Wout van Wijngaarden - Doop

Page 1

Dopen

Doop

Wout van Wijngaarden

1


Dopen

1. Verschillende visies over de doop

3

1. De doop in de R.K.kerk 2. De doop in de reformatorische kerken 3. De doop als noodzaak tot behoud 4. De baptistische waterdoop

2. De doop in de Bijbel

6

3. De symbolen bij de doop

9

Innerlijke werkelijkheid De uiterlijke gevolgen Jezus als voorbeeld

Dopen in water Onderdompelen Begrafenis Opstaan in een nieuw leven Nieuwe leiding in het leven

4. De doop en de plaatselijke gemeente

13

De grote opdracht van Jezus Een inschrijvingsbewijs maar geen diploma De universele gemeente en de plaatselijke gemeente Lidmaatschap

5. Discipelschap en Getuigenis

16

Echte eredienst Getuigenis Samen met alle heiligen

6. Hoe en wanneer moet men zich laten dopen?

19

Hoe moet men dopen? Wanneer moet men zich laten dopen? De doop moet een eerlijk getuigenis zijn

2


Dopen

1. Verschillende visies over de doop De waterdoop heeft in de kerkgeschiedenis veel discussie veroorzaakt. Er zijn in de christenheid globaal gesproken 4 grote stromingen. Om een goed beeld te krijgen willen we ze in het kort bespreken.

1. De doop in de R.K.kerk In het geloofsboek zeggen de bisschoppen: “Het doopsel schenkt algehele zondevergeving van de erfschuld en van elk persoonlijk kwaad. Het laat de mens herboren worden” (blz. 104). De doop is het eerste sacrament wat de R.K.kerk aan een mens uitdeelt. In dit sacrament zegt God ”Ja” tegen de mens. De mens mag door deze handeling delen in het leven van God. Het doopsel is onuitwisbaar en definitief. We worden dan, volgens deze visie, voorgoed aangenomen als kinderen van God. Ongeacht wat er later ook gebeurt in het leven blijft deze verbintenis staande. Volgens deze visie stort God door het doopsel de genade in de ziel van de mens. De doop is gelijk aan het “bad der wedergeboorte” (Tit.3:5). De doop is één van de zeven genadegaven die aan de kerk zijn toevertrouwd. De kerk heeft dus “macht” over het heil van de mensen. Deze leer heeft diepgaande consequenties voor het geestelijk leven. De sacramenten kunnen daardoor de plaats van de Here Jezus zelf in gaan nemen. Immers de mens denkt overeenkomstig wat hem geleerd wordt. En de doop is volgens deze leer het ingaan in het Koninkrijk van God. Men denkt dat men Christus reeds heeft ontvangen, waardoor men niet meer zoekt naar de wedergeboorte.

2. De doop in de reformatorische kerken In de 16e eeuw was er een grote opwekking in Europa. Deze werd in eerste instantie geleid door Luther. Later kwamen er grote mannen Gods bij die leiding gaven aan deze nieuwe stroming in het christendom. Het grote kenmerk van deze beweging was de terugkeer naar de Bijbel. Gods Woord werd herontdekt en werd de enige gezagsbron. Het kerkelijk gezag werd ondergeschikt aan het onveranderlijke Woord van God. Deze beweging heeft diepgaande zegeningen gebracht. Iedereen kreeg persoonlijk toegang tot Gods openbaring. De kinderdoop is tijdens de reformatie gehandhaafd. De visie over de doop is echter totaal veranderd. De doop wordt hier niet gezien als “het bad der wedergeboorte” maar als een “teken en zegel” van Gods verbond. Zoals in het O.T. de besnijdenis een teken en zegel was (Rom.4:11) zo heeft in het N.T. de doop die plaats ingenomen. In het O.T. was dat teken een bloedig teken. Men moest immers de voorhuid wegsnijden (Gen.17:10-11). In het N.T. is alles volbracht. Daarom moet daar geen bloed meer vloeien. Christus heeft eens voor altijd Zijn bloed gegeven. De doop is dan in de plaats gekomen van de besnijdenis. Men ziet de kerk ook als een voortzeing 3


Dopen

van Israël. Israël wordt dan ook vaak betiteld als de “kerk in het oude verbond”. De kinderen van gelovige ouders worden niet als heidenen geboren maar worden geboren in het kader van Gods verbond. De doop is het “teken en zegel” van dat verbond. De kinderen horen er bij. Er is een groot verschil of men als ”heiden” wordt geboren of dat men geboren is op het “erf van het verbond” zoals men dat noemt. De gedachte op zichzelf is erg mooi en zeer waardevol. God houdt immers van gezinnen. De kinderen hebben een bijzondere positie omdat ze mede door de opvoeding de Here God leren liefhebben. De moeilijkheid is echter dat in het N.T. de doop nooit een zegel wordt genoemd. Het verzegelen in het N.T. is een werk van God door de Heilige Geest (Ef.1:13-14). Tevens wordt er in het N.T. geen melding gemaakt van de kinderdoop. Men verwijst weleens naar de plaatsen in het boek Handelingen der apostelen waar hele gezinnen tot geloof kwamen en daarna deze hele gezinnen gedoopt werden (zie b.v. Hand.16:33). Toch lijkt het onvoldoende om op deze teksten zulke grote leerstellingen te bouwen. Het is wel erg mooi om de kinderen te betrekken in de leer van het heil maar de doop moet daar niet aan verbonden worden. De doop heeft een andere functie.

3. De doop als noodzaak tot behoud Deze leer die vooral voorkomt in de “kerk van Christus” zegt dat men in Christus wordt ingelijfd door de waterdoop. Het is dus globaal gezegd een volwassen visie van de R.K.doop (2). Wanneer men niet gedoopt is, heeft men geen “nieuwheid des levens” en is er dus geen hoop. Deze visie ontstaat doordat men bij het woord “doop” altijd denkt aan de waterdoop. Er wordt echter in de Bijbel over verschillende soorten dopen gesproken. We noemen b.v. de geestesdoop of de doop in Christus en de doop in lijden enz. Zo is er ook een waterdoop. Ze hebben veel met elkaar te maken maar zijn niet aan elkaar gelijk. De context waarin de betreffende doop genoemd wordt, moet men in ogenschouw nemen om te zien waar het concreet om gaat.

4. De baptistische waterdoop De waterdoop zoals Gods Woord het aan ons leert, is een onderdompeling in water die een wedergeboren christen in gehoorzaamheid moet ondergaan. Het is een uiterlijk teken van een innerlijke zekerheid. Het is als het ware een schilderij van een inwendige realiteit. De waterdoop is een tekening van onze eenwording met de Here Jezus Christus. De daadwerkelijke eenwording geschiedt door het werk van de Heilige Geest die ons in de Here Jezus doopt (Rom.6:3-4). De waterdoop is een handeling die na de eenwording plaatsvindt als een gehoorzame daad van de gelovige die de zegen van de wedergeboorte ervoer. Het onder water gaan is de tekening van het één worden in Zijn dood, en uit het water opkomen is een “tekening” van het nieuwe leven dat men ontvangt. De realiteit van de wedergeboorte zal de gelovige naar de doop leiden. Wanneer men geen interesse toont

4


Dopen

in de waterdoop zegt dat alles over de realiteit van de wedergeboorte. Ze zijn dus onlosmakelijk aan elkaar verbonden.

5


Dopen

2. De doop in de Bijbel Doopdiensten zijn altijd zeer aansprekend. Iedereen wil daarvan getuige zijn. Het is dan ook een hele gebeurtenis. Volwassen mensen laten zich in het publiek zomaar helemaal onderdompelen in een bad water. Het is duidelijk dat er heel wat “water door de rivier” moet stromen voor de mens zover komt. Er moet een innerlijke overtuiging zijn om tot deze daad over te gaan. Dat is des te meer omdat de dopeling het veelal zelf moet komen uitleggen hoe men tot deze stap is gekomen. Wij in de westerse wereld houden onze doopdiensten in verwarmde gebouwen. Daardoor zijn de getuigen beperkt tot hen die speciaal naar de dienst komen. Vroeger doopte men echter op openbare plaatsen. Ook de “toevallige“ voorbijganger zag deze gebeurtenis. Zo wist iedereen in het dorp wat er gebeurd was. Het heeft dus een grote betekenis als men zich laat dopen.

Innerlijke werkelijkheid Een mens zal dus niet zomaar tot de doop overgaan. Zeker niet in ons land waar de doop aan kinderen wordt bediend. Daardoor is er immers veel onbegrip. Om tot deze daad te kunnen komen, moeten er in het innerlijk van de mens grote en ingrijpende veranderingen plaatsvinden. Deze verandering wordt indringend beschreven in de brief van Paulus aan de gemeente te Rome. We lezen daar: “Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn?” (Rom.6:3). Paulus zegt deze belangrijke woorden in een betoog dat handelt over de genade van God. De genade van God is door de Here Jezus Christus in ons leven Koning geworden (Rom.5:21). De Here Jezus stierf op Golgotha voor de zonden van de mensheid. Deze dood was de straf van God over de zonden van het menselijk geslacht. Dat de Here Jezus deze straf voor 100 % heeft betaald, bewees Hij door uit de dood op te staan. Daarmee toonde Hij dat alle zonden zijn verzoend. De dood kan Hem niet meer vasthouden. Dit sterven en opstaan van de Here Jezus heeft enorme gevolgen voor de christen. Alles wat met Hem gebeurde, gebeurt met ons omdat Hij het in onze plaats deed. Paulus zegt dat wij mensen, die het offer van Jezus liefhebben, in Hem worden gedoopt. We worden in Hem ondergedompeld. Op een andere plaats wordt hetzelfde gezegd met een ander beeld: we worden met Christus bekleed (Gal.3:27). Dit beeld toont ons hoe God tegen ons mensen aankijkt als we Christus als Heiland hebben aanvaard. Omdat we ondergedompeld zijn in Hem ziet God ons in Christus. God gaat met ons om alsof Hij

6


Dopen

met Christus omgaat. Omdat Christus de zonden heeft uitgeboet, kan God nu de genade aan ons geven. Wij zijn voor God met het rechtvaardige kleed van Christus bekleed (Jes.61:10). We dragen Zijn kleren wat een beeld is van Zijn positie. We worden in Christus gedoopt bij de wedergeboorte. In Rom.6 gaat het dus om de innerlijke zaak van de wedergeboorte. We groeien door de wedergeboorte samen met de Here Jezus (Rom.6:5). Het is God die deze handeling voor ons en aan ons doet. Genade betekent een vrije gift van God aan mensen die het niet verdienen. Het geweldige van het evangelie is dat God altijd begint. Het is niet de mens die begint te vragen om gered te worden. Het is God die de mens opzoekt en Hem Zijn genade toont. Deze daad bewerkt een diepe overtuiging die uitgroeit tot een zekerheid die zo sterk is dat men vanuit die overtuiging gehoorzaam wil zijn aan de Here God en zich laat dopen.

De uiterlijke gevolgen De wedergeboorte bewerkt dus in een mens een innerlijke verandering. We kunnen zeggen dat daardoor een ander persoon in ons leven de leiding overneemt. Eerst stond onze eigen ik op de troon. We deden wat wijzelf wilden. We zagen niet in dat God de Schepper was die eer moest ontvangen. Ons leven werd gekenmerkt door ongerechtigheid en tekortkomingen naar God. Maar toen de Heilige Geest ons overtuigde van die zonde, toen leerden we dat we voor God geen schijn van kans hebben. De heilige God kon Zich niet over ons ontfermen. Daarom gingen we naar Jezus Christus die voor ons alles heeft betaald. Van toen af kwam God op de troon in ons leven. Er kwam een gehoorzaamheid aan Zijn woord. Door de innerlijke vernieuwing komen er uiterlijke daden. Deze zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Als het ene in ons leven werkelijkheid is geworden, moet het andere volgen. Het innerlijke zal z'n weg vinden naar het uiterlijke. Waar het hart vol van is, loopt de mond van over. De doop is nu een gevolg van dat werk van God in ons leven. Er komt in ons een verlangen om God te gehoorzamen (Rom.6:17). De doop is dan ook zo'n gevolg van die innerlijke vernieuwing. Daarom is de doop zowel een daad van discipelschap alsook een test van de wedergeboorte. Als wedergeboren christen wil je gehoorzaam zijn aan Gods gebod. Daarom wil je gedoopt worden. Het is echter ook een test. Indien een christen zegt wedergeboren te zijn maar weigert zich te laten dopen, is er iets aan de hand. Dat kan wijzen op het feit dat men niet wedergeboren is. De wedergeboorte is immers een alles overweldigende gift van God waardoor men de doop als hande-

7


Dopen

ling wil ondergaan. De schaamte is weg. Vanuit de innerlijke realiteit wil men aan alle mensen bekend maken wie Heer is in het leven.

Jezus als voorbeeld Op de leeftijd van 30 jaar begon Jezus met Zijn openbare bediening. Zijn bediening begon met de doop. We lezen dat Johannes de Doper doopte bij de Jordaan. Duizenden kwamen tot hem om onder belijdenis van zonden zich te laten dopen. Tussen de wachtende menigte stond Jezus. Hij vereenzelfdigde zich met alle mensen. Toch was Hij de enige die zich niet moest laten dopen. Johannes wist dat en weigerde aanvankelijk om Zijn verzoek in te willigen (Mah.3:14). Maar Jezus deed wat wij allemaal moeten doen. Hij doet het ons ten voorbeeld. We lezen: “Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen” (Mah.3:15). Het is opvallend dat Jezus het woordje “ons” noemt. Dat toont dat Hij één werd met ons om zo onze schuld te betalen. Zijn doop betekent een totale overgave om Gods wil te doen. Wij moeten Jezus daarin volgen.

8


Dopen

3. De symbolen bij de doop In het vorige hoofdstuk zagen we dat dopen zowel een belangrijke daad is van de gelovigen alsook een test. Daarom ligt de uiteindelijke keuze niet bij ons. Indien God voor ons heeft gekozen door onze zonden te vergeven en in ons te komen wonen, is de doop een onlosmakelijk gevolg. Het is opvallend dat we in de Bijbel leren hoe we moeten dopen. Zo lezen we dat we in water moeten dopen (Hand.8:36). We lezen tevens dat we alleen hen moeten dopen die van harte geloven in de Here Jezus (Hand. 8:37). Het woord “dopen” leert ons duidelijk dat het niet om zomaar besprenkelen gaat maar dat de gelovigen ondergedompeld moet worden. We willen nu dieper ingaan op de symboliek zoals die in de Bijbel wordt geleerd. God vraagt van ons dat wij gehoorzaam zijn ook als niet alles duidelijk is. Het bijzondere van het christelijk leven is echter dat we ook veel dingen mogen begrijpen. Zo kunnen we van de symboliek veel leren over de wedergeboorte.

Dopen in water Het is voor ieder duidelijk dat we dopen in water. Toen de kamerling gelovig werd wilde hij gedoopt worden. Hij uie zijn wens toen hij met Filippus langs een rivier of meer reed. Hij zei: “Zie daar is water; wat is er tegen, dat ik gedoopt word?” (Hand.8:36). Omdat het zo algemeen bekend is, denken we vaak niet na over de vraag waarom dat zo is. We hebben gezien dat onze redding er is door de kruisiging van de Here Jezus Christus. We lezen: “Hem die ons liefheeft, en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed” (Openb.1:5). De redding is er doordat Jezus Zijn bloed heeft gegeven. Het water staat nu symbool voor dat bloed. De doop beeldt daardoor de afwassing van zonden uit. De echte reiniging geschiedt door de dood van Christus. Zoals het water ons lichaam reinigt zo heeft het bloed ons gereinigd van alle zonden.

Onderdompelen Het woord dat de Bijbel gebruikt voor dopen betekent leerlijk ”dompelen”. We worden dus in het water ondergedompeld. Zoals we leerden worden we door de wedergeboorte in Christus “gedompeld” (Rom.6). Dat is een uitdrukking die be-

9


Dopen

tekent dat we één met Hem worden. Daarom worden we helemaal in het water ondergedompeld. Bij de doop gaat het dus niet om besprenging of over het overgieten. Het beeld komt pas goed tot z'n recht indien we helemaal onder water gaan. Natuurlijk is het niet zo dat we over deze dingen moeten twisten waardoor er scheiding komt. Juist omdat het een symbool is die een werkelijkheid moet uitbeelden, moeten we de werkelijkheid altijd hoger achten dan het symbool. Maar het is goed om ook hierin gehoorzaam te zijn. Bij moeilijkheden zoals ziekte of zwakte kan men zeker afwijken indien men de betekenis waar het voor staat, bewaart.

Begrafenis In het onderdompelen zijn twee symbolische handelingen te onderscheiden. Als de doper de dopeling onder water duwt, wordt daarmee de dood en begrafenis uitgebeeld. We lezen: “Wij zijn met Hem begraven door de doop in de dood” (Rom.6:4). De Here Jezus is na de kruisiging begraven. Dat was het absolute bewijs dat Hij gestorven was. Als de doper de gelovige onderdompelt in het water, wordt daarmee uitgebeeld dat hij belijdt gestorven te zijn met de Here Jezus. Het is daarom in het symbool ook belangrijk dat een ander persoon doopt. De wedergeboorte wordt immers bewerkt door de Heilige Geest. Niemand kan uit zichzelf tot God komen. Altijd is het God die eerst begint. In deze doophandeling vinden we dat terug als iemand anders doopt. Omdat God alleen de wedergeboorte kan bewerken moeten de gelovigen niet te veel belang hechten aan de persoon die hen doopt. De doop mag nooit een meerwaarde krijgen doordat men zich aan de doper of aan de doopplaats hecht. Zo zijn er die graag in de Jordaan gedoopt worden. Dat geeft inderdaad wel iets speciaals maar maakt in waarde geen enkel verschil met de waterdoop in een kerk.

Opstaan in een nieuw leven Het onder water gedoopt worden beeldt dus de dood uit die we in Christus hebben ervaren. Daarmee belijden we dat de resultaten van het sterven van Jezus met ons worden gedeeld. De zonden zijn nu verzoend en worden begraven en vergeven (Jer.31:43). Straks na de doop worden de zonden als het ware weggespoeld. God zal ze niet meer gedenken. Maar daar blijft het niet bij. De ervaring van de wedergeboorte is juist dat we nieuwe kracht en nieuwe inzichten ontvangen. Daarom zal de doper ons uit het water optillen. We worden in dezelfde wereld teruggebracht maar dan als een nieuwe schepping. We lezen:

10


Dopen

“opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen” (Rom.6:4). Op de paasmorgen is Jezus in Zijn eigen kracht opgestaan. Die opstanding was het bewijs dat de zonden verzoend waren. Als nu de dood alles moest loslaten, wordt daarmee het bewijs geleverd dat de zonden zijn betaald. Daarom ontvangen we een totaal nieuw leven. Dat nieuwe leven wordt gekenmerkt door de inwoning van de Heilige Geest. Daarom krijgt een mens na de wedergeboorte nieuwe inzichten en nieuwe waarden en normen en nieuwe prioriteiten. Tevens komt er een honger naar Gods woord (1Petr.2:2). Het opgetrokken worden uit het waterbad van de dopeling beeldt deze heerlijke werkelijkheid uit.

Nieuwe leiding in het leven Toen Israël in de woestijn was op weg naar Kanaän werd het in alle faceen van het leven door God verzorgd. Zo gaf God ze eten door het Manna te laten “regenen” (Ex.16). God gaf telkens drinken door water uit de rots te laten stromen (Ex.17:6). God deed ook een wonder zodat de kleren en de schoenen niet versleten (Deut.8:4). Tevens gaf God wonderlijke bescherming door de wolkkolom en de vuurkolom (Ex.13:21). Het volk was onderweg naar het beloofde land. Ze waren gered uit de handen van de Egyptenaren waar ze als slaven werden behandeld. Naast deze verzorging door de goddelijke “catering” en Zijn hemelse “kleermakers” en “bodyguards” was er de leiding van Mozes. Het volk was weerspannig en vaak onhandelbaar. Maar God had Mozes aangesteld als de grote leider. We lezen: “Want ik stel er prijs op, broeders, dat gij weet, dat onze vaderen allen onder de wolk waren, allen door de zee heengingen, allen zich in Mozes lieten dopen in de wolk en in de zee, allen hetzelfde voedsel aten, en allen dezelfde geestelijke drank dronken,...” (1Cor.10:1-2). De waterdoop is ook een teken van overgave aan de goddelijke leiding. We zijn pelgrims op weg naar het beloofde land. Er is hoop op een prachtige toekomst is ons leven. Omdat we pelgrims zijn weten we dat God onze leidsman is. Hij zorgt voor

11


Dopen

ons in alle faceen van het leven. We leven bewust in afhankelijkheid van God. De waterdoop is een getuigenis van deze overgave aan Gods leiding. Zoals Mozes leiding gaf aan Gods volk in de woestijn zo geeft nu God dagelijks leiding aan ons. Het is een belijdenis van het vertrouwen dat we in ons leven op God hebben gesteld. Zo is de doop een prachtige illustratie van geestelijke waarheden die in ons innerlijk tot werkelijkheid zijn gekomen.

12


Dopen

4. De doop en de plaatselijke gemeente Wanneer we door Gods genade wedergeboren worden, worden we overgeplaatst in een ander koninkrijk. We waren eerst in het 'koninkrijk der duisternis” en worden overgeplaatst in het “Koninkrijk Zijner liefde” (Col.1:13). In een koninkrijk regeert een koning. Doordat we overgaan naar een ander koninkrijk komen we dus onder een ander bestuur te staan. Zoals Israël onder leiding van Mozes de woestijnreis maakte, zo maken wij onder de leiding van de Here Jezus onze levensreis in deze wereld. We leven midden in deze wereld maar staan onder de leiding van Hem die niet van deze wereld is maar wel de Schepper is van alles wat bestaat. Dat veroorzaakt altijd een spanningsveld. We zijn dan ook vreemdelingen en bijwoners op deze aardbol. Daarom heeft God in Zijn grote wijsheid ons na de wedergeboorte in een plaatselijke gemeente geplaatst. In die plaatselijke gemeente leren we concreet wat discipelschap is. We ontmoeten daar heel intensief mensen die allemaal uit verschillende gezinnen komen en verschillende geschiedenissen hebben maar ook allemaal de Here Jezus van harte liefhebben. In de plaatselijke gemeente dienen we de Here door gezamenlijk Zijn aangezicht te zoeken en Hem te dienen.

De grote opdracht van Jezus In Zijn laatste toespraak tot de discipelen noemt Jezus belangrijke opdrachten die in de gelovigen grote aandacht moeten krijgen. We lezen: “Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heilige Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb” (Mah.28:19). De opdracht bestaat uit vier onderdelen die in de juiste volgorde worden gezegd. Allereerst moeten we het evangelie aan mensen prediken. Evangelisatie is dan ook van groot belang. Daarop volgt een bekering die gevolgd wordt door de wedergeboorte. Door de prediking bewerkt de Heilige Geest een honger naar God. De mens gaat zien dat hij zondaar is en verloren gaat zonder het werk van Christus. Daarom roept de mens God aan, die niemand zal afwijzen die tot Hem komt. Vanaf dat moment is men een discipel van Jezus. De eerste daad die God dan vraagt is de doop als een teken van dat discipelschap.

13


Dopen

Een inschrijvingsbewijs maar geen diploma De doop is dus de derde opdracht. Daarop volgt een heel leven als leerling in Gods gemeente. De vierde opdracht is immers dat de gelovigen onderwezen moeten worden. Dat gebeurt in een plaatselijke gemeente. In de Bijbel is het onderwijs nooit alleen theorie. De hele Bijbel wijst ons op het belang van een leven tot Gods eer. Er moeten levenspatronen worden veranderd. Er moeten allerlei zaken worden afgeleerd en andere zaken worden aangeleerd. De Heilige Geest is daarin de grote Leermeester. Zijn grote doel is Zijn vrucht in ons leven te laten groeien. Deze prachtige vrucht is gericht op heel ons leven. Ze omvat zowel onze daden alsook ons karakter. Deze vrucht wordt als volgt omschreven: “De vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing” (Gal.5:22). Ons hele leven staat in het teken van het laten groeien van deze vrucht. Opvallend is dat die vrucht alleen kan groeien in een gemeenschap van mensen. Het is immers vrij nueloos om vriendelijk te zijn naar bloemen of naar bomen? Deze vrucht wordt ons gegeven door Gods Geest om samen een gemeenschap te vormen die de viervoudige opdracht tot de wederkomst blijft uitvoeren. Daarom moeten we met elkaar optrekken in een gemeente. Iemand kan dus niet groeien in deze vrucht als hij op z'n eigen eilandje blijft. Door elkaar worden we geschaafd en gecorrigeerd en bemoedigd. De doop is dan ook een inschrijvingsbewijs voor de plaatselijke gemeente. Het kan en mag nooit ervaren worden als een diploma. Na de doop begint het pas. Dan gaat men als leerlingen met elkaar optrekken. Allen die de doop zien als het einddoel en dan weg blijven uit de gemeente, misbruiken Gods genade.

De universele gemeente en de plaatselijke gemeente In de Bijbel wordt er onderscheid gemaakt tussen de gemeente als wereldwijde beweging van wedergeboren christenen en de gemeente als plaatselijke groep gelovigen. De wereldwijde gemeente bestaat uit allen die de Here Jezus kennen als persoonlijke Redder. We komen in deze gemeente door de “doop in de Here Jezus”. In deze gemeente zijn alle talen en alle volken aanwezig. Deze universele gemeente gaat dwars door alle denominaties heen. Ieder die de Here liefheeft, behoort bij deze gemeente. In deze gemeente is de Here Jezus het hoofd. Hij is de enige Leider.

14


Dopen

Maar deze wereldwijde beweging is minder geschikt om te groeien in geloof en heiliging. De instrumenten om gevormd te worden naar Gods beeld zijn daar onvoldoende aanwezig. We kunnen immers in die grote gemeente “vluchten� als het voor ons te moeilijk wordt. Dan lopen we de pijnlijke zaken uit de weg die ons juist verder kunnen brengen op de weg van heiliging. Daarom wil God dat we ons aansluiten bij een plaatselijke gemeente. Daar is ook de Here Jezus de Leider maar onder Hem staat de plaatselijke leiding die bestaat uit eenvoudige mensen. De leiding en het gezag worden daar veel concreter. Tevens is die leiding onvolmaakt omdat ze bestaat uit mensen die zelf ook leerlingen zijn. Er worden fouten en misrekeningen gemaakt. Dat alles gebruikt God om Zijn vrucht in onze leven te openbaren. We worden geschaafd en worden opgeroepen onszelf te verloochenen. De waterdoop is een openlijke belijdenis dat men in Christus veilig is en dat men vanuit deze positie mee wil werken om in de gemeente het karakter van Christus zichtbaar te maken.

Lidmaatschap Als men gedoopt wordt, krijgt men in veel gemeenten een brochure over het lidmaatschap van de plaatselijke gemeente. In die brochure staat uiteengezet wat het lidmaatschap inhoudt. Samen zijn we verantwoordelijk voor de gemeente. Ieder moet daar zijn bijdrage leveren. Ook moet ieder persoonlijk vanuit de eeuwige bron Jezus leren leven. De gelovigen die gedoopt zijn, wordt gevraagd zich als lid aan te sluiten bij de gemeente. Vanaf dat moment is men medeverantwoordelijk met de gaven en talenten die God heeft gegeven.

15


Dopen

5. Discipelschap en Getuigenis In de geschiedenis bracht de doop de gelovigen vaak in problemen. Na de wedergeboorte was het alsof de omgeving rustig afwache. Maar als de gelovige tot de doop overging, kwamen er vaak felle reacties. De reden is duidelijk. De gelovige komt tot de doop vanuit een sterke overtuiging. Het is een getuigenis naar de omgeving. De doop brengt scheiding omdat men openlijk belijdt bij een ander koninkrijk te behoren. Met de doop toont men dat men niet alleen een innerlijke overtuiging heeft maar deze overtuiging ook wil uitleven. Daardoor wordt de gelovige een spiegel voor de omgeving. Men wordt het zout der aarde. Dat zout is verderfwerend en doet heel vaak pijn op de wonden. Dat geeft een reactie. Daarom is de doop een daad die men niet zomaar doet. Het moet geschieden vanuit de gehoorzaamheid aan God. Nooit mogen mensen elkaar dwingen zich te laten dopen. Ouders moeten hun kinderen daarom voorzichtig benaderen. De waterdoop laat zich nooit dwingen. Wanneer men gedwongen is kan met niet van harte gehoorzaam zijn. Dan wordt het christenleven een last.

Echte eredienst Nadat Paulus in de brief aan de Romeinen het evangelie heeft uitgelegd, komt hij tot de praktische gevolgen die dat evangelie in ons leven moet uitwerken. We lezen: “Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene” (Rom.12:1). Vanuit de erkenning van Gods barmhartigheden moeten we onze lichamen levend ter beschikking stellen. Wij leven hier op aarde in ons lichaam. Het evangelie moet door ons lichaam worden uitgeleefd. Daarom moeten we met ons lichaam onder water in de doop. Een offerdier wordt eerst gedood en wordt daarna op het altaar gelegd. God vraagt van ons dat we levend op het “altaar” gaan liggen. Dat geeft de nodige problemen. We moeten daarom onszelf verloochenen, ons eigen “Ik” moet sterven. De doop in water is de eerste stap op de weg van discipelschap. De eredienst die God van ons vraagt, gaat dus veel verder dan het bezoe-

16


Dopen

ken van de samenkomsten. Het betekent ook dat we ons inzeen en onze gave afzonderen voor Gods werk. We moeten dat niet doen om iets te verdienen maar omdat we mogen inzien dat God ons zoveel barmhartigheden heeft geschonken.

Getuigenis De doop is naast de eerste stap in het discipelschap ook een getuigenis. Daarom vragen we aan de dopeling bij zijn/haar doop te vertellen wat God heeft gedaan. Bij de doop zijn er vele getuigen aanwezig. 1. Allereerst is daar de gemeente. Men laat zich dopen in de gemeente waar men ook de weg van discipelschap wil gaan. De gelovigen weten dan dat Jezus ook de grootste is in het leven van de dopeling. Vaak behoren andere familieleden ook bij de gemeente. Soms is dat niet zo en worden deze uitgenodigd. 2. Vroeger doopte men op een openbare plaats. In de tijd van de apostelen gebeurde dat in rivieren of meren. Dan was soms het hele dorp betrokken bij de doop. Men toonde aan iedereen dat men een andere koning wilde dienen. Veelal wist men wie de persoon was. Niet zelden was het een publieke zondaar. Maar door het werk van Jezus veranderde de mens in een gelovige. Het hele dorp was daar dan getuige van en kon het dus ook controleren. Zo is het belangrijk zoveel mogelijk kennissen en vrienden uit te nodigen die getuige zijn van wat God heeft gedaan. 3. Voor de engelen. De gemeente toont de veelkleurige wijsheid van God aan de overheden en machten in de hemelse gewesten (Ef.3:10). Engelen zijn zeer nauw betrokken bij de gemeente. Ze zijn verblijd als een zondaar zich bekeert (Luc.15 :10). Niet alleen de goede engelen zijn getuige maar ook de demonen. Door de doop zijn ze getuige van een openlijke belijdenis van Gods kracht in iemands leven. Daar gruwen ze van en ze zullen alle pogingen in het werk stellen om de gelovige niet verder te laten groeien in de kennis des Heren.

Samen met alle heiligen Om door te groeien in het leven met God moet men samen met anderen de Here dienen. Men moet de samenkomsten van de gemeente niet verzuimen (Hebr.10:25). Men wordt opgeroepen om dagelijks de Bijbel te lezen (1Petr.2:1). Men moet zichzelf opbouwen in het geloof, leren bidden in de Heilige Geest en de wederkomst van Jezus elke dag verwachten (Judas:20). Om staande te blijven moet men de wapenrusting van God aandoen. Het christenleven kan alleen geleefd worden in de kracht van Christus. Elke christen moet

17


Dopen

daarom bewust dagelijks de wapenrusting aandoen. De strijd is zwaar. Alhoewel het lijkt alsof de strijd gevoerd wordt tussen mensen onderling weten we dat het een strijd tegen verdorven engelen is. Daarom moeten we de wapenrusting zeer serieus nemen (Ef.6:10-20). Deze wapenrusting moeten we met elkaar dragen. We hebben elkaar nodig om de Here te dienen. Onze bijdrage moeten we echter wel puen uit een persoonlijke relatie met God. Zo mogen we ervaren dat God mensen gebruikt om Zijn naam te verheerlijken. De eeuwige God gebruikt ons voor Zijn plan. Als we dit beseffen weten we hoe waardevol God ons acht. We lezen: “Want Zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen” (Ef.2:10).

18


Dopen

6. Hoe en wanneer moet men zich laten dopen? Vanuit Gods Woord weten we dat het geloof altijd aanwezig moet zijn voordat men de doop ondergaat. Het aanvragen van de doop is dus altijd een stap vanuit het geloof. (Ma.3:2-6 en Hand.8:36). Daarom is de Bijbelse opdracht dat we volwassen personen dopen. We bedoelen dan dat de doopkandidaat zelfstandig de keuze maakt nadat men door het geloof de wedergeboorte heeft ontvangen. Als we dat zo stellen rijzen er allerlei vragen. We willen ten sloe enkele van deze vragen behandelen.

Hoe moet men dopen? Omdat de waterdoop een beeld is van de geestelijke doop in de Here Jezus is de symbolische handeling van groot belang. Naast dat het woord “dopen” in het Grieks onderdompelen betekent, beeldt de onderdompeling ook het beste het sterven en de opstanding van de gelovige met Christus uit. (Rom.6:1-5). Het toont ook prachtig dat men na de wedergeboorte in totale overgave wil leven (1Cor.10:1-3). Tevens symboliseert het de afwassing van zonden, die we mochten ervaren door het bloed van Christus. De dopeling mag zelf kiezenin welke kleding hij zich wil laten dopen. Velen willen graag wie kleren dragen als teken van de reiniging door de Here Jezus. Anderen houden er aan hun eigen kleren te dragen om daarmee aan te geven dat God ons aanvaardt zoals we zijn. Men kan daarin zelf de keuze maken.

Wanneer moet men zich laten dopen? Deze vraag kan in 2 vragen gesplitst worden . A. Hoe lang na de bekering moet men zich laten dopen? In het N.T. lezen we dat men snel na de bekering de doop aanvroeg. (Hand.8:36v). Dit geeft aan dat het een belangrijke zaak is. Er is echter geen opdracht om direct na de bekering gedoopt te moeten worden (1Cor.1:17). In de tijd waarin wij leven met allerlei sekten en veel verwarring rondom de godsdienst is het van groot belang dat men inwendig klaar is om deze stap te zeen. Na ernstig zoeken moet men, na de overtuiging, niet aarzelen gehoorzaam te zijn. Het is immers duidelijk dat het uitstellen van de doop zonder reden blijk geeft van onverschilligheid. En dat behoort niet thuis in een christelijke levensstijl. B. Op welke leeftijd mag men zich laten dopen? Deze vraag is moeilijk te beantwoorden. Ze is echter belangrijk. Naast het feit dat mensen uit de wereld tot geloof komen, zijn er ook kinderen die opgegroeid zijn in de gemeente. Ook van hen wordt gevraagd zich eens te laten dopen. We beseffen zeer goed dat het geloof van de kinderen van grote waarde is. Vandaar ook

19


Dopen

dat men voortdurend de neiging heeft de leeftijd te verlagen. Daar de Schrift ons hierin geen concreet antwoord geeft, is het goed dat elke gemeente voor Gods aangezicht hierin zijn weg vindt. Het kind/de tiener moet op een leeftijd gekomen zijn dat het bewust zelf deze geloofsstap neemt. Die persoonlijke verantwoordelijkheid is van groot belang. Sommige gemeenten dopen reeds vanaf 14 jaar. Het is hierbij ook opvallend dat in het Jodendom het 13e levensjaar gezien wordt als een keerpunt. Men wordt daarna in staat geacht zelf te kunnen beslissen over godsdienstige zaken. Voor de ouders van de kinderen is het belangrijk dat ze nooit hun kinderen onder druk zeen. Kinderen moeten vrijwillig en zelfstandig kiezen.

De doop moet een eerlijk getuigenis zijn Petrus noemt de doop “een bede van een goed geweten tot God” (1Petr.3:21). De wedergeboorte bracht ons in een gerechtvaardigde positie voor Gods aangezicht. God vergaf ons onze schulden en Hij gaf ons de Heilige Geest om te leven tot Gods eer. Daarom moet de doopkandidaat dat in zijn levenswandel tonen. Wat opgeruimd kan worden, moet eerst opgeruimd worden. Men behoeft niet zondeloos zijn, want dan kan men wachten tot de dood. Maar men moet leugens opruimen, eventuele gestolen goederen teruggeven, huwelijken sluiten als men b.v. samenwoont enz. enz. Er zijn veel zaken die een mens niet meer kan herstellen maar daar waar men het kan, moet men Jezus gehoorzaam volgen. De wedergeboorte moet dus diep doorwerken in ons aardse leven. Johannes de Doper riep de mensen op om eerst “vruchten voort te brengen die aan het geloof beantwoorden” voordat men zich liet dopen (Mah.3:8). Zo willen we vragen dat de nieuwe gelovige rein staat voor God. We lezen over de oppertollenaar Zacheüs die tot geloof kwam en al het gestolen geld viervoudig terug gaf aan de mensen die het toekwam. Geloven in Jezus betekent ook Hem volgen. Vanuit een goed geweten komt men tot de doop. Daarom is het goed reeds voor de doop de vruchten van de bekering uit te leven.

20


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.