imec InterConnect 33 (juli 2010)

Page 1

InterConnect Link naar de toekomst

KMO BioRICS stopt toptrainer in een doosje

Groener surfen Voetbal zonder grenzen

n째33 | v i e r m a a n d e l i j k s | j u l i 2 0 1 0


Voetbal, bier & vrouwen Nooit gedacht dat voetbal ooit de rode draad in een InterConnect-nummer zou zijn. Zelf ben ik niet zo’n voetballiefhebber. Ik volg wel sporadisch de berichten over immense transferbedragen of ontslagen trainers. Ik verbaas me dan telkens weer over het risicoberoep van trainer. Speelt je ploeg eens wat minder, sta je binnen de kortste keren op straat. Terwijl het toch de spelers zijn die niet goed hebben gespeeld? Maar gelukkig komt technologie trainers te hulp snellen. Bijvoorbeeld door de producten van BioRICS: sensormodules en software waardoor trainers over alle informatie beschikken die nodig is om de perfecte training uit te werken op maat van elke speler. AC Milaan bijvoorbeeld heeft de sensormodules gebruikt om de fysieke en mentale toestand van de spelers op te volgen tijdens trainingen. Een computermodel voorspelt op basis hiervan welk trainingsschema de conditie in de gewenste richting zal sturen. Maar als het voetbal op tv is, pas ik toch. Daar kan misschien wel verandering in komen als ik Johan De Geyter (imec) en Luk Overmeire (VRT) mag geloven. Elk hebben ze het over een revolutie in tv-land. Luk Overmeire heeft het over 3D-tv, een technologie die spectaculaire beelden belooft, ook voor voetbal. Zo zullen 25 wedstrijden van het WK in Zuid-Afrika in 3D gefilmd worden. Johan De Geyter heeft het over de virtuele camera waardoor een regisseur elk willekeurig camerastandpunt kan kiezen. In plaats van te moeten kiezen tussen vaste camerabeelden, zou hij met een joystick een virtuele camera over het veld kunnen laten vliegen, of de virtuele camera op de schouder van de doelman zetten wanneer een strafschop genomen wordt enz. Of er zouden twee regisseurs aan het werk kunnen gezet worden om een voetbaluitzending op maat van vrouwen – met David Beckham extra veel in beeld – en op maat van mannen te maken. Zelfs de reclamespotjes tussendoor zouden interessant kunnen worden, of beter, spectaculair. Dankzij 3D-tv kan een blikje bier uit het scherm aangereikt worden. Als daar nog eens 3D-audio kan aan toegevoegd worden waardoor het geluid van een geopend blikje zich net op de plaats van het blikje bevindt, is het helemaal af, en rennen we met z’n allen naar de koelkast. Zelfs bier kan in een versie voor mannen en vrouwen gemaakt worden. Op de Artesis Hogeschool hebben studenten productontwikkeling zich niet alleen gestort op het zoeken van een mooie toepassing voor imec’s orga­nische zonnecellen, maar ook op het aantrekkelijk maken van bier voor vrouwen. Het prototypeflesje heeft iets van een parfumflesje. ‘Vrouwen weten (ook) waarom’ kan misschien de nieuwe slogan worden.

Els Parton, Hoofdredacteur InterConnect

2 I n t e r C o nn e c t

07-2010

Els Parton


Inhoud

Door samen te werken, werden grenzen verlegd

Toptrainer in een doosje 3D-tv: spectaculair, maar overhaast?

Een energieadviseur in huis

Genzyme: zeldzame bedrijfscultuur Groener surfen

Voetbal zonder grenzen Imec-nieuwtjes

Doorgelezen Agenda

Doorgelicht

....................................................

4

....................................................

6

....................................................

9

..................................................

13

16

..................................................

...............................................

20

................................................

23

...............................................

26

...............................................

28

...............................................

30

..................................................

31

Colofon Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieĂŤn, opnamen of enig andere manier, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijke uitgever: Luc Van den hove, algemeen directeur en CEO imec | Disclaimer: www.imec.be/disclaimer | Redactie: Els Parton, Jan Provoost, Mieke Van Bavel, Chris Vanherck en Annouck Vanrompay | Concept en vormgeving: Kunstmaan.be | Fotografie: Natasja Duhayon, Fred Loosen en Jan Pollers | Voor meer informatie: Els Parton, Hoofdredacteur InterConnect, 016/281467, Els.Parton@imec.be Bent u IC-abonnee, en wil u InterConnect liever digitaal ontvangen, laat het ons weten via vlaamseindustrie@imec.be Voor gratis abonnement: registreer op www.imec.be/interconnect

3 InterConnect

07-2010


Door samen te werken, werden grenzen verlegd Zo spraken Philippe Brems, afgestudeerd productontwikkelaar van de Artesis Hogeschool Antwerpen en Tom Aernouts, groepsleider plastic zonnecellen bij imec. Net als zijn medestudenten ging Philippe de uitdaging aan om een product uit te werken voor geïnteresseerde bedrijven en onderzoeksinstellingen.

B

ier voor vrouwen, aantrekkelijke snacks op basis van insecten, comfor tabele skischoenen (eindelijk!), het zijn maar enkele van de afstudeerprojecten van de studenten productontwikkeling van de Artesis Hogeschool Antwerpen. Philippe Brems: “De opleiding productontwikkeling duurt vijf jaar. Als afsluitend project werken we een productconcept uit vanuit een eigen interesse of vanuit een vraag van een bedrijf. We doorlopen hierbij het volledige traject van ideeën genereren, opportuniteiten zoeken, productconcept volledig uitwerken, businessplan opstellen enz. Dit steeds in samenwerking met een industriële promotor. Plastic zonnecellen Tom Aernouts: “Philippe kwam op imec terecht en wou iets uitwerken rond plastic zonnecellen. Geen gemakkelijke opdracht omdat het hier gaat over een technologie die nog in haar kinderschoenen staat. Zelf hebben we wel een visie over toepassingen waar we naartoe werken met onze technologie, maar dat zijn eerder langetermijntoepassingen. Het was heel interessant om

4 I n t e r C o nn e c t

0 73 - 2 0 1 0

met Philippe te discussiëren en zo samen op zoek te gaan naar een toepassing die met de beperkingen van de technologie vandaag toch al haalbaar is.” Philippe Brems: “Tom vertelde me over de vooren nadelen van plastic zonnecellen. Zo zijn ze flexibel, lichter en goedkoper dan siliciumzonnecellen. Ze hebben wel een lagere efficiëntie dan de standaard zonnecellen (4-6% ten opzichte van 15-18%), maar hun grootste nadeel vandaag is zeker hun korte levensduur (2-3 jaar). Op basis van deze informatie kon ik op zoek gaan naar een geschikte toepassing.” Interactieve verpakkingen Philippe Brems zette zijn brein aan het werk op zoek naar opportuniteiten voor organische zonnecellen. Uiteindelijk kwam hij bij slimme verpakkingen terecht: “Nu ik me verdiept heb in de mogelijkheden van plastic zonnecellen, ben ik ervan overtuigd dat een belangrijke toepassing ligt in interactieve verpakkingen. Plastic zonnecellen in hoge oplage produceren is immers relatief goedkoop. Ook zijn ze flexibel en zouden mee kunnen geprint worden op de verpakking

samen met plastic elektronica. Binnen 5 tot 10 jaar zullen we dergelijke verpakkingen op de markt zien verschijnen.” Tom Aernouts: “Dit is inderdaad een mogelijke toepassing voor plastic zonnecellen omdat de korte levensduur hier niet zo’n rol speelt. De energie kan ook gebruikt worden om (actieve) RFID’s aan te sturen, de opvolgers van de huidige barcodes.” Slimme medicijnverpakking Uiteindelijk koos Philippe Brems ervoor om de verpakking van medicijnen in een hightech-kleedje te steken. En wel om het grote probleem van namaakmedicijnen aan te pakken. Philippe Brems: “Namaakmedicijnen zijn niet enkel een probleem in ontwikkelingslanden. Ook westerse landen krijgen ermee af te rekenen door de stijgende verkoop via internet en door de instroom via illegale kanalen.” Vanuit deze probleemstelling ontwikkelde Philippe Brems het concept van een slimme medicijnverpakking. Het alomgekende kartonnen doosje werd omgetoverd tot een gesloten plastic doosje met geïntegreerde plastic zonnecellen. Zodra de verpakking geopend wordt, verschijnt een visuele weergave die de echtheid van het product weergeeft.


Philippe Brems

Tom Aernouts

InterConnect online Philippe Brems: “Er kunnen ook nog andere functies toegevoegd worden aan de medicijnverpakking zoals aangeven wanneer het volgende pilletje moet of mag genomen worden, hoe lang het medicijn nog actief blijft enz. De toegevoegde waarde voor de patiënt is immens, bijvoorbeeld voor Alzheimerpatiënten.” Op de markt Een eerste concept dat de mogelijkheden van de verpakking weergeeft, is nu helemaal uitgewerkt. Wat nu? Philippe Brems: “Ik ben op zoek naar geïnteresseerde bedrijven met als doel het project verder uit te werken.” Tom Aernouts: “De basis is gelegd en op technologisch vlak is het zeker haalbaar.” Dat bewijzen ook de eerste producten op basis van plastic zonnecellen die vandaag op de markt verschijnen. Het Amerikaanse Konarka brengt samen met een partner rugzakken op de markt met geïntegreerde plastic zonnecellen voor het opladen van gsm, mp3-speler, laptop enz. Tom Aernouts: “Het zal ook niet lang meer duren vooraleer tenten verschijnen met zonnecellen, misschien eerst voor militaire missies maar

later zeker ook voor consumenten. En uiteindelijk zullen deze zonnecellen ook geïntegreerd worden in vensters, gordijnen en binnenwanden van gebouwen.” U merkt het, aan ideeën zeker geen gebrek in onze organische zonnecelgroep en daar heeft dit project zeker toe bijgedragen. “Ik kan het iedereen aanraden, zowel aan bedrijven als aan collega-onderzoekers,” besluit Tom Aernouts. p Masterproef productontwikkeling ook op uw bedrijf? Studenten productontwikkeling werken voor hun masterproef steeds samen met een externe partner zoals een bedrijf, kmo, kennisinstelling, universitair ziekenhuis enz. De onderneming kan zelf een concreet productidee aanbieden of vragen een productidee uit te werken op basis van een specifieke technologie, voor een nieuwe doelgroep, naar aanleiding van nieuwe socioeconomische trends enz. Contact: Christiaan.baelus@artesis.be

Op de website www.imec.be/interconnect - Meer info voor bedrijven die willen samenwerken met de Masteropleiding in de Productontwikkeling (Artesis Hogeschool). - Brochure masterproeven 2008-2009 met o.a. een getuigenis van Colruyt over de geslaagde samenwerking. - Imec-artikel gepubliceerd in InterPV “Organic solar cells: on the path to com­mer­cialization”.

Imec werkt samen Imec begeleidde het eindwerk van Philippe Brems (Artesis Hogeschool). Het behandelt een interactieve medicijnverpakking die het namaken of parallel verhandelen van medicijnen moet afremmen. Het productidee is gebaseerd op één van de nieuwe technologieën van imec, namelijk organische PV, beter gekend als plastic zonnecellen. Meer informatie over de medicijnverpakking: http://hiiro.carbonmade.com

5 InterConnect

07-2010


6 I n t e r C o nn e c t

0 7 - 2 01 0


Toptrainer in een doosje Een auto die je waarschuwt als je in slaap dreigt te vallen, of een smartphone die persoonlijk trainingsadvies geeft. Over deze en andere wonderlijke toepassingen om menselijk gedrag te meten, te voorspellen, en te sturen vertelt Daniel Berckmans, medeoprichter en CTO van BioRICS.

T

opatleten hebben het, maar ook recreatieve sporters dromen ervan: een trainer die hen door en door kent, die hun lichaam en geest kan lezen, en die hen precieze adviezen geeft over hoe ze moeten trainen en wanneer ze moeten rusten. Zo’n digitale trainer is één van de toepassingen waaraan BioRICS werkt. BioRICS staat voor Biological Responses in Complex Systems. Het bedrijf is een spin-off van de K.U.Leuven, faculteit bio-ingenieurswetenschappen. Het heeft als missie om de gezondheid en prestaties van mensen te verbeteren, door middel van ICT-toepassingen die meten, voorspellen, én sturen. Slaperige bestuurders wekken Daniel Berckmans: “Neem bijvoorbeeld onze slaapmonitor. 24% van de dodelijke ongevallen op onze wegen heeft te maken met bestuurders die in slaap vallen tijdens het rijden. De vraag die wij ons hebben gesteld is deze: kun je door het gedrag van bestuurders te meten, precies voorspellen wanneer ze in slaap zullen vallen? En kan je die voorspelling ruim genoeg op voorhand maken, zodat je nog tijd hebt om een crash te vermijden?

We zijn er inderdaad in geslaagd hiervoor een methode te ontwikkelen. We meten de li­­chaams­­temperatuur, hartslag, en de pedaal- en stuurbewegingen, en nemen actie als we een bepaald patroon detecteren. Onze software is in staat om 5 minuten op voorhand te voorspellen dat een bestuurder in slaap zal vallen, wat nog ruim op tijd is om in te grijpen.” Van machines en mensen BioRICS’ methode voor deze en andere toepassingen is afgeleid van de processturing die in de industrie wordt gebruikt om processen en machines te monitoren en te sturen. Het hart van een modern vliegtuig bijvoorbeeld bevat zo’n sturing, in de vorm van een computerprogramma dat een model bevat dat beschrijft hoe dat vliegtuig reageert op veranderingen van de stand van de flappen, of op een verandering van windrichting. Daniel Berckmans: “Eenmaal je bijvoorbeeld het vlieggedrag van een bepaald type vliegtuig gemodelleerd hebt, kun je dat programma laten lopen op alle vliegtuigen van dat type. Ze zullen zich allemaal hetzelfde gedragen. Maar dat is niet zo bij levende wezens. We hebben moe­ten leren, met vallen en opstaan en veel experimenteren, hoe je processturing kunt

toepassen op dieren en mensen. Dat is helemaal niet zo evident. Neem de chauffeurs die we met de slaapmonitor volgen. De ene chauffeur zal in slaap vallen en de andere niet, onder precies dezelfde omstandigheden. Maar het is nog complexer: eenzelfde chauffeur zal de ene keer wel, en de andere keer niet in slaap vallen. Dus we kunnen geen toepassing maken die voor iedereen werkt, op basis van statistieken en gemiddelden. Onze toepassingen moeten voor iedere persoon apart geijkt worden. En telkens opnieuw moet de software leren voorspellen hoe die persoon zal reageren. En dat kan enkel als je individueel, continu, en in realtime gaat monitoren. Dat is de basis van al onze toepassingen.” Voetballers in topconditie Het eerste grote contract voor toepassingen op mensen dat het lab van Daniel Berckmans binnenhaalde was met AC Milan, of beter met Milan Lab, het sportlab van de Italiaanse voetbalploeg. Daniel Berckmans: “Bij Milan Lab werden de spelers van AC Milan iedere 3 weken aan een

7 InterConnect

07-2010


“ We maken ons sterk dat we sporters een goede conditie kunnen geven met minder inspanning, en met minder kans op blessures en overtraining.” Daniel Berckmans

reeks fysische en mentale testen onderworpen, waarbij tot 40 parameters werden gemeten. Om te zorgen dat de resultaten betrouwbaar waren, moesten de spelers wel iedere keer tot het uiterste gaan. Maar zo’n inspanningen zijn helemaal niet gezond, en ze beperken bovendien de hoeveelheid en frequentie van de testen die je kunt afnemen. Ons idee was om te kijken of we dezelfde resultaten konden bereiken door de spelers individueel en continu te monitoren, niet tijdens een test, maar gewoon tijdens hun training. De bedoeling zou dan zijn om ze op basis van die resultaten een individuele training voor te stellen. Een individuele training die de prikkels bevat waarvan onze toepassing voorspelt dat ze de speler op een bepaalde conditie zullen brengen.We hebben inderdaad kunnen aantonen dat dat mogelijk is. Een bijkomende vraag van AC Milan was of we ook de mentale toestand van de spelers konden meten. Ik dacht eerst dat dat niet mogelijk zou zijn, maar dat idee heb ik moeten bijstellen: ook voor de mentale toestand van sporters hebben we een model gemaakt waaruit de stress, of mentale inspanning van een sporter kan worden berekend.” Minder trainen, beter presteren Toen AC Milan kwam aankloppen in Heverlee, is BioRICS opgericht. Op dit moment werken 6 mensen aan een reeks concrete toepassingen van de technologie. Dat zijn onder andere de conditietrainer voor voetbalploegen, de slaapmonitor, en ook een conditietrainer voor individuele sporters.

8 I n t e r C o nn e c t

01 71 - 2 0 10 08

Daniel Berckmans: “De toepassingen die we ontwikkelen zijn allemaal gebaseerd op dezelfde principes. We beginnen bij het meten van fysische en mentale parameters van mensen, individueel, continu, en in realtime. Bij de voetballers van AC Milan meten we bijvoorbeeld de hartslag en de loopsnelheid. Daar maken we dan modellen van, wiskundige formules, zeg maar. Als we een dergelijk model hebben voor een sporter, dan kunnen we op een bepaald moment aangeven hoe fit hij is, of hoe geconcentreerd. En we kunnen uit het model heel precieze en individuele voorspellingen doen, bijvoorbeeld over welke trainingsprikkel welk effect zal hebben. Uiteindelijk willen we die voorspellingen gebruiken om te sturen. Door het aanpassen van een aantal beïnvloedende parameters (zoals trainingsintensiteit, voedsel, medicatie, omgeving, ...) willen we het welzijn en de prestatie van de sporter verbeteren. ” BioRICS ontwikkelt algoritmes. Om die in een commercieel product in te bouwen, werkt het samen met partners. Een technologiepartner bijvoorbeeld zorgt voor comfortabele sensoren waarmee een sporter ongehinderd kan sporten. Voor zijn slaapmonitor staat BioRICS dicht bij een overeenkomst. En ook voor de oplossingen voor individuele sporters zijn er geïnteresseerde partners. Daniel Berckmans: “We maken ons sterk dat we sporters een goede conditie kunnen geven met minder inspanning dan ze nu doen, en met minder kans op blessures en overtraining.” p

Imec organiseert Tijdens de jubileumeditie van het Europees Miniementoernooi te Bierbeek van 13 tot 15 augustus 2010, organiseert imec het event ‘Spitstechnologie en voetbalsport’. Bedrijven en onderzoekscentra zullen er hun sporttechnologie demonstreren aan de jonge spelers en hun trainers. Er zijn onder andere demonstraties van de iVC – imec’s virtuele camera – die op basis van een aantal camera’s, videobeelden kan genereren vanuit elk door de gebruiker gekozen standpunt en richting (zie pagina 23). Verder zijn er demo’s van het Duitse Sports Index, het Leuvense Topsportlab en BioRICS. RVO-society zal de technologie en de demo’s toelichten. Elke speler kan tijdens het toernooi deelnemen aan een aantal praktische testen die ook in het topvoetbal gebruikt worden om de conditie en mogelijkheden van spelers in te schatten. Er wordt onder andere gemeten wat hun trapsnelheid en loopsnelheid zijn. En ook tijdens de wedstrijden zelf kunnen de spelers zich laten monitoren. Een hartslagmeter en accelerometer registreren o.a. de activiteit tijdens de wedstrijd, het verloop van de hartslag, en het aantal afgelegde stappen. Meer info: www.eurobierbeek.org


3D-tv: spectaculair, maar overhaast? De eerste 3D-tv’s verschijnen op de markt, samen met de eerste berichten over mogelijke gezondheidsproblemen door het kijken naar 3D. Luk Overmeire, 3D-specialist bij VRT-medialab, waarschuwt om niet overhaast te werk te gaan met 3D-televisie.

9 InterConnect

07-2010


©

nic aso Pan

O

m te weten hoe 3D werkt, kan je best volgend experiment doen: breng je vinger recht voor je neus en bedek je linkeroog, en daarna je rechteroog. Je vinger verspringt van plaats. Als je met beide ogen kijkt, zien je linker- en rechteroog inderdaad een lichtjes verschoven beeld. Door de beelden van linker- en rechteroog te vergelijken, bepalen je hersenen de diepte van voorwerpen en maken ze een 3D-beeld. Om 3D-beelden te maken, ga je de camera’s als een set van ogen gebruiken. Onze ogen staan ongeveer 6cm van elkaar, dus de camera’s ga je ook op die afstand van elkaar zetten. Hersenen in de knoop Bij 3D denken de meeste mensen aan spectaculaire beelden waarbij je terugdeinst in je zetel en wilde armbewegingen maakt om­dat je bijna werd verslonden door een uit-hetscherm-springende dinosaurus. Luk Overmeire waarschuwt voor dergelijke effecten: “Met die effecten werd in het begin van 3D-cinema misschien wat overdreven. Het werkt zeer goed voor kleine objecten zoals snoepjes of insecten. Van zodra je echter hetzelfde wil gaan doen met grotere objecten moet je opletten voor randeffecten. Als er stukken ontbreken van het object, hebben je hersenen door dat er iets niet klopt en spat de 3D-illusie uiteen. Om goede 3D te maken, moet de regisseur zich aan heel wat regels houden (bv. scènes

10 I n t e r C o nn e c t

07-2010

“ Zou het niet geweldig zijn om bijvoorbeeld de demarrage van Cancellara op de Muur in 3D te zien? ” met verschillende diepte niet te snel afwisselen, objecten niet te vaak en te ver naar voor brengen, objecten niet te ver in de achtergrond plaatsen), en daarin wordt hij bijgestaan door een stereograaf. De stereograaf zorgt er eigenlijk voor dat onze hersenen niet in de knoop geraken. Als dat wel gebeurt, krijg je last van hoofdpijn of vermoeidheid.” Drie jaar overgeslagen Het is dus geen sinecure om goede 3D te maken. En daar schuilt net het gevaar. Luk Overmeire: “Bij 3D-cinema kan men de tijd nemen om een productie te maken, zelfs meerdere jaren zoals bij Avatar. Bij tv-producties kan dat niet. Met de hype rond 3D-tv’s is er nu een grote push om inhoud te leveren. De bekende stereograaf Bernard Mendiburu is van mening – en ik deel zijn mening – dat 3D-tv er te snel komt. Het lijkt wel alsof er drie jaar wordt overgeslagen om te testen of 3D wel kan werken in de huiskamer, hoe men vlot goede 3D-producties kan maken en voor welk soort producties het geschikt is.” Cancellara in 3D Voor welk soort tv-pro­ducties is 3D weggelegd? Luk Overmeire: “In de eerste plaats denk ik aan sportwedstrijden en natuurdocumentaires. Ideaal zijn sporten waarbij je van dichtbij en vanuit een laag stand­punt kan filmen, bijvoorbeeld voetbal, bok­sen, schansspringen. Natuurlijk zijn er ook de 3D-films uit de cinema, maar het valt nog te bekijken of die eenzelfde effect gaan hebben in de huiskamer.”

3D zal niet altijd een meerwaarde hebben. Misschien is het daarom beter om alleen in bepaalde scènes met 3D te werken. Zelf ben ik een grote fan van de Ronde Van Vlaanderen. Zou het niet geweldig zijn om bijvoorbeeld de demarrage van Cancellara op de muur in 3D te zien?” p

InterConnect online Op de website www.imec.be/interconnect - Eind 2009 organiseerde VRT een work­ shop rond 3D-tv. Bekijk de opnames van de presentaties van o.a. de bekende stereograaf Kommer Kleijn. - Boekentip van Luk Overmeire ‘3D movie making’, Bernard Mendiburu.

Imec werkt samen VRT is lid van de multimedia community, waarvan imec medeoprichter is. Deze community heeft tot doel de technische exper tise die in Vlaanderen aanwezig is op het vlak van multimedia, samen te brengen en uit te wisselen onder de leden. De Community telt vandaag meer dan 30 bedrijven en onderzoeksgroepen. Meer info: www.mume-community.com


Luk Overmeire

Soorten 3D Stereoscopische 3D – met bril

Autostereoscopische 3D – zonder bril

- Kleur. Zogenaamde anaglyphbeelden tonen de beelden voor linker- en rechteroog over elkaar. Bijvoorbeeld: het beeld in rode tinten voor het linkeroog, in cyaan tinten (groen plus blauw) voor het rechteroog. Het bijhorende brilletje heeft dan een rode folie voor het linkeroog (laat het rode beeld door) en een cyaanfolie voor het rechteroog. Een nadeel van dergelijke brilletjes is dat heel wat kleurinformatie verloren gaat.

Voor dit type 3D wordt een laag van lenzen op de pixels van het scherm geplaatst. Elke lens is bolvormig, waardoor het licht dat normaalgesproken recht naar buiten schijnt, in een bepaalde richting wordt gebundeld. Beelden voor linker- en rechteroog worden tegelijk getoond. Met behulp van de lenzen worden de beelden naar het respectievelijke oog gericht. Nadeel is dat de 3D-illusie maar perfect zal zijn als je op een welbepaalde plaats voor het scherm zit, de zogenaamde sweet spots. Nodig: speciaal scherm

De brilletjes die in de Belgische filmzalen gebruikt worden, zijn stereoscopische kleurbrillen, maar dan zeer geavanceerde die werken met blauw-rood-groene spectrumbanden (kamfilters) die lichtjes verschoven zijn voor linker- en rechteroog. Op deze manier gaat minder kleurinformatie verloren dan bij traditionele anaglyph brilletjes. Nodig: bril - Polarisatie. Bij polarisatie wordt de richting van de trilling van licht gebruikt om het ene beeld van het andere te scheiden. Dit vereist een speciaal scherm (zowel voor projectie als voor displays) aangezien deze polarisatierichting moet behouden worden. De bijhorende polarisatiebrillen hebben voor linker- en rechteroog een glas dat één van de twee verschillende trillingen opvangt.Tot deze categorie behoren vooral professionele 3D-tv-schermen voor omroepen en productiehuizen. Nodig: bril en speciaal scherm - Tijd. Beide beelden worden afwisselend getoond, zo snel dat onze hersenen dit niet merken. De active shutter-brillen bedekken afwisselend het linker- en rechteroog. Nodig: bril, speciaal scherm met voldoende hoge refresh rate, synchronisatie (IR) tussen bril en scherm. Hiertoe behoren de 3D-tv’s die vandaag op de consumentenmarkt verschijnen.

Holografische 3D – zonder bril Holografische en volumetrische tv wordt gezien als de 3D-tv van de toekomst. De reflectie van licht door objecten wordt opgemeten en in het geval van holografie nagebootst met behulp van lasers. Zo kunnen de objecten in drie dimensies worden gevisualiseerd in plaats van op een vlak scherm. En je kan ze vanuit alle hoeken bewonderen. Dit is echte 3D, maar helaas nog vele jaren van ons verwijderd. Nodig: speciaal scherm

11 InterConnect

07-2010


Nieuwtjes

Nanotechnologie in een spuitbus Imec gebruikt nanotechnologie om snellere en betere chips te maken, het Duitse Nanopool gebruikt nanotechnologie om de wereld een stukje properder te maken. Het bedrijf maakt namelijk ‘vloeibaar glas’, een oplossing met nanodeeltjes siliciumdioxide. Met een spuitbus vloeibaar glas kan je bijv. een standbeeld, badkamertegels of zelfs kleding bedekken met een onzichtbaar, flexibel en luchtdoorlatend laagje van 15 tot 30 moleculen dik – 500 x dunner dan een menselijk haar. Hierdoor blijft vuil niet plakken en ook kunnen bacteriën zich niet goed vermenigvuldigen. Het vloeibaar glas wordt al gebruikt door McDonald’s in Oostenrijk, de Kempinskihotelketen en door een Duitse wijnkurkenfabrikant (om kurksmaak te voorkomen). Ook een standbeeld van het ataturk mausoleum in Turkije kreeg al een likje glas over zich heen om de tand des tijds beter te doorstaan.

Moeiteloos de Ronde van Frankrijk rijden

Je gsm als persoonlijke reisgids Het zal je maar overkomen: twee onverwachte uurtjes voor jezelf in hartje Boedapest zonder die zware reisgids op zak, op jacht naar de nieuwste Hongaarse exclusieve schoenenmode, dat ene Zen-theehuis of een macrobiotisch restaurant en dat liefst binnen een afstand van 50 m! NTT Docomo uit Japan heeft hiervoor de oplossing gevonden: ze ontwikkelden namelijk het LBS-systeem (Location Based System) dat in een mum van tijd onthult wie je bent, waar je bent en wat je nodig hebt op het juiste moment. Een beetje griezelig vind je en niets voor avontuurlijke reizigers? Misschien wel, maar vooral handig, bijv. wanneer je slechts een paar uren resten in een fantastische grootstad alvorens je vlucht je alweer naar een volgende vergadering brengt. Geen geklungel meer met tijdrovende stadsplannetjes om dan uiteindelijk vast te stellen dat de door jou zorgvuldig uitgezochte vintage shop al een tijdje geleden zijn deuren sloot.

12 I n t e r C o nn e c t

07-2010

Fiets je graag, maar ben je niet direct de volgende Jurgen Van den Broeck? Met deze slimme fiets kan je ongemerkt indruk maken. De Sparta Ion fiets is een elektrische fiets die rekening houdt met de hartslag van zijn bestuurder (via een draadloze hartslagband). Stijgt je hartslag boven een vooraf ingegeven streefwaarde, dan geeft de motor je een duwtje in de rug. Zo kan je de hele tijd relax blijven fietsen. En gaat je conditie vooruit, dan heb je de motor minder vaak nodig. Behalve misschien als je de Alpe D’huez wil oprijden. Elektrische fietsen worden bovendien gespot als een perfect groen alternatief voor auto’s en openbaar vervoer in steden. In China zouden al zo’n 120 miljoen e-bikes rondrijden.

InterConnect online Op de website www.imec.be/interconnect vind je extra info en/of beeldmateriaal bij deze nieuwtjes.


Een energieadviseur in huis Na een overname door de Duitse Elster groep, is de Vlaamse KMO EnergyICT klaar om de wereld te veroveren met zijn slimme energiemeters. CEO Stefan Grosjean vertelt over de wonderen die ze vandaag al verrichten bij bedrijven. En morgen in onze huizen?

13 InterConnect

07-2010


0u

6u

K

ortrijk, 2020 – In de keuken prijkt sinds enkele maanden een energiedisplay dat in realtime weergeeft hoeveel elektriciteit verbruikt wordt, met aanduiding van de voornaamste toestellen, evenals het dagelijkse gas- en waterverbruik. Gisteren nog kreeg je een sms dat je nachtverbruik abnormaal hoog lag. Na even zoeken, merkte je dat de buitenverlichting was blijven branden. Deze sms-dienst is een van de redenen waarom je voor een nieuwe energieleverancier gekozen hebt. Je koos voor de ‘peak shaving’-formule waardoor bv. je diepvries overdag enkele graden minder koud staat om energie te sparen op piekmomenten. Je huis spaart nu centen terwijl jij op je werk zit; dubbel verdiend. Geen sciencefiction Al staat er 2020 boven dit toekomstscena­rio, toch is vandaag al veel hiervan mogelijk. Bovendien gebeurt het al bij grote bedrijven. Stefan Grosjean: “We werken voor bedrijven als Coca-Cola, Tesco, Aéroports de Paris, Spa. Ook de Amerikaanse supermarktketen Wal-Mart behoort tot onze klanten. Hun 5.000 winkels verbruiken samen ongeveer evenveel als half België. We installeerden bij Wal-Mart slimme meters en submeters die toelaten hun energieverbruik op de voet te volgen. Dankzij een communicatiemodule op de meter kunnen de meetgegevens via internet verstuurd worden. Op onze server draait software die abnormaliteiten opspoort en rapporteert via email of sms.

14 I n t e r C o nn e c t

07-2010

12u

18u

Dit opsporen van abnormaliteiten gebeurt op basis van voorspellingen van het verbruik, rekening houdend met bv. weergegevens (warm weer, dus meer aircoverbruik), openingsuren, feestdagen (dag voor Kerstmis, dus meer klanten). Daarop nemen we een foutmarge van 2 à 3%. Valt het verbruik daarbuiten, dan wordt dit gemeld. Het is dan aan de winkelverantwoordelijke om op zoek te gaan naar de oorzaak. Zo detecteerde onze software enige tijd geleden een niet-voorspelde verhoging in energieverbruik voor verlichting. Toen bleek dat een timer stuk was waardoor de parking­verlichting overdag bleef branden. Door dergelijke snelle ingrepen op energieverspilling is de kost van onze slimme meters binnen korte tijd terug­ betaald.” Kan ditzelfde ook voor consumenten? Stefan Grosjean: “Bij particulieren kan het voorspellen van het energieverbruik misschien iets moeilijker zijn omdat je bv. niet met standaard openingsuren kan werken. Maar het is heel goed mogelijk om een display te voorzien met een grafiek van realtime energieverbruik (zie grafiek bovenaan). Via software kan je pieken toeschrijven aan bepaalde toestellen. Zie je bijvoorbeeld om de drie minuten een vermogensprong van 200 Watt, dan is dit typisch een koffiezet die aanstaat.” Politie spelen We worden vandaag overspoeld door energie besparende tips, de ene al leuker dan de andere:

0u

blijf op zondag wat langer in bed liggen (terwijl de kinderen NIET naar de grote plasma-tv kijken), laat je pc niet in stand-by staan, koop een zuinigere koelkast... Maar hoe weten we of dit echt helpt? Ook bedrijven stellen zich deze vraag als ze investeren in energiebesparende maatregelen. Stefan Grosjean: “Met onze technologie kunnen bedrijven nagaan of die ingrepen ook opleveren wat de derde partijen, bv. leveranciers van spaarlampen, beloven. Zo verzekerde een toeleverancier aan hypermarktketen Tesco dat ze 33% minder zouden verbruiken voor verlichting door de installatie van spaarlampen. Als klant kan Tesco op ons platform ingeven dat zij een pro­ject ‘spaarlampen’ hebben opgestart. Als hun verbruik dan lager ligt dan onze voorspellingen-volgens-de-oude-situatie is dit een goede indica­tie voor de besparing door spaarlampen. Zo kunnen wij optreden als een soort politie om erop toe te zien dat de derde partijen die energiebezuinigende diensten of producten verkopen, hun beloften nakomen. Door onze metingen weet onze klant ook exact dat de investering op bv. 6 maanden is terug­ betaald waardoor ze weer een volgend energie­ besparend project kunnen opstarten. Door de combinatie van abnormaliteiten opsporen en energiebesparende projecten goed opvolgen, kunnen bedrijven tot 45% besparen. Voor particulieren schat ik zo’n 10 à 25% ruimte voor besparing.”

6u


“ Door abnormaliteiten in energieverbruik op te sporen en energiebesparende projecten goed op te volgen, kunnen bedrijven tot 45% besparen.”

Stefan Grosjean

Moeilijke beslissing Het is niet eenvoudig om als kleine Vlaamse KMO contracten af te sluiten met de grote spelers op de energiemarkt. Dat besefte Stefan Grosjean maar al te goed toen hij in 1992 met zijn bedrijf startte: “Vanaf dag 1 hebben we daarom onze oplossing ook verkocht aan industriële klanten. In 2003 zijn we er dan toch in geslaagd om een contract af te sluiten met een distributienetbeheerder, weliswaar in het buitenland. Onze software verwerkt de gegevens van 20.000 meters geïnstalleerd bij industriële klanten, voor de distributienetbeheerder (zoals onze Eandis) van Portugal, en 100.000 industriële meters in Engeland.” In oktober 2009 heb ik dan een moeilijke maar belangrijke beslissing genomen om ons bedrijf te verkopen aan meterfabrikant Elster. De Elster groep levert wereldwijd meters aan zo’n 2.000 distributienetbeheerders. Deze overname laat ons toe om een totaalpakket te leveren: de meter, de communicatiemodule en de software. We zien ook dat Google, Apple en Microsoft software voor energietoepassingen aan het ont­wikkelen zijn voor de consument. Wij hebben de kennis om dit te doen maar hadden niet de nodige slagkracht. Met de Elstergroep hebben we dat nu wel.” Energieformule op maat En deze strategische beslissing werpt zijn vruch­ten af. EnergyICT werd namelijk geselec-

teerd om de slimme meters te leveren voor het piloot­project van Eandis waarbij meer dan 4.000 meters geïnstalleerd worden in Leest en Hombeek. Deze meters zijn in de eerste plaats bedoeld om de meterstand per huis van op afstand uit te lezen. Er hoeft dus niemand meer langs te komen om je meterstand op te nemen of je hoeft niets meer in te geven via internet. Geen wereldschokkende verbetering voor de consument, toch? Stefan Grosjean: “Als in elk huis een slimme meter staat, zullen energieleveranciers nieuwe diensten kunnen aanbieden waardoor ze zich kunnen onderscheiden van hun concurrenten. Ook kunnen ze, naar analogie met wat gsm-operatoren doen, formules en tarieven aanbieden die het best bij je levensstijl passen.” Bij ons worden de slimme meters door de distributienetbeheerder Eandis geplaatst. Waar­om niet door de energieleveranciers als die er dan toch zo veel bij te winnen hebben? Stefan Grosjean: “In Engeland worden de meters inderdaad geplaatst door de energieleveranciers zelf. Voordeel is dat je als energieleverancier kan uitpakken met een ‘gepimpte’ slimme meter met speciale features. Nadeel is dat je telkens van meter moet veranderen als je van energieleverancier verandert. Wat ik zie gebeuren, is dat een onafhankelijke instantie zoals een distributienetbeheerder de slimme meter plaatst om de netkwaliteit en het officiële verbruik te meten en de energieleverancier dan een soort energy box kan inpluggen op de meter waarin de intelli­gen­-

tie zit om bepaalde diensten aan te bieden, zoals visualiseren van de gegevens, verwittigen bij af­wijkende waarden, aan- of uitschakelen van toe­stellen bij goedkope of dure elektriciteit­prij­zen.” Laat maar komen, die slimme meter en energy box. Voor mij een rode met het volledige pakket aan features :-) p

InterConnect online Op de website www.imec.be/interconnect - Wie doet wat op de Vlaamse energie­ markt? - Filmpje: smart grid-toepassingen voor con­sumenten

Imec werkt samen Imec en EnergyICT zijn beide medeoprichter van het Vlaams Smart Grid Platform. Het Vlaams Smart Grid Platform heeft tot doel om alle randvoorwaarden te creëren om tegen 2020 een volledig operationeel smart grid te hebben. Het platform verenigt vandaag ruim 100 spelers op de markt van slimme energienetten. Het gaat om energieproducenten, distributienetbeheerders, be­drijven uit de industrie, beroepsorganisaties en kennisinstituten. Meer info: www.vsgp.be

15 InterConnect

07-2010


Genzyme: zeldzame bedrijfscultuur Gewapend met innovatieve ideeën, een brede productportfolio, hoogtechnologische apparatuur en een grote portie menselijkheid, voert biotechnologisch farmabedrijf Genzyme strijd tegen levens­ bedreigende en zeldzame ziekten. Hilde Stoop, General Manager voor België en Luxemburg, begeleidt de ‘troepen’ vanuit de administratieve zetel in Zaventem.

Imec werkt samen Net als Genzyme staat ook imec achter het nieuwe project Vlaanderen Medisch Centrum, één van de zes pijlers van Vlaanderen in Actie. Hiermee wil de Vlaamse overheid investeren in innovatieve gezondheidszorg. Naast het aanwenden van medische spitstechnologie, staat een verbetering van de zorg voor de patiënt centraal. De combinatie van nanotechnologie met biomedische inzichten kan een betere zorg mogelijk maken. Zo kan neuro-elektronisch onderzoek leiden tot een betere behandeling van ziektes als Alzheimer, Parkinson, of zware depressies. Hier zal NERF of het Neuroelectronics Research Flanders, vorig jaar opgericht door imec, VIB en K.U.Leuven, een belangrijke rol spelen. Maar ook andere activiteiten die imec uitvoert op gebied van biomedische elektronica, zoals lab-op-chip­ systemen en biosensoren, zullen bijdragen tot een betere gezondheidszorg.

16 I n t e r C o nn e c t

07-2010

InterConnect online Op de website www.imec.be/interconnect Bekijk het groene karakter van Genzymes gebouwen.


Het verhaal van Genzyme begint in 1981 in Boston, Verenigde Staten, met een product voor de behandeling van de ziekte van Gaucher. Hilde Stoop: “De ziekte van Gaucher is een genetische ziekte die valt onder de noemer van de lysosomale stapelingsziekten. Lysosomen zijn kleine organellen in een cel waarin de afbraak van afvalstoffen gebeurt door bepaalde enzymen (of eiwitten). Maar sommige mensen maken deze enzymen niet aan door een genetisch defect. De afvalstoffen stapelen zich dan op in de lysosomen van cellen in bepaalde organen wat tot een levensbedreigende situatie kan leiden.” Naast de lysosomale stapelingsziekten is Genzyme vandaag nog in diverse andere domeinen actief, zoals o.a. cardio-metabole en nieraandoeningen en hematologische oncologie. Hilde Stoop: “Genzyme is een pionier op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en productie van medicijnen en therapieën voor levensbedreigende, vaak zeldzame genetische ziekten. We gaan steeds op zoek naar onbeantwoorde medische behoeften. Voor deze ziekten zijn vaak geen alternatieven voorhanden.” Geel kleurt de wereld Genzyme heeft zijn hoofdzetel in de Verenigde Staten en heeft wereldwijd 17 productieeenheden. Acht daarvan liggen in Europa, waarvan één met vandaag meer dan 400 werknemers in het Kempense Geel. Hilde Stoop: “In Geel staan bioreactoren met een inhoud van 4.000 liter. Deze worden gebruikt voor het kweken van levende zoogdiercellen die producten voor de behandeling van twee specifieke ziekten aanmaken. Een eerste is de ziekte van Pompe, een genetische spierziekte waarbij glucogeen zich opstapelt in de spieren van de patiënten. Bij deze patiënten wordt het enzym dat instaat voor de omzetting van glucogeen in glucose namelijk niet aangemaakt. Zonder behandeling met dit specifieke enzym worden de spieren aangetast. In een verder stadium kunnen patiënten uiteindelijk in een rolstoel belanden en/of aan een beademingstoestel. Vanuit Geel wordt het product wereldwijd verspreid. Momenteel zit een tweede product in een validatieproces. Na validatie zal het in Geel geproduceerd worden voor de behandeling van chronische lymfatische leukemie.” Geen snoepjesfabriek Hilde Stoop: “In een traditioneel farmabedrijf kom je via chemische processen tot een be­-

paal­de molecule. Die kan je dan – bij manier van spreken – gemakkelijker in om het even welke fabriek op grote schaal aanmaken. Maar wij werken met genetisch gemanipuleerde levende cellen die complexe moleculen aanmaken. De productie daarvan is minder voorspelbaar. Neem nu Cerezyme®, het product dat we maken om de ziekte van Gaucher te behandelen. Om dit complexe eiwit te maken, moet het productieproces voor 99,99% zuiver zijn. Bij het minste probleem in de bioreactor moeten we de productie stopzetten. Daarom zijn niet alleen onderzoek en ontwikkeling, maar ook het productieproces onze corebusiness. Eén van de verschillen met de traditionele ‘chemische’ farmaceutische industrie is dan ook de productiekost. Bovendien werken we aan therapieën voor zeldzame ziekten, dit zijn ziekten met maximum vijf patiënten op 10.000. Het is een business met veel risico en ook voor de mislukkingen betaal je een prijs.” Dit is één van de redenen waarom Genzyme diversificatie hoog in het vaandel draagt. Maar ook innovatie is heel belangrijk. Hilde Stoop: “Om aan een medische behoefte te beantwoorden, leggen we al onze technologische platformen (proteïnetherapieën, monoclonale antilichamen, celtherapie, polymeren...) in de schaal en kijken we welk platform het meest geschikt is om de ziekte te behandelen. Om maximale informatie te krijgen over de ziekten zelf, werken we wereldwijd samen met de academische wereld en met andere biotechbedrijven. Samenwerking met Vlaamse universiteiten richt zich vooral op klinische studies.” Snelle diagnose Een patiënt behandelen brengt een hoge kost met zich mee. Hilde Stoop: “Onze producten zijn duur, en de behandelingen vaak levenslang. Maar mijn boodschap is vooral een oproep naar snelle diagnose en preventie. Vandaag kan het 17 tot 30 jaar duren vooraleer met zekerheid een zeldzame ziekte wordt gediagnosticeerd, vaak gaan er onnodige chirurgie en behandelingen aan vooraf. Hoe sneller je weet wat een patiënt heeft, hoe beter je hem kunt behandelen. En dus hoe groter de kans dat de patiënt opnieuw kan deelnemen aan het gewone leven. Preventiebeleid en vroegtijdige diagnose zijn voor mij dan ook de kern van de zorg­economie. We moeten prioriteit geven aan onopgeloste en ernstige medische noden. En het Vlaanderen Medisch Centrum (zie kader)

Hilde Stoop kan daar een rol in spelen. Het biedt een visie naar 2020 toe, en kan tegemoet komen aan de vraag naar stimulerende maatregelen voor innovatief ondernemerschap, naar een kwaliteitsvolle regelgeving en naar een vereenvoudiging van de administratie daaromheen.” Warm hart Genzyme kreeg in België al voor de vierde keer het label van Beste Werkgever. Hilde Stoop: “Wij doen aan ondernemerschap maar met een hart voor onze werknemers en onze omgeving. Van onze werknemers vragen we flexibiliteit en sociaal engagement: mensen met passie, dat is onze bedrijfscultuur. Daarnaast doen we veel op vlak van educatie om interesse rond biotechnologie op te wekken bij jongeren.” Het sociaal engagement vertaalt zich ook in de jaarlijkse ‘Give Day’, waarbij de werknemers van de administratieve zetel in Zaventem samen een verlofdag spenderen aan werken voor het goede doel. Ook ‘groen’ zit in het kleurenpallet. Alle wetenschappelijke gebouwen voldoen aan de hoogste eisen voor wat betreft milieu en ecologie. Hilde Stoop besluit: “We zijn een hightechbedrijf, maar we willen geen eiland zijn in onze maatschappij...” p

17 InterConnect

07-2010


Nieuwtjes

Zonnetent Tegenwoordig heerst er een haat-liefde verhouding met de zon. Niet te veel zon voor onze huid, maar liefst zo veel mogelijk zon voor de zonnepanelen op ons dak. Laten we uit beide tendensen munt slaan, moeten ze bij de Franse textielgigant Dickson gedacht hebben. Ze toonden een eerste prototype van een fotovoltaïsche zonnetent. Het zeil bevat uiterst dunne siliciumzonnecellen die mooi kunnen opgerold worden zoals een klassieke zonnetent. Je kan het gebruiken voor je terras, maar ook voor toekomstige energie-efficiënte gebouwen is het een must: fotovoltaische zonwering boven de zuidgerichte ramen houdt de ruimtes koel en produceert extra energie. Als je de energie die je spaart op de airco er nog bijtelt is dat dan dubbel goed voor je portemonnee. De zonwering zou in 2011 op de markt komen.

Knipt iemand nog even de tv uit? Met een simpele beweging van je hand het volume van je tv zachter zetten. Al wuivend door de verschillende zenders bladeren. Het heeft veel weg van een Wii-toepassing met dat verschil dat je hier niets meer moet vasthouden. Je gebaren worden door een 3D-camera vastgelegd en dankzij de software van het Belgische Softkinetic automatisch vertaald in commando’s om je tv te bedienen. Andere toepassingen zijn volop in de maak. Samen met Silverfit ontwierp Softkinetic bijvoorbeeld een fitnessprogramma op computer voor senioren. Er is geen computerkennis vereist en men kan natuurlijk bewegen zonder een controller vast te houden. Saaie kine-oefeningen als wandelen en rechtstaan worden op die manier fun.

Geïnspireerd door de natuur Een Australische firma ontwikkelde meerdere nieuwe concepten om golfenergie om te zetten in elektriciteit. De systemen worden verankerd op de zeebodem. Eén van deze systemen is als gigantisch zeewier dat in beweging wordt gehouden door de golven. De slingerbeweging wordt omgezet in elektrische stroom. Het bedrijf plant om tegen eind 2010 een commerciële ‘zeewierplantage’ aan te leggen voor de kust van de stad Victoria in Australië. Op deze manier zou zo’n 100MW aan energie kunnen geproduceerd worden, goed voor ongeveer 55.000 gezinnen. Meer info: www.biopowersystems.com

18

I n t e r C o nn e c t

07-2010


InterConnect online Op de website www.imec.be/interconnect vind je extra info en/of beeldmateriaal bij deze nieuwtjes.

Het zonnetje vanbinnen De Gluccowizzard is een implanteerbare sensor, de grootte van een rijstkorrel, die continu het glucosegehalte in het bloed van suikerpatiënten meet en waarschuwt wanneer het suikerpeil omhoog gaat. De sensor wordt geïnjecteerd langs de binnenkant van de pols. Op zich is dit al bijzonder genoeg, maar de manier waarop de sensor van energie voorzien wordt, is ook best bijzonder te noemen: met zonne-energie. Omdat in ons lichaam de zon niet echt schijnt, stuurt een bijhorende polsband lichtpulsen door de huid naar de fotovoltaïsche cellen van de sensor. Na een jaartje is het implantaat aan vervanging toe want de levensduur van de coating is dan verlopen en het immuunsysteem zou de ingeplante sensor kunnen aanvallen. Binnen 2 jaar wil Biorasis Inc., een spinoff van de University of Connecticut, beginnen met de klinische proeven om tegen 2017 de sensor op de markt te kunnen brengen. Meer info: www.bio-orasis.com

© Masunaga Optical Mfg.Co.,Ltd.

Waar een knipoog al niet goed voor is Een Japans bedrijf heeft een bril met een sensor ontworpen. De sensor checkt of er voldoende geknipperd wordt. Droge ogen zijn een van de meest voorkomende oogaandoeningen. Wanneer de brildrager gedurende 5 seconden vergeet te knipperen, wordt het glas van de bril wazig. Wees wel gewaarschuwd: niet te lang staren bij het daten want een wazige bril ziet er niet zo cool uit.

Zinnenstrelende muziek De beat van muziek voelen in elke vezel van je lichaam. Je kent het gevoel misschien als je tijdens een concert iets te dicht bij de luidsprekers staat. Maar je kan ook op een iets subtielere manier ondergedompeld worden in muziek. Nestel je onder de warme fleecedeken van designer Dana Gordon, met 24 ingewerkte draadloze luidsprekers. Dankzij hun RF-module kunnen ze radiosignalen ontvangen of input van een mp3-speler of ander audiodevice. Feel the vibes!

19 InterConnect

07-2010


20 I n t e r C o nn e c t

0 73 - 2 0 1 0


Groener surfen Met de energie die een gezin vandaag verbruikt om één dag op internet te surfen, zal het binnen tien jaar drie jaar lang internet kunnen gebruiken. Daarvoor engageren de leden van het nieuw opgerichte GreenTouch-consortium zich.

O

p 11 januari 2010 zag het consortium GreenTouch het levenslicht. Initiatiefnemer Bell Labs, de onderzoeksmotor van telecomgigant Alcatel-Lucent, geeft hiermee gestalte aan zijn ambitie om tegen 2015 het dataverkeer – nu al goed voor 2,2% van het totale energieverbruik – 1.000 keer energie-efficiënter te maken. Danny Goderis, die aan het hoofd staat van Alcatel-Lucent Bell Labs in Antwerpen, en Michael Peeters, die er de activiteiten rond ‘accessnode-technologie en koper’ leidt, plaatsen voor ons de cijfers in hun juiste context. Zuinige bits Michael Peeters: “Binnen Bell Labs hebben we het verbruik van het hele telecommunicatienetwerk onder de loep genomen tot en met de access nodes (of toegangsknooppunten) naar de gebruiker toe. Eerst hebben we gekeken naar het vermogen per gebruiker. Dat verloopt binnen het netwerk heel hiërarchisch: in access, waar je het dichtst bij de gebruiker zit, is dat gemiddeld 10 Watt per gebruiker, verder in het netwerk daalt dat naar 0.1 Watt per gebruiker. Als we dit verbruik extrapoleren naar 2020 en ervan uitgaan dat we gebruik blijven maken van de huidige communicatietechnologieën, dan stijgt dat verbruik dramatisch. Die trend wordt veroorzaakt door het alsmaar toenemend datavolume. Bijvoorbeeld, het Belgische internetverkeer verdubbelt ongeveer elk jaar, en die trend kunnen we niet meer ombuigen. Maar

dat is natuurlijk niet wat we wensen, we willen de ecologische voetafdruk van ICT juist naar beneden halen.” Waar er wel winst mogelijk is, is in de hoeveelheid energie die nodig is om één bit aan informatie door te sturen. Dat wordt energie-efficiëntie genoemd en wordt uitgedrukt in Joule per bit. Michael Peeters: “Berekeningen tonen aan dat we daar maar liefst 8 grootteordes boven de fundamentele limiet zitten. In een meer realistisch scenario betekent dit dat we een factor 1.000 beter moeten kunnen in energie-efficiëntie. Als we daarin slagen, zullen we uiteindelijk ook apparatuur kunnen ontwikkelen die veel minder vermogen verbruikt.” Niet goed bezig Onze communicatienetwerken blinken vandaag dus niet uit in energie-efficiëntie, en dat heeft zijn redenen. Danny Goderis: “De belangrijkste reden is dat onze ontwerpen (apparatuur en architectuur) altijd gericht waren op een maximaal dataverkeer, terwijl het vermogenverbruik tot nu toe geen prioriteit was. Een andere reden is de discrepantie die ontstaan is tussen wat er verbruikt wordt en wat de apparatuur echt aankan. Bijvoorbeeld, vandaag verbruikt een GPON-lijn (gigabit passief optisch netwerk) ongeveer 1 Watt om 1 megabit per seconde door te sturen (dit is end-to-end, met inbegrip van de apparatuur van de eindgebruiker). Maar diezelfde lijn is gemaakt om 1 gigabit per seconde door te sturen met hetzelfde vermogenbudget. Dat zou heel wat efficiënter zijn. Maar niemand

gebruikt dat vandaag op die manier, trouwens, het achterliggende netwerk zou die explosie aan data niet aankunnen.” Het netwerk her-denken Michael Peeters: “Om die factor 1.000 te halen, moeten we op alle vlakken revolutionair zijn. We moeten het ganse netwerk in vraag stellen.” Hoe ze te werk zullen gaan, wordt volop onderzocht. Nu al zijn er enkele grote trends zichtbaar. Michael Peeters: “We verwachten veel van het gebruik van adiabatische circuits, waar, in tegenstelling tot de traditionele CMOS-circuits, weinig of geen energie verloren gaat bij het schakelen. Een andere mogelijkheid is het gebruik van sleep modes, die componenten uitschakelen als je ze niet nodig hebt. Dat vraagt een overgang van een always on- naar een always ready-wereld. Draadloze communicatie over kortere afstanden voeren, kan een derde bijdrage zijn. Dit kunnen we doen door meerdere kleine access points of femtocellen in te voeren. Bijvoorbeeld, de homegateway die we thuis gebruiken om onze pc aan het net te hangen, ook openstellen voor gsmverkeer in de buurt. Hierdoor zal de afstand tussen gsm en basisstation gemiddeld lager zijn, waardoor er minder energieverbruik nodig is voor de draadloze verbinding. We zullen ook geavanceerde koeltechnologieën nodig hebben. Vandaag is het zo dat we voor elke Watt die we verbruiken om informatie door te sturen, ook 1 Watt verbruiken om te koelen.”

21 InterConnect

07-2010


Imec werkt samen

Danny Goderis

Michael Peeters

Open deur Binnen het GreenTouch-initiatief worden de nodige technologieën ontwikkeld om het netwerk 1.000 keer energie-efficiënter te maken. Bedrijven, dienstenleveranciers, onderzoeks- en overheidsinstellingen van over de hele wereld slaan daarvoor de handen in elkaar. Momenteel zitten 16 partners aan de bestuurstafel, waaronder imec. Danny Goderis: “In mei heeft het consortium zijn deuren opengezet. Particulieren en bedrijven die kunnen bijdragen tot de visie van GreenTouch, kunnen daarmee ook lid worden van het consortium.” Ook Vlaamse KMO’s kunnen bijdragen. Danny Goderis: “We hopen dat er binnen Europa en Vlaanderen onderzoeksactiviteiten zullen gedefinieerd worden. Hier kunnen KMO’s dan ook op intekenen. De overheid toont zeker belangstelling voor projecten rond duurzaamheid, kijk bijvoorbeeld naar de inspanningen die gedaan worden op gebied van smart grids.We hopen dat dit voor GreenTouch niet anders zal zijn.” Tegen 2015 willen ze de nieuwe netwerkarchitectuur demonstreren, tegen 2020 moet die dan klaar zijn voor commercialisering. Voor de gebruiker zullen de gevolgen dus binnen 10 jaar voelbaar worden.

Sterk in Vlaanderen Alcatel-Lucent Antwerpen zal vooral zijn expertise rond access en aggregatie in de schaal leggen. Imec zal zijn kennis van draadloze communicatie bijdragen (zie kader). Danny Goderis: “Maar daarnaast hopen we nog meer competenties in Vlaanderen in het consortium te krijgen. We denken hierbij aan het IBBT, de onderzoeksinstelling in Vlaanderen die innovatie in ICT stimuleert. Naast het accessnetwerk, naast draadloze communicatie, moeten we kijken naar wat nieuwe materialen ons kunnen bijbrengen. Ook daar heeft Vlaanderen heel wat expertise. In onze regio is er ook heel wat kennis in het domein van optische communicatie. Dat zien we ook als mogelijke bijdrage. En onze telecomoperatoren tonen interesse om de technologieën uit te proberen. Al deze competenties samenbrengen zal ons sterker maken, in Vlaanderen, in Europa en in het consortium. Vlaanderen kan zich positioneren als een sterke speler voor onderzoek naar groene ICT-technologieën.” p

22 I n t e r C o nn e c t

0 7 - 2 0 10

Meer info over GreenTouch en de oproep tot lidmaatschap vind je op www.greentouch.org.

Imec en Alcatel-Lucent maken beide deel uit van het GreenTouch-consortium. Imec brengt zijn kennis van draadloze communicatie in. Draadloze communicatie, in het bijzonder het dataverkeer van en naar het draadloze accesspoint of basisstation is immers verantwoordelijk voor het grootste deel van het vermogenverbruik. Rudy Lauwereins, hoofd van imec’s Smart Systems Technology Office: “We kunnen op twee manieren bijdragen. Enerzijds kan het energieverbruik in het draadloze netwerk verlaagd worden door te werken met meerdere kleinere accesspoints of femtocellen. Dit laat draadloze communicatie over korte afstand toe, en dat verbruikt minder. Daarvoor hebben we multi-mode terminals nodig, die flexibel van korte- naar langeafstandscommunicatie kunnen overschakelen. Als we daarbij nog kunnen werken met meerdere radioantennes (via ons MIMO (multiple input multiple output)-concept), dan kunnen we nog zuiniger uitzenden en ontvangen. Anderzijds kunnen we de concepten die wij binnen imec ontwikkelen voor energiezuinige (want batterij-gevoede) draadloze terminals vertalen naar het energie-hongerige draadloze basisstation en naar het bedrade accessnetwerk. Ook dat zal bijdragen tot een lager energieverbruik.” Imec heeft heel wat kennis in huis om deze oplossingen te realiseren. De nodige technologieën worden ontwikkeld binnen imec’s Green Radio-programma.


Voetbal zonder grenzen Zullen we binnenkort de perfecte voetbaluitzending kunnen zien? Met prachtige shots gefilmd van op de middenstip, of van op de schouder van de topscorer als hij de beslissende penalty moet geven. Johan De Geyter, manager van de imec multimediagroep, vertelt hoe dit mogelijk wordt met de virtuele camera.

23 InterConnect

07-2010


Johan De Geyter

“Bij een concert zou je alles prachtig in beeld kunnen brengen zonder de artiest te storen met cameramensen die voor de voeten lopen.”

M

idden dit jaar stelde imec zijn demo van de virtuele camera voor op ’s werelds grootste professionele broadcastershow NAB in Las Vegas. Met deze technologie kan een willekeurig camerastandpunt gecreëerd worden, synchroon met de echte camerabeelden, en – mits verdere ontwikkelingen – kan dit in realtime. Een droom voor elke regisseur en een traktatie voor elke tv-kijker. Johan De Geyter: “Imec’s multimediagroep heeft veel expertise in huis, maar vaak gaat het om bits en pieces. Dat komt doordat bedrijven bij ons aankloppen om de moeilijkste knoop van een bepaald probleem te ontwarren. Zo werkten we op stereomatching voor videotelefonietoepassingen, feature detectie om vrachtwagens in tunnels te onderscheiden van wagens enz. In de virtuele camera hebben we verschillende expertises samengebracht om aan te tonen dat al deze stukjes technologie tot heel wat in staat zijn.” Outside Broadcast Voor de ontwikkeling ervan werd samengewerkt met Outside Broadcast. Dit bedrijf uit Rotselaar filmt onder andere voetbalmatchen

24 I n t e r C o nn e c t

07-2010

voor Belgacom tv en kan ook de concerten van sterren als Robbie Wiliams en David Bowie op zijn palmares schrijven. Johan De Geyter: “Voor de demo installeerden we vijf camera’s langs een voetbalveld. De beelden van deze camera’s worden samengebracht en vervolgens worden computergegenereerde hogeresolutiebeelden aangemaakt, vanuit een willekeurig virtueel camerastandpunt. Voor de demo-opstelling werkten we nog met standaard broadcastcamera’s, maar bedoeling is om kleine ip-camera’s te gebruiken. Deze kunnen dan bijvoorbeeld op vastgelegde plaatsen in een voetbalstadion ingeplugd worden. Door installatie van zo’n 30 kleine camera’s kan je dan beelden van over het hele veld tonen. Wil je bijvoorbeeld een camerabeeld van op de middenstip dan kan dat zonder daar een fysieke camera te moeten plaatsen.” Voetbaluitzending op maat? Met dit concept van free viewpoint television lijken de mogelijkheden onbeperkt. Zullen we straks vanuit onze luie zetel kunnen kiezen om de voetbalmatch vanuit het standpunt van onze favoriete speler te zien? Johan De Geyter: “In


theorie is dat mogelijk. Maar wees eerlijk: de doorsnee-voetbalkijker heeft zijn handen al vol (met chips en bier), wil hij daarbij nog eens een joystick om het camerastandpunt te veranderen? Ik denk het niet. Onze technologie is voor de professionele markt, voor regisseurs die goede tv willen maken. Er zouden wel verschillende versies van een uitzending kunnen gemaakt worden. Bijvoorbeeld een versie voor de Anderlechtsupporter en voor de Bruggesupporter, gefilmd vanuit het standpunt van hun favoriete ploeg.” Shakira of Piet Huysentruyt vanuit alle hoeken De virtuele camera kan de kijker alle kanten van het voetbalveld laten zien, maar heeft hij ook iets in zijn mars voor de niet-voetbalfan? Johan De Geyter: “Ook voor andere sporten is zoiets interessant. Stel je voor dat je de camera op de schouder van de pitcher kan zetten bij baseball. Of bij een concert zou je alles prachtig in beeld kunnen brengen zonder de artiest te storen met cameramensen die voor de voeten lopen. De virtuele cameratechnologie zou ook ideaal zijn voor kookprogramma’s. Vandaag is het blijkbaar een hele opgave om alles vanuit de juiste hoek

te filmen. En je hebt maar één kans om het juist te filmen, omdat er natuurlijk niets kan herhaald worden. Bij politieke interviews lijkt het me ook interessant om met een vrij camerastandpunt te werken. Bijvoorbeeld bij de Amerikaanse presidentskandidaten moeten de camera’s op relatief grote afstand staan om hen niet te storen bij het debat.” Toekomstplannen Er werd duidelijk gedemonstreerd wat mogelijk is met de virtuele camera, de finetuning van de toepassing is iets voor de industrie. Waar zal de multimediagroep nu zijn tanden inzetten? Johan De Geyter: “We werken ook aan een melanoom-pen op basis van hyperspectral imaging. Net zoals je een thermometer koopt bij de apotheker zou je een melanoom-pen kunnen kopen die een aanduiding geeft voor huidkanker. Op basis van dezelfde beeldverwerkingstechnologie willen we ook een bh demonstreren voor de detectie van borstkanker. En ons ultieme doel is om een slimme camerapil te ontwikkelen voor maagen darmonderzoek.” p

InterConnect online Op de website www.imec.be/interconnect Bekijk het demofilmpje van imec’s virtuele camera. www.imec.be/iVC

Imec onderzoekt In de demo van de virtuele camera worden verschillende expertises van imec samengebracht, zoals beeldcompressie, feature detectie, massieve parallellisatie, free viewpoint interpolatie, diepte-extractie, occlusie. Vandaag heeft imec een prototype van een videotechnologie die een virtueel camera­ standpunt toelaat. Het kan nu verder uitgewerkt worden tot een gebruiksvriendelijke tool voor regisseurs om tv-uitzendingen te maken waarbij in realtime geswitcht kan worden tussen echte en virtuele camerastandpunten. Ook extra features zoals buitenspellijn-aanduiding, snelheid van spelers enz. zijn mogelijk met deze technologie.

25 InterConnect

07-2010


Imec Nieuwtjes

Schrijf met je brein Imec, Holst Centre, en het labo voor neurofysiologie van de K.U.Leuven hebben een prototype van een mindspeller ontwikkeld, een toestel waarmee je woorden kunt intikken door eraan te denken. Deze techniek maakt het mogelijk voor mensen met een zware motorische handicap om toch te communiceren. De gebruikers van de mindspeller dragen een comfortabele badmuts waarin een EEG-scanner (electro-encefalogram) verwerkt zit. Ze kijken naar een scherm waarop rijen letters en cijfers oplichten. Wanneer ze het juiste teken herkennen, vangt de EEG-scanner de typische hersengolven op die bij die herkenning horen. Het unieke aan dit prototype zijn de doorgedreven miniaturisatie van de EEG-scanner en het extreem lage energieverbruik. Die effent het pad naar oplossingen die vele malen goedkoper en comfortabeler zijn dan bestaande commerciële toestellen.

Meer info: www.imec.be/persberichten

Wekkerchip Stel: je hebt net gebeld met een collega. In plaats van de telefoon af te leggen bij het beëindigen van het gesprek, laat je beiden de hoorn openliggen voor het geval je straks nog iets zou willen zeggen tegen elkaar. Zo werken de huidige draadloze communicatiechips: ze luisteren constant of er data voor hen binnenkomen. Op die manier verspillen ze veel energie. Maar voor bijvoorbeeld sensornetwerken die zelf hun energie oogsten uit de omgeving – autonome sensornetwerken – moet je uiterst zuinig omspringen met een zeer beperkte hoeveelheid energie. Voor dergelijke systemen ontwikkelden imec en Holst Centre een ‘wekkerchip’. Deze kan worden gebruikt als zeer zuinige stand-alone ontvanger. Maar hij kan ook werken in combinatie met een andere communicatiechip, om deze aan te schakelen wanneer er gegevens moeten worden ontvangen. De nieuwe wekkerchip verbruikt slechts 51µW vermogen bij continu gebruik. Een recordprestatie, zeker als je weet dat een doorsnee communicatiechip (bv. voor Bluetooth) tot 1000x meer verbruikt.

26 I n t e r C o nn e c t

07-2010


Draagbare hartdokter, nu 5x zuiniger In de toekomst zullen hartpatiënten comfortabele, draadloze ECG(electro-cardiogram)-sensoren dragen. Zo’n sensorsysteem kan gebruikt worden om een diagnose te stellen of om bv. een hartfalen te signaleren. Maar als je zo’n monitor moet dragen, dan wil je natuurlijk dat die comfortabel zit. Geen draden bijvoorbeeld. En je wil ook niet om het uur de batterij vervangen. Imec en Holst Centre hebben daarom hun draadloze hartmonitor meer dan 5 maal zuiniger ge­maakt, wat toelaat om de monitor veel langer te gebruiken zonder de batterij te vervangen. De basis van de efficiëntere hartmonitor is een verbeterde analoge chip voor signaalverwerking. Deze chip past zijn meetactiviteit aan aan de hartactiviteit. Bovendien kan hij fouten in het signaal detecteren en opvangen, fouten die het gevolg zijn van bewegingen van de drager van de monitor. Op die manier is het meetresultaat beter, met veel minder ruis. En dat terwijl er minder gegevens gemeten en doorgestuurd moeten worden. Dat laat toe om een zuinigere chip te gebruiken voor de digitale signaalverwerking en om extra energie te besparen op de draadloze verbinding.

De ontbrekende schakel In glasvezels worden data verstuurd onder de vorm van lichtpulsen. Maar telkens als die lichtpulsen aan een splitsing komen, moeten ze worden omgezet naar elektrische signalen. Nadat de juiste route gekozen is, kunnen de data dan hun weg opnieuw verder zetten als lichtpulsen. Die omzetting, van lichtpulsen naar elektrische signalen en terug, kost energie en apparatuur. De oorzaak is onder meer het ontbreken van goede optische geheugens. Imec en zijn geassocieerd lab aan de Universiteit Gent hebben nu een computergeheugen ontwikkeld dat werkt op basis van licht. De nieuwe buitengewoon snelle, zuinige en kleine optische RAM-geheugens zijn een eerste stap om het schakelen in netwerken van glasvezels volledig optisch te laten verlopen.

Nanoboost voor zonnecellen Wereldwijd zijn onderzoekers op zoek naar technieken om zonnecellen nog efficiënter te maken. Eén zo’n techniek is het gebruik van metalen nanodeeltjes in de zonnecel. Nanostructuren uit metaal hebben een unieke eigenschap: onder de juiste omstandigheden zal invallend licht zorgen voor een resonantie van de elektronen in hun oppervlak. Het resultaat zijn golven van trillende elektronen die zich op de oppervlakte verplaatsen als golven op het water. Dit effect versterkt vele malen het effect van invallend licht op een oppervlak. Onderzoekers denken dat ze die versterking kunnen gebruiken om zonnecellen te verbeteren. Hoe beter immers de lichtabsorptie, hoe efficiënter de cel wordt, of hoe minder foto-actief materiaal er nodig is om een zonnecel te maken. Om dit effect beter te leren kennen en gebrui­ken, starten imec en een aantal Europese partners het PRIMA onderzoeksproject.

27 InterConnect

07-2010


Hoe motiveer je klanten om een nieuw product te proberen? Of medewerkers om een nieuwe manier van werken te volgen? Veel en goed communiceren natuurlijk. Maar wat werkt er echt en wat heeft de grootste impact? Volgens Stephen Denning is dat het vertellen van authentieke verhalen.

Kapstokken in je hersenen Neem een nieuw product, bijvoorbeeld een toepassing met sensoren om de conditie van sporters te meten. Je kunt dat product tonen, en het beschrijven met al zijn toeters en bellen, met prestaties, eigenschappen, en records. Maar slechts een enkeling zal zo’n beschrijving onthouden. Dat komt omdat onze hersenen domweg niet zijn gemaakt om losse feiten te onthouden. We kunnen daarentegen wel veel beter om met verhalen. Ze hebben een structuur die we kennen. Daardoor hebben we als het ware kapstokjes in onze hersenen waar die verhalen op passen, en waaraan we de nieuwe informatie kunnen hangen. Je kunt dus beter het verhaal van je nieuwe product vertellen. Hoe kwam je op het idee? Wat ging er fout? Wat was het aha-moment? Wie heeft al met je toepassing gesport en wat waren hun ervaringen? Wat hoop je uiteindelijk te bereiken?

28 I n t e r C o nn e c t

07-2010

Kies het juiste verhaal Een verhaal vertellen dus. Maar volgens Denning werken niet alle verhalen even goed. Sommige zijn bijvoorbeeld beter om de aandacht te trekken, andere werken beter om interesse en blijvend engagement op te wekken. Als je, vanuit het niets, de aandacht van een groot publiek wil trekken, werk je best met emoties en onverwachte elementen. Dat kan een verhaal zijn met een onverwacht beeld, een vraag, of een bijzondere uitdaging. Zelfs verhalen over mislukkingen en negatieve emoties werken hier goed. Zie bijvoorbeeld deze film van Honda over hoe tegenslagen hun technologie sterker maken (http://dreams. honda.com/#/video_fa). Als je daarentegen wil aanzetten tot volgehouden engagement, dan moet je verhaal positief zijn en een waarde hebben voor je publiek. Je kunt dan bijvoorbeeld werken met een gemeenschappelijke herinnering of ervaring. Denk hier bijvoorbeeld aan product-communities zoals NikePlus (http://nikerunning.nike. com/nikeos/p/nikeplus/en_US/humanrace/).

Van belang is hier dat je geen fictieve verhalen, ironie of argumenten gebruikt. Getrouw aan zijn eigen credo, doorspekt Dennings zijn boek met verhalen. Daaronder zijn eigen verhaal natuurlijk, over zijn ontdekking van de kracht van verhalen, en hoe hij dat dan verder heeft uitgewerkt en bestudeerd. Zo beschrijft hij zijn aha-belevenis: “Toen begreep ik het. Het idee was niet langer mijn idee. Nu was het ook zijn idee geworden. Tot dan dacht ik dat mensen de waarde van een goed idee wel zouden herkennen. Ik was er me enkel vaag van bewust dat de meeste organisaties niets doen met goede ideeën, omdat ze niet goed gecommuniceerd worden. Ik besefte toen nog niet dat ik – per ongeluk – een vorm van communicatie had gebruikt die automatisch tot actie aanzet, zelfs bij een moeilijk publiek.” Als je je verdiept in de ideeën in dit boek (of de vele andere boeken over dit onderwerp), dan zul je zien dat ook jouw innovatie, ook jouw product, ook jouw bedrijf een geheim verhaal heeft. Een verhaal van over-


In elk nummer van InterConnect stelt een imec-medewerker een boek voor en geeft – vanuit zijn expertise – aan wat hij tijdens het lezen heeft geleerd.

wonnen moeilijkheden, plotselinge inzich­ten, onverwachte wendingen, mislukkingen waaruit een les geleerd is, en tenslotte na­tuurlijk ook successen. p

3 om te onthouden: - De krachtigste manier om klanten en medewerkers te bereiken, is door het vertellen van verhalen. Ons brein is gemaakt om met verhalen om te gaan, niet met feiten en argumenten. Verhalen kunnen we onthouden, doorvertellen, en verbinden met onze ervaringen. - Achter elk bedrijf of product, elke verandering of innovatie zitten verborgen, fascinerende verhalen. Verhalen van on­verwachte ontdekkingen, van suc­ces­sen én tegenslagen. - Je vertelt een goed verhaal als het niet langer enkel jouw verhaal of idee is, maar ook het verhaal van je klanten en medewerkers.

Wie is Stephen Denning?

In dit nummer: Jan Provoost, wetenschapsredacteur, over The Secret Language of Leadership van Stephen Denning.

Na een opleiding rechtswetenschappen maakte Stephen Denning (Sydney, 1944) carrière bij de Wereldbank. Zijn laatste functie, waarover hij in zijn boek vertelt, was die van directeur kennismanagement. In 2000 gooide Stephen Denning zich volledig op organizational storytelling, als consultant, auteur en spreker.

Waarom moet u dit boek lezen? Dit boek is een inspirerende inleiding over het gebruik en de kracht van verhalen. Maar tegelijk is het ook een werkboek vol kennis, lijsten en schema’s: welk verhaal werkt en welk niet? Wat kun je gebruiken in welke situatie.

29 InterConnect

07-2010


Electronic Design & Manufacturing Event – Uitdagingen bij hedendaagse elektronicaontwikkeling en -realisatie 16 september 2010 Imec, Leuven Meer info: www.edmp.be

Nocturne-info Elke 1e donderdag van de maand opent imec zijn deuren voor het grote publiek. Tijdens deze nocturnes ontdek je wat er leeft en beweegt op imec.Voor de editie van 2010 worden ook speciale themanocturnes gepland. Lees meer op: www.imec.be/nocturne

Summerschool@imec – Hoe schrijf ik VHDL en synthetiseer ik automatisch complexe systemen? 5 - 9 juli 2010 Imec, Leuven Meer info: www.imec.be/mtc

Visionair seminarie – Smart grids 5 oktober 2010 Imec, Leuven Meer info: www.leuveninc.com

30 I n t e r C o nn e c t

07-2010

Kan je er niet bij zijn? Imec biedt sinds kort de mogelijkheid om cursussen en seminaries van op afstand te volgen, hetzij via live streaming, hetzij via videocasting on demand. Een demo is te bekijken op http://is.gd/1loPj Interesse? Contacteer training@imec.be


In elk nummer van InterConnect laten we iemand van imec aan het woord die op een of andere manier samenwerkt met de Vlaamse industrie. In dit nummer: Benny Graindourze.

Benny Graindourze is manager van het Industrialisatie & Innovatie team bij imec. Deze groep zoekt naar raakvlakken tussen het onderzoek bij imec en de noden van Vlaamse bedrijven om producten of processen te verbeteren. Welke interessante conferen­tie bezocht je onlangs? Ik ging vorig jaar naar de ‘European Conference on Creativity and Innovation‘ in Brussel. Het ging over tools en technieken om creatief te denken. Een van de keynote sprekers was Tim Hurson. Hij had het onder meer over brainstorming. Bij de meeste brainstorms wordt er eerst een probleem geformuleerd en dan beginnen mensen ideeën af te vuren. Op het einde van de brainstorm wordt vaak niet voor het beste idee gekozen maar wel voor het best ‘uitvoerbare’ idee. Beste ideeën ontstaan niet aan een vergadertafel maar wel onder de douche, in de wagen enz. Het is beter om het probleem op voorhand te schetsen en dan de mensen de tijd te geven om hun gedachten de vrije loop te laten gaan. De brainstorm zelf dient dan om mekaars ideeën te verrijken. Wat is de belangrijkste verandering/uitdaging voor de toekomst, in jouw vakdomein? Volgens mij is dat de informatieoverflow. Als je informatie zoekt op internet over om het even welk onderwerp krijg je miljoenen hits. Hoe weet je welke hits relevant zijn? Hoe weet je wat betrouwbaar is? Wij ondervonden dit zelf toen we informatie zochten rond MPEG en multimedia. Daarom hebben we communities opgericht waar we experten en gebruikers rond een bepaald onderwerp samenbrengen. De experten kunnen de publieke informatie goed interpreteren en kaderen en de gebruikers lichten de noden voor hun toepassingen toe. Wat is het beste advies dat u ooit kreeg? ‘Leer het onderscheid maken tussen dingen die je wel kunt veranderen en dingen die je niet kunt veranderen en steek je energie in de dingen waar je invloed op kan hebben’. Dit advies staat ook in het boek van Stephen Covey ‘The 7 habits of highly effective people’. Zeker een aanrader. Welke persoon gaf jouw carrière een belangrijke wending? Dat is Gaston Geens. Ik heb de man nooit ontmoet, maar met zijn DIRV-actie (Derde Industriële Revolutie in Vlaanderen) stond hij aan de wieg van beide bedrijven waar ik gewerkt heb (MIETEC) en nog werk (imec).

Benny.Graindourze@imec.be

Goede CD The American recordings van Johnny Cash. Een samenwerking, die in 1993 begon tussen de toen 61-jarige countrylegende Johnny Cash en de 30-jarige rock&rap-producer Rick Rubin, resulteerde in verscheidene cd’s. De laatste werd opgenomen in 2003, juist voor de dood van Johnny Cash. Begin dit jaar kwam ‘American VI: Ain’t no grave’ uit.

InterConnect online

Leuk restaurant ‘Topinamboer in Leuven, een woonkamerrestaurant. Ze serveren er erg lekkere gerechten in een huiselijke sfeer. Je kan best op voorhand reserveren en de keuze is beperkt, maar het is echt een aanrader.

Op de website www.imec.be/interconnect - Filmpje Tim Hurson - Info over boek en ideeën van Stephen Covey

31 InterConnect

07-2010


Bent u een KMO met een idee? Heeft u een vraag – wil u bijvoorbeeld nagaan in welke mate imec-technologie kan bijdragen tot een innovatie van uw product, proces of dienst – aarzel dan niet om het Industrialisatie en Innovatie team (I&I) van imec te contacteren. Zij maken de vertaalslag tussen de technologische bouwblokken van imec en de wensen en noden van bedrijven in Vlaanderen. U bereikt ze via VlaamseIndustrie@imec.be Imec’s onderzoek wordt onder andere toegepast in betere gezondheidzorg, slimme elektronica, hernieuwbare energie en veiliger transport. U leest er meer over op www.imec.be.

Imec vzw RPR Leuven BTW BE 0425.260.668 Kapeldreef 75 B-3001 Leuven België www.imec.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.