INTERCONNECT N° 18 - viermaandelijks / januari 2005
>> Technologie en welzijn: een blik op de toekomst “Geneeskundige behandelingen moeten persoonlijker worden” en “een doorgedreven samenwerking op verschillende vlakken is een noodzakelijke vereiste om de technologie te ontwikkelen die dit kan waarmaken”. Twee belangrijke stellingen die naar voor kwamen tijdens IMEC’s Vlaamse Bedrijvendag (IVB). Een aantal gerenommeerde sprekers stelde hun technologieën en visie op de toekomst voor en toetsten als afsluiting van de dag elkaars meningen tijdens een paneldiscussie. lees meer op pagina 3
>> De mens van de toekomst eet functionele voeding lees meer op pagina 7
>> MINT-project goedgekeurd lees meer op pagina 10
>> IMEC verwelkomt innovatiebus lees meer op pagina 10
>> Twee werelden, een toekomst lees meer op pagina 11
>> Uniek kennisplatform rond multimedia lees meer op pagina 12
Woord vooraf Colofon Verantwoordelijke uitgever: Prof. Gilbert Declerck Redactie: Els Parton Koen Snoeckx Werkten mee aan dit nummer: Benny Graindourze Lieven Lagae Erwin Lamot Wim Laureyn Freddy Librecht Noel Parmentier Steven Sanders Paul Six Kamran Vahedi Alex Valcke Stephan Van den Broucke Kris Van de Voorde Peter Van Gerwen Theo Verrips Staf Van Reet Jan Wauters Voor meer informatie: Katrien Marent Corporate Communications IMEC vzw Kapeldreef 75 B-3001 Leuven Tel: 016/28 18 80 Fax: 016/28 16 37 E-mail: Katrien.Marent@imec.be
www.imec.be
Ongetwijfeld heb je bij de overgang van oud naar nieuw ook getoost op een gelukkig 2005 en heb je je vrienden en familie een oude volkswijsheid meegegeven: “Een goede gezondheid en de rest volgt vanzelf ”. Een goede gezondheid is inderdaad de basis van alles en wordt zelfs een echte trend.Vijf jaar geleden werd reeds voorspeld dat healthcare een ware hype zou worden. Het is inderdaad zover. Kranten en magazines puilen uit van tips en initiatieven om gezonder te gaan leven. Scholen promoten gezonde voeding via het afschaffen van snoep- en frisdrankautomaten en het invoeren van fruitdagen. Antirookcampagnes beginnen hun vruchten af te werpen. Maar ook politieke initiatieven om de kosten voor gezondheidszorg te doen dalen, hebben de laatste maanden de krantenkoppen meer dan eens gehaald. Eerst was er het kiwimodel om de kosten van medicijnen te verminderen. Intussen is ook het veteranenmodel op de proppen gekomen. Dit succesvolle model van elektronische patiëntendossiers zou niet alleen de kosten doen dalen maar zou ook tot een efficiëntere gezondheidszorg moeten leiden. Dit is maar een aanloop naar wat technologie allemaal voor je gezondheid kan betekenen. In deze InterConnect lichten we een tipje van de sluier van waar wetenschappers, technologen en elektronici aan werken om de gezondheid en uiteindelijk ook het welzijn van mensen te verbeteren. Zo kan je lezen hoe je met functionele voeding allerlei beschavingskwaaltjes kan voorkomen. Misschien denk je dat dit niets voor jou is, maar ongetwijfeld heb je al yoghurtjes, vruchtensappen of koekjes verorberd die de weerstand verhogen, cholesterol verlagen of meer energie geven. Het zal ons in de toekomst aan niets ontbreken om via onze voeding een optimale gezondheid te krijgen. Moest je toch nog ziek worden, zoals je deze winter misschien al ervaren hebt, dan zullen nieuwe doorbraken in de medische en farmaceutische industrie je het leven aangenamer maken. Meer en meer slaan technologen, medici en elektronici de handen in elkaar. Door deze verschillende werelden samen te brengen zullen geneeskundige behandelingen persoonlijker worden. Ook zullen diagnoses sneller kunnen gebeuren en dikwijls in de aangename thuissfeer. Protheses, implantaten, nieuwe therapieën, … allerhande wegen worden geëxploreerd om kwaaltjes, ziektes en ongemakken op te lossen. In deze InterConnect laten we de verschillende werelden aan het woord. Ze werken allemaal naar hetzelfde doel: een langer leven, maar vooral een aangenaam en kwaliteitsvol lang leven. Veel leesplezier in de wondere wereld van voeding, medicijnen, geneeskunde en … technologie.Wij maken er alvast een gezonde start van en wensen jullie een gezond en heel gelukkig 2005! Het InterConnect team Katrien Marent Corporate Communication Manager
2.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevenbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Contactpersoon: Katrien Marent (tel: 016/ 28 18 80).
TECHNOLOGIE IN DE KIJKER
Technologie en welzijn: een blik op de toekomst “Geneeskundige behandelingen moeten persoonlijker worden” en “een doorgedreven samenwerking op verschillende vlakken is een noodzakelijke vereiste om de technologie te ontwikkelen die dit kan waarmaken”.Twee belangrijke stellingen die naar voor kwamen tijdens IMEC’s Vlaamse Bedrijvendag (IVB) in december 2004. Een aantal gerenommeerde sprekers stelde hun technologieën en visie op de toekomst voor en toetsten als afsluiting van de dag elkaars meningen tijdens een paneldiscussie.
Evoluties in de medische sector Alle sprekers waren het eens met de stelling van Johnson & Johnson topman Staf van Reet: “Er is de laatste jaren een enorme vooruitgang geboekt op het gebied van kennis over het menselijk lichaam, maar het glas is halfvol. Er is nog een tiental jaar nodig voor we deze kennis kunnen verzilveren.” De vice-president van de Corporate Office of Science and Technology gaf in zijn presentatie een overzicht van de trends en technologische ontwikkelingen in de geneeskunde en welzijnssector. Andere sprekers pikten er maar al te graag op in met een gedetailleerde uiteenzetting over hun vakgebied. Gentherapie is een eerste gebied waarvan in de toekomst veel verwacht wordt. Het doel van deze behandeling is het neutraliseren van een defect gen of het vervangen door een intacte versie ervan. De nog jonge technologie bewijst al zijn nut bij bijvoorbeeld de behandeling van de immuunziekte adenosine deaminase (ADA) deficiëntie. Ten gevolge van een genetisch defect produceren patiënten met deze aandoening het ADA-enzyme niet meer, wat leidt tot een ernstig verzwakt immuunsysteem en dus een verhoogde gevoeligheid voor infecties. Door een intacte kopie van het ADA-gen in te brengen, kan de ziekte genezen worden. ADA-deficiëntie was de eerste aandoening waarvoor gentherapie goedgekeurd werd, omdat ze veroorzaakt wordt door een defect in slechts een gen, dat bovendien altijd ‘aan’ staat en dus geen complexe regulering heeft. Dit is dankbaar, maar jammer genoeg zeer uitzonderlijk. De meeste andere genetische aandoeningen zijn afhankelijk van meerdere genen die vaak wel op een complexe manier gereguleerd zijn. En dan gaat het nog niet over de vele aandoeningen die daarbovenop afhankelijk zijn van factoren uit de omgeving. Voor deze aandoeningen in aanmerking komen voor gentherapie, moet onze kennis over genfuncties aanzienlijk toenemen, alsook over de invloed van
omgevingsfactoren op genetische ziektes. En zelfs dan staat gentherapie nog voor een enorme uitdaging, want zelfs bij het relatief eenvoudige ADA-geval ontwikkelden een aantal patiënten tumoren doordat het gen zich op een verkeerde plaats in het genoom nestelt. De huidige vectoren (stukjes DNA waarmee genen ingebracht worden) kunnen immers nog niet exact bepalen waar een gen terecht zal komen en dus is er ook op dat vlak nog werk aan de winkel. Een niveau hoger dan genen en DNA bevinden zich onze cellen. Stamcelonderzoek, en cel- en weefselengineering zijn domeinen die ook enorm in ontwikkeling zijn. Het komt er daarbij op aan om lichaamseigen cellen of weefsels te gebruiken voor medische doeleinden. Dit kan een antwoord bieden op het wereldwijd tekort aan donoren en geeft bovendien meer kans op een succesvolle ingreep doordat er geen risico is op afstoting. Er zijn aantoonbare successen in het bestrijden van tumoren door celengineering. Zo is het mogelijk om witte bloedcellen af te nemen en in het labo te selecteren of te programmeren op tumorbestrijdende werking. Door ze vervolgens te vermenigvuldigen, vormen ze een effectieve aanvalslinie die in het lichaam, of rechtsreeks in de tumor, kan geïnjecteerd worden. Ook op het vlak van weefsels zorgen huid- en kraakbeentransplantaties voor dagelijkse voorbeelden van succesvolle ingrepen. Maar ook hier blijven nog veel mogelijkheden open. Zo is het opgroeien van meer complexe weefsels en organen met behoud van hun functionaliteit een volgende horde die moet genomen worden. Het gebruik van stamcellen kan hierbij een veelzijdige oplossing bieden. Dit zijn immers cellen die nog geen definitieve functie hebben en dus in theorie kunnen geprogrammeerd worden tot eender welke lichaamscel. Maar naast de ethische discussie over embryonale stamcellen, moeten ook op technologisch vlak nog een aantal drempels overwonnen worden om de ver-
3.
menigvuldiging en differentiatie van stamcellen onder controle te krijgen. Alweer een trapje hoger dan cellen en weefsels, bevinden zich de organen en ledematen. Ook op het vlak van prothesen en implantaten is een enorme technologische vooruitgang merkbaar. Waar nog niet zo lang geleden prothesen een zuiver passieve functie hadden (steunelementen, hartkleppen...), krijgen ze meer en meer een actieve rol. Zo hebben van elk miljoen Europeanen er ongeveer vierhonderd een pacemaker ingeplant. Daarenboven is een duidelijke convergentie zichtbaar tussen de mechanische en biologische eigenschappen van de prothesen en implantaten. De dualiteit die vroeger tussen deze twee terreinen bestond, is stilaan aan het verdwijnen, maar verbeteringen op het vlak van integratie en compatibiliteit zijn nog altijd mogelijk. Eens de technologie van implantaten en prothesen nog meer volwassen is, zal ze ook complexe lichaamsfuncties zoals die van de lever en de nieren kunnen vervangen. En als het eenmaal mogelijk is om op een gecontroleerde manier signalen uit te wisselen met onze zenuwen, liggen ongetwijfeld nog meer mogelijkheden open.
Geneeskunde op maat Boven op de specifieke uitdagingen en moeilijkheden binnen elk domein afzonderlijk, moeten al deze ontwikkelingen nog gericht zijn op een ander doel: een meer gepersonaliseerde behandeling van de patiënt. Prof. Dr. Lieven Lagae van het Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg in Leuven opende de paneldiscussie met een belangrijke trend in de klassieke geneeskunde: “We proberen te veel - zoals we in onze opleiding hebben geleerd - om klachten van een patiënt in een vakje te duwen. Afhankelijk van het vakje stellen we dan een behandeling voor - meestal gebaseerd op medicatie - zonder ons op voorhand af te vragen of die voor de persoonlijke situatie van de patiënt de meest geschikte is. Het is natuurlijk een ongenuanceerd verhaal, want in de meeste gevallen werkt die aanpak zeer goed. Maar toch zie ik een verschuiving van groepsgerichte naar meer patiëntgerichte diagnostiek en behandeling.” Drie belangrijke technologieën om dit waar te maken, kwamen aan bod op de IVB: medische beeldvorming, lichaamsnetwerken en biosensoren. Technologieën die leiden naar verbeterde diagnoses en naar de patiëntendossiers die weer heet van de naald zijn in de Vlaamse pers en politiek. Dr. Freddy Librecht, directeur van het onderzoekscentrum voor elektronische beeldvorming bij Agfa-Gevaert, gunde ons een blik op de mogelijkheden binnen de diagnostische beeldvorming. Naast de klassieke fotografische film en andere ‘hard-copy’ dragers schakelt de diagnostische beeldvorming meer en meer over op digitale dragers. Dit zal alleen maar toenemen en zal ook nieuwe toepassingen mogelijk maken. Gebaseerd op digitale informatie maakt
4.
geavanceerde software het mogelijk om beelden van verschillende bronnen en met verschillende informatie te combineren om zo een vollediger zicht te krijgen op wat er eventueel misloopt bij de patiënt. Door voldoende informatie te combineren is het zelfs mogelijk om 3D-beelden en videosimulaties samen te stellen, wat natuurlijk een enorm voordeel oplevert tegenover de 2D-foto’s die maar vanuit een richting kunnen bekeken worden. Door alle gegevens in een centrale databank te plaatsen, is het mogelijk om een steeds vollediger beeld samen te stellen van een bepaalde patiënt. Mooie prentjes zijn natuurlijk niet altijd voldoende om een juiste diagnose te stellen. Ook biosensoren vormen een belangrijke schakel in het toekomstige medische raderwerk. Zij gaan nog een stapje dieper en maken diagnostiek op moleculair niveau mogelijk. En dan komen we op het terrein van IMEC’s onderzoek. Een biosensor brengt namelijk biologische herkenning en elektronische aflezing samen in een verpakte chip. De biologische herkenningslaag maakt een uiterst specifieke detectie mogelijk. De elektronische laag eronder zorgt voor een snelle en precieze verwerking van de metingen. Tussen de twee zit nog een functionele laag die ongewenste interacties tussen de biologische en elektronische componenten voorkomt. IMEC’s onderzoek situeert zich op de verschillende vlakken bij de ontwikkeling van biosensoren, gaande van de optimalisering van de biologische herkenningslaag over de ontwikkeling van functionele tussenlagen tot verschillende manieren om gegevens op de biosensor af te lezen en te verwerken. Het onderzoek laat een waaier van toepassingen open. Zo is er natuurlijk het gebruik van biosensoren voor diagnostische toepassingen zoals de detectie van HIV, kanker en hartinfarcten, maar kunnen biosensoren evengoed gebruikt worden voor bijvoorbeeld de kwaliteitscontrole van voedsel. Een van de verst gevorderde toepassingen waar IMEC aan bijdraagt is een biosensor voor de detectie van prostaatspecifiek antigen (PSA). Een verhoogd gehalte aan PSA kan een indicatie zijn voor prostaatkanker en een vroegtijdige diagnose verhoogt de kans op een succesvolle behandeling. De biosensor die IMEC ontwikkelt, kan momenteel PSA detecteren in bufferoplossingen en wordt geoptimaliseerd om het PSA-gehalte rechtstreeks te kunnen bepalen in een druppel bloed. Momenteel zijn de beschikbare biosensoren nog relatief duur en worden ze hoofdzakelijk gebruikt in ziekenhuizen. Op termijn is het de bedoeling dat ze voor iedereen relatief goedkoop verkrijgbaar zullen zijn. Net zoals je nu bijvoorbeeld strips kan kopen voor een zwangerschaps- of urinetest. Een laatste bron van informatie om aan het toekomstig patiëntendossier toe te voegen, zijn de minder tastbare fysiologische parameters die we kunnen meten. Gegevens over hartslag, ademhaling en bloeddruk zijn onontbeerlijk
IMEC verwerkte de omvangrijke analoge elektronica van de EEG/ECG-module in een chip (inzet) die past in de 1cm3-kubus (rechtsonder op de printplaat).
voor een nauwkeurige diagnose. Bovendien zijn het parameters die ook bij de preventie van kwalen een indicatie kunnen geven dat er iets misloopt in het lichaam. Een doorgedreven monitoring van deze parameters zonder de ‘patiënt’ daarbij te belasten is dus meer dan welkom. En dan komen we onvermijdelijk bij IMEC’s Human++ programma dat alweer een stap dichter staat bij de ontwikkeling van een compleet sensornetwerk voor op het lichaam. Het nieuws van een communicatiemodule van 1 cm3 voor EEG-toepassingen is ondertussen al de wereld rondgegaan, maar de evolutie staat niet stil. Waar het eerste model reeds de microprocessor en het radiogedeelte bevatte, stelde IMEC’s Human++ team op de IVB haar eerste volledig autonome netwerk voor. Wetenschappers demonstreerden de mogelijkheid om gelijktijdig metingen te doen van hartslag (elektrocardiogram, ECG), hersenactiviteit (elektro-encefalogram, EEG) en spiercontractie (elektromyogram, EMG) en om de resultaten door te sturen naar een centrale computer voor verdere analyse. Door de omvang van de geïntegreerde analoge signaalverwerkingselektronica steeg de grootte van de EEG/ECG-sensormodule voorlopig tot die van een gsm-toestel. Maar ook daar is ondertussen aan verholpen door de ontwikkeling van een chip die deze omvangrijke componenten zal vervangen. En aangezien die chip niet groter is dan een vingernagel, zal alles binnenkort netjes passen in een kubus ter grootte van 1 cm3. Eind 2004 kwam er ook op een ander vlak een doorbraak in het Human++ onderzoek. Toen stelde IMEC een eerste prototype voor van dezelfde sensortechnologie geïntegreerd op een 2D-drager. De ontwikkeling verloopt paral-
lel aan die van de 3D-kubus en moet uiteindelijk leiden naar een zogenaamde ‘slimme pleister’. Eens die af is, kan je hem in de zomer bijvoorbeeld opkleven om aan de hand van de gemeten UV-straling te bepalen wanneer je best de schaduw opzoekt. Maar ook dit is enkel een voorbeeld ter illustratie van de vele mogelijkheden die door deze technologie werkelijkheid kunnen worden. Kort samengevat zal al deze technologie langzaam maar zeker onze leefwereld binnentreden en als we tien jaar verder zijn, zullen veel dingen die momenteel sciencefiction lijken, vanzelfsprekend zijn. In elk geval zal de technologie ons op meer dan een gebied het leven aangenamer maken en vergemakkelijken. Door de toegenomen hoeveelheid aan medische informatie en de betere beschikbaarheid ervan zullen artsen een snellere en preciezere diagnose kunnen stellen. Gebaseerd op deze diagnose zal de vooruitgang in de biomedische sector een meer persoonlijke behandeling toelaten. Medicijnen zullen op meer gerichte plaatsen en beter gedoseerd toegediend worden. En los van reeds bestaande behandelingen zal een diepgaande kennis van onze genfuncties en onze stofwisseling nieuwe behandelingen mogelijk maken. Bovendien zal de geneeskunde en gezondheidszorg in een vroeger stadium ingrijpen en zal preventie steeds belangrijker worden. Ongetwijfeld is daarbij ook een belangrijke rol weggelegd voor functionele voeding en voedingssupplementen. En wie weet worden we dan binnenkort niet alleen honderd jaar, maar blijven we ook nog eens in goede conditie, zodat we van die honderd jaar optimaal kunnen genieten.
Samenwerking sleutel tot succes De IVB is natuurlijk ook een moment waarop Vlaamse bedrijven kunnen kijken wat ze voor elkaar kunnen betekenen en hoe ze op een efficiënte manier kunnen samenwerken. En binnen het domein van technologie en welzijn is dat misschien meer dan ooit aan de orde. Waar de twee werelden in het verleden naast elkaar leefden, bevinden de recente ontwikkelingen zich meer en meer op het raakvlak tussen de biologische en technologische expertise. De conclusies van het panelgesprek waren dan ook niet helemaal onverwacht. Een voorwaarde voor een blijvende vooruitgang is een samenwerking tussen verschillende partijen op zowel academisch als industrieel niveau. En daarenboven tussen zowel grote multinationals en onderzoeksinstellingen als KMO’s en universitaire onderzoeksgroepen. Waarbij natuurlijk de nodige afspraken op papier moeten gezet worden in verband met intellectuele eigendomsrechten en commercialisering van de resultaten die uit een eventuele
>>
5.
>>
samenwerking voortvloeien. Afspraken waarbij IMEC als onafhankelijke onderzoeksinstelling een belangrijke rol als tussenpersoon kan spelen. Bovendien is er een aanzienlijke taalbarrière die moet overwonnen worden. Technologen spreken immers over RF-MEMS en CMOS, terwijl biologen het dan weer hebben over DNA, PCR en Arabidopsis Thaliana. Dit alleen maar om te illustreren dat het niet eenvoudig is om beiden met elkaar te laten spreken, laat staan om ze samen een product te laten ontwerpen. Een bedrijf dat die taalbarrière met succes heeft overwonnen is Vivactis, een spin-off van IMEC. Het bedrijf startte in 2002 met de productie van een microcalorimetrietoestel voor de farmaceutische sector. Het toestel kan op een korte tijd een groot aantal biologische stalen analyseren door het meten van uiterst nauwkeurige temperatuursverschillen (tot een tienduizendste van een °C). Deze kleine hoeveelheid warmte komt bijvoorbeeld vrij bij het binden van twee moleculen of bij de activiteit van een enzyme. Het toestel kan dan ook gebruikt worden om de werking van geneesmiddelen beter te begrijpen. Een ander voorbeeld van samenwerking met IMEC dat tijdens de IVB aan bod kwam, was het verhaal van Skil, Sabbe Konsulting Independent Living, een klein bedrijf in Gent met een wel heel specifieke doelgroep. Het vijfkoppige bedrijf ontwikkelt en verkoopt hulpmiddelen voor mensen die hun spraakvermogen verloren zijn of hun handen niet meer kunnen gebruiken. Een van de belangrijkste uitdagingen bij hun technologie is het uitwerken van een aangepaste schakelaar voor hun klanten. Vaak is het zo dat die met een enkele schakelaar meer dan honderd functies op verschillende elektronische toestellen moeten kunnen bedienen. Skil heeft daarvoor een aantal mogelijke oplossingen, gaande van relatief eenvoudige technologie zoals een aangepaste muis tot meer geavanceerde hulpmiddelen zoals een zuig-blaasschakelaar, een laserpen die op een brilmontuur kan bevestigd worden of zelfs een camera die op basis van hoofdbewegingen commando’s registreert. Maar toch volstaat dit nog niet om iedereen verder te helpen. Zo kwam een van Skil’s klanten aankloppen met een wel heel ernstig probleem. De vrouw in kwestie kon enkel haar ogen bewegen en dan nog op een ongecontroleerde manier. Ze had dus nood aan een uiterst gespecialiseerde manier om apparaten te kunnen bedienen. Skil kwam met het probleem terecht bij IMEC om samen naar een oplossing te zoeken. Ondertussen is de probleemstelling uitgegroeid tot een veel breder project voor de ontwikkeling van alternatieve schakelaars voor bijvoorbeeld mensen met een ernstige zenuwaandoening. Afhankelijk van de projectaanvraag die ingediend is bij het IWT, worden de eerste concrete resultaten binnen een tweetal jaar verwacht.
In overleg met de toekomstige klanten uit de farmaceutische industrie evolueerde de technologie van Vivactis van een relatief rudimentair prototype tot een volwaardig zelfstandig microcalorimetrietoestel. (bron: Vivactis NV, www.vivactis.com)
6.
BLIK OP DE TOEKOMST
De mens van de toekomst eet functionele voeding Dit keer geen artikel over micro- of nano-elektronica, maar wel over de voeding van de toekomst. Want wat is onze mens van de toekomst, met sensoren op/in het lichaam, zonder aangepaste voeding die kan helpen wanneer bepaalde lichaamsparameters (cholesterol, bloeddruk) alarmerende waarden aannemen. We legden ons oor te luisteren bij onze (verre) collega’s van de voedingsindustrie en vernamen alles over functional foods of gezondheidsbevorderende voeding.
In InterConnect 12 stelden we hem al aan u voor: de mens van de toekomst. Hij/zij draagt sensoren op en in het lichaam om bijvoorbeeld bloeddruk, cholesterol of suikergehalte te bepalen waarna de gegevens worden verzameld in een soort van polshorloge. In een volgende “Functional Foods zullen even belangrijk worden voor stap worden deze gegevens gezond ouder worden als de invoering van pasteurisatie verstuurd naar en hygiëne voor de gezondheid van de mensheid 100 dokter, ambulance jaar geleden.” – Theo Verrips, Universiteit Utrecht en of sporttrainer. oud hoofd van Unilever exploratieve research. Maar ook zelf kunnen we gebruik maken van deze gegevens en onze levensstijl en voeding aanpassen waar nodig. Experts uit de voedingsindustrie hebben het antwoord klaar: functionele voeding. Hoewel functionele voeding reeds sterk ingeburgerd is in Finland, Azië en Canada, hebben wij Belgen er nog maar nauwelijks over gehoord. Nochtans drinken we elke morgen trouw een blits flesje drinkyoghurt ‘met actieve Bifidus’, eten we cornflakes ‘met extra vitaminen’ en een felgekleurd energiedrankje ‘met Ginkgo Biloba’ om onze collega’s (of kinderen) te snel af te zijn. Ons lichaam heeft dus al kennis gemaakt met functionele voeding, nu onze hersenen nog.
ten, diabetes type II, obesitas, osteoporosis. En het hoeft geen uitleg dat dit onbetaalbaar wordt voor onze gezondheidszorg. De voedingsindustrie anticipeert op deze problematiek door de introductie van functionele voeding. Mensen kunnen zo op een eenvoudige en smakelijke manier alle benodigde componenten opnemen om hun gezondheid te verbeteren en de kans op ziekte te verminderen.
Functionele voeding, nutraceuticals en pharmaceuticals Functionele voeding bevindt zich op de grens tussen voeding en geneesmiddel, maar is toch sterk te onderscheiden van dit laatste. Een voorbeeld ter verduidelijking: een functioneel voedingsmiddel is bijvoorbeeld een drankje waaraan de bacterie Lactobacillus casei imunitass werd toegevoegd. Deze bacterie is een ‘goede’ bacterie die deel uitmaakt van onze darmflora en onze natuurlijke weerstand verhoogt. Een zogenaamde nutraceutical bevat de ‘gezonde’ component in zuivere vorm en is in dit geval een pilletje dat de bacterie bevat. Functionele voeding en nutraceuticals werken preventief, ter voorkoming van bijvoorbeeld een verstoorde darmflora. Een geneesmiddel is nodig wanneer de darmflora al verstoord is, in dit geval bijvoorbeeld Perenterol.
Functionele voeding als antwoord op beschavingsziekten Iedereen is er ondertussen van overtuigd dat voeding en gezondheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. In onze drukke maatschappij is het echter niet eenvoudig om aan de regels van de gezonde voeding te voldoen. Steeds meer mensen worden geconfronteerd met de gevolgen van hun slechte eetgewoonten en/of levensstijl: hart- en vaatziekten, darmziek-
“Gezonde voeding staat wel in de top 3 van de meeste mensen, maar als ze dan daadwerkelijk voedingsproducten gaan kopen in de supermarkt overheersen factoren als smaak, presentatie en vertrouwdheid hun koopgedrag.” – Stephan Van den Broucke, onderzoeksgroep voor stress, gezondheid en welzijn van de K.U.Leuven, Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie.
7.
Functionele voeding bestaat in vele vormen. Het kan een voedingsmiddel zijn waarvan de hoeveelheid ‘gezonde’ component verhoogd werd, waaraan een component werd toegevoegd of waaruit een schadelijke component werd verwijderd. Enkele voorbeelden:
• Vezelrijke producten van Ceval Healthfood Voedingsvezels zijn moeilijk of niet verteerbare plantenresten. Men vindt ze in fruit, groenten, noten en granen. De aanbevolen hoeveelheid vezels per dag is 30 g, maar volgens de Belgische cardiologische liga halen de meesten onder ons niet eens 20 g. Vezelrijke koekjes zijn dan een gemakkelijke manier om deze dagelijkse tekorten aan vezels aan te vullen.
• Probiotische melkdrankjes zoals Actimel van Danone Probiotische producten bevatten probiotica. Dit zijn culturen van levende micro-organismen die de gezondheid van hun ‘gastheer’ bevorderen. De meest gebruikte probiotische micro-organismen in functionele voeding zijn stammen van Lactobacillus acidophilus, Lactobacillus casei en verscheidene Bifidobacterium soorten. Veel van deze bacteriën komen van nature ook voor in het darmkanaal. Zij zorgen onder andere voor een verhoogde immuunrespons.
• Prebiotische producten zoals Beneo‚ in de Vondelmolen peperkoek Prebiotische producten bevatten prebiotica of nietverteerbare voedingsbestanddelen die de groei en/of activiteit van ‘goede’ bacteriën in de dikke darm bevorderen. Voorbeelden zijn inuline en oligofructose. Dit zijn ook de bestanddelen van Beneo®, een natuurlijk product dat wordt onttrokken uit de cichoreiwortel door het Belgische bedrijf Orafti (dochteronderneming van de Tiense suikerraffinaderij). Het wordt verwerkt in ongeveer 2500 voedingsproducten, waaronder de peperkoek van Vondelmolen.
• Cholesterolverlagende producten zoals Benecol van Raisio en Becel pro.activ van Unilever Benecol producten en Becel pro.activ bevatten stanolesters geëxtraheerd uit planten, die de ‘slechte’ cholesterol verlagen door de opname van cholesterol vanuit het maagdarmkanaal te blokkeren.
• Bloeddrukverlagend drankje zoals Evolus van Valio De Evolustechnologie is gebaseerd op het gebruik van de natuurlijke melkzuurbacterie Lactobacillus helveticus die het melkproteïne caseine omzet in welbepaalde tripeptides die de bloeddruk verlagen. De producten worden verkocht in Finland en Ijsland.
8.
Waarom (nog) geen grote doorbraak van functionele voeding? Na het lezen van deze voorbeelden zal je misschien wel denken dat functionele voeding het gouden ei is van de voedingsindustrie. Niets is minder waar. Consumenten zijn blijkbaar niet onder de indruk van wetenschappelijke gezondheidsclaims. Vandaag is het eerder een goede PR dan een correcte gezondheidsclaim die het succes bepaalt. De consument wordt overspoeld door wetenschappelijke verwijzingen in reclame over voedingsmiddelen, wasproducten en welnessproducten. Onlangs nog werd in een studie (VUB) aangetoond dat 70% van de onderzochte ‘wetenschappelijke’ reclames misleidend waren en 20% zelfs foutief. De echte gezondheidsclaims verdwijnen in deze massa en worden door de consument eerder als reclame beschouwd dan als objectieve informatie. Om het vertrouwen van de consument te winnen moet er allereerst een wetgeving komen die alleen nog wetenschappelijke claims toelaat wanneer ze ook echt zijn aangetoond. Anderzijds is het ook belangrijk om de consument via meer geloofwaardige kanalen dan reclameboodschappen te informeren: toen Becel pro.active in Australië gelanceerd werd, was het de Heart Foundation Organization die (gratis!) reclame maakte voor het product. De rol van de overheid kan ook verder gaan dan een wetgeving over gezondheidsclaims. Bijvoorbeeld door de burger te sensibiliseren over de invloed van voeding op gezondheid en te stimuleren iets aan zijn gezondheid te doen. Denk hierbij aan gelijkaardige sensibiliseringscampagnes over roken, rookverbod in treinen enz. Dat zulke initiatieven op lange termijn grote gevolgen kunnen hebben, bewijst het North Karelia project dat in de jaren ’70 in Finland gelanceerd werd. Onderwerp van het project was het verband tussen hartziekten en
rookgedrag, hoge bloeddruk en cholesterol. In 1992 leidde dit tot 55% minder doden door hartziekten in vergelijking met 1972. Een ander probleem dat de doorbraak van functionele voeding in de weg staat, is de onwetendheid van de consument over de toestand van zijn lichaam. Dit merkte de Nieuw-Zeelandse fabrikant van Anlene melk. Melk aangevuld met calcium voor een beter beendergestel, luidde de slogan. De geslaagde promotiecampagne bestond erin gezondheidsexperts naar de supermarkten te sturen en ze daar gratis beenderscans te laten maken van geïnteresseerden. Na een privé-consultatie bij een diëtiste vernamen supermarktbezoekers alles over hun beendergestel en hoe het gezond te houden en natuurlijk ook: een gratis staaltje van de Anlene melk. Maar deze ‘onwetendheid van de consument over de toestand van zijn lichaam’ zal natuurlijk verleden tijd zijn wanneer de mens van de toekomst zijn intrede doet, met sensoren die hem allerlei nuttige informatie verschaffen over de toestand van zijn lichaam.
“De farmaceutische industrie staat zeker positief tegenover functional foods, op voorwaarde dat de gezondheidsclaims wetenschappelijk onderbouwd zijn en de consument niet misleiden. Daar waar geneesmiddelen nodig zijn om ziekten te bestrijden, zullen functional foods ingezet worden voor ziektepreventie. Perfect complementair dus!” – Alex Valcke, Janssen Pharmaceutica
Flanders’ Food, innovatiecentrum van de Vlaamse voedingsindustrie Flanders’ Food is een gezamenlijk initiatief van de Vlaamse regering, het IWT en FEVIA-Vlaanderen (Federatie van de Vlaamse Voedingsindustrie). Het wil een noodzakelijke schakel zijn tussen de Vlaamse voedingsindustrie en de kenniscentra bij de ontwikkeling van de voeding van de toekomst die zowel evenwichtig, gezond als lekker moet zijn. Meer info op www.flandersfood.com
Dit artikel werd geschreven op basis van het visionair seminarie “Voeding en gezondheid: de rol van functionele voeding”, dat doorging op 8 december 2004 te IMEC, in samenwerking met Leuven.Inc.
9.
NETWERKEN IN VLAANDEREN
MINT-project goedgekeurd In 2003 werd het MINT-initiatief opgestart door het WTCM, IMEC en Agoria Vlaanderen. MINT staat voor ‘microsystemen- en nanotechnologienetwerk’. Het is een platform dat de Vlaamse spelers in dit domein wil verenigen in een netwerk en de brug wil vormen tussen het technologische aanbod en de verschillende toepassingen. (Lees meer in InterConnect 14, pagina 8). In het kader van MINT werd een TIS(thematische innovatiestimulering)-dossier ingediend bij het IWT. Recent werd dit goedgekeurd door de Vlaamse overheid voor een periode van 4 jaar. Ook werd een MINT-manager aangesteld, Noel Parmentier. Voor meer informatie: Noel.Parmentier@imec.be Noel Parmentier, MINT-manager.
IMEC verwelkomt innovatiebus Dinsdagavond 7 december 2004 sloot de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging KVIV haar innovatietoer af met een slothappening in de statige gebouwen van KBC in Brussel. Gedurende 2 dagen toerde de KVIV-innovatiebus doorheen Vlaanderen en bezocht 11 bedrijven en organisaties die innovatie hoog in het vaandel dragen. Met dit initiatief wilde KVIV het innovatiebeleid in Vlaanderen een duwtje in de rug geven en helpen om onze toekomst veilig te stellen. En omdat IMEC dit schitterend initiatief sponsorde, maakte de bus ook halte aan onze gebouwen. De toerleden maakten kennis met IMEC’s nieuwe technologie en samenwerkingsmodellen en konden informeel van gedachten wisselen met IMEC-medewerkers tijdens een wandelbuffet. Het geheel was blijkbaar in de smaak gevallen. Om teamleider Frank Vermeulen te citeren op de slothappening: "IMEC is een ware parel van kennis", alluderend op de recente studie (lees pagina 15). En ook: "Meer IMEC a.u.b.". We zouden er nog van gaan blozen. Een verslag van de bezochte bedrijven en andere info kan je vinden op: www.kviv.be/innovatie2004
De toerleden van de KVIV-innovatiebus hielden halt op IMEC.
10.
INDUSTRIE DOORGELICHT
Twee werelden, een toekomst? Wie had ooit gedacht dat de ‘halfgeleiderjongens’ (of chipfabrikanten) te maken zouden krijgen met biochemie? Een goed decennium geleden was er nog helemaal geen sprake van ‘convergentie van technologie’ of van ‘bio-nano’. Ingenieurs micro-elektronica gingen volledig op in de vraagstukken rond de steeds voortschrijdende miniaturisatie, waarbij de kleinste afmeting in een transistor nog ongeveer een micrometer ‘groot’ was. Ondertussen begonnen biotechnologen de kaart van ons genoom bloot te leggen, en kregen technieken op moleculair niveau meer opgang. Bijna onmerkbaar zijn beide disciplines, micro-elektronica en biotechnologie, naar elkaar toe gegroeid. Voornamelijk omdat de dimensies van de bouwstenen van zowel geïntegreerde schakelingen als de moleculen waarmee biologische componenten, zoals onze genen, zijn opgebouwd van dezelfde grootteorde geworden zijn. Welkom in de nanowereld (zie ook de bijdragen in de nummers van 2004). Al is die ‘convergentie’, zoals we dit fenomeen noemen, technologisch zeer boeiend, ze is niet zonder gevolgen. Meer en meer bio-elektronische toepassingen zoals DNA-sensoren of chips die kunnen communiceren met ons zenuwstelsel zien het licht, en elke dag nog worden nieuwe producten gecreëerd die nano-elektronische aspecten met biotechnologie of farmacologie combineren. Toch loert er gevaar om de hoek. De industrieën zijn namelijk zo verschillend als dag en nacht. De micro-elektronicaindustrie heeft met de duizelingwekkende snelheid van miniaturisatie en performantie (zie o.m. de snelle evolutie van pc’s) geen andere weg gezien dan onderling samen te werken. Door de continu sterk stijgende kosten van onderzoek en ontwikkeling omwille van de steeds grotere uitdagingen om de volgende generatie chips te kunnen ontwerpen en produceren, en de kortere levensduur van producten, heeft deze industrie haar les geleerd. Vandaag zijn heel wat producenten verdwenen uit de sector en hebben de overgebleven bedrijven vaak een of meerdere allianties. Die allianties doen zich voor op alle vlakken: ontwerp, onderzoek, ontwikkeling en productie. Denk maar aan IMEC’s nano-elektronicalab waar topspelers zoals Intel, Philips en Samsung deel van uitmaken. Intellectuele eigendom van nieuw ontwikkelde technologie wordt gedeeld onder de partners, die het op hun beurt aanwenden voor hun productontwikkeling. In schril contrast daarmee staat de bio- en farmawereld van weleer. Traditioneel ontwikkelden farmabedrijven meestal intellectuele eigendom in huis, en de technologie die ze van buitenaf binnen haalden, werd aangekocht in exclusieve eigendom, vaak via acquisities. Dat zal waarschijnlijk niet zo blijven. Door de toenemende kennis op moleculair vlak zal de industrie ziektes nauwkeuriger kunnen identificeren en op maat gemaakte behandelingen kunnen ontwikkelen, in plaats van de ‘one-size-fits-all’ medicijnen van vandaag. De focus verschuift daarmee van geneesmiddel naar ziekte. Modellering, simulatie en krachtige computers spelen meer en meer een belangrijke rol bij de ontwikkeling van medicijnen. Dankzij de vooruitgang in kleine, draadloze sensorsystemen kan de werking van een nieuw medicijn een tijdje opgevolgd worden door de monitoring van de patiënt in zijn dagelijkse leven. Omdat medicijnen meer op maat gemaakt zullen worden en er een snellere terugkoppeling zal zijn tussen patiënt en producent, zullen de grenzen tussen uitvinding, ontwikkeling en marktintroductie vervagen. Daarbij komt nog dat overheden, verzekeraars en patiënten een groeiende invloed hebben op de ontwikkeling van medicijnen en wat ze mogen kosten (zie bijvoorbeeld het recente voorstel om offertes uit te schrijven voor geneesmiddelen). De druk op innovatie wordt daardoor steeds groter. En de druk om samen te werken neemt daardoor ook toe, niet alleen met de overheid of met de sociale zekerheid, maar ook met andere bedrijven. De voorbije jaren werden dan ook gekenmerkt door fusies en acquisities. Maar de industrie moet verder gaan. Wil een farmabedrijf succesvol snel nieuwe en gerichte medicijnen op de markt brengen, dan moet het nauw samenwerken met alle actoren in het gezondheidsnetwerk: arts, mutualiteiten, patiënten en overheid. En met technologiebedrijven die dergelijke innovatieve oplossingen kunnen aanreiken, inclusief micro-elektronicabedrijven, zoals ontwikkelaars van sensoren, chips voor draadloze communicatie en microcontrollers. Daarvoor is een nieuw businessmodel nodig, en interactie, veel interactie. Met de Vlaamse Bedrijvendag editie 2004 hebben we alvast getracht hierop in te spelen. Jan Wauters, Corporate Marketing
11.
EEN GREEP UIT IMEC’S DIENSTENPAKKET
Uniek kennisplatform rond multimedia Op de workshop over multimediastandaarden die doorging op IMEC op 16 december 2004 werd het startschot gegeven voor een multimediakennisplatform. Op dit on-line platform wordt door experts informatie verzameld en uitgewisseld. Daarnaast worden drie maal per jaar werkvergaderingen georganiseerd over actuele topics. Geïnteresseerden kunnen tot eind maart 2005 gratis een kijkje gaan nemen op de website: www.mtc-online.be, domein multimedia.
Prospectie Projecten Beleidsondersteuning/ Netwerking
OPLEIDING IMEC
Studies
diensten voor Vlaanderen
Evenementen
Dienstverlening Spin-offs
Transfert van licenties
Publieke info interpreteren en samenbrengen De digitale revolutie heeft de multimediasector drastisch veranderd met onuitputtelijke mogelijkheden voor nieuwe toepassingen en diensten. Dit ondervonden reeds vele Vlaamse bedrijven die op een of andere manier bezig zijn met de verwerking en/of distributie van multimedia informatie. Denk maar aan digitale televisie, videobewaking, medische beeldsystemen, videogames, webtoepassingen, digitale bibliotheken of kranten. Daarnaast zijn er ook een aantal onderzoeksgroepen nauw betrokken bij het onderzoek naar de nieuwste technieken voor bijvoorbeeld beeldcompressie, aanmaak en beheer van digitaal materiaal, user interfaces alsook bij standaardisatie ervan. Er is in Vlaanderen dus heel wat technische kennis rond multimedia aanwezig die bedrijven en onderzoeksgroepen elk vanuit hun eigen invalshoek hebben opgebouwd.
12.
Om dit potentieel maximaal te benutten, nam IMEC het initiatief een multimediakennisplatform op te starten in samenwerking met het Interdisciplinair instituut voor BreedBandTechnologie (IBBT), onderzoeksgroepen van verschillende Vlaamse universiteiten, bedrijven en netwerkorganisaties. Maar het initiatief heeft meer in zijn mars dan louter het samenbrengen van publieke kennis. De informatie vergaard op bijvoorbeeld conferenties en standaardisatiecomités zal op begrijpbare manier aangeboden worden op het platform, geïnterpreteerd door specialisten in dat specifiek domein. Immers, gezien het brede toepassingsdomein van multimedia kan je onmogelijk alle technologische ontwikkelingen in de verschillende toepassingsdomeinen op de voet volgen. Dankzij het platform kan je deze toch wel nuttige informatie ter beschikking krijgen.
Op 16 december 2004 werd een workshop over multimediastandaarden georganiseerd op IMEC. De 125 aanwezigen konden er alles vernemen over het nieuwe kennisplatform.
Onderwerpen die op het multimediakennisplatform aan bod zullen komen: • Aanmaken en beheren van digitaal materiaal: MPEG-21, MXF, SMPTE, MHP, … • Compatibiliteit van systemen: UPNP, DLNA, … • Geavanceerde beeld- en videocoderingstechnieken: MPEG-4, SVC, H.264, JPEG2000, … • Grafiek: SIGGRAPH, EUROGRAPHICS, … • Audio: AES, … • Webgerelateerde onderwerpen: W3C, IETF, WEB3D, … • Netwerkgerelateerde onderwerpen: USB2 usb-on-the-go, … • Onderwerpen gerelateerd met draadloze communicatie: WIFI, DVB-H, … • Onderwerpen gerelateerd met user interfaces: UIML, HCI-international, … • Algemeen over multimedia: IEEE conferences, … • Andere: SPIE conferenties, color imaging conferentie, … Per onderwerp zal er onder andere technische informatie gegeven worden, trends, rapporten over standaardisatievergaderingen en conferenties.
Werkvergaderingen Uniek voor dit initiatief is dat de leden van het platform elkaar ook ‘in levende lijve’ kunnen ontmoeten en actief kunnen deelnemen aan werkvergaderingen, die drie maal per jaar zullen worden georganiseerd. Op deze vergaderingen zullen recente technische trends besproken worden, evolutie van standaarden, discussies die op het on-line platform werden opgestart, en de werking en de eventuele bijsturing van het platform.
Interesse? Dat er veel interesse is voor dit soort initiatieven bleek op de workshop over multimediastandaarden die doorging op 16 december 2004. De 125 aanwezigen konden er alles vernemen over het nieuwe kennisplatform. Volgende organisaties lieten al weten dat ze sterk geïnteresseerd zijn om actief deel te nemen aan het platform: • Bedrijven: Agfa, Barco, Philips, Siemens, Larian Studios, Televic, Zappware • Universiteiten: Expertisecentrum Digitale Media (EDM), Universiteit Gent, Vrije Universiteit Brussel • Onderzoeksinstellingen: IBBT, IMEC • Netwerkorganisaties: DSP Valley, Flanders Multimedia Valley, medianet Vlaanderen
Tot 31 maart 2005 kan iedereen die geïnteresseerd is in het kennisplatform, een (gratis) kijkje gaan nemen op www.mtconline.be. Na registratie ontvang je een paswoord via email, waarna je op het domein ‘multimedia’ een voorsmaakje krijgt van hoe het platform er zal uitzien. Zo vind je er bijvoorbeeld de presentaties terug van de multimediaworkshop, verslagen van MPEG-standaardisatiecomités en van conferenties, een overzicht van de onderwerpen die reeds gedefinieerd zijn en wordt er gepeild naar uw interesse in die onderwerpen. Vanaf 1 april 2005 zullen enkel leden toegang krijgen tot het platform en de werkvergaderingen. Dit zijn de tarieven: • Bedrijven: 2000 euro per jaar • KMO’s: 500 euro per jaar • Leden van deelnemende netwerkorganisaties: 20% korting • Universiteiten, hogescholen, onderzoekscentra, netwerkorganisaties: gratis Contact: Paul.Six@imec.be
Lees meer over IMEC’s dienstenpakket op www.imec.be, klik op de Nederlandse pagina door naar business
13.
EEN GREEP UIT IMEC-NIEUWS
IMEC promotor van winnend eindwerk
Nieuwe webstek
Op 13 januari deelde beeldschermgigant Barco zijn jaarlijkse prijzen uit in samenwerking met de Vlaamse Ingenieurskamer (VIK) en het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO). Onder de laureaten van de Barco/VIK prijzen bevonden zich twee laatstejaarsstudenten industrieel ingenieur elektronica van wie het eindwerk begeleid en uitgevoerd werd in het IMEClabo in Ieper. Mathieu Van den Berghe en Niko Vinken, studenten van de KHBO-campus Oostende, ontwierpen een interactieve demo die de werking van een cochleair gehoorimplantaat verduidelijkt voor het grote publiek. Het educatief systeem komt als vaste opstelling in de bezoekersruimte van IMEC. Daarnaast zal een draagbare versie door de stichting Roger Van Overstraeten (RVO) als leskit verspreid worden in de secundaire scholen. Met deze bekroning wil Barco jonge onderzoekers aanmoedigen en steunen in hun bijdrage aan de wetenschap. Tevens wordt het technologisch onderzoek in zijn geheel onder de schijnwerpers geplaatst.Aan een overwinning hangt een prijskaartje van 2.500 per eindwerk.
Met de kerstaankopen in het achterhoofd, staken we ook een deel van onze website in een nieuw kleedje. Zo kreeg de Nederlandstalige ‘business’-pagina een vernieuwde inhoud om beter in te spelen op de vragen van de Vlaamse industrie en KMO's. U vindt er de verschillende mogelijkheden van samenwerking terug, geïllustreerd aan de hand van getuigenissen.
Meer info over cochleaire gehoorimplantaten in InterConnect 14
We hopen natuurlijk dat de vernieuwingen in de smaak vallen en dat we je weldra mogen begroeten als een van onze regelmatige bezoekers.
Meer info over de Barco-prijzen en het winnend eindwerk op www.imec.be, klik op de Nederlandse pagina door naar news.
Meer info op www.imec.be, klik op de Nederlandse pagina door naar business en news.
Ook de ‘news’-pagina veranderde van uitzicht. Op de hoofdpagina krijg je een overzicht van de belangrijkste items en een navigatiemenu naar vijf andere nieuwscategorieën: front, tech, industrie, regio, events, en pers. De aandachtige bezoeker zal merken dat de Nederlandse en Engelse versie niet identiek zijn. Op de Nederlandse versie zullen vaak meer regionale boodschappen en algemene artikels staan.Voor meer gedetailleerde technologische informatie kan je op de Engelse pagina terecht. De belangrijkste berichten zullen vanzelfsprekend op beide plaatsen terug te vinden zijn.
Photovoltech verhoogt productiecapaciteit voor fotovoltaïsche cellen Photovoltech werd eind 2001 opgericht in Tienen als initiatief van Total (42,5%), Electrabel (42,5%, inclusief de participatie van haar dochteronderneming Soltech) en IMEC (15%). Photovoltech implementeert door IMEC ontwikkelde technologieën die toelaten zonnecellen te maken met hoog rendement (multikristallijn silicium zonnecellen met een rendement tot boven 16 %) en hoge esthetische waarde (contacten aan achterzijde). Op 16 december 2004 besliste de Raad van Bestuur van Photovoltech te investeren in het opvoeren van de productiecapaciteit voor fotovoltaïsche cellen, waarmee de jaarcapaciteit van 13 MWp tot nagenoeg 80 MWp wordt opgedreven. Deze uitbreiding is goed voor 80 nieuwe arbeidsplaatsen. Met deze investering verstevigt Photovoltech bovendien haar positie als hoofdrolspeler in de Europese sector van de fotovoltaïsche zonne-energie. Met het volume aan geproduceerde cellen van één jaar, kunnen de daken van ongeveer 40.000 gezinnen worden bekleed. Photovoltech wil hiermee ook optimaal inspelen op een snel groeiende Europese markt die met name in Duitsland sterk aantrekt.
14.
Jarige IMEC deelt cadeautjes uit
Leuven kennisparel
Naar aanleiding van een wedstrijd tijdens de Vlaamse wetenschapsweek, mochten drie winnaars op 1 december 2004 op IMEC hun prijs komen afhalen. Dorien Schrauwen van Salus Nostra in Mol, Dennis Van der Veen van het St-Jozefslyceum in KnokkeHeist en Lies Vandervelpen van het Heilig Hartinstituut in Heverlee kregen elk een mp3-speler uit de handen van Jo De Wachter, de coördinator van IMEC’s bezoekerscentrum. Dorien nam de prijs in ontvangst uit naam van haar medeleerling Tim Damen. Zoals elk jaar ontving IMEC leerlingen vanuit heel Vlaanderen in het kader van de Vlaamse wetenschapsweek. Door een wedstrijd te verbinden aan een van de opdrachten, konden de jonge bezoekers delen in de feestvreugde van IMEC’s 20-jarig bestaan. Heel de week mochten de leerlingen hun antwoorden op de vragen van onze ‘virtuele cleanroomtoer’ in een urne deponeren en uiteindelijk trok een onschuldige hand de drie winnaars. De virtuele cleanroomtoer is een interactieve wandeling doorheen de 200mm cleanroom aan de hand van panoramische beelden en verborgen filmpjes.
De denktank Charter Leuven 2010 promoot Leuven als Europese kennisregio door de uitgave van een website, boek en brochure met als titel ‘Leuven, parel van kennis’.Als lid van Charter 2010 was IMEC nauw betrokken bij de ontwikkeling ervan.
Er was eens...Elfnet IMEC vertegenwoordigt Elfnet, het Europees netwerk voor loodvrij solderen, in België. Elfnet is opgericht als centraal baken in de wettelijke overgang naar loodvrije elektronische toepassingen.Vanaf juli 2006 mogen zo goed als geen loodhoudende elektronische apparaten meer op de markt verschijnen. Een Europese richtlijn die op het eerste zicht best haalbaar is, maar bij menig betrokkene voor slapeloze nachten zorgt.Vooral in het domein van elektronische assemblage, waar loodhoudende soldeerlegeringen al meer dan vijftig jaar gemeengoed zijn, duiken her en der vraagtekens op. De eerste taak van Elfnet, het bewustmaken van het probleem, is ondertussen geslaagd en ook de aanwezigheid van Elfnet-vertegenwoordigers op belangrijke evenementen zorgt voor de nodige aanspreekpunten. Maar de belangrijkste opdracht is het centraliseren van informatie en de uitvalsbasis daarvoor is de Elfnet-website. Daar kunnen betrokken partijen registreren en via een open forum informatie met elkaar uitwisselen. Naast de rol van vertegenwoordiger, draagt IMEC ook met verschillende onderzoeken bij tot een vlotte overgang naar het loodvrije tijdperk.
De Leuvense regio heeft de ambitie om in de Europese kenniseconomie van de 21ste eeuw een vooraanstaande rol te spelen. Net zoals Cambridge, Sofia Antipolis en andere succesvolle hightech regio’s, beschikt Leuven over alle noodzakelijke elementen, waarvan IMEC er natuurlijk een is.
Meer info: www.leuvenparelvankennis.be
Nieuwe spin-off Gemidis klaar voor verovering beeldschermmarkt Op initiatief van de Universiteit Gent en het Leuvense nano-elektronica onderzoekscentrum IMEC kwam Jan Lambrecht op 5 augustus 2004 aan het hoofd van een nieuwe spin-off, Gemidis. Deze is actief op de beeldschermmarkt en belichaamt de verregaande samenwerking tussen de Thin Film Components Group van Prof. Dr.André Van Calster en de experts van IMEC. In een eerste fase richt Gemidis zich op de home-entertainment markt met betaalbare breedbeeldschermen van superieure kwaliteit. Deze schermen zullen via tv-producenten op de markt gebracht worden. Om dit te verwezenlijken, integreert het bedrijf vertically aligned nematic (VAN) vloeibare kristallen in bestaande liquid-crystal-on-silicon (LCOS) technologie. Deze laatste integreert vloeibare kristallen op siliciumschijven en wordt beschouwd als een goedkoop en kwalitatief alternatief voor de bestaande technologieën in grote schermen (meer dan een meter). Slechts enkele bedrijven ter wereld beheersen de techniek voor het integreren van VAN-kristallen in de LCOS-technologie.
Meer info in het persbericht op onze nieuwssite. Microdisplay op basis van VAN/LCOS technologie ontwikkeld bij Gemidis.
Meer info: www.europeanleadfree.net, Bart.Vandevelde@imec.be of Jan.Vanfleteren@imec.be
15.
AGENDA
Visionair Seminarie ‘Smart Packaging’ De cyclus visionaire seminaries, een organisatie van IMEC in samenwerking met Leuven.Inc, sensibiliseert een breed publiek over nieuwe technologieën die onze leefwereld de komende jaren meer en meer zullen bepalen. U bent van harte welkom op het volgende seminarie: 21 februari 2005 – Smart packaging: Vandaag fungeert een verpakking hoofdzakelijk als middel om de verpakte goederen te beschermen en om informatie en reclame op weer te geven. In de toekomst zal een verpakking meer en meer evolueren naar een intelligent product op zich. Het zal de versheid van zijn inhoud kunnen controleren en op een interactieve manier rapporteren aan de consument. Naast de klassieke informatie zoals ingrediënten, zal het ook gegevens
opslaan over de productie- en transportgeschiedenis. Het zal een actieve rol spelen bij de bestrijding van diefstal en vervalsing en zal een belangrijke plaats innemen in de logistieke molen. De technologie die deze slimme verpakkingen moet mogelijk maken tegen een aanvaardbare kost vloeien voort uit zowel de momenteel gebruikte kleurenprints als uit vooruitstrevende technologieën en verpakkingstechnieken uit de micro-elektronica. Vier experts met internationale bekendheid geven hun visie op de toekomst van de verpakkingsindustrie. Ze benaderen het onderwerp vanuit de technologieontwikkeling alsook vanuit het oogpunt van de consument. De thema’s van de volgende visionaire seminaries zijn ‘Security’ en ‘Pharma-industry at the crossroads of the future.’
Meer info op onze website www.imec.be, klik op onze nieuwspagina door naar events.
Europractice seminarie 23-25 februari 2005 - Europractice user meeting gevolgd door een tweedaagse trainingscursus. Het FP5 IST-project ‘Europractice IC-service’, een initiatief van de Europese Commissie, gecoördineerd door IMEC, geeft op een eenvoudige en goedkope toegang tot ASIC (application specific integrated circuit)-technologie voor lage-productie-
volumes. Via de multi-project-waferservice (MPW) worden de ontwerpen van meerdere klanten samengebracht op een siliciumschijf en gezamenlijk gefabriceerd. Er wordt samengewerkt met verschillende assemblage- en testhuizen om een totaaloplossing aan te bieden.
Het seminarie gaat door in het Fraunhofer Instituut in Erlangen, Duitsland. Meer info op onze website www.imec.be of op www.europractice.imec.be
TechWatch Seminarie ‘Loodvrij solderen’ Als aanvulling op de Visionaire Seminaries, die de technologische trends op lange termijn behandelen, organiseert IMEC sinds begin 2004 ook TechWatch Seminaries, met de nadruk op technologieën die zeer dicht staan bij markttoepassingen. 13 mei 2005 – Loodvrij solderen De Europese RoHS directieve stelt de elektronische industrie voor de enorme uitdaging om zo goed als alle toestellen loodvrij te maken die vanaf juli 2006 op de markt komen. Het TechWatch Seminarie zal een huidige stand van zaken geven over onderstaande onderwerpen; Loodvrij Testbord met • De overgang naar loodvrije soldeermaterialen; loodvrije componenten • De overgang van een technologie die reeds vele jaren bestaat geassembleerd bij (SnPb om elektrische contacten te maken) naar een nieuwe Alcatel Bell in Geel in het technologie (Pb-vrij) is een zeer uitdagende en veeleisende kader van het Europees taak voor de Vlaamse bedrijven en vooral voor de KMO's;
• De implementatie van nieuwe technologieën, materialen en componenten: - De omschakeling naar loodvrij solderen vraagt een fundamentele omschakeling van alle soldeerprocessen, maar heeft ook een impact op niet-soldeerprocessen zoals het printen van soldeerpasta; - De introductie van steeds nieuwe component types bv. leadless QFN-type verpakkingen, passieve componente van het type 0201 en kleiner,...; - Het gebruik van lijmen in plaats van loodvrij soldeermateriaal. • Kwaliteitscontrole van de productieprocessen; • De implementatie van nieuwe milieumaatregelen en richtlijnen vanuit de EU. Het seminarie richt zich naar alle bedrijven actief in elektronische assemblage: • Leveranciers van materialen, uitrusting en tooling aan de elektronische industrie; • Producenten van printed circuit boards; • Bedrijven met focus op elektronisch ontwerp en ontwerp systemen (CAD/CAM/CAE); • Producenten van elektronische componenten; • Assemblagebedrijven van elektronische componenten op PCB; • OEM's die elektronische systemen ontwerpen/integreren.
IMECAT-project.
Meer info over de TechWatch seminaries op www.imec.be/TechWatch
16.