Kringenbundel deel 1 2017-2018

Page 1

STEM RECHT Kringbundel 2017-2018


presenteert

STEM/RECHT Handleiding voor kringleiders ter voorbereiding van de kring 2017-2018

Redactie: Wouter Van Hoof (Ichtus Vlaanderen), Sem Brys (Ichtus Vlaanderen), Lara Creemers (Ichtus Vlaanderen), Ruth Sintobin (Ichtus Vlaanderen) Eindredactie: Tom De Craene


Inhoudsopgave

Inhoudsopgave.................................................... 2

3 // Exodus 23:10-13 ......................................... 19

Inleiding ............................................................... 3

4 // 2 Samuël 15:1-13 ........................................ 18

Zelf een Bijbelstudie maken ................................ 4

5 // 1 Koningen 3:16-28 ..................................... 28

Manuscriptstudie ................................................. 5

6 // Hosea 10:11-15 ........................................... 29

Lectio Divina........................................................ 9

7 // Zacharia 7:1-10 ........................................... 30

Heel de Bijbel .................................................... 10

8 // Johannes 8:1-11.......................................... 26

1 // Spreuken 21 ................................................ 11

9 // Jakobus 2 .................................................... 38

2 // Exodus 23:1-9 ............................................. 18

10 // I Samuël 8 ................................................. 39

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

2


Inleiding In deze inleiding willen we zeggen twee zaken verhelderen. Ten eerste wat het doel is van dit document (en hoe het dus best gebruikt wordt) en ten tweede wat het jaarthema is. Het jaarthema is namelijk de kapstok waaraan alle teksten en kringen gehangen (kunnen) worden. 1) Op basis van resultaten van de kringenquête van 2015 zijn we tot een andere opzet gekomen. Vanaf nu zien we dit document veel maar als een handleiding die de kringleider kan gebruiken in zijn/haar voorbereiding, bij zijn/haar bestuderen van de tekst. Het is dus geen gebruiksklare Bijbelstudiegids, maar een tool ter voorbereiding. Hiermee kan de kringleider zelf de Bijbeltekst verantwoord bestuderen om nadien zelf de eigen kringstudie voor te bereiden. Natuurlijk kan het aangereikte materiaal wel dienen als inspiratiebron. 2) Tijdens het academiejaar 2017-2018 heeft Ichtus Vlaanderen als jaarthema ‘StemRecht’. In Spreuken 31 geeft Lemuels moeder haar zoon, de koning, tips over hoe hij een goede heerser moet zijn. Dit houdt onder andere in dat hij ‘een stem moet geven aan de stemlozen’. Als ‘koningskinderen’ volgen we deze raad best ook op. Deze raad past trouwens volledig in het weerkerende refrein dat God zo kenmerkt, nl. dat Hij wil dat wij zorgdragen voor de ‘wees, de weduwe en de vreemdeling’. Dit zijn mensen die geen natuurlijk vangnet van relaties hebben en dus zwakker staan, die onze hulp nodig hebben. We willen in onze Bijbelstudies nadenken wat recht en gerechtigheid is, waar Gods hart naar uitgaat, wie ‘de wees, weduwe en vreemdeling’ is in onze Ichtusgroep, onze kring, ons studiedomein, ons kot, onze stad, onze wereld en hoe wij hen een stem kunnen geven. We hebben bij de selectie van de Bijbelgedeeltes 1 teksten gekozen die verschillende aspecten van relaties aan bod laten komen, zowel vanuit het Oude als vanuit het Nieuwe Testament. Er zijn twaalf Bijbelstudies opgenomen in deze bundel. We beseffen dat veel Ichtusgroepen geen 12 kringstudies hebben. We hopen dat wanneer jullie een selectie moeten maken, dat jullie ook moedig zijn en ook tekstgedeeltes nemen die jullie minder goed kennen. De eerste 4 teksten kunnen gezien worden als introductie, de teksten uit 2 Samuël en 1 Koningen zijn voorbeelden van recht en onrecht. De relatie tussen liefde en recht zien we terugkomen in de teksten uit Jakobus en Hosea. Wijsheid en recht komt aan bod in Jezus’ omgang met de overspelige vrouw in Johannes 8. De consequenties van het uitvoeren of negeren van recht zien we in Jesaja en Matteüs. Tot slot staan we stil bij gezag en gehoorzaamheid. Bij het voorbereiden hebben wij een beperkte selectie van commentaren op de Bijbel gebruikt. Het is gevaarlijk om al snel te verdwalen in een grote hoeveelheid. We raden ook aan een paar goede commentaren te zoeken en die grondig te raadplegen bij het voorbereiden van de studie (uiteraard na zelf grondig met de tekst bezig te zijn geweest). Doorgaans is elke tekst door iemand anders voorbereid. We hebben geprobeerd enigszins eenheid te presenteren, maar uiteraard zijn er duidelijke verschillen tussen de studies. We hopen dat dit niet als een hindernis, maar eerder als een rijkdom mag ervaren worden.

1

Alle Bijbelteksten komen uit de Nieuwe Bijbelvertaling tenzij anders vermeld.

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

3


Zelf een Bijbelstudie maken In deze bundel willen we jullie helpen om als kringleider de Bijbel te bestuderen, zodat jullie jullie kring goed kunnen leiden. Bij elke tekst is er een specifieke aanpak gesuggereerd, maar de basis is altijd dezelfde:

Bestudeer de tekst grondig In de hele IFES-beweging (de wereldwijde koepelorganisatie waar Ichtus lid van is) staat “inductieve” Bijbelstudie voorop als dé manier om een Bijbeltekst te benaderen. Dat betekent dat je vanuit de tekst vertrekt om zo tot de kern te komen en niet omgekeerd. Hieronder, bij “Manuscriptstudie” vind je meer uitleg.

Haal de kern uit de tekst Als je goed weet wat de kern van de tekst die je zult bestuderen is, zul je veel gemakkelijker tot die kern kunnen komen tijdens de kring. Niet alleen kun je doelgerichter werken, je kunt ook gemakkelijker beslissen over zijsprongen die zich tijdens de avond aanbieden.

Denk na over hoe je met je kring tot die kern kunt komen Erg veel kringleiders maken de fout te denken dat zodra de exegese (=tekstuitleg) gedaan is, de kring geslaagd zal zijn. Dit klopt niet. Na het bepalen van de kern is het erg belangrijk na te denken over hoe je samen met je kring tot die kern zult komen: welke werkvormen wil je gebruiken? Heel wat mensen denken dat het eenvoudigst is om een onderwijsleergesprek te doen (vraag en antwoord), maar dit is zowat de moeilijkste werkvorm die bestaat, omdat het erg moeilijk is in te schatten wat de kringleden zullen antwoorden. Vaak komen antwoorden waar je niet op voorbereid bent en op zulke moment is het niet gemakkelijk om goede vragen te verzinnen om alsnog tot de kern te komen. Het beste is werkvormen gebruiken waarbij je als kringleider zelf zo weinig mogelijk aan het woord bent.

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

4


Manuscriptstudie Een manier om de Bijbel te bestuderen die je voor elke passage kunt gebruiken, maar ook erg zinvol is ter voorbereiding van het leiden van een kring, is de “manuscriptmethode” die bestaat uit drie stappen.

Observatie Krijg in deze fase grip op het verhaal (wat zegt de schrijver?). Druk de tekst af. Laat voldoende witruimte rond de tekst, maar ook tussen de regels. Als je kunt, laat alle alinea- en versnummers weg. Overloop de tekst en probeer alles aan te duiden wat opvalt, wat vragen oproept, wat op structuur duidt, wat vaak terugkeert, … Gebruik pennen, gekleurde potloden om woorden te markeren, de structuur van het stuk in kaart te brengen, thema’s en verbindingen aan te geven. Hieronder volgen nog een aantal tips voor vragen. Vraag als een journalist • Wie?

Spoor de verbindingen op • Herhalingen

Wat?

Overeenkomsten

Waar?

Contrasten

Wanneer?

Oorzaak – gevolg

Hoe?

Van het algemene naar

Leef je in in de tekst • Wat zie je, hoor je, ruik je, voel je? •

Word een persoon in de tekst

het bijzondere •

Van het bijzonder naar het algemene

Hoofdgedachten

Bijgedachten

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

5


Wat voor soort literatuur is dit? Een verhaal? Een dialoog? Poëzie? Commentaar van de schrijver?2 Het komt voor dat er meer dan één soort in het Bijbelgedeelte voorkomt.

Markeer signaalwoorden: want, omdat, daarom, sinds, zodat, maar, dus, enz.

Markeer logische eenheden in de tekst (welke stukken horen bij elkaar?) eenheid in thema, tijd, plaats, gedachte, actie, enz.

Noteer datgene wat je in de tekst je speciaal opvalt, dingen die onverwacht of ongewoon zijn, of die vragen/verbazing/onbegrip/irritatie bij je oproepen.

Zijn er verwijzingen naar, of associaties met andere Bijbelteksten? Lees die teksten in hun context (niet alleen de verzen zelf) en vraag je af waarom ze hier worden aangehaald.

Vind je iets in de tekst dat vragen oproept? Iets wat je irriteert, je verbaast of waar je moeite mee hebt? Schrijf het op!

Het genre of het soort tekst bepaalt mee de manier waarop je de tekst best benadert. Zo lees je een wettekst anders dan een gedicht en een verhaal anders dan betogende brief. 2

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

6


Interpretatie In deze fase probeer je de volgende vraag op de lossen: wat wil deze tekst communiceren? Wat betekenen alle observaties die je gemaakt hebt? Wat is de kerngedachte van deze tekst? Centraal staat deze opdracht: Formuleer de betekenis van de tekst door antwoord te geven op de vraag wat de auteur met de tekst wil zeggen. De volgende vragen kunnen je daarbij helpen: •

Formuleer vragen naar aanleiding van de dingen die je opvielen in de tekst.

Formuleer vragen over de taalkundige en inhoudelijke relaties die je hebt gevonden. Bijvoorbeeld: waarom herhaalt de auteur dit woord? Waarom gebruikt hij dit contrast? Handige vragen zijn “waarom (...) ?” en “wat is de betekenis van (...) ?”

Kijk nog eens naar de taalkundige en inhoudelijke relaties die je in de tekst hebt gevonden. Wat zijn de hoofdverbindingen en de hoofdonderwerpen in het gedeelte?

Concentreer je op de cruciale vragen. Dat zijn vragen die (1) uit de tekst zelf voortkomen; (2) over een groot deel van het gedeelte gaan; en (3) te maken hebben met de hoofdgedachte van het tekstgedeelte.

Probeer nu de vragen te beantwoorden. Maak daarbij in de eerste plaats gebruik van de tekst zelf, daarna van de directe context van de tekst binnen het Bijbelboek (m.a.w. de omliggende gedeeltes), daarna van de verwijzingen naar andere Bijbelgedeelten en tot slot van een Bijbels woordenboek, een commentaar, uitleg die in Bijbels wordt gegeven en andere hulpmiddelen.

Stel jezelf de ‘big question’: Welke boodschap wil de auteur overdragen aan de oorspronkelijke lezers? Wat zijn volgens jou de hoofdpunten, of hét hoofdpunt van dit gedeelte? Waarom staat deze passage hier?

Probeer de hoofdgedachte van de tekst samen te vatten in één zin.

Applicatie (toepassing) In de laatste fase wordt nagedacht over het belang van de Bijbeltekst en de kerngedachte voor het ons leven. Dat kan gaan om een praktische opdracht (iets wat gedaan moet worden) of om een transformatieve opdracht (iets wat veranderd moet worden) of om een informatieve opdracht (kennis die toeneemt), etc. Probeer je er niet te gemakkelijk vanaf te maken door enkel toepassingen te formuleren die je niet veel kosten. Weet dat de Bijbel primair geschreven

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

7


is aan groepen mensen (volk en kerk), dus de opdrachten zijn doorgaans in de eerste plaats opdrachten die we samen moeten doen, de persoonlijke opdracht volgt hier veelal uit. Centraal staat deze opdracht: Verbindt het gedeelte met je eigen leven en de wereld waarin wij leven. De volgende vragen kunnen daarbij helpen: •

Zie je verbindingen tussen de tekst en je eigen leven en onze wereld? (Bijvoorbeeld: herken je je in een van de hoofdrolspelers in de tekst, waar raakt de boodschap van het gedeelte jouw leven?)

Heb je het idee dat God specifiek jouw kring of tot jou spreekt met betrekking tot een aspect van jullie/je leven?

Zijn er concrete geboden, beloften, voorbeelden of anti-voorbeelden in de tekst die je iets te zeggen hebben? Zijn er concrete stappen die als reactie op dit gedeelte moeten gezet worden? Wees daarin eerlijk en duidelijk. (Neem zeker een agenda om zaken op te schrijven en kom hier op terug tijdens een volgende keer dat je elkaar als kring ontmoet)

Komt hierin iets naar voren wat van belang is voor mijn relatie met andere mensen, voor onze kring, onze gemeente of onze samenleving?

Zijn er dingen die we, individueel of als groep, concreet ter hand moeten nemen?

Wat heeft deze tekst jullie/je te zeggen over God?

Heeft deze tekst iets te zeggen hoe ik leef, denk, handel als student? Werpt deze tekst een nieuw licht op mijn studiedomein en de vragen die daar spelen?

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

8


Lectio Divina Een tweede methode die erg de moeite loont en die bij elke Bijbeltekst kan gebruikt worden, is de lectio divina. Dit is een eerder bezinnende, intuïtieve Bijbellezing. Soms benaderen we de Bijbel te kennisgericht en laten we God te weinig tot ons hart spreken. Deze methode is erg goed om dit tegen te gaan. Eén iemand leidt de kring. De andere hebben geen Bijbel nodig, maar luisteren. Stap 1: Lees de tekst een eerst keer voor. Doe dit rustig. Wees na het lezen van de tekst even stil zodat de tekst goed kan doordringen. Stap 2: Zeg tegen de groep: “Denk tijdens de volgende lezing na of er iets is wat opvalt. Dat kan een woord, een zinsdeel of een zin zijn. Als er niet opvalt is dat geen probleem.3” Lees de tekst een tweede keer hardop voor. Wees even stil en laat daarna iedereen om beurt delen wat opviel (als er iets opviel). Wees als kringleider streng: laat de kringleden enkel kort delen wat opvalt en niets meer (dus ook geen uitleg erbij). Stap 3: Geef je groep bij de derde lezing de vraag mee: “Vraag je nu eens af waarom dit opvalt. Heel vaak is dit omdat er een link is tussen de Bijbeltekst en ons leven. Is er een link met je leven? Opnieuw is het geen probleem als je geen link vindt.” Lees de tekst een derde keer. Wees even stil en laat daarna iedereen om beurt kort delen wat de link is. Hou als kringleider in het oog dat de leden dit bondig doen. Grijp zo nodig in. Stap 4: Zeg tegen de groep: “Is er iets wat God jou wil duidelijk maken met deze tekst? God spreekt nog altijd tot ons door de Bijbel en dat doet Hij misschien nu. Soms spreekt God niet onmiddellijk of begrijpen we Hem niet. Het is geen probleem als het (nog) niet duidelijk is of God iets wil zeggen en wat Hij wil zeggen.” Lees de tekst een vierde keer. Wees even stil en laat daarna iedereen om beurt kort delen wat God hen wil zeggen met deze tekst. Hou opnieuw als kringleider in het oog dat de kringleden dit bondig doen. Stap 5: Je kunt eerst de tekst nog een vijfde keer lezen, maar dit hoeft niet. Neem uitgebreid de tijd om voor elkaar en wat er gezegd en gedeeld is te bidden.

Benadruk dit, zodat niemand zich ongemakkelijk voelt wanneer er niets opvalt. Dat kan ook gebeuren en dat is geen drama. 3

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

9


Heel de Bijbel Zowat elke christen uit de Protestants-Evangelische familie zal het ermee eens zijn dat de Bijbel uit zowel het Oude als het Nieuwe Testament bestaat. Beiden vormen een essentieel deel en beiden zijn het Woord van God. Veelal lijkt het alsof we toch een voorkeur hebben voor het Nieuwe Testament, of toch zeker voor de oudtestamentische teksten die heel duidelijk naar Jezus verwijzen. Met Ichtus willen we onze overtuiging dat de hele Bijbel Gods Woord is in de praktijk omzetten. Dat heeft een aantal gevolgen. Ten eerste willen we ons graag in het Oude Testament verdiepen. Het Oude Testament was de Bijbel van de eerste christenen – de eerste brieven van Paulus werden pas 20 jaar na Jezus’ leven op aarde geschreven – en het hele Nieuwe Testament is doorspekt met verwijzingen en beelden uit het Oude Testament. Door het Oude Testament beter te bestuderen, kunnen we het Nieuwe Testament beter begrijpen. We gaan Gods grote plan zien en begrijpen beter hoe Jezus en de Kerk in dat plaatje passen. We gaan ook begrijpen hoe het Nieuwe Testament ook niet helemaal nieuw was, maar een onverwachte voortzetting van Gods plan. Er zitten nieuwe elementen in, maar het bouwt toch ook verder. Door het Nieuwe Testament goed te kennen gaan we het Oude ook beter begrijpen. We zien hoe profetische teksten reikhalzend naar Jezus uitzien. We begrijpen Gods wegen beter vanuit Jezus’ perspectief. Ten tweede willen we ons in de hele Bijbel verdiepen. Bepaalde delen van de Bijbel – in zowel Oude als Nieuwe Testament – worden veel minder vaak bezocht dan andere. Wij willen boeken zoals Leviticus, Jesaja, Hosea, en de brief van Jakobus aandacht geven; dit vanuit een diepe overtuiging dat God de schrijvers inspireerde en ons met deze boeken iets wil duidelijk maken over zijn karakter, zijn plan en zijn Zoon. Dit betekent ook dat we lastige teksten niet uit de weg gaan. Teksten waarover veel discussie is, maar ook teksten die we helemaal niet begrijpen – zowel vanuit cognitief, maar ook vanuit emotioneel standpunt. Waarom deed God iets wat gruwelijk lijkt? Spreekt deze tekst de wetenschap tegen? Ten derde willen we onze plaats in dit grote verhaal beter zien. Een sterker begrip van de hele heilsgeschiedenis helpt ons om ons eigen verhaal daarin te zien. We kunnen ons identificeren met en leren van Habakuk, Ruth en Lydia, maar ook zien waarin de verschillen liggen en hoe onze tijd nu anders is. We kunnen hun worstelingen en vragen naar onze tijd vertalen. We willen Jezus in dit alles zien. Als we geloven dat hij Gods Woord is, dan draait Gods “andere woord” (de Bijbel) helemaal om hem. Hij was er van in het begin en de hele Bijbel – van kaft tot kaft – is zijn verhaal met de mensheid. De Bijbel bestuderen is geen doel op zich, het is een middel om onze relatie met de Zoon van God te verdiepen, wat op zich weer een effect zal hebben op onze relatie met onszelf, onze medemens en de schepping.

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

10


1 // Spreuken 21 Bijbelgedeelte 211Het hart van de koning is in de hand des Heren als waterbeken, Hij leidt het overal heen, waar het Hem behaagt. 2Elke weg van een mens is recht in zijn ogen, maar de Here beproeft de harten. 3Gerechtigheid en recht doen, is de Here welgevalliger dan offers. 4Trotsheid van ogen en opgeblazenheid van hart – de glans der goddelozen is zonde. 5De plannen van de vlijtige strekken tot louter overvloed, maar al wie overijlt, komt slechts tot gebrek. 6Schatten verwerven met bedrieglijke tong is een verwaaiende nevel, dodelijke valstrikken. 7De gewelddaad der goddelozen sleurt hen mee, want zij weigeren recht te doen. 8Kronkelend is de weg van de bedrieger, maar een eerlijk man is recht in zijn doen. 9Beter te wonen op een hoek van het dak dan met een twistzieke vrouw in een gemeenschappelijke woning. 10De begeerte van de goddeloze gaat uit naar het kwaad; zijn naaste draagt hij geen genegenheid toe. 11Straft men de spotter, dan wordt de onverstandige wijs; onderricht men de wijze, hij zal kennis verwerven. 12De Rechtvaardige let op het huis van de goddeloze en stort de goddelozen in het verderf. 13Wie zijn oor gesloten houdt voor het hulpgeroep van de geringe, zal, als hij zelf roept, geen antwoord ontvangen. 14Een heimelijke gave doet de toorn bedaren, een geschenk in de buidel hevige gramschap. 15Recht doen is een vreugde voor de rechtvaardige, maar een verschrikking voor de bedrijvers van ongerechtigheid. 16Een mens die afdwaalt van de weg van het verstand, zal tot rust komen in de vergadering der schimmen. 17Wie van vermaak houdt, zal gebrek lijden; wie olie en wijn liefheeft, wordt niet rijk. 18De goddeloze is een losprijs voor de rechtvaardige, en de trouweloze komt in de plaats van de oprechten. 19Het is beter te wonen in een woestijn dan met een twistzieke en gramstorige vrouw. 20In de woning van de wijze is kostelijke voorraad en olie, maar een dwaas van een mens brengt het door. 21Wie gerechtigheid en liefde najaagt,

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

11


vindt leven, gerechtigheid en eer. Een wijze beklimt een stad van helden en werpt de sterkte waarop zij vertrouwde terneer. 23Wie zijn mond en zijn tong bewaakt, bewaart zichzelf voor benauwdheden. 24Een overmoedige en vermetele heet spotter, hij, die handelt in mateloze overmoed. 22

Opmerking Als dit de eerste keer is dat je de kringbundel gebruikt, lees dan zeker ook even de inleiding, die heb je namelijk nodig.

Verantwoording keuze tekst in het licht van het jaarthema Spreuken 21:1-24 gaat over hoe God naar rechtvaardigheid kijkt en bevat algemene wijsheden die helpen om juist te handelen en recht te doen.

Kerngedachte God geeft praktische richtlijnen voor een goed leven aan de hand van wijsheid en rechtvaardigheid.

Werkvormen en vragen voor de kringleider We delen de werkvormen en vragen in volgens ‘inleiding’, ‘lezen’, ‘begrijpen’ en ‘toepassen’. We geven hiermee een aanzet om als kringleider eerst zelfstandig het tekstgedeelte te bestuderen. Daarna kan je ‘de achtergrondinfo’ doornemen ter verdieping, zodat je daarna je kringstudie kan voorbereiden.

Inleiding

a) Lees het stuk een paar keer door. b) Bekijk het filmpje van www.jointhebibleproject.com over Spreuken: https://youtu.be/AzmYV8GNAIM?list=PLH0Szn1yYNeeVFodkI9J_WEATHQCwRZ0 u c) Je kan ook het filmpje van spreuken bekijken uit hun ‘Wisdom Literature’ Playlist (wijsheidsliteratuur): https://www.youtube.com/playlist?list=PLH0Szn1yYNeeKPNIy7YXjO3MGD8h8ifhr

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

12


Lezen

a) Duid alle woorden of zinsdelen die herhaald worden aan. Welke komen veel terug of worden vaak gebruikt? b) Duid alle bijvoeglijke naamwoorden aan (voorbeelden: groen, wijs, enz.) c) Probeer stijlfiguren te herkennen die in de tekst worden gebruikt. Voorbeelden van stijlfiguren die te herkennen zijn: hyperbolen of overdrijvingen, oorzaak-gevolg, antithese of tegenstelling, vergelijkingen. d) Neem na een tweede keer lezen er zeker eens een andere bijbelvertaling bij en eventueel een woordenboek om bepaalde, misschien wat ouderwetse, woorden te verduidelijken. e) Wat voor soort tekst is dit?

Begrijpen

a) Wat leert deze tekst je over (het karakter van) God? Of wat kan je uit deze tekst afleiden over wie God is? b) Wat leert deze tekst je over (on-)recht? c) Wat leert deze tekst je over (on-)rechtvaardigheid? d) Waarom heeft de auteur deze tekst geschreven geschreven? e) Neem een groot blad (of schrijf op een bord) en verdeel het in twee: links de goddeloze/onrechtvaardige, rechts de godvrezende/rechtvaardige. Schrijf alle (karakter)eigenschappen, daden en bijvoeglijke naamwoorden die spreuken toe-eigent aan beide karakters. Vergelijk ze daarna met elkaar. Wat valt op? Wat kan je hieruit afleiden? f)

Zijn deze verzen altijd van toepassing?

g) Probeer deze tekst eens samen te vatten (in één zin).

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

13


Toepassen

a) Maak zelf een spreuken-scheurkalender. Je kan via deze link (https://drive.google.com/open?id=0BxRd6wMdn6b0c1ZqdkFTbDhIb1U) de kalender downloaden en dan zelf printen en samenstellen (of je kan de studenten het zelf laten samenstellen). Op ons youtube-kanaal vind je een kort filmpje over hoe je de kalender best kan maken (https://www.youtube.com/watch?v=PmYxbSDzh5w&feature=youtu.be) . Je kan voorstellen om samen iedere dag een blad af te scheuren en te lezen of je kan ieder op zijn eigen tempo door de kalender laten gaan. b) Probeer bij zoveel mogelijk verzen een hedendaags of gelijkaardig equivalent te bedenken. bijvoorbeeld : vers 13: Heb je naaste lief als jezelf, vers 22: wie niet sterk is moet slim zijn. c) Probeer – met respect voor de tekst en de context – deze tekst te lezen in het licht van je eigen omgeving. Je klas, je kot, je studiedomein, … d) Denk na over een praktisch voorbeeld hoe één van de verzen waar is gebleken in je leven (of net niet) of hoe je 1 van de verzen kan toepassen in de toekomst. Voorbeeld: vers 23 → ‘Toen ik uitgescholden werd door een groepje jongeren zei ik niets terug zodat ik ze niet boos maakte’. Deze werkvorm kan je ook in je kring gebruiken. e) Aangezien kleurplaten voor volwassenen redelijk hip zijn kun je (ieder) een vers (laten) kiezen en er een kleurplaat van( laten) maken die (ze) dan thuis (kunnen) inkleuren om verder over het vers te mediteren. Alternatieve optie is om de plaat aan iemand anders te geven.

Verduidelijking moeilijke woorden/gedeeltes ▪

Inleiding: achtergrondinformatie

Auteur: De meeste geleerden kennen spreuken aan Salomo toe als verzamelaar van de teksten en schrijver van een groot deel ervan. Doelgroep: Het volk van God. Ieder die ontzag wil hebben voor God. Centrale thema’s Bijbelboek: Rechtvaardigheid, spreuken voor het dagelijkse leven, richtlijnen, levenswijsheid. Structuur en opbouw Spreuken kan opgedeeld worden in 3 delen: een inleiding bestaande uit een aantal toespraken van een vader aan zijn zoon (1-9), de spreuken zelf (10-29) en de slotgedichten van Agur en koning Lemuel (30-31).

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

14


In spreuken wordt vaak gebruik gemaakt van distichons; 2 verzen in dichtvorm. Het grootste deel van spreuken bestaat dus ook letterlijk uit spreuken: algemene verzen die praktische instructies geven over alledaagse dingen en heel uiteenlopende onderwerpen. Spreuken behoort tot de wijsheidsliteratuur en poëtische boeken. De spreuken in hoofdstuk 10-29 zijn losser qua inhoud. Maar de vorm is strak: elke spreuk vormt in het Hebreeuws een afgeronde ritmische eenheid. Kenmerkend voor de poëtische vorm is het parallellisme. Veel spreuken bestaan uit twee parallel lopende delen die een tegenstelling uitdrukken tussen iets dat wijs of goed is, en iets dat dwaas of slecht is. 4

Lezen: achtergrondinformatie

Hart: Het hart werd door de Israëlieten gezien als het centraal orgaan van het denken, maar niet alleen het rationele denken. Het werd beschouwd als het centrum van het fysiek, emotioneel, intellectueel en moreel zijn van de mens. Daarom was het hart volgens hen ook het orgaan van waaruit de mens handelt. Enkele verzen die over het hart gaan en misschien wat meer duidelijkheid kunnen brengen (afhankelijk van vertaling): Matt 9:4, Gen 18:5, Matt 13:15.5 Bekijk zeker ook eens het filmpje ‘Lev’ van The Bible Project over het hart in de Joodse cultuur: https://www.youtube.com/watch?v=aS4iM6KpPYo Olie: Olie werd voor heel uiteenlopende doeleinden gebruikt: als brandstof voor lampen, om mensen/dingen te zalven, om te offeren, in voeding, om parfum van te maken, ... Olijfbomen doen er lang over om te groeien en hebben veel zorg nodig. Deze bomen blijven ook lang leven. Een goede voorraad (olijf-)olie duidde dus op stabiliteit en voorzienigheid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de parabel van de dwaze en wijze maagden. 6 Wanneer olie op de juiste manier opgeslagen werd kon het heel lang bewaard worden.

Begrijpen: achtergrondinformatie7

Het is altijd goed om eerst de Bijbel zelf te gebruiken om bepaalde dingen te begrijpen. Spreuken 1:1-7 verduidelijkt zelf wat het doel is van deze tekst. Historisch en cultureel gezien waren de Israëlieten niet de eersten en zeker niet de enigen die zich met wijsheidsliteratuur bezig hielden. 1 Koningen 4:29-34 vergelijkt zelfs koning Salomo met andere wijze mannen van Mesopotamië, Kanaän en Egypte, die elk naar hun eigen traditie wijsheidsliteratuur doorgaven. De Egyptenaren verzamelden wijze spreuken die hen konden helpen een succesvol leven te leiden. Ze noemden deze categorie de ‘educatieve’ literatuur. De vroegste van deze

https://www.debijbel.nl/kennis-achtergronden/bijbelboeken-artikelen/1914 Strong, J. The New Strong’s Expanded Exhaustive Concordance of the Bible: Red- Letter Edition, (Nashville, TN: Thomas Nelson Inc., 2001), 3820. 6 https://www.debijbel.nl/item/1111 7 Arnold, B. T. & Beyer, B. E. eds., In ontmoeting met het Oude Testament, (Heerenveen: Jongbloed), 313-321. 4 5

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

15


verzamelingen zou zijn samengesteld door Ptahhotep, vizier van koning Isesi van de 5de dynastie (rond 2450 v.Chr.). De ‘Instructie van Ptahhotep’ bevat 37 spreuken die hij aan zijn zoon en aangewezen opvolger gaf. Een voorbeeld uit de instructies: ‘Als je een gezant bent voor hooggeplaatsten, wees dan volkomen betrouwbaar bij alle opdrachten die je krijgt. Voer je opdracht precies uit.’ Deze instructie is te vergelijken met Spr. 25:13. Daarom is het ook niet vreemd dat het boek Spreuken meer overeenkomst toont met literatuur van het Oude Nabije Oosten dan enig ander Bijbelboek. Een ander voorbeeld van vergelijkbare teksten is ‘The Aramaic Proverbs of Ahiqar’. Ahiqar was een raadsman van Sanherib, de koning van Assyrië (704-981 v.Chr.). Zijn spreuken waren bestemd voor zijn neef en geadopteerde zoon, die door Ahiqar voorbereid werden om hem op te volgen. Voorbeelden: Spaar je zoon de roede niet, want anders zul je hem niet kunnen redden. (cfr. Spr. 13:24) Vat de woorden van een koning niet licht op; laten ze medicijn voor je vlees zijn. (cfr. Spr. 16:24)

Toepassen: achtergrondinformatie8

Omdat het om algemene levenswijsheden gaat, blijven ze gelden voor iedere generatie en voor personen van iedere leeftijd. Natuurlijk gaat het om algemene principes en zijn het geen beloftes die worden gemaakt maar gaat het eerder om mogelijke dingen die kunnen gebeuren, met in het achterhoofd de gedachte dat het leven te complex is om alles in kleine regeltjes te kunnen vatten (probabilities not promises). Om een voorbeeld te geven: “Leer een kind van jongs af aan de juiste weg te volgen; ook als hij ouder wordt, zal hij er dan niet van afwijken.” (Spr. 22:6). Dit garandeert niet dat je kind gelovig zal blijven, zelfs al voed je hem of haar zo op. Het geeft hen wel meer kansen, maar het is geen belofte van God dat als je je kind op een bepaalde manier opvoedt dat zij later die manier zullen blijven volgen. Veel spreuken zijn ook te interpreteren als geboden, maar het gaat vaak om de achterliggende gedachte dan om effectief het bevel op te volgen. Bijvoorbeeld: “Ga niet om met een driftkop en laat u niet in met een heethoofd, opdat gij niet gewend raakt aan zijn paden en uzelf een strik spant.”’ (Spr. 22:24-25). Wil dit zeggen dat je mensen die gemakkelijk boos worden moet mijden als de pest en geen vrienden mag worden met hen? Neen, het is eerder een waarschuwing om op te passen met wie je omgaat, want je vrienden hebben invloed op je denken en doen.

Arnold, B. T. & Beyer, B. E. (eds.), In ontmoeting met het Oude Testament, (Heerenveen: Jongbloed), 313-321. Johnston, P. (ed), The IVP Introduction tot he Bible: Stories, Themes and Interpretation, (Downers Grove, IL: IVP), 103106. 8

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

16


Één van de basisprincipes van Spreuken blijft de ‘vreze des Heren’; ontzag hebben voor God zou het vertrekpunt moeten zijn van als ons denken en handelen.

Naar de kringavond a) Bestudeer de tekst door hem veel te lezen, aan te duiden wat je opvalt, de vragen bij het stuk lezen te bekijken en zelf vragen op te lijsten die je hebt bij het stuk. b) Zoek naar antwoorden in de tekst op de vragen die je hebt. Als je sommige antwoorden niet vindt, kijk dan bij de verduidelijking. Probeer het echter eerst alleen. Als je daar geen antwoorden vinden op vragen die echt noodzakelijk zijn kun je ook een commentaar raadplegen. Niet alle achtergrondinfo is echter noodzakelijk om te komen tot de kerngedachte. c) Kom vanuit de vorige twee punten tot de kerngedachte van je tekst. Waar gaat deze tekst over en wat is de relatie tot het jaarthema. d) Vanuit de kerngedachte kun je beginnen om de kringavond voor te bereiden. Dit doe je door je kring te leiden naar de kerngedachte. Er zijn verschillende goede manieren om dat te doen, maar zorg wel dat je het lezen, begrijpen en toepassen implementeert. Deze onderdelen zijn nodig om de Bijbel op een verantwoorde manier te gebruiken. Het gebruik van werkvormen is niet enkel didactisch relevant, maar kan je zeker helpen om tot de kerngedachte te komen. e) Heb bij de toepassing zowel aandacht voor het individu, je kring, de diverse studierichtingen, de ichtusgroep en de maatschappij. Misschien is de toepassing niet voor het individu bedoelt, maar voor de gemeenschap.

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

17


4 // 2 Samuël 15:1-13 Bijbelgedeelte 1 Enige tijd later liet Absalom een wagen maken, schafte zich paarden aan en nam een escorte van vijftig man in dienst.2Elke ochtend vroeg stelde hij zich op bij de stadspoort. Hij sprak iedereen aan die op weg was naar de koning om een uitspraak te vragen in een rechtsgeschil. ‘Waar komt u vandaan?’ vroeg hij dan, en wanneer het antwoord luidde: ‘Uit dat en dat stamgebied van Israël,’3dan zei Absalom: ‘Hoor eens, ook al hebt u volkomen gelijk, bij de koning zult u geen gehoor vinden.’4En hij vervolgde: ‘Waarom word ik niet aangesteld tot rechter van dit land? Ik zou iedereen in het gelijk stellen die een geschil of een rechtsvordering aan me kwam voorleggen.’5Wanneer zo iemand dan voor Absalom wilde neerknielen, breidde Absalom zijn armen uit en omhelsde hem.6Zo trad hij iedereen uit Israël tegemoet die een uitspraak kwam vragen bij de koning, en op die manier palmde hij het volk van Israël in. 7Toen er vier jaar verstreken waren zei Absalom tegen de koning: ‘Ik vraag u toestemming om naar Hebron te gaan en de gelofte in te lossen die ik de HEER heb gedaan.8Ik heb tijdens mijn verblijf te Gesur in Aram namelijk aan de HEER beloofd dat ik hem eer zou bewijzen wanneer hij ervoor zorgde dat ik in Jeruzalem terugkeerde.’9De koning antwoordde: ‘Ga gerust.’ Absalom ging op weg naar Hebron.10Eerst stuurde hij echter handlangers naar alle stamgebieden van Israël met de boodschap: ‘Zodra het geluid van de ramshoorn klinkt, moeten jullie dit bekendmaken: “Absalom is in Hebron tot koning 11 uitgeroepen!”’ Tweehonderd genodigden uit Jeruzalem vergezelden Absalom op weg naar Hebron. Ze gingen nietsvermoedend en volkomen te goeder trouw met hem mee. 12Ook Achitofel, de raadsheer van David, liet hij voor het offermaal overkomen uit diens woonplaats Gilo. Steeds meer mensen sloten zich bij Absalom aan. Zo ontstond een wijdvertakte samenzwering.

Opmerking Als dit de eerste keer is dat je de kringbundel gebruikt, lees dan zeker ook even de inleiding, die heb je namelijk nodig.

Verantwoording keuze tekst in het licht van het jaarthema Absalom bewerkt het volk, door ze ‘recht’ aan te bieden. Hier zit een koppeling naar politiek van vandaag. Mensen geven wat ze willen hebben (het ‘recht’) is niet altijd wat zij nodig hebben (daadwerkelijk recht). Hier is dus sprake van een verdraaiing van het recht. Maar hoe bepaal je dan wat dat is? Deze en andere vragen kunnen hier ruimte krijgen.

Kerngedachte Absalom kan niet wachten tot hij koning is. Hij zet op heimelijke wijze het volk naar zijn hand en probeert zijn vader van de troon te stoten.

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

18


Werkvormen en vragen voor de kringleider ▪

Inleiding

a) Verdeel een blad in twee en schrijf op welke associaties je maakt met (Koning) David, welke associaties je maakt met Absalom. Waarom denk je juist hieraan? b) Denk na over kerkleiders of politieke leiders die je kent. Hoe kwamen zij in leiderschap terecht, hoe profileren ze zich/welke normen en waarden vinden ze belangrijk? c) Je kan ook ter inleiding kijken naar het filmpje van ‘the Bible Project’ over 2 Samuel: https://www.youtube.com/watch?v=YvoWDXNDJgs (zeker vanaf 1:55)

Lezen

Deze 12 verzen passen in een groter verhaal, dat je misschien al kent. Toch is het interessant om de tekst ook te benaderen als een nieuw verhaal. Stel je voor dat je niets weet over David, Absalom en de afloop van de opstand. a) Wat valt je op in de tekst? b) Wat zegt de tekst over Absalom? Karaktertrekken, eigenschappen? c) Wat zegt de tekst over David? Karaktertrekken, eigenschappen? d) Wat weet je uit de tekst over Absaloms plannen? e) Hoe pakt hij het aan? Welke stappen zet hij, welke woorden gebruikt hij? Om het verhaal van Absaloms opstand -en vooral diens beweegredenen- in zijn volledigheid te begrijpen, begin je best al in 2 Samuel 13 te lezen bij het verhaal van Amnon en Tamar. Je zal het verhaal en de figuren daarin in een ander licht zien. Eventueel kun je verder lezen tot de opstand eindigt met Absaloms dood in hoofdstuk 18 en de impact die dit op David heeft in hoofdstuk 19.

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

19


Begrijpen

a) Waarom krijgt hij het volk ingepalmd? Hoe bespeelt hij het volk? b) Wat belooft hij het volk? c) Waarom neemt hij die 200 mensen mee? d) Waarom wil Absalom zijn vader van de troon? e) Waarom is Absalom ervan overtuigd dat hij een goede koning zou zijn? f)

Had hij ook op een andere manier aan de macht kunnen komen?

g) Is David een goede koning? Sterktes? Zwaktes? h) Zou Absalom een goede koning zijn? Sterktes? Zwaktes? i)

Waarom kan dit 4 jaar ongestoord gebeuren?

Zie bij het beantwoorden van deze vragen wat de tekst (en bij uitbreiding 2 Samuel) toelaat.

Toepassen

a) Hoe zou je nu te werk kunnen gaan, als je de macht wil grijpen? b) Wat wil ‘het volk’ nu? Wat heeft ‘het volk’ nu nodig? c) Welke leiders claimen voor ‘het volk’ te spreken? Wat bieden ze dan? d) Probeer een voorbeeld te bedenken van iets wat jij ooit wou, maar bij nader inzien toch niet goed voor je bleek te zijn. Misschien iets waar jij om gebeden hebt, waarvan je ervan overtuigd was dat het Gods wil was. e) Dit jaar zijn het verkiezingen. Wat wordt er allemaal beloofd? Welk ‘recht’ wordt er beloofd? Welk ‘recht’ zou God willen zien gebeuren?

Verduidelijking moeilijke woorden/gedeeltes ▪

Inleiding: achtergrondinfo

1&2 Samuel waren oorspronkelijk één boek in de Hebreeuwse geschriften en beschrijven samen met 1&2 Koningen de geschiedenis van het Joodse koningshuis. De profeet Samuel zou hier aan zijn begonnen, de profeet Natan en de ziener Gad zouden het hebben afgewerkt. Ook is het mogelijk dat een andere auteur de memoires van Samuel, Nathan, Gad tot één boek heeft verwerkt. Men gaat ervan uit dat het boek rond de 8e eeuw geschreven is.9

9

Radmacher, E.D, Allen, R.B. e.a. NKJV Study Bible, (Nashville, TN: Thomas Nelson Inc., 2012), page.

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

20


De boeken beschrijven hoe het volk Israël God vraagt om een koning. In 1 Samuel wordt het leven van die eerste koning, Saul, omschreven. Hij wordt gezalfd, maar omdat hij niet leeft volgens Gods wil, komt hij ten val. In 2 Samuel volgt David hem op, maar ook hij komt ten val. Toch belooft God (2 Samuel 2:7) dat zijn koningshuis eeuwig zal zijn, een verwijzing naar Jezus.

Lezen: achtergrondinfo •

Toen er vier jaar…: In de NBV is dit aangepast, in andere vertalingen staat er vaak ‘veertig jaar’, men gaat ervan uit dat er een fout in de tekst geslopen is. 10

Wagen, paarden en een escorte: om de mensen te herinneren aan zijn koninklijkheid en nakend koningschap. Het verzamelen van paarden was nochtans niet toegestaan voor een koning van Israël (Deut. 17:16) en staat in sterk contrast met zijn vader op de muilezel. 11 De paarden waren niet voor snelheid, want de escorte van 50 man liep te voet voor hem uit en kondigde zijn aanwezigheid aan.12 In 1 Sam. 8:11 waarschuwt God het volk voor al het negatieve dat koningen zullen doen. Hij noemt hier letterlijk de paarden en de escorte.

Gesur (Syrië): Absaloms moeder Maächa is de dochter van koning Talmaï van Gesur. (1 Kron. 3:2) Nadat Absalom zijn broer Amnon gedood had, vluchtte hij naar Gesur, waar hij gedurende drie jaren aan het hof van zijn grootvader verbleef.

Hebron: Absalom was in Hebron geboren, dus het is niet verdacht dat hij naar Hebron wil gaan. 13 In Hebron werd David tot koning gekroond (2 Sam. 2:4) 14 , daarom is dit een strategische zet voor de start van zijn opstand.

Achitofel: Grootvader van Bathseba, er wordt vanuit gegaan dat hij door de hele historie met zijn kleindochter zijn geloof/vertrouwen in David verloren is. 15

Zijn tactiek: naast zijn vertoon van macht met de paarden, doet hij zich voor als ‘een man van het volk’. Hij staat vroeg op en toont zich als een harde werker. Hij zorgt ervoor dat hij elke bezoeker persoonlijk aanspreekt en heeft interesse in hun achtergrond en verhaal. Hij kiest hun kant in het verhaal en benadrukt dat het huidige gezag faalt. Wanneer ze hem eer willen bewijzen, wuift hij dit weg en geeft hen een hartelijke knuffel om de indruk van gelijkwaardigheid te veinzen.

Tweehonderd genodigden: het gaat hier om strategisch gekozen, hooggeplaatste vertrouwelingen van David. Dat zij bij Absalom waren op het moment dat zijn koningschap wordt uitgeroepen, zou voor veel mensen vertrouwen hebben gegeven in zijn claim.16

https://www.blueletterbible.org/Comm/jfb/2Sa/2Sa_015.cfm?a=282001 https://www.blueletterbible.org/Comm/mhc/2Sa/2Sa_015.cfm?a=282001 12 https://www.blueletterbible.org/Comm/guzik_david/StudyGuide2017-2Sa/2Sa-15.cfm?a=282001 13 Radmacher, E.D, Allen, R.B. e.a. NKJV Study Bible, (Nashville, TN: Thomas Nelson Inc., 2012), 495. 14 Ibid. 15 https://www.blueletterbible.org/Comm/guzik_david/StudyGuide2017-2Sa/2Sa-15.cfm?a=282001 16 https://www.blueletterbible.org/Comm/jfb/2Sa/2Sa_015.cfm?a=282001 10 11

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

21


Begrijpen: achtergrondinfo •

Teleurgesteld in David? Hij heeft als kind meegemaakt hoe David overspel pleegde met Bathseba en hoe Davids schande door de profeet Natan bekend wordt gemaakt. Wanneer zijn halfbroer Amnon zijn zus Tamar verkracht, laat David het na om iets tegen zijn zoon te ondernemen. Twee jaren van frustratie later neemt Absalom het recht in eigen handen. (2 Sam 13:28) Na de dood van Amnon, vlucht Absalom. Drie jaar lang rouwt David om Amnon en Absalom, maar hij onderneemt niets. Joab, adviseur van de koning, overtuigt David om Absalom terug te halen naar Jeruzalem, maar zelfs dan mag Absalom niet tot bij zijn vader komen. Nóg eens 2 jaar later smeedt Absalom een plan en bewerkstelligt hij zelf de verzoening met koning David. Het mag dus niet verbazen dat Absalom het vertrouwen in zijn koning, zijn vader, kwijt is.

Absalom een betere koning? 2 Sam 3:3: Absalom is de zoon van Koning David en kleinzoon van de koning van Gesur (in Syrië), koninklijk bloed aan beide kanten dus. Hij was de derde oudste zoon van David, maar aangezien er niet meer wordt gesproken over Kileab/Daniel, gaat men ervan uit dat hij vroeg gestorven is. 17 Absalom wordt zo de rechtmatige troonsopvolger. De jaren aan het hof van zijn grootvader hebben hem een heel ander beeld van het koningschap gegeven dan de ervaringen die hij met zijn vader (…die overigens ‘maar’ de zoon van Jesse was) had en hem tevens bevestigd in zijn eigen koninklijkheid. Hij kan niet meer wachten tot hij koning wordt, hij moet en zal het nú al zijn.

Was ik maar rechter… Hij stelt iemand in het gelijk nadat hij slechts één kant van het verhaal gehoord heeft. Geen eigenschap van een goeie rechter…

1 Sam 14:25-26: Absalom was uitzonderlijk knap en dat wist hij goed. Zijn lange lokken wogen afgeknipt 2,5 kg. (Dat iemand zijn afgeknipte haren weegt, zegt wel wat over zijn ijdelheid). Deze lange haren spelen later (2 Sam. 18:9) ook een rol in zijn dood.

Sam 15:3: Enkel zij die echt een klacht hadden en geen gehoor kregen in hun lokale rechtsinstantie, maakten de trip naar Jeruzalem. 18 Door te zeggen dat ze gelijk hadden, maar toch geen gehoor zullen krijgen, werd hun frustratie enkel vergroot. Hij impliceert hier dat David het te druk heeft om gehoor/recht te verlenen aan zij die het nodig hebben, maar te zeer gesteld was op zijn macht om te delegeren.

Toepassen: achtergrondinfo

Absalom bespeelt op sluwe wijze het volk. Hij gaat er van uit dat zijn wantrouwen in David en zijn claim op de troon terecht zijn en we kunnen goed begrijpen waarom. Hierin ligt een link naar de huidige politiek en leiderschap algemeen. Kijk even dit filmpje dat in 3 minuten uitlegt wat ‘populisme’ is en maak een lijstje met kenmerken voor jezelf: https://www.youtube.com/watch?v=MXhEZTZD08Q Populisme is dus geen politieke stroming, het heeft niets te maken met links of rechts het is Wiersbe, W. W., The Wiersbe Bible Commentary: The complete Old Testament, (Colorado Springs, CO: David C. Cook, 2007), 580. 18 https://www.blueletterbible.org/Comm/guzik_david/StudyGuide2017-2Sa/2Sa-15.cfm?a=282001 17

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

22


eerder een tactiek of wijze van communiceren. An sich is populisme dus niet ‘slecht’, maar het creëert een wij-zij verhaal en dat is geen genuanceerd beeld. Absalom zaait ontevredenheid onder het volk. Ze krijgen het idee dat iets anders beter zou zijn, maar Absalom had Gods zegen niet. Dit is herkenbaar. Soms hebben we het idee dat we iets nodig hebben, we denken zelfs dat God dit ook voor ons wil. Bij nader inzien blijken we toch iets anders werkelijk nodig te hebben. Hier kun je genoeg voorbeelden van vinden.

Naar de kringavond Hoe begin je als kringleider nu aan je kringvoorbereiding m.b.v. de kringbundel? •

Stel je doel voor je kring vast: wat is de hoofdboodschap van de Bijbeltekst en van je kringopzet?

Hoe link jij dit verantwoord aan het jaarthema?

Heb je de Bijbeltekst grondig gelezen doorheen ‘lezen’, ‘begrijpen’ en ‘toepassen’ en zie je hierin een lijn?

Heb je de achtergrondinfo doorworsteld? Dan ben je nu klaar om te beginnen aan de voorbereiding van je werkvormen en vragen voor je kringstudie. We raden sterk aan om ‘lezen’, ‘begrijpen’ en ‘toepassen’ als hoofdstructuur te nemen voor je kringopbouw, want dat is een basisvoorwaarde voor een verantwoord gebruik van de Bijbel en het bereiken van je doel voor je kringstudie.

Hieronder vind je nog een hele opzet met werkvormen die je zou kunnen gebruiken als je denkt dat dit gepast is voor jouw kring.

Om te voorkomen dat je kringleden al onmiddellijk met vooroordelen naar het verhaal kijken, kan het interessant zijn om de tekst te printen en de namen te veranderen. Absalom kan bijvoorbeeld Jerobin worden, Achitofel wordt ‘de raadsheer’ en David wordt ‘de koning’. Misschien kun je ze even voorhouden dat ze een verhaal uit Makkabeeën aan het lezen zijn, één van de apocriefe boeken. Licht toe dat je ‘iets’ veranderd hebt. Sommige studenten zullen het verhaal herkennen, vraag hen om dit voorlopig nog stil te houden en begin aan je observatievragen met de valse namen. Tevens kun je ervoor kiezen de tekst in twee stukken af te printen en eerst het eerste stuk uit te delen. Het kan interessant zijn om de studenten te laten raden hoe het verhaal verder gaat alvorens het tweede stuk uit te delen. Aan wiens kant staan ze? Hier staan alvast enkele observatievragen ter inspiratie. Hou er rekening mee dat je nog moet selecteren, want dit zijn veel te veel vragen voor de tijd die je hebt. De namen hoeven natuurlijk niet te veranderen en de tekst hoeft niet in twee gedeeld als jij het anders wilt aanpakken.

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

23


Mogelijke observatievragen voor de eerste helft: a) Wat gebeurt er in het verhaal? b) Wat weten we van Jerobin? c) Wat weten we van de koning? d) Wordt er iets gezegd over zijn achtergrond, het verleden? e) Wordt er iets gezegd over zijn plannen? Mogelijke interpretatievragen voor de eerste helft: a) Hoe zou je Jerobin omschrijven? Hoe ziet hij eruit, wat kenmerkt zijn karakter? b) Wat zou hij van zin zijn? c) Wat is zijn drijfveer, motivatie? Hoe is het huidige koningschap? d) Vormt hij een bedreiging voor de koning? e) Omschrijf de tactiek die hij gebruikt f)

Probeer te voorspellen hoe het afloopt

Mogelijke toepassingsvragen voor de eerste helft: a) Hoe zou zoiets er nu kunnen uitzien? b) Waar ligt de ‘zwakte’ in ons systeem nu? Mogelijke observatievragen voor de tweede helft: a) Wat valt op in dit stuk? b) Wat wil Jerobin? c) Hoe verloopt zijn plan? d) Hebben we bijkomende info over Jerobin? De Koning?

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

24


Mogelijke interpretatievragen voor de tweede helft: a) Waarom sluiten mensen zich bij hem aan? b) Wat zegt dit over de koning? Over Jerobin? c) Is je mening over hen veranderd? d) Waarom kiest hij die 200 mensen? e) Waarom doet de koning niets? (in de volgende vers vlucht hij zelfs weg) f)

Wat zou hier een moderne versie van zijn?

Hier kun je ervoor kiezen om te vertellen om wie het eigenlijk gaat. Vertel beknopt het verhaal van Absalom en waarom hij tot de opstand over gaat. Vraag aan je groep of dit de mening over het verhaal verandert. Als je tijd hebt, kun je de helft van de studenten een pamflet laten tekenen voor Koning David en de andere helft voor Absalom. Je zal merken dat sommige studenten eerder een zaak maken vóór hun eigen kandidaat, terwijl de anderen eerder de andere kandidaat zullen zwartmaken in hun pamflet. Hier kun je gemakkelijk de link leggen naar populisme vandaag. Merk je op dat sommige studenten eerder verdeeldheid zaaien in hun poster? Je kan het filmpje laten zien of zelf uitleggen wat populisme is. Laat hen nadenken over het Absalom-David verhaal, zien ze daar kenmerken van populisme? Welke populisten kennen zij nog? In de politiek of zelfs de kerk? Benadruk dat het populisme niet ‘slecht’ is op zichzelf, maar dat ze hun oren en ogen open moeten houden en zich ervan bewust zijn wanneer een politieker zo’n narratief gebruikt in zijn campagne. Absalom slaagde erin het volk iets te laten willen dat eigenlijk niet goed voor hen was. Hier kun je een heel groepsgesprek aan knopen. Je kan een voorbeeld geven van iets waar je van overtuigd was dat je het nodig had, dat het goed voor je zou zijn, maar dat dit uiteindelijk toch niet klopte. (Als je niets kan bedenken en de groep ook niet direct met iets komt. Je kan er bvb van overtuigd zijn dat een bepaald persoon een goeie partner zou zijn, maar als je daar later op terug kijkt, blijkt dat toch niet zo te zijn.) Bid met de groep voor de aankomende verkiezingen, voor de politici en het volk dat stemt. Bid dat dit integer en wijs mag gebeuren. Bid dat we steeds beter mogen leren om Gods wil te kennen, wat politiek en ons eigen leven betreft. Dat we zelf wijs en integer mogen zijn.

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

25


8 // Johannes 8:1-11 BIJBELTEKST 1Jezus

ging naar de Olijfberg,2 en vroeg in de morgen wa hij weer in de tempel. Het hele volk kwam naar hem toe, hij ging zitten en gaf hun onderricht. 3 Toen brachten de schriftgeleerden en de farizeeën een vrouw bij hem die op overspel betrapt was. Ze zetten haar in het midden en 4zeiden tegen Jezus: “Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. 5 Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt u daarvan?” 6Dit zeiden ze om hem op de proef te stellen, om te zien of ze hem konden aanklagen. Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond. 7 Toen ze bleven aandringen, richtte hij zich op en zei: “Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen.” 8 Hij bukte zich weer en schreef op de grond. 9 Toen ze dat hoorden gingen ze weg, een voor een, de oudsten het eerst, en ze lieten hem alleen, met de vrouw die in het midden stond. 10 Jezus richtte zich op en vroeg haar: “Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?” 11 “Niemand, heer,” zei ze. “Ik veroordeel u ook niet”, zei Jezus. “Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.”

Verantwoording keuze tekst in het licht van het jaarthema In deze tekst komen twee dingen samen die van belang zijn binnen het thema “StemRecht”: we zien Jezus omgaan met een lid van een klassiek onderdrukte groep, vrouwen. Hij weigert mee te stappen in die onderdrukking, maar wijst integendeel de onderdrukkers erop, de mannen rondom, dat zij niet meer zijn dan haar. Daarbij demonstreert Jezus hoe wijsheid een vereiste is voor werkelijk rechtspreken: hoe scherp de wet ook is, ze dient niet als middel om te besluiten wie wel of niet bij de groep horen. Jezus toont een derde weg tussen veroordeling en laissez-faire.

Kerngedachte Jezus demonstreert hoe recht spreken hand in hand gaat met een wijze toepassing van de wet: niet door de wet te hanteren als middel om mensen buiten de groep te zetten, maar de groep te doen erkennen dat ze niet aan haar eigen eisen beantwoordt.

Werkvormen en vragen voor de kringleider ▪

Inleiding

a) Hoewel dit gedeelte niet vernoemd wordt, is het voor jezelf toch nuttig om de twee filmpjes van de Read Scripture-serie te bekijken, zodat je een opfrissing krijgt van de themata in het geheel van Johannes. https://www.youtube.com/watch?v=G2e9mMf7E8 en https://www.youtube.com/watch?v=RUfh_wOsauk&t=3s b) Wat voor tekst is het evangelie van Johannes? c) Hoe wijkt dit evangelie af van de andere evangeliën en welke invloed heeft dat op hoe we het lezen?

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

26


d) Welke lezers had de auteur voor ogen? e) Waar in het grotere narratief van Johannes hoort dit gedeelte thuis? f)

Wat gaat er net vooraf aan dit deel? Wat volgt erop?

Lezen

a) Een inleefoefening kan helpen om de tekst aandachtig te lezen. Werk volgende dialogen uit en speel ze. Als kringleider kan je je dit inbeelden, later met je kring kan je het effectief uitvoeren: b) De vrouw in de tekst is nu grootmoeder. Haar kleindochter, met wie ze een goede band heeft, biecht op dat ze overspel heeft gepleegd. c) Een van de jongemannen in de menigte is nu grootvader. Zijn kleindochter, met wie hij een goede band heeft, biecht op dat ze overspel heeft gepleegd. d) Hoe reageren deze mensen? Hoe zijn ze gevormd door wat ze eerder meemaakten (het verhaal in de tekst)? Verwijzen ze daarnaar? e) In de inleiding van deze bundel vind je een lijst met algemene observatievragen (zie ‘OIA-methode’). Druk Johannes 8:1-11 af en bestudeer de tekst adhv die vragen. Maak notities. f)

Waar is de overspelige man?

g) Wat is het argument van de schriftgeleerden? Naar welke delen van de wet verwijzen ze? h) Wat schrijft Jezus? Waarom doet hij dat?

Begrijpen

a) Welke mogelijke reacties hadden de schriftgeleerden en omstanders verwacht? b) Wat zouden de gevolgen zijn geweest van de verschillende reacties die de omstanders hadden verwacht, zowel voor de vrouw als voor Jezus? c) Welke aanklacht(en) hoopten de schriftgeleerden tegen Jezus in te kunnen brengen? d) Waarom veroordeelt Jezus de vrouw niet? e) Wiens schuld is het dat de vrouw zich in deze situatie bevindt? f)

Welk beeld van Jezus wordt hier geschetst? (Vergelijk bv. met de Bergrede Mat. 5:2730) Is dat in lijn met het beeld dat het geheel van het evangelie schetst?

g) Welke manier van omgaan met de wet wordt hier gepropageerd?

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

27


Toepassen

a) Wie zijn mensen van wie je (stiekem) vindt dat ze (dood)straf verdienen? Schrijf op. (Je kan een vraag als deze stellen voor je de tekst leest en er dan bij de toepassing op terugkomen.) b) Hoe kan je anders leren kijken naar groepen of mensen die je zelf in een kwaad daglicht stelt? c) Welke mensen of groepen worden maatschappelijk gemarginaliseerd of zwart gemaakt? Hoe kunnen wij tegen die stroom ingaan? d) Zijn er ook groepen die gemarginaliseerd worden binnen je Ichtusgroep? Binnen je hogeschool of universiteit? e) Welke verantwoordelijkheid hebben we over het gedrag van anderen? Is schuld iets dat een persoon alleen moet dragen of iets waar een groep mee moet omgaan?

Verduidelijking moeilijke woorden/gedeeltes ▪

Inleiding: achtergrondinfo Auteur Het evangelie volgens Johannes heeft geen expliciete vermelding van een specifieke auteur, maar impliceert wel van de hand van een discipel van Jezus te zijn – “die hij liefhad” – dewelke in de regel met de discipel Johannes wordt geassocieerd. 19 Sommige commentatoren betwisten nagenoeg elke stap in voorgaande bewering: “de discipel die hij liefhad” wordt nooit expliciet als Johannes genoemd en kan dus ook een volgeling uit de grotere groep zijn; hij is niet noodzakelijk de schrijver van het evangelie, maar kan een bron zijn geweest; het kan zelfs zijn dat die discipel niet bestond, maar een archetype is. 20 Het boek wordt in ieder geval reeds als autoriteit (en dus apostolisch) beschouwd door Irenaeus (130-200 na Christus) 21 . Hoewel hedendaagse auteurs hem niet per se volgen in het geloof dat de discipel Johannes, de zoon van Zebedeüs, de auteur is van het evangelie, is Irenaeus’ vertrouwen in het boek wel een sterk argument voor de betrouwbaarheid en canoniciteit van de tekst zelf.

Keener, C., The IVP Bible Background Commentary. New Testament, (Downers Grove, IL: Intervarsity Press, 1993), p. 259-260. (hierna: BBC) 20Green, J. B., McKnight, S. & Marshall, I. H., Dictionary of Jesus and the Gospels, (Downers Grove, IL: Intervarsity Press, 1992), p. 368-370. (hierna: DJG) 21 Carson, D. A., France, R. T., Motyer, J. A. e.a., New Bible Commentary. 21st Century Edition, (Leicester: InterVarsity Press, 1995), p. 1021. (hierna: NBC) 19

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

28


Datering Met die verwijzing door Irenaeus en het bestaan van enkele manuscripten uit de vroege tweede eeuw die vermelding maken van het Johannesevangelie, is het logisch om de datum van schrijven niet later dan het jaar 90 à 100 te zetten, wat de breedste consensus is. Een enkeling argumenteert ook voor een veel vroegere datering, rond 65, voor de vernietiging van de tempel. 22 Doelgroep & doel Het Johannesevangelie vermeldt zelf dat het tot doel heeft mensen de Christus te laten leren kennen. De tekst is daarbij ambigu of dit op een evangeliserende manier is, voor nieuwe gelovigen, of ter verdieping van het geloof van mensen die al langer christen zijn. De tekst heeft zeker beide doeleinden gediend, maar dat zegt natuurlijk niets over de auteursintentie.23 Daarnaast kan de tekst ook hebben gediend als polemisch werk, om aan te tonen dat de christenen wel degelijk erfgenamen van Gods koninkrijk zijn. Johannes’ polemische gebruik van “de joden” – waarmee hij voornamelijk naar de joodse leiders verwijst – is door sommigen aangewend om een antisemitische lezing van het evangelie te verdedigen. Johannes ontdoet het christendom echter geenszins van zijn joodse wortels. Ondanks de uitstoting van christenen uit de joodse gemeenschap toont hij integendeel aan hoe christenen in de lijn van Gods werk in het Oude Testament staan.24 We kunnen in ieder geval zeker zijn van het eerste: dit evangelie presenteert de Christus en vooral hoe Jezus die rol als Christus invult. Waar de andere evangeliën meer aandacht hebben voor de parabels en de Jezus’ bediening in Galilea, heeft Johannes een sterkere focus op discussies tussen Jezus en de schriftgeleerden, Jezus’ uitspraken over zichzelf en zijn tijd in Jeruzalem, met zeer uitgebreide aandacht voor de lijdensweek. Jezus is veel meer aan het woord over zichzelf dan over bv. het koninkrijk van God, dat het met een paar vermeldingen moet stellen. We zien hem ook iets meer in dialoog treden, tegenover het prominentere pedagogische eenrichtingsverkeer in de synoptische evangeliën. Johannes 8:1-11 Dit gedeelte komt niet voor in de oudste manuscripten die we van deze tekstplaats hebben. Sommige manuscripten hebben het op andere plaatsen in het evangelie gezet, of zelfs bij Lukas. 25 Een enkele bron gaat daarom zo ver dit gedeelte uit te sluiten van het evangelie. Het lijkt er echter op dat de beschreven gebeurtenis een sterke orale traditie had, breed bekend was en dat de inhoud ervan altijd is aanzien als in lijn met het karakter van Jezus. We beschouwen het verhaal dus als betrouwbaar. 26 Het gedeelte is stilistisch een beetje een vreemde eend in de bijt: het doet meer denken aan de synoptische evangeliën door Jezus’ demonstrerende onderwijs in plaats van de proclamaties die de rest van Johannes doorspekken. Dat demonstreren hangt gewoonlijk meer samen met mirakels dan met discussies. Het is wellicht hierom niet gek dat het verhaal soms in Lukas wordt geplaatst, aangezien Jezus daar veel vaker in DJG, p. 371 Carson, D. A. & Moo, D. J., An Introduction to the New Testament, (Leicester: Apollos, 2005), p. 268-272. 24 BBC, p. 262-263 25 NBC, p.1042 26 https://www.biblegateway.com/resources/ivp-nt/Jesus-Forgives-Woman-Taken (hierna: NTCS) 22 23

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

29


daad onderwijst. Hier staat het tussen twee proclamaties van Jezus over zichzelf – levend water en licht van de wereld. Dat de openbaring over Jezus hier een andere vorm aanneemt tussen die rechtstreekse stellingen, doet echter niet af aan die openbaring.

Lezen: achtergrondinfo Overspeligen stenigen De wetteksten waar de schriftgeleerden hier op terugvallen zijn te vinden in Lev. 20:10 en Deut. 22:22-24. Daarbij valt de onvolledigheid van hun rechtszaak sterk op: zij beweren dat Mozes heeft gezegd dat “zulke vrouwen” moeten worden gestenigd. De wet vermeldt echter beide overspelige partners. Over de strafmaat hebben ze dan weer wel gelijk.

Begrijpen: achtergrondinfo Rechtszaak Hoewel Jezus’ uitdagers zich hier voordoen als fervente verdedigers van de wet, gaan ze voorbij aan alle gewoonten in verband met een halsmisdaad. Normaal zou daar een zorgvuldige rechtszaak rond moeten worden gevoerd27, zouden er getuigen moeten zijn en een uitspraak van het Sanhedrin. Valstrik De Romeinen stonden niet toe dat de joden zelf de doodstraf uitvoerden, 28 dus wanneer Jezus de vrouw zou laten stenigen, zou hij strafbaar zijn tegenover de Romeinse wet. De situatie is dus niet ongelijksoortig aan de uitdaging rond belasting betalen die de farizeeën hem op een ander moment voor de voeten werpen: trouw aan de Romeinse of aan de joodse wet? Strafbaar of gezichtsverlies? Ofwel bevestigt hij zijn opponenten in hun egoïstische omgang met de wet, ofwel toont hij zelf een gevaarlijke laksheid ten aanzien van diezelfde wet. Getuigen In een rechtszaak waarbij de doodstraf werd uitgesproken, hadden de getuigen de plicht om de eerste steen te werpen.29 Anderzijds moesten de getuigen wel erg zeker zijn van hun zaak: moest door een rechtszaak blijken dat zij hadden gelogen, dan werd aan hen de straf voltrokken die zij de beklaagde hadden willen doen ondergaan. 30 Jezus varieert dus op bekende wetteksten.

Ibid. BBC, p. 284 29 Deut. 17:6-7 30 Deut. 19:16-21 27 28

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

30


Iedereen zondig Wanneer bv. Paulus in Romeinen stelt dat iedereen heeft gezondigd, dan zegt hij daarmee niets dat afwijkt van de joodse leer waarmee hij zelf is opgegroeid. Het was algemeen aanvaard dat iedereen zondig is en dat alleen God oordeelt en vergeeft.31 Wat schrijft Jezus op? We hebben geen flauw idee. Commentatoren suggereren citaten uit de wet 32 of de profeten,33 maar geen van die zaken kunnen worden hard gemaakt. Wint Jezus gewoon tijd? Die mogelijkheid bestaat ook. Aangezien hier zo weinig uitsluitsel over valt te geven, is het verstandig hier weinig tijd aan te verdoen. De interpretatie van dit gedeelte is niet afhankelijk van wat Jezus hier schreef.

Toepassen: achtergrondinfo Het is niet ondenkbaar dat het gesprek hierbij in de moeilijke spanning zal terechtkomen tussen “oordeel niet, zodat je niet geoordeeld wordt” en “wees heilig, want ik ben heilig.” Bedenk daarbij dat die uitspraken in hun eigen respectievelijke contexten staan en niet zomaar als oneliner tegen de discussie mogen worden aangezwierd. Dwaal bij je toepassing niet te ver af van deze tekst en zie dat je je kring laat nadenken over de (5) vragen die geformuleerd staan bij ‘toepassen’.

Naar de kringavond Hoe begin je als kringleider nu aan je kringvoorbereiding m.b.v. de kringbundel? Ga even na: •

Stel je doel voor je kring vast: wat is de hoofdboodschap van Johannes 8:1-11? Strookt je kringopzet daarmee?

Hoe link jij dit verantwoord aan het jaarthema? Welke relatie wordt benadrukt, welk aspect ervan?

Heb je de Bijbeltekst grondig gelezen doorheen ‘lezen’, ‘begrijpen’ en ‘toepassen’ en zie je hierin een lijn?

Heb je de achtergrondinfo doorworsteld? Wees ervan bewust dat je die niet allemaal nodig zal hebben op een kringavond, selecteer wat je nodig hebt voor je kringopzet.

Dan ben je nu klaar om te beginnen aan de voorbereiding van je werkvormen en vragen voor je kringstudie. We raden sterk aan om ‘lezen’, ‘begrijpen’ en ‘toepassen’ als hoofdstructuur te nemen voor je kringopbouw, want dat is een basisvoorwaarde voor een verantwoord gebruik van de Bijbel en het bereiken van je doel voor je kringstudie.

BBC, p. 285 BBC, p. 284 33 NTCS 31 32

“StemRecht” – 2017 © Ichtus Vlaanderen

31


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.