DERTIENDE JAARGANG – LOSSE VERKOOPPRIJS € 17,25
5 10:30
03 16 iMaintain Nr. 03 - 2016
IE
www.imaintain.info
Maint
Het mag
IMA03 MA
azine va n de
NL
NVDO
Peter Sch okker (Ve zet) Maint 2016 | All enance round TD Manager bij histor wilt met van het ische sto draadloz Jaar kerij | Mo e sensor nitoren wa en | Afvalw ar je ater zuiver en op afs tand
cover.indd
27
23-03-1
6 09:42
VECHTCONTRACTEN VERMIJDEN DOOR DUIDELIJKE TAAL
IMA03 Advertenties.indd 29
10:38 23-03-16 10:23
ROTTERDAM ROTTERDAM16 16JUNI JUNI2016 2016
THEMA: THEMA:
CLUSTER CLUSTER 2.0 2.0 www.deltavisie2016.nl www.deltavisie2016.nl
STRATT STRATT++INDUSTRIAL INDUSTRIALMANAGEMENT MANAGEMENT
+:+: Specialismen Specialismenbinnen binnenStratt Stratt
■■Industry Industry ■■Technical TechnicalDocumentation Documentation ■■Aerospace Aerospace ■■Safety Safety Persoonlijke Persoonlijkeaandacht aandachten enkwaliteit kwaliteitbijbij technische technischeadviezen, adviezen,projecten projecten en enprocessen processenininde deindustrie. industrie.
MAATWERK MAATWERKIN ININDUSTRIE! INDUSTRIE! Hoofdkantoor Hoofdkantoor Stationsweg Stationsweg45 45 3331 3331LRLRZwijndrecht Zwijndrecht
IMA03 30 IMA03 IMA03 A cover.indd AAdvertenties.indd cover.indd 2half 2 liggend.indd adv adv Deltavisie2016 Deltavisie2016 half liggend.indd 36 36
Vestiging Vestiging Zeeland Zeeland Amundsenweg Amundsenweg 2929 4462 4462 GP GP Goes Goes
T.T. 078 078- -6120 6120320 320 I. I. www.stratt.nl www.stratt.nl E.E.welkom@stratt.nl welkom@stratt.nl
23-03-16 10:38 02-02-16 02-02-16 10:17 10:17
INHOUD 3
08 Productielijn uit de mottenballen Papierproducent Parenco haalt een hele productielijn uit de mottenballen en bouwt die om voor de productie van verpakkingskarton. Een investering van ongeveer honderd miljoen euro, iets dat de laatste tien jaar in de Nederlandse papierindustrie niet meer is voorgekomen.
12 Ketensamenwerking in plaats van vechtcontracten Rijkswaterstaat zet met partijen uit de infraketen een nieuwe koers in. Door de klassieke verhouding tussen opdrachtgever en -nemer om te buigen tot een gelijkwaardige partnerstructuur, hoopt men de kosten voor beheer en onderhoud te beperken.
4 COMMENTAAR 5 ACTUEEL 16 MOGELIJKHEDEN VIRTUAL REALITY MOEILIJK TE VOORSPELLEN 18 FARMACEUT HOUDT CRUCIALE EXPERTISE IN EIGEN HUIS 20 WHAT'S NEXT
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
27
Peter Schokker van het groenteen fruitverwerkingsbedrijf Koninklijke Vezet is op 17 maart uitgeroepen tot Maintenance Manager van het Jaar 2016 en boegbeeld van de Nederlandse onderhoudsmarkt. Bij Nolet Distillery in Schiedam worden zeven verschillende producten gemaakt, waaronder de bekende Ketel One Vodka en Ketel 1 Jenever. De distillerij beschikt over vijf productielijnen. Peter Schokker Maintenance Manager van het Jaar 2016 Allround technische dienst bij historische stokerij Het mbo: groot of klein, breed of smal? Uitbesteden van onderhoud Monitoren waar je wilt met draadloze sensors Materiaalkeuze essentieel bij voorkomen corrosie Nieuwe strategie voor veranderd elektriciteitsnet Miljoenen nodig voor afbrokkelende tunnels Afvalwater zuiveren op afstand
30 31 34 37 38 41 44 48 51
3
iMaintain 16
IMA03 B inhoud.indd 3
23-03-16 10:16
4 COMMENTAAR
Leve de crisis In een interview dat ik ooit afnam, vertelde mijn gesprekspartner me dat in oktober 2008 voor hem de economie ‘krakend’ tot stilstand kwam. Bijna al zijn plannen voor investeren in beter beheer gingen ofwel de koelkast, ofwel de prullenbak in. Dat is ondertussen zeven en een half jaar terug. Het zijn jaren geweest waarin sommige bedrijven zijn omgevallen, waarbij mensen zonder werk kwamen te zitten en waarin hele ketens daar de wrange vruchten van hebben geplukt. Inmiddels gaat het weer hard in sommige vakgebieden en wordt er gebouwd aan verandering. Maar niet zoals daarvoor. Bij het jaarlijkse iMaintain congres dat we samen met de NVDO in Ahoy organiseren, vertelde Ruud Schenk van ENGIE (voorheen Cofely) bijvoorbeeld dat het volume van het onderhoudswerk niet meer zo groot is als voorheen. En dat het ook niet meer zo groot zal worden. Onder druk van de kosten is de afgelopen jaren het mes gezet in de werkpakketten voor onderhoud. Niet alles dat al jaren uit gewoonte werd uitgevoerd, wordt nog gedaan. En de wereld draait gewoon door. Een andere verschuiving die volgens mij de laatste jaren optreedt, is dat ‘de industrie’ meer open is geworden onder invloed van het economisch klimaat. Er wordt meer gedeeld voor zowel vraagstukken als oplossingen tussen dienstverleners en opdrachtgevers. Met mooie resultaten. Bij het jaarcongres keken we hoe onderhoud en asset management bijdraagt aan een koppositie van de Nederlandse industrie. En in zo ongeveer alle gevallen blijkt dat een vraag voor de hele keten te zijn. Wanneer het lukt om de doelen van een bedrijf te vertalen naar de doelen in een samenwerking, dan kan elke partij daar aan bijdragen en er aan verdienen. Maar het gaat verder. Niet alleen de doelen moeten matchen, ook de bedrijven moeten bij elkaar passen om verder te komen. En dan kom je ‘on target’.
Mark Oosterveer @M_Oosterveer mark@industrielinqs.nl
HOOFDREDACTIE
Mark Oosterveer 020 3122 793 mark.oosterveer@industrielinqs.nl NUMMER 03 - 2016
Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl
UITGAVE VAN
EINDREDACTIE
Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7 1019 HD Amsterdam
PARTNERS
Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) Postbus 138, 3990 DC Houten
Miriam Rook 020 3122 796 miriam.rook@industrielinqs.nl Liesbeth Schipper 020 31 22 083 liesbeth.schipper@industrielinqs.nl
MEDEWERKERS
David van Baarle, Erik te Roller, Ingrid Rompa, Pieter Pulleman, Francis Voermans, Dagmar Aarts
LAY-OUT
BureauOMA BV, Wehl
COVERS Ahoy Rotterdam NV Ahoy-weg 10 3084 BA Rotterdam Postbus 5106 3008 AC Rotterdam Organisator van
UITGEVER
Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl
Siemens en Volvo
ADVERTENTIEVERKOOP
Bureau Van Vliet Frank Oudman T: 023 571 47 45 f.oudman@bureauvanvliet.com www.bureauvanvliet.com
TRAFFIC
Breg Schoen 020 3122 088
DRUKKERIJ
PreVision Graphic Solutions
ABONNEMENTEN (EXCL. BTW) Nederland/België € 96,50 Introductie NL/B 25% € 72,Overig buitenland € 120,50 Losse verkoopprijs € 17,25 Studenten € 39,50 Proefabonnement 3 mnd € 28,00
OPZEGGEN
Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon.
Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op.
ABONNEMENTENLAND
Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut Fax 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. ISSN: 2211-6826 © Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.
3 16 iMaintain
IMA03 C commentaar.indd 4
23-03-16 10:11
ACTUEEL 5
Havenbedrijf Rotterdam gaat Havenspoorlijn omleggen Het Havenbedrijf Rotterdam gaat de Havenspoorlijn, het eerste deel van de Betuweroute, over een lengte van ongeveer vier kilometer omleggen. Hierdoor gaat de spoorlijn niet meer over de Calandbrug, zodat scheepvaart en spoorverkeer elkaar vanaf 2020 niet langer in de weg zitten. Na de oplevering wordt het tracé overgedragen aan ProRail. De aanleg van het nieuwe tracé kost ongeveer 275 miljoen euro. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu draagt ruim honderd miljoen euro bij, de Europese Unie 62 miljoen euro en het Havenbedrijf zelf een kleine honderd miljoen euro.
‘Shell Pernis was niet goed voorbereid op giflek’ Shell was niet goed voorbereid op de lekkage van ethyleenoxide bij Pernis in 2013. Dat blijkt uit een rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid. Op 30 december 2013 ontstond een ethyleenoxide lekkage in een bovengronds deel van een leiding bij een olieraffinaderij van Shell Pernis. In totaal is daarbij 11,2 ton ethyleenoxide vrijgekomen in de directe omgeving. Ethyleenoxide is een gevaarlijke stof omdat het giftig is, makkelijk ontbrandt en kan exploderen. De lekkage van ethyleenoxide werd ontdekt door een operator die dit direct doorgaf aan de meldkamer van Shell. Daarop is het betreffende leidingwerk afgesloten en is door het opzetten van een watergordijn verdere verspreiding door de lucht voorkomen. Hierdoor bleef het gebied met concentraties ethyleenoxide die gevaar voor de gezondheid op kunnen leveren, beperkt tot het terrein van Shell en de naastgelegen haven. De lekkage is ontstaan omdat de isolatiekoppelingen (chemisch) werden aangetast over de gebruiksduur van achttien jaar. Shell ging ervan uit dat deze een veel langere levensduur hadden. Naar aanleiding van de lekkage heeft Shell een reeks maatregelen genomen. De isolatiekoppelingen zijn vervangen door flenzen die gedurende hun levensduur inwendig kunnen worden geïnspecteerd. Verder past Shell nu technische middelen toe om lekken tijdig te kunnen detecteren en zijn er noodprocedures opgesteld voor het leegmaken van de ethyleenoxideleiding.
Gezamenlijke aanpak Rotterdam en Moerdijk voor toekomst industrie Het raffinage-, chemie- en energiecluster in Rotterdam en Moerdijk gaan samenwerken om de toekomst van de industrie te kunnen waarborgen. Onder leiding van oud Shelltopman Rein Willems is een actieplan geschreven om de bestaande industriële activiteiten te optimaliseren en het industriecluster verder te vernieuwen. Vanwege de complexiteit en de urgentie is het voorstel een clustercommissaris te benoemen die deze aanpak coördineert en aanjaagt. Het actieplan, geschreven in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Havenbedrijf Rotterdam, geeft aan hoe het industriecluster zijn goede positie kan gebruiken om uitdagingen het hoofd te bieden zoals de lage prijs van grondstoffen en energie elders in de wereld en het structureel teruglopen van de vraag naar olieproducten in Europa. Dit moet gebeuren binnen de context van een transitie naar een CO2-arme economie. Uitgangspunt is dat het industriecluster van Rotterdam en Moerdijk in 2030 nog steeds toonaangevend moet zijn in Europa. Het actieplan richt zich op twee sporen: versterking van de concurrentiekracht van bestaande bedrijven en een vernieuwingsslag gericht op het gebruik van biomassa, recycling, hernieuwbare elektriciteit en technologische innovaties. Het Ministerie van Economische Zaken, het Havenbedrijf Rotterdam en het Havenschap Moerdijk zullen betrokken blijven bij de uitwerking van het actieplan ‘Samen werken aan een cluster in transitie’. De plannen zijn grotendeels al in ontwikkeling, maar niet eerder is de urgentie onder bedrijven en stakeholders zo breed gevoeld.
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
IMA03 D actueel.indd 5
MEEST GELEZEN ONLINE 1. Gezamenlijke aanpak Rotterdam en Moerdijk voor toekomst industrie Het raffinage-, chemie- en energiecluster in Rotterdam en Moerdijk gaan samenwerken om de toekomst van de industrie te kunnen waarborgen. Vanwege de complexiteit en de urgentie is het voorstel een clustercommissaris te benoemen die deze aanpak coördineert en aanjaagt. Lees verder op deze pagina
2. ‘Shell Pernis was niet goed voorbereid op giflek’ Shell was niet goed voorbereid op de lekkage van ethyleenoxide bij Pernis in 2013. Dat blijkt uit een rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid. Lees verder op deze pagina
3. Cofely Nederland wordt ENGIE Services Cofely heet sinds 21 maart ENGIE Services. Deze naamswijziging onderstreept de positie van ENGIE Services in de energietransitie. Lees verder op pagina 7
4. ‘Ketenverantwoordelijkheid nodig bij spoorvervoer gevaarlijke stoffen’ Spoorbedrijven creëren onnodige risico’s bij het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor. Maar ook chemiebedrijven spelen een belangrijke rol bij de risicobeheersing. Dit blijkt uit een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Lees verder op pagina 7
5. Luchtmacht opent hek voor intensievere samenwerking Het hek tussen luchtmachtbasis Woensdrecht en het naastgelegen civiele terrein Business Park Aviolanda is op 15 maart geopend. Dit symboliseert de volgende stap in de samenwerking tussen luchtmacht en bedrijfsleven. Lees verder op pagina 6
3
iMaintain 16
23-03-16 10:10
6 ACTUEEL
BEDRIJVENNIEUWS Nieuwe general manager Shell Pernis Jos van Winsen is vanaf 7 maart de nieuwe general manager van Shell Pernis. Hij volgt Bart Voet op, die na vierenhalf jaar in een andere rol binnen Shell aan de slag zal gaan. Jos van Winsen is sinds 1981 werkzaam bij Shell. In zijn loopbaan heeft hij diverse leidinggevende functies bekleed. In zijn laatste functie was hij werkzaam als general manager van de PCK-raffinaderij in Duitsland. ‘De raffinaderij in Pernis is volop in verandering. Ik zie er naar uit om samen met alle medewerkers de indrukwekkende prestaties van de site voort te zetten. Voor mij staan daarbij veilig en efficiënt werken voorop.’
SPIE neemt GPE over Technisch dienstverlener SPIE heeft GPE Technical Services overgenomen. Hiermee verbreedt SPIE Nederland zijn diensten om stoomsystemen te inspecteren en optimaliseren. GPE Technical Services is een internationaal opererend bedrijf, gespecialiseerd in stoom- en condensaatsystemen. Sinds 1997 is GPE actief in branches waar stoom een belangrijke rol speelt in het productieproces. GPE Technical Services, gevestigd in ‘sHertogenbosch, telt zeven medewerkers en genereerde een omzet van 1,3 miljoen euro in 2014.
PWN en HHNK in zee met afvalverwerker Suez Drinkwaterbedrijf PWN en HHNK (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier) maken de komende twee jaar gebruik van de diensten van afvalverwerker Suez om de afvalverwerking te verduurzamen en zo de CO2-voetafdruk te beperken. Het bedrijf verwacht dit te kunnen realiseren door middel van betere afvalscheiding en frequente scans en rapportages. Verwacht wordt dat beide bedrijven grote winst kunnen behalen op het gebied van CO2-reductie door de afvalstromen gescheiden in te zamelen. Hierdoor kan de hoeveelheid restafval in de komende twee jaar met 42 procent worden beperkt.
Luchtmacht opent hek voor intensievere samenwerking Het hek tussen luchtmachtbasis Woensdrecht en het naastgelegen civiele terrein Business Park Aviolanda is op 15 maart geopend. Dit symboliseert de volgende stap in de samenwerking tussen luchtmacht en bedrijfsleven. Het openen van het hek biedt kansen voor bedrijven, werkgelegenheid en innovatie. De samenwerking op militair en civiel gebied maakte de afgelopen jaren flinke vorderingen. Voorbeelden hiervan zijn Fokker dat onderhoud doet aan helikopters van de luchtmacht en civiele bedrijven die inspecties doen van luchtmachtmaterieel. Door nu letterlijk het hek te openen, smelten Business Park Aviolanda (BPA) en de vliegbasis nog meer samen als één onderdeel met een netwerk van verschillende bedrijven. Directeur Ed Heinen van Business Park Aviolanda: ‘Elk hek roept beperkingen op. De opening bevordert de samenwerking binnen het aerospace-cluster Aviolanda en levert een win-win situatie op voor luchtmacht, de bedrijven op het BPA en uiteindelijk ook de West-Brabantse gemeenschap.’ Commodore Mario Verbeek, commandant van het Logistiek Centrum Woensdrecht (luchtmacht): ‘Samenwerking tussen defensie en het bedrijfsleven is nodig om het aerospace-cluster op en rondom de vliegbasis verder uit te bouwen en te ontwikkelen. We kunnen onze samenwerking nu verder intensiveren.’ Fokker Elmo en Fokker Services zijn al jaren gevestigd op BPA. De laatste jaren kwamen er diverse nieuwe en specialistische spelers bij op het gebied van luchtvaartonderhoud, waaronder niet-destructief onderzoek van materialen, composietreparaties en -opleidingen, en vliegtuigmotorenonderhoud. Op de vliegbasis Woensdrecht zijn het opleidings- en onderhoudscentrum van de Luchtmacht gevestigd samen met partners om het onderhoud betaalbaar te houden en de inzet van de vliegtuigen te verhogen.
TU Delft: ‘Kosten aanpak corrosie jaarlijks 3 tot 7 miljard euro te hoog’ De aanpak van corrosie kost de Nederlandse maatschappij elk jaar onnodig veel geld. De kosten van corrosiebestrijding kunnen jaarlijks met drie tot zeven miljard euro worden gereduceerd volgens dr. ir. Arjan Mol, die als universitair hoofddocent Corrosietechnologie en Elektrochemie verbonden is aan de TU Delft. In totaal kost preventie en bestrijding van corrosie in Nederland elk jaar ruim 3 procent van ons bruto binnenlands product (bbp). Dat komt neer op minstens 22 miljard euro. Mol stoelt zijn beweringen op een nieuw onderzoek van NACE, een wereldwijde corrosie autoriteit. NACE schat de jaarlijkse kosten van corrosie wereldwijd op 2,5 triljoen dollar. Mol: ‘Voor de Nederlandse situatie moeten we denken aan een soortgelijk percentage. Naast de directe kosten voor toepassing van corrosiebeschermende maatregelen, zijn er ook indirecte kosten. Dit kan onder andere efficiencyverlies voortvloeiend uit corrosie zijn. Denk bijvoorbeeld aan een pijplijn die dichtslibt, waardoor de productiviteit lager is.’ De kosten van corrosieaanpak zijn nodeloos hoog, stelt Mol. ‘Als alle beschikbare kennis over corrosie in de praktijk wordt toegepast, dan scheelt dat zo’n 15 tot 35 procent aan jaarlijkse kosten.’ Wim Schalley, corrosie-expert bij Acotec, vult aan: ‘Beslissers over de te gebruiken corrosiebescherming hebben te weinig kennis en maken geregeld verkeerde keuzes. Overheidsinstanties kiezen bijvoorbeeld voor extreme zekerheid. Om bijvoorbeeld roest te voorkomen, laten ze onnodig veel coatingslagen aanbrengen. Uiteraard is het aanbrengen van meer lagen duurder.’ Mol constateert dat ook de gevaren van corrosie bij weinig mensen goed op het netvlies staan. ‘Corrosie is een sluipmoordenaar. Eigenaren van metalen constructies wachten vaak te lang met het bestrijden van corrosie. Niet alleen leidt dit tot gevaarlijke situaties, het kan bovendien buitengewoon slecht uitpakken voor het milieu. Denk daarbij aan een pijplijn, die door corrosie wordt aangetast, barst of lekt.’ Corrosie van metalen is onder andere te bestrijden door een juist materiaalgebruik en/of corrosiewerende coating op het materiaal aan te brengen.
3 16 iMaintain
IMA03 D actueel.indd 6
23-03-16 10:10
ACTUEEL 7
OVV: ‘Ketenverantwoordelijkheid nodig bij spoorvervoer gevaarlijke stoffen’ Spoorbedrijven creëren onnodige risico’s bij het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor. Maar ook chemiebedrijven zelf spelen een belangrijke rol bij de risicobeheersing van het spoorvervoer. Dit blijkt uit een rapport dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) op 10 maart heeft gepubliceerd, naar aanleiding van de botsing tussen een reizigerstrein en een stilstaande goederentrein in Tilburg op 6 maart 2015. De goederentrein vertrok later en maakte onderweg een tussenstop voor een machinistenwissel. De trein werd op een te kort zijspoor gezet. Het sein voor de reizigerstrein bleef op rood staan, maar de machinist van die trein merkte dat niet op en begon te rijden. Door de botsing raakte de achterste wagon van de goederentrein, geladen met het brandbare en explosieve butadieen, lek. Enkele politieagenten werden onwel door inademing van het vrijgekomen gas. In de passagierstrein vielen enkele lichtgewonden. Het onderzoek maakt duidelijk dat de botsing en de lekkage zich konden voordoen doordat de betrokken spoorbedrijven om logistieke en economische redenen beslissingen namen die afbreuk deden aan het effect van reeds geldende veiligheidsmaatregelen. Dat getuigt volgens de Raad van te weinig risicobewustzijn bij de spoorbedrijven. De Raad beveelt de spoorbedrijven aan om bij de operationele aansturing van treinen geen beslissingen te nemen, zoals het inlassen van een tussenstop, die tot onnodige risico’s kunnen leiden.
Cofely Nederland wordt ENGIE Services Cofely heet sinds 21 maart ENGIE Services. De naamswijziging onderstreept de positie van ENGIE Services in de energietransitie. ENGIE Services richt zich op het verder ontwikkelen van innovatieve technologie-oplossingen, die bedrijven helpen hun bedrijfsprocessen duurzaam te optimaliseren. De naamsverandering komt voort uit het groeimodel van moederbedrijf ENGIE, dat is gebaseerd op duurzame ontwikkeling. Zo wil ENGIE inspelen op duurzame energiebehoeften, het tegengaan van klimaatveranderingen en het optimaal gebruikmaken van beschikbare resources. Han Blokland, CEO van ENGIE Nederland: ‘Door de kracht van ENGIE Services met ENGIE Energie te verbinden, ontstaat een unieke combinatie van vaardigheden en kennis op het gebied van duurzame energie, technologie en digitalisering.’
Miljoenen nodig voor aanpassingen station Delft Het station van Delft moet voor miljoenen euro’s worden aangepast zodat treinen snel door de tunnel onder het station kunnen rijden. Het afgelopen jaar is onderzoek gedaan naar het ontstaan van over- en onderdruk in de stationshal. De hoge luchtdrukken ontstaan als treinen met hoge snelheid door de tunnel rijden. De draaideuren zijn verwijderd omdat ze vanzelf hard gingen draaien als er een trein met hoge snelheid door de tunnel reed. Uit metingen is volgens ProRail gebleken dat de luchtdrukken niet afwijken van de waarden die berekend waren tijdens het ontwerpen van het station. Het gebouw is daar in zijn geheel op ontworpen, alleen de bewegende delen in het station bleken er niet tegen bestand. De draaideuren worden dit voorjaar teruggeplaatst. Verder worden ventilatiesystemen aangepast en komen er ontluchtingskleppen in het overstek van de bovengrondse stationshal. Op die manier kan de luchtdruk makkelijker het gebouw uit. Met deze maatregelen kan de snelheid van de treinen weer omhoog naar 120 kilometer per uur. De uitvoering van de werkzaamheden aan het gebouw starten in de loop van dit jaar. De maatregelen worden na elkaar uitgevoerd zodat tussentijds kan worden gemeten of ze het beoogde effect hebben. De kosten voor de aanpassingen zijn circa 3,4 miljoen euro. Als blijkt dat ook extra luchtschachten moeten worden geplaatst, komt daar nog ongeveer zes miljoen euro bij.
BEDRIJVENNIEUWS VMB Besturingstechniek wordt VMB Automation VMB Besturingstechniek gaat na een organisatieaanpassing en herpositionering verder als VMB Automation. In het vervolg zal VMB Automation werken met vier businessunits, namelijk Control Systems, Information Technology, Components en Flextech. Daarnaast start het bedrijf een Experience Center. Hierin worden innovatieve totaaloplossingen ontwikkeld voor de automatisering van bedrijfsprocessen.
Ans Hekkenberg gaat meisjes voor techniek interesseren Ans Hekkenberg is de nieuwe ambassadeur voor het Techniekpact. Op voordracht van minister Bussemaker van Onderwijs gaat ze zich binnen deze rol richten op het interesseren van met name meisjes op het vmbo en mbo voor de techniek. Hekkenberg studeerde natuur- en sterrenkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze heeft een grote passie voor wetenschap en techniek, en ze deelt die graag met anderen. Ans zal de ambassadeursfunctie samen vervullen met astronaut André Kuipers, die zich vooral inzet voor het interesseren van jongeren en leerkrachten in het basisonderwijs voor wetenschap en techniek.
Miljoenen voor composieten Airborne International, producent van composieten (hoogwaardige vezel versterkte kunststoffen), heeft een kapitaalinjectie van 12 miljoen ontvangen om verdere groei te realiseren, onder meer in de lucht- en ruimtevaartsector. Het Haagse bedrijf wil investeren in nieuwe technologieën om composieten efficiënter te produceren. Daarnaast ziet Airborne kansen voor uitbreiding van haar onderhoudsdiensten op vliegbasis Woensdrecht.
uw mailbox? Al het nineuvoworsoninze nieuwsbrief op
iMaintain.info!
Meld u aa
3
iMaintain 16
IMA03 D actueel.indd 7
23-03-16 10:10
8 INTERVIEW
Parenco haalt hele productielijn uit mottenballen
Papiervezels kunnen bij Parenco ongeveer zes tot acht keer uit oud papier worden gehaald en weer worden hergebruikt.
3 16 iMaintain
IMA03 H hoofdinterview.indd 8
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
23-03-16 10:08
INTERVIEW 9
Papierproducent Parenco haalt een hele productielijn uit de mottenballen en bouwt die om voor de productie van verpakkingskarton. Een investering van ongeveer honderd miljoen euro, iets dat de laatste tien jaar in de Nederlandse papierindustrie niet meer is voorgekomen. Naast de toepassing van andere technologieën, gaat het geld vooral zitten in de modificaties en het verduurzamen van de utilities. Want de walsen, pompen en motoren verkeren in een goede staat. Onder andere door het goede gevoel van eigenaarschap bij het personeel.
Wim Raaijen
Een van de onderhoudsmedewerkers bij papierproducent Parenco in Renkum verdient haast een standbeeld. Uit eigen beweging heeft hij sinds 2009, toen de tweede productielijn door de vorige eigenaar uit gebruik werd genomen, elke twee weken de walsen een kwartslag gedraaid. Om eenzijdige lagerbelasting en doorhanging van walsen te voorkomen. Mogelijk heeft hij het bedrijf daarmee tonnen en misschien wel een paar miljoen bespaard, nu de PM2 komende zomer weer in gebruik wordt genomen door de nieuwe eigenaar. ‘Het weer aan de praat krijgen van de productielijn kost op zich relatief weinig’, vertelt Raymond Jolink, directeur supply chain & site development. De robuuste machines zijn sinds 2009 goed op temperatuur gehouden en door het draaien van de walsen is mogelijke corrosie van bewegende onderdelen, pompen en motoren voorkomen. Blijkbaar is het vertrouwen in de herstart van de machine
FOTO'S: WIM RAAIJEN
“
IMA03 H hoofdinterview.indd 9
er al die tijd geweest. Ook bij een deel van het personeel.
Geothermie De ongeveer honderd miljoen euro die momenteel in de tweede productielijn wordt gestoken, zit vooral in modificaties. De machine gaat niet zoals eerder kranten- of magazinepapier produceren, maar verpakkingspapier waar anderen weer golfkarton van maken. Algemeen directeur Geert Wassens: ‘De markt voor magazinepapier laat een krimp zien en die van verpakkingsmaterialen groeit juist. Dat is natuurlijk geen moeilijke puzzel.’ Het vergt natuurlijk wel een ombouw van de productielijn. Ook in de ondersteunende processen wordt fors geïnvesteerd. Op het gebied van de energie- en waterhuishouding wil het bedrijf ook stappen maken. De eerste papiermachine, PM1, die magazinepapier blijft produceren, draait volledig
Raymond Jolink: ‘Het weer aan de praat krijgen van de productielijn kost relatief weinig.’ 3
iMaintain 16
23-03-16 10:08
10 INTERVIEW
Geert Wassens
op duurzaam opgewekte stoom uit de eigen biomassacentrale van Parenco. Wassens: ‘We hebben hier de grootste biomassacentrale in Nederland staan die niet in handen van een energiebedrijf is.’ Deze centrale kan echter niet de extra vraag aan die in de zomer ontstaat als de tweede lijn weer in gebruik wordt genomen. Een lijn die bovendien een grotere capaciteit heeft. PM2 kan straks 380 duizend ton papier per jaar produceren. PM1 haalt 260 tot 270 duizend ton. Voor de energievoorziening moet dus een andere oplossing komen. Jolink: ‘Er staat nog wel een gasgestookte ketel. Die gaat de komende tijd weer ingezet worden.’ Om dan weer grotendeels het fossiele aardgas in te zetten, is Parenco eigenlijk de eer te na. Ook de tweede lijn moet uiteindelijk zo efficiënt en duurzaam mogelijk produceren. Jolink: ‘Om dat te bereiken, ondernemen we momenteel op drie terreinen stappen. Ten eerste willen we het rendement van de ketel verhogen. Dat werkt sowieso energiebesparend. Daarnaast willen we biogas produceren door anaerobe vergisting van het restwater. En uiteindelijk willen we het restant uit de grond halen, geothermie dus.’
Concrete stappen Bewust wil de directie van Parenco stapsgewijs steeds verder komen. ‘Voor ons is dat de beste weg om te verduurzamen’, stelt Wassens. ‘Energiebesparing en verduurzaming is voor ons een geleidelijke
3 16 iMaintain
IMA03 H hoofdinterview.indd 10
weg om vooral ook tot kostenbesparing te komen. Een volgende stap kunnen we alleen maken als die voldoende schaal biedt om ook kosten te besparen.’ Duurzaamheid en energiebesparing zijn noodzakelijk, daarvan zijn de mannen van Parenco overtuigd. Dat Parenco al ver is in de cradle-to-cradle-filosofie, al voor het begrip bestond, heeft ook grotendeels te maken gehad met kosten en praktische keuzes. Momenteel bestaan de grondstoffen voor honderd procent uit oud papier. Wassens: ‘Ons papier is daardoor goedkoper dan ‘virgin’ papier dat direct van houtvezels wordt gemaakt. Het is ook een praktische keuze. Waar moeten wij in Nederland het hout vandaan halen? Dat is er gewoon niet. Ik moet wel eens glimlachen als andere bedrijven triomfantelijk verkondigen dat ze vijf of tien procent van de grondstoffen via recycling verkrijgen. Goed natuurlijk, maar hier zitten we al een tijdje op honderd procent recycling.’ Het bedrijf kent ook de kuren van de recyclingmarkt, zoals een dalend aanbod in oud papier. Wassens: ‘We hebben maatschappelijk steeds meer de mond vol over recycling, maar we zien dat meer en meer normaal huisvuil bij het oud
“
papier terechtkomt en meer papier bij het normale huisvuil. Het aanbod neemt af.’ Daarom onderzoekt Parenco ook alternatieven. Jolink: ‘Bijvoegen van bermgras bijvoorbeeld. We willen proeven doen met papier waar tien procent gras is bijgevoegd. Er is ook voldoende bermgras in Nederland hiervoor beschikbaar.’ Het blijft volgens hem belangrijk om in concrete stappen te blijven denken en realistisch te blijven.
Perspectieven Oud papier wordt in Renkum eerst ontinkt en vervolgens gebleekt. Papiervezels kunnen ongeveer zes tot acht keer uit oud papier worden gehaald en weer worden hergebruikt. Wassens: ‘Daarna is de vezel te klein geworden en niet meer bruikbaar voor papier. Deze kleine vezels worden samen met het inkt afgedreven.’ De onbruikbare vezels worden nu nog verbrand in de biomassacentrale, maar straks kunnen ze ook worden vergist tot biomassa. Jolink: ‘We onderzoeken ook of we van de organische reststromen op den duur bioplastics kunnen maken, maar voor nu is dat een te grote stap. We volgen de cascade naar steeds
Geert Wassens: ‘Hier zitten we al een tijdje op honderd procent recycling.’
23-03-16 10:08
INTERVIEW 11
Raymond Jolink
hoger toegevoegde waarde. Een stap overslaan lijkt ons niet zo verstandig.’ De productie van biogas wordt ook gezien als een tussenstap om nu al te verduurzamen en straks de inzet van geothermie mogelijk te maken. Op dat vlak kan de papierproducent zelfs een van de wegbereiders in Nederland worden. Wassens: ‘In 2011 en 2012 hebben we een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om aardwarmte in te zetten. Een interessante optie om warmte van verschillende kilometers diepte op te pompen en als proceswarmte te gebruiken. Helaas bleek geothermie voor alleen ons bedrijf zich niet rond te rekenen. Later kwamen we echter in gesprek met Alliander over onder andere plannen om Wageningen in 2030 volledig duurzaam te krijgen. Dat opende perspectieven.’
Klant Een van de opties was de aanleg van een duurzaam warmtenetwerk voor stadsverwarming in Wageningen. En ook de gemeenten Ede en Renkum bleken geïnteresseerd. Er is zelfs een bedrijf dat als leverancier wil optreden. Dat is nodig aangezien Alliander een netwerkbedrijf is, puur gericht op het transport en niet op de verkoop van energie of in dit geval warmte. Wassens: ‘Doordat er meer potentiële klanten zijn, wordt de business case een stuk interessanter. Het gaat in eerste instantie om vijftienduizend woningequivalenten in Wageningen, Ede en Renkum, die tevens warmte via de bron krijgen geleverd.’
Jolink: ‘Eigenlijk is er nog maar één grote uitdaging. De warmte moet van heel diep komen en daar is nog maar weinig ervaring mee. Tot nu toe wordt er geboord naar drie à vier kilometer diepte. In dit geval moeten we dieper gaan. We weten nog niet precies wat we daar aantreffen. Parenco moet wel een garantie hebben dat er voldoende warmtedebiet is. Zonder proefboring durft niemand zijn hand in het vuur te steken dat de capaciteit de nodige zestig megawatt zal zijn.’ Daarom zijn de partijen met het ministerie van Economische Zaken in gesprek om een boring mogelijk te maken. EZ lijkt coöperatief. Met open armen worden ze ontvangen. Wassens: ‘Wat dacht je! Het ministerie vindt het initiatief bijzonder interessant. Het gaat om een potentieel van 1,2 petajoule per jaar. Initiatieven als deze kunnen helpen bij het nakomen van de verplichtingen die de overheid in het Energieakkoord is aangegaan voor 2020.’ De investering in een installatie voor het oppompen van aardwarmte en het distributiesysteem worden geschat op ongeveer honderd miljoen euro. Die komen niet op het bordje van Parenco. Wassens: ‘Wij zijn straks klant. We zullen uiteraard wat aanpassingen moeten doen hier op het terrein, maar het netwerk en de installaties voor geothermie zijn straks van derden.’
Valencia Parenco heeft zelf de handen vol aan het weer in gebruik nemen van de tweede
productielijn, waar dus ook ongeveer honderd miljoen euro mee is gemoeid. Voor het bedrijf was het een zegen dat de huidige eigenaar H2 Equity Partners de aandelen in oktober 2012 overnam van Norske Skog. De nieuwe eigenaar lijkt nu al vrij snel nieuw elan te brengen, waar de oude niet meer toe in staat was. Jolink, die ook de situatie van voor de overname kent: ‘Je moet je voorstellen dat in 2001 hier bij de overname door Norske Skog nog 690 mensen werkten. Dat ging in stappen terug, naar bijvoorbeeld 425 in 2009 toen de tweede productielijn werd gesloten. Er volgde reorganisatie op reorganisatie. Nu met de nieuwe investeringen groeien we weer voor het eerst, naar 260 mensen. Dat is natuurlijk positief. En dat merk je bij de mensen. Sinds 2014 lijkt het vertrouwen bij de mensen beetje bij beetje teruggekomen.’ Wassens vult hem aan: ‘Eerst konden ze niet geloven toen ze de jaarcijfers zagen, dat we weer geld aan het verdienen zijn. En nu deze investering. Dat is nogal wat, als je weet dat de Nederlandse papierindustrie nog steeds behoorlijk onder druk staat en dan gaan wij honderd miljoen euro investeren. De laatste tien jaar is er in de hele sector niet zo’n grote investering gedaan. Toch wel iets om trots op te zijn.’ Vervolgend met een grote glimlach: ‘Wist je trouwens dat we hier dagelijks gemiddeld 1800 kilometer papier van 8,5 meter breed produceren? Dat is van hier naar Valencia en op een topdag halen we zelfs Noord-Afrika.’ ■
3
iMaintain 16
IMA03 H hoofdinterview.indd 11
23-03-16 10:08
12 MAINTENANCE EN DE SUPPLY CHAIN
Ketensamenwerking in plaats van vechtcontracten Rijkswaterstaat zet met een groot aantal partijen uit de infraketen een nieuwe koers in. Door de klassieke verhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer om te buigen tot een gelijkwaardige partnerstructuur, hoopt men de kosten voor beheer en onderhoud te beperken. ‘Om faalkosten te vermijden, zal de hele keten beter moeten samenwerken’, zegt Huub de Lange van Rijkswaterstaat.
David van Baarle
Directeur-generaal Jan Hendrik Dronkers van Rijkswaterstaat gooide vorig jaar een behoorlijke steen in de vijver toen hij de vechtcontracten in de bouwsector onder de aandacht van de politiek bracht. Dronkers wees de politici er op dat er grote maatschappelijke risico’s worden genomen door contracten tegen een zo laag mogelijke prijs op de markt te zetten. Die waarschuwing was niet voor niets, gezien het feit dat een aantal grote bouw- en infrabedrijven dreigde om te vallen omdat ze zich hadden verslikt in een aantal complexe projecten. Met name de risicoverdeling was onevenwichtig en voor de private partijen nauwelijks te dragen. De directeur-generaal meldde dan ook bij de aanbesteding van de Zuidasdok voor een andere aanpak te kiezen. Zo is onder meer een minimumprijs afgesproken en werd Rijkswaterstaat verantwoordelijk voor de aanvraag van de benodigde vergunningen. De transitie naar meer samenwerking met de markt was al eerder ingezet, maar de praktijk noodzaakte hierin een versnelling te maken.
stappen gezet om de samenwerking met de markt te verbeteren en de risico’s daar neer te leggen bij de partijen die ze het beste kunnen adresseren. De visie is niet alleen breed gedragen door de markt, maar ook binnen de organisatie van Rijkswaterstaat is de roep om ketensamenwerking breed doorgevoerd. Van informatievoorziening tot bedrijfsvoering en bijvoorbeeld energie-inkoop: iedereen volgt de richting die de marktvisie aangeeft. Uiteraard is die visie ook doorvertaald naar het dagelijkse onderhoud waar de beheerder van het landelijke snelwegen- en waterwegennet verantwoordelijk voor is. Binnen Rijkswaterstaat zijn er twee uitvoeringsorganisaties verantwoordelijk voor onderhoudprogramma's, namelijk Programma’s, Projecten en Onderhoud (PPO) en Grote Projecten en Onderhoud (GPO). Beide organisaties voeren de productieopgave van Rijkswaterstaat uit in opdracht van de regio’s. PPO doet dit voor programma’s, design & construct-projecten die kleiner zijn dan circa 65 miljoen euro, prestatiecontracten en overige onderhoudsprojecten.
Marktvisie Inmiddels is het een jaar later en de noodkreet van Dronkers is vertaald in een marktvisie. Het sterke van de blauwdruk voor een duurzame aanbesteding van complexe projecten is dat niet alleen Rijkswaterstaat, maar ook tal van brancheverenigingen die de dienstverleners vertegenwoordigen hebben meegebouwd aan het fundament ervan. Uitgangspunt van de visie is de ambitie voor 2020 waarin staat dat de marktpartijen tegen die tijd excelleren als bouwers van Nederland door betrouwbaar, aanspreekbaar en inspirerend te zijn. Daarbij werken de partijen voor burgers en bedrijven samen aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. Nu is zo’n ambitie redelijk algemeen en lastig te toetsen op de uitvoering ervan. Maar er worden wel degelijk concrete
3 16 iMaintain
IMA03 I thema.indd 12
Wegennet is klaar Huub de Lange is Hoofd Werkwijze Inkoop- en Contractmanagement bij PPO en Herma Zijlmans is leveranciersmanager bij dezelfde organisatie. Beiden werken aan de vertaling van de marktvisie naar concrete projecten en einddoelen voor PPO. De belangrijkste opgave daarbij is om de klassieke opdrachtgever/opdrachtnemer-verhouding om te buigen tot een gelijkwaardige partnerstructuur. De Lange: ‘De verandering in de houding van Rijkswaterstaat komt niet uit de lucht vallen, maar heeft alles te maken met de nieuwe fase waarin Nederland zich bevindt. Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn we voornamelijk bezig geweest met het opbouwen van het land. Dankzij de toenemende welvaart nam het verkeer toe en
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
23-03-16 10:14
FOTO: RIJKSWATERSTAAT|HARRY VAN REELEN.
MAINTENANCE EN DE SUPPLY CHAIN 13
legden we wegen en waterwegen aan om personen en goederen te kunnen vervoeren. Inmiddels is de demografische groei er wel zo’n beetje uit en is het wegennet zo goed als klaar. Dat betekent dat we van een focus op nieuwbouw overgaan op behoud. Die focus vereist een andere houding en een andere organisatie. Waar nieuwbouw vooral is gericht op projecten, is beheer en onderhoud gericht op processen. Of, wat ook wel wordt gezegd, wij werken in het verkeer en vaak ’s nachts, terwijl de nieuwbouwprojecten zich buiten het verkeer en overdag afspelen. Die verschillen vragen om andere competenties, maar ook om een sterkere focus op veiligheid. Om die overgang goed te laten verlopen, hebben we alle marktpartijen nodig. Dus zowel de grote landelijk opererende aannemers als het mkb. Een gevolg van een minder groeiende bevolking is ook dat er minder belastinggeld binnenkomt en dus zullen we slimmer moeten omgaan met het geld dat we krijgen. Dat betekent dat we vooral de verspilling moeten tegengaan en geld alleen moeten besteden aan zaken die waarde toevoegen. Veel van die verspilling zit in de keten. Doordat de keten onvoldoende in het verlengde van elkaar werkt, ontstaan fouten of maakt men dubbele kosten. Om die faalkosten te vermijden,
zal de hele keten beter moeten samenwerken. Dat besef is inmiddels zowel bij de opdrachtgevers als aannemers hard geland. Sterker nog: als we niets doen, kan dat het einde van onze branche betekenen.’
Zijlmans: ‘Als je elkaar niet vertrouwt, ga je in de vechtmodus en werk je elkaar tegen in plaats van dat je samenwerkt.’ Cultuur Rijkswaterstaat wil dus naar een partnerschapsmodel. Zulke samenwerkingsvormen kunnen echter alleen maar succesvol zijn als de partijen elkaar voldoende vertrouwen, open met elkaar communiceren en transparant werken. Allemaal zachte zaken die redelijk nieuw zijn voor de doorgaans door harde cijfers gedreven civiele wereld. ‘Eindelijk is de civiele wereld tot het besef gekomen dat we contracten niet alleen op KPI’s en harde targets kunnen dichttimmeren’, zegt Zijlmans. ‘Als je elkaar niet vertrouwt, ga je in de vechtmodus en werk je elkaar tegen in plaats van dat je samenwerkt.
Een goede samenwerking begint dan ook bij de erkenning dat opdrachtgever en opdrachtnemer een even belangrijke taak hebben in het project of proces. Zolang je beiden hetzelfde doel voor ogen hebt en elkaars belangen erkent, kan je onverwachte wendingen in een proces oplossen zonder dat daar advocaten aan te pas hoeven komen. Uiteindelijk appeleer je met zo’n partnerschapsmodel aan heel menselijke eigenschappen. Zo willen de meeste mensen trots zijn op hun werk, een goede prestatie leveren en dienstbaar zijn aan de opdracht. Een goed project of onderhoudsplan begint dan ook met het vergelijken van de kernwaarden van de opdrachtgever en opdrachtnemer. Die vormen tenslotte de basis voor de samenwerking. Als je de gemeenschappelijke kernwaarden hebt vastgelegd, kun je ook afspreken welke houding en welk gedrag daar bij passen. Uiteraard heb je de competenties van beide partijen al eerder vastgelegd. Je gaat immers met een partij in zee omdat ze iets toevoegt aan de organisatie en kennis en vaardigheden heeft die aansluiten op de projectspecificaties. Maar iemand kan nog zo competent zijn, als hij geen fijn persoon is om mee te werken, gaat het in de praktijk niet werken. Een team moet de kernwaarden echt doorleven en verwachtingen naar elkaar
3
iMaintain 16
IMA03 I thema.indd 13
23-03-16 10:14
09FOT
Neem nu een abonnement op iMaintain
Ga direct naar iMaintain.info en blijf ierdereen voor Meer nieuws dan ooit • • • • • • • •
Actuele berichtgeving over de gehele onderhoudssector Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten en diensten Multimediale bedrijfspresentaties Tweewekelijkse Nieuwsbrief Live twitter updates LinkedIn interacted
iMaintain-abonnees krijgen meer • De nieuwste iMaintain staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase • Ga naar www.imaintain.info en kies abonneren
ADVERTENTIE-INDEX
150922 iLinqs 1_4 ABO.indd 43
22-09-15 15:25
Abonnees ............................................................................................ 26 Actemium ............................................................................................ 26 Deltavisie congres 2016 ........................................................................ 2 Duport Lubricare .................................................................................. 59 easyFairs ........................................................................................bijlage Hateha................................................................................................. 59 Hempel ................................................................................................ 14 Hi-Force Nederland .............................................................................. 14 Hogeschool Utrecht .............................................................................. 60 iMaintain platform ......................................................................... 24, 25 www.hi-force.com
IMA03 Advertenties.indd 14
Stratt+ Industrial Management............................................................... 2
23-03-16 10:12
MAINTENANCE EN DE SUPPLY CHAIN 15
FOTO: RIJKSWATERSTAAT|HENK ROOLVINK
uitspreken over de einddoelen en de weg daar naartoe.’ Desondanks komt het ook voor dat gaandeweg een proces de omstandigheden zodanig veranderen dat de relatie stroever wordt. ‘Op dat moment moet je alert genoeg zijn om een interventie te doen en terug te gaan naar de basis: wat was het einddoel en welke kernwaarden horen daarbij?’
Experimenten Nu klinkt de theorie best aardig, de praktijk is vaak wispelturiger. ‘Inmiddels hebben we al een aantal pilots lopen waar we experimenteren met nieuwe samenwerkingsvormen’, zegt De Lange. ‘Bovendien doen we dit jaar nog een drietal aanbestedingen waarbij we droge prestatiecontracten gaan aanbesteden. We gebruiken daarvoor de best value procurement methode (BVP, red.), omdat daar naar onze mening genoeg ruimte zit om ook houding en gedrag mee te nemen in de beoordeling. Door deze eisen expliciet te maken in zowel de aanbestedingsfase als de pre-awardfase denken we in de uitvoering veel tijd en geld te besparen. Wellicht dat de aanloop naar een contract iets langer duurt, maar daar staat tegenover dat je faalkosten kunt vermijden. We zouden graag zien dat de partijen waar we mee in zee gaan niet alleen transparant opereren, maar dat ze ook samen met ons een ontwikkeltraject willen doormaken naar een nieuwe samenwerkingsvorm. Dat vereist flexibiliteit van de opdrachtnemer, maar wij zullen ons net zo open en kwetsbaar moeten opstellen. We willen in ieder geval samen betrokken zijn bij de besluitvorming. We stellen dan ook graag onze ruimtes hier in Utrecht beschikbaar voor overleg en willen daar dan graag bij zitten. Hetzelfde geldt voor opleidingen. Onze contractmanagers zullen moeten worden opgeleid om met de nieuwe vormen van prestatiemanagement om te
gaan. Waarom zou een contractmanager van een opdrachtnemer daar niet bij kunnen zitten? We moeten tenslotte van elkaar leren en samen het traject ingaan naar een betere onderhoudsmarkt.’
De Lange: ‘Wanneer iedereen weet
In het verlengde van het woordenboek ligt de RWSyclopedia, een soort Wikipedia voor de civiele wereld. ‘Net als de Wikipedia is de RWSyclopedia een open kennisbank waar de markt de inhoud samenstelt en zichzelf corrigeert. We gebruiken de ‘wisdom of the crowd’ om een gezamenlijke encyclopedie op te stellen van de civiele techniek.’
waar hij aan toe is, zijn de meeste
Politiek
faalkosten te vermijden.’
De komende jaren besteedt Rijkswaterstaat nog aan het omvormen van de interne en externe cultuur. De marktvisie zoals die er nu ligt, blijft daarvoor de leidraad. De vertaling daarvan naar concrete acties zal waarschijnlijk jaarlijks worden herijkt. De Lange: ‘Uiteindelijk blijven we afhankelijk van de politiek. Bij de aanstelling van een nieuw kabinet of veranderende visies vanuit de samenleving kunnen we worden gedwongen onze koers te wijzigen. Ik denk dat de civiele wereld, met grote langdurige projecten, gebaat is bij stabiliteit. Wanneer iedereen weet waar hij aan toe is, zijn de meeste faalkosten te vermijden. Wij willen in ieder geval zo transparant werken dat de gevolgen van politieke beslissingen voor de uitvoering van projecten en de kosten ervan direct zichtbaar zijn. Dan kan de maatschappij zelf beslissen of die kosten acceptabel zijn.’ ■
Een andere concrete actie die voortvloeide uit de brainstormsessies rondom de marktvisie, is het concretiseren van termen die multi-interpretabel zijn. Zijlmans: ‘We hebben het wel vaak over prestaties of samenwerken, maar dit zijn geen afgekaderde begrippen. Wat dat betreft is de Nederlandse taal heel flexibel. Een opdrachtgever kan een heel ander beeld hebben bij een goede prestatie dan een aannemer. Juist die verschillende interpretaties bieden vaak een voedingsbodem voor vechtcontracten. Inzicht geven in elkaars standpunt helpt al en vervolgens kan je kijken of je een compromis kunt bereiken of in ieder geval een gezamenlijke betekenis aan zo’n term geven.’
3
iMaintain 16
IMA03 I thema.indd 15
23-03-16 10:14
16 INNOVATIES
Mogelijkheden virtual reality moeilijk te voorspellen Een man met een grote donkere bril op, hangt achterover en zwaait met een apparaatje wat in het rond, zonder zich van zijn omgeving bewust te zijn. Het lijkt alsof hij een paar drankjes teveel op heeft. De tientallen bezoekers van de Virtual (R)evolution beurs die hem passeren, kijken er echter niet raar van op. Via een computer kan mee worden gekeken met wat de man ziet in zijn virtuele wereld en waarom hij van die aparte bewegingen maakt. Hij blijkt een vlak rood te verven. Geinig natuurlijk, maar virtual reality is niet alleen maar een leuk spelletje. Het kan ook veel betekenen voor onderhoud.
Dagmar Aarts
3 16 iMaintain
IMA03 J virtual reality.indd 16
Op de beursvloer in Veldhoven zijn overal toepassingen van virtual reality (VR) en augmented reality (AR) te zien. Het verschil tussen de twee zit erin dat bij AR een virtuele laag op de echte wereld wordt geprojecteerd en bij VR de echte wereld wordt vervangen door een virtuele wereld. Bij de stand van Vroomtraining is iemand virtueel een machine uit elkaar aan het halen. Het bedrijf gebruikt virtual reality voor het trainen van engineers. Wie de VR-bril van Vroomtraining op doet, kan een installatie van alle kanten bekijken en er aan ‘werken’. Het enige dat hiervoor nodig is, zijn bestaande CAD-modellen (computertekeningen) van de installaties waarop moet worden getraind. Bedrijven kunnen de trainingen zelf samenstellen in een simpele interface, waardoor programmeren niet nodig is. Volgens eigenaar en directeur Jaap van den Bosch heeft virtueel trainen veel voordelen. ‘Het is goedkoper dan een trainingsapparaat en kan zelfs al worden gebruikt als een apparaat nog niet bestaat, omdat de ontwikkeling nog gaande is. Daarnaast is het ook veiliger, want er kan niks kapot en je bevindt je niet in een gevaarlijke omgeving. Met de virtuele wereld leer je ook nog eens vijf keer sneller, omdat je focust op de procedure. Als je bijvoorbeeld een bout aan moet draaien, kan dat met een simpele beweging. Daar ben je niet veel tijd aan kwijt. Je moet weten waar die bout zit, maar dat draaien hoeft niet te worden geoefend. Virtueel trainen is naast met echte apparatuur oefenen de enige manier om ervaring op te doen.’ De software is bruikbaar voor allerlei VR-brillen, maar ook voor gewone computers. Onder andere bedrijven als ASML, Canon en Océ maken al gebruik van deze technologie.
Harmsen van Twnkls ziet meer in augmented reality, omdat dat volgens hem meer aansluit op de realiteit dan VR. Als hij een iPad voor de pomp in zijn stand houdt, verschijnen daarop allemaal labeltjes met informatie. Daarnaast kan de applicatie laten zien hoe onderdelen in de pomp werken. Harmsen: ‘Op deze manier hoeft er geen dikke handleiding meegenomen en doorgebladerd te worden. Je kan interactief omgaan met de toegevoegde informatie op de iPad.’ De AR-techniek van Twnkls kan in verschillende markten worden gebruikt, ook buiten de industrie. Als er bijvoorbeeld zonnepanelen op een dak moeten worden geplaatst, kan dat op de iPad worden gevisualiseerd en wordt er in een aantal minuten berekend wat het rendement is. Ook de politie gebruikt de AR-techniek van het bedrijf. Agenten hebben een bril met camera die in verbinding staat met de meldkamer. Op de bril kunnen ook videobeelden worden geprojecteerd, denk aan een Google Glass-achtig apparaat. Stel, er is ergens een overval gepleegd en daar zijn videobeelden van, dan komen die binnen bij de meldkamer. Die kan de beelden doorsturen naar de bril van de agenten in de buurt die op die manier alle informatie over de overval meteen hebben. Andersom kan ook. Als de politie iets ziet, kunnen de beelden die ze met hun bril maken naar de meldkamer worden gestuurd. De AR-bril is ook interessant voor de industrie. Een expert kan bijvoorbeeld op afstand meekijken met een monteur die een reparatie uit moet voeren. Deze monteur hoeft niet alle kennis in huis te hebben, maar kan door de expert worden geholpen. Het scheelt tijd dat de expert niet naar de locatie hoeft te komen en hij kan flexibeler worden ingezet.
Geen handleiding meer
Voorspellingen
Niet iedereen deelt de mening van Van den Bosch over virtueel trainen. Gerben
Wie langs de bedrijven loopt, ziet de potentie van de technieken en hoort ook
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
23-03-16 09:57
FOTO: VROOM
INNOVATIES 17
Oefenen op installaties in de virtuele wereld.
dat het al wordt gebruikt door bedrijven in de industrie. Maar uit een marktverkenning van de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) blijkt dat er heel weinig betrouwbare data over de VR- en AR-markt wereldwijd zijn en er zelfs helemaal geen data beschikbaar zijn voor Nederland. De BOM stelde zichzelf dan ook de vraag: is virtual reality een hype of serieuze business? In 2016 wordt er veel hardware gelanceerd voor Virtual Reality (VR). Als we kijken naar deze ontwikkelingen staat VR nu daadwerkelijk op doorbreken. Maar bij de tussentijdse rapportage die BOM op de beurs gaf, leken er na hun marktverkenning over VR en AR meer vragen dan antwoorden te zijn. Het blijkt moeilijk om te zeggen hoe deze markt zich gaat ontwikkelen. Verschillende grote bedrijven, zoals Goldman Sachs, hebben er onderzoek naar gedaan, maar de voorspellingen lopen erg uiteen. BOM heeft het ongewogen gemiddelde van al die voorspellingen genomen en dat laat toch wat interessants zien, hoewel het een voorspelling blijft natuurlijk. In 2020 zou de markt voor hardware een vlucht gaan nemen en in 2021-2022 zal die markt vervolgens verdubbelen. Alle voorspellingen over software stoppen
in 2020, omdat er nog minder data voor zijn dan voor hardware. Voor de BOM waren de verschillende voorspellingen over software ook moeilijk te vergelijken, want niet alle rapporten gebruiken dezelfde definitie. De verwachting is dat de softwaremarkt in 2018 een vlucht zal nemen, omdat in 2016 de eerste hardware uitkomt. Software volgt de hardware als het ware. ‘De lijnen zijn gelijk aan de lijnen die we zagen voor de smartphone en tablet market’, zegt Coen Sanderink van de BOM.
Gefundeerde besluiten De BOM wilde ook weten voor welke markten VR en AR interessant zijn en wat Nederland en Brabant er aan hebben. Wereldwijd is de markt voor videogames het grootst met een verwachte omzet van 6,9 miljard euro in 2020. Voor Brabant zullen vooral de zorg en engineering interessant zijn. VR en AR in de zorg vertegenwoordigt in 2020 1,2 miljard euro en in 2025 3,4 miljoen. De technieken kunnen worden gebruikt voor het trainen van chirurgen, maar ook voor het zien van patiënten. Verwacht wordt dat de engineeringmarkt in 2020 1,5 miljard euro oplevert en er zullen in Europa zes miljoen engineers met VR en AR werken.
Volgens Sanderink liggen er in Brabant kansen voor VR en AR, omdat er veel bedrijven zijn die er hardware of software voor kunnen maken en er veel engineeringbedrijven gevestigd zijn. ‘Het is voor ondernemingen interessant om met VR en AR te gaan werken, omdat het efficiënt is en de kosten omlaag kunnen. Als nieuwe machines of nieuwe systemen worden ontwikkeld, dan moeten de engineers leren om daarmee om te gaan. Dat kan in een virtuele wereld al voor de ontwikkeling in gebruik wordt genomen.’ Maar het is hier vooral het onderbuikgevoel van de BOM dat spreekt, want na deze tussentijdse resultaten zijn er meer vragen dan antwoorden, omdat er bijna geen data zijn. Hoe snel denken bedrijven bijvoorbeeld te kunnen groeien? Welke bedrijven zien voordelen in VR en AR? Hoe groot gaat de markt worden in omzet en fte? De volgende stap voor de BOM is om het onderbuikgevoel, dat er kans is voor de VR- en AR-markt in Brabant, te onderbouwen met data. Om jonge innovatieve bedrijven optimaal te ondersteunen, is het volgens de ontwikkelingsmaatschappij belangrijk dat er betrouwbare data zijn waarmee investeerders en ondernemers gefundeerde besluiten kunnen nemen. ■
3
iMaintain 16
IMA03 J virtual reality.indd 17
23-03-16 09:57
18 SOURCING
Farmaceut houdt cruciale expertise in eigen huis Bij de samenwerking die biofarmaceut Janssen Biologics had met zijn contractors, werd sourcing steeds belangrijker. Om dat goed voor elkaar te krijgen, was een duidelijke strategie nodig om te bepalen welke zaken uit te besteden en welke in eigen huis te houden. Een nieuwe strategie heeft tot veel veranderingen in het bedrijf geleid. Dagmar Aarts
Janssen Biologics maakt unieke biofarmaceutische geneesmiddelen. Dat wil zeggen dat er cellen worden gebruikt om hun producten te maken. De medicijnen zijn antistoffen die worden ingezet tegen ziektes zoals reumatoïde artritis, psoriasis en de ziekte van Crohn. Het maken van deze medicijnen vergt veel van het productieproces, omdat ze bestaan uit eiwitten die niet te steriliseren zijn. Hierdoor moet er onder extreem schone omstandigheden worden gewerkt. Wat het proces ook ingewikkeld maakt, is dat eiwitten complexe moleculen zijn die moeilijk te controleren zijn op kwaliteit. Daarom is het productieproces van de farmaceut gevalideerd. Als het altijd op dezelfde manier wordt uitgevoerd, komt er altijd hetzelfde product uit. Het proces is het product. Alles luistert heel nauw en daarom is het ook belangrijk om te bepalen wie nou precies wat doet binnen het bedrijf.
nemen, maar willen die toename uitbesteden. Om daarin succesvol te zijn, moeten we goed nadenken over hoe we dit doen.’ Als producent van medicijnen wil Janssen Biologics vooral goed zijn in het maken van geneesmiddelen. Daarom wil het bedrijf voor alles dat bijdraagt aan het primaire proces zelf de expertise in huis hebben. Met de consultants is het bedrijf door haar businessactiviteiten heengelopen en heeft daarbij gekozen waar de ‘knip’ in verantwoordelijkheden wordt gelegd. Hierdoor zit het team nu ook op één lijn en kunnen er snel keuzes worden gemaakt in wat wel en niet zelf wordt gedaan. Zuidgeest: ‘Wij willen bijvoorbeeld de betrouwbaarste zijn in de levering van utilities voor het productieproces. Hiervoor willen we in ieder geval de regiecompetenties in huis hebben. Voor de uitvoering van het onderhoudswerk wordt wel extern naar mensen gezocht.’
In eigen hand
Expertise
Twee jaar geleden begon het bedrijf samen met consultants van Kirkman Company een nieuwe strategie te ontwikkelen. Hierbij werd vooral gekeken naar wat Janssen Biologics in eigen handen houdt en wat ze gaat uitbesteden, met als belangrijkste doel het volledig potentieel van de organisatie te benutten. Maurice Zuidgeest, manager maintenance & utilities: ‘Wij kunnen de toename in productie niet opvangen door meer mensen aan te
Voor alles dat niet direct bijdraagt aan het primaire proces, wordt onderzocht hoe dat het beste kan worden uitbesteed. Er wordt gekeken naar de ervaring en flexibiliteit van een partij en wie er het beste bij de bedrijfsvoering van de farmaceut aansluit. Zuidgeest: ‘Dat hoeft dus niet altijd de goedkoopste te zijn, het kan zo zijn dat het totale contract voordelen biedt. Voor de catering hebben we bijvoorbeeld een partij in dienst die ook het eten en drinken voor ons bedrijf in andere landen verzorgt. Voor andere zaken kijken we ook wie de beste expertise in huis heeft. We kunnen ons niet permitteren dat er iets mis gaat. Deze nieuwe werkwijze is niet bedoeld om te bezuinigen, maar om de toegenomen vraag in de toekomst te kunnen blijven ondersteunen. Uiteindelijk houden we wel zelf de regie in handen voor alles dat we hier doen. De installaties blijven van ons, maar we hebben dan een bedrijf dat ons helpt om die
Jouw Onderhoud, Mijn Onderhoud Voor het onderdeel Jouw Onderhoud, Mijn Onderhoud van het iMaintain 2016 congres in Ahoy bezochten Maurice Zuidgeest van Janssen Biologics en Ivo van der Gaag van ETT.VTTI elkaar om te leren hoe ze elk bijdragen aan de koppositie van hun bedrijf. Ze keken hierbij onder andere naar wat tankopslag en biofarmaceutische geneesmiddelen met elkaar te maken hebben en hoe het onderhoud in die disciplines verschilt. Een videoverslag van dit bezoek vindt u op www.imaintain.info/congres.
3 16 iMaintain
IMA03 M Janssen biologics.indd 18
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
23-03-16 10:25
FOTO: GIJS HOEKSTRA
SOURCING 19
Maurice Zuidgeest, manager maintenance & utilities, moet onder extreem schone omstandigheden werken.
installaties te onderhouden.’ Hoewel het nog te vroeg is om meetbare resultaten te geven, merkt Zuidgeest zelf al wel verschil met hoe er eerst met contractors om werd gegaan. ‘Dankzij de nieuwe strategie kunnen we duidelijke keuzes maken. We hebben daaromheen een organisatie met drie lagen ontwikkeld: operationeel, tactisch en strategisch. In het verleden stond contractmanagement los van de dagelijkse operatie, dat is nu beter geïntegreerd. Nu hebben we een hele duidelijke lijn om te volgen, waardoor we slagvaardiger zijn geworden. Daarnaast zijn we beter in staat om tegen elkaar te zeggen wat goed en minder goed is en we kunnen meer het partnership opzoeken met onze contractors.’
Zuidgeest: ‘Dankzij de nieuwe strategie kunnen we duidelijke keuzes maken.’ Janssen Biologics opereert nu meer als professioneel opdrachtgever en heeft daarvoor specifieke competenties ontwikkeld. Er is gekeken hoe het potentieel van
het bedrijf in samenwerking met externe partners volledig kan worden benut. Een randvoorwaarde voor de afdeling om de sourcing-strategie goed te integreren, is het tegelijkertijd bouwen aan de rol als professioneel opdrachtgever. Dit vergt inzet vanuit het volledige managementteam en alle medewerkers.
Regierol De bedrijfsdoelstellingen worden uitgebreid besproken met de partners en er wordt gekeken hoe zij kunnen bijdragen om de gestelde doelen te bereiken. Over onder andere het budget, veiligheid en kwaliteit worden open discussies gevoerd, want ook de partner heeft er belang bij om de doelen te halen. Janssen Biologics wil namelijk het liefst langetermijnrelaties aangaan. Zuidgeest: ‘Een kortetermijnrelatie werkt vandaag de dag niet goed meer, want dan moeten we elk jaar opnieuw in zoeken naar nieuwe partners. Dat is zonde en niet efficiënt, want het duurt wel twee jaar voordat een partner helemaal is ingeregeld. Daarom hebben wij contracten van ongeveer drie jaar, die kunnen worden verlengd. Elke vijf jaar kijken we in de markt wat er is om te zien of wij het
nog goed doen, maar dat wil niet zeggen dat we dan ook echt overstappen.’ Voor het eigen personeel is er door de nieuwe manier van samenwerken ook veel veranderd. Zij hebben meer een regierol gekregen. Waar ze eerst veel zelf deden aan het onderhoud, zijn ze nu meer manager van hun eigen stukje fabriek. Daardoor houden ze wel meer tijd over om echt bezig te zijn met de betrouwbaarheid van de installaties. De maintenance engineers kunnen bijvoorbeeld analyses doen op het uitgevoerde werk, bijhouden hoe vaak er een storing is en hoe hard een apparaat achteruit gaat. Vervolgens wordt in overleg met de gecontracteerde partij het onderhoudsplan aangepast. De nieuwe sourcing-strategie was natuurlijk wel even wennen. Maar volgens Zuidgeest zien de medewerkers er de voordelen van in, omdat ze dus meer tijd over hebben voor verbeteringen, optimalisaties, life cycle management et cetera. ‘We hebben hier een changeteam opgezet, dat heel duidelijk heeft gecommuniceerd wat we allemaal gaan doen.’ De veranderingen worden aan de hand van een concreet actieplan aangestuurd, zodat het bedrijf zich niet verliest in de dagelijkse hectiek. ■
3
iMaintain 16
IMA03 M Janssen biologics.indd 19
23-03-16 10:25
20 WHAT’S NEXT
Tennet wil een ondergronds supergeleidend hoogspanningssysteem van twee tot vier kilometer lengte aanleggen voor het Nederlandse elektriciteitsnet. Nergens ter wereld wordt supergeleiding nog over deze afstand toegepast. De pilot met de vorig jaar aangekondigde 'superkabel' komt als het aan het bedrijf ligt in Enschede.
Enschede krijgt wereldprimeur met superkabel De superkabel is een zogenoemde HTS-kabel wat staat voor High Temperature Superconductivity. De supergeleider kan tot duizend maal meer stroom transporteren dan koper en met het koelsysteem meegerekend kan een supergeleidende kabel tot vijf maal meer stroom transporteren dan een kabel van koper, waar de huidige ondergrondse hoogspanningsverbindingen nu meestal van worden gemaakt. Een supergeleidende kabel heeft door koeling tot -200 graden Celsius geen weerstand en creëert vrijwel geen verliezen tijdens het transport van stroom. De supergeleidende status wordt bereikt door koeling met vloeibaar stikstof. De huidige 110-150 kilovolt kabels hebben vanwege warmteafgifte een ruimtebeslag nodig van twaalf meter breed over het hele tracé. Doordat ze geen warmte produceren, kunnen HTS-kabels veel dichter bij elkaar worden gelegd. Hiervoor is drie meter waarschijnlijk al voldoende. Daarnaast veroorzaakt de HTS-kabel geen magnetisch veld.
Snelle ontwikkeling
3 16 iMaintain
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
IMA03 G whats next.indd 20
TenneT denkt niet dat deze supergeleidende kabel in al lopende projecten kan worden toegepast. Daarvoor is eerst onderzoek en ervaring nodig. De nieuwe kabel kan in eerste instantie alleen op trajecten van maximaal vier kilometer worden toegepast. Een langer tracé is voorlopig niet realiseerbaar in verband met de nodige toevoer van stikstof om de kabel te koelen. Daarnaast is de techniek erg kostbaar, de kabel is vele malen duurder dan de standaardkabels. De ontwikkeling gaat echter snel. Bij massaproductie en betere koeltechniek valt te verwachten dat in de toekomst dit soort kabels vaker en over een langere afstand toegepast gaan worden. Op dit moment wordt met de gemeente Enschede gekeken of de superkabel daar geplaatst kan worden. De planning is dat het project in 2019 wordt opgeleverd.
23-03-16 10:15
WHAT’S NEXT 21
SCHIP OP ZEVENTIG METER HOGE POTEN De Brave Tern, een schip dat wordt gebruikt voor het installeren van windmolens op zee, domineerde dinsdag de Rotterdamse skyline. Bij wijze van test is het 132 meter lange schip in de Heysehaven tot een hoogte van ruim zeventig meter gehesen. De Brave Tern is eigendom van de Noorse rederij Fred. Olsen Windcarrier. Het schip heeft vier uitschuifbare poten (jacking legs) waarmee het stevig op de zeebodem kan staan. De poten van Brave Tern zijn de afgelopen maanden in Rotterdam met veertien meter verlengd tot elk 92,4 meter. Gisteren is het nieuwe onderstel getest door de Brave Tern omhoog te hijsen. Ook het frame en de hijsarm van de scheepskraan zijn met in totaal twintig meter verlengd. De kraan kan nu tot honderdtwintig meter boven het scheepsdek tillen. De aanpassingen aan de Brave Tern zijn nodig omdat turbines van windmolens steeds zwaarder worden en de wieken steeds langer. Ook worden offshore windmolenparken steeds vaker gebouwd in diep water. Zusterschip Bold Tern krijgt binnenkort ook langere poten en een grotere kraan. De Brave Tern is nu in staat om vier volledige windmolens, met turbines met een ‘multimegawatt’ vermogen, te vervoeren en te installeren in waterdieptes tot zestig meter. Na een kleine opdracht op de Noordzee wordt de Brave Tern later dit voorjaar ingezet bij de bouw van het eerste Amerikaanse offshore windmolenpark voor de oostkust bij Rhode Island.
ONDERZEEDRONE KAN OOK DE LUCHT IN
Foto: Johns Hopkins APL
Onderzoekers van de Johns Hopkins University Applied Physics Laboratory in Amerika hebben een drone ontwikkeld die onder water kan verblijven om vervolgens opdrachten in de lucht uit
te voeren. De drone kan vanaf een vaste plek onder water worden gelanceerd of vanaf een onbemand onderwater voertuig. Het is nieuw dat een drone zowel onder water als in de lucht actief kan zijn. Om te zorgen dat de drone onder (zee)water kan verblijven, heeft het team van onderzoekers verschillende uitdagingen moeten overwinnen. Zo moet het composieten casco in staat zijn de waterdruk aan te kunnen. Om de drone te kunnen laten ‘overleven’ in het zoute water zijn de meest gevoelige onderdelen in een hogedrukkamer geplaatst. Voor de motoren, die wel worden blootgesteld aan het water, is een beschermende coating gebruikt. Uit testen is gebleken dat de drone Om de drone te kunnen laten ‘overleven’ in het zoute water zijn de meest gevoelige onderdelen in een zeker twee maanden onder water hogedrukkamer geplaatst. kan blijven zonder tekenen van corrosie te vertonen.
3
iMaintain 16
IMA03 G whats next.indd 21
23-03-16 10:15
22 WHAT’S NEXT
MAGISCHE MAGNETEN ZORGEN VOOR ENERGIEBESPARING Toepassing van zogenaamde magic magnets in het ketelhuis van Forbo Flooring heeft volgens de tapijtfabrikant geleid tot een daling van het gasverbruik met vier tot zes procent. In het ketelhuis wordt met behulp van gas stoom opgewekt voor het droogproces van Marmoleum en de magneten zorgen voor een werveling in het gas die op magische wijze een deel van de altijd aanwezige vervuiling uit het leidinggas haalt waardoor het gas en dus ook het ketelhuis beter rendeert.
ROBOT BEZORGT PIZZA’S AAN HUIS Domino’s Pizza krijgt een robot in dienst die pizza’s gaat bezorgen. Hoewel de DRU (Domino's Robotic Unit) niet meteen vanaf vandaag te zien zal zijn in de Nederlandse straten heeft het bedrijf met de onthulling van dit compacte autonome bezorg prototype aangetoond hoe serieus ze samenwerken met toezichthouders en ontwikkelaars om dit voor elkaar te krijgen. De DRU is een voertuig met vier wielen en bevat compartimenten om de bestelling van de klant warm te houden en het drinken of ijs gekoeld, terwijl het met een veilige snelheid over het trottoir rijdt. De robot kan zelf navigeren van het restaurant naar de bestemming door zelf de beste route te kiezen. De sensoren op de DRU stellen hem in staat
obstakels te herkennen en vermijden. De robot is al ingezet bij een aantal leveringen van pizza’s in een beperkt aantal gebieden, nu nog alleen in Australië. De verwachting is dat voor de zomer nog de eerste proeven zullen plaatsvinden in Nederland. ‘Autonome voertuigen maken het mogelijk veiliger, sneller, schoner en efficiënter goederen bij de klant te krijgen en daarom zetten we hier vol op in’, aldus CEO Nederland & België André ten Wolde. Het huidige prototype is slechts de eerste stap in de ontwikkeling en het pizzabedrijf wil doorgaan met een reeks innovaties die zorgen voor een ‘revolutie’ in het thuis laten bezorgen van pizza’s.
THIJS WOLBERS EN EWOUD OSKAM NAAR EK ISOLEREN IN KEULEN Thijs Wolbers en Ewoud Oskam gaan namens Nederland naar het EK Technisch Isoleren in Keulen, op 10 en 11 mei 2016. Zij plaatsten zich als beste isolatiemonteur en beste isolatieplaatwerker in de Nationale Beroepenwedstrijd op 10 en 11 maart. Wolbers is werkzaam als isolatiemonteur bij in Deventer, collega en in Keulen teamgenoot Oskam is isolatieplaatwerker in Sas van Gent. Met uiteenlopende isolatiematerialen zoals minerale wol, elastomeer en hardschuim bouwden de deelnemers onder tijdsdruk
3 16 iMaintain
IMA03 G whats next.indd 22
het perfecte isolatiesysteem. De voorronde wordt georganiseerd door het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Isolatiebedrijf (Stichting OOI) en de Europese koepelorganisatie FESI. In de sector Technische Isolatie werken ongeveer 4500 vakmensen. De energiebesparing dankzij industriële isolatie is meer dan 200 petajoule per jaar, het equivalent van zo’n drie miljoen huishoudens. Optimalisatie van bestaande isolatiesystemen doet daar nog eens 30 petajoule bij.
LANTAARNPAAL MET ONTVANGER REDUCEERT FIJNSTOFGEHALTE In Arnhem is de eerste lantaarnpaal met fijnstofvanger in Nederland geplaatst. De lantaarn zorgt op windstille dagen voor een reductie van dertig procent van het fijnstof in de lucht. Het concept werd ontwikkeld door patenthouder StatiqAir en Ziut. Ziut is marktleider op het gebied van openbare verlichting, StatiqAir ontwikkelt en produceert fijnstofreductiesystemen. Het innovatieve project kwam tot stand nadat bewoners van de wijk Coehoorn bij de gemeente hun zorg hadden geuit over de luchtkwaliteit. Coehoorn ligt tussen het Nieuwe Plein en de Oude Kraan, twee zeer drukke wegen met hoge fijnstof emissiewaarden. Hoe de fijnstofvanger Pamares werkt is een technisch verhaal. Het systeem zendt positieve ionen uit die zich hechten (in een straal van zes meter rondom de mast) aan fijnstofdeeltjes in de lucht, waarna geaarde panelen in het systeem deze geladen fijnstofdeeltjes naar zich toe trekken. Op die manier vangt de Pamares fijnstof, ultrafijn stof en roet af. De combinatie van lantaarnpaal en fijnstofvanger kan in heel Nederland worden toegepast. Inmiddels wordt er gewerkt aan een lantaarnpaal met een geïntegreerde fijnstofvanger.
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
23-03-16 10:15
WHAT’S NEXT 23
Het asfaltmengsel, KonwéCity, van KWS levert volgens het bedrijf een grote bijdrage aan brandstofbesparing van weggebruikers en zorgt ook nog voor minder geluidsoverlast. Uit onderzoek blijkt volgens KWS dat de rolweerstand van het nieuwe asfalt tien procent lager ligt dan van andere geluidreducerende deklagen. Dit komt overeen met een brandstofbesparing van circa drie procent en staat gelijk aan een besparing van circa twee euro op een volle tank. De reductie in rolweerstand loopt volgens het bedrijf zelfs op tot 20 procent ten opzichte van het veel in Nederland toegepaste ZOAB (Zeer Open AsfaltBeton). KonwéCity ontleent de goede geluidprestaties aan de optimale oppervlaktetextuur. Het brengt de band minder in trilling, waardoor er minder geluid wordt opgewekt en er gaat minder energie verloren. Groot voordeel van zo’n vlakke (concave) structuur is dat de rolweerstand laag is. De banden van voertuigen rollen vloeiender over het wegdek. ‘Opdrachtgevers hebben steeds meer focus op duurzaamheid. Wij verwachten dan ook dat opdrachtgevers staan te popelen om dit asfaltmengsel toe te passen’, aldus Rudi Dekkers (senior adviseur KWS).
FOTO: KWS
ASFALTMENGSEL KWS BESPAART BRANDSTOF VAN WEGGEBRUIKERS
De rolweerstandmetingen voor KWS zijn gecombineerd met een onderzoek uitgevoerd voor het Tire-Road Consortium (Universiteit Twente) met de rolweerstandtrailer van de TU Gdansk; een Poolse universiteit. Dit in opdracht van provincie Gelderland en in het kader van het project Stil Veilig Wegverkeer (SVW). De
rolweerstandmetingen zijn eind 2015 uitgevoerd op KonwéCity wegvakken in Didam en Zutphen. KonwéCity is vanaf 2015 officieel geregistreerd als stil wegdek. Deze is goedgekeurd door RIVM en inmiddels is door heel Nederland al op meer dan twintig wegvakken KonwéCity aangelegd.
VOLGZAME ORDERVERZAMELTRUCK
De truck volgt de bestuurder door middel van een lasergestuurd systeem.
Intralogistiekspecialist STILL heeft een interactieve orderverzameltruck ontwikkeld. De iGo neo CX 20 volgt zijn bestuurder op de voet. Doordat de bestuurder niets steeds hoeft op- en af te stappen om de truck op de gewenste plaats te krijgen, kan een tijdsbesparing tot dertig procent worden gerealiseerd, zo blijkt uit tests. De truck volgt de bestuurder door middel van een lasergestuurd systeem dat hem in staat stelt personen en hindernissen te detecteren. Het systeem zorgt ervoor dat de robot de bedoelingen van de bestuurder aan de hand van zijn bewegingen kan herkennen en er interactief op kan reageren. Met een druk op de knop kan de bestuurder de volledige controle over de robot overnemen, wat nodig is wanneer er langere afstanden moeten worden afgelegd of bochten moeten worden gemaakt.
3
iMaintain 16
IMA03 G whats next.indd 23
23-03-16 10:15
Het iMaintain platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en assetmanagement. Het platform belicht op een journalistieke en onafhankelijke manier innovaties, behandelt actuele onderwerpen en inspireert. Via het vakblad iMaintain, met de website www.imaintain.info, met drie rondetafelmeetings per jaar, diverse bijeenkomsten en met een jaarcongres bereikt het iMaintain platform haar doelgroep.
Partnernieuws Avantium kiest voor BASF Chemisch technologiebedrijf Avantium gaat samen met BASF een furaandicarbonzuur-fabriek voor de productie van biologisch plastics bouwen. De fabriek komt op de Verbund-site van BASF in Antwerpen en krijgt een capaciteit van 50.000 ton per jaar. Avantium en BASF ondertekenden een intentieverklaring en zijn gestart met exclusieve onderhandelingen met het oog op de oprichting van een joint venture voor de productie en marketing van furaandicarbonzuur (FDCA) en het op de markt brengen van polyethyleenfuranoaat (PEF).
Partners van het iMaintain platform
Nieuwe directeur Tata Steel Tata Steel heeft Hans van den Berg per 15 maart benoemd tot Hub Director Strip Products Mainland Europe. Van den Berg is al 25 jaar werkzaam bij Tata Steel, momenteel als Director Manufacturing Iron and Steel in IJmuiden. Hij zal zijn nieuwe functie als directeur van Tata Steel in IJmuiden combineren met zijn huidige rol. Van den Berg is in 1990 in dienst getreden bij het toenmalige Hoogovens en heeft onder meer gewerkt bij R&D, de Hoogovens, de Oxystaalfabriek, de Koudbandwalserij en de Direct Sheet Plant. HU luidt nieuwe fase Beter Benutten in Een derde minder vloeroppervlak, 50 ton minder CO2uitstoot en EUR 10 miljoen extra investeringen in onderwijs uit behaalde kostenbesparingen. Resultaten in 2017 van een slimme integrale aanpak van Hogeschool Utrecht (HU) door huisvesting, tijd, technologie en energie beter te benutten. De HU voert een ingrijpend huisvestingsprogramma door waarbij de bestaande gebouwen op het Utrecht Science Park duurzaam worden gerenoveerd en flexibeler en efficiĂŤnter in ruimte en tijd worden ingezet. HU doet meer met een derde minder vloeroppervlakte door introductie van Het Nieuwe Leren en Werken, langere openingstijden en verschoven lestijden. Van de aanvankelijke 160.000 m2 heeft HU inmiddels 32.000 m2 afgestoten. Om de mobiliteit te verduurzamen stimuleert de HU het gebruik van openbaar vervoer en dienstreizen per (dienst)fiets/e-bike, e-scooter en e-car.
Bekijk alle partnerfilmpjes op www.imaintain.info/platform
Contentpartner Kennis- en innovatiecentrum Maintenance Procesindustrie
Leden van het iMaintain platform asset management
Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het iMaintain platform, kijk dan op www.imaintain.info of neem contact op met Anouk Bouwmeester: Anouk@industrielinqs.nl – 020 3122 797
IMA03 platform.indd 24
23-03-16 10:20
‘Expertquotes’ ‘De kunst is om van elkaar te leren. We zijn op veel sites actief, maar je kunt niet alles zomaar kopiëren.'
‘Als ik zeg dat ik A wil, dan krijg ik ook exact A, niet meer en niet minder. Geen A+ of A-, en dat is juist wel wat ik zou willen.’
Ruud Schenk, ENGIE Services West Industrie, tijdens de paneldiscussie op iMaintain 2016 congres, over hoe zijn bedrijf 'in the lead' blijft.
Erik Bijlsma, asset owner Nieuwe Rail Infra bij Metro en Tram van de Gemeente Amsterdam, worstelt bij aanbestedingen met de balans tussen duidelijke specificaties meegeven en ruimte geven voor een optimaal resultaat. Hij wisselde daarover van gedachten met toeleveranciers en andere opdrachtgevers tijdens een business case voorafgaand aan het iMaintain congres.
‘Ik vergelijk adviseurschap vaak met de rol van een hofnar. Je mag van het ene naar het andere kasteel gaan en dan mag je het verhaal vertellen van het vorige kasteel. Je bent de enige die de koning mag beledigen. Dat is een beetje de rol van een goede organisatieadviseur. Je moet wel een beetje humor hebben, want anders pruimen ze het niet.’ Mark Haarman, Mainnovation, tijdens de paneldiscussie op iMaintain 2016 congres, over hoe zijn bedrijf 'in the lead' blijft.
‘Onderhoud heeft een gefragmenteerde stem en is lastig aan de man te brengen. Want als het goed gaat zegt men 'we hebben het niet nodig' en als het mis gaat, krijgt onderhoud direct de schuld.’ Henk Akkkermans in een artikel op de website van WCM.
Het expertpanel van het iMaintain platform bestaat uit:
IMA03 platform.indd 25
Henk Akkermans
Mark Haarman
Nico van Kessel
Ruud Schenk
Hoogleraar dynamiek van toeleveringsnetwerken, Universiteit Tilburg Wetenschappelijk directeur WCM
Managing Director, Mainnovation
Principal Consultant Asset Management, Tata Steel
Algemeen Directeur, Cofely West Industrie
Erik Bijlsma Asset Owner, Gemeente Amsterdam
Hans Hennekam
Theo Knijff
Roelf Venhuizen
Manager IA Service Europe, Yokogawa
Operational Manager, Ki<|MPi
Voorzitter Profion, Bestuurslid Veiligheid Voorop, Voormalig CEO NAM
Jac de Boer
Rob de Heus
Cor van de Linde
Johan Wolt
Senior Consultant Asset Management & Maintenance, Tebodin
Champion World Class Maintenance, Sitech Services
Directeur innovatieplatform iTanks Maintenance Manager of the Year 2012
Maintenance Manager, AkzoNobel lndustrial Chemicals MCA Delfzijl Maintenance Manager of the Year 2014
Annemarie Burgemeester
Geert-Jan van Houtum
Henk van der Meer
Principal Consultant Asset Management, Dimensys
Professor Reliability, Quality en Maintenance, TU Eindhoven
Leo van Dongen
Ton Huibers
Taco Mets
Professor Maintenance Engineering, Universiteit Twente Directeur Fleet Services, NedTrain
Maintenance Manager, Vlisco Maintenance Manager of the Year 2013
Technical Director, Van Meeuwen Industries
Michel Grijpink
Giel Jurgens
Hans Peters
Learning & Development consultant, Hogeschool Utrecht
Asset Owner, Havenbedrijf Rotterdam
Teammanager, Drinkwaterbedrijf Dunea Maintenance Manager of the Year 2015
Teamleider Events, BP raffinaderij Rotterdam
23-03-16 10:21
SNELDROGENDE COATINGS • Veelzijdige systemen geschikt voor verschillende milieu belastingen • Uitstekende corrosiewerende eigenschappen • Snel drogend & korte overschildertijden voor hoge productiviteit VIENNA INTERNATIONAL AIRPORT • Hele korte doorlooptijd - Hanger nº 7 • Betrouwbaar en professionele REALISATION: 2012 - 2014 COATING SYSTEM DESCRIPTION: technische ondersteuning hempel.nl
HEMPADUR FAST DRY 17410 HEMPACORE ONE FD 43601 HEMPATHANE 55210
Al meer dan 20 jaar vertrouwt chemieconcern Dow Benelux op de specialistische kennis van Actemium. Om de veiligheid en kwaliteit te waarborgen in de fabrieken zijn tientallen onderhoudstechnicians van Actemium dagelijks bezig met het optimaliseren van online analyse- en gasdetectiesystemen. Dankzij deze langdurige samenwerking met Dow Benelux krijgen onze technicians het volledige vertrouwen en zijn ze nauwelijks meer te onderscheiden van Dow-medewerkers. Zo werken zij samen aan een veilige productieomgeving. En is er wel een vuiltje aan de lucht, dan wordt dat direct opgepikt door de perfect onderhouden gasdetectiesystemen. Niets aan de hand dus, het werkt zoals het hoort.
Geen vuiltje aan de lucht Meer informatie? Bezoek onze website maintenance.actemium.nl
De meest voorspelbare onderhoudspartner van Nederland
IMA03 Advertenties.indd 26
23-03-16 10:13
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
Peter Schokker (Vezet) Maintenance Manager van het Jaar 2016 | Allround TD bij historische stokerij | Monitoren waar je wilt met draadloze sensoren | Afvalwater zuiveren op afstand
IMA03 MA cover.indd 27
23-03-16 10:22
Conditiebewaking Veiligheid Maintenance Expertise - Techniek Netwerk en?
an! a e j d Mel vdo.nl www.naatschap > lidm
Deel kennis en ervaring >> word lid! Ervaar netwerken in groter verband
De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud
houdsprofessionals biedt de NVDO een ongeëvenaard
(NVDO) is de toonaangevende branchevereniging op het
netwerk van branchegenoten. De NVDO kent diverse bran-
gebied van onderhoud. Het overdragen van kennis en het
che- en aspectgerichte secties en regionale kringen. De
realiseren en in stand houden van het grootste onder-
vereniging draagt bij aan (wetenschappelijk) on-
houdsnetwerk van Europa, ziet de NVDO als belangrijke
derzoek en brengt trends, ontwikkelingen en visies
doelstelling. Met een groeiend aantal leden van onder-
binnen de branche in kaart.
Lidmaatschap van de NVDO biedt vele voordelen • • • • • • • • • •
Professioneel netwerk op het gebied van onderhoud Kringbijeenkomsten en seminars over specifieke thema’s Cursussen over onderhoudsmanagement Studiedagen met actuele thema’s Secties en werkgroepen gericht op specifieke onderhoudsaspecten Vacaturebank Lidmaatschap van de NVDO Group op LinkedIn (wetenschappelijke) Onderzoeken NVDO Corrosie Helpdesk Jongerenboard
• • • •
NVDO Onderhoudskompas Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy • Korting op NVDO-studiedagen • (gratis) abonnement op de vakbladen iMaintain/MaintNL en MaintWorld Asset Management, Duurzaamheid en Veiligheid zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl
IMA03 Advertenties.indd 28
23-03-16 10:13
Van de voorzitter
Going Dutch? ‘Amerikaanse chemie moet veiliger’, zo luidde recentelijk de kop van een artikel in het chemisch weekblad C2W. Voor diegene die weleens voor een Amerikaans bedrijf heeft gewerkt, of nog werkt, een enigszins merkwaardig bericht. Vooral omdat het Amerikaans management als geen ander, en terecht, grote druk legt op naleving van (veiligheids-)procedures. Dit gaat vaak met zodanige kracht en overtuiging dat het lijkt of zij dit allemaal zelf hebben ‘uitgevonden’. Vreemd om te moeten constateren dat de door het Amerikaans management opgelegde druk in hun eigen land minder effectief blijkt te zijn. Het blijft voor ons gissen wat hiervan de oorzaak zou kunnen zijn en het is zeker niet aan ons om hier een ongefundeerd oordeel over te hebben. We kunnen echter wel iets zeggen over ons eigen gedrag en handelen.
Hebben wij in Nederland het gewenste niveau van veiligheid al bereikt? Nee. In vergelijking met andere landen zijn wij op de goede weg, maar er is nog genoeg te verbeteren. Uit onderzoeken is gebleken dat de effectiviteit van procedures en kwaliteitssystemen hun grenzen wel hebben bereikt. Nog meer regels en procedures gaan de veiligheid niet veel verder verbeteren. Betere resultaten worden verwacht van het verder vergroten van het veiligheidsbewustzijn bij de medewerkers. Vooral als het gaat om wendbaarheid (‘resilience’); het adequaat reageren op onverwachte situaties. Qua procesveiligheid mag er veel worden verwacht van het verder introduceren en implementeren van Asset Management. Integratie van best practices op het gebied van veiligheid, engineering, maintenance en operatie zullen installaties veiliger, betrouwbaarder en ook economischer maken. Veiligheid van mensen en installaties staat al jaren lang hoog op de agenda van de NVDO. De NVDO is een belangrijke deelnemer aan het platform ‘Veiligheid Voorop’ van BRZO-bedrijven in samenwerking met onder meer de VNCI, VOMI, VOTOB en VNONCW. En we sluiten ook graag aan bij internationale safetycampagnes van de OSHA. Daarnaast is de NVDO het platform voor het uitwisselen van kennis en het stimuleren van innovaties op het gebied van Asset Management. Dit zijn beide intensieve trajecten waarbij wij uw steun en kennis heel goed kunnen gebruiken.
‘Hebben wij in Nederland het gewenste niveau van veiligheid al bereikt? Nee, maar we zijn op de goede weg.’
Zijn wij Nederlanders volgzamer in het opvolgen van orders van hogerhand? Ja maar; ik dacht het niet. Is de Nederlandse overheid strenger in controle en handhaving? Dat zou kunnen, hoewel er met verschillende maten wordt gemeten, afhankelijk van de grootte, invloed en historie van het bedrijf. Zit het veiligheidsbewustzijn meer in onze genen? Ook een Amerikaan wil graag gezond en heel weer thuis komen van het werk. Krijgt veiligheid en veilig werken voldoende aandacht, naast de aandacht die het hogere management er al aan geeft? Hier hebben we een belangrijk punt. Door effectieve en voortdurende communicatie vanuit overheid, media, vakbonden, brancheorganisaties en de samenwerking van deze partijen met het bedrijfsleven, wordt veilig werken niet meer beleefd omdat het van boven af moet, maar omdat de betrokkene het zelf wil.
Bas P. Kimpel Voorzitter
MaintNL 3 - 2016 29
IMA03 MB voorzitter.indd 29
23-03-16 09:58
Maintenance Manager van het Jaar 2016
Peter Schokker Maintenance Manager van het Jaar 2016 Peter Schokker van het groente- en fruitverwerkingsbedrijf Koninklijke Vezet is op 17 maart uitgeroepen tot Maintenance Manager van het Jaar 2016. Het komende jaar is hij het boegbeeld van de Nederlandse onderhoudsmarkt. Vezet is een van de grootste groenten- en fruitverwerkingsbedrijven van Europa en is marktleider op het gebied van vers gesneden groente en fruit zoals fruitsalades, roerbakmixen, rauwkost, pizza’s en soepgroenten. Dagelijks rollen er meer dan tweehonderd verschillende producten van de band in Warmenhuizen. Deze worden vooral aan Albert Heijn geleverd. Het inmiddels Koninklijke bedrijf kent een rijke historie. De ontwikkeling van het verse assortiment wordt door het bedrijf in de jaren zeventig actief opgepakt. Aanvankelijk met kleine hoeveelheden worden naast verschillende producten in kleiner volume voorbewerkt en hygiënisch verpakt aangeboden. Dit blijkt een gouden greep. Nauwe samenwerking met de belangrijkste supermarktketen biedt een solide basis voor verdere uitbouw. Om dagelijks al die producten te kunnen produceren is een uitsteken-
de onderhoudsorganisatie nodig is en daar zorgt de kersverse Maintenance Manager van het Jaar 2016 voor. Onderhoud is niet altijd makkelijk te plannen bij Vezet. Wat consumenten gaan eten is in grote lijnen te voorspellen, maar wijkt soms significant af van de voorspelling. Gepland onderhoud kan in zo’n geval dan niet doorgaan. Maintenance manager Peter Schokker houdt van die dynamiek binnen het productiebedrijf en ziet altijd kansen om te verbeteren.
Peter Schokker: ‘Met de juiste mensen en de juiste kennis blijven wij in the lead!’
Structuur Standvastig Zijn technische dienst moet altijd flexibel zijn. De vraag uit de markt is steeds groter geworden waardoor de machines een hogere bezettingsgraad hebben gekregen. En dan wordt het lastiger stilstanden in te plannen, want die komen eigenlijk altijd ongelegen. Daarom wordt een omslag gemaakt in het onderhoud en voor de preventieve werkzaamheden wordt steeds vaker gebruik gemaakt van kortere stops. Voor Schokker is het een uitdaging om vooral de ongeplande stilstanden steeds beter onder controle te krijgen. Schokker is gek op de dynamiek in het bedrijf. Voordat hij bij Vezet kwam, had hij al verschillende leidinggevende functies
30 MaintNL
IMA03 MP winnaar.indd 30
bij productiebedrijven. Hij ziet altijd kansen, is altijd op zoek naar hoe het morgen beter kan, bijvoorbeeld op het gebied van betrouwbaarheid, efficiency en kwaliteit. De nominatie wordt kracht bij gezet vanwege het feit dat een intern systeem ervoor zorgt dat prestatieverliezen van assets tot een minimum worden gereduceerd. Daarnaast waren zijn teamprestaties en zijn grote vermogen om niet alleen de onderhoudsorganisatie en zichzelf, maar ook de mensen om hem heen excellent te laten presteren, redenen om hem te nomineren. Hij is standvastig zonder koppig te zijn.
De titel ging naar Peter Schokker vanwege zijn vermogen tot een succesvolle dialoog met productie, zijn voorbeeld als het gaat om veilig gedrag, de integratie met engineering, het overzicht dat hij heeft en de structuur die hij binnen Koninklijke Vezet geeft van reactief naar proactief maintenance. Schokker is het komende jaar boegbeeld van de Nederlandse onderhoudsmarkt, die een omvang heeft van tussen de 30 en 35 miljard euro, maar liefst 4 procent van het BBP, en waar zo’n 300.000 onderhoudsprofessionals werkzaam zijn. De Maintenance Manager of the Year-verkiezing is een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) en het vakblad iMaintain. ■
3 - 2016
23-03-16 10:00
De Vloer Op
Allround technische dienst bij historische stokerij Bij Nolet Distillery in Schiedam worden zeven verschillende producten gemaakt, waaronder de bekende Ketel One Vodka en Ketel 1 Jenever. ‘De vijf productielijnen worden onderhouden door de eigen technische dienst, bestaande uit zes personen’, vertelt technical & security service manager Gerard de Leede. Ingrid Rompa
korte briefing moeten geven. Dus nu zitten we elke ochtend even bij elkaar: de lijnchef van de dag en de monteur van de dag vanuit de technische dienst. We zijn ook bezig om binnenkort met plan- en showborden te gaan werken.’
Wisselwerking De distilleerderij stamt uit 1691. Dit jaartal prijkt in volle glorie boven de voordeur van de molen, die hoog boven het gebouw uitsteekt. ‘Het is een familiebedrijf dat sinds de oprichting in een directe lijn van vader op zoon is doorgegeven’, zegt Gerard niet zonder trots. ‘Momenteel zwaaien de tiende en elfde generatie de scepter. De twaalfde generatie staat ook al in de startblokken.’ De stellingmolen is een belangrijk landmark. Met zijn 42,5 meter hoogte is het zelfs de hoogste molen ter wereld. ‘Vroeger was het: van korrel tot borrel. Nu wekt hij elektriciteit op ten behoeve van de distilleerderij.’ Gerard werkt hier zelf sinds 1986. ‘Eerst via een installatiebedrijf als elektrotechnisch installateur. Ik deed hier bijna alle onderhouds- en elektrotechnische projecten. In die tijd breidde het bedrijf zich langzaam uit en was er een aantal grote renovatieen nieuwbouwprojecten gaande. In 2000 vroeg Nolet me om bij hen in dienst te komen. Er werkte toen al een technische dienstmedewerker, maar hij was wat meer gericht op het mechanisch onderhoud van de lijnen en het machineonderhoud. Ik ben zelf meer bouwkundig gericht en ik ben me gaandeweg meer bezig gaan houden met de procesautomatisering. Inmiddels ligt mijn focus op technical & security services. Dus niet alleen de technische dienst, maar ook ICT, beveiliging, receptiedienst, facilitaire dienst.’
Plan- en showborden Het totaalonderhoud wordt heel specifiek door de technische dienst verricht, vertelt
Gerard. ‘Maar er worden wel veranderingen geïmplementeerd, zoals de OEE (Overall Equipment Efficiency). Hiermee wordt bekeken hoe momenteel wordt gewerkt en wat op de productielijnen kan worden verbeterd. Met onze operators gaan we ook trainingen doen, zodat ze zelf hun storingen kunnen afhandelen of eerder met een diagnose bij de technische dienst kunnen komen. Samen kun je veel gerichter aan de gang.’ De OEE is uitgezet op één productielijn, maar het is de bedoeling dit op meerdere lijnen te gaan doen. ‘We zien nu langzamerhand enthousiasme ontstaan. Operators voelen zich meer betrokken bij het onderhoud, omdat er iets wordt gedaan met hun kennis en ervaring. We hebben hier een dagproductie. We starten ’s morgens om kwart over zeven op, tot ’s middags kwart voor vijf. En hoe efficiënter je dat kunt doen, hoe langer je dat kunt volhouden.’ Door de OEE zijn al nieuwe inzichten ontstaan. ‘Onder andere dat we veel vaker een
Op het moment dat het interview plaatsvindt, ligt lijn 1 stil voor preventief onderhoud. ‘Dat wordt ingepland door de technische dienst op een aantal data per jaar. Door ervaring weet je dat na een bepaald aantal draaiuren sommige problemen gaan opspelen. Of slijtages. Je kunt bepaalde zaken uitstellen, maar je kunt het onderhoud ook iets naar voren halen en niet afwachten tot het te laat is. Daar spelen we met de productieplanning zo goed mogelijk op in. Zo proberen we ongeplande stilstand te voorkomen.’ Medewerker van de technische dienst Wijnand van Beers is hard aan het werk bij lijn 1. ‘Vorige week waren er problemen met een band. Die hebben we toen gelijk opgelost, zodat alles kon doordraaien. Deze week kan ik er wat uitgebreider naar kijken, omdat alles nu toch stilstaat.’ Hij heeft het erg naar zijn zin bij Nolet. ‘Ik vind het echt een uitdaging om er voor te zorgen dat de machine weer loopt als er een storing is en om zoveel mogelijk storingen
PROFIEL Naam: Gerard de Leede Leeftijd: 50 Opleiding: Hbo Technische Bedrijfskunde, Projectmanagement, Security Management In dienst sinds: 2000 Functie: technical & security service manager Soort werkzaamheden: manager TD, ICT, beveiliging, receptiedienst, facilitaire dienst
MaintNL 3 - 2016 31
IMA03 MH de vloer op.indd 31
23-03-16 10:00
Ontplooien
te voorkomen. Eigenlijk moet alles gewoon draaiend blijven. Het is mooie techniek en er komen steeds nieuwe dingen bij. Ik deed vooral mechanisch werk, maar het is aan het veranderen naar meer elektrisch. Ik doe nu ook een cursus ‘vakbekwaam persoon’, zodat ik wat meer bevoegdheden krijg. Het bedrijf wil medewerkers van de technische dienst een beetje gelijk trekken, zodat we wat meer allround worden.’ Er zijn nog meer veranderingen gaande, want binnenkort wordt overgeschakeld op een nieuwe versie van het onderhoudssoftwarepakket, vertelt Gerard. ‘We zijn bezig om van Ultimo 8 naar Ultimo 10 te gaan. Hierin worden al onze technische storingen aangegeven. Het is de bedoeling dat de oude database helemaal wordt overgenomen en de gebruikers redelijk naadloos overgaan op het nieuwe systeem. In die versie zitten veel nieuwe mogelijkheden. Wat heel aantrekkelijk is, is dat het monitoren van de storingen makkelijker wordt. Dat komt de wisselwerking tussen de afdelingen zeker ten goede.’
PROFIEL Naam: Wijnand van Beers Leeftijd: 43 Opleiding: MTS werktuigbouwkunde In dienst sinds: 2003 Functie: medewerker Technische Dienst Soort werkzaamheden: onderhoud
32 MaintNL
Bij Nolet worden leveranciers bij het preventief onderhoud betrokken. Gerard: ‘Zij lopen een inspectieronde langs de hele lijn en geven een advies over de inspectiepunten die bij het eerstvolgende preventief onderhoud moeten worden aangepakt. En als iets 15.000 uur kan meegaan, gaan wij op 12.000 uur zitten. Dan zit je behoorlijk safe. Wij zien hier echt de meerwaarde van, want een leverancier weet precies alle zwakke plekken binnen het systeem. Zo’n onderhoud wordt dan ook ingepland en uitgevoerd. Langetermijnrelaties met leveranciers en contractors zijn heel belangrijk binnen dit bedrijf. We zullen niet zomaar overstappen naar anderen als die de laagste prijs bieden.’ Gerard ziet ook al een ultieme vorm van preventief onderhoud voor zich. ‘Dat zou een onderhoudsvorm zijn waarin je op een bepaalde lager een motor of pomp elektronica bouwt en dat daar dan vanzelf een signaal uit komt dat iets moet worden vervangen. Maar zo ver zijn wij nog lang niet. Ik heb daar twee jaar geleden mijn scriptie over geschreven: ‘House of excellent maintenance’. Dat is een onderhoudssysteem, gebaseerd op een aantal pijlers. Je organisatie moet daar wel klaar voor zijn, je mensen moeten daar in getraind zijn. Er moet een heel goede synergie zijn tussen de productie en de TD-medewerkers.’ Gerard zit nu in de afrondende fase van de opleiding Projectmanagement. ‘Sinds ik hier werk, studeer ik. Dat wordt door het bedrijf gestimuleerd en betaald. Ik heb onder meer Security Management gedaan aan de Haagse Hogeschool. Daarna heb ik in overleg met de directie besloten Technische Bedrijfskunde te gaan doen. Dan ben je heel breed inzetbaar. Cursussen zijn hier heel belangrijk. Ik heb onlangs - samen met twee collega’s van de TD - de NEN 110 en de NEN 3140 afgerond. Dat is belangrijk, want
we hebben hier te maken met explosieveiligheid en gevaarlijke atmosferen, dus mensen moeten voldoende kennis hebben omtrent ATEX wet- en regelgeving.’ Het leukste van zijn werk vindt hij mensen een kans bieden zichzelf te ontplooien. ‘We hebben monteurs die bijvoorbeeld bij Siemens een opleiding volgen als programmeur of bij een leverancier een gerichte opleiding doen in de materie die wij hier toepassen.’
De Leede: ‘We kijken eerst binnen onze eigen organisatie wanneer het team wordt uitgebreid.’ Verder is hij eindverantwoordelijk voor het gebouwonderhoud en technisch onderhoud. ‘De dagelijkse bezigheden worden door mensen van de technische dienst gerealiseerd. Bij storingen in de avond of nacht spring ik nog wel eens bij.’
Corebusiness Er is vrij weinig verloop qua personeel binnen de organisatie. ‘Dat kan een zwakte zijn’, geeft Gerard toe, ‘maar dat is in mijn ogen alleen zo wanneer je je mensen niet laat ontwikkelen. Het kan een kracht zijn wanneer je kijkt naar wat iemand nog meer kan, naar welke kant hij nog verder kan doorgroeien. Ik heb onlangs iemand van de productie gehaald, die nu als TD-medewerker is gaan werken. En een ander is vanuit de productie werkvoorbereider geworden. We kijken altijd eerst binnen onze eigen organisatie wanneer het team wordt uitgebreid, waarbij ik vooral let op de potentie en instelling van iemand en niet zozeer de vooropleiding.’ Soms worden uitzendkrachten ingehuurd. ‘Bijvoorbeeld als we extra handen nodig hebben op de productie. Maar nooit op het gebied van maintenance. Als we daar extra mensen nodig hebben, dan huren we specialisten in. Aan het onderhoud van gebouwgebonden veiligheidsinstallaties, zoals brandmeldinstallaties en sprinklerinstallaties, doen wij zelf weinig. Ook luchtbehandeling besteden wij uit. Onze corebusiness is productie, dus dat is onze eerste zorg. Als er tijd over is, kan de techni-
3 - 2016
IMA03 MH de vloer op.indd 32
23-03-16 10:00
sche dienst andere dingen doen. Op kleine schaal doen we wel onderhoud aan het gebouw en aan het terrein. Ook de molen hebben we deels zelf in onderhoud.’ Tijdens onze wandeling over de werkvloer is technisch specialist Peter Peterse aan het werk. De techniek en de breedte daarvan spreken hem het meeste aan bij Nolet. ‘Het is én elektrisch én mechanisch én besturingstechnisch’, zegt hij. ‘Nu is dat zelfs nog meer uitgebreid, omdat ik niet alleen met de productie bezig ben, maar ook met veiligheidsinstallaties. Aan onderhoud doen we zelf niet veel, maar eerstelijns-onderhoud - de storingen - pakken we wel zelf op. Aan de hand daarvan wordt de toeleverancier erbij betrokken. De controles of alles goed werkt, doen we vervolgens wel weer zelf.’
Gerard kan enthousiast vertellen over het bedrijf. ‘Het hoofdgebouw is neergezet in 2004. We hebben in totaal vijf productielijnen, waar zo’n 25 man werkt. In totaal werken hier rond de honderd mensen. We hebben hier in Schiedam ook kantoren en een logistiek centrum. In het hoogbouwmagazijn wordt alles opgeslagen en vervolgens gaat een deel per boot naar tachtig markten, waarvan Amerika de grootste is. Daar hebben we ook nog een verkoopkantoor voor de jeneverproducten.’ Via een tunnel kom je vanaf de werkvloer bij het logistiek centrum. ‘Hier hebben we 7.200 palletplaatsen. De heftrucks rijden af en aan om vanuit de ‘loading docks’ de materialen richting het hoogbouwmagazijn te verplaatsen en pallets met producten in containers te zetten.’ In de enorme opslaghal zorgen vier gerobotiseerde kranen voor een efficiënte afhandeling. ‘Een paar keer per jaar vindt hier ook preventief onderhoud plaats, maar
FOTO’S: NOLET EN INGRID ROMPA
Historische stokerij
dat geldt alleen voor de kranen. Dat is het maximale wat we hier doen. Na zeven jaar hebben we één keer de hefkabels van de kranen vervangen. Het is dus een redelijk stabiel en goedlopend systeem.’ Het magazijn is volautomatisch. Op een beeldscherm zijn alle bewegingen te volgen. ‘Wij kunnen hier alle storingen van de
PROFIEL Naam: Peter Peterse Leeftijd: 49 Opleiding: LTS E, LTS Metaal en daarna MTS C en C besturingstechniek In dienst sinds: 2005 Functie: technisch specialist Soort werkzaamheden: advies in techniek, projectbegeleiding, onderhoud, beoordelen van aanbiedingen en offertes van leveranciers
kranen zien’, vertelt logistiek medewerker Wilco Brederveld. ‘Kleine storingen lossen we zelf op, maar als er echt moet worden gesleuteld, schakelen we over naar de technische dienst.’ Het mooiste deel van de distilleerderij bewaart Gerard tot het laatst, wanneer hij het historische stokerijgedeelte laat zien. ‘Onze oude ketels draaien ook nog mee in het proces’, zegt Gerard glunderend. ‘Deze ketels worden dus ook nog steeds onderhouden. We hebben verschillende ketels staan: aardgas, stoom en kolen. Zo gebeurde dat vroeger en vandaag de dag dus nog steeds. Qua onderhoud heb je daar dus wel speciale kennis voor nodig. We hebben onlangs een collega naar de TD gehaald die hier in de stokerij heeft gewerkt. Hij weet echt alles van de distilleerketels en dat is in dit geval extra belangrijk.’ ■ MaintNL 3 - 2016 33
IMA03 MH de vloer op.indd 33
23-03-16 10:01
Opleiding
Het mbo: groot of klein, breed of smal? Mbo’ers met een technische opleiding vinden snel een baan. Maar bedrijven zouden graag zien dat afgestudeerde mbo’ers meer specifieke kwaliteiten hebben, zodat ze direct inpasbaar zijn in de onderneming. Minister Bussemaker heeft ingezet op meer kleinschaligheid en aansluiting op de regionale arbeidsmarkt.
Jacqueline van Gool
Sluit het technische mbo goed aan op de arbeidsmarkt? Het ligt eraan vanuit welk perspectief je het bekijkt. Corné van Zuylen, Projectleider Elektro-instrumentatie bij SPIE, ziet wel degelijk een gat tussen de uitstroom van afgestudeerde mbo’ers en de zoektocht naar personeel. De vestiging waar Van Zuylen werkt, bevindt zich op het industrieterrein Chemelot. ‘De meeste mbo’ers die we plaatsen hebben een algemene opleiding Elektro-Industrie. Maar we zoeken eigenlijk naar heel specifieke disciplines zoals instrumentatiepijpfitters en instrumentatietesters. Daar is hier regelmatig vraag naar, maar het is een uitstervend ras. Er is erg moeilijk aan te komen. Als die eenmaal bij je werken, laat je ze niet snel meer weggaan.’ Sleutelen Jan van Zijl, voorzitter van de MBO Raad, vindt dat de aansluiting op de arbeidsmarkt goed is. Klachten vanuit de bedrijven dat er een tekort is aan technisch opgeleid personeel zijn volgens Van Zijl maar ten dele gegrond. Hij vindt het begrijpelijk dat bedrijven het liefst zien dat de studenten zodanig worden opgeleid dat ze precies inpasbaar zijn in de onderneming. ‘Specifieke vakkennis is zeker nodig, maar de opleidingen moeten breed zijn. We leiden jongeren niet op voor een vacature’, zegt de voorzitter. ‘We leiden ze op om lang op een veranderende arbeidsmarkt actief te kunnen zijn. De arbeidsmarkt wordt steeds flexibeler. De vakinhoud is breed, zodat de
34 MaintNL
IMA03 ML ROCs.indd 34
student overal aan de slag kan. Dat heeft wel tot gevolg dat het bedrijf nog meer aan de instromer zal moeten sleutelen wanneer die binnenkomt.’
Kabeltjes trekken Volgens Van Zuylen komen er toch te weinig technische mbo’ers van school. Dat komt volgens hem omdat jongeren te weinig kiezen voor het werken met de handen. ‘Ik zie weinig inzet op de praktische leergangen.’ Van Zuylen vindt dat jongeren al op de lagere school meer interesse voor praktische vakken moet worden bijgebracht. Zelf is hij vroeger vanuit de LTS doorgestroomd naar zijn huidige positie. ‘Ondanks’ een havo-
advies wilde hij graag een praktisch vak leren. ‘Leerlingen die nu naar de havo gaan in plaats van het vmbo, komen doorgaans niet op de werkvloer terecht.’ Van Zuylen ziet het als een voordeel dat hij aan het begin van zijn loopbaan op de werkvloer aan de slag was. ‘Je hebt meer feeling met de techniek. Jongens die vanuit het hbo hier komen werken, worden meteen projectmanager. Maar laat die nou eerst eens meelopen om een paar kabeltjes te trekken, dan weten ze tenminste waar het over gaat.’
Specifieke vraag Van Zijl zegt hierover: ‘We kunnen onze kinderen niet dwingen om techniek te gaan studeren als ze daar geen toekomst in zien. We kunnen ze wel helpen met goede voorlichting. Als er in een bepaalde opleidingsrichting weinig stageplekken en weinig banen te vinden zijn, kunnen we vragen ‘zou je dat nou wel doen?’ Jongeren die niet weten welke richting ze op willen, kunnen we vragen ‘heb je gedacht aan de techniek, daar valt een goede boterham in te verdienen’.’
MAATREGELEN OVERHEID Een aantal maatregelen van de overheid om mbo en arbeidsmarkt beter op elkaar te laten aansluiten: • Via het Regionaal Investeringsfonds MBO stelt de overheid voor de periode 2014 tot 2017 honderd miljoen euro beschikbaar om opleidingen en het regionale bedrijfsleven beter op elkaar af te stemmen. • Mbo’s mogen experimenteren met gecombineerde BeroepsOpleidende Leerweg (BOL) of de BeroepsBegeleidende Leerweg (BBL). • Mbo-scholen krijgen meer ruimte om met regionale bedrijven en instellingen sneller een opleiding of leertraject samen te stellen. • Vanuit het Ministerie van EZ is dertig miljoen euro beschikbaar gesteld om ondernemerschap in het onderwijs te vergroten. • De zogenaamde meester-gezel-formule wordt verder uitgebreid naar nieuwe mbo-opleidingen, als onderdeel van een breder excellentieprogramma voor talentvolle studenten. Bussemaker heeft hiervoor een bedrag van 25 miljoen euro beschikbaar gesteld.
3 - 2016
23-03-16 10:01
FOTO'S: TECHNIEK BEELDBANK
Het is ook zaak beter te anticiperen op de arbeidsmarkt die steeds flexibeler wordt, zoals hij al aangaf. ‘De huidige generatie mbo’ers zal vaker van werkgever veranderen en vaker ook een tijdje als zzp’er werken. ‘Een leven lang leren’ is een eis van de huidige arbeidsmarkt. Dat brengen we de mbo’ers in de opleiding ook bij.’ Inspelen op trends binnen de veranderende arbeidsmarkt is ook wat minister Bussemaker van Onderwijs wil. De komende jaren moet in het mbo meer op regioniveau de vraag centraal komen te staan wat jongeren moeten leren, wat bedrijven en instellingen nodig hebben en welk onderwijsconcept daar het beste bij past. Bedrijven en scholen moeten nog nauwer met elkaar gaan samenwerken om innovaties in het onderwijs sneller te kunnen inpassen. De opleidingsprogramma’s worden opgesteld in samenwerking met het bedrijfsleven. Daarbij bestaat de mogelijkheid om keuzedelen in de opleiding op te nemen, om opleidingen zo beter af te stemmen op de specifieke vraag vanuit de regio’s of specifieke sectoren.
Groot of klein Minister Bussemaker pleit er ook voor om het onderwijs kleinschalig te organiseren binnen de mbo-scholen. Eind vorig jaar stelde de minister voor om deze op te delen
in aparte colleges die zich richten op duidelijke sectoren. Zo zou de herkenbaarheid verbeteren, zowel voor aankomende studenten als voor ondernemingen in de sector. Belangrijk doel van dit voorstel was ook om de menselijke maat in de opleidingen beter te verankeren.
Van Zijl: ‘We kunnen kinderen niet dwingen om techniek te gaan studeren als ze daar geen toekomst in zien.’ Het voorstel werd niet goedgekeurd door de Tweede Kamer. Het verplicht opdelen van de mbo-scholen leidt niet automatisch tot een betere organisatie waar de student zich beter thuis voelt. ‘Ik zie kleine scholen die het wat dat betreft minder goed doen en ook uitstekende grote mbo-scholen’, zegt Van Zijl. ‘Groot of klein moet geen doel zijn op zich. De ROC’s zijn in de jaren negentig gevormd om eenheid te scheppen. Het opleidingsaanbod was toen erg versnipperd. In de meeste gevallen heeft deze fusiegolf en de vorming van de scholen goed uitgepakt. Als grootschaligheid kan leiden tot goed en kostenefficiënt onder-
wijs, dat tegelijkertijd ook nog kleinschalig is georganiseerd, dan is dat natuurlijk fantastisch.’
Herkenbaarheid ROC Midden Nederland past het collegemodel al sinds 2011 toe en ziet dat deze structuurverandering een positief effect heeft gehad. De instroom is gestegen en het rendement is hoog voor wat betreft de gediplomeerde uitstroom. Robert Koch, directeur van het Tech College en het Bouw & Interieur College van het ROC Midden Nederland, vertelt dat er vooral gekozen is voor de opdeling in colleges om de herkenbaarheid voor aankomende studenten te verbeteren. ‘Een zoektocht naar de juiste opleiding is een uitdaging. Tot 2011 was ‘Gezondheidszorg/Welzijn’ een sector. En deze sector bediende een zeer breed palet, van laboratoriumtechnicus tot zelfstandig ondernemer in de popmuziek. Als het voor de instromende student duidelijk is waar hij voor kiest, is de studiekeuze ook succesvoller.’
Groei Het grootste deel van de instroom in het mbo komt uit vmbo-scholen. Het TechCollege van ROC-MN werkt samen met vele vmbo-scholen, waarvan er zeventien zich hebben gemeld om de samenwerking op MaintNL 3 - 2016 35
IMA03 ML ROCs.indd 35
23-03-16 10:01
het terrein van technologie te intensiveren. Koch ziet dat de instroom de afgelopen jaren gegroeid is. Het aantal studenten van het Tech-College is in een periode van twee jaar gestegen van 1250 naar 1700. Deze stijging bestaat uit zowel instroom vanuit het vmbo als instroom via bedrijven. De groei zit vooral bij de opleidingen Werktuigbouw, Engineering en Installatie- en Procestechniek. Deze opleidingen zijn breed georiënteerd, wat volgens Koch van wezenlijk belang is voor de scholing van de studenten.
Van Zuylen: ‘Er is meer overleg tussen bedrijven en ROC’s om de juiste mensen te kunnen plaatsen.’ Van Zuylen zou liever meer specificatie zien. ‘Het vak elektrotechniek is breed, de studenten leren iets globaals. Een specifiek vak leer je niet in een stage van negen weken.’ Hij vindt dat de mbo-opleidingen studenten meer informatie moet geven over specifieke aspecten van het vakgebied. ‘Je moet ze laten proeven van de verschillende richtingen van een vak als en niet alleen mikken op de algemene kennis.’ Hij ziet zeker het nut van de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL), waarbij de mbo’er normaal gesproken één dag in de week naar school gaat en vier dagen in de week werkt bij een erkend leerbedrijf. Mbo’ers met een reguliere opleiding elektro- of procestechniek krijgen, als ze net in dienst zijn, via het bedrijf vaak nog een vakspecifieke opleiding bij een externe partij.
Schakelen Studenten die op het Tech-College zitten, voelen zich volgens Koch thuis op de school dankzij de kleinschaligheid, naast de goede onderwijsprogramma’s en betrokken en bevlogen docenten. Toch biedt ook de grootschaligheid van het overkoepelende ROC voordelen. ‘In een grote organisatie is het makkelijker om de onderwijsondersteunende diensten goed te regelen. Daarnaast kan ook uitval beter worden opgevangen. Alle opleidingen van de verschillende colleges vallen onder de
36 MaintNL
IMA03 ML ROCs.indd 36
paraplu van het ROC. Als een opleiding niet past voor een student kan sneller worden geschakeld.’ Dat is volgens Koch ook een van de grote verschillen met de kleine MTS van vroeger. ‘Als je daar uitviel, moest je echt op zoek naar een andere school. Ons doel is om de student altijd op te leiden en de uitval zo veel mogelijk te reduceren.’ Nu de nieuwe indeling vier jaar loopt, heeft het ROC het aantal voortijdige schoolverlaters zien dalen. ‘Bovendien hebben alle uitstromende mbo’ers van het afgelopen schooljaar of een baan, of zijn ze doorgegaan met een vervolgopleiding.’ Een ander voordeel grootschaligheid is dat er meer niveaus kunnen worden aangeboden. ‘Op de MTS kon je alleen niveau drie en vier doen. Op het ROC kun je ook het entree-niveau en niveau twee doen. Doorstromen van het ene niveau naar het andere is daarom gemakkelijker. Ons doel is om de studenten het hoogst mogelijke opleidingsniveau te laten behalen.’
Publiek-privaat Goede samenwerking met het bedrijfsleven is volgens Koch een cruciale succesfactor voor de mbo-opleidingen. Stages in een onderneming voor de Beroepsopleidende Leerweg (BOL) en leerwerkplaatsen voor de BBL vormen een belangrijk onderdeel van de opleidingen. De opdeling van het ROC in colleges heeft er volgens Koch voor gezorgd dat de opleidingen beter herkenbaar zijn voor de branche. ‘Bedrijven wisten niet wie ze konden bellen. Door de vorming van de Colleges is dat nu veel duidelijker.’ De samenwerking met het bedrijfsleven gaat verder dan de stages. Het Tech-College zette onlangs met de metaalbranche een
publiek-private samenwerking op. ‘We willen in de loop van 2017 bij het ROC een bedrijfshal inrichten, met apparatuur die door bedrijven is geleverd. De studenten kunnen hieraan werken alsof ze in een echte werkomgeving zijn. Het gaat niet alleen om de technische aspecten van de apparaten, maar ook om werknemersvaardigheden zoals samenwerken, verantwoordelijkheid, ondernemendheid en creativiteit. Ook op het gebied van veiligheid gelden de mores van het bedrijfsleven.’
Gesprek Van Zuylen, die mbo-stagiairs begeleidt, merkt dat er de laatste jaren vaker stage gelopen wordt bij het bedrijf. ‘Er is meer overleg tussen het bedrijf en onder andere de ROC’s om de juiste mensen te kunnen plaatsen. Ook is SPIE de afgelopen jaren flink gegroeid, waardoor er meer plaats is binnen de organisatie om stagiairs te plaatsen.’ Op de afdeling van Van Zuylen lopen momenteel vijf mbo’ers stage. Dat is één stagiair op vijf werknemers. Volgens Van Zuylen moet er nog meer met de opleidingen worden afgestemd. Als een bedrijf in de toekomst specifiek opgeleide mensen nodig denkt te hebben, moet dat zo vroeg mogelijk met de scholen worden overlegd. ‘Daar moet je je niet pas op richten als je ze nodig hebt, dan is het te laat.’ Van Zijl zou graag zien dat er nog meer overleg was tussen bedrijven en scholen. ‘Tegen bedrijven zou ik willen zeggen: Ga het gesprek aan met de scholen. Ook zou ik het bijvoorbeeld geweldig vinden als er werknemers uit bedrijven vaker les kwamen geven op de mbo’s.’ ■
3 - 2016
23-03-16 10:01
Casus
Uitbesteden van onderhoud Het onderhoud aan de installaties en gebouwen is voor veel organisaties niet de corebusiness. Een interne technische dienst kent de eigen organisatie en installaties als geen ander, maar voor bepaalde kennis is men afhankelijk van externe partijen. Hoe kleiner de organisatie, hoe moeilijker (en relatief duurder) het is om zelf alle benodigde kennis in huis te hebben. Externe partijen kunnen de vraag en het aanbod van deze specifieke kennis efficiënter organiseren en daardoor voordeliger leveren. Voor veel organisaties is dit een reden om het onderhoud grotendeels of volledig uit te besteden. De onderhoudspartij geeft een totaalprijs voor al het onderhoud en daartegenover staan werkzaamheden of een vooraf bepaalde prestatie. Vaak is echter niet goed inzichtelijk of alle werkzaamheden (correct) worden uitgevoerd. Maar hoe ga je dit toetsen? Organisaties die niet willen sturen op het niveau van werkzaamheden leggen daarom vooraf een prestatie vast. Dit ziet eruit als de ideale oplossing voor een orga-
Training ‘Uitbesteden van Onderhoud’ De NVDO organiseert op 12 en 13 mei a.s. de succesvolle training ‘Uitbesteden van Onderhoud’. Na het volgen van de tweedaagse cursus, is de cursist in staat om het gehele proces van contractmanagement in te richten en te beheersen. Concreet leert de cursist wat contractmanagement inhoudt, welke typen onderhoudscontracten mogelijk zijn en hoe deze strategisch kunnen worden toegepast. Daarnaast leert de cursist onderhoudscontracten opstellen, borgen, bewaken en evalueren. Tot slot worden de concepten Life Cycle Costing en Total Cost of Ownership behandeld als uitgangspunten voor investeringsbeslissingen.
nisatie die geen omkijken wil hebben naar het onderhoud en bereid is daarvoor een kleine toeslag te betalen. In praktijk worden werkzaamheden en adviezen dan steekproefsgewijs getoetst. Over de vooraf zorgvuldig ‘dichtgetimmerde’ prestatie blijkt dan vaak discussie mogelijk. De tijd en kosten die men had willen besparen met de gekozen constructie, gaan dan zitten in het toetsen van de partij die je zou ‘ontzorgen’. Daarnaast is de partij die het onderhoud verricht ook de aangewezen partij om te adviseren over mogelijke vervangingen. Daar waar interne organisaties zelf proberen investeringen verantwoord uit te stellen, heeft een externe onderhoudspartij een ander, commercieel belang. Of het nu om een inspannings- of een prestatiecontract gaat, de technische dienst moet grip houden op de werkzaamheden, prestaties, risico’s en kosten. Hoe goed ook de relatie met een onderhoudspartij, een contract dat alleen gebaseerd is op vertrouwen is onvoldoende.
Maar wat dan? Uitbesteden van onderhoud is in veel gevallen onvermijdelijk. Er bestaan verschillende constructies van uitbesteding en ieder heeft zijn voor- en nadelen. Voor ieder van de nadelen zijn wel weer oplossingen te bedenken. Hoe dan ook ben je met het afsluiten van het contract nog niet klaar. Waar het om draait, is te zorgen dat er grip blijft op de werkzaamheden en overige serviceafspraken. ■ MaintNL 3 - 2016 37
IMA03 MJ casus.indd 37
23-03-16 10:03
Condition Based Maintenance
Monitoren waar je wilt met draadloze sensoren Draadloze netwerken maken langzaamaan hun entree in de industrie. Ze kunnen bijvoorbeeld worden ingezet voor trillingsmonitoring met kleine, draadloze sensoren. Daarmee ontstaat een zee aan nieuwe mogelijkheden voor toestandsafhankelijk onderhoud. In een Europees project heeft de Universiteit Twente onderzoek en ontwikkeling gedaan naar deze technieken. In samenwerking met een aantal industriële partijen zijn vervolgens enkele toepassingen ontwikkeld.
Francis Voermans
Apparaten met roterende delen genereren een karakteristiek trillingspatroon. Kleine beschadigingen in de bewegende delen veroorzaken veranderingen in dat patroon. Van die eigenschap wordt dankbaar gebruik gemaakt bij toestandsafhankelijk onderhoud (condition based maintenance, CBM). Door de trillingen nauwkeurig te meten en te analyseren, kunnen beschadigingen in een vroeg stadium worden opgemerkt. Met complexe algoritmes kan zelfs worden bepaald wat voor beschadiging het is en hoe lang het nog duurt voordat het onderdeel kapot gaat. Zo kan onderhoud precies worden uitgevoerd wanneer het nodig is. In de industrie wordt het monitoren van trillingen gebruikt voor allerlei apparaten, zoals motoren, pompen en compressors. Veel meer toepassingen van trillingsmonitoring worden mogelijk wanneer het meten wordt gedaan met lichte, draadloze apparaatjes. De apparaatjes communiceren via draadloze netwerken en wekken het liefst ook zelf hun energie op uit de trillingsbewegingen, zodat er geen batterijen hoeven te worden vervangen. ‘Ze kunnen worden geplaatst op bewegende apparaten in bijvoorbeeld treinen of vliegtuigen, op de bewegende onderdelen in apparatuur of op moeilijk bereikbare plaatsen’, vertelt professor Paul Havinga, leider van de groep Pervasive Systems van Universiteit Twente.
38 MaintNL
IMA03 MK trillingen.indd 38
Kallol Das, die onlangs promoveerde in de groep van Havinga, vult aan: ‘Een ander voordeel van een draadloos systeem is de flexibiliteit. De sensoren kunnen gemakke-
lijk worden geplaatst of verplaatst. Er hoeft geen bedrading te worden geïnstalleerd en het netwerk kan eenvoudig worden uitgebreid. Je kunt dus overal monitoren waar je wilt.’
Extra uitdaging De groep van Havinga doet onderzoek naar betrouwbare en low-power draadloze sensorsystemen en -netwerken in de industrie, niet alleen voor monitoring, maar ook voor regeling. Draadloze netwerken worden nog slechts mondjesmaat toegepast in dergelijke kritische toepassingen in industriële omgevingen. Dat komt vooral doordat draadloze communicatie niet de naam heeft erg betrouwbaar te zijn en dat is juist
MONITOREN VAN LAGERS Een van de vier toepassingen die in het WiBRATE-project is ontwikkeld, is de draadloze monitoring van de lagers in treinwielen. De techniek is ontwikkeld samen met het Britse Perpetuum, maker van energy harvesters op basis van trillingsenergie. De toepassing is in korte tijd uitgegroeid tot een succesvol product. Het Britse Southeastern Railways was de eerste gebruiker. Het bedrijf heeft inmiddels al meer dan vijfduizend sensoren op ruim zeshonderd voertuigen geplaatst en die genereren elke dag bijna twee miljoen data. Het systeem geeft betrouwbaar aan of er beschadigingen zijn en bij welke wielen. Dat levert Southeastern aanzienlijke kostenbesparingen op doordat het bedrijf onderhoud meer doelgericht kan uitvoeren en er langere periodes zitten tussen revisies. Southeastern gaat het system op nog meer treinen plaatsen. Ook andere spoorbedrijven hebben interesse. Een Zweeds bedrijf heeft de techniek op haar treinen geïnstalleerd, met de bedoeling om de levensduur van de wiellagers met minstens veertig procent te verlengen. Het Amsterdamse GVB gaat het systeem gebruiken op drie Combino-trams. De oplossing is hier bij uitstek voor geschikt, omdat de ruimte bij de wielen moeilijk toegankelijk is vanwege de lage vloeren. Ook een Australisch bedrijf heeft een contract afgesloten met Perpetuum. Het systeem zelf is nagenoeg onderhoudsvrij. De energy harvester zou honderd jaar mee moeten gaan zonder enig onderhoud, alleen gaat de rest van het apparaatje - de sensor, de zender en wat elektronica - ‘slechts’ twintig jaar mee. De sensoren kunnen, behalve voor slijtage aan de lagers, ook worden gebruikt voor het monitoren van de wielen zelf of de elektromotoren.
3 - 2016
23-03-16 10:16
FOTO'S: UNIVERSITEIT TWENTE
waar de industrie grote waarde aan hecht. Volgens Havinga kan het dat echter wel zijn. ‘Mensen zijn bekend met consumententoepassingen en de protocollen daarvan zijn niet specifiek ontworpen op betrouwbaarheid. Je kunt echter wel degelijk een heel betrouwbaar draadloos netwerk maken door redundancy in te bouwen. Uiteindelijk kan het zelfs betrouwbaarder zijn dan een bedraad netwerk. Kabels kunnen breken of corroderen. Bij draadloze communicatie ben je bijvoorbeeld niet afhankelijk van een enkele draad, maar kunnen berichten door meerdere ontvangers worden ontvangen en verwerkt.’
Havinga: ‘Een voordeel van een draadloos systeem is flexibiliteit. Sensoren kunnen makkelijk worden verplaatst.’ Dat neemt niet weg dat het de nodige uitdagingen met zich meebrengt om een betrouwbaar draadloos netwerk te realiseren in een industriële omgeving. Zo is er doorgaans veel staal aanwezig en machines met bewegende delen en dat kan zorgen voor verstoringen van het signaal. Daar-
naast staan er veel meet- en regelapparaten (I/O-devices) dicht bij elkaar, die elk het storingsniveau vergroten. Wanneer de I/O-devices ook nog eens hun eigen energie moeten opwekken, zoals bij de netwerken die de Universiteit Twente ontwerpt, is er nog een extra uitdaging. De energie komt van een zogeheten ‘energy harvester’, die trillingsenergie omzet in elektrische energie. Een energy harvester kan echter maar een kleine hoeveelheid energie opwekken en dat betekent dat het I/O-device zo zuinig mogelijk met energie moet omgaan en niet continu online kan zijn. Bestaande protocollen voor draadloze netwerken kunnen niet goed met deze moeilijke industriële omstandigheden omgaan. Ook recentelijk ontwikkelde standaardprotocollen, zoals WirelessHART en ISA100.11a die speciaal gericht zijn op draadloze industriële netwerken, schieten nog op veel punten tekort. Zo kunnen ze niet goed omgaan met I/O-devices die vaak offline zijn, zoals met de energy harvester gevoede apparaten het geval is. De devices moeten, als ze weer aanschakelen, verbinding zoeken met het netwerk en dat kost bij deze protocollen veel energie en tijd. Ook is de hersteltijd bij storingen te lang en neemt de kwaliteit van het netwerk snel af bij opschaling.
Betrouwbaarheid Het promotieonderzoek van Kallol Das richtte zich op verbeterde netwerkproto-
collen, die deze beperkingen niet hebben. Daarvoor veranderde hij de structuur van de communicatie tussen het centrale systeem, de routers en de I/O-devices. Een verandering is bijvoorbeeld dat die communicatie meer decentraal, vanuit de routers, wordt aangestuurd. Daardoor wordt het netwerk flexibeler en kan het beter omgaan met verstoringen. Een andere verandering is dat de I/O-devices data gaan versturen zodra ze weer genoeg energie hebben verzameld, in plaats van te wachten op een signaal van buitenaf. Das testte met simulaties hoe de verbeterde protocollen presteren in typische industriële omgevingen. Daaruit bleek een hoge betrouwbaarheid realiseerbaar. ‘In een typische industriële omgeving kan een betrouwbaarheid van 99,999 procent worden gehaald. Dat wil zeggen dat slechts één op de 10.000 datapakketjes niet aankomt’, zegt Das. De nieuwe protocollen kunnen ook beter overweg met I/O-devices met een beperkte energievoorziening.
Kostenbesparingen Het onderzoek van Das was onderdeel van een groot Europees project, genaamd WiBRATE, dat door Havinga werd geleid. In het project zijn, in samenwerking met productleveranciers en eindverbruikers, vier toepassingen van draadloze trillingsmonitoring ontwikkeld. Elk van de cases had eigen randvoorwaarden en bracht andere specifieke voordelen van draadloze moniMaintNL 3 - 2016 39
IMA03 MK trillingen.indd 39
23-03-16 10:16
toring naar voren. ‘De toepassingen zijn in verschillende ontwikkelingstadia, maar voor allemaal is aangetoond dat een voldoende snel en betrouwbaar netwerk kan worden ontworpen’, zegt Havinga.
Das: ‘In een typische industriële omgeving kan een betrouwbaarheid van 99,999 procent worden gehaald.’ Een van de cases betrof het monitoren van breuken in de rotorbladen van een helikopter. De bladen draaien met hoge snelheid en kunnen snel beschadigd raken. Ze moeten daarom regelmatig worden geïnspecteerd, waarvoor de rotor moet worden ontmanteld. Met trillingsmonitoring kunnen kleine scheurtjes direct - en zonder ontmanteling - worden opgemerkt. ‘De sensoren worden in de rotorbladen zelf geplaatst en moeten dus heel licht en klein zijn. We hebben een sensor toegepast die zijn energie haalt uit de buigbewegingen van het rotorblad’, vertelt Havinga. Aan de case werkte onder meer het Belgische LMS mee. Een prototype is gemaakt en daarmee is aangetoond dat het mechanisme werkt. Een marktrijp product is er nog niet, maar dat ligt vooral aan de lange doorlooptijd om dergelijke innovaties in de vliegtuigindustrie door te voeren. Een andere toepassing van het WiBRATE-project is bij een autofabriek van Fiat in Italië, een complexe omgeving met veel meet- en regelpunten. Fiat wil meer en meer overgaan naar predictief onderhoud, waarmee het vooral onverwachte uitval wil voorkomen. Een draadloos systeem is de goedkoopste
oplossing voor een fabrieksomgeving als bij Fiat. Het installeren van de bedrading is namelijk duurder dan de sensoren zelf. Ook zijn er heel veel bewegende delen in een moderne fabriek. Havinga: ‘De voor de Fiatfabriek ontwikkelde methode is dicht bij een product. Aangetoond is dat een stabiel netwerk kan worden gerealiseerd. Het bedrijf bekijkt waar de methode in de praktijk nu het beste kan worden ingezet.’ De meest uitdagende toepassing van het project was voor een gasturbine. Het doel is hier niet alleen dat de draadloze apparaatjes trillingen monitoren, maar ook dat zij een eventuele onbalans verhelpen. ‘Een turbine draait met meer dan duizend toeren per minuut en een kleine onbalans leidt snel tot grote problemen. De draadloze apparaatjes worden op de rotor geplaatst. Zodra ze een onbalans meten, corrigeren ze die binnen een milliseconde door bijvoorbeeld een gewichtje te verschuiven.’ De toepassing is ontwikkeld samen met Honeywell, die nu werkt aan een prototype van het systeem.
CURSUS TRILLINGSANALYSE 21 en 22 juni a.s. organiseert de NVDO de succesvolle cursus ‘Trillingsanalyse’, een praktische training om machinefouten uit trillingen te halen. Tijdens de cursus worden technische fenomenen uitgelegd die onontbeerlijk zijn om het ontstaan van machine oneigenlijke trillingen te begrijpen. Wat hebben onbalans, fase en cetrifugaalkrachten met elkaar gemeen? Welke rol spelen snelheid, versnelling en verplaatsing in een trilling? Deze fenomenen worden met praktijkcases verhelderd. Kijk ook op: maintenance.nvdo.nl/trillingsanalyse.
40 MaintNL
IMA03 MK trillingen.indd 40
De vierde en meest succesvolle case ging om het monitoren van de lagers van treinwielen, een toepassing waarbij duidelijk geen bedrade monitoring mogelijk is. ‘De lagers worden nu gemonitord door de temperatuur te meten, maar dan is de slijtage al ver. Veiligheidsregels schrijven daarom voor dat alle wielen regelmatig moeten worden geïnspecteerd. Die inspecties zijn duur en de trein is een tijd niet beschikbaar. Er kunnen dus grote kostenbesparingen worden gerealiseerd.’ De methode voor treinwielen is ontwikkeld in samenwerking met Perpetuum, de maker van de energy harvester. Een product waarin de methode wordt toegepast, is al op de markt. Al tijdens het project werd een eerste contract afgesloten met het Engelse Southeastern Railways, dat reeds enkele duizenden sensoren op een groot aantal van zijn treinen heeft geplaatst. ‘De business case was erg goed en daardoor is het snel gegaan.’
Nieuwe toepassingen Het WiBRATE-project is inmiddels afgerond, maar de Universiteit Twente is al weer bezig met andere toepassingen. Zo werkt het team aan een systeem voor draadloze monitoring van bruggen, samen met de bedrijven Heijmans en Inertia Technology. Een ander project gaat om de monitoring van de onderwater constructies van windmolens in zee. En Havinga kan nog veel meer toepassingen noemen. ‘Er is een enorm gebied waar predictief onderhoud met draadloze monitoring veel winst kan opleveren.’ ■
3 - 2016
23-03-16 10:17
Materialen
Materiaalkeuze essentieel bij voorkomen corrosie Het is de schrik van elke plantmanager: processen die moeten worden stopgezet vanwege corrosie. Volgens onderzoekers van ECN kan dit vaak worden voorkomen door je materialen van tevoren goed te laten testen.
Nieuw zag het er zo mooi uit, die tank, leiding of constructie. Maar tien jaar later, onder druk van bijtende vloeistoffen, corrosieve gassen en hoge temperaturen, blijkt het beste er wel vanaf. En dat terwijl de levensduur minimaal drie keer zo lang zou zijn! Corrosie treedt vaker op dan we willen en nóg vaker dan we weten. Pas nadat de metalen tank, leiding of constructie onverwacht het loodje legt, wordt duidelijk dat er al jaren iets aan het materiaal vrat. Was die kennis al eerder voorhanden, dan was de kostbare stopzetting van het proces niet nodig geweest. Een belangrijke oorzaak van snelle corrosie is dat bedrijven vaak materialen uitkiezen die in de praktijk slechter presteren dan verwacht, stelt Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN). Elk proces is uniek, terwijl materialen vaak uniform worden verkocht. ECN pleit er daarom voor om in de ontwerpfase goed te overwegen wat de omstandigheden zijn waaronder de materialen worden gebruikt. Is er twijfel? Laat de materialen dan testen op hun prestaties ‘in het echt’, bijvoorbeeld op het gebied van pH, vloeistoffen, temperatuur en wrijving.
De zoute kust Spin in het web van deze werkzaamheden is Gertjan Herder. Als research engineer is hij bij ECN verantwoordelijk voor het bepalen van fysische en corrosie-eigenschappen van materialen. Herder, van huis uit chemisch technoloog, benadrukt dat de corrosiegevoeligheid van metalen een vaak
Inge Janse
onderschat probleem vormt. ‘Bouw je een constructie van metaal, of pas je metaal toe, dan slaan mensen het boekje open. Staat er bij metaal X dat het corrosiebestendig is, dan wordt het toegepast. Maar mensen realiseren zich onvoldoende dat die bestendigheid alleen geldt voor een gestandaardiseerd milieu.’ Een goed voorbeeld daarvan komt uit de koker van een bedrijf dat bij ECN aanklopte. Hoe kan het toch, vroeg dat bedrijf zich af, dat de onderdelen die ik lever voor koelinstallaties in kustplaatsen veel sneller roesten? ‘ECN zit zelf ook aan de kust, dus dat zagen we wel aankomen. Staat er een harde wind, dan proef je het zout in de lucht.’
Norm en praktijk Corrosie, legt de ECN-onderzoeker uit, vindt vaak plaats in een natte omgeving. ‘En de aard van die vloeistof kan van enorme invloed zijn op corrosie. Stel dat metaal X bestendig is in zeewater, dus met 3,5 procent zout. Wanneer je dit metaal in een andere vloeistofomgeving gebruikt, bijvoorbeeld met een hogere pH, dan kan het zich al anders gaan gedragen. Ook de concentratie van de vloeistof en de temperatuur spelen een rol.’ Er zijn voorbeelden waarbij verkeerde materiaalkeuzes hebben geleid tot dodelijke ongelukken. Volgens Herder is dat ook een gevolg van normalisatie. ‘Is een materiaal getest volgens de norm, dan is het goed. Maar je moet heel vaak juist verder kijken. Waar wijkt de praktijk af van de omstandigheden die in de norm worden genoemd?’
Zwaar te verduren Terwijl roest klinkt als iets heel triviaals, zijn de wereldwijde effecten ervan astronomisch. ‘Onderzoekers claimen dat corrosie jaarlijks wereldwijd voor 1,8 biljoen euro aan kosten zorgt. De gevolgen van roest zijn overal te vinden: onverwachte uitval van productielijnen, schade aan scheepsrompen, of bruggen en plafonds die instorten.’ Ter illustratie: de hoeveelheid staal die wereldwijd door corrosie wordt opgelost, bedraagt enkele tonnen per seconde.
Herder: ‘Onderzoekers claimen dat corrosie jaarlijks wereldwijd voor 1,8 biljoen euro aan kosten zorgt.’ Wie hier hinder van heeft? ‘Corrosie komt voor op alle plekken waar metalen worden toegepast. Je kan het zo gek niet verzinnen, want metaal heeft vrijwel overal een functie.’ Toch is het vooral de industrie waar de klappen vallen. Met name in productieomgevingen worden metalen toegepast in vochtige omstandigheden of atmosferen met veel corrosieve gassen als ammoniak of waterstofsulfide. Ook windmolens bevinden zich bij uitstek in corrosiegevoelige gebieden, aangezien zij óf in zeewater óf in de buurt van de (zoute) kust staan.
Duizenden gradaties Om goed te bepalen of een metaal geschikt is voor zijn omgeving, kijkt Herder naar meer dan de vloeistof en de atmosfeer alleen. ‘Stel dat er andere, galvanische metalen aanwezig zijn. In dat geval gaat het minst edele metaal het snelst corroderen. Die vraag krijgen we vaker van bedrijven, die zich afvragen hoe het komt dat bij een MaintNL 3 - 2016 41
IMA03 MM materialen.indd 41
23-03-16 10:19
FOTO'S: BASF EN SIEMENS
Met name in productieomgevingen worden metalen toegepast in vochtige omstandigheden of atmosferen met veel corrosieve gassen.
ERVARINGEN UIT DE PRAKTIJK ECN is niet de enige partij die regelmatig op de uitdagingen van materiaalcorrosie stuit. Ook voor Bas Westerbeek, productspecialist materials & welding bij Stork, is het bekend terrein. Hij doet veel consultancy bij schades in fabrieken. Ook helpt hij bedrijven in de voorbereidende fase bij de keuze voor de juiste materialen. In zijn werk komt Westerbeek onder meer galvanische, interkristallijne, hoge-temperatuur- en dauwpuntscorrosie tegen. Hij herkent het fenomeen van verkeerde materiaalkeuze. ‘Wij werkten bij een fabrikant van actieve kool. Daar stond een ‘rotary dryer’ om het product te drogen. Die kool was chloridehoudend, terwijl het gekozen type RVS niet bestand was tegen chloride bij hoge temperatuur. We moesten daarom al het materiaal vervangen, want het zat vol scheuren vanwege spanningscorrosie. Dat is ontzettend duur.’ Patstelling In welke mate dit voorkomen kan worden, hangt af van hoe goed de fabrikant de leverancier informeert over zijn processen. ‘Bij de koolfabrikant was het materiaal op zich geschikt, maar niet in combinatie met chloor. Heeft de leverancier het dan niet goed begrepen, of heeft de fabrikant het proces niet goed uitgelegd?’ Stork probeert dit soort patstellingen te voorkomen door het proces van tevoren zo goed mogelijk te doorgronden. ‘Zo vragen we onze klanten om een chemische analyse van hun product of medium. Zit daar bijvoorbeeld zwavel of chloride in, dan kunnen we ons materiaal daarop afstemmen.’
42 MaintNL
Goed gecoat? Ook Peter Stulen, als technisch isolatieadviseur verbonden aan Hertel, moet bij bedrijven veel problemen met corrosie oplossen. ‘In de zware industrie gaat het vaak om leidingen van koolstofstaal met corrosieschade aan het staaloppervlak in de vorm van putten. Bij food zien we apparaten van RVS met scheuren vanwege ‘stress crack’-corrosie. Beide vormen brengen ongepland onderhoud en ongeplande kosten met zich mee.’ Stulen benadrukt: ‘Corrosie is een gegeven van het leven.’ Toch maken sommige bedrijven de situatie er niet beter op. ‘Wij zien bijvoorbeeld systemen onder isolatie die niet goed gecoat zijn. Isolatie alleen is niet voldoende om water buiten te houden.’ Weinig aandacht Wat dit nog erger maakt, is dat bedrijven vaak slecht omgaan met isolatie. ‘Mensen lopen er overheen, hangen er dingen aan en laten er zaken op steunen. Maar gaat je isolatie kapot, dan loopt er water in.’ Ook onderhoud heeft niet altijd de hoogste prioriteit, weet Stulen: ‘Ziet de isolatie er aan de buitenkant goed uit, dan vindt er vaak geen condition monitoring meer plaats.’ Zijn tip om het beter aan te pakken: betrek isolatie-experts zo vroeg mogelijk bij de engineering. Volgens Stulen krijgt isolatie momenteel namelijk nog weinig aandacht tijdens deze fase. ‘Corrosie onder isolatie ontstaat op de tekentafel. En dat terwijl je ook voorzieningen kunt inbouwen waardoor er veel minder water het systeem kan inlopen. Dat kost iets meer, maar het betaalt zich vanzelf terug.’
3 - 2016
IMA03 MM materialen.indd 42
23-03-16 10:19
constructie van verschillende metalen er versnelde corrosie optreedt. Bij mij gaan er altijd alarmbellen af als ik combinaties van metalen of legeringen moet testen.’ Dat het complexe materie is, blijkt wel uit het aantal variabelen waar Herder rekening mee houdt. ‘Alleen al voor de pH en temperatuur zijn er heel veel gradaties en verschillen. Bovendien zijn er honderden legeringen. Die hebben allemaal hun eigen eigenschappen in verschillende milieus.’
Kunstmatig opwekken Rest de vraag: wat kun je doen om dit probleem te voorkomen? Volgens Herder zijn er enkele stappen mogelijk om corrosie zo goed mogelijk te voorkomen. ‘Het begint bij de materiaalkeuze. Fabrikanten zijn snel geneigd om voor metaal X te kiezen als het goedkoop is en in de boeken staat als bestendig. Maar het kan goed zijn dat in de praktijk materiaal Y een veel betere keuze is.’ De onderzoeker snapt dat een goedkoper materiaal op de korte termijn logischer is, ook omdat de keuze op papier lijkt te kloppen en het vaak om veel geld gaat. Maar, zo benadrukt hij: een goedkoper materiaal is op de lange termijn lang niet altijd beter. Een volgende stap is beter begrijpen welke corrosieprocessen er spelen in je fabriek. De corrosiegevoeligheid van materialen in een specifiek milieu valt bijvoorbeeld prima te meten. Ook kun je een beginnend roestproces kunstmatig versnellen, zodat je weet wat eraan zit te komen. Soms blijkt dat het steeds sneller gaat, soms wordt de corrosie juist afgeremd. Zo kunnen bedrijven inschatten hoe in hun bedrijfscondities de metalen zich de komende tijd gaan gedragen.
Bescherming teniet Mocht blijken dat het gebruikte materiaal op locatie corrodeert, dan bestaat ook de mogelijkheid om de metalen te coaten (bijvoorbeeld via verf, keramiek of metaal) en zo tegen roest te beschermen. ‘Dat heeft niet de voorkeur. Je kunt altijd beter kiezen voor een ander materiaal, maar om economische redenen kiest men vaak voor een coating.’ Het lastige is namelijk dat coatings vaak gevoelig zijn voor beschadiging. ‘Een coating levert allemaal nieuwe parameters op die voor onzekerheid zorgen.’ ■
PLATFORM MATERIAALKUNDE Binnen Beheer en Onderhoud houdt men zich bezig met het ontwerpen, vervaardigen, installeren, beproeven, bedienen en onderhouden van gereedschappen, machines en installaties die nodig zijn voor het maken van producten en het onderhouden van assets. Met name met betrekking tot het ontwerpen en vervaardigen van gereedschappen, installaties en machines is kennis van het gedrag en eigenschappen van materialen van groot belang. Het NVDO Platform Materiaalkunde besteedt een aantal keer per jaar ruimschoots aandacht aan de eigenschappen en toepassingen van materialen. Dat is niet sectorgebonden, maar generiek en dus interessant voor alle NVDOleden. Het platform maakt onderdeel uit van de NVDO Sectie Techniek. Kijk voor meer informatie op: www.nvdo.nl/materiaalkunde.
MaintNL 3 - 2016 43
IMA03 MM materialen.indd 43
23-03-16 10:19
Asset management
Nieuwe strategie voor veranderd elektriciteitsnet Meerjarenplanning voor onderhoud aan hoogspanningsmasten en schakelstations raakt uit de tijd. Het levert lang niet altijd extra onderhoudswinst op en is ook niet kosteneffectief. Liandon maakt vanaf 2016 de omslag naar toestandsafhankelijk onderhoud, ofwel: alleen vervangen als er risico's zijn voor de stroomvoorziening. De nieuwe afdeling Asset Beheer, waarvan Rob Meijers de kwartiermaker was, moet de gewijzigde onderhoudsstrategie in de dagelijkse praktijk handen en voeten geven.
Loek Kusiak
‘Van een meerjarenonderhoudsplan maken we de overstap naar toestandsafhankelijk onderhoud. Om de drie of vijf jaar volgens een vaste planning onderhoud uitvoeren aan een hoogspanningsmast, een kabelverbinding of een schakelstation gaat tot het verleden behoren’, zegt Rob Meijers, kwartiermaker en manager van de nog piepjonge afdeling Asset Beheer bij het Gelderse infrabedrijf Liandon, over de koerswijziging in het operationele beheer en onderhoud van het hoogspanningsnet. ‘Uitgangspunt is dat we niet meer volgens een vast patroon alles gaan inspecteren, maar ons in de keuzes voor onderhoud en vervanging laten leiden door de status en de kwaliteit van een component op dat moment. Uit de resultaten van de inspecties moet blijken of en wanneer onderhoud plaatsvindt. Door alert te zijn op bepaalde patronen of ontwikkelingen in slijtage van componenten in installaties, kunnen we het budget ook efficiënter inzetten’, zegt Meijers. Een hoogspanningsnet, herkenbaar aan de masten die als stalen reuzen met wijde armen in het landschap oprijzen, is een getrapt netwerk van grote draden voor het transport van grote hoeveelheden elektrische energie over lange afstand. Liandon, onderdeel van energiebedrijf Alliander en voortgekomen uit Nuon, bouwt en beheert complexe energienetten en indus-
44 MaintNL
IMA03 MN Liandon.indd 44
triële installaties. Alliander levert gas en elektriciteit aan drie miljoen consumenten in Gelderland, Noord-Holland, Flevoland, Friesland en Zuid-Holland. De afdeling Asset Beheer van Liandon is sinds begin 2016 verantwoordelijk voor het beheer van zowel hoogspanningsinstallaties en onderstations in het verzorgingsgebied van netbeheerder Liander (eveneens een dochter van Alliander) en een aantal hoogspanningsinstallaties en onderstations van TenneT (netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet), die in het werkgebied van Liander liggen.
Maatschappelijke wens Alliander is ook eigenaar van de hoogspanningsinfrastructuur van 50 kV (50.000 kilovolt) en lager, de laagste spanning die in Nederland tot het hoogspanningsnet wordt gerekend. Daarvan is het aantal bovengrondse hoogspanningslijnen overigens beperkt. De hoogspanningsinfra van 110kV tot en met 380 kV is eigendom van TenneT. Meijers: ‘Vergelijk het met het verschil tussen rijkswegen en provinciale wegen.’ Ook ondergronds bevinden zich overigens hoogspanningsleidingen. Het areaal aan bovengrondse leidingen is echter nog lang niet versleten, wat onderhoud noodzakelijk maakt. Wel worden nieuwe kilovoltverbindingen tegenwoordig steeds vaker,
en ondanks hogere kosten, ondergronds aangelegd. Dat komt voort uit de maatschappelijke wens voor een leeg landschap en de blootstelling van de mens aan straling van elektromagneetvelden te verminderen. Ondergrondse aanleg voorkomt ook ingewikkelde vergunningsprocedures. Bovendien heeft een grondkabel minder onderhoud nodig. Op de knooppunten van hogesnelheids(trein)lijnen en ondergrondse kabels bevinden zich de schakelstations.
Slagvaardig opereren Voor inspectie, onderhoud en nieuwbouw heeft Liandon circa 350 medewerkers. Voor onderhoud is jaarlijks ruim dertig miljoen euro beschikbaar. Meijers: ‘Het is de taak van de afdeling Asset Beheer om de kwaliteit van het onderhoudsnet inzichtelijk te maken om storingen in de stroomvoorziening te voorkomen. TenneT brengt kennis in over de toestand van het net in de gebieden die TenneT zelf beheert. Wanneer mensen van de netbeheerder ergens een achteruitgang in kwaliteit van componenten waarnemen, wordt die kennis met ons gedeeld. Die slijtage zou dan immers ook in ons verzorgingsgebied kunnen voorkomen. Deze synergie in het uitwisselen van kennis levert waardevolle data op voor toestandsafhankelijk onderhoud. Daardoor kunnen we slagvaardiger opereren en slimmer omgaan met het budget. Data voor onderhoud halen we overigens niet alleen uit visuele inspecties, maar ook uit storingsanalyses en onderhoudsrapporten.’
Warme leidingen Bij de inspecties van hoogspanningsleidingen gaan de onderhoudsmedewerkers van Liandon de mast in om te zien of er geen roestvorming is en of de bouten en moeren nog goed vastzitten. ‘Op een onderstation controleren we naast de
3 - 2016
23-03-16 10:04
schakelapparatuur onder meer de fundatie op scheurvorming in het beton. Onderstations zijn schakeltuinen waar leidingen naar binnen komen. Ook buiten de stations staat veel apparatuur opgesteld. De elektriciteit verlaat via een transformator en kabels het gebouw. In de woonwijk wordt de elektriciteit uitgesplitst tot een laag spanningsniveau, geschikt voor huishoudens en andere eindgebruikers.’ De oprichting van de afdeling Asset Beheer en een nieuwe benadering van inspectieen onderhoudstaken houdt volgens Meijers ook verband met veranderingen in de wijze waarop het Nederlandse elektriciteitsnet wordt gebruikt.
‘Door toenemend gebruik van onder meer ICT en de oplaadpunten voor elektrische voertuigen wordt ons hoogspanningsnet veel intensiever gebruikt en belast dan pakweg tien jaar geleden. Het is allemaal complexer geworden, een heel andere wereld in verhouding tot vroeger toen je als energiebedrijf wist dat als om vijf uur ‘s middags iedereen thuis van zijn werk kwam, de vraag naar stroom ging stijgen. Tegenwoordig gaan op veel verschillende momenten van de dag steeds wisselende hoeveelheden energie over het net. Tegelijkertijd zien we door toenemende installaties van zonnepanelen ook een overschot aan energie ontstaan. De vraag is dan wat mensen daarmee doen. Leveren ze het terug aan het net? In dat geval moet je je als energiebedrijf wellicht meer toeleggen op decentrale energieopwekking.’
FOTO'S: LIANDON
Meijers: ‘Je kunt niet langer alleen op je onderbuik beslissen.’
Nederland is doorvoerland van stroom uit Duitsland, waar veel zonne-energie wordt opgewekt. Meijers: ‘Op het overschot aan deze energie die ons land binnenkomt, maar ook op de stijgende vraag naar energie en fluctuaties in het gebruik, moeten de netbeheerders en energieleveranciers kunnen inspelen. Ze hebben dus actuele kennis nodig over de beschikbare capaciteit en de leverbetrouwbaarheid van het net. Deze afdeling brengt in kaart hoeveel rek er nog zit in kwaliteit en veiligheid om zonder storingen grote hoeveelheden elektriciteit van A naar B te kunnen transporteren. Nederland heeft een uitstekend hoogspanningsnet, een van de beste in Europa, waar we enorm veel energie overheen kunnen sturen. Maar hoe warmer een leiding wordt,
hoe meer hij gaat doorzakken. Het overbelasten van componenten, vooral wanneer ze verouderd zijn, wringt met de zorg voor veiligheid.’
Nieuwe generatie monteurs Meijers ziet het als een uitdaging voor de toekomst om te onderzoeken waar de grenzen liggen van risico's en mogelijkheden, zodat klanten het volle profijt en rendement van het hoogspanningsnet hebben. ‘Stip aan de horizon is om voortaan alleen nog de echt zinvolle dingen te doen, zoals zaken opsporen die de faalkans van het hoogspanningsnet vergroten. Dat doe je door aan de voorkant meer inzicht te verkrijgen in de staat van onderhoud. Moet iets dat in 2012 is gebouwd al in 2016 uitMaintNL 3 - 2016 45
IMA03 MN Liandon.indd 45
23-03-16 10:04
voerig worden geïnspecteerd? Door daarin scherper keuzes te maken, houd je tijd over om andere dingen aan te pakken, tegen dezelfde of wellicht minder kosten.’ De beoordeling in welke staat componenten of installaties verkeren, of er bijvoorbeeld sprake is van degradatie van materialen, gebeurt aan de hand van zogeheten conditiecodes. ‘We drukken dat uit in cijfers’, legt Meijers uit. ‘Een negen is het hoogste cijfer. Dan is de installatie of een component optimaal. Maar je wilt natuurlijk vooral weten waar de vijfjes en zesjes zitten. Van sommige zaken zal je moeten accepteren dat ze geen negen meer scoren. Daarvan is wel essentieel dat je het niveau constant houdt. Deze data moeten onze onderhoudsmensen uit het veld halen.’
‘Er komt een nieuwe, anders opgeleide generatie onderhoudsmensen aan.’ Datagedreven beheer, het digitaal inwinnen en opslaan van informatie die inzicht geeft in de capaciteitsbelasting van het net, neemt steeds meer toe, legt Meijers uit. ‘Je kunt niet langer alleen op je onderbuik beslissen, zoals de oudgedienden in het onderhoud zich nog konden veroorloven. Er loopt nog een hele generatie hier rond die al die installaties zelf heeft gebouwd, die werkte in de tijd dat er nog geen sprake was van splitsing tussen netbeheerder en energieproductiebedrijf, zoals die in 2002 door de overheid is ingevoerd. In dat licht staan wij bij de omslag naar toestandsafhankelijk onderhoud ook voor een cultuuromslag. Er komt een nieuwe, anders opgeleide generatie onderhoudsmensen aan. Maar belangrijk blijft dat de oudere, vertrekkende generatie kennis en ervaring op de nieuwe collega's overdraagt en wij deze historische kennis ook in datasystemen vastleggen.’
Veilig werken Ook het ‘aspect van subjectiviteit’ dat aan een cijfer voor een onderhoudsstatus kleeft, moet de afdeling zoveel mogelijk uitbannen, legt Meijers uit. ‘Waar de ene medewerker een negen geeft aan de onder-
46 MaintNL
IMA03 MN Liandon.indd 46
houdsstaat van een component of installatie, kan een andere medewerker dat met een zeven of lager beoordelen. Die ruis moeten we eruit filteren, zodat je tijdig weet waar objectief gezien de kans op een storing het grootst is. Een defecte regenwaterafvoer op een fietsstalling hoeft niet te deren, maar op een schakelinstallatie van 50 kV kan dat kortsluiting veroorzaken. Het tijdig presenteren van de juiste informatie en het gebruik van technologische innovaties, zodat we voor de klant slimmere en ook de juiste dingen dingen doen, dat is het doel waar we voor gaan. Het werk dat we van de netbeheerders krijgen, zal in de toekomst sterk toenemen. We zullen steeds meer externe partijen inschakelen voor de bouw en engineering van schakelstations. Het verzamelen van data stelt asset management in staat om ontwerpcriteria voor nieuwe installaties te bedenken of bij te stellen, die we ook aan onderhoud moeten koppelen.’
Ongevallen met hoogspanning komen gelukkig zelden voor. Maar als het dan toch gebeurt, omdat mensen nu eenmaal fouten kunnen maken, kan de afloop fataal zijn. Liandon is het ook overkomen. Eind februari kwam een dertigjarige onderhoudsmonteur om het leven nadat hij op een verdeelstation in Arnhem in aanraking was gekomen met een onderdeel waar hoogspanning op staat. De Inspectie SZW onderzoekt de toedracht. Als voorzitter van de Stichting Veilig Werken Hoogspanningslijnen weet Meijers alles van de risico’s van het werken met hoogspanning. ‘De stichting leidt lijnwerkers op zodat ze voldoen aan strenge veiligheidseisen. Er is een examen en om de drie jaar een toetsing van de kennis. Liandon verwacht dit najaar ook een slimme sensor te introduceren. Die zit aan de helm van lijnwerkers en waarschuwt met piepjes en trillingen als ze te dicht bij de hoogspanning werken.’ ■
3 - 2016
23-03-16 10:04
Agenda April 6 april Waterschap Rivierenland, Kinderdijk www.nvdo.nl Bijeenkomst Best Value Procurement Best Value Procurement (BVP), oftewel prestatie-inkoop, is een selectie- en inkooptechniek die sterk aan populariteit wint. Idealiter wordt bij deze manier van inkopen alle kennis en deskundigheid van de aanbieder verwacht en stelt de opdrachtgever functionele specificaties en vragen op. Deze middag kijken we naar deze vorm van inkopen vanuit verschillende hoeken. U gaat naar huis met een duidelijk inzicht in BVP en hoe waardevol het kan zijn voor uw organisatie.
8 april 2016 Waterliniemuseum Fort bij Vechten (Bunnik) www.nvdo.nl Eerste hulp bij technisch documentatie management Beschikt u over de juiste tekeningen op de momenten dat u ze nodig heeft? Kunt u bij storingen en onveilige situaties snel de juiste informatie vinden? Kunt u wat uw technische documentatie betreft voldoen aan de regelgeving? Het juist documenteren en up-to-date houden van technische informatie over uw assets is moeilijk maar levert veel op voor een effectief en efficiënt verloop van beheer en onderhoud. Bij DM komt veel kijken op het gebied van communicatie, juiste scholing, organisatie, procedures en de afstemming ervan. Een bijeenkomst vol informatie en een leerzame praktijkcase.
20-21 april 2016 Antwerp Expo, Antwerpen www.easyfairs.com Maintenance 2016 De onderhoudsbeurs van België biedt u een overzicht van trends en ontwikkelingen binnen alle domeinen van de onderhoudssector: gereedschappen, smeermiddelen, reinigingsmaterialen, reserveonderdelen, meettoestellen, reliability, field services, veiligheidsmanagement, asset management, energiebeheer, onderhoudssoftware, etc. Ook dit jaar wordt Maintenance gelijktijdig georganiseerd met Pumps & Valves, de technologiebeurs voor pompinstallaties en uitrusting voor industriële processing.
21 - 22 april 2016 Onderzeebootloods, RDM Rotterdam www.nederlandinnoveert.com Nederland Innoveert Op Nederland Innoveert laten bedrijven zien hoe zij alledaagse uitdagingen te lijf gaan met de nieuwste innovaties en dagen studenten uit mee te denken over maatschappelijke problemen. Leerlingen uit het voortgezet onderwijs en mbo’ers worden met opdrachten gestimuleerd het technisch vakgebied te verkennen. Bijzonder aan deze editie is de racebaan voor de testdag van
de Shell Eco-marathon. De studententeams krijgen een laatste kans hun energiezuinige voertuigen te testen voor de race die dit jaar plaatsvindt in Londen.
Mei 27 mei 2016 RDM Rotterdam www.rws.nl/isea iSea 2016 Rijkswaterstaat organiseert alweer de derde editie van iSea, het netwerkevenement voor innovatieve ondernemers met een visie. De Noordzee en Deltawateren zijn volop in beweging. In deze gebieden nemen nieuwe activiteiten als windparken op zee en maricultuur ruimte in en gaan we naar meervoudig ruimtegebruik toe. Rijkswaterstaat vindt het van groot belang om ook in de toekomst op duurzame wijze van de wateren gebruik te maken, hier zijn innovaties voor nodig.
29 mei - 1 juni 2016 Athene www.nvdo.nl Bijzondere Ledenreis naar EuroMaintenance in Athene! EuroMaintenance is een tweejaarlijks Europees evenement en een traditie van de EFNMS (European Federation of National Maintenance Societies). Het doel is om het succes van de vorige edities in bijvoorbeeld Helsinki, Belgrado en Servië voort te zetten. De conferentie wordt beschouwd als een topprioriteit in Maintenance. De NVDO organiseert voor haar leden een speciale ledenreis met in het programma twee bedrijfsbezoeken, de conferentie, deelname aan de verschillende presentaties en het slotdiner. Namens de vereniging worden twee presentaties verzorgd; "Performance Management" met Suto's voorzitter Piet van der Linden (LT People) én "Transformative Asset Management" met NVDO's Bestuurder Marcel Morsing (MaxGrip). Een van de congresdagen staat in het teken van Asset Management waar NVDO's Vice Voorzitter Lex Daan mede verantwoordelijk is. NVDO-leden worden persoonlijk uitgenodigd, een uitgebreidere beschrijving vindt u op www.nvdo.nl.
Juni 1 - 2 juni 2016 NH Conference Centre Koningshof, Veldhoven www.vision-robotics.nl Vision, Robotics & Mechatronics Dit is de belangrijkste beurs voor vision, robotica, mechatronica en aanverwante automatiseringsoplossingen in de Benelux. Net als in 2015 wordt deze beurs tegelijk met het Photonics georganiseerd. Er wordt aandacht besteed aan de betekenis en waarde van de kruisverbanden tussen vier technologieën: Photonics, Vision, Robotics, Mechatronics. MaintNL 3 - 2016 47
IMA03 ME agenda.indd 47
23-03-16 10:05
Infrastructuur
Miljoenen nodig voor afbrokkelende tunnels De Brusselse tunnels hebben dringend een opknapbeurt nodig. Al jaren is bekend dat ze in slechte staat verkeren, maar enkele incidenten van de afgelopen maanden leggen de ernst van de situatie pijnlijk bloot.
Evi Husson
In november vorig jaar vielen er al stukken van het plafond van de Kruidtuin- en de Rogiertunnel naar beneden. In de Leopold II-tunnel kwamen in januari dit jaar stukjes beton op het wegdek terecht. De Stefaniatunnel is sinds 12 januari dicht nadat er scheurtjes waren aangetroffen in het plafond. Later, in februari, ging op de koop toe de Pachecotunnel tijdelijk dicht. Een vrachtwagen die te hoog bleek voor het ondergrondse, veroorzaakte een impact waardoor onstabiele brokstukken uit het plafond moesten worden verwijderd. Een houten plafond werd aangebracht om de val van alle mogelijke resten te voorkomen en de signalisatie die de maximumhoogte voor voertuigen aangeeft, is inmiddels aangepast. Licht aan het einde van de tunnel Scheurtjes, betonrot, vallende brokstukken, doorroestend staal…de Brusselse tunnels verkeren hoe je het ook wendt of keert in slechte staat. En dat terwijl een aantal dossiers - onder meer een deel van de plannen van de Stefaniatunnel - ook nog eens verloren zijn gegaan tijdens de overdracht van de tunnels van de Belgische staat naar het Brussels Gewest. Toch lijkt er een lichtpuntje in zicht. Eind februari, na een grondige inspectie en analyse van de staat van het beton, zijn de werkzaamheden begonnen aan de Stefaniatunnel. Deze wordt tijdelijk verstevigd en ook de waterdoorsijpeling wordt aangepakt zodat hij zo snel mogelijk opnieuw kan worden opengesteld voor het verkeer.
48 MaintNL
IMA03 MQ tunnels.indd 48
Om verdere escalatie te voorkomen, is sinds begin 2016 een tunnelcommissie opgericht die, zo liet Brussels minister van Mobiliteit Pascal Smet weten, ‘de afgelopen weken hard heeft gewerkt aan de uitwerking van een meerjareninvesteringsprogramma om in alle Brusselse tunnels de komende jaren te investeren.’ Dit meerjarenplan moet eind maart klaar zijn. Ondertussen blijven er systematisch inspecties lopen en worden diverse renovatieplannen opgemaakt. ‘We lanceren tevens een studie naar de sluiting van de tunnels op lange termijn.’ De minister was niet bereid om op dit moment uitgebreid op de
huidige situatie in te gaan, maar heeft via zijn woordvoerder laten weten om de redactie na de afronding van het investeringsprogramma uitgebreid te woord te staan over de verdere ontwikkelingen. Hij wil naar eigen zeggen vooral vooruit kijken naar toekomstgerichte oplossingen en niet te lang in het verleden blijven hangen. De kostprijs van de geplande onderhoudswerkzaamheden van alle Brusselse tunnels? Deze wordt op dit moment geraamd op 523 miljoen euro, verspreid over diverse jaren en zal grotendeels door Brussel zelf worden gedragen. Het geld moet alleen nog ergens worden ‘gevonden’. Er staat met andere woorden een hoop op de planning om de Brusselse situatie het hoofd te kunnen bieden. De urgentie lijkt te worden erkend. Voorstel tot wijziging Kan zoiets ook in Nederland gebeuren? Wellicht niet. De tunnels in Nederland wor-
CONTRACTVORMEN ONDERHOUD NEDERLANDSE TUNNELS Rijkswaterstaat werkt met diverse contractvormen, zoals prestatiecontracten voor het onderhoud aan tunnels. Voor instandhouding en renovatie wordt gewerkt met D&C-contracten (contractvormen waarbij zowel het ontwerp als het bouwen door de opdrachtnemer wordt uitgevoerd). De contractvorm is in het verleden aangepast aan de voortschrijdende onderhoudsfilosofie van Rijkswaterstaat. Vanuit de nieuwbouw wordt nu vaak een onderhoudsperiode mee gecontracteerd van zeven tot tien jaar. Het betreft de A2LR, de A4DS, de Roer- en Swalmentunnel en de eind dit jaar op te leveren Koning Willem Alexander-tunnel. Voor het onderhoud van drie tunnels, de Thomassen, Botlek en Coentunnel is een DBFM-overeenkomst afgesloten. De overige tunnels worden op basis van een prestatiecontract voor de tunnels voor een periode van drie jaar op de markt gezet. Tot slot wordt er sporadisch gewerkt met variabele onderhoudscontracten. Dit zijn contracten die worden afgesloten als de aard of afmeting van de werkzaamheid te groot is om als meerwerk in het lopende vaste onderhoudscontract te worden meegenomen.
3 - 2016
23-03-16 10:05
FOTO'S: STEPHANE MIGNON EN STANW.BE (CC BY-SA 2.0)
Scheurtjes, betonrot, vallende brokstukken, doorroestend staal…de Brusselse tunnels verkeren hoe je het ook wendt of keert in slechte staat.
den met enige regelmaat geïnspecteerd en onderhouden. De meerjarenprogramma’s op basis van de Rijksbegroting zijn erop gericht om de onderhoudswerkzaamheden zo stabiel mogelijk te programmeren. Marcel Proos, woordvoerder van Rijkswaterstaat (RWS), geeft enige toelichting. ‘De werkzaamheden aan tunnels worden doorgaans onder contract uitgevoerd door een vast aangesteld onderhoudsteam: de opdrachtnemer, vaak samen met onderaannemers. De activiteiten bestaan daarbij uit het inspecteren van de tunnel-technische installatie, de onderhoudswerkzaamheden, het verzorgen van de documentatie en statistiek, het schoonhouden van wanden en goten en het repareren van schades. Daarnaast reageert het vast onderhoudsteam op storingen en incidenten. Denk aan hoogtemeldingen door te hoge voertuigen en assistentie aan de aannemer die de verkeersongevallen behandelt.’ Dit onderhoudsteam werkt in opdracht van de tunnelteams van Rijkswaterstaat. Proos: ‘Rijkswaterstaat heeft drie gespecialiseerde tunnelteams die elk een cluster tunnels onderhouden (Noord-, Midden- en ZuidNederland). De tunnelteams onderhouden de clusters planmatig, voorbereidend en qua toezicht. Ze verzamelen objectgege-
vens, opdrachten van de beheerder en wettelijke eisen die ze vervolgens vertalen naar een contract, dat zij vervolgens beheren. Ze oefenen met andere woorden systeemgericht contractbeheer uit (SCB) en overleggen met de opdrachtnemer en de beheerder. De tunnelteams houden daarbij ook een risicoanalyse bij en sturen op (arbo) veiligheid. Ze nemen verbetervoorstellen van de opdrachtnemer in ontvangst, beoordelen deze en zetten ze indien nodig of gewenst om in een Voorstel Tot Wijziging (VTW). De beheerder kan dan besluiten de wijziging uit te laten voeren, waarna het tunnelteam een opdracht verstrekt aan de opdrachtnemer en toeziet op de uitvoering of de opdracht meeneemt in een nieuw contract.’ Preventief versus correctief Contracten zijn er in diverse vormen en maten: prestatiecontracten, D&C (design & construct)-contracten, variabele en DBFM (design, build, finance & maintain)-contracten. Gemeenschappelijke deler van deze contracten zijn de criteria die Rijkswaterstaat daarbij hanteert: veilig, goed, op tijd en efficiënt. Proos: ‘In die volgorde. In de praktijk betekent het dat RWS per nieuw contract een omschrijving van de werkzaamhe-
den en een lijst met eisen opstelt. Deze worden samengesteld door de beheerder en het contractteam. Daarnaast worden EMVI-eisen (economisch meest voordelige inschrijving, red.) geformuleerd die invulling moeten geven aan de kwaliteitseisen in de brede zin van het woord. Beoordeling en keuze tussen de aanbiedingen gebeurt op basis van prijs en kwaliteit.’
Proos (RWS): ‘Betonrot in Nederlandse tunnels komt, voor zover ons bekend is, momenteel niet voor.’ Over de kostenraming per tunnel kan Rijkswaterstaat niets meedelen, aangezien dit als een vertrouwelijk proces wordt beschouwd. Wat wel kan worden meegedeeld, is hoe kosten van preventief en correctief onderhoud zich tot elkaar verhouden. Proos: ‘Voor het vast onderhoud zit ongeveer veertig procent van de kosten in (preventief) onderhoud aan de technische installaties, terwijl 25 procent van de kosten kan worden toegewezen aan inspecties en storingsoplossing. De overige 35 procent MaintNL 3 - 2016 49
IMA03 MQ tunnels.indd 49
23-03-16 10:05
zit in beheerkosten en rapportages. Daarnaast zijn er grote projecten, waarvoor apart budget ter beschikking wordt gesteld naar behoefte, denk daarbij aan de installaties en de constructie.’ Instandhoudingsadvies Zorgen voor een veilige verkeerssituatie en goed onderhouden tunnels is het allerbelangrijkste. Aangezien veiligheid primeert, inspecteert Rijkswaterstaat bovenop het vast onderhoud elke tunnel één keer per zes jaar. ‘De zes-jaarlijkse inspectierondes worden vooral op landelijk niveau aangepakt. Meerdere objecten uit meerdere objectklassen (bruggen, sluizen, tunnels, keringen) worden dan onderworpen aan inspecties op een of twee specifieke onderdelen. Beton, staal, hout, E-systemen, W-systemen, pneumatiek of toegangscontrole en cybersecurity. Alles komt aan de beurt. Ook hier worden marktpartijen ingezet om de feitelijke werkzaamheden te verrichten. Rijkswaterstaat plant het programma, evalueert de uitkomsten en stelt een instandhoudingsadvies op.’ In dit instandhoudingsadvies wordt ook gekeken naar de kwaliteit van het beton en de constructie van de tunnel. ‘Naar aanleiding van dit advies worden de nodige maatregelen genomen die worden meegenomen in de werkplanning voor de instandhouding. Is er schade of zijn er gebreken geconstateerd, dan wordt een maatregel inge-
steld om de betreffende schade of gebreken te monitoren, om zo het risico te beheersen.’ Of er tijdens de laatste inspecties zoals in de Belgische tunnels betonrot is geconstateerd? ‘Betonrot in Nederlandse tunnels komt, voor zover ons bekend is, momenteel niet voor.’ Beschikbaarheid Naast veiligheid en degelijk onderhoud hecht RWS veel belang aan de beschikbaarheid van de tunnels. ‘Een tunnel dient 99,96 procent van de tijd beschikbaar te zijn voor gebruik. Met andere woorden: een storing gedurende 0,04 procent van de tijd, oftewel 3,5 uur per jaar, wordt als acceptabel geacht. Voldoet de feitelijke beschikbaarheid niet aan de verwachtingen, dan zal de aannemer maatregelen moeten nemen om de situatie te verbeteren.’ In het contract zijn eisen gesteld aan de tijd
TUNNELS IN VLAANDEREN In Vlaanderen is het beheer van tunnels, bruggen en wegen in handen van het Agentschap Wegen en Verkeer, een agentschap van de Vlaamse overheid. Sinds 2016 is specifiek voor het beheer van tunnels een nieuwe organisatie in het leven geroepen binnen de schoot van AWV, namelijk de Tunnelorganisatie Vlaanderen (TOV). De TOV staat in voor het beheer (onderhoud, renovatie, nieuwbouw) van alle voertuigtunnels langer dan tweehonderd meter. Die tunnelpijler is samengesteld uit experts van de verschillende tunnelteams die tot nog toe over Vlaanderen waren verspreid. De bedoeling is het onderhoud, de verbetering en de vernieuwing van tunnels gecoördineerd en geïntegreerd en daardoor efficiënter aan te pakken. Dit team moet ook een integrale visie op tunnelbeheer uitwerken die het onderhoud en de vernieuwing van tunnels op lange termijn stuurt. De tunnels in beheer van AWV gaan periodiek 's nachts dicht voor zowel civieltechnisch als elektromechanisch onderhoud. Daarnaast gebeuren er driejaarlijkse inspecties om de structurele stevigheid en eventuele gebreken van de tunnels op te sporen. Volgens de Vlaamse autoriteiten is er op dit moment geen weet van problemen in de tunnels vergelijkbaar met de Brusselse situatie.
50 MaintNL
IMA03 MQ tunnels.indd 50
waarbinnen storingen dienen te worden verholpen, inclusief de sancties als deze termijnen worden overschreden. 26 nachten Eind december van vorig jaar werd in Nederland een gloednieuwe tunnel opgeleverd in de A4, de Ketheltunnel. Ook deze tunnel moet 99,96 procent van de tijd open zijn. Anders dan bij andere tunnels ligt het aantal nachten dat beschikbaar is gesteld voor onderhoud niet op tien zoals gebruikelijk, maar op 26. Proos: ‘Het is hoger dan gemiddeld, maar we hebben het aantal onderhoudsnachten vastgelegd op basis van de verwachtingen bij de aanleg. De aannemer (A4all) die de tunnel heeft gebouwd, zal gedurende acht jaar het onderhoud van alle tunneltechnische installaties uitvoeren. Rijkswaterstaat heeft een afweging gemaakt tussen de beschikbaarheid van de tunnel voor het verkeer en het noodzakelijk onderhoud. Bij de Ketheltunnel kwam dit uit op 26 nachten. We streven er altijd naar om het ongeplande onderhoud zoveel mogelijk te minimaliseren.’ Europese regelgeving Alle tunnels in Nederland voldoen aan de Tunnelwet. Echter, vanaf mei 2019 moeten de tunnels ook voldoen aan de Europese regelgeving. De tunnels zijn de afgelopen periode aangepast zodat ze voldoen aan de nieuwste veiligheidseisen. Een aantal tunnelinstallaties zijn vervangen en noodzakelijke aanpassingen werden in het reguliere werk meegenomen. ‘Het bestaande onderhoudsprogramma werd daarbij aangepast aan de nieuwe vigerende veiligheidsnorm. De Velsertunnel is de enige tunnel die nog niet voldoet aan de nieuwste veiligheidsnorm, maar deze wordt vanaf april aangepakt.’ ■
3 - 2016
23-03-16 10:05
Automatisering
Afvalwater zuiveren op afstand Hoogheemraadschap Rijnland heeft een forse automatiseringsklus voor de boeg bij de afvalwaterzuiveringsinstallaties (awzi’s.) Dit waterschap gaat de komende vier jaar de procesautomatisering van alle awzi’s en de bijbehorende rioolgemalen vervangen. Hiermee is 33 miljoen euro gemoeid. De opzet is om voortaan de awzi’s vanuit één centrale regelkamer te bedienen en te onderhouden. Hoogheemraadschap Rijnland is gevestigd in Leiden. Het werkgebied van dit waterschap is circa 1.100 vierkante kilometer en strekt zich uit van Wassenaar tot Amsterdam en van IJmuiden tot Gouda. De Noordzee vormt de westelijke begrenzing van het werkgebied. ‘Ongeveer de helft van de Nederlandse awzi’s wordt nog steeds op locatie bediend en onderhouden’, vertelt Bas Tammes, hoofd van de Afdeling Zuivering bij Hoogheemraadschap Rijnland. Rijnland heeft momenteel 24 awzi’s in bedrijf, met een totale capaciteit van 1,8 miljoen inwonerequivalenten. De totale capaciteit van de Nederlandse awzi’s bedroeg in 2012 bijna 22 miljoen inwonerequivalenten.
Broer de Boer zo’n awzi luistert een goede procesvoering heel nauw. Voor de micro-organismen, die uiteindelijk de waterzuivering moeten realiseren, is een goed milieu namelijk van eminent belang. Dat vergt dus een adequate signalering van storingen en in sommige situaties is het ook noodzakelijk om zo’n storing op zeer korte termijn op te lossen of om direct maatregelen te nemen. Voor de bemensing van zo’n installatie levert dat in de praktijk geen serieuze problemen op: een essentiële pomp kan vrij snel worden vervangen, terwijl een procesoperator op locatie gemakkelijk met praktische maat-
regelen kan ingrijpen. Bijvoorbeeld door handmatig de noodzakelijke chemicaliën toe te voegen als een vloeistofpomp eruit ligt. Qua operationele kosten zitten er grote verschillen tussen de diverse installaties. Het Hoogheemraadschap stelt zich echter ten doel om over de gehele linie op energie, chemicaliën, onderhoud en de afvoer van zuiveringsslib te besparen.’ Vervanging van de procesautomatisering zal de mogelijkheden voor aansturing op afstand en het benchmarken bij het waterschap over enige tijd verder vergroten.
Expertise ontwikkelen De procesoperators, die nu vooral verantwoordelijkheid dragen over het verloop van het zuiveringsproces bij hun ‘eigen’ awzi, kunnen straks veel van elkaars aanpak opsteken. Tammes: ‘Energie, chemicaliën en onderhoud kosten ons nu jaarlijks totaal circa vijf miljoen euro en daar valt zeker dertig procent op te besparen. Terwijl daarnaast het zuiveringsproces met dezelfde
Benchmarken Tammes windt er geen doekjes om: ‘Bij Hoogheemraadschap Rijnland is de procesautomatisering van de 24 afvalwaterzuiveringsinstallaties en de bijbehorende rioolgemalen sterk verouderd. Maar, er staan ook zes awzi’s op de nominatie om buiten bedrijf te worden gesteld. Sommige assets dateren nog van 1970 en qua automatisering zijn ze niet met de tijd meegegaan. Dat maakt een update naar nieuwe hard- en software dringend nodig. Aansturing op afstand is onmogelijk.’ Vooral een goed functionerende automatisering is een voorwaarde om zo’n installatie op afstand aan te kunnen sturen. Tammes: ‘Bij sommige onderdelen van MaintNL 3 - 2016 51
IMA03 MR HHRijnland.indd 51
23-03-16 10:09
FOTO'S: HOOGHEEMRAADSCHAP RIJNLAND EN PROCENTEC
AWZI Velsen is een van de installaties die uiteindelijk onder de nieuwe Centrale Proces Kamer zal vallen.
middelen waarschijnlijk nog veel efficiënter kan verlopen.’ Gaandeweg het gesprek wordt duidelijk dat het waterschap enkele jaren geleden sterk heeft ingezet op organisatorische veranderingen. Van oudsher was de organisatie vooral themagericht, maar men is veel meer procesgericht gaan werken. Waterzuivering is overigens maar een van de organisatieonderdelen. Waar vroeger bij Hoogheemraadschap Rijnland de afdelingen zelf hun beleid bepaalden, is hiervoor een centrale beleidsafdeling ingesteld. Ook over de aansturing van medewerkers in de organisatie is een bijzonderheid te melden. Tammes is naast zijn eigen functie ook lid van het managementteam. De leden hiervan rouleren binnen een tijdsbestek van enkele jaren over de afdelingen. Een afdelingshoofd hoeft dus niet per definitie een expert te zijn op dat specifieke vakgebied, maar moet juist over leidinggevende kwaliteiten beschikken. Volgens Tammes biedt deze opzet meer mogelijkheden om medewerkers op hun capaciteit aan te spreken. Anderzijds zijn er meer momenten van overleg en afstemming nodig. Tammes: ‘Deze ingezette lijn gaan we nu voortzetten voor het bedienend personeel van de
52 MaintNL
awzi’s. Hier willen we geen generalisten meer, maar juist specialisten die met elkaar tot betere afwegingen komen. Dat betekent ook dat we meer expertise willen ontwikkelen bij deze groep van circa tachtig medewerkers. Ze hoeven geen hbo-opleiding te hebben, maar we verwachten van procesoperators wel inzet op dat niveau.’
Procesautomatisering Het waterschap heeft nu 24 awzi’s in bedrijf, die terug worden gebracht naar 18. Afgezien van het weekend hebben de installaties een vrij permanente bemensing van vier à vijf personen. De teams werken redelijk autonoom en bestaan veelal uit twee procesoperators, een onderhoudsmonteur en een terreinbeheerder. De resterende installaties en de bijbehorende circa tachtig transportgemalen voor rioolwater moeten over vier jaar allemaal op afstand worden bediend, vanuit één Centrale Proces Kamer. Jörg Buschmann is bij Hoogheemraadschap
Rijnland verantwoordelijk voor de procesautomatisering bij deze exercitie. Met de procesautomatisering en de inrichting van een centrale bediening is een bedrag van circa 33 miljoen euro gemoeid. Daarbij worden de lokale SCADA-systemen of HMI’s vervangen door een centraal visualiserend beheersysteem. Dat systeem is specifiek geschikt om geografisch gespreide industriële processen inzichtelijk te maken en effectief te laten verlopen. Buschmann: ‘De gegevensoverdracht moet in hoge mate bedrijfszeker zijn. Op lokaal niveau leggen we daartoe nieuwe glasvezelnetwerken aan; voor de centrale aansturing gaan we telemetrie toepassen. Insteek hier is dat we de procesautomatisering de komende twintig jaar zorgeloos kunnen beheren. Een upgrade van de databibliotheek hebben we inmiddels achter de rug. Deze databibliotheek is van belang voor het programma Ultimo, waarmee we het onderhoud van de asset-onderdelen beheren.’ De bijbehoren-
Tammes: ‘Ongeveer de helft van de circa driehonderd Nederlandse awzi’s wordt inmiddels op afstand aangestuurd.’
3 - 2016
IMA03 MR HHRijnland.indd 52
23-03-16 10:09
de kantoorautomatisering, die feitelijk buiten het bestek van de procesautomatisering valt, is volgens Buschmann ook geen sinecure. Royal Haskoning/DHV heeft de opdracht gekregen het nieuwe gestandaardiseerde, procesautomatiseringssysteem te bouwen. Dit ingenieursbureau voert eveneens de vervanging van PLC’s en standaardisering van andere hard- en software rondom de installaties uit. Wat aanbesteding betreft is dit via een Europese aanbesteding op basis van EMVI gedaan. Royal Haskoning/DHV neemt als hoofdaannemer ook de inrichting van de nieuwe Centrale Proces Kamer, het testen en volledig operationeel opleveren van de automatiseringsinstallatie inclusief de meet-en regelapparatuur voor zijn rekening.
Pilot Waarderpolder De overdracht van de nieuw gebouwde en gestandaardiseerde systemen zal per installatie plaatsvinden. De awzi die qua procesautomatisering het meest achterloopt, wordt daarbij het eerst gemigreerd. ‘We hebben bewust gekozen om de installaties één voor één aan te passen en ze na oplevering zelf te gaan onderhouden’, meldt Tammes. Hij is overtuigd dat dit het waterschap veel tijd en kosten gaat besparen, want ‘de ervaringen bij de vervangingen, en ook qua achterstallig onderhoud, kunnen we meenemen naar de eerstvolgende installatie. Maar ook de cultuuromslag die we bij de bemensing willen realiseren, is van invloed geweest op onze keuze. Zo kunnen we dus langzaam naar de nieuwe situatie toewerken. En het technische alternatief, bestaande uit minutieuze voorbereiding, vervanging van de procesautomatisering, schaduwdraaien en in één keer alle installaties overschakelen? Dat is niet aan de orde geweest. Ervaringen met de transitie zijn er overigens al. De eerste installatie, de Haarlem Waarderpolder, heeft de vervanging van de procesautomatisering al achter de rug. Deze awzi, gebouwd in 1993, diende als pilotproject. De installatie wordt inmiddels vanuit de nieuwe proceskamer op afstand aangestuurd. En dat geldt ook voor de biomassa-vergistingsinstallatie die daar staat.’
Cultuuromslag De ingreep heeft grote gevolgen - zij het niet aantalsmatig - voor de personele bezetting. Van redelijk autonoom functionerend, zul-
len de medewerkers meer moeten gaan samenwerken met collega’s en zich bezighouden met elkaars werkprocessen. Werd dat als bedreigend ervaren? Tammes antwoordt hierop: ‘Ja. Maar als organisatie zien we duidelijke voordelen van het doorbreken van de bestaande cultuur, anders waren we er nooit aan begonnen. Procesoperators kunnen het functioneren van de installaties met elkaar vergelijken en verbeteren. Onderhoudsmonteurs die nu uitsluitend hun eigen installatie onderhouden, kunnen het onderhoud aan alle installaties efficiënter uitvoeren. We hebben de organisatorische omschakeling goed voorbereid. De tachtig medewerkers zijn in groepen ingedeeld om voor de verschillende terreinen in de nieuwe situatie protocollen te ontwikkelen. Het gaat dan om zaken als procesvoering, onderhoud veiligheid, terreinbeheer en toezicht.’
Interne onderhoudscontracten Voor de kanteling van dit organisatieonderdeel is een speciaal traject ingezet. Tammes: ‘We hebben de medewerkers zelf laten bepalen welke rollen en taken er liggen voor de bedieners - de procestechnologen - en de onderhoudsmedewerkers. De eerste groep bemant straks na de kanteling de Centrale Proces Kamer en de tweede groep gaat deel uit maken van roulerende regionale onderhoudsteams die langs de installaties gaan voor regulier onderhoud en het verhelpen van storingen. Heel belangrijk daarbij is welke functionele eisen er zijn bij het onderhoud, welke opleveringstijd acceptabel is en in welke situaties voorrang geldt bij onderhoud. Eigenlijk is er dus sprake van het intern afsluiten van onderhoudscontracten. Ook daarmee kunnen we de lat binnen de organisatie dus
hoger leggen. De groepen die zelf moesten bedenken hoe hun organisatie en hun werkzaamheden er in de toekomst uit zien, krijgen daarbij uiteraard begeleiding. Dat doen projectleiders uit andere bedrijfsonderdelen van ons bedrijf.’
Buschmann: ‘Insteek is dat we de procesautomatisering de komende twintig jaar zorgeloos kunnen beheren.’ Externe oriëntatie De groepen hebben ook bekeken hoe werken op afstand bij andere awzi’s functioneert. Tammes: ‘Ongeveer de helft van de circa driehonderd Nederlandse awzi’s wordt inmiddels op afstand aangestuurd. Maar dat gebeurt overal op een verschillende manier, zo hebben we geconstateerd. We hebben zelfs de centrale aansturing op afstand bij raffinaderijen bekeken. Daar ligt de nadruk in de procesautomatisering vooral op veiligheid en autorisatie. Qua Centrale Proces Kamer heeft een andere afdeling van ons al ervaringen met het op afstand beheren van de installaties. Daar gaat het om het beheren van het peil van het boezemwater. Onze nieuwe aansturing ligt om strategische redenen dan ook naast de ‘board boezemwater’. Uiteindelijk komt het rioolwater dat wij zuiveren terecht op het oppervlaktewater. Beide onderdelen van het waterschap hebben belang bij een goede kwaliteit van dat oppervlaktewater.’ ■ MaintNL 3 - 2016 53
IMA03 MR HHRijnland.indd 53
23-03-16 10:09
Nieuws Inspectie SZW bezoekt 700 bedrijven in 2016 Tot en met 31 januari 2017 bezoekt de Inspectie SZW ongeveer zevenhonderd metaalbedrijven die de afgelopen jaren nog geen inspectie hebben gehad. Het zullen hoofdzakelijk bedrijven zijn in de metaalproductenindustrie, de assemblage van machines en de transportmiddelenindustrie. Inspecteurs letten in het bijzonder op de volgende onderwerpen: 1. Veilig werken met machines. 2. Een veilige inrichting van de arbeidsplaats. 3. Maatregelen om blootstelling aan lasrook te voorkomen. 4. Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (onder andere het gebruik van gehoorbescherming). Ook kijkt de Inspectie hoe de arbozorg is geborgd: is er een actuele risico-inventarisatie en -evaluatie? Is er aandacht besteed aan voorlichting, onderricht en instructies over gezond en veilig werken, in het bijzonder voor arbeidskrachten die net nieuw zijn in het bedrijf of die er maar tijdelijk werken (stagiaires,
uitzendkrachten of zzp’ers)? Is het toezicht in het bedrijf op gezond en veilig werken wel goed geregeld? Werknemers in de metaalsector hebben te maken met verschillende arbeidsrisico’s. Risico’s die samenhangen met machineveiligheid, met het werken met allerlei arbeidsmiddelen en ook gezondheidsrisico’s, zoals blootstelling aan lasrook, metaaldampen of oplosmiddelen. Met een goede aanpak valt nog veel winst te behalen. In Nederland is het de verantwoordelijkheid van de werkgever dat iedere werknemer veilig en gezond kan werken. Het is wettelijk verplicht dat werkgevers kennis hebben van de risico’s die hun werknemers lopen. Zij moeten maatregelen treffen om de risico’s te verkleinen of te voorkomen. Als de inspecteur overtredingen constateert, kan hij of zij een sanctie opleggen. Ook tegen werknemers kan een boeterapport worden opgemaakt.
Bereid je voor op de inspectie Metaalbedrijven kunnen aan de slag met de praktische hulpmiddelen van
het ‘5xbeter’-project. Op 5xbeter.nl staan Arbo-catalogi (verbeterchecks) voor onder andere machineveiligheid, lasrook, geluid en fysieke belasting. Bedrijven kunnen zelfs gratis een Verbetercoach inschakelen. De Verbetercoach helpt het bedrijf met het toepassen van de maatregelen uit de verbeterchecks. De Inspectie SZW heeft vastgesteld dat bedrijven die met de verbeterchecks en verbetercoaches werken de arbeidsomstandigheden beter op orde hebben. Via www.zelfinspectie.nl van de Inspectie SZW kunnen bedrijven nagaan of zij hun arbobeleid op orde hebben.
Vermeend benoemd tot FinTech-afgezant Oud-minister Willem Vermeend gaat de FinTechsector in Nederland verder vooruit helpen. Vermeend, internetondernemer en hoogleraar Economie 4.0, gaat als speciale afgezant de schakel vormen tussen de FinTech-sector, de overheid, het bedrijfsleven en de toezichthouders. Hij gaat proberen problemen voor technologische bedrijven in de financiële sector op te lossen en gaat Nederland op de kaart zetten als centrum van financiële vernieuwing. Vermeend (57) is in die functie benoemd door de ministers Kamp (Economische Zaken) en Dijsselbloem (Financiën). Zijn aanstelling is een reactie op het hoge tempo van ontwikkelingen in de FinTech. Digitalisering in de financiële sector zal naar verwachting de komende jaren een grote impact hebben. De benoeming van de FinTech-afgezant is onderdeel van een verbreding van de vorig jaar januari begonnen Actieagenda Smart Industry. Vermeend maakt al deel uit van de stuurgroep Smart Industry. Hij is daarnaast sinds 2013 bezig met het aanjagen van ICT-projecten in het mkb. Vermeend is ook hoogleraar Economie 4.0 aan de Open Universiteit en schreef boeken over onder meer Big Data, 3D-printen en het Internet of Things. Hij was staatssecretaris van Financiën van 1994 tot
54 MaintNL
IMA03 MG nieuws.indd 54
2000 en daarna nog twee jaar minister van Sociale Zaken. Volgens minister Dijsselbloem bieden de ontwikkelingen in de FinTech-sector kansen. ‘Zeker in Nederland waar we nog zo afhankelijk zijn van de klassieke rol van banken. We kennen de kwetsbaarheid daarvan en weten hoe moeilijk het soms is voor jonge ondernemers om krediet te krijgen bij banken. FinTech biedt startups en mkb’ers meer mogelijkheden om hun project of bedrijf te financieren. Met lagere kosten en meer snelheid.’ Vermeend stelt dat digitalisering, automatisering en robotisering een grote impact hebben op de industrie en onze economie. ‘De fabriek van de toekomst is smart. Het is voor industriële ondernemers geen keuze meer of ze vernieuwen, het is noodzaak als ze concurrerend willen blijven op de internationale markt. Deze vernieuwing vraagt ook vernieuwende financieringsvormen. Het is daarom ook belangrijk dat de financiële sector meegaat met deze ontwikkeling en digitalisering als topprioriteit stelt. Door slim samen te werken en van elkaar te leren, kunnen de industrie en de financiële sector elkaar verder brengen en stimuleren. Met veel plezier ga ik de schakelfunctie tussen de FinTech-sector, industrie en overheid invullen’, aldus Vermeend.
3 - 2016
23-03-16 10:06
Nieuws 29 mei-1 juni: EuroMaintenance Ledenreis 2016 De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) organiseert de ‘EuroMaintenance Ledenreis 2016’ en nodigt u van harte uit om aanwezig te zijn bij Europa’s grootste tweejaarlijkse Maintenance Beurs in Athene, Griekenland. Versterk uw kennis én uw netwerk!
Workshops Doe mee aan de workshops in: • Asset Management • Life Cycle Management & Costing • Performance Management • Maintenance Management • Maintenance and Production • Health and Safety • Transformative Asset Management
Netwerkdiner in Athene, nabij het hotel. Aangeboden door de NVDO. Bedrijfsbezoek aan Vivechrom, Athene! Let op: dit is geen algemeen onderdeel in het totale EuroMaintenance programma, maar wordt exclusief georganiseerd voor de deelnemers aan de NVDO-Ledenreis! U bent op tijd terug voor de lunch en het middagprogramma! In 1932 werd Vivechrom opgericht ten behoeve van de productie, verwerking, import, export en handel in alle soorten coatings, verf en plastics. Inmiddels behoort het bedrijf tot de grootste industrie van Griekenland en heeft het zich gepositioneerd als actief lid van AkzoNobel. Ga met ons mee op bezoek bij deze industriële gigant dat beschikt over het grootste en meest
effectieve distributienetwerk met meer dan 2.000 verkooppunten! Verder biedt de ledenreis EuroMaintenance Health & Safety Workshops, de EFNMS Maintenance Assessment Committee (EMAC) Workshop en de EFNMS Asset Management Committee (EAMC) Workshop. Naast uiteraard de openingsceremonie, de beurs, het totale inhoudelijke programma en de slotceremonie, wordt tijdens deze ledenreis ook een bezoek gebracht aan de Acropolis. Alle informatie staat op www.nvdo.nl.
Suto Benchmark 2016 in volle gang! Inmiddels spreken we misschien wel van het meest unieke (wetenschappelijke) onderzoek in onze branche als het gaat om Prestatiemanagement. Het onderzoeksteam van de Universiteit Utrecht, onder leiding van professor Frank Verbeeten (gespecialiseerd in strategische vraagstukken en focus areas), onderzoekt twee vraagstukken: 1. Strategische trends? Wat is onze visie op de belangrijkste trends en ontwikkeling met betrekking tot het prestatie en ontwikkelvermogen van de Nederlandse industrie? (Herhaling Survey 2012 en 2014) 2. Impact van strategie en prestatiemaatstaven (KPI’s) op prestatiemanagement.
Net zoals in het NVDO Onderhoudskompas, richt de Suto Benchmark zich ook op de verschillende sectoren. De vragenlijst is beschikbaar en dit jaar worden respondenten extra beloond voor het invullen van de vragenlijst: • U ontvangt uw eigen radarplot in een grafiek nadat u uw e-mailadres heeft ingevuld. • In samenwerking met iMaintain verloot de NVDO een gratis toegangskaart voor het Suto iMaintain Congres PrestatieManagement op 5 oktober a.s. in Maarssen. • Alle NVDO-leden ontvangen eind oktober van dit jaar het Visiedocument ‘PrestatieManagement’. De vragenlijst is beschikbaar op www.nvdo.nl.
Werkgevers zijn bang dat techniek op het tweede plan komt Technische vmbo-scholen dreigen hard te worden geraakt door de vernieuwing van het onderwijs en een andere verdeling van budgetten. Werkgevers zijn bang dat techniek binnen het onderwijs daardoor op het tweede plan komt. Werkgeversorganisatie VNO-NCW vreest dat scholen overstappen op goedkopere lesprogramma's, die minder technisch van aard zijn. Terwijl bedrijven schreeuwen om technisch geschoold personeel en de overheid miljoenen pompt in het aantrekken van technici. Scholen die nu slechts een aantal technische richtingen aanbieden, bijvoorbeeld alleen elektrotechniek, moeten straks ook installatietechniek en metaalbewerken geven. Voor de nieuwe inrichting van lokalen en aanschaf van machines, zoals draai-
banken en lascabines, krijgen ze echter geen extra geld.
Concurrentiekracht De NVDO heeft zich, samen met andere organisaties, jarenlang ingezet voor het oplossen van de tekorten van technische personeel binnen de arbeidsmarkt. De laatste jaren heeft deze inspanning duidelijk vruchten afgeworpen. Het is daarom triest en zorgwekkend om te zien dat de nieuwe ontwikkelingen binnen het onderwijs een gezonde technische arbeidsmarkt ondergraven. Het veralgemeniseren van het lessenpakket staat lijnrecht tegenover de behoefte van het bedrijfsleven aan goed opgeleide technisch specialisten. Voortdurende modernisering van onder
andere productiebedrijven, openbaar vervoer, gezondheidszorg en luchtvaart en toenemende specifieke druk van wet- en regelgeving vereisen dit. De concurrentiekracht van Nederland draait om productie en logistiek. Volgens NVDO Voorzitter Bas Kimpel is het niet helemaal fair dat het bedrijfsleven, vertegenwoordigd door VNO-NCW, de verantwoordelijkheid geheel bij de overheid legt. Als het belang voor het bedrijfsleven inderdaad zo groot is (en dat is het!), dan mag ook een bijdrage van het bedrijfsleven zelf worden verwacht. Bijvoorbeeld in de vorm van subsidiering van werkplaatsen en testruimtes op scholen en het verder ondersteunen van bedrijfsscholen en ROC's.
MaintNL 3 - 2016 55
IMA03 MG nieuws.indd 55
23-03-16 10:06
Cursussen Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de Maintenance Academy op www.nvdo.nl Komende NVDO Cursussen Locatie: NVDO Verenigingsgebouw, tenzij anders vermeld 12 april Storingsanalyse, maar dan Anders! In Company mogelijk De NVDO-cursus ‘Storingsanalyse, maar dan Anders!’ biedt deelnemers een complete aanpak voor het effectief en efficiënt oplossen van storingen. In één dag wordt geleerd: • Hoe een samenloop van omstandigheden of vaag probleem kan worden verduidelijkt tot een kernachtige omschrijving van storingsmelding(en). • Hoe alle informatie over een storing nauwkeurig kan worden beschreven, zodanig dat onderscheid wordt gemaakt tussen geruchten en feiten. • Hoe op een zo efficiënt mogelijke wijze de oorzaak van de storing kan worden bepaald. • Hoe de juiste maatregelen kunnen worden gekozen. • hoe de samenwerking en de communicatie tussen de (interne) klant en de ‘storingsoplosser’ kan worden verbeterd. Denk bijvoorbeeld aan de relatie tussen TD-Productie.
werkwijze bij het analyseren van storingen. Vervolgens wordt stap voor stap een systematische aanpak voor storingsanalyse getraind. Daarbij worden korte stukken theorie steeds afgewisseld met vele praktische voorbeelden en oefeningen om vaardigheid te ontwikkelen in een kritische aanpak. Deelnemers ontvangen tijdens de cursus een syllabus. Voor toepassing van de methoden in het eigen bedrijf worden tevens digitale werkbladen beschikbaar gesteld.
21 april ISO 55000 Strategisch Gebouwbeheer In Company mogelijk
Resultaat: storingen worden sneller en definitief opgelost. Door betere samenwerking ontstaat een hogere beschikbaarheid van productie-installaties met lagere onderhoudskosten tot gevolg.
Doel
Doel
Deelnemers worden getraind in een stap-voor-stap-aanpak, een systematische manier van denken voor het analyseren en oplossen van storingen. De deelnemer krijgt daarbij antwoord op de volgende vragen: • Hoe meld ik storingen duidelijk en welke vragen moet ik (mezelf) stellen om ervoor te zorgen dat ik alle relevante informatie verzamel die nodig is voor het oplossen van de storing? • Op welke wijze kan ik alle gegevens met betrekking tot een storing het beste (visueel) vastleggen, zodat de feiten door iedereen eenvoudig worden begrepen? • Hoe kan ik een nog niet opgeloste storing zorgvuldig overdragen aan een collega, zodanig dat hij direct met de analyse kan beginnen? • Hoe pak ik de analyse van de storing efficiënt en effectief aan, zonder voorbarige conclusies te trekken? • Hoe bepaal ik op basis van de beschikbare informatie de juiste storingsoorzaak, zonder te vervallen in een aanpak van ‘trial and error’? • Hoe bepaal ik de beste maatregelen om de storingsoorzaak weg te nemen?
Deelnemers hebben na deze eendaagse training inzicht in de toepassingsmogelijkheden van de ISO 55000 en kennen de integrale eenduidige aanpak die de norm voorschrijft. Ze kunnen deze kennis inzetten voor vastgoedsturing en strategisch gebouwbeheer in hun eigen organisatie.
Onderwerpen Tijdens deze eendaagse cursus worden eigen ervaringen uitgewisseld. De deelnemers krijgen een beeld van hun huidige
56 MaintNL
Onderwerpen ISO 55000 is een internationale norm die de eisen voor het ontwikkelen, implementeren, onderhouden en verbeteren van een managementsysteem voor Asset Management specificeert. De norm specificeert welke elementen in een asset managementsysteem zouden moeten voorkomen en hoe deze met elkaar verbonden zijn. De invulling daarvan is aan de organisatie zelf. De norm bestaat uit drie delen: 1. ISO 55000 Asset Management: Overview, Principles en Terminology 2. ISO 55001 Asset Management: Management systems, Requirements 3. ISO 55002 Asset management: Management systems, Guidelines for the application of ISO 55001 • Wat is ISO 55000 en hoe draagt het bij aan goed Asset Management als het gaat om gebouwbeheer op strategisch niveau?
3 - 2016
IMA03 MF cursussen.indd 56
23-03-16 10:07
• De relatie tussen ISO 55000 en andere managementsystemen. • Basisvereisten van een asset managementsysteem. • Toepassen van de norm voor strategisch gebouwbeheer en vastgoedsturing. • Asset Management in combinatie met Verantwoord Ondernemen. • Aansluiting ISO 55000 op bestaande ontwikkelingen binnen de vastgoedsector als NTA 8026, NEN2767 en BIM.
Bestemd voor
Nota bene
25 en 26 mei Verkenning Conditiemeting BOEI
Bij deelname aan deze eendaagse ISO 55000-cursus is uiteraard de norm deel I inbegrepen!
Start 19 mei Leergang Vaardigheden voor Reliability- en Maintenance Engineering (R&ME) In Company mogelijk Tijdens de leergang wordt de deelnemer vaardig in het toepassen van methodische benaderingen voor het oplossen van lastige vraagstukken. Daarbij wordt veel aandacht besteed aan het vergroten van de persoonlijke effectiviteit en aan het onbevangen leiden van verbetergroepen. Na afloop van de leergang beschikt het bedrijf over een doelgerichte, slagvaardige verbeteraar.
De opbouw van de leergang De leergang bestaat uit acht modulen. Tijdens de leergang vindt individuele begeleiding plaats, inclusief coaching op de werkplek. Module 1 Inleiding en oriëntatie op Reliability- en Maintenance Engineering Module 2 Vaardigheden oplossen problemen (RCA / Event Map / Probleem- en Gedragsanalyse) Module 3 Facilitatorvaardigheden en persoonlijke ontwikkeling (incl. Whole Brain Thinking) Module 4 Vaardigheden voor voorkomen problemen (Risico management / RCM / FMEA) Module 5 Databeheer en toegepaste statistiek (principes van SPC / Six Sigma) Module 6 Theorie en methoden voor Asset Management Module 7 Vaardigheden voor Lean Maintenance Module 8 Effectieve implementatie van de R&ME functie
De leergang Vaardigheden voor Reliability-en Maintenance Engineering is bestemd voor iedereen die verantwoordelijk is voor het verbeteren van de prestaties van de assets en de organisatie, medewerkers uit Productie, Procestechnologie en Onderhoudsorganisatie. Werkzaam bij zowel asset owners als bij toeleveranciers van diensten (zoals advies- en ingenieursbureaus en aannemers).
Om de asset value van gebouwen en haar installaties te borgen én te kunnen monitoren, dient bij aanvang, tijdens en na afloop van contracten de technische toestand nauwkeurig vastgesteld te worden. De Conditiemeting BOEI biedt hiertoe een objectieve integrale inspectiemethodiek voor de thema’s Brandveiligheid, Onderhoud, Energie en Inzicht in Wet- en Regelgeving. Zo wordt de exacte status bepaald en kunnen onderhoudsbudgetten optimaal worden ingezet. Door integratie van de vier thema’s wordt een inspectie effectief benut en het aantal inspectiebezoeken sterk gereduceerd.
Doel Na het volgen van de tweedaagse cursus ‘Verkenning Conditiemeting BOEI’ heeft de deelnemer inzicht in de verschillende aspecten die van belang zijn bij het inzetten van BOEIinspecties. De deelnemer herkent de toegevoegde waarde van een BOEI-inspectie binnen een onderhoudscontract of bij het opzetten en beheren van een meerjarenonderhoudsplanning. De deelnemer heeft inzicht in de achtergrond van de BOEI-thema’s en in de gebruikte inspectiemethodieken binnen de verschillende vakdisciplines.
Onderwerpen • Wat is Conditiemeting BOEI? • Plaats van BOEI in de huidige onderhoudsmarkt. • Brandveiligheid; achtergrond bouwbesluit en introductie. • Onderhoud; algemene introductie NEN2767. • Energie; introductie EPBD-regelgeving en Energielabel. • Inzicht in wet- en regelgeving: wat verlangt zorgplicht en regelgeving aan vastleggen van gegevens. • Basiskennis Conditiebepaling per vakdiscipline conform BOEI; opname gebreken, verwerking en rapportage.
De leergang R&ME is erop gericht dat de deelnemers beter in staat zijn een faciliterende rol te vervullen, als spin in het web van continu verbeteren. Het resultaat is dat zij gestructureerd en systematisch verbeterprojecten begeleiden. Met andere woorden: de deelnemers worden ‘kampioen’ in aanpak en methode, in het ondersteunen van teams bij het kritisch analyseren van vraagstukken en het zoeken naar creatieve oplossingen. Meer generalist dan specialist! Aan de leergang is een certificaat verbonden, dat wordt uitgereikt op basis van bewezen vaardigheid en bij voldoende inzet. De leergang wordt begeleid door een commissie van advies. Na certificering kunnen deelnemers toetreden tot de actieve groep van oud-deelnemers (alumni R&ME). MaintNL 3 - 2016 57
IMA03 MF cursussen.indd 57
23-03-16 10:07
Column
Honderdste sectorplan gestart Met de sectorplannen willen de sociale partners en de overheid een bijdrage leveren aan het aanpakken van negatieve effecten van de recessie op de arbeidsmarkt en aan het structureel versterken van de werking van de arbeidsmarkt op lange termijn. Met de plannen uit de eerste twee tranches beogen sociale partners 395 duizend deelnemers te helpen. Een stevige ambitie en inmiddels is het aantal dan ook met 35 duizend deelnemers naar beneden bijgesteld. Ik heb voor u onderzocht wat er terecht komt van de plannen. Eind vorig jaar zijn bijna 150 duizend deelnemers aan de diverse activiteiten van 76 sectorplannen uit de eerste en tweede tranche geregistreerd. Dat is niet eens de helft. Het is te vroeg om uitspraken over de uiteindelijke effectiviteit van de sectorplannen te kunnen doen, daarvoor moeten de resultaten van de evaluatie worden afgewacht. Eind 2016 zal op basis van de dan afgeronde plannen een eerste evaluatierapport verschijnen. Samen met u ben ook ik benieuwd wat het onze maintenancesector zal opleveren. Het honderdste sectorplan is inmiddels van start gegaan. Honderd mensen die worden bedreigd met ontslag en driehonderd mensen die werkloos thuis zitten, worden de komende twee jaar in Rotterdam begeleid naar een baan. Het gaat hier om het plan ‘MKB Werkoffensief voor het midden- en kleinbedrijf in de regio Rotterdam’. Een belangrijk doel van het sectorplan is het werven en zichtbaar maken van vacatures in kans-
rijke beroepen in die regio. Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt voor dit plan maar liefst 1,8 miljoen euro subsidie beschikbaar. De betrokken partijen investeren ook nog eens zo’n bedrag. Het mkb in de regio Rotterdam heeft vacatures, maar voor werkzoekenden zijn die niet altijd vindbaar. Een aantal kleine ondernemers weet op hun beurt niet precies hoe ze een functie moeten omschrijven en kunnen daardoor de juiste mensen niet vinden. Er is bij werkgevers in de regio met een klein bedrijf behoefte aan met name onderhoudsmonteurs. Het sectorplan voorziet verder in scholing en bijscholing en het begeleiden en bemiddelen naar werk. Voor minder dan 3,6 miljoen kan de NVDO er voor zorgen dat er nieuwe instroom komt. Want onze Maintenance Academy leidt graag nieuwe mensen op! Dat geldt niet alleen voor nieuwe onderhoudsmonteurs, maar ook als het gaat om bijscholing van bestaande onderhoudsmonteurs. En als het sectorplan liever samenwerkt met het reguliere onderwijs, schrijven wij graag mee aan het lesmateriaal en verzorgt de NVDO met veel plezier gastlessen! Dus geacht honderdste sectorplan, bel ons even en laat de nieuwe onderhoudsmonteurs vooral meedoen aan de Landelijke Dag van het Onderhoud op 16 september!
Het is te vroeg om uitspraken over de effectiviteit van de sectorplannen te kunnen doen.
Ellen den Broeder-Ooijevaar Verenigings Manager
colofon MaintNL is het verenigingsmagazine van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud. De naam MaintNL is eigendom van de NVDO. Eindredactie: Ellen den Broeder-Ooijevaar 58 MaintNL
Postbus 138 • www.nvdo.nl 3990 DC Houten • www.nvdovac.nl t +31(0)30 634 60 40 e info@nvdo.nl
3 - 2016
IMA03 MC verenigingsmanager.indd 58
23-03-16 10:07
6 10:17
®
www.panolin.nl • Biologisch • afbreekbare • synthetische • hydrauliek-olie • Zeer lange • levensduur • 10.000 draaiuren • zonder olie • te verversen
Hydrauliekolie met een natuurlijk karakter Duport Lubricare - Archimedesstraat 9 7701 SG Dedemsvaart - 0523-619892 info@panolin.nl
IMA03 Advertenties.indd 59
23-03-16 23-03-16 10:38 10:24
• Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie geld verdienen? • Hoeveel kan onderhoud bijdragen aan het bedrijfsresultaat? • Wat is Excellent Onderhoud en hoe geef ik dit vorm?
iMaintain Nr. 03 - 2016
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN.
DEZE OPLEIDIN ZIJN IN TE BRE GEN IN DE NIEUWE NGEN BA WERKTUIGBOU CHELOR WKUNDE DEELTIJD.
INFORMEER!
EXTRA START 2016 MEDIO APRIL OLOGIE ECHN ONDERHOUDST EEN. IN HOOGEV
INFORMEER!
WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. In de afgelopen jaren zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Onderhoud bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • Post-MBO Onderhoudstechniek (OTK) • Post-HBO Onderhoudstechnologie (OT) • Post-HBO Onderhoud en Management (OM) • Master of Engineering in Maintenance & Asset Management
Start 5 oktober 2016 Start 6 oktober 2016 Start 6 oktober 2016 Start februari/september
Alle genoemde opleidingen kunnen naar wens in-company (op maat) verzorgd worden. Informeer naar de mogelijkheden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar info@cvnt.nl of kijk op www.cvnt.nl.
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
IMA03 A cover.indd2015-10 1 60FC_A4.indd 1 IMA03 Advertenties.indd Europoortkringen
23-03-16 16-09-15 10:38 10:30
Uw uitnodiging
Alle grote spelers en innovaties op 1 locatie en 2 beursdagen
20 & 21 april 2016 | Antwerp Expo
Registreer u
voor uw gratis bezoek met code: 105 op www.easyfairs.com/mai-pumps2016 U vindt er uw oplossing op maat op vlak van: Industrieel onderhoud | Asset management | Productiebetrouwbaarheid | IndustriĂŤle pompen en kleppen | Procesapparatuur
V.U.: Easyfairs NV Jan Van Rijswijcklaan 191 | BE-2020 Antwerpen
00x210_Mai_Pva_Mediakrt_105BE.indd 1
24/01/16 19:37
Ontmoet op 2 dagen meer dan 300 technologieleveranciers en contractors die u helpen uw productieproces en onderhoudsbeleid te optimaliseren. Leer van gespecialiseerde sprekers tijdens masterclasses en praktijkgerichte how-to presentaties. Connecteer met uw community via inspirerende beursroutes, themazones, netwerkdrinks en awarduitreikingen.
Praktische info Woensdag 20 april 2016
10:00-19:00
(aansluitend netwerkdrink tot 21:00)
Donderdag 21 april 2016
10:00-18:00
Antwerp Expo Jan Van Rijswijcklaan 191 2020 Antwerpen | BelgiĂŤ
Registreer u
voor uw gratis bezoek met code: 105 op www.easyfairs.com/mai-pumps2016 Meer info online:
www.easyfairs.com/maintenance-be | www.easyfairs.com/pumps-valves-be MAIN MEDIA & CATALOGUE PARTNERS
MEDIA PARTNERS
KNOWLEDGE PARTNERS
STRUCTURAL MEDIA PARTNERS
00x210_Mai_Pva_Mediakrt_105BE.indd 2
24/01/16 19:37