Hedendaags kerk zijn in Vlaanderen

Page 1

“Machtafstand in het Vlaams evangeliewerk (deel I)” Ze hebben me allemaal in de steek gelaten.... Er was eens een christen, hij kende iedereen in de gemeente en was bijzonder geaccepteerd. Hij had de juiste gaven en het karakter om oudste te zijn. Nadat hij tot oudste werd verkozen, veranderde zijn situatie volledig. Weinigen knoopten nog een gesprek aan. Er werd nu een andere “machtsafstand” in acht genomen.1

“Machtsafstand” onderzocht Plaats 1 22 30 39 57 61 63 70 74 Schema 1

Land/Regio Score Maleisië, Slowakije 104 Zwitserland (Franstalig) 70 Wallonië 67 Vlaanderen 61 Verenigde Staten 40 Nederland 38 Groot-Britannië + Duitsland 35 Zwitserland (Duitstalig) 26 (laatste) Oostenrijk 11

G. & G.J. Hofstede maten in een internationaal sociologisch onderzoek grote verschillen in machtsafstand tussen landen en regio’s (schema 1).2 Er bestaat geen machtsstandaard om landen te ijken, dus kan men met schema 1 alleen de verschillende landen onderling vergelijken. De Hofstede’s definiëren machtsafstand als de mate waarin ondergeschikte groepsleden verwachten en accepteren dat macht ongelijk verdeeld is.3 Niet machtige groepsleden, maar juist de minder machtige bepalen dus de machtsafstand. Hoe minder macht men uitoefent, hoe afhankelijker men zich gedraagt.4 Wat betekent machtsafstand praktisch?5 In culturen met een grotere machtsafstand respecteert men gezagsrollen zoals ouderen, docenten en leiders. Jongeren worden afhankelijk opgevoed. Er is veel emotioneel verkeer tussen leiders en ondergeschikten.

De ideale chef is een ‘goede vader’. Ondergeschikten nemen gemakkelijk een extreem standpunt in: ofwel totaal afhankelijk ofwel totaal onafhankelijk van de overste. Politiek is er vaak een sterke linker- en rechterflank met een zwak middenveld. Vakbonden zijn er meestal direct aan politieke partijen verbonden. In culturen met een lagere machtsafstand leeft exact het tegenovergestelde. Zo kan bvb. de positie van iemand hoger zijn, maar wordt hij of zij principieel toch als gelijkwaardig ervaren. De ideale chef is een bekwame democraat. Waar staat Vlaanderen? De Hofstede’s toonden aan dat in elk land regio’s bestaan met verschillende machtsafstanden. In de vergelijking van schema 1 positioneert Vlaanderen zich als een regio met een grotere machtsafstand dan gemiddeld. De machtsfastand ligt in elk geval hoger dan in landen die veel leiders van gemeenten en kerken hebben aangeleverd (bvb. Amerika, Engeland, Nederland, Duitsland). Hoe is machtsafstand zichtbaar bij ons? Gemeenteleden kunnen zich gemakkelijk extreem opstellen. Ze volgen leiders helemaal of helemaal niet. Daartusenin ligt weinig nuancering. Volgt een kritische massa de leider(s) niet meer, dan volgt een splitsing die dikwijls persoonlijk gespeeld zal worden. De directe aanleiding kan banaal zijn, maar omwille van de machtsafstand hopen spanningen zich onuitgesproken op. Een kleinigheid en de vlam slaat in de pan. Machtsafstand verklaart de radiostilte bij verwerping: macht concentreert zich absoluut in de persoon die verworpen wordt en waarmee men zich niet langer wenst te identificeren, omdat die tot een persoonlijke bedreiging uitgegroeid is.


“BelgiĂŤ, het kerkhof van het zendingsveld!â€? Hoezo? t #VJUFOMBOETF FWBOHFMJFXFSLFST POEFSWJOEFO EJLXJKMT UF MBBU IPF EF NBDIUTBGTUBOE IJFS BOEFST XFSLU 4QSFLFO [F van oorsprong onze taal (Nederlands, Frans, Duits) dan gebruiken zij des te spontaner hun eigen cultuurachtergrond en communicatiestijl om bvb. gemeenteleiding in te vullen. De leider6 krijgt de tijd zich te bewijzen. Als echter na enige tijd iets niet naar de zin is, keren gemeenteleden zich eenvoudig tegen hem. De eerdere loyaliteit in de groep richtte zich daarom minder op onderzoek van de waarden van Gods Koninkrijk– de kern van bijbelonderwijs en meer op de meningen van de leider. Men heeft zich totaal afhankelijk opgesteld en zich met hem geĂŻdentificeerd – de Vlaamse loyale kant van de machtsafstand. Dan komt de omslag. Al langere tijd ontwikkelde zich een onderstroom, maar die symptomen worden te laat zichtbaar voor de hiĂŤrarchie om tijdig en accuraat te kunnen reageren. Het conceptueel verschil in machtsafstand heeft een volgende slachtoffer gemaakt. t "MHFNFOF HFNFFOUFHSPFJNPEFMMFO IPVEFO HFFO SFLFOJOH NFU WFSTDIJMMFO JO NBDIUTBGTUBOE UVTTFO MBOEFO FO PG regio’s. Meestal worden de modellen aangeleverd door culturen met een lagere machtsafstand waar duidelijke leidersrollen en een sterke hiĂŤrarchie hun plaats hebben . Daarom zijn zulke modellen bvb. in de Verenigde Staten wel succesvol en slaan ze eveneens in Nederland aan. De machtsafstand in beide culturen scoort immers gelijkaardig (schema 1).7 De grotere machtsafstand in Vlaanderen beperkt echter het effect van sterke hiĂŤrarchische structuren omdat ze hier gemakkelijk leiden tot een absolute gezagsopstelling of tot absolute meningsverschillen (met scheuringen tot gevolg). Willen we hier buitenlandse modellen gebruiken, dan moeten ze dus radicaal aangepast worden om groei op lange termijn vast te kunnen houden. t %F 7MBBNTF DVMUVVS LFOU FFO HSPUFSF NBDIUTBGTUBOE %BBSPN MFFÄ™ FS NFFS SFTQFDU WPPS PVEFSFO FO QSJNFFSU EF leeftijd van een leider op specifieke kennis, achtergrond of geestelijke gaven. Aan ouderen schrijft onze cultuur meer geestelijke volwassenheid toe, wat echter niet altijd opgaat. Vanuit hun perspectief heben veel oudere leiders het idee dat jongeren nog niet veel kunnen. Als jongeren echter iets voor andere jongeren organiseren, gaat dat meestal zeer goed (bvb. de kampwerking van EJV en PJV). Leiders zijn echter ook maar mensen. Absolute machtsuitoefe-ning is niet gezond. In de nieuwsbrief van juni 2006.8 Â

Herkent u uw gemeente? � � � � � �

Afhankelijk opgevoede jongeren Respect voor ouderen Ongenuanceerd volgen of niet-volgen Sterke hiĂŤrarchische structuur Vermoede machtsgevoelens Weinig jongeren in leidinggevende posities

In het artikel hiervoor schetsten we enkele problemen die zich kunnen vorodoen als we de invoed van machtsafstand niet onderkennen. Hoe kunnen christenen groeien om bijbelse waarden in gedrag en relaties voorrang te geven?


Is machtsafstand slecht? God’s relatie met de mens antwoordt heel duidelijk “neeâ€?. God staat oneindig boven ons in macht en als ondergeschikte schepselen is het goed om Hem als Schepper te erkennen. Jezus sprak heel duidelijk als gezaghebbende (Mat.7:29). Paulus toont zich in Galaten ook heel duidelijk als gezaghebbend apostel (Gal.1:1). Telkens blijkt dat God macht ingesteld heeft en dat die met liefde gerespecteerd hoort te worden. Een christelijke benadering voor een leider? God’s macht en gezag vraagt van een leider dat hij of zij9 zich weet door God geroepen te zijn en zich in karakter en christelijke volwassenheid weet te onderscheiden. t .FO LBO [POEFS (PE T SPFQJOH FO [POEFS EBBSJO CFWFTUJHE UF XPSEFO OJFU [PNBBS JO FFO MFJEFSTQPTJUJF SPMMFO Toch gebeurt dit meer dan men vermoedt. Leiders willen immersd van nature graag en direct en geven daarom gemakkelijker toe aan groepsdruk of omstandigheden. Dat kan hun natuurlijk groeiproces grondig verstoren en de nieuwbakken leider samen met de groep op termijn problemen van macht, conflicten of van persoonlijke burn out bezorgen. t -FJEFST CFIPSFO UPF UF SVTUFO %BU LBO OPPJU BVUPSJUBJS FO WBO CPWFOBG 5PFSVTUJOH JT QBT FÄŒFDUJFG EPPS EF QFSsoon aansluitend op diens omstandigheden te dienen. Dus moet een leider eerst vragen stellen, luisteren en dan pas spreken (Jac.1:19). De “inventaris nemen van wie men dientâ€? bepaalt de keuze hoe men toerust. De leider investeert zo aktief en overbrugt de machtsafstand. Hij leidt mensen door hen te dienen in liefde, vriendelijkheid en goedheid. t %JFOFOE MFJEFSTDIBQ WFSFJTU WBO PQ[JFOFST PVETUFO10 karaktereigenschappen als zelfcontrole, beschaafdheid, gastvrijheid, vriendelijkheid (1Tim.3), geduld en goedheid, (1Cor.13). Dit lijstje is niet theoretisch, want Paulus vraagt naar de toets van het gezinsleven: je moet een goede echtgenoot en vader zijn. Dus hangt het van de bereidheid voor voortdurende karaktervorming af of leiders ook nog blijven groeien in de bediening die God hen geeft. t .BDIUTBGTUBOE XPSEU WFSLMFJOE BMT EF MFJEFS [JDI BBOTQSFFLCBBS PQTUFMU "MT EJF GPVU [JU JT IFU HPFE EJU UPF UF geven. Dat is moeilijk, maar God vraagt niet voor niets dat leiders in de eerste plaats een sterk, dienend karakter ontwikkelen en de minste zouden zijn. t )FU JT CFMBOHSJKL EBU EF HFNFFOUF TBNFO BBO EF LBS WBO (PET ,POJOLSJKL USFLU o PQ[JFOFST PVETUFO FO HFNFFOteleden in een gezamenlijke teaminzet. Als in een bespreking klinkt “wij als oudsten hebben besloten...â€?, kan dat leidersteam zelf beoordelen wat dat uitdrukt over het instandhouden of overbruggen van onze Vlaamse machtsafstand – ondanks het grote gelijk dat men mogelijk aan zijn kant heeft. Â

Hoe dient een leider? � Met het juiste karakter � Luisterend � Toerustend

� Duidelijke communicatie � Kwetsbare opstelling


Een christelijke benadering voor gemeenteleden? Gemeenteleden worden verwacht open te staan voor toerusting om te dienen. Eerlijkheid beoefenen naar oudsten en naar uzelf is belangrijk als kernwaarde in Gods Koninkrijk. Vaak zijn leiders niet geliefd omdat ze impopulaire dingen doen of zeggen. Het is dan verleidelijk op fouten te wijzen en die terug te koppelen naar karaktereigenschappen of gaven van die mensen De machtsafstand in onze cultuur doet ons nogal eens heel snel die fout maken... Is kritiek terecht, dan dienen liefde en zachtmoedigheid de toetsstenen van onze bereidheid te zijn om hen op onze beurt in openheid en geestelijke integriteit te dienen. Als leiders dienen en gemeenteleden op hun beurt leren dienen, groeit een gemeenschap die de samenleving laat zien wie Jezus is: de Dienaar bij uitstek. Jezus waste de voeten en zo mogen wij onze maatschappij dienen. Daarvoor is roeping en karakter nodig als groep en als individueel christen. Jezus wil ons als Hoofd van zijn lichaam ook Zijn karakter geven op de wijze die hij voor leiders en navolgers vastgelegd heeft. Dus laten leiders nadenken over hun roeping, karakter en gaven. Laten gemeenteleden zich eerlijk openstellen voor toerusting. Zo kunnen we toenemen in wijsheid om een onbijbelse werking van machtsafstand tussen leiders en leden te overbruggen voor de bouw van Gods Koninkrijk.

Hoe dient een gemeentelid? ☐ De leiders niet bekritiseren als ze gewoon doen wat ze moeten doen. ☐ Bij terechte kritiek met de leider spreken ☐ Eerlijk zijn (naar uzelf en uw naaste)

Voel u vrij om te reageren op hetgeen u leest. U mag van ons steeds een antwoord verwachten op uw vragen en bemerkingen. _________ Herman Heyman, maart 2007 uit “Evan-Assistance” (Nieuwsbrief van ABC Ministries vzw)

info@abcministries.be - www.abcministries.be - 016/62.31.72. - St.Jansbergsesteenweg 97 - 3001 heverlee

1 Dit verhaal komt op hoofdlijnen recht uit de praktijk. 2 Deels overgenomen uit Geert en Gert Jan Hofstede, Allemaal andersdenkenden: Omgaan met cultuurverschillen, geheel vernieuwde editie (Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij Contact, 2005), 56 3 Hofstede & Hofstede, 58. 4 Hofstede & Hofstede, 58. 5 In deze paragraaf is veelvuldig gebruik gemaakt van Hofstede & Hofstede, 58-72. 6 In bijna alle gevallen gaat het om mannen, dus we gebruiken hier mannelijke voornaamwoorden. 7 Er zijn natuurlijk meer culturele factoren. Voor de vijf factoren die Hofstede en Hofstede behandelen komen de Verenigde Staten en Vlaanderen slechts op twee kenmerken ongeveer overeen (individualisme en langetermijngerichtheid), Nederland en de Verenigde Staten op vier kenmerk en. Zie Hofstede & Hofstede, 56, 90, 129, 174 en 212. 8 Zie de website onder “info” en ”niewsbrieven” voor de download en de extra informatie. 9 Hoewel wij geloven dat vrouwen uitstekende leiders kunnen zijn, gebruiken we om taalkundige redenen de mannelijke voornaamwoorden. 10 In Titus 1:5-9 worden deze termen door elkaar gebruikt.


Machtafstand in het Vlaams evangeliewerk deel (II) Wat is machtafstand (MA) ? t %F ." JOEFY WFSHFMJKLU IPF JO WFSTDIJMMFOEF DVMUVSFO POEFSHFTDIJLUF HSPFQTMFEFO [FMG EF BGTUBOE CFQBlen tegenover wie leiding (=macht) verpersoonlijken. t (SPFQTMFEFO NFU NJOEFS NBDIU CFQBMFO EF NBDIUBGTUBOE JO EF HSPFQ t )PF NJOEFS NBDIU IPF BĔBOLFMJKLFS NFO [JDI HFESBBHU t %F ." JOEFY UPPOU WFSTDIJMMFO UVTTFO MBOEFO DVMUVSFO FO SFHJP T

Kenmerken in Vlaanderen? t 7MBBOEFSFO TDPPSU TUF NFU QVOUFO %F 74 F NFU QVOUFO FO /FEFSMBOE F NFU QVOUFO scoren veel lager. t 0VEFSFO EPDFOUFO FO MFJEFST XPSEFO HFSFTQFDUFFSE XFHFOT IVO HF[BHTSPMMFO t 0QWPFEJOH SJDIU [JDI PQ BÄ”BOLFMJKLIFJE WBO EF LJOEFSFO WBO EF PQWPFEFST t -FJEFST FO POEFSHFTDIJLUFO WFSCJOEFO [JDI FNPUJPOFFM TUFSL NFU FMLBBS t %F JEFBMF DIFG JT BMT FFO AHPFEF WBEFS t (SPFQTMFEFO UPOFO FYUSFNF BÄ”BOLFMJKLIFJE Ă˜G FYUSFNF POBÄ”BOLFMJKLIFJE WBO PWFSTUF O t 7PPS MFEFO IFCCFO MFJEFST BCTPMVUF NBDIU

Zichtbaar in kerken, gemeenten en organisaties? t (FNFFOUFMFEFO WPMHFO MFJEFST IFMFNBBM PG IFMFNBBM OJFU t *O FFO DPOĘJDU TQFFMU JFNBOE NFU FFO IPHF ." TOFM PQ EF QFSTPPO *FNBOE NFU FFO MBHF ." SJDIU [JDI FFSEFS PQ EF JOIPVE WBO FFO DPOĘJDU t *EFOUJÄ•DFFSU FFO HSPFQTMJE [JDI OJFU MBOHFS NFU FFO MFJEFS EBO FSWBBSU EBU MJE EF SFMBUJF BMT FFO UPFOemende persoonlijke bedreiging. t #VJUFOMBOETF FWBOHFMJFXFSLFST CFHSJKQFO EPPS IVO BOEFSF ." BDIUFSHSPOE EF 7MBBNTF ." EJLXJKMT niet of te laat. t #VJUFOMBOETF HFNFFOUFHSPFJNPEFMMFO IPVEFO HFFO SFLFOJOH NFU DVMUVSFMF WFSTDIJMMFO JO ." UVTTFO MBOEFO FO PG SFHJP T t %F HSPUFSF 7MBBNTF ." CFQFSLU EF FÄŒFDUJWJUFJU WBO TUFSLF IJĂ‘SBSDIJTDIF TUSVDUVSFO t %F HSPUFSF 7MBBNTF ." MFJEU HFNBLLFMJKL UPU BCTPMVUF HF[BHTPQTUFMMJOH FO EVT UPU BCTPMVUF NFOJOHTverschillen.

In het artikel van maart 2007 las u al over machtafstand (MA). Fris uw MA-kennis via onderstaand kader even op. Overdenk dan met ons een bekende barrière in het Belgische evangeliewerk.

Machtafstand veronachtzamen = ongepaste risico’s nemen AllÊÊn aan de top staan, is niet aanlokkelijk voor wie opgroeit in een cultuur met een hogere MA (zie kader). De top is eenzaam, met een ondankbare opdracht en verplichte dienstbaarheid ondanks onzekere relaties. Dat verklaart gedeeltelijk de terughoudendheid onder Vlaamse christenen om in een leidingpositie te stappen. Het is een van de redenen voor het gebrek aan voldoende Vlaamse leiders in het evangeliewerk.


Maar wat gebeurt er dan als in een groep met een hogere MA een leider wordt aangesteld met een achtergrond van lagere MA? In de meeste groepen, gemeenten of kerken vindt men ook informele leiders. Zij zoeken voortdurend bevestiging van hun leiderschap en gebruiken daarvoor alternatieve communicatiekanalen. Informeel leiderschap steunt uitermate op relaties. Dat hoeft niet verkeerd te zijn, zolang het informele verkeer maar steunt op integriteit en zich richt op het gemeenschappelijke doel. Formele leiders met een lagere MA gebruiken echter een andere leiderschapsstijl dan waarmee men in een cultuur met een hogere MA vertrouwd is. Dikwijls gaat die stijl in tegen het informeel leiderschap. Als dit verschil in MA veronachtzaamd wordt, neemt het risico op machtsstrijd en partijschappen sterk toe. Informeel leiderschap voelt zich dan gemakkelijk aangewakkerd om “ondergronds� te gaan. &FO VJUQVUUFOE DPOĘJDU JT JO EF NBBL

Bouwen ondanks verschillen in machtafstand: het kan! t &FO TUSVDUVSFFM LBEFS HFFÄ™ GPSNFFM Ă?O JOGPSNFFM MFJEFSTDIBQ [JKO QMBBUT %VJEFMJKLF BGTQSBLFO PWFS FFO EPFM (een missie en visie) en de manier waarop dat bereikt wordt (strategie) brengen rust in de relaties. t ,MFJOFSF HSPFQFO NBLFO PWFSMFH FO JOTQSBBL TUSVDUVSFFM NPHFMJKL *OGPSNFMF MFJEFST LSJKHFO CFWFTUJHJOH WBO betrokkenheid en waardering voor opbouwende bijdragen. t #FLMFNUPPO SFTQFDU WPPS JFEFST FJHFOIFJE FO NPHFMJKLIFEFO %SVL SFTQFDU VJU JO EBEFO CWC WFSHFWJOH FO verzoening, mentoring). Dit is het keurmerk van christelijke handel en wandel voor gemeenten, kerken en PSHBOJTBUJFT &G t #FUSFL JFEFSFFO EPPS UBMFOUFO UF MBUFO POUXJLLFMFO WJB 7PSNJOH 5SBJOJOH FO 0QMFJEJOH 750 #JFEU HFlegenheid om met die talenten te werken. Bouw samen mogelijkheden om vaardigheden verder te laten groeien. t 7JB QFSTPPOMJKLF MFJEFSTWPSNJOH PQ NBBU LBO JFNBOE CFIBMWF HFFTUFMJKLF WPMXBTTFOIFJE PPL TUFSL HSPFJFO JO dienend leiderschap. Dit is een intensieve en meerjarige investering, maar een gemeente plukt er meer dan honderdvoudige vrucht van! t &MLF WFSBOUXPPSEFMJKLF IFFÄ™ 750 OPEJH JO BMMF BTQFDUFO WBO UFBNXFSL FO QSPKFDUXFSL %F SFTVMUBUFO WBO deugdelijk christelijk rentmeesterschap zullen iedereen verrassen, ĂŠn de ervaren machtafstand zal zich mettertijd aanpassen aan bijbelse waarden. t 7PSNJOH WBO IFU TUSBUFHJTDI EFOLFO PQ MBOHFSF UFSNJKO IFMQU NBDIU FO EF BGTUBOE UPU NBDIU JO EJFOTU UF TUFMMFO WBO FFO BGHFTQSPLFO EPFM 6JU FFO DPNCJOBUJF NFU EF WPSJHF QVOUFO HSPFJU IFU WFSNPHFO PN PQ FFO (PE vrezende wijze krachten te bundelen. ABC wil helpen nadenken over effectief evangeliewerk binnen de Vlaamse cultuur. Behalve machtafstand is er ook sprake van: onzekerheidsvermijding; de wisselwerking maculiniteit-feminiteit; de wisselwerking individualisme-collectivisme en ten slotte de wisselwerking korte en lange termijn denken. Voel u vrij om te reageren op hetgeen u leest. U mag van ons steeds een antwoord verwachten op uw vragen en bemerkingen. _________ Herman Heyman, juni 2007 uit “Evan-Assistanceâ€? (Nieuwsbrief van ABC Ministries vzw)

info@abcministries.be - www.abcministries.be - 016/62.31.72. - St.Jansbergsesteenweg 97 - 3001 heverlee


Het Vlaams evangeliewerk en het vermijden van onzekerheid In onze serie “hedendaags kerk-zijn in Vlaanderen” hebben we in maart en juni aangetoond hoe sterk machtafstand ook in het evangeliewerk tot uiting komt. Deze keer bekijken we het vermijden van onzekerheid.

Onzekerheidsvermijding: angst voor het onbekende... (Zucht) “Waarom kost het zoveel moeite om dit te veranderen...?” Op de werkvloer, in scholen en in bedieningen is die verzuchting zeker geen onbekende. In alle eerlijkheid: waarom kost het moeite om iets te veranderen? In de evangeliebeweging is onzekerheidsvermijding intrigerend, omdat geloven juist van onwankelbare zekerheden getuigt. Hoe gedragen we als Vlaamse christenen ons dus op grond van onze geloofsopstelling? De tabel toont Vlaanderen tussen de uitersten Griekenland en Singapore. We leven vanuit een zeer hoge onzekerheidsvermijding (OV). Wat betekent dit? Hoe gaan we als christenen met onzekerheid om? Als individu? Als gemeente, kerk of organisatie?

Griekenland

112

Vlaanderen

97

Wallonië

93

Farnkrijk

86

Duitsland

65

Nederland

53

VS

46

Groot Brittanië Singapore

35 8

Volgens Hofstede is onzekerheidsvermijding “de mate waarin de dragers van een cultuur zich bedreigd voelen door onzekere of onbekende situaties; dit gevoel wordt onder andere uitgedrukt in stress en in een behoefte aan voorspelbaarheid: aan formele en informele regels.”1 Volgens Hofstede wordt die behoefte aan voorspelbaarheid op drie domeinen opgevangen: 1 Techniek helpt de natuur te beheersen en de onzekerheden te beperken die zij veroorzaakt. 2 Wetten regelen het onzekere gedrag van mensen. 3 In religie zoeken mensen een bovennatuurlijk antwoord waarmee zij hun onzekere toekomst kunnen beïnvloeden.2


Wat is hĂłge onzekerheidsvermijding? t $VMUVSFO NFU FFO IPHF 07 POEFSTDIFJEFO HPFE FO‍ ڀ‏GPVU [FFS TDIFSQ iĂ?Ă?O XBBSIFJE JT EF KVJTUF FO EBU JT de onze.â€? Die â€?ene waarheidâ€? draagt men gemakkelijk over op mensen. Daarom raken andersdenkenden (bvb. vreemdelingen) niet vlot geaccepteerd.3 Deze houding maakte bvb. het Vlaams Blok/Belang zo populair, maar die zorgde er ook voor dat evangelische gemeenten en organisaties op een sektenlijst terecht kwamen.4 t *O DVMUVSFO NFU IPHFSF 07 IBOUFSFO NFOTFO PO[FLFSIFJE‍[ڀ‏FFS UZQJTDI ;F [JKO [FOVXBDIUJHFS WBO BBSE 0G ze volgen strak opgelegde regels.5 Om het onzekerheidsgevoel te temperen wordt vaker alcohol gebruikt.6 Mensen voelen zich in het algemeen ook minder gelukkig.7

Bestaat hoge onzekerheidsvermijding (OV) ook in de Vlaamse evangeliebeweging? Ja. En dat is logisch. De meeste christenen groeien hier op tussen mensen die ook zo functioneren. Een paar UZQJTDIF 07 TDIFUTKFT UPFHFQBTU PQ DISJTUFOFO ‍ڀ‏ t %F WMPUIFJE PG USBBHIFJE PN XFSLXJK[FO UF‍ڀ‏WFSBOEFSFO JT WFSCPOEFO NFU BOHTU WPPS IFU OJFVXF 8F‍[ڀ‏JKO overtuigd dat veranderen goed is, maar blijven aan het oude vasthouden – zelfs over onderwerpen die weinig leerstelligs om handen hebben. Herinnert u zich hoe men in gemeenten discussieerde om van een orgel naar een muziekgroep te evolueren? Hoe lang duurde het om het oorspronkelijke idee uit te voeren? En wat met de projector, de opstelling van de stoelen, of de volgorde in de samenkomst? t &FO EVJEFMJKL HFCSFL BBO TUSBUFHJTDI EFOLFO FO‍ڀ‏XFSLFO *O HFCJFEFO NFU FFO IPHF 07 [JKO NFOTFO NFFS‍ڀ‏CFkommerd met de dagelijkse gang van zaken dan met strategisch nadenken over de toekomst.8 Herkent u hoe u zelf of oudsten tijd verliezen door brandjes te blussen?9 t ćFPMPHJF DPODFOUSFFSU [JDI PQ FOLFMF TUFMMJOHFO ‍ڀ‏JO QMBBUT WBO PQ EF JOUFHSBMF CPPETDIBQ WBO EF (PE WBO EF‍ڀ‏CJKCFM i0O[F XBBSIFJEw XPSEU TUFMMJH HFQPOFFSE ;F LMJOLU‍ڀ‏BMT EF FOJHF BBOWBBSECBSF POEBOLT NFFSEFSF interpretatiemogelijkheden. Dikwijls gaat die houding ten koste van eenheid en liefde. Voorbeelden: vraagstukken als de opname van de gemeente in de eindtijd, echtscheiding en hertrouwen, ruimte voor de bediening door een vrouw, .... t %F iFOJHF XBBSIFJEw MBBU HFFO WSBHFO UPF ‍ڀ‏.FFSEFSF JOUFSQSFUBUJFT [PVEFO BBOMFJEJOH LVOOFO HFWFO‍ڀ‏UPU POzekerheid over de orthodoxie van het standpunt. Vragen en twijfel onder ogen zien, is nochtans essentieel in een leerproces om een volwassen geloof te (mogen) ontwikkelen.10 Is er weinig ruimte om stellingen af te wegen? Dan zijn er weinig groeikansen om diepgang te halen. Nieuwe leiders zullen oppervlakkiger worden, POEFSNBBUT QSFTUFSFO‍ڀ‏PG POWPMEPFOEF LVOOFO HFSFLSVUFFSE XPSEFO ‍;ڀ‏VMLF LFONFSLFO QBTTFO JO FFO‍ڀ‏DVMtuur die onzekerheid vermijdt. Onze kerken vertonen die in een mate dat het de vraag rechtvaardigt hoe het zit met de “hervorming van ons denkenâ€? (Ef.4:17- 18, Rom12:2) zodat we eerder aan bijbelse waarden dan culturele waarden gehoor geven. Â

Herkent u uw gemeente? Č $POĘJDUFO XPSEFO IFU MJFGTU WFSNFEFO â˜? Als leider geef je mensen het best precieze instructies. â˜? Er wordt weinig strategisch nagedacht. â˜? De spreker is expert in wat hij zegt. â˜? We hebben als gemeente veel geschreven en ongeschreven regels. â˜? Er mag weinig getwijfeld worden over onze theologie. â˜? Een lange termijn visie is... voor de lange termijn.


Â

Herkent u uzelf? â˜? Een betrouwbare God staat boven onze regels. â˜? Die regels zijn soms zelf verzonnen. Č (PE JT ĘFYJCFM FO XJK NPFUFO EBU PPL â˜? Liefde en eenheid laten serieuze discussies over moeilijke onderwerpen toe. â˜? Eerlijke antwoorden voor zoekende mensen zijn moeilijk, maar komen er. â˜? De leider is een facilitator, geen expert

Wat doen we eraan? t 7BO FFO OBVXF JOUFSQSFUBUJF WBO EF CJKCFM OBBS‍ڀ‏EF MFWFOENBLFOEF *OTQJSBUPS FO 0OEFSXFSQ WBO EF‍ڀ‏CJKCFM We maken God gemakkelijk tot Iemand op een afstand naar Wie bijbelteksten verwijzen. Verengt ons geloof zich tot bijbelteksten, dan ontstaat een vacuĂźm: onzeker, bedreigend. Geloofsbeleving verkrampt. God moet zijn rechtmatige plaats krijgen. Hij openbaart zich in de bijbel en in de schepping. Hij zorgt voor ons, zoals Hij ook voor de raven zorgt (Luc. 12:24). Is God in het dagelijks leven die Persoon van vertrouwen, dan leren christenen bezorgdheid en vermijding van het onbekende los te laten. Dat is inderdaad moeilijk. Maar deze houding is de sleutel om verdere knelpunten op te lossen. t 7FSBOEFSFO PNEBU (PE WFSBOEFSJOH CSFOHU ‍ڀ‏7FSBOEFSJOH QBLU OJFU BMUJKE HPFE VJU NBBS JT EBBSPN PQ [JDI‍ڀ‏OJFU verkeerd. In Genesis 1 werkt God zijn visie voor de aarde stap voor stap uit. God voegt scheppend toe aan wat Hij de vorige dag goed vond. Dagelijks veranderde Hij zo het totaalbeeld van de schepping. Ook na de [POEFWBM CMJKÄ™ )JK‍;ڀ‏JKO TDIFQQJOH EF HPFEF LBOU PQTUVSFO WJB *TSBĂ‘M FO JO EF‍ڀ‏NFOTXPSEJOH WBO [JKO ;PPO %BU zal straks nog leiden tot een nieuwe hemel en aarde. Alles verandert dus! Aan de mens gaf God de opdracht de aarde te onderwerpen: dat is verandering (Gen.1:28). Hij draagt op de goede boodschap uit te leven met wat we zeggen, doen en vooral met wie we zijn. Terwijl onze leefomgeving verandert, dienen wij voor onze omgeving relevant te blijven in ons kerk-zijn. Gods Woord en Geest helpen ons te onderzoeken welke methoden daarvoor vandaag effectief zijn. Verandering houdt onzekerheid in. We moeten wel het lef gebruiken om in te gaan tegen onze Vlaamse culturele hang naar onzekerheidsvermijding. Dat doen we o.a. door de aanwezige creativiteit te mobiliseren. t 7FSBOEFSFO NFU LXBMJUFJU 0O[FLFSIFJE LBO CFQFSLU‍ڀ‏XPSEFO BMT JFEFSFFO JO EF HFNFFOUF HFĂ•OGPSNFFSE JT over de lange- en korte termijnplannen. Proefperiodes om nieuwe dingen uit te proberen zijn daarom heel nuttig. Iedereen weet waar hij aan toe is. Men kan aan de verandering wennen zonder zich te hoeven ergeren of generen. Het risico op verlamming is zo veel meer beheersbaar. t %F CJKCFM MF[FO NFU SVJNUF WPPS BOEFSF JOUFSQSFUBUJFT ‍"ڀ‏MT XF EF CJKCFM MF[FO WBOVJU EF ESBOH OBBS PO[FLFSheidsvermijding, sluiten we afwijkende meningen uit, hoewel ze net zo goed bijbels gefundeerd kunnen zijn. Samen rond de tekst zitten en alle aspecten bespreken, is daarom een zegen. Laat iemand de vragen eens HSPOEJH VJUTQJUUFO ‍ڀ‏$ISJTUFOFO CFIPSFO JO FFOIFJE FO MJFGEF JO HFTQSFL‍ڀ‏UF LVOOFO CMJKWFO [POEFS FMLBBS UF verketteren. Volwassen geestelijk leven kenmerkt zich namelijk door niet op het eigen gelijk te staan, maar in eenheid en liefde samen te kunnen leven (Joh.17:20-23, 1 Joh.3:14).Â


Onderwerpen als de Drie-eenheid vragen om een geloofshouding. Mensen hebben echter ruimte nodig om te mogen twijfelen. Is bvb. wie twijfelt aan de schepping in zes dagen afvallig? Goede vragen hebben de ruimte en de omkadering nodig die iemand ondersteunen om via twijfel te kunnen groeien in geloof. Laten we bovendien integer zijn: de bijbel laat sommige vragen onbeantwoord. Krijgen antwoorden direct uit de schepping of de wetenschap geen tegenspraak uit de bijbel, dan is het mogelijk dat God ook op die wijze openbaart.11

Besluit Vlaamse christenen willen vanuit hun cultuur nadrukkelijk onzekerheid vermijden. Geloven in de God van de bijbel geeft zekerheid... dat het beter is alles over te geven aan Hem: t (PE PQFOCBBSU ;JDI BMT CFUSPVXCBSF 1FSTPPO 8JF )FN JO‍ڀ‏IFU EBHFMJKLT MFWFO MFFSU WFSUSPVXFO HSPFJU JO (PETCFTFG FO‍ڀ‏CPVXU NFF BBO ;JKO ,POJOLSJKL JO EF[F TDIFQQJOH ‍ڀ‏ t 7BO OBUVSF MBBU PO[F DVMUVVS POT WFSBOLFSFO JO PO[F FJHFO‍ڀ‏XBBSIFJEKFT +F[VT SPFQU PQ POT BMMFSFFSTU BBO )FN BMT 1FSTPPOMJKLF‍ڀ‏8BBSIFJE WBTU UF LMJOLFO $VMUVSFMF XBBSIFEFO [JKO EBBSBBO POEFSHFTDIJLU t (PE MFFSU POT FFO XFH WBO FFOIFJE JO MJFGEF

Voel u vrij om te reageren op hetgeen u leest. U mag van ons steeds een antwoord verwachten op uw vragen en bemerkingen. _________ Herman Heyman, september 2007 uit “Evan-Assistance� (Nieuwsbrief van ABC Ministries vzw)

info@abcministries.be - www.abcministries.be - 016/62.31.72. - St.Jansbergsesteenweg 97 - 3001 heverlee

1 Geert Hofstede en Gert Jan Hofstede, Allemaal andersdenkenden: Omgaan met cultuurverschillen, geheel vernieuwde editie (AmsterEBN ‍"ڀ‏OUXFSQFO 6JUHFWFSJK $POUBDU ‍ڀ‏ 2 Hofstede & Hofstede, 170. 3 Hofstede & Hofstede, 179. 4 Parlementair onderzoek met het oog op de beleidsvorming ter bestrijding van de onwettige praktijken van de sekten..., http:// www. dekamer.be/FLWB/pdf/49/0313/49K0313008. pdf, 245, 272. 5 Hofstede & Hofstede, 172. 6 Hofstede & Hofstede, 176. 7 Hofstede & Hofstede, 180.Â

8 Hofstede & Hofstede, 188. 9 Evan-Assistance, december 2004. +PIO ) 8FTUFSIPÄŒ *** 8JMM 0VS $IJMESFO‍)ڀ‏BWF 'BJUI IFS[JFOF VJUgave (Toronto, Morehouse, 1999), 93, 94. 8JMMJBN 8 ,MFJO $SBJH - #MPNCFSH FO 3PCFSU‍ڀ‏- )VCCBSE +S *Otroduction to Biblical Interpretation, herziene uitgave (Nashville: ćPNBT‍ڀ‏/FMTPO HFFÄ™ PPL BBO EBU WSBHFO‍ڀ‏LVOOFO CMJKWFO openstaan. Een interessant boek rond cultuurverschillen tussen NedFSMBOE FO #FMHJĂ‘ JT $MBFT .BSJF ‍ڀ‏ćĂ?SĂ’TF FO .BSJOFM (FSSJUTFO $VMturele waarden en communicatie in internationaal perspectief. BusTVN $PVUJOIP


Twijfel, geloof en onzekerheidsvermijding in het Vlaams evangeliewerk In de serie “hedendaags kerk-zijn in Vlaanderen” toonden we in maart en juni aan hoe machtafstand ook in het evangeliewerk tot uiting komt. In september lichtten we het zeel over de Vlaamse voorkeur om onzekerheid te vermijden. Maar hoe ziet een Vlaamse gemeente er uit als we de effecten van machtafstand en onzekerheidsvermijding tezamen bekijken?

Kenmerken van geloofsgroei Vraag: “Wat heeft twijfel met geloven te maken?” Antwoord: “alles!” Veel geloofshelden handelden vanuit twijfel. Abram twijfelt aan een nageslacht bij Sarai en verwekt een kind bij Hagar. Mozes toont zijn twijfel uitgebreid bij de brandende braamstruik. Gideon heeft veel opeenvolgende tekens nodig. En toch spreekt Hebreeën 11 hen allemaal aan als geloofshelden. 1. Kinderen van 2 tot 6-7 jaar beperken hun geloven tot het imiteren van hun ouders. 2. In een “mythisch - letterlijk geloof ” nemen kinderen van 6-12 jaar zonder eigen afwegingen de verhalen en geloofsovertuigingen over die in hun groep leven. Zij kunnen nog geen afstand nemen van hun eigen persoon. Adolescenten en zelfs volwassenen kunnen deze houding ook nog aanhouden. 3. Adolescenten en veel volwassenen zijn in staat andermans geloofspunten samen te voegen met de eigen standpunten. Zij weten ook hoe ze verondersteld worden zich te gedragen binnen de normen van het geloofssysteem van een groep. Zij ontwikkelen een “synthetisch – conventioneel geloof ”: 4. Een deel van de volwassenen gelooft “individuatief ”: zij kiezen zelf en bewust hun geloofssysteem. Ze zijn ook “reflectief ” door de kern van de verhalen tot principes te vertalen. 5. Volwassenen kunnen rond het midden van hun leven het zelfgekozen systeem van fase 4 loslaten om te erkennen dat het leven complexer is dan hun eigen voorstellingen. Zij bouwen een “conjunctief geloof ” op. 6. Een enkeling tenslotte gaat zichzelf sterk relativeren en zich voor anderen opofferen: een “universaliserend geloof ”. James Fowler heeft zich als psycholoog over dit onderwerp gebogen. Hij ontdekte dat in een mensenleven zes geloofsfasen kunnen gevonden worden en dat twijfel daarin een logische plaats heeft1:

“Het geloof nu... ...is de zekerheid van de dingen die men hoopt en het bewijs van de dingen die men niet ziet. [...] En in dat geloof geloven we dat God de wereld heeft geschapen [...], bouwde Noach de ark [...] en ging Mozes met het volk Israël door de Rode Zee.” Heb. 11:1,3,7,27

Deze zes fasen bouwen op elkaar verder, maar dat betekent niet dat een hogere fase beter zou zijn2. Fowler ontdekte ook dat de meeste mensen in de fasen drie of vier blijven en dat hun geloof uiteindelijk niet verder groeit. In de derde fase gedraagt de gelovige zich conform aan wat een groep voorop stelt3. Het belangrijkste kenmerk is dat een andere autoriteit (van kerk of kerkleiders) het geloof bekrachtigt in de plaats van de persoon zelf4. De kerk wordt bovendien als één grote familie gezien, die veiligheid en gemeenschap biedt. Daarom worden conflicten en tegenstellingen als sterk bedreigend ervaren5.


Soms doen gebeurtenissen mensen naar fase vier overgroeien. Bij voorbeeld omdat autoriteiten elkaar tegenspreken. Of men verlaat het ouderlijk huis6. Zulke overgangen veroorzaken twijfel aan wat altijd werd voorgehouden. Deze twijfel laat adolescenten en volwassenen zoeken naar hun eigen vorm van geloven. Door zelf specifieke geloofsstandpunten in te nemen, wordt geloven een zaak van de gelovige zelf in plaats dat het uit een groep wordt overgenomen. Dit is de vierde fase. Deze gelovigen gaan echter vaak zo sterk in de eigen schoenen staan, dat er geen ruimte voor andere standpunten behalve die van henzelf overblijft7.

Gevolgen van grote machtsafstand:Â

Gevolgen van grote onzekerheidsvermijding:Â

t -FJEFST XPSEFO IFMFNBBM XFM PG IFMFNBBM niet gevolgd. t *O DPOĘJDUFO XPSEU NFFS PQ EF QFSTPPO minder op de inhoud gespeeld. t "CTPMVVU FO POBBOUBTUCBBS HF[BH XBU UPU scheuringen en splitsingen leidt.Â

t 7FSBOEFSJOHFO HFCFVSFO OJFU PG [FFS USBBH ‍ڀ‏ t (FCSFL BBO TUSBUFHJTDI EFOLFO ‍ڀ‏ t &FO[JKEJHF UIFPMPHJF ‍ڀ‏ t (FFO SVJNUF WPPS UXJKGFMT FO WSBHFO

Geloofsgroei in Vlaanderen In Vlaanderen neigen mensen tot het vermijden van onzekerheid (zie de artikel september 2007). Onzekerheidsvermijding maakt dat gelovigen in fase drie de autoriteit van leiders of de groep minder in vraag stellen, waardoor zij niet tot een ‘eigen’ geloof komen. Vele christenen van de eerste generatie kunnen zich in fase vier herkennen – met een radicale en zeer rigide houding zetten ze zich af tegen onzekerheid. Maar als neveneffect worden wie aan die standpunten twijfelt gemakkelijk de kop ingedrukt. Als dominant en sturend leiderschap die houding bovendien versterken, dan wordt het echt wel moeilijk om samen verder te gaan voor wie zoekt naar fase vier door te groeien8. Welke gevolgen worden zichtbaar uit de combinatie machtsafstand/onzekerheidsvermijding-geloofsgroei? t &S JT OBVXFMJKLT WFSEJFQFOEF HFMPPGTHSPFJ ‍ڀ‏ t #JK HFCSFL BBO HFMPPGTWFSEJFQJOH XPSEFO OJFVXF MFJEFST WBBL‍ڀ‏HFSFLSVUFFSE VJU HSPFQFO DISJTUFOFO NFU hoofdzakelijk kenmerken van fase drie. t %BBSVJU LPNU NFFS WFSWMBLLJOH FO NFFS ESVL UPU DPOGPSNJUFJU‍ڀ‏WPPSU ‍ڀ‏ t .FFS NFOTFO TUFMMFO EF WBTUHFTUFMEF BVUPSJUFJUFO CJOOFO EF HSPFQ‍ڀ‏JO WSBBH FO HBBO IVO FJHFO XFH [JF EF Uitsmijters in maart en juni 2007.) Een triest voorbeeld zijn gemeentesplitsingen. Een verblijdend voorbeeld is de verjongingsbeweging Breeze. Hoe kan het geloof dan toch groeien? t .FOTFO IFCCFO SVJNUF OPEJH PN UF NPHFO UXJKGFMFO ;FMGT EBO‍ڀ‏LVOOFO HFTQSFLLFO JO HSPFQ PG QFSTPPOMJKL nog altijd open en liefdevol verlopen9. t $ISJTUFOFO XJMMFO OBEFOLFO IPF (PE NFU TJUVBUJFT VJU IVO‍ڀ‏CFMFWJOHTXFSFME PNHBBU #JK WPPSCFFME i8BU IFFÄ™ (PE WBOEBBH JO‍ڀ‏NJKO MFWFO HFEBBO w i8BU IFFÄ™ )JK OJFU HFEBBO NBBS XBU IBE JL XFM‍ڀ‏HSBBH HFXJME w‍ڀ‏ t 0NBSN NFOTFO NFU PO[FLFSIFJE 8F NPHFO HFMPWFO EBU (PE‍ڀ‏IFU HFMPPG WBO UXJKGFMBBST MBBU HSPFJFO10.Â


In een gemeenschap van gelovigen heeft dit voor gevolg dat christenen bereid moeten worden om elkaar nog beter te leren kennen. t ;JK NPFUFO EF OBBTUF XJMMFO MFSFO LFOOFO BMT HPFEF WSJFOE %JF‍ڀ‏HPFEF WSJFOE NPFUFO MFSFO EBU BOEFSFO IFN haar als individu willen leren kennen. t %BU JT BMMFFO NPHFMJKL JO FFO CFQFSLUF HSPFQ XBBS NFOTFO BMT‍ڀ‏FDIU HPFEF WSJFOEFO DISJTUFMJKLF HFNFFOTDIBQ in de praktijk brengen. t ;P O LMFJOF HSPFQ WFSFJTU FOLFMF CBTJTSFHFMT POEFS BOEFSF POEFSMJOHF‍ڀ‏PQFOIFJE WFSUSPVXFMJKLIFJE FO WFSantwoordelijkheid om informatie uit de kleine groep niet door te roddelen. Hoe kunnen die kleine gemeenschapsgroepen een gemeente vormen? Daarop proberen we in het volgende artikel een antwoord te geven.

Hoe kunnen die kleine gemeenschapsgroepen een gemeente vormen? Daarop proberen we in het volgende artikel een antwoord te geven.

Voel u vrij om te reageren op hetgeen u leest. U mag van ons steeds een antwoord verwachten op uw vragen en bemerkingen. _________ Herman Heyman, december 2007 uit “Evan-Assistance� (Nieuwsbrief van ABC Ministries vzw)

info@abcministries.be - www.abcministries.be - 016/62.31.72. - St.Jansbergsesteenweg 97 - 3001 heverlee

'PXMFS + 8 4UBHFT PG 'BJUI ćF QTZDIPMPHZ PG IVNBO EFWFMPQNFOU and the quest for meaning. San Francisco: Harper & Row, 1981. De CFTDISJKWJOHFO IJFS LPNFO VJU $ ( 7FSHPVXFO i&FO‍ڀ‏IFNFMTCSFEF gelijkenis: Geloofsopvoeding in godsdienstpsychologisch perspectief â€? (Dissertatie, 2. Katholieke Universiteit Nijmegen, 2001), 87-94. Ä‡PNBT ) (SPPNF $ISJTUJBO 3FMJHJPVT &EVDBUJPO 4IBSJOH 0VS Story and Vision (San Francisco: Harper & Row, 1980; herdruk, idem: Jossey-Bass, 1999), 69.Â

4. Vergouwen, 89. 5. Groome, 71. 1FSSZ ( %PXOT ićF 1PXFS PG 'PXMFSw JO /VSUVSF UIBU JT $ISJTUJBO %FWFMPQNFOUBM‍ڀ‏1FSTQFDUJWFT PO $ISJTUJBO &EVDBUJPO SFE +BNFT $ 8JMIPJU FO +PIO . %FUUPOJ (SBOE 3BQJET ‍ڀ‏.* #BLFS ‍ڀ‏ 7. Vergouwen, 90. 8. Vergouwen, 91. 9. Downs, 79. 10. zZie Vergouwen, 345.Â


Machtafstand en onzekerheidsverijding Op naar een gezond Vlaams kerkmodel In maart, juni en september 2007 beschreven we uitgebreid hoe het Vlaamse evangeliewerk een grote machtsafstand kent en hoe onzekerheid bij voorkeur vermeden wordt1. Een van de conclusies was dat machtsafstand op zich theologisch nog wel kan verdedigd worden. Voor onzekerheidsvermijding geldt dat zeker niet als we dat buiten God om willen oplossen. Binnen de activiteiten van ABC hebben we gaandeweg met enkele mensen nagedacht welk gemeentemodel in een Vlaamse context zou kunnen passen – rekening houdend met machtafstand, onzekerheidsvermijding en geloofsgroei. Daaruit zijn wat ideeën gesprokkeld:

D L C B1 B2

= = = = =

gemeentelid leider coördinator bezoeker buitenstaander

Het idee draait helmaal om groepen die de conclusies van het vorige artikel over geloofsgroei mogelijk maken. Om de effecten van machtafstand te beperken, zijn de lijnen tussen gemeentelid en leiding best zo kort mogelijk. Elke leider (L) moet in contact kunnen staan met elke deelnemer (D) in zijn groep. Daarom is die maximaal 11 personen groot. Zij komen minstens wekelijks samen rond hun geloof: soms meer als een typische samenkomst; andere keren meer als studie, een zanguur, een gebedstijd of dienstbetoon (bvb. elkaar helpen verhuizen of een gezamenlijk project in de samenleving). Deze activiteiten kunnen behalve in de week ook op zondagmorgen vallen. De groepen bestaan maximaal uit 11 personen. Zo past de groep nog in een huiskamer en blijft er een beetje ruimte om te groeien. Komen er meer bij, dan kan de groep splitsten in twee leefbarekleinere groepen. 14 mensen is het absolute maximum, omdat het aantal relaties anders het effect van onderlinge gemeenschap teniet doen. Een groep stemt het programma af op wat er leeft onder zijn leden. Vanuit de bijbel leren we dat de belangrijkste kernwaarde liefde naar God en naar onze naaste moet zijn (Luc.10:25-28). Maar de relaties met die naaste kunnen ook wel eens vijandig zijn (Luc.10:29- 37). Liefde impliceert dat men elkaar kent en ondanks verstoorde relaties elkaar liefheeft. Op grond van openhartige vriendschappen in Christus in de gemeenschapsgroep kunnen mensen elkaar leren vergeven, bemoedigen, dienen én opbouwen. Het doel is elkaar op te bouwen tot echte discipelen van Christus. Daarom mag een kleine groep niet enkel op activiteiten gericht zijn. De groep moet ruimte laten voor mensen die elkaar opzoeken om elkaar op alle levensgebieden te leren kennen. De kleine groep draait om het liefhebben en dienen, in tegenstelling tot een bijbelstudiegroep. Die draait hoofdzakelijk om bijbelstudie en minder om relaties. Bijbelstudie heeft een plaats om tot liefde op te roepen en te toetsen of doorheen de activiteiten nog blijkt dat we elkaar vanuit Christus liefhebben.


Ruimte voor vragen en om twijfels te kunnen uiten is een absoluut vereiste2. In een liefdevolle sfeer komen mensen over hun onzekerheid heen om vragen te durven stellen. Die onzekerheid kan bespreekbaar gemaakt worden zodat gelovige vrienden elkaars geloof leren verdiepen. De rol van de leider is daarin natuurlijk uitermate belangrijk. Groepsleiders3 zien namelijk toe op het welzijn van de groep. Zij waarborgen een open en liefdevolle sfeer van vergeving, verzoening en opbouw. Een leiders is dus vooral gericht op het groepsproces en zorgt als dienaar dat iedereen gevoed wordt vanuit de groep. Daarom zijn leiders volwassen christenen die (1) goed onderwijs kunnen geven (1Tim.3), (2) vaardig leiding kunnen geven en (3) een effectieve groei in karakter- en geloofsbeleving koesteren. Om de kleine groep te beschermen tegen eenzijdigheid ontmoeten leiders elkaar regelmatig. Ze krijgen ondersteuning van een professioneel opgeleide coördinator (C). Op deze ontmoetingen delen groepsleiders informatie over de werking en bespreekt men mogelijkheden voor samenwerking tussen de groepen en de groepsleiders. Groepsleiders hebben als bijkomende taak dat ze via een mentorrelatie al een volgende leider opleiden. Wordt een groep te groot, dan kan een opkomende leider bij de opdeling een van de kleinere groepen opstarten. Maandelijks of tweemaandelijks een grotere activiteit organiseren stimuleert het onderlinge verband tussen de gemeenschapsgroepen. Dat kan gaan van een samenkomst tot gezamenlijk een maatschappelijk project uitwerken. Op deze manier zien christenen uit de kleine groepen ook anderen met hun geloof bezig. De coördinator (C) is professioneel opgeleid in vormingswerk en ondersteunt één of meerdere clusters van groepen met onderwijs en pastoraat en coördinatie. Vanuit die functie luistert de coördinator mee in de leidersontmoetingen en adviseert waar nodig. Als een gemeenschapsgroep verdieping over een onderwerp nodig heeft, kan de coördinator dat op zich nemen of zorgen dat een leider uit een andere groep daarmee dient. Door de professionaliteit van de coördinator (een combinatie van ervaring, opleiding, vaardigheid en karakter) kan eenzijdigheid in theologie weerlegd worden. De coördinator is vrijgesteld en wordt betaald door de groepen (bvb. via een constructie van een vzw: afvaardigingen van de gemeenschapsgroepen zijn leden; de leiders zijn bestuurders; de coördinator is werknemer).

Conclusie Factoren zoals machtafstand en onzekerheidsvermijding spelen evenzeer in het Vlaamse evangeliewerk als in de Vlaamse cultuur een reële rol. Hun effecten kunnen benut worden in een gemeentemodel, dat zich toelegt op het stimuleren van de geloofsbeweging en op de natuurlijke groei van geloofsgemeenschap. Dit is maar een eerste aanzet tot een model van een plaatselijke gemeente. We hebben niet de pretentie het laatste woord daarin te willen (kunnen) hebben. Voel u vrij om te reageren op hetgeen u leest. U mag van ons steeds een antwoord verwachten op uw vragen en bemerkingen. _________ Herman Heyman, december 2007 uit “Evan-Assistance” (Nieuwsbrief van ABC Ministries vzw)

info@abcministries.be - www.abcministries.be - 016/62.31.72. - St.Jansbergsesteenweg 97 - 3001 heverlee

1. Ook de bekende theoloog Allistar McGrath geeft aan dat twijfels geen teken is van geestelijke zwakheid maar het bewijs van groeipijnen zijn. Aangehaald op www.christianbook.com gelezen op 20 november 2007. We waren helaas niet in staat om het boek zelf nog in te kunnen zien.

2. Zie www.abcministries.be voor de vorige nieuwsbrieven. 3. In deze tekst gebruiken we mannelijke verwijzingswoorden, maar we willen geschikte vrouwen zeker niet uitsluiten.


Mannen en vrouwen in het Vlaams evangeliewerk In de serie “hedendaags kerk-zijn in Vlaanderen” overdachten we in 2007 hoe machtafstand en onzekerheidsvermijding via de Vlaamse cultuur ook in het Vlaams evangeliewerk tot uiting komen. (U kan die eventueel nog ophalen via onze website www.abcministries.be) Behalve machtafstand en onzekerheidsvermijding spelen in een cultuur nog drie andere begrippen: individualisme versus collectiviteit, korte termijn versus lange term denken, masculiene of feminiene oriëntering. Deze keer bespreken we de masculiene/feminiene oriëntering in onze cultuur. Inzicht in de kenmerken van een cultuur helpt verwachtingspatronen en gedrag beter te begrijpen. Juist in het Vlaams evangeliewerk is dat een belangrijk gegeven want er spelen zeer veel internationale invloeden. Geregeld is er ook een confrontatie met geïmporteerde gemeente- en groeimodellen.

Mannelijke of vrouwelijke cultuur? Regelmatig spreken mensen plagend over typisch “mannelijke” of “vrouwelijke” waarden. De onderzoeker Geert Hofstede ontdekte dat deze typering in verschillende gradaties in culturen voorkomt. Zijn definities luiden: “Een samenleving is masculien als emotionele sekserollen duidelijk gescheiden zijn: mannen worden geacht assertief en hard te zijn en gericht op materieel succes; vrouwen horen bescheiden en teder te zijn en vooral gericht op de kwaliteit van het bestaan. Een samenleving is feminien als emotionele sekserollen elkaar overlappen: zowel mannen als vrouwen worden geacht bescheiden en teder te zijn en gericht op de kwaliteit van het bestaan.”1 In meer masculien georiënteerde samenlevingen identificeren behalve mannen ook vrouwen zich duidelijker met masculiene waarden, maar zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen veel groter dan in feminiene culturen. In feminiene samenlevingen zijn die dan weer veel kleiner.2 Onderstaande figuur toont de graad van masculiniteit voor enkele landen gebieden.3 Vlaanderen wordt door Hofstede en Hofstede als matig feminien gezien. Het gebied is feminiener ten opzichte van bvb. de VS en Wallonië, maar het is veel masculiener dan Nederland of Zweden. Vlaanderen bevindt zich in het midden en is dus niet uitgesproken masculien of feminien.

Slowakije

110

Groot-Brittanië

66

Duitsland

66

VS

62

Wallonië

60

Luxemburg

50

Vlaanderen

43

Groot Frankrijk

43

Nederland Zweden

14 5


Dat leidt tot twee vragen: 1. Hoe effectief is Vlaams evangeliewerk als het onder sterke invloed staat vanuit culturen met een uitgesprokener ander 2. Masculien of feminien) karakter? Benadrukt het evangelie zelf masculiniteit? Of femininiteit? Of beide?

Femininiteit is geen feminisme! Laten we eerst vaststellen dat dit artikel gaat over femininiteit, niet over feminisme. Femininiteit legt uit hoe een cultuur “uit-zichzelf ” op vrouwelijke waarden richt. Feminisme daarentegen is een ideologie. Feminisme neemt ook een andere vorm aan afhankelijk van een masculiene of feminiene omgeving. In masculiene culturen wil het feminisme vrouwen vooral helpen zich als mannen te laten gelden. Kijk bij voorbeeld naar Hillary Clinton en haar mannelijke gespierde taal4 in de sterk masculiene Verenigde Staten. In feminiene landen richt het feminisme haar pijlen veel meer op de herverdeling van rollen tussen mannen en vrouwen binnens- en buitenshuis.5 Een voorbeeld vindt u bij het Vrouwen Overleg Komitee in Brussel. Dat staat onder andere voor een evenwichtigere verdeling tussen vrouwen én mannen voor wat betreft werktijd, zorgtijd en vrije tijd.6 Het feminisme streeft in een masculiene cultuur naar mannelijke waarden. In een feminiene cultuur streeft het naar vrouwelijke waarden. Dit artikel probeert een Vlaams cultuurkenmerk in kaart te brengen en bespreekt dus de feministische beweging niet. Kan de Vlaamse evangelikale beweging met een matige feminiene cultuur rekening houden? Waar trekt een bijbelse theologie een grens?

Invloeden van buitenaf: de masculiene Angelsaksische invloed7 De vraag rond masculiniteit en femininiteit leeft in de bredere Vlaamse cultuur bijna niet. Het onderscheid in oriëntering op waarden en rollen voor mannen en vrouwen is er redelijk klein. Onder Vlaamse christenen concentreert het thema zich in de discussie over de ruimte voor vrouwen in christelijk leiderschap. In de Vlaamse gemeenten bestaan voor mannen en vrouwen afgebakende rollen, zoals bvb. voor prediking, oudstenschap en zondagsschool. Het verschil met de omgevende cultuur wordt gebaseerd op theologisch-bijbelse argumenten. Dat rechtvaardigt volgens ons twee vragen: t *T EF NPUJWFSJOH WPPS EJF SPMWFSTDIJMMFO FOLFM UIFPMPHJTDI‫ڀ‬HFÕOTQJSFFSE PG TQFFMU IJFS PPL FFO DVMUVSFMF JOWMPFE 8 t )PF LVOOFO 7MBBNTF DISJTUFOFO IFU FWBOHFMJF FO IBBS CFMFWJOH‫ڀ‬SFMFWBOU BBOCSFOHFO JO PO[F PNHFWJOH BMT FS cultureel geen echte aansluiting gemaakt wordt met die culturele omgeving? Laten we even voorbij de theologische stellingen kijken. De oorsprong van de evangelikale beweging heeft zijn wortels in Engeland en de Verenigde Staten. Denkt u maar aan John Wesley en Jonathan Edwards. Beide landen scoren vrij hoog op de masculiniteitsindex. In deze culturen liggen de rollen van man en vrouw dus sterk uit elkaar. Daarvan vinden we een illustratie in Vlaanderen. Er is vrij veel christelijke literatuur over de rolverschillen en de relaties man-vrouw voor handen. Een kleine (niet-representatieve!) steekproef in Het Goede Boek van Leuven leverde onder de boeken over huwelijk en de man/vrouwthematiek het gegeven op dat 20 van de 31 titels oorspronkelijk door Amerikaanse auteurs, en nog eens 3 andere door Britse auteurs zijn geschreven.9 Voor dit thema ontleent de Vlaamse evangelikale theologie haar bronnen dus bij culturen die meer masculiene rolverschillen tussen vrouw en man hanteren.


Dus staan we voor enkele vragen: moeten we onze matig feminiene Vlaamse cultuur volgen of de masculiene Angelsaksische? En wat is bijbels-theologisch correct? Welke vrijheid of afbakening geeft God via de bijbel omtrent mannelijke en vrouwelijke waarden en rolverschillen? De nood aan een bezinning dringt zich dus aan de Vlaamse evangelikale beweging op. Bij een toenemend aantal christenvrouwen groeit overigens het verlangen om God te dienen met de gaven die Hij hen gegeven heeft. Een aantal voelt zich in de huidige situatie beknot, getuige de citaten die we uit het werkveld hebben opgepikt: “Bij leiderstrainingen worden alleen mannen uitgenodigd”; “Ik mag in de gemeente alleen maar mooi zijn en voor de kinderen zorgen.” Deze opmerkingen hoort men nauwelijks in het openbaar. Als dat dan toch gebeurt, worden als verweer enkele bijbelteksten geciteerd, waarbij het risico reëel is dat die uit hun verband worden gerukt. Over dit onderwerp is immers in veel plaatselijke gemeentes geen uitgebalanceerde bijbelse theologie voor handen of er wordt zeer weinig ruimte geboden om verschillende visies naast elkaar te laten bestaan. Omdat ze al zo vaak weggewuifd zijn, droogt de energie op om weer tegen een oppervlakkig antwoord op te tornen. Relationeel ondervinden zowel mannen als vrouwen trouwens dat ze naar aanleiding van zulke gesprekken gemakkelijk scheef worden aangekeken, ook al is hun theologie even sluitend op de bijbel gebaseerd. De christelijke liefde wordt wel hard op de proef gesteld om dan nog tot een diepgaand gesprek te kunnen komen.

Invloeden van buitenaf: de feminiene Nederlandse invloed De verschillen in masculiniteit en femininiteit komen ook tot uiting in de stijl van leiding geven. In veel Vlaamse gemeenten nemen Nederlanders actief deel in de leiding. De Nederlandse cultuur is meer feminien georiënteerd dan de Vlaamse. Dat betekent bvb. dat Nederlanders van nature meer nadruk leggen op samenwerken en op werksfeer. Zij zullen dus minder geneigd zijn uitdrukkelijk te zeggen dat iemand iets goed gedaan heeft. Dat zit gewoon niet in hun cultuur. Maar de gemeenten draaien niet vanzelf. Ze steunen in Vlaanderen hoofdzakelijk op vrijwilligers die hun hart en ziel aan God gegeven hebben en daarom ook aan de kerk. In de relatief meer masculiene Vlaamse cultuur wil het individu vooral persoonlijk erkend worden en vooruitgang van het werk zien.11 Een bezinning hoe we als gemeenten met onze vrijwilligers omgaan is dus eveneens broodnodig. Het geven van gemeende complimenten is zó eenvoudig, dat vergeten wordt hoe doeltreffend het is. Er zijn tal van andere mogelijkheden om appreciatie en ruimte te geven: organiseer een jaarlijkse receptie, geef een klein cadeau. Betrek vrijwilligers in het beslissingsproces. De erkenning van hun vaardigheid en inzet motiveert hen, en bovendien gebruikt u hun ervaring en kennis van het werk om de inhoud van de beslissingen sterker te maken. Kortom: welk medewerkerbeleid voert u in uw gemeente? God zelf erkent en complimenteert mensen.12 Hij zorgt voor Zijn mensen. Hij bemoedigt en beloont hen. Zouden we dat dan niet meer in de verf mogen zetten?

Het evangelie heeft masculiene én feminiene kanten Eerder stelden we al dat onze theologie sterk beïnvloed wordt vanuit de Angelsaksische cultuur. Ze is blijkbaar daarom ook “masculiener” getint dan onze eigen Vlaamse cultuur. In masculiene christelijke culturen hechten christenen belang aan de expliciete geboden die direct op God gericht zijn: je mag alleen God aanbidden; Zijn naam mag je niet ijdel gebruiken; je houdt je aan de sabbat.13 Feminiene christelijke culturen vinden de relationele geboden veel belangrijker: eer je ouders, steel niet, dood niet, begeer niet, leg geen vals getuigenis af.


Jezus zet beide invalshoeken naast elkaar tijdens het gesprek over het grootste gebod: “U zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangen heel de Wet en de Profeten” (Mattheüs 22:37-40) Jezus geeft hier een blik op masculiene én feminiene aspecten in zijn bediening. Hij is Koning en Heerser en schuwde op aarde de confrontatie niet (Matt. 21:12, 13; Matt 23). Dat zijn masculiene waarden. Tegelijk is Hij ook zorgzaam. Hij geneest, zorgt voor eten, wast voeten, enz. (Joh. 13, 21), wat bij uitstek feminiene waarden zijn. Omwille van onze masculien gerichte theologie benadrukken we in Vlaanderen gemakkelijk het eerste gebod. We zien het tweede regelmatig over het hoofd, ondanks een omgeving die toegankelijker is voor zo’n benadering. Voor de ander tot God bidden is heel geestelijk (masculien). Maar het is net zo geestelijk om de handen uit de mouwen te steken, zodat onze naaste daar ook bemoediging uit kan halen (feminien). We moeten ons er dus van verzekeren of de balans zoals Jezus die toont, nog wel klopt. Dan dringt zich nog één vraag op: moeten we tegen de waarden van de cultuur om ons heen in roeien? Of moeten we antwoorden zoeken hoe we haar juist meer plaats kunnen geven? Aan welke benadering zou God kracht en bevestiging verlenen? Wat kan en mag (niet) binnen een bijbels-theologisch cultuurmandaat?

En hoe nu verder? Binnen ABC denken we dat de tijd dringt om na te denken of de huidige bijbels-theologische afbakening in onze Vlaamse cultuur evenwichtig en verdedigbaar is. Kunnen we verloren Vlamingen op dit ogenblik voldoende helpen om hen het Koninkrijk van God te laten ontdekken in heel zijn kleurrijke breedte? Kunnen we een onveranderlijk evangelie met meer herkenning, diepte en beleving bekend maken voor de doorsnee Vlaming? Hoe gebruiken we dan de aanwezige masculiene en feminiene waarden in onze cultuur wijs en goed? Voel u vrij om te reageren op hetgeen u leest. U mag van ons steeds een antwoord verwachten op uw vragen en bemerkingen. _________ Herman Heyman, maart 2008 uit “Evan-Assistance” (Nieuwsbrief van ABC Ministries vzw)

info@abcministries.be - www.abcministries.be - 016/62.31.72. - St.Jansbergsesteenweg 97 - 3001 heverlee

1. Geert Hofstede en Gert Jan Hofstede, Allemaal andersdenkenden: Omgaan met cultuurverschillen, geheel vernieuwde editie (Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij Contact, 2005), 128. 2. Hofstede & Hofstede, 133. 3. Voor een grotere lijst, zie Hofstede & Hofstede, 129. 4. Nichola D. Gutgold, “Hillary Clinton’s Masculine Communication Style Just Might Win the Prize”, Truthout Issues, 13 november 2007; op http://www.truthout.org/issues_06/111407WA.shtml; internet, gezien op 28 februari 2008. 5. Geert Hofstede, Culture’s Consequences: Comparing Values, Behaviors, Institutions, and Organizations Across Nations, 2e editie (Londen: Sage, 2001), 310. 6. “Waar staat het VOK voor?”, op http://www.gelijkekansen.be/Nominatims/Nomin-VOK.htm; internet, gezien op 15 februari 2008. Zie ook de doelstellingen van de Nederlandstalige Vrouwenraad op http://www.gelijkekansen.be; internet, gezien op 28 februari 2008.

7. Dit is slechts een opiniërend artikel, we kunnen dit onderwerp niet helemaal uitdiepen. 8. Voor een kort overzicht van de historische en de twee belangrijkste standpunten op dit moment, zie het korte artikel van Kevin Giles op onze website onder info/nieuwsbrieven. Hier vind u ook een aantal verschillende boeken over dit onderwerp uit verschillende culturele achtergronden. 9. De steekproef is genomen op 12 februari in Het Goede Boek in Leuven. Hier zijn de werken van Focus of the Family niet bijgeteld. Dit had de verhouding nog Amerikaanser gemaakt. Van de overige acht boeken waren er zes expliciet uit Nederland, één uit Vlaanderen van een Nederlander en één van iemand die niet direct nationaal te duiden viel. 10. 1 Korinthe 14:34 en 1 Timotheüs 2:11-15. 11. Hofstede, Culture’s Consequences, 315. 12. o.a Mattheüs 25:21. 13. Hofstede & Hofstede, 160.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.