imec InterConnect 19 (oktober 2005)

Page 1

InterConnect Link naar de toekomst

De wet van de vernieuwing Naar een nieuw tijdperk van loodvrij solderen Europa brengt nanotechnologie naar KMO’s

n°19 | viermaandelijks | oktober 2005

1


Voorwoord Beste lezer,

De nieuwe InterConnect viel vanmorgen in de brievenbus van heel wat KMO’s. Artikels in een klare taal en verhelderende interviews met experts brengen een waaier van informatie over nieuwe technologieën en de raakvlakken met de KMO. Bij de opzet van dit nieuwe magazine kwam meteen ook de manier van verspreiding ter sprake. Gaan we het per post sturen? Of per e-mail? Krijgt iedereen in onze databank een exemplaar? En is dat dan geen spam? Bestaat daar geen wetgeving over? Onze ervaring leert dat we niet de enigen zijn die verdwalen in de wetgeving over aankondigingen en de verspreiding van publicaties. Veel KMO’s worstelen met dezelfde problematiek. Vooral rond e-mail en e-business blijft heel wat verwarring bestaan. Advocaat Patrick Van Eecke schept in dit nummer duidelijkheid. Daar waar in e-business de nieuwe technologieën de wetgever vaak tot actie aanzetten, is het in een aantal andere domeinen net omgekeerd. Een voorbeeld is de verbanning van loodhoudende materialen uit elektronische componenten. Daar zorgt een Europese wet dat de technologie moet volgen. We lieten een aantal Vlaamse KMO’s getuigen over de onzekerheid die dit met zich meebrengt. Nog een onderwerp waar na woelige debatten nog steeds heel wat onduidelijkheid over bestaat, is de intellectuele eigendom van software. Vincent Ryckaert, octrooiverantwoordelijke op IMEC, helpt een aantal klassieke misverstanden uit de wereld. David Maes InterConnect heeft ook nog heel wat andere onderwerpen te bieden. Embedded software, intelligent textiel, … noem maar op. “Begrippen waar ik niks mee te maken heb”, denkt u misschien? Na het lezen van de artikels denkt u er waarschijnlijk anders over. Wij zijn alvast heel trots op ons gloednieuw magazine en horen graag wat u ervan denkt.

Veel leesplezier en innovatieve ideeën, David Maes, Business Program Manager Vlaanderen - IMEC


Intelligente sytemen

De chaos van de draadloze standaarden

.............................

4

Project “Technologische innovatie in de zorgsector”............................7

Inhoud

Embedded software: samenwerking verzekerd voor de toekomst .........................12 Intelligent textiel ..........................16 Nieuw onderzoekscentrum voor intelligente microsystemen ..........................21

Energie

Vlaams innovatiesamenwerkingsverband ‘hernieuwbare energie’ ...........................11

Imker zkt. zonnecel

.........................

15

Geen olie-embargo’s en een schoner milieu: de waterstofeconomie.......................20

Micro-elektronica: en nu?

Aanspreekpunt loodvrij solderen

...........................

8

Bijscholen over bits en chips: samenwerking tussen IMEC en Semizone .........................14 Scoren met score .........................18 Europa brengt nanotechnologie naar KMO’s.......................29

Vrouw justitia

Colofon Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevenbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieen, opnamen of enig andere manier, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijke uitgever: Prof. Gilbert Declerck, Algemeen directeur IMEC Redactie: Els Parton, Koen Snoeckx, Mieke Van Bavel Voor meer informatie: Katrien Marent, Corporate Communications, 016/28 18 80, Katrien.Marent@imec.be

De wet van de vernieuwing

.......................

22

“De software-directieve is dood... lang leve de software-octrooien.” .......................30

Agenda Diverse .......................28


Intelligente systemen

De chaos van de Europa maakt ruimte voor draadloos internet De Europese Commissie geeft draadloos internetten een duwtje in de rug door de lidstaten te verplichten om voor 31 oktober twee brede MHz-frequenties open te stellen voor draadloos internet. Over heel Europa zal dan dezelfde frequentie van 5GHz beschikbaar zijn en zo grensoverschrijdend mobiel internet toelaten. Europa is bij de koplopers wat betreft draadloos internet. Momenteel zijn er al 26.000 ‘hotspots’ in de Europese landen. Men verwacht dat dit aantal dit jaar zal toenemen tot 45.000. Ter vergelijking: de V.S. telt 22.000 hotspots.

Negroponte: “de ether is beperkt” Nicholas Negroponte is bekend als stichter van het MIT1 media Lab en als auteur van het boek Being Digital (1995) waarin hij een voorspelling maakt van onze digitale wereld. Zo benadrukt hij dat niet alle toepassingen draadloos kunnen werken door een beperking in beschikbare bandbreedte. Tijdens IMEC’s seminarie over draadloze communicatie werd vanuit het publiek Negroponte’s visie voorgelegd aan Liesbeth Van der Perre. Zij gelooft sterk in een draadloze wereld. “Als we mobiele toepassingen willen ontwikkelen, kunnen we niet zonder draadloze technologieën. Om de schaarste aan bandbreedte op te vangen zullen in de toekomst hogere frequenties gebruikt worden of kleinere cellen.”

4

draadloze Liesbeth Van der Perre, Wetenschappelijk directeur draadloze communicatie bij IMEC, tijdens het seminarie over draadloze communicatie:

“De toekomst is niet weggelegd voor één ‘super’standaard. Meerdere standaarden zullen naast elkaar bestaan, elk voor een specifiek toepassingsdomein. We zullen evolueren naar flexibele toestellen die bv. via een software-update kunnen overstappen naar een nieuwe standaard.”


Op 30 mei 2006 organiseert IMEC een TechWatch-seminarie over mobiele breedbandoplossingen. Meer info: www.imec.be/TechWatch

1 Massachusetts Institute of technology 2 Flanders Multimedia Valley is de netwerkorganisatie voor de Vlaamse multimedia-industrie. Meer dan 110 bedrijven zijn al lid van FMV. Je kan er terecht voor up-to-date informatie en netwerking (bv. tijdens de 2-maandelijkse Whats’nHows-sessies) of voor innovatie- en marketingbegeleiding. Ook wil FMV een brug slaan tussen de bedrijven en onderzoeksinstellingen en dit alles met een doel: een sterke Vlaamse multimediacluster opbouwen. Meer info: www.fmv.org 3 Medianet Vlaanderen, in 1994 opgericht door een aantal prominente Vlaamse spelers in de media- en telecommunicatiesector, is een overlegplatform dat bedrijven en overheden dichetr bij mekaar brengt aangaande de problematiek en uitdagingen van een snel evoluerende en ICT-gedreven mediamarkt. Meer info: www;medianetvlaanderen.be

standaarden

High-speed train

3G/UMTS

Driving in country

Beyond 3G 4G requirements

HSDPA Driving in city

In buildings

WiMAX 802.16a/e

WLAN DECT e Be /a Zig .15.4 2 80

Personal sphere

EDGE

0.1

UW

B(

Blue Tooth 502.15.1 1

802

10

.15

802.11n

Shifting locations

GSM GPRS

802.11a/g

Walking

802.11b

Voorbeelden van standaarden: ¬ WPAN: UWB, ZigBee, Bluetooth ¬ WLAN: 802.11b/a/g/n en DECT ¬ Cellulair: GSM, EDGE, UMTS, HSDPA, WiMAX ¬ Broadcasting: DAB en DVB-H

Bent u geïnteresseerd in dit soort initiatieven? Stuur dan een mailtje naar vlaamseindustrie @imec.be en wij informeren u over onze recente activiteiten.

DVB-H

Er bestaan honderden standaarden naast elkaar, elk met eigen karakteristieken zoals mobiliteit en datasnelheid. Op deze manier is elke standaard geschikt voor een specifieke toepassing. Toekomstige standaarden (4G) zullen evolueren naar hogere datasnelheden en mobiliteit.

Gezien het grote succes van dit seminarie zal IMEC zich blijven inzetten om de verwarring die er bestaat rond draadloze-communicatiestandaarden weg te nemen. Zo wordt er in september 2005 een cursus georganiseerd rond draadloze communicatie en zal in mei 2006 een TechWatch-seminarie gewijd zijn aan dit onderwerp.

Mobility

DAB

Voor ieder wat wils

In vehicle

‘Backstage’ draait alles om de draadloze-communicatiestandaarden: 802.11a/b/g/i, 802.15.1/3/4, GSM, HSDPA, DAB. Voor niet-experts is het quasi onmogelijk om te weten welke specificaties elke standaard heeft en waarvoor hij kan

In motion

D

gebruikt worden. Bovendien maakt de snelle evolutie in de wereld van de standaarden het moeilijk om up to date te blijven. Vandaar het initiatief van Flanders Multimedia Valley2, Medianet Vlaanderen3 en IMEC om een (gratis) seminarie te organiseren rond draadloze communicatie. Meer dan 70 deelnemers uit de bedrijfswereld luisterden geboeid naar de uiteenzetting van IMEC-experte Liesbet Van der Perre over de verschillende standaarden, de status en trends voor technologieën zoals WiMAX, WiFi, blue-tooth, hun toepassingsgebieden en natuurlijk ook toekomstige uitdagingen.

Stationary

raadloze communicatie is niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Ooit begon het met satelliettelefonie. Toen kwam de mobiele telefonie met het megasucces van de gsm en intussen staat de third generation (3G) gsm al aan te schuiven met ontelbare mogelijkheden zoals het bekijken van film, videoclips of games.

.3/a

)

Data rate 100

Mbps

5


Nieuws

Vliegen op zon De Zwitserse avonturier Bertrand Piccard ontwikkelt samen met een team van 60 specialisten en met technologische ondersteuning van ESA de Solar Impulse. Met dit vliegtuig, dat volledig wordt aangedreven door zonneenergie, zal hij in 2010 een reis rond de wereld maken. Geen stunt om zichzelf in de belangstelling te brengen, maar om aan te tonen wat hernieuwbare energie en geavanceerde technologieën in hun mars hebben. Ook het Belgische bedrijf Solvay werkt mee aan dit project. A ©ES

Vanaf dit jaar is het mogelijk om op KLM-vluchten email-berichten en sms-berichten te versturen met behulp van hardware aanwezig op het vliegtuig.

Mobiel bellen vanuit de LUCHT De Duitse luchtvaart-maatschappij Lufthansa gaat nog een stap verder en biedt als eerste ter wereld de mogelijkheid om met je eigen gsm te bellen aan boord van hun vliegtuigen. Vanaf 2006 zullen de vliegtuigen worden uitgerust met een speciale techniek waardoor de gsm’s van de

reizigers via een basisstation in het vliegtuig en via satellieten contact maken met de gsm-netwerken op aarde. Ook in de Verenigde Staten wil de Federal Communications Commission het gsm-verbod in vliegtuigen opheffen omdat nieuwe technologieën het mogelijk maken om mobiel te bellen zonder dat de navigatiesystemen verstoord wordt. De FBI waarschuwt echter voor een nieuw gevaar. Gsm-gebruik aan boord kan namelijk misbruikt worden door terroristen om de exacte coördinaten van het vliegtuig door te geven of om explosieven tot ontsteking te brengen. Uit enquêtes blijkt ook dat het mobiel bellen in de lucht tot veel irritatie en geluidsoverlast zal zorgen voor de niet-bellende medepassagiers.

Een oenoloog in de fles Het Toscaanse bedrijf Modulgraf, gespecialiseerd in het drukken van wijnlabels, brengt in November een pratend wijnlabel uit. Dit label bevat een chip die met een speciaal toestelletje beluisterd kan worden. Aangezien dit toestel niet echt goedkoop zal zijn, is het de bedoeling om de pratende flessen voornamelijk aan het woord te laten in restaurants, wijngaarden of gespecialiseerde winkels. Het wijnlabel zal vertellen over de oorsprong van de wijn, de productie, het eten waarbij hij best kan geserveerd worden enz.

6


Intelligente systemen

Koolstofnanobuisjes genezen breuken

PROJECT “Technologische innovatie in de zorgsector”

Aan de universiteit van Californië werd een nieuwe techniek op punt gesteld om gebroken beenderen te herstellen. Een oplossing van koolstofnanobuisjes wordt geïnjecteerd op de plaats van de breuk. Dit uiterst sterk, flexibel en licht materiaal dient als basis (scaffold) voor nieuwe botgroei. De huidige scaffolds bestaan uit polymeren of peptidevezels en hebben het nadeel dat ze niet zo stevig zijn en gemakkelijk afgestoten worden door het lichaam.

Op 1 maart 2005 startten In-HAM1, BCDI2 en IMEC met steun van het IWT aan het thematische innovatiestimuleringsproject “technologische innovatie in de zorgsector”. In het kader van het project worden werkgroepen georganiseerd met bedrijven die actief zijn in de sector van elektronica, domotica en immotica. Het is de bedoeling om deze technologieleveranciers bewust te maken van de problemen die mensen met functiebeperkingen dagelijks ondervinden en hen te stimuleren hier oplossingen voor te vinden binnen hun expertisedomein. Hiernaast worden ook werkgroepen georganiseerd voor de

Zes maanden na de lancering telt het multimediakennisplatform1 reeds 20 leden. Ook werden er al twee werkvergaderingen georganiseerd met telkens een 40-tal deelnemers. Deze vergaderingen vinden driemaal per jaar plaats en er worden recente technische trends besproken, evenals de evolutie van standaarden, en de werking en eventuele bijsturing van het platform. Ook discussies die op het on-line platform werden opgestart, kunnen op de vergaderingen aan bod komen. Er zijn reeds een 120-tal personen aangesloten op het on-line platform.

1 In-HAM staat voor innovation center in housing for adapted movement. Het is een expertisecentrum dat tot doel heeft specifieke bouw- en woontechnologie te demonstreren en te ontwerpen om zo een maximale zelfstandigheid na te streven voor personen met functiebeperkingen. www.in-ham.be 2 BCDI staat voor Belgian Centre for Domotics and Immotics. www.bcdi.be

©European Commision, 2005

Reeds 20 leden voor het multimediakennisplatform

gebruikers (met functiebeperkingen) om hen te informeren over de technische mogelijkheden die er bestaan en wat hun mening hierover is. Door beide groepen op deze manier samen te brengen, zullen concrete projecten kunnen uitgeschreven worden rond specifieke toepassingen.

Innovatieve technologische hulpmiddelen kunnen een grote hulp zijn voor mensen met functiebeperkingen.

Heeft u ook interesse? Bezoek dan www.mtc-online.be, domein ‘multimedia’. 1 zie InterConnect 18, pagina 12 of www.imec.be/ wwwinter/mediacenter/nl/ICarchief.shtml

Voor meer info contacteer Peter Deboutte van In-HAM, info@in-ham.be, 051/23.08.89 of Paul Six van IMEC, Paul.Six@imec.be, 016/28.12.04

7


Micro-elektronica: en nu?

Aanspreekpunt loodvrij ankzij de steun van het IWT-Vlaanderen staat op IMEC voortaan een adviseur ter beschikking van bedrijven die de overgang maken naar loodvrije producten en processen. Geert Willems is vanuit de industrie aangetrokken als voltijds adviseur met een wetenschappelijke achtergrond en ruime ervaring in de elektronicasector. Naast informatie en advies kunnen bedrijven bij hem terecht voor begeleiding bij de planning en eventuele subsidiëring van RoHS gerelateerde innovatieprojecten. De ondersteuning kan zowel telefonisch als ‘on-site’. Het initiatief past in de technologische dienstverlening van het WTCM (www.wtcm.be) en kan rekenen op de steun van ervaren onderzoeksgroepen op IMEC.

D

Wenst u beroep te doen op deze dienstverlening? Neem dan contact op met Geert Willems: Geert.Willems@imec.be, tel: 016/28 89 62 of gsm: 0498/ 91 94 64.

Geert Willems

Vlaamse bedrijven getuigen 1 Juli 2006, de deadline voor de overschakeling naar loodvrij solderen, komt met rasse schreden dichterbij. InterConnect houdt de vinger aan de pols bij de Vlaamse bedrijven:

Evenement. Op 8 september verzamelden vooraanstaande spelers in de loodvrije scène op IMEC voor een ELFNET seminarie. Een van de sessies werd gewijd aan Europese dienstverleningsprojecten rond RoHS voor de industrie.

8

Daniel Werkhoven, president en gedelegeerd bestuurder van Interflux Electronics NV en Interflux Solder NV. “Onze klanten zijn onder andere grote spelers zoals Alcatel, Ericsson, Nokia, Siemens, Barco en grote onderaannemers. Als je bij dergelijke bedrijven met een nieuw product komt, zelfs als goedgekeurd leverancier, moet dat opnieuw alle mogelijke testen ondergaan. En aangezien je die testen zelf moet financieren, zorgt dat voor een aanzienlijke extra kost. Voorlopig komen zowel onze fluxen als onze soldeerpasta’s als best aan te bevelen uit die testen. Dat geeft ons voldoende hoop dat de overschakeling naar loodvrij vlot zal verlopen. Maar tussen aanbeveling en werkelijke aankoop is natuurlijk nog een belangrijke stap. Ondertussen bevinden we ons in een overgangsperiode waarin we ons opnieuw moeten bewijzen om onze marktpositie te kunnen bevestigen.” Interflux electronics NV en Interflux Solder NV zijn gespecialiseerd in de fabricage van soldeerfluxen, pasta’s en draad voor elektronische assemblage en PCB productie.


Op 21 maart 2006 organiseert IMEC het TechWatch-seminarie “RoHSimplementatie: zijn we er klaar voor?” Meer info: www.imec.be/Techwatch

solderen Nog nooit gehoord van RoHS? Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Europese Raad – ook wel de RoHS1 directieve genoemd - legt de lidstaten vanaf 1 juli 2006 een beperking op van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparaten. Meer bepaald gaat het om de zware metalen kwik, cadmium, lood en zeswaardig chroom en de brandvertragers polybroombifenylen (PBB’s) en polybroomdifenylethers (PBDE’s). Een aantal sectoren en verschillende specifieke toepassingen vallen buiten de richtlijn. Maar uiteindelijk zal zowat iedereen moeten overschakelen. Is het niet om in orde te zijn met de richtlijn, dan zijn binnen de verschillende industrieën wel andere factoren die de omschakeling economisch verantwoord maken. Voor de meerderheid van de betrokken bedrijven is de vraag dus niet of ze moeten overschakelen, maar hoe ze het zullen doen en voor sommigen ook wanneer ze het moeten doen. 1 RoHS = Restriction of Hazardous Substances

Luc Page, gedelegeerd bestuurder van Page electronica. “De grootste onduidelijkheid ligt voor ons bij het golfsolderen, omdat er op het gebied van machines nog veel opties openblijven. Voor grotere bedrijven is daarin een keuze maken niet echt een probleem, omdat ze in grote aantallen en met eigen ontwerpen werken. Voor ons is de situatie moeilijker, omdat we als onderaannemer met een grote variëteit aan lay-outs te maken krijgen. Onze machines moeten dus een grotere flexibiliteit hebben. Om toch voldoende kwaliteit te garanderen, worden kleine bedrijven daardoor haast verplicht om machines te kopen die eigenlijk bedoeld zijn voor grote aantallen. Aangepaste lay-outs of een opleiding voor de ontwerpers van onze klanten kunnen een oplossing bieden. Maar als onderaannemer hebben we dat helaas niet zelf in de hand.” Page electronica doet elektronische assemblage, voornamelijk kleinere reeksen. Meer getuigenissen op pagina 10

Vervolg op pagina 10

9


Micro-elektronica: en nu? Vervolg van pagina 9

Eddy Blansaer, senior packaging engineer en Daniel Vanderstraeten, manager package & subcontractor quality & reliability bij AMI Semiconductor “Aangezien de meeste van onze klanten onder de uitzonderingsregel vallen, dienen we zelf niet echt het initiatief te nemen. Toch zijn we al meer dan vijf jaar bezig met de voorbereidingen en merken we een stijgende vraag naar loodvrije componenten. Momenteel voldoen zowat 10% van onze orders aan de RoHS richtlijn, met een verwachte stijging tot meer dan 15% tegen het einde van het jaar. Gezien de markten waarin onze klanten actief zijn, liggen de betrouwbaarheidseisen voor onze producten veel hoger dan voor consumentelektronica. Aan deze kwalificaties voldoen was de voorbije jaren onze belangrijkste prioriteit. Ondanks het extra werk dat een dergelijke overgang met zich meebrengt, merken we wel dat we in een relatief comfortabele positie zitten. Niet alleen omdat onze klanten nog een paar jaar de tijd hebben, maar ook omdat AMI Semiconductor als internationale speler hiervoor de nodige middelen en mensen ter beschikking stelt. Onze indruk is dat veel van de gesprekken en initiatieven gehouden worden tussen de grotere spelers.” AMI Semiconductor (AMIS) is, als wereldwijde speler, toonaangevend in de ontwikkeling en productie van geïntegreerde schakelingen die hun nut bewijzen in tal van toepassingen uit het dagelijks leven.

Tom Berx, responsible electronics department bij Smans NV. “Als machineverkoper merken we dat verschillende klanten moeite hebben om aan loodvrije componenten te geraken. Omdat zij voor hun machinekeuze graag testen doen met eigen producten, zorgt dat voor vertraging en onzekerheid. We organiseerden zelf al een seminarie over de praktische invulling van de RoHS richtlijn en proberen klanten ook een totaaloplossing aan te bieden die zowel machine als soldeerflux en -legering omvat. Wij merken dat er vooral behoefte is aan meer gecentraliseerde, onafhankelijke informatie over de wetgeving en de praktische inpassing/opvolging hier van. Ondanks alle inspanningen vrezen we dat een aantal bedrijven te laat aan de overschakeling zullen beginnen. Onder andere de aanzienlijk verlengde levertermijn van toestellen kan voor onaangename verrassingen zorgen. We hebben ook de indruk dat een aantal kleinere bedrijven de loodvrije overstap niet meer zal maken en dit gedeelte van hun activiteiten zal uitbesteden.” Smans NV is al 30 jaar gespecialiseerd in de verkoop van toestellen voor elektronica en kabel & draad verwerking.

Wat denkt België van loodvrij? Als Belgisch vertegenwoordiger voor het Europees netwerk voor loodvrij solderen (ELFNET), analyseerde IMEC hoe ver Belgische bedrijven staan in de race naar 1 juli 2006. Een selectie van de resultaten vindt u hier. Een samenvatting van het rapport is beschikbaar op de IMEC website. (www.imec. be/nieuws). Verwachte technologische problemen Temperatuur 44%

Kwaliteit / Betrouwbaarheid 41%

Wetting 15%

Verwachte andere problemen Weet niet 7% Component bevoorrading 62%

Andere 17%

Training 14%

Ervaring met loodvrij

Bent u al in orde met de Europese WEEE richtlijn voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur die van kracht is sinds 13 augustus 2005? ALSHIRA (www.alshira.be) is een ‘loodvrij’ project van de Vlaamse industrie dat dit jaar werd opgestart met steun van het IWT-Vlaanderen. Het project belicht vooral de betrouwbaarheidsaspecten van loodvrije technologie.

50 %

België Europa

46 % 40 %

32 % 30 %

26 %

30 % 26 %

20 %

17 % 13 %

Verontrustend? Op de recente IPC conferentie in Barcelona bleek dat SnAgCu, de gedoodverfde opvolger van SnPb, niet in alle omstandigheden voldoet aan de betrouwbaarheidsvereisten.

10

9%

10 %

0% 0%

0% Geen eigen activiteit

Ervaring uit tests

Ervaring uit productie

Lood-vrije productie

Alles lood-vrij


Energie

Nieuws

Vlaams innovatie-samenwerkingsverband ‘hernieuwbare energie’ De sector rond hernieuwbare energie zit in de lift. Vlaamse bedrijven spelen er een belangrijke rol in, maar het ontbreekt Vlaanderen aan een pro-actieve en gestructureerde aanpak. Het innovatieplatform GENERATIES, gefinancierd door het IWT, wil hier een antwoord op zijn en de Vlaamse industrie zijn verdiende plaats geven op de internationale markt voor hernieuwbare energie. Voorlopig zijn reeds 17 bedrijven en kenniscentra lid van het innovatieplatform. Het gaat o.a. om bedrijven die actief zijn in bio, windof zonne-energie. Ook bedrijven die niet rechtstreeks met energie te maken hebben, maar waarvan de activiteiten innovaties kunnen brengen in de sector zijn reeds lid. Leden

kunnen rekenen op informatie over technologieën en markten, op specifieke strategische sectorstudies en op ondersteuning bij innovatie. Verder worden ook workshops georganiseerd en worden acties ondernomen voor sectoriële versterking en internationale promotie van de sector. Geïnteresseerde bedrijven kunnen terecht bij IMEC’s spin-off 3E die het operationeel beheer van GENERATIES voor zijn rekening neemt. Meer info: Achim.Woyte@3E.be of www.generaties.net

Tom Boonen en Galileo Tijdens de 5de rit van de Tour de France werd een experiment uitgevoerd om de mogelijkheden van satellietnavigatie te demonstreren. Verschillende renners droegen een ontvanger waardoor hun exacte positie en snelheid kon bepaald worden. Dit is interessant voor de organisatoren en de ploegleiders, maar ook voor de kijkers die zo een perfect overzicht krijgen van de koers.

Slimme zwembril De Britse studente Katie Williams ontwierp de Inview zwembril die automatisch het aantal baantjes telt dat je zwemt. Op de glazen wordt het aantal geprojecteerd, evenals de tijd. Het systeem werkt met een ingebouwd kompas dat elke verandering in zwemrichting detecteert als een nieuw baantje. Slimme zwembril

© TDW sport

Nieuws

Voor dit project wordt beroep gedaan op EGNOS, een Europees netwerk van ongeveer 40 grondstations en 3 geostationaire satellieten, dat gebruikt wordt om de signalen van de huidige satellietnavigatiesystemen (het Amerikaanse GPS en Russische GLONASS) te verbeteren. Zo zullen gebruikers in Europa hun positie kunnen bepalen met een nauwkeurigheid van 5m in plaats van de huidige 20m. Uiteindelijk zal dit netwerk deel uitmaken van Galileo, het Europese satellietnavigatiesysteem dat ten laatste in 2008 volledig operationeel zal zijn.

11


Intelligente systemen

Embedded software: samenwerking verzekerd voor de toekomst We zaten met vijf managers rond de tafel om te praten over de ontwikkeling van embedded software. Over de uitdagingen, maar ook over mogelijke oplossingen. Hun oplossing kwam natuurlijk ook ter sprake: Embinet. Wat is embedded software? Geert Adriaens: “De schoonheid en kracht van embedded software (eSW) zit in het feit dat het onzichtbaar is. Het zit in je elektrische tandenborstel, koffiezet, auto, tv, maar je merkt het niet. Embedded SW is één met het product. Je zou bijna kunnen zeggen dat het je product een ziel, een vorm van intelligentie geeft.” Peter Sachem: “Er is natuurlijk ook het commerciële aspect. Je kan hetzelfde tv-platform gebruiken als je concurrent, maar met eSW kan je het een meerwaarde geven; het is de differentiërende factor.”

duct. Je kan geen algemene eSW maken, maar je moet heel klantspecifiek werken en met een grote variatie aan hardwareplatformen.” PS: “Zo hebben onze eSW-ontwikkelaars bijvoorbeeld iets moeten maken voor een bedrijf dat cyclotrons (deeltjesversnellers) maakt. Dat staat natuurlijk mijlenver af van onze wereld. Maar door een nauwe samenwerking tussen de productontwikkelaar en de eSW-ontwikkelaar lukt het toch om een mooi product te maken.”

Wat maakt de ontwikkeling van eSW zo moeilijk?

“Sommige klanten zijn verbaasd als wij samen in de auto toekomen.”

GA: “Embedded software moet aan de slag met zeer beperkte middelen: kleine processoren, weinig geheugen. Typisch werken de producten op batterijen, dus moet het verbruik ook klein zijn. En natuurlijk is er ook nog de korte time-to-market. Een andere moeilijkheid is de sterke verwevenheid met het pro-

Eddy Van Hoecke: “Hier bovenop komen nog eens de uiterst hoge kwaliteitseisen waaraan eSW moet voldoen. Voor een auto is het natuurlijk logisch dat de eSW first-time-right moet zijn vanwege de veiligheid. Maar ook voor minder kritische producten is de verge-

12

vensgezindheid bij het publiek nihil. Als het internet crasht, proberen ze later wel eens opnieuw, maar als de koffiezet het niet doet, gaat hij terug naar de winkel.” GA: “En door de steeds toenemende complexiteit van eSW en van de hardwareplatformen is het moeilijk om aan deze hoge kwaliteitseisen te voldoen. Er is een continue verbetering van methodologieën, programmeertalen en tools maar dit kan de complexiteit niet bijbenen. “ Hoe pakken jullie deze problemen aan? PS: “De korte time-to-market en de multidisciplinariteit die eigen is aan eSW, maakt het voor kleinere bedrijven niet eenvoudig om eSW te implementeren in hun product. Vandaar ons idee om een virtueel bedrijf op te richten, Embinet, dat een totaaloplossing aanbiedt aan de klant. Zowel wat betreft businessmodel als expertise vullen we elkaar perfect aan1.” Philippe Herbin: “Sommige klanten zijn verbaasd als wij samen in de auto toekomen. Dat zijn toch


ONZE GESPREKSPARTNERS: Johan Van Eemeren, Layers Philippe Herbin, QSpin Eddy Van Hoecke, Dekimo Geert Adriaens en Peter Sachem, Philips TASS

concurrenten? zie je ze dan denken. Eens ze onze aanpak kennen, werkt het perfect.” GA: “Het vertrouwen tussen ons is gigantisch belangrijk om volgens deze formule te werken. Op deze manier kunnen we een tegengewicht vormen tegen de grote bedrijven die diensten aanbieden.”

“Ik verwacht dat het binnen 50 jaar heel evident zal zijn dat alles tot leven gebracht zal worden via embedded software.” Welke trends zien jullie opduiken in de wereld van embedded software als antwoord op de eerder genoemde uitdagingen? GA: “Wat betreft het probleem van de toenemende complexiteit, vraagt men zich wel eens af of er genoeg eSW-ontwikkelaars zullen zijn om alle eSW te maken die er staat aan te komen. Een tendens die dit ten dele kan opvangen is het gebruik van herbruikbare componenten. Dit is niet vanzelfsprekend omdat eSW productspecifiek is, maar voor meer algemene systeemfuncties zou dit een oplossing kunnen zijn. Het zijn zulke stan-

daardcomponenten en meer routineachtige zaken die zouden kunnen verschuiven naar India en Vietnam. Maar de integratieaspecten zullen steeds hier gedaan worden juist door de sterke verbondenheid met het product en dus de klant.” GA: “Een andere tendens die we zien zijn de open-source communities die meer en meer gaan domineren. Embedded Linux bijvoorbeeld staat in Azië op nummer 1 van besturingssystemen voor gsm’s. Ook onze klanten vragen er vaak naar. Het heeft zijn succes te danken aan de lage kostprijs en de degelijkheid van de SW.” GA: “De huidige toepassing van eSW is nog maar het topje van de ijsberg. Ooit zei Bill Gates dat er in elke huiskamer een pc zou staan, en men vond hem een weirdo, maar nu evolueren we naar een wereld waarin alles wat ons omringt intelligentie krijgt door kleine microprocessoren en eSW. Ik verwacht dat het binnen 50 jaar heel evident zal zijn dat alles tot leven gebracht zal worden via eSW. Ons werk is verzekerd voor de toekomst!”

1 Philips TASS doet eSW-ontwikkeling bij de klant, Dekimo werkt eerder op projectbasis en biedt naast eSW ook HW aan, Qspin ontwikkelt eSW bij de klant en helpt het ontwikkelingsproces van eSW bij de klant te verbeteren en Layers ontwerpt printplaten.

Het Global Future Forum vroeg recent 289 futurologen, analisten en bedrijfsleiders uit 28 landen naar hun visie over toekomstige bedrijfsmodellen. 87% van hen stelde dat grote bedrijven tegen 2009 samengesteld zullen zijn uit uitbestede diensten, partnerships en allianties. Niet kostenreductie, maar wel klantenservice zal de onderscheidende factor worden. Aangezien klanten steeds vaker producten en diensten op maat vragen, zullen bedrijven moeten beschikken over een flexibeler aanbod. Een andere conclusie uit het onderzoek is dat meer en meer concurrerende bedrijven allianties zullen vormen om samen een betere dienst aan te bieden. Meer informatie: Een elektronisch exemplaar van het volledige onderzoek is op eenvoudig verzoek verkrijgbaar bij het Global Future Forum door te mailen naar Alan.Standley@thegff.com

IMEC organiseert op regelmatige basis cursussen over het gebruik en de ontwikkeling van embedded systemen. Deze initiatieven zijn bedoeld voor managers van kleine en grote bedrijven die eraan denken embedded systemen te gebruiken in hun producten of processen. Bent u geïnteresseerd? Stuur dan een mailtje naar vlaamseindustrie@imec.be en wij informeren u over onze recente aftiviteiten.

13


Micro-elektronica: en nu?

Bijscholen over bits en chips:

samenwerking tussen IMEC en Semizone In de razendsnel evoluerende wereld van de micro-elektronica is ‘kennis’ een sleutelbegrip. Managers, procesingenieurs en ontwerpers moeten bovendien op de hoogte blijven van de nieuwste technologische ontwikkelingen. Veel bedrijven in die sector zijn dan ook gebaat bij e-learning, een vorm van afstandsleren waarbij de content via een webbrowser geleverd wordt over het Internet, een intranet of een extranet. IMEC heeft de laatste jaren enorm geïnvesteerd in e-learning, in de eerste plaats om zijn werknemers over de nieuwste evoluties en trends te informeren. Op aanvraag stelt IMEC deze informatie ook ter beschikking van externen. Om zijn kennis en ervaring beter te kunnen delen met de hele halfgeleiderindustrie (zowel Vlaams als internationaal) heeft IMEC in juli 2005 een samenwerkingsakkoord getekend met het Amerikaanse Semizone. Semizone Inc. levert wereldwijd, via het Internet, actuele leerprogramma’s aan de microelektronica-industrie. De cursussen of leermodules worden gemaakt door experten uit de academische of industriële wereld en dragen bij tot de individuele kennis of tot de globale productiviteit van het

14

bedrijf. IMEC’s Micro-electronica Trainingscentrum (MTC) wordt één van de spelers die samen met Semizone cursussen maakt en verspreidt. Vooral ontwerp- en procestechnologie van geïntegreerde schakelingen, en systeemontwerptechnologie komen aan bod. U vindt er bijvoorbeeld een cursus over het gebruik van SystemC, of u kan er leren hoe een moderne transistor wordt gemaakt. De cursussen zijn in de eerste plaats bedoeld voor (jonge) procesingenieurs en ontwerpers van ASIC’s en systemen-op-chip.

De cursussen of leermodules worden gemaakt door experten uit de academische of industriële wereld en dragen bij tot de individuele kennis of tot de globale productiviteit van het bedrijf. Meer informatie over deze samenwerking en een overzicht van het cursusaanbod kan u vinden op www.semizone.com/imec


Energie

Ergens in een uithoek van de prachtige abdij van Park te Heverlee ontmoeten we imker Staf Kamers in zijn bijenhal. Onlangs bracht hij een revolutie teweeg in de wereld van de imkers door zijn succesvolle zoektocht naar een autonome lichtbron. Want “Er zijn een heleboel dingen waarvoor een imker licht nodig heeft.”

Imker zkt. zonnecel

Bijenkasten bevinden zich meestal op een afgelegen plaats. Enerzijds voor de bijen zelf omdat er voldoende bloeiende planten en bomen in de buurt moeten staan en anderzijds voor de mensen omdat niemand (behalve de imkers dan) graag een bijenkast dicht bij zijn huis heeft staan. Een imker moet dus ‘ver van de bewoonde wereld’ zijn werk doen, zonder bijvoorbeeld elektriciteitsvoorzieningen.

“Veel van mijn collega-imkers zijn het erover eens dat dit een prachtige oplossing is voor ons geïsoleerd en donker bestaan.” Imker Staf Kamers vertelt: “Toen we vorig jaar met de imkersbond in Tsechië waren, bezochten we een imker ergens in de bergen. Om te slingeren (nvdr. honingraten centrifugeren om honing los te maken) gebruikte hij een motor die was aangesloten op zijn autobatterij. Het is daar in de bergen dat ik me afvroeg of zonnecellen het leven van een imker niet eenvoudiger zouden kunnen maken. “

Op 26 januari 2006 organiseert IMEC een TechWatch-seminarie over zonnecellen. Meer info: www.imec.be/TechWatch

Terug thuis stuurde Staf Kamers zijn vraag de wereld in door een oproep in het Radio 2programma ‘De wensenkermis’. Iemand van de luisteraars verwees hem naar IMEC en zo kwam hij terecht bij IMEC’s spin-off Soltech. “Soltech ontwikkelt o.a. draagbare lampen die werken op basis van zonne-energie (de Logic Lantern). Ze worden gebruikt voor caravans en mobilhomes. De lampen worden zelfs in de

woestijn gebruikt door nomaden. De kamelen dragen de lamp rond hun nek en het zonnepaneel op hun rug en zo hebben de nomaden ’s avonds licht in hun tent.” Enthousiast vertelt Staf Kamers waarvoor hij de zonnecellamp gebruikt: “Overdag wordt de batterij van de lamp opgeladen en dan kan ze 4u branden. Zelfs als het buiten nog licht is, heb ik extra licht nodig om precisiewerk te doen zoals koninginnen merken of varoamijten tellen. Dit laatste is een infectie die bij bijen voorkomt en elke imker moet de infectiegraad van al zijn kassen doorgeven aan de universiteit van Gent. Een ander moeilijk werkje is overlarven. Je moet dan op zoek gaan naar larfjes van een dag oud, kleiner dan 1mm, om er koninginnen uit op te kweken. Het is belangrijk dat imkers zelf een koningin kweken omdat ze door die selectie een zachtaardig en productief volk verkrijgen. En dan is er ook nog het voederen van de bijen waarvoor je licht nodig hebt. Je mag de bijen pas ’s avonds eten geven omdat ze dan niet meer vliegen. Als je het overdag zou geven, kan het eten van een zwakker volk geroofd worden door een sterk volk.” Sinds Staf kamers de Logic Lantern gebruikt, hebben reeds veel collega-imkers hem gecontacteerd. Allemaal zijn ze het erover eens dat dit een prachtige oplossing is voor hun geïsoleerd en donker bestaan in de bijenhal. Voor meer info: www.soltech.be

15


Intelligente systemen

Intelligent Hoe integreer je elektronica in textiel? Er bestaan verschillende manieren om elektronica te verwerken in textiel, gaande van draagbare elektronica tot elektronisch textiel. - Elektronisch toestelletje zoals mp3speler wordt vastgemaakt in een kledingstuk. - Elektronica wordt zo sterk geminiaturiseerd dat het in een knoop zou passen. IMEC ontwikkelde een techniek om verschillende functies (energie-opwekking, dataverwerking, sensorfunctie) in lagen boven op elkaar te stapelen en zo het systeem te miniaturiseren. - De elektronische componenten kunnen op een flexibel substraat aangebracht worden, zodat ze gemakkelijk kunnen geïntegreerd worden in textiel. - De ultieme integratie is het maken van elektronische componenten uit textiel. Dit kan door gebruik van geleidende garens, bv. een geborduurde antenne.

16

Kris van de Voorde, industrieel adviseur bij IMEC, bezocht voor ons de Avantex-beurs. Hij ging er op zoek naar de nieuwste ontwikkelingen op het vlak van elektronisch textiel, en vooral ook naar de Vlaamse spelers in deze nieuwe ‘discipline’.

lektronisch textiel is textiel (kleding, tapijt, autobekleding, zonnewering enz.) waarin een elektronische functie verwerkt is. Typische voorbeelden die al op de markt zijn, zijn een jas met bluetooth en mp3speler en een T-shirt met hartslagmonitor.

E

“De toepassingen die nu al op de markt te vinden zijn, kan je niet echt elektronisch textiel noemen,” relativeert Kris vdV. “Ik zou het eerder draagbare elektronica noemen, vastgemaakt in kledingstukken. Waar men echt naartoe wil, zijn elektronische componenten vervaardigd uit textiel, bijvoorbeeld een (wasbaar!) gebreid toetsenbord of geweven beeldscherm. “ Op de deelnemerslijst van de Avantex-beurs zien we vooral onderzoeksinstellingen en universiteiten. Centexbel (Belgische onderzoeksinstelling van de textielsector), de ESAT-

elektronicagroep van de KULeuven en de textielgroep van de UGent vertegenwoordigden ons land. “Het ‘echte’ elektronische textiel bevindt zich nog in een onderzoeksstadium en zal pas binnen 10 tot 15 jaar op de markt komen. Het is belangrijk dat we nu samen met de bedrijven en de gebruikers de moeilijkheden en noden definiëren en van daaruit projecten opzetten rond concrete toepassingen. “ Kris vdV organiseerde in juni een eerste brainstormsessie waarop textielbedrijven, gebruikers en elektronici samen rond tafel zaten om te praten over elektronisch textiel voor de medische sector. “Het is zeker niet eenvoudig om twee werelden (de textiel- en elektronicasector) die elkaar totaal niet kennen, samen te brengen.


©F rau nho fer IZ

• Het Fraunhofer onderzoekscentrum ontwikkelde deze jas samen met een modestudent en een koerierbedrijf dat per fiets pakjes bezorgt. Hij bevat o.a. een GPS-module zodat het call centre opdrachten kan doorsturen naar de dichtstbijzijnde koerier, een display met toetsenbord waarmee de koerier een opdracht kan accepteren en waar het adres op verschijnt, een module die de koerier via spraak begeleidt naar de bestemming en verwarmingselementen op de rug. Alle hardware is via koperdraden verbonden. Energie wordt geleverd door de dynamo van de fiets en de fiets gaat automatisch op slot en terug open dankzij een ingebouwde zender die de koerier herkent.

M

textiel

• De UGent en KULeuven werken aan een babypakje met ingebouwde sensoren voor het meten van hartslag, temperatuur en ademhaling. Het kan bv. gebruikt worden ter preventie van wiegendood.

Vlaams innovatie-project “Toepassen van intelligent textiel in kledij” Momenteel loopt er een thematische innovatiestimuleringsactiviteit (TIS) over het toepassen van intelligent textiel in kledij. Het wordt gefinancierd door het IWT en uitgevoerd door Centexbel in samenwerking met de textielgroep van de Universiteit Gent en IMEC. In het kader van dit TIS-project worden o.a. technische publicaties, seminaries, begeleiding bij innovatie en partnermatch aangeboden. Meer informatie: www.centexbel.be/nl/tis-itframe.htm

“Het is door dergelijke gesprekken tussen de textielsector, elektronicasector en de gebruikers en door het informeren van bedrijven en gebruikers over de mogelijkheden van elektronisch textiel, dat Vlaamse bedrijven mee een rol zullen spelen in de wereld van het slim textiel en wie weet stellen ze binnen enkele jaren hun product voor op de Avantex-beurs.”

Enkele concrete voorbeelden • Infineon ontwikkelde een tapijt met ingebouwde halfgeleiders. Het is mogelijk om er bijvoorbeeld LED-verlichting, druksensoren en brandsensoren in te bouwen. Toepassingen zijn verlichte begeleidingssystemen om mensen te evacueren bij brand en lokalisatie van inbrekers. Het netwerk van chips kan zich herorganiseren wanneer een bepaald stuk stof schade oploopt.

• Licht-emitterende diodes kunnen geintegreerd worden in kleding. Mooi voor modeontwerpers maar vooral ook nuttig in veiligheidskleding.

• Logitech en Eleksen ontwikkelden samen een oprolbaar klavier dat tegelijkertijd dienst doet als beschermhoes voor een pda.

©Suzanne Lee

Zo verbleekten de elektronici toen een van de textielbedrijven hun wasproces uit de doeken begon te doen. ‘Mijn elektronica ga je toch niet wassen, steriliseren, strijken en onder hoge druk brengen?!’ Gelukkig kon een onderzoekster die meer vertrouwd is met elektronisch textiel, de kloof terug dichten door op te merken dat elektronisch textiel ook gebruik zal maken van antibacteriële coatings en zelfreinigende principes waardoor het wasproces minder drastisch zal zijn dan nu. “

• Infineon ontwikkelde een wielrennersshirt met ingebouwde sensor voor hartslag:. De data worden draadloos verstuurd naar een polshorloge. Gelijkaardige toepassingen zijn interessant voor ziekenhuispatiënten, ouderlingen die thuis wonen of astronauten die een ‘uitstapje’ maken op een planeet.

17


Micro-elektronica: en nu?

Scoren met SCORE ea is Europees marktleider in filters voor breedband internetverbindingen (xDSL) en maakt ook technologie voor powerline communications, het versturen van informatie via het elektriciteitsnet. Het bijna vijftigkoppige bedrijf richt zich voor die eerste activiteit op zowel particulieren als bedrijven. Omdat ADSL en telefonie over dezelfde kabel lopen, moeten aan beide kanten van de keten filters (splitters) alles in goede banen leiden. Voor particulieren gaat het dan over de splitters die je tussen de telefoonstekker en de modem plaatst. Voor telefoon- en internetcentrales betekent dat een telecombord dat het digitale ADSL signaal combineert met het analoge telefoonsignaal zodat ze samen kunnen verstuurd worden. Beide filters worden bij Lea ontworpen, gemaakt en ook getest in het eigen testlab.

Foto: Lea

L

Nu wil het wel eens gebeuren dat tussen de zender en de ontvanger van de signalen iets misloopt. Een kabel die ongemerkt beschadigd raakt bij wegenwerken bijvoorbeeld. Het is dan ook van cruciaal belang dat de informatieverstrekker testsignalen kan sturen zodat hij kan detecteren waarom een deel van zijn klanten bijvoorbeeld zonder internetsignaal zit. Omdat het over twee verschillende technologieĂŤn gaat (analoog voor telefonie en digitaal voor ADSL) is het belangrijk dat bij het

18


Een Franse KMO met filiaal in België ziet de mogelijkheid om kosten te besparen door een deel van zijn technologie te integreren op een chip (application-specific integrated circuit; ASIC). Dankzij de ondersteuning van IMEC verkoopt het Franse Lea de ‘SCORE’-chip momenteel wereldwijd in telecomborden voor het splitsen van ADSL en telefoonsignalen.

versturen van die testsignalen bepaalde filters tijdelijk kunnen omzeild worden. Bovendien zijn er sinds de vrijmaking van de communicatiemarkt verschillende spelers actief die liefst zo weinig mogelijk hinder ondervinden van andermans signalen. Op elk bord is dan ook een reeks relais voorzien om filters selectief uit te schakelen of te omzeilen. Stefaan Van hoogenbemt, ASIC project leader bij Lea, licht toe: “Tot voor kort werden deze relais aangestuurd via een relatief eenvoudige programmeerbare EPLD-chip (electrically programmable logic device) met een aantal externe componenten. Het leek ons interessant om de chip en externe componenten te vervangen door een enkele ASIC. Dit zou een aanzienlijke vereenvoudiging betekenen in de productie en dus ook een daling van de kosten. Omdat we zelf niet de mensen hebben en de volledige expertise om dergelijk project – van chipdesign tot productie – te coördineren, zijn we bij IMEC terechtgekomen. Het resultaat van het project is een chip die we ‘SCORE’ gedoopt hebben. Een mooi voorbeeld van IMEC’s bijdrage vind je terug in het gedeelte van de ASIC dat de oorspronkelijke externe componenten vervangt.” Dit moest de relais kunnen aansturen bij de relatief hoge spanning van 5V. Het probleem met een relais is dat een interne spoel bij het ontladen een spanningspiek veroorzaakt waartegen de elektro-

nica moest bestand zijn. Uit de samenwerking tussen Lea en IMEC volgde een inventief idee om deze spanningspiek te detecteren en te verminderen. Een idee dat de ‘SCORE’-chip nog steeds uniek maakt. Om dit alles te verwezenlijken, verhuisde Van hoogenbemt gedurende vier maanden van zijn Lea-kantoor in Antwerpen naar de designafdeling van IMEC. Daar maakte hij tijdens een ‘on-the-job’ training gebruik van de Synopsys ontwerpsoftware onder first-use Europractice condities. Het VHDL ontwerp van Lea werd via logische synthese en lay-out in een chip vertaald. Via de Europractice IC service, konden de prototypes van de chip goedkoop gebakken worden en ontstonden ook de contacten voor de productie achteraf. Van hoogenbemt: “Een bewijs van het degelijke werk was dat de chip van de eerste keer zo goed als perfect werkte. Het enige wat we moesten bijsturen waren de specificaties van de bescherming tegen elektrostatische ontlading (electrostatic discharge; ESD).” Momenteel vormt de chip een onderdeel in telecomborden wereldwijd. De moduleerbaarheid – de chip kan geprogrammeerd worden in zeven verschillende modes – laat Lea bovendien toe hem in te bouwen in meer dan alleen borden met ADSL/telefoon filters.

Nieuws

EUROPRACTICE ICservice verlengd tot eind 2008 IMEC biedt al sinds 1995 de EUROPRACTICE IC-service aan. Via een nieuw contract met de Europese Commissie (2006-2008, FP6-IST programma) kunnen Europese universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstituten tegen goedkope voorwaarden ASIC-ontwerpsoftware aankopen en ASIC-prototypes laten fabriceren. Ook bedrijven kunnen ASIC-prototypes en kleine volumes laten fabriceren via IMEC's Europractice IC-service. Nieuw in dit contract met de Europese Commissie is dat de service zal uitgebreid worden met prototypefabricatie van microsystemen. Meer informatie: Carl.Das@imec.be of 016/28.12.48

19


Geen olie-embargo’s en een schoner milieu: de waterstofeconomie In het voorjaar van 2005 stelde een Brits bedrijf de eerste motorfiets voor die op waterstof rijdt. De motorfiets heeft een topsnelheid van 80 km/u, een goede versnelling en rijdt nagenoeg geruisloos. Of dit laatste een voordeel is, laten we in het midden – zijn schone brandstoftank is dat zeker wel. In dezelfde periode maakte een Californisch bedrijf met succes een testvlucht in een vliegtuigje aangedreven door vloeibaar waterstof. Eerder werden al auto’s, bussen en mobiele telefoons ontworpen die door waterstof van energie worden voorzien. De industrie heeft het al lang begrepen: waterstof zou wel eens dé brandstof van de toekomst kunnen worden. Het principe is alvast eenvoudig: in een brandstofcel reageren waterstof en zuurstof tot water, waarbij onder gecontroleerde omstandigheden elektriciteit wordt gegenereerd. Hiermee kan dan een elektromotor worden aangedreven. Als enige nevenproducten komen er water en hitte vrij. Dat is meteen één van de grote voordelen van een waterstofeconomie, waarin, naast de extractie van energie uit waterstof, waterstof ook efficient en proper wordt geproduceerd en opgeslagen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld aardgas of kolen is waterstof een secundaire vorm van energie die andere energiebronnen nodig heeft voor zijn productie. Het wordt pas interessant als men hiervoor zonne-energie of windenergie kan gebruiken. Dan wordt waterstof een hernieuwbare (‘renewable’) energiedrager. Een waterstofeconomie is om meerdere redenen een antwoord op de energieproblematiek: (1) er is geen vervuiling; (2) de conversie van zonne-energie naar elektriciteit is erg efficiënt; (3) de meeste productiemiddelen zijn in verscheidene landen aanwezig (een antwoord op de olieembargo’s) en (4) de waterstofeconomie is een lange-termijnoplossing (er zijn voldoende water en zonneschijn op onze planeet).

20

De productie van waterstof: IMEC probeert het met indiumgalliumnitride De bruikbaarheid van waterstof als energiebron mag dan al bewezen zijn, het (kosten)efficiënt en duurzaam produceren van waterstof blijft een zorgenkind. Een investering in hernieuwbare technologieën is absoluut noodzakelijk: zij leveren duurzame oplossingen, maar zijn tegelijk ook de meest uitdagende. Een veelgebruikte methode is elektrolyse, waarbij water en elektriciteit worden omgezet in waterstof en zuurstof – precies het omgekeerde van wat gebeurt bij de extractie van energie uit waterstof. Wanneer de elektriciteit, nodig voor electrolyse, wordt opgewekt door zonlicht spreekt men van foto-elektrolyse. Een zonnecel converteert zonlicht in elektrische energie waarmee een spanning wordt gezet op twee elektroden die ondergedompeld zijn in water. Aan de ene elektrode ontstaat waterstof, aan de andere zuurstof. Dit is de zogenaamde indirecte foto-elektrolyse. Meer efficiënt is directe foto-elektrolyse, waarbij een halfgeleiderelektrode en een metaalelektrode worden omgeven door een waterige oplossing. Licht valt nu rechtstreeks in op de halfgeleiderelektrode en exciteert elektronen die vervolgens van de elektrode naar het water bewegen. Elektronen met de juiste energie zullen waterstofgas produceren aan het oppervlak van de elektrode. Het opgebouwde potentiaalverschil stuurt vervolgens de elektronen door een draad die verbonden is met de metaalelektrode. Door deze beweging worden elektronen uit de metaalelektrode getrokken en uit het water gehaald. Hierdoor ontstaat zuurstofgas. De belangrijkste en meest kritische component van dit ‘direct’ systeem is de halfgeleidende elektrode. Het materiaal moet voldoende stabiel zijn in water, moet zoveel mogelijk zonlicht kunnen absorberen en moet elektronen kunnen produceren met de juiste energie om water te splitsen. En juist dat materiaal vinden blijkt niet zo eenvoudig. Titaandioxide is het meest onderzochte materiaal. Maar omwille van zijn lage efficiëntie is men momenteel volop nieuwe halfgeleiders aan het bestuderen. IMEC onderzoekt nu de mogelijkheid om waterstof te produceren met indiumgalliumnitride (InxGa1-xN). InGaN is een veelbelovend materiaal in de wereld van zonnecellen, dat, met de juiste concentratie aan In, een perfecte foto-elektrode voor waterstofproductie kan worden. Onderzoekers staan momenteel voor de grote uitdaging om zo’n direct foto-elektrolytisch systeem te realiseren. We kijken uit naar de toekomst!

© Intelligent Energy

Energie


Intelligente systemen

Nieuw onderzoekscentrum voor intelligente microsystemen

Op 22 september werd het Holst Centre officieel opgericht. Dit gloednieuw onderzoekscentrum is een initiatief van IMEC en het Nederlandse onderzoeksinstituut TNO en wordt gesteund door de Vlaamse en Nederlandse overheid. Het Holst Centre is gelegen op de High Tech Campus in Eindhoven en dient zich te ontwikkelen tot een internationaal open innovatiecentrum rond draadloze autonome microsystemen en systemen-op-folie. IMEC is verantwoordelijk voor de programmalijn rond draadloze auto-

Het Holst Centre: de toepassingen zijn eindeloos. nome microsystemen met energiebesparende toepassingen zoals sensoren, actuatoren en draadloze netwerken. Hiervoor richt IMEC de Stichting IMEC Nederland op. TNO leidt de programmalijn rond systemen-op-folie met toepassingen zoals tags, plooibare displays en flexibele batterijen. Deze toepassingen zullen samen worden gebracht en gebruikt worden voor gezondheidszorg, landbouw, industrieel proces, logistiek, bouw, transport en mobile gaming. Philips is de eerste industriĂŤle partner

van het Holst Centre en momenteel worden er nog andere potentiĂŤle partners gezocht. Via het Holst Centre kan de industrie nieuwe producten sneller en efficiĂŤnter op de markt brengen ter verbetering van welzijn en welvaart via open innovatie. Hiertoe vormt het Holst Centre een brug tussen kennisinstellingen en industrie. Er zullen in het begin 75 medewerkers worden gerecruteerd en dit zou moeten verdrievoudigen in de komende 5 jaar. De Nederlandse minister van economische zaken Laurens Jan Brinkhorst kent voorlopig een budget van 12.5 miljoen euro toe om de eerste fase van het samenwerkingsakkoord te voltooien.

> Betere leefomgeving: bespaar energie en voel je veilig Registreer en controleer continu het energieverbruik van je omgeving en laat de toestellen zichzelf uitschakelen wanneer ze niet gebruikt worden. Laat je omgeving zichzelf scannen, interpreteren en indien nodig reageren op afwijkende signalen.

> De auto van de toekomst: veiligheid, comfort, stabiliteit en controle Haal meer uit je wagen en laat elektronica de wagencondities meten, beheren en aanpassen aan je wensen.

> Logistiek: blijf op de hoogte Weet op elk moment waar je getransporteerde goederen zijn, hoe het met hun kwaliteit gesteld is en welke handelingen ze ondergaan. Zo kan je een optimale service bieden aan je klanten.

> Gezondheid en welzijn: controleer je gezondheid en verminder medische kosten Wees op de hoogte van je lichaamsparameters tijdens het sporten, in het geval van een chronische ziekte, of gewoon om je welzijn te verbeteren.

21


Vrouw Justitia

De wet van de vernieuwing

22


Websites, e-business, draadloze netwerken, e-mail en noem maar op: wie economisch vooruit wil gaan, moet zich onderwerpen aan de wet van de nieuwe technologieën. In de brede zin van het woord begrijpt iedereen dat een bedrijf zonder website kansen laat liggen. In de nauwe betekenis van het woord is het niet altijd duidelijk welke regels er verbonden zijn aan het gebruik van nieuwe technologie. Dr. Patrick Van Eecke, advocaat bij advocatenkantoor DLA Piper Rudnick Gray Cary, bevestigt: “Voor bijna elke stap in een businessproces bestaat er wetgeving over het gebruik van nieuwe technologieën, maar daar is niet iedereen zich van bewust.”

owat elke ondernemer maakt ondertussen gebruik van informatica, zowel intern als om handel te drijven. Tot een vijftal jaar geleden zorgde de haperende techniek bij dat laatste vaak voor wantrouwen. Net voor het bevestigen van een online bestelling viel de verbinding met de leverancier uit of je bestelling bleek niet of dubbel geregistreerd. Daarna volgde een periode waarbij de dienstverlening wel eens te wensen over liet. De online registratie gebeurde wel, maar de logistieke opvolging was niet altijd even stipt. Ondertussen is de periode van volle bloei aangebroken waarin online handel drijven haast vanzelfsprekend is.

Z

”Sinds enkele jaren is ook de wetgever, met Europa vaak als initiatiefnemer, actief op het terrein van de nieuwe technologie,” vertelt Van Eecke, gespecialiseerd in juridische aspecten van e-commerce en e-government. De wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, ook bekend als de privacywet, was in België in het begin van de jaren ’90 de eerste wet die zich richtte op nieuwe technologie. Die moest het ontstaan van grote centrale databanken met persoonsgegevens in goede banen leiden. Maar de grote verandering kwam er pas na de eeuwwisseling met het ontstaan van een volledig aangepast rechtska-

der. Voor 2000 paste de wetgever de bestaande regels ook toe op nieuwe technologie. In de praktijk was het - wat Van Eecke soms noemt - ‘een far-west waarin alles kan en alles mag’. Een volledig overzicht geven van de nieuwe wetgeving is onmogelijk. De belangrijkste trends op een rijtje zetten, kan wel. Camera’s op de werkvloer Van Eecke: “Je merkt dat de discussie rond privacy een rode draad is in de opkomst van nieuwe informatietechnologieën. Door het veelvuldige gebruik van e-mail en internet op de werkplek, vindt de werkgever het vaak nodig om een zekere controle op de inhoud uit te oefenen. Dergelijke controles zijn in principe een inbreuk op het recht op privéleven. Een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO81) tracht daarom een gezond evenwicht te vinden tussen het recht op privacy van de werknemer en het recht op controle van de werkgever door controles onder strikte voorwaarden toe te laten.” Tot die voorwaarden behoren onder andere het op voorhand informeren van de werknemer dat hij gecontroleerd wordt, wanneer, hoe en waarom. Gelijkaardige afspraken bestaan voor het gebruik van camera’s op de werkvloer

of tracering van werknemers en voertuigen met gps. Het blijft natuurlijk zo dat geen enkele wet zwart-wit is en Van Eecke is op dat gebied een vat vol anekdotes (zie cases). Ook als het gaat over mailings en adreslijsten, komt privacy vaak aan bod. Een recente wet zegt dat je geen reclame per e-mail mag sturen zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de ontvanger. Dit ‘opt-in’ principe staat haaks tegenover het ‘opt-out’ regime voor gedrukte reclamefolders. Daar geldt dat je ze naar iedereen mag sturen die het niet expliciet geweigerd heeft. Van Eecke: “Het is een probleem dat momenteel bij veel bedrijven aan de oppervlakte komt. Meestal is het onduidelijk op welke manier de bestaande gegevens in de databank verkregen zijn. De beste manier om dit wettelijk in orde te maken is een brief sturen met de post om te vragen of mensen nog elektronische berichten willen ontvangen. Enkel als ze positief reageren, mag je ze in je databank laten staan. Het spreekt voor zich dat de respons op dergelijke brieven minimaal is. Je kan ook bellen, maar dat is volgens mij nog opdringeriger en je kan het achteraf ook moeilijk bewijzen.

Vervolg op pagina 24

23


Vrouw Justitia

CASE 1

Een werkgever vermoedt dat een van zijn werknemers geld uit de kassa steelt. De werkgever plaatst een geheime camera. De camera registreert dat de verdachte werknemer geld ontvreemdt, waarop de vrouw ontslagen wordt. De werkneemster stapt naar de rechter om het ontslag nietig te laten verklaren op basis van onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal. De zaak is tot het Hof van Cassatie gegaan, het hoogste hof in België. Het Hof heeft beslist dat inderdaad de privacyregels niet gerespecteerd zijn, maar dat de feiten die aan de grondslag lagen, namelijk diefstal door een werknemer, bezwarend genoeg zijn om de beelden toch als bewijsmateriaal te aanvaarden. Enkele maanden geleden heeft het Hof van Cassatie de privacyrechten van de werknemer dus op een iets lager niveau gezet dan de letter van de wet eigenlijk bedoelt. Vervolg van pagina 23

Ik zie dat veel bedrijven hun databank proberen op te kuisen, maar ze doen het niet allemaal even goed. Sommige stellen de vraag in een mail, wat in principe al strafbaar is. Andere keren de vraag om en gaan er vanuit dat je geïnteresseerd bent als je niet reageert. Dat is helemaal niet koosjer.” Er zijn wel enkele uitzonderingen op de wet. Berichten sturen naar algemene adressen zoals ‘info@bedrijf.be’ en naar bestaande klanten kan nog wel, weliswaar ook onder strikte voorwaarden. Ook Patrick Van Eecke nuanceert: “In de praktijk zijn de klagers meestal een percentage moeilijke mensen die niets beter te doen hebben. Wat ook vaak gebeurt, is dat mensen deze wet gebruiken als kapstok om hun ongenoegen over iets anders te ventileren, bijvoorbeeld door een firma aan te klagen waar ze eerder ontslagen werden.” De digitale papierberg Als het gaat over e-mails en elektronische documenten, komt nog een ander aspect naar voor. Het is historisch gegroeid dat informatie met juridische relevantie op papier staat. De evolutie naar elektronische informatieverwerking heeft echter belangrijke consequenties. Van Eecke somt op: ”Op wetgevend vlak zijn er

24

twee belangrijke tendensen zichtbaar. Enerzijds is de wetgeving aangepast om elektronische documenten dezelfde juridische draagkracht te geven als hun papieren tegenhangers. Zo is het pas recent voor iedereen toegestaan om elektronisch te factureren. Voordien waren enkel papieren facturen rechtsgeldig, of moest je een speciale licentie aanvragen bij de BTWadministratie. Anderzijds bestaat er een hele wetgeving over digitale handtekeningen onder elektronische documenten. Met de opkomst van de digitale identiteitskaart zullen we ons er binnen een tiental jaar geen vragen meer bij stellen, maar momenteel zitten we in een overgangsperiode.” Elektronische handtekeningen bestaan in de meest uiteenlopende varianten. Maar Van Eecke waarschuwt: “De wetgeving is momenteel zo dat de rechter een handtekening die aangemaakt is met de digitale identiteitskaart automatisch moet aanvaarden, omdat de technologie daar technisch voldoende betrouwbaar voor blijkt. Voor alternatieve manieren is het nog steeds een kwestie van de rechter te overtuigen.” Patrick Van Eecke Wil dat zeggen dat een bedrijf best enkel emailverkeer toelaat dat digitaal ondertekend is? Zeker niet. Maar aangezien pc-fabrikanten


CASE 2

Een Zweedse onderwijzeres maakt als opdracht voor haar avondcursus een website. Inhoudelijk beslist ze om de site in te vullen met foto’s van haar collega-leerkrachten catechese. Blijkbaar zijn deze collega’s niet haar beste vrienden, want na het online verschijnen van de website stappen ze naar de rechtbank. De vrouw in kwestie wordt veroordeeld voor schending van de persoonlijke levenssfeer en het vrijgeven van ‘gevoelige’ informatie. Gevoelig, omdat de site een verband legt tussen personen en hun religieuze strekking en omdat op een van de foto’s een collega stond met een gebroken been, medische informatie dus. In Zweden wisten de rechters zich geen raad met deze zaak. De uitspraak is een beroemd arrest van het Europees Hof van Justitie in Luxemburg, dat door Zweden ter hulp werd geroepen.

standaard kaartlezers beginnen inbouwen en de digitale handtekening een handige basis kan zijn om ongewenste e-mail te filteren, zullen we volgens Van Eecke binnen een tiental jaar sowieso nog weinig ‘gewone’ mails versturen. Ondertussen heeft hij volgend advies: ”Voor contracten tussen bedrijven is - net zoals in de klassieke contractleer - elk bewijsmiddel geldig, zelfs de getuigenis van een derde persoon. Hetzelfde geldt voor contracten waarbij particulieren betrokken zijn, als het gaat om een bedrag van maximaal 375 euro. Voor grotere bedragen aanvaardt de wet enkel een ‘onderhandse akte’, dat is een document dat voorzien is van een - al dan niet elektronische handtekening. Bij grote online bestellingen kan een bedrijf dus misschien best wat voorzichtigheid aan de dag leggen. Al zie ik dat er in de praktijk zelden discussie is over de geldigheid van een gewone e-mail.” “Waar wel vaak discussie over bestaat is of de verzender van de e-mail een contract mocht aangaan voor het bedrijf. Zo liep in Antwerpen onlangs een rechtszaak over een orderbevestiging door een secretaresse. De directeur van de firma wilde onder de mondeling gesloten afspraak uit door de mail van de secretaresse ongeldig te laten verklaren. Je komt dan in de leer van de schijnvertegen-

woordiging: wie mag een bedrijf binden en wie niet. Die regels bestaan ook in het klassieke rechtsverkeer. Maar door het gebruik van nieuwe – snellere – communicatiemiddelen komen reeds bestaande problemen aan de oppervlakte.

“Nood aan heropwaardering IT-manager.” Een secretaresse gaat nooit op eigen houtje een briefhoofd nemen van de ondernemer, de brief schrijven, ondertekenen en sturen. Nu heeft ze dagelijks ingang tot zijn mailbox en handelt veel zaken zelf af. Door e-mail is het hele communicatieverkeer ook veel informeler geworden. De rechtsprincipes van vroeger komen nu dus ook naar boven, alleen veel vaker.” De IT manager is god Voor de nabije toekomst ziet Van Eecke de grootste uitdaging op het gebied van elektronische archivering. Geschreven documenten kunnen, eventueel wat vergeeld, tot in het oneindige bewaard worden. Maar voor

elektronische informatie is het complexer. Wie kan immers garanderen dat de update van een softwarepakket binnen tien jaar je oorspronkelijke document nog kan lezen? Documenten overzetten kan een oplossing zijn, maar wijzigt ook sowieso de digitale handtekening. Van Eecke: “De wetgeving voorziet voor dit probleem al een eerste aanzet op het vlak van elektronisch factureren. Dat kan sinds kort, maar de ondernemer moet de authenticiteit van de facturen voor tien jaar kunnen garanderen.” Een mogelijke oplossing is een opslagsysteem voorzien waarop de software gedurende tien jaar niet wijzigt. Maar Van Eecke ziet meer heil in een ander alternatief: “Waar we volgens mij naartoe gaan, is een soort ‘digitale notaris’, een derde partij die waakt over de authenticiteit van gearchiveerde documenten en gemachtigd is om nieuwe versies te maken.” Momenteel ziet Van Eecke dat de markt nog niet echt rijp is voor dergelijke diensten, maar in de nabije toekomst liggen volgens hem voldoende mogelijkheden open. De advocaat ziet nog een ander probleem: “Nu informatietechnologie (IT) een onlosmakelijk element geworden is in een bedrijf, is er ook een belangrijke rol

Vervolg op pagina 26

25


Vrouw Justitia

CASE 3

Een werknemer van een autobouwer in België blijft na zijn ontslag het bedrijfsmagazine ontvangen. Niet helemaal onlogisch, want hij had zich immers als goede werknemer een wagen van het merk aangeschaft. De man is echter verbolgen na zijn ontslag en stuurt een fax om zijn gegevens uit het adresbestand te verwijderen. Jammer genoeg komt de fax niet bij de juiste persoon terecht en blijft het magazine in de bus vallen. Daarop stapt de ontslagen werknemer naar een plaatselijke rechter. Die veroordeelt de autobouwer voor schending van de wet ‘bescherming van de persoonlijke levenssfeer’, waardoor de man een aanzienlijke schadevergoeding krijgt

Vervolg van pagina 25

weggelegd voor de persoon die dat systeem moet onderhouden. En dat wordt niet altijd naar waarde geschat. Als in een bedrijf het netwerk twee uur uitvalt, betekent dat een enorme kost. Ik pleit dan ook voor een heropwaardering van de taak en positie van de IT-manager. Maar wil er ook onmiddellijk een kanttekening bij maken. Wat veel bedrijfsleiders ook niet ten volle beseffen is de macht van deze functie. De IT-manager is als het ware de nieuwe god. Maar ook hijzelf moet zich daar bewust van zijn. Zonder te veralgemenen, choqueert het me hoeveel IT-mensen vertrouwelijke informatie inzien en kopiëren. En het is niet zozeer omdat ze het doen, maar eerder omdat ze er meestal geen graten in zien.”

Voor bedrijven die actief zijn op de internationale markt, duikt er nog een probleem op. Zij dreigen geconfronteerd te worden met wetsregels die elkaar tegenspreken. Van Eecke: “Zo is het in Amerika bijvoorbeeld verplicht om je werknemers pro-actief te beschermen tegen ongewenste intimiteiten. Een veelvoorkomende praktijk is dus het scannen van emails op trefwoorden. In België is dit zoals gezegd mogelijk mits voorafgaande waarschuwing, maar in andere Europese landen is het volledig uit den boze. Een Europees bedrijf riskeert dus zware boetes als het dergelijke systemen niet voorziet in Amerikaanse filialen en dreigt met rechter op het thuisfront in aanraking te komen als het wel controlesoftware voorziet.”

“Kuis je databank op, maar koosjer.”

Het internet maakt groot

In België bestaat sinds kort een officiële gedragscode voor IT-mensen, als het ware de tien geboden. Het staat bedrijven vrij deze te implementeren. Soms maakt het deel uit van de arbeidsovereenkomst, maar evengoed kan het als richtlijn opgehangen worden in het lokaal van de helpdesk.

26

Op vrij korte tijd is dus het hele bedrijfsproces, op elektronisch archiveren na, gedekt door een nieuwe set aan regels. Zo is er de wetgeving over domeinnamen, over elektronisch betalen en elektronisch geld, over de aansprakelijkheid van internet toegangsleveranciers (providers) en over elektronische handel. Het doet Van Eecke plezier om dat te zien, maar het stemt hem ook bezorgd: “Mijn indruk is dat we in een convergerende samen-

leving komen, waarbij het er niet toe doet of we iets online of in een winkel kopen. Maar een handelaar die zowel off- als online activiteiten ontwikkelt moet rekening houden met twee verschillende wetgevingen. En dat is een beetje zonde.” Moet een bedrijf daarom angst hebben van nieuwe technologie? Integendeel. Het internet opent bijvoorbeeld voor kleine bedrijven mogelijkheden die vroeger ondenkbaar waren. Van Eecke is een believer: “Ik koop mijn lenzen bij een zeer kleine firma die dankzij de lage logistieke kosten van online verkoop er toch in slaagt om een aanzienlijke omzet te halen.” Online zijn met je bedrijf is dus een must, al was het maar met een pagina waarop enkel je contactgegevens staan. Van Eecke: ”Wel zeker ook je BTW- of ondernemingsnummer vermelden, want dat is alweer een wet waaraan je moet voldoen.”

Dr. Patrick Van Eecke was een van de sprekers op het visionair seminarie “Hoe veilig is veilig?” dat op 31 mei 2005 plaatsvond op IMEC. Meer info hierover op www.imec.be /ovinter/static_news/events _nl_sem.shtml


Nieuws

Scholen zonder boeken & krijt In Arizona wordt een volledig draadloze en boekloze school geopend. De leerlingen zullen al het lesmateriaal kunnen raadplegen op hun laptops.

Straf voor een slecht rapport: een uurtje voor de computer Een studie van de Johns Hopkins School of Public Health en de universiteit van Stanford toonde aan dat kinderen die een tv hebben op hun slaapkamer slechter scoren voor taal- en wiskundetesten dan tv-loze leeftijdgenoten. De aanwezigheid van een computer in huis had het tegenovergestelde effect. Geen tv op de kamer en wel een computer in huis bleek de ideale combinatie bij de 400 geteste leerlingen.

©Eu rope an C omm issio n, 2 005

Een tip van de redactie: neem ze gewoon mee naar de universiteit. Succes verzekerd!

©SMART technologies

Dichter bij huis, in Torhout, gaat de SintRembertschool ook de digitale tour op, zij het wel op een minder drastische manier. De leerkrachten hebben het groene schoolbord geruild voor een digitaal ‘smartboard’. Je kan er met je vinger op schrijven, klikken, dubbelklikken, het kan als video- of computerscherm gebruikt worden en je kan het bord opslaan, afdrukken en naar de leerlingen emaillen.

Online verkeersdrukte volgen dankzij gsm In de Nederlandse provincie Noord-Brabant worden Vodafone-abonnees gevolgd – anoniem weliswaar – om zo de verkeersdrukte te bepalen. Het is de eerste maal dat er zo’n grootschalige proef wordt uitgevoerd met dit systeem: zowel rijkswegen, provinciale als gemeentelijke wegen worden in de gaten gehouden. Ook is het uniek omdat de informatie die door het systeem wordt verzameld online beschikbaar is voor het publiek.

Geen plofkoffer, maar plofschijf Een Brits bedrijf heeft een effectieve, maar drastische manier gevonden om te voorkomen dat vertrouwelijke computerbestanden uitlekken. De “dead on demand” (dood op commando) harde schijf van Ensconce data technology vernietigt zichzelf ‘beyond forensic recovery’ als iemand op een niet toegelaten manier toegang probeert te krijgen tot de informatie die erop bewaard is. Om het vernietigingsmechanisme te activeren, biedt het bedrijf verschillende opties, gaande van vingerafdrukherkenning tot veranderingen in temperatuur en bewegingsdetectie met gps. De prijs van het hebbeding zou variëren tussen twee- en negenduizend euro. www.ensconcedata.com

27


Agenda

Agenda

MTC-trainingsprogramma: Cursussen over micro-elektronica

TechWatch seminarie over depositietechnologie

Siliciumprocestechnologie Cleanroomtechnologie voor het maken van ¬ DOELGROEP: managers, ingenieurs en technici van bedrijven actief in de toeleverultra-large-scaleing of installatie van technische systemen die gebruikt worden in een cleanroom. integration (ULSI)-circuits ¬ DATUM: 1 december 2005 ¬ DOELGROEP: ingenieurs of managers die te maken hebben met procesontwikkeling of procesintegratie. ¬ DATUM: 14-17 november 2005 ¬ De cursus behandelt zowat alle aspecten van siliciumprocestechnologie voor deepsub-micron transistors. In de cursus wordt aandacht besteed aan fundamenten en toepassingen, maar ook aan de nieuwste technologieën en opkomende trends.

¬ De cursus start met algemene begrippen over cleanrooms voor micro-elektronica. Vervolgens worden de verschillende technische systemen in en rond de cleanroom nader bekeken: de onderdelen waaruit ze bestaan, de materialen waaruit ze zijn opgebouwd en de specificaties en normen waaraan ze moeten voldoen. De nadruk ligt op systemen in kunststof. Het theoretisch gedeelte zal geïllustreerd worden met een uitgebreide rondleiding in en om de cleanrooms van IMEC.

Voor meer informatie over het volledige trainingsprogramma van IMEC’s Micro-elektronica Trainingscentrum en over IMEC’s vrijdagseminaries (11 u. en 14 u.): www.imec.be/mtc.

Agenda

INNOVATIEFORUM: Effectief en efficiënt innoveren in KMO’s 18 oktober, Gent De Regionale Innovatie Samenwerkingsverbanden (RIS) en de Vlaamse Overkoepelende Organisatie van Technologieverstrekkers (VLOOT) organiseren in samenwerking met het IWT-Vlaanderen het innovatieforum “Effectief en efficiënt innoveren in KMO’s!”. Tijdens dit forum kunt u op één namiddag (13u – 18u30) kennis maken met:

28

¬ een aantal ‘beste praktijken’ die u moeten helpen om een doelbewuste en efficiënte innovatiecultuur in de onderneming in te voeren; ¬ de subsidieproducten van het IWT, die speciaal op maat van KMO’s werden ontwikkeld; ¬ eerstelijns adviseurs en technologieverstrekkers die u helpen en begeleiden bij de ontwikkeling van uw innovatieprojecten van idee tot succes op de markt. Meer info op www.innovatieforum.be

8 november 2005 IMEC’s TechWatch seminaries brengen bedrijven uit verschillende sectoren samen rond een bepaalde technologie die zeer dicht staat bij markttoepassingen. Op 8 november 2005 wordt het thema ‘depositietechnologie’ belicht. Depositietechnieken worden in heel wat verschillende sectoren en toepassingen gebruikt. Zo is een chip opgebouwd uit vele laagjes die met diverse depositietechnieken worden aangebracht. Moderne werktuigen en gereedschap kunnen niet zonder slijtvaste deklagen. Optische componenten zoals lenzen in cd-spelers hebben antireflectieve coatings nodig. Om maar enkele voorbeelden te noemen. Tijdens dit TechWatch seminarie zullen de evoluties op het vlak van depositietechnologie besproken worden, met speciale aandacht voor nieuwe technieken en materialen die de deur openen naar nieuwe functionaliteiten. IMEC zal zijn expertise toelichten vanuit de micro-elektronica. Gastsprekers uit verscheidene sectoren zullen hun eigen inzichten en toepassingen voorstellen. Voor meer info surf naar www.imec.be/TechWatch.


Agenda

Nu ook voor Vlaamse bedrijven!

The IMEC research-business forum 18-20 oktober, Leuven

IMEC’s jaarlijkse ARRM (Annual Research Review Meeting) is hét forum waar industrie en onderzoeksinstellingen van over de hele wereld samenkomen om technologische doorbraken en evoluties te bespreken. Dit jaar heeft IMEC ook zijn Vlaamse Bedrijvendag geïntegreerd in ARRM. Via ARRM krijgen Vlaamse bedrijven de kans om de nieuwste trends en evoluties in de industrie en in technologieën te volgen en te netwerken met collega's uit Europa, Amerika en Azië. De tweede dag van ARRM heeft dan ook als thema ‘Open Innovation in Flanders’ en is gericht op technologische evoluties en resul20 oktober 2005 – taten vanuit Open Innovation industriële toein Flanders passingen. De ochtendsessie bestaat uit workshops en seminaries, gaande van chipverpakkingen en materiaalonderzoek tot hernieuwbare energie en glasvezelcommunicatie. Na de lunch wordt ingezoomd op de commerciële mogelijkheden van deze technologieën. Sprekers uit kleine en middelgrote bedrijven vertellen hun eigen verhaal. U kan zich inschrijven voor ARRM2005 op www.arrm.be. We nodigen u ook graag uit op de intro-avond op 18 oktober met als thema ‘Industriële opportuniteiten voor nanotechnologie’.

29

Micro-elektronica: en nu?

Europa brengt nanotechnologie naar KMO’s Vanaf 1 januari 2005 heeft het Vlaamse MINT1 een Europees broertje: MINATUSE. Met dit 6-jarig project, dat door de verschillende nationale overheden gefinancierd wordt, wil de Europese Gemeenschap de transfer van micro- en nanotechnologieën naar Europese KMO’s verbeteren. Om dit doel te bereiken, wordt een netwerk samengesteld van onderzoeksinstellingen en organisaties die betrokken zijn bij technologietransfer. Tot op vandaag zijn er al 19 partners toegetreden tot dit netwerk. Vier ervan zijn Belgisch: IMEC, VITO1 en het Waalse CRIF2 en CeRDT3. Tot het takenpakket van het netwerk behoort het informeren van KMO’s over de vooruitgang die gemaakt wordt in het micro- en nanotechnologisch onderzoek. Ook zal er een mapping gemaakt worden van wat in Europa beschikbaar is op het vlak van micro- en nanotechnologie. Daarnaast zal er ook begeleiding gegeven worden aan Europese KMO’s die willen deelnemen aan Europese R&D-projecten. Met andere woorden, KMO’s zullen dankzij MINATUSE sneller toegang krijgen tot innovatieve technologieën en sneller deze technologieën kunnen implementeren in hun eigen processen en producten. Voor meer informatie over MINATUSE (en over MINT) kan u terecht bij Erik Watzeels, MINT Network Coordinator: Erik.Watzeels@imec.be of 016/28.82.14 1 VITO: Vlaams instituut voor technologisch onderzoek in de domeinen energie, leefmilieu en materialen. 2 CRIF: het Waalse kenniscentrum van de technologische industrie, op het gebied van geavanceerde materialen en kunststoffen. 3 CeRDT: centre de promotion de la R&D et de la valorisation des technologies en Hainaut.

MINT: Microsystems and nanotechnology network, opgestart door IMEC, Agoria en WTCM met steun van het IWT. Dit Vlaamse netwerk werd opgestart op 1 oktober 2004 met als doel technologieontwikkelaars en technologiegebruikers van nanotechnologie en microsystemen samen te brengen. Vandaag telt het netwerk , naast de 3 initiatiefnemers, reeds 9 bedrijven en onderzoeksinstellingen, namelijk Cochlear, FMTC, LMS International, Melexis, Polyvision, Protonic, TYCO, Umicore en VITO.

29


Vrouw Justitia

“De software-directieve is dood... lang leve de De voorbije jaren waren op zijn zachtst gezegd woelig in de wereld van de softwareoctrooien. Een Europese richtlijn deed heel wat stof opwaaien bij zowel kleine als grote bedrijven en bij voor- en tegenstanders van intellectuele eigendom (intellectual property; IP) voor software. Doordat de discussie op vele fronten werd gevoerd en niet altijd met de juiste argumenten, blijven veel betrokkenen na de strijd achter met meer vragen dan antwoorden. Vincent Ryckaert, octrooiverantwoordelijke op IMEC, helpt een aantal klassieke misverstanden uit de wereld. Vincent Ryckaert is Europees octrooigemachtigde op IMEC en gespecialiseerd in beschermbaarheid van telecom, multimedia en geautomatiseerd ontwerp. Hij doceert onder andere IP-cursussen voor KMO’s op IMEC.

Meer info: Belgische Dienst voor de Intellectuele Eigendom IP-cursussen voor KMO’s: contacteer vlaamseindustrie@imec.be

30


software-octrooien.” “Voor wie er niet dagelijks mee bezig is, bestaan nogal wat onduidelijkheden over de bescherming van intellectuele eigendom. In de eerste plaats is het al belangrijk om te weten wat je kan beschermen en wat niet. De European Patent Office (EPO) is het orgaan dat de octrooien verleent voor de meeste Europese landen (de EG-lidstaten en nog een achttal andere landen). Volgens het Europees octrooiverdrag, opgesteld door de EPO-lidtstaten, kan software ‘as such’ niet geoctrooieerd worden. Dat betekent in de praktijk dat je geen octrooi kan nemen op softwarecode, maar wel op het idee erachter (zie kaderstuk). Zeker bij kleine bedrijven die niet vertrouwd zijn met IP zorgt dit voor verwarring. Een vijftal jaar geleden stelde de EG dan ook een

Onduidelijkheid blijft na jarenlang lobbywerk over Europese richtlijn voor octrooien op software. richtlijn op voor het verduidelijken van de beschermbaarheid van ‘computer implemented inventions’. Het doel was om een situatie die al jarenlang bestond te bevestigen in een wettelijk kader. Maar al van bij het begin is er heel wat discussie over geweest. De ‘opensource’ lobby, die ijvert voor het volledig en gratis beschikbaar stellen van alle software, maakte van de gelegenheid gebruik om op allerlei fronten haar stem te laten horen. Aan

de andere kant stonden de voorstanders van intellectuele eigendom op software die ook probeerden hun agenda door te drukken. Het resultaat van al dit lobbywerk was de toevoeging van een tweehonderdtal amendementen. Die legden zoveel uitzonderingen op dat de nieuwe versie net het omgekeerde zei van de oorspronkelijke. Dat maakte de situatie zo mogelijk nog ingewikkelder: voorstanders werden tegenstanders en omgekeerd. Om een lang verhaal kort te maken: Europa hield het voor bekeken en van een eventuele richtlijn is geen sprake meer. Gevolg: beide partijen claimen nu een overwinning en de KMO’s zijn de dupe, want voor hen is de situatie nog steeds onduidelijk. Volgens mij is het belangrijk dat ook KMO’s hun grootste doorbraken en ideeën beschermen. Het argument dat octrooien te duur zijn, is maar gedeeltelijk waar. Een wereldwijd octrooi voor twintig jaar kost natuurlijk iets van een 125 000 euro. Maar dit is zelden waar

KMO’s nood aan hebben. Met een spreiding van de kosten in de tijd en een selectie van landen waar je het octrooi indient, kom je al heel ver. Een gemiddelde opzoeking om te zien of een octrooi mogelijk is, kost maar een paar honderd euro. En bescherming volstaat voor de markten waarop je actief bent. In heel deze heksenketel is het een kwestie van je goed te informeren. Probeer niet alles zelf te doen, maar neem een goed kantoor onder de arm. Hun ervaring kan je uiteindelijk veel tijd en geld besparen. Het paradoxale is dat ondanks alle inspanningen om octrooien voor KMO’s aantrekkelijker te maken, de vertaalkosten het zwaarste doorwegen. Een aanvraag kost gemiddeld duizend euro, maar voor een vertaling betaal je al snel vijf keer zo veel. Hopelijk kunnen centraliserende initiatieven zoals het Europees gemeenschapsoctrooi daar verandering in brengen.”

Octrooien op software: het kan “IMEC heeft recent een octrooi genomen op een alternatieve verwerking van beelden in een videocodering. Klassiek gebeurt dit door frame per frame beelden op te halen uit het geheugen en naar het beeldscherm te sturen. Voor draagbare toepassingen bleek het om diverse redenen efficiënter om een frame op te delen in blokken en vervolgens blok per blok in te laden. De code om dit idee uit te werken in een bepaalde programmeertaal kunnen we niet octrooieren, want die valt onder de wetgeving op het copyright. Maar dit is niet de meest solide bescherming, zeker niet wanneer je verschillende programmeertalen met elkaar moet vergelijken. Vandaar dat de mogelijkheid bestaat om het idee van blokgebaseerde beeldverwerking te octrooieren; wat we dan ook gedaan hebben.”

31


Bent u een KMO met een idee? Loopt u als KMO al een tijdje op een idee te broeden? Heeft u een innovatieplan waarvan u denkt dat het een grote impact zal hebben? Vraagt u zich af of uw innovatie uitvoerbaar is? Wil u uw dromen graag omzetten in daden? De KMO-Innovatiecel van IMEC werd speciaal opgericht om KMO’s verder te helpen met hun innovatieplannen. Onze medewerkers beantwoorden uw vragen, buigen zich over uw idee en gaan samen met u op zoek naar de juiste aanpak. Voor meer informatie hierover kan u terecht bij: vlaamseindustrie@imec.be

32 IMEC vzw Kapeldreef 75 B-3001 Leuven www.imec.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.