Inter CONNECT Link naar de toekomst n° 34 I Viermaandelijks I November 2010
Nieuwe zintuigen voor eleKtronica Wake-up call voor de industrie
prachtig toch, een internetcafé in de jungle KMO PAnimpex ZET concurrenten ONDER DRUK
2
InterConnect 34, maand 2010
Futurist of optimist? Zag u de posters van de film 2012? Rillingen kreeg ik ervan. Waarom zijn de visies over de toekomst meestal onheilspellend en apocalyptisch? Waarom doet men huidige wereldvraagstukken af als onoverkomelijke problemen in plaats van als interessante uitdagingen? Gelukkig zijn er nog mensen die geloven in de toekomst, zo blijkt uit een column die ik in De Standaard lees. Het gaat over ingenieur en futurist Ray Kurzweil. Vanuit zijn expertise is hij ervan overtuigd dat de mens nog voor 2050 zijn leven sterk zal kunnen verlengen zonder te moeten inboeten op levenskwaliteit. De medische vooruitgang zou in de 21ste eeuw zo’n vaart lopen dat we zelfs onsterfelijk zouden worden tegen het einde van de eeuw... Kurzweil blijft een omstreden futurist, maar een gelijkaardige visie – op het onsterfelijk worden na – hoor ik ook op imec’s technologieforum in juni. Phillip Vandervoort, CEO van Microsoft België vertelt dat onze kinderen gemakkelijk 100 jaar zullen worden. “Healthcare en hoe we onszelf zullen managen op vlak van gezondheid is de volgende belangrijke golf waar je als bedrijf moet proberen op mee te surfen. Vraag je iemand naar zijn financiële situatie, dan kan die daar perfect op antwoorden. Vraag je hetzelfde over iemands gezondheid, dan kan die daar niet op antwoorden. Het meten en overzichtelijk maken van iemands gezondheidstoestand is een heel nieuwe industrie die aan het opkomen is,” verzekert Phillip Vandervoort ons. Ook Magali Haas, toonaangevend onderzoeker bij Johnson & Johnson, gelooft in het 150-halen-wegemakkelijk scenario. Ze spreekt over het gemak waarmee we in de nabije toekomst ieders gezond heidstoestand zullen kunnen kwantificeren, zelfs tot op het niveau van de genen. En eenmaal we die info hebben, zullen we onze levensstijl kunnen aanpassen en zo ziektes voorkomen. Met fonkelende ogen spreekt ze over de prachtige resultaten die ze al hebben op het vlak van stamceltherapie, en over een nabije oplossing voor de ziekte van Alzheimer. Een mens wordt er optimistisch van. Enkele weken later word ik in mijn omgeving geconfronteerd met kanker. Waar blijven toch die mooie resultaten en doorbraken in de geneeskunde? Zullen we echt in staat zijn om in de toekomst onze eigen gezondheid te managen zodat we in goede gezondheid oud kunnen worden? Ik vraag het me af. Dan put ik weer hoop uit de quote van Bill Gates waarmee Phillip Vandervoort ons interview begon: “We always overestimate the change that will occur in the next two years and underestimate the change that will occur in the next ten. Don’t let yourself be lulled into inaction.” Inderdaad, wie had 10 jaar geleden kunnen denken dat we vandaag een minilab zouden kunnen maken ter grootte van een schoenendoos dat in 15 minuten kanker kan opsporen (zie pagina 14). Zouden we binnen 10 jaar kanker kunnen voorkomen? Ik hoop het.
Els Parton, Hoofdredacteur InterConnect
Colofon Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijke uitgever: Luc Van den hove, algemeen directeur en CEO imec Disclaimer: www.imec.be/disclaimer | Redactie: Els Parton, Jan Provoost, Mieke Van Bavel, Chris Vanherck en Annouck Vanrompay Concept en vormgeving: Kunstmaan.be | Fotografie: Jan Pollers en Fred Loosen | Voor meer informatie: Els Parton, Els.Parton@imec.be Deze InterConnect werd volledig klimaatneutraal geproduceerd. De CO2-uitstoot van dit drukwerk bedraagt 821 kg CO2 voor de oplage van 2.500 ex. Deze uitstoot wordt gecompenseerd door de aankoop van groene emissierechten voor een windenergieproject in Taiwan. Imec is a registered trademark for the activities of IMEC International (a legal entity set up under Belgian law as a “stichting van openbaar nut”, Register of Legal Entities Leuven, VAT BE 0817.807.097), imec Belgium (Interuniversitair Micro-eElectronica Centrum vzw supported by the Flemish Government, Register of Legal Entities Leuven, VAT BE 0425.260.668), imec the Netherlands (Stichting IMEC Nederland, part and co-founder of Stichting Holst Centre which is supported by the Dutch Government and known in the Dutch Kamer van Koophandel under the number 17179812), imec Taiwan (IMEC Taiwan Co. registered in Taiwan under the business license number 28112596) and imec China (IMEC Microelectronics (Shangai) Co. Ltd.).
Voor gratis abonnement: registreer op www.imec.be/interconnect. Bent u IC-abonnee, en wil u InterConnect liever digitaal ontvangen, laat het ons weten via vlaamseindustrie@imec.be
INHOUDSTAFEL
04 Nieuwe zintuigen voor elektronica. ANN witvrouw imec
14 Nieuws uit de wereld
Met dit minilab analyseert de huisdokter in 15 min. of er aanwijzingen zijn voor prostaatkanker.
24 ITF visie 03
“Het wordt tijd dat we met de opruimactie beginnen.” Meyya meyyappan nasa ames reserach center
InterConnect 34, November 2010
03
07
10
12
“Plots waren de investeerders wel geïnteresseerd in onze technologie.”
Imec-nieuws
“Onze wekkerchip kan een Bluetoothradio aan- of uitschakelen.”
Ronny Bockstaele en jan boon Trinean
Op basis van deze technologie zou men in de toekomst lichtgevend behangpapier kunnen maken.
16
21
22
Panimpex zet concurrenten onder druk.
ITF visie 01
ITF visie 02
“Een genetische test bij de geboorte zal je vertellen of je vatbaar bent voor bepaalde ziekten.”
“Onze kinderen zullen in hun leven 10 tot 15 jobs hebben.”
Jean-paul, christopher en bErnard peirs Panimpex
Magali Haas Johnson & Johnson
Harmke de groot imec / Holst Centre
PhiLlip Vandervoort microsoft
26
28
30
ITF visie 04
Doorgelezen
Doorgelicht
“Prachtig toch een internetcafé in de jungle.”
Innoveren met creativiteit.
“Ik ben nogal een fan van vrije software.”
Eric Daniels BP Solar
Francis Bruynseels imec
Kris hermus imec
04
InterConnect 34, November 2010
Nieuwe zintuigen voor elektronica Micro-elektromechanische systemen (MEMS) vormen de zintuigen van vele innovatieve toestellen. Ann Witvrouw, principal scientist MEMS bij imec, vertelt onder andere over MEMS met superkleine spiegels en over een nieuwe manier om ze te ontwerpen en te maken.
InterConnect 34, November 2010
M
icro-elektromechanische systemen, kortweg MEMS, zijn ultrakleine systemen met mechanische, elektronische, en eventueel chemische functies. De mechanische componenten worden gemaakt op de schaal van de micro-elektronica, en met vergelijkbare technieken. Ze zijn zowel de zintuigen als de handen en voeten van vele moderne apparaten: ze meten de wereld rond het apparaat, en communiceren en interageren ermee. Onopvallend hebben ze zich al een vaste plaats veroverd in tal van toepassingen. Je vindt ze als druksensor in bloeddrukmeters, en als hoogtemeter in polshorloges. Ook in stofzuigers en in de cilinderkamer van dieselmotoren zijn ze terug te vinden. Als micropompjes doseren ze de medicijntoevoer in medische implantaten, maar ook in inkjetprinters worden ze gebruikt. MEMSversnellingsmeters activeren je airbag bij een crash en een MEMS-gyroscoop helpt je wagen stabiliseren bij een slippartij. Traditioneel worden MEMS gemaakt als aparte componenten, mechanische chips dus. Maar dat begrenst de miniaturisatie en efficiëntie die je kunt bereiken. Want je mag een MEMS nog zo klein maken als je wil, daarna moet je die toch weer verbinden met een aansturing, bijvoorbeeld een logische chip. Imec heeft een manier ontwikkeld om de logische en mechanische componenten op één chip te zetten. Zo’n systemen zijn kleiner en betrouw-
baarder, en ze verbruiken minder energie, wat dan weer nieuwe toepassingen mogelijk maakt.
Een laagje MEMS bovenop een chip Ann Witvrouw: “Imec maakt zijn MEMS met het materiaal silicium-germanium (SiGe), wat een aantal bijzondere eigenschappen heeft. Het vertoont bijvoorbeeld maar weinig blijvende vervorming (kruip), in tegenstelling tot het veelgebruikte aluminium. SiGe MEMS hebben ook minder betrouwbaarheidsproblemen dan metalen, en je kunt ze preciezer aansturen. Bovendien kun je SiGe op relatief lage temperatuur bewerken – maximum 450°C. Dat brengt ons bij een uniek concept: wij bouwen onze MEMS bovenop de chips die de aansturing van de mechanische componenten bevatten. We nemen dus een siliciumschijf met kant-en-klare chips en brengen daar de extra MEMS-laag op aan. Zo leggen we bijvoorbeeld, bovenop een chip, een laag met miljoenen microscopisch kleine spiegeltjes. Die spiegeltjes kunnen elk apart gericht worden, en de aansturing daarvoor zit in de onderliggende chip. Maar dat kan dus enkel als we ons beperken tot processen met lage temperatuur. Hogere temperaturen zouden de onderliggende chip immers beschadigen.” Dergelijke nauwe integratie van elektronische en mechanische componenten heeft grote voordelen. De verbindingen tussen de mechanische componenten en hun aansturing zijn bijvoorbeeld vele malen korter. Het gevolg is een betere verhouding tussen signalen en ruis, waardoor je systemen
05
kunt bouwen die nauwkeuriger zijn. Bovendien zijn dergelijke systemen ook veel compacter dan wanneer een MEMS en een chip op een printplaat samengezet worden. Er is immers maar één verpakking die zowel de MEMS als de chip bevat.
Microspiegels en micrometers Imec heeft zijn kennis en technologie over het maken van MEMS gebundeld in een technologieplatform, een stabiele productieomgeving met standaardprocessen. Dat platform is geschikt voor het fabriceren van een brede waaier van toepassingen. Ann Witvrouw: “Op dit platform hebben we recent drie zeer uiteenlopende types van MEMS gemaakt: microspiegels, diffractieve roosters, en versnellingsmeters. De microspiegel-MEMS bevat een laag ultrakleine spiegeltjes. Elk spiegeltje heeft een zijde van slechts 15 micrometer, en kan individueel gekanteld worden. Deze MEMS werden ontworpen voor gebruik in hoge-resolutie displays. De spiegeltjes worden volgens een nieuw concept analoog aangestuurd. Ze kunnen veel kleurwaarden weergeven en laten een mooie weergave toe, zonder abrupte kleurovergangen.” Een tweede optische MEMS, ook bedoeld voor displays, bevat diffractieve roosters. Zo’n roosters bestaan uit balkjes, brugjes eigenlijk, die individueel elektrostatisch kunnen gebogen worden. Een brugje dat doorhangt, zal het invallend licht anders reflecteren dan een recht brugje. Door alle brugjes
06
InterConnect 34, November 2010
“Met de kennis die in Vlaanderen aanwezig is, kunnen geïnteresseerde bedrijven bijna alle mogelijke MEMS laten bouwen.”
Ann Witvrouw
individueel te sturen kun je een beeld opbouwen. Ann Witvrouw: “En tenslotte hebben we ook MEMS-versnellingsmeters gemaakt. Metingen tonen aan dat hun gevoeligheid vergelijkbaar is met bestaande state-of-theart versnellingsmeters. Maar door de integratie bovenop de logische chip is de signaal/ruisverhouding veel beter.”
Een platform, vele toepassingen Ann Witvrouw: “Ons technologieplatform maakt het mogelijk om met dezelfde standaardprocessen MEMS te maken voor zeer verscheiden toepassingen. Bovendien hebben we ook een grote flexibiliteit ingebouwd. Zo kunnen we de dikte van de SiGe-MEMS-laag afhankelijk van de toepassing laten variëren tussen enkele micrometer en 300 nanometer. Een dikte van 4 micrometer is bijvoorbeeld nodig om versnellingsmeters te maken. Bij optische MEMS, zoals de spiegeltjes, heb je dan weer dunnere lagen nodig. Bovendien hebben we een aantal optionele procesmodules, die we
kunnen inzetten als de toepassing daarom vraagt. Voorbeelden zijn optische toepassingen, waar we processen kunnen toevoegen om reflecterende laagjes te leggen.” Imec’s SiGe-technologieplatform is een sluitstuk. Met dit platform en met de kennis die in Vlaanderen aanwezig is, kunnen geïnteresseerde bedrijven bijna elke mogelijke MEMS laten bouwen. Al die Vlaamse kennis is samengebracht in het COHESI-initiatief (www.cohesi.be). COHESI biedt een volledig pakket van expertise, infrastructuur, en diensten om bedrijven te helpen bij het omzetten van hun ideeën in heterogene microsystemen. Dat gaat van onderzoek en ontwerp, over het maken van prototypes, tot de eigenlijke fabricatie, in kleine of grote volumes.
Imec organiseert
De drie demonstratie-MEMS werden ontworpen in het kader van het Vlaamse IWT-SBO-project Gemini, in een samenwerking tussen imec, de K.U.Leuven (MICAS-lab), en UGent (CMST- en INTEC-labs). Als afsluiter van het Gemini-project wordt op 20 januari 2011 een open workshop georganiseerd bij imec te Leuven. Daar worden de resultaten van het project en de demonstratoren gepresen teerd. De partners die aan het project hebben deelgenomen zullen aanwezig zijn om uw MEMSvragen te beantwoorden.
www.imec.be/interconnect › Filmpje over MEMS en hun toepassingen › Wetenschappelijk artikel over SiGe-MEMS-
technologie
InterConnect 34, November 2010
07
De succesvolle meanders van een spin-off Met Trineans DropSense kunnen labo’s de concentratie van stoffen meten in ultrakleine druppeltjes vloeistof. Ronny Bockstaele, medeoprichter en CTO, en Jan Boon, COO van Trinean, vertellen.
08
InterConnect 34, November 2010
Ronny Bockstaele
In de wereld van de biotechnologie is er een trend om met almaar kleinere volumes te werken. Dat geldt zeker in moleculaire biologie, waar laboranten bijvoorbeeld analyses uitvoeren op zeer kleine hoeveelheden DNA. Bij die analyses worden bovendien soms dure reagentia toegevoegd. Het gebruik van kleinere volumes levert dan een belangrijke besparing op.
Nooit meer poetsen Jan Boon: “Het eerste toestel op de markt dat met kleine volumes kon werken was de NanoDrop. Dat was 8 jaar geleden, en ieder labo wou dat toestel hebben. Maar meten met de NanoDrop is een manueel proces. Je moet een druppeltje vloeistof, 2 microliter, manueel tussen twee uiteinden van een optische vezel aanbrengen. Na het meten moet je die oppervlaktes dan weer proper maken. Een dergelijke manier van meten, druppeltjes aanbrengen tussen glasplaatjes, is moeilijk te automatiseren. Kleine volumes dus, maar wel veel handwerk. Daarnaast is er het probleem van de snelle verdamping: als je er zou in slagen om 16 druppeltjes tussen 2 optische vlakjes aan te brengen, dan is tegen de laatste meting al de helft van het volume verdampt. En bij die verdamping verandert
Jan Boon
de concentratie van de stof die je wil meten, wat natuurlijk een foute meting oplevert.
“Plots waren de investeerders wel geïnteresseerd in onze technologie”
Voor dat probleem hebben we een oplossing gevonden: in onze microfluïdische chip zitten micromeanders. Daar wordt de vloeistof automatisch in opgezogen, door de capillaire krachten. Zo kan het sample niet verdampen. En met onze spectrofotometer, gecombineerd met de nodige mechanica en software, kunnen we die chip automatisch uitlezen. Ook kleine volumes dus, maar nu volautomatisch.”
echt organisch gegroeid: vertrekken van de technologie, en dan op zoek gaan naar een product. Bovendien maakten we het ons eigenlijk moeilijk, omdat we van twee technologieën vertrokken: spectroscopie én microfluidics. Maar met deze dubbele aanpak konden we een breder, dus sterker, technologieplatform ontwikkelen, en uiteindelijk combineren in een geautomatiseerde NanoDrop.” Het prototype was klaar tegen de zomer van 2006, en dan is ook de Trinean nv officieel opgericht met de steun van imec en UGent, en met een startkapitaal van 320.000 euro.
Van Bizidee tot spin-off
Op zoek naar kapitaal
De drie oprichters van Trinean – Ronny Bockstaele, Kris Naessens, en Bert Luyssaert – komen uit de fotonicagroep van de UGent. In 2004 namen ze deel aan de Bizidee-ondernemerswedstrijd, waar ze tweede werden. Kort daarna voerden ze de eerste gesprekken met imec over het oprichten van een spin-off. Het idee was toen nog om modules te maken voor optische vezelcommunicatie. Maar die eerste gesprekken leerden hen dat een innovatieve component een te smalle basis was om een bedrijf te starten. Konden ze geen geïntegreerd platform bedenken?
De initiële investeerders hadden Trinean een startkapitaal gegeven, met de boodschap om zo vlug mogelijk extern kapitaal te vinden. Maar dat was eind 2007 niet zo gemakkelijk.
Ronny Bockstaele: “Zo zijn we gekomen tot het idee om een betere NanoDrop te maken. Dat is
Jan Boon: “Wat we wel wisten: in die tijd werden van de NanoDrop, ons grote voorbeeld, 5.000 toestellen per jaar verkocht. En er waren ook al een zestal bedrijven met gelijkaardige toestellen. Er was dus wel een markt. Plots, in oktober 2007, werd NanoDrop Technologies gekocht door Thermo Fisher Scientific, de grootste fabrikant van wetenschappelijke toestellen. Dat was het kantelmoment, plots waren de investeerders wel geïnteresseerd in onze technologie.”
09 9
InterConnect InterConnect 34, November 34, maand 20102010
Van plakband tot product De volgende stap was om van de labo-opstelling, die bij wijze van spreken nog met plakband en draad aan elkaar hing, een commercieel product te maken. Een kant-en-klaar betrouwbaar toestel dat zou werken zonder dat er een Trinean technicus naast moest staan. Ronny Bockstaele: “En we moesten ook de microfluïdische chips ontwerpen. Eén van de praktische vragen die we bijvoorbeeld hebben moeten oplossen is hoeveel kanaaltjes onze chip moest hebben, dus hoeveel samples je met één chip kon opmeten. Voor ons, als bouwers van het toestel, kon dat gelijk welk aantal zijn. Maar Jan, die al lang meedraait in de wereld van de labotoestellen, heeft ons doen kiezen voor 96. Dat is namelijk een standaard die in labo’s gebruikt wordt bij zogenaamde microtiterplaten, platen waarop samples worden aangebracht. Er bestaat al apparatuur voor de automatische verwerking van 96 samples, en ons toestel sluit daar nu bij aan.” Jan Boon: “De stap van een prototype naar een highend toestel heeft langer geduurd en meer moeite gekost dan verwacht. Maar met zo’n toestel, en met onze microfluïdische chips, die mee omzet genereren, konden we aan de investeerders een business-
plan voorleggen dat hen heeft overtuigd om het kapitaal op te trekken tot 5,5 miljoen euro.”
De toekomst Trinean lanceerde zijn toestel, de DropSense 96, op de Biotechnica beurs in Hannover in september 2008. Een jaar later werden de eerste toestellen verkocht. Voor 2010 is de verwachting dat er 75 toestellen verkocht worden. En in 2011 wil Trinean een versnelling hoger schakelen. Jan Boon: “Voor de toekomst zoeken we naar nieuwe toepassingen voor onze DropSense 96. We denken aan microfluïdische chips waar de reagens al vooraf is aangebracht, opgedroogd in de meanderstructuur van de chip. Bij het gebruik van de chip wordt die reagens dan in oplossing gebracht. Voor proteïnemetingen hebben we nu bijna zo’n oplossing. Toen ik hier kwam werken, was mijn visie om van de DropSense een platform te maken voor een hele reeks toepassingen. Voor 2015 mikte ik op een bedrijf met een 50 tot 70 medewerkers en een omzet van 50 miljoen euro. We zitten nog altijd op het goede spoor om die doelstellingen te halen.”.
TRINEAN ontwikkelt Trinean ontwikkelt en verkoopt een geautoma tiseerde spectrofotometer en de bijpassende microfluïdische chips. Die chips zijn kleine trans parante plaatjes met 96 microkanaaltjes die worden geleverd als consumables, hightechwegwerpproducten. Met het toestel en de chips is het mogelijk om de concentratie van stoffen te meten in druppeltjes van 0,5 tot 2,5 microliter. Dat gebeurt door te analyseren in hoeverre ultraviolet en zichtbaar licht door de vloeistof worden doorgelaten of geabsorbeerd. Een eerste belangrijke toepassing is het meten van DNA- en RNA-concentraties. Andere mogelijkheden zijn het meten van concentraties van enzymes en eiwitten, klinische diagnose, en ADME-testen (testen van de opname van medicijnen in het lichaam).
www.imec.be/interconnect › Filmpje over de Trinean-technologie.
10
InterConnect 34, November maand 20102010
IMEC-NIEUWS
— Lees ook op www.imec.be/persberichten over onze technologische doorbraken en nieuwe partnerships.
01
Imec bouwt
01
In juni huldigde imec in aanwezigheid van viceministerpresident van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Innovatie, Ingrid Lieten, extra cleanroomruimte in. Een cleanroom is een stofvrije onderzoeksruimte waar onder andere computerchips gemaakt worden. De extra 1.200 m² stofvrije ruimte is geschikt voor geavanceerd chiponderzoek op 300 mm- en 450 mm-siliciumschijven. De chipindustrie evolueert naar steeds grotere siliciumschijven om meer chips per schijf te kunnen maken. Dit is kostefficiënter. De toestellen om chips op grotere siliciumschijven te maken, worden steeds groter en zwaarder. Vandaar dat de cleanrooms hieraan moeten aangepast worden. Even belangrijk is de 1.600 m² extra laboratoriumruimte voor o.a. het onderzoek naar zonneceltechnologieën en bio-elektronica. Op die manier wil imec nieuwe partners aantrekken, bijvoorbeeld energiebedrijven, producenten van medische toestellen en farmaceutische bedrijven. Eind 2010 zal imec ook starten met de bouw van een nieuw kantoorgebouw. Het torengebouw zal 16 verdiepingen tellen en 450 personen kunnen huisvesten. In het nieuwe gebouw komen ook een auditorium en onderzoekslabo’s. Met deze uitbreidingen wil imec bijdragen tot de verdere groei van de hightech-economie in Vlaanderen.
04
Ziektes ruiken Imec en Holst Centre ontwikkelden een elektronische neus volgens een innovatief concept. Huidige systemen hebben het nadeel dat ze relatief groot zijn en veel energie verbruiken. De sensorchip die imec en Holst Centre ontwikkelden, bestaat uit ultrakleine bruggetjes die doorbuigen wanneer een bepaald gas erop bindt. Opdat de gasmoleculen er zouden op binden, worden de bruggetjes bedekt met polymeren. Door verschillende polymeren te gebruiken die elk een andere gevoeligheid hebben voor specifieke stofffen, ontstaat een soort ‘vingerafdruk’ waardoor gascomponenten kunnen herkend worden. Volgens dit principe kon een compacte, uiterst gevoelige, zuinige en relatief goedkope elektronische neus gemaakt worden. Al deze eigenschappen zijn belangrijk als je dergelijke gassensoren zou willen inbouwen in draagbare toestellen of mobiele telefoons. Ze kunnen gebruikt worden voor kwaliteitsmonitoring van bv. wijn of kaas, maar ook voor de diagnose van ziektes zoals longkanker, astma en zelfs nierziektes.
05
InterConnect 34, November 2010
02
Superbrein Het simuleren van de Big Bang, het ontmaskeren van het HIV-virus, het voorspellen van het ruimteweer of het klimaat op aarde: voor de gewone mens zijn het levensgrote vraagstukken, voor supercomputers is het business as usual. Supercomputers zijn computers met een buitengewoon hoog rekenvermogen. Dat kan onder andere dankzij duizenden processoren die samenwerken (ter vergelijking: gewone pc’s bezitten een 2-tal processoren). Nu willen wetenschappers supercomputers maken met een miljoen processorkernen, met de naam exascale computers. Deze computers kunnen worden ingezet voor het simuleren van heel complexe systemen, zoals het menselijke lichaam of het wereldklimaat, iets wat vandaag niet mogelijk is. Intel, imec en vijf Vlaamse universiteiten openden recent het Flanders ExaScience Lab om oplossingen te zoeken voor de problemen die gepaard gaan met de ontwikkeling van software voor dergelijke exascale computers. De belangrijkste uitdagingen zijn het binnen de perken houden van het vermogenverbruik en het garanderen van de betrouwbaarheid van de computers.
11
03
OLEDs tegen 330km/u Holst Centre, een gezamenlijk initiatief van imec en TNO, zorgde op de 24-urenrace van Le Mans voor een primeur van formaat. Samen met onderzoekspartner Hunstman integreerden ze een flexibele OLED-folie met lichtgevende reclameboodschap op de achterkant van de zijspiegels van een racewagen. Organische lichtgevende diodes (OLEDs) worden vandaag al gebruikt in displays van mobiele telefoons en fototoestellen, en ook de eerste OLED-tv’s verschijnen op de markt. Het voordeel van deze OLED-beeldschermen is dat ze extreem dun zijn, evenals hun ‘aangenaam’ licht, hoog contrast en laag energieverbruik. De OLED-folie op de zijspiegel van de Oreca-racewagen is de eerste toepassing waarbij OLEDs op een flexibele drager gedemonstreerd worden, buiten het labo. De grootste uitdaging vandaag is om de OLEDs te beschermen tegen vocht en zuurstof en zo hun levensduur te verlengen. Op basis van deze technologie zou men in de toekomst lichtgevend behangpapier kunnen maken, of opvouwbare elektronische kranten.
05
Lekker warm Thermofotovoltaïsche cellen zetten de straling van warmtebronnen om in elektriciteit. Zo kan warmte die bijvoorbeeld ontstaat in industriële installaties bij de productie van glas of staal nuttig gebruikt worden. Waarom zijn deze thermofotovoltaische cellen toch zo weinig bekend? Omdat ze nog te duur zijn en omdat hun omzettingsefficiëntie nog te laag is. Maar daar wil imec verandering in brengen en met de nieuwe techniek die imec ontwikkelde, komt de marktintroductie al heel wat dichterbij. Imec ontwikkelde een goedkoop productieproces dat gebruik maakt van substraten met een speciaal afwerkingsniveau en dat ook nog eens resulteert in een hogere omzettingsefficiëntie. Twee vliegen in één klap.
03
12
InterConnect 34, November 2010
Wake-up call voor de industrie Een heel zuinige radio die een andere radio wakker maakt... Het klinkt vast vreemd, maar het is één van de sleutels om draadloze sensornetwerken op de markt van industriële toepassingen te brengen. Harmke de Groot, die in imec en Holst Centre het programma rond ultralaagvermogen draadloze communicatie en signaalverwerking leidt, geeft een stand van zaken.
L
ogistiek, slimme gebouwen, machineonderhoud, auto-industrie... het zijn stuk voor stuk gedroomde toepassingsdomeinen voor draadloze sensornetwerken. Harmke de Groot: “Neem het voorbeeld van machineonderhoud. Machines die kritische mechanische onderdelen bevatten, kunnen we uitrusten met een netwerk van heel kleine trillingssensoren die de beweging van het onderdeel monitoren. Zij kunnen de minste afwijking al in een heel vroeg stadium opsporen en die informatie draadloos communiceren naar een pc of mobiele data-eenheid. Naar schatting
kan je daarmee tot 30% preventieve onderhoudskosten besparen.” Bouwingenieurs zien ook een grote toekomst weggelegd voor sensoren in beton. Harmke de Groot: “Het idee is om in beton sensornodes te verwerken die de vochtigheidsgraad van het beton meten en communiceren tijdens de kritische periode van uitharden. Hiermee kan de ingenieur vroegtijdig kwaliteitsproblemen opsporen.”
Energievreters Ondanks het enorme potentieel vind je deze draadloze sensornetwerken nog nauwelijks op de markt.
InterConnect InterConnect 34, November 34, maand 2010
Ze verbruiken vandaag nog te veel energie. Harmke de Groot: “De kleine sensornodes halen hun energie uit kleine batterijen of uit energie-oogsters. Dat zijn toestelletjes die energie uit de omgeving (bijvoorbeeld zonne-energie, bewegingsenergie, RF-energie, warmte...) oppikken. Op die manier kan het sensornetwerk autonoom functioneren. Energie-oogsters van 1 cm3 kunnen typisch 100 microWatt aan continu vermogen genereren. Naast een sensor en een stroombron bevat de node ook een radio om de data draadloos door te sturen of te ontvangen. Maar de huidige radio’s verbruiken maar liefst 10 tot 100 milliWatt. En dat is een probleem. Want stel dat je een heel gebouw wil voorzien van sensoren voor inbraakbeveiliging, voor het meten van de luchtkwaliteit, of voor de detectie van brand. Aangezien energie-oogsters niet voldoende energie leveren, moeten we al die sensoren uitrusten met kleine batterijen. Maar dan kan je al iemand voltijds in dienst nemen om al die batterijen tijdig te vervangen. Dat kan niet de bedoeling zijn.”
Alleen het nodige zeggen Om de sensornetwerken op de markt te krijgen, zijn er nog enkele innovaties nodig. Ten eerste kunnen we een digitale signaalverwerkingsmodule toevoegen aan de sensornode. Die kan lokaal in de sensor al een deel van de data verwerken en daarmee het radioverkeer beperken. Harmke de Groot: “Neem het voorbeeld van de trillingssensor op een machineonderdeel. In plaats van elke seconde ruwe data door te sturen, berekent de verwerkingsmodule lokaal de frequentiecomponenten en stuurt de verwerkte data alleen door wanneer dat relevant is.”
Wekkerradio Een tweede manier is de energie van de radio rantsoeneren. Bij imec en Holst Centre hebben ze hiervoor een eerste oplossing klaar: een ultralaagvermogen wekkerchip die een andere communicatiechip draadloos aan- of uitschakelt wanneer die gegevens moet ontvangen of verzenden. Harmke de Groot: “Het uitgangspunt is dat de huidige radiosystemen zoals Bluetooth of Wi-Fi veel energie verbruiken, ook op tijdstippen dat er geen dataverkeer nodig is. Onze wekkerchip kan parallel met deze radio’s geplaatst worden om die aan en uit te schakelen wanneer gegevensuitwisseling nodig is.” De wekkerchip is in essentie een ontvanger die maar 50 microWatt vermogen verbruikt bij continu gebruik. Deze recordprestatie brengt het gebruik van energie-oogsters een stap dichterbij. KMO’s of andere bedrijven kunnen deze radio alvast in hun systeem uitproberen.
13
De taken verdelen Diezelfde radio kan je ook op een andere manier gebruiken, namelijk door het maken van een asymmetrische link. En dat opent heel wat mogelijkheden voor de industriële gebruiker. Harmke de Groot: “Neem een netwerk van kleine brandmelders als voorbeeld. Die rusten we uit met een CO-sensor, een energie-oogster of hele kleine batterij, met onze zuinige radiochip van 50 microWatt en met een zuinige signaalzender. Aan dit netwerk voegen we één radio toe die we voeden vanuit het elektriciteitsnet en die veel betere prestaties levert dan de zuinige radios en vrijwel continu ontvangt of zendt. Die radio beheert het netwerk van de zuinige radio’s, hij vraagt regelmatig aan de verschillende sensornodes om hun data door te sturen, en hij luistert voortdurend of er geen alarmsignalen zijn. Niet direct energiezuinige taken, maar dat mag, want hij wordt continu gevoed door 230V.”
Voor elk wat wils De energiezuinige radio van imec en Holst Centre werkt op een frequentie van 2,4 GHz, is ontworpen voor een bereik van 10 tot 100 meter en heeft een gevoeligheid van -75 dBm. Harmke de Groot: “Momenteel werken we aan een tweede versie die een grotere gevoeligheid (-100 dBm) en daarmee een groter bereik zal hebben, maar daardoor meer vermogen zal verbruiken (150 microWatt). Draadloze sensornetwerken hebben veel verschillende toepassingen en elke toepassing stelt andere eisen. Zo zijn we een tijdje geleden gestart met de ontwikkeling van een heel ander type zuinige radio: een ultrabreedband radio waarmee je actief producten kan lokaliseren. Dit soort radio zal vooral toepassing vinden in de logistiek. Vandaag werken we aan een systeem dat bestaat uit een aantal basisstations die we uitrusten met een ultrabreedband ontvanger. De producten zelf voorzien we van een ultrabreedband zendertje dat regelmatig een signaal uitzendt. De basisstations meten hoelang het duurt voor het signaal hen bereikt, en op basis hiervan kan de positie van het product bepaald worden. We kunnen aan de producten ook een ontvanger toevoegen, zodat we ze kunnen oproepen om hun signaal uit te zenden (actieve lokalisatie). Onze oplossing werkt veel nauwkeuriger dan de bestaande lokalisatiemethoden op basis van bijvoorbeeld ZigBee. Bij direct zicht is 6 cm nauwkeurigheid geen enkel probleem.”
Harmke de Groot
Groot: “We denken hierbij vooral aan toepassingen waar het moeilijk of duur is om infrastructuur neer te poten, zoals voor het monitoren van de logistieke stroom op festivals. Met onze technologie zal je de producten die voorzien zijn van onze UWB-zender relatief ten opzichte van elkaar kunnen lokaliseren. Is de plaats van enkele sensornodes exact gekend, dan kan je ook absolute plaatsbepaling doen.” Maar dat is voorlopig nog toekomstmuziek.
imec onderzoekt
Imec en Holst Centre ontwikkelen de bouw stenen voor draadloze sensornetwerken die toepassing vinden in de medische en industriële wereld. Ze werken aan technologieën voor sensoren en actuatoren, energie-oogsters, digitale signaalverwerking, en – samen met hun partners Panasonic, Samsung, Philips en NXP – energiezuinige radio’s voor draadloze communicatie. www.imec.be/interconnect
Een stapje verder
› Meer info over het onderzoek naar ULP
Op langere termijn wordt aan een unieke oplossing gewerkt waar helemaal geen infrastructuur (zoals vaste basisstations) meer voor nodig is. Harmke de
draadloze communicatie › Artikel over ultrazuinige radio’s voor medische toepassingen
14
InterConnect 34, November 2010
NIEUWS UIT DE WERELD – Een greep van nieuwe technologieën en toepassingen die momenteel wereldwijd worden ontwikkeld of al op de markt zijn. Meer info bij deze nieuwsberichten op www.imec.be/interconnect
01
Kijk eens diep in mijn smartphone Voor ons stelt het niet veel voor om een voorschrift te verkrijgen voor een bril. Tegenwoordig hoef je zelfs niet meer naar de oogarts, je stapt gewoon een brillenwinkel binnen en daar meten ze met speciale apparatuur je oogafwijking op. Waar we niet bij stilstaan is dat je hier dure en grote apparaten voor nodig hebt, die niet vanzelfsprekend zijn voor ontwikkelingslanden. Daar hebben onderzoekers nu iets op gevonden. Ze ontwikkelden namelijk een goedkoop lenzensysteem (1 dollar!) dat je op het scherm van je mobiele telefoon bevestigt en testsoftware die je downloadt op je telefoon. Als je in de lens kijkt, zie je rode en groene lijnen. Met behulp van de toetsen van je telefoon zorg je ervoor dat beide lijnen mooi overlappen en op basis hiervan kan je oogafwijking berekend worden. De onderzoekers richtten het bedrijfje PerfectSight op om hun product te commercialiseren voor de Aziatische en Afrikaanse markt. Goed gezien!
02
Hoog, hoger, hoogst Hoe hoger in de lucht, hoe meer wind, en hoe meer hernieuwbare energie moet het bedrijf Joby Energy gedacht hebben bij het ontwerpen van hun energieproducerende reuzenvliegers. De reuzenvlieger wordt vertikaal de lucht in gestuwd door een motorgenerator die de turbines op gang trekt. Eenmaal in de lucht oriënteert een computersysteem de vlieger dwars op de windrichting. Het systeem gebruikt vanaf dat moment de kracht van zijwind om steeds in dezelfde cirkel te vliegen. De wind waait door de turbines en genereert elektriciteit. Deze elektriciteit wordt naar de grond getransporteerd via de kabel waarmee de vlieger is verankerd aan de grond. Het systeem kan letterlijk tegen een (wind)stootje en kan ook zo geprogrammeerd worden dat het op eigen kracht landt bij windstilte.
05
06
Lab-in-a-box
Zonder sleutel
In de consumentenelektronica is het een duidelijke trend: steeds meer functionaliteit en rekenkracht in een beperkt volume. Ook op medisch vlak begint die drijfveer zijn sporen na te laten. Kijk bijvoorbeeld naar de Desktop Cancer Check van Claros Diagnostics die eind dit jaar op de markt komt. Het toestel analyseert in amper 15 minuten of er in het bloed van de patiënt aanwijzingen zijn voor prostaatkanker. Een minilaboratorium dat perfect past op het bureau van de dokter. Of het prijskaartje ook past in zijn budget is wat anders natuurlijk.
Je hebt charmehotels waar de kamersleutels een originele sleutelhanger dragen, je hebt hightech-hotels met een sleutelkaart, en binnenkort zijn er ook hotels zonder kamersleutels. Tot deze laatste groep behoren twee Amerikaanse Holiday Inn hotels die een test hebben opgezet om op basis van near-field communication (NFC) de mobiele telefoon en het deurslot met elkaar te laten praten. Buiten het feit dat je je ‘hotelsleutel’ (= je mobiele telefoon) dan altijd bij de hand hebt, is er ook de mogelijkheid om inchecken aan de hotelreceptie overbodig te maken. Immers, bij booking via internet, zouden gasten een applicatie op hun gsm kunnen downloaden waarmee ze hun kamer kunnen openen. Is inchecken dan zo een last? Tenzij je natuurlijk in Fawlty Towers logeert.
InterConnect 34, November 2010
03
Pratende wasmachine Een defecte wasmachine kan voor veel frustraties zorgen. Niet alleen kan je een tijdje niet meer wassen, maar ook zal je hoogstwaarschijnlijk een dagje verlof moeten nemen om de technicus op te wachten. Veel van dit leed zou voorkomen kunnen worden dankzij een pratende wasmachine, eentje die zegt wat het probleem is. De (duurdere) toestellen van Kenmore, en eerder ook al die van Miele, bezitten dergelijke ‘praat’technologie. Is de machine defect, dan bel je gewoon naar de klantendienst. Zij zullen je vragen om op bepaalde knopjes te drukken en je telefoon tegen de wasmachine te houden. Die zal via weldoordachte biepgeluiden zijn status doorgeven aan de helpdesk. Dit kan doordat elk probleem of storing een unieke code heeft (bv 1-9-4-6-2-4), en elk getal een bieptoon is met een bepaalde frequentie. De reparatiedienst kan zelf ook instructiecodes (“herprogrammatie-codes”) sturen, via hetzelfde principe van bieptonen en zo elektrische storingen oplossen. Het is natuurlijk wel handig, zo’n pratende wasmachine. Maar is de hier gebruikte praattechnologie niet wat omslachtig? Kan het ook niet via Bluetooth, een usbpoort, ...
15
04
Een groente fabriek om de hoek Volgens twee Nederlandse bedrijven hebben we binnen enkele jaren geen landbouwgrond of serres meer nodig om groenten, fruit en siergewassen te kweken. In plaats daarvan worden de planten opgekweekt in gebouwen die zich in of vlak bij de stad bevinden die moet bevoorraad worden. De teeltruimtes bevinden zich als verdiepingen boven elkaar. In deze ‘voedselfabrieken’ groeien de planten in geconditioneerde ruimtes met LED-verlichting, sensoren, en computers. Deze computers verzamelen en interpreteren sensordata en weten zo water, licht en bemesting juist te balanceren. Het oogstmoment wordt perfect voorspelbaar, en de smaak en voedingswaarde zou optimaal zijn. Soortgelijke vertical-farming concepten worden vandaag al in Japan en China uitgetest. Daar gaat de charme van de tuinbouwsector.
04
16
InterConnect 34, November 2010
InterConnect 34, NOVEMBER 2010
17
Panimpex zet concurrenten onder druk Een innovatief idee hebben, de juiste partner vinden, tegenslagen verwerken, maar volharden. Dat is in een notendop het verhaal achter de geboorte van Valintek dat zopas een uniek draadloos systeem van elektronische sensoren op de koeltechnische markt heeft gebracht. Meer tekst en uitleg door Jean-Paul, Christopher en Bernard Peirs.
V
alintek is ontsproten uit het karaktervolle West-Vlaamse familiebedrijf Panimpex dat actief is op de Europese koeltechnische markt. Panimpex is een 18-koppig bedrijf dat instrumenten aanbiedt zoals drukmeters, vacuümmeters en lekzoekers die nodig zijn voor de installatie en het onderhoud van airconditioners en industriële koelinstallaties. Hun eindklanten zijn koel- en aircotechnici, die zij bedienen via een dicht netwerk van koeltechnische groothandels.
Creatief ontbijten Jean-Paul Peirs: “Wij begeven ons in een markt waar heel veel me-too producten zijn. Wij bieden oplossingen aan die zich onderscheiden van andere producten doordat ze een grote technologische meerwaarde bieden aan de gebruiker. Zo hebben we een eigen productlijn van drukmeters en manifold sets (of bypassen) die werken volgens een
uniek mechanisch principe. De meetinstrumenten zijn nauwkeurig, de kranen robuust en lekvrij.” Toen sommige van hun concurrenten begonnen over te schakelen van mechanische naar elektronische drukmeters, werd het even spannend voor Panimpex. Om zich te blijven onderscheiden van hun concurrenten, moesten ze sleutelen aan het concept van hun drukmeters. Jean-Paul Peirs: “Toevallig hoorde ik in die tijd Filip Louagie van imec een voordracht geven over draadloze sensornetwerken. Ik wist meteen dat dat de weg was die we moesten inslaan om onze concurrenten te slim af te zijn. We zouden een draadloos systeem maken van elektronische druksensoren, een concept dat heel wat voordelen in gebruik zou opleveren.”
Kennis binnenhalen Elektronica en draadloze communicatie waren voor
Panimpex onontgonnen terreinen. Daarom werd een samenwerking opgezet met imec in de vorm van een tweeledige studie. Jean-Paul Peirs: “In een eerste fase hebben we onderzocht of het mogelijk was om de unieke mechanische technologie die in onze drukmeters zit, te vertalen naar een elektronische sensor. Al heel snel zagen we dat we dat beter niet deden: de kosten die gepaard gaan met de ontwikkeling van een dergelijk product zouden veel te hoog oplopen. De zoektocht naar een andere, elders reeds beschikbare elektronische sensor verliep gelijktijdig met de uitvoering van een tweede studie: de ontwikkeling van een bypasssysteem met meerdere sensoren (druk, temperatuur en vacuüm) die data draadloos doorsturen naar een console.” In die periode stapte ook zoon Christopher Peirs, die heel wat kennis heeft van draadloze communicatie, in het tot dan toe louter mechanisch georiënteerde bedrijf.
18
InterConnect 34, November 2010
Christopher Peirs
Christopher Peirs: “Imec heeft ons in die periode vooral geïnformeerd over wat zo’n draadloos systeem allemaal kan, over hoeveel het ons zou kosten, over welke componenten daar precies in moeten enz.”
De draad kwijt De verdere ontwikkeling van het product verliep niet van een leien dakje. Vooral het mislopen van externe financiering was een doorn in het oog. Jean-Paul Peirs: “Toch zijn wij op eigen kracht en met eigen beperkte financiële middelen doorgegaan. We hebben gedaan wat echte WestVlaamse ondernemers doen: een horizon hebben, en groei zien. Na jaren hard werken, hebben we in oktober 2010 ons product kunnen lanceren op twee van de grootste koeltechnische beurzen wereldwijd.”
Efficiënt en intelligent Met een bypass meet de technicus een aantal belangrijke parameters die hem toelaten om de koelinstallatie af te stellen. De bypass bevat twee drukmeters, waarmee in essentie de verzadigingsdruk van een koelmiddel in een lage- en in een hogedrukgedeelte van de installatie wordt
Jean-Paul Peirs
gemeten. Het nieuwe systeem van de familie Peirs onderscheidt zich op heel wat vlakken van de bestaande oplossingen. Christopher Peirs: “Het belangrijkste voordeel is dat wij met dit systeem geen koelmiddel meer uit de installatie moeten halen om drukken te kunnen meten. In de bestaande oplossingen wordt de bypass via extra slangen aangesloten op de ruimte waarin het koelmiddel zich bevindt. Het volume aan koelmiddel dat in deze slangen terecht komt, mag niet hergebruikt worden in het systeem. Het moet worden opgevangen, met extra manipulaties en verlies van koelmiddel tot gevolg. Wij kunnen onze sensoren rechtstreeks aansluiten. Een tweede voordeel is dat ze met ons systeem verschillende drukken en temperaturen tegelijk kunnen meten.” Bernard Peirs, sinds enige tijd werkzaam in Panimpex als commercieel medewerker: “En, niet onbelangrijk voor de klant, de console die de data draadloos ontvangt, verwerkt de data, toont de berekende grootheden, en genereert rapporten van de interventies. We zijn zelfs een stap verder gegaan: de console stelt ook een diagnose en doet suggesties voor verbeteringen. Door gebruik te maken van nieuwe technologieën en door alle mogelijkheden van de elektronica te benutten, hebben we nu een
Bernard Peirs
uniek, intelligent systeem op de markt. Het is een generisch platform geworden dat de koeltechnicus in staat stelt om data te ontvangen van eender welke sensor die een elektronisch signaal uitstuurt.”
Valintek Speciaal voor dit product werd de nieuwe vennootschap Valintek opgezet. Valintek zal het product in verschillende vormen van afwerking leveren aan Panimpex en aan derde partijen. Bernard Peirs: “We hebben een uniek product ontwikkeld dat nieuwe mogelijkheden biedt aan de gebruiker. Ondertussen hebben we een patentaanvraag ingediend. En er is ook al interesse vanuit heel andere markten.” Christopher Peirs: “We zouden dit product nooit ontwikkeld hebben zonder kennis van buitenaf. Ik ben wel elektronicus van opleiding, maar er is een groot verschil tussen wat je aan de unief leert en hoe je dat moet toepassen in de praktijk. Door de samenwerking met imec hebben we zeker heel wat tijd kunnen winnen. We zijn heel tevreden over de manier van samenwerken, over de openheid naar elkaar toe. De dag dat we opnieuw een idee hebben, maar niet de kennis, zal imec opnieuw preferred partner zijn.”
InterConnect 34, November 2010
Filip Louagie
“Bij kennisoverdracht moet er een zeker absorptievermogen zijn bij de andere partij, en dat was er.” Filip Louagie, directeur draadloze communicatie bij imec: ”Binnen het samenwerkingsproject met Panimpex heeft imec op twee terreinen gewerkt. We hebben eerst gekeken of het haalbaar zou zijn om de bestaande mechanische drukmeter om te zetten in een elektronische sensor. Dat was voor imec geen vertrouwde materie. We hebben daar een grondige verkennende studie over gemaakt. Hieruit is gebleken dat het niet haalbaar zou zijn omdat het een te grote ontwikkelingsen productiekost met zich zou meebrengen. Daarnaast hebben we gekeken hoe we het systeem van de bypass draadloos konden maken. Draadloze communicatie is voor ons gekend terrein, dat is imec’s expertise. We hebben uitgelegd aan Panimpex welke functies je allemaal draadloos kan maken, hoe dat juist werkt, welke componenten er nodig zijn, welke radiocommunicatiechip je best gebruikt, hoeveel informatie er moet worden doorgestuurd, hoe ver je data kan overdragen, wat je allemaal met zo’n draadloos systeem kan doen, hoeveel het gaat kosten enz.
Voor Panimpex is het de eerste keer dat er een elektronisch product in het gamma komt. Wij hebben hen geholpen om de haalbaarheid, de performantie en de kost van zo’n systeem in te schatten. Maar wij kunnen niet voorspellen of dat voor hen voldoende waarde gaat bieden in de markt, of dat hun marktpositie zal versterken. Dat is de bijdrage van Panimpex, dat is hun kennis. Bij een samenwerking waar kennisoverdracht centraal staat, moet er iemand aan de andere kant zijn die de informatie kan overnemen. Je kan kennis niet zomaar overdragen. Een idee realiseren in de vorm van een eerste ontwerp is slechts een eerste stap. Het idee brengen tot een product vraagt daarna nog heel wat werk van het betrokken bedrijf. Panimpex heeft dat goed begrepen. Het in dienst nemen van ingenieur elektronica Christopher Peirs heeft de uitbreiding van de louter mechanische productenportfolio met een elektronisch product vergemakkelijkt.”
19
20
InterConnect 34, November maand 20102010
imec’s technologieforum: 4 visies
— Op imec’s technologieforum 2010 vroegen we vier sprekers naar hun toekomstvisie over gezondheid, werken en milieu. Wil u volgend jaar dergelijke toekomstvisies liever live horen? Geef dan uw gegevens door via vlaamseindustrie@imec.be en wij sturen u een persoonlijke uitnodiging.
InterConnect InterConnect 34, November 34, maand 2010
21
visie 01
Een genetische test bij de geboorte zal je vertellen of je vatbaar bent voor bepaalde ziekten Zo stelt Magali Haas, Head CNS Integrative Solutions bij Johnson & Johnson. En dat hoeft geen beangstigende gedachte te zijn, vindt ze, aangezien je de kans op het uitbreken van de ziekte zal kunnen verminderen door continue monitoring en coaching.
In de familie “Eigenlijk weet je vandaag ook al of je een risico hebt op bepaalde ziekten als je iemand in de familie hebt met een erfelijke ziekte,” begint Magali Haas. “De wetenschap staat al zo ver dat we voor een aantal aandoeningen de genetische merkers kennen en dus zwart op wit kunnen zeggen of je de merkers voor een bepaalde ziekte draagt.” Maar willen we dat wel weten? Magali Haas: “Wel als je met die info iets kan doen. Onze genen vormen immers niet het hele plaatje. Je kan vanuit genetisch standpunt vatbaar zijn voor een bepaalde ziekte, maar of en wanneer je de ziekte werkelijk krijgt, hangt ook af van je omgeving, je lichaamsbeweging, je eetpatroon enz.”
voorkomen door op je voeding te letten en veel aan sport te doen. Je zou een soort digitale coach kunnen meedragen die let op je voedingsopname en lichaamsbeweging en je advies geeft op basis van je risicoprofiel.” Maar ook voor mensen zonder genetische risico’s kunnen draagbare sensoren en diagnostische tools heel belangrijk zijn. Magali Haas: “Vandaag doet de dokter een onderzoek en vergelijkt deze momentopname met de gemiddelde waarden van een populatie. Het zou veel beter zijn als je data worden opgevolgd op regelmatige basis zodat de dokter weet welke waarden voor jou normaal en abnormaal zijn. Zo zijn er bv. mensen die van nature een hogere bloeddruk hebben, maar voor wie dit geen probleem vormt.”
Hoop voor Alzheimer Digitale coach En daar komen dan de veelbesproken draagbare sensoren en diagnostische tools aan te pas. Magali Haas: “Weet je bijvoorbeeld dat je (genetisch) vatbaar bent voor hartproblemen, dan kan je dit
Maar wat met erfelijke ziekten waar nog geen therapie voor bestaat, zoals Alzheimer? Magali Haas: “Vandaag laten mensen zich pas heel laat testen voor Alzheimer omdat er nog geen geneesmiddel bestaat om de ziekte te behandelen. Maar
we staan aan de vooravond van een belangrijke doorbraak i.v.m. Alzheimer. Binnen twee jaar zullen er producten op de markt komen die de ontwikkeling van de ziekte kunnen tegengaan. Testen zijn vandaag al aan de gang en geven hoopvolle resultaten. En dan is het natuurlijk wel nuttig om te weten of je vatbaar bent voor de ziekte en om in een zeer vroeg stadium de ziekte te diagnosticeren. Anders is het met bv. schizofrenie waarvoor we nog geen behandelingen hebben. In zo’n geval kan je je wel afvragen of het nuttig is om te laten onderzoeken of je de genetische merkers draagt.” En wat is de rol van een farmaceutisch bedrijf als Johnson & Johnson in dit verhaal? Magali Haas: “Nu werken we vooral samen met dokters en ziekenhuizen. In de toekomst zouden we dichter bij de patiënt willen staan, bv. door tools aan te bieden voor realtime persoonlijke metingen en feedback.” Of we zouden misschien een pakket of service kunnen aanbieden voor levenslange monitoring. Dat zou pas een uniek geboortegeschenk zijn.
22
InterConnect 34, November 2010
InterConnect InterConnect 34, November 34, maand 2010
23
visie 02
Onze kinderen zullen in hun leven 10 tot 15 jobs hebben Phillip Vandervoort,
CEO van Microsoft België verwacht een grote ommekeer in de bedrijfswereld de komende 5 jaar: “We zullen evolueren van hiërarchische naar netwerkorganisaties. Mensen zullen bewust kiezen voor welk bedrijf ze willen werken op basis van de visie en de doelstelling van het bedrijf.”
Nog een sabbatical graag “Onze kinderen en zeker onze kleinkinderen zullen meer dan 100 jaar oud worden”, stelt Phillip Vandervoort, “en dat zal onze mindset over leren en werken dramatisch veranderen. Zo zal men bijvoorbeeld studeren tot zijn 25, dan gaan werken om een huis te kunnen kopen, een sabbatical nemen om een masteropleiding te volgen, dan weer gaan werken, enkele jaren verlof nemen voor de kinderen, terug bijstuderen om zich te heroriënteren in het beroepsleven enz.” Op die manier hoeft werken tot 70 jaar nooit saai te worden. Niet alleen doordat we zoveel verschillende jobs zullen hebben, maar ook door onze werkplek.
Een hok met een grijze doos Phillip Vandervoort: “Ik geloof sterk in het concept van werken any place, any time, any device. Mijn werkplek is de keuken, de tuin, de koffieshop om de hoek... en het kantoor. Ik heb het grootste kantoor van België – 4 verdiepingen met 360° glas – net als alle microsoft-medewerkers. In ons nieuwe bedrijfsgebouw heeft namelijk niemand een eigen bureau. Mensen kunnen gaan samen zitten volgens het project waar ze vandaag aan werken. De volgende generatie zal niet accepteren om eerst een uur in de file te gaan staan om tegen 8u op kantoor te zijn waar ze dan in een hok met een grijze doos moeten gaan zitten. En dat nummer van
die doos staat toevallig ook op hun visitekaartje. Als de doos belt, moeten ze er zeker zijn om op te nemen. Absurd toch, als er zoveel communicatieen netwerkingtechnologie beschikbaar is waardoor je eender waar zou kunnen werken. Chatten wordt bijvoorbeeld nog maar heel weinig op professioneel vlak gebruikt, maar kan zeer efficiënt zijn.”
Een knipoog van de manager Werken in de tuin, of op café, het klinkt te mooi om waar te zijn. Welke baas zal dat ooit aanvaarden? Phillip Vandervoort: “Het vereist een heel andere benadering van leiderschap. Je kan het vergelijken met een orkest en zijn dirigent. Tot op vandaag zijn de meeste managers als dirigenten die ook piano kunnen spelen, en viool en trompet, meestal zelfs beter dan de mensen uit hun orkest. De managers van de toekomst zijn een ander soort dirigent, één die slechter piano of viool speelt dan zijn muzikanten, maar vooral heel goed is in het dirigent zijn. Met één enkel oogcontact of knipoog zorgt hij ervoor dat iedereen op dezelfde lijn zit en naar hetzelfde doel streeft.” Dus, met andere woorden: we zullen evolueren van hiërarchische naar netwerkorganisaties waar medewerkers vrij zijn waar en hoe ze werken, hierbij geleid door de visie van de CEO. “Alleen wie een duidelijke visie en cultuur rondom zijn bedrijf kan creëren, zal erin slagen de beste werkkrachten aan te trekken. En, het is niet alleen een individu dat je aanneemt, maar met hem, zijn hele netwerk.”
24
InterConnect 34, November 2010
InterConnect InterConnect 34, November 34, maand 2010
25
visie 03
Het wordt tijd dat we met de opruimactie beginnen “Sinds de industriële revolutie is de mens erin geslaagd het water, het land en de lucht te verknoeien. Het wordt hoog tijd om daar iets aan te doen. Nanotechnologie kan daar een belangrijke rol in spelen,” zo stelt Meyya Meyyappan, Chief Scientist for exploration van NASA Ames Research Center.
Water in overvloed
Luchtzuivering in pocket formaat
Om aan de wereldopruimactie te beginnen hebben we bijvoorbeeld nood aan efficiënte waterzuivering. Want ook al is twee derde van de wereld bedekt met water, toch is drinkbaar water een zeldzaam iets geworden. Meyya Meyyappan: “Er is voldoende water op de wereld, maar het is niet altijd drinkbaar doordat het gaat om zout water of om vervuild zoet water. In de U.S. bijvoorbeeld mag je in bepaalde meren niet meer vissen wegens een te hoog kwikgehalte. En je hebt de vervuiling niet altijd zelf onder controle. Als er bv. in China een nieuwe steenkoolcentrale geopend wordt, dragen wij daar mee de gevolgen van onder de vorm van zure regen.”
Ook efficiënte en compacte luchtzuiveringsinstallaties zijn nodig. De huidige luchtzuiveringsinstallaties van bv. krachtcentrales zijn zeer grote en dure systemen. Meyya Meyyappan: “Een van de dingen die koolstofnanobuisjes of carbon nanotubes (CNT) zo bijzonder maakt, is hun grote relatieve oppervlakte. Eén gram CNTs heeft een oppervlakte van 1.600m². Met 4g uitgerolde CNTs kan je een voetbalveld bedekken. Omwille van deze eigenschap kan je met CNTs zeer compacte luchtzuiveringssystemen maken. Onder de vorm van nanomembranen kunnen ze overal ingebouwd worden om luchtvervuiling te voorkomen.”
Blazen bij de dokter Maar hier zouden nanomaterialen het verschil kunnen maken. Meyya Meyyappan: “Nanomaterialen zullen een cruciale rol spelen in de waterbusiness van de toekomst. Koolstofnanobuisjes bijvoorbeeld kunnen gebruikt worden om membranen te maken voor het ontzouten van water en voor waterzuivering. Zo kunnen zware metalen verwijderd worden (arsenicum, nikkel, cadmium) die door industriële vervuiling in het water terecht komen. Dankzij nanotechnologie zullen er meer compacte, efficiënte en goedkopere waterzuiveringssystemen gemaakt kunnen worden dan vandaag. ”
Onzuiverheden in de lucht wegfilteren is één zaak, ze identificeren nog een andere. Het identificeren van stoffen in de lucht of in de menselijke adem opent een wereld aan mogelijkheden. Meyya Meyyappan: “NASA Ames ontwikkelde een elektronische neus op basis van CNTs die vandaag in het ISS gebruikt wordt om de luchtkwaliteit te controleren. Het is trouwens het eerste nanoproduct in de ruimte.” Maar de elektronische neuzen van vandaag zijn nog duur en ingewikkeld in gebruik. Meyya Meyyappan:
“De kanaries uit de steenkoolmijnen lijken primitieve hulpmiddeltjes, maar op sommige plaatsen worden ze nog steeds gebruikt als indicator voor gevaarlijke stoffen in de lucht. Wist je dat er in België reuzenratten getraind worden voor mijndetectie? Het is gewoon een feit dat onze eNosetechnologie voorlopig nog niet op kan tegen de nauwkeurigheid en de lage prijs waarmee dieren kunnen ingezet worden om geuren te herkennen.” Maar de NASA-expert voorspelt een mooie toekomst voor de elektronische neus: “Nu er talrijke biomerkers aanwezig in de adem bekend zijn, zal de eNose een revolutie teweegbrengen in de geneeskunde. Stel je voor dat je een soort mondstuk inplugt op je mobiele telefoon, erin blaast, en dat de ingebouwde elektronische neus de gegevens doorstuurt naar een dokter. Die kan op basis van de metingen een indicatie vinden voor ziekten als diabetes, astma en longkanker. Zeker voor risicopatiënten die op afgelegen plaatsen wonen, of die zeer regelmatig deze testen moeten ondergaan, is dit een mooie oplossing.”
26
InterConnect 34, November 2010
visie 04
Prachtig toch, een internetcafĂŠ in de jungle? Op zijn vele verre reizen kwam Eric Daniels, Vice President Technology bij BP Solar, al heel wat mooie toepassingen van zonne-energie tegen. Maar of het nu Jamaica, AustraliĂŤ of Noorwegen is, zonne-energie kan overal rendabel zijn.
InterConnect InterConnect 34, November 34, maand 2010
Australisch ijs en Noorse hutjes Groene energie wordt vandaag gepromoot omdat het beter is voor het milieu dan energie uit fossiele brandstoffen. Waar wij in onze landen vaak niet bij stil staan is dat bv. zonne-energie ook nieuwe mogelijkheden biedt. Eric Daniels: “Het zal misschien vreemd klinken, maar in de beginjaren van de zonnecelindustrie was Noorwegen onze belangrijkste markt. Ze gebruikten daar zonnepanelen om hun afgelegen weekendhuisjes van energie te voorzien.” Maar ook op het zuidelijk halfrond bruist het volgens Eric Daniels van creativiteit met zonne-energie: “Eén van de gekste dingen die ik ooit gezien heb is een internetcafé in het midden van de Jamaicaanse jungle, op basis van zonnepanelen en draadloos internet.” Iets meer down-to-earth of moeten we zeggen downunder is het project dat BP Solar uitvoerde voor de Australische visbedrijven. Eric Daniels: “De visbedrijven aan de noordoostkust kampten met het probleem dat ze hun vis niet vers op de markt konden brengen vanwege de grote afstanden. Wij ontwikkelden een systeem om ijs te maken op basis van zonne-energie. Zo konden de vissers op de boot zelf ijs maken om de vis koel te bewaren tot ze terugkeerden in de haven.”
Zijn zonnecellen dan wel ecologisch rendabel? Eric Daniels: “Zonne-energie kan ook in Europa voor een aanzienlijke elektriciteitsproductie zorgen. Mijn visie is dat we elk oppervlak met zonnepanelen moeten bedekken: daken van bedrijven, parkeergarages, bushokjes enz. We moeten de energieproductie zo dicht mogelijk bij het verbruik brengen zodat er geen energie verloren hoeft te gaan bij transport.” En wat met de grote zonne-energie productieeenheden die worden aangelegd in de woestijn? Eric Daniels: “Dit soort gecentraliseerde energieproductie is compatibel met de gedistribueerde productie waar ik het over heb. De gecentraliseerde aanpak heeft echter verschillende nadelen: 1 Er moet een dure infrastructuur opgezet worden voor het transport van energie naar onze landen; 2 Veel energie gaat verloren tijdens het (lange) transport; 3 We worden op deze manier zeer kwetsbaar en afhankelijk voor onze energieproductie, wat niet het geval is met het gedistribueerde model.”
Altijd stralend weer Overal zonnecellen In ons klein landje kampen we uiteraard niet met afgelegen hutjes en grote afstanden. Wel zitten we met het probleem van een niet al te zonnig klimaat.
Eric Daniels is duidelijk een voorstander van ‘een groene energiebron op elke straathoek’, waarbij zonne-energie slechts een van de mogelijkheden is: “Elk land zal de energiebronnen gebruiken die
27
het best geschikt zijn. En de keuze hangt natuurlijk ook af van de specifieke locatie waar je energie nodig hebt. Je kan bijvoorbeeld geen megawattwindturbine op een straathoek zetten, maar wel megawatt-zonnepanelen op de daken van aanpalende bedrijfsgebouwen leggen.” Maar wat als er wolken verschijnen om de hoek of een windstille zomerdag wordt voorspeld? Eric Daniels: “Het probleem met groene energie blijft de variabiliteit. Daarom zal het moeten aangevuld worden met andere energiebronnen. Maar toch kan de gemiddelde energieproductie door winden zonne-energie vrij stabiel zijn als het gedistribueerde model wordt toegepast. Immers, de weersomstandigheden verschillen sterk per regio en er zal altijd wel ergens een stralende zon zijn, toch?”
28
InterConnect 34, November 2010
DOORGELEZEN
— In elk nummer van InterConnect stelt een imec-medewerker een boek voor en geeft – vanuit zijn expertise – aan wat hij tijdens het lezen heeft geleerd. In dit nummer: Francis Bruynseels, Director Operations Smart Systems and Energy Technology imec.
Innoveren met Creativiteit Waar komen innovatieve ideeën vandaan? Heb je daarvoor een batterij creatieve geesten nodig? Of vooral een sterk R&D-team? En hoe zet je een creatieve piste om in echte innovatie? In ‘Innoveren met Creativiteit’ geeft Marion Debruyne een schat aan voorzetten en tips waaraan je je eigen innovatiepraktijk kunt toetsen.
InterConnect 34, November 2010
Je comfortzone verlaten Het blijft altijd boeiend, zelfs voor een innovatieprofessional, om te zien hoe innovaties ontstaan en groeien. Hoe een creatief idee opgepikt wordt, en langzaam verandert in een innovatie. Waar bedrijven die succesvol en blijvend innoveren hun ideeën en innovaties halen, en wat we daarvan kunnen leren. Wat mij daarbij altijd opvalt is dat zo’n bedrijven voortdurend over de eigen muur kijken. Ze gaan op zoek naar inspiratie, ideeën, kennis, methodes waar die maar te vinden zijn. Niet alleen binnen de eigen R&D-afdeling dus, of tijdens een 6-maandelijkse brainstorm. De wereld is zoveel groter, en veel van de kennis en vaardigheden die je zou kunnen gebruiken om te vernieuwen zit buiten de muren van je bedrijf. Marion Debruyne haalt Procter & Gamble aan als een typisch voorbeeld van zo’n innovatief bedrijf. Een van de peilers van hun innovatiebeleid is de uitbreiding van hun inspiratiebronnen. De helft van hun nieuwe producten, bijvoorbeeld, moet van buiten hun eigen R&D afdelingen komen. Zo’n open innovatie kan trouwens veel vormen aannemen. Zo heeft Procter & Gamble een maand lang marketingmedewerkers uitgewisseld met Google, met als expliciet doel om inspiratie op te doen. Klinkt op het eerste zicht wat vergezocht. Maar waar je ook de mosterd vandaan haalt, voor echte innovatie zul je je comfortzone moeten verlaten. En dus af en toe wat gek doen, ja.
Innovatie is geen toeval We weten het allemaal: Er loopt geen rechte lijn van idee naar innovatie. Er is geen formule die succes garandeert. Maar je ziet wel dat innovatie nooit zomaar uit de lucht komt vallen. Je moet er als bedrijf mee bezig zijn, het wordt je niet zomaar in je schoot geworpen. Je moet in de eerste plaats de wil, de bereidheid hebben om te experimenteren. Om systematisch nieuwe terreinen aan te boren en jezelf telkens opnieuw uit te vinden. En tegelijk – en hier legt ‘Innoveren met Creativiteit’ misschien te weinig nadruk op – moet je bereid zijn om te mislukken. Want niet elk idee zal een succes worden.
29
Daarnaast is innovatie ook een proces dat je moet organiseren. Eenmaal je ideeën hebt en die wil omzetten in echte innovatie, heb je een proces nodig, met stadia en beslissingsmomenten. Hier geeft Debruyne het voorbeeld van Alcatel-Lucent, dat een innovatietraject heeft opgezet van idee, over businessplan, tot de uiteindelijke beslissing om een nieuwe afdeling of bedrijf te starten. Opnieuw een bedrijf dat innovatie in zijn DNA inbouwt. En daardoor ook blijft innoveren, zelfs als het door een mindere periode gaat.
Innovatie voor de volledige waardeketen Innovatie wordt nogal vlug met producten geassocieerd, met technologische gadgets zelfs. Maar dat is natuurlijk maar één facet van innovatie. Je kunt ook processen en diensten innoveren, en zelfs een volledig businessmodel. Denk bijvoorbeeld aan de Bongo geschenkbonnen van Smart&Co, een volstrekt nieuwe combinatie van internetdiensten, toerisme en belevenis, en cadeaubonnen. Mogelijk is innovatie je stokpaardje, zoals bij mij, en heb je er dan ook al veel over gelezen en nagedacht. Dan zul je hier geen nieuwe inzichten of theoretische kaders krijgen. Wel een mooi overzicht, met voorbeelden uit onze regio, en gebaseerd op onderzoek naar innovatie in Vlaanderen. Wat ik bijzonder apprecieer zijn de tips en checklists. Die laten toe om de ideeën direct te toetsen aan je eigen omgeving, om zo te zien waar je goed bezig bent, en waar je mogelijk je innovatiepraktijk nog kunt innoveren.
3 om te onthouden 01 Kijk over de muur! De kennis die je voor innovatie nodig hebt, zit verspreid over de hele wereld, niet alleen in je eigen R&D-afdeling. 02 Innovatie is geen toeval. Succesvolle en volgehouden innovatie moet je stimu leren en organiseren. 03 Innovatie kan niet zonder creativiteit. Maar creativiteit is slechts het begin van een lang traject naar een beter product, proces of dienst.
Francis Bruynseels
Waarom dit boek lezen? Lees dit boek als een bron van innovatieve inspiratie. Het is erg toegankelijk en bevat tientallen voorbeelden uit de praktijk, en tips en checklists waaraan je direct de innovatie in je eigen omgeving kunt toetsen.
Wie is Marion Debruyne? Marion Debruyne is associate professor aan de Vlerick Leuven Gent Management School, waar ze de SWIFT leerstoel Market-Driven Innovation bekleedt. Binnen het Flanders DC kenniscentrum is ze verantwoordelijk voor het onderzoek rond innovatie.
30
InterConnect 34, November 2010
DOORGELICHT
— In elk nummer van InterConnect laten we iemand van imec aan het woord die op een of andere manier samenwerkt met de Vlaamse industrie. In dit nummer: Kris Hermus / Kris.Hermus@imec.be
Ik ben nogal een fan van vrije software Kris Hermus maakt deel uit van de groep Industrialisatie & Innovatie van imec. Zelf beschrijft hij zijn job als het bouwen van bruggen tussen imec en de Vlaamse industrie, specifiek voor draadloze communicatie en multimedia. Kris is ook de coördinator van de Wireless Community.
Kris hermus
Welke toepassing zou je graag zelf ontwikkelen?
Interessante website
Een doosje met antigeluid, bv. voor op het nachttafeltje van mensen die dicht bij een luchthaven wonen. Het geluid van buiten wordt door heel snelle elektronica geanalyseerd. Dan wordt er een antigolf berekend en met een luidspreker op het geluid afgestuurd. Op die manier kunnen geluidsgolven elkaar neutraliseren. Je kunt met antigolven geluiden selectief dempen, dus het geluid van een wenende baby doorlaten maar het ‘gebrom’ van een overvliegend vliegtuig niet. Voorlopig is het alleen mogelijk om zeer duidelijk gekarakteriseerd geluid op één specifieke plaats te neutraliseren.
www.renteopdevoet.be Een communitywebsite, waarop particulieren hun verkregen leningsvoorwaarden kunnen posten. Handig om te onderhandelen met je bank.
Wat is de belangrijkste uitdaging voor de toekomst, in jouw vakdomein? De realisatie van de Mitola radio, een intelligente radio. Er bestaan allerlei soorten draadloze communicatienetwerken: het GSM-netwerk, Wi-Fi, Bluetooth, ... Op dit moment gebruikt elke toepassing haar eigen netwerk vb. om te bellen gebruik je het GSM-netwerk. In de toekomst zal de Mitola-radio kunnen voelen welke netwerken er beschikbaar zijn en welke hij op dat moment kan gebruiken voor een bepaalde toepassing. Dit zal resulteren in een optimaal energieverbruik, grotere betrouwbaarheid en snellere communicatie tegen een lagere kostprijs. Er zal ook veel minder straling zijn omdat je gaat communiceren via de kortst mogelijke link naar een bedraad netwerk. Imec werkt ook aan een dergelijke ‘cognitieve radio’.
Met welke persoon uit de bedrijfswereld zou je een lange treinreis willen maken? Ik ben nogal een fan van vrije software en dus ook van Linux. Ik zou wel eens graag met Linus Torvalds, de grondlegger, willen spreken. Het gratis delen van informatie blijkt een trend in onze maatschappij, kijk maar naar sites als Wikipedia, OpenStreetMap, ... Alles wordt gemaakt en onderhouden door gebruikers. Er bestaat wel een gevaar, namelijk dat gaandeweg iedereen achter dezelfde mening komt te staan. Geschiedenisfeiten op Wikipedia bijvoorbeeld worden niet echt neutraal weergegeven.
Goede cd Een cd van de Poolse pianist Krystian Zimerman, een echte pianofreak, die de opname van één CD jarenlang voorbereidt. Hij maakte er één met de pianoconcerto’s van de Russische componist Rachmaninov. Daar kan ik uren naar luisteren.
InterConnect 34, November 2010
31
AGENDA
18 november 2010 COHESI workshop rond microsysteemproductontwikkeling en R&D Imec, Leuven Meer info: www.cohesi.be of Frederik.Leys@imec.be
01 - 03 december 2010 Workshop PowerMEMS Imec, Leuven Meer info: www.powermems.org
07 december 2010 Visionair Seminarie: Supercomputers Vlaanderen gaat de techÂnische uitdagingen aan Imec, Leuven Meer info: www.imec.be of admin@leuveninc.com
16 december 2010 DEMO event 2010: betrouwbaarheid van elektronica Imec, Leuven Meer info: www.edmp.be of vlaamseindustrie@imec.be
20 januari 2011 Workshop MEMS: state-of-the-art and application domains in Flanders Imec, Leuven Meer info: Frederik.Leys@imec.be
30 november 2010 Symposium: The future of energy harvesting Imec, Leuven Meer info: www.powermems.org
07 december 2010 Nano-Bio-Forum: Next Generation Peptide Micro-arrays Meer info: www.imec.be/mtc Bekijk het volledige overzicht van seminaries en cursussen van imec’s trainingscentrum op www.imec.be/mtc
25 en 26 mei 2011 Imec Technology Forum Meer info: Annouck.Vanrompay@imec.be of www.itf2011.be
Bent u een KMO met een idee? Heeft u een vraag – wil u bijvoorbeeld nagaan in welke mate imectechnologie kan bijdragen tot een innovatie van uw product, proces of dienst – aarzel dan niet om het Industrialisatie en Innovatie team (I&I) van imec te contacteren. Zij maken de vertaalslag tussen de technologische bouwblokken van imec en de wensen en noden van bedrijven in Vlaanderen. U bereikt ze via VlaamseIndustrie@imec.be Imec’s onderzoek wordt onder andere toegepast in betere gezondheidzorg, slimme elektronica, hernieuwbare energie en veiliger transport. U leest er meer over op www.imec.be.
Imec RPR Leuven BTW BE 0425.260.668 Kapeldreef 75 B-3001 Leuven België www.imec.be