iMaintain01-2015

Page 1

01 15 TWAALFDE JAARGANG – LOSSE VERKOOPPRIJS € 17,00

iMaintain Nr. 01 - 2015

3 17:25 16:25

www.imaintain.info

Maint

Het mag azine va n

MA voorpla

at.indd

NL

de NVDO

Uitdagen de onde rhoudsst Innovatie op voor s centra Yara Slu al op Wo iskil | de variab ensdrec ele factor ht | ‘De ’ | Op we mens is g naar me overal er JSF-on derhoud 27

28-01-15

08:41

LEVENSDUURPROGNOSE VOORKOMT ONNODIG PREVENTIEF ONDERHOUD

Naamloos-8 1

30-01-15 12:32 12:34 30-01-15


Industrial Services

Tank reiniging

Druk-Vacuüm DrukDruk Vacuüm techniek

Industriele reiniging

Droge stoffen techniek

Hogedruk reiniging

Transport

Riool reiniging

Milieuvriendelijk ontgassen

Austria

-

Netherlands

-

Germany

ST-Cleaning BV

www.st-cleaning.com office@st-cleaning.com

Advertenties.indd 2

‘t Woud 59 3232 LN Brielle

27-01-15 17:21


INHOUD 3

8 Midden in de vierde industriële revolutie Smart Industry ontwikkelt zich in razend tempo. Team Smart Industry zet onder leiding van Ineke Dezentjé Hamming de revolutie op de kaart en helpt bedrijven om met de nieuwe technologieën om te gaan.

10 Levensduurprognose voorkomt onnodig preventief onderhoud Drijvende boorplatforms en heavy lifting vessels maken gebruik van steerable thrusters. Frank Velthuis ontwikkelde een methodiek voor dynamische levensduurprognose. Met zijn masterthesis won hij in oktober van vorig jaar de Tim Zaal Thesis Award.

5 COMMENTAAR 6 ACTUEEL 12 IN BRZO+ STAAN COMPLIANCY EN SAMENWERKING CENTRAAL 16 FNV: MINDER POLDEREN EN NAVELSTAREN 18 WHAT’S NEXT 24 LEREN TE ANALYSEREN 66 VOLGEND NUMMER

Maint

NL

Het magazine van de NVDO

27

Uit een benchmark blijkt dat Kisuma van een situatie van tachtig procent firefighting is gestegen naar een situatie waarin zestig procent van het onderhoud preventief wordt uitgevoerd. Yara Sluiskil heeft een uitdagende onderhoudsstop gehad. Innovatieve technieken helpen asset managers om de conditie van het spoor en ondersteunende infrastructuur te meten.

‘De mens is overal de variabele factor’ Veel achterstallig onderhoud in Utrecht Uitdagende onderhoudsstop voor Yara Sluiskil Vmbo-onderwijs wordt vernieuwd Onderhoud gaat voor goud De Stelling Op weg naar meer JSF-onderhoud GIS-data en laserscanning vereenvoudigen spoorbeheer Samenwerking tilt asset management naar hoger plan Tips voor werken met prestatiecontracten Innovaties centraal op Woensdrecht

30 35 36 40 41 42 46 48 50 58 62

01

iMaintain 15

C inhoud.indd 3

27-01-15 17:26


Kent u de status van uw Asset Data Management? Download de ADM QUICKSCAN app in de App Store en doe de gratis quickscan voor uw organisatie.

Committed to performance

DIMEN0086_ADV_APP.indd 1 Advertenties.indd 4

23-01-15 16:49 27-01-15 17:22


COMMENTAAR 5

Practice What You Preach De missie van Industrielinqs pers en platform is om met goede en onafhankelijke informatie via verschillende media een bijdrage te leveren aan een duurzame industrie. We houden met een reële blik de verduurzaming in de gaten. Maar als je iets echt belangrijk vindt om over te schrijven, moet je het ook zelf wel doen. Onze eigen waardeketen kon duurzamer, al rijden we in duurzame auto’s en kopen we groene stroom. Voor ons blad Duurzaam Geproduceerd hebben we het najaar van 2014 gebruikt om de milieu-impact van het magazine goed te onderzoeken. Samen met de Vereniging Nederlandse Papierindustrie, Papierenkarton.nl en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft Industrielinqs CE Delft gevraagd om de footprint van dat blad beter in beeld te brengen. Uit het onderzoek bleek dat we onbewust al redelijk op het goede spoor zaten met onze bladen. De eerdere keuze voor duurzame energie had echt effect. Ook kwam onze drukker positief uit het onderzoek. Nieuwe, efficiënte drukstraten, aangedreven met duurzame energie, zorgen voor relatief kleine footprint. Daarnaast had hij het gebruik van chemicaliën voor de drukplaten stevig teruggebracht. De invloed van inkt bleek verwaarloosbaar; er wordt eigenlijk helemaal niet zoveel inkt gebruikt, bovendien zijn alle inkten biogebaseerd. Nee, de grootste impact komt van papier. En daar hadden we onbewust al een groene keuze gemaakt. Er bleven maar weinig mogelijkheden voor verbetering van onze footprint over. Door de dikte van het papier aan te passen konden we de footprint met nog eens 25 procent verminderen. Dat hebben we ook doorgevoerd op de andere titels. Het valt nauwelijks op. De grootste verandering is dat we afscheid nemen van de UV-lak voor de glossy, de toch wel kenmerkende buitenkant van het blad. Het blad is daarmee eigentijdser, heeft minder milieu-impact en heeft van binnen nog steeds dezelfde kwaliteit. Een bijkomend voordeel: naast een verbetering van de footprint, leveren de veranderingen ook een kostenbesparing op! Duurzaamheid is dus niet per se duurkoop! Mark Oosterveer @M_Oosterveer Bekijk het proces van verduurzaming via www.duurzaamgeproduceerd.nl

HOOFDREDACTIE

Mark Oosterveer 020 3122 793 mark.oosterveer@industrielinqs.nl NUMMER 01 - 2015

UITGAVE VAN

Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7 1019 HD Amsterdam

PARTNER

Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) Postbus 138, 3990 DC Houten

EINDREDACTIE

Miriam Rook 020 3122 796 miriam.rook@industrielinqs.nl Liesbeth Schipper 020 31 22 083 liesbeth.schipper@industrielinqs.nl

MEDEWERKERS

David van Baarle, Erik te Roller, Renske van den Berg, Ingrid Rompa, Pieter Pulleman, Teus Molenaar, Francis Voermans, Dagmar Aarts

LAY-OUT

De Opmaakredactie

COVER

Siemens AG Ahoy Rotterdam NV Ahoy-weg 10 3084 BA Rotterdam Postbus 5106 3008 AC Rotterdam Organisator van

UITGEVER

Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl

ADVERTENTIEVERKOOP Jetvertising BV Kim de Bruin T: 070 399 00 00 F: 070 390 24 88 kim@jetvertising.nl

TRAFFIC

Breg Schoen 020 3122 088

DRUKKERIJ

PreVision Graphic Solutions

ABONNEMENTEN (EXCL. BTW)

Nederland/België € 95,– Introductie NL/B 25% € 71,– Overig buitenland € 119,– Losse verkoopprijs € 17,– Studenten € 39,– Proefabonnement 3 mnd € 27,50

OPZEGGEN

Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www. aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op.

ABONNEMENTENLAND

Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut Fax 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. ISSN: 2211-6826 © Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.

01

iMaintain 15

B commentaar.indd 5

27-01-15 17:26


6 ACTUEEL

Offshore-krachtpatser in haven Rotterdam Het grootste schip ter wereld dat in één keer een heel booreiland kan optillen, de Pieter Schelte, is op 8 januari aangekomen in de Alexiahaven op Maasvlakte 2, in een speciaal daarvoor gebaggerde put. Het schip van 383 meter lang en 124 meter breed wordt in de Rotterdamse haven afgemonteerd. Zestien hefbalken van 65 meter worden geïnstalleerd. Samen met hydraulische grijpers kunnen die hefbalken de bovenbouw van een olie- of gasplatform tot 48.000 ton in één keer optillen en meenemen. Het onderstel van een platform, de jacket, kan de Pieter Schelte op het achterdek tillen. Het vaartuig zal ook pijplijnen voor olie- en gastransport kunnen leggen op een diepte tot 3500 meter.

Fokker levert flaperons voor JSF Fokker Technologies gaat vleugelonderdelen voor de F-35 Joint Strike Fighter leveren. Het bedrijf heeft een overeenkomst getekend voor het maken van de flaperons: beweegbare kleppen die aan de achterkant van de vleugels zitten en nodig zijn bij het stijgen en het dalen. Voor hoeveel toestellen de opdracht geldt en welk bedrag ermee gemoeid is, is niet bekend. Fokker kreeg eerder al de opdracht voor de bekabeling van JSFtoestellen en voor het produceren van de deuren en luiken. Ook is Nederland gekozen als één van de onderhoudslanden voor het nieuwe gevechtsvliegtuig. Lees meer hierover in MaintNL.

Betere afstemming toezicht offshore-installaties Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) hebben een overeenkomst getekend waarin is geregeld dat SodM inspectiebezoeken uitvoert in opdracht van de NEa. Het gaat daarbij om offshore-inspecties op het gebied van CO2-emissiehandel.

01 15 iMaintain

D actueel.indd 6

Fabrieken Shell Moerdijk werken weer Shell Moerdijk heeft twee van de drie productie-eenheden weer in gebruik genomen. Het bedrijf nam op 2 oktober alle fabrieken gecontroleerd uit bedrijf nadat een loogverontreiniging in het stoomsysteem was geconstateerd. Het stoomlek trad op tijdens een gepland onderhoud aan de MEODfabriek. ‘Een van de stappen van het onderhoud is dat het systeem, waar cautische soda (loog) in zit, wordt gereinigd met gedemineraliseerd water’, legt een woordvoerder van Shell uit. ‘Dat water wordt ook gebruikt in het stoomsysteem en zodoende is er een verbinding tussen de cautische soda en het gedemineraliseerde water. Die verbinding is niet goed afgesloten geweest door zowel technische als operationele aspecten.’ De derde fabriek, de ethyleenfabriek (MLO) zal pas rond het einde van het derde kwartaal van 2015 weer in gebruik worden genomen. ‘Alle leidingen moeten worden geïnspecteerd en waar nodig hersteld. Dat is een forse klus’, aldus de woordvoerder. Op korte termijn verwacht het bedrijf de totale omvang van de operationele schade in kaart te hebben gebracht. De financiële gevolgen van het incident zijn niet bekend. FOTO: SHELL

BEDRIJVENNIEUWS

Risico’s herkennen in Rotterdamse trainingsfabriek Mogelijk wordt er een trainingsfabriek voor de procesindustrie in Rotterdam gebouwd. Deltalinqs, de belangenvereniging van Rotterdamse havenbedrijven en het Havenbedrijf Rotterdam coördineren het initiatief. De fabriek moet op de RDM Campus in Heijplaat komen te staan. Het idee voor de trainingsfabriek kwam van een ondernemer uit de regio, vertelt Cees Alderliesten van Deltalinqs. ‘Hij heeft beslag weten te leggen op een oude rubber plant van Shell. Die ligt nu in onderdelen op de RDM campus. Het is uniek in Nederland dat er een trainingslocatie komt voor de procesindustrie en de petrochemische industrie.’ Deltalinqs en Havenbedrijf Rotterdam zijn bezig om partijen bij elkaar te krijgen om een complete fabriek te bouwen die de realiteit benadert. De originele plant van Shell is 1400 tot 1500 vierkante meter. In de huidige plannen is een gebied van in totaal 4000 vierkante meter beschikbaar als trainingslocatie. De trainingsfabriek kan voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Mbo- en hboopleidingen kunnen de fabriek gebruiken voor onderwijs en onderzoek. Ook voor branchespecifieke trainingen kan de plant worden gebruikt, bijvoorbeeld door mensen die in de industriële reinigingsbranche, isolatie of de steigerbouw werken. Een ander doel is de inzet van de plant voor het trainen en toetsen van risicoherkenning in de petrochemie. Deltalinqs en Havenbedrijf Rotterdam werken hard aan het realiseren van de financiën en commitment van diverse partijen. ‘Als alles goed gaat, hopen we midden 2015 met de gefaseerde bouw te kunnen beginnen’, aldus Alderliesten.

Grotere baankans na technische mbo-opleiding De kans op een baan na een mbo-opleiding is de komende jaren net wat beter dan die van hbo’ers en universitaire afgestudeerden. Het hangt wel sterk af van de richting die studenten kiezen. Vooral techniekstudies en de zorg bieden perspectief. Dat blijkt uit de Keuzegids Mbo 2015 die op 12 december 2014 is gepubliceerd. Voor dertig procent van de werkzoekenden geldt een ‘redelijk’ tot ‘goed’ perspectief. Een minderheid, maar in het hbo en wo zijn deze cijfers met 20 en 16 procent minder gunstig. De cijfers van het mbo moeten wel worden gerelativeerd omdat de helft van de mbo’ers niet direct werk zoekt, maar verder gaat leren. Dat vermindert de concurrentie onder mbo-afgestudeerden en het vergroot op termijn weer het aantal hoger opgeleiden. Voor de gids zijn 1500 opleidingen beoordeeld. Daarvan kregen 204 opleidingen het kwaliteitszegel ‘topopleiding’. Er werd beoordeeld op studiesucces, studentenoordelen en op rapporten van de onderwijsinspectie.

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

27-01-15 17:28


ACTUEEL 7

Mainnovation is Restaurant voor een dag

FOTO: GIANNE DELAHAY

Op 22 januari opende onderhoudsadviesbureau Mainnovation haar deuren open voor vaste klanten en relaties. De groep van ruim zestig vertegenwoordigers uit verschillende industrieën werd door het team van Mainnovation ontvangen en verzorgd tijdens een zorgvuldig samengesteld avondprogramma. De mensen kwamen niet voor advies maar wel voor onderhoud, maar dan van relaties en de inwendige mens. Onder leiding van een professionele chef draaiden de rollen bij Mainnovation om van adviesbureau naar chique restaurant. Het idee voor dit initiatief kwam tot stand tijdens gesprekken met het personeel in de zomer van 2014. In de wereld van consultancy gaat het goed als de collega’s elkaar weinig zien. Immers, ze zijn op locatie bij uiteenlopende klanten. Dan is het toch goed om regelmatig samen ‘leuke dingen te doen’. Mark Haarman, Managing Partner van Mainnovation legde uit hoe het team tot de culinaire dienstverlening was gekomen. ‘Je komt al snel bij karten, bowlen of paintballen, maar daar liepen we niet warm voor. We zochten naar een gezamenlijke actie waarbij we iets terug kunnen geven aan de mensen die belangrijk zijn voor ons bedrijf, sommige al sinds het begin in 2000. En daarom hebben we gekozen om het Meeting House voor een dag om te bouwen tot een restaurant waar we de relaties in de watten leggen. Van valet parking tot sommeliers en een luxe vier gangen diner, alles verzorgd door het team van Mainnovation.’

Boek van NAP over projectmanagement Stichting NAP, Competence Network of the Dutch Process Industry, heeft het boek Management of Engineering Projects-People are Key gelanceerd. In het boek presenteren Professor Hans Bakker van NAP Leerstoel Management of Engineering Projects aan TU Delft en een groep van vijftien experts een vernieuwende kijk op projectmanagement. Daarmee kunnen zowel nieuwbouw als modificatieprojecten in de procesindustrie en infrasector beter tot een succesvol einde worden gebracht. Verder komen onder andere de rol van de projectleider en het projectteam gedurende alle fasen van het project aan bod. Ook worden het belang van stakeholder management, fit-for-purpose aanpak en implementatie van operational readiness concept behandeld. Management of Engineering Projects-People are Key (59,50 euro) is te bestellen via info@napnetwerk.nl.

Trein Hilversum ontspoorde door slecht onderhoud

FOTO: JOS VAN ZETTEN

De treinontsporing in Hilversum van afgelopen januari kwam door slecht onderhoud aan de wissel. Die kon opeens om slaan, waardoor de achterste wielen van het rijtuig uit de rails reden. Dat blijkt uit een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. In het rapport zegt de Onderzoeksraad dat in onderdeel van de wissel een zogenoemde vermoeiingsbreuk zat. Dit onderdeel was in de fabriek niet goed gemaakt en daardoor was het kleine, maar essentiële onderdeel niet bestand tegen de druk van de treinen. Volgens de raad wordt er in het spooronderhoud gelet op het voorkomen van verstoringen en vertragingen. Dit kan er toe leiden dat ontwikkelingen ten koste gaan van de spoorveiligheid. Het ongeluk op het spoor bij Hilversum is daarvan een voorbeeld. De Onderzoeksraad heeft bewakingsbeelden vrijgegeven van de ontsporing. Hierop is goed te zien hoe de trein halverwege een wissel volledig ontspoort.

BEDRIJVENNIEUWS SodM combineert de inspectiepunten voor de NEa met eigen inspecties op offshore-productie-installaties. NEa blijft de controle van de emissieregistratie op het kantoor van de mijnonderneming uitvoeren. De twee diensten streven er naar om de naleving van de wet- en regelgeving te optimaliseren.

Ahoy neemt vakbeurs over veilig en gezond werken over Ahoy Rotterdam heeft de vakbeurs Safety&Health@Work overgenomen van Vakmedianet. Deze tweejaarlijkse vakbeurs voor veilig en gezond werken wordt op 5 en 6 april 2016 gehouden. De beurs vindt tegelijkertijd plaats met de tweede editie van Emergency Expo, het platform voor veiligheid, risicomanagement en crisisbeheersing. Vakmedianet blijft als mediapartner aan het evenement verbonden. Gert-Jan van den Nieuwenhoff, General Manager Businessto-Business Events: ‘Ahoy Rotterdam bevindt zich in een industriële omgeving. Wij zijn verheugd ons beurzenportfolio uitgebreid te hebben met een aan de industrie gerelateerde beurstitel.’

Havenbedrijf Antwerpen zinspeelt op nog een mega-investering Het Havenbedrijf van Antwerpen verwacht binnen enkele maanden wederom een investering in de petrochemische sector ter waarde van rond de miljard euro bekend te kunnen maken. Dit zei directeurgeneraal Eddy Bruyninckx in een interview in Nieuwsblad Transport. Hij wilde geen details over de aard van het project vrijgeven, behalve dat het qua omvang vergelijkbaar is met de eerder dit jaar door Total en Exxon aangekondigde investeringsplannen. Die maakten eerder dit jaar bekend ongeveer één miljard euro te zullen investeren in uitbreiding en modernisering van hun bestaande raffinagecomplexen. Bruyninckx: ‘Ik sluit niet uit dat we over ongeveer drie maanden nog zo’n mooi, groot project kunnen aankondigen.’

01

iMaintain 15

D actueel.indd 7

27-01-15 17:28


8 INTERVIEW

Midden in de vierde industriële revolutie We zitten midden in de vierde industriële revolutie. Smart Industry ontwikkelt zich in razend tempo. Maar de meerderheid van de mensen is zich er helemaal niet van bewust dat er enorme veranderingen plaatsvinden in de industrie. Team Smart Industry zet de revolutie op de kaart en helpt bedrijven om met de nieuwe technologieën om te gaan. ‘Niemand zal Smart Industry kunnen ontlopen. Het komt gewoon op je pad’, zegt Ineke Dezentjé HammingBluemink van het team Smart Industry en voorzitter van de FME. Dagmar Aarts

Smart Industry wordt gedreven door een slimme inzet van ICT waardoor machines onderling met elkaar verbonden zijn en slim kunnen worden aangestuurd. Ook bedrijven onderling en bedrijven en klanten zullen via ICT met elkaar zijn verbonden. Op dit moment is maar veertien procent van de bedrijven bezig met

Smart Industry. Dat moet volgens Dezentjé in rap tempo naar veertig procent toe. Zij wil dat de industrie binnen vier jaar sterk is veranderd. Bedrijven zullen hun hele businessmodel moeten omgooien en meer moeten samenwerken. Dezentjé: ‘Vanaf nu gaan de ontwikkelingen op ICT- en technologiegebied zo snel dat je niet

meer kunt volstaan met een drie- of vijfjarenplan. Daarnaast vraagt de markt steeds meer om oplossingen in plaats van om een product. Daarvoor heb je meer samenwerking met andere bedrijven nodig. Dat zal dus een verandering opleveren in de manier van zaken doen.’ Dezentjé denkt dat we de revolutie aan-

01 15 iMaintain

H Interview.indd 8

FOTO: FME

‘Smart Industry komt gewoon op je pad’, zegt Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink, voorzitter van de FME.

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

27-01-15 17:30


INTERVIEW 9

kunnen in Nederland, omdat we altijd al goed zijn geweest in samenwerken. ‘Dat zit in ons DNA. Als we er dit jaar in slagen om bedrijven mee te krijgen dan kunnen we meer werk naar Nederland halen. Met Smart Industry zijn we in staat meer maatwerk te leveren. Dat is cruciaal, want dat is op dit moment de belangrijkste marktvraag. De customer intimacy wordt veel sterker, omdat je met je eigen klanten samen zal gaan ontwikkelen. Er gaat heel veel op de schop.’

vier opleidingen in Nederland die dat aanbieden. Op meerdere terreinen moet naar nieuwe opleidingen worden gekeken.’ Het onderwijs moet zich daarnaast meer gaan richten op volwassenen. De mensen die nu al in de industrie werken, moeten worden omgeschoold. En doordat de ontwikkelingen in de technologie zo snel gaan, zal iedereen altijd door moeten blijven leren. Mensen die een baan en gezin hebben, kunnen niet twee jaar lang een dagopleiding doen aan een ROC.

Actieagenda Om van Smart Industry een succes te maken heeft het team Smart Industry een actieagenda opgesteld. Minister Kamp van Economische Zaken nam die in november in ontvangst. Het eerste doel is om de kennis die er al is te verzilveren. De tweede actielijn is om Smart Industry te versnellen in fieldlabs. Dat zijn proeffabrieken waarin een aantal zaken worden uitontwikkeld. Het derde doel is het versterken van het fundament. Dezentjé: ‘Er wordt niet alleen gekeken of de regelgeving deugt voor al die nieuwe dingen op het gebied van het ‘internet of things’, big data en cybersecurity, het allerbelangrijkste is het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden. Want wij zullen andere banen krijgen voor mensen met andere competenties.’

Onderhoud Voor onderhoud is een belangrijke rol weggelegd in Smart Industry. Dezentjé: ‘Door Smart Industry komt er meer werk naar Nederland, waardoor er meer productie komt. Daar komt automatisch een onderhoudscomponent bij kijken. Een van de mooiste fieldlabs vind ik die waar onderzoek wordt gedaan naar het met honderd procent zekerheid kunnen voorspellen van de onderhoudsbehoefte. Niet te vroeg, want dan heb je verlies omdat je langer had kunnen produceren zonder onderhoud. En niet te laat, want dan loop je inkomsten mis door storing of productieverlies. Onderhoud moet precies op tijd. Dat kan echt miljoenen gaan besparen en dan heb je ook een prachtig exportproduct, want dat is natuurlijk voor de hele wereld interessant.’

Onderwijs Het onderwijs moet daarom worden aangepast aan de behoeften van Smart Industry in de toekomst. Volgens Dezentjé moeten we toe naar smart education. ‘Dat betekent dat je al op de basisschool begint om kinderen vertrouwd te maken met de digitale wereld. Gaandeweg moet je jongeren leren programmeren en een app laten schrijven.’ Ook verdere opleidingen na de middelbare school zullen worden aangepast. Er zijn nu al nieuwe studies, zoals technische geneeskunde. Dezentjé: ‘Je zult zien dat technologie in alle sectoren relevant wordt. Als jij de zorg in wilt, kan je ook de technologiekant op. Er zijn nu

Niet meedoen Niemand zal Smart Industry kunnen ontlopen, volgens Dezentjé. ‘Het komt vanzelf op je pad. Als je niet meedoet, dan ben je snel out of business. Feitelijk is het zo dat op dit moment op veel zolderkamers in Nederland en daarbuiten een aantal mensen dingen zit te verzinnen die heel ontwrichtend kunnen zijn voor jouw eigen zaak. Je moet echt goed nadenken als bedrijf hoe je ICT is geregeld, wat je met Smart Industry kan en hoe je met andere partijen tot vernieuwing kan komen van je bedrijf en producten.’ Volgens Dezentjé reageren de mensen die zij spreekt over Smart Industry enthou-

Bedrijven moeten bereid zijn kennis en informatie te delen.

siast en zien ze het als een kans en niet als een probleem. ‘We hebben nu iets te pakken waardoor we af kunnen komen van het echt oude klassieke en zeer achterhaalde beeld van de industrie met van die walmende schoorstenen. Met deze slimme industrie kunnen we laten zien wat voor voorsprong we in Nederland hebben op ICT-gebied. Want wij hebben de beste ICT-infrastructuur van Europa. Dat is natuurlijk een belangrijke uitgangspositie en voorwaarde voor Smart Industry. Daarmee kunnen we een klapper maken als land en kan onze economie groeien. Met Smart Industry kunnen we weer hele nieuwe producten en oplossingen bedenken die we kunnen exporteren.’

Delen De markt vraagt niet meer om producten, maar om oplossingen. Bedrijven moeten die oplossingen vaak met anderen in een keten zien te bedenken. Daarom moeten ze bereid zijn om kennis en informatie te delen. Dezentjé: ‘Zo kom je tot betere dingen. Mijn stelling is: delen is het nieuwe hebben.’ Ze merkt dat kleinere bedrijven een beetje huiverig zijn om kennis en informatie te delen. ‘Ik snap dat goed. Zij zijn bang dat een ander er met hun ideeën en informatie vandoor gaat. Dat is een kwestie waar we ondernemers ook bij gaan helpen. Er moet een soort beveiliging komen. En ik denk dat je ook naar hele nieuwe businessmodellen moet kijken. Denk bijvoorbeeld aan de afspraken die je over de winst maakt bij het vormen van een alliantie. Soms valt de winst aan het eind van de keten, dan moet je afspreken dat de hele keten daarvan profiteert.’

Andere landen Nederland is op dit moment samen met Duitsland, België en Engeland koploper wat betreft Smart Industry. Inmiddels ontstaat er een soort kettingreactie. Zo is Dezentjé door de Deense minister van Economische zaken gevraagd om er wat over te vertellen. ‘We moeten Nederland echt in die kopgroep houden. De concurrentie zit niet stil. Het belangrijkste is om meer werk naar Nederland te halen. Het moet zo zijn dat Chinezen er straks voor kiezen om hun auto hier te laten bouwen. De clou van Smart Industry is niet alleen maatwerk, maar ook dat je sneller kan producen met nul fouten.’ n

01

iMaintain 15

H Interview.indd 9

27-01-15 17:30


10 CONDITION BASED MAINTENANCE

Levensduurprognose voorkomt onnodig preventief onderhoud Grote drijvende boorplatforms en heavy lifting vessels maken gebruik van steerable thrusters die de varende fabrieken op hun positie houden. Frank Velthuis ontwikkelde een methodiek om de conditie van deze kritische assets zodanig te monitoren dat de restlevensduur, onderhouds- en revisie-intervallen zeer nauwkeurig te berekenen zijn. David van Baarle

01 15 iMaintain

I Wärtsila.indd 10

De offshore olie- en gasindustrie werkt onder zware omstandigheden, onder strenge veiligheidsregimes en de bedragen die er in omgaan zijn behoorlijk groot. Stilstand van de assets is geen optie en dus doet de industrie er alles aan om ze zo goed mogelijk in conditie te houden. Dat geldt ook voor de drijvende boorplatforms die over de wereld varen om olie- en gasbronnen te ontsluiten. Of wat te denken van heavy sea liftingkranen. Deze drijvende kranen worden gebruikt om vaste boorplatforms op hun plaats te hijsen of te verplaatsen. Zowel de kranen als de platforms blijven ondanks de getijden en golven op hun positie door transverse- en steerable thrusters (ofwel boegschroeven of roerpropellers). De partijen zijn zo afhankelijk van deze hulpmiddelen dat ze doorgaans een aantal reserveboegschroeven aan boord hebben om eventuele defecte exemplaren zo snel mogelijk te vervangen. De Finse machinebouwer Wärtsila is leverancier van dit soort systemen en biedt oplossingen om de conditie van de thrus-

ters te meten. Het bedrijf heeft een team van ervaren engineers klaarstaan om de meetgegevens om te zetten in bruikbare informatie. Frank Velthuis is manager bij het Condition Based Maintenance (CBM) Centre Propulsion van Wärtsila. Hij schreef voor zijn masterstudie Master of Engineering bij de Hogeschool Utrecht een thesis over een methode voor dynamische levensduurprognose van thrusters en won daarmee in oktober van vorig jaar de Tim Zaal Thesis Award.

PCMS ‘De ontwikkeling van condition based maintenance is al een aantal jaren geleden begonnen’, zegt Velthuis. ‘Wärtsila levert thrusters aan grote oliemaatschappijen en offshorebedrijven zoals Heerema en Maersk Drilling, maar ook bijvoorbeeld aan kabelleggers. Vaak zijn hun schepen of platforms al jaren van tevoren geboekt en ze doen er dan ook alles aan om ervoor te zorgen dat het noodzakelijke onderhoud gepland wordt uitgevoerd. In 2010 begon Wärtsila met zijn Propulsion Condition Monitoring Service (PCMS). Het idee daarachter is om de conditie van de boegschroeven continu te monitoren om voorspellingen te kunnen doen over de degradatie van verschillende onderdelen en uiteindelijk de optimale onderhoudsroutine te bepalen. De data komt van een aantal versnellingsmeters die met name de conditie van de mechanische delen bepalen, zoals motoren en lagers, drukmeters en temperatuuropnemers. PCMS bestaat verder nog uit een olie monitoring unit die temperatuur, waterverzadiging en olievervuiling meet. De gegevens gaan naar een adviessysteem dat de boordwerktuigkundige waarschuwt als er onregelmatigheden worden geconstateerd. Deze gegevens worden ook naar het CBM Centre Propulsion gestuurd, waar een aantal in condition based maintenance gespecialiseerde tech-

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

27-01-15 17:30


CONDITION BASED MAINTENANCE 11

nici trends analyseren en advies kunnen geven over eventuele aanpassingen die moeten worden uitgevoerd om schade te voorkomen. Het systeem kan ook zelf waarschuwen als bepaalde waarden van ingestelde marges worden overschreden. Een operator krijgt bijvoorbeeld een melding als de olietemperatuur teveel oploopt. Het is zelfs mogelijk om het systeem schade te laten voorkomen. Als er bijvoorbeeld een bepaalde trilling word gemeten, omdat een schip een vreemde manoeuvre uitvoert, kan de adviesmonitor niet alleen waarschuwen, maar ook advies uitbrengen om op een lagere snelheid te varen of minder scherp te sturen.’

Recognized specialist Dat het systeem goed werkte bleek in 2011, toen het bedrijf door de Amerikaanse keuringsinstantie ABS werd erkend als zogenaamde ‘recognized specialist’ voor PCMS. Later volgden ook nog DNVGL en Lloyd’s Register. ‘Dat betekent in de praktijk dat partijen die ons systeem gebruiken niet meer eens in de vijf jaar verplicht naar de wal moeten gaan om hun boegschroeven te laten inspecteren. Daarnaast hoeven ze alleen hun monitoringproces jaarlijks te laten goedkeuren. Het mag geen verbazing wekken dat vlooteigenaren daarmee veel tijd en geld besparen, maar het neveneffect levert nog eens veel meer op. Want veel van de eigenaren gebruikten de tijd dat hun schip op het droogdok lag voor preventieve vervanging van rollagers en afdichtingen. Deze revisies zijn logisch als een schip de komende vijf jaar op zee zit, maar zijn niet verplicht door de keuringsinstanties. Die vragen alleen om te voldoen aan de aanbevelingen van de fabrikant en Wärtsila vertrouwt in dit geval op zijn metingen. Het optimale moment om een boegschroef te reviseren hangt af van zijn conditie, de ontwerpspecificaties en de belasting die hij heeft ondergaan tijdens zijn levensduur. Doordat de conditie van boegschroeven continu wordt gemeten, hoeven ze pas worden vervangen als ze bepaalde veiligheidswaarden overschrijden.’ De getallen liegen er dan ook niet om. In plaats van eens in de vijf jaar hoeven de boegschroeven nog maar eens in de zeven jaar te worden gereviseerd. Wärtsila berekende dat de gemiddelde onderhoudskosten daarmee met dertig procent kunnen afnemen.

Restlevensduur Velthuis ging nog een stapje verder in conditiemonitoring met het voorspellen van de restlevensduur van thrusters. ‘Meestal kun je degradatie zien in de metingen en als het systeem meldt dat kritische waarden worden overschreden, is dat vaak een teken dat er een revisie moet worden uitgevoerd. Toch krijg je die terugkoppeling niet altijd. Een aandrijving kan jarenlang probleemloos draaien, zelfs na het overschrijden van zijn technische levensduur en dan ineens uitvallen. Je kunt dan nog zoveel metingen verrichten, de betrouwbaarheid kun je er niet meer mee garanderen. En dus moet er weer meer preventief onderhoud worden uitgevoerd. Om dat probleem te ondervangen, ontwikkelden we de dynamic lifetime prognosis. Normaal gesproken wordt de gemiddelde levensduurverwachting van een thruster afgeleid van de gemiddelde belasting en de gemiddelde kracht die hij tijdens gebruik levert. Maar als je een thruster minder belast dan normaal, kan hij veel langer meegaan dan in het ontwerp was berekend. Ik heb berekend dat een boegschroef die op zeventig procent van zijn nominale belasting moet werken, wel 2,5 keer zo lang mee kan gaan. Maar er zijn natuurlijk meer omstandigheden die de levensduur bepalen. De olie kan vervuilen, er kan vocht in de smeerolie komen, als een schroef stilstaat kan hij ook schade oplopen en zo zijn er talloze factoren die slijtage in de hand werken. Het model dat ik ontwikkelde houdt rekening met werkelijk gemeten waarden en kan zo beter voorspellen wanneer een thruster een revisie behoeft.’

Operational state matrix Velthuis ontwikkelde ook zijn eigen versie van een belastingsprofiel, dat hij de

operational state matrix noemt. In dit model worden alle parameters die invloed hebben op de levensduur tegen elkaar uitgezet en voor elke positie in het model kan vervolgens de verwachte levensduur worden gemeten, afhankelijk van snelheid, kracht, olie, temperatuur, vocht, oliekwaliteit enzovoorts. ‘Het is nu zaak om de theoretische modellen te verfijnen met de faaldata die we verzamelen, maar het is wel gelukt om op een betrouwbaardere manier de levensduur van thrusters te voorspellen op basis van historisch gebruik en op het voorspelde gebruik in de toekomst. Schippers weten nu precies wanneer ze hun volgende revisie moeten inplannen en weten dat het onderhoud dan ook daadwerkelijk nodig is.’ Inmiddels is de dienstverlening van het team van Velthuis niet alleen beperkt tot de grote partijen. Ook eigenaren van bevoorradingsschepen of sleepboten kunnen hun boegschroeven laten monitoren. ‘Voor die kleinere partijen, bij wie de betrouwbaarheid iets minder kritisch is, voeren we niet dagelijks analyses uit, maar maandelijks. Ook die partijen kunnen hun operationele kosten omlaag brengen door condition based maintenance, maar deze partijen kunnen zich meer risico veroorloven en hebben tijd om eventuele schade te herstellen.’

Goud ‘Met de data die we verzamelen, hebben we goud in handen´, zegt Velthuis tot slot. ‘We kunnen de informatie die we hebben verzameld en de kennis die we hebben opgedaan weer inzetten bij nieuwe ontwerpen van thrusters. Die ontwerpgegevens kunnen we vervolgens weer inzetten in de verschillende levensfases van onze producten.´ ■

01

iMaintain 15

I Wärtsila.indd 11

27-01-15 17:30


12 REGELGEVING

In BRZO+ staan compliancy en samenwerking centraal De brand bij Chemie-Pack in 2011 luidde een nieuw tijdperk in voor bedrijven die vallen onder het regime van het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO). Hoewel er bij de brand geen slachtoffers vielen, legde het wel een bom onder de toezichthoudende instanties. In de jaren voor de brand hadden zij veel overtredingen van de veiligheidsregels bij het opslagbedrijf geconstateerd, maar nooit harde maatregelen genomen. Die houding is inmiddels veranderd. David van Baarle

Volgens de Onderzoeksraad voor de Veiligheid, die begin 2012 de onderzoeksresultaten naar aanleiding van de brand bij het opslagbedrijf naar buiten bracht, was de overheid ‘traag en te coulant geweest bij het toezicht en de handhaving van Chemie-Pack’. De oorzaak van de brand zelf was uiteindelijk een menselijke fout: een door het koude weer vastgelopen pomp werd met een gasbrander opgewarmd, met alle gevolgen van dien. Hoewel er geen slachtoffers vielen, was de milieuschade aanzienlijk. De grond op en rondom het bedrijf en ook het grondwater was ernstig vervuild. Het imago van de chemie had bovendien ook een deuk opgelopen, net als overigens het imago van de toezichthouders.

Mentaliteit Volgens de Onderzoeksraad was de beheersing van de risico’s door het bedrijf zowel technisch als organisatorisch niet van het niveau dat mag worden verwacht van een BRZO-bedrijf. Het was achteraf dan ook vreemd dat Chemie-Pack over een geldige vergunning beschikte. Aan het verstrekken van deze vergunning was een traject van zes jaar vooraf gegaan. Deze lange periode was een gevolg van het feit dat het bedrijf aanhoudend talmde, uitstel vroeg en kreeg en onvolledige informatie aanleverde. De gemeente ging daarin mee en zag gedurende dit traject geen noodzaak om het bedrijf tot sneller handelen aan te zetten. Verder constateerde de Onderzoeksraad structurele tekortkomingen bij de toezichthoudende instanties. Of zoals men het zei in de eindrapportage: ‘Er was geen mentaliteit om effectief in te grijpen.’ De inspecties, ook van andere toezichthouders zoals de Regionale Milieu Dienst, de Arbeidsinspectie en de brandweer, werden bij Chemie-Pack altijd vooraf aangekondigd. Die houding veranderde al snel en het

01 15 iMaintain

Compliance.indd 12

mag dan ook geen verbazing wekken dat niet lang na de brand bij Chemie-Pack een onaangekondigde inval werd gedaan bij opslagbedrijf Odfjell. In de zomer van 2012 ondernamen de toezichthouders een gezamenlijke actie en vielen het bedrijf ’s nachts binnen. Het bedrijf kon onvoldoende aantonen dat met name de koel- en blussystemen naar behoren werkten en ook aan de integriteit van de pijpleidingen werd getwijfeld. De tijden van overleg en een gezamenlijke aanpak van de grootste pijnpunten waren voorbij. Odfjell moest eerst aantonen dat het veilig kon werken. Het bedrijf had al een aantal incidenten genoteerd en waarschuwingen gekregen om de veiligheid in orde te maken. Hoewel men al investeringen had aangekondigd, en verbeterplannen ingediend, ging het volgens de toezichthouders niet snel genoeg. De nieuwe werkelijkheid was dat het bedrijf eerst de veiligheidssystemen op orde moest hebben en de integriteit kunnen aantonen, voordat het zijn activiteiten weer mocht oppakken. Zwaarwegend was het volgens DCMR dat het bedrijf van diverse tanks niet kon aantonen wanneer ze voor het laatst waren geïnspecteerd. Inmiddels neemt Odfjell steeds meer opslagterminals in gebruik. De huidige stand is dat het bedrijf 106 K1/K2-tanks en 27 K3-tanks opnieuw in gebruik heeft genomen. Daarmee zijn nog lang niet alle terminals in gebruik, maar het geeft wel aan dat het bedrijf het vertrouwen aan het terugwinnen is.

BRZO+ Een van de aanbevelingen van de Onderzoeksraad was om de keurende instanties beter met elkaar te laten samenwerken. Met name de regionale uitvoeringsdiensten zouden alle benodigde expertise in huis moeten hebben om BRZO-bedrijven te kunnen beoordelen op het naleven van wet- en regelgeving: compliancy dus.

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

27-01-15 17:27


FOTO: BASF

REGELGEVING 13

De minister van Veiligheid en Justitie werd naar aanleiding van de brand bij ChemiePack dan ook aanbevolen de Wet veiligheidregio’s te evalueren en daarbij te kijken naar de aanpak van incidenten die de grens van een veiligheidsregio overstijgen, maar die niet de eigenschappen hebben van een nationale crisis of ramp.

De ambitie van BRZO+ is in ieder

regeldruk zal werken, valt nog te bezien. De ambitie van BRZO+ is in ieder geval om samen te werken alsof het om één overheidsdienst gaat. Dat betekent dat men streeft naar uniformiteit zodat een level playing field ontstaat. Dat betekent ook dat ze bedrijven integraal benaderen en beoordelen. Verdere ambities zijn om risicogestuurd te werken en de regels te verscherpen waar dat nodig is en de ruimte te geven waar dat kan.

geval om samen te werken alsof

Nabrander

het om één overheidsdienst gaat.

Onlangs promoveerde Marieke Kluin aan de Technische Universiteit Delft op het proefschrift getiteld Optische regelnaleving - Handhaving en regelnaleving in de Nederlandse chemische industrie. In dit criminologische proefschrift onderzocht zij regelnaleving en -overtreding in de chemische industrie in het Rotterdam-Rijnmond gebied, en de handhaving van BRZOregelgeving door inspecteurs tot 2011. Kluin onderzocht de mogelijke relaties tussen regelovertreding, regelnaleving, organisatiecriminaliteit en veiligheid in de chemische industrie. Het handhaven van regelgeving door BRZO-inspecteurs stond centraal.

Die samenwerking is er inmiddels. De regionale toezichthouders, de Rijksoverheid, veiligheidsregio’s en vertegenwoordigers van de waterschappen werken vanaf begin 2014 samen in BRZO+. De partijen kenden elkaar al van het Landelijke Regieteam (LAT) BRZO, maar die samenwerking was nog vrijwillig. BRZO+ krijgt veel meer regie, meer macht en moet de activiteiten van de verschillende toezichthouders stroomlijnen. Of deze ontwikkeling positief of negatief voor de

De onderzoeker analyseerde de regelnaleving van vijftien BRZO-plichtige bedrijven voor een periode van tien jaar en concludeerde dat de beoordeling van de effectiviteit van handhaving zeer complex is. Kluin: ‘Of een onderneming de regels volgt, wordt onder andere bepaald door een interactief proces tussen de onderneming en inspecteur, waarin zij elkaar wederzijds beïnvloeden. Naast het interactieve proces tussen reguleerder en gereguleerde wordt de naleving van regelgeving beïnvloed door vele andere factoren: het wettelijk kader, het type overtreding, het type bedrijf, de organisatie en cultuur van de inspectiedienst, individuele verschillen en achtergronden van de inspecteurs, en de brede politieke, economische en sociale context waarin de interactie zich afspeelt.´ Het is volgens Kluin dus te simplistisch om elke situatie in een handhavingsproces op dezelfde wijze te benaderen. ‘Om algemene regelgeving op de juiste manier toe te passen op specifieke situaties is het cruciaal dat wordt geïnvesteerd in de training van inspecteurs, zodat zij blijven beschikken over de juiste vaardigheden, kennis en professionaliteit.’

01

iMaintain 15

Compliance.indd 13

27-01-15 17:27


BRAND

ONZE MEDEWERKERS MAKEN HET VERSCHIL SAFETY FIRST I PRODUCTIVITY I BEST PEOPLE

Veiligheid op de werkplek is bij BRAND een van de belangrijkste pijlers voor succes. Onze steigeren isolatiemonteurs werken in industriële omgevingen waar de veiligheidseisen bijzonder hoog zijn. BRAND biedt een breed scala aan programma’s en tools om het veiligheidsgedrag op de werkvloer te bevorderen. Mijn grootste passie is het verder stimuleren van veiligheid. Met als uiteindelijk doel dat iedereen veilig werkt en weer gezond naar huis toe gaat. Dan pas ben ik tevreden!

Remco Beijers

KVM District Coördinator Brand Energy & Infrastructure Services Bekijk hier het streven van Remco

ACCESS SOLUTIONS I INSULATION SERVICES

25072

Brand Energy & Infrastructure Services T +31 (0)10 445 54 44 E nl@beis.com W www.beis.com

25072 BRAND adv Remco Beijers - Safety - iMaintain.indd 1 Advertenties.indd 14

26-01-15 17:22 27-01-15 17:22


FOTO: GEMEENTE ROTTERDAM

REGELGEVING 15

Afname In het algemeen is bij alle bedrijven sinds 2006 een afname te zien in het aantal milieuovertredingen. Buiten deze trend hebben de chemische bedrijven, die Kluin in haar onderzoek betrok, een gevarieerd en wisselend patroon voor wat betreft regelnaleving en -overtreding op het gebied van milieu, arbeidsomstandigheden en BRZO-wet en regelgeving. Overigens varieerden overtredingen van het ontbreken van een testrapport tot overtredingen waarbij de veiligheid van een medewerker in gevaar kwam. ‘Zoals in elk handhavingsproces zullen er onopgemerkte of onbestrafte overtredingen voorkomen. Individuele verschillen in het gedrag en de besluitvorming van inspecteurs zijn van invloed op het al dan niet opleggen van een sanctie.’ De chemische bedrijven in het onderzoek van Kluin reageerden verschillend op toezicht en handhaving, variërend

van maatschappelijk verantwoord tot onfortuinlijk, roekeloos of calculerend. In het onderzoek van Kluin werden vier ondernemingen getypeerd als calculerend, waarbij zij berekenend de grenzen van regelgeving opzochten. Zes roekeloze bedrijven vinden het moeilijk om aan de regelgeving te voldoen, zijn onwetend of onbekwaam, of zien het belang van de regelgeving niet in. Eén onderneming die Kluin in haar onderzoek betrok was vanwege gebrek aan technische en financiële middelen niet in staat om de regelgeving na te leven. Uiteindelijk kon maar een klein deel van de onderzochte bedrijven als ‘maatschappelijk verantwoord’ worden aangeduid. Vier bedrijven voldeden aan de regels en werden daarnaast als proactief beschouwd.

Veiligheid voorop Intussen zit ook de industrie niet stil. Bij de BRZO-bedrijven, maar ook bedrijven met

een kleiner risicoprofiel staat compliancy bovenaan de agenda. Dit blijkt ook uit het jaarlijkse verslag van de inspecties: de ‘Staat van de Veiligheid’. Hieruit blijkt dat bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken steeds beter op veiligheid scoren. Veiligheid Voorop, een gezamenlijk programma van brancheorganisaties (waaronder de NVDO en Profion), ziet als belangrijkste conclusie van het rapport de sterke vermindering van het aantal geconstateerde ernstige overtredingen waarbij de veiligheid onmiddellijk in het geding is geweest. De inspectiediensten hebben in 2013 bij de ruim vierhonderd BRZO-bedrijven in negen gevallen een dergelijke overtreding geconstateerd tegen 47 in 2012. In totaal hebben de inspectiediensten in 2013 circa 1.100 overtredingen van veiligheidsregels vastgesteld tegen 900 in 2012. Er zijn in 2013 echter extra controles uitgevoerd met name op tankopslag. Nagenoeg alle 1.100 overtredingen in 2013 vallen in de categorieën minder ernstige en lichte overtredingen.

Kans Als bedrijven hun onderhoud en beheersystemen zo inrichten dat ze de toezichthouders ervan kunnen overtuigen hun huiswerk goed gedaan te hebben, kan de regeldruk wellicht afnemen. Ook de samenwerking van de toezichthouders moet de druk op den duur verminderen of in ieder geval de inspecties stroomlijnen. Het is dus niet voor niets dat compliancy en wet- en regelgeving bovenaan staan bij de onderhoudstrends voor de komende jaren. Maar bedrijven die dit goed voor elkaar hebben, zullen daar ook de vruchten van kunnen plukken. n

iMaintain 2015 Wilt u meer weten over hoe Odfjell er aan werkt om de transformatie van achterblijver naar koploper te maken? Luister op 19 maart naar Theo Olijve, Managing Director van Odfjell Terminals Rotterdam. Hij is een van de sprekers op iMaintain 2015, het jaarcongres van de NVDO en het iMaintainplatform.

01

iMaintain 15

Compliance.indd 15

27-01-15 17:27


16 PERSONEEL

FNV: minder polderen en navelstaren Of het nu om de steigerbouwers bij een onderhoudsstop van Shell Pernis gaat, of de operators van AkzoNobel, de FNV lijkt strijdbaarder dan ooit. Er is een einde gekomen aan te lang polderen en navelstaren. De vakbond heeft het duidelijke statement weer teruggevonden en voert harde actie als dat moet. Niet alleen om hogere salarissen of behoud van werkgelegenheid, maar ook om de veiligheid in de industrie onder de aandacht te brengen. Wim Raaijen

Met lede ogen kijkt vakbondsbestuurder Egbert Schellenberg naar de recente grootscheepse acties in België. Een enorm protest tegen het voorgenomen beleid van de nieuwe Vlaamse regering. Misschien zou Nederland niet op een dergelijke manier plat zijn gelegd, maar twee jaar geleden, toen de Nederlandse regering soortgelijke maatregelen aankondigde als het Belgische kabinet nu, deed de vakbeweging nagenoeg niets. ‘We waren toen teveel bezig met onze eigen fusieperikelen en hebben daardoor geen stevige vuist kunnen maken. Er is zelfs geen poging ondernomen om het Museumplein vol te krijgen. Toch wel een gemiste kans. Nu is bijvoorbeeld de verhoging van de pensioenleeftijd er wel heel gemakkelijk doorheen gekomen.’

Schijnconstructies steigerbouw

FOTO: WIM RAAIJEN

Inmiddels lijken de gelederen gesloten en is de vakbond weer meer naar buiten

gericht. Verschillende spots op radio en tv moeten dat duidelijk maken. En ook de actiebereidheid is de laatste maanden toegenomen. De Rotterdamse industrie heeft dat aan den lijve ondervonden. Ook Shell Pernis kwam niet onder het herrezen elan van de FNV uit. Eind oktober voerde de bond actie op locatie, omdat Shell bedrijven zou inhuren die de cao voor steigerbouwers ontduiken. Dat gaat volgens de bond via ingewikkelde constructies met uitzendbureaus en de inzet van goedkopere krachten uit Oost-Europa. Uit doorrekeningen van de FNV blijkt dat Shell mogelijk 2,5 ton tot ruim zes ton op loonkosten heeft bespaard tijdens een onderhoudsstop afgelopen jaar in Pernis. Uitgaande van een groep van vierhonderd uitzendkrachten. In de gehele sector verdwijnt er volgens de bond jaarlijks mogelijk 33 miljoen euro, of 11.000 euro per uitzendkracht, in de zakken van werkgevers ergens in de keten, doordat ze

01 15 iMaintain

N vakbonden.indd 16

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

27-01-15 17:16


PERSONEEL 17

gebruik maken van schijnconstructies. Op het terrein van Shell Pernis werden eind oktober folders uitgedeeld over de onderbetaling van de steigerbouwers. FNV-topman Heerts wilde ook een rapport overhandigen aan de directie van Shell Pernis. Die wilde dat echter niet aannemen en stelde dat de FNV eerst maar eens om de tafel moet met de werkgevers in de steigerbouw. Volgens Schellenberg ontkent Shell daarmee haar verantwoordelijkheid voor de hele keten. Shell heeft volgens hem als klant veel meer invloed dan in de reactie wordt gesuggereerd.

wel rekening met eventuele gevolgen. Zo willen we met onze acties geen milieuschade veroorzaken. In ons draaiboek wilden we eerst de productiecapaciteit naar veertig procent terugschroeven, en mocht dat nodig zijn vervolgens naar twaalf procent. Uit onderzoek blijkt dat op dat niveau het milieu nog steeds geen schade hoeft te ondervinden.’ Bij twaalf procent zou de toelevering aan Shin-Etsu en Huntsman echter wel in gevaar komen. Schellenberg: ‘Dat zou stevige impact hebben. Je zou dan verwachten dat die bedrijven AkzoNobel

‘We houden wel rekening met eventuele gevolgen. We willen met onze acties geen milieuschade veroorzaken.’ Bovendien heeft het afschuiven van verantwoordelijkheid volgens Schellenberg ook te maken met de nabijheid van het hoofdkantoor. Niets gaat dan zonder inmenging van de concerntop. ‘Bij bedrijven als BP en Total is het contact in de Rijnmond veel directer. Omdat ze meer op zichzelf staan. Wellicht wilde directeur Bart Voet van Shell Pernis wel praten over het rapport, maar kreeg hij daar de gelegenheid gewoon niet voor.’ Volgens de vakbondsbestuurder staat de directe inmenging van het hoofdkantoor een proactieve aanpak van dergelijke constructies vaak in de weg.

Veertig procent Maar misschien het meest in het oog springend was toch wel de de staking bij de chloorfabrieken van AkzoNobel. Schellenberg: ‘Inzet was gewoon een reële loonsverhoging van 4,5 procent. In een eigen rapport was AkzoNobel zelf ook tot de conclusie gekomen dat de salarissen van de AkzoNobel-fabriek in de Botlek achterbleven bij andere bedrijven in de omgeving. En er lag zelfs een concrete toezegging van het bedrijf om het gat te dichten. De beloftes werden echter ingetrokken toen de resultaten tegenvielen.’ Praten hielp op een gegeven ogenblik niet meer, dus greep de vakbeweging naar zwaardere middelen. Volgens Schellenberg ontstonden er daarbij nog steeds geen Franse taferelen. ‘We houden echt

zouden overtuigen om weer met ons te gaan spreken. In plaats daarvan spanden ze ons met AkzoNobel een kort geding aan. De rechter bepaalde vervolgens dat de productie niet onder de veertig procent mocht komen.’ Met veertig procent konden de twee belangrijkste klanten net aan toegeleverd worden. De derde in rij, Momentive, had zich op dat moment nog niet zo geroerd. ‘Toen de actie echter langer dan een week duurde, kwam de aap uit de mouw. Momentive zat nog in een onderhoudsstop en verwachtte niet dat de acties erg lang zouden duren. Maar dat was een verkeerde inschatting. Wederom werd er een kort geding aangespannen, om een hogere productie af te dwingen. Maar de rechter bleef bij de veertig procent.’

Circus Toen de acties nog langer voort bleven duren, kwam Schellenberg als bondsgedelegeerde voor Momentive zelf in een lichte spagaat terecht. ‘Onze leden bij Momentive begonnen te klagen dat de acties bij AkzoNobel nadelige gevolgen hadden voor de continuïteit van hun bedrijf. Dan komt er toch een einde aan de solidariteit. Ik heb toen ook een gepeperde brief naar mijn collega moeten sturen die bondsgedelegeerde is bij AkzoNobel.’ En voor Momentive werd het allemaal nog erger. Het incident met de stoomleiding

waardoor heel Shell Moerdijk plat kwam te liggen, had juist voor dit bedrijf grote gevolgen. ‘Shell Moerdijk is precies de andere grote toeleverancier waar Momentive in Pernis van afhankelijk is. Veel beroerder kon je het niet krijgen. In dat soort gevallen gaat de continuïteit van het bedrijf voor alles.’ Uiteindelijk is de staking bij AkzoNobel na 61 dagen gestopt, zonder dat de stakers hun zin kregen. Schellenberg: ‘Er werd een centrale CAO afgesloten, waartegen de kleine groep medewerkers in de Botlek weinig kon beginnen.’ Daar was de kous mee af. Althans voorlopig, stelt Schellenberg. ‘De eerstvolgende mogelijkheid om weer in actie te komen is bij het aanvangen van de nieuwe cao-besprekingen over ongeveer negen maanden. Als Huntsman, Shin-Etsu en Momentive slim zijn proberen ze AkzoNobel er toe te bewegen alsnog in te stemmen met de loonsverhoging. Om te voorkomen dat het hele circus opnieuw gaat beginnen.’

Zichtbaarheid Het is in ieder geval duidelijk dat de FNV weer zijn rol opeist en daarom alle ontwikkelingen op de voet volgt. Zo maakt Schellenberg zich net als verschillende deskundigen zorgen over de veiligheid in de industrie. ‘We krijgen veel signalen dat er te weinig wordt geïnvesteerd in goed onderhoud.’ De FNV herkent wel de conclusies van criminologe Marieke Kluin in haar recente promotieonderzoek. Volgens haar doen verschillende ondernemingen in Rotterdam niets meer aan veiligheid en milieu dan strikt noodzakelijk is. De crisis heeft de veiligheidssituatie volgens Schellenberg niet verbeterd. ‘Overal is op bezuinigd, dus ook op het noodzakelijke onderhoud.’ Iets waar volgens Schellenberg niet genoeg aandacht aan kan worden besteed. En anders dan sommige andere vakbonden, schuwt FNV harde acties niet. Of het nu gaat om de veiligheid, de werkgelegenheid, of de loonontwikkelingen in de industrie, de vakbond wil weer zichtbaar zijn voor haar leden. En dat lukt niet als je alleen maar aan het overleggen bent. n

01

iMaintain 15

N vakbonden.indd 17

27-01-15 17:16


18 WHAT’S NEXT

Het gebruik van magneten is een bewezen techniek in verschillende vakgebieden. In de wereld van de steigerbouw zorgt het voor een innovatie voor constructies die normaliter niet aan een object kunnen worden verankerd. Tegen een petrochemische installatie kan normaal gesproken nooit een steiger worden gebouwd. Er mag niets aan een chemische tank worden gelast en er mag ook niet in worden geboord. De enige oplossing die steigerbouwers hebben, is om een vrijstaande piramideachtige constructie naast de tank te bouwen.

Magneten besparen tijd en geld in steigerbouw De magneten van het bedrijf McNetiq zorgen ervoor dat de kosten en doorlooptijd voor steigerbouw in de industrie een stuk omlaag kunnen. Met de magneten kan er wel recht omhoog worden gebouwd. Bas Gravendeel van het bedrijf legt uit: ‘Onze magneten kunnen wel aan een chemische tank worden vastgemaakt. Een steigerconstructeur vertelt ons wat hij nodig heeft en wij kunnen laten zien dat de magneetkracht die nodig is, kan worden gehaald. We kunnen elk ankerpunt berekenen. Meer dan ooit weet je dat elke steiger goed staat.’ Contractor Bilfinger heeft de technologie aangeboden bij Dow Chemical en dat bleek het bedrijf een aanzienlijke besparing op te leveren. De doorlooptijd voor de steigerbouw werd veertig procent korter, en er was zeventig procent minder materiaal nodig. Maarten Griep, Engineering Solutions Construction Manager bij Dow, was enthousiast om met de magnetische ankers te werken. ‘Er is veel aan de oplossing gerekend en getest om honderd procent veiligheid te garanderen. Er moeten mensen op de steiger

staan, dus moet het veilig zijn.’ Inmiddels staat er een steiger van slechts 1,5 meter breed, over een lengte van 5 meter en een hoogte van 35 meter, stevig verankerd aan een ethyleentank van Dow. Hierop kan veilig worden gewerkt aan een nieuwe installatie bij de opslagtank waarvoor ook piping tot boven de tank moet worden gelegd. Griep ziet nog een voordeel van de nieuwe methode. ‘Omdat de opstelling kleiner wordt, heb je ook minder mensen in kortere tijd nodig om de steiger te bouwen. In verband met veiligheidsrisico’s zien we liever kleine groepen vertrouwde gezichten op de site dan grote groepen onbekenden.’ Michel van der Gracht, manager van het bedrijfsbureau van Bilfinger Industrial Services, ziet meer perspectief voor deze techniek. ‘Dit project is het begin van een nieuwe ontwikkeling binnen de steigerbouw. De standaard magneten die nu zijn gebruikt, zullen met de partners worden doorontwikkeld voor specifieke toepassingen binnen de steigerbouw.’

Astronauten aan boord van het internationale ruimtestation hebben eind november voor het eerst een voorwerp geprint met een 3D-printer. Het ontwerp voor een moersleutel werd door het bedrijf Made In Space gemaild naar het ISS. Het object kon vervolgens in vier uur worden geprint. De astronauten nemen het geprinte voorwerp mee terug naar de aarde zodat onderzocht kan worden of er verschillen zijn tussen voorwerpen die in de ruimte worden geprint en objecten die op aarde uit de 3D-printer rollen. De techniek betekent een enorme verandering voor de ruimtevaart.

01 15 iMaintain

M What’s Next.indd 18

CREDIT: MADE IN SPACE

V O O RW E R P E N N A A R D E RU I M T E G E M A I L D

Raketten zijn nu niet meer de enige mogelijkheid om spullen in een ruimtestation te krijgen.

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

27-01-15 17:27


WHAT’S NEXT 19

In Nederland ligt zo’n 35.000 kilometer aan drinkwaterleidingen, waarvan de meerderheid in de jaren zestig en zeventig zijn aangelegd. Drinkwaterbedrijven zien zich binnen enkele jaren dan ook voor een grote saneringsopgave gesteld, doordat deze leidingen aan vervanging toe zijn. Een kous van Heijmans zorgt ervoor dat er zonder te graven leidingen kunnen worden vervangen. Deze techniek, kousrelining, voorkomt overlast voor de omgeving, maar bespaart ook tijd en geld. Op 9 december is in Sittard voor het eerst een deel van het bestaande waterleidingnet van binnenuit gesaneerd met de kousmethode. Op de plek van de te renoveren drinkwaterleiding wordt een intredepunt gegraven: een putschacht met een oppervlakte van ongeveer drie vierkante meter. Als de waterleiding in beeld komt, wordt een deel ervan verwijderd. Een meter of 125 verderop wordt een uittredepunt gegraven. De schachten krijgen een veilige sleufafkisting zodat de grond niet inzakt. Bij het intredepunt wordt een preliner ingebracht, een soort vuilniszak die dient als waterdichte afsluiting tussen de oude buis en de harskous. De kous wordt onder luchtdruk soepel uitgerold over de preliner. Onder waterdruk wordt de kous tegen de bestaande leiding aangedrukt. Vervolgens wordt de temperatuur van het water in de kous langzaam opgevoerd naar circa 80 graden Celsius, dit veroorzaakt een chemische reactie waardoor de hars gaat uitharden. De buis die daardoor ontstaat vervangt de oude buis, inclusief alle constructieve eigenschappen. Een nieuwe leiding

FOTO: EVERTKN.NL, HEIJMANS

KOUS MAAKT OUDE LEIDING ALS NIEUW

van hars gaat tachtig tot honderd jaar mee. Hoewel deze methode al jaren werd toegepast bij het repareren van rioolbuizen, is het uniek dat deze techniek nu ook voor drinkwaterleidingen kan worden gebruikt. Het bedrijf ontving op 21 januari voor deze innovatie tijdens de InfraTech beurs in Ahoy Rotterdam de InfraTech Innovatieprijs 2015.

R B I - M O D U L E M A A K T V E I L I G H E I D O P S L AG TA N K S A A N TO O N B A A R Tankopslagbedrijven kunnen met de nieuwe Risk Based Inspection (RBI) softwaremodule van Optimizer+ aantonen dat aan veiligheidsnormen wordt voldaan. Door het gebruik van de module optimaliseren bedrijven niet alleen hun inspectiefrequenties, ze hebben ook de zekerheid

dat er volgens de richtlijnen wordt gewerkt. Alle gegevens van een tank staan in één file bij elkaar. Dat is handig bij controles, maar ook voor het bedrijf zelf. Vaak blijkt uit de RBI-analyses, dat de vaste inspectiefrequentie van tanks flink naar beneden kan. Het is niet ongebruikelijk dat een inspectietermijn met RBI verruimd kan worden van vijf naar bijvoorbeeld twaalf jaar. Het kan er toe leiden dat een opslagtank gedurende een levensduur van vijftig jaar niet tien, maar slechts vier à vijf keer stil gelegd hoeft te worden. Van tal van variabelen is bekend, hoe ze de conditie of veiligheid van een opslagtank of leidingsysteem beïnvloeden. Denk aan corrosie, de dikte van de tankwand bij de laatste inspectie, het soort medium dat wordt opgeslagen en de gemiddelde bedrijfstermijn van de tank. Door deze en andere variabelen per opslagtank in kaart te brengen, worden risico’s ingeschat. De planning van inspectietermijnen kan hierop worden afgestemd. De nieuwe module in Optimizer+ combineert RBI met bestaande Reliability Centered Maintenance (RCM) functionaliteiten. RBI richt zich op inspectie en onderhoud van tankwand, bodem en dak. RCM doet hetzelfde voor randapparatuur als drukventielen, kleppen, ontluchting en alarmering. Door beide invalshoeken te combineren, ontstaat een overzicht van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de complete installatie in één softwaresysteem.

01

iMaintain 15

M What’s Next.indd 19

27-01-15 17:27


20 WHAT’S NEXT

Vliegtuigfabrikant Boeing heeft met succes ’s werelds eerste vlucht op groene diesel uitgevoerd. De Boeing 787 Dreamliner vloog in de Verenigde Staten op de door Neste Oil ontwikkelde brandstof, genaamd NEXBTL. Meer proefvluchten staan al in de planning. De testen zijn onderdeel van het ecoDemonstrator programma dat in 2012 door Boeing is gelanceerd. Met het programma doet Boeing onderzoek naar de mogelijkheden van verschillende technologieën en materialen om het brandstofverbruik en de uitstoot van vliegtuigen te verminderen. Neste Oil is door Boeing gekozen als een van haar partners voor het programma. Neste leverde reguliere winter diesel brandstof, deze brandstof wordt normaal gesproken gebruikt bij wegvoertuigen. De brandstof werd geleverd aan de brandstofleverancier van Boeing, EPIC Aviation. EPIC Aviation heeft de brandstof gemengd en is zo tot de NEXTBL brandstof gekomen. De Boeing 787 vloog op een brandstofmix van 15 procent NEXBTL en 85 procent gebruikelijke aardoliebrandstof.

FOTO: NESTE OIL

BOEING VLIEGT ALS EERSTE OP GROENE DIESEL

Boeing is tevreden over de testvlucht. Het vliegtuig vloog niet anders dan normaal en er was geen verschil te merken tussen de groene dieselmix en de gebruikelijke brandstof.

BETONSCHADE REPAREREN MET HULP VAN BACTERIËN

WINDTURBINES VERWARMD DOOR NANOCOATING Onderzoekers van het Duitse Fraunhofer Gesellschaft hebben een coating van koolstof nanobuisjes voor de rotorbladen van kleinere windturbines ontwikkeld. Windturbines in koude gebieden, zoals Scandinavië, Zwitserland en Oostenrijk, kampen met ijsvorming op de rotorbladen, wat de efficiëntie met zo’n 14-20 procent verlaagt en er zelfs voor kan zorgen dat de rotorbladen uit balans raken en de hele turbine uiteindelijk stilvalt. Bestaande ontdooiingssystemen verwarmen het gehele rotorblad en zijn daardoor inefficiënt; de Fraunhofer-onderzoekers verdeelden de rotorbladen in vlakken en gaven elk vlak een verwarmbare coating van koolstofnanobuisjes en een ijsdetector. Hierdoor kunnen de alleen door ijs geplaagde gedeeltes worden verwarmd, wat achttien procent energieefficiënter is. Hiermee wordt de turbine ook weer veiliger, omdat de kans op vallende, brokken ijs kleiner wordt.

Door de hulp van bacteriën in te schakelen, is schade aan verouderd beton wellicht verrassend eenvoudig te repareren. Onderzoeker Henk Jonkers van de Technische Universiteit Delft ontwikkelde met zijn collega Virginie Wiktor een manier om bacteriën kalksteen te laten produceren in beton. Het biologische reparatiesysteem bestaat uit twee vloeistoffen die op het beschadigde beton worden gespoten. De eerste vloeistof bevat de kalksteenproducerende bacteriën, voedingsstoffen en een pH-buffer. De tweede vloeistof bestaat uit organische calciumverbindingen en anorganische voedingsstoffen. Als de eerste vloeistof op beton wordt gespoten, trekt de vloeistof in de scheuren en poreuze oppervlakken van het beton. Nadat de tweede vloeistof is toegevoegd wordt de absorptie versterkt en vormen de beide vloeistoffen een visceuse gelei die de scheuren afsluit. Vervolgens gaan de bacteriën aan het werk. Zij produceren volop calciumcarbonaat en vullen daarmee de betonschade op. Het team van Jonkers heeft een subsidie gekregen van technologiestichting STW. Met de subsidie willen de onderzoekers een volwaardig demonstratiemodel van het biologische reparatiesysteem ontwikkelen. Dat model moet potentiële gebruikers, zoals bouwbedrijven, betonreparatiebedrijven en consultancybureaus, interesseren voor de techniek.

01 15 iMaintain

M What’s Next.indd 20

27-01-15 17:27


WHAT’S NEXT 21

GOUDEN NANOBOLLETJE ALS ‘TUNNELBOOR’ Gouden bolletjes kunnen, als ze verhit worden, zich een weg banen door keramisch materiaal en zo een keurige nanotunnel ‘boren’. Zo ontstaat een aantrekkelijke nieuwe manier om chips te voorzien van poriën voor bijvoorbeeld DNA-analyse. Onderzoeker Lennart de Vreede van de Universiteit Twente heeft een groot aantal microscopisch kleine schijfjes goud aangebracht op een oppervlak van siliciumoxide. Bij verhitting blijkt het goud zich in enkele uren, loodrecht op het oppervlak, als bolletjes door het materiaal te bewegen. Na negen uur verhitten is dan bijvoorbeeld een porie ontstaan van 800 nanometer diep en met een diameter van ongeveer 25 nanometer: normaal gesproken alleen te fabriceren met complexe processen. Het goud kan zelfs helemaal door het materiaal heen bewegen, zodat alle nanotunnels samen een zeef vormen. Ook kan de tunnel aan één kant dicht blijven, bijvoorbeeld om een mal te maken voor nanostructuren. Eenmaal verhit tot nabij hun smeltpunt, gaan de goudschijfjes zich niet uitspreiden over het oppervlak, maar vormen ze bolletjes. Ze verdringen daarbij het siliciumoxide, zodat er een soort cirkelvormig ‘dijkje’ om het bolletje ontstaat. Vervolgens wordt het steeds kleiner en beweegt het bolletje zich het materiaal in. Het goud verdampt en het siliciumoxide blijft in beweging tijdens de temperatuurbehandeling. De Vreede ziet voor poriën van deze nano-afmetingen kansen in bijvoorbeeld ‘DNA-sequencing’: een DNA-molecuul wordt dan door de tunnel heen getrokken, waarbij de bouwstenen -nucleotiden- achtereenvolgens zijn te analyseren. De verwachting is dat deze methode ook toepasbaar is op andere keramische materialen. De onderzoekers hebben al succesvolle experimenten gedan met siliumnitride. Het onderzoek is uitgevoerd in de BIOS Lab-on-a-chip groep, die deel uitmaakt van het MESA+ Instituut voor Nanotechnologie en het Mira Instituut voor Biomedische Technologie en Technische Geneeskunde van de UT.

ROBOT MET GEVOEL WINT AFSTUDEERPRIJS AVANS HOGESCHOOL Hoe voelt een droevige robot? En waarom is gevoel niet veel belangrijker bij het ontwikkelen van techniek? Die twee vragen liggen aan de basis van de scriptie van Mark de Reijer. Hij won eind december met zijn robot met gevoel de afstudeerprijs van Avans Hogeschool. De Reijer ontwikkelde Tuŝi, een kleine robot die kan voelen wat jij doet en zijn eigen emoties ook voelbaar kan maken. Tuŝi ziet er uit als een wit kegelvormig kussen, en kan zijn emoties puur en alleen communiceren door beweging. Hij krijgt bulten als hij boos is, ademt diep in als hij gespannen is, hij kan trillen, buigen en strekken. Hij reageert op aaien en aanraking. Als je hem te lang ondersteboven houdt of schudt, wordt hij boos. De Reijer: ‘Proefpersonen herkenden in tachtig procent van de gevallen de emoties die Tuŝi uitte. Met dit project heb ik kunnen aantonen dat het heel goed mogelijk is om techniek, emotie en gevoel aan elkaar te koppelen. Mensen begrijpen de emoties van een robot als deze. Het is net een blopje’, vertelt hij over de robot. ‘Het gaat puur om het herkennen van de emotie. Daarom lijkt het niet op een mens of dier, om deze invloed uit te sluiten. Zo kan er veel beter gefocust worden op de voelbare eigenschappen. Het gebruik van het tastzintuig binnen technologie heeft een enorm ondergeschikte plaats als we kijken naar het belang en de mogelijkheden van de tastzin.’ Avans kent de afstudeerprijs jaarlijks toe aan het beste afstudeerproject. De winnaar ontvangt 1500 euro. De andere genomineerden ontvangen een aanmoedigingsprijs van 200 euro. Bekijk een filmpje van Tuŝi op http://vimeo.com/104194092.

TUINBRUG OVER DE THAMES Begin januari heeft burgemeester Johnson van Londen plannen voor een tuinbrug over de Thames definitief goedgekeurd. Zoals het er nu naar uitziet, zal de bouw begin 2016 beginnen en in 2018 worden afgerond. De burgemeester is van mening dat de brug ervoor zal zorgen dat mensen sneller even een wandeling gaan maken op een rustige plek. Hij voorziet ook een economische groei voor de directe omgeving. De tuinbrug zal zo’n 366 meter lang worden en is in principe alleen bestemd voor voetgangers. Op de brug worden 270 bomen en verschillende struiken, planten en bloemen geplaatst. Het wandelgebied zal ’s nachts worden gesloten. Niet iedereen is even blij met de plannen, zo mogen fietsers geen gebruik maken van de brug en moeten groepen groter dan acht personen toestemming vragen om op de brug te kunnen zijn. De brug is bedacht door actrice Joanna Lumley en ontworpen door architect Thomas Heatherwick, die ook als ontwerper betrokken was bij de Olympische Spelen van 2012 in Londen. Het kunstwerk wordt de negentiende brug over de Thames in de stad en zal tussen Blackfriars Bridge en Waterloo Bridge

komen te liggen. De kosten voor de bouw worden op ongeveer 175 miljoen pond (222 miljoen euro) geschat. Jaarlijks zou de brug in onderhoud zo’n 3,5 miljoen pond (4,6 miljoen euro) moeten kosten. Door de brug ook te gebruiken als plaats voor evenementen zou een deel van de kosten kunnen worden opgevangen. Hierover is echter nog geen akkoord bereikt.

01

iMaintain 15

M What’s Next.indd 21

27-01-15 17:27


Het iMaintain Platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en assetmanagement. Het platform belicht op een journalistieke en onafhankelijke manier innovaties, behandelt actuele onderwerpen en inspireert. Via het vakblad iMaintain, met de website www.imaintain.info, met vier rondetafelmeetings per jaar, diverse bijeenkomsten en met een jaarcongres bereikt het iMaintain Platform haar doelgroep.

De partnerstructuur van het iMaintain Platform bestaat uit complementaire marktpartijen. De samenstelling waarborgt de objectiviteit van het platform en zorgt voor een verregaande integratie in de doelgroep.

De volgende bedrijven zijn partner van het iMaintain Platform:

iMaintain platform.indd 22

27-01-15 17:30


Het expertpanel van het iMaintain Platform bestaat uit de volgende specialisten:

Leden van het iMaintain Platform

asset management

Henk Akkermans Hoogleraar dynamiek van toeleveringsnetwerken, Universiteit Tilburg Wetenschappelijk directeur DI-WCM

Nico van Kessel Principal Consultant Asset Management, Tata Steel

Leo van Dongen Professor Maintenance Engineering, Universiteit Twente Directeur Fleet Services, NedTrain

Cor van de Linde Directeur innovatieplatform iTanks Maintenance Manager of the Year 2012

Mark Haarman Managing Director, Mainnovation

Henk van der Meer Teamleider Events, BP raffinaderij Rotterdam

Rob de Heus Champion World Class Maintenance, Sitech Services

Roelf Venhuizen Voorzitter Profion, Bestuurlid Veiligheid Voorop, Voormalig CEO NAM

Geert-Jan van Houtum Professor Reliability, Quality en Maintenance, TU Eindhoven

Johan Wolt Maintenance Manager, AkzoNobel lndustrial Chemicals MCA Delfzijl Maintenance Manager of the Year 2014

Ton Huibers Maintenance Manager, Vlisco Maintenance Manager of the Year 2013

Scan de foto en bekijk het filmpje 1) 2) 3) 4)

Installeer op uw smartphone of tablet de app ‘iLinqs’ Start de app op uw smartphone of tablet Scan de foto waarbij het icoon is geplaatst Het bijbehorende filmpje verschijnt op smartphone of tablet

Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het iMaintain Platform, kijk dan op www.imaintain.info of neem contact op met Anouk Bouwmeester: Anouk@industrielinqs.nl – 020 3122 797

iMaintain platform.indd 23

27-01-15 17:30


24 TECHNICAL AVAILABILITY

Leren te analyseren In het productieproces van Lubrizol Advanced Materials uit het Belgische Oevel is de mixer als 'hart van de fabriek' van groot belang voor het proces. Alles wat er gemaakt wordt, wordt verkocht en dus is een hoge beschikbaarheid van deze asset van vitaal belang. Bijbouwen is nu geen keuze, de technical availability verhogen wel. Trillingen in het systeem zeggen veel over de conditie van de mixer, maar hoe die informatie geïnterpreteerd moet worden, dat is een leerproces. Mark Oosterveer

Op de site in Oevel staan twee plants. In de zogeheten TPU-fabriek worden thermoplastische polyurethanen gemaakt; kunststoffen of engineered polymers die worden toegepast in verschillende producten, van gymschoenen tot elektronica. In de CPVCfabriek wordt nagechloreerd PVC gemengd met additieven tot pellets of poeder met specifieke kleuren en eigenschappen. De grondstof komt van de Lubrizol-fabriek in Delfzijl en wordt in poeder aangevoerd. In de mixer worden toevoegingen gedaan en wordt het geheel gedurende vaste tijden gemengd. De mixer is hier het hart van het proces. Het geproduceerde product wordt gebruikt voor kunststoffen met een hoge hittebestendigheid, zoals leidingen voor sprinklerinstallaties. Veel van het product gaat naar India en de VS, maar ook op andere plaatsen in de wereld is er vraag naar. De eigenschappen en de kwaliteit van het geproduceerde product worden bepaald door de mengverhoudingen en de duur van het proces.

Technical availability Gert Hanegreefs is als maintenance en reliability engineer verantwoordelijk voor

het onderhoud en de beschikbaarheid van installatie en de mixer. ‘De technical availability van onze mixer is essentieel voor het productieproces. Het is voor het bedrijf dan ook belangrijk om meer te kunnen voorspellen over het eventuele falen van de mixer. Niet alleen omdat stilstand bij ons verlies oplevert, we kunnen elk ton geproduceerd product immers direct verkopen, maar ook omdat de werkzaamheden om de mixer te repareren veel tijd en energie kosten. De installatie is misschien niet heel complex, maar een onderhoudsinterventie voor bijvoorbeeld lagerschade kost al snel twee dagen. Het mechanisch uit- en inbouwen kost bij deze mixer veel tijd. Dat doen we dus liever gepland.’

‘Elke dag weten we nu meer van onze installatie.’

Onderhoud bij de CPVC-fabriek wordt idealiter uitgevoerd tijdens de reiniging van de installatie, als er een batchwissel plaatsvindt of tijdens een geplande shutdown. Verder moet de fabriek draaien. Daarbij komt dat de 24/7-productie wordt ondersteund door een onderhoudsafdeling die tussen 7:30u en 16:00u haar werkzaamheden uitvoert. Uiteraard met een storingsdienst voor calamiteiten. Het plannen en uitvoeren van het benodigde onderhoud gaat in nauw overleg met productie.

Trillingsmetingen Om meer grip te krijgen op de conditie van de mixer is inzicht nodig in de variabelen die iets over die conditie zeggen. Om hierbij te helpen werd gekozen voor het CSI6500 online trillingsbewakingssysteem van Emerson Process Management.

01 15 iMaintain

J Lubrizol.indd 24

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

27-01-15 17:28


TECHNICAL AVAILABILITY 25

Kenny Gautier van Allied Reliability Group EMEA heeft de levering en inbedrijfstelling van dat systeem verzorgd. Het systeem is geplaatst als een standalone oplossing. De rest van het proces wordt bestuurd met een 800XA systeem van ABB. Gautier: ‘Het project is in het eerste kwartaal van 2014 neergezet en we doen op dit moment veel kennis op van de installatie. Omdat de metingen en grafieken zelf weinig vertellen, kijk ik regelmatig mee met Gert Hanegreefs voor de analyse van de metingen en de afstelling van het hele systeem. Zeker de laatste maanden hebben we veel metingen waar we duidelijke veranderingen in waarnemen. Zo’n analyse van trillingen gebeurt op basis van een breed frequentiespectrum. En elke frequentieband zegt iets over een specifiek deel of een bepaalde afwijking, bijvoorbeeld door lagerschade. Daarom hebben we een aantal frequentiebanden benoemd, waarop we in het systeem alarmgrenzen hebben gesteld. Wordt een alarmgrens overschreden, dan wordt dat doorgegeven aan het besturingssysteem van ABB, waar het meeloopt in de registratie van meldingen en alarmen. Zo kun je later herleiden wanneer een bepaalde situatie is begonnen.

En beter, wat de oorzaak zou kunnen zijn.’ Dit alles kadert binnen de doelstelling dat problemen kunnen worden voorspeld en belangrijke nodige onderhoudsacties kunnen worden ingepast binnen het planning- en schedulingproces van Lubrizol.

‘Het mechanisch uit- en inbouwen kost bij deze mixer veel tijd. Dat doen we dus liever gepland.’

Leren van installaties Hanegreefs: ‘We werken samen met de ARG EMEA in een vorm van partnership om te leren van de installatie. Dat is iets wat je niet alleen kan doen. Daarom hebben we ook geen product afgenomen, maar een dienst. Op dit moment kijken we naar een verandering die sinds medio november is opgetreden en kijken we of dat iets over de betrouwbaarheid of kans op storingen zegt. Daar hebben wij kennis van buitenaf voor nodig, en die heeft onze partner.’ Op den duur zal het bedrijf ook remote

mee kunnen kijken naar de metingen en het systeem. Eerst zullen de mannen moeten aantonen dat deze nieuwe techniek ook daadwerkelijk een voorspellende waarde heeft voor storingen. En dat kost tijd om te leren en te presteren. Bij de mixer zijn in totaal acht sensoren geplaatst om zes kritische lagers te bewaken. In de relatief korte periode dat het systeem nu draait, wordt er veel ervaring opgedaan. Zo is een verschil in product en soms zelfs in de meteorologische omstandigheden, zoals buitentemperatuur en luchtvochtigheid, al van invloed op het proces en ook op de trillingsmetingen. Pas als de basis goed bekend is, is er meer te zeggen over de afwijkingen.

Proactieve aanpak Hanegreefs: ‘De inzet van deze dienst past bij de strategie voor onze onderhoudsafdeling. Wij werken aan een proactieve aanpak van het onderhoud door condition based te werken. Dat we tijd nodig hebben om de metingen te leren analyseren, is logisch. Daarom zijn we ook blij dat we dit traject een jaar geleden zijn gestart. Elke dag leren we nu meer van onze installatie.’ n

01

iMaintain 15

J Lubrizol.indd 25

27-01-15 17:28


_A5_liggend_bizz56.indd 43

22-10-14 09:25

iMaintain.info

geeft nog meer waarde voor uw geld Meer nieuws dan ooit • • • • • • • •

Actuele berichtgeving over de gehele onderhoudssector Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten en diensten Multimediale bedrijfspresentaties Tweewekelijkse Nieuwsbrief Live twitter updates LinkedIn interacted

iMaintain-abonnees krijgen meer • De nieuwste iMaintain staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase • Ga naar www.imaintain.info en kies abonneren

Ga direct naar imaintain.info en blijf iedereen voor 56-59_MO_NVDO_ Roosterinterventie.indd 58 _adv_www_iMaintain-A5.indd 43

ADVERTENTIE INDEX

26-11-14 20-10-14 10:44 14:33

Abonnees ....................................................................................... 26 Ahoy ......................................................................................... bijlage Applus RTD ..................................................................................... 60 Brady .............................................................................................. 60 Brand Energy & Infrastructure Services ........................................... 14 Dimensys Nederland ......................................................................... 4 Duport Lubricare ............................................................................. 64 easyFairs UK Ltd ............................................................................. 64 Henkel Benelux ............................................................................... 38 Hogeschool Utrecht Centrum voor Natuur & Techniek ...................... 67 iMaintain congres 2015 .................................................................. 28 iMaintain platform ....................................................................22, 23 Lagersmit Sealing Solutions ............................................................ 38 Mainnovation .................................................................................. 68 Pruftechnik ..................................................................................... 44 SPIE................................................................................................ 34 SPM Instrument ........................................................................26, 44 ST-Cleaning Special Tank Cleaning .................................................... 2 Ultimo Software Solutions ............................................................... 32

Advertenties.indd 26

27-01-15 17:22


Maint

NL

Het magazine van de NVDO

Uitdagende onderhoudsstop voor Yara Sluiskil | Innovaties centraal op Woensdrecht | ‘De mens is overal de variabele factor’ | Op weg naar meer JSF-onderhoud MA voorplaat.indd 27

28-01-15 08:41


n!

ui n f j hri

Sc

HÉT JAARCONGRES VAN DE NVDO EN HET IMAINTAIN PLATFORM

GOUD DONDERDAG 19 MAART 2015 AHOY, ROTTERDAM

Het beheer van installaties in de Nederlandse en Vlaamse industrie gebeurt op hoog niveau. Het speelveld wordt onder meer bepaald door de vaak hoge leeftijd van de installaties, de druk op presteren en het voldoen aan wet- en regelgeving. En hoewel de industrie trots kan zijn op behaalde resultaten, is er nog meer te halen. Bij iMaintain 2015, het jaarcongres van de NVDO en het iMaintainplatform, gaan we op zoek naar GOUD!

09:00 Business cases van platformpartners

Op de website vindt u het volledige programma.

18:15 Start van het avondprogramma met de verkiezing van de nieuwe Maintenance Manager of the Year

10:30 Ontvangst dagprogramma 11:15 Start van het dagprogramma met onder meer: • Theo Olijve, Managing Director van Odfjell Terminals Rotterdam, vertelt hoe hij van achterblijver de transformatie naar koploper maakt. • Erik Bijlsma, Asset manager van de Noord-Zuidlijn, in een multidisciplinaire discussie met Giel Jurgens, Asset owner bij het Havenbedrijf Rotterdam. • Marco Vijfvinkel, Manager process & control services bij Vanderlande, vertelt over de transitie van traditionele product-/projectleverancier naar het leveren van volledig geïntegreerde diensten en oplossingen. • Steven Dhondt, TNO en KU Leuven. Hij vertelt over de waarde van gedrag voor gouden prestaties. • Rob de Heus, Champion World Class Maintenance van Sitech Services, gaat dieper in op het potentieel van design for maintenance. • Lotte de Koning, TU Eindhoven, vertelt hoe ze met haar team wereldkampioen werd met de soccer robot. • Met pitches, discussie, videoverslagen en een sterk netwerk.

Schrijf u in op www.imaintain.info/congres Initiatiefnemers:

Partners van het iMaintain Platform:

Leden van het iMaintain Platform: asset management

adv iMaintain.indd 28

27-01-15 17:32


Van de voorzitter Goede voornemens zijn ambitieus De traditionele overgang van het ene naar het volgende jaar is

naast zijn ambitieuze doelen een stuk motiverender en triggeren

voor velen een reden om voornemens te hebben. In beweging

ze de generatie na mij om voor ons vakgebied te kiezen.

komen, stoppen met roken, je werk op tijd afronden, liever

Niet Realistisch, maar Relevant is wat we nodig hebben. Rea-

zijn en geld sparen.

listisch is namelijk een vaag begrip om te hebben als je am-

Maar hoe het ook is, het leidt wel ergens toe, want het stel-

bitieus wilt zijn. Daarnaast is het een doel. En doelen zijn er

len van specifieke en uitdagende doelen leidt tot aanzienlijk

niet altijd om te bereiken, vaak zijn ze er gewoon om richting

hogere prestaties dan het stellen van vage of geen doelen. En

te geven aan wat je doet. Bruce Lee zei het al ‘A goal is not

dan is dat aan het begin van een nieuw jaar toch een mooi

always meant to be reached, it often serves simply as some-

moment. Ik herinner me nog de technici en constructeurs

thing to aim at’. Als je er vanuit gaat dat jouw doel puur is

in de jaren negentig die een stapje verder gingen: ‘Zorg dat

om richting te geven, dan kan je je doel dus veel groter gaan

je doelstelling specifiek,

stellen en is het niet erg om

meetbaar, acceptabel, rea-

het niet te bereiken. Dan is

listisch en tijdgebonden is en de kans om het doel te halen wordt verdubbeld’. Inmiddels

kan

niemand

er meer omheen: SMARTdoelstellingen zijn een al-

‘Doelen zijn er niet altijd om te bereiken, vaak zijn ze er gewoon om richting te geven aan wat je doet.’

realistisch dus onpraktisch, maar Relevant de nieuwe R van SMART. De beroemde toespraak ‘I have a dream’ van Martin Luther King was niet SMART

gemeen begrip geworden.

(want niet meetbaar, niet

En dat allemaal ten gevolge

tijdgebonden). Maar het

van een simpele overgang van het ene naar het volgende jaar.

was wel een briljante toespraak, zeer inspirerend en active-

Deze manier van doelen stellen is - denk ik - al goed geworteld

rend. Wie het onbekende wil verkennen kan niet specifiek

in ons vak en begint aan populariteit te winnen in de over-

zijn. Meetbare resultaten leiden tot calculerend gedrag. Ac-

heids- en ziekenhuissector. Of het nu gaat om financiële tar-

ceptabele doelen zijn niet confronterend. Realistische doelen

gets of behandeldoelen behalen, SMART is het sleutelwoord.

zijn niet ambitieus. Tijdgebonden doelen hebben een beperk-

Door de omarming van SMART in dergelijke uiteenlopende

te houdbaarheid.

sectoren, lijkt het haast ondenkbaar dat er sectoren zijn waar

Wat mij betreft is SMART een nuttige checklist voor alledaagse

de methode niet aangeslagen is.

doelstellingen in ons werk. Maar het legt ook beperkingen op

Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden.

die zeer waardevolle doelstellingen uitsluiten. Laat SMART

Nu onze sector SMART heeft ingebed, is het misschien tijd om

geen doel op zich zijn, maar blijf wél ambitieus!

er een nieuwe aanvulling aan te geven. Zo zou ik aanbevelen om Acceptabel te vervangen door Ambitieus. Vergiffenis vragen is namelijk een stuk makkelijker dan toestemming krijgen. Daar-

Bas P. Kimpel Voorzitter

MaintNL 01 – 2015 29

MB_NVDO_Voorzitter.indd 29

27-01-15 17:26


Maintenance manager

‘De mens is overal de variabele factor’ Maintenance manager Robert Ytsma mag zijn systemen dan goed hebben ingericht, ‘om ze goed te laten werken, heb je toch mensen nodig’. De prestaties op het gebied van onderhoud zijn dan ook indrukwekkend. Zo bleek uit een benchmark dat Kisuma van een situatie van tachtig procent firefighting is gestegen naar een situatie waarin zestig procent van het onderhoud preventief wordt uitgevoerd. David van Baarle Dat het Japanse Kisuma Chemicals in 1999 neerstreek in het Groningse Veendam is geen toeval. Shell stuitte twintig jaar daarvoor bij een gasboring op een laag bischofiet, een magnesiumchloride-afzetting dat een overblijfsel was van de zogenaamde Zechsteinzee (Perm). De laag bleek zeer zuiver en was daarmee een bron voor zeer zuiver magnesium. Nedmag Industries nam de activiteiten van Shell over en inmiddels produceert het bedrijf wereldwijd magnesiumoxide, magnesiumchloride en calciumchloride. Kisuma gebruikt de grondstof voor de productie van hydrotalciet, een stabilisator voor hoogwaardige kunststoffen, maar in Japan wordt het bijvoorbeeld ook als maagzuurremmer gebruikt. De chemische grondstof wordt geproduceerd door magnesiumchloride te laten reageren met aluminiumverbindingen en loog. De productie bij Kisuma gebeurt deels batchgewijs waarbij na de reactie en coating van de kristallen, nog een was- en droogproces volgt. Hoewel het eindproduct niet schadelijk is, het is zelfs vlamvertragend, valt het bedrijf toch onder de BRZO-wetgeving. Voornamelijk omdat er ook zinkchloride wordt gebruikt in het proces. ICT en Asset manager Robert Ytsma werkt al vanaf de opening bij het bedrijf, maar destijds als E&I-monteur. ‘De grootste afnemers van onze producten zijn de bouw en de autoindustrie’, zegt Ytsma. ‘Hydrotalciet houdt de chlorides in PVC vast waardoor

een hoogwaardiger en duurzamer product ontstaat. De kunststof wordt met name gebruikt in kunststofkozijnen en hoogwaardige bekabeling. Met een Europees convenant waarin lood als stabilisator wordt vervangen door alternatieven in de bouw en automotive sector, nam de vraag naar onze producten toe en de productiecapaciteit is dan ook spectaculair gestegen. Van een productiecapaciteit van zo’n 8.800 ton zitten we uiteindelijk op een productiecapaciteit van 27.000 ton.’

Crisis Maar toen kondigde de crisis zich aan. ‘In 2008 stortte de bouw en automotive sector in en daarmee ook de vraag naar onze producten. In 2009 zouden we nog een compleet nieuwe productielijn in gebruik nemen, die we van armoede direct in de mottenballen konden leggen.’ Met de nieuwe marktomstandigheden, veranderde ook de focus van Kisuma. ‘Waar we negen jaar alleen maar gefocust waren op groei en nieuwe projecten, moesten we nu zoeken naar manieren om de efficiency te vergroten. Niet alleen de volumes namen af, maar ook de marges stonden onder druk.’ Ytsma was in 2001 al supervisor E&I geworden, maar in 2008 is hij aangesteld als maintenance supervisor. De vernieuwde focus leverde al snel resultaat op. ‘We gebruiken met name in de verwarmings- en droogprocessen veel energie. Door peakshaving en warmte-

terugwinning konden we in drie jaar tijd zo’n twintig procent besparen op de energiekosten. Maar ook het terugdringen van luchtlekkages leverde een behoorlijke energiebesparing op.’

Factor mens In de maintenance activiteiten heeft Kisuma ook grote sprongen gemaakt. ‘We hebben onlangs een benchmark van SKF doorlopen en daarin werd duidelijk dat we van een situatie van tachtig procent firefighting zijn gestegen naar een situatie waarin we zestig procent van het onderhoud preventief uitvoeren. We hebben nog niet van alle assets een risicoanalyse gemaakt, dus daar is nog meer winst te boeken. Maar om de laatste veertig procent ook preventief uit te voeren, hebben we nog wel een slag te maken. Een deel van de oplossing zit in systemen en automatisering, maar het uitdagende deel is misschien nog wel de factor mens. Het is tenslotte leuker om een storing te verhelpen dan om er eentje te voorkomen. In het eerste geval wordt je binnengehaald als held van de dag terwijl een monteur die preventief onderhoud uitvoert, kan worden gezien als iemand die de productie verstoort. Zowel de monteurs als de operators moeten dus een mentaliteitsverandering ondergaan om de gezamenlijke doelstellingen, het verlagen van het correctief onderhoud, te halen.’

Geen onderhoudsstops Ook op het gebied van onderhoudsstops is Ytsma ambitieus. ‘Tot nog toe hebben we ieder jaar een onderhoudsstop van twee weken nodig om de assets weer op het juiste niveau te krijgen. Ook daar zouden we op den duur kunnen kijken naar grotere intervallen. Uiteindelijk droom ik ervan om over een jaar of tien helemaal geen stops meer nodig te hebben. We werken met batchprocessen en het moet mogelijk zijn om dat onderhoud uit te voeren tijdens de

30 MaintNL 01 – 2015

MM maintenance manager.indd 30

27-01-15 17:21


FOTO: KISUMA CHEMICALS

slots die ontstaan tijdens de productieovergangen. We hebben op dat gebied al kleine successen geboekt en hebben de verplichte keuring van drukvaten van eens in de vier jaar weten op te rekken tot eens in de zes jaar. Nu hadden we het voordeel dat dankzij de gerealiseerde energiebesparingen we een stoomketel in de mottenballen hebben staan. Daarmee hebben we dus redundantie in het stoomsysteem.’ De droom van Ytsma komt wel dichterbij met de organisatie die hij heeft ingericht. ‘We hebben bewust gekozen voor een kleine technische dienst van negen man, waarvan vijf monteurs, twee maintenance coördinatoren, een DCS engineer en sinds kort een reliability engineer. We hebben een operator speciaal voor die functie opgeleid en verwachten daarmee niet alleen verbeteringen in het onderhoud te kunnen doorvoeren, maar ook in de productie. Onderhoud is een organisatiebrede aangelegenheid waar alle afdelingen bij betrokken zijn. Met zo’n kleine kernploeg ontkom je er niet aan om werk uit te besteden. Met name met de onderhoudsstops zijn hier dan ook veel contractors over de vloer die nauwgezet worden begeleid door onze vaste staf. Monteurs worden in dat geval voorman en zijn

PROFIEL Naam: Robert Ytsma Leeftijd: 40 Opleiding: TSI/OTI Noorderpoort college, AOG Toegepaste bedrijfskunde Achtergrond: E&I en Automatisering Bedrijf: Kisuma Chemicals BV Functie: ICT & Asset Manager Soort werkzaamheden: Verantwoordelijk voor strategisch onderhoud en de uitvoering hiervan

verantwoordelijk voor de kwaliteit van het uitgevoerde werk.’

Altijd leveren Ytsma legt bewust veel verantwoordelijkheid bij de werkvloer. ‘De monteurs moeten hun eigen werk inplannen, zelf hun materialen regelen, overleggen met de operators en ze voeren de rapportages van het uitgevoerde werk in onderhoudsbeheersysteem Ultimo in. Ook de maintenance coördinatoren moeten weten wat er zich op de werkvloer afspeelt en dat kan alleen als je regelmatig met je collega’s spreekt.’ De maintenance manager gaat daarbij niet altijd uit

van de standaard maintenance strategieën. ‘Het uitgangspunt moet altijd zijn: kunnen we onze klanten beleveren waar ze om hebben gevraagd en wanneer ze er om hebben gevraagd? Als je die grondregel in acht houdt, kun je binnen je organisatie kijken waar de risico’s liggen en wanneer die deze doelstellingen in de weg gaan lopen. We hebben vorig jaar twee langdurige verstoringen gehad waardoor we een tijd niet konden produceren, maar dat leidde niet tot niet beleveren. Onderhoud heeft de volledige aandacht in het managementteam van Kisuma, al was het maar omdat ik er zelf in zit. Iedereen is zich ervan bewust dat een MaintNL 01 – 2015  31

MM maintenance manager.indd 31

27-01-15 17:21


Integraal beschikbaarheid en veiligheid verbeteren

“De inzet van Ultimo maakt het mogelijk om de beschikbaarheid van assets te verbeteren en de kosten van onderhoud beheersbaar te houden. Door ook werkvergunningen integraal vanuit de software te genereren, voldoen we eenvoudiger aan wet- en regelgeving (BRZO).” Robert Ytsma, ICT & Asset Manager, Kisuma Chemicals

Maintenance Management

Kisuma Chemicals in Veendam profiteert net als vele andere organisaties van de gebruiksvriendelijke en modulaire mogelijkheden van Ultimo Maintenance Management. Ook op het gebied van Health, Safety & Environment verschaft de software passende oplossingen. En dat in één systeem. Bekijk hoe Ultimo wordt toegepast bij Kisuma Chemicals: www.ultimo.com/kisuma

Infra_adv_02122014_210x297_01.indd 1 Advertenties.indd 32

10-12-14 17:22 13:31 27-01-15


opgebouwd en daarmee kunnen we nu goed de risicomatrix gaan invullen.’

Cultuuromslag

calamiteit of verstoringen van het productieproces kan leiden tot imagoschade. Hoewel dit lastig in geld is uit te drukken, heeft het wel degelijk waarde om imagoschade te voorkomen. En dat kan alleen maar door op alle vlakken te excelleren. Een volgende stap zou kunnen zijn dat we ook de assets van onze leverancier Nedmag, die voor ons van direct belang zijn, meenemen in de risicoanalyses. Als zij niet kunnen leveren, kunnen wij onze klanten ook niet beleveren.’ De penibele situatie die met de crisis in 2008 ontstond, is inmiddels zo goed als voorbij voor Kisuma. ‘De kunststofsector is nu ook bezig om buiten Europa loodhoudende materialen uit kunststoffen te weren. Het beste alternatief voor die materialen is hydrotalciet en dus hebben we de productielijn die in de mottenballen lag weer in gebruik genomen. Sterker nog: we zitten straks al weer tegen het einde van onze productiecapaciteit aan en liggen daarmee voor op de prognoses. Er is dus alles aan gelegen om de productie zo soepel mogelijk te laten verlopen en het onderhoud is daar dan ook op gericht. We zijn op dit moment een OEEsysteem aan het inrichten om de verliezen in de productie te kunnen meten en daar actie op te kunnen ondernemen.’

Trendanalyses Nu de blauwdruk van de asset management organisatie er ligt, is het de kunst om steeds meer grip te krijgen op het gedrag van de assets. ‘We hebben in het begin heel veel trillingsmetingen gedaan op rotating equipment, maar dat leverde niet de resultaten op die we ervan verwachtten. Nu hebben we een risicoanalyse gemaakt en op een dertigtal meest kritische installaties doen we nu wel weer trillingsmetingen, met het verschil dat we nu weten waarop we moeten sturen. Het is verleidelijk om meer te

gaan meten, maar je moet eerst weten wat je kritische parameters zijn. Veel informatie is bijvoorbeeld al te halen uit het DCS-systeem. Als een klep vervuilt, wordt hij zwaarder en gaat langzamer lopen. Dit levert een trend op in het DCS-systeem die uiteindelijk kan voorspellen wanneer een klep vast gaat lopen. Het is aan de DCS engineer om de alarmen te analyseren en te toetsen aan de normen.’

‘Onderhoud is een organisatiebrede aangelegenheid waar alle afdelingen bij betrokken zijn.’ De automatisering vormt een apart hoofdstuk bij Ytsma, die onder andere tot 2014 voorzitter is geweest van de Europese stuurgroep van procesautomatiseringsleverancier Yokogawa, en recent een prijs kreeg van OBS-leverancier Ultimo. ‘Mijn uitgangspunt is dat je niet moet automatiseren om het automatiseren. Je moet eerst goed voor jezelf weten wat je wilt aansturen, welke informatie je daarvoor nodig hebt en hoe je ervoor zorgt dat de automatisering de taken van de mensen verlicht. Uiteindelijk is het de bedoeling om het de operators en monteurs eenvoudiger te maken hun werk uit te voeren en dat blijkt in de praktijk niet altijd het geval te zijn. Dus zul je eerst op een whiteboard aan de slag moeten gaan om de informatiebehoefte vast te leggen en de datastromen daaraan te koppelen. We zijn in 1999 gelijk begonnen met het inrichten van Ultimo, waarbij we de informatie uit het veld hebben gekoppeld aan het systeem. We hebben dus vijftien jaar aan historie

Ook Kisuma merkt de omslag bij de toezichthouders na de brand bij Chemie-Pack. ‘We zijn natuurlijk gewend aan audits van de arbeidsinspectie, de brandweer en de gemeente, maar we merken wel dat de regeldruk toeneemt. Laat ik duidelijk zijn: we nemen de veiligheid zeer serieus en doen er alles aan om incidenten te voorkomen. Het is alleen de vraag of meer regels daar aan bijdragen. Ik denk dat als je risk based maintenance toepast er geen discussies hoeven te ontstaan over de systematiek. Je kunt je asset management nog officiëler maken door bijvoorbeeld een ISO 55000-certificering, maar de buitenwereld kijkt niet naar deze normen. Die wil gewoon zeker weten dat onze activiteiten geen overlast veroorzaken. We zijn dan ook zeer transparant in onze communicatie en organiseren open dagen. En tot nog toe is de omgeving dan ook positief. We merken het bijvoorbeeld ook aan de invulling van vacatures. De bèta’s staan te trappelen om bij ons te komen werken. Dat we het goed voor elkaar hebben, wil overigens niet zeggen dat we stil blijven zitten. We hebben in 2011 een grote cultuuromslag gemaakt in de veiligheidsorganisatie. Werkvergunningen zijn aangepast, procedures verbeterd en we hebben veel sessies bijeen gelegd om het veiligheidsbewustzijn te vergroten. Nu kijken we of we de procedures kunnen vereenvoudigen zonder het veiligheidsniveau te laten dalen. Uiteindelijk is de boodschap heel simpel: Iedereen moet net zo gezond naar huis vertrekken als hij ’s ochtends is aangekomen. Uiteindelijk komt het bijna allemaal neer op gedrag’, besluit Ytsma. ‘De mens is overal de variabele factor. En dus moet je mensen steeds bewust maken van hun gedrag. Een operator is bezig met produceren en staat er niet steeds bij stil wat er technisch in de installatie gebeurt, terwijl een monteur zich soms maar moeilijk kan verplaatsen in de situatie van de operator. Die verschillende denkwerelden moet je bij elkaar zien te krijgen. In 2014 hebben de maintenance- en productieteams hierin een grote slag gemaakt door intensieve training. Je wint al heel wat als ze zich in de ander kunnen verplaatsen. Dat deel van het management, communiceren en dan nog over gevoelens, wordt gezien als soft en vaak heel lastig voor techneuten. Maar als je daadwerkelijk die honderd procent storingsvrije fabriek wilt, is dat wel een voorwaarde.’ n MaintNL 01 – 2015  33

MM maintenance manager.indd 33

27-01-15 17:21


(ADVERTORIAL)

SPIE-Industry, waarmaken van verwachtingen In een industrie waar de druk op prestaties toeneemt en de wensen van opdrachtgevers evolueren, moet een dienstverlener meegroeien. SPIE-Industry heeft daar alle disciplines voor in huis. Over de jaren heeft de dienstverlener het dienstenpakket gecompleteerd met expertise op het gebied van elektro-, meet-, en regeltechniek en mechanical en piping, maar ook HVAC, process equipment, procesautomatisering en analysetechniek. ‘Met alle disciplines die we in huis hebben, bieden we met SPIEIndustry een compleet aanbod voor maintenance. We kennen de bedrijven, we kennen de processen en we kennen de mensen.’ Ard van Toledo, manager sales & business development bij SPIE Nederland B.V. legt uit waar de bundeling van krachten binnen SPIE-Industry toe leidt. ‘We stellen onze klanten zo in staat om een hogere effectiviteit te realiseren. Dat doen we door kennis en kunde te bundelen en in te zetten voor de klant.’ Met deze aanpak wordt gewerkt om de klant optimaal te helpen en te bouwen aan een langdurige samenwerking. Normaliter wordt dienstverlening geboden op technisch management niveau. ‘Wij benaderen onze klanten juist op technisch en op directieniveau.’ Erwin Petersen, senior business development manager bij SPIE Nederland B.V. licht toe: ‘Onze klanten willen graag dat de best practices en nieuwe technieken uit de industrie worden ingezet. Die technieken en toepassingen kennen we. Als een van de weinigen hebben we ook de afgelopen jaren steeds geïnvesteerd in het ontwikkelen van kennis en nieuwe techniek. En we weten ook hoe we de business case bij die producten en diensten waar kunnen maken voor onze opdrachtgevers.’

Ard van Toledo: ‘Wij kunnen met ons aanbod mee in de lijn van organisaties. Niet als ouderwetse aannemer, maar meer als partner in onderhoud. Dat zie je ook terug in de groei van ons aanbod. Vijf jaar geleden werkten we bij onze opdrachtgevers volgens procedures die voor aannemers waren geschreven. Tegenwoordig hebben wij de verantwoordelijkheid over de procedures, de werkwijzen en de uitvoering. Daar maken we toch een verschil.’

Met enkele tientallen trouwe klanten in de Rotterdamse regio, is de dienstverlening van SPIE in de Botlek verankerd. En ook in andere industrieclusters is de integrale dienstverlening van SPIEIndustrie niet meer weg te denken. Van Toledo: ‘We groeien mee met de eisen en wensen van onze opdrachtgevers en partners. En omdat we blijven ontwikkelen en meedenken, maken we de verwachtingen van onze partners waar.’ SPIE-Industry Huifakkerstraat 15 NL-4815 PN Breda Postbus 2265 NL-4800 CG Breda tel. +31 (0)76 544 54 44

De combinatie van business en techniek maakt dat opdrachtgevers weten waar ze voor kiezen. De groep specialisten die vroeger in dienst was bij opdrachtgevers, is over de jaren gekrompen terwijl de functionele eisen aan de assets groeien.

_Spie_advertorial.indd Advertenties.indd 34 34

02-12-14 27-01-15 16:34 17:23


Actueel

Veel achterstallig onderhoud in Utrecht Om al het achterstallig onderhoud in de gemeente Utrecht aan te pakken is er zo’n honderd miljoen euro nodig. Dat geld is er op dit moment niet. Het duurt daarom ook nog jaren voordat de meer dan honderd onderhoudsprojecten in met name de infrastructuur zijn afgerond. Fiona van Kessel Vooral bruggen, wegen en de riolering moesten het de afgelopen jaren ontgelden. Doordat het gemeentebudget niet groot genoeg was, kon er veel achterstand ontstaan. D66-raadslid Bram Fokke erkent dat er de afgelopen jaren minder is uitgegeven aan het onderhoud dan nodig was. ‘Er zijn keuzes in het budget gemaakt. De gemeente is verantwoordelijk voor verschillende zaken, zoals ook zorg en onderwijs. Het geld moet toch ergens vandaan komen.’ Toch denkt hij als woordvoerder voor verkeer, ruimtelijke ordening en mobiliteit dat het wel in een breder spectrum moet worden gezien. ‘Het is niet alsof er nu opeens allemaal gaten in de weg zitten waar auto’s in verdwijnen. Iedereen mag van mij naar Utrecht komen en dit controleren.’ Keuzes maken In de stad vond vaak alleen slecht of beperkt onderhoud plaats. André van Schie, VVD-raadslid en woordvoerder openbare ruimte, is het hier grotendeels mee eens. ‘In het verleden was er te weinig structurele aandacht voor het achterstallig onderhoud. Je maakt dan keuzes als politiek, wat wordt er besteedt aan de openbare ruimte en wat besteed je aan het sociale domein en allerlei andere dingen. In het verleden zijn die keuzes wel eens in het nadeel van het onderhoud uitgepakt. Wel zou het juist verstandig beheer zijn om op een gegeven moment de onderhoudswerkzaamheden op zo’n niveau uit te voeren, dat je juist gaat besparen op vervangingsinvesteringen. Wanneer je goed onderhoud pleegt hoef je uiteindelijk minder te vervan-

gen. We hebben jammer genoeg in het verleden nog wel gezien dat die balans daarin negatief is uitpakt.’ Voor het komende jaar trekt de gemeente 18,8 miljoen euro uit voor onderhoud aan verschillende wegen, bruggen en groen en 13,8 miljoen euro voor diverse riolering en waterprojecten.

Dringend onderhoud De gemeente wil eerst de meest urgente zaken weg werken. Welke toeleveranciers het onderhoud gaan uitvoeren wordt nog niet bekend gemaakt. Dit in verband met de Europese aanbestedingsregels. Doordat het er zo’n enorm bedrag met het onderhoud is gemoeid, moet de gemeente zich aan deze regels houden. Dit houdt in dat bij het inkopen van diensten, leveringen en

werken, alle inkopers een gelijke behandeling en gelijke kansen krijgen.

Projecten De ingestorte kademuur bij de Bemuurde Weerd krijgt als eerste een opknapbeurt. Hiervoor is twee miljoen euro begroot. Een deel van de kade stortte eind 2013 in, nadat de boom die op de kade stond wegzakte en in het water van de Singel terecht kwam. De werkzaamheden starten naar verwachting in februari. Niet veel later, in mei dit jaar, beginnen de werkzaamheden aan de wegen, bruggen en fietspaden in en rondom het gebied Ledig Erf. De staat van het asfalt en funderingen is in sommige gebieden zo slecht dat die ook in 2015 worden aangepakt. Zo wordt een deel van het asfalt van de Catharijnesingel vernieuwd en worden de funderingen van de Kromme Rijnbrug en Looiersbrug hersteld. Andere opvallende klussen zijn de herbestrating van de Breedstraat, het vervangen van tweeduizend meter riool in Vleuten-De Meern, het aanpakken van wortelopdruk in dertig straten in Overvecht en het verbeteren van de verkeerslichten op diverse kruisingen in Overvecht.

Overlast De gemeente wil proberen de hinder zoveel mogelijk te beperken. ‘Bij groot onderhoud is bijna altijd sprake van overlast. Door het combineren van werkzaamheden proberen wij dit zo beperkt mogelijk te houden. Daarnaast is er ook veel aandacht voor goede communicatie naar de omgeving’, aldus Mara Hoogveld, woordvoerder van de gemeente. n

Voor een overzichtskaartje van alle onderhoudswerkzaamheden kunt u terecht op onze website, www.imaintain.info.

MaintNL 01 – 2015  35

MN Onderhoud Utrecht.indd 35

27-01-15 17:21


Onderhoud

Uitdagende onderhoudsstop voor Yara Sluiskil Afgelopen oktober had Yara Sluiskil, leverancier van kunstmest en industriële chemicaliën, de grootste onderhoudsstop in zijn 85-jarige bestaan. Voor de stop was ruim een maand ingepland en een budget van veertig miljoen euro uitgetrokken. Fiona van Kessel Maar liefst 1500 extra werknemers, afkomstig uit Nederland en verschillende andere Europese landen, kwamen naar de fabriek in Sluiskil toe om de werkzaamheden te verrichten. Afhankelijk van het type plant worden om de vier of zes jaar onderhoudsstops verricht. Omdat er meerdere plants op het terrein staan, komt dat in de praktijk neer op om de twee jaar een grote stop en tussendoor meerdere kleinere stops. Een groot verschil in vergelijking met alle voorafgaande stops was dat er gedurende deze stop meerdere plants tegelijk stil lagen. Op twee oktober werden er maar liefst vier plants uit productie gehaald.

Meerdere plants stil Toen er op het terrein nog een separate Ureum 5 en Ureum 6 fabriek waren, werd elke plant apart uit de productie genomen. Deze twee fabrieken zijn in 2011 vervangen door één fabriek, de veel grotere Ureum 7, waarmee een investering van ruim vierhonderd miljoen euro gemoeid was. Ureum 7 verbruikt een groot deel van de beschikbare ammoniak die in drie ammoniakfabrieken wordt gemaakt. Vanwege de hoge ammoniakconsumptie moet Ureum 7 ook stil als er, zoals bij deze stop, een ammoniakplant voor onderhoud uit bedrijf gaat. Bij de voorgaande Ureum plants 5 en 6, die ieder veel minder ammoniak verbruikten, was dat niet nodig. Bij omvangrijke stops zoals die in oktober is er veel extra personeel nodig. Zo was er voor de ammoniakplants al ruim 800 man en voor Ureum 7 ongeveer 650 man extra nodig.

Voorbereiding Martin Walhout, Turnaround Manager bij

Yara, was nauw betrokken bij de onderhoudsstop. ‘De voorbereidingen voor zo’n grote stop beginnen al ruim twee jaar van te voren. Er wordt berekend wat er moet gebeuren en wat dat gaat kosten. De afdelingen inspectie, onderhoud en productie geven na onderling overleg op wat er tijdens een onderhoudstop uitgevoerd moet worden. Alle disciplines voeren inwendige inspecties in de apparaten en machines uit. Door de afdeling inspectie worden wanddiktes gemeten en kristalstructuren van het materiaal beoordeeld. Vanuit de afdeling onderhoud worden apparaten en machines preventief, op draaiuren of conditieafhankelijk onderhouden. Elk apparaat of machine heeft zijn eigen inspectieregels die nauwgezet opgevolgd worden. Productie bekijkt of er op bepaalde locaties of onderdelen nog extra schoongemaakt moet worden. Omdat een fabriek na de onderhoudsstop weer vier of zelfs zes jaar volcontinu moet produceren, is het belangrijk dat er geen zaken vergeten worden en productie- en veiligheidsrisico’s goed worden ingeschat.

‘Voor mij als stopcoördinator is het een uitdaging om onverwachte projecten zo goed mogelijk in te passen.’ In de aanloop naar een stop ontstaan er ideeën, die omgezet moeten worden in concrete projecten met een planning en budget. Walhout: ‘Hoe zorg je dat een plant in

zijn geheel minder energie verbruikt, of dat die met dezelfde energie meer product kan maken zodat de hoeveelheid energie per ton product daalt? Dat soort modificaties kun je niet in een draaiende plant inbouwen, maar vergen meestal een stop van enkele weken. Dergelijke projecten ontwikkel je dus van te voren en op het moment dat de plant stil ligt kan je de modificaties daadwerkelijk uitvoeren.’ De fabrieken op het terrein van Yara Sluiskil behoren tot de meest energie-efficiënte in hun soort. Dat is gezien de hoge grondstofkosten in Europa ook nodig en bovendien moet de industrie ook op het gebied van energie voldoen aan strenge richtlijnen vanuit Brussel en Den Haag.

Uitdagingen Ondanks de grondige voorbereiding heeft de onderhoudsstop een aantal tegenslagen moeten doorstaan. Zo werd er een scheurtje ontdekt in de pijpplaat van een warmtewisselaar. Hierdoor moest het gehele apparaat worden vervangen. Een dure grap, die zorgde voor extra kosten van 1,2 miljoen euro. Uiteraard worden dergelijke onverwachte reparaties uitgevoerd omdat veiligheid prioriteit nummer 1 is en ook qua productie geen risico’s genomen kunnen worden met het oog op het feit dat de plant de komende zes jaar weer continu in bedrijf moet blijven. Walhout: ‘Planning bij een onderhoudsstop is altijd de uitdaging. Je gaat uit van het meest optimistische scenario en dan is het de kunst dat ook te volbrengen. Vaak lukt dat, maar je kan niet alles van tevoren zien wat je tegen gaat komen. Dus dan kan het voorkomen dat je tijdens een inspectie in de stop een situatie tegenkomt die je niet had verwacht, maar toch opgepakt moet worden in de werkzaamheden tijdens een stop. Aan de ene kant misschien een tegenvaller, maar aan de andere kant is dat juist ook de kracht van het samenwerken met verschillende afdelingen en een grondig inspectie-

36 MaintNL 01 – 2015

MU Yara.indd 36

27-01-15 17:17


YARA INVESTEERT MILJOENEN IN NIEUWE FABRIEK Halverwege dit jaar start Yara Sluiskil met de bouw van een nieuwe ureumgranulatiefabriek. Tijdens de onderhoudsstop zijn er al de nodige voorbereidingen getroffen voor de bouw van de nieuwe fabriek. Die nieuwe fabriek, die zo’n 170 miljoen euro kost, gaat eind 2017 in bedrijf. Tie-ins Tijdens de onderhoudsstop is er al rekening gehouden met de bouw van de nieuwe fabriek. Zo zijn er tie-ins geplaatst, bestaande leidingen met koppelstukken, zodat op het moment dat de nieuwe fabriek gebouwd wordt daar aansluitingen zitten. Er hoeft dan bij wijze van spreken alleen nog maar een kraan opgedraaid te worden om bijvoorbeeld gassen tussen de verschillende plants uit te wisselen. De hoofdvestiging in Oslo stelt tussen de twee en tien miljoen euro beschikbaar voor de uitwerking van technische details, het opstarten van de vergunningenprocedures, planning en het beoordelen van aanbiedingen van leveranciers. Bijzondere investering Deze nieuwe fabriek is een bijzondere investering. De relatief nieuwe Ureum-7 fabriek, die zo’n vierhonderd miljoen euro heeft gekost, is pas sinds 2011 in gebruik. De chemische industrie is in Europa een markt met veel

concurrentie. Dit vanwege de hoge grondstof- en energiekosten in vergelijking met de Verenigde Staten, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Met deze investering wil Sluiskil zich verder ontwikkelen richting de productie van speciale stikstofhoudende meststoffen en industriële chemicaliën en daarmee concurrentie op internationale bulkmarkten voor blijven. Gijsbrecht Gunter, Manager External Relations and Communication, vertelt dat de fabriek ook gaat bijdragen aan verdere milieuverbeteringen: ‘Ten eerst met de energie-efficiency. Per ton product is er minder energie nodig. We zullen ook minder warmtebelasting op het kanaal hebben door het gebruik van luchtkoelers en tot slot komt er een lagere stofconcentratie.’ Verbeteringen De nieuwe fabriek betekent ook behoud van werkgelegenheid in de regio en het bedrijf kan met deze investering meer grondstoffen verwerken tot eindproducten, waardoor er lokaal een maximale toegevoegde waarde gecreëerd wordt. Ook heeft de fabriek invloed op verdere milieuverbeteringen. Met de komst van de nieuwe fabriek wordt er afscheid genomen van de laatste, nog operationele, gele priltoren die de welbekende Yara-skyline siert. Ruim twee jaar geleden werd er al afscheid genomen van de derde priltoren en vorig jaar werd de voormalige centrale gesloopt.

MaintNL 01 – 2015  37

MU Yara.indd 37

27-01-15 17:17


Ik zorg ervoor dat onze raffinaderij vlot blijft draaien aan 12.328 ton ruwe olie per dag.

U maakt er een succes van – met LOCTITE. De onderhoudsexpert voor verlijming, afdichting, reiniging en smering. Ontdek hier meer: www.loctite-maintenance.nl

check ook onze vacatures voor 2 MRO Sales Engineers voor Nederland (noord) en België (oost) op www.henkel.nl

liquidyne seals Secure pump performance to protect your core business

Advertenties.indd 38

Reach our experts by dialling +31 (0)88 0216 200 or via sales@lagersmit.com

27-01-15 17:23


FOTO’S: YARA SLUISKIL

programma. Voor mij als stopcoördinator is het een uitdaging om dergelijke onverwachte projecten zo goed mogelijk in te passen.’

dat er vanuit gaat dat elk ongeval te voorkomen is. Daarom gaan we ook in Sluiskil heel bewust om met veiligheidsrisico’s.

‘Gezien de enorme hoeveelheid werk en de vele modificaties die zijn uitgevoerd is een snelle opstart niet altijd vanzelfsprekend.’ Het weer zat niet mee gedurende de stop. De onderhoudsstop begon in oktober. Er was toen enkele dagen veel regen en wind. Hierdoor konden materialen soms niet gehesen worden of werkzaamheden niet veilig worden uitgevoerd, waardoor in de planning geschoven moest worden. Walhout: ‘Dat was wel jammer, want we hadden niet veel tijd over in de planning, maar wanneer de veiligheid niet gegarandeerd kan worden, worden sommige werkzaamheden niet uitgevoerd. Dat is voor ons heel duidelijk, want veiligheid staat bij Yara voorop. We hebben een programma ‘Safe by Choice’,

Voor ons, maar ook de gezinnen thuis, was de uitloop van de stop natuurlijk een tegenslag. Thuis draait er namelijk ook een klein fabriekje’, grapt Walhout.

Opstart Vooraf had Yara genoeg voorraad geproduceerd om geen problemen te krijgen met de toelevering aan klanten. De uitloop zorgde voor de nodige spanning op de werkvoorraden. Want was er ook genoeg product beschikbaar voor een uitloop? Gelukkig was dat het geval en konden de plants tijdig weer in bedrijf genomen wor-

den om alle klanten te voorzien. ‘De opstart verliep heel erg vlot, daar zijn we dan ook trots op. Gezien de enorme hoeveelheid werk en de vele modificaties die zijn uitgevoerd is een snelle opstart niet altijd vanzelfsprekend. Maar de productieafdelingen die verantwoordelijk zijn voor de opstart hebben het zeker goed gedaan. Na ruim twee weken extra tijd op een stop die toch al bijna zes weken in beslag nam, was iedereen dan ook weer blij om te zien dat de plants in één keer opgestart konden worden. Er heerst dan een voldaan gevoel, ondanks dat niet alles vanzelf ging.’

Up-to-date De plant is na de onderhoudsstop weer up-to-date qua veiligheid en productie en is daarnaast meer energie-efficiënt, zodat met dezelfde kosten meer product gemaakt kan worden. ‘Wanneer aan het einde van zo’n omvangrijke stop de plant beter draait dan dat je hem als het ware in je handen hebt gekregen, dan heb je met zijn allen een gevoel van trots. Dat is voor het gehele team een mooie beloning op het verrichte werk.’ n MaintNL 01 – 2015  39

MU Yara.indd 39

27-01-15 17:17


Actueel

Vmbo-onderwijs wordt vernieuwd Het vmbo wordt ingrijpend vernieuwd. Vanaf het schooljaar 20162017 kunnen leerlingen van de beroepsgerichte leerweg kiezen uit een profiel met basisvakken en deze aanvullen met praktijkvakken. Het doel is om leerlingen een bredere basis te geven en meer ruimte om eigen talenten te ontplooien. Fiona van Kessel De nieuwe regeling is een reactie op het groeiend aantal vmbo-scholen dat moeite heeft alle opleidingsrichtingen aan te bieden. De beroepsgerichte vakken zijn sinds de introductie van het vmbo, vijftien jaar geleden, inhoudelijk nauwelijks veranderd. Dit terwijl het vervolgonderwijs en het bedrijfsleven zich wel verder hebben ontwikkeld.

Profielen Door de nieuwe regeling gaan vmbo-scholen meer samenwerken met mbo-instellingen en het bedrijfsleven. Samen gaan zij de inhoud van het onderwijs vormgeven. Leerlingen zijn met de nieuwe regeling beter voorbereid op het maken van een studiekeuze en de regionale arbeidsmarkt.

Via een persbericht liet Staatssecretaris Dekker het volgende weten: ‘Met de vernieuwing van het vmbo gaat een langgekoesterde wens van scholen en bedrijven in vervulling. Praktijkvakken gaan beter aansluiten op de regionale arbeidsmarkt en leerlingen krijgen meer ruimte om vakken te kiezen die hun interesseren en om hun talenten te prikkelen. Het vmbo krijgt zo de nieuwe impuls die het verdient.’ Leerling in de bovenbouw van de beroepsgerichte leerwegen en gemengde leerweg, kunnen met de nieuwe opzet uit tien verschillende profielen kiezen en deze aanvullen met beroepsgerichte keuzevakken. Met profielen als: Maritiem en techniek, Produceren, Installeren en energie, en Mobiliteit

IMPULS VOOR TECHNIEK

en transport, is de keuze voor een technische vervolgopleiding alweer een stuk dichterbij.

Krachten bundelen Veel scholen kampen met een dalend leerlingenaantal. Om er voor te zorgen dat ook met de nieuwe regeling voldoende keuzemogelijkheden blijven voor de leerlingen, gaan scholen hun krachten bundelen.

Leerlingen zijn met de nieuwe regeling beter voorbereid op de regionale arbeidsmarkt. Zo komt er overal een dekkend aanbod. Dit zal wel inhouden dat niet elke instelling hetzelfde vakkenpakket aanbiedt. Vmboscholen en mbo-instellingen worden gestimuleerd om samen een onderwijsprogramma aan te bieden waarin vakken beter op elkaar aansluiten en er geen onnodige overlap is.

Begeleiding Het vernieuwen van de huidige vmbo-leerweg zou een impuls kunnen geven aan het leerlingenaantal dat kiest voor een technische opleiding. Met een betere aansluiting tussen de beroepsgerichte leerweg en het mbo is het makkelijker voor leerlingen om al eerder in aanraking met techniek te komen en zorgt het voor een betere aansluiting bij het bedrijfsleven. Tijdens de Landelijke Dag van het Onderhoud 2014, liet Bert Kersten, Gedeputeerde voor Arbeidsmarkt en Onderwijs, Duurzaamheid en Energie van de provincie Limburg, al weten een goede overgang belangrijk te vinden. In zijn speech vertelde hij dat goed doorlopende leerlijnen belangrijk zijn, dus dat voortgezet onderwijs, vmbo, mbo, hbo en wo, naadloos in elkaar kunnen overgaan. ‘Er moet voortdurend aandacht zijn voor de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Gezamenlijk investeren in topfaciliteiten en in toponderwijs, is de basis van een rijke toekomst waar beiden de vruchten van zullen plukken. Als we als gezamenlijke partijen de handen op elkaar krijgen, dan ben ik ervan overtuigd dat er in de toekomst meer jongeren voor een carrière in de techniek zullen kiezen en meer specifiek in het onderhoud.’

Met het vernieuwde vmbo is er meer aandacht voor de overgang van het vmbo naar het mbo. Momenteel vallen nog te veel leerlingen uit wanneer ze die stap zetten. Om leerlingen te leren bewust keuzes te maken en zich zo beter voor te bereiden op een vervolgopleiding, wordt loopbaanoriëntatie en –begeleiding een verplicht onderdeel van het nieuwe beroepsgerichte curriculum. Omdat de nieuwe structuur veel van het aanpassingsvermogen van scholen vraagt, heeft staatssecretaris Dekker een extra budget van 5,5 miljoen euro uitgetrokken voor de professionalisering van docenten in de vernieuwde beroepsgerichte profielen en vakken. n

40 MaintNL 01 – 2015

MO Actueel.indd 40

27-01-15 17:20


Congres

Onderhoud gaat voor goud iMaintain 2015, het jaarcongres van de NVDO en het iMaintainplatform, gaat op zoek naar goud. Op 19 maart 2015 worden in Ahoy Rotterdam topprestaties getoond en wordt er uitgezocht welke factoren van belang zijn om de top te behalen. Zoals elk jaar brengen de initiatiefnemers een sterk sprekersveld en een stevig netwerk bijeen voor het dagprogramma van het congres dat ’s avonds feestelijk wordt afgesloten met de verkiezing van de Maintenance Manager of the Year. Hoewel de industrie trots kan zijn op behaalde resultaten, is er meer te halen. En het halen van de top kan de juiste ambitie zijn als je van ver komt. Theo Olijve, managing director van Odfjell Terminals Rotterdam, opent het congres met een keynote lezing. Dit bedrijf is de afgelopen jaren veel in het nieuws geweest met berichten over de bedrijfsvoering en veiligheid en Olijve zal bespreken hoe hij er met zijn bedrijf aan werkt om van achterblijver de transformatie naar koploper te maken.

GOUD

Teamprestaties Topprestaties zijn ook teamprestaties. Dus als nieuwe installaties worden gebouwd of er bestaande systemen worden uitgebreid, dan is het zaak ook over de onderhoudbaarheid na te denken. Rob de Heus van Sitech Services vertelt over het design for maintenance waarvoor hij namens de technisch dienstverlener vanaf dag één aan tafel zit bij de ontwerpfase van een nieuwe fabriek op Chemelot. Marco Vijfvinkel, manager Process & Controls Services bij Vanderlande Industries, vertelt op het congres over de evolutie van zijn bedrijf. In de maakindustrie is de OEMer niet altijd de leverancier van het onderhoud tijdens de levensfase van het product. De original equipment manufacturer levert een installatie ergens op de wereld en biedt tijdens de garantieperiode ondersteuning. Daarna komt het regelmatig voor dat een lokale partij het onderhoud gaat leveren en geld verdient aan de instandhouding van de assets. Bovendien heeft dit een directe invloed op de kwaliteit en beschikbaarheid. Dat merkte Vanderlande Industries ook. De missie van Vanderlande is het verbeteren van de bedrijfsprocessen van haar klanten en het versterken van hun concurrentiepositie door de levering van geautomatiseerde materialhandlingsystemen en bijbehorende diensten. Vanderlande maakt een transitie door van traditionele product/projectleverancier naar het leveren van volledig geïntegreerde diensten en oplossingen.

Gedrag Voor het leveren van topprestaties is een bepaald gedrag nodig. Bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid zijn de statistieken de afgelopen decennia sterk verbeterd. Duidelijkheid, regels en richtlijnen zijn daar belangrijk geweest. Maar de laatste stap komt niet van meer regels. Die komt van cultuur en gedrag. Steven Dhondt, senior researcher van TNO en gastdocent van K.U. Leuven, gaat met het publiek op een interactieve manier bespreken welk gedrag mensen verwachten, welke invloeden er van buitenaf op het gedrag worden uitgeoefend en hoe mensen samen het gedrag kunnen veranderen. En er is meer interactie. Bij de rubriek Jouw Goud/Mijn Goud krijgt het publiek een videoverslag van een bezoek van twee specialisten uit verschillende industrieën aan elkaar. Na het videoverslag gaan de specialisten met het publiek en elkaar de discussie aan. Wat valt op als je met je eigen vak-bril kijkt in de winkel van een andere specialist?

Ambitieus project Een topprestatie uit een andere discipline kan inspireren om de eigen prestatie ook aan te pakken. En daarom komt Lotte de Koning van TechUnited Eindhoven vertellen hoe zij met haar team wereldkampioen robotvoetbal is geworden. Deze titel is niet voor de lol gehaald, het robotvoetbalprogramma maakt deel uit van een breed en ambitieus project voor de inzet van robots in verschillende gebieden.Ook de genomineerde Maintenance Managers of the Year hebben een bijdrage aan het dagprogramma. Hoe kijken zij naar het goud van onderhoud? Met een column en een toelichting delen zij hun kijk op het onderwerp. En tot slot strijden de genomineerden ’s avonds om de titel Maintenance Manager of the Year in een feestelijk avondprogramma. ■ Meer informatie over het congres vindt u op www.imaintain.info/congres MaintNL 01 – 2015

MQ Congres.indd 41

41

27-01-15 17:19


De Stelling

“Operational Excellence is in het belang van Asset Management” De aandacht voor Operational Excellence in onderhoudscontracten blijft groeien. Bij Operational Excellence worden processen zodanig ingericht en beschreven dat de producten en diensten voor een zo laag mogelijke prijs geleverd kunnen worden, maar wel volgens de eisen van de klant. Is dat in het belang van Asset Management?

ALEX ELANDT, PROJECT MANAGER ASSET MANAGEMENT LIFE SCIENCES, XENDO Asset Management kan wel een onderdeel zijn van OPEX, maar operationele processen gaan verder dan processen die ondersteund worden door assets. Met OPEX kijk je naar de totale value chain, met Asset Management kijk je naar de toegevoegde waarde per asset aan je value chain.

PIETER VAN DAAL, SENIOR SOLUTION ARCHITECT OPERATIONAL EXCELLENCE, SAP NEDERLAND Afgezien van de (on)juistheid van de stelling - ik denk de onderliggende vraag te begrijpen - zal de context waarin Operational Excellence bereikt moet worden bepalen of dat in het belang van Asset Management is. Moet dit gerealiseerd worden binnen een Angelsaksische bedrijfscultuur dan is mijn antwoord NEEN, moet het gerealiseerd worden binnen een Rijnlandse bedrijfscultuur, dan is mijn antwoord JA. Betrek ik de vraag op Nederland, waar we in rap tempo wegglijden van dat Rijnlandse model naar het Angelsaksische model, dan kan ik alleen maar vaststellen dat voor Nederland het antwoord dus NEEN is, een schone taak derhalve voor NVDO en de andere belangenverenigingen. Afsluitend wil ik wel stellen dat ik niet puur negatief sta tegenover het Angelsaksisch denken, we kunnen nog veel leren van het opportunistisch denken dat in die cultuur ingebakken lijkt.

EVA VOORRECHT, MARKETING COMMUNICATIONS COORDINATOR, APPLUS RTD Als ik het bekijk vanuit de hoek van een inspectie/NDO bedrijf, denk ik dat het niet altijd in het belang is van Asset Integrity om alleen naar Operational Excellence te kijken. Immers gaat het om de Total Cost of Ownership, en wellicht bereik je eerder een reductie in de totale kosten door te werken met partners die meer of in ieder geval ook Customer Intimacy en Product Leadership hoog in het vaandel hebben. Vanuit het inspectieperspectief kun je eventueel kiezen voor het standaardonderzoek, in veel gevallen bijvoorbeeld radiografie, wat door goede Operational Exellence voordelig uit te voeren is, maar kijkend naar het totaalplaatje (en dus samen met elkaar kijken naar de werkelijke behoefte en de slimste manier om iets op te lossen), kan het zijn dat een iets duurdere oplossing (in dit geval bijvoorbeeld geautomatiseerd ultrasoon onderzoek) vaak op lange termijn veel meer voordelen met zich meebrengt. Dus met Operational Excellence kun je bewerkstelligen dat je voor een voordelige prijs een rapport hebt (wat ook zeker belangrijk is), maar in zijn totaliteit is het misschien verstandiger om samen te kijken naar wat op de lange termijn voordeliger is.

PIM VAN HEERTUM, PROJECTENGINEER MAINTENANCE, VATTENFALL In mijn optiek is het antwoord ja. Operational excellence is kort gezegd het beste mogelijke management. Het betekent dat elke discipline de best mogelijke bijdrage moet leveren aan het geheel. Operational Excellence is een doel en geen middel. Het beschrijven van processen, diensten en kwaliteitseisen om tot Operational Excellence te komen, zijn essentieel en dienen als leidraad voor elke discipline binnen het bedrijf. Het is de best mogelijke vertaling van missie, visie en doelen van het bedrijf naar de processen. Als je niet vastlegt wat de (minimale) eisen van een product zijn, kun je ook niet zeggen wanneer je product niet meer aan de eisen voldoet en kun je het juiste moment van onderhoud niet bepalen. Hoe moet je berekenen wat de onderhoudskosten over de levensduur zijn als je de onderhoudsintervallen niet kan bepalen? Het is ook van belang dat elke discipline precies weet wat de regels zijn om tot Operational Excellence te komen. Deze regels zouden door de managers van de disciplines vertaald moeten worden naar de missie, visie en doelen voor hun afdeling.

42 MaintNL 01 – 2015

MF de stelling.indd 42

27-01-15 17:25


RIEN KOMMEREN, TECHNICAL PROJECT MANAGER, NS

HARVEY DAAL, MAINTENANCE COACH, MAERSK OIL De stelling is mijns inziens onjuist. Operational Excellence is primair gericht op efficiënte en betrouwbare interne processen (productie, onderhoud, sales, enz.). Daarbij staat het belang van de klant niet voorop, maar eerder op een tweede plaats. Een klant die maatwerk eist in een OE omgeving (bijvoorbeeld een Toyota Aygo met een B&O geluidsinstallatie uit de fabriek) vangt bot. Mijns inziens is OE een Angelsaksisch concept omdat procedures en processen centraal staan (en vaak ook de mensen die ze bedenken: corporate afdelingen, staf, management, LEAN programma’s). In het Rijnlandse is dat vakmanschap, dus de mensen die de processen uitvoeren. Het laatste is zeker essentieel voor Asset Management. De vraag is hoeveel ruimte de vakman krijgt in een OE omgeving om beslissingen te nemen die in het belang van de klant zijn?

Helemaal eens: Als je interne processen kloppen (Operational Excellence), dan heeft de buitenwereld daar ook voordeel van.

JOHAN WOLT, MAINTENANCE MANAGER MCA, AKZONOBEL COR VAN DE LINDE, MANAGING DIRECTOR, ITANKS Bij Operational Excellence wordt er gekeken naar een zo laag mogelijke prijs van het eindproduct en dat is volgens mij de goede weg. Als in onderhoudscontracten alleen wordt gekeken naar de laagste aanbieder (als dat in de stelling wordt bedoeld), dan heeft dat geen enkele waarde ten aanzien van Operational Excellence, dat is dan niet in het belang van Asset management. Veiligheid, efficiency, duurzaamheid en beschikbaarheid zijn onderdelen van Operational Excellence. Als je deze zaken goed voor elkaar krijgt, volgt de prijs automatisch, doordat je bijvoorbeeld efficiënter gaat werken wat uiteindelijk de prijs beïnvloedt. Als je alleen naar een zo laag mogelijke prijs kijkt, dan kan je Operational Excellence vergeten en is het alleen maar een kreet in een contract zonder enkele waarde.

Bij het opstellen van onderhoudscontracten moet rekening worden gehouden met het type dienstverlening en de volwassenheid van beide partijen. Uitdaging in contractdoelstellingen verwerken is goed, maar als de afspraken in het contract niet overeenkomen met het ontwikkelingsniveau van een organisatie, dan worden de beoogde resultaten niet gehaald. Het ontwikkelen en managen van (grote) contracten is een vak en doe je er niet zomaar even bij.

Op de poll zoals die binnen de NVDO is uitgezet, werd als volgt gereageerd: Eens

66%

Oneens

34%

Totaal aantal stemmen

90

MaintNL 01 – 2015

MF de stelling.indd 43

43

27-01-15 17:25


PRUFTECHNIK houdt uw machines in topconditie Predictieve maintenance technologie en on-site dienstverlening

Laseroptische uitlijning: vertrouw op de wereldmarktleider

Conditiebewaking en trillingsanalyse: online en offline machinediagnose

On-site systemen voor statisch en dynamisch balanceren van rotoren

Lokale dienstverlening, software support, service en kalibratiecontrole

ISO conforme opleidingen en VCA gecertifi ceerde assistentie on-site

PRUFTECHNIK AG Brain Park II Lichtenauerlaan 102-120 NL-3062 ME Rotterdam PROVEN QUALITY

Made in Germany Global Presence Qualified Support Quality Service

Tel: +31 10 204 59 37 Fax: +31 10 204 55 55 info@pruftechnik.nl www.pruftechnik.be

A member of the PRUFTECHNIK group

Unieke technologie voor trillingSen lAgerconditie metingen

Met uitzonderlijke analytische kracht en veelzijdigheid voorziet Leonova u van een unieke combinatie van geavanceerde technologie en efficiëntie gecombineerd in één instrument. Leonova Diamond IS en Leonova Emerald IS zijn de eerste draagbare instrumenten voor gebruik in een EX-omgeving. Ze beschikken over de SPM HD technologie voor lagerconditiebewaking in het toerentalbereik van 1 tot 20000 rpm. Daarnaast is Leonova Diamond het eerste Ex instrument met 3 parallelle trillingsmeetkanalen.

leonovabyspm.com spminstrument.nl

Advertenties.indd 44

27-01-15 17:23


Agenda

maart

april

3 – 5 maart 2015 NH Conference Centre Koningshof, Veldhoven www.rapidpro.nl

21-23 april 2015 www.maintenancenext.nl Ahoy, Rotterdam

RapidPro 2015

Maintenance NEXT 2015

Op deze beurs vindt u de belangrijkste aanbieders van 3D-printers, scanners, meetapparatuur en software. Er worden interactieve workshops, demonstraties en inspirerende lezingen gehouden. Er is aandacht voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van 3D-printing, rapid prototyping en additive manufacturing, zoals het printen van metaal. De verschillende kennisinstellingen presenteren hun ontwikkelingen. Productontwikkelaars en hightech dienstverleners bieden hun diensten in product- en prototypeontwikkeling aan.

Maintenance NEXT 2015 bouwt aan de onderhoudsindustrie van vandaag en morgen met de thema’s arbeid, innovatie en waardecreatie. Om assets optimaal te benutten in een veeleisende markt is een integrale aanpak van onderhoud onmisbaar. ‘Mastering Assets’ is waar het om draait: maximaal inzicht in en controle van de installaties op alle niveaus! Vakkundige specialisten uit verschillende vakgebieden zorgen als ‘master’ voor betrouwbare en duurzame productiemiddelen. Gedurende drie dagen zal Ahoy Rotterdam volledig in het teken staan van onderhoudsoplossingen en technologische producten anno nu en ‘NEXT’. Bezoekers krijgen een actueel overzicht van de mogelijkheden en specifieke informatie over onderhoudsoplossingen die aansluiten bij hun dagelijkse praktijk en toekomstige ontwikkelingen.

12 maart 2015 Maan Group, Raalte www.mikrocentrum.nl Plasma voorbehandelingstechniek Met plasma voorbehandelingstechniek kunnen oppervlakken op moleculair niveau worden aangepast door materialen te reinigen, te activeren of te coaten. Doel van deze techniek ligt op het gebied van het modificeren van de hechtingseigenschappen. De techniek wordt toegepast in verschillende markten, zoals de medische, High Tech, kunststoffen-, verpakkings-, printing- en constructionmarkt. Er zijn de laatste tijd vele ontwikkelingen geweest die de techniek steeds makkelijker toepasbaar maakt.

19 maart 2015 Ahoy, Rotterdam www.imaintain.info/congres iMaintain 2015, het jaarcongres van de NVDO en het iMaintainplatform Onderhoud is topsport. Het beheer van installaties in de industrie gebeurt op hoog niveau. Het speelveld wordt onder meer bepaald door de vaak hoge leeftijd van installaties, de druk op presteren en het voldoen aan wet- en regelgeving. En hoewel de industrie trots kan zijn op behaalde resultaten: er is meer te halen! Bij iMaintain 2015, het jaarcongres van de NVDO en het iMaintainplatform, gaan we op zoek naar goud. Op 19 maart 2015 tonen we topprestaties en zoeken we antwoorden. Welke drive moet je bijvoorbeeld hebben om de beste te worden? Wat valt er nog te winnen met nieuwe technieken? Wat is de potentie van sociale innovatie? En hoe voorkom je dat er oplossingen met gouden randjes worden bedacht.

22 - 23 april 2015 NH Conference Centre Koningshof, Veldhoven www.materials.nl Materials 2015 Materials, vakbeurs met congres, is het trefpunt voor professionals die betrokken zijn bij de keuze, het toepassen en (na)bewerken van materialen. Er komen materiaaltechnieken aan bod, zoals specialistische bewerkingen, warmtebehandelingen, omvormtechnieken, oppervlaktetechnieken en verbindingstechnieken. Verder is er op de beursvloer veel aandacht voor oplossingen van allerlei ‘materiaaluitdagingen’, zoals corrosie, hechting, temperatuurbestendigheid, hergebruik, recyclebaarheid, slijtvastheid, wrijvingsweerstand, UV-bestendigheid en vervormbaarheid. Ook komen onderwerpen als analysetechnieken, schaarste en schadeonderzoek aan bod.

september 26 september 2015 Meerdere locaties www.vnci.nl/chemie/dag-van-de-chemie Dag van de Chemie Dit tweejaarlijkse evenement van de VNCI heeft als doel het vergroten van de kennis van chemie bij het grote publiek en het verbeteren van het imago. Organisaties gebruiken dit evenement om medewerkers te werven en studenten te enthousiasmeren. Aan dit landelijke evenement doen zowel chemiebedrijven als andere organisaties die veel met chemie te maken hebben mee. Bijvoorbeeld chemieonderzoeksinstituten, ziekenhuislaboratoria, waterbedrijven, keuringsdiensten en onderwijs- en kennisinstellingen. Dit jaar staat de rol van de chemie op het gebied van innovatie en verduurzaming centraal.

MaintNL 01 – 2015

MH Agenda.indd 45

45

27-01-15 17:24


Onderhoud

Op weg naar meer JSF-onderhoud Nederland mag het motorenonderhoud van de F-35 straaljager doen op Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW). Commodore Eric Schevenhoven, leider van het LCW, vertelt wat voor verdere plannen hij nog heeft. Jaap Kwadijk, een van de initiatiefnemers van Maintenance Valley, vindt het feestje over de order erg klein. Hij legt uit wat dit allemaal voor positieve gevolgen kan hebben voor het gebied in Brabant. Dagmar Aarts In december is bekend geworden dat Nederland van het F-35 Joint Program Office in de Verenigde Staten het onderhoud aan de Europese motoren van de F-35 mag uitvoeren, samen met Turkije en Noorwegen. Deze straaljager is voortgekomen uit het Joint Strike Fighter-programma. Commodore Schevenhoven van vliegbasis Woensdrecht hoopt nog meer onderhoudsklussen van F-35-toestellen naar Nederland te kunnen halen.

Nederland wil eind 2019 volledig operationeel zijn. Het onderhoud wordt gedaan door Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW), gevestigd op vliegbasis Woensdrecht. Het centrum is onderdeel van de Koninklijke Luchtmacht. Zo’n 1100 medewerkers werken daar dagelijks aan het onderhoud en de beschikbaarheid van het materieel voor de Koninklijke Luchtmacht. Ook is het centrum verantwoordelijk voor het hele voorraadbeheer van de Luchtmacht. Daarnaast ondersteunt het LCW de marine, landmacht en marechaussee door het leveren van materieel en technische expertise.

Hightech Commodore Eric Schevenhoven heeft de leiding over Logistiek Centrum Woens-

drecht. Waarom denkt hij dat Nederland het motorenonderhoud mag doen? ‘We willen graag en we zijn bereid om te investeren. Doordat we de motoren van de F-16 al onderhouden, hebben we ook het vertrouwen al gewonnen. Straks kunnen we aan de nieuwste straalmotoren werken met de nieuwste technologie. We halen werkgelegenheid binnen.’ Schevenhoven verwacht dat er door het motorenonderhoud 100 tot 130 banen bijkomen in Woensdrecht. ‘Dan heb ik het over directe banen, dat zijn de mensen op de vloer en niet het management. Of het meer wordt, is afhankelijk van hoe de bedrijven die daar mee te maken hebben zich verder positioneren in de markt.’

Uit heel Europa De F-35-motoren die op het LCW worden onderhouden, komen uit meerdere Europese landen. Het werkaanbod wordt verdeeld over Turkije, Noorwegen en Nederland, maar de hoeveelheid werk zal ook afhangen van de prijs en prestaties. De 37 toestellen die Nederland aanschaft, worden sowieso in Woensdrecht onderhouden en ook het motorenonderhoud van de Italiaanse F-35’s is zo goed als zeker. Turkije begint in 2018 met het daadwerkelijk uitvoeren van het motorenonderhoud, Nederland wil eind 2019 volledig operationeel zijn. Tot die tijd gaan ze op het LCW verder met onderhoud aan de F-16. Daarnaast wordt er gekeken of het zinvol is

om meer werk aan andere motoren te doen, bijvoorbeeld aan helikopters, grote onbemande vliegtuigen en in de toekomst misschien zelfs civiele motoren.

PTMS Schevenhoven: ‘We gaan ons natuurlijk ook voorbereiden op het onderhoud aan de motoren van de F-35. En we gaan kijken of we het onderhoud van een ander component van de F-35 naar Woensdrecht kunnen halen.’

'Straks kunnen we aan de nieuwste straalmotoren werken met de nieuwste technologie. We halen werkgelegenheid binnen.' Daarmee doelt Schevenhoven op het ‘power and thermal management system’ (PTMS). Daarin zit ook een straalmotor die allerlei componenten aanstuurt en kracht levert. Een onderdeel van het PTMS wordt gemaakt door het bedrijf Aeronamic in Almelo. ‘Dit jaar gaan we onderzoeken of wij wellicht samen met dit bedrijf en misschien andere industrieën het onderhoud van het PTMS op Woensdrecht kunnen gaan laten landen.’ n

46 MaintNL 01 – 2015

MK onderhoud JSF.indd 46

27-01-15 17:23


FOTO: MINISTERIE VAN DEFENSIE

F-35 ZORGT VOOR ONTSTAAN KENNISINDUSTRIE Dat Nederland het motorenonderhoud van de F-35 mag doen, is volgens Jaap Kwadijk een belangrijke gebeurtenis, maar het feestje is volgens hem wel erg klein. Er mag wel wat meer lawaai zijn. Kwadijk (medewerker van Capgemini) is samen met Hanno Spoelstra (SKF) de initiatiefnemer van Maintenance Valley. Onder die naam is in 2007 een clustering van economische activiteiten in de luchtvaartonderhoudsector gestart. Daarin richtten de overheid en de Nederlandse industrie, ondersteund door de provincie Noord-Brabant en het Dutch Institute World Class Maintenancen (DI-WCM) zich op MRO (maintenance, repair en overhaul) voor zowel militaire luchtvaart als burgerluchtvaart. In 2008 is de naam Maintenance Valley in Aviolanda Woensdrecht veranderd.

Doorbraak ‘Ik had verwacht dat er meer euforie zou zijn over het onderhoud van de F-35’, zegt Kwadijk. ‘Ik denk dat een groot gedeelte van de mensen om ons heen niet beseft wat voor doorbraak dit is. Dat maakt mij bezorgd over of we het wel volledig zullen benutten op een grotere schaal dan alleen maar provinciaal. Alleen al de aankondiging dat Nederland dit onderhoud mag doen, maakt dat we een wat meer betrouwbare partner zijn. De eerste stap is dus gemaakt, de tweede stap is: hoe gaan we dat volume ook echt daadwerkelijk binnenhalen? Ik ben ervan overtuigd dat daaromheen een hele kennisindustrie ontstaat.’

Volgens Kwadijk is er een belangrijke verandering in de reputatie van onderhoud in Nederland. ‘Onderhoud wordt tegenwoordig als een echt vak gezien, als een activiteit die plaatsgebonden is. Het heeft eenzelfde status als machinebouw. Ondanks alle goedkope loonlanden, komen de machines nog steeds uit Duitsland, Oost-Europa, Italië en Scandinavië. Dat heeft te maken met vertrouwen en technische mogelijkheden. Als eenmaal de loop er in zit, dan gaat het hard. Die loop zit er in Woensdrecht nu best wel in.’

Energie Volgens Kwadijk laat de keus van het F-35 Joint Program Office voor Nederland zien dat wij goed zijn in onderhoud. ‘De bedoeling is vooral dat wij een positie krijgen op het onderhoud in het algemeen en hightech in nog grotere breedte. Langzamerhand ontwikkelt zich in Woensdrecht een cluster dat begint te lijken op wat we met Maintenance Valley hebben bedoeld. Maar de inspanning op dat gebied zal nog redelijk veel vragen. Voor mij is het plezierig om te zien dat bedrijven als de Gasunie, NedTrain, Schelde en Delta zich wat aantrekken van dit soort initiatieven. Je ziet dat die clusters zich dichter naar elkaar toe gaan bewegen. Het gaat nog niet hard genoeg als het om data en elektronica gaat. Dat zou wat sneller kunnen. We zijn nog erg in het ambachtelijke blijven hangen. Het is een mooie kans om daar energie in te stoppen.’

MaintNL 01 – 2015  47

MK onderhoud JSF.indd 47

27-01-15 17:23


Conditiemeting

GIS-data en laserscanning vereenvoudigen spoorbeheer Er zijn heel wat innovatieve technieken ontwikkeld om de conditie van het spoor en de ondersteunende infrastructuur te meten. Door deze gegevens te koppelen en te integreren met geografische informatiesystemen, kunnen asset managers de conditie monitoren en degradatie voorspellen. En wanneer preventief onderhoud nodig is, kunnen ze snel de locatie van de asset bepalen. David van Baarle

Nederland heeft het drukst bereden spoor van de Europese Unie en er gaat dan ook twee keer zoveel verkeer over de rails als gemiddeld in de EU. En dan hebben we het alleen nog maar over de 3.500 kilometer spoor die door treinverkeer wordt gebruikt. Want ook in de grote steden ligt heel wat spoor voor het tram- en metroverkeer. Uitval van de assets levert al snel grote problemen op en leidt soms zelfs tot Kamervragen. De asset owners, maar ook de serviceproviders doen er dan ook alles aan om vertragingen of uitval te voorkomen. Nu heeft het spoor als voordeel dat de trajecten vastliggen en dus goed te monitoren zijn en de belasting redelijk voorspelbaar gebeurt. Er zijn dan ook al heel wat innovatieve technieken ontwikkeld om de conditie van het spoor en de ondersteunende infrastructuur te meten. Maar een recente ontwikkeling is om die gegevens ook te koppelen aan geografische informatiesystemen (GIS) zodat diverse meetgegevens, maar ook degradatiemodellen kunnen worden gekoppeld aan de coördinaten van de individuele assets. Als men daar ook nog een risicomatrix aan koppelt, hoeft men een spoorstaaf pas te vervangen als deze een potentieel gevaar vormt.

Innovatieve conditiemeting Dat er heel wat te meten valt aan het spoor, het ballastbed en de bovenleiding blijkt wel uit een presentatie van Willy Peelen van TNO. Maar TNO gaat verder en kan ook condities meten terwijl treinen met een behoor-

lijke vaart langs razen. Of specifieker: de onderzoekers ontwikkelden een zogenaamde sensorbox die de slijtage aan stroomopnemers van treinen, die de stroom van de bovenleiding aftappen, kan meten. Een kapotte stroomopnemer kan namelijk voor heel wat schade aan de bovenleiding zorgen met alle gevolgen van dien. De meetapparatuur, die bestaat uit een laser en twee camera’s, staat momenteel opgesteld boven het spoor bij Zevenhuizen en meet de slijtage van treinen die met soms 140 kilometer per uur langsrijden met een nauwkeurigheid van 0,5 millimeter. Doordat iedere trein is voorzien van zijn eigen RFID weet de sensor precies welke trein er is langsgekomen. Hij kan dus per trein de conditie van de stroomopnemers doorgeven aan de beheerder ervan (vaak NedTrain). Andersom kan overigens ook: een inspectiesysteem dat aan een trein is vastgemaakt om de infrastructuur te inspecteren. In dit geval inspecteert men de bovenleiding of rijdraad door een laser op de trein te plaatsen. Deze inspecties vinden al vanaf 1990 plaats en dus is er al veel data verzameld over de slijtagepatronen en zijn er heel wat trendanalyses gedaan. Het nadeel van het van onderop meten van een rijdraad is dat een rijdraad rond is, waardoor een beetje slijtage eenzelfde dikte oplevert als heel veel slijtage. TNO ontwikkelde een nieuw systeem die op de stroomopnemer is gemonteerd en die 3D-opnamen kan maken van de draad. Daarmee

krijgt men een veel vollediger beeld van de daadwerkelijke conditie van de draad en ziet men bijvoorbeeld ook of deze rond, ovaal of vierkant is. Nog interessanter wordt het als informatie van radarsystemen aan boord van satellieten kan worden gebruikt om deformaties te meten. Door gegevens van twee satellieten te combineren kan men nauwkeurige informatie krijgen over de ligging en hoogte van het spoor, het ballastbed, bovenleidingen enzovoorts. Op die manier zou men de conditie van een traject kunnen meten zonder gebruik te maken van een meettrein.

Misschien nog wel het meest waardevolle resultaat is dat een volgende inspectieronde minder tijd zal vragen. Nu kun je nog zoveel meten, maar die data krijgt pas waarde als er ook informatie van kan worden gemaakt. Peelen heeft een voorbeeld van spoorhoogtemetingen die men drie jaar lang uitvoerde op verschillende trajecten. Men maakte een risicomatrix van de hoogteparameter per klasse en zette de voorspelde degradatie uit tegen de gemeten degradatie. Uiteindelijk kwamen de onderzoekers op twaalf parameters die de hoogte van het spoor beïnvloedden, met als nummer één de snelheid van de treinen die er over reden. Daarnaast keek men naar de samenstelling van het traject, zoals het soort ballast dat was gebruikt, het profiel van de spoorstaven of het soort dwarsligger. Ook keek men voor een specifiek gebied (in Zeeland) nog naar de dikte van de ballast en omgevingsinvloeden zoals vochtigheid onder de ballast en vervuiling. Natuurlijk was de belasting van het

48 MaintNL 01 – 2015

MS Rail monitoring.indd 48

27-01-15 17:18


spoor ook een belangrijke parameter waarmee de onderzoekers moesten rekenen. De gegevens werden in een probabilistisch netwerk gestopt en op die manier kon de degradatie vrij nauwkeurig worden voorspeld. Peelen: ‘Door dit soort berekeningen toe te passen krijgen metingen meer waarde, zonder dat daar extra meetkosten tegen overstaan.’

Eenzelfde soort uitdaging had Ziv Amit van Arcadis voor de tram- en metro-infrastructuur van Amsterdam. Het doel was eenvoudig: het bepalen van de restlevensduur van de assets om zo inzicht te krijgen in de benodigde investeringen. De uitvoering was echter iets complexer, voornamelijk omdat men niet alleen de rails moest inspecteren, maar ook de elektrische en werktuigbouwkundige installaties, bovenleidingen (of derde rails), kunstwerken, tunnels, wissels, kruispunten en ook nog alle haltes en stations. Het bleef overigens niet bij visuele inspecties, want van een groot deel van de duizenden objecten moesten ook metingen worden uitgevoerd. Er kon dus weinig tijd worden verspild met het vinden van de objecten, het verzamelen van data en het rapporteren van de bevindingen. Bovendien moesten de inspecties het tram- en metroverkeer zo weinig mogelijk hinderen en natuurlijk mochten de inspecteurs ook geen veiligheidsrisico lopen. De Dienst Metro had al een objectencatalogus ingericht, een meetprotocol samengesteld voor inspecties en een aggregatiemodel gemaakt waarmee de conditie per objectsoort kon worden vastgesteld. Arcadis stond echter voor de uitdaging om met weinig voorbereidingstijd en een krappe planning toch het gehele areaal visueel te inspecteren en meten. Daar kwam nog bij dat de beschikbare gps-data incompleet was, waardoor gegevens van objecten handmatig moesten worden verzameld. Om genoemde risico’s om te buigen in kansen, richtte het ingenieursbureau een GIS-applicatie in die werd gekoppeld aan een inspectietool. Daarmee kon de exacte positie van alle objecten in het onderhoudsbeheersysteem worden opgenomen, waardoor adviseurs direct bij de juiste schakelkasten of bijvoorbeeld een kaartautomaat konden komen. Ook zorgde men ervoor dat rijdende meetdata van rails en leidingen automatisch werd vertaald naar conditiegetallen. Dit is volgens Amit nooit eerder gerealiseerd. De inspecteurs werden uitgerust met tablets en wisten zo niet alleen snel de te

FOTO: GVB

Dienst Metro Amsterdam

meten assets te vinden, maar konden hun metingen, inclusief foto’s, snel invoeren in het systeem dat de verschillende meetgegevens vertaalde naar bruikbare conditiescores. Amit toont voorbeelden van typische veroudering die de inspecteurs tegenkwamen, van scheuren in beton tot slijtage van rails of lekkages bij stations. Of wat te denken van een installatie waar de stroomdraden niet goed zijn weggewerkt. Al deze gebreken werden gefotografeerd, gedocumenteerd en kregen daarbij een gps-positie. Het resultaat was zowel voor Arcadis als voor opdrachtgever Dienst Metro positief. Men wist de klus binnen de gestelde tijd te klaren en de technische conditie van alle objecten vast te stellen. Ook de data van de meettram werd vertaald naar conditiecijfers. Misschien nog wel het meest waardevolle resultaat is dat een volgende inspectieronde minder tijd zal vragen.

Laserscannen Een andere redelijk nieuwe manier om de conditie van spoorwegen vast te leggen, is via 3D-laserscanning. Nu is laserscannen niet zozeer nieuw, maar er was tot voor kort geen goede manier om zo’n scanner over het spoor te laten rijden. Dat probleem is inmiddels opgelost. Joost Assendelft van Dura Vermeer-dochter Advin bouwde zijn eigen scanner, die eigenlijk bestaat uit drie scanners en camera’s, zette hem op een bus en die bus vervolgens weer op een lorrie en liet hem voorttrekken door een speci-

ale kraan die wordt gebruikt voor spoorwerkzaamheden. ‘We hebben onlangs de eerste testen uitgevoerd op een stuk spoor op de Tweede Maasvlakte’, zegt Assendelft. ‘We haalden een snelheid van zes kilometer per uur en konden zo twee runs uitvoeren. Een laserscan wordt nauwkeuriger naarmate je meer runs uitvoert, dus naar gelang de detaillering die nodig is, moet je in ieder geval twee, maar vaak ook meer runs uitvoeren om eventuele fouten er uit te halen. Het kan namelijk voorkomen dat de gpsinitialisatie verkeerd is, of dat een tunnel verkeerd wordt geïnterpreteerd. Je hebt in een tunnel namelijk geen gps-signaal en dus moet de versnellingsmeter de hiaten opvullen.’ De voordelen van een 3D-scan zijn legio. Want behalve dat een scanner heel gedetailleerd opnamen kan maken van de daadwerkelijke situatie, is het ook heel eenvoudig om de oude situatie met de nieuwe te vergelijken en dus de degradatie vast te stellen. Een verkanting van een wissel is bijvoorbeeld heel duidelijk te zien. En, ook niet onbelangrijk, de informatie ligt niet alleen grafisch vast, maar van iedere meting is ook de gps-positie bekend. ‘In de ideale situatie heb je een volledig beeld van een traject en de nabije omgeving, inclusief bovenleiding, met onderliggend de ingemeten details, de ontwerpspecificaties, de onderhoudshistorie en de degradatievoorspellingen per object of deeltraject.’ n MaintNL 01 – 2015  49

MS Rail monitoring.indd 49

27-01-15 17:18


Asset Management

Samenwerking tilt asset management naar hoger plan Het werken in de industrie verandert continu. De NVDO zet jaarlijks de tien belangrijkste trends in de Nederlandse onderhoudsmarkt op een rijtje. Hoe kijken de voorzitters van de NVDO (Bas Kimpel), Profion (Roelf Venhuizen) en DI-WCM (Lex Besselink) naar deze trends? En hoe zit het met hun plannen tot verregaande samenwerking? Dagmar Aarts

Wat sterk opvalt in de lijst van trends is dat de schaarste aan technisch personeel uit de top tien is gevallen, terwijl dat eerder op de eerste plek (2012) en de vijfde plek (2013) stond. Kimpel herkent het gedeeltelijk dat het tekort aan technisch personeel minder belangrijk is. ‘Gaat het om technisch uitvoerend personeel dan is de situatie iets beter geworden. Maar als het gaat om asset management en reliability engineering dan zijn de goede mensen nog steeds moeilijk te krijgen. Dat de schaarste aan personeel niet meer in de top 10 staat,

Bas Kimpel, voorzitter NVDO

kan er ook mee te maken hebben dat andere punten, zoals compliance en wetgeving, belangrijker zijn geworden.’ Venhuizen voegt daaraan toe dat de schaarste aan personeel waarschijnlijk van de lijst is verdwenen doordat er een efficiencyslag is gemaakt. Bedrijven proberen weg te komen van routinematig en tijdsgebonden onderhoud. Ook het hands on tool timeproject begint volgens hem zijn vruchten af te werpen. ‘Daarnaast wordt er vaker een beroep gedaan op buitenlanders.’ Besselink denkt dat de druk op de markt nu ook

wordt weggenomen door mensen die langer door blijven werken. Er komt echter een moment dat zij dik in de zestig zijn en met pensioen gaan. ‘Dan is het de vraag of je op dat moment snel genoeg kunt anticiperen op die uitstroom. Als ik baas zou zijn van een bedrijf zou ik de schaarste aan technisch personeel niet meer op plaats 1 neerzetten, maar ik vind het kort door de bocht om te doen alsof er niets aan de hand is.’ De drie voorzitters zijn het met elkaar eens dat het zonde is als de aandacht voor technisch personeel verslapt.

Compliance Terwijl de schaarste aan technisch personeel langzaam uit de lijst is weggezakt, is de aanscherping van regelgeving en de noodzaak tot compliance in drie jaar van plek 4 naar nummer 1 gestegen. Besselink: ‘Iedereen roept dat er minder regels moeten zijn, maar het vervelende is toch vaak dat als er een incident is geweest, men

Lex Besselink, voorzitter DI-WCM

50 MaintNL 01 – 2015

MR Verenigingsvoorzitters.indd 50

27-01-15 17:19


weer gauw geneigd is een incident voor de toekomst af te dekken met nieuwe regels.’ Kimpel kan erover meepraten. Bij zijn werkgever heeft hij ‘buitensporig’ veel met compliance te maken. Elke maand wordt zijn bedrijf wel twee of drie keer bezocht door de overheid, verzekeringsinstanties, banken of accrediteurs. ‘Je wordt er stapeldol van. Het is nu nog wel te behappen, maar we merken dat bij elke inspectie de focus op compliance toeneemt. Bij alles wat je doet, moet je later kunnen aantonen dat je het ook echt hebt gedaan. Dat is taaie kost.’

‘De interface tussen operatie en onderhoudswerk is cruciaal in de procesindustrie.' Venhuizen heeft geen problemen met compliance zolang er naar echt grote risico’s wordt gekeken. ‘Maar ik zie dat inspecties ook in de administratieve sfeer met enorme dwangsommen aan de gang gaan, terwijl dat niet direct een verband heeft met het risico dat je aan het beheersen bent.’ Hij ziet dat bedrijven vooral worstelen met wat de verschillende inspecties willen. Zo gaat de arbeidsinspectie uit van een nulrisico, terwijl de BRZO-inspectie uitgaat van een restrisico. De NVDO en Profion zitten samen in het programma Veiligheid Voorop om te discussiëren over hoe de inspectiediensten een balans kunnen vinden tussen risico- en administratieve compliance. Venhuizen: ‘Certificering moet geen ticking box worden zonder dat je werkelijk de bedrijfscultuur aanpakt.’ Besselink voegt daar aan toe: ‘Ik las laatst over een bedrijf dat volgens de inspectie compliant was. Toch ging het mis.

Dat is het gevaar als je met het middel bezig bent en niet met het doel.’

Operational excellence Uit het Onderhoudskompas blijkt dat bedrijven de samenwerking tussen opdrachtgever en -nemer steeds belangrijker gaan vinden. Zo stegen operational excellence, het belang van een onderscheidend vermogen van afnemers en de behoefte aan totaaloplossingen in de top 10. Het verbaast Venhuizen niet dat operational excellence op de tweede plek in de top 10 staat. ‘De interface tussen operatie en onderhoudswerk is cruciaal in de procesindustrie. Bij een aantal incidenten werd onderhoud al snel als schuldige aangewezen. Uit onderzoek bleek vervolgens dat het helemaal geen maintenance-issue was, maar dat er operationele dingen gebeurden die gewoon veel te risicovol waren. Daarom is dat samenspel in die operatie ongelooflijk belangrijk, en daar komt operational excellence bij kijken.’ Alle verschillende werkprocessen, zowel het uitvoeren van projecten, instandhoudingen en de operatie, moeten allemaal heel goed op elkaar zijn afgestemd. ‘Je moet zorgen dat je de juiste mensen, met de juiste competentie op de juiste plek hebt. En dan komen we weer bij integraal asset management uit. Je kan niet één aspect verwaarlozen, want je gaat uiteindelijk onderuit op je zwakste schakel.’ Besselink ziet dat de hele ketenbenadering, het met elkaar moeten en willen samenwerken, toeneemt. ‘Vanwege de enorme ontwikkelingen in de maatschappij is er vandaag de dag geen bedrijf meer dat alle maintenance-activiteiten zelfstandig kan doen. Er zijn altijd andere bedrijven nodig.’

Samenwerken De NVDO, Profion en DI-WCM werken op dit moment waar mogelijk samen en denken

De tien belangrijkste trends in de Nederlandse onderhoudsmarkt volgens het NVDO Onderhoudskompas 2014: 1 De aanscherping van regelgeving en de noodzaak tot compliance. 2 Aandacht voor operational excellence. 3 Invloed van aandeelhouders en financiers. 4 Het belang van onderscheidend vermogen van afnemers. 5 Behoefte aan ICT. 6 Invloed van conjuncturele ontwikkelingen. 7 Behoefte aan totaaloplossingen. 8 Aandacht voor technische innovatie. 9 Afhankelijkheid van technologie en kennis. 10 Aandacht voor duurzaamheid.

Roelf Venhuizen, voorzitter Profion

erover om in de toekomst misschien één organisatie te worden. Kimpel: ‘We kunnen elkaar uitstekend aanvullen. Voorlopig werken we eerst met elkaar samen om te kijken hoe dat gaat.’ Besselink voegt daaraan toe: ‘We hebben geen verschil van mening over waar we naartoe moeten, wel over hoe snel en hoe dat moet. Ik wil het een beetje sneller. Maar de NVDO bestaat al 51 jaar en wil voorkomen dat ze door die snelheid verkeerde beslissingen neemt. Praktisch komt daar ook nog bij kijken dat de NVDO een vereniging is terwijl Profion en DI-WCM stichtingen zijn. Het is niet eenvoudig om daar één vereniging van te maken. Maar dat wil niet zeggen dat we nu niet als één entiteit kunnen optreden.’ De drie partijen zitten op één lijn wat betreft de toekomst van Beheer & Onderhoud. Er wordt nu gezocht naar wat de toegevoegde waarde is om samen te gaan. De partijen zien dat asset management een behoorlijke vlucht neemt en dat dat ook goed gaat. Samen willen de drie het asset management naar een hoger plan tillen. De mannen zijn ervan overtuigd dat Nederland heel veel bouwstenen heeft voor een goede asset management cultuur. De kennis en kunde die hier worden ontwikkeld, hebben ook een grote exportwaarde. De drie willen de onderhoudssector van Nederland beter op de kaart zetten. Want als de wereld weet wat Nederland kan, dan komen ze vanzelf naar ons toe, is het idee. Kimpel: ‘We kijken nu hoe we elkaar kunnen versterken, hoe we nieuwe kennis kunnen vergaren en hoe we die met z’n drieën kunnen verspreiden.’ n MaintNL 01 – 2015  51

MR Verenigingsvoorzitters.indd 51

27-01-15 17:19


Nieuws

Nieuwe Voorzitter NVDO Sectie Techniek! De nieuwe voorzitter Bert Visser ondersteunt het doel van de NVDO Sectie Techniek: het vastleggen, uitwisselen en verspreiden van kennis op het gebied van technieken voor het doelmatig en efficiënt uitvoeren van onderhoud aan technische systemen. Maar ook technieken voor het elimineren, reduceren of optimaliseren van onderhoudsinspanningen krijgen de aandacht die ze verdienen. Bert voegt daar graag een portfolio van soft skills, veilig werken en het doorontwikkelen van analytisch denkvermogen aan toe. Visser (1954) is partner bij CoThink en al jarenlang, ook bestuurlijk, verbonden aan de NVDO. Hij kent de achterban goed en volgt de ontwikkelingen bij de leden op de voet. Zijn primaire professionele aandachtsgebied

is het ontwerpen en het begeleiden van trajecten voor organisatieontwikkeling. Daarbij staat het verbeteren van bedrijfsresultaten door het mobiliseren van het ‘kritisch en creatief denken’ centraal. Bert ondersteunt verschillende bedrijven, waar vooral het thema ‘mens en techniek’ een belangrijke rol speelt. Binnen zijn portefeuille van voorzitter Sectie Techniek besteedt Bert ook aandacht aan de relaties tussen materiaaleigenschappen, toepassingsmogelijkheden, montageaspecten en blootstellingscondities. Daartoe stuurt hij het NVDO Platform Materiaalkunde aan, dat onderdeel uitmaakt van zijn sectie. Door meer dan twintig jaar advieservaring, gelooft hij dat mensen en organisaties hun eigen vraagstuk-

ken kunnen oplossen, mits de juiste vraag op het juiste moment wordt gesteld en beantwoord. Innovatie ontstaat doordat bestaande ziensen denkwijzen worden doorbroken. Dat vergt een krachtige procesbegeleidende rol, waarbij gedisciplineerde en methodische aanpak houvast biedt. Bert adviseert, faciliteert en begeleidt organisaties en groepen bij het effectief implementeren van de strategie, de analyse en het verbeteren van de bedrijfsvoering en de (her)inrichting van de organisatie, in het bijzonder voor Productie- en Asset Management. Bert studeerde Civiele Techniek en Bedrijfskunde en volgde de SIOOopleiding voor veranderingsmanagement. Daarnaast beschikt hij over de licenties van Herrmann (Whole Brain Thinking en Teamontwikkeling), De Bono (Creatief denken) en KepnerTregoe (Analytisch denken).

Ruim achthonderd miljoen euro geïnvesteerd in duurzame gebouwen in 2013 In totaal is in 2013 voor meer dan achthonderd miljoen euro geïnvesteerd in duurzame gebouwen via de EIA- en MIA-regelingen. Bij 55 gebouwen is gebruik gemaakt van de code voor renovatie met minimaal twee energielabelstappen. Bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is in 2013 in totaal voor 1,8 miljard euro aan investeringen via de EIA gemeld, voornamelijk voor de categorie Gebouwen: 6.640 aanvragen, 34 procent van het totaal (een investering van 328 miljoen). Het gaat hierbij om investeringen voor losse maatregelen zoals verlichting, warmtepompen en PV. Renovaties met minimaal twee energie-labelstappen verbetering vallen onder code 210000. In totaal zijn in 2013, net als in 2012, 55 gebouwen verduurzaamd via deze code. In 2012 is ruim 74 miljoen euro toegekend, in 2013 is voor ruim 40 miljoen euro aangevraagd voor deze code; een deel is nog in behandeling. Via de MIA en Vamil is in 2013 voor ruim 3,7 miljard euro aan investeringen in milieuvriendelijke maatre-

gelen gemeld. Daarvan investeerden ondernemers voor 488 miljoen in duurzame bouw. 97 procent van de aanvragen komt van het MKB. Beroemde voorbeeldprojecten Zowel grote als kleine projecten maken van de regelingen gebruik. Enkele voorbeelden van gebouwen waarbij gebruikgemaakt is van de regelingen, zijn het Phidias-kantoor in Zwolle, het RHDHV-kantoor in Amersfoort, de Oval Tower in Amsterdam, de Kunsthal in Rotterdam, het Alliander-gebouw in Duiven en een gerenoveerde tramremise in Amsterdam. De EIA (Energie-investeringsaftrek) is een fiscale regeling van de ministeries van EZ en Financiën. Via de EIA kunnen bedrijven fiscaal voordelig investeren in energiezuinige technieken en duurzame energie. Gebouweigenaren kunnen zo 41,5 procent van de investeringskosten aftrekken van de fiscale winst. Dit kan tien procent schelen op het investeringsbedrag. Op de Energielijst 2014 staan zo’n

160 energiezuinige investeringen (‘bedrijfsmiddelen’) die vallen onder de EIA, zoals warmtepompen, grondwarmtewisselaars, PV-systemen, diverse installaties voor verlichting en klimaatsystemen. Ook het verbeteren van het energielabel van een bestaand utiliteitsgebouw met minimaal twee labelstappen komt voor EIA in aanmerking, evenals de kosten voor een energieonderzoek of energieadvies. De korting geldt op de aanschaf en op arbeidskosten. De MIA (Milieu-investeringsaftrek) en Vamil zijn fiscale regelingen van de ministeries Infrastructuur en Milieu en Financiën. Op de Milieulijst 2014 staan ruim driehonderd voorzieningen met een maximale winstaftrek van 36 procent. Hierbij is ook te denken aan bijvoorbeeld een vegetatiedak, een regenwaterinstallatie, milieuvriendelijke verlichting, emissiearme verwarmingsketels, waterbesparende toiletten en infiltratiesystemen. Het aantal keurmerken is uitgebreid met onder andere MVO- en CO2-prestatieladder en de SMKBarometers. Bij een aantal keur-

52 MaintNL 01 – 2015

MJ korte berichten.indd 52

27-01-15 17:23


Nieuws

merken, zoals FSC-keur, Milieukeur, Dubokeur en Ecolabel, kunnen zowel de producenten als afnemers gebruik maken van MIA\Vamil. Sinds 2014 kunnen ook huurcorporaties gebruikmaken van MIA\Vamil voor vervanging van asbest door daken met zonnepanelen. En spe-

ciaal voor sportaccommodaties en zwembaden wordt de maatlat opgewaardeerd naar GPR versie 4.2, zodat gebouweigenaren hiermee ook in aanmerking kunnen komen. De EIA, MIA en Vamil zijn bedoeld voor ondernemers: organisaties die inkomsten- of vennootschapsbelas-

ting betalen en fiscaal eigenaar zijn van de bedrijfsmiddelen waarin zij hebben geïnvesteerd. EIA en MIA zijn niet stapelbaar. Aanvragen gaat digitaal via het e-loket van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

T-rijbewijs verplicht voor brede heftrucks De regels voor heftrucks worden aangescherpt. Vanaf 1 juli 2015 is een T-rijbewijs ook verplicht voor het besturen van heftrucks breder dan 130 centimeter waarmee op de openbare weg wordt gereden. Heftruckexpert Martijn Kruithof meent dat dit voor de meeste trucks zal gelden. ‘Per merk kan dit mogelijk een beetje verschillen, maar alle trucks boven de 4 ton zijn breder dan 130 cm. Daarbij niet meegenomen dat sommige trucks zijn uitgevoerd met een spoorverbreding voor stabiliteit of een vorkenbord of voorzetapparatuur die breder is dan 130 cm.’ Nederland is één van de laatste landen in Europa waar een T-rijbewijs wordt ingevoerd. De belangrijkste reden voor de invoering van het T-rijbewijs is het verbeteren van de verkeersveiligheid. Er gebeuren nu relatief veel ongelukken met landbouwvoertuigen en motorrijtuigen met beperkte snelheid, waarbij vooral mede weggebruikers zoals voetgangers en fietsers gevaar

lopen. Voor bestuurders op een heftruck die minder breed is dan 130 centimeter en op eigen terrein of in eigen magazijn rijden is geen T-rijbewijs nodig. Een grote groep heftrucks en bestuurders valt in deze categorie. Voor hen verandert er niets. De in de Arbowet geregelde scholingsplicht voor bestuurders van heftrucks blijft overigens gewoon bestaan. Aanpassen rijbewijs Iedereen die in het bezit is van een trekkercertificaat maar geen B-rijbewijs heeft, krijgt de gelegenheid om tot 1 jaar na de invoering (dus tot 1 juli 2016) zijn certificaat om te wisselen voor een T-rijbewijs. Vanaf 1 juli 2016 is het trekkercertificaat niet meer geldig. Wie het B-rijbewijs vóór 1 juli 2015 heeft gehaald, mag in de periode van 1 juli 2015 tot de datum dat het rijbewijs moet worden verlengd, landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid

besturen. Bij de eerstvolgende verlenging of vervanging ná 1 juli 2015, wordt de T-bevoegdheid automatisch toegevoegd. Wie na 1 juli 2015 het C-rijbewijs haalt, krijgt op dit rijbewijs automatisch de T-rijbevoegdheid bijgeschreven. Chauffeurs die al een C-rijbewijs hebben, hoeven niets te doen; zij mogen in de overgangsperiode (1 juli 2015 tot 1 juli 2025) ook rijden met landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid zonder dat de T-rijbevoegdheid is bijgeschreven. Bij de eerstvolgende verlenging van hun C-rijbewijs na 1 juli 2015, wordt de T-bevoegdheid automatisch bijgeschreven.

NVDO versterkt maintenancepositie in Noord-Nederland De NVDO bundelt vanaf 1 januari 2015 de krachten van haar regionale kringen Groningen-Drenthe en Friesland tot één sterk professioneel fundament in de regio Noord-Nederland. De nieuw samengestelde NVDO Kring Noord-Nederland versterkt de concurrentiekracht en richt zich specifiek op de regionale waardeketen, waar maintenance een significante positie inneemt. De industrie in het Noorden floreert en biedt talloze mogelijkheden voor het delen van kennis en ervaringen. Dit zal de nieuwe NVDO Kring volop benutten met nieuwe of bestaande synergie. Met bestaande en nieuwe

stakeholders wordt gewerkt aan een sterke positie van maintenance in het bedrijfsleven, maar ook binnen het reguliere onderwijs. Er zal samenwerking gezocht wordt met de regionale overheden. Met inhoudelijke evenementen op bijzondere locaties kunnen bedrijven en werknemers intensief met elkaar netwerken. Het leren van projecten en het delen van elkaars ervaringen voeren hier de boventoon. Daarnaast worden de innovatieve ontwikkelingen in de regio gestimuleerd en ondersteund. Dit doet de Kring bijvoorbeeld door kennis te dissemineren tijdens evenementen,

publicaties in vakbladen, samenwerking met collegaverenigingen, het vormen van werkgroepen en het participeren in initiatieven ten behoeve van Asset Management. Ruime aandacht wordt gegeven aan thema’s als innovatie, risicomanagement, wet- en regelgeving, samenwerking en instroom op de technische arbeidsmarkt. Met een Kick Off bijeenkomst zal de NVDO Kring Noord-Nederland officieel van start gaan. Met sprekers van topniveau en aanwezigheid vanuit de regionale politiek wordt een nieuw tijdperk voor het Beheer & Onderhoud in Noord-Nederland ingeluid. MaintNL 01 – 2015  53

MJ korte berichten.indd 53

27-01-15 17:23


Cursussen Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de Maintenance Academy op www.nvdo.nl Komende NVDO Cursussen Locatie: NVDO Verenigingsgebouw, tenzij anders vermeld 5 en 6 maart 201 Praktijkgericht Risicomanagement voor Beheer en Onderhoud van Assets In company mogelijk Binnen risicomanagement is het gebruik van risicomatrices een essentieel onderdeel om kosteneffectiviteit te realiseren voor het beheer en onderhoud van assets. Door gebruik te maken van risicomatrices en risicogetallen kunnen de risicogevolgen in kaart worden gebracht, wat leidt tot beslissingsscenario’s. Hierdoor kunnen risico’s vermeden worden of bewust worden geaccepteerd op gebieden als productie, kosten, veiligheid, imago en milieu. Onderhoudsmedewerkers worden vaak betrokken bij risicoanalyses binnen analysemethodieken zoals RCM en FMECA. Hierin wordt gebruik gemaakt van risicomatrices en worden risicoprofielen opgesteld van technische componenten binnen de installaties. Veelal resulteert dit in keuzes ten aanzien van onderhoudsstrategieën. Door het toepassen van risicomanagement op praktijkgerichte vraagstukken wordt niet alleen de kennis overgebracht, maar leert men ook wat de impact is van de methodiek voor uw organisatie. Ook wordt duidelijk wat de verhouding is tussen de kosten en de opbrengsten bij het implementeren van de risicomanagement.

Doel Deze cursus stelt u in staat om risicomanagement voor beheer en onderhoud toe te passen gedurende de gehele levenscyclus van een technische installatie.

Onderwerpen • Kader van risicomanagement • Gebruik van risicomatrices • Gebruik van risicogetallen • Toepassen van kosteneffectiviteit • Werken met scenario’s en tools • Uitvoeren van risicoanalyse • Interpreteren en communiceren van resultaten • Realiseren van risicobewust denken (organisatiebreed) Voor de toepassing van de methoden in het eigen bedrijf worden tevens digitale werkbladen beschikbaar gesteld.

10,11, 12 maart 2015 Reliability-centred Maintenance - RCM2, Eindhoven Van de vele miljoenen die bedrijven investeren in onderhoud, is het leeuwendeel gericht op het verhogen van de onderhoudsefficiëntie. Het gaat dan om investeringen in mensen en middelen, die als doel hebben het periodieke onderhoud op de juiste wijze uit te voeren.

Het blijkt echter dat veel periodieke taken, ook als ze precies zo worden uitgevoerd als bedoeld, niets opleveren en dat sommige periodieke taken zelfs averechts uitpakken. Anderzijds blijkt dat er veel periodieke taken ontbreken, die essentieel zijn voor een veilig gebruik van moderne, technische systemen. We moeten onze aandacht dus verleggen van het op de juiste wijze uitvoeren van periodiek onderhoud naar het uitvoeren van het juiste periodieke onderhoud: van onderhoudsefficiëntie naar onderhoudseffectiviteit. De eerste bedrijfstak die dit systematisch heeft aangepakt, is de burgerluchtvaart. Daar werd een methode ontwikkeld om, gestructureerd en systematisch, het veilige minimum aan periodiek onderhoud te bepalen. Deze methode staat binnen de luchtvaart bekend als MSG3 en daarbuiten als ‘Reliability-centred Maintenance’ (RCM).

Doel U leert de zeven RCM-vragen te beantwoorden en zo te beslissen welke periodieke taken de beste strategie vormen in de strijd tegen bepaalde storingen. U leert bovendien hoe te beslissen welke storingen beter op een andere manier kunnen worden bestreden, namelijk door een eenmalige wijziging van het ontwerp, de wijze van bediening, procedures en voorschriften, of van kennis en vaardigheden.

Onderwerpen Dag 1 • Inleiding in Reliability-centred Maintenance. • Definiëren van functies en normen voor de gewenste prestaties en definiëren van (functionele) storingen. Dag 2 • Vaststellen van storingsoorzaken (storingsvormen) en bepalen wat er bij een storing gebeurt (storingseffecten). • Beoordelen van storingsgevolgen: storingen die veiligheid of milieu bedreigen, storingen die productie c.q. bedrijfsvoering beïnvloeden, storingen die uitsluitend reparatie met zich mee brengen, storingen die het wegvallen van een beveiliging inhouden. Dag 3 • Bepalen van strategieën in de strijd tegen storingen: periodieke vervanging/revisie, toestandsbeoordeling, -storingsdetectie, eenmalige wijziging, bewust afwachten. • Bundelen van taken tot onderhoudsschema’s. • Toepassen van de RCM-methode: werkgroepen, facilitators, implementatiemethoden en opstarten.

Bestemd voor De cursus is bestemd voor degenen die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van technische systemen, de inzet, het gebruik en de bediening van die systemen,

54 MaintNL 01 – 2015

MI Cursussen - NVDO Bijeenkomsten.indd 54

27-01-15 17:24


het ontwerp van die systemen of voor de veiligheid, de arbeidsomstandigheden en het milieu. De doelgroep bestaat uit reliability managers, maintenance managers, reliability engineers, maintenance engineers, operations managers, production managers, quality managers, operations engineers, process engineers, engineering managers en SHE managers. Iedereen kan aan de driedaagse basiscursus Reliability-centred Maintenance (RCM2) deelnemen, tenzij die deelname in strijd is met de licentieovereenkomst tussen Aladon LLC en Operational Excellence Transfer.

13 maart 2015 Bouwbesluit; brandveilig gebruik Het Bouwbesluit bevat bouwtechnische voorschriften op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Dit zijn voorschriften die de minimaal noodzakelijke kwaliteit van bouwwerken waarborgen. Het Bouwbesluit is, samen met de daarbij behorende ministeriële regeling, het Gebruiksbesluit, enkele voorschriften uit de gemeentelijke bouwverordeningen en het Besluit aanvullende regels veiligheid wegtunnels, vervangen door één Bouwbesluit.

Doel Na het volgen van de cursus ‘Bouwbesluit’ is de cursist in staat de actuele regelgeving in het Bouwbesluit direct toe te passen.

Onderwerpen • De nieuwe terminologie zoals; (extra) beschermde route, verkeersroute, veiligheidsvluchtroute, etc. • Het nieuwe systeem voor de indeling van gebouwen. • De wijziging van brandcompartimentgrootte. • De verminderde samenhang van het bouwbesluit met andere wet- en regelgeving, normen en regelingen. • De nieuwe eisen aan ruimten die zijn bestemd voor het insluiten van personen. • De nieuwe bepalingen rondom bestaande bouw en nieuwbouw. • Een nieuwe benadering voor de brandveiligheid van te verbouwen gebouwen. • De eisen voor verschillende gebruiksfuncties, zoals welk type brandbeveiligingsinstallatie is geëist voor de toegepaste gebruiksfunctie. • De aangepaste eis van het bouwbesluit op de uitvoering van brandbeveiligings-installaties zoals o.a. brandmeld- en ontruimingsinstallaties en vluchtwegaanduidingen. • De eisen rondom de verplichte doormeldingen naar Regionale Alarmcentrales (RAC). • De invloed van het Bouwbesluit op certificeringsregelingen.

Bestemd voor Deze cursus is voor iedereen die zich bezighoudt met brandveiligheid en al werkzaam is met oude Gebruiksbesluit. Dit zijn bijvoorbeeld inspecteurs van onroerend

goed en ervaren medewerkers technische dienst, maar is ook zeer geschikt voor beheerders van grote complexen, hoofden facility management (kantoren, onderwijs en ziekenhuizen).

Start 30 april 2015 VDM (Value Driven Maintenance) Masterclass Met VDM kan de onderhoudsafdeling snel veranderen in een professionele organisatie die bijdraagt aan het totale bedrijfsresultaat. Daarnaast helpt VDM bij het inrichten van de Meest Waardevolle Onderhoudsorganisatie. Hierbij wordt gebruikgemaakt van bewezen best practices van toonaangevende bedrijven, branche specifieke benchmarks en de mogelijkheden van geautomatiseerde EAMsystemen. Honderden bedrijven over de gehele wereld hebben de kracht van VDM ontdekt, in uiteenlopende industrieën zoals de olie- en gasindustrie, chemie, voeding en farmacie, automotive, consumentenelektronica, maritiem en openbaar vervoer, havens, wegen, luchtvaart, defensie, energie en utiliteit. Allen met indrukwekkende resultaten.

Doel De VDM Master Class leert u hoe u met onderhoud toegevoegde waarde kunt creëren. Daartoe zult u de VDM methodologie leren toepassen op uw eigen situatie en de door u ontworpen Meest Waardevolle Onderhoudsorganisatie implementeren binnen uw organisatie. De VDM methodiek bevat een kwantitatief besturingsmodel waarmee inzichtelijk wordt gemaakt hoe onderhoud een positieve bijdrage kan leveren aan de waardecreatie binnen het bedrijf.

Onderwerpen VDM Introductiedag Algemene trends in onderhoud en de belangrijke positie van VDM hierin; economisch toegevoegde waarde en aandeelhouderswaarde en hoe onderhoud hieraan een bijdrage kan leveren. Inzicht in het waardedrijvermodel, KPI’s, benchmarking, het competentiemodel, het VDM Control Panel en verschillende maintenance best practices. Met behulp van een aansprekende bedrijfscase zal uitgelegd worden hoe VDM de motor kan zijn voor continue innovatie.

Webinars U volgt acht VDM verdiepings-webinars. Dit zijn educatieve ‘web based seminars’ waaraan u vanaf uw werkplek kunt deelnemen. De webinars behandelen de kern competenties van onderhoud en nemen maximaal 1 uur in beslag. De webinars kunnen worden opgenomen en op elk gewenst tijdstip worden bekeken. De webinars staan in het teken van: Benchmark uw Maintenance Performance, Beheersing van Onderhoudskosten, Verhogen van technische beschikbaarheid, De toekomst van Reliability Engineering, Werkstroombeheer, Effectief uitbesteden van onderhoudswerkzaamheden, Optimaliseren reservedelen logistiek en Succesvol implementeren van EAM systeem. MaintNL 01 – 2015  55

MI Cursussen - NVDO Bijeenkomsten.indd 55

27-01-15 17:24


Conditiebewaking Veiligheid Maintenance Expertise - Techniek Netwerk en?

an! a e j d Mel vdo.nl www.naatschap > lidm

Deel kennis en ervaring >> word lid! Ervaar netwerken in groter verband

De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud

houdsprofessionals biedt de NVDO een ongeëvenaard

(NVDO) is de toonaangevende branchevereniging op het

netwerk van branchegenoten. De NVDO kent diverse bran-

gebied van onderhoud. Het overdragen van kennis en het

che- en aspectgerichte secties en regionale kringen. De

realiseren en in stand houden van het grootste onder-

vereniging draagt bij aan (wetenschappelijk) on-

houdsnetwerk van Europa, ziet de NVDO als belangrijke

derzoek en brengt trends, ontwikkelingen en visies

doelstelling. Met een groeiend aantal leden van onder-

binnen de branche in kaart.

Lidmaatschap van de NVDO biedt vele voordelen • • • • • • • • • •

Professioneel netwerk op het gebied van onderhoud Kringbijeenkomsten en seminars over specifieke thema’s Cursussen over onderhoudsmanagement Studiedagen met actuele thema’s Secties en werkgroepen gericht op specifieke onderhoudsaspecten Vacaturebank Lidmaatschap van de NVDO Group op LinkedIn (wetenschappelijke) Onderzoeken NVDO Corrosie Helpdesk Jongerenboard

• • • •

NVDO Onderhoudskompas Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy • Korting op NVDO-studiedagen • (gratis) abonnement op de vakbladen iMaintain/MaintNL en MaintWorld Asset Management, Duurzaamheid en Veiligheid zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!

Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl

Advertenties.indd 56

27-01-15 17:24


Casus

Werkvoorbereiding en Hands on Tools Time Er is recent onderzoek gedaan naar het percentage werktijd dat monteurs aan het sleutelen zijn (Hands on Tool Time). Dat bleek gemiddeld 42 procent te zijn. Volgens het onderzoek is een verhoging naar 65 procent mogelijk. Met de deelnemers aan de cursus ‘Werkvoorbereiding van Onderhoudswerkzaamheden’ bespreken we uiteraard het HoTT-concept en met name de zin en onzin ervan.

Onlangs vertelde een deelnemer over een “zeepkist-sessie” in zijn bedrijf. De maintenance manager vertelde de monteurs dat er meer en eigenlijk ook harder gewerkt moest worden, omdat onderzoek dat had uitgewezen. Er was niet veel gelegenheid gegeven voor het stellen van vragen. Misschien omdat er geen antwoorden waren? In de cursus hebben we natuurlijk wel tijd om die HoTT-vragen te stellen en te beantwoorden. We doen dat aan de hand van een artikel over dat onderzoek.

Best practices Veel cursusdeelnemers die met HoTT te maken hebben spreken over best practices. Daarom behandelen we altijd eerst een standaardmethode om netto beschikbare uren van monteurs uit te rekenen. Dat is steeds weer een eyeopener, want de uitkomsten variëren tussen circa 1150 en 1450 uren per jaar. Vaak afhankelijk van de industrie, van de CAO, van het ziekteverzuim, en natuurlijk ook van de leeftijdsopbouw in een bedrijf. Bovendien zijn er bedrijven die helemaal geen systematisch gebruik maken van de kennis en ervaring van monteurs, bijvoorbeeld door hen te betrekken bij technische en oorzaakanalyses. Die monteurs hebben dus meer tijd om te sleutelen en volgens het HoTT-concept is dat ook de kerntaak van een monteur. De essentie van de groepsdiscussie in de cursus leidt steeds tot de conclusie dat monteurs heel wat tijd verliezen doordat hun werk

CURSUSDATA Op 24, 25 en 26 maart a.s. organiseert de NVDO in haar verenigingsgebouw te Houten weer een cursus ‘Werkvoorbereiding van Onderhoudswerkzaamheden’. Het doel van de cursus is om te leren om op een verantwoorde en efficiënte manier om te gaan met het werkvoorbereidings- en planningsproces. Daarnaast krijgt de cursist inzicht in de complexiteit en toegevoegde waarde van de werkvoorbereidingsfunctie.

slecht is georganiseerd. En in een kwartiertje hebben we de meest voorkomende vormen van tijdverlies wel op een rijtje staan. Veel van die verliestijden zijn direct of indirect door een werkvoorbereider te beïnvloeden. Daarvoor behandelen we een scala aan methoden. Maar meestal is er eerst nog een ander probleem dat moet worden opgelost: werkvoorbereiders verliezen namelijk ook veel tijd, waardoor ze niet toekomen aan het degelijk voorbereiden en plannen van werk. Waardoor monteurs ook weer tijd verliezen. Een werkvoorbereider moet namelijk wel tijd hebben om de best practices toe te passen.

Cultuuromslag De cursus eindigt met een voorbeeld dat zowel invloed heeft op de tijdsbesteding van monteurs als op die van werkvoorbereiders. Het gaat om onduidelijke, onjuiste, en onvolledige meldingen of aanvragen door de afdeling productie. Cursisten leren aan welke kwaliteitseisen een aanvraag moet voldoen en hoe je dat kunt meten. Een methode om prioriteiten juist te stellen hoort daarbij, samen met een adequaat dagelijks overleg met productie, evenals een standaardagenda. In de cursus geven we aan dat het gepresenteerde ‘lean’ werkaanvraagproces 10-25 procent minder verliestijd bij de werkvoorbereider kan opleveren. En 3 -10 procent extra tijd voor de monteurs om met hun echte werk bezig te zijn. Ervaringen in honderden bedrijven hebben dat aangetoond. We vertellen er wel bij dat invoering van zo’n verbeterd aanvraagproces drie tot zes maanden kost, want ook dat weten we uit ervaring. Het gaat namelijk niet om de best practice, maar om het doorbreken van een historisch gegroeide cultuur. En veranderingsprocessen kosten nu eenmaal wat tijd. Sommige cursisten spreken we naderhand nog wel eens. Zij die het aanvraagproces hebben aangepakt, bevestigen de resultaten: substantiële dalingen van uitgaven aan contractors (tot wel 20 procent); en betrouwbaarder preventief onderhoud (meer dan 95 procent van het werk wordt op de afgesproken datum uitgevoerd). Maar ook meer gemotiveerde monteurs, want hun werk is beter georganiseerd. n MaintNL 01 – 2015  57

ME casus bij cursus.indd 57

27-01-15 17:25


Kwaliteitsborging

Tips voor werken met prestatiecontracten De werkzaamheden die onderhoudspartijen in de bouw en infra leveren, gaan steeds vaker de traditionele dienst of het traditionele product voorbij. Het leveren van voorgeschreven onderhoudswerkzaamheden verschuift naar het leveren van onderhoudskwaliteit. Renske van den Berg Onder het begrip onderhoudskwaliteit valt veel meer dan de oplevering van bijvoorbeeld een renovatie of reparatie volgens bestek. Zelf de beste oplossing kiezen, omwonenden goed informeren of werkzaamheden slim met andere projecten combineren, kan ook kwaliteitsbepalend onderdeel zijn van het geleverde. Daarbij moeten de opdrachtnemers zelf gaan aantonen dat zij kwaliteit goed regelen. Hoe beïnvloedt deze verschuiving de wereld van de contracten? Daarover ging de NVDO-bijeenkomst ‘Kwaliteitsborging in Onderhoudscontracten Bouw en Infra’. Een leerzame middag met opdrachtgevers, auditors en onderhoudscontractadviseurs.

Netwerkbeheer Een grote opdrachtgever die in 2008 een nieuw model invoerde voor prestatiecontracten is Rijkswaterstaat. Senior adviseur Jaap Bakker deed uit de doeken hoe de vraag naar kwaliteit er nu uitziet bij Rijkswaterstaat. ‘Een product heeft kwaliteit als het geschikt is voor het beoogde gebruik, gedurende een gewenste periode, zonder dat het ongewenste situaties veroorzaakt’, zo luidt volgens Bakker een op zich prima definitie. Maar het aantal producten kan zo groot worden dat het opstellen van gedetailleerde productbeschrijvingen niet echt doelmatig meer is. En behalve fysieke resultaten, kunnen ook diensten en processen de kwaliteit bepalen. Maar ook de samenhang tussen producten, de interactie met de omgeving en andere projecten, of het overnemen van risico’s van de opdrachtgever.

In de nieuwe prestatiecontracten van Rijkswaterstaat moet de opdrachtnemer de aangetroffen staat van functioneren en presteren van het areaal handhaven, legt Bakker uit, inclusief de daarbij aangedragen risico’s en interventiemomenten. Dat handhaven van het functioneren en de prestaties gebeurt met ‘dagelijkse’ taken en services die zorgen voor een permanent kwaliteitsniveau, terwijl daarnaast ook geplande grotere beheeractiviteiten in het contract kunnen worden afgesproken. De opdrachtnemer zorgt met de taken en services, zoals dagelijks onderhoud en goed monitoren, dat Rijkswaterstaat niet met onbeheerste risico’s en dus ongeplande activiteiten geconfronteerd wordt. Rijkswaterstaat verwacht dat de contractant een kwaliteitsborgingsproces inricht dat aantoont dat de aannemer de onderhoudsprocessen beheerst en daarvan leert, en dat men aan de contracteisen voldoet.

Bij de aanbesteding moet het risicodossier over het areaal van de opdrachtgever het uitgangspunt zijn. Door het dagelijks presteren en functioneren van het areaal in een prestatiecontract onder te brengen, samen met de reeds geplande onderhoudsactiviteiten, kan Rijkswaterstaat zich als netwerkbeheerder goed concentreren op typische beheerders-

afwegingen: netwerkprestaties afgezet tegen de beschikbare middelen en de bestuurbaarheid (flexibiliteit) van het netwerk. Want behalve de te onderhouden staat van het areaal, spelen bij netwerkbeheer ook zaken mee als veranderend gebruik van de infrastructuur, of veranderende wet- en regelgeving. De invloed die deze factoren hebben op het functioneren van het netwerk als geheel, blijft voor risico en regie van Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat combineert de informatie over de toestand van het areaal die uit het prestatiecontract komt met factoren als veranderend gebruik en regels, om de instandhoudingsstrategie te bepalen. Dit is de strategie om het netwerk voor de langere termijn te laten blijven functioneren. De instandhoudingsstrategie kan zich vertalen naar activiteiten die nog niet in de prestatiecontracten voorgeschreven en afgesproken zijn, maar die al wel benoemd of zelfs al gespecificeerd en van een prijs voorzien zijn. Het systeem met de nieuwe prestatiecontracten voor het onderhoud en geplande activiteiten, met een eventueel raamcontract voor mogelijke aanvullende activiteiten, geeft meer vrijheid bij de opdrachtnemer. De aannemer kan immers zelf oplossingen bedenken en uitvoeren. Rijkswaterstaat kan dagelijks onderhoud op afstand beheersen dankzij aantoonbaar kwaliteitsmanagement bij de opdrachtnemer.

Fouten voorkomen Net als pionier Rijkswaterstaat, wil ook het Rijksvastgoedbedrijf (1.700 medewerkers, 13 miljoen vierkante meter vastgoed) contracten met aannemers op afstand beheersen, vertelt senior adviseur Sjaak Keuvelaar van het RVB. ‘We kijken daarbij naar hoe Rijkswaterstaat dit doet, al zijn de contracten bij ons wel wat kleiner en liggen onze beweegredenen net anders. Belangrijke overwegingen voor

58 MaintNL 01 – 2015

ML Kwaliteitsborging.indd 58

27-01-15 17:22


ons zijn dat de kwaliteitssturing al eerder in het proces plaatsvindt en niet pas bij oplevering.’ Dat voorkomt volgens Keuvelaar faal- en herstelkosten en het bijbehorende ongemak: het Rijksvastgoedbedrijf wil liever fouten voorkomen dan bestraffen. ‘De opdrachtnemer is de partij die het meeste invloed op de kwaliteit heeft en kan dus ook het beste de kwaliteitsborging regelen.’ Om dit goed en uniform te regelen, stapt het Rijksvastgoedbedrijf over op een contractmethodiek voor ‘systeemgerichte contractbeheersing’, waarvoor Keuvelaar programmamanager is. Voor het contract brengen opdrachtgever en opdrachtnemer de doelen en risico’s in beeld, waarna wordt bepaald hoe de risico’s verdeeld worden. De opdrachtnemer moet zelf aan de opdrachtgever laten zien hoe de kwaliteit gegarandeerd wordt. Hij

moet zijn processen beschrijven, de risico’s beheersen, afwijkingen signaleren, maatregelen nemen en de gang van zaken vervolgens evalueren. Het Rijksvastgoedbedrijf toetst met een systeemtoets of de opdrachtnemer een goed kwaliteitssysteem hanteert, toetst met een procestoets of de processen verlopen zoals de opdrachtnemer in zijn projectmanagementplan heeft beschreven en met een producttoets kijkt het Rijksvastgoedbedrijf of aan de gestelde eisen en technische specificaties wordt voldaan. Voor onderhoudscontractanten van het Rijksvastgoedbedrijf is systeemgerichte contractbeheersing een nieuwe contractvorm en dus wennen. Het wordt inmiddels nog in beperkte vorm toegepast op acht contracten: vijf integrale beheercontracten, een asbestraamcontract, een liften- en roltrappencontract en contracten voor dage-

lijks onderhoud, blijkt uit Keuvelaars presentatie. ‘We voeren het stapsgewijs steeds verder in op steeds meer contracten. Maar ook voor onszelf is het nog nieuw: we moeten de markt anders uitvragen en anders toezien.’ De opdrachtnemer moet aan nieuwe verwachtingen voldoen: het plan van aanpak dat de opdrachtnemer zelf voorstelt bij de inschrijving moet vertrouwen wekken. Bij de selectie wordt naar het kwaliteitsmanagementsysteem gevraagd en er moet een contractspecifieke uitwerking van dit kwaliteitsmanagementsysteem komen. Tijdens de looptijd van het contract houdt de opdrachtnemer zelf alle verrichtingen en veranderingen bij in de systemen van het RVB, zodat hij kan aantonen hoe bijvoorbeeld wordt voldaan aan wet- en regelgeving en hoe wordt omgegaan met afwijkingen. Het gesprek tussen de contractpartners schuift van productniveau naar procesniveau. ‘Van ons vergt dit dat we de opdrachtnemer vertrouwen geven en dat wij onze controle op producten moeten loslaten’, vertelt Keuvelaar. Van de opdrachtnemer vergt het meer vooraf nadenken over de inrichting van zijn processen en de risicobeheersing. Het Rijksvastgoedbedrijf zal in beginsel spaarzaam zijn met het noteren van ‘negatieve tekortkomingen’. ‘Bij Rijkswaterstaat duurde het invoeren van prestatiecontracten tien jaar en wij hebben zelf ook intern opleidingen en e-learning ingezet voor contractmanagers.’ De vrees dat al die aan te tonen kwaliteit de projecten juist duurder maakt, is volgens het RVB ongegrond. Keuvelaar: ‘Bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken was het voorstel waar het beste kwaliteitsplan onder lag ook het goedkoopste voorstel’. Ook zet het volgens Keuvelaar niet het mkb buitenspel. ‘Juist bedrijven met twintig of dertig medewerkers spelen supersnel en innovatief op zaken in, terwijl er grote bedrijven zijn die de slag nog moeten maken.’

Prestatie en kwaliteit omvatten méér Iemand die ervaring heeft met prestatiecontracten is scheidend projectmanager Bart Couwenberg van ingenieurs- en adviesbureau Movares. (NB: Per 1 januari als projectmanager in dienst getreden bij Heijmans) Zijn focus betreft geïntegreerde contracten, beheer & onderhoud, realisatiebegeleiding en projectbeheersing. Couwenberg wijst op belangrijke en interessante nieuwe aspecten die bij prestatiecontracten om de hoek komen kijken. MaintNL 01 – 2015  59

ML Kwaliteitsborging.indd 59

27-01-15 17:22


DE 3-IN-1 LOCKOUT/ TAGOUT-OPLOSSING IMPLEMENTATIE & ONDERHOUD VAN UW LOCKOUT/TAGOUTPROGRAMMA - SNEL & VEILIG. Vertrouw op Brady voor de volledige 3-in-1 Lockout/Tagout-oplossing: Procedure Writing Services, de LINK™360 veiligheidssoftware en een uitgebreid aanbod aan professionele LOTO-materialen.

KRIJG 1 MAAND GRATIS TOEGANG tot onze cloudgebaseerde LINK360-software!

Bezoek www.bradyeurope.com/LOTOservices en ontdek alle voordelen, de video en de gratis demo. T: 070 323 62 98 F: 070 363 89 60 E: emea_request@bradycorp.com

Helder inzicht in uw installaties Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieën en diensten voor Niet-destructief Onderzoek, inspecties en certificatie. Toegewijd, proactief en vakbekwaam personeel is overal ter wereld beschikbaar om met u samen te werken om operationele effiency te behouden, terwijl de risico’s voor mens en omgeving geminimaliseerd worden.

NDO Inspectie Certificatie Training & Ontwikkeling Stralingsbescherming

Wij bieden u een helder inzicht in de integriteit van uw installaties. T + 31 10 716 60 00 E info.netherlands@applusrtd.com

Bekijk onze vernieuwde Nederlandse website:

www.ApplusRTD.nl

Advertenties.indd 60

27-01-15 17:24


FOTO: LINDA LELIVELD, NVDO

Jaap Bakker, Rijkswaterstaat

Kenmerkend in prestatiecontracten zijn prestatieafspraken op basis van functionele eisen, waarbij de opdrachtnemer risico’s draagt en aantoont dat hij aan afspraken voldoet. Maar waarin de opdrachtnemer ook bijvoorbeeld communicatie met stakeholders en belanghebbenden verzorgt, of soms klachten en calamiteiten afhandelt. Couwenberg wijst erop dat je daarvoor soms over andere begrippen moet spreken als je de afspraken gaat maken. Bijvoorbeeld als je praat over de grenzen in het areaal. In traditionele contracten zijn de fysieke grenzen zoals eigendomsgrenzen vaak helder, maar de beheergrenzen soms onduidelijk: als een beheerkwestie over een watergang of watersysteem gaat dat zich voordoet in of op provincieterrein, wie is dan de beheerder? In nieuwere contractvormen kan een systeemanalyse dus duidelijk maken welke systemen kunnen worden onderscheiden en wat de systeemgrenzen zijn van de te beheren systemen. ‘Kwaliteit leveren omvat in nieuwe contracten ook veel meer dan het laten voldoen van een areaal aan een programma van eisen’, zegt Couwenberg. ‘Het kan een hele wolk omvatten van belanghebbenden en stakeholders bij wie draagvlak gerealiseerd moet worden en aan wie op het juiste moment informatie verstrekt moet worden.’ Voor de opdrachtnemer wordt het daarom van groot belang dat hij steeds door middel van een goed verificatie- en validatieproces aan de opdrachtnemer kan laten zien dat hij aan de afgesproken verwachting voldoet. In de fase vóór het contract moet daarom over en weer veel duidelijkheid komen over de verwachtingen volgens Couwenberg. ‘Formuleer de doelstellingen en houdt die tegen de organisatiedoelstellingen, stem ze af met stakeholders en

benoem duidelijk alle taken, verantwoordelijkheden en risico’s.’ Tijdens het contract moet de opdrachtnemer risico’s beheersen, de veelheid aan succesfactoren benoemen en bepalen en steeds goed valideren en verifiëren. Couwenberg geeft de opdrachtnemers graag nog een paar tips mee. ‘Bepaalde koepelbegrippen zijn vaak net iets anders dan we kennen uit de literatuur, wat verwarrend kan zijn voor zowel de nieuwkomer als de specialist. Sta niet te lang bij de definities stil, maar discussieer er samen over. Steek energie in het opstellen, afstemmen en kennen van goede verificatie- en validatiemethoden. Stel daarvoor één v&v-manager aan die de verificatiestrategie en -plannen beheert.’

Toetsteam Don Konijnenberg is zelfstandig onafhankelijk extern lead auditor voor Rijkswaterstaatcontracten (interim senior auditor), met zijn achtergrond in natte civiele waterbouw, zowel nationaal als internationaal. Hij licht de stappen toe waarmee de opdrachtgever de opdrachtnemer toetst en de opdrachtnemer het vertrouwen van de opdrachtgever verstevigt. Alles begint met een goede voorbereiding, leert zijn betoog: bij de aanbesteding moet het risicodossier over het areaal van de opdrachtgever het uitgangspunt zijn. Er moet een risicoanalyse liggen op basis waarvan de onderhoudstaken kunnen worden bepaald of bijgesteld. Zo kan het onderhoudsprogramma en het bijbehorende programma optimaal worden afgewogen. Vervolgens volgt evaluatie en bijstelling van dit voorstel. In deze voorbereiding is het cruciaal dat de opdrachtnemer voldoende kennis opbouwt van het areaal en voldoende aandacht aan de dag legt voor het belang van de opdrachtgever.

Dan volgt na de start van het werk de systeemtoets. De opdrachtnemer is ISO 9001 gecertificeerd en heeft een goed kwaliteitsmanagementsysteem voor alle standaard bedrijfsprocessen. Het project managementplan wordt gekoppeld aan het kwaliteitsmanagementsysteem van de organisatie. Vervolgens worden met het kwaliteitssysteem en -plan in de hand tijdens de contractduur de beheersmaatregelen getoetst: realiseert de opdrachtnemer de beheersmaatregelen om risico’s te beheersen? Aan het einde van de transitie vindt een procestoets plaats: analyseert de opdrachtnemer ook of zijn eigen beheersmaatregelen doeltreffend waren? Wordt dat vastgelegd? Tot slot volgt een producttoets: daarin moet de opdrachtnemer kunnen aantonen dat de werkzaamheden daadwerkelijk en op de juiste manier gerealiseerd zijn. De lead auditor adviseert een toetsteam met een lead auditor en auditor aangevuld met een materiedeskundige, waarbij het team direct na afloop bevindingen terugkoppelt naar de opdrachtnemer en advies verstrekt aan de contractmanager van de opdrachtgever.

Technisch huishoudboekje Het benoemen van risico’s, inrichten van risicobeheersing en die vertalen naar een goed afgewogen onderhoudsstrategie met kwaliteitsborging wordt met name in de meer technische industrieën al jaren gedaan. Die kennis heeft oudgediende op dat gebied Harrie Richters inmiddels al vaak kunnen toepassen. Bijvoorbeeld bij het in kaart brengen van risico’s voor de Maeslantkering en de Betuweroute, maar ook voor bijvoorbeeld datacenters. Als maintenance consultant bij Cofely begrijpt hij ook het belang van duurzaam bijdragen aan de belangen van de opdrachtgever. Met wat hij een ’technisch huishoudboekje’ noemt, licht Harrie Richters uit hoe je van het begin, de planfase, tot en met het einde van een lifecycle van een asset het onderhoud in kaart kan brengen en kan managen. Het huishoudboekje wordt gevuld met een reliability & maintainability, availability en safety (RAMS-)analyse en voor elk van deze wenslijkheden ook de ongewenste tegenhanger: faalkans, onderhoudsbelasting, risico’s en niet-beschikbaarheid. Eenmaal ingevuld biedt het bestand een functieanalyse, systeemanalyse en de relatie tussen die twee. Het is een universeel toepasbaar onderhoudsmanagementsysteem voor zowel installaties, industrie als voor infra en utiliteit en kan in elke fase van de lifecycle gebruikt worden. n MaintNL 01 – 2015  61

ML Kwaliteitsborging.indd 61

27-01-15 17:22


Project

Innovaties centraal op Woensdrecht Op vliegbasis Woensdrecht vond op 15 december het derde Future Aircraft Maintenance congres plaats. Het was tevens het einde van het business development project BAC van regionale ontwikkelingsmaatschappij REWIN. Verschillende projectdeelnemers presenteerden er de resultaten van hun innovaties, zoals een Laser Coating Removal Robot en niet-destructieve onderzoekstechnieken voor composietmaterialen. Pieter Pulleman De Laser Coating Removal robot is een van de meest aansprekende innovaties binnen het BAC-project. Het is een laser die gemonteerd is op een robot, die volautomatisch verflagen van een vliegtuig kan verwijderen. Dat gebeurt nu hoofdzakelijk nog handmatig. Dat is een arbeidsintensief proces. De doorlooptijd is hierdoor lang en de kosten hoog. Doordat er gewerkt wordt met chemicaliën is het ook niet zonder risico voor de medewerkers. Bovendien is het proces milieubelastend door afval en CO2uitstoot. Door de coating te verwijderen met behulp van een laser op een robotsysteem moet dit beter kunnen, was het idee, dat met steun van BAC concreet werd.

Economisch levensvatbaar maken Het South West Research Institute (SWRI) uit Amerika is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en testen van de diverse technieken waaruit de robot is samengesteld. Clay Flannigan is hoofd van de afdeling die geavanceerde robots ontwikkelt. De nu geteste LCR-robot is een opvolger van de zogenoemde low-power-laser systems, legt hij uit. ‘De traditionele lasers zijn vooral te langzaam. Dus, ondanks de voordelen voor milieu en mens, was het concept voorheen simpelweg niet levensvatbaar.’ Dankzij een snelle scantechniek kon SWRI een snellere laser ontwikkelen. ‘De snelheid is cruciaal om het geheel economisch levensvatbaar te maken. Maar die snelheid is tegelijkertijd een risico, want je wilt niet

het vliegtuig beschadigen.’ Het team van Flannigan ontwikkelde daarom een closed loop vision control system om het systeem aan te sturen. De Amerikaan verwacht overigens dat de laserrobot op termijn ook inzetbaar is om bijvoorbeeld bruggen of schepen van hun verflaag te ontdoen. Het concept blijkt te werken en tijdens de

bijeenkomst in Woensdrecht ontving de inmiddels opgerichte BV LCR Systems een innovatiekrediet om de robot verder te ontwikkelen en te testen. De volgende stap is nu een full scale test bij SWRI in San Antonio. De robot wordt daarna hopelijk binnen afzienbare tijd geplaatst bij de eerste klant. Daar volgt dan de zogenoemde site acceptance test. Een Memorandum of Understanding met Singapore Airlines is er al. De engineering tak van de vliegtuigmaatschappij is ook bij de ontwikkeling van het systeem betrokken.

Innovatieprojecten Een van de andere BAC-innovatieprojecten is PulseNed, een systeem voor beveiliging en alarmering dat vooral geschikt is voor monumentale gebouwen. Het unieke is

COMPOSIETVERBINDINGEN OP WOENSDRECHT In het verlengde van de BAC-project en de samenwerkingsverbanden die daarin ontstonden, werden op 15 december in Woensdrecht een aantal contracten ondertekend. De composietspecialisten van Airborne Services gaan de rotorbladen van de NH-90 onderhouden en repareren. Airborne opent hiervoor een vestiging op de vliegbasis. Op termijn zullen hier circa zestig technici werken. Defensie is de eerste klant, maar het is de bedoeling om ook voor buitenlandse opdrachtgevers te gaan werken. De luchtvaartonderhoudschool AM&TS (Aircraft Maintenance & Training School) op Aviolanda gaat samenwerken met twee commerciële partners, namelijk de BAC-deelnemers Tiat en ACRATS Training Services. Tiat brengt specialistische kennis in op het gebied van niet-destructief onderzoek (ndo). ACRATS Training Services heeft twee modules composietreparatie ontwikkeld voor de mbo-opleiding van de vliegtuigonderhoudsschool. Daarnaast biedt het bedrijf commerciële opleidingen op het gebied van composietreparatie. Zowel ACRATS als Tiat hebben zich het afgelopen jaar op Aviolanda gevestigd. Bert Klarus van REWIN: ‘Deze initiatieven zorgen er samen met de onderzoeksresultaten uit het BAC-project en de aanstaande oprichting van het Dutch Composite Maintenance Center voor dat Woensdrecht een koploper positie inneemt op het gebied van kennis en kunde van onderhoud van composietmaterialen. Aan ons allemaal de taak om dat de komende jaren verder uit te bouwen.’

62 MaintNL 01 – 2015

MT MRO Woensdrecht.indd 62

27-01-15 17:18


De Laser Coating Removal robot

dat de installateur voor dit nieuw ontwikkelde systeem geen kabels hoeft te trekken. PulseNed stuurt namelijk signalen over het bestaande lichtnet. Ontwikkelaar BSA schreef meer dan veertigduizend software regels om een betrouwbaar systeem te krijgen. PulseNed zit nu in de certificeringsfase en gaat volgende jaar de markt op. De bedenkers zien ook toepassingsmogelijkheden in de utiliteitsbouw en bij andere grote complexen waar het trekken van nieuwe kabels ‘liever wordt voorkomen’. Fokker Elmo werkte onder de BAC-vlag aan een 3D-printmethode voor het fabriceren van (dunne) vliegtuigkabels. Doel hiervan is om gewicht te besparen in het vliegtuig. Technisch is Fokker Elmo al in staat om deze kabels te printen. Er vindt nu eerst een technische toets plaats bij het Nationaal Lucht- en ruimtevaart Laboratorium (NLR). Het totale ontwikkeltraject zal nog een jaar of vier in beslag nemen.

Nieuwe markt voor oude techniek Uit een onderzoek dat in het BAC-project plaatsvond, blijkt dat obsolete avionica, ofwel verouderde vliegtuigelektronica, marktkansen oplevert voor elektronicabedrijven die zich hierin specialiseren. NDF Special Lighting uit Roosendaal verzilverde met hulp van het project zo’n marktkans. Het bedrijf maakte oorspronkelijk vooral CCFL-lampen, maar werd door de opkomst van LED-verlichting ‘ingehaald’. NDF ont-

wikkelde een verbeterde versie van de LED (Arphos) om een unieke plek te behouden in de lichtmarkt, maar wist tegelijkertijd een nieuwe markt aan te boren voor de ‘oude’ CCFL-techniek. Coen van ’t Westeinde: ‘De massaproductie van de CCFL-lamp is wereldwijd gestopt. Wij zijn daarom gevraagd door Thales om een alternatieve lamp te ontwikkelen voor een cockpit display. Die moest wel passen binnen de geldende specificaties, zodat een nieuw certificeringstraject voor de display niet nodig is. Want dat zou te kostbaar worden.’ Met steun van BAC werd het ontwikkelproces succesvol afgerond.

Dutch Composite Maintenance Center Het kunnen inspecteren en repareren van composietmaterialen was een belangrijk onderdeel binnen BAC. Verschillende bedrijven sloegen hiervoor de handen ineen. Norma is producent van composietbehuizingen voor radarsystemen voor schepen. Als producent heeft het bedrijf behoefte aan kwalitatieve en bewezen inspectieen reparatietechnieken. Norma leverde testpanelen met voorgeprogrammeerde fouten, die vervolgens in het BAC-project door Tiat (niet-destructieve onderzoekstechnieken) werden onderzocht. Tiat werkte hiervoor met infrarood thermografie om in korte tijd grote oppervlakten te kunnen inspecteren. ACRATS verzorgde vervolgens de reparatie en stelde samen met Norma

een reparatieprocedure op. Er mag bijvoorbeeld niet te veel lijm worden gebruikt, want dat geeft vlekken op de radarbeelden. Het Aerospace Cluster, een samenwerkingsverband van Fokker, NLR, Koninklijke Luchtmacht en Dutch Space heeft composietonderhoud als een van de speerpunten. Rob Bosgraaf, namens het cluster: ‘De productie van composieten is steeds hoogwaardiger geworden. Het is ‘uitge-engineerd’ tot de laatste gram. Dat stelt ook hoge eisen aan de reparatie. Er is een gat tussen wat de OEM’ers produceren en leveren en wat de MRO-bedrijven op dit moment kunnen. Dat gat willen wij dichten met het opzetten van een Dutch Composite Maintenance Center (DCMC) op Woensdrecht.’ Het centrum moet kennis ontwikkelen, bundelen en vermarkten, zegt Bosgraaf. Hij ziet DCMC als coördinator van technologische ontwikkelingen, als facilitator en marketing instrument, en als innovatie accelerator. De oprichting van DCMC is voorzien voor de eerste helft van volgend jaar en zal zich vestigen in Woensdrecht. BAC-projectmanager Bert Klarus. ‘Wij zijn zeer tevreden met de uitkomsten van het BAC-project. Er zijn mooie innovaties gerealiseerd en nieuwe samenwerkingsverbanden gesmeed. REWIN blijft hoe dan ook trekken aan het onderwerp luchtvaartonderhoud. Hiervoor blijven we zoeken naar stimuleringsmiddelen en bieden we bedrijven concrete ondersteuning bij hun innovatieplannen.’ n MaintNL 01 – 2015  63

MT MRO Woensdrecht.indd 63

27-01-15 17:18


®

www.panolin.nl • Biologisch • afbreekbare • synthetische • hydrauliek-olie • Zeer lange • levensduur

Hydrauliekolie met een

• 10.000 draaiuren • zonder olie • te verversen

natuurlijk karakter Duport Lubricare - Archimedesstraat 9 7701 SG Dedemsvaart - 0523-619892 info@panolin.nl

17 - 19 March 2015 - ahOY, rOtterdaM Europe’s leading international event for the tank terminal industry

If you’re active in the tank industry, it is a must to participate at StocExpo. For meeting new people and to find out new technologies it’s an excellent opportunity. Ruben Mertens, Engineer, LANXESS nv

Register

NOW

Part of the world’s largest portfolio of tank storage events

Official Media Partner

Register today at www.stocexpo.com Follow us @StocExpo #StocExpo

EF1316 SE15 HALF Page ‘Register Now’ Ad.indd 2

Advertenties.indd 64

Official Sponsors

Organised by

Join our StocExpo & Tank Storage Events group

26/01/2015 10:18

27-01-15 17:24


Column Aangenaam! Als je de titel vier keer achter elkaar uitspreekt, is het opeens een heel gek woord. Aangenaam, aangenaam, aangenaam, aangenaam… Je zou ook kunnen kiezen om er synoniemen voor te gebruiken, zoals plezierig, prettig, aardig of aantrekkelijk. Maar ik kies toch voor ‘aangenaam’. Want dat was het op 22 januari jl. beslist. Ik heb het wel honderd keer gezegd tegen de generatie na mij, aangenaam kennis te maken! Wat een overdaad aan nieuw talent, nieuwe relaties en nieuwe inzichten heb ik daar ontmoet zeg. Bijna tweehonderd jonge, nieuwe collega’s verzameld in een uiterst aangename ambiance, de voormalige Prodent Fabriek in Amersfoort. En allemaal een mooie loopbaan voor de boeg, want werkgevers tuimelen over elkaar heen om jong talent aan zich te binden. Wat zou het mooi zijn als het talent van nu daadwerkelijk houvast kan vinden bij de NVDO-achterban, die zich min of meer opwerpt als beschermheren van het nog kwetsbare talent van vandaag. Grote werkgevers slagen er al heel goed in de ‘Oorlog om Talent’ te winnen. Zo is er sinds een paar maanden een nieuw CAO voor ambtenaren met meer plaats voor jong talent. Ze krijgen er geld bij en er is afgesproken om 1.500 jongeren tot 27 jaar een baan aan te bieden. Daarnaast worden er afspraken gemaakt over het aanbieden van werkervaringsplaatsen. Een uiterst aangename ontwik-

keling voor de ambtenaren van dit land en een uiterst aangename werksituatie voor nieuwe collega’s. Tijdens het grote event in januari sprak ik heel veel talenten. En allemaal willen ze hetzelfde: een aangename werkomgeving die uitdaagt, een goed salaris en een uitdagende baan met perspectief. NVDO-leden, zorg dus dat nieuwe collega’s niet alleen hun werk komen doen, maar geef ze een beleving. Ze willen niet meer veertig jaar of langer bij u werken, maar blijven leren, nieuwe mensen leren kennen en na afloop van hun werkdag naar de gym die u faciliteert. Ze willen op de hoogte zijn van de jaarcijfers en beleven dat ze bijgedragen hebben aan de resultaten. Ze willen een treetje hoger, een graadje moeilijker. En het is echt waar hoor, ze vertelden me dat unaniem in Amersfoort. Overigens vindt de generatie na mij het ook fijn om elkaar fysiek te ontmoeten, maar wel in vrijheid. Niet omdat het moet, niet omdat het door hogerhand wordt opgelegd. De NVDO is er klaar voor, zou ik zo zeggen, met de hernieuwde start van ons Jongerenboard. Deze keer trokken we samen op met Bouwend Nederland, FMN, TVVL, Uneto-VNI, en NVTG. En ik beloof u dat in het najaar de lijst van samenwerkende jongeren nog veel langer wordt…wel zo aangenaam!

Allemaal willen ze hetzelfde: een aangename werkomgeving die uitdaagt, een goed salaris en een uitdagende baan met perspectief.

colofon

Ellen den Broeder-Ooijevaar Verenigings Manager

MaintNL is het verenigingsmagazine van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud. De naam MaintNL is eigendom van de NVDO.

Postbus 138 3990 DC Houten t +31(0)30 634 60 40 f +31(0)30 634 60 41

e info@nvdo.nl • www.nvdo.nl • www.nvdovac.nl

MaintNL 01 – 2015 65

MC verenigingsmanager.indd 65

27-01-15 17:26


66 VOLGEND NUMMER

IN HET VOLGENDE NUMMER Analyse procesdata Met bestaande procesdata als flow, druk, energieverbruik en temperatuur kan veel worden verteld over de conditie van (een onderdeel van) een installatie. Zo kan het signaleren van hoger energieverbruik erop duiden dat de installatie harder moet werken om zijn werk te doen. Emerald Kalama Chemical werkt dit concept samen met Cofely West Industrie uit.

Trends Wat zijn de belangrijkste technologische trends die in 2015 impact gaan hebben op de onderhoudswereld? De redactie selecteert er vijf: augmented reality, 3D-printen, analytics, het ‘internet of things’ en robotica.

Gaslekken dichten Gasleidingen zijn van cruciaal belang voor onze energievoorziening. Toch treden er zo nu en dan lekken op. Consultants van DNV GL hebben daar een slimme oplossing voor bedacht: analoog aan bloedstolling wordt aan de gasstroom een element toegevoegd dat door samenklontering een gaatje in de gasleiding dicht.

Thema: Maintenance in de procesindustrie Voorbeschouwing Maintenance Next

Thema’s 2015

iMaintain 02-2015

iMaintain 03-2015

iMaintain 04-2015

iMaintain 05-2015

iMaintain 06-2015

iMaintain 07-2015

iMaintain 08-2015

iMaintain 09-2015

iMaintain 10-2015

EN VERDER MaintNL

In de volgende editie een terugblik op de eerste editie van het Jong Professional Event ‘The Future is Now’. Om ook morgen nog succesvol te zijn, moet je verbonden zijn met de toekomst. Want, zo vertelde spreker Jan-Henk Bouman, in 2018 halen ondernemers zestig tot zeventig procent van hun omzet uit producten en diensten die er nu nog niet zijn. En in ‘De vloer op’ nemen we een kijkje op een marineschip.

iMaintain Nummer 2 verschijnt 10 maart 2015

Maintenance in de procesindustrie Maintenance in de maakindustrie iMaintain Congres Special Maintenance, opleiding en werk Maintenance en informatisering Maintenance en de gebouwde omgeving Maintenance en industriële reiniging Maintenance en risicomanagement Maintenance in de infra

01 15 iMaintain

E volgend nummer.indd 66

27-01-15 17:29


KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN.

EXTRA START

• Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie geld verdienen? • Hoeveel kan onderhoud bijdragen aan het bedrijfsresultaat? • Wat is Excellent Onderhoud en hoe geef ik dit vorm?

ONDERHOUDS TECHNOLOGIE14 APRIL 201 IN HOOGEVEE 5 N INFORMEER!

WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. In de afgelopen jaren zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Onderhoud bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • Post-MBO Onderhoudstechniek (OTK) • Post-HBO Onderhoudstechnologie (OT) • Post-HBO Onderhoud en Management (OM) • Master of Engineering in Integrated Service Engineering

Start 30 september 2015 Start 1 oktober 2015 Start 1 oktober 2015 Start februari/september

Alle genoemde opleidingen kunnen naar wens in-company (op maat) verzorgd worden. Informeer naar de mogelijkheden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar info@cvnt.nl of kijk op www.cvnt.nl.

ER VALT NOG GENOEG TE LEREN

Europoortkringen 2015-01 FC_A4.indd 1 Advertenties.indd 67

05-01-15 17:25 11:24 27-01-15


Discover the hidden treasure in Maintenance

In iedere onderhoudsorganisatie zit waarde verborgen. Ieder bedrijf heeft de potentie om verder te verbeteren, dit kan door op bepaalde kosten te bezuinigen of door slim onderhoud te plegen zodat de beschikbaarheid omhoog gaat. De vraag is alleen waar je als onderhoudsmanager deze verborgen waardes vindt en waar je moet starten. Het antwoord op deze vraag vindt u bij Mainnovation. Met Value Driven Maintenance速 en de bijbehorende tools zoals het VDM Control Panel, helpen wij u om de verborgen schat in uw organisatie te vinden. Wilt u de schat in uw onderhoudsorganisatie ontdekken? Ga naar www.mainnovation.com

CONTROLLING MAINTENANCE, CREATING VALUE.

Advertenties.indd 68 A4_NL-iMaintain rest.indd 1 MAINNOVATION_Adv

27-01-15 07-01-13 17:25 16:25


NIEUW: AHOY CONNECT

MAINTENANCE NEXT PRESENTEERT OPLOSSINGEN!

Beurzen zijn en blijven een fantastisch ­middel voor het faciliteren van kwali­tatieve ­ontmoetingen.

Steeds vaker krijgen wij als organisatie van de vakbeurs Maintenance NEXT het verzoek de bezoekers van de beurs uit te dagen om aan te geven welke (kritische) componenten binnen de bedrijfsvoering aanleiding geven voor minder efficiënt produceren tot zelfs het stilleggen van de productie.

Voor Maintenance NEXT 2015 biedt Ahoy iets nieuws aan. Een digitaal zakelijk ‘matching’ platform waarop u met een kort persoonlijk profiel kennis kunt ­maken met bezoekers én exposanten van Maintenance NEXT 2015. Op basis van vakgebied en interesse kunnen er matches gemaakt worden waarna u vervolgens met elkaar een afspraak op de beurs kunt maken. De profielgegevens worden geladen aan de hand van de ingevulde gegevens uit de bezoekers- en ­exposantenregistratie. Dat maakt het deelnemen dus extra eenvoudig. Alleen als u, als exposant of­ bezoeker, verbonden bent aan de beurskunt u ­deelnemen aan Ahoy Connect.projectteam om de mogelijkheden te bespreken.

Efficiëntie is het sleutelwoord binnen de onderhoudsindustrie en natuurlijk van groot belang om de concurrentiepositie en margedruk het hoofd te kunnen bieden. Aangezien een enorme hoeveelheid kennis en kunde beschikbaar is bij de exposanten van Maintenance NEXT ligt het voor de hand vragen vanuit de operatie en ­praktijk vrijblijvend neer te leggen bij deze specialisten. De aanpak is als volgt; wij dagen de bezoekers uit om veelvoorkomende problemen en ‘bad-actors’ te benoemen en aan te geven voor welke uitdagingen een oplossing wordt gezocht. Wij verzorgen vervolgens de distributie van dergelijke vragen onder alle exposanten, zonder vermelding van herkomst, voorzien van een nummer. Alle exposanten kunnen gebruik maken van de mogelijkheid een oplossing in te dienen, waarbij ter referentie het nummer wordt benoemd. De geboden oplossingen zullen via de organisatie worden aangeboden aan de Maintenance ‘Master’ die de vraag heeft ingediend. Initiatief tot het benaderen van de exposant(-en) met de best passende oplossing ligt vanzelfsprekend bij de bezoeker.

BREED AANBOD VAN EXPOSANTEN

ADVIESCOMITÉ

Op Maintenance NEXT 2015 presenteren dienstverleners, fabrikanten en toeleveranciers hun onderhoudsproducten en –diensten. Dit varieert van installaties, gereedschappen, reservedelen, technische componenten, ICT en elektrotechniek tot engineering, onderhoudsdiensten, personeel, advies en onderwijs. ­Hieronder een overzicht van bedrijven die zich reeds hebben ingeschreven (d.d. 23 januari 2015):

Het projectteam van Maintenance NEXT wordt bij de conceptontwikkeling en de totstandkoming van het kennisprogramma ­ondersteund door toonaangevende organisaties en branchever­enigingen uit de ­industrie. Zij staan Ahoy met raad en daad bij in de vorm van een adviescomité. De volgende leden hebben zitting in het comité:

3P Quality Services B.V. 7Solutions B.V. ABC Olie Advin BV Aerzen International Rental AFT Techniek B.V. AG5 B.V. Aggreko Nederland B.V. Albeda College Allied Reliability Group EMEA N.V. Almeco N.V. Altena Industrial Services BV Amerplastics BV Applus RTD Apply Groep Arcus Nederland B.V. Arentis BV Argos Lubricants Atlas Copco Tools Bahco Baumüller Benelux BV BC BASCO / BECK INDUSTRIES Bega Special Tools BELFOR Technology Belzona BESSEY Tool GmbH & Co. KG Beuk engineering B.V. Biesheuvel Techniek Blok Gouda B.V. Blomsma Signs & Safety BV Blomsma Safety Components Bluestream Offshore BV Böcker Nederland B.V. BP Raffinaderij Rotterdam B.V. Brand Energy & Infrastructure Services BV Bredenoord b.v. Bronswerk Heat Transfer Brush Hma B.V. Busch BV Calderys The Netherlands B.V. Cemart bvba CMS Asset Management Cofely GDF Suez Coservices De Groote N.V. De Jong’s Liften B.V. DEKRA Delta Heat Services B.V. Deltalinqs Deltarent B.V. Den Hartog BV Derustit Holland BV Delta Helium Test B.V. Dirks Klimmaterialen B.V. dNM Interim BV Dräger Dynamic Shelters Inc. ELA Container Nederland B.V. Elinex Power Solutions van der Ende Valve Services Endress + Hauser Eqin B.V. ERC B.V. ERGOX central vacuum systems e-r-s Netherlands B.V. EST Group B.V. ESZET Lighting BV

Strategische partners

EURAD Eurofinish BV Europoort Kringen Fabory Nederland Fabricom B.V. Stanley Black & Decker Netherlands B.V. Fein Elektrisch Handgereedschap Ferris BV Fiberstruct s.r.o. Fixturlaser Benelux Flowserve B.V. FLUX Pompen Benelux BV Follibus B.V. Fuchs Lubricants Benelux Funke Benelux B.V. Furmanite b.v. GDF SUEZ Energie Nederland Gedore Geveke Energy Services Geveke Pompen Gilde Main B.V. Glynwed BV Goflex Young Professionals GP Groot brandstoffen en oliehandel BV GPW Turbine Support B.V. Hamstra Graveerwerken Hans de Baat Olieprodukten BV Hansen Industrial Transmissions N.V. Heat Solutions On Site BV Heating Group International b.v. Height Specialists Heinen & Hopman Henkel Nederland BV Hilux5 B.V. Hire Torque Ltd Hoffmann Group Hogeschool Rotterdam Hogeschool Utrecht Holland Air Pumps BV Honeywell Analytics HTL Benelux b.v. HTT Industrial Systems BV Hunter Buildings Hydrauvision Hytorc Nederland B.V. I-care iMaintain Infor Insituform Insulcon B.V. IPCO B.V. iTanks ITIS BV Ixor cvba J. de Jonge Flowsystems B.V. Jonkman Opleidingen JOVI Fabricage & Revisie Kalibra Kapp Nederland b.v. KDS Lekkagemanagement Kemper en van Twist Diesel BV Keramab N.V. Van Kessel Olie B.V. KIM Plus Delta BV KNIPEX-WERK C. Gustav Putsch KG KSB Nederland B.V.

KTR Benelux B.V. KWx B.V. Laser Alignment Services v.o.f. Lechler SA Leemberg Leering Hengelo BV Van Loock Motoren De Looper NDO & Inspectieapparatuur Mammoet Nederland B.V. MCA BV Van Meeuwen Industries BV MEGA Magazijninrichting BV Paul Meijering Stainless Steel Mekano Industrial BV MGH N.V. Mitsubishi Electric Europe B.V. Mokesa Nederland B.V. Molenberg Aandrijftechniek BV Mol Verhuur Mourik Services B.V. Mourik Global Mourik Infra MRC Techniek Rotterdam B.V. Mulder Tower Equipment (MTE) B.V. Nedelko B.V. Nederlandse Spoorwegen Nemad BV Nexus Global Europe B.V. NMF Techniek BV Opti-Light International BV Olympus Industrial Benelux OMICRON Opticon Benelux Naarden B.V. Outram Research ltd PandID B.V. Steigerbouw van der Panne Rotterdam B.V. PARAT GmbH & Co. KG PCB Piezotronics Europe GmbH PCS Process Equipment And Systems (peas) b.v. Peinemann Pentacon Engineering Perspect Benelux B.V. Peters Elektrische & Mechanische Aandrijvingen Petrogas Gas-Systems B.V. Plasma Service Pomp NL Plein/DdV Media Prodex B.V. Profiltra B.V. ProPlug B.V. PRÜFTECHNIK N.V. RAD Torque Systems RAE Benelux Ralteco B.V. Raster Products BV RBC Nederland REDWAVE B.V. Relexim Rentallaser International BV Riwal Hoogwerkers bv Roossien Hoogwerktechniek Rope Access Group BV RURO Gereedschappen B.V. S2N Safety Services Nederland

Safe & Sure Veiligheidsartikelen Samson Regeltechniek BV D. Schmitt Inspection Benelux B.V. Secure Logistics Sensor B.V. Sterling SIHI (Netherlands) B.V. SKF B.V. SNA Germany GmbH - GB Snapon Industrial Jan Snel Sogelub SOTEX b.v. SPIE Nederland B.V. Spirax-Sarco Netherlands B.V. SPM Instrument BV SPX Flow Technology Assen B.V. ST-Cleaning BV Stell Sign-Projects B.V. Stöpler Instrumenten & Apparaten B.V. Stork Safe Tensioning System Syndus Group BV TCB-Den Heuker TCI Cleaning B.V. TDO b.v. Team Industrial Services Netherlands Technical Component Company B.V. Technofil B.V. Technom Tools bv TECSIGN Industrial Identification Testcom Thermo-Clean N.V. Thermoheat B.V. TKL BV Topfinish Touax BV Triofast BV TSA Safety Services BV UAB “Hotrema” UE Systems Ultimo Software Solutions bv UVS Industry Solutions Vaisala Vakwijs Opleidingen Valla VeriteQ Vermeulen Europoort Versteden Leidingsystemen BV Vezor Media AIB-Vinçotte Nederland B.V. Vital ID VSB Vereniging van Steiger-, Hoog werk- en Betonbekistingbedrijven Wavin Nederland B.V. WCR Benelux BV Weir Minerals Netherlands B.V. Westmark Wijngaarden VeiligGoed Wiko Isolatietechniek en Steigerbouw JSC “WIMS LT” Wisman Kabelrups Techniek Witzenmann Benelux N.V. WLT Liquid & Gas Loading Technology BV Zadkine College Uitzendbureau Zuidgeest

John Barends

Mourik Services

Ton van der Meijs

Technische Dienst Europoort.nl B.V

Ellen Den Broeder - Ooijevaar

NVDO

Cees-Jan Asselbergs

Deltalinqs

Lex Besselink

Dutch Institute World Class Maintenance

Mark Oosterveer

Industrielinqs

Mark Ammerdorffer

Profion/VOMI

Coen Sanderink

BOM

Ruud Schenk

Cofely GDF Suez

Okko Ebens

Koninklijke Metaalunie

Leendert Schouten

Oiltanking Terneuzen B.V.

Ellis Deelen

Akzo Nobel Industrial Chemicals

Piet Louwen

Havenbedrijf Rotterdam

Henk Brobbel

Shell Nederland Raffinaderij B.V.

Inspireer uw doelgroep om met de inzet van uw ­producten en diensten ‘Master van Assets’ te worden. Schrijf v­ andaag nog in voor deelname aan Maintenance NEXT 2015! LOCATIE

Ahoy Rotterdam OPENINGSTIJDEN

Dinsdag 21 april 2015 l Woensdag 22 april 2015 l Donderdag 23 april 2015 l

10:00 – 18:00 uur 10:00 – 18:00 uur 10:00 – 22:00 uur

Ahoy Rotterdam nv Ahoy-weg 10 3084 BA Rotterdam Postbus 5106 3008 AC Rotterdam Neem contact op met onze accountmanager om deelnamemogelijkheden te bespreken! TEL l 010 – 293 32 72 E-MAIL l info@maintenancenext.nl

@MaintenanceNEXT

www.maintenancenext.nl

Surf voor een actuele stand van zaken naar www.maintenancenext.nl/plattegrond


UPDATE

Mastering Assets

2 2 3 PAGINA

Volledig in control zijn van je installaties, dat lukt niet zomaar. Vaak gaat daar een complex traject aan vooraf met trial and error, met kennis en met nieuwe ervaringen. Vaak is veel van die kennis en ervaring ook bij vakgenoten beschikbaar, zowel bij leveranciers als collega’s uit vele disciplines. Die kennisdragers komen 21 tot en met 23 april samen bij Maintenance NEXT.

Who’s NEXT

PAGINA

What’s NEXT

PAGINA

Erik Takes, Exhibition Manager Maintenance NEXT

Innovatie, contacten, bereik en kennisinfrastructuur

Value NEXT

Mastering Assets is multidisciplinair Erik Takes, Exhibition Manager van de beurs Maintenance NEXT ­beschrijft het multidisciplinaire karakter van onderhoud als ­vak­gebied. Hij ­vertelt: ‘We zien ook deze editie een sterk deelnemersveld. De ­bekende namen op het gebied van dienstverlening, advies en ­productleveranties zijn ook in 2015 aanwezig. En het aanbod is ­compleet omdat we ook de nichespelers op de vloer hebben. Ik ben trots op de veelzijdigheid van exposanten.’ plants, installaties, productiefaciliteiten en ­systemen, maar beslist ook over innovatie, investering en ontwikkeling. Op alle vlakken en in alle vakgebieden. Dat geeft voor mij ook het veelzijdige karakter van onderhoud weer.’ BREED

Takes: ‘Wat deze beurs aantrekkelijk maakt, is dat we voor een vakgebied dat zich uitspreidt over veel verschillende industrieën, toch één beurs kunnen ­organiseren met een voor de exposanten en bezoekers herkenbare identiteit. Het gaat over het in stand houden van

Om op het veelzijdige karakter van het vakgebied en de bijbehorende vraagstukken aan te sluiten, is contact met de markt belangrijk. Takes: ‘De aansluiting met de markt hebben we met ons adviescomité en de feedback van bezoekers en ­exposanten. We zien dat dezelfde vragen vaak in meerdere vakgebieden spelen. Daar willen we met de beurs dan ook direct op in spelen. Naast een sterk deelnemersveld op de beursvloer, hebben we bij Maintenance

www.maintenancenext.nl

NEXT altijd een aanvullend programma dat voor iedere editie op maat wordt ­samengesteld.’ Het beursthema ‘Mastering Assets’ is daarvoor bij editie 2015 leidend. ‘Wij helpen onze bezoekers graag om de overtreffende trap van ­beheer mogelijk te maken’, zegt Takes. ‘Elke beursdag heeft een eigen dagthema met een inhoudelijk programma. Voor de realisatie van Mastering Assets is veel belangrijk, wij hebben gekozen om dit jaar in te gaan op de arbeidsmarkt met Who’s NEXT, op de innovatie die nodig is met What’s NEXT en de waardecreatie en -behoud met Value NEXT.’ Vanuit Ahoy wordt elke ochtend een kosteloos te bezoeken programma aangeboden met vooraanstaande sprekers en met pakkende onderwerpen in keynotes en masterclasses. VITAMINE N

De beursvloer en de bijeenkomsten in het randprogramma zijn een ideale plaats om ‘live’ contact te hebben met specialisten. Bestaande contacten kunnen op de beursvoer worden onderhouden en nieuwe kunnen worden gemaakt. Takes: ‘De ­registratie voor de beurs is inmiddels open, en los van de standaard voordelen zoals dat je snel

naar binnen kunt op een beursdag, ­hebben we dit jaar een mooie nieuwe dienst. Met Ahoy Connect, een digitaal ­zakelijk ­‘matching’ platform, worden op basis van vakgebied en interesses matches ­gemaakt die tot afspraken op de beurs ­kunnen ­leiden. Het is gratis te ­gebruiken voor ­iedereen die voor de beurs geregistreerd is. Hiermee kan je nog meer waarde uit het beursbezoek halen en snel je ­netwerk ­uitbreiden. Een tweede ­initiatief dat we dit jaar voor beursbezoekers bieden, is ‘Maintenance NEXT Presenteert Oplossingen’, waarbij we vragen van bezoekers anoniem voorleggen aan alle exposanten, die daarop kunnen reageren. Terugkoppeling van de oplossing vanuit exposanten op de ­vragen wordt via de ­organisatie gerealiseerd. Dit biedt bezoekers van de beurs een extra mogelijkheid om de maximale waarde uit hun beursbezoek te halen. Takes sluit af: ‘Maintenance NEXT 2015 ­ elooft een veelzijdige, actuele en ­inforb matieve beurs te worden, ik nodig iedereen uit om daar volop gebruik van te maken en de beurs te bezoeken!

dd FEBRUARI 2015


Maintenance NEXT is SMART Industry ­ Ineke Dezentjé Hamming-Bleumink is naast voorzitter van de FME ook voorzitter van het team Smart Industry. Dit team heeft eind 2014 de actieagenda Smart Industry opgeleverd aan ­minister Kamp. Deze actieagenda beschrijft wat er moet gebeuren om de kansen te verzilveren die de vervlechting van productie met ICT ons land biedt. Daarbij is ook voor onderhoud een belangrijke rol weggelegd. Want Maintenance NEXT is Smart Industry WHO’S NEXT?

Smart Industry is de verstrengeling van ICT en productie en daarmee ook maintenance. ICT is de driver van deze nieuwe ontwikkeling. Een extra discipline voor de specialisten die nu veelal in ‘E en WTB’ denken. Het houdt in dat je andersoortige mensen nodig hebt voor de arbeidsmarkt van de toekomst. Dezentjé: ’Hiervoor hebben we met het team Smart Industry een actieagenda opgesteld die door het kabinet zal worden uitgevoerd. Die actieagenda benadrukt ook dat er ­nieuwe vaardigheden nodig zijn om de arbeidsmarkt van de ­toekomst te bedienen.’ WHAT’S NEXT

‘Als je het over maakindustrie hebt, heb je het over maintenance. En daarbij is het belangrijk dat je het op de goede manier doet. Doe je het te vroeg, dan heb je verlies omdat je langer had kunnen produceren zonder onderhoud. Doe je het te laat, dan is er wellicht derving door storing of ­productieverlies,’ zo legt Dezentjé kort en krachtig uit waar de toegevoegde waarde van Smart Industry ligt.

Het actieprogramma rond Smart Industry is eind 2014 overhandigd aan minister Kamp en zal al in 2015 een ­aantal duidelijk zichtbare resultaten kennen. Zo ­worden er tien zogeheten fieldlabs geïnitieerd. Fieldlabs zijn ­praktijkomgevingen waarin bedrijven en kennis­ instel-lingen doelgericht Smart Industry-oplossingen ­uitontwikkelen, testen en implementeren. Ook versterken ze verbindingen met onderzoek, onderwijs en beleid

op een specifiek thema. Onderhoud is honderd procent vertegenwoordigd in het Fieldlab Campione. Dit Fieldlab helpt bedrijven om real-time informatie te verzamelen en te analyseren over de staat van hun productie-infrastructuur om onderhoud op tijd te kunnen uitvoeren. ­Dezentjé: ‘Als je met honderd procent nauwkeurigheid de timing kunt realiseren van je maintenance, dan is dat ook ­wereldwijd een prachtig exportproduct waar de bedrijven wereldwijd mogelijk miljarden mee kunnen besparen.’ VALUE NEXT

Dezentjé: ‘De nieuwe waarde die Smart Industry toevoegt, is dat je met Smart Industry veel meer kunt. Bijvoorbeeld door met robotisering zaken te vervangen. Maar ook met big data is binnen Smart Industry waarde te creëren. Door meer te meten, beoordelen en te analyseren ontstaan nieuwe kansen voor maintenance. En daar kan het businessmodel van een bedrijf op afgestemd worden.’ Ze vult aan: ‘Misschien kan je die big data wel verkopen, en creëer je een nieuw businessmodel. Het betekent dat als je het businessmodel aanpast je in een kopgroep kunt zitten die succesvol kan zijn in deze vierde industriële revolutie waar we middenin zitten.’ Maintenance NEXT 2015 bouwt van 21 tot en met 23 april aan de onderhoudsindustrie van vandaag én morgen met de thema’s arbeid, innovatie en waardecreatie met een unieke mix van producten, diensten, netwerk en kennisdeling.

Oplossingen, innovaties en specialisten Maintenance NEXT 2015 bouwt van 21 tot en met 23 april aan de onderhoudsindustrie van vandaag en morgen met de thema’s arbeid, innovatie en waardecreatie. De drie kernthema’s zijn leidend in de indeling van de aanvullende programma’s. Ahoy staat in april bol van kennis, contacten en ervaring. Die krachtige mix van vraag, netwerk, innovatie en een breed aanbod maakt Maintenance NEXT de plaats waar vandaag wordt gewerkt aan het onderhoud van morgen.

Hoe morgen er uit ziet, is voor elke bedrijfstak en zelfs voor elk bedrijf verschillend. Bij de ene partij wordt ­succesvol overgestapt van eerstelijns ‘brandjes blussen’ naar het voorkomen van problemen. Anderen hebben dat stadium al gehad en worden steeds beter in het ­aantonen van de eigen business case voor investeringen in goed ­onderhoud. En sommige partijen zijn al zo ambitieus dat ze zoeken naar het voorspellende vermogen om het juiste werk op het juiste moment uit te voeren. Van big business tot big data. Het inhoudelijke programma dat door Ahoy is samengesteld om tijdens de beurs te inspireren en te informeren, behandelt drie kernthema’s. Op de drie beursdagen wordt ingezoomd op de arbeidsmarkt met Who’s NEXT, op innovatie met What’s NEXT en op waardecreatie en –behoud met Value NEXT. WHO’S NEXT

Installaties worden complexer en de ervaren collega’s stromen door naar een nieuwe baan of een pensioen.

2

Het kernthema ‘Who’s NEXT’ zoomt in op nieuw talent, l­oopbaanperspectief en investering in het ‘human & intellectual capital’ van de bedrijven, door middel van training en opleiding. Hoe belangrijk is het nog om in te zetten op de werknemers van morgen? Wat moet de mede­werker van morgen kunnen en doen? In het ­Maintenance NEXT ­theater zullen sprekers en publiek verder kijken naar ‘Who’s NEXT’. Cees Jan Asselbergs, directeur van Deltalinqs, ­vertelt hoe ruim 40 bedrijven in de regio ­Rotterdam meewerken om het structurele tekort aan technisch ­opgeleide jongeren op MBO 3 en 4 niveau aan te pakken. Binnen het Proces- en Maintenance College ­Rotterdam (PMR) werken de bij Deltalinqs aangesloten ­bedrijven ­samen met STC-group, ROC Zadkine en het Albeda ­College naar een gezamenlijke structurele uitstroom van 500 gediplomeerden. Het bedrijfsleven wil de leerlingen van het Proces- en Maintenance College bij aanvang van hun opleiding een zogenaamde Carrière-Start-Garantie geven. Asselbergs vertelt over de ambities, uitvoering en resultaten van dit initiatief. WHAT’S NEXT

Het kernthema ‘What’s NEXT’ maakt ruimte voor ­vernieuwing. De groeiende complexiteit van systemen loopt parallel aan de golf van innovatie op het gebied van digitale producten en diensten. Installaties worden ‘smart’ en sensoren, robotica, 3D-scanning en -printing, camera’s, apps, verregaande integratie van systemen en (big) data maken inzicht in de conditie van assets ­mogelijk. Toch is het altijd een uitdaging om vandaag iets te zeggen over de mogelijkheden van morgen. Een goede leidraad daarvoor is toch om een actuele ontwikkeling te pakken en de snelheid van innovatie te gebruiken om de nabije toekomst te beschrijven. Een trend die zelfs tot in het International Space Station doordringt, is 3D printing. Welke mogelijkheden gaat die techniek bieden voor de onderhoudsindustrie? Daan Kersten, Co-founder & CEO van Additive Industries b.v. uit Eindhoven vertelt

in zijn Engelstalige keynote ‘When will 3D metal printing replace your spare parts warehouse?’ wat er nodig is om te zorgen dat de kostbare dode voorraad van verschillende reservedelen tot het verleden behoort. Kersten is er van overtuigd dat directe digitale productie van onder­delen in verschillende metalen de industriële waarde­keten sterk zal ­veranderen. In de gezamenlijke proeffabriek van ­Additive Industries en acht industriële partners in ­Eindhoven, ­AddLab, ­worden inmiddels de eerste functionele onderdelen geprint. Wat zegt dat over de timing naar algemeen gebruik van 3D geprinte spareparts? VALUE NEXT

De instandhouding van installatie behoud vaak ook de waarde. Maar er is meer. Effectief onderhoud op het juiste moment, met de juiste mensen en op de juiste manier, creëert nieuwe waarde door de hele keten. Het houdt ­kapitaalgoederen langer in bedrijf tussen de ­geplande onderhoudsintervallen en verlengt wellicht zelfs de ­levensduur. Met het kernthema ‘Value NEXT’ wordt ­dieper ingegaan op nieuwe verdienmodellen, verduurzaming en procesoptimalisatie. Is een tweede leven voor elke asset mogelijk? Of moeten we misschien zelfs bouwen voor ­vervanging als dat een betere businesscase oplevert? Henk Akkermans, Hoogleraar dynamiek van ­toeleveringsnetwerken bij de Universiteit Tilburg en wetenschappelijk directeur bij het Dutch Institute World Class Maintenance, vertelt over de verborgen waarde van gegevens­bestanden in de bestaande assets binnen de Procesindustrie. ­Akkermans trekt namens DI-WCM het project Fieldlab CAMPIONE waar bedrijven worden ­aangemoedigd en ­gesteund om van labopstelling tot live toepassing met Big Data en voorspellend onderhoud te komen. Fieldlab CAMPIONE is van de onderdelen van de actieagenda Smart Industry. Bij CAMPIONE wordt de stap gemaakt van kennis naar kassa. De techniek is beschikbaar, ­historische data is vaak al voorhanden, nu is het tijd om de waarde te ontginnen.


WHAT’S AHEAD? Dat de beurs Maintenance NEXT voor de ­bezoekers een directe link naar kennis en ­kunde biedt, zoveel is duidelijk. Wat zijn de doelen en verwachtingen van exposanten? Voor deze Maintenance NEXT update toetsen we wat vijf deelnemende partijen op de beurs brengen.

BELZONA/ PERSPECT BENELUX

Belzona is gespecialiseerd op het gebied van polymeer reparatie composieten en industrieel beschermende ­coatings. De producten zijn ontwikkeld om moeilijke situaties en omstandigheden, zoals erosie, corrosie, abrasie, chemische aanslag en mechanische slijtage te weerstaan. Ook voor Belzona is het onderhouden van klantcontacten een belangrijke reden voor deelname aan de beurs. Maar ook zij hebben iets nieuws om aan de bezoekers te laten zien, een flexibele coating voor flensbescherming.

zien. Het bedrijf biedt oplossingen voor procesauto­ matisering en is producent van instrumenten voor het meten van grootheden als niveau, flow, dichtheid, druk en temperatuur. Daarnaast produceren zij ook analyse­ apparatuur die de variabelen in de waterkwaliteit, zoals pH / ORP, geleidbaarheid, opgeloste zuurstof, en troebelheid kan meten. De instrumenten zijn ontworpen voor gebruik in gevaarlijke omgevingen en extreme omstandigheden. Endress+Hauser biedt zowel producten, diensten als services en gebruikt de beursvloer om dit aan een breed publiek kenbaar te maken.

VAN MEEUWEN INDUSTRIES

Van Meeuwen Industries is specialist in smeertechnische oplossingen voor machines, installaties en vervoermiddelen en in additieven voor het verbeteren van product performance en processen. Op Maintenance NEXT toont Van Meeuwen aan dat door beter gekwalificeerde handen aan de machines en door juiste smering, het onderhoud naar een hoger plan gebracht kan worden. Van Meeuwen introduceert daarvoor hun nieuwe S-Maxx® software en smeer-app. Hiermee krijgen de gebruikers maximaal inzicht in en controle van de installaties op het complete smeertechnische onderhoud. Van Meeuwen Industries: ‘Om assets optimaal te benutten is een integrale aanpak van onderhoud onmisbaar.’ SKF

E-R-S NEDERLAND BV

E-R-S Nederland is gespecialiseerd in vuurvaste ­bekledingen van installaties. Het internationale bedrijf is sinds vorig jaar ook in Nederlands gevestigd. Daarom is Maintenance NEXT een ideale mogelijkheid voor het ­bedrijf om bestaand en nieuwe klanten persoonlijk te ­ontmoeten. Los van het onderhoud van het relatie­netwerk grijpt E-R-S Nederland ook de kans om meer laten zien over hun nieuwe systeem van ketelwand/­boilerwand ­bekleding.

SKF is een wereldwijde technologieleverancier met verschillende technologieplatformen: lagers en eenheden, afdichtingen, mechatronica, services en smeersystemen. Met betrekking tot technologische ontwikkelingen spitst SKF zich toe op het beperken van de milieu-impact van assets gedurende hun levensduur. SKF kiest voor deelname aan Maintenance NEXT omdat zij het belangrijk vinden om zichzelf te presenteren in de groeiende markt van de Maintenance. De beurs is voor het bedrijf ideaal om nieuwe ontwikkelen te laten zien, bijvoorbeeld de handheld condition monitoring equipment of de remote monitoring en reconditioning bearing en spindle revision. ENDRESS+HAUSER

Op Maintenance NEXT laat Endress+Hauser onder anderen haar kennis op het gebied van services en kalibraties

Wilt u zien welke exposanten u nog meer kunt bezoeken op Maintenance NEXT? Surf naar www.maintenancenext.nl voor de meest ­actuele lijst van deelnemers.

ADVERTORIAL

SPIE is als multitechnisch dienstverlener actief in de snelgroeiende marktsegmenten Smart city, e-fficient buildings, energies en Industry services. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de nieuwste technologieën, zoals onder andere in producten als “Asset @ Your Desk” (een 3-dimensionaal programma dat uw plant weer as-built maakt en waar u uw onderhoudsdata in kunt bijhouden) en “Algemene/ ATEX Inspectie Module”, welke ten diensten staan van onze technische en operationele klanten, in een breed marktsegment, om een hoge toegevoegde waarde te realiseren. Bezoek ons op Maintenance NEXT, stand 3.106 en 3.107.

TERMINAL NEXT Bart Bijl is Senior Manager Technical Asset Management bij APM Terminals Maasvlakte II. Bij deze splinternieuwe terminal komen vanaf begin 2015 containerschepen te liggen die snel geladen en gelost moeten worden. Tijd is geld, ook aan de kade, dus moeten de schepen snel geholpen worden. Daarvoor is een hoge beschikbaarheid van kranen en de automatische voertuigen een must. En hoewel de eerste periode gewerkt zal worden volgens de specificaties en garantievoorwaarden van alle leveranciers, ligt de maintenance horizon van Bijl al veel verder. De nieuwe terminal van APM Terminals is gebouwd op nieuw land. Op de Tweede Maasvlakte is in de eerste fase van de bouw 1000 meter diepzeekade opgeleverd. Daar komt later nog eens 1800 meter diepzeekade bij. In totaal zal de nieuwe terminal 180 hectare groot worden. De terminal biedt ruimte aan schepen van vandaag, maar ook aan die van morgen. De installaties zijn zodanig groot dat ook schepen met grotere afmetingen dan vandaag gangbaar is, in de toekomst bediend kunnen worden. Al tijdens de bouwperiode heeft Bart Bijl gewerkt aan plannen voor maintenance in de komende jaren. Bijl: ‘Nu, tijdens de garantieperiode van de installaties, wordt ­ervaring opgedaan met gebruik, onderhoud en informatie van de installaties. En na de garantieperiodes voeren we een onderhoudsregime, dat de bedrijfsdoelstellingen ­vertaalt naar een juiste balans tussen beschikbaarheid, risico en kosten. Bij de nieuwe terminal heeft Bijl daarvoor ook een nieuwe onderhoudsorganisatie op ­kunnen zetten. De ­afdeling technical asset management heeft hij ­opgedeeld in vier disciplines. Maintenance voor ­voorbereiden, plannen en uitvoeren van onderhoud. Maintenance engineering voor het ontwikkelen en optimaliseren van onderhoudsplannen en procedures, Technical service voor 24/7 storingsafhandeling op de terminal en Facilities, waar het beheer en onderhoud van gebouwen en het terrein onder valt. Daarnaast is gekozen om ­reactief, preventief en pro-actief onderhoud onder te brengen in

aparte subafdelingen, waardoor meer focus ontstaat. Bijl: ‘Het gezamenlijke doel van de afdeling technical ­asset management is operational excellence door procesmatig verbeteren. Om dat te bereiken, werken we gericht aan kernprocessen waar de stappen, taken en verantwoordelijkheden glashelder van beschreven zijn. En door mensen, middelen en methoden te verbinden, werken we aan ­continue verbetering.’ De kernprocessen van de afdeling zijn afgeleid van ISO55000 processen. Bijl heeft hier ervaring mee, zijn vorige werkgever behoorde tot de eerste bedrijven die in Nederland ooit een PAS55 certificering behaalde voor asset management van kapitaalintensieve goederen. Hij legt uit: ‘We gaan hier niet voor een volledige certificering. Maar ik heb wel goede ervaringen met het model. En daarom zijn de processen ook op die manier ingericht.’ Een belangrijk deel van die processen is om in beeld te ­hebben welke competenties nodig zijn om de kernprocessen goed uit te voeren. Bijl: ‘We kijken wat er nodig is voor een functie en stellen daarbij een opleidingsplan op.’ Ook ziet hij een rol voor vakbeurzen om kennis op te doen. Bijl: ‘Op een beurs kom je in aanraking met nieuwe ideeën, ­oplossingen en andere zaken waarvan je ­misschien nog niet wist dat je ze nodig kunt hebben om de terminal ­performance te verbeteren.’ Bekijk de film van Bart Bijl op www.maintenanceNEXT.nl 3


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.