”

1 De vier woningen aan het eind van de renovatie. De kleuren van de steenstrips in de gevels verlopen van licht naar donker en er zijn kleine variaties in de gevelindeling. 2 Vergelijkbare woningen in de wijk, vóór renovatie. 3 Per dag werden twee gevelelementen aangeleverd en geplaatst, zowel in de voor- als achtergevel.

Passief renoveren

3

Sité kwam voor de uitvoering terecht bij EBU Bouwbedrijf omdat de woningcorporatie al veel samenwerkt met EBU. Iedereen wilde graag ervaring opdoen met passief renoveren. Bouwbedrijf EBU werkt in een samenwerkingsverband Consortium E+ samen met Architektengroep Gelderland, Bouwvisie Advies, Hogeschool Arnhem-Nijmegen, HtW Installatietechniek, Syntens en Wassink Installaties. Met hun renovatieconcept Concept E+ Revital wonnen zij vorig jaar de tweede prijs in de landelijke prijsvraag ‘De Voorsprong’ van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting. Oorspronkelijk waren de woningen saaie rijtjeshuizen uit 1969. Marneth: “Het gaat vooral om de ervaring, zowel wat de uitvoering betreft als hoe het is om in zo’n woning na passiefrenovatie te wonen. We hebben bewust de bewoners geen lagere energielasten voorgehouden. Belangrijk is natuurlijk wel het uitgangspunt bij passief renoveren van 25 kW per vierkante meter energieverbruik, maar hierin zijn geen bewonersinvloeden meegenomen. De mate van energieverlaging was niet de insteek, dat zal straks uit bewonerservaring moeten blijken.

| OKTOBER 2012

IB003_Doetinchem.indd 7

7

27-09-12 15:54


4

5

De bewoners mogen ook alle besparing in eigen zak steken. We gaan eerst twee jaar meten en op basis daarvan gaan we pas strategische keuzes maken. Gelukkig valt de investering voor vier woningen nog wel mee.”

4 De houtskeletbouwelementen zijn zoveel mogelijk in de fabriek geprefabriceerd, inclusief de kozijnen en het glas. 5 In de fabriek van EBU Bouwproducten vulde Warmteplan de elementen met cellulose-isolatie. 6 Detaillering van de aansluitingen van de gevelelementen ter plaatse van de verdiepingsvloer en dakvloer. 7 Detaillering van twee gevelelementen op de begane grond, ter plaatse van de woningscheidende wand.

Prefab houtskeletbouw Voor Bouwbedrijf EBU was dit het eerste project passief bouwen.Voor de benodigde kennis zorgde vooral bureau Bouwvisie voor de bouwfysische aspecten. Projectleider Marcel Godschalk: “De keuze voor de gevels viel al snel op prefab houtskeletbouwelementen. Snelheid van de uitvoering was immers belangrijk, omdat de bewoners in hun woningen blijven tijdens de uitvoering. Daarom vielen alle traditionele gevelopbouwen af. Het gewicht is de doorslaggevende factor geweest; door de toepassing van hsb-elementen bleven de constructieve aanpassingen beperkt.” Bijkomend voordeel was dat de elementen in de eigen timmerfabriek – EBU Houtproducten – konden worden gemaakt. Niet onbelangrijk in deze tijd van minder werk voor aannemersbedrijven. “Daarom hebben we bijvoorbeeld ook gekozen voor houten kozijnen, waar aanvankelijk kunststof was bepaald. Onze timmerfabriek is Accoya-gecertificeerd en met Accoya kun je ook prima kozijnen realiseren die passen in een passiefhuis”, aldus Godschalk. Met de prefab elementen kan snel worden gewerkt, ze hebben een beperkt gewicht, relatief lage kosten, een korte levertijd én duurzaam materiaalgebruik. Daarnaast waren bewonerswensen met betrekking tot de gevelindeling en de voordeuren eenvoudig te realiseren. De grote elementen zorgen bovendien voor weinig naadaansluitingen, waardoor het eenvoudiger is te voldoen aan de hoge eisen van luchtdichtheid.

Eén gevel per dag 6

8

7

Per woning zijn vier nieuwe gevelelementen toegepast: twee voor de voorgevel en twee voor de achtergevel: één compleet element voor de begane grond en één voor de verdieping. Alle

| OKTOBER 2012

IB003_Doetinchem.indd 8

27-09-12 15:54


elementen zijn 6578 mm breed. Het element op de begane grond is 2905 mm hoog en op de verdieping 3044 mm. Het element op de verdieping steekt namelijk boven het dak uit, onder meer voor de dikkere dakisolatie. Per dag werd één gevel (voor- of achter) gesloopt en vervangen. De oude gevels bestonden uit relatief eenvoudige houten gevels met betonnen borstweringen op de verdieping. Ook de betonnen dakranden en de gemetselde muurdammen zijn gesloopt. De stabiliteit van de casco’s werd gewaarborgd doordat de voorgevels niet gelijktijdig met de achtergevels werden gesloopt: eerst pakte EBU alle voorgevels aan en vervolgens alle achtergevels. De totale renovatie van de vier woningen duurde drie weken. De hsb-elementen wegen circa 1000 kg.Voor deze elementen zijn nieuwe prefab betonnen funderingsbalken toegepast. Hiervoor zijn de gemetselde penanten in de voor- en achtergevels gesloopt; de fundering ervan diende als oplegging voor de nieuwe balken.

Opbouw elementen De 375 mm dikke gevelelementen zijn als volgt opgebouwd (van binnen naar buiten): Fermacell-beplating, OSB, houten I-staanders van 300 mm hoog, met cellulose-isolatie (300 mm

8

dik) en Homatherm Energie Plus Comfort van 60 mm dik. De elementen zijn aan de buitenzijde deels afgewerkt met siliconensierpleister én met steenstrips. Deze steenstrips zijn voor het grootste deel al in de fabriek op de gevelelementen aangebracht; de lagen steenstrips ter plaatse van de horizontale naad tussen de elementen volgden op de bouwplaats. De overige naden zijn op de bouwplaats voorzien van sierpleister. Wat de afwerking aan de binnenzijde betreft: hoofdzakelijk de vensterbanken moesten nog ter plaatse worden aangebracht, dit in verband met de kans op beschadigingen tijdens het transport. De houten I-staanders in de elementen zorgen door hun relatief dunne lijf voor geringere koudebruggen, in vergelijking met volhouten liggers. Daarnaast bieden de hoge liggers veel ruimte aan een dik pak isolatie. In dit project is gekozen voor cellulose-isolatie, vooral vanwege het dampopen karakter waardoor geen folies/dampremmende lagen in de constructie nodig zijn. De cellulose-isolatie is door Warmteplan aangebracht, in de fabriek van EBU Houtproducten. De gevelelementen hebben een Rc-waarde van circa 8,4 m2K/W.

Kozijnen, ramen en deuren

9

In de gevelelementen zijn alle kozijnen – mét glas en deuren – en diverse doorvoeren ten behoeve van de installaties al in de fabriek aangebracht. Dit leidt tot een veel hogere kwaliteit van de aansluitingen – onder andere voor de luchtdichtheid - dan wanneer deze elementen pas op de bouwplaats worden ingepast. Godschalk: “Met Tremco Illbruck zijn alle details uitvoerig besproken. De aansluitdetails worden dan ook voorzien van Elastic Foam. Het toepassen van band als aansluitingsmateriaal geeft in de praktijk bij aansluitingen van elementen onderling en met de bouwmuren geen gegarandeerde luchtdichtheid.

8 Het inhijsen van een houtskeletbouwelement voor de achtergevel, op de begane grond. 9 Onder de gevelelementen zijn nieuwe funderingsbalken geplaatst die zijn opgelegd op de fundering van de (gesloopte) gemetselde penanten.

| OKTOBER 2012

IB003_Doetinchem.indd 9

9

27-09-12 15:54


Denk daarbij ook aan het verschuiven tijdens de plaatsing én vervuiling.” De kozijnen in de gevelelementen zijn uitgevoerd in Accoya dat erg gunstige thermische eigenschappen heeft: de U-waarde van het gemodificeerde kozijnhout bedraagt 1,1 W/m2K. De voordeur en achterdeur zijn uitgevoerd als passiefdeur, met een dikte van 68 mm; deze passiefdeuren hebben geen brievensleuf. De kozijnen en deuren zijn in de fabriek in de hsb-gevelelementen gemonteerd, beglaasd en afgeschilderd. Als beglazing is driedubbele HR++-beglazing aangebracht.

10 De ter plaatse aangebrachte steenstrips verbergen niet alleen de aansluitingen tussen boven- en onderelement, maar ze lopen ook door over de verticale aansluitnaden. 11 Na het aanbrengen van de voor- en achtergevelelementen zijn de kopgevels afgewerkt. Dit gebeurde ter plaatse, eveneens met I-liggers, beplating en cellulose.

Dak- en vloerisolatie en installaties Het bestaande platte dak – Nehobo baksteenvloeren – kreeg een dik isolatiepakket (gemiddeld 130 mm), waardoor de Rc-waarde naar 7,5 m2K/W ging. Ook de begane grondvloer is geïsoleerd. Hiervoor is de volledige hoogte van de bestaande kruipruimte – circa 450 mm – voorzien van isolatieparels. Ten slotte zijn ook de kopgevels nog geïsoleerd: met ter plaatse aangebracht I-staanders en Homatherm-platen afgewerkt met steenstrips, en gevuld met cellulose-isolatie. Aanvankelijk zouden op het dak zonnecollectoren worden geplaatst. De baksteenvloer bleek echter deze extra belasting

10

én verankering niet toe te laten. Maar ook de ruimte in de werkkast was voor de zonneboiler te krap, mede in verband met service en onderhoud. Daarom is gekozen voor een lucht-/waterwarmtepomp; dit hybride toestel is geplaatst boven de woningscheidende wand, op het dak. Zó ontstond er bovendien meer ruimte in de werkkast naast het warmteterugwinningstoestel. Voor het keurmerk Passiefbouw (van de Stichting Passiefhuis Holland) moet met metingen worden aangetoond dat de vereiste prestaties – met name op gebied van de luchtdichtheid - ook worden gehaald. Sité Woondiensten wilde graag dit keurmerk hebben omdat het een bevestiging is en het de garantie biedt dat de vooraf besproken prestaties ook zijn gerealiseerd. Daarom is na oplevering van de eerste woning een blowerdoortest uitgevoerd. De houtskeletbouwelementen van EBU Houtproducten bleken perfect luchtdicht, maar er schortte nog wat aan de aansluiting met de bestaande constructie. Naar aanleiding hiervan zijn maatregelen genomen om ook deze aansluitingen nog beter te dichten.

PROJECTGEGEVENS Opdrachtgever: Sité Woondiensten, Doetinchem Uitvoering: Consortium E+, een samenwerkingsverband van: - Architektengroep Gelderland (ontwerp) - Bouwbedrijf EBU Doetinchem (engineering, uitvoering en coördinatie) - Bouwvisie Advies (bouwfysica) - Hogeschool Arnhem–Nijmegen (kennispartner) - HtW Installatietechniek (loodgieterswerk en elektrische installatie) - Syntens (coaching bij innovaties) - Wassink Installaties (verwarming en mechanische ventilatie) Leveranciers: Prefab gevelelementen: EBU Houtproducten, Doetinchem Cellulose-isolatie: Warmteplan, Brummen Afdichtingstechniek: Tremco Illbruck BV, Arkel Steenstrips: DAW Coatings Nederland BV, Nijkerk Start renovatie: augustus 2012 Oplevering: september 2012 11

10

| OKTOBER 2012

IB003_Doetinchem.indd 10

27-09-12 15:55


NIEUWS Product

Energienulwoningen Energienulwoningen zijn een innovatie op de woningmarkt. Bijzonder is dat ze evenveel energie opleveren als dat ze verbruiken. Het eerste project met energienulwoningen komt nu van de grond in het Brabantse Uden. “We gaan woningen realiseren die zo zuinig zijn dat ze geen energie meer gebruiken”, vertelt Aris de Groot, de bedenker van het concept. “De energienulwoningen wekken genoeg energie op voor bijvoorbeeld verwarming, koeling, ventilatie, verlichting en huishoudelijke apparaten. Daarvoor zijn de woningen voorzien van diversen duurzame techno-

logieën.Voor de huurvariant geldt dat de opzet van de huurprijs net zo vooruitstrevend is als de energienulwoning zelf. De huurprijs is namelijk inclusief een vaste bijdrage voor energieverbruik. In een tijd waarin de energieprijzen alsmaar stijgen, is het erg prettig om precies te weten wat je kwijt bent voor energie. Vandaag, maar ook over tien of twintig jaar.” En dat is volgens De Groot het grootste voordeel. “Mensen betalen geen extra kosten en weten precies waar ze aan toe zijn.” Er blijft nog wel een variabel energiedeel over, met name voor het gebruik van huishoudelijke apparaten,

maar dat betalen bewoners via een ‘energietegoed’. “Via deze bijdrage houden we rekening met de verschillen in verbruikersbehoefte.Vergelijk het met het beltegoed voor een mobiele telefoon”, aldus De Groot, die uitlegt dat die bijdrage voor iedere huurder anders is en specifiek wordt afgestemd op de gebruikersbehoefte. “We bieden toekomstige bewoners te zijner tijd advies en begeleiding voor een energiezuinig huishouden.” Het energienulconcept is al beproefd. Ontwikkelaar Octus Beheer, waarvan De Groot mede-eigenaar is, realiseerde eerder dit jaar al een kantoorgebouw waarin alle technieken zijn toegepast. “Het werkt fantastisch”, zegt De Groot enthousiast. “Een ideaal concept, juist in deze tijd.Veel mensen moeten bezuinigen om hun bestedingsniveau op peil te houden. Energienulwoningen bieden uitkomst. Huren inclusief energie zorgt ervoor dat bewoners er nu én later warm bijzitten. Zo kunnen mensen vrij over hun geld beschikken en zorgeloos wonen en genieten. Dat kan, ook in deze tijd.”

Meer informatie: www.energienulwonen.nl

Bevochtigingseenheid De Helios HygroBox is een nieuwe actieve bevochtigingseenheid die kan worden ingepast in nieuwe of bestaande ventilatiesystemen met warmteterugwinning. Frisse buitenlucht passeert de warmtewisselaar van de warmteterugwinunit en absorbeert de warmte van de afgevoerde lucht. De voorverwarmde, verse lucht voert vervolgens naar de HygroBox, waar automatisch bevochti-

ging plaatsvindt conform het principe van natuurlijke verdamping. Een met lamellen uitgeruste rotor draait binnen in het apparaat in een waterbad. De lamellen geven op natuurlijke wijze water af aan de lucht. Onafhankelijk van het regelsysteem houdt de HygroBox de gewenste relatieve luchtvochtigheid vast. De bevochtigingseenheid draagt zorg voor een gezond leefklimaat met

een ideale luchtvochtigheid: 50 procent relatieve vochtigheid bij een ruimtetemperatuur van 21° C. De HygroBox is leverbaar in drie modellen tot een capaciteit van circa 500 m3/h. Meer informatie: Auerhaan, Lelystad tel. 0320 – 28 61 81 www.auerhaan-klimaattechniek.nl

| OKTOBER 2012

IB003_Product_01.indd 11

11

27-09-12 15:03


PROJECT Groote Veen, Eelde-Paterswolde

3D-bouw in hsb Eelde-Paterswolde heeft een primeur in de woningbouw. Na een eerdere proef met een vrijstaande woning is Groote Veen het eerste project waarvoor VDM Woningen grootschalig in zijn fabriek de hal met toiletruimte en meterkast, en de bovenliggende badkamer in 3D prefabriceert. Oftewel: de genoemde ruimten worden kant-en-klaar op de bouw aangeleverd, tot en met de spiegel aan de betegelde badkamerwand. TEKST Albert Schuurman FOTOGRAFIE BDU Uitgevers, VDM Woningen

1

12

| OKTOBER 2012

IB003_12_Groote Veen.indd 12

27-09-12 16:27


1 Twee hsb-units op elkaar met de hal – inclusief toiletruimte, meterkast en technische ruimte voor verwarming en ventilatie – en de badkamer. 2 De units in 3D getekend. 3 Een 3D-unit in aanbouw in de VDM-fabriek.

Voor het project Groote Veen in het Drentse duodorp EeldePaterswolde bouwt VDM Woningen 64 woningen, verdeeld in 27 huur- en 37 koopwoningen. De in samenwerking met architectenbureau J2AP architectuur & stedenbouw gewonnen prijsvraag voor dit plan is een opdracht van Stichting Eelder Woningbouw.VDM heeft behalve de bouw ook het onderhoud naar zich toegetrokken.

Twee fasen “Momenteel zijn we aan het bouwen”, vertelt VDM’s technisch directeur Jan Hoekstra. “De huurwoningen worden in twee fasen opgeleverd: achttien en negen woningen.Van de koopwoningen wordt nog niet alles gebouwd, maar inmiddels zijn 25 van de 37 woningen verkocht. We hebben over belangstelling niet te klagen. Het gebied spreekt ook aan.” Groote Veen ligt aan de rand van Eelde en is ruim van opzet. Een waterpartij zorgt voor een natuurlijke afscheiding richting de provinciale weg. Over deze vijver wordt in een later stadium een brug voor fietsers en voetgangers aangelegd. “Bijzonder in dit plan is de rijke verscheidenheid aan landschappelijke woonsferen, elk met een eigen kwaliteit”, aldus architect Jaap Hoekstra van J2AP. “De rijwoningen staan verspreid over het totale plan, onder andere aan de grote vijverpartij en een wadi.” Aan deze regeninfiltratievoorziening verrijzen huizen met een houten veranda als achtertuin. “Deze zullen als vlonders fungeren aan de wadi”, aldus Kees Praamstra, projectleider bij VDM.Verder draagt een variëteit aan erfafscheidingen bij aan de dorpse uitstraling van de wijk.

2

Hsb-units Voor deze woningen levert en plaatst VDM houtskeletbouwelementen. Dat op zich is niet nieuwswaardig, maar dat geldt wél voor het feit dat het bedrijf uit Drogeham een deel van de woning in 3D-bouw aflevert. Jan Hoekstra: “De woning is zo opgezet dat de hal – inclusief toiletruimte, meterkast en technische ruimte voor verwarming en ventilatie – en de badkamer precies boven elkaar passen. Deze twee hsb-units bouwen wij in onze fabriek. Dat houdt in dat de toiletruimte is voorzien van tegelwerk en sanitair, en dat de technische ruimte is uitgerust met het benodigde leidingwerk. Ook de meterkast is voorbereid. Op de eerste verdieping wordt de badkamer compleet afgeleverd, dus met betegelde vloer en wanden, toilet, wastafel met spiegel, een douchehoek en desgewenst een bad.” Praamstra vult aan: “De technische ruimte in de hal is een grote kast, waarin de voorbereidingen zijn getroffen voor de verwarmingsketel, vloerverwarming en aansluiting voor een wasmachine. Op de eerste verdieping kan in een van de slaapkamers via een luikje de vloerverwarming voor die etage worden geregeld. Het is plug and play.”

Torentje

3

De prefab unitbouw scheelt volgens Hoekstra veel tijd op de bouwplaats. “Als het torentje staat, worden de verdere wanden gemonteerd, de vloeren gelegd en de prefab goot aangebracht. Dan rest nog het metselwerk, het dak en de binnenkozijnen”, somt de technisch directeur op.

| OKTOBER 2012

IB003_12_Groote Veen.indd 13

13

27-09-12 16:27


VDM beschikt over een eigen installatiebedrijf dat voor de 3D-woningdelen in de fabriek zorgdraagt voor het leidingwerk. Tegelzetters worden ingehuurd. “Zij kunnen hun werk doen in onze fabriek”, vertelt Hoekstra. “Dat bespaart tijd: de tegelzetters stappen over van de ene in de andere unit en hoeven dus niet de hele bouw over te banjeren.” Praamstra: “Dat is zeker bij Groote Veen een winstpunt. Daar liggen de bouwkavels vrij ver uit elkaar.” Een tweede belangrijk punt is dat de tegelzetters en andere bouwlieden in de VDM-fabriek onder geconditioneerde omstandigheden werken. “Dus de kwaliteit is volledig onder controle”, stelt Hoekstra. 4 De vloer van de eerste verdieping wordt op I-liggers geplaatst. 5 De badkamer is (bijna) klaar voor gebruik. 6 De beganegrondunit komt op stalen pinnen te staan waarmee de unit kan worden gesteld.

5

4

Gevlinderd De onderste unit wordt geplaatst op de betonnen vloer. “Deze wordt gevlinderd voor een strak resultaat”, vertelt Praamstra. “De beganegrondunit komt op stalen pinnen te staan waarmee de unit kan worden gesteld.” Voor de toiletruimte is in de vloer een sparing aangebracht, waarin de betegelde vloerplaat precies past. “De vloer van de eerste verdieping bestaat uit hsb-elementen die op I-liggers worden geplaatst”, legt Hoekstra uit. “Dat levert een ruimte op van 38 cm hoog, waarin we van tevoren buizen kunnen aanbrengen voor de ventilatie. Als je wilt verbouwen, biedt dit ook een voordeel: het plafond is namelijk vrij gemakkelijk open te maken, zodat waar nodig installaties kunnen worden aangepast.” Op deze vloerelementen wordt een

zwevende dekvloer aangebracht. “Hierdoor behaalt VDM een uitermate hoge score in geluidsisolatie.” Aan de buitenkant van de spouw wordt in het geval van Groote Veen metselwerk toegepast. “De gevelbekleding op de eerste verdieping bestaat bij verscheidene huizenrijen uit dakpannen”, vertelt Praamstra. “Het dak loopt daarin over door op de rand knikpannen te leggen.” De woningen waarvan de gevel deels met dakpannen wordt bekleed, hebben op de eerste verdieping dakramen in plaats van ‘gewone’ kozijnen. “Dat is in combinatie met de pannen veel mooier, een dakraam valt strakker in het patroon.”

6

14

| OKTOBER 2012

IB003_12_Groote Veen.indd 14

27-09-12 16:28


7

7 Een aantal gevels wordt deels bekleed met dakpannen. Elke woning krijgt drie pv-panelen. 8 De 3D-units worden met een dieplader naar de bouwplaats getranporteerd.

Pv-panelen Per woning worden drie pv-panelen geplaatst, waarmee de energieprestatiecoëfficiënt op het gewenste niveau wordt gebracht. Kozijnen, dakgoten en boeiboorden worden in kunststof uitgevoerd. “Zo bouwen wij voor de gebruiker een onderhoudsarme woning met aanzienlijk minder onderhoudskosten”, zegt Jan Hoekstra. De met dakpannen beklede gevels roepen volgens Jaap Hoekstra associaties op met de vormentaal van boerderijen in de omtrek. “Karakteristiek voor de omgeving zijn woningen met asymmetrische daken en verspringende nok- en goothoogtes. In de nieuwbouw keren deze kenmerken op een eigentijdse manier terug. Grote, in hoogte verspringende dakvlakken zijn op een asymmetrische wijze over de rijwoningen gedrapeerd. Het asymmetrische beeld wordt versterkt in de kopgevels met een flink overstek en overhoeks doorgetrokken goten.” Ook in de keuze voor de kleur baksteen is rekening gehouden met het landschappelijke karakter van Groote Veen. De muren worden in aardetinten opgemetseld, waarbij de steen voor de koopwoningen wat verschilt van die van de huurwoningen. “De plint volgt de horizontale belijning van de gootlijn”, vertelt Jaap Hoekstra. “Om extra detail toe te voegen is de plint verbijzonderd door om en om per laag een verschillende baksteenkleur toe te passen.”

8

Voldoende ruimte Jaap Hoekstra stelt dat de woningen in een alleszins betaalbare klasse zijn gebouwd, die starters een goede kans bieden. Dit is volgens de architect deels te danken aan de hsb-bouw. “Ik ben uitgegaan van het standaard-casco van VDM; dat bespaart kosten, waardoor ik voldoende ruimte kreeg om in de vormgeving af te wijken van een standaard rijwoning. Het is bijzonder dat het specifieke karakter van het beeldkwaliteitsplan heeft geleid tot een verrassend en zorgvuldig niet-alledaags ontwerp voor huur- en koopwoningen in een laag prijssegment.” Ook het 3D-bouwen gooit geen roet in het eten. “Ik hoorde tijdens de

| OKTOBER 2012

IB003_12_Groote Veen.indd 15

15

27-09-12 16:28


9

ontwerpprijsvraag voor dit project dat VDM hierop zou overstappen. Dat had geen invloed, ook niet op het ontwerp. We konden blijven werken volgens het gekozen concept.” Het gehele proces – van ontwerp naar bouw – is volgens Jaap Hoekstra in een hoog tempo verlopen. “In december 2011 hebben we het ontwerp ingediend. In september stonden de eerste woningen er al. Dat ging heel snel; binnen een week hadden we het concept rond, ook het ontwerp van het dak. We hebben bij VDM snel gecheckt of alles haalbaar was en

9 De verschillende woningrijtjes staan verspreid over het gehele bouwplan. 10 De units staan, de trap zit er in.

konden vervolgens binnen twee weken na de start het ontwerp presenteren.”

Montageplaats Voor Groote Veen doet VDM waar in de bouw volop over wordt gesproken: een substantieel aandeel van een woning wordt prefab aangeleverd en de bouwplaats fungeert vooral als montageplaats. “De 3D-bouwwijze is een vervolg op hoe wij al jaren gewend zijn te produceren”, zegt Jan Hoekstra. “Het is een vergaande manier van prefab. Tot nu toe bouwden we veelal in 2D. Per werkdag doen we één woning, wind- en waterdicht. Dat doen we al veertig jaar, maar 3D-bouwen is echt een stap verder.” Het bouwbedrijf heeft met de 3D-bouwwijze proefgedraaid voor een vrijstaande woning. “Dat ging perfect, zodat we het nu aandurven voor een groot project”, zegt Hoekstra. “Groote Veen is dus het eerste project waar we het 3D bouwen op grotere schaal toepassen.” VDM heeft zich intussen met zijn 3D-bouw gemengd in een aantal aanbestedingsrondes voor andere projecten. “De prijs-productverhouding moet uitermate scherp zijn en dat lukt ons op deze manier. De engineering is van tevoren volledig klaar. We werken met bim, zodat we zeker weten dat alles goed past. Daardoor worden de faalkosten tot vrijwel nul gereduceerd. Door industrieel te bouwen kan dat percentage enorm dalen.” In Groote Veen wordt het eerste blok van vijf huurwoningen opgeleverd in week 44. De afronding van de totale bouw is afhankelijk van wanneer de twaalf nog niet verkochte woningen aan de man worden gebracht.

PROJECTGEGEVENS Opdrachtgever: Stichting Eelder Woningbouw, Eelde-Paterswolde Ontwerp: J2AP architectuur & stedenbouw, Drachten Aannemer: VDM Woningen 10

16

| OKTOBER 2012

IB003_12_Groote Veen.indd 16

27-09-12 16:28


BOUWTRENDS

‘De bouw als lovebrand’ De BouwKennis Jaarbijeenkomst op 20 september had volgens de markt- en marketinginformatieleverancier een simpel doel: de aanwezigen kansen aanreiken om in de huidige economie staande te blijven. TEKST Linda Hulsman FOTOGRAFIE BouwKennis

De tiende BouwKennis Jaarbijeenkomst in het Spant! in Bussum stond vanzelfsprekend grotendeels in het teken van de economisch slechte tijden. Op het programma stonden dan ook drie thema’s die volgens BouwKennis kansen bieden voor de toekomst: Bouwen 2.0, Social Media en Storyselling. De ruim vierhonderd aanwezige marketeers en directeuren uit de bouwketen worden door trendwatcher en dagvoorzitter Adjiedj Bakas welkom geheten. Hij weet de aanwezigen vooraf en tussen de presentaties door te animeren met pakkende anekdotes en inspirerende filmpjes. “Als je aarzelt, groeit je angst. Als je waagt, groeit je moed.” Bakas benadrukt dat de crisis veel kansen biedt voor innovatie.

Marktinzichten BouwKennis directeur Boudewijn Goedhart geeft de zaal een kijkje in de toekomst. Hij probeert het slechte nieuws naar eigen zeggen iets ‘gezelliger’ te brengen dan de Koningin. Aan de hand van een aantal filmpjes stelt hij de aanwezigen op de hoogte van nieuwe marktinzichten, trends, kansen en ontwikkelingen.Vooral de woningbouwproductie komt er niet goed af. Het aantal gereedmeldingen in 2012 zakt volgens BouwKennis naar 48.000. In 2013 loopt dit aantal terug naar 42.000 en in 2014 bereiken we een historisch dieptepunt met slechts 41.000 gereedgemelde woningen. Desondanks zijn er volgens Goedhart nog genoeg kansen om een bedrijf te laten onderscheiden in de markt. “Er is meer concurrentie in de markt, de klant twijfelt steeds vaker tussen de aanschaf van een nieuwe auto of die nieuwe dakkapel. Bedrijven moeten zich daarom nog meer op de klant richten, de Nederlandse bouw moet de lovebrand worden bij consumenten.”

Adjiedj Bakas: “Als je aarzelt, groeit je angst. Als je waagt, groeit je moed.”

Voor en door de sector Goedharts goede nieuws is de lancering van de BouwKennisBlog, een nieuwe marketingblog voor de bouwsector. De blog moet worden gevuld met verhalen voor en door de sector. Want, zo stelt Goedhart, kennis delen is macht. Hennes de Ridder, hoogleraar aan de TU Delft, doet dit dan ook tijdens zijn presentatie over bouwen 2.0. De Ridder is van mening dat fragmentatie de bouw in de weg zit. De sector moet bovendien af van alle processen, want een goed

proces betekent niet vanzelfsprekend een goed product. “Van klein naar groot denken is hierbij essentieel. Als de bouw dat doet, kan de sector zelfs een factor vier à vijf keer goedkoper produceren.” De Jaarbijeenkomst wordt uiteindelijk samengevat door Bakas en Goedhart. “Vandaag leerden we dat we als bouw de klantvraag meer moeten analyseren, ons moeten laten inspireren door voorlopers in andere branches en kennis moeten delen.”

| OKTOBER 2012

IB003_17_bouwkennis.indd 17

17

27-09-12 15:57


INTERVIEW

Projecten van toen in het licht van nu ‘What happened to?’ is de vraag die architect Marlies Rohmer zichzelf enige tijd geleden stelde. Om antwoord te krijgen reist zij sinds begin dit jaar tot halverwege 2013 door het land om haar – soms 25 jaar – oude ontwerpen te bezoeken.

TEKST Linda Hulsman FOTOGRAFIE Architectenbureau Marlies Rohmer, Scagliola/ Brakkee

Architect Marlies Rohmer is zich terdege bewust van het unieke karakter van haar project. “Er zijn weinig architecten die na de afronding van een ontwerp nog regelmatig achterom kijken. Terwijl het eigenlijk heel voor de hand liggend is. De architectuur is een beetje een hype-vak. We zijn heel erg gericht op: ‘What’s next?’. Terwijl het stilstaan bij oud werk heel leerzaam kan zijn.” Rohmer is sinds begin dit jaar bezig met haar project ‘What happened to?’.Voor dit project legt zij bezoeken af aan een aantal van haar ontwerpen van de afgelopen 25 jaar. In de vorm van een documentaire hoopt zij haar ervaringen uiteindelijk te kunnen delen met de rest van Nederland. IB is benieuwd naar haar bevindingen tot nu toe.

Tourdagen De hoeveelheid projecten die Rohmer wekelijks bezoekt

1

varieert sterk. “Ik heb er inmiddels al een aantal stevige tourdagen met de camper op zitten, maar er zijn ook weken dat ik slechts een enkel project bezoek.” Het idee achter ‘What happened to?’ is ontstaan toen ze bezig was met een artikel over de verankering van gebouwen in hun omgeving. “Het is voor mij belangrijk dat het hoofdconcept zo sterk is dat het veel kan hebben. Als het gaat om woningbouw is dat natuurlijk lastig. Zo zijn er altijd bewoners die toegepast hout of kunststof wel schilderen en bewoners die dat niet doen.” Desondanks probeert Rohmer niet te zwaar te tillen aan de dingen die ze aantreft. “Ik leer zelf een heleboel door deze projecten te bezoeken, dus als iets niet geheel naar wens is, is dat niet per se een drama. Bovendien stammen veel van de projecten die ik bezoek uit de jaren negentig en toen was alles vrij experimenteel. De ene keer pakt zoiets goed uit en de andere keer minder.” De architect vervolgt: “Waar ik me meer aan stoor in ons land, is de armzalige bouwwijze in het algemeen. Er wordt veel te veel standaardmateriaal toegepast. Goed voorbeeld hiervan: de stalen Polynorm-kozijnen en de gehorige metaalprofielwandjes.”

Geïntegreerde bouwwijze Een goed bestrijdingsmiddel tegen deze ontwikkeling is volgens Rohmer een geïntegreerde bouwwijze. “Het werken met bijvoorbeeld een Design Build Finance Maintaincontract (DBFM) of het bouwen in een consortium spreekt me aan. Hierdoor ben je tegelijkertijd verzekerd van een bepaalde mate van onderhoud. Ik heb er zelf nog te weinig ervaring mee, maar het geeft hoop. In de traditionele setting

2

18

IB003_Rohmer.indd 18

| OKTOBER 2012

27-09-12 16:01


3

staan de betrokken bouwpartijen nog te veel tegenover elkaar in plaats van dat ze samenwerken.” Als het gaat om het bouwen met hout heeft Rohmer een uitgesproken mening. “Ik ben geen houtbouwer a priori, maar ik vind het een prachtig materiaal. Zo hebben we net een cradle-to-cradle-paviljoen in Veenendaal opgeleverd met een oppervlakte van 15.000 m2. Het beschikt over een houten draagconstructie van Fins vuren. Hout is geen materiaal om te bekleden, maar juist om in het zicht te laten. De houten spanten maken deel uit van de architectuur.”

Aan mode onderhevig Rohmers enthousiasme voor hout is niet haar hele carrière aanwezig geweest. “In het prille begin was ik huiverig voor het gebruik van hout. Er was een soort lichte paniek: als

4

het maar niet lekt en wel stevig genoeg is. Daarnaast ben ik gestart als architect met veel sociale woningbouw en daarin werd toen sowieso al weinig hout toegepast. Ik zie dat het materiaal de laatste tien à vijftien jaar weer meer wordt gebruikt. Lichte, snel opwarmbare cradle-to-cradleconstructies zijn – zoals bij het paviljoen in Veenendaal dat een adhoc-gebruik kent – heel geschikt.” De bevindingen die ze heeft opgedaan tijdens haar tocht hebben volgens Rohmer nu al zichtbare gevolgen. “Ik ben nu nog meer op zoek naar het gebruikscomfort van een ontwerp. Zo zal ik nooit meer materialen toepassen met een twijfelachtige status wat onderhoud betreft. Want het is gewoon overduidelijk dat we in Nederland heel slecht zijn in het onderhouden van onze gebouwen. Ik kies liever voor robuuste materialen, die eventuele vervuiling niet zichtbaar laten zien.”

1 Marlies Rohmer: “Weinig architecten kijken na de afronding van een ontwerp nog achterom.” 2 Voor haar project ‘What happened to?’ legt Marlies Rohmer bezoeken af aan een aantal van haar ontwerpen van de afgelopen 25 jaar. 3 “Ik ben geen houtbouwer a priori, maar ik vind het een prachtig materiaal.” 4 Architectenbureau Marlies Rohmer heeft onlangs een cradle-to-cradle-paviljoen in Veenendaal opgeleverd met een oppervlakte van 15.000 m2.

5

5 “Lichte, snel opwarmbare cradle-to-cradle-constructies zijn – zoals bij het paviljoen in Veenendaal dat een adhoc gebruik kent – heel geschikt.”

| OKTOBER 2012

IB003_Rohmer.indd 19

19

27-09-12 16:01


NIEUWS Algemeen

Hsb constructiemethode van de toekomst De komende jaren zal een duidelijke voorkeur ontstaan voor het gebruik van hout in de constructie. In alle landen waar Arch-Vision onderzoek uitvoert, Nederland, Duitsland, Frankrijk, Groot Brittanië, Italië en Spanje, zal volgens de architecten hsb een vlucht nemen. Dit is een van de conclusies van de European Architectural Barometer, een driemaandelijks onderzoek onder 1.200 architecten in zes Europese landen. Europese architecten zijn een belangrijke indicator voor de bouwsector. Zij zijn het erover eens dat er steeds meer voorkeur komt voor droge in plaats van natte constructies als het gaat om binnenmuren. Als er gekeken wordt wat architecten zeggen over het toekomstige gebruik van constructiemethoden, blijkt echter dat het gebruik van gietbouw in vrijwel alle landen stabiel zal blijven. De uitzondering hierop is Nederland, waar 53 procent voorspelt dat het gebruik de komende vijf jaar zal afnemen. De trend naar meer duurzame oplossingen, natuurlijke producten en lichtere materialen is ook te zien bij de constructiemethodes. In vijf landen zijn verwachtingen voor een toenemend gebruik van houtskeletbouw waarneembaar. Alleen in Spanje voorzien

architecten groei voor betonskeletbouw. In Duitsland en Groot Brittanië zullen naast het toenemende belang van houtskeletbouw ook andere technieken, te weten betonelementenbouw en staalskeletbouw, marktaandeel winnen. Franse architecten hebben een overduidelijke voorkeur voor hout. Zeven van de tien architecten, het hoogste aandeel van alle landen voor alle constructiemethoden, gaf aan deze methode meer te gaan gebruiken in de komende vijf jaar. Spouwmuren zullen in Spanje minder gebruikt gaan worden, terwijl Franse en Italiaanse architecten aangeven dat betonelementenbouw terrein zal gaan verliezen. Dit zal waarschijnlijk worden veroorzaakt door het feit dat meer architecten van plan zijn om hout te gaan toepassen.Volgens 46 procent van de Italiaanse architecten zal juist het gebruik van betonskeletbouw gaan afnemen. Opvallend is dat Britse architecten veel vaker kiezen voor stalen oplossingen. Slechts 3 procent denkt dat staalskeletbouw minder zal gaan worden gebruikt, terwijl 55 procent van mening is dat het gebruik in de toekomst alleen nog maar zal toenemen. www.arch-vision.eu

Vooruitzichten blijven somber ING Economisch Bureau voorziet voor 2012 een krimp van de bouwproductie van bijna 6 procent. De blijvend verlaagde overdrachtsbelasting en de verhoging van de btw verzwakken de concurrentiepositie van nieuwbouwwoningen. Het ondernemersvertrouwen onder aannemers is door de economische malaise tot een historisch laag niveau gedaald en het aantal faillissementen gestegen tot recordhoogte. Naar verwachting worden er in 2013 nog maar 50.000 woningen gebouwd. De bouwsector blijft gebukt gaan onder een afnemende vraag. Door de recessie staan bedrijfsinvesteringen op een laag pitje; gemeenten en provincies bezuinigen op hun uitgaven voor

20

infrastructuur en de vastgelopen woningmarkt zorgt voor minder verkopen van nieuwbouwwoningen. In 2011 groeide de bouwproductie wel met bijna 4 procent, maar dit was vooral te danken aan een zeer sterk 1ste kwartaal door voornamelijk weersinvloeden. Op kwartaalbasis daalt de productie al sinds het tweede kwartaal 2011 en ook dit jaar zet deze krimp zich verder voort.Voor heel 2012 verwacht ING een afname van bijna 6 procent van de bouwproductie en ook voor 2013 nog een lichte krimp van 1 procent. www.ing.nl

| OKTOBER 2012

IB003_algemeen nieuws_01.indd 20

27-09-12 15:05


COLUMN

HAIKO MEIJER

Oud hout, ik ben er mee opgegroeid Als kind stond ik al graag achter een oude houten sjoelbak. Tegenwoordig staat hij op een keyboardstandaard in de woonkamer. Als ik thuiskom, is het even mediteren met een paar oude sjoelstenen die ik al ontelbare keren in de hand heb gehad. Schoonheid, beweging en overgave. Overgave aan de telkens weer net iets anders reagerende houten stenen die ook de generatie voor mij al in de handen heeft gehad, en de generatie daarvoor. Het houten Drentse kabinet uit de negentiende eeuw, een familie-erfstuk, staat in de keuken te kraken. Eigenlijk zijn de huidige woonkamers veel te droog voor dit soort kasten. Ze waren ontworpen in een tijd waarin de kamers slecht geïsoleerd waren, door een gaskachel werden verwarmd en meestal een veel hogere luchtvochtigheid hadden. Toch is zo’n krakende kast een lust voor het oog en dient nog steeds prima voor het servicegoed en speelgoed in plaats van het linnengoed. Inmiddels hangen er ook reststukken van de houten brug van Sneek als kunst aan de muur. De klodders lijm van de gelamineerde houten delen vormen een schijnbaar onderdeel van het kunstwerk. Bij hout vraag ik me altijd af wat perfectie is en of het er is. Een nieuwe houten zeilboot ziet er prachtig uit als hij net gelakt voor het eerst in het water wordt gelaten. Maar na een eeuw gebruik, waarin steeds maar weer de butsen, scheuren en krassen worden gerepareerd, komt het leven in de boot, het krijgt een andere waarde. In deze beleving is hout uniek.Vaak wordt er het uiterste gedaan om hout er voor altijd brand new uit te laten zien.Volgens mij is dat een denkfout. Ik denk dat het juist de kunst is goed na te denken hoe het hout op een mooie manier kan verouderen. Dat haalt meer de kracht van het materiaal naar boven dan het kunstmatig te blijven verjongen. Hout werkt, verkleurt, slijt, ademt het verleden. Het gekke met hout is dat het heel nieuw en heel oud vaak als aantrekkelijk wordt ervaren. Daartussenin heeft hout het in de ervaring nog wel eens moeilijk. Gebruik je hout puur natuur, of bewerk je het, houd je het schoon of laat je het verweren? In de exploitatie en de ervaring, maar ook in de houtkeuze en detaillering erg belangrijk om je goed te realiseren. Maar het hout kan ook heel bewust voor het interieur of alleen voor het exterieur of

Haiko Meijer is mede-eigenaar van architectenbureau Onix, dat is gevestigd in Groningen en Helsingborg (Zweden).

misschien toch wel beide worden toegepast. Terugkeren naar je eigen projecten van hout levert ontzettend veel informatie op over zowel de eigenschappen van hout, maar ook van de beheerder en gebruiker. De totale context van klimaat, beheer, gebruik en expressie bepaalt hoe hout moet worden ingezet als materiaal.

| OKTOBER 2012

IB003_column_haiko.indd 21

21

02-10-12 10:50


PROJECT

De Calypso, Rotterdam

1

22

IB003_Calypso.indd 22

| OKTOBER 2012

27-09-12 16:18


Huzarenstuk in hsb Op een van de drukste plaatsen van Rotterdam, recht voor de nieuwbouw van het Centraal Station en naast de bouwput van de nieuwe parkeergarage op Kruisplein, verrijzen onder de naam De Calypso twee appartementgebouwen en de nieuwe Pauluskerk. De locatieruimte is er zeer beperkt, de opgave om meerdere redenen bijzonder ingewikkeld. Reden waarom Sorba Projects koos de hellende gevel uit te voeren in houtskeletbouwelementen.

TEKST Kees de Vries FOTOGRAFIE/TEKENINGEN Kees de Vries, Sorba Projects

Op zijn werkplek in Winterswijk ziet projectmanager Patrick Weijers zich omringd door 22 ordners met detailtekeningen, correspondentie en voortgangsverslagen van wat zonder twijfel een van de meest spraakmakende gevels van Nederland is. Elke donderdag start hij om 5:00 uur de auto om twee uur later op de locatie in Rotterdam in bouwbesprekingen de vinger aan de pols te houden en eventuele problemen op te lossen. Dat doet hij inmiddels al een paar jaar. “We zijn met het project al bijna vijf jaar bezig en het eind is in zicht, maar het is een van de meest complexe gevels waar we bij betrokken zijn. Een gigantische uitdaging.” Weijers is namens Sorba verantwoorde-

1 Appartementengebouw De Calypso met op de voorgrond de nog onafgewerkte Pauluskerk. 2 De gevel bestaat uit in totaal zo’n 450 verschillende hsb-elementen. 3 Vorm en beplating maken De Calypso een feest voor het oog.

2

lijk voor de gevel, inclusief puien, beplating en balustrades met verdiepingshoge glaspanelen.

407 appartementen De Calypso bestaat uit vijf betonbouwvolumes: Toren A (uitgerust met een rood- en oranjekleurige vliesgevel die buiten de strekking van dit verhaal valt), de geschakelde torens van verschillende niveaus B, C en D met geanodiseerde Alpolic (aluminiumcomposietplaat) beplating en de naastgelegen Pauluskerk in koper. Het ontwerp is van het Engelse architectenbureau SMC Alsop, dat we in Nederland verder nog kennen van het Urban Entertainment Centre in Almere. De nieuwe hoogbouw telt tot 22 verdiepingen (71,3 m) en omvat 407 huur- en koopappartementen. In de plint is plaats ingeruimd voor kantoor- en winkelruimte. Ook beschikt het gebouw over 500 parkeerplaatsen. Het project is genoemd naar de vroegere bioscoop Calypso die op deze plek werd geflankeerd door het Holiday Inn-hotel en de door de opvang van verslaafden en dak- en thuislozen bekende Pauluskerk van de inmiddels gepensioneerde dominee Visser. Over de Pauluskerk verderop meer.

3

| OKTOBER 2012

IB003_Calypso.indd 23

23

27-09-12 16:18


4 De Pauluskerk telt zestig verschillende hsb-elementen. 5 Geveldetail met bevestiging. 4

Toren B,C,D

5

24

IB003_Calypso.indd 24

Met de nadering van de opleverdatum aan het einde van het jaar, hebben de woontorens met een geveloppervlak (hsb en aluminium Alpolic-composietbeplating) van circa 4.000 m² inmiddels min of meer hun definitieve aanzien. En die is indrukwekkend. De gefacetteerde gevels van het middenstuk lijken door hun overhelling te leven. Dit wordt nog eens versterkt door de lichtval op de geanodiseerde panelen van de vier inhammen en de kopgevels waarin de geveldelen vier graden voor- of achterover zijn geplaatst. Om de drie verdiepingen treedt een wisseling op die de betonnen constructie zijn karakteristieke speelse uitstraling geeft. Doordat de puien bewust willekeurig in de gevel zijn gezet, is geen enkel trapeziumvormig gevelelement hetzelfde. “Het was een gigantische uitdaging om het zo te krijgen als de architect voor ogen had,” aldus Weijers. “We zijn eerst uitgegaan van staalframebouw, maar we kregen de in het Bouwbesluit geëiste Rc 3,0 m² K/W thermisch niet voor elkaar. Ook werd gevreesd dat een lokaal te hoge temperatuuropbouw in het staalframe tot condensatie zou leiden.” Gevelspecialist Sorba koos voor de flexibiliteit, het lichte gewicht en de uitgebreide vormmogelijkheden van een houtskeletbouwelement om de gevel te dichten. De onderneming zet hiervoor vaker houtskeletbouw in: de nieuwe studentenhuisvesting op de campus van de Delftse universiteit (De Zwarte Hond) en het ROC in Leiden (Thomas Rau) en ook in het ING-hoofdkantoor in Amsterdam zitten hsb-elementen, zij het niet van Sorba. De flexibele opbouw van houtskeletbouw heeft als voordeel dat een stevige multiplex ondergrond over het hele vlak de basis kan vormen voor het strak aanbrengen van de beplating en het gebouw zo een strakke hightech uitstraling geeft.

| OKTOBER 2012

27-09-12 16:18


6

7

3D-model Voor de gefacetteerde gevel van De Calypso bleken in totaal zo’n 450 hsb-elementen van verschillende afmetingen en indeling nodig. “Dat maakt elk element uniek en voor het netjes opbrengen van de beplating de maatvoering extreem belangrijk.” Gekozen werd het werk eerst in een 3D-model op te zetten (van buiten naar binnen) en dat later naar een 2D-model uit te werken. Ook maakt Sorba altijd een mockup van een gevelvlak op ware grootte. Op het beton werd op iedere verdieping een raster uitgezet voor de contour van de gevellijn, de juiste maatvoering en bevestingspunten. Deze werd gebruikt om de maatvoering van de ankers te bepalen. De maatvoering van de veelvormige elementen is zoveel mogelijk geconcentreerd in de onderregels. De hsb-panelen zijn opgebouwd (van binnen naar buiten) met vezelversterkte gipsplaat, 18 mm multiplex, dampremmende folie, stijl- en regelwerk met isolatie, weer multiplex en epdm aan de buitenzijde. Het gevelpakket is totaal 250 mm dik (de elementen zijn 190 mm dik met in totaal 60 mm aan beplating).

6 De elementen van de Pauluskerk werden verstevigd met metalen kokers. 7 Het waterdicht krijgen zorgde voor veel kopzorgen. 8 Als een diamant: vooraanzicht.

Negen dagen In de fabriek in Winterswijk zijn de elementen per verdieping geproduceerd, inclusief de in het bestek voorgeschreven aluminium kozijnen. Door de naastgelegen tunnelbouw van de vijf verdiepingen tellende en 20 m diepe parkeergarage was constante aanvoer van gevelementen bij De Calypso onmogelijk. “Afgestemd op de tunnelwerkzaamheden konden we twee keer in negen dagen aanleveren. Dat was voldoende om elke keer een halve verdieping te doen en deze min of meer winden waterdicht te maken. De hsb-elementen werden vrijwel direct van de bokken in het werk gemonteerd. “Dat ging heel voorspoedig. Na montage van de houtskeletbouwelementen

8

| OKTOBER 2012

IB003_Calypso.indd 25

25

27-09-12 16:18


9

10

werden de gevels afgewerkt, de naden dichtgemaakt en de beplating aangebracht.”

Pauluskerk

9 De willekeurig geplaatste ramen zorgen in de kerkzaal voor een intrigerend lichtspel. 10 Woongebouw en kerk zullen mooi contrasteren.

26

IB003_Calypso.indd 26

De diamantvormige Pauluskerk was qua uitvoering en logistiek een gelijksoortige uitdaging, maar dan in het kwadraat. De kopgevel bestaat uit driehoekige elementen met diagonalen die in een staalconstructie samenkomen. De gevelvlakken hellen voor- en achterover en de driehoekige ramen op de kopgevel zijn telkens op een andere plek gepositioneerd. De zijgevel is iets meer rechttoe rechtaan, maar de verscheidenheid onder de zestig elementen is groot. “Geen twee elementen zijn hetzelfde. Ze moeten bovendien ook nog eens veel krachten opvangen. Dat is ook de reden dat ze van binnen voor de stevigheid zijn uitgerust met stalen kokers die de krachten overbrengen naar de vloer/wand. Realisering van een dergelijk gevel is eigenlijk alleen mogelijk in hsb.” Ook hier is eerst een 3D-model vervaardigd om het geheel passend te krijgen. De hsb-elementen zijn van binnen naar buiten opgebouwd met gipsgebonden vezelplaat (12,5 mm, later aangebracht), 18 mm hardhout multiplex, 1 mm dikke dampremmende folie (alutrex), vuren stijl- en regelwerk en isolatiemateriaal, wederom verlijmde 18 mm multiplex en waterkerende dampdoorlatende folie. Op deze manier verlaten ze ook de fabriek, inclusief regelwerk, folies en (koperen) kozijnen. Consoles en stelkozijnen ondersteunen de plaatsing in het werk. De elementen krijgen een afwerking van 0,7 mm koperen felsbeplating. Deze zal na verloop van tijd donkerbruin en uiteindelijk (na 60-70 jaar) groen verkleuren.

onmogelijk. Dus hebben we een extra voorziening gemaakt die het opvangt en weer afvoert,” aldus Weijers. Het regenwater op de gevel wordt afgevoerd via lekranden die op vijf punten uitkomen op straatniveau. De nieuwe Pauluskerk telt vier verdiepingen. De begane grond bestaat uit een hoofdentree en ontvangstruimte. Op de eerste verdieping zijn de sociale functies samengebracht in een café, pantry, vergaderruimte, ruimte voor kinderopvang en kantoren. De kerkzaal bevindt zich op de tweede verdieping met ruimten voor bijbelstudie, stiltecentrum, pastoraat. Deze is flexibel indeelbaar en zal behalve voor kerkdiensten en vieringen, ook worden gebruikt voor conferenties en symposia. Op de derde en vierde verdieping komen twaalf slaapruimten met twee recreatieruimten, twee keukens, een kamer voor de arts, een bibliotheek en sanitaire voorzieningen. De ruimte die de oude Pauluskerk nationale bekendheid gaf is bij de nieuwbouw opvallend afwezig: de gebruiksruimte voor verslaafden. Het gebouw krijgt drie entrees: een hoofdentree voor toegang naar de kerkzaal en hal met lounge, één voor de toegang van het diaconaat en één voor het gastenverblijf. Met de realisering van De Calypso krijgt Rotterdam een woon-, winkel- en kerkgebouw van internationale allure. Mogelijk gemaakt door houtskeletbouwelementen.

PROJECTGEGEVENS

Waterdicht

Locatie: Hoek Mauritsweg en Kruiskade, Rotterdam

Speciale aandacht gaat uit naar het waterdicht krijgen van de kopse gevel. Door de achteroverhangende en uitkragende delen ligt het gevaar van ophopend regenwater op de loer. De eerste maatregel is de toepassing van een hoogwaardige dampremmer. Daarnaast is er bij de achteroverhellende draairamen een extra hieldichting aangebracht die getest is op waterdichtheid. “Het regenwater tegenhouden bij de middendichting is hier

Opdrachtgever: De Wilgen Vastgoed, Rotterdam Architect: Alsop Architects, Londen Uitvoerend architect: Van der Laan Bouma, Rotterdam Aannemer: Boele & Van Eesteren, Rijswijk Gevel: Sorba Projects, Winterswijk Bouwtijd: 22 april 2009 - vierde kwartaal 2012

| OKTOBER 2012

27-09-12 16:19


NIEUWS Algemeen

Bouwmateriaal veel gekocht bij professioneel handelskanaal Voor de juiste mix van verkoopkanalen moet een fabrikant van bouwmaterialen weten waar zijn doelgroep inkoopt. Uit de nieuwe BouwKennis Marketing Score Card Marktomvang Add-on blijkt dat momenteel 80 procent van het bouwmateriaal door aannemers, klusbedrijven en specialisten wordt gekocht bij het professionele handelskanaal.Van deze bouwmaterialen vindt maar liefst 85 procent zijn weg naar de

afnemer via de bouwmaterialenhandel. Door de dalende nieuwbouw staat de markt van bouwmaterialen onder druk. Hoewel de renovatiemarkt deze stagnatie deels compenseert, wordt het voor fabrikanten van bouwmateriaal steeds moeilijker hun positie te handhaven. Het belang van een goed point of sales groeit hierdoor. Maar wat zijn voor de afnemers van bouwmateriaal de belangrijkste aankoopplaatsen?

De Marketing Score Card Marktomvang Add-on brengt aan de hand van gespecialiseerd onderzoek onder aannemers, klusbedrijven en specialisten gedetailleerd in beeld hoeveel producten er worden gekocht en waar dit gebeurt. Hierdoor wordt de volledige markt per kanaal, producttype en gekochte merken in kaart gebracht. www.bouwkennis.nl

Koper en bouwer vinden elkaar Bouwprestaties.nl is een nieuw initiatief om de kwaliteit van dienstverlening in de nieuwbouwbranche transparant te maken. Vergelijkingssites als Zoover worden al veel gebruikt door consumenten, maar voor een huis, toch de grootste aankoop van je leven, was er nog geen vergelijkbare bron van informatie. Bouwprestaties.nl is naar eigen zeggen dé onafhankelijke vergelijkingssite voor nieuwbouw. Bouwprestaties.nl is een platform voor huizenkopers: consumenten kunnen informatie vinden over bouwers, maar ook zelf een beoordeling achterlaten. Staat een bouwer nog niet op de website? Dan kunnen zij die toevoegen. Het onafhankelijke platform is een initiatief van Stichting Klantgericht Bouwen (SKB). De onafhankelijkheid van de website blijkt uit het feit dat de beoordelingen van kopers van nieuwbouwwoningen ongecensureerd op de site geplaatst worden. Paul Smeets, voorzitter van SKB: “Bouwprestaties.nl maakt de bouwbranche transparanter en verhoogt zodoende de kwaliteit van de dienstverlening in de bouw. Wensen, vragen en opmerkingen van consumenten zijn hierbij onmisbaar.” De bouwondernemingen die meedoen aan dit initiatief, vertegenwoordigen nu al 65 procent van de nieuwbouwwoningen in Nederland. Mensen die een nieuwbouwwoning

hebben gekocht bij een van deze bouwers, worden actief opgeroepen hen een beoordeling te geven. De bouwers hebben zelf geen invloed op hetgeen wordt gepubliceerd, waardoor de onafhankelijkheid van Bouwprestaties blijft gewaarborgd. Beoordelingen bestaan uit vier onderdelen: verkoop, bouw, oplevering/nazorg en algemene organisatie. SKB meet al sinds 2003 in heel Nederland de tevredenheid van huizenkopers op deze vier aspecten en heeft daarom naar eigen zeggen veel kennis en ervaring op dit vlak. “Kopers van een nieuwbouwhuis en bouwondernemingen hebben hetzelfde belang: een goed huis dat via een efficiënt bouwproces met goede communicatie tot stand is gekomen. Bouwprestaties.nl zorgt dat kopers en bouwers elkaar beter leren kennen en begrijpen. Daardoor worden onnodige misverstanden voorkomen. Meer informatie, betere kwaliteit”, aldus Paul Smeets. SKB heeft een duidelijk doel voor ogen met Bouwprestaties. nl: een bijdrage leveren aan de verbetering van de kwaliteit van de nieuwbouw en meer tevreden kopers realiseren. Een betere klanttevredenheid begint bij het openstaan voor ideeën, wensen en suggesties van consumenten.Via de site krijgen bouwers inzicht in hun dienstverlening en de verbeterpunten. Het is een belangrijke stap dat veel bouwers zich nu al achter dit initiatief scharen. Het vergt toch lef om je als bouwer kwetsbaar op te stellen. Bouwprestaties.nl is een initiatief van Stichting Klantgericht Bouwen. Daarnaast staan Bouwend Nederland, Woningborg N.V., NVB-Bouw en Stichting Waarborgfonds Koopwoningen (SWK) achter het initiatief, maar ook middelgrote en grote bouwondernemingen waaronder Dura Vermeer, Bam, Ballast Nedam, Heijmans, TBI en Van Wijnen. www.bouwprestaties.nl

| OKTOBER 2012

IB003_algemeen nieuws_02.indd 27

27

27-09-12 16:03


BOUWPROGNOSES

Beginnend herstel bouw in 2014 Buildsight, marktonderzoeker in de bouw, vierde op 12 september zijn tiende verjaardag met een bijeenkomst voor zijn relaties. Het bedrijf had in betere tijden jarig kunnen zijn, want de boodschap van de dag was lang niet altijd positief. Wellicht dat het 12,5-jarig jubileum van Buildsight in een meer opbouwende sfeer kan worden gevierd, want op weg naar 2020 wordt 2014 voorzichtig gezien als het begin van een even voorzichtig herstel van de bouw. TEKST Albert Schuurman FOTOGRAFIE BDU Uitgevers, Buildsight

1

28

IB003_buildsight.indd 28

| OKTOBER 2012

27-09-12 15:06


Een herstel van de woningmarkt of utiliteitsbouw is door velen gewenst, maar lijkt vooralsnog niet reëel. “In het tweede kwartaal van 2012 is de bouwproductie met 9,3 procent afgenomen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar”, vertelt Buildsight-directeur Michel van Eekert. “We verwachten voor 2013 weer groei en minder inflatie.” Maar Van Eekert beseft ook dat dat niet gemakkelijk gaat worden, aangezien de bouw niet zal ontsnappen aan de bezuinigingsmaatregelen van de nieuwe regering. Maar dat de bouw een flinke oppepper nodig heeft, is duidelijk. In hun orderboeken zien aannemers volgens Van Eekert hooguit voor zes maanden werk staan. “60 procent van hen kan niet door met het werk door gebrek aan orders.Voor architecten is de waarde van de opdrachten in vergelijking met 2007 gedaald tot 30 procent.” “Het aantal woningverkopen ligt nu op het niveau van 2005”, vervolgt Van Eekert. “Het aantal vergunningen voor de bouw van nieuwbouwwoningen ligt (voortschrijdend) op 45.103 woningen en is daarmee vergelijkbaar met 1947. Maar het kan nog lager: in 2013 verwachten we 44.000 te bouwen nieuwbouwwoningen. In 2014 zal de markt vervolgens licht herstellen.” In de bouw(plannen) van appartementen verandert niets, waardoor in verhouding het aantal appartementen groter wordt door het dalende aandeel van andere woningtypen.

2020 Op weg naar 2020 ziet Buildsight vijf oriëntatiepunten voor de bouw: het bouwproces, onderhoud en renovatie, de klant, energiebesparing en de locatie. “In de weilanden komen we voorlopig niet meer”, stelt Van Eekert. “In plaats daarvan wordt gewerkt aan de binnenstedelijke vervanging van woningen uit de jaren twintig en dertig. Daar kun je nu niets meer mee, dus moeten die wijken worden herontwikkeld. De locaties liggen vaak aantrekkelijk, dicht bij het centrum.” Buildsight verwacht dat ongeveer 75 procent van alle woningnieuwbouw-

1 “60 procent van de aannemers kan niet door met het werk door gebrek aan orders.” 2 Michel van Eekert: “Uiteindelijk bepalen klanten van woningcorporaties wie wat gaat bouwen.”

2

activiteiten voortaan binnen of aan de rand van de gebouwde omgeving zal plaatsvinden. “En 50 procent van alle nieuwbouw wordt vervangende nieuwbouw.” Het renoveren en verbeteren van woningen zal jaar na jaar toenemen, aldus Van Eekert. Energiebesparing en duurzaamheid spelen daarbij een belangrijke rol. Het laatste geldt ook voor de klant. De bouw gaat de aloude slogan ‘De klant is koning’ echt leven inblazen, voorspelt Buildsight. “Succesvolle bouwers en ontwikkelaars staan dicht bij hun klanten. Klanten worden steeds vaker betrokken bij de keuze van materialen. Dat geldt ook voor woningcorporaties; uiteindelijk bepalen hun klanten wie wat gaat bouwen.” De bouw zal rekening moeten houden met de toename van een- en tweepersoonshuishoudens.Van Eekert: “Demografisch gezien loopt de woningbouw ‘voor de woningnood en voor de vele jonge gezinnen’ naar zijn einde toe.”

Echt samenwerken Het ontwerpen van gebouwen zal de komende jaren steeds meer in 3D gebeuren. “Bim is in 2020 gewoon werk”, zegt Van Eekert. “De industrie en logistiek zullen hun aansluiting op bim dus moeten verbeteren.” Dit houdt ook in dat bouwdelen en de samenwerking ervan een cruciale rol gaan spelen in het bouwproces. Ketenintegratie, co-makership en het werken met vaste partijen staan centraal. In het bouwproces gaat de aannemer volgens Buildsight een centrale rol spelen. Naast een toenemende industrialisatie (prefabricage) wordt samenwerking steeds belangrijker. “Echt samenwerken doe je met één partij”, zegt Van Eekert hierover. “Samenwerken met drie in plaats van tien leveranciers maakt voor het bouwproces niet zoveel uit.”

Woningbouwproductie naar woningtype (aantal nieuwe woningen; vanaf 2012 prognose)

Eengezinswoningen

2010

2011

2012

2013

2014

32.850

33.000

28.120

24.150

26.200

Meergezinswoningen

23.150

25.000

21.780

19.850

19.800

TOTAAL NL

56.000

58.000

49.900

44.000

46.000

2010 - 2011: raming woningbouwproductie Buildsight Bron: Buildsight Nieuwbouwprognose 2012-III

| OKTOBER 2012

IB003_buildsight.indd 29

29

27-09-12 15:07


DEUREN

1

Nieuwe kaderdeur voor renovatie Nu de nieuwbouw voorlopig nog niet lijkt aan te trekken, neemt de ontwikkeling van renovatieconcepten een vlucht. Om hier op in te springen, introduceerde deurenfabrikant Van Bruchem eerder dit jaar een goed alternatief voor de 54 mm-deur die lang niet altijd geschikt is voor renovatie. TEKST Linda Hulsman FOTOGRAFIE BDU Uitgevers, Van Bruchem

30

| OKTOBER 2012

IB003_Van Bruchem.indd 30

27-09-12 16:05


1 “Bij de meeste deuren is de tochtwering in de sponning of op het kozijn gemonteerd.” 2 Vanuit de klantenkring van Van Bruchem was er vraag naar een comfortverhogend en energiebesparend alternatief voor de 54 mm-deur. 3 Het vierzijdige kaderrubber moet voor een perfecte afdichting zorgen. 4 Er zitten geen esthetische beperkingen aan het concept, dus bewoners zijn vrij in hun keuze voor een deur.

Deurenfabriek Van Bruchem uit Geldermalsen heeft enige tijd geleden de 38 mm-kaderdeur ontwikkeld. Op deze buitendeur is een speciaal ontwikkeld kaderrubber aangebracht, waardoor hij volgens commercieel directeur Marc Westerwaal uitermate geschikt is voor toepassing bij renovatiewerkzaamheden. “Vanuit onze klantenkring was er vraag naar een comfortverhogend en energiebesparend alternatief voor de 54 mm-deur, die soms helemaal niet geschikt is voor renovatie.” Het nieuwe concept van de deurenfabrikant is daarom eerder dit jaar tijdens de nieuwe beurs Renovatie in de Brabanthallen in ’s-Hertogenbosch geïntroduceerd.

Onderdorpel Het verschil tussen een 54 mm-deur en de nieuwe 38 mmkaderdeur is volgens Westerwaal vrij simpel. “Bij de meeste deuren is de tochtwering in de sponning of op het kozijn gemonteerd. Maar omdat deze deuren vaak beschikken over een onderdorpel van hardsteen loopt de tochtwering niet geheel rond. De tochtwering wordt namelijk in de sponning

2

3

geboord, maar in de onderdorpel durft men niet te boren vanwege eventuele beschadigingen.” Daarom is er volgens de directeur vaak nog steeds sprake van tocht aan de onderkant van de deur. “Daarnaast is het natuurlijk zo dat kozijnen zich na een aantal jaren gaan vormen en dan dicht de tochtwering niet goed af. Of de schilder gaat er met verf overheen en dat is alles behalve wenselijk, want alkydverf en rubber gaan niet samen.” De deurenfabrikant heeft daarom besloten de tochtwering in de deur te bevestigen. “Hierdoor kunnen we een vierzijdig kaderrubber aanbrengen, waardoor er een perfecte afdichting ontstaat. Zodoende kunnen we de thermische prestaties van een 54 mm-deur halen.” Bij schilder- en onderhoudsbeurten kan het kader er zelfs af worden gehaald. “Naast dat de deur een goed alternatief is, speelt ook het kostenplaatje bij klanten een grote rol”, vervolgt Westerwaal. “Er zijn natuurlijk nog steeds corporaties die ten tijde van renovatie het kozijn opfrezen en dan alsnog een nieuwe 54 mm-deur plaatsen, maar dat is wel een veel duurdere oplossing.”

Contouren

4

De kaderdeur van Van Bruchem wordt door middel van een digitaal laserapparaat bij de bewoners ingemeten – het apparaat volgt de contouren van het bestaande kozijn – zodat bij de fabriek de exacte maten bekend zijn en de deur uiteindelijk perfect past. Westerwaal: “De bewoners worden door ons bij dit proces betrokken, doordat we in overleg met hen hiervoor een afspraak maken. Bewonersmanagement is bij renovatie altijd een belangrijk aspect.” Vervolgens wordt de deur in de fabriek uitgewerkt en geproduceerd. Er zitten geen esthetische beperkingen aan het concept, dus bewoners zijn vrij in hun keuze voor een deur. Het gehele proces dat aan het afhangen van de deur voorafgaat, duurt ongeveer zes weken. Het komt volgens Westerwaal ook regelmatig voor dat woningcorporaties om een proefwoning vragen, zodat bewoners het product eerst kunnen ervaren alvorens een keuze te maken. De deurenfabrikant heeft inmiddels al meer dan duizend kaderdeuren geproduceerd.

| OKTOBER 2012

IB003_Van Bruchem.indd 31

31

27-09-12 16:06


PROJECT Training

‘Van ambacht naar procesindustrie’ De constante aanvoer van nieuwe ontwikkelingen in de bouw brengen logischerwijs ook voor personeelsleden de nodige gevolgen met zich mee. Om mee te kunnen in de veranderende branche is training volgens Leo Rotthier van SPBZW en Dick Teerling van SSWT dan ook noodzakelijk. TEKST Linda Hulsman FOTOGRAFIE SSWT

1

32

| OKTOBER 2012

IB003_32_trainingen.indd 32

03-10-12 10:17


4

1 Het nut van bijscholing staat volgens scholingsadviseur Leo Rotthier als een paal boven water. 2 Werknemers moeten zich ervan bewust worden dat de branche naar een hoger niveau moet worden getild. 3 Personeel zal volgens Teerling breder geschoold moeten zijn, om duurzame inzetbaarheid te kunnen garanderen.

Het antwoord van Leo Rotthier, scholingsadviseur bij Samenwerkingsverband Praktijkopleiding Bouw ZaanstreekWaterland (SPBZW), op de vraag waarom ondernemers juist in tijden van crisis moeten investeren in training, is kort maar krachtig: “De vraag zou eigenlijk moeten zijn: ‘Wat kost het als je het niet doet?’.” Het nut van bijscholing staat volgens de scholingsadviseur als een paal boven water. Als we in 2020 in staat willen zijn om energieneutraal te bouwen dan is het zaak om nu al aan de slag te gaan. “Tegenwoordig worden er steeds meer metingen gedaan, terwijl de boel vroeger helemaal open moest worden gehaald om te kunnen controleren of er ergens een luchtlek zat. Aannemers werden dan vaak uit kostenoverweging op hun blauwe ogen vertrouwd.”

Met name de technische branches hebben de afgelopen jaren een snelle ontwikkeling doorgemaakt op het gebied van bijvoorbeeld automatisering. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van ambacht naar een procesindustrie.” Trainingen zijn volgens Teerling hét instrument om up-to-date te blijven. “De industrie heeft vanwege de vergrijzing en de afnemende belangstelling van jongeren te maken met een krimpende beroepsbevolking, waardoor het noodzakelijk wordt om op een efficiëntere manier te gaan werken. Logisch gezien heeft dit ook consequenties voor de werkzaamheden. Personeel zal breder geschoold moeten zijn, om duurzame inzetbaarheid te kunnen garanderen. Het is een kwestie van nu investeren om de hoge kosten in de toekomst te kunnen drukken.”

Visuele middelen Bewustwording Een flinke inhaalslag is volgens Rotthier dan ook noodzakelijk. “Het probleem is dat bouwers denken dat ze het gewoon goed doen. Ze denken dat dat ene kiertje geen kwaad kan. Terwijl het goed afwerken van die kier rond het kozijn met bijvoorbeeld pur een wereld van verschil kan maken.” Dick Teerling, coördinator bij Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie (SSWT), weet wel hoe dit komt. “De beroepsopleiding leidt op tot een bepaald niveau, maar de ontwikkelingen in de branche gaan natuurlijk gewoon door.

3

De training ‘Goed & Deugdelijk Bouwen’ die het SPBZW aanbiedt, maakt voor het creëren van bewustwording gebruik van fotomateriaal. Rotthier: “Dat is de eerste stap. De beelden die we gebruiken geven een duidelijke boodschap weer en geven zicht op problemen uit de praktijk.” Teerling beaamt dit: “Het is van groot belang om de oorzaak en het gevolg met elkaar te verbinden en visuele middelen helpen hier bij. Werknemers moeten zich ervan bewust worden dat de branche naar een hoger niveau moet worden getild.” SPBZW krijgt regelmatig positieve feedback vanuit de markt. “Veel bedrijven zijn rijp voor verandering.” Volgens Teerling creëert een trainingstraject bij medewerkers echter vaak een dubbel gevoel. “Het levert natuurlijk een grotere verantwoordelijkheid op, maar het voelt ook bedreigend.Voor bijvoorbeeld meewerkende voorlieden zullen de werkzaamheden zich verplaatsen van het brandjes blussen naar procesbegeleiding.” Er zullen natuurlijk ook genoeg ondernemers zijn die het volgen van een training totaal niet zien zitten vanwege de huidige economische ontwikkelingen. Rotthier: “Maar juist in deze crisis wordt er heel goed gelet op de kwaliteit van het geleverde werk. En als er na afloop mankementen bloot komen te liggen, dan volgen er enorme schadebedragen. Dan zou je willen dat je op voorhand had geïnvesteerd in je personeel. Daarnaast is het effect van negatieve publiciteit natuurlijk vele malen groter.”

| OKTOBER 2012

IB003_32_trainingen.indd 33

33

03-10-12 10:17


TRAININGEN

Geld om te leren is er niet, geld om te herstellen wel Goed uitgevoerd prefab timmerwerk voorkomt schade en is bovendien het laag hangend fruit bij de ontwikkeling in de veranderende markt: de energieneutrale bouwprojecten. Het aantal schadegevallen en de uitkomsten van verschillende prestatiemetingen in de praktijk duiden erop dat er in de timmerindustrie op dat gebied nog wel een kwaliteitslag kan worden gemaakt.

TEKST Willem Koppen FOTOGRAFIE Koppen Vast Goed

Prefab timmerwerk bestaat uit verschillende onderdelen die bij elkaar worden gebracht en als één compleet product worden uitgeleverd. Al die onderdelen bij elkaar moeten natuurlijk als één geheel gaan functioneren. Prestatiesturing is dan een randvoorwaarde voor de realisatie van goed uitgevoerd prefab timmerwerk. Goed aangebrachte isolatie en een goede luchtdichting is daarbij vaak de zwakste schakel. Wanneer is het goed? ‘Het zit er toch? Ja, het zit er wel, maar het werkt niet’. Aansturen op de prestatie zal in de veranderende markt steeds zwaarder wegen. Om de timmerfabrikanten hiervan kennis te laten nemen en zo schade te kunnen voorkomen en zich beter te kunnen onderscheiden, is kennisdeling door training noodzakelijk.

Een goede reden om een training te gaan volgen is de wil om te veranderen en de wil om vaardigheden onder de knie te krijgen die je voor die tijd nog niet of maar beperkt beheerste. Een training die aansluit bij de werkelijkheid van de deelnemer is nuttig en zal zich zonder meer terugverdienen als de training mensen helpt zich zo te ontwikkelen en te veranderen, zodat ze betere resultaten kunnen behalen en waarbij er bovendien minder kans op schade ontstaat. Aan dit alles wordt niet getwijfeld. Maar waarom is het dan zo lastig om mensen ertoe te bewegen om trainingen te gaan volgen? De Nederlandse Bond voor Timmerindustrie (NBvT) stelt bijvoorbeeld de specifieke incompanytraining met als thema ‘isolatie en luchtdichting’ beschikbaar aan haar leden door deze tijdelijk te subsidiëren. Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie (SSWT) noemt deze incompanytraining “een zeer leerzaam traject waarvoor men geen enkele vooropleiding nodig heeft”.

Trainingen De vraag naar het nut van een training wordt regelmatig gesteld. Het is ook wel logisch om die vraag te stellen omdat een training geld kost en de nodige (productie) tijd vergt.

1-2 Herstelwerkzaamheden door slecht uitgevoerd prefab timmerwerk.

1

34

2

| OKTOBER 2012

IB003_Willem Koppen.indd 34

27-09-12 16:14


3

4

Praktijk In de praktijk blijkt echter dat een minderheid van de timmerfabrikanten openstaat voor een dergelijke training. Als reden wordt bijvoorbeeld opgegeven: “Dat is voor onze timmerfabriek niet nodig, wij leveren kwaliteit en om die reden hebben wij een hoge frequentie van opdrachtstromen” of: “Wij krijgen complimenten over het door ons aangeleverde timmerwerk; het lijkt mij niet interessant”. Eenmaal de training gevolgd is er echter geen twijfel meer over het nut ervan. Deelnemers kunnen het direct in de praktijk toepassen, want ze komen erachter dat ze op een aantal cruciale onderwerpen slechts ‘onbewust onbekwaam’ waren. Het is dezelfde onbewustheid die ertoe leidt dat de doelgroep niet zomaar ontvankelijk is voor trainingen. Eenmaal bewust van de doorgaans niet verwachte gebrekkige geleverde prestatie van de eigen producten verandert de interesse direct. En die bewustwording is in de veranderende markt een kwestie van tijd.

3-4 Incompanytraining: van onbewust onbekwaam naar bewust bekwaam. 5 “Is de isolatie en luchtdichting bij jullie prefab timmerwerk oké?” 6 Vakmanschap staat centraal.

5

Onvolkomenheden In tegenstelling tot de directie blijkt het merendeel van de werknemers in de timmerindustrie er zelf niet helemaal van overtuigd te zijn dat de prefab elementen die de fabriek verlaten correct zijn geïsoleerd en voldoende luchtdicht zijn afgewerkt. Daar waar de opdrachtgevers in de veranderende markt prestatiemetingen laten verrichten worden de onvolkomenheden in de isolatie en luchtdichting feilloos zichtbaar. En als de timmerfabriek daar later op wordt aangesproken, blijkt de twijfel van de eigen werknemers volkomen terecht. Maar dan is het te laat. Geld om te leren is er niet, geld om te herstellen wel. Auteur Willem Koppen is eigenaar van Koppen Vast Goed, een onafhankelijk bouwkundig expertisebureau voor bouwcontroles, detailcontroles, bouwschades, handhaving bouwregelgeving, research en overdracht van verworven kennis.

6

| OKTOBER 2012

IB003_Willem Koppen.indd 35

35

27-09-12 16:15


NIEUWS Product

Deurinnovatie Deurenfabriek Suselbeek uit Varsseveld heeft een nieuwe buitendeur ontwikkeld: de Susstabiel. Deze deur heeft niet alleen een gladde uitstraling, maar is ook goed bestand tegen weersinvloeden en heeft geen koudebrug meer, aldus het bedrijf. De Susstabiel is een samengestelde deur die is voorzien van de gladde Susplex-plaat. Het grote voordeel van deze triplexplaat ten opzichte van de hdf-plaat is volgens Suselbeek – naast zijn gladde oppervlak en het stootvaste karakter – dat deze plaat niet opzwelt bij beschadigingen. De Susstabiel is door SHR (Stichting Hout Research) uitvoerig getest en voldoet daarmee dan ook aan de BRL 0803 (de Beoordelingsrichtlijn voor buitendeuren) De deuren worden onder Komo-attest met productcertificaat geproduceerd en met zes jaar SGT-garantie geleverd. Bij de Susstabiel kunnen, afhankelijk van de vereiste U-waarde, verschillende vulmaterialen worden toegepast, zoals kurk, pir en biofoam.

Meer informatie: Deurenfabriek Suselbeek, Varsseveld, tel. 0315 – 24 25 41, www.suselbeek.nl

Voetafdruk De functionele levensduur van een hardhouten deur komt vaak niet overeen met de duurzaamheid van het materiaal waaruit de deur is vervaardigd. Het door Doorwin ontwikkelde concept ‘Duurzaamheid op Maat’ voorziet volgens het bedrijf in duurzame, milieuvriendelijkere deuren die gebruikmaken van Europees hout. Met Duurzaamheid op Maat presenteert de fabrikant een concept waarbij hout wordt gebruikt

dat beter past bij de levensduur van een deur. In plaats van tropisch hardhout wordt namelijk gebruikgemaakt van Europees naaldhout. De CO²-voetafdruk van een Duurzaamheid op Maat-deur is daardoor kleiner dan die van de hardhouten deur. Marc Westerwaal, commercieel directeur bij Doorwin-dochter Tinga Deuren & Ramen, vertelt: “Met dit concept zetten wij een volgende stap in ons streven om zo duurzaam mogelijk

te produceren en te bouwen. Door hout te gebruiken dat qua prijs en prestatie perfect is afgestemd op de omstandigheden, bieden wij werkelijk duurzaamheid op maat.”

Meer informatie: Doorwin Divisie Deuren, Groesbeek, tel. 024 – 399 95 55, www.duurzaamheidopmaat.nl

De specialist in prefab daken en wanden voor zowel de Woning- als Utiliteitsbouw!

De Mâr Houtkonstrukties B.V. 40?,+ :6<9*,:

GROU - WOLVEGA - VALKENSWAARD

36

Postbus 92, 9000 AB GROU telefoon: 0566-624001 - fax: 0566-624202 mail: info@demar.nl

w w w. d e m a r. n l

| OKTOBER 2012

IB003_36_productnieuws+1/4 adv.indd 36

02-10-12 10:30


PROJECT Kroeven, Roosendaal

75 procent energiebesparing voor bewoners Kroeven Roosendaal stond eind 2010, begin 2011 even in het middelpunt van de belangstelling in de bouwwereld. Daar werd in de wijk Kroeven een grootschalig project van 246 woningen gerenoveerd volgens de passiefhuismethode. Een deel van de woningen kreeg een fors isolerende hsb-buitenschil met goede kierdichting. Dit voorjaar vielen bij de bewoners de eerste energierekeningen op de mat, een jaar nadat de renovatie is voltooid. Daaruit blijkt dat de beloofde energiebesparing van 75 procent, ofwel 65 euro per maand, zeker wordt gehaald. TEKST Carla Debets FOTOGRAFIE VDM Woningen en Carla Debets

1

1 De gerenoveerde woningen in Roosendaal hebben een complete metamorfose ondergaan.

| OKTOBER 2012

IB003_De Kroeven.indd 37

37

27-09-12 16:22


2

In april 2010 startte wooncorporatie Aramis AlleeWonen uit Roosendaal met een omvangrijk project passief renoveren: in de wijk Kroeven werden in totaal 246 woningen volgens dit concept aangepakt. Daarbij kregen 134 woningen (complex 505) prefab houtskeletbouwdak- en -gevelelementen; bij de overige 112 woningen (complex 506) werd onder andere buitengevelisolatie aangebracht en de kap vervangen. Beide projecten zijn in nevenaanneming uitbesteed. De woningen dateren uit de jaren zestig. De wooncorporatie wilde vooral iets doen aan de stijgende energielasten voor de bewoners.Voor beheersbare woonlasten moeten vooral de energiekosten dalen. Aramis AlleeWonen beloofde de bewoners een energiebesparing van 75 procent, ofwel zo’n 65 euro per maand. Hoewel de monitoring van de woningen binnenkort pas van start gaat, is Robert van Rede, technisch projectleider bij Aramis AlleeWonen, overtuigd van een goed resultaat: ‘Die 75 procent energiebesparing ofwel 65 euro per maand halen we met gemak. Ik denk zelf dat het rendement nog wel hoger is. Dat komt natuurlijk ook omdat de woningen hiervoor niet of nauwelijks geïsoleerd waren en zo lek als een mandje.’

2 De geprefabriceerde gevelelementen zijn twee verdiepingen hoog en een halve woning breed. 3 Saaie rijtjeshuizen uit de jaren zestig; zo zagen de woningen er voor renovatie uit.

38

3

Grote rol houtskeletbouw VDM Woningen is als nevenaannemer ingeschakeld voor het aanbrengen van de nieuwe houtskeletbouwgevels en -daken voor 134 woningen. Al deze elementen zijn geprefabriceerd: de grootte en maatvastheid van de elementen zijn een belangrijk voordeel in verband met de hoge eisen van luchtdichtheid. Daarom zijn ook de kozijnen, ramen en deuren in de fabriek ingebouwd. De wooncorporatie stelde als voorwaarde dat de bewoners tijdens de renovatie in hun woningen moesten blijven; snelheid van bouwen was een must. Ook het relatief lage gewicht speelde een rol; hierdoor waren geen constructieve aanpassingen van de fundering nodig. Dit laatste was kostentechnisch ook niet wenselijk.

| OKTOBER 2012

IB003_De Kroeven.indd 38

27-09-12 16:22


4

5

Houtskeletbouwelementen Passiefhuisrenovatie begint met het maken van een goed geïsoleerde schil. In Kroeven zijn daarom de gevels en de daken voorzien van nieuwe houtskeletbouwelementen.Voor de gevels leverde VDM per woning vier elementen van twee verdiepingen hoog (5,18 m) en 2,97 m breed. Manager renovatie Rob van der Hoek van VDM: “Dit was vanuit het bestaande gevelbeeld het meest logisch. Het doorgaande kozijn verplichtte ons er min of meer toe.Vanuit ons denken van ‘assembleren in plaats van bouwen’ was dit een logische keuze.” De hsbelementen zijn aangepast aan de afmetingen van de bestaande openingen omdat alleen het gemetselde buitenspouwblad van de spouwmuur werd verwijderd. Het binnenspouwblad bleef staan voor de stabiliteit. De gevelelementen bestaan uit (van binnen naar buiten) osb (chipboard), houten I-liggers met cellulose-isolatie (350 mm dik), dampopen houtvezelplaat (dhf) en verticale regels. De

6

4 Door de grootte van de elementen is ineens de halve gevel voorzien van een dik isolatiepakket. 5 Vastzetten van het houtskeletbouwgevelelement op het gehandhaafde binnenspouwblad. 6 Aansluiting houtskeletbouwgevel ter plaatse van fundering en kapconstructie. 7 Horizontale aansluitdetails gevelelementen op de hoek van de woning en bij een passiefkozijn.

gevelafwerking met natuursteen leien is op de bouwplaats aangebracht. Met de houten I-liggers is dikke isolatie mogelijk en door de cellulose-isolatie zijn geen dampremmende folies nodig.VDM heeft sinds voorjaar 2010 een speciale productielijn voor het inblazen van cellulose.Voor de vereiste isolatiewaarde (Rc = 10 m2K/W) is een bepaalde hoeveelheid

7

| OKTOBER 2012

IB003_De Kroeven.indd 39

39

27-09-12 16:22


8 De nieuwe dakelementen zijn eveneens geprefabriceerd en overspannen van nok tot goot. 9 Elke ‘nieuwe’ voorgevel bestaat uit twee elementen: een nagenoeg gesloten element met de voordeur, én een element met meer glasoppervlak.

cellulose per m3 nodig.Voor alle zekerheid voerde VDM nog testen uit met onder andere het transport van de elementen om te zien of de isolatie zou uitzakken. Dit bleek niet het geval. In de fabriek zijn ook de kozijnen ingebouwd: speciale passiefhuiskozijnen, met geïsoleerde profielen met koudebrugonderbrekingen én driedubbel glas. Timmerfabriek Overbeek was destijds een van de eersten in Nederland die deze kozijnen kon leveren én volledig had getoetst. Elke woning kreeg tevens vier nieuwe prefab houtskeletbouwelementen op het dak. Deze elementen zijn 6 m lang en 2,97 m breed, en hebben nagenoeg dezelfde opbouw als de gevelelementen. De dakelementen hebben echter wél een dampremmende folie vanwege de dampdichte kunststof dakbedekking. Deze dakbedekking werd geprefabriceerd aangebracht, evenals de dakramen, de collectoren voor de zonneboiler, de luchtdichte doorvoeren en een aanzuigkanaal voor de verseluchtwarmteterugwinning. Het project kreeg de Passiefbouwen Award 2011 toegekend.

8

Een dik jaar na oplevering Wooncorporatie Aramis AlleeWonen heeft de bewoners van de gerenoveerde woningen in Kroeven eerst een jaar wat laten wennen aan hun ‘nieuwe’ woning.Van Rede: “Gemiddeld was het energieverbruik vóór renovatie zo’n 2000 m3 gasverbruik per jaar, nu is dit nog slechts zo’n 400 m3. Wat je vooral ook ziet is dat de temperatuurfluctuaties door het dikke isolatiepakket afnemen. Bij wijze van proef hebben we een keer in de winter, met een snijdend koude wind, in een woning de verwarming een nacht lang uitgezet. De temperatuur was nog geen graad gezakt.” En hij vervolgt: “De energiebesparing van 65 euro was gebaseerd op de berekende huurverhoging bij renovatie tot passiefwoningen. Met deze lagere energiekosten zouden dan de totale woonlasten niet stijgen, een belangrijke voorwaarde voor het uitvoeren van de renovatieplannen. Met deze renovatie kunnen we weer veertig jaar vooruit met de woningen. Dat is wel wat anders dan een labelsprong van F naar B, waar je over circa tien jaar weer opnieuw kunt beginnen.” Hoewel een aantal maatregelen samen zorgt voor de energiebesparing, ziet Van Rede toch de grootste rol weggelegd voor de schilisolatie: “De dikke houtskeletbouwelementen met hun enorme isolatiewaarde zorgen toch zeker voor 80 tot 85 procent van de energiebesparing. Daarnaast leveren natuurlijk ook de warmteterugwinning, de zonnepanelen en het kleinere verwarmingstoestel nog een bijdrage.”

40

9

| OKTOBER 2012

IB003_De Kroeven.indd 40

27-09-12 16:23


10

En het vervolg?

10 De gevels zijn op de bouwplaats voorzien van horizontale latten en natuursteen leien. 11 Speciaal voor dit project maakte Timmerfabriek Overbeek een passiefkozijn met aluminium buitenbekleding.

Aramis AlleeWonen is bezig met plannen voor 84 vergelijkbare woningen. “De renovatie tot passiefhuizen is een van de opties”, vertelt Van Rede. “De plannen voor Kroeven dateren van vóór de crisis, toen er nog voldoende geld was. Echter: de hoge investeringskosten zijn mede veroorzaakt door het langdurige traject én doordat we voor een groot deel zelf de research hebben gedaan. Dezelfde renovatie nog eens uitvoeren, kan mogelijk leiden tot 15 tot 20 procent lagere kosten. De risico’s voor de aannemer zijn nu bekend en die kunnen in een tweede uitvoering een stuk lager zijn.” In de wijk is inmiddels gestart met de realisatie van 34 grondgebonden nieuwbouwpassiefwoningen waarvoor VDM opnieuw de houtskeletbouwelementen engineert, produceert en monteert, inclusief de gevelkozijnen en de luchtdichting. Opnieuw is gekozen voor de dampopen bouwmethodiek, dus weer met cellulose-isolatie.

11

denken we na over hoe we de gevelelementen prefab met buitenafwerking kunnen aanleveren. In Kroeven was dit door de toepassing van gevelleien niet mogelijk. Ook dit zal kosten en overlast schelen.” Voor Overbeek – leverancier van de passiefkozijnen – was Kroeven het eerste grote woningbouwproject in de sociale huursector. “Deze Passiefkozijnen – in hout, aan de buitenzijde bekleed met een aluminium systeem – zijn speciaal voor dit project ontwikkeld”, licht Arend Jan Overbeek toe. “VDM vroeg ons of wij een dergelijk kozijn konden maken met dezelfde U-waardes als ons houten kozijn. Nieuw voor ons was ook de werkwijze, namelijk dat we een compleet eindproduct leverden, inclusief beglazing, aflakken en nazorg op de bouw. Door deze ervaring is onze organisatie nu gecertificeerd voor Concept III én Concept IV.”

Van passief tot Prestatiehuis

PROJECTGEGEVENS

De ervaringen die VDM opdeed in Kroeven was onder meer aanleiding om – samen met de bouwpartners – het Team Prestatiehuis ‘op te richten’ en de opgedane kennis daarin te borgen.VDM verwacht volgend jaar het eerste Prestatiehuisproject te kunnen gaan uitvoeren. Het bedrijf is van mening dat ze het productieproces voor passief bouwen goed onder de knie heeft. Zo wordt bijvoorbeeld het voorkomen van luchtlekken al in de tekeningenfase getackeld; detailtekeningen gecombineerd met uitvoeringservaring zorgen voor een hoge startkwaliteit. Wat leerde VDM van het project? Van der Hoek: “Hoewel we in Kroeven de prefabricage al ver hebben doorgevoerd, denken we dat het nog beter kan. Daarom gaan we de volgende keer bijvoorbeeld ook de installatiekanalen prefab opnemen in de nieuwe schil. Dit verlaagt niet alleen de kosten nog verder, maar beperkt tevens de bewonersoverlast nog meer. Ook

Opdrachtgever: Aramis AlleeWonen, Roosendaal Architect complex 505: De Architecten Werkgroep, Tilburg Adviseur passief bouwen: Trecodome, Roosendaal Samenwerkende aannemers complex 505: Van Ieperen Groep, IJsselstein (coördinatie en bewonerscommunicatie, bouwkundige werkzaamheden) VDM Woningen, Drachten (prefab houtskeletbouwgevel- en -dakelementen) Brink Climate Systems, Staphorst, en Kempair, Eindhoven (W-installaties en passiefhuistoestel) Van Keulen, Ossendrecht (gevelafwerking; leien) Bouwtijd: april 2010 - april 2011 Investeringskosten: circa € 100.000,- per woning, incl. installaties, excl. BTW Levensduurverlenging woningen: minimal 40 jaar

| OKTOBER 2012

IB003_De Kroeven.indd 41

41

27-09-12 16:23


NIEUWS Algemeen

Nieuwe regering mogelijke redding voor de bouwsector

Samen met FSC Nederland gaat Amsterdam de komende jaren concrete stappen zetten om de toepassing van verantwoord hout en papier succesvoller uit te voeren. Alle stadsdelen en de centrale stad van Amsterdam hebben een convenant met FSC Nederland ondertekend. De ondertekening vond plaats op FSC Friday. Dit is een dag waarop wereldwijd activiteiten rond het keurmerk van de Forest Stewardship Council plaatsvinden. ”We zijn als FSC Nederland heel blij met de ondertekening van dit convenant, want als we willen dat FSC hout en papier vanzelfsprekend wordt, is de rol van grote opdrachtgevers cruciaal,” vertelt Liesbeth Gort, directeur van FSC Nederland. “Dat Amsterdam dit convenant afsluit op FSC Friday is ook een signaal naar andere steden wereldwijd.” “Amsterdam heeft al flinke stappen gezet op het FSC-pad, en die ambitie wordt met dit convenant nog sterker en breder ingezet,” vult Mark Kemna, manager FSC Netwerk, aan. “Het feit dat alle stadsdelen meedoen zal veel bouwbedrijven in de regio prikkelen om zich te laten certificeren, wat de daadwerkelijk toepassing van FSC-hout ten goede komt.” 67 gemeenten hebben inmiddels een convenant met FSC Nederland afgesloten en hebben op deze manier gebruik van verantwoord hout in hun beleid vastgelegd.

USP Marketing Consultancy heeft in zijn verkiezingsonderzoek, dat voorafgaand aan de verkiezingen onder ruim 350 professionele partijen in de bouw heeft plaatsgevonden, gevraagd of de overheid de bouwsector uit het slop kan trekken met een nieuw beleid. De meeste kiezers uit de bouwkolom (ook de zwevende) geven aan dat de overheid hier zeker wat in kan betekenen. Op de vraag of de Nederlandse overheid de bouw uit het slop kan halen met een nieuw beleid, geeft 82 procent aan dat de overheid hier zeker wat in kan betekenen. Dit geldt voor alle partijen in de bouwsector; zowel de kleine als grote bedrijven, van opdrachtgever tot afbouwbedrijf, zijn van mening dat de overheid een belangrijke rol kan spelen om de bouwsector weer een impuls te geven. De bouwkolom heeft veel ideeën over hoe de overheid de bouw weer op gang kan helpen. Zo zien de ondervraagden veel mogelijkheden in het versoepelen van de regels. Hierbij kan worden gedacht aan het sneller afhandelen van bouwaanvragen en het vereenvoudigen van herbestemming. Daarnaast kunnen er diverse stimulerende maatregelen genomen worden. Ondervraagden denken weer terug aan het premiestelsel van de jaren ’80 en zien een voordeel in het idee om de premie A-woning weer in te voeren, zodat mensen met een lager inkomen ook een woning kopen.Verder wordt verwacht dat er nu duidelijkheid wordt geschapen aangaande de woningmarkt. De overheid zal de koop- en de huurmarkt moeten hervormen, waarbij de hypotheekrenteaftrek niet meer heilig is (tweederde van de professionele partijen in de bouw vindt dat deze mag worden aangepast) en de huurmarkt moet worden gemoderniseerd.

www.fsc.nl

www.usp-mc.nl

FSC-convenant onderstreept duurzame ambities

42

| OKTOBER 2012

IB003_42_algemeen nieuws_02.indd 42

02-10-12 10:51


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.