imec InterConnect 25 (november 2007)

Page 1

InterConnect Link naar de toekomst

MEMS – onzichtbaar aanwezig

Photovoltech: KMO in expansie

Over technologietransfers

Gluren bij de buren

n°25 | viermaan delijk s | n o v e m b e r 2 0 0 7


Voorwoord Toen er begin dit jaar een interim begon in onze groep, werd een vrijwilliger gezocht die tijdelijk naar een ander bureau wou verhuizen. Ik was meteen bereid te verhuizen: aan de overkant van de gang was er nog een plekje in de zon, met zicht op de vijver. Maar het draaide anders uit. Ik kwam terecht op een bureau zonder daglicht, bij mensen van een andere afdeling. Mijn ontgoocheling was groot in het begin, maar mijn enthousiasme na enkele weken nog groter. Het was ongelooflijk hoeveel nieuwe ideeën en samenwerkingen er ontstonden tussen onze twee groepen. We vroegen elkaar advies over onze projecten en die ‘andere’ invalshoek zorgde vaak voor verrassende resultaten. Diezelfde periode interviewde ik Swen Vyncke van Larian. Als spelontwikkelaar staan zij dagelijks voor de uitdaging om mensen met sterk verschillende achtergrond te laten samenwerken (verschillende nationaliteiten, programmeurs, componisten, designers enz.). Ik vroeg hem meteen – als ‘ervaringsdeskundige’ – waarom hij bijvoorbeeld de programmeurs en ‘artists’ niet samen op een bureau zette. “Ze hebben een andere werksfeer nodig: het werk van de programmeurs vereist stilte, de artists overleggen veel. Het zou dus niet ideaal zijn om ze samen op een bureau te zetten”, was zijn antwoord. Maar moeten we soms toch niet de minst voor de hand liggende oplossing kiezen, en uit onze gewone context treden? In de muziekindustrie leverde dit motto alvast prachtige resultaten op: Sting zingt middeleeuwse liederen (‘Songs from the labyrinth’), Pavarotti en U2 zongen ‘Miss Sarajevo’, Metallica nam met het San Francisco symphony orkest de cd ‘S & M’ op, en natuurlijk de vele voorbeelden tijdens Night of the Proms. En zo is het eigenlijk ook met technologie. IMEC en het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek hebben op het eerste gezicht niets met elkaar gemeen. Toch bleek de kennisuitwisseling over spuitdoppen – de een gebruikt het voor de reiniging van siliciumschijven, de ander voor ziektebestrijding bij landbouwgewassen – zeer nuttig te zijn. Waarom telkens opnieuw het warme water uitvinden als de buren het al gedaan hebben? Ondertussen heb ik afscheid moeten nemen van mijn uit-de-context collega’s en ben ik verhuisd naar een zonnig bureau. Een van deze ex-collega’s speelt met het idee om een demoavond te organiseren waarop procestechnologieën van IMEC ‘in de etalage’ worden gezet. En denkt u nu “Chipprocestechnologie, dat is niets voor mij en mijn bedrijf”. Doe zoals ik, en stap eens uit de gewone context. U zult verbaasd zijn van de mogelijkheden die opduiken.

Els Parton, Hoofdredacteur InterConnect

2 In t erC o nne c t

11-2007

Els Parton


Inhoud Leren van elkaar

Gluren bij de buren DSM: innovatie in het bloed

....................................................

..................................................

8

21

Draadloos verbonden Digitopia en Living Tomorrow: contactadvertenties Ultrabreedbandcommunicatie ontrafeld

Hop hop hop... multi-hop

....................................................

4

16

..................................................

.................................................

18

In de lift

Photovoltech: een zonnige toekomst voor Vlaanderen MEMS – onzichtbaar aanwezig

..................................................

................................................

14

24

Colofon Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieĂŤn, opnamen of enig andere manier, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijke uitgever: Prof. Gilbert Declerck, Algemeen directeur IMEC | Disclaimer: www.imec.be/disclaimer | Redactie: Els Parton, Koen Snoeckx, Mieke Van Bavel Concept en vormgeving: Kunstmaan.be | Voor meer informatie: Katrien Marent, Corporate Communications, 016/28 18 80, Katrien.Marent@imec.be

Voor gratis abonnement: registreer op www.imec.be

3 In te rCo n n e c t

1 1 -2 0 0 7


Op zolder Het verhaal van Digitopia begint in 2005 op de zolderkamer bij Jan Bussels thuis. Als zijn narrowcastinghobby wat uit de hand loopt en hij een netwerk van 300 krantenwinkels moet bedienen, besluit hij zijn ‘gewone’ job in de farmasector op te geven. Digitopia wordt eind 2006 opgericht. Jan Bussels: “Na het succes in de krantenwinkels, zijn we ook naar andere sectoren gaan kijken. Vandaag werken we samen met Gamma, Veritas, Mr Minit, ... Recent zijn we ook begonnen met een narrowcastingoplossing specifiek voor apothekers, waarbij de nadruk niet ligt op reclame maar

Narrowcasting Narrowcasting – als tegengestelde van broadcasting – verwijst naar het benaderen van specifieke doelgroepen via audiovisuele displays, op specifieke plaatsen en op specifieke momenten. De content is daarbij op maat van de ontvanger. Onderzoek heeft uitgewezen dat 75% van de consumenten hun koopbeslissing pas neemt in de winkel, vandaar dat het belangrijk is hen daar ook te bereiken.

4 In t erC o nne c t

11-2007


Draadloos verbonden

De tijd van de statische reclameposters is voorbij. Narrowcasting is de nieuwe trend: grote beeldschermen met blitse foto’s en filmpjes overtuigen de klant tijdens zijn winkelbezoek van een niet te missen kans. En wat als je gsm kon ‘praten’ met deze beeldschermen?

Contactadvertenties vakantie.” Sjantal Sillius, Project Manager Living Tomorrow: “We hebben eerst een uitgebreide marktstudie gedaan en we merkten dat er vandaag enkel systemen bestaan die inforSpam-winkelstraat? Neen, dank u. Vorig jaar werd Digitopia partner in Living matie ‘pushen’ naar de consument. Als mensen Tomorrow. Samen werkten ze een unieke in de buurt van een poster of bushalte komen, vorm van interactieve narrowcasting uit, geba- krijgen ze een berichtje op hun gsm met de seerd op Bluetooth. Jan Bussels: “Naast het vraag of ze bepaalde info willen ontvangen bekijken van informatie op de beeldschermen, (bluecasting). Maar beeld je in dat je door kunnen klanten nu ook informatie down- een winkelstraat loopt waarvan elke winkel loaden op hun gsm. Bij de apotheker kan het zo’n poster heeft. Je zou gek worden van de bijvoorbeeld gaan om een instructiefilmpje ‘vraag’berichtjes. Daarom hebben wij zeer “Hoe verwijder je bloedzuigers?”. Handig als bewust naar een ‘pull’, niet-spam-oplossing, je deze info op je gsm bij hebt tijdens de gezocht waarbij de consument zelf actie moet ondernemen om info op te vragen.” Dankzij de unieke samenwerking binnen Living Tomorrow, is BluePull het eerste commerciële product dat ontstaat in de schoot Door middel van bluecasting krijgen gebruikers van een gsm van Living Tomorrow samen met Bluetooth automatisch content (videoclips, reclamemet zijn partners Digitopia boodschappen, enz.) aangeboden zodra zij in de buurt en Dzine (hard- en softwarezijn van speciaal ontwikkelde beeldschermen of multiontwikkeling). mediazuilen. De telefoon moet dan wel als ‘waarneembaar’ ingesteld staan voor andere apparaten. Zoals een autoradio Sven Pauwels, IT-specialist Bij BluePull neemt de gebruiker het initiatief en kan hij niet Living Tomorrow: “De werongewenst “bestookt” worden met uitnodigingen om te downloaden. wel op het geven van objectieve informatie aan de klanten.”

Bluecasting versus BluePull

king van onze interactieve narrowcastingoplossing kan je het best vergelijken met een autoradio met ingebouwde Bluetooth-carkit waarmee je handenvrij kan gsm-en. Die carkit zal ook niet aan iedereen in de buurt met een Bluetooth-gsm vragen om een verbinding te maken. De bestuurder van de auto zal zelf zijn carkit moeten aanduiden in de lijst van Bluetooth-devices die zijn gsm herkent. Pas dan wordt communicatie tot stand gebracht tussen de gsm en de carkit en kan informatie uitgewisseld worden.” Op de markt Terwijl u dit leest, zijn de eerste testen van deze interactieve narrowcasting in ons land van start gegaan. Verschillende partners van Living Tomorrow – Volvo, Delhaize, Gamma, Vitra, Virtus, ATAG – testen het uit in hun sector en delen de ervaringen met elkaar. Sjantal Sillius: “We maken deze keer een uitzondering op het klassieke Living Tomorrow-concept en gaan het niet eerst testen in het huis. Samen met de partners brengen we het direct op de markt.” Jan Bussels: “En zo kunnen wij als kleine KMO toch een grote impact hebben op de markt. Iets wat ik een jaar geleden nooit voor mogelijk had geacht.”

5 In te rCo n n e c t

1 1 -2 0 0 7


Draadloos verbonden

Waarom Bluetooth?

©Belga

Met Coldplay op de trein

Beroemd voor 1 minuut In Nederland maakte de mobiele telecomaanbieder Vodafone zijn etalages interactief via MMS*. Voorbijgangers konden met hun gsm een foto van zichzelf doorsturen naar het beeldscherm in de etalage waarna de foto’s in alle winkels te zien waren. Klanten in andere winkels konden via sms reacties sturen. * MMS is de multimediale opvolger van SMS en staat voor Multimedia Messaging Service. Een MMS kan bestaan uit tekst, geluid, foto, video, of een combinatie ervan.

Een van de eerste bluecasting-initiatieven in Engeland staat op rekening van de Britse rockband Coldplay. Londense treinreizigers die in de buurt kwamen van een Coldplay-poster kregen een berichtje op hun gsm met de vraag of ze interesse hadden om videoclips te downloaden. Ongeveer 15% van de voorbijgangers met een Bluetoothtelefoon ging in op deze vraag. Gelijkaardige initiatieven waren er in Amsterdam voor de promotie van het programma ‘Sterren dansen op het ijs’ en in New York voor de aankondiging van televisieseries van CBS.

IMEC is kennispartner in Living Tomorrow. Vanuit IMEC’s expertise op het vlak van draadloze communicatie was IMEC aanwezig tijdens de workshops waarop Digitopia en Living Tomorrow hun idee over interactieve narrowcasting voorstelden aan de partners. In IMEC’s onderzoek voor de slimme omgeving van morgen, is draadloze communicatie een onmisbare schakel. Zo ontwikkelt IMEC de basistechnologieën voor een flexibele en energiezuinige mobiele telefoon die op een efficiënte manier gebruik kan maken van verschillende draadloze communicatiestandaarden. Het idee is immers om altijd en overal toegang te krijgen tot de gewenste informatie met één handig mobiel apparaat.

6 In t erC o nne c t

11-2007

Bij interactieve narrowcasting geef je de klant de mogelijkheid om informatie te downloaden op zijn/haar gsm. Dit kan op verschillende manieren. Je kan de info versturen via het gsm-netwerk met behulp van zogenaamde shotcodes. Dit zijn tweedimensionale barcodes waarvan de klant een foto moet nemen en doorsturen naar een bepaald nummer. Nadelen zijn dat dit betalend is en dat je een gsm met fototoestel moet hebben. Een tweede mogelijkheid is infrarood (hypertags). Je activeert dan de infraroodfunctie van je gsm en richt dit naar de infraroodbaken. Hier zijn de nadelen dat de apparaten elkaar moeten kunnen ‘zien’ en dat niet alle gsm’s zijn uitgerust met infrarood. Ten slotte kan je ook korteafstands-radiocommunicatie gebruiken en meer bepaald Bluetooth. Bluetooth is bijna standaard op elke gsm aanwezig, bv. voor draadloze communicatie tussen gsm en laptop, tussen gsm en headset enz. Het voordeel is dat het voor de klant gratis is om de info op te vragen en dat je het scherm met Bluetoothfunctie willekeurig in de winkel kan ophangen (de apparaten moeten niet in elkaars gezichtsveld staan zoals bij infrarood). Meer info: www.shotcode.com, www.hypertag.com Vanwaar komt de naam Bluetooth? Toen de Bluetooth draadloze technologie werd gecreëerd was het doel om verschillende apparaten (gsm, pda, pc) te verenigen. In die geest van vereniging verwijst de naam naar de Deense koning Harald “Blauwtand” (Bluetooth) Blatand, die Denemarken en Noorwegen met elkaar verenigde. De koning dankt zijn bijnaam aan de grote hoeveelheden bosbessen die hij at.


Nieuwtjes

Lach eens naar de camera Sony brengt fototoestellen op de markt met een opmerkelijke technologie: de Smile Shutter. Dankzij gezichtsherkenningstechnologie kan de camera lachende personen herkennen en drukt vervolgens automatisch af. Wat is de wereld toch mooi in het fotoalbum.

Nanoboom Voor al wie geïnteresseerd is in nanotechnologie is www.nanoforum.org zeker een aanrader. Leuk is de ‘nanoboom’ die je onderaan links vindt en die een overzicht geeft van de verschillende toepassingsdomeinen van nanotechnologie. www.nanoforum.org

Pull the plug Je elektrische tandenborstel doet het al en je iPod binnenkort misschien ook: draadloos opladen. Hoe mooi ook, nadeel is dat je het op te laden apparaat vlakbij de oplader moet brengen. Onderzoekers van het MIT zien het daarom groter. In plaats van met magnetische inductie te werken, gebruiken ze magnetische resonantie om energie over te brengen. De antennes van het op te laden apparaat en de energiebron worden zo ontworpen dat er alleen energieoverdracht is als de twee antennes in resonantie zijn. Op deze manier slaagden de onderzoekers erin een gloeilamp van 60W te laten branden met behulp van een energiebron die meer dan twee meter verwijderd was. Ze noemden het concept WiTricity (van wireless electricity). In de toekomst zou je dus je gsm, laptop of iPod gewoon in huis kunnen laten slingeren en worden ze automatisch opgeladen. Mensen hebben trouwens geen last van de energiebron omdat ze niet de juiste resonantie hebben. Meer info: web.mit.edu/newsoffice, zoekterm ‘Witricity’

7 In te rCo n n e c t

1 1 -2 0 0 7


Leren van elkaar

Gluren

8 In t erC o nne c t

11-2007


Ooit gedacht dat het reinigen van siliciumschijven iets te maken kon hebben met het besproeien van aardappelplanten of met de film die je op je dvd-speler bekijkt? Ook wij waren verrast door de inventieve kruisbestuivingen tussen deze verschillende sectoren.

bij de buren Bedrijf zkt technologie Je bent op zoek naar een vernieuwende technologie om het productieproces of een van de producten van je bedrijf te innoveren. Je grasduint in je persoonlijk netwerk en na enige tijd vind je ‘via via’ een persoon die je enigszins op weg helpt. Nog te weinig zoeken mensen naar een oplossing buiten hun vertrouwde sector, want, hoe begin je daar aan? Nochtans zijn er heel wat voorbeelden van producten die ontstaan zijn door een technologietransfer vanuit een andere sector. Zo hebben veel technologieën uit de ruimtevaart hun weg gevonden naar sectoren als gezondheid, afvalbeheer, telecommunicatie, textiel, automotive, navigatie, ontspanning en lifestyle. De Europese ruimtevaartorganisatie ESA heeft zelfs een apart programma opgezet om technologietransfers te kanaliseren.

Maar ook voor andere sectoren bestaan er vandaag initiatieven die je zoektocht vergemakkelijken. Tegenwoordig biedt het internet – nota bene zelf ontstaan vanuit de militaire sector – heuse marktplaatsen voor technologie en intellectueel eigendom. Het zijn netwerken die je helpen ‘bij de buren te kijken’, om de gepaste technologische oplossing te vinden, of om jouw technologie kenbaar te maken aan andere bedrijven. Het Amerikaanse Yet2.com is zo’n wereldwijde online handelsbeurs. Yet2.com, opgericht door de Vlaming Chris de Bleser, plaatst een gedetailleerde beschrijving van je technologische vinding – ongeacht de sector – anoniem in de etalage, die dan door iedereen kan bekeken worden. Maar ook in eigen land is er het IRC-Vlaanderen dat je helpt om de juiste contacten te leggen. IRC* (Innovation Relay Centres) is een Europees

initiatief dat in Vlaanderen gedragen wordt door het IWT. Het richt zich in de eerste plaats naar KMO’s, maar ook grote bedrijven, onderzoeksinstellingen en universiteiten kunnen er terecht. In dit artikel nemen we de micro-elektronicasector onder de loep, meer bepaald het productieproces voor chips. In dit domein zijn processen en producten wel heel specifiek, en voorbeelden van ‘intersectoriële’ samenwerking liggen niet dicht bezaaid. In eigen huis vonden we een aantal voorbeelden, waarvan we er hier twee meegeven. In een eerste voorbeeld ging IMEC te rade bij een andere sector, de landbouw; in een tweede voorbeeld contacteerden enkele coatingspecialisten IMEC om hun proces te optimaliseren. Benieuwd hoe ze elkaar vonden en wat ze van elkaar leerden…

9

* Meer info over IRC-Vlaanderen op www.iwt.be/irc. In te rCo n n e c t

1 1 -2 0 0 7


Leren van elkaar

Van aardappelen sproeien naar propere chips

R

einiging van siliciumschijven is een belangrijke stap in het chipproductieproces. Voor de chips van de toekomst zijn de uitdagingen enorm: uiterst kleine deeltjes (in de orde van nanometer) moeten verwijderd worden zonder de functionele structuur te beschadigen. Samen met andere medewerkers van IMEC doet Kurt Wostyn onderzoek naar efficiënte reinigingstechnieken. In een van de onderzochte methoden wordt via een spuitdop (of sproeikop) een vloeistofnevel met hoge snelheid op het oppervlak van de siliciumschijf gespoten om de onzuiverheden te verwijderen. Vergelijk het met de werking van een hogedrukreiniger. Kurt Wostyn: “Het succes van de methode hangt onder meer af van het type spuitdop, de grootte van de vloeistofdruppels en de snelheid waarmee ze het oppervlak bereiken. Maar het toestel om deze parameters te meten, hebben we niet in huis en het aankopen is erg duur. We gingen dus op zoek naar een bedrijf of instelling die ons hiermee kon helpen. Een bevriende collega van de

K.U.Leuven, zelf actief in modelleerwerk rond spuittoepassingen, bracht ons in contact met het ILVO, het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek.” Het ILVO is een wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid. Binnen het onderzoeksdomein Agrotechniek doen ze onderzoek naar onder andere het efficiënt gebruiken van beschermingsmiddelen voor gewassen. Ze onderzoeken bijvoorbeeld hoe ze het verlies van gewasbeschermingsmiddelen door wind kunnen beperken en ze onderzoeken het aanbrengen van producten in het gewas. Net als bij het reinigen van siliciumschijven spelen ook hier de snelheid en grootte van de spuitdruppels een belangrijke rol. Om deze parameters te meten, ontwikkelde het ILVO een meetopstelling die gebruikmaakt van een zogenaamde phase doppler particle analyser.**

“ Net als bij het reinigen van siliciumschijven, spelen ook bij gewasbescherming de snelheid en grootte van de spuitdruppels een belangrijke rol.”

** Techniek gebaseerd op laserstralen en lichtverstrooiing. Meer info: david.nuyttens@ilvo.vlaanderen.be of www.ilvo.vlaanderen.be

10 In t erC o nne c t

11-2007

Twee sectoren dus met in wezen eenzelfde fundamentele probleemstelling. Kurt Wostyn: “Het ILVO was bereid om ons op heel korte termijn verder te helpen. De spuitdoppen en vloeistof (water) die wij gebruiken zijn technisch gezien compatibel met hun meetopstelling, er was maar een kleine aanpassing aan het toestel nodig. Een heel aantal metingen kon met succes worden uitgevoerd. We waren ook tijdens de metingen aanwezig, zodat we onmiddellijk konden bijsturen.” Natuurlijk heeft een intersectoriële samenwerking ook zijn uitdagingen. Kurt Wostyn: “Het grootste probleem voor ons is dat de landbouwsector met heel andere types spuitdoppen werkt en dat ook de groottes en snelheden van de druppels nauwelijks vergelijkbaar zijn. Bijgevolg heeft ILVO met onze problematiek inhoudelijk weinig ervaring.” Het project is nog niet afgerond en de analyses zijn volop aan de gang. Voor ILVO was het een vorm van dienstverlening, voor IMEC’s reinigingsonderzoek is het, weliswaar ‘via via’, een positieve verkennende stap ‘over het muurtje’.


Van propere chips naar ongestoord ‘film kijken’

B

ekaert Advanced Coatings is een afdeling van de Bekaertgroep die zich onder andere bezighoudt met het coaten van spiegelmatrijzen die gebruikt worden bij het schrijven van cd’s en dvd’s. Een cruciale component in dit proces is de zogenaamde stamper, noem het een spiegelbeeldstempel die de data bevat die op de schijfjes moet komen. Hiervoor wordt de stamper in een plastiek schijfje (de dvd) gedrukt waardoor een patroon van minuscule putjes ontstaat. De stamper zelf is een nikkelschijf van zo’n 300µm dik die zich bovenop het spiegelmatrijsoppervlak bevindt. Om de stamper te beschermen en zijn levensduur te verhogen wordt dit oppervlak bedekt met een diamantachtige coating. Procesingenieurs van Bekaert Advanced Coatings stelden enkele jaren geleden vast dat er kleine onzuiverheden (grootteorde typisch 1 tot 10µm) achterbleven op het matrijsoppervlak. De onzuiverheden waren klein genoeg om de coating eroverheen te leggen, maar ze veroorzaakten kleine uitstulpingen. Die konden op hun beurt de stamper dramatisch beschadigen. Over de oorzaak van de verontreiniging tastten ze in het duister. Een zoektocht naar een goede reinigingstechniek drong zich op. Marc Sercu, procesingenieur Bekaert Advanced Coatings: “We gingen op zoek naar een bedrijf of instelling die ervaring heeft met het reinigen van spiegelgepolijste oppervlakken. We wisten dat IMEC werkt met ultrazuivere

gepolijste siliciumoppervlakken en zo kwamen we bij hen terecht. In een eerste fase van het project hebben we een aantal mogelijke reinigingsmethodes geëvalueerd op praktische implementeerbaarheid.” Een reinigingstechniek op basis van CO2 kwam als meest aangewezen kandidaat uit de bus. Projectmanager Roland Groenen: “We hebben een aantal reinigingstesten uitgevoerd die tot verrassend goede resultaten leidden. Alleen de investering om het nodige toestel aan te kopen, was op dat moment niet gerechtvaardigd. Maar we houden deze oplossing achter de hand mocht die later nodig zijn.” Maar daarmee was de oorzaak van de verontreiniging nog niet achterhaald. Marc Sercu: “IMEC had er ons al op gewezen dat we tijdens het reinigen en coaten van het matrijsoppervlak aan de lopende band onzuiverheden genereren. Maar wij hebben in huis niet de nodige apparatuur om het oppervlak na elke processtap te analyseren en kwantitatieve informatie te verzamelen. Zo kwamen we bij de denkpiste om gereinigde siliciumschijven van IMEC te onderwerpen aan een aantal van onze processtappen en die dan telkens op IMEC te analyseren. Op die manier hebben we de oorzaak van de verontreiniging kunnen identificeren en remediëren.”

de eindgebruiker. Maar we hebben er goede hoop op. Wel is het zo dat er alsmaar meer data op een optisch schijfje komt, zeker met de nieuwe standaarden Blu-Ray en HD-DVD. De huidige dvd’s hebben nu al ongeveer 1,6 gegevenssporen per micrometer. Die kleine defectjes worden dus meer en meer problematisch.” Bekaert Advanced Coatings kijkt met een tevreden gevoel terug op de samenwerking met IMEC. Nochtans was het aanvankelijk geen eenvoudige opdracht. Met expertise in dunne ultrazuivere siliciumschijven met onzuiverheden van slechts enkele nanometer groot, betrad IMEC een wereld die draait rond 2 à 3 kg staal met verontreinigingen die in de chipindustrie als ‘rotsblokken’ aanzien worden (grootteorde typisch 1 tot 10µm). Geen sprake van om deze ‘tientonners’ in IMEC’s cleanroom op te meten. Toch konden beide werelden worden verzoend: IMEC’s siliciumschijven werden onderworpen aan Bekaerts processtappen om de boosdoeners op het spoor te komen. Een mooi plaatje van hoe buren uit een verschillende sector met een beetje creativiteit van elkaar kunnen leren. p

Roland Groenen: “Het is nu natuurlijk nog afwachten of het lagere verontreinigingsniveau dat we nu halen voldoende zal zijn voor

Hebt u zelf voorbeelden van of voorstellen voor kruisbestuiving tussen verschillende sectoren? Laat het ons weten: vlaamseindustrie@imec.be

11 In te rCo n n e c t

1 1 -2 0 0 7


Nieuwtjes

‘Echte’ whisky uit Zuid-Korea Zuid-Korea gaat RFID-technologie inzetten om de authenticiteit van de inlandse whisky te controleren. Door de hoge prijs van RFID-labels zal het voorlopig enkel worden ingezet voor de flessen van 21 jaar oude whisky. Mensen zullen met hun mobiele telefoon kunnen controleren of een bepaalde fles whisky authentiek of namaak is. De RFID-tags geven ook de naam van de distilleerder en de productiedatum.

e-graf Innovatie in de uitvaartsector: het bestaat. Er bestaan zelfs wedstrijden met de ronkende naam ‘The International Funeral Awards’ waar de meest innovatieve producten beloond worden. Een voorbeeld is de digizerk, ontwikkeld in Nederland. Een beeldscherm dat werkt op zonne-energie wordt ingebouwd in de grafsteen en toont foto’s of videobeelden uit het leven van de overledene.

Sportief computeren Met de Wii Remote (draadloze controller met bewegingssensoren) slaagde Nintendo er reeds in gamers uit hun zetel te halen. Met de nieuwste Wii Balance Board zal er nog meer gezweet worden. De Balance Board is een soort weegschaal met druksensoren die je gewicht en balans kunnen bepalen, draadloos verbonden met de spelcomputer. Op deze manier kan je fitnessen, yoga doen of voetballen. Bekijk de video op www.youtube.com, zoekterm ‘Wii fit trailer’

Rekbare elektronica Een onderzoeksgroep van de Universiteit Gent ontwikkelde plooibare en uitrekbare elektronische schakelingen. De circuits kunnen zo gemakkelijk de vormen van het lichaam aannemen en gebruikt worden in intelligente kleding. De groep realiseerde ook een rekbaar circuit van LED-lampjes dat zelfs onder water werkt. Een deel van dit onderzoek werd beloond met de IMEC-prijs voor het beste afstudeerwerk in de ingenieurswetenschappen. Deze prijs werd voor de eerste maal uitgereikt aan de K.U.Leuven, de Universiteit Gent en de Vrije Universiteit Brussel.

12 In t erC o nne c t

11-2007


©Microsoft

1 kg silicium aub De kilogramstandaard bestaat uit platina-iridium en ligt in een kluis in Parijs. Maar ze is niet meer wat ze geweest is. Door veelvuldig poetsen is het blok 70µg lichter geworden. Men wil nu een bol van extreem zuiver silicium gebruiken als nieuwe standaard. Zo krijgt het materiaal dat aan de basis ligt van de succesvolle chipindustrie een nieuw leven, dat van kilogramstandaard.

Heet van de naald De eerste Europese krant op elektronisch papier is een feit en staat op naam van de Franse uitgever Les Echos. Het Nederlandse bedrijf iRex Technologies leverde de technologie onder de vorm van de iLiad. Dit is een draagbaar apparaat dat via WiFi continu draadloos updates en nieuwe informatie kan downloaden. Zo kan je bijvoorbeeld om 9u ’s avonds de editie van de volgende morgen al lezen. Een jaarabonnement, inclusief iLiad kost 769 euro. Meer info: www.irextechnologies. com

Sociaal computeren Microsoft lanceerde de Surface Computer die je het best kan vergelijken met een interactieve salontafel, te bedienen door aanraking. Deze dure salontafel (meer dan 7.000 euro) zal eerst zijn weg vinden naar hotels, restaurants en casino’s. De werking ervan is gebaseerd op ingebouwde camera’s die objecten en aanrakingen detecteren. Mark Bolger, Director of Marketing Surface Computing, demonstreert de indrukwekkende toepassingen op www.pcnews.tv (bij archief kies ‘May 2007’, ‘Microsoft touch screen table’ video 2). Voor meer technische achtergrond bekijk de video op www.youtube.com, zoekterm ‘Microsoft Surface: hands-on first look’ Meer info: www.microsoft.com/surface

13 In te rCo n n e c t

1 1 -2 0 0 7


In de lift

Hernieuwbare energie is zonder twijfel een ‘hot topic’, ook in Vlaanderen. De Vlaamse producent van zonnecellen, Photovoltech in Tienen, zag zijn businessplannen dan ook exploderen en groeide in enkele jaren uit tot een bloeiend bedrijf in continue expansie.

Een zonnige toekomst “O

ns oorspronkelijk businessplan in 2000-2001 voorspelde een productieniveau van 6 megawattpiek* die we in een tweeploegenstelsel zouden produceren,“ zegt Johan Nijs, General Manager van Photovoltech. “Maar al vrij snel na de start van de productie in 2003 zijn we overgeschakeld naar een stelsel van vijf ploegen dat een volcontinue werking garandeert. Vanaf oktober 2007 bereiken we een capaciteit van 85 megawattpiek.” Deze meer dan tienvoudige stijging ten opzichte van de eerste plannen illustreert de gigantische groeicurve die de IMEC spin-off in vier jaar tijd heeft doorgemaakt. Rozengeur Het marktklimaat was de zonnecelindustrie dan ook goed gezind het voorbije decennium. De start van Photovoltech viel samen met een haast niet te voorspellen explosie van de vraag naar hernieuwbare energie. Een en ander werd vooral in de hand gewerkt door de opkomende subsidieregelingen. In landen zoals Duitsland en Japan zetten die particulieren en bedrijven er massaal toe aan om zonnepanelen te installeren. Het maakte het leven van beginnende ondernemer Johan Nijs er alvast niet moeilijker op. “In een groeiend bedrijf moet je sowieso zorgen voor een degelijke bedrijfsstructuur en een goed bestuur. Maar het helpt natuurlijk dat je in een groeiende markt de voet tussen de deur kan steken

in plaats van in een stagnerende of dalende markt,” beaamt hij. Maar het was niet allemaal rozengeur en “zonneschijn”. De plotse wereldwijde productietoename zorgde voor een tekort op de grondstoffenmarkt. De zonnecelindustrie nam op een bepaald moment de fakkel over van de halfgeleiderproducenten als grootste verbruiker van silicium. Wereldwijd zijn er maar een handvol bedrijven die silicium met voldoende zuiverheid kunnen produceren. Die hadden enkele jaren nodig om hun eigen productiecapaciteit op te drijven. De uitbreidingsplannen van Photovoltech werden daardoor dan ook met een jaar vertraagd. Johan Nijs: “Achteraf bekeken hadden we zelfs al van bij onze oprichting een jaar vroeger moeten kunnen starten. Dan hadden we beter kunnen inspelen op het langetermijnaankopen van grondstoffen. Nu zijn we in de volle hitte van de strijd meegesleurd in de vraag van onze klanten, terwijl we zelf in een smekende positie zaten tegenover onze leveranciers. Hadden we die twee fases van elkaar kunnen scheiden, zaten we waarschijnlijk in een nog betere uitgangspositie. Maar goed, uiteindelijk mogen we niet klagen.” Aan de periode van siliciumschaarste houdt hij haast anekdotische herinneringen over: “Je had moeten filmen hoe een omgekeerde wereld zich enkele jaren geleden op beurzen afspeelde. Je zag iedereen bij manier van spreken wegvluchten van zijn klanten en naar zijn leveranciers lopen. Je kan

14

* Een doorsnee particuliere zonnecelinstallatie heeft een vermogen van 3 kilowattpiek. Met elke megawatt kan je dus een 300-tal dergelijke installaties bouwen. Een particuliere installatie dekt typisch zowat de helft van het jaarlijkse verbruik van een gezin.

In t erC o nne c t

11-2007

daar om lachen, maar het vereist wel een ingrijpende verandering van een klantgerichte naar een leveranciergerichte marketingstrategie. Photovoltech had een hele salesploeg aangenomen om voldoende afzet te garanderen. Maar op een bepaald moment moesten we ze zelfs afremmen, omdat ze meer bestellingen binnenhaalden dan we konden verwerken.” Vlaanderen boven Van een zestal pioniers dat in de jaren zeventig in de kelders van de K.U.Leuven bij het onderzoek betrokken was – waaronder de latere IMEC-oprichter Roger Van Overstraeten en toenmalig doctoraatsstudent Johan Nijs – schopte Photovoltech het ondertussen tot een bloeiende KMO met meer dan honderd werknemers. Ondanks het feit dat ruwweg 95 procent van het productievolume bedoeld is voor de buitenlandse markt, blijft het succes van de jonge onderneming in de eigen regio niet onopgemerkt. Zo viel Photovoltech in 2006 al in de prijzen als Tiense onderneming van het jaar; een erkenning van de plaatselijke Kamer van Koophandel vanwege de snelle groei en goede integratie in het lokale bedrijfsen maatschappelijk milieu. In mei 2007 volgde de titel van “Leeuw van de Export 2006, Young Exporter”, een prestigieuze award van Flanders Investment & Trade, waarbij vooral het exportgerichte karakter een belangrijke factor was.


voor Vlaanderen Dat dergelijke prijzen meer zijn dan een aangename ‘ego-boost’ kan Johan Nijs bevestigen: “Je kan de impact van dergelijke prijzen moeilijk kwantificeren. Het bepaalt natuurlijk niet rechtstreeks ons omzetcijfer. Maar ik merk toch dat het een zeker aanzien en kwaliteitslabel geeft bij de mensen die ons nog niet zo goed kennen. Het vergemakkelijkt een aantal zaken, zeker op lokaal vlak.” En laat dat lokaal vlak nu meteen ook een belangrijk aspect zijn van de nabije toekomst van Photovoltech. Johan Nijs: “We voelen nu al aan de stijgende vraag dat ook Vlaanderen en Wallonië resultaat halen uit de recente subsidieregelingen. We hopen dan ook dat het aandeel van onze productie voor eigen land toeneemt. Het is toch altijd leuk om je producten ook in je eigen achtertuin te kunnen terugvinden.” Johan Nijs hoopt dan ook dat de verkoop in België op termijn om en bij twintig procent van de omzet zal uitmaken.

Verhuizen Blijft dan nog de hamvraag voor zowat elke onderneming die nog productie – en uitbreidingsplannen – heeft in eigen land: waarom verhuist Photovoltech niet naar Oost-Europa of China? Johan Nijs: “Moesten we destijds in Oost-Duitsland gestart zijn, hadden we daar kunnen rekenen op 45% investeringssubsidies. In Tienen hebben we die niet gekregen. Maar daar tegenover staat dat de technologie oorspronkelijk op IMEC ontwikkeld is met een heel deel Vlaamse centen. Dat is misschien een minder rechtstreekse, maar daarom niet minder belangrijke vorm van overheidssteun. De Noorderkempen of Limburg waren opties in het binnenland waar ook investeringssubsidies beschikbaar waren,

“ Je zag iedereen wegvluchten van zijn klanten en naar zijn leveranciers lopen.”

Johan Nijs

maar onder andere het feit dat Tienen dichter bij IMEC ligt, was toch een belangrijke factor om ons hier te vestigen. Daarna speelt natuurlijk de ‘economy of scale’ die maakt dat je het efficiëntst kan uitbreiden op de plaats waar je je bevindt. Niets neemt natuurlijk weg dat we in de toekomst ook op andere plaatsen dan Tienen actief kunnen zijn.” Photovoltech heeft in elk geval niet de ambitie om zijn groeiscenario in een lagere versnelling te schakelen. Integendeel. Binnen een tiental jaar zou Johan Nijs met Photovoltech graag een productiecapaciteit bereiken van minstens 500 à 750 megawatt en daarmee zowat drie tot vijf procent van de wereldmarkt in handen nemen. Dat de huidige marktleiders zoals het Duitse Q-Cells en het Japanse Sharp ondertussen ook niet stilzitten, beseft hij maar al te goed: “Ik heb niet de pretentie om marktleiderschap te ambiëren, maar ben ervan overtuigd dat de markt groot genoeg is om toch een serieuze speler te kunnen worden.” p

15 In te rCo n n e c t

1 1 -2 0 0 7


Draadloos verbonden

Ultrabreedbandcommunicatie ontrafeld UWB of ultra-wideband. Deze opkomende communicatietechnologie doet her en der stof opwaaien. Maar weinig mensen weten precies hoe breed het toepassingsdomein wel is.

De definitie UWB is een verzamelnaam voor alle radiofrequentie (RF) communicatie die een bandbreedte bestrijkt van meer dan 500MHz. Dit in tegenstelling tot de klassieke manier van RF-communicatie (narrowband) waarbij smalle banden worden toegekend per signaal (denk aan de radiozenders). Dergelijke manier van signaaluitwisseling kende zijn eerste toepassing eigenlijk al in de jaren ’40 met de opkomst van militaire radar. Dat het principe momenteel aan belangstelling wint, komt grotendeels dankzij het openstellen van de frequentieband tussen 3 en 10GHz door de Amerikaanse Commissie voor Communicatie (FCC) in 1990.

16 In t erC o nne c t

11-2007

Kort nadien volgden ook Azië en Europa met gelijkaardige toelatingen. Om te vermijden dat UWB een stoorzender zou worden voor de narrowband-communicatie waarmee het overlapt, is de toegelaten signaalsterkte beperkt (40 à 50dB lager). Korte afstand, veel data De toepassing waar de meeste mensen UWB van kennen, is waarschijnlijk communicatie met hoge dataoverdracht over korte afstanden. Meest in het oog springende termen daarbij zijn draadloos USB en de volgende generatie Bluetooth. Beide maken gebruik van de WiMedia-standaard. De eerste communicatie-

chips die deze toepassingen ondersteunen zouden eind 2007 al op de markt kunnen verschijnen. WiMedia pikte de UWB-standaard op van de Zwitserse industriële standaardisatieorganisatie Ecma. Die had een UWB-standaard gedefinieerd, gebaseerd op de modulatietechniek OFDM (orthogonal frequency division multiplexing). De zogenaamde multiband OFDM waar Ecma hiervoor de mosterd haalde, was in dit domein onder het stof geraakt. De eerste pogingen om UWB te lanceren, strandden immers op een onbesliste strijd met de zogenaamde impulse radio die Freescale, de halfgeleidertak van Motorola, destijds promootte.


IMEC heeft een sterke onderzoeksactiviteit op UWB voor ultra-laagvermogen toepassingen zoals draadloze sensornetwerken. Deze activiteit wordt gecoördineerd vanuit IMEC-NL, de zusterfirma van IMEC in het Eindhovense Holst Centre. Het onderzoek leidde recent tot de eerste UWB-zender ter wereld die compatibel is met de 802.15.4astandaard. De zender werkt in een zogenaamde pulsed mode, waarbij hij zoveel mogelijk uitgeschakeld is en op regelmatige tijdstippen zoveel mogelijk data verstuurt in korte pulsen. Dankzij een extreem korte opstarttijd blijft de duty cycle van de zender beperkt tot 3%. Met andere woorden verbruikt de chip slechts 3% van de tijd stroom. Hierdoor is het vermogenverbruik (0.65mW tot 1.4mW voor 1Mbit/s) beduidend lager dan dat van de bestaande narrowband oplossingen.

IMEC en UWB In het kader van het onderzoeksprogramma voor ‘technologieën voor de gsm van de toekomst’ kijkt IMEC ook naar UWB (en 60GHz) voor toepassing in zogenaamde ‘software-defined radios’. Dit zijn radiochips die zich flexibel kunnen aanpassen aan meerdere standaarden. Dit in tegenstelling tot de huidige oplossingen die specifiek geprogrammeerd en ontworpen zijn voor een standaard of een beperkte selectie. IMEC bekijkt of dergelijke flexibele radiochips in de toekomst ook UWB en 60GHz communicatie moeten ondersteunen en hoe dat technisch haalbaar is.

Automobielindustrie Wie draadloze netwerken over korte afstand zegt, denkt misschien in de eerste plaats aan netwerken in de buurt van een pc of aan sensoren op het lichaam. Nochtans zou de automobielsector weleens een van de belangrijkste afzetmarkten kunnen zijn voor dit soort technologie. Denk maar aan intelligente systemen die de afstand tussen voor- en achterliggers bepalen. Of verkeersborden die naar voorbijrijdende wagens draadloos informatie doorsturen over de staat van het wegdek of eventuele filevorming. Welke technologie voor welke toepassing zal gebruikt worden, is nog verre van duidelijk, maar experts houden alvast een oog op de markt.

60GHz: de volgende generatie Ook communicatie in de 60GHz frequentieband wordt door sommigen aanzien als UWB, omdat ook hier de gebruikte band breder is dan 500MHz. Anderen beschouwen het dan weer niet als UWB, omdat 500MHz in verhouding tot de operationele frequentie niet echt als ‘ultra-breedband’ kan beschouwd worden. Waar weinig twijfel over is, is dat 60GHzcommunicatie een groot potentieel heeft om in de toekomst een alternatief te bieden voor de ‘klassieke’ UWB-communicatie om over korte afstand veel data door te sturen. Bij 60GHz spreken we dan over enkele Gigabits per seconde (in vergelijking met maximaal enkele honderden Megabits per seconde

voor draadloos USB en de nieuwe generatie Bluetooth). Grootste uitdaging voor 60GHzcommunicatie is om de technologie drastisch goedkoper te maken. Minder data, extreem laag verbruik Een minder bekende toepassing van UWB is die voor communicatie met een extreem laag vermogenverbruik, weliswaar met beperkte dataoverdracht. Insiders spreken over de recente IEEE 802.15.4a-standaard die hoogstwaarschijnlijk door de Zigbee-alliantie zal worden overgenomen. Zigbee is het laagvermogen alternatief voor bijvoorbeeld Bluetooth en WiFi. Deze versie van UWB heeft onder andere een groot potentieel voor draadloze

sensornetwerken die een lange autonomie vereisen. Het belangrijkste verschil met het bestaande Zigbee-protocol en andere laagvermogen communicatie is de mogelijkheid om aan positiebepaling te doen. Bijvoorbeeld asset tracking (vb. voor magazijnbeheer) en indoor-gps worden daardoor mogelijk. Deze ‘ranging’ functionaliteit was ook een van de sleuteleigenschappen die Zigbee overhaalde om de UWB-standaard te bekijken, samen met de flexibele dataoverdracht (0,11Mb/s tot 27,5Mb/s) en het feit dat het vermogenverbruik tot een factor honderd lager kan liggen en toch een relatief groot bereik gehaald wordt. p

17 In te rCo n n e c t

1 1 -2 0 0 7


“De markt was er niet klaar voor”: je hoort het wel eens van een bedrijf dat op de fles gaat of een product dat de verwachtingen niet inlost. Om dat te vermijden, liet Niek Van Dierdonck zijn idee voor draadloze sensornetwerken twee jaar rijpen om vervolgens met Ubiwave de markt te veroveren. De recente overname die resulteerde in een gloednieuw bedrijf, GreenPeak, betekent voor hem niet het einde van Ubiwave, maar stap twee in de realisatie van zijn droom.

Hop hop hop… E

en meshof multi-hop netwerk: twee Engelse termen die voor heel wat mensen als Chinees in de oren klinken. Om duidelijk te maken waarover het gaat, sluit Niek Van Dierdonck zijn laptop aan en tovert een aantal zwarte doosjes uit een demokoffer. Op het scherm van de laptop, die dienst doet als basisstation, verschijnt een grondplan van een gebouw. Zodra hij een eerste doosje aanschakelt (een draadloze temperatuursensor), verschijnt het met een identificatienummer op het scherm. Hetzelfde gebeurt bij een tweede sensor en het schema geeft meteen ook aan dat beide zowel met elkaar als met de laptop in verbinding staan. Na vijf sensoren vertoont het scherm een soort spinnenweb – of mesh – van lijnen die alle mogelijke verbindingen weergeven. Niek Van Dierdonck: “Een groot probleem bij draadloze communicatie is de betrouw-

18 In t erC o nne c t

11-2007

baarheid van het kanaal. Het is niet altijd eenvoudig om de informatie van de sensor tot bij het basisstation te krijgen. Afhankelijk van de obstakels die in de weg staan en de afstand die je moet overbruggen, haal je het niet of verbruik je enorm veel energie. Ons netwerkprotocol is daarom gebaseerd op een intelligent ‘multi-hop’ systeem waarbij elke sensor als tussenstation kan fungeren. Als een sensor uitvalt of niet bereikbaar is, neemt een andere het over. Op deze manier kan je toch een betrouwbaar kanaal garanderen, zonder extra vermogenverbruik.”

en alles wat met netwerken in het huis en op het lichaam te maken heeft. Een tweede grote groep bevat de industriële en commerciële gebouwen zoals kantoren, hotels en winkels. Een derde categorie is de industriële procesautomatisering waarbij sensoren gebruikt worden in een machinepark. Overname Dat de ideeën niet alleen op papier aanslaan, blijkt uit de cijfers. Met zeventien werken ze ondertussen bij de KMO uit Zele. De afgelopen drie jaar zagen ze de omzet telkens verdrievoudigen. Honeywell, Atlas Copco en Telindus: het zijn maar enkele van de mooie namen die op de klantenportfolio prijken. In juli 2007 zette Ubiwave een belangrijke volgende stap in zijn jonge geschiedenis. Het Nederlandse halfgeleiderbedrijf Xanadu Wireless legde een bedrag

“ Als we een kwartiertje brainstormen, hebben we een A4 vol mogelijke toepassingen voor onze technologie.”

Allemaal leuk, denken we, maar wie zit erop te wachten? Niek Van Dierdonck: “Als we een kwartiertje brainstormen, hebben we een A4 vol mogelijke toepassingen voor onze technologie.” Ruwweg ziet hij drie grote toepassingsdomeinen. Een eerste is domotica


Draadloos verbonden

multi-hop op tafel dat de beheerders van Ubiwave kon overtuigen om een acquisitie toe te staan. Begin oktober pakte het nieuwe bedrijf uit met een aangepast logo, naam en productportfolio. Onder de naam GreenPeak wil het zich sterk profileren in de markt van volledig autonome technologieën gebaseerd op de IEEE 802.15.4-communicatiestandaard. “Xanadu Wireless was een leverancier van ons. Uit onze contacten bleek al snel dat we veel van elkaars technologie konden leren. Zowel Xanadu Wireless als Ubiwave heeft een sterke patentportfolio voor laagvermogentoepassingen,” verklaart Niek Van Dierdonck. “De overname, die er kwam onder sterke impuls van de investeringsmaatschappij GIMV, was een ideale manier om onze sterktes te verenigen in een gezamenlijk credo.”

Het lijkt haast alsof een glazen bol Niek Van Dierdonck toonde waar het gat in de markt te vinden was toen hij zijn oorspronkelijk vierkoppige bedrijf startte. De ware toedracht is dat het vooral om goed ondernemerschap ging. De eerste aanzet voor zijn idee ontstond op de CEBIT-beurs in ‘99, toen hij nog in dienst was voor IMEC. Als uitgangspunt voor zijn nieuwe ideeën vertrok hij van de beperkingen van de Bluetoothen WiFi-standaarden die toen opkwamen. Hij dacht verder dan de voor de hand liggende toepassingen zoals oortjes voor een gsm of draadloze verbindingen tussen toetsenbord en pc. Niek Van Dierdonck: “Als ik met klanten praat, komen twee eisen altijd terug: betrouwbaarheid en installatiegemak. Een WiFi-netwerk opstellen is vaak geen sinecure en vereist soms omgevingsmetingen en netwerksimula-

“ Betrouwbaarheid en installatiegemak komen altijd terug in de eisen die onze klanten stellen aan de technologie.”

Niek Van Dierdonck ties. Draadloze sensortoepassingen wil je in principe zelf installeren, of laten installeren door een elektricien. Je mag van die mensen niet verwachten dat ze eerst een cursus netwerkbeheer gaan volgen. Automatische installatie en herconfiguratie (‘self-forming’ en ‘self-healing’) bekleden dan ook een centrale plaats, zoals trouwens al duidelijk werd uit de demo. Maar zelfs met dit inzicht in de markt en ideeën voor een aangepaste technologie moest Niek Van Dierdonck een tijdje op zijn honger blijven zitten. Nadat hij in 2000 zijn eerste businessplan opstelde, bleek uit het marktonderzoek dat er te weinig vertrouwen was in de technologie om een voldoende afzet te garanderen. Het plan ging in de kast en pas in 2003, na een nieuwe marktanalyse, kon hij aan zijn grote droom beginnen. Een droom die begon bij Ubiwave en zich verder zal zetten in GreenPeak. Golfbeweging Met GreenPeak zet niet alleen de onderneming, maar ook de technologie een logische

19 In te rCo n n e c t

1 1 -2 0 0 7


Draadloos verbonden

volgende stap. Niek Van Dierdonck: “Omdat onze klanten verwachten dat niet alleen de datakabels verdwijnen, maar ook de stroomkabels, hebben we van laagvermogentoepassingen onze specialiteit gemaakt.” Hij legt uit dat de netwerken daarom werken in een soort van gesynchroniseerde slaaptoestand. Niek Van Dierdonck: “Een sensor laten ‘luisteren’ of hij informatie moet doorsturen of ontvangen, vraagt bijna evenveel energie als het zenden op zich. De klassieke oplossing is om het toestel zoveel mogelijk uit te schakelen. In een multi-hop netwerk zorgt dat voor een extra complexiteit. Je moet een soort golf teweegbrengen waarbij de naburige sensoren min of meer gelijktijdig aan- en uitstaan, omdat ze elkaars tussenstation vormen. Bovendien moet je self-healing garanderen, een extra parameter bij het programmeren van die golfbeweging.” Omdat het verbruik op die manier laag gehouden wordt, hoeft de sensor niet aan het elektriciteitsnetwerk te hangen. Niek Van Dierdonck: “Pas als de batterijen volledig verdwijnen, of langer meegaan dan de sensor zelf, kunnen we spreken van een onderhoudsvrij mesh-netwerk. Afhankelijk van de toepassing is een autonomie van een tot twintig jaar vereist.” Ideaal zou zijn om de sensor elektriciteit te laten opwekken uit de omgeving. Dat kan met zonnecellen of met zogenaamde

20 In t erC o nne c t

11-2007

Nodig eens een CEO uit In de vorige InterConnect hadden we het al over de creatieve economie. Drijvende kracht in Vlaanderen, Flanders DC, zorgt ervoor dat iedereen er nu toegang toe krijgt. Het stelde vijftig zogenaamde ‘Flanders DC Fellows’ aan, creatieve Vlaamse ondernemers die er op uit trekken met hun inspirerend verhaal. Ook Niek Van Dierdonck staat op de lijst met 'uitverkorenen'. Niek Van Dierdonck: "Voor mij is creativiteit een soort 'levensenergie'. Het gaat verder dan 'ingenieurscreativiteit'. Een goede graadmeter zijn mensen die dagdagelijkse problemen op een snelle manier kunnen oplossen. Elke vacature die we uitschrijven bevat als vereiste 'niet te dogmatisch zijn', want dat staat in zekere zin tegenover creativiteit. Ik merk ook dat mensen die interesse hebben om bij ons te werken die eigenschap sowieso bezitten. Als we vijftien mensen over de vloer krijgen bij een sollicitatie-evenement, zijn het net die drie waar we zelf ook iets in zagen die achteraf spontaan solliciteren."

Wil je het verhaal van Niek Van Dierdonck, of van een van de negenenveertig andere ondernemers, horen in jouw bedrijf, school of instelling? Surf dan naar www.flandersdc.be en reserveer de

energy harvesters. Die zetten als een soort microgenerator trillingen of warmte om in elektrische stroom. GreenPeak optimaliseert het technologieplatform dan ook om batterijloze toepassingen te ontwikkelen. p

ondernemer van je keuze.


Leren van elkaar

Innovatie in het bloed ‘Top innovators’ hebben een vijftal gemeenschappelijke eigenschappen. Bij de Nederlandse multinational DSM hebben ze dat maar al te goed begrepen en proberen ze er hun hele bedrijfscultuur mee te injecteren.

T

weeëntwintigduizend mensen in vijftig landen enthousiast maken voor eenzelfde doel: dat is de ambitieuze taak die de Nederlandse chemiereus DSM op zich heeft genomen. Onder de noemer ‘Vision 2010’ zet het de opmars door van log overheidsbedrijf naar innovatieve wereldspeler. In de tien jaar die ‘Vision 2005’ en ‘Vision 2010’ bestrijken was de macrostrategie in de eerste helft om uit de petrochemie te stappen en in de tweede helft om het innovatief vermogen te versterken. Chief Innovation Officer Rob van Leen: “Innovatie is iets dat altijd al heeft plaatsgevonden in het bedrijf, maar nog nooit op deze schaal. Het klassieke businessmodel van DSM richtte zich vooral op ‘operational

21 In te rCo n n e c t

1 1 -2 0 0 7


excellence’. Met andere woorden het steeds beter worden in wat je altijd al gedaan hebt. Nu willen we naar een businessmodel dat meer risico’s neemt en waar een heel nieuwe cultuur voor nodig is. Dat is moeilijker dan een stuk van je bedrijf eraf halen en er een ander bijzetten. Om deze drastische ommezwaai te ondersteunen, bracht DSM een aantal bestaande afdelingen samen in een zogenaamd ‘Innovation Center’. Zo werd de octrooiafdeling overgeplaatst vanuit R&D en verhuisden de licentiemensen vanuit Business Development naar dit Innovation Center. Als versterking richtte de innovatiecel voor een viertal nieuwe markten ook een zogenaamde ‘EBA’ op, of emerging business area. Rob van Leen: “Die groepen zijn nog in opbouw. De kleinste bestaat uit een drietal mensen en de grootste uit een vijftiental. Maar ze hebben een impact op soms wel honderden mensen in de organisatie. Omdat die in de hiërarchie niet rechtstreeks onder hen staan, vormen ze een perfecte illustratie van de meer virtuele bedrijfsstructuur waar we naartoe moeten.” Rob van Leen overloopt de vijf eigenschappen van ‘top innovators’ die DSM volgens hem moet nastreven om de operatie te doen slagen. Zichtbaarheid en engagement van het topmanagement De langetermijnstrategie van DSM wordt in grote mate gebaseerd op een vijfjaarlijkse corporate strategy dialogue. Een proces waarbij mensen op het directieniveau een aantal

22 In t erC o nne c t

11-2007

specifieke trends verzamelen die volgens hen belangrijk zijn voor de onderneming. Op het allerhoogste niveau, de top-30 van het bedrijf, wordt op basis van al deze stromen een consensus gezocht over de macrostrategie die DSM vanaf dan zal volgen. Rob van Leen: “Vijf mensen aan de top van een onderneming kunnen allerlei zaken willen, maar topmanagement gaat in deze context een stap verder. De uitgestippelde strategie moet gedragen worden door iedereen die een significante operatie stuurt. Het zijn namelijk net die mensen die de macrostrategie moeten vertalen naar hun werknemers. De grote uitdaging bij DSM is dat de mensen op dat niveau net allemaal opgegroeid zijn in de, zeg maar, ‘oude’ traditie. Gelukkig zit dit overleg heel goed ingebakken in de bestaande vergaderstructuren. Ik heb bij mijn vorige werkgevers nooit een dergelijk gestructureerd proces gezien.”

– vrij abstract – als ‘gezondheid en welzijn’ of ‘milieu en hernieuwbare producten’. Rob van Leen: “Bedoeling is om ze op elk niveau in de onderneming te vertalen naar meer specifieke thema’s, zoals de ‘connecting people’ van Nokia. Ik merk wel dat dit conceptueel erg aanslaat, maar dat de praktische invulling moeilijker is in een business-to-business (B2B) omgeving. En laat DSM nu net een typisch B2B-bedrijf zijn. Toch zie ik het wel van de grond komen dat ook in deze omgeving dergelijke technieken hun ingang gaan vinden.”

“ DMS maakt de overgang van ‘not invented here’ naar ‘proudly found elsewhere’”

Gemeenschappelijke thema’s Ambitieuze en inspirerende thema’s zijn een belangrijk instrument om je boodschap over te brengen. Zowel bij klanten als werknemers helpen ze een ‘vereniging van gedachten’ te creëren, zoals Rob van Leen het noemt. Van zodra de macrostrategie vastligt, worden bij DSM dan ook een aantal overkoepelende thema’s vastgelegd. Op hoog niveau klinken die

Ook intern spelen de thema’s een belangrijke rol. Rob van Leen: “Ik geef toe dat vooral mensen in businessmanagement vaak de indruk geven dat ze weinig boodschap hebben aan het interne effect van gemeenschappelijke thema’s. Maar ook zij moeten de mensen onder hen proberen warm te maken voor een verhaal. Ik ben ervan overtuigd dat dit soort gemeenschappelijke thema’s daarbij kan helpen. Ook een procesoperator die nog steeds dezelfde spullen staat te maken als twintig jaar geleden zal misschien zeggen: ‘mooi verhaal, maar mij raakt het niet’. Maar we proberen het alleszins ook tot bij hem te krijgen. Ook al zit je in een positie waar innovatie minder voor de hand liggend is, daar wordt vaak het geld gegenereerd om aan de


Leren van elkaar

Rob van Leen was een van de sprekers tijdens het Visionair seminarie “De smaak van de verandering” dat netwerkorganisatie Leuven.Inc en IMEC op 5 juni 2007 organiseerden.

andere kant van de onderneming innovatie vorm te geven.” Externe focus Rob van Leen: “DSM werkte al samen met universiteiten en instituten, maar leed toch te veel aan het ‘not invented here’ syndroom. We proberen mensen dan ook uit te leggen dat het geen schande is als iemand anders in de wereld iets bedacht heeft. 99% van de innovatie gebeurt nu eenmaal buiten je eigen firma. Het zou verwonderlijk zijn moest daar nooit iets tussen zitten dat in je strategie past. Dat laten liggen, zou eerder een schande zijn.” Om deze houding te ondersteunen, breidde DSM bijvoorbeeld de licentiegroep uit, zodat die zich ook meer kan bezighouden met het nemen van licenties en niet alleen het ‘verkopen’ ervan. Er werd ook een venturing club opgericht om deel te nemen in startups in voor DSM interessante gebieden. Rob van Leen: “We hebben zowat twintig directe investeringen in startups en deelnames in een stuk of acht fondsen. We zien honderden bedrijven per maand langskomen en kijken of hun idee bij ons past.” Meestal neemt DSM een minderheidsaandeel in een potentieel interessant bedrijf om van dichtbij de ontwikkeling van idee naar business te kunnen volgen. Van zodra de acti-

viteiten van de startup voldoende interessant blijken, gaat DSM eventueel over tot een acquisitie. Of zoals Rob van Leen het zelf noemt, de overgang naar ‘proudly found elsewhere’. Projectbeheer van begin tot einde Zoals je enkele jaren geleden ‘de nieuwe’ man had, bestaat er nu zoiets als ‘de nieuwe werknemer’. Mensen die technisch en economisch inzicht combineren met leidinggevende en sociale capaciteiten, zijn goud waard in een onderneming. Rob van Leen: “Als vroeger een onderzoeker een ‘geinig’ idee had, werd dat overgenomen door, of erger nog, over de schutting gegooid naar een marketeer. Daardoor werden dingen uitgevonden waar de markt helemaal niet op zat te wachten. Terwijl de marketeers dachten: ‘waarom vinden die gasten nooit eens wat uit waar wij wat aan hebben’. Dat proces is ondertussen in de meeste goed geleide ondernemingen wel aan elkaar verbonden, maar het is nog steeds lastig om iemand te vinden die dat van bij het begin overziet en het ook kan sturen.” DSM probeert mensen voor dergelijke sleutelposities dan ook zoveel mogelijk binnen het bedrijf op te leiden. Elke drie jaar wordt

“ Vijf mensen aan de top van een bedrijf kunnen veel willen, maar het niveau eronder moet het wel in de praktijk willen vertalen.”

met de werknemers een duidelijk carrièrepad vooropgesteld. Rob van Leen: “R&D’ers met het profiel en de ambitie om projecten op te volgen, laten we bijvoorbeeld een tijdje in de verkoop werken. Meestal zijn een tweetal uitstapjes nodig op andere plekken in de onderneming voordat je zeg maar een integrale functie hebt.” Gemeenschappelijke taal Rob van Leen: “Als je over dit soort thema’s communiceert, is het belangrijk dat iedereen dezelfde terminologie gebruikt. Bijvoorbeeld als DSM zich tot doel stelt om een miljard extra omzet te halen uit innovaties, moet van bij het begin voor iedereen duidelijk zijn wat daar wel en niet onder valt. Maar het gaat verder dan enkel terminologie. In samenwerking met een studiebureau hebben we een soort voetafdruk gemaakt van de onderneming waarin de sterktes en zwaktes van elke groep naar voor komen. Het heeft geen zin dat iemand het wiel gaat heruitvinden, dus op die manier kunnen groepen leren van elkaars best practices. Ook dat valt onder common language.” Bij wijze van afsluiter wil Rob van Leen nog kwijt dat het bovenstaande natuurlijk de ‘harde zijde’ is die je al bij al relatief eenvoudig kan installeren. Maar, zo verzekert hij ons, als je een onderneming intrinsiek innoverend wil maken, moet je de hele cultuur veranderen. Daar is een blijvende inzet en geduld voor nodig. Voor DSM zal het alvast niet tegen 2010 afgerond zijn. p

23 In te rCo n n e c t

1 1 -2 0 0 7


MEMS-speeltjes Eind vorige eeuw werd met Sony’s robothond AIBO (artificial intelligence bot) het eerste speelgoedje met ‘MEMS inside’ een feit. Door de aanwezigheid van tal van MEMSsensoren om beweging, rotatie, warmte en druk te meten, kon de artificiële hond enige emotie tonen. Hoe leuk het ook was, een massaproduct werd het niet. Logisch met een kostenplaatje van zo’n 2.500 euro. Later inspireerden films als Harry Potter en Lord of the Rings de creatievelingen van Magic Labs om een magisch toverstokje op de markt te brengen. MEMS-versnellingsmeters bevelen het ontwaken van de stok en meten het bewegingspatroon op. Bij bepaalde bewegingen – lees: bezweringen – wordt een specifieke lichtstraal uitgestuurd. Meer succes had de intrede van MEMS in handbedieningen van computerspelletjes. Voor het eerst konden de bewegingen van de speler relatief worden opgemeten, zodat de speler niet langer aan een vast opgestelde joystick werd gekluisterd. De nieuwste spelcomputer van Nintendo, bij kenners bekend als de ‘Wii’, gaat nog een stap verder. Via verschillende sensoren, waaronder een drie-assige versnellingsmeter, wordt de stand van de Wii-afstandsbediening ten opzichte van de televisie gemeten. Hierdoor kan je computerspelletjes aansturen door de afstandsbediening te bewegen. Je afstandsbediening wordt als het ware een tennisraket, vishengel, autostuur of dirigeerstokje.

24 In t erC o nne c t

11-2007

MEMS –


In de lift

onzichtbaar aanwezig Ze zijn ontiegelijk klein, robuust, goedkoop en zuinig. Ze geven elektronica ogen, handen en voeten. Hun marktpotentieel is enorm. Hun naam: micro-elektromechanische systemen, kortweg MEMS. Chris Van Hoof, programmadirecteur geïntegreerde systemen bij IMEC, verduidelijkt. Machines zo klein als zandkorrels De tijd dat we chips alleen inzetten om logisch te denken of informatie op te slaan, ligt ver achter ons. Al enkele decennia worden ook niet-elektronische functies op een chip geïntegreerd. Piepkleine mechanische of optische elementen vervullen de rol van sensor of actuator en worden samen met het geïntegreerd circuit vervlochten tot een geminiaturiseerd intelligent systeem, niet groter dan een korrel zand. We spreken van MEMS of micro-elektromechanische systemen, al is die terminologie te eng. Chris Van Hoof: “De eerste MEMS werden ontwikkeld sinds de jaren ‘60. Een typisch voorbeeld is de versnellingsmeter. In zijn eenvoudigste vorm bevat hij een minuscuul veersysteem, geëtst in silicium, dat bij een verandering van snelheid wordt verbogen. Hierdoor verandert de capaciteit van een condensator en die verandering is een maat voor de versnelling. Het systeem is veel kleiner en gevoeliger dan zijn ‘antieke’ macroscopische evenknie. In deze toepassing is er wel degelijk sprake van een elektromechanische component. Maar in sommige toepassingen is

er bijvoorbeeld louter een mechanisch onderdeel of wordt de MEMS-component gebruikt als vloeistofkanaaltje. Terwijl de Amerikanen al die systemen ‘MEMS’ noemen, hanteren de Europeanen doorgaans een veel ruimere term, namelijk microsysteemtechnologie.” Een gamma van producten MEMS vinden we vandaag terug in heel diverse producten. Een eerste groep van toepassingen zijn de ‘kinematische’ MEMS die bewegende onderdelen bevatten. Naast de versnellingsmeter vinden we er ook de gyroscoop, zijn complexere broertje, dat dient om centrifugale krachten te meten. Chris Van Hoof: “Terwijl de MEMS-markt aanvankelijk een nichemarkt was, vinden we deze MEMSsensoren meer en meer terug in allerlei consumentenproducten. Dankzij hun kleine afmetingen, geringe gewicht, laag energieverbruik en lage kostprijs vervangen ze stilaan de traditionele sensoren. Een van de eerste en meest verspreide commerciële toepassingen van MEMS is trouwens de versnellingsmeter als aansturing van de airbag. Maar ook in navi-

gatiesystemen, antidiefstalsystemen, schoksensoren, joysticks, Apple’s iPhone zitten tegenwoordig versnellingsmeters en/of gyroscopen. In de iPhone zorgt een meer-assige versnellingsmeter ervoor dat de informatie op het scherm van de gsm automatisch in portrait of landscape zichtbaar is, afhankelijk van hoe je het in je hand houdt. In de nieuwste tablet-pc’s zal het gebruik van versnellingsmeters weldra de klassieke muis en het toetsenbord overbodig maken. De gebruiker moet enkel nog de mobiele pc bewegen (het scherm draaien, de pc heen en weer bewegen…), de sensor detecteert deze beweging en speciale software vertaalt ze naar het computerscherm.” Volgens de makers zou dit in de smaak kunnen vallen bij oudere of mindervalide gebruikers. Of in situaties waar het moeilijk is een toetsenbord te bedienen, zoals in een overvolle trein. Een andere massatoepassing van MEMS zijn inkjetprintkoppen, waar MEMS microscopische hoeveelheden inkt naar de juiste positie van het blad pompen. Chris Van Hoof: “Zowel

25 In te rCo n n e c t

1 1 -2 0 0 7


In de lift

Voetballen in de mist De ontwikkeling en productie van volumeproducten is doorgaans in handen van grote bedrijven en multinationals. Maar er zijn ook veel kleinere spelers actief, waaronder een groot aantal KMO’s en startups. Zij richten zich vooral op innovatieve ontwikkelingen voor nichetoepassingen. Chris Van Hoof: “MEMS ontwikkelen is dikwijls nog als voetballen in de mist, soms weet je zelfs niet of er wel een goal is. Al zijn er ook genoeg voorbeelden bekend van kleinere bedrijven die echt op de markt konden doorbreken.” De niet-gekoelde bolometers die XenICs aanbiedt, zijn een voorbeeld van een succesproduct op basis van MEMS. Ze worden gebruikt als detector in thermische camera’s.

Chris Van Hoof

automotive toepassingen als inkjetprintkoppen zijn jarenlang de grootste drijfveren geweest voor de verdere ontwikkeling van MEMStechnologie.” In de lift Vandaag duiken er vele andere toepassingsdomeinen op die meer en meer aan belang winnen. Zij zullen de indrukwekkende groei van de MEMS-markt nog versterken. Kenners voorspellen dat die weldra het dubbele zal bedragen van de groei van de ganse halfgeleidermarkt. Chris Van Hoof: “Sterk opkomend zijn de RF-MEMS en de bio-MEMS. Met RF-MEMS kunnen een heel aantal componenten zoals hoge-kwaliteitsspoelen, schakelaars, regelbare capaciteiten en circuits zoals regelbare banddoorlaatfilters worden gerealiseerd. Het is uitkijken naar het gebruik van RF-MEMS-schakelaars in gsm’s of andere draagbare elektronica. Vooral hun laag

26 In t erC o nne c t

11-2007

vermogenverbruik is een belangrijke troef ten opzichte van bestaande schakelaars.” In de biomedische sector zien we MEMS opduiken in allerhande toepassingen: als neurale probes voor hersenonderzoek, vloeistofgeleiders voor DNA- of proteïnedetectie, versnellingsmeters in pacemakers… Wat zeker ook het vermelden waard is, is het gebruik van MEMS in zogenaamde energy scavengers, kleine autonome systemen die energie halen uit hun omgeving (warmte, trillingen, zonlicht…) en die omzetten in elektrische energie. Spiegeltje, spiegeltje Een van de grootste succesverhalen zijn de bewegende microspiegels van Texas Instruments (TI). Deze multinational heeft een ingenieuze digitale chip ontwikkeld om beelden te projecteren. Chris Van Hoof: “De chip bestaat uit een logische schakeling waarboven een rechthoekig raster van zo’n miljoen

scharnierende MEMS-microspiegeltjes gemonteerd is. In het projectiesysteem worden rood, groen en blauw licht alternerend op het spiegelraster geprojecteerd. In respons op een binnenkomend videosignaal kunnen de individuele spiegeltjes dan aan- en uitschakelen tegen een snelheid van 5.000 keer per seconde. Het licht dat zij reflecteren wordt door een lens op een scherm geprojecteerd. De ontwikkeling liep zeker niet van een leien dakje en betrouwbaarheid speelde hierin een grote rol, maar TI is er in geslaagd om alle problemen te overwinnen.” Het is een knap staaltje van architecturale innovatie waarbij een heel nieuwe technologie wordt ontwikkeld. Van MEMS naar NEMS Wanneer MEMS verkleind worden naar nanometerdimensies, komen we in het vaarwater van de NEMS, de nano-elektromechanische


MEMS-’fabrieken’

systemen. Wereldwijd worden de mogelijkheden van deze NEMS verkend. Chris Van Hoof: “Het verder verkleinen van de MEMS die we nu kennen, is helemaal niet evident. Een onderzoekscentrum in Frankrijk heeft onlangs een mooie versnellingsmeter gemaakt met onwaarschijnlijk kleine afmetingen. Maar de capaciteit en de capaciteitsverandering die hierin worden gegenereerd, zijn zo klein dat de elektronica ze niet eens kan uitlezen. Daarbij zijn de technologieën die nodig zijn om zo’n kleine componenten te maken aan de dure kant. We verwachten daarom dat NEMS vooral voor meer exotische en exploratieve toepassingen zullen gebruikt worden, zoals medische diagnostiek en therapeutica. Hier kan de mens silicium ontmoeten op een zeer indringend niveau. Niet alleen onderzoeksmiddens maar ook bedrijven dromen van deze oplossingen. p

© www.mems.sandia.gov

Grote bedrijven zoals Bosch of Analog Devices hebben een eigen fab waar zowel chips als MEMS gemaakt worden. Nochtans kan niet alle apparatuur voor beide doeleinden worden gebruikt. MEMS bevatten doorgaans materialen zoals metalen die, eens ingebracht in de apparatuur, later de chips tijdens hun productie kunnen verontreinigen. Momenteel wordt wereldwijd gezocht naar een manier om de twee processen compatibel te maken. IMEC ziet veel heil in de zogenaamde above-IC-methode, waar je de MEMS letterlijk bovenop de chip plaatst. Door poly-silicium-germanium te gebruiken als basismateriaal voor MEMS worden beide processen beter op elkaar afgestemd. Dit zal de kost van het uiteindelijke product ten goede komen, wat zeker voor consumententoepassingen een absolute must is.

Een met het blote oog onzichtbare spinmijt op een MEMS-structuur.

Groene sensoren IMEC en IMEC-NL in het Holst Centre hebben onlangs een energy scavenger gerealiseerd die energie haalt uit mechanische trillingen. Door gebruik te maken van een piëzoelektrisch kristal, gemaakt met microsysteemtechnologie, kan dit toestelletje autonoom 40 microwatt aan vermogen opwekken. Dit is voldoende om een sensornetwerk aan te drijven. Eerder al hadden IMEC en IMEC-NL een scavenger gemaakt die energie haalt uit lichaamswarmte. Met deze thermo-elektrische generator konden ze een draadloze zuurstofmeter voeden zonder ook maar een batterij te gebruiken. Energy scavenging heeft heel wat potentieel. De eerste commerciële toepassing wordt verwacht in de automobielsector. Scavengers zullen hun energie halen uit bijvoorbeeld de beweging van de wagen om sensoren te voeden die de bandendruk zullen meten. Een mooi, duurzaam en milieuvriendelijk alternatief voor zijn batterijgestuurde broertje.

27 In te rCo n n e c t

1 1 -2 0 0 7


Nieuwtjes

Een speciale jas tegen kanker Magnetische nanopartikels met afmetingen zoals de menselijke bouwstenen (proteïnen, enzymen, DNA) zijn een veelbelovend hulpmiddel voor de geneeskunde. Je kan er geneesmiddelen aanhangen, de nanopartikels vervolgens inspuiten in de bloedstroom en ze via magnetische krachten naar de te behandelen plaats in het lichaam transporteren. Of je kan de magnetische partikels aanbrengen in kankercellen en ze door een wisselend magnetisch veld opwarmen. De kankercellen die minder dan gewone cellen bestand zijn tegen hoge temperaturen, zullen bijgevolg wegbranden. IMEC ontwikkelt samen met het Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg te Leuven een methode om stabiele magnetische nanopartikels te maken met een speciale ‘jas’. Deze ‘jas’ bestaat uit speciale chemische stoffen (o.a. silanen) en zorgt ervoor dat de partikels beter worden opgenomen in ons lichaam en in onze cellen. Bovendien bestaan er veel varianten van deze silanen waardoor je voor elke toepassing (transport geneesmiddelen in lichaam, wegbranden kankercellen) de optimale ‘jas’ kan uitkiezen. Verder onderzoek is nog nodig vooraleer deze nanopartikels daadwerkelijk zullen ingezet worden tegen bv. kanker. Meer info: www.solid-state.com, zoekterm ‘biomedical applications using magnetic nanoparticles.’

28 In t erC o nne c t

11-2007

Wereldrecord voor UEFA Cup 2008 Het voetbalstadion in Bern (Zwitserland) had al het grootste geïntegreerde zonneceldak van alle voetbalstadions ter wereld, en met de recente uitbreiding stellen ze deze positie helemaal veilig. Op drie van de vier schuin hellende dakvlakken zijn bijna 8.000 zonnecelmodules aangebracht die jaarlijks voor 1,1 miljoen kilowattuur aan energie moeten zorgen. Ter vergelijking: dit komt overeen met het elektriciteitsverbruik van meer dan 350 gezinnen. Dit voetbalstadion zal gebruikt worden tijdens de UEFA Cup 2008. Meer info: www.kyocerasolar.eu, klik ‘news’

Een maatpak vol innovatie Het Israëlische Bagir noemt zichzelf het meest innovatieve en technologisch hoogstaande bedrijf in de maatpakkenindustrie. In 2001 ontwikkelden ze het eerste maatpak dat in de wasmachine kan gewassen worden en er bovendien ook nog kreukloos uitkomt. In november brengen ze een iPod-maatpak op de markt (Marks & Spencer, 220 euro) met geïntegreerd bedieningspaneel. Ze gebruikten hiervoor Elektex, een flinterdun elektrogeleidend materiaal van het bedrijf Eleksen. Meer info: www.bagir.com, www.eleksen.com, www.marksandspencer.com, zoekterm ‘iPod suit’


Agenda

Visionair seminarie: “De opportuniteiten en ontwikkelingen in fotonica” 5 december 2007, IMEC, Leuven In dit visionair seminarie gaat de aandacht naar de vele manieren waarop fotonica een motor van innovatie kan zijn. Bedrijven als ICOS, XenICs, Trinean, Lambda Research Optics Europe en FOS&S vertellen hun verhaal.

BrainMass

Meer info: www.imec.be/visionair

5 en 6 december 2007, Kortrijk Xpo, Kortrijk

Nano Nu:

Onder het motto ‘Stel uw brains ter beschikking van de Vlaamse bedrijven’ groepeert Brainmass bedrijven en instellingen die innovatie, productontwikkeling en design hoog in het vaandel dragen. Deze bedrijven krijgen een aparte stand op de Bedrijven Contactdagen. Ook IMEC zal hier aanwezig zijn.

klein met een grote toekomst

Meer info: www.brainmass.be

9-10 november 2007, Vlaams Parlement, Brussel

“Latest trends in electronic assembly”

Nano Nu is een festival over de ontwikkelingen met deze Kom als eerste in nanowetenschap en nanotechnologie. Op het ar de InterConnect na programma staan onder andere lezingen, wetenano Nu N op IMEC-stand schapstheater, filmvoorstellingen, nano-dating en ek AD!DICT. en WIN het bo nano-kunst. Ook IMEC neemt deel aan Nano Nu en stelt er onder meer het boek ‘AD!DICT’ voor dat AD!DICT Creative Lab realiseerde op vraag van IMEC. Het boek bevat de visies en ideeën op nanotechnologie van de meer dan 3.000 creatievelingen die AD!DICT vertegenwoordigt. Meer info: www.nanonu.be Meer info: www.imecexpo.be, kies ‘The Nano Research’

8 november 2007, Dirksland, Nederland Het jaarlijkse door IMAPS Benelux georganiseerde IMAPS Autumn event heeft dit jaar als thema Printed Board Assembly en heeft plaats in de nieuwe gebouwen van TBP Electronics, Dirksland, Nederland. Meer info en inschrijvingen: Johan De Baets (Tel: 09/2645361, johan.debaets@imec.be) of www. benelux. imaps.org Meer info: www.benelux.imaps.org

KUNST@IMEC Naar aanleiding van het initiatief ‘creativiteit uit kunst en wetenschap ontmoeten elkaar’, zal kunstenares Griet Vanhumbeeck vanaf 7 oktober haar werken tentoonstellen op IMEC. Met dit project wil IMEC de wereld van kunst en wetenschap dichter bij elkaar brengen. Dit is meteen de zevende tentoonstelling die kadert in het initiatief. De tentoonstelling loopt tot 15 december 2007 en is mits afspraak open voor het publiek (contact: Olfa Marzouk – marzouk@imec.be – 016/28 15 52). www.imec.be/kunst

29 In te rCo n n e c t

1 1 -2 0 0 7


Agenda

RoHS: blijf op de hoogte Misschien hebt u het in de krant wel gelezen: Microsoft ziet zich genoodzaakt om zowat een op drie nieuwe Xbox-spelconsoles te herstellen of te vervangen. Microsoft trekt hiervoor meer dan 1 miljard dollar uit. Insiders geven aan dat de problemen onder andere veroorzaakt zijn door het niet goed kwalificeren van het loodvrij gesoldeerde toestel. Blijkbaar was er toch iemand niet volledig op de hoogte van de impact van de recente RoHS-wetgeving…

Symposium: Reliability van loodvrije soldeerverbindingen: theorie en praktijk 9 november 2007, 10u-16u TNO Industrie en Techniek, De Rondom 1, 5612 AP Eindhoven, zaal 3.414 Met onder andere presentaties van Geert Willems (IMEC) en Bart Vandevelde (IMEC). Meer info en inschrijvingen: Jan Eite Bullema (TNO) E-mail: jan_eite.bullema@tno.nl

Infosessie: RoHS-richtlijn en implicaties op uw bedrijfsprocessen 15 november 2007 Hoewel de RoHS-wetgeving al meer dan een jaar in voege is, blijven toch nog heel wat bedrijven met vragen zitten. Daarom organiseert Voka, Kamer van Koophandel Limburg een inleidende sessie over de richtlijn, de implicatie ervan op uw bedrijfsprocessen en een overzicht van de belangrijkste aandachtspunten. Spreker van dienst is RoHS-adviseur voor Vlaanderen Geert Willems. De infosessie vindt plaats in de gebouwen van Voka in Hasselt van 15-17u. Meer info en inschrijvingen: Sofie Olyslaegers - Tel. 011-56 02 55 E-mail: sofie.olyslaegers@voka.be

IMEC’s trainingscentrum IMEC’s trainingscentrum MTC organiseert cursussen over een brede waaier aan onderwerpen. Een greep uit het aanbod: 30 oktober, 15 en 27 november.................. Nano course 12 en 13 november 2007........................................ Basics of Biology for engineers 14 tot 16 november 2007....................................... Biosensor technology for scientists and engineers 13 november 2007................................................................ 5th Technology-aware Design Seminar: Can design(ers) influence technology? 26 en 27 november 2007........................................ Advanced Packaging Meer info: www.imec.be/mtc Deze cursussen gaan steeds door op IMEC, Leuven.

30 In t erC o nne c t

11-2007


Doorgelicht Filip Louagie staat aan het hoofd van IMEC’s onderzoeksgroep rond draadloze communicatie en van de systeemintegratiegroep SITEX, gevestigd te Ieper. Deze groepen werken nauw samen met Vlaamse bedrijven, onder andere rond multimedia en beeldverwerking, laagvermogen draadloze sensoren en netwerken, energieopwekking, … Welk bedrijf waar je recent mee in contact kwam, heeft indruk gemaakt? Televic uit Izegem. Dit Vlaamse bedrijf heeft bewust gekozen voor innovatie en heeft daar ook in geïnvesteerd. Televic heeft een strategie uitgewerkt en heeft die onder de vorm van samenwerking met externe onderzoeksgroepen gerealiseerd. Televic en IMEC hebben de laatste vijf jaar samen verschillende projecten gedefinieerd en uitgevoerd. De resultaten van die projecten heeft Televic verder opgenomen en uitgewerkt tot nieuwe producten zoals een geavanceerd multimedia-taallabo. Wat is volgens jou de uitvinding van de voorbije 10 jaar? Het internet. Het concept is misschien iets ouder dan 10 jaar, maar de impact die het internet heeft op onze manier van leven, werken en ontspannen kan moeilijk gevat worden. Het internet is ook de drijvende kracht achter de grote vraag naar connectiviteit: iedereen wil altijd en overal online zijn en informatie kunnen raadplegen. De wereld van morgen zal doordrongen zijn van draadloze communicatie die dit zal ondersteunen.

In elk nummer van InterConnect laten we iemand van IMEC aan het woord die op een of andere manier samenwerkt met de Vlaamse industrie. In dit nummer: Filip Louagie.

Filip.Louagie@imec.be

Favoriet boek Tijdens de vakantie las ik “De ontdekking van de hemel” van Harry Mulisch. Een meesterwerk! Vraagt wel wat concentratie, ideaal voor tijdens de vakantie.

Interessante website Nieuwssites zijn bijzonder interessant, zowel voor algemeen nieuws als voor meer specifieke domeinen (bijvoorbeeld www.gizmodo.com, www.eetimes. com). Ik stel vast dat in Vlaanderen het internet als uithangbord nog vaak onderschat wordt. Veel buitenlandse bedrijven en onderzoekers gebruiken infosites of de Web 2.0 trend, zoals blogs, als een nieuwe vorm van impliciete publiciteit. Welk interessante persoon (spreker, bedrijfsleider) ontmoette je onlangs? Ik vind de toespraak van Steve Jobs op de diploma-uitreiking aan de Stanford universiteit in juni 2005 (zie www.youtube.com, zoekterm ‘Steve Jobs and Stanford’) bijzonder inspirerend. In Vlaanderen is het klimaat voor ondernemers en nieuwe initiatieven niet voldoende aanwezig. Wat dat betreft kunnen we iets leren uit zijn toespraak: “Stay Hungry. Stay Foolish.”

31 In te rCo n n e c t

1 1 -2 0 0 7


Bent u een KMO met een idee? Loopt u als KMO al een tijdje op een idee te broeden? Heeft u een innovatieplan waarvan u denkt dat het een grote impact zal hebben? Vraagt u zich af of uw innovatie uitvoerbaar is? Wil u uw dromen graag omzetten in daden? De KMO-Innovatiecel van Imec werd speciaal opgericht om KMO’s verder te helpen met hun innovatieplannen. Onze medewerkers beantwoorden uw vragen, buigen zich over uw idee en gaan samen met u op zoek naar de juiste aanpak. Voor meer informatie hierover kan u terecht bij: vlaamseindustrie@imec.be

IMEC vzw

RPR Leuven

BTW BE 0425.260.668

Kapeldreef 75

B-3001 Leuven

BelgiĂŤ

www.imec.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.