www.imaintain.info
06 15 TWAALFDE JAARGANG – LOSSE VERKOOPPRIJS € 17,00
iMaintain Nr. 06 - 2015
Maint
Het mag
MA cover
azine va n de
NL
NVDO
‘Manage n is ruimt e geven avontuurl en contro ijke monte le houden urs | Tek beeld | Gra ’ | Op zoe orten arb k naar ven met eidsmark 3D-beeld t concre van de on ter in dergron d
MaintNL.indd
25
16-06-1
5 11:13
AUGMENTED REALITY VERBETERT TURNAROUND
IMA06_01-02-63-64.indd 1
17-06-15 17-06-15 13:06 14:47
HHaavveeppmmooeet.t. TTEELLMMAAAARROOPP!! jjeehheebbbbeenn.. NA NALS LS
AP P AP P
DEB DYBY EV VO O R R
P RP R IO IO O FOEFSESS S
Patrick Patrick Senior Senior engineer engineer
BeBescschherermminingg am zaam DuDuururza omfofortrt aagcgcom Dr Draa aartrtjeje VVisisititekekaa oorrbebedrdrijijf f vvoo Voor Voor ons ons isis erer geen geen twijfel twijfel mogelijk mogelijk als als het het omom werkkleding werkkleding gaat. gaat. Wij Wij werken werken erer elke elke dag dag in, in, dus dus wij wij weten weten waar waar wewe het het
Frank Frank
Service Service monteur monteur
over overhebben. hebben.Als Alsjejealle allekwaliteiten kwaliteiten van van HaVeP HaVeP bij bij elkaar elkaar optelt optelt enen jeje kijkt kijkt ook ooknaar naarprijs, prijs,service serviceenenlevering, levering, kom komjejetot totmaar maaréén éénconclusie: conclusie:HaVeP HaVeP moet moet jeje hebben. hebben.
?? MEER MEERWERKKLEDING WERKKLEDINGOPLOSSINGEN OPLOSSINGEN
/MAINTENANCE /MAINTENANCE .HAVEP .HAVEP .COM .COM KIJK KIJK OPOP WWW WWW
T NL T +31 NL +31 (0)13 (0)13 531 531 32 56 32 BE 56 +32 BE +32 (0)14 (0)14 30 07 3037 07 E 37verkoop@havep.com E verkoop@havep.com
A Omslag.indd A Omslag.indd 63 63 IMA06_01-02-63-64.indd 2
17-06-15 14:47
07052015_ 07052
INHOUD 3
10 ‘Het is nu echt veel beter dan vroeger’ In het verre verleden ging een naftakraker elke twee jaar in onderhoudsstop. Momenteel is de tussenliggende periode acht tot negen jaar. En de installaties staan er bij Dow in Terneuzen echt veel beter bij dan ooit, stelt Dik Schipper die afgelopen voorjaar afscheid nam als production leader.
14 Augmented reality verbetert turnaround AR is het verrijken van de werkelijkheid met een virtuele informatielaag. Door deze laag kunnen technici sneller problemen melden, terwijl het bedrijf realtime op de hoogte blijft van de voortgang. In Duitsland werd een nieuwe mobiele dienst, die chemiebedrijven helpt bij hun turnaround, getest.
5 COMMENTAAR 6 ACTUEEL 18 RENOVATIE REGIONAAL GASTRANSPORTNETWERK IS LOGISTIEKE UITDAGING 22 WHAT’S NEXT 62 VOLGEND NUMMER
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
29
APM Terminals verbindt de containerstromen tussen land en zee. Sinds kort heeft het bedrijf een gloednieuwe terminal op de Maasvlakte 2 in gebruik genomen. Manager technical asset management Bart Bijl kon daardoor de onderhoudsafdeling zelf opbouwen. Siemens bouwt de offshore-windparken Westermeerwind en Gemini. Voor het onderhoud van deze windparken is het bedrijf op zoek naar ruim honderd avontuurlijke onderhoudsmonteurs.
‘Managen is ruimte geven en controle houden’ Op zoek naar avontuurlijke monteurs De vloer op: ‘Onderhoud verbeteren is een grote uitdaging’ De Stelling Robotisering van inspecties Robot repareert Galecopperbrug Tekorten arbeidsmarkt concreter in beeld Graven met 3D-beeld van de ondergrond Nationaal icoon ondergaat metamorfose
32 36 38 41 42 45 46 48 54
6
iMaintain 15
B Inhoud.indd 3
17-06-15 13:07
NDT G6 Welders Bolt Tensioning Industrial Rope Techniques INTERESTED IN SAVING UP TO 20% ON YOUR MAINTENANCE, REPAIR & OPERATIONS LOGISTICS COSTS?
Special Lifting
WE CAN HELP! Find out how we can use our Maintenance, Repair and Operations (MRO) logistics expertise to reduce cost and complexity in your operations, while putting the control and ability to drive further efficiencies back in your hands.
Painting
To learn more download our MRO whitepaper (www.dhl.nl/mro-logistics) or contact us: supplychain.benelux@dhl.com
Rescue Teams Paint Inspection
Heat Treatment
Real-time en op afstand exploiteren van installaties
Rope Access? SKY-ACCESS!
Slimmer onderhoud Minder downtime Internationaal bewezen
T. +31 (0)88 - 12 33 600 WWW.SKY-ACCESS.COM www.ixortalk.com
Experience matters
Ixortalk 90x132.indd 1 IMA6 Advertenties.indd 4
12/06/15 15:39 17-06-15 13:13
COMMENTAAR 5
Zichtbaar Met iMaintain, en eigenlijk al onze platforms, willen we een compleet en onafhankelijk beeld geven van wat er in de industrie speelt en gaat spelen. We leveren met deze informatie een bijdrage aan een duurzame industrie. We gaan zelf of met onze freelancers op pad en proberen mooie en complete verhalen te maken van Twitter-bericht tot artikel en andersom. De mensen die we daarvoor spreken, zijn zo ongeveer altijd trots op het werk dat ze doen en op het bedrijf waar ze het mogen doen. Het zijn stuk voor stuk ambassadeurs voor de (onderhouds)industrie en specifiek voor hun werkgevers. Wat we bij deze vakmensen wel regelmatig merken, is dat het eerst duidelijk gemaakt moet worden wat er zo bijzonder is om te vertellen. Want ja, ze doen het werk toch elke dag, wat maakt dat nu zo speciaal? Als we die slag gemaakt hebben, zijn de geïnterviewden onverminderd spraakzaam over wat ze doen. We werken zo’n verhaal uit en leggen het artikel ter controle op onjuistheden voor aan de mensen waar we op gesprek zijn geweest. En zoals we dat in principe graag hebben, kijkt de afdeling communicatie ook even mee. Het laatste jaar wordt dat vervolg op het interview weer een stuk stroever, dat is een tijd beter geweest. Meer en meer merken we dat communicatieafdelingen te voorzichtig om willen gaan met onschuldige informatie. Details worden regelmatig uit verhalen geknipt en we hebben het zelfs een paar keer gehad dat we een verhaal uiteindelijk niet konden plaatsen. Gewoon, omdat er eigenlijk niets leeswaardig meer in staat na zo’n snoeibeurt. En dat is jammer en bovendien nergens voor nodig. Op zich kunnen we het plaatsen, de mensen weten per saldo dat ze met een redacteur hebben gesproken voor een artikel, maar daarmee komen we er ook niet. Gelukkig zijn er uitspringers die ons laten vertellen wat er is verteld. Met trots voor hun vak en voor hun bedrijf. Ik hoop dat we snel weer die kant op kunnen, dat houdt de industrie het best zichtbaar.
Mark Oosterveer @M_Oosterveer mark@industrielinqs.nl
HOOFDREDACTIE
Mark Oosterveer 020 3122 793 mark.oosterveer@industrielinqs.nl NUMMER 6 - 2015
Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl
UITGAVE VAN
EINDREDACTIE
Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7 1019 HD Amsterdam
Miriam Rook 020 3122 796 miriam.rook@industrielinqs.nl Liesbeth Schipper 020 31 22 083 liesbeth.schipper@industrielinqs.nl
MEDEWERKERS PARTNER
Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) Postbus 138, 3990 DC Houten
Dagmar Aarts, David van Baarle, Erik te Roller, Renske van den Berg, Ingrid Rompa, Pieter Pulleman, Francis Voermans, Inge Janse
LAY-OUT
De Opmaakredactie
COVER Ahoy Rotterdam NV Ahoy-weg 10 3084 BA Rotterdam Postbus 5106 3008 AC Rotterdam Organisator van
UITGEVER
Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl
Siemens
ADVERTENTIEVERKOOP Jetvertising BV Kim de Bruin T: 070 399 00 00 F: 070 390 24 88 kim@jetvertising.nl
TRAFFIC
Breg Schoen 020 3122 088
DRUKKERIJ
PreVision Graphic Solutions
ABONNEMENTEN (EXCL. BTW)
Nederland/België € 95,– Introductie NL/B 25% € 71,– Overig buitenland € 119,– Losse verkoopprijs € 17,– Studenten € 39,– Proefabonnement 3 mnd € 27,50
OPZEGGEN
Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon.
Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op.
ABONNEMENTENLAND
Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut Fax 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. ISSN: 2211-6826 © Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.
6
iMaintain 15
C Commentaar.indd 5
17-06-15 13:09
6 ACTUEEL
1. Windturbines zonder wieken zijn goedkoper en minder onderhoudsgevoelig Bladeless windturbines kunnen een goed alternatief vormen voor de traditionele windturbines. Door gebruik te maken van de vortexstromen rondom objecten, fungeert de mast als energieopwekker en kunnen rotorbladen achterwege blijven. Lees verder op pagina 9
1. Ronald Hoenen Plant Manager of the Year 2015 Tijdens Deltavisie op 4 juni is Ronald Hoenen van DSM Dyneema in Heerlen verkozen tot Plant Manager of the Year 2015. De andere twee finalisten waren Eugène Kuijpers van BASF Maastricht en Frank de Leng van Botlek Tank Terminal. Lees verder op pagina 7
3. Sabic wint nieuwe veiligheidsprijs VOMI Tijdens Deltavisie op 4 juni is Sabic uitgeroepen als winnaar van de eerste editie van de VOMI Safety eXperience Award. De andere finalisten waren AEB Amsterdam en ExxonMobil in de Botlek. Lees verder op pagina 9
4. Nieuwe plannen moeten veiligheid chemische industrie versterken Zes veiligheidsplannen voor de chemische industrie zijn op 1 juni gelanceerd. Via deze zogeheten Safety Deals investeren bedrijven en de overheid gezamenlijk verder in de veiligheid van de chemieketen. Lees verder op pagina 9
5. NAM legt olieproductie Schoonebeek volledig stil De NAM heeft de olieproductie in het Schoonebeek volledig stilgelegd. De reden is een aangetaste pijpleiding die het zoute water vervoert dat vrijkomt bij de olieproductie. De leiding is op meerdere plekken van binnen aangetast. Lees verder op pagina 7
6 15 iMaintain
D Actueel.indd 6
Energievoorziening verzekerd in Polen door bouw opslagtanks Het Belgische Geldof (Engicon nv) is gestart met de constructie van twee petroleumopslagtanks in het Poolse Gdansk. Eindklant PERN Group investeert tweehonderd miljoen euro om er de allereerste haventerminal van Polen te bouwen. Het project zal de toevoer van ruwe olie, liquide brandstoffen en chemicaliën in de regio verzekeren. Met de bouw van twee nieuwe dubbelwandige tanks, elk met een inhoud van 62.500 kubieke meter, verzorgt Geldof een deel van het volledige opslagvolume van de terminal. De opslagcapaciteit van de eerste fase die momenteel wordt uitgevoerd, bedraagt 375.000 kubieke meter. In totaal zal de terminal 700.000 kubieke meter kunnen opslaan. Eind dit jaar zullen de opslagtanks in gebruik worden genomen. Krzysztof Marek Diduch, Managing Director van Engicon Polen: ‘Polen heeft beperkte mogelijkheden om ruwe olie te produceren. Dankzij deze terminal kan Polen nu ruwe olie invoeren van over de hele wereld.’ De terminal komt op een strategische locatie: in de haven van Gdansk op amper vijf kilometer van de Lotos-raffinaderij, de tweede grootste raffinaderij van Polen.
FOTO: GELDOF
MEEST GELEZEN ONLINE
Innovatie leidt tot run op jong talent Technologische innovatie verandert de Nederlandse economie steeds sneller. Drie op de tien ondernemers zien hun verdienmodel de komende tien jaar mogelijk verdwijnen. Om hierop in te spelen willen werkgevers vooral jongeren binnenhalen. Dit staat in het rapport ‘Hightech meets business’ dat het ING Economisch Bureau uitbracht ter gelegenheid van de Dutch Technology Week. ING hoofdeconoom Marieke Blom: ‘Vroeger was zestig procent van de beroepsbevolking jonger dan veertig, nu is dat nog maar veertig procent.’ Nederland moet zien oudere werknemers goed inzetbaar te houden. Dat is een noodzaak voor bedrijven, maar ook voor de overheid. Het bedrijfsleven benoemt zeven technologische gebieden waarvan de kans op betekenisvolle doorbraken het grootst is: toegenomen rekenkracht (chips en sensoren), internet of things en big data, robotica, alternatieve energie, nieuwe materialen en 3D-printen. Maar liefst dertig procent van het Nederlandse mkb zegt dat hun huidige verdienmodel hierdoor de komende tien jaar kan verdwijnen. Zij zullen zich moeten aanpassen om te overleven. De disruptiegevoeligheid is het grootst in de sectoren automotive, gezondheidszorg en industrie. Hier kunnen snel nieuwe spelers opstaan, die enorm kunnen groeien door technologische innovatie. Bestaande bedrijven moeten zeer alert zijn, willen ze hun huidige marktaandeel behouden.
Succes digitaal veiligheidspaspoort afhankelijk van opdrachtgevers Medewerkers van Gouda Vuurvast Services krijgen een Digital Safety Passport (DSP), waarmee zij snel en duidelijk kunnen aantonen over welke geldige veiligheidsopleidingen- en trainingen zij beschikken. Steeds meer contractors omarmen het systeem. Door de community-opzet valt er volgens het bedrijf veel winst te behalen. ‘Als alle bedrijven mee doen, en ook gekoppeld wordt aan de bestaande toegangs- en voormeldsystemen, lopen de wachturen bij de poort terug en kunnen onze mensen snel en veilig aan het werk.’ Mark Ammerdorffer, directeur VOMI: ‘Er ligt een aanzienlijk besparingspotentieel als de hele keten overstapt op het DSP. Essentieel is dat veel opdrachtgevers aansluiten en het DSP accepteren als een alternatief voor het papieren paspoort. Het liefst in combinatie met een koppeling met het toegangssysteem, waardoor onder andere de Handson-Tool-Time kan worden verhoogd.’
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
17-06-15 13:10
ACTUEEL 7
FOTO: ERIC DE VRIES
Ronald Hoenen Plant Manager of the Year 2015 Tijdens Deltavisie op 4 juni is Ronald Hoenen van DSM Dyneema in Heerlen verkozen tot Plant Manager of the Year 2015. Hoenen was de favoriet van zowel de vakkundige jury, de zaal bij het congres, als op internet. De andere twee finalisten waren Eugène Kuijpers van BASF Maastricht en Frank de Leng van Botlek Tank Terminal. De verkiezing werd voor de achtste keer gehouden en is een initiatief van het Petrochem platform, in nauwe samenwerking met de chemische industrie in Nederland (VNCI), de tankopslagsector (Votob) en verschillende andere partijen in de procesindustrie. Ronald Hoenen is met zijn 43 jaar een van de jongere winnaars tot nu toe. Dat is ook merkbaar in zijn manier van leidinggeven. Die laat zich gemakkelijk omschrijven als modern, uitgaande van de kwaliteiten van mensen. Als Plant Manager of the Year wil Hoenen zich inzetten voor het zogenoemde ‘dienend leiderschap’ in de industrie. Bij DSM Dyneema is hij daar al mee begonnen, maar Hoenen wil nog meer uit zijn mensen halen. ‘Mensen gedijen het best als je de juiste randvoorwaarden schept. Alles heeft te maken met vier factoren: richting, ruimte, vertrouwen en transparantie.’ Met veel enthousiasme kan Hoenen over het product Dyneema vertellen. De volgens DSM sterkste vezel ter wereld vindt overal zijn toepassing. In bijvoorbeeld kabels om enorme schepen mee vast te leggen. En wat te denken van de bepantsering van legervoertuigen en kogelvrije vesten. ‘Wat zou het mooi zijn als agenten in politieseries roepen: “I ‘ll put on my Dyneema” in plaats van “my Kevlar”.’ De vezel is momenteel 25 jaar oud. Dat betekent dat verschillende octrooien inmiddels een tijdje zijn verlopen. ‘Het is belangrijk om met innovaties en nieuwe toepassingen voorsprong te houden op nieuwe toetreders.’ En er zijn nog meer uitdagingen. Door de crisis de afgelopen jaren is de vraag naar verschillende beproefde toepassingen afgenomen. ‘Ook daarom moeten we op zoek naar nieuwe markten en producten.’
Responstijd bij spoorincidenten met zestig procent verkort Met het incidentmanagementsysteem SpoorWeb, verrijkt met locatiedata en big data, kan ProRail sinds 2014 sneller en beter reageren op incidentmeldingen waardoor incidenten en calamiteiten sneller worden verholpen. Op en rond het spoor zijn circa tienduizend verstoringen per jaar, van technische storingen en incidenten tot crisissituaties die centraal vanuit het Operationeel Controle Centrum Rail (OCCR) in Utrecht worden afgehandeld. SpoorWeb stelt ProRail in staat deze incidenten te managen via één geïntegreerd informatie- en communicatieplatform waarin op basis van location intelligence en de specifieke kenmerken van het incident, realtime het meest geschikte afhandelscenario wordt bepaald. Het systeem zorgt ervoor dat tijdens een calamiteit alle relevante partijen, zoals hulpdiensten, snel worden gealarmeerd en de snelste aanrijroute krijgen. Daarnaast biedt het systeem één centraal platform voor het realtime delen en uitwisselen van relevante informatie over een incident en het verloop ervan zodat effectieve communicatie en een gecoördineerde aanpak zijn geborgd. ‘Waar we vroeger gemiddeld veertien minuten voor nodig hadden, zijn nu na melding van een incident binnen vier minuten vrijwel alle relevante partijen geïnformeerd. Een aanzienlijke tijdswinst’, aldus Hans Smits, manager Incidentenregie van ProRail.
BEDRIJVENNIEUWS NAM legt productie Schoonebeek volledig stil De NAM heeft op 5 juni de olieproductie in het Drentse Schoonebeek volledig stilgelegd. De reden is een aangetaste pijpleiding die het zoute water vervoert dat vrijkomt bij de olieproductie. Uit een inspectie blijkt dat de leiding op meerdere plekken van binnen is aangetast. In april werd een lek ontdekt op een akker in de gemeente Hardenberg. Het lek, dat ontstond door microbiologische activiteit die het staal van binnenuit aantastte, is inmiddels gerepareerd. De NAM stuurde een meetsonde door de pijpleiding die de binnenkant minutieus onderzocht. De data uit deze sonde is geanalyseerd en geeft aanleiding om de leiding voorlopig uit bedrijf te nemen.
Automatiseringssysteem Huntsman gemoderniseerd De Methyleendifenyldi-Isocyanaat (MDI)-fabriek van Huntsman in de Botlek is gemoderniseerd. Tijdens de fabrieksstop in april is een volledig nieuw besturingssysteem geïmplementeerd. Binnen veertien maanden is dit project voorbereid en succesvol uitgevoerd. Normaliter vragen dit soort projecten een veel langere voorbereidingstijd. De operators zijn van tevoren getraind om met het nieuwe systeem te werken, waardoor de fabriek efficiënt kon worden opgestart.
Eerste kwartaal 2015 positief voor chemie De productie is met ruim vier procent toegenomen ten opzichte van het laatste kwartaal van 2014. Veel bedrijven benutten de gunstige marktomstandigheden om nieuwe producten te ontwikkelen, nieuwe markten aan te boren en in productie-installaties te investeren. Investeerders hebben in 2014 17 investeringsprojecten hebben aangekondigd voor de chemische industrie. Deze investeringen vertegenwoordigen een waarde van 275 miljoen euro en 1000 banen. Ondanks positieve ontwikkelingen in het afgelopen jaar, daalde de omzet met drie procent tot 49 miljard euro.
6
iMaintain 15
D Actueel.indd 7
17-06-15 13:10
BIZZ56'' De nieuwe standaard in webvertising VAKBEURS
PUMPS & VALVES Ahoy Rotterdam
Gelijktijdig met Solids
Verrijk uw teksten, advertenties en commerciële boodschappen met een BIZZ56” video en integreer tekst, beeld en online voor een crossmediale boodschap.
Meer weten?
Als dit icoon bij een afbeelding staat, bekijk dan het bijbehorende filmpje door met uw smartphone of tablet de foto te scannen met de iLinqs app. U vindt de gratis iLinqs app in de appstore voor andriod en apple.
Bent u er ook b ij?
2015
Presenteer uw bedrijf, innovatie of project volgens de nieuwe standaard in webvertising: BIZZ56”. Vertel uw verhaal in uw eigen creatieve film van 56 seconden en de boodschap komt aan! Het doordachte stramien van BIZZ56” zorgt ervoor dat u en de filmers zich kunnen concentreren op het communicatieve en creatieve deel van uw boodschap. BIZZ56” voor een 30 / 09Bovenal - 01zorgt / 10 / 2015 snelle, complete en eigentijdse boodschap die de aandacht van uw doelgroep tot het einde Dé Nederlandse vakbeurs voor technologie en innovatie vasthoudt. BIZZ56”-video’s en zijn industriële multi-inzetbaar: in pompinstallaties componenten op uw website, via smartphones en tablets en op social media.
BIZZ56”is een product van Movielinqs video & virals. iLinqs is een app van Industrielinqs pers en platform
@PumpsValvesRdam Vakbeurs PUMPS & VALVES Neem contact op met Gijs Hoekstra/ #pumpsvalves (06 42 24 53 85) of movielinqs@industrielinqs.nl
www.easyfairs.com/pumps-nl _A5_liggend_bizz56.indd 43
22-10-14 09:25
iMaintain.info
geeft nog meer waarde voor uw geld Meer nieuws dan ooit • • • • • • • •
Actuele berichtgeving over de gehele onderhoudssector Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten en diensten Multimediale bedrijfspresentaties Tweewekelijkse Nieuwsbrief Live twitter updates LinkedIn interacted
iMaintain-abonnees krijgen meer • De nieuwste iMaintain staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase • Ga naar www.imaintain.info en kies abonneren
Ga direct naar imaintain.info en blijf iedereen voor 56-59_MO_NVDO_ Roosterinterventie.indd 58 _adv_www_iMaintain-A5.indd 43 IMA5Advertenties.indd advertenties.indd 818 IMA6
26-11-14 20-10-14 10:44 14:33 19-05-15 13:14 16:39 17-06-15
ACTUEEL 9
Windturbines zonder wieken zijn goedkoper en minder onderhoudsgevoelig
FOTO: ERIC DE VRIES
Sabic wint nieuwe veiligheidsprijs VOMI Tijdens Deltavisie op 4 juni is Sabic uit Geleen door een vakjury in Rotterdam uitgeroepen als winnaar van de eerste editie van de VOMI Safety eXperience Award. De andere genomineerden waren AEB Amsterdam en ExxonMobil in de Botlek. Site Director Dieter Hollmann, QESH Manager Olaf Derkx en Math Peeters, Director Logistics & Site Affairs, namen de award in ontvangst. Hollmann: ‘Met deze award bevestigen onze contractormedewerkers dat zij Sabic als meest veilige bedrijf ervaren. Een mooier compliment kun je als bedrijf niet ontvangen.’ Derkx: ‘Ik ben ontzettend trots op het feit dat onze contractormedewerkers zich veilig en gehoord voelen binnen Sabic. Dit zet voor mij de kroon op het werk dat wij doen om elk dag weer opnieuw elkaars veiligheid en het milieu verder te verbeteren.’ Veiligheid is al jaren een van de belangrijkste thema’s binnen de procesindustrie. Het veiligheidsbeleid wordt doorgaans vastgesteld op managementniveau, terwijl de mannen en vrouwen op de vloer de dagelijkse praktijk meemaken. Hoe ervaren zij de veiligheid op het terrein? Waar voelen zij zich het veiligst, en waarom? Naar aanleiding van deze vragen is een initiatief gestart om bewustzijn op het gebied van veiligheidsbelevenis ‘op de vloer’ te vergroten: de VOMI Safety eXperience Award. Tijdens het congres heeft Olaf Derkx van Sabic, net als de verantwoordelijken van de andere genomineerde sites, een presentatie over de veiligheidscultuur gegeven. De VOMI hoopt zo niet alleen het veiligheidsgevoel op de vloer te belichten, maar deze uiteindelijk ook te verbeteren. Bij Deltavisie 2015, het evenement voor de industrie in de Rijn/Schelde-Delta, stond dit jaar het thema ZERO centraal. En daar horen ook ZERO ongevallen in de industrie bij.
BEDRIJVENNIEUWS Nieuwe plannen moeten veiligheid chemische industrie versterken
FOTO: VORTEX BLADELESS
Als de Vortex Bladeless windturbines hun verwachtingen in de praktijk waarmaken, kunnen ze een goed alternatief vormen voor de traditionele windturbines. Door gebruik te maken van de vortexstromen rondom objecten, fungeert de mast als energieopwekker en kunnen rotorbladen achterwege blijven. Spaanse startup Vortex Bladeless ontwikkelde een windturbine zonder wieken. Het bedrijf gebruikt de vortexstromen van de wind rondom een taps toelopende mast om deze in beweging te krijgen. De turbine zit dan ook aan de voet van de mast, wat het onderhoud vergemakkelijkt. De kegel die de windwervelingen omzet in beweging is gemaakt van glasvezel en zo ontworpen dat hij optimaal gebruik maakt van de winstromen. Twee magneten in de voet van de mast zetten de beweging vervolgens om elektriciteit. De ontwikkelaars claimen dan ook dat deze manier van windenergieproductie goedkoper is omdat de mast nauwelijks bewegende delen kent en daardoor ook bijna geen onderhoud nodig heeft. Enige nadeel is dat de vortex windturbine een dertig procent lager rendement heeft dan een traditionele windturbine. Dat nadeel kan worden gecompenseerd doordat twee van deze installaties kunnen worden gezet op de plek waar normaal gesproken één windturbine zou passen. Men verwacht dat de turbines meer dan de helft goedkoper kunnen worden geproduceerd dan een gangbare windturbine omdat de kosten daarvan grotendeels worden bepaald door de turbinebladen en het regelsysteem. Vervolgens verwacht men in de beheer- en onderhoudsfase nog eens de helft goedkoper uit te zijn. Daar komen nog de voordelen bij dat een windturbine zonder bladen minder geluidsoverlast of slagschaduwen geeft en ook vriendelijker is voor vogels. Inmiddels heeft het bedrijf al één miljoen euro opgehaald uit privéfondsen en is men nog bezig met crowdfunding om de eerste proefexemplaren te bouwen. De eerste doelstelling is de bouw van een vortex turbine van 2,7 meter hoog met een capaciteit van honderd watt. Dit is de miniversie van de turbine die het einddoel is: een 12,5 meter lange kegel.
Zes veiligheidsplannen voor de chemische industrie zijn op 1 juni gelanceerd. Staatssecretaris Mansveld (Ministerie van I&M) en Anton van Beek (voorzitter van het programma Veiligheid Voorop) deden dat als onderdeel van het programma Veiligheid Voorop. Via deze zogeheten Safety Deals investeren bedrijven en de overheid gezamenlijk verder in de veiligheid van de chemieketen. Een van de afgesloten deals gaat over de Self Assessment Questionaire ‘Veiligheid’. Dit is een instrument waarmee BRZO-bedrijven hun veiligheidsprestaties en -cultuur kunnen beoordelen en actiepunten kunnen opstellen om deze te verbeteren. Een andere Safety Deal helpt bedrijven om kennis en best practices uit te wisselen, zoals via workshops voor BRZO-bedrijven. Veiligheid Voorop wil daarnaast een veiligheidsbuddy-systeem introduceren. Hierin ondersteunen bedrijven die voorop lopen met veiligheid de minder ervaren branchegenoten.
Systeem voor 3D-metaalprinten dit jaar op de markt Volgens Additive Industries belichaamt de MetalFAB1 de ambitie om 3D-metaalprinten van bestaande lab- en prototyping toepassingen te brengen naar gebruik voor reguliere serieproductie op de fabrieksvloer. De hoge reproduceerbaarheid komt voort uit de semiconductor industrie. Stabiliteit wordt bereikt door de combinatie van een robuust machine-ontwerp en een continue kalibratiestrategie. Een geautomatiseerde robot verbindt processtappen, reduceert het aantal handmatige acties, verbetert de consistentie en kwaliteit van de producten en verhoogt de veiligheid van de operator. Het bedrijf wil het systeem in het vierde kwartaal van 2015 introduceren.
uw mailbox? Al het nineuvoworsoninze nieuwsbrief op
iMaintain.info!
Meld u aa
6
iMaintain 15
D Actueel.indd 9
17-06-15 13:10
10 INTERVIEW
‘Het is nu echt veel beter dan vr
Schipper: ‘De krakers bij Dow staan er momenteel echt heel goed bij.’
6 15 iMaintain
O Interview.indd 10
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
17-06-15 13:58
INTERVIEW 11
n vroeger’ In het verre verleden ging een naftakraker elke twee jaar in onderhoudsstop. Momenteel is de tussenliggende periode maar liefst acht tot negen jaar. En de installaties staan er bij Dow in Terneuzen echt veel beter bij dan ooit, stelt Dik Schipper, die afgelopen voorjaar afscheid nam als ‘production leader’. ‘Tegenwoordig staat de naftakraker bijna nooit stil. Dat was vroeger wel anders.’
Wim Raaijen
FOTO’S: WIM RAAIJEN
De oudste kraker van Dow Benelux is inmiddels 45 jaar oud. Hoe lang die nog mee gaat? Dik Schipper durft er geen voorspelling aan te wagen. Petrochemische installaties werden in het verleden gebouwd om ongeveer dertig jaar dienst te doen. Maar met levensduurverlengende projecten en verbeterde onderhoud en procesvoering wordt die termijn tegenwoordig immens opgerekt. Schipper: ‘De krakers bij Dow staan er momenteel echt heel goed bij. Dus het heeft weinig zin om ze te vervangen. Misschien zijn ze minder efficiënt dan een state-of the-art kraker die je nu helemaal nieuw gaat neer zetten. Maar nieuwe krakers worden bijna niet meer gebouwd. Er vallen er eerder een paar af. Belangrijk is dan dat de kraker met een flexibele feedstock kan werken, dat ze volledig geïntegreerd werken met veel andere installaties en dat de locatie goed is. Bijvoorbeeld aan diep water.’ Ondanks dat hij in februari met vervroegd pensioen is gegaan, deelt hij gedreven en gul zijn kennis over het opereren en onderhouden van industriële installaties. Alsof hij nog elke dag op de site van Dow in Terneuzen is te vinden. Alleen zijn bruine gelaat verraadt direct dat hij de laatste maanden veel buiten is geweest. Om zijn
“
hoofd wat leeg te maken, is hij sinds zijn afscheid acht uur per dag fysiek bezig geweest in de bospartijen rond zijn enorme tuin. En dat heeft enorm geholpen. Eén van de hoogtepunten van zijn lange carrière bij Dow was de verkiezing tot nationaal Plant Manager of the Year in 2010. De jury roemde hem toen vanwege zijn technisch en organisatorisch inzicht. ‘Daarnaast is hij een coachende leider die met zijn directe stijl het beste uit mensen weet te halen’, aldus het juryrapport destijds. Als productiemanager van de drie krakerinstallaties van Dow Terneuzen had hij op dat moment 350 mensen onder zich. Op dat moment was hij ook al betrokken bij de aansluiting van het onderwijs met de industrie, vooral als het gaat om het mbo. Daar wil hij zich voor blijven inzetten. ‘Nu gaat het nog goed, maar de aanwas van nieuwe mensen kan een probleem worden. In Zeeland en met name Zeeuws-Vlaanderen is er sprake van een enorme krimp.’
Fabelen Schipper heeft in de afgelopen decennia het onderhoud aan de installaties enorm zien verbeteren. ‘Indertijd gingen de
Dik Schipper: ‘Een bedrijf gaat echt niet bezuinigen en de veiligheid ter discussie stellen. Het afbreukrisico is veel te groot.’ 6
iMaintain 15
O Interview.indd 11
17-06-15 13:58
12 INTERVIEW
‘Momenteel zijn monteurs slechts vijftig procent van hun tijd daadwerkelijk bezig met sleutelen. De rest zijn ze bezig met bijvoorbeeld vergunningprocedures of simpelweg wachten. Dat kan natuurlijk efficiënter.’
krakers elke twee jaar in onderhoudsstop en verder deden we onderhoud bij storingen. Het kwam regelmatig voor dat installaties tussentijds stil kwamen te liggen. Dat komt tegenwoordig nauwelijks meer voor, terwijl de frequentie van de onderhoudsstops nu op acht tot negen jaar ligt. Er gebeurt veel meer preventief en als de installaties gewoon in bedrijf zijn. Met bestaande technologie kunnen we beter voorspellen wanneer bijvoorbeeld onderdelen vervangen moeten worden. Denk bijvoorbeeld aan röntgentechnieken om het warmtetransport in kaart te brengen.’ Op die manier zijn bijvoorbeeld veel gemakkelijker interne lekkages op te sporen of is de dikte van leidingen te meten. Het is er echt veel beter op geworden. De verhalen dat er tijdens de crisis veel op onderhoudskosten is bespaard, waardoor de veiligheid in de chemische industrie onder druk kwam te staan, verwijst hij het liefst naar het rijk der fabelen. Schipper: ‘Een bedrijf gaat echt niet bezuinigen en de veiligheid ter discussie stellen. Het afbreukrisico is veel te groot. Chemische bedrijven zetten heus hun ‘license to operate’ niet op het spel. En uiteraard willen we zelf op de locatie ook veilig werken. Zo hebben we het hogedrukreinigen van onderdelen onbemand gemaakt. Werken met hogedrukspuiten zorgden in het verleden voor verschillende nare incidenten. De hoge druk kan echt vreselijke schade aan het lichaam veroorzaken. Dat risico wilden we niet lager nemen. We hebben nu reinigingsapparaten die op afstand kunnen worden bediend. In het begin zorgde dat voor vertraging, maar inmiddels doen die machines minstens net zo snel het werk als bij een handmatige reiniging.’
Serieus Dat er de laatste jaren verschillende incidenten zijn geweest in de procesindustrie heeft volgens Schipper ook geen direct verband met de budgetten voor onderhoud. Hij vindt dat dergelijke conclusies te vaak en te gemakkelijk worden getrokken. Menselijk falen heeft in de meeste gevallen een andere oorzaak. En menselijk falen kun je volgens hem helaas nooit honderd procent uitsluiten. Maar het is wel ontzettend belangrijk om de risico’s zo veel mogelijk te beperken. ‘De laatste veertig jaar zijn er veel meer goede procedures en checklists gekomen.
Er zijn steeds meer ‘layers of defense’ ingebouwd.’ Ook werd er meer aan het veiligheidsbewustzijn van de mensen gewerkt. Het ‘waarom’ van veiligheid. Schipper: ‘Beide heb je nodig om veiliger te opereren.’ Hij merkt dat het veiligheidsbesef en maatschappelijke verantwoordelijkheid steeds meer van binnenuit komt. ‘Veertig tot vijftig jaar geleden gold dat wanneer de schoorsteen rookte, er welvaart was. Dat idee is natuurlijk ouderwets. Tegenwoordig is het interne besef veel groter dat we goed voor onze omgeving moeten zorgen. De samenleving brengen we steeds meer met ons mee. Dat zien we bijvoorbeeld ook bij sollicitaties. Mensen kiezen tegenwoordig niet alleen maar voor een
6 15 iMaintain
O Interview.indd 12
17-06-15 13:58
INTERVIEW 13
“
De samenleving brengen we steeds meer met ons mee. Dat zien we bijvoorbeeld ook bij sollicitaties. Mensen kiezen tegenwoordig niet alleen maar voor een goed salaris.’
goed salaris. In toenemende mate willen ze ook weten bij wat voor soort bedrijf ze komen te werken en of maatschappelijke waarden wel serieus worden genomen.’
Injecteren Volgens Schipper gaat het onderhoud zich de komende jaren nog veel meer professionaliseren. Zowel procesmatig als innovatief. Zo denkt hij dat werkprocessen nog
beduidend efficiënter kunnen. ‘Momenteel zijn monteurs slechts vijftig procent van hun tijd daadwerkelijk bezig met sleutelen. De rest zijn ze bezig met bijvoorbeeld vergunningprocedures of simpelweg wachten. Dat kan natuurlijk efficiënter.’ Om tot meer innovaties te komen vindt Schipper het belangrijk dat opdrachtgevers, engineers en contractors regelmatig met elkaar aan tafel gaan zitten om te
bedenken hoe het anders en beter kan. Zowel procesmatig als technologisch. Schipper: ‘Een mooi voorbeeld is dat we in verschillende installaties stoffen kunnen injecteren die vervuiling tegengaan. Daardoor hoeven we onderdelen minder vaak te reinigen.’ Ook verwacht Schipper veel van de doorontwikkeling van diagnostische apparatuur. ‘We kunnen steeds beter online vibraties meten, scheurtjes controleren en wanddiktes meten. Meten is weten. En door al deze informatie te correleren, kun je veel beter voorspellen wat er gaat gebeuren. Als je nu al ziet wat je met röntgenbeelden bij destillatiekolommen kunt doen. Er kan al zo veel en dat wordt alleen maar meer.’ ■
6
iMaintain 15
O Interview.indd 13
17-06-15 13:58
14 AUGMENTED REALITY
Augmented reality verbetert turnaround Augmented reality is het verrijken van de werkelijkheid met een virtuele informatielaag. Door deze digitale laag in tablets kunnen technici sneller objecten vinden en problemen melden, terwijl het bedrijf realtime op de hoogte blijft van de voortgang. In Duitsland werden de eerste vruchten van geplukt van een nieuwe mobiele dienst die chemiebedrijven helpt bij hun turnaround. Inge Janse
Het is een komen en gaan van hippe nieuwe technologieën die het werk in de chemische industrie op de site op zijn kop zouden zetten. Smartwatches, tablets, smartphones en Google Glasses: slimme bureaus lieten geen mogelijkheid onbenut om hulpmiddelen te verzinnen voor de werkvloer van chemiebedrijven. Wat alleen achterblijft, zijn de harde praktijkverhalen. Want hoewel veel ideeën op papier (en in de bijzonder glossy opgemaakte folders) uitstekend klinken, is de chemische industrie niet zo happig op nieuwe technologieën. Alles staat of valt bij beheersbare en reproduceerbare procedures, dus dan is elke wijziging een bedreiging.
door de plant lopen. Huisman: ‘Ons systeem kan bijvoorbeeld objecten herkennen en daar extra informatie over geven. Dit helpt om de situatie beter te interpreteren.’ RTC heeft zijn oplossing Mobile Data Management gedoopt. In een notendop helpt deze mobiele oplossing om slim en realtime om te gaan met onderhouds- en procesdata. Het bedrijf werkt hierbij nauw samen met twee partners, waaronder i3Next, een bedrijf waar Huisman medeeigenaar van is.
‘Heel veel mensen zijn van huis uit al gewend om met een tablet te werken.’
Augmented reality Bij het Brielse Rotary Equipment Services (RES) is niettemin een ander geluid te horen. Dat is afkomstig van Edwin Huisman, directeur-eigenaar van het bedrijf dat onderhoudsreparaties uitvoert voor rotating equipment. Rotary Trading Company (RTC), een dochterbedrijf van RES, heeft namelijk zowel een technologische noviteit ontwikkeld als deze daadwerkelijk toegepast tijdens een turnaround. De innovatie van RTC valt onder de noemer augmented reality, oftewel het verrijken van de normale werkelijkheid met een virtuele informatielaag. Dit gebeurt via een tablet waarmee technici
Het grote voordeel is volgens Huisman dat zijn softwareoplossing vooral data gebruikt die de klant al in zijn systeem heeft. Mobile Data Management combineert planningsdata uit ERP-pakketten als SAP of Ultimo, plantdata uit de Distributed Control Systems (DCS) en tekeningen van de afdeling Engineering. Dat klinkt simpel, maar dat is het niet. ‘Data zit normaal in veel verschillende systemen en op veel verschillende plaatsen. Wij verzamelen deze data en maken deze voor de gebruiker eenvoudig toegankelijk, op elk moment en precies daar waar het nodig is.’
Belangrijkste winstpunten van Mobile Data Management:
Lastig afstemmen
• Tijdswinst door betere registratie voortgang. • Minder on site zoekwerk, en daardoor minder stress op de werkplek. • Betere monitoring van werkzaamheden, inclusief koppeling met KPI’s. • Technici hebben on site alle gegevens bij zich. • Drempel voor registratie van data is lager. • Data wordt direct verwerkt. • Optie bestaat ook om alle objecten van de plant te voorzien van geografische data, zodat een monteur via zijn tablet direct weet waar hij moet zijn.
Tot zover de theorie. Want hoe mooi alles ook klinkt: ‘the proof is in the eating of the pudding’. RTC kon gelukkig vorig jaar het systeem testen bij de turnaround van een (wegens concurrentiegevoeligheden niet nader te specificeren) chemiebedrijf in Duitsland. Huisman: ‘De werkvoorbereidingen waren in SAP gedaan, waarna het bedrijf die data overzette naar Primavera, het planningssysteem voor turnarounds.
6 15 iMaintain
J AugReality.indd 14
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
17-06-15 13:22
FOTO’S: ROTARY EQUIPMENT SERVICES
AUGMENTED REALITY 15
Onze klant had alleen bij eerdere turnarounds gemerkt dat het registreren van de dagelijkse ‘progress’ efficiënter kon.’ Want wat is het probleem? Normaal lopen er bij een turnaround tientallen mensen rond die één of twee keer per dag rapporteren over hun voortgang. De registratie daarvan gebeurt alleen pas aan het einde van de dag via papieren formulieren. De planning voor de volgende dag kan daarom pas ‘s avonds en ‘s nachts gemaakt worden, terwijl gedurende de dag het onduidelijk is hoe alles ervoor staat. Disciplines op elkaar laten afstemmen is dan heel lastig, want de status van projecten is vaak onbekend. Bovendien moet er na de turnaround altijd heel veel informatie nog worden verwerkt (zoals foto’s en checklists), wat er dan weer vaak in de waan van de dag bij inschiet.
Stimulans Mobile Data Management werd daarom aan Primavera gekoppeld om alle data uit te lezen, waarna elke voorman een tablet meekreeg waarop het systeem van RTC
informatie toonde. Zo vertelde de tablet hoe de rest van het werk ervoor stond en wat de status was van de onderdelen die off-site werden gerepareerd. Bovendien kon de voorman op elk moment van de dag zijn voortgang registeren en direct doorgeven. Het resultaat: realtime inzicht in de turnaround. Daarnaast werd de registratie (die er normaliter achteraf bij inschoot) al grotendeels tijdens de stop gerealiseerd. Voorlieden konden via de tablet direct hun inspectielijsten invullen, afwijkingen van de scope doorgeven en meldingen van problemen maken. Ook werden alle foto’s van belangrijke situaties gekoppeld aan een taak en ordernummer, zodat ze direct op de juiste plek opgeslagen werden. Om ervoor te zorgen dat de tablets optimaal zouden worden ingezet, bouwde Huisman een wedstrijdelement in. ‘Onze klant had een dashboard waarop hij zag welke contractor hoeveel voortgang had gemaakt. De voorman die in een week tijd de meeste progress had geboekt, mocht zijn tablet houden.’
Privé Natuurlijk verliep de implementatie van de mobiele applicatie niet zonder slag of stoot. Zo wilde de site-eigenaar eerst enkel met Atex-gecertificeerde tablets werken, maar zeventig mobiele devices à 2.500 euro was wat veel van het goede. ‘Gelukkig zag onze klant in dat de fabriek tijdens de turnaround grotendeels uit zou staan. Daardoor waren er niet per se overal Atex-tablets nodig. We werkten dus met normale tablets, tenzij er echt een explosieveilige variant nodig was.’ Een andere uitdaging vormde de implementatie van de navigatiefunctie. Dit houdt in dat alle onderdelen van de plant een ‘tag’ krijgen die de geografische locatie doorgeeft aan de tablet. Als een technicus bij een bepaalde installatie moet zijn, dan wordt hij via zijn tablet direct naar de juiste plek geloodst. Dit voorkomt onnodige zoektijd voor medewerkers die niet bekend zijn op de site. ‘Door de korte voorbereidingstijd konden we deze alleen niet volledig inzetten.’ Wat heel erg meeviel, was de tijd die
6
iMaintain 15
J AugReality.indd 15
17-06-15 13:22
Weet uw ERP-systeem wel wat uw productieproces doet?
In veel fabrieken staan ze los van elkaar. De productie-
omdat je met veel aspecten rekening moet houden. Van
processen aan de ene kant en het ERP-systeem aan de
productie en logistiek tot financiën en automatisering.
andere kant. Het koppelen van deze besturingssystemen
Croon heeft kennis van alle verschillende processen.
levert u veel voordelen op. Zoals efficiëntere productie, een
We zijn gespecialiseerd in data-engineering en het op-
kortere time-to-market, minder fouten, en meer inzicht.
bouwen van databases, en we werken merkonafhankelijk.
Invoering van zo’n geïntegreerd systeem is niet eenvoudig
Meer weten? Kijk dan op www.procesautomatisering.nl. ontwerp . realisatie . maintenance croon.nl
IMA6 Advertenties.indd 16automatisering A4.indd 1 0540.00.670 Adv industiele
17-06-15 13:31 13:14 12-03-15
AUGMENTED REALITY 17
nodig was om de voormannen te trainen. ‘Dat duurde maar vijftien minuten, ongeacht hun leeftijd. Heel veel mensen zijn van huis uit al gewend om met een tablet te werken. Swypen, inzoomen, toetsenbord gebruiken: het is allemaal al bekend hoe het werkt. Privé zijn we nu eenmaal verder dan zakelijk.’
Enorme winst Veel winst ontstond ook doordat de tabletgebruikers on site op taakniveau documenten konden inzien. ‘Als je die niet bij de hand hebt, moet je elke keer terug
‘Wij zien tablets als een stuk gereedschap, net zoals monteurs hun gereedschap hebben.’ naar je kantoor. Vooral als je meerdere klussen moet doen, kun je niet allemaal mappen met detailinformatie op de site meenemen. Die digitale beschikbaarheid leverde tijdswinst op.’ De dagelijkse progress werd via de tablets veel sneller en beter bijgehouden dan voorheen op papier. Toch kwamen de meeste meldingen niet via de tablet. Zestig procent van de voortgang werd namelijk via een website doorgegeven, meestal door de werkvoorbereiders op hun kantoor. ‘We hadden meer mobiele meldingen verwacht, maar veel technici gaan toch liever terug naar hun basis en vragen dan aan hun werkvoorbereider om dit te doen.’ Niettemin is veertig procent een enorme winst ten opzichte van de oude situatie, vindt Huisman. ‘Dat is bijna de helft van wat de vorige keren aan het einde van de dag moest worden verzameld.’
En de kosten voor het systeem zelf? ‘We denken geen nieuw systeem uit, maar optimaliseren wat er al is. De kosten van onze applicatie vallen in het niet bij de kosten van de tijd die bedrijven voorheen kwijt waren aan het op orde krijgen van het inzicht in de voortgang.’
Niet al te happig Er lijkt dus goud te gloren voor Mobile Data Management. Maar Huisman ziet meer mogelijkheden, zoals voor inspecties. ‘Een inspecteur wil ‘on the spot’ documenten invullen, want anders moet hij elke keer eerst terug naar zijn bureau en informatie uploaden. Ook is het handig als een inspecteur altijd alle informatie bij de hand heeft. Voor inspecties kan onze dienst veel tijd besparen. Bovendien is de registratie altijd actueel.’ Lastiger is de introductie van de dienst voor het reguliere onderhoud van sites. Voordelen ziet hij zeker: altijd instructies bij de hand, herkenning van het te repareren object en meer veiligheid. Het lastige
Feiten en cijfers van de turnaround: • Duur: 5 weken • Gewerkte uren: 45.000 • Gebruikt materiaal: 2100 • On site uitgevoerde activiteiten: 21.500 • Contractors: 8 • Technici on site (piek): 500
• Reparatieworkshops: 7 (twee on site en vijf extern) • Tablets: 70 • Foto’s: 100 per dag • Training: 15 minuten per persoon • Systeemactiviteiten: 21.693
is alleen dat er bij maintenance nog veel meer mensen betrokken zijn. Dat betekent dat je veel meer tablets nodig hebt, plus dat veel technici van buitenfirma’s zijn. En aangezien op de tablets vaak gevoelige informatie over de plant staat, zijn site-eigenaren er niet al te happig op om contractors daarmee te laten rondlopen. Huisman heeft er niettemin rekening mee gehouden, mocht het nodig zijn. ‘De tablets zijn zo beveiligd dat ze niet meer werken als ze buiten het terrein van de site komen.’
Het onbekende Als laatste: wat houdt de massale adoptie door bedrijven van het RTC-systeem nog tegen? Ten eerste het investeringsvraagstuk, weet Huisman. ‘Wij zien tablets als een stuk gereedschap, net zoals monteurs hun gereedschap hebben. Maar bedrijven zien mobiele apparaten vaak enkel als een extra kostenpost. Per geval werken wij daarom gezamenlijk de business case uit. Ons systeem moet wel toegevoegde waarde bieden, anders ontstaat er geen draagvlak.’ Wat ook lastig is, is om het systeem goed in de bestaande ICT-infrastructuur te krijgen. ‘Wat vooral veel tijd kost, is goedkeuring krijgen om koppelingen met databases te maken.’ En dan is er nog die altijd terugkerende angst. ‘Bedrijven zijn vaak bang voor het onbekende. Gelukkig zien zij tegelijkertijd dat dit systeem oplossingen biedt voor de vele uitdagingen die er nog te trotseren zijn.’ ■
6
iMaintain 15
J AugReality.indd 17
17-06-15 13:22
18 GASINFRASTRUCTUUR
Renovatie regionaal gastransport netwerk is logistieke uitdaging Gasunie startte drie jaar geleden met een zeer omvangrijk renovatieprogramma om de regionale gastransportleidingen op het gewenste niveau te brengen. Het spreekt haast vanzelf dat daarmee ook de betrouwbaarheid van het gassysteem toeneemt. Het vergt echter heel wat logistiek denkwerk om 2800 afsluiterstations, tachtig meet- en regelstations en duizend gasontvangststations de komende twintig jaar aan te pakken, terwijl het gas moet blijven stromen. David van Baarle
Na de ontdekking van aardgas in het Groningse Slochterenveld in 1959 werd in 1963 de N.V. Nederlandse Gasunie opgericht. Het bedrijf investeerde al snel in een netwerk om het gas in de Nederlandse huishoudens te krijgen. Een deel van het net is dan ook ruim vijftig jaar oud en krijgt te maken met typische onderhoudsproblemen en storingen voor een asset van die leeftijd. Omdat Gasunie de komende decennia nog veilig en betrouwbaar gas wil leveren, startte men twee jaar geleden met een grootschalig onderhouds- en vervangingsprogramma dat in totaal zo’n vijftien tot twintig jaar in beslag zal nemen. In die jaren zullen door heel Nederland 2800 afsluiterschema’s, tachtig meet- en regelstations en duizend gasontvangstations worden vernieuwd of gerenoveerd.
‘We gebruiken een mobiel gasontvangstation dat het werk van de installatie overneemt, zodat we de installatie volledig gasloos en drukvrij kunnen maken.’ De technische en operationele uitdaging voor een dergelijk project is behoorlijk groot, maar het projectmanagement en de logistiek rondom de projecten zijn misschien nog wel complexer. Menno Hemminga is programmamanager van de megarenovatie. Om de complexiteit van het project te omschrijven grijpt Hemminga terug naar een aantal analogieën buiten de wereld van gastransport. ‘De assets in het net kun je vergelijken met een auto. Naarmate die ouder wordt, krijg je met steeds meer kosten te maken voor onderhoud, soms zijn er kleine revisies nodig of moeten onderdelen zelfs geheel worden vervangen. Op een gegeven moment wordt het
6 15 iMaintain
K Gasunie.indd 18
heel duur om zo’n auto nog in conditie te houden, zeker als onderdelen niet meer beschikbaar zijn. Op dat punt waren we in 2012 aanbeland. Op assetniveau gaat het voornamelijk om grote getallen en veel projecten, het wordt echter pas echt complex in een systeem waar geheel Nederland van afhankelijk is. Daarom is een tijdige start van dit programma belangrijk. Alleen dan kunnen we borgen dat ook de laatste assets op tijd kunnen worden gerenoveerd.’
Spoorwegen Het gasnet kun je het beste vergelijken met de Nederlandse spoorwegen met stations, wissels en alle bijbehorende systemen. Tijdens de werkzaamheden moet de trein blijven rijden, oftewel het gas blijven stromen. Nu zijn er wel middelen om het gas om te leiden, maar die kunnen niet onbeperkt worden ingezet. Hemminga: ‘Hier ligt weer een analogie met de rijkswegen voor de hand: als je een weg afsluit, kan het verkeer vaak nog wel een weg vinden over alternatieve routes. Maar als die alternatieve routes ook worden geblokkeerd, ontstaan files, of in het geval van gas ontstaat dan een tekort aan transportcapaciteit op een bepaalde route. En dus spreiden we de werkzaamheden geografisch, maar ook in de tijd en de seizoenen. We houden ook rekening met activiteiten van klanten en bijvoorbeeld met de beschikbaarheid van eigen technisch specialistisch personeel om het werk uit te voeren. Om al die factoren te kunnen balanceren zonder dat de veiligheid en leveringszekerheid in gevaar komen, is een programma ingericht dat zich uitstrekt over een periode van rond de twintig jaar. Of we die tijd daadwerkelijk nodig hebben, is mede afhankelijk van wat we tegenkomen gedurende het programma. Uiteraard willen we leren van de uitgevoerde projecten om de lessons learned weer toe te passen bij de volgende
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
17-06-15 13:23
FOTO’S: GASUNIE
GASINFRASTRUCTUUR 19
klus. Wat dat aangaat zit er veel herhaling in de werkzaamheden en kun je gaan optimaliseren.’
Regionale transportleidingen Hoewel de analogieën tot de verbeelding spreken, kent het gasnet zijn eigen dynamiek. Want anders dan de spoorwegen is het gasnet een gesloten systeem waarbij het gas voornamelijk één richting op stroomt. Na winning en behandeling in Groningen door de gasproducent wordt het gas op de gewenste druk gebracht, zodat het richting de klant kan stromen. Hemminga: ‘In totaal beheert Gasunie in Nederland zo’n 12.500 kilometer aan gaspijpleidingen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de hoofdtransportleiding (HTL) waar het gas door grote pijpleidingen onder een druk van 67 bar van noord naar zuid en van oost naar west gaat. Vertakkingen in dit net, de regionale transportleidingen (RTL), brengen het gas onder een druk van veertig bar bij de regionale netbeheerders (rnb’s) en industrieën. De rnb’s brengen het gas vervolgens op een druk van acht bar naar hun klanten.’ Dit project beperkt zich tot de regionale transportleidingen en dan alleen de ondersteunende assets, dus niet de leidingen
zelf. Die kennen een eigen onderhoudsprogramma. ‘Voor zowel het hoofdnet als het regionale net geldt dat alles wat zich ondergronds bevindt zoveel mogelijk wordt beschermd. De leidingen zijn bij aanleg destijds uiteraard voorzien van coating, maar worden ook kathodisch beschermd door er een kleine spanning op te zetten. Door verlaging van het potentiaal vertragen we de anodereactie van ijzer tot ijzerionen en voorkomen daarmee corrosie. Daarnaast controleren we de leidingen van binnenuit door middel van pigging.’ De bovengrondse assets worden op de gangbare manieren beschermd en op regelmatige basis geïnspecteerd en onderhouden. De afsluiterschema’s zijn in de analogie van de spoorwegen de wissels in het net. Een stelsel van afsluiters kan de gasstroom afsluiten of een verbinding tussen twee leidingen leggen of verbreken. ‘Van de afsluiterpopulatie weten we dat die door veroudering langzaam maar zeker qua bedienbaarheid en functionaliteit achteruit gaat. En dat zou op termijn kunnen leiden dat afsluiters bijvoorbeeld minder goed afdichten op momenten dat dat gewenst is. In het netwerk komen de afsluiters altijd in groepjes, in onze termen schema’s, voor. Binnen het renovatie-
project vervangen we geen individuele afsluiters, maar altijd een compleet schema’, legt Hemminga uit. ‘Dat we daarbij andere keuzes maken dan vijftig jaar geleden, moge duidelijk zijn. Al was het maar omdat de gebruikte afsluiters eigenlijk meer waren ontworpen voor oliestromen. Het was destijds namelijk de eerste keer dat een dergelijk netwerk werd aangelegd voor het transport van aardgas en dus gebruikte men het materiaal dat voorhanden was uit de olieindustrie. De nieuwe afsluiters zijn dedicated ontworpen voor gastransport en dat is met name terug te zien in de keuze voor de seals die niet meer volledig soft seated zullen zijn, maar nu deels in metaal zijn uitgevoerd. Daarmee voorkomen we een hoop slijtage van de seals die de oudere generatie dus wat meer had. En zo kunnen de inspectie en onderhoudsrondes hoogstwaarschijnlijk in frequentie afnemen. Het onderhoud zal in de toekomst dan ook beter voorspelbaar worden. We voegen waar nodig nog extra drukpuntmeetsystemen toe om de flows en drukken via telemetrie nog beter te kunnen volgen, maar eigenlijk is het systeem op zich al behoorlijk robuust. Behalve het feit dat de assets zo zijn ontworpen dat ze qua druk en flow over een brede range altijd
6
iMaintain 15
K Gasunie.indd 19
17-06-15 13:23
09FOT
Datum: 18|09|2015 Locatie: Nijlicht|Eemshaven
Thema: Nieuwe chemie in de EemsDelta PROGRAMMA 10.00 ontvangst 10.30 aanvang - opening dagvoorzitters Cas König (ESD SIC) en Wim Raaijen (Petrochem) - feedbackinterview over vorderingen in de EemsDelta - Keynote Marco Waas, Akzo Nobel - Energy Savers, Cas König op bezoek bij Eward Hofstede (Avebe)
13.00 middagprogramma - keynote over investeringsklimaat - pitches finalisten Northern Enlightenmentz 14.15 pauze 14.45 visies en inspiratie - power to products - biogrondstoffen - synergievoordelen in industriële ketens - uitreiking Northern Enlightenmentz
12.00 lunch 16.00 borrel
www.eemsdeltavisie.nl IMA6 Advertenties.indd 20 150615 iLinqs_Eemsdeltavisie OK.indd 20
17-06-15 16-06-15 13:14 14:41
GASINFRASTRUCTUUR 21
goed functioneren, zijn ze bij het ontwerp ook nog eens voorzien van de benodigde redundantie. En daarmee kunnen we borgen dat de kans op een niet-levering wel heel erg klein is.’
Pig run’s De oude afsluiters worden overigens niet zomaar weggegooid. ‘Zodra we ze er uit halen, keuren we ze en kijken we of ze nog in hun geheel of dat sommige delen van de afsluiters kunnen worden hergebruikt. Bij een zo’n lang lopend programma ontkom je er namelijk niet aan om zo nu en dan reparaties uit te voeren aan nog niet aangepakte afsluiterschema’s. Ook voor de andere projecten geldt dat we blijven kijken wat we eventueel kunnen gebruiken als spare. Je kunt je voorstellen dat sommige spares na vijftig jaar niet meer te krijgen zijn’, aldus Hemminga. De volgorde waarin de landelijk verspreide afsluiterschema’s worden gerenoveerd wordt bepaald door een drietal factoren. ‘Allereerst gebruiken we een beslismodel om een ranking aan te brengen. De ene afsluiter is nu eenmaal belangrijker of ligt strategischer in het net dan andere. Daarnaast is de keuze afhankelijk van de geplande pig run programma’s. We sturen namelijk drie soorten pigs door de pijpleidingen: één die de leiding schoonmaakt, één die meet of de buis niet gedeukt is en één die de pijpleiding controleert op krassen en corrosie en die wanddiktes kan meten. Veel afsluitschema’s worden gerenoveerd om zo’n pig run mogelijk te maken. Als laatste proberen we zoveel mogelijk werk te clusteren. Als we ergens een schema aanpakken en we weten dat er twee kilometer verderop ook eentje zit, pakken we ze achter elkaar aan. Op die manier zetten we steeds tracés uit
waarmee het net stukje bij beetje wordt vernieuwd.’
Spares In de meet- en regelstations wordt het gas uit de hoofdtransportleiding overgezet naar de regionale transportleidingen. De druk van 67 bar wordt teruggebracht naar 40 bar en in deze stations wordt ook de bekende gas geur toegevoegd via een odorantinstallatie. Gas is namelijk van zichzelf geurloos en dat zou tot ongelukken kunnen leiden als iemand zijn gasfornuis laat aanstaan. En dus wordt er daar de geurstof met de herkenbare gaslucht aan toegevoegd. ‘De meet- en regelstations worden één-op-één vervangen’, zegt Hemminga. ‘Er zullen circa tachtig worden vernieuwd. Alleen de gebouwen en odorantinstallaties blijven intact.’
‘Omdat we van alle vrijgekomen assets de conditie onderzoeken en vergelijken met de veronderstelde conditie, zijn we in staat om op termijn het tempo en de scope op maat bij te sturen.’ Tot slot worden ook nog duizend gasontvangstations aangepakt. Het gasontvangstation is de plek waar Gasunie het aardgas overdraagt aan de regionale netbeheerders zoals Enexis, Liander en Stedin, die het gas vervolgens leveren aan de huishoudens en instellingen. Daarnaast hebben grote afnemers in de industrie een gasontvangstation op hun terrein staan. ‘Hier worden alleen de gasvoerende installaties en de leidingen aangepakt.
We gebruiken een mobiel gasontvangstation dat het werk van de installatie overneemt, zodat we de installatie volledig gasloos en drukvrij kunnen maken.’ De twintig jaar die is uitgetrokken voor dit grote programma is gezien de omvang nog steeds best uitdagend. Het vervangen van de meet- en regelstations neemt gemiddeld zo’n vier tot vijf maanden in beslag en de vervanging van de gasinfrastructuur in de gasontvangstations vergt zo’n vier tot zes weken. En dat is dan nog zonder de twee jaar voorbereiding. Gasunie heeft het werk dan ook netjes verdeeld in pakketten, uitgebreide specificaties geschreven en de pakketten vervolgens Europees aanbesteed. ‘We hebben zelf in de studiefase naar de meest optimale oplossing gezocht en aan de hand daarvan de functionele specificaties en vervolgens de projectspecificaties vastgesteld. Dat moet voornamelijk met eigen personeel, omdat er veel inhoudelijke netwerkkennis en kennis van wet- en regelgeving voor is vereist. Maar daarnaast besteden we graag zoveel mogelijk vanaf met name de detail engineering uit. De pakketten zijn uiteindelijk door de afdeling Procurement op de markt gezet en na weging gegund aan acht verschillende partijen.’
Geen overlast Inmiddels zijn er drie jaar achter de rug en is het renovatieprogramma min of meer business as usual geworden. ‘We kijken nu wel of het mogelijk is om te gaan opschalen om de gewenste einddatum te kunnen halen. Zoals eerder gezegd gebruiken we de ervaringen uit de inmiddels afgeronde projecten om dingen zo mogelijk sneller, beter en slimmer te doen bij de volgende werken. Ook evalueren we ieder uitgevoerd deelproject met onze aangeslotenen om na te gaan of wij daar qua samenwerking optimaal hebben geacteerd. We willen de aangeslotenen natuurlijk zo min mogelijk overlast bezorgen. Omdat we van alle vrijgekomen assets de conditie onderzoeken en vergelijken met de veronderstelde conditie, zijn we in staat om op termijn het tempo en de scope op maat bij te sturen. Want naast de veiligheid is dat het belangrijkste uitgangspunt van dit project. De gebruiker mag in principe niets merken van onze werkzaamheden. En dat is tot nog toe gelukt.’ ■
6
iMaintain 15
K Gasunie.indd 21
17-06-15 13:24
22 WHAT’S NEXT
De bouw van een enorme ondergrondse zweeftreinbaan maakt het mogelijk om tien procent van de dagelijkse elektriciteitsbehoefte in Nederland op te slaan via kinetische energie. Met deze Energy Train kunnen pieken en dalen in vraag en aanbod van wind- en zonne-energie worden opgevangen, tegen een tiende van de gebruikelijk kosten.
Zweeftrein van 2000 km/u slaat 10 procent Nederlandse elektriciteit op Het revolutionaire concept is bedacht en ontwikkeld door Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en kan de wereld van de energieopslag compleet veranderen. Het traject van de zweeftreinbaan heeft een straal van 2,5 kilometer. In perioden dat er teveel wind- of zonne-energie wordt opgewekt, wordt met die overtollige elektriciteit een zwevende MagLev-trein van pure massa in een vacuümtunnel in beweging gezet. De snelheid van de trein kan oplopen tot 2000 kilometer per uur. In perioden dat er te weinig duurzame energie wordt opgewekt, kan deze kinetische energie weer worden omgezet in elektriciteit en aan het net worden geleverd. Op deze manier kan er acht uur lang 2,5 Gigawatt elektriciteit opgeslagen worden of 48 uur lang 400 Megawatt. En dat tegen een kostprijs die tien procent bedraagt van concurrerende technieken die momenteel worden ontwikkeld voor grootschalige energieopslag. ‘Wanneer we naar een groter percentage hernieuwbare energie uit wind of zon toe gaan, dan wordt opslag belangrijk’, vertelt Wouter Engels van ECN. ‘Op deze manier kun je kolen- en gascentrales uit gaan zetten, want die heb je dan niet meer nodig.’
Het project is de afgelopen tijd ontwikkeld en besproken met een aantal bedrijven met relevante kennis. Zij hebben geen essentiële belemmeringen kunnen ontdekken vanuit een technisch of economisch perspectief. De volgende stap is om het concept verder te ontwikkelen. ECN wil nu een consortium met onderzoeksinstituten, universiteiten en bedrijven vormen, waarin de technologie verder wordt ontwikkeld en het eerste ontwerp wordt gemaakt. De kosten van een volledig systeem bedragen tussen de 1 en 2 miljard euro. Dat geld wordt terugverdiend doordat de gemeenschap minder hoeft te investeren in een nieuw elektriciteitsnet en hoogspanningsmasten. ‘Het systeem staat nog in de kinderschoenen, maar als we dit met Nederlandse technologie kunnen ontwikkelen levert dat op termijn een mooi exportproduct op. Het is een oplossing om tot een veel duurzamere samenleving te komen’, zegt Engels. Omdat bij de hoge snelheden de G-krachten oplopen tot 10G, wordt de Energy Train in een ondergrondse tunnelbuis met een diameter van vijf meter gebouwd. De bouw is mede daardoor kapitaalsintensief. ‘Maar zelfs als je de enorme investering voor de bouw meerekent is de Energy Train een stuk goedkoper dan bestaande technieken om elektriciteit op te slaan’, aldus Engels.
6 15 iMaintain
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
H WhatsNext.indd 22
17-06-15 13:12
WHAT’S NEXT 23
DELFTSE ONDERZOEKERS PRINTEN SILICIUM OP PAPIER Onderzoekers van de TU Delft hebben een techniek ontwikkeld om chips te produceren met siliciuminkt. Uiteindelijk hopen zij transistoren te maken voor wearable elektronica. Bij hun speurtocht naar de volgende generatie transistoren hebben onderzoekers lang gezocht naar een alternatief voor silicium. Daarvoor is veel onderzoek op het gebied van volledig flexibele elektronica gericht op diverse organische en metaaloxide inkten, die vaak niet beschikken over de goede elektronische eigenschappen van silicium, maar die
wel uitblinken in printbaarheid. Recentelijk heeft een groep researchers
van de TU Delft en van het Japan Advanced Institute of Science and Technology in Nomi, Japan, geëxperimenteerd met een methode waarmee silicium in polykristallijne vorm rechtstreeks kan worden geproduceerd op een substraat van vloeibare siliciuminkt. ‘We brachten vloeibaar polysilaan direct aan op het papier, in een oxidevrije omgeving. Daarna hardden we de laag uit met een excimeerlaser’, aldus Ishihara, een van de onderzoekers. De laserpuls duurde slechts tienden van een nanoseconde en liet het papier volledig intact.
ONDERZOEKERS VERBETEREN GELEIDING KERAMISCHE MATERIALEN Ultradunne, keramische 2D-materialen kun je voorzien van allerhande eigenschappen zoals supergeleiding en magnetisme. Toch zijn ze momenteel nog niet zo geschikt voor toepassing in elektronica, vanwege hun beperkte elektrische geleiding. Een onderzoeksconsortium, waar onderzoekers van UT-onderzoeksinstituut Mesa+ deel van uitmaken, heeft een methode gevonden om de elektrische geleiding van deze materialen met een factor honderd te verbeteren. Keramische 2D-materialen zijn opgebouwd uit verschillende lagen. Wetenschappers hebben nu een methode gevonden om de geleiding te verbeteren. Ze deden dit door de lagen te scheiden met een extra laagje (opgebouwd uit lanthaan, strontium en mangaanoxide) van slechts één atoom dik. Dit extra laagje zorgt er voor dat de elektronen gescheiden worden van defecten en daardoor makkelijker door de andere lagen heen kunnen stromen. Dat verbetert daarmee de elektrische geleiding met een factor honderd. Volgens dr.ir. Mark Huijben, die mede namens de Universiteit
Twente bij het onderzoek was betrokken, komt hiermee de toepassing van keramische 2D-materialen in de halfgeleiderindustrie een stap dichterbij. Ook is de verbetering van de elektrische geleiding volgens Huijben een belangrijke stap voor het fundamentele onderzoek, omdat je door de verbeterde geleiding fysische eigenschappen, zoals kwantumverschijnselen, beter kunt bestuderen. Het onderzoek is uitgevoerd door wetenschappers van de Technische Universiteit Denemarken, UT-onderzoeksinstituut Mesa+, de University of British Columbia en Canadian Light Source (Canada), het Max Planck Institute for Chemical Physics of Solids (Duitsland), de Universiteit van Antwerpen (België), de Universiteit van Kopenhagen (Denemarken), het Max Planck Institute for Solid State Research (Duitsland) en het Weizmann Institute of Science (Israël). De onderzoekers van de Universiteit Twente hebben zich binnen het onderzoek gericht op het meten van de elektronische toestand tijdens de verschillende fases van het fabricageproces van het 2D-materiaal in een extreem schone omgeving.
EERSTE VELD MET DRIJVENDE EN MEEDRAAIENDE ZONNEPANELEN GEOPEND. Op 27 mei is een veld met 54 drijvende zonnepanelen geopend op het Groningse industrieterrein Westpoort. Door de panelen mee te laten draaien met de zon en gebruik te maken van de reflectie van water, brengen de zonnepanelen naar verwachting 25 tot 30 procent meer op dan vergelijkbare vaste panelen op het land. De panelen zijn ‘zonnevolgend’ uitgevoerd. De opbrengst over de dag is daardoor veel gelijkmatiger en de totale opbrengst ligt daardoor hoger. De reflectie van het water helpt hierbij. Deze meer-
opbrengst kan oplopen tot wel veertien procent. De koelte van het water maakt de panelen tevens efficiënter. ‘We mikken op een op een kWh prijs die ongeveer vijftien procent lager kan liggen dan de huidige gebruikte systemen’, zegt Tjeerd Jongsma, directeur van Sunfloat. ‘De ontwikkeling past bij het streven naar een groter aandeel duurzame energie bij bedrijven en overheden.’ Het project, genaamd Zogrunn, is een intensieve samenwerking tussen het energie innovatiecentrum EnTranCe, consultancybedrijf EnableMi en producent Sunfloat.
Het project wordt gesubsidieerd door de topsector Energie.
6
iMaintain 15
H WhatsNext.indd 23
17-06-15 13:12
24 WHAT’S NEXT
WETENSCHAPPERS DOORBREKEN MONOPOLIE ALUMINIUM Majorana’s ontdekken is één ding, ermee een werkende kwantum-bit (qubit) maken is een nog grotere uitdaging. Voor het eerst hebben wetenschappers een manier gevonden om vast te stellen of het aantal elektronen in een magneetveldbestendige supergeleider even of oneven is. Tot op heden kon dat uitsluitend in aluminium, wat voor majorana-qubits onbruikbaar materiaal is. Dit geeft onderzoekers een manier om toekomstige majorana-qubits, waarbij de informatie vastligt in deze zogenaamde ‘parity’, te kunnen uitlezen. Qubits bevatten net als gewone bits informatie. In het geval van gewone bits is dat 0 of 1, maar een qubit heeft volgens de wetten van de kwantummechanica de mogelijkheid om zowel 0 en 1 tegelijk te zijn. Dit maakt het mogelijk bepaalde rekensommen razendsnel op te lossen, berekeningen die zelfs met de beste supercomputers eeuwen zouden duren. Verschillende onderzoeksgroepen en bedrijven over de hele wereld werken momenteel
aan het ontwikkelen van een prototype voor zo’n krachtige kwantumcomputer. Voor het eerst zijn wetenschappers van de TU Delft er in geslaagd om ‘parity’ te meten in een ander materiaal: niobiumtitaniumnitride (NbTiN). Dat materiaal heeft de bijzondere eigenschap dat het supergeleidend is, maar vooral dat het ongevoelig is voor de sterke magneetvelden die nodig zijn voor Majorana-paren te creëren. Majorana’s zijn een bijzonder soort (quasi-)deeltjes: alle deeltjeseigenschappen ervan zijn nul. Het deeltje is daarmee zijn eigen antideeltje. Een Majorana-paar is bovendien ongevoelig voor lokale veranderingen van zijn omgeving, waardoor het een veelbelovende kandidaat is om stabiele qubits mee te bouwen. In 2012 werd de Majorana voor het eerst aangetoond door de onderzoeksgroep van Leo Kouwenhoven in Delft. Het QuTech instituut dat werkt aan de ontwikkeling van de kwantumcomputer, is opgezet door de TU Delft en TNO.
PROTOTYPE 3D-PASTAPRINTER OP EXPO2015
Barilla en TNO presenteren op de Expo2015 in Milaan een prototype van een pastaprinter die in staat is om in 3D-pastavormen te printen die met normale technieken niet mogelijk zijn. De printer is op dit moment in staat om vier elementen per twee minuten te printen. De in een bijzondere vorm geprinte pasta smaakt als normale verse pasta en wordt op gelijke wijze bereid. De printer is nog niet op de markt, maar zal in aanvang vooral bedoeld zijn voor restaurants die hun klanten een bijzondere pasta-ervaring willen voorschotelen. TNO legt zich bij 3D-foodprinting toe op
6 15 iMaintain
H WhatsNext.indd 24
het printen van unieke voeding in textuur, structuur, inhoudsstoffen en vorm die een concrete bijdrage kunnen leveren aan de gezondheid van mensen en duurzaamheid in productie. 3D-foodprinting kan een belangrijke factor worden in de zoektocht naar het toepassen van nieuwe grondstoffen en het ontwikkelen van nieuwe producten. Het geeft belangrijke kansen voor de voedingsindustrie, maar kan ook afval en reststromen terugdringen. TNO ziet voor de korte en langere termijn een rol voor 3D-foodprinting om nieuwe producten te ontwikkelen die niet met andere technieken gemaakt kunnen worden. Of om bestaande producten zodanig te veranderen in formule, vorm, structuur of textuur dat bijvoorbeeld de hoeveelheid zout of suiker wordt gereduceerd. Daarnaast wordt personaliseerbare voeding mogelijk voor bijvoorbeeld topsporters, mensen met een speciaal dieet of een slikbeperking en dergelijke. De 3D-technologie kan bijdragen aan het omzetten van alternatieve ingrediënten zoals eiwitten uit algen, bietenloof, of zelfs insecten in smakelijke producten met herkenbare structuren die niet alleen goed zijn voor de gezondheid, maar ook voor het milieu. Expo2015 loopt van mei tot oktober 2015.
UNIEK LABORATORIUM Op 3 juni opende het Leibniz-instituut voor plasmawetenschap en -technologie in het Duitse Greifswald het zogenoemde Lichtbogenlabor. In dit in Europa unieke laboratorium kunnen wetenschappers zogenoemde lichtbogen, ook wel bekend als vlambogen of elektrische bogen, maken. Deze ontstaan wanneer er tussen twee elektroden een elektrische lading wordt geleid. In het Lichtbogenlabor ontwikkelen wetenschappers elektrische schakelsystemen met een langere levensduur en grotere betrouwbaarheid. Daarmee willen ze bijdragen aan de Duitse Energiewende. Het onderzoekslab heeft 2,45 miljoen euro gekost. In 2013 vonden de eerste tests reeds plaats in het lab, maar pas nu kan het daadwerkelijk voor wetenschappelijke experimenten worden ingezet.
OPVOUWBARE ROBOT VAN MIT KRIJGT VERVOLG In samenwerking met de TU München demonstreerden MIT-onderzoekers een minirobot van 0,3 g die zichzelf opvouwt, loopt, zwemt en vervolgens oplost in aceton. De origamirobot bestaat uit een vel van 1,7 x 1,7 cm (een samenstelling van polystyreen, papier en PVC) dat bij verhitting opvouwt tot zijn bruikbare vorm. De minirobot beweegt zich voort middels een extern magnetisch veld en kan twee keer zijn eigen gewicht dragen. De onderzoekers zien mogelijke toepassingen in de gezondheidszorg, waarbij de microrobot in de maag oplost.
Abonnees lezen meer op www.imaintain.info
17-06-15 13:12
WHAT’S NEXT 25
BRAINSAWARD VOOR AUTO OP MIERENZUUR TU/e-team Fast, dat een auto op mierenzuur wil laten rijden, heeft de duurzaamheidsprijs van de BrainsAward gewonnen. In totaal werd twintigduizend euro toegekend aan vier van de twintig studententeams van verschillende Eindhovense onderwijsinstellingen, die voor de scholencompetitie BrainsAward 2015 finalisten waren. De duurzaamheidsprijs ging naar team Fast voor het idee een auto te laten rijden op mierenzuur. Op vraag van de jury hoe nieuw het idee is, vertelde teamlid Max Aarts dat de katalysator die het gebruik van mierenzuur mogelijk maakt, de concrete innovatie is. Het idee is dat de auto het vloeibare mierenzuur tankt. Mierenzuur ontstaat uit de samenvoeging van waterstof en kooldioxide, dat in de auto weer gesplitst wordt. Het waterstof is vervolgens de brandstof voor een brandstofcel, die er elektriciteit mee opwekt, waarmee de auto elektrisch wordt aange-
dreven. De extra stap met mierenzuur is nodig omdat waterstof zelf alleen onder hoge druk kan worden opgeslagen en vervoerd, wat duur is en risico’s met zich meebrengt. Het nadeel van mierenzuur was tot nu toe echter dat de snelheid waarmee waterstof opgenomen en weer losgelaten wordt, veel te laag was. TU/e-
promovendus Georgy Filonenko ontdekte tijdens zijn onderzoek een katalysator die de reactie extreem snel laat verlopen en wist deze te optimaliseren. De studenten van team Fast willen dit nu verder ontwikkelen, bij voorkeur uiteindelijk in een bestaande auto met brandstofcel.
SUBSIDIE VOOR ONTWIKKELING SUPERGELEIDENDE GENERATOR VOOR WINDMOLENS
ZELFHELENDE VLIEGTUIGVLEUGELS Een onderzoeksteam van de universiteit van Bristol heeft een vliegtuigvleugel ontwikkeld die uit zichzelf kleine scheurtjes repareert, zo schrijft de Britse krant The Independent. De onderzoekers voegden aan het koolstofvezelversterkte kunststof minuscule capsules toe. Die breken bij impact en laten een vloeistof los, die in de scheurtjes vloeit en daar onder invloed van een katalysator uithardt. Enkele uren tot een dag nadat de schade is opgetreden – afhankelijk van de temperatuur – is het scheurtje gedicht en het materiaal weer net zo stevig als voorheen. Het principe kent veel meer mogelijke toepassingen. Zo heeft cosmeticafabrikant L’Oréal de wetenschappers benaderd voor het ontwikkelen van een zelfhelende nagellak.
De leerstoel Energy, Materials and Systems (EMS) van de Universiteit Twente krijgt binnen een Europees project een subsidie van twee miljoen euro om een supergeleidende generator te ontwikkelen bestemd voor een nieuwe generatie windturbines. Door supergeleidende generatoren in te bouwen, is het uiteindelijk mogelijk om windmolens aanzienlijk lichter te maken en zodoende de kostprijs sterk terug te dringen. Het gaat om het Horizon 2020 project ‘EcoSwing’ dat gecoördineerd wordt door het Deense bedrijf Envision. Doel van het project is het ontwikkelen van ‘s werelds eerste supergeleidende generator die in 2018 geplaatst wordt in een uiterst moderne windturbine van 3,6 megawatt in het Deense Thyborøn, goed om ongeveer duizend huishoudens van elektriciteit te voorzien. Het volledige systeem wordt vervolgens een jaar lang intensief getest. De supergeleidende generator is veertig procent lichter is dan conventionele generatoren. Hierdoor kan je de gondel van de molen 25 procent lichter uitvoeren en wordt ook materiaal bespaard
in de rest van de toren, zodat de kostprijs op termijn sterk kan worden teruggedrongen. Bijkomend voordeel is dat de nieuwe technologie veel minder afhankelijk is van dure zeldzame aardmetalen (een groep zware chemische elementen die voornamelijk in China worden gewonnen). Het consortium bestaat uit negen partners: UT en Envision, vijf bedrijven uit Duitsland, één uit Frankrijk en één uit het Verenigd Koninkrijk.
6
iMaintain 15
H WhatsNext.indd 25
17-06-15 13:12
Het iMaintain platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en assetmanagement. Het platform belicht op een journalistieke en onafhankelijke manier innovaties, behandelt actuele onderwerpen en inspireert. Via het vakblad iMaintain, met de website www.imaintain.info, met vier rondetafelmeetings per jaar, diverse bijeenkomsten en met een jaarcongres bereikt het iMaintain platform haar doelgroep.
Partnernieuws Hobéon geeft goedkeuring aan Permanente Educatie (PE) van Hogeschool Utrecht Onlangs heeft Hobéon zijn goedkeuring gegeven aan de Permanente Educatie (PE) van Hogeschool Utrecht. Hiermee is de HU vooralsnog de enige officiële verstrekker van het PE-certificaat voor Integraal Inspecteur en Integraal Adviseur Vastgoed. Het in bezit hebben van het PE-certificaat kan een vereiste zijn bij aanbesteding voor inspectie of advies. Daarnaast onderzoeken de HU en Hobéon de mogelijkheden van de PE/PC voor de Onderhoud & Management en Integraal Contract Management opleidingen.
Partners van het iMaintain platform
Shell verlengt overeenkomsten met Bilfinger De samenwerking krijgt een vervolg in de vorm van twee overeenkomsten. Deze hebben betrekking op de raffinaderij in Rotterdam-Pernis en de petrochemische locatie in Moerdijk. Bilfinger levert diensten voor het onderhoud van isolatie, heat tracing van leidingsystemen, corrosiebescherming, industriële steigerbouw en total access. De contracten vertegenwoordigen een waarde van meer dan 150 miljoen euro en hebben een looptijd van vijf jaar.
Bijenzwerm bij hoogoven Tata Steel in IJmuiden Medewerkers van Hoogoven 6 hebben een fors bijennest ontdekt in de installatie waar hoogovenslak wordt gegranuleerd. De zwerm bestond uit circa 15.000 bijen. Begin juni hebben twee imkers het bijenvolk verplaatst naar een bijenkast in Beverwijk. De vangactie werd geleid door Marco van Hees, oud-medewerker en inmiddels gediplomeerd docent bijenteelt. 'Dat de bijen het terrein van Tata Steel een aantrekkelijk gebied vinden, verbaast me niet. Er is veel natuur op het terrein aanwezig, met onder andere grote hoeveelheden klaver.' In de installatie voor slakgranulatie wordt hoogovenslak omgezet in hoogovenslakzand. Het slakzand wordt geleverd aan de nabijgelegen cementfabriek van de ENCI, die dankzij dit product hoogwaardig cement kan maken, met een lagere CO2uitstoot.
Bekijk alle partnerfilmpjes op www.imaintain.info/platform
Leden van het iMaintain platform asset management
Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het iMaintain platform, kijk dan op www.imaintain.info of neem contact op met Anouk Bouwmeester: Anouk@industrielinqs.nl – 020 3122 797
platform en quotes.indd 26
17-06-15 14:01
‘Expertquotes’
‘Voorheen draaide veiligheid om het toepassen van de juiste systemen, procedures en arbeidsmiddelen. Tegenwoordig heeft de sector al deze randvoorwaarden tot haar beschikking, maar blijkt dat toch geen reden voor succes te zijn. Meer en meer leren we beseffen dat het optimaliseren van veiligheid in grote mate afhankelijk is van het betreffende individu.’
‘Asset management blijkt in de organisatie nog geregeld te worden weggedrukt door commerciële prioriteiten.’ Roelf Venhuizen, voorzitter Profion, in het artikel ‘Onderhoud wordt nog te vaak gezien als kostenpost’ in Het Financieele Dagblad, 14 mei 2015.
‘Technisch kan er heel veel, en al lang. Begin jaren zeventig kon het NASA Control Center in Houston de actuele status van apparaten, en zelfs de hartslag van de astronauten, aan boord van de Apollo real time monitoren – op, zeg, 100.000 of 200.000 kilometer afstand. Dus zo spectaculair nieuw en innovatief is het principe van remote condition monitoring niet.’ Henk Akkermans over condition-based maintenance in LINK magazine, 17 mei 2015.
Ruud Schenk, Cofely West Industrie, over veiligheid en leiderschap op VOMI.nl. ‘Slechts af en toe leidt achterstallig onderhoud tot voor iedereen zichtbare calamiteiten. Veel incidenten blijven binnen het bedrijf, maar zorgen wel voor verminderde beschikbaarheid van de installaties of infrastructuur.’ Roelf Venhuizen, voorzitter Profion, in het artikel ‘Onderhoud wordt nog te vaak gezien als kostenpost’ in Het Financieele Dagblad, 14 mei 2015.
Het expertpanel van het iMaintain platform bestaat uit:
platform en quotes.indd 27
Henk Akkermans Hoogleraar dynamiek van toeleveringsnetwerken, Universiteit Tilburg Wetenschappelijk directeur DI-WCM
Rob de Heus Champion World Class Maintenance, Sitech Services
Henk van der Meer Teamleider Events, BP raffinaderij Rotterdam
Jac de Boer Senior Consultant Asset Management & Maintenance Tebodin
Geert-Jan van Houtum Professor Reliability, Quality en Maintenance, TU Eindhoven
Hans Peters Teammanager, Drinkwaterbedrijf Dunea Maintenance Manager of the Year 2015
Leo van Dongen Professor Maintenance Engineering, Universiteit Twente Directeur Fleet Services, NedTrain
Ton Huibers Maintenance Manager, Vlisco Maintenance Manager of the Year 2013
Ruud Schenk Algemeen Directeur, Cofely West Industrie BV
Michel Grijpink Learning & Development consultant, Hogeschool Utrecht
Nico van Kessel Principal Consultant Asset Management, Tata Steel
Roelf Venhuizen Voorzitter Profion, Bestuurlid Veiligheid Voorop, Voormalig CEO NAM
Mark Haarman Managing Director, Mainnovation
Cor van de Linde Directeur innovatieplatform iTanks Maintenance Manager of the Year 2012
Johan Wolt Maintenance Manager, AkzoNobel lndustrial Chemicals MCA Delfzijl Maintenance Manager of the Year 2014
17-06-15 14:01
Sitech Services verbetert uw prestaties Sitech verzorgt het complete onderhoud van fabrieksinstallaties, van management en uitvoering tot verbeterprojecten. We hebben alle expertise in huis om de maximale opbrengst uit uw installaties te halen. U profiteert van synergievoordelen op specialistische terreinen, met de focus op veilig en optimaal produceren.
www.sitech.nl
ADVERTENTIE INDEX Abonnementen ....................................................................................... 8 Ahoy Rotterdam .................................................................................... 64 Croon Elektrotechniek b.v. ..................................................................... 16 DHL Supply Chain Netherlands b.v. ......................................................... 4 easyFairs Nederland b.v. ......................................................................... 8 EemsDeltavisie 2015 ............................................................................ 20 Havep Workwear...................................................................................... 2 iMaintain platform ..........................................................................26, 27 iMaintain Prestatiemanagement 2015 .................................................. 30 Ixor b.v.b.a. ............................................................................................. 4 Sitech Services b.v. ............................................................................... 28 Sky Access b.v......................................................................................... 4 Ultimo Software Solutions b.v................................................................ 63
Hogeschool Utrecht Centrum voor Natuur & Techniek ................... bijsluiter
IMA6 Advertenties.indd 28
17-06-15 13:15
Maint
NL
Het magazine van de NVDO
‘Managen is ruimte geven en controle houden’ | Op zoek naar avontuurlijke monteurs | Tekorten arbeidsmarkt concreter in beeld | Graven met 3D-beeld van de ondergrond MA cover MaintNL.indd 29
17-06-15 13:25
Prestatiemanagement Prestatiemanagement
prestatiemanagement, meten, weten, skills, dashboard, ntt samenwerking, best value, doen, targets, capaciteit, potentie, prestatiemanagement, meten , anagement, meten, azen Ruimte • Maarssen weten, skills, dashboard, d effect van Prestatiemanagement , dashboard, samenwerking, best value, doen, targets, capaciteit, potentie, g, best value, , Congres van NVDO Sectie SUTO en iMaintain
Woensdag 7 oktober • De Glazen Ruimte • Maarssen
DOMINO: het het versterkend effect van Prestatiemanagement DOMINO: versterkend effect van Prestatiemanagement Trends, Ontwikkelingen, Innovatie, Methoden en Benchmark Trends, Ontwikkelingen, Innovatie, Methoden en Benchmark PRESTATIEMANAGEMENT vertaalt de visie, missie
Prestatiemanagement vertaalt de visie, missie en strategie van een en strategie een asset, of organisatie project, asset,van team of project, organisatie naarteam succesfactoren en acties.
naar succesfactoren en acties. Sturen op die succes Sturen op die succesfactoren en constant monitoren van de effecten ervan,en kanhet metconstant behulp van uiteenlopende factoren monitoren van demethoden. effecten En net als
PROGRAMMA Op 7 oktober gaan sprekers en publiek op zoek naar het maximale 09.00 – 10.15 Business cases van iMaintain platformpartners effect van hun inspanningen rond prestatiemanagement in asset
management. 10.00
Ontvangst en registratie
Reserveer de datum en kijk regelmatig op
bij het Domino-effect is het het best als alle factoren en ervan, kan met behulp vanresultaat methoden. acties goed op elkaar aansluiten. Te dicht op elkaar verstoort het En net als bij het dominoeffect is het resultaat van die proces, en te ver uiteen zorgt voor een dood spoor. Hoe krijg je de
10.30 Welkom door de dagvoorzitters www.imaintain.info/prestatie 10.45
Analyse en resultaten van de NVDO SUTO Benchmark door TU Twente
elkaar aansluiten. Te dicht op elkaar verstoort het proces,
12.00
Netwerklunch
Initiatiefnemers:
methodenversterking het bestevan alsjealle factoren en acties goed op maximale inspanningen?
en te ver uiteen zorgt voor een dood Hoe krijgLotte je de Voorspoor. meer informatie: Sigterman 020 3122 792 Lotte@industrielinqs.nl 13.00 Het dominoeffect van outsourcing maximale versterking van je inspanningen?
ain
iMaintain prestatiemanagement, het congres van NVDO Sectie Suto en het iMaintain platform, onderzoekt de
lls
factoren voor een optimaal dominoeffect in asset
management. Waar staat de Nederlandse industrie en wat zijn de belangrijkste trends van vandaag?
13.45
Het dominoeffect van cultuur en bedrijfswaardes
14.30
Pauze
15.00
Interactieve sessie: Prestaties managen of passies managen?
EemsDeltavisie 2015 • Donderdag 18gestuurd september 15.50 Prestatie onderhoud, wie staat waar? Nijlicht Eemshaven DOELGROEP 16.20 Het benodigde dominoeffect voor innovatie R
enchmark
van een acties. de effecEn net als oren en ort het rijg je de
eser v Werkgevers en werknemers van onderhoudsintensieve in u eer w 17.00 Netwerkborrel age bedrijven en organisaties uit de (petro)chemie, voedings nda THEMA:utilities, Nieuwe Chemie in de Eemshaven middelenindustrie, papierindustrie, vastgoed, 18.30 Diner en avondprogramma defensie, infrastructuur, vervoer enpresentaties bouw. Met inspirerende over nieuwe chemische routes, Afsluiting Op 7maar oktober gaan sprekers en publiek zoek 21.30 naar het maximale Aanbieders vanook advies, resources en onderhoudsdiensten. nieuwe vormen van op samenwerken. Bovendien de tweede Vertegenwoordigers onderwijs en opleidingsinstituten. editie vanvande Northern Enlightenmentz-verkiezing.
doen
effect van hun inspanningen rond prestatiemanagement in asset management. Doelgroep EemsDeltavisie congres Kijk voor meer informatie en het actuele programma op Reserveer de datum en in kijkde regelmatig op • Management procesindustrie • Management van de toeleverende industrie www.imaintain.info/prestatie • Consultants en onderzoekers Initiatiefnemers: Initiatiefnemers : • Beleidsmakers bij overheden
www.imaintain.info/prestatie
citeit, potentie,
Contentpartner:
Op de hoogte blijven? www.eemsdeltavisie.nl
Voor meer informatie: Lotte Sigterman 020 3122 792 Lotte@industrielinqs.nl
te Sigterman 020 3122 792 Lotte@industrielinqs.nl IMA5 46 150615 IMA_Prestatiemanagent 1_1.indd 20 IMA6 advertenties.indd Advertenties.indd 30 halve adv Congres NVDO.indd 2
19-05-15 16-06-15 13:57 17-06-15 16:41 13:15 27-03-15 07:45
Van de voorzitter
Zakelijke diensten groeien door Ons vakgebied komt niet vaak positief in het nieuws en dat is ontzettend jammer. Ik zou wensen dat de schrijvende pers wat vaker bij ons langs zou komen, bijvoorbeeld als we een richtlijn lanceren, waardevolle onderzoeken afronden of best practices delen. Helaas is de doorsnee journalist alleen geïnteresseerd wanneer er ergens een incident plaatsvindt, fabrieken sluiten of achterstallig onderhoud een maatschappelijke impact heeft. Daarom trek ik vandaag voor u het ‘journalistieke maatpak’ aan en deel ik dit goede nieuws over de zakelijke dienstverlening graag met u. Ook in de onderhoudssector is het belangrijk voor bedrijven om aan te tonen dat ze een unieke positie op de markt hebben. Belangrijke focuspunten als duurzaamheid, kwaliteit, veiligheid, Operational Excellence en innovatie kunnen het verschil maken met concurrerende partijen.
verleners om een concurrerende positie op de markt neer te zetten. Nu steeds meer afnemers herstellen, groeit de zakelijke dienstverlening in 2015 opnieuw. De verder aantrekkende economie levert voor de zakelijke diensten naar verwachting een groei op van twee procent, zo vernam ik recent uit sectoronderzoek. Kennisintensieve dienstverleners blijven iets achter bij de overige dienstverleners, die meer van het bredere economische herstel profiteren. En dat vind ik goed nieuws. Want met de asset owners, groeit dus ook de zakelijke dienstverlening. Dienstverleners bieden met nieuwe businessmodellen structurele knelpunten het hoofd. Om de omzet veilig te stellen, bieden ze bijvoorbeeld standaarddiensten aan via online kanalen, hetgeen een lager tarief inhoudt. Zo trekken zij klanten aan die wellicht ook complexere producten gaan afnemen. Maar ook het realiseren van partnerships draagt bij aan de groei van de zakelijke dienstverlening.
‘Focuspunten als duurzaamheid, kwaliteit, veiligheid, Operational Excellence en innovatie kunnen het verschil maken met concurrerende partijen.’
Daarnaast is klantinzicht erg belangrijk. Organisaties moeten weten wat de behoefte van hun klant is en omgekeerd is dat natuurlijk ook zo. Dit is het beste te bereiken door de dialoog met elkaar aan te gaan. Er wordt vaak aangenomen dat een ondernemer de toegevoegde waarde volledig zelf moet leveren. Echter, dit is geenszins een voorwaarde. Voor zzp’ers en kleine mkb-ondernemers is het namelijk lastig in hun eentje toegevoegde waarde te leveren. Een intensieve samenwerking met concurrenten of collega’s is daarom nodig om de klant de juiste service te bieden. Om deze reden is het gericht opbouwen van een relevant netwerk van cruciaal belang. De combinatie van de juiste focus, klantinzicht en een relevant netwerk vormen de basis voor zakelijke dienst-
Ik breng mijn ‘journalistieke maatpak’ even naar de stomerij om het heel snel weer aan te trekken en u van nog veel meer goed nieuws te voorzien. Als de schrijvende pers goed nieuws niet belangrijk vindt, maken we het zelf wel belangrijk.
Bas P. Kimpel Voorzitter
MaintNL 6 - 2015 31
MB voorzitter.indd 31
17-06-15 13:25
Maintenance manager
‘Managen is ruimte geven en controle houden’ APM Terminals verbindt de containerstromen tussen land en zee. Sinds kort heeft het bedrijf een gloednieuwe moderne terminal op de Maasvlakte 2 in gebruik genomen. Manager technical asset management Bart Bijl kon daardoor de onderhoudsafdeling zelf opbouwen. ‘De containerwereld doet voornamelijk aan reactief onderhoud, ik heb mijn ervaring met preventief en proactief onderhoud hier in kunnen brengen.’ Dagmar Aarts Containerschepen worden steeds groter, dieper en hoger beladen. Daarom heeft APM Terminals een nieuwe terminal gebouwd op de Maasvlakte 2. Er is een nieuw concept ontwikkeld dat heeft geleid tot substantiele veranderingen in gangbare processen, systemen en equipment. ‘Wat hier gebeurt, is bijzonder’, zegt manager technical asset management Bart Bijl. ‘Voor het grootste
32 MaintNL
deel is alles gerobotiseerd. Er zijn allemaal machines die door computers worden aangestuurd. Het is gewoon heel mooi om dat te laten werken en er onderdeel van te zijn. We hebben ontzettend veel exposure en veel aandacht van over de hele wereld. Op dit moment is dit de meest geautomatiseerde en moderne terminal ter wereld.’ De terminal beslaat 86 hectare en beschikt
over duizend meter kade en spoorfaciliteiten. APM Terminals Maasvlakte 2 is de eerste containerterminal ter wereld waarbij acht SQC (Super Quay Cranes)-kranen, op afstand worden bestuurd. Een vloot van 62 batterijaangedreven Lift-AGV’s (automatisch geleide voertuigen) vervoert de containers tussen de kade en de stacks. Dit geldt ook voor de binnenvaart- en spoorfaciliteiten. De Lift-AGVs zijn de eersten die een container kunnen optillen en zelfstandig neerzetten. De 54 Automated Rail Mounted Gantry-Kranen (ARMG’s) positioneren de container in de stacks zonder tussenkomst van medewerkers. De terminal draait op windenergie, waardoor er geen CO2-uitstoot of verontreinigde stoffen af worden gegeven. De bouw van de terminal begon in mei 2012 en in december 2014 lag het eerste commerciële schip aan de kade.
6 - 2015
ML Maintenande Manager.indd 32
17-06-15 13:48
PROFIEL: Naam: Bart Bijl Leeftijd: 49 Opleiding: Meet- en regeltechniek, electrical engineering, technische bedrijfskunde, business in energy. Achtergrond: Shell Pernis, E.ON Bedrijf: APM Terminals Maasvlakte 2 Functie: Manager technical asset management Soort werkzaamheden: Een goede balans zoeken tussen kosten, performance en risico’s en je daarin continu verbeteren.
Bijl begon anderhalf jaar geleden met werken bij APM Terminals op de Maasvlakte 2 en kon daardoor tijdens de bouw al meedenken over hoe het onderhoud moest gaan gebeuren. ‘Toen ik werd aangenomen, waren een aantal dingen al bedacht, maar een heleboel dingen kon ik nog toevoegen. De containerterminalwereld doet voornamelijk reactief onderhoud, weinig preventief en al helemaal geen proactief onderhoud. Ik kom zelf uit de petrochemie en de energie en daar is dat anders. Ik vond het leuk om de ervaring die ik bij mijn vorige werkgevers heb opgedaan hier in te brengen.’
‘Je kunt de organisatie laten groeien door de goede vragen te stellen.’ Bijl kon zelf bedenken welk onderhoud uit besteed gaat worden, wat ze zelf gaan doen, hoe ze dat gaan doen, welke contracten er
FOTO’S: GIJS HOEKSTRA
Reactief onderhoud
met leveranciers worden afgesloten en hij kon de onderhoudsstrategie bepalen. Daarnaast heeft hij zelf de onderhoudsafdeling opgezet en de ongeveer vijftig mensen kunnen kiezen voor het onderhoudsteam.
Uitdagende planning Die onderhoudsafdeling bestaat uit een storingsdienst die 24/7 verstoringen van productiviteit direct aanpakt. De rest houdt zich bezig met voorbereiden, plannen, het analyseren van storingen, het bijstellen van onderhoudsprogramma’s en het controleren van werkzaamheden die worden uitgevoerd door derden.
Er is bewust voor gekozen om zoveel mogelijk onderhoud door leveranciers te laten doen. ‘Je kunt het ook zelf doen, maar als je dat doet, leer je minder van anderen. Stel dat op een andere terminal dezelfde kranen staan met dezelfde problemen. Op het moment dat je de leverancier gebruikt, profiteer je ook van oplossingen die ze voor andere terminals zijn bedacht. Daarom laten we het liefst de leverancier aan de bal.’ Maar de onderhoudsmonteurs van leveranciers moeten wel flexibel zijn. De planning is namelijk de grootste uitdaging voor Bijl. ‘Schepen komen niet altijd precies op tijd MaintNL 6 - 2015 33
ML Maintenande Manager.indd 33
17-06-15 13:48
Conditiebewaking Veiligheid Maintenance Expertise - Techniek Netwerk en?
aan! e j d l Me o.nl d v n . w ww aatschap > lidm
Deel kennis en ervaring >> word lid! Ervaar netwerken in groter verband
De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud
houdsprofessionals biedt de NVDO een ongeëvenaard
(NVDO) is de toonaangevende branchevereniging op het
netwerk van branchegenoten. De NVDO kent diverse bran-
gebied van onderhoud. Het overdragen van kennis en het
che- en aspectgerichte secties en regionale kringen. De
realiseren en in stand houden van het grootste onder-
vereniging draagt bij aan (wetenschappelijk) on-
houdsnetwerk van Europa, ziet de NVDO als belangrijke
derzoek en brengt trends, ontwikkelingen en visies
doelstelling. Met een groeiend aantal leden van onder-
binnen de branche in kaart.
Lidmaatschap van de NVDO biedt vele voordelen • • • • • • • • • •
Professioneel netwerk op het gebied van onderhoud Kringbijeenkomsten en seminars over specifieke thema’s Cursussen over onderhoudsmanagement Studiedagen met actuele thema’s Secties en werkgroepen gericht op specifieke onderhoudsaspecten Vacaturebank Lidmaatschap van de NVDO Group op LinkedIn (wetenschappelijke) Onderzoeken NVDO Corrosie Helpdesk Jongerenboard
• • • •
NVDO Onderhoudskompas Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy • Korting op NVDO-studiedagen • (gratis) abonnement op de vakbladen iMaintain/MaintNL en MaintWorld Asset Management, Duurzaamheid en Veiligheid zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl
MG Werving.indd 34
17-06-15 13:38
Maintenance manager
binnen. Ze hebben wel eens wind mee of wind tegen. Dat heeft invloed op de onderhoudsplanning. Leveranciers die klaar staan om onderhoud te doen, kunnen dan niet aan het werk. En het gebeurt ook wel eens dat ze eerder moeten komen. Er zit een bepaalde variatie in de planning en dat maakt het lastig.’
‘Er zit een bepaalde variatie in de planning en dat maakt het lastig.’
Het onderhoud moet dus tussen de verschillende schepen die aankomen worden gedaan. Elke dag verschijnen er, met enige tussenpozen, schepen aan de kade bij APM Terminals Maasvlakte 2. ‘Dat gaat de hele week door. Het onderhoud kunnen wij tijdens de operatie doen doordat we, zij het beperkt, redundant equipment hebben. Het blijft alsnog een uitdaging, want als we onderhoud doen, mag er aan de werkende kraan niks kapot gaan.’
ISO 55000 Vanuit zijn werk bij Shell en E.ON heeft Bijl veel ervaring met asset management en ISO 55000 en het oudere Pas 55. Zijn ervaringen daarmee heeft hij meegenomen naar zijn nieuwe werk. ‘De ISO 55000 geeft handvatten aan welke processen je in je bedrijf op orde moet hebben voor goed asset management.. Wij zijn hier nu net begonnen. De processen waarvan ik denk dat ze vandaag belangrijk zijn, hebben we allemaal ingericht en volgend jaar kies ik er weer een paar. Ik probeer die hele toolbox aan processen in te richten, want ik geloof in procesmatig werken. Dat geeft rust, structuur, transparantie,duidelijkheid en voorspelbaarheid.’ Processen die Bijl nu al heeft ingevoerd zijn bijvoorbeeld: werkvoorbereiding, planning van activiteitenen veilig werken. ‘Dat klinkt simpel en het zijn ook de basisbouwstenen, maar het is wel belangrijk. Processen moet je beschrijven, inrichten en mensen moeten worden getraind.’ Hoewel hij processen van de ISO 55000
invoert, laat Bijl zich niet certificeren. ‘Ik geloof wel in audits, maar dan bij jezelf of door collega’s.’
Vertrouwen Bijl weet waar hij over praat, hij zit al 33 jaar in het vak. Hij is zo’n beetje geboren op de werkvloer, zegt hij zelf. Op zijn zestiende begon hij daar en werkte zich vervolgens via avondstudies, de HTS en de universiteit op. ‘Als je op de werkvloer komt en een praatje maakt, dan hoor je veel. Ik sta dicht bij de werkvloer, maar laat mensen
wel zelf het werk doen. Ik ga niet vertellen hoe ze het moeten doen, maarsoms jeuken mijn handen.. Je kunt de organisatie laten groeien door de goede vragen te stellen. Dan kunnen mensen tot inzicht komen, dat het bijvoorbeeld helemaal niet handig is hoe iets wordt gedaan. In dat opzicht ben ik coachend. Ik geloof in processen en in de uitkomst daarvan en ik vertrouw er op dat mensen het werk kunnen doen.’ Nadat hij even heeft nagedacht, zegt Bijl: ‘Ruimte geven en controle houden, zo zou ik mijzelf als manager omschrijven.’ ■ MaintNL 6 - 2015 35
ML Maintenande Manager.indd 35
17-06-15 13:49
Onderhoud windparken
Op zoek naar avontuurlijke monteurs Siemens bouwt de windparken Westermeerwind in het IJsselmeer en Gemini ten noorden van Schiermonnikoog in de Noordzee. Voor het onderhoud van deze offshore-windparken is het bedrijf op zoek naar ruim honderd avontuurlijke onderhoudsmonteurs. Dagmar Aarts Het Energieakkoord vormt de basis voor de bouw van de windparken. In dat akkoord staat de doelstelling om in 2023 zestien procent van de energie duurzaam te produceren. ‘Zonder wind is het niet mogelijk om dat te bereiken’, zegt David Molenaar, directeur divisie Wind Power Siemens. ‘Een derde van de doelstelling komt uit wind op zee.’ Om de doelen uit het Energieakkoord te
bereiken moet de kostprijs van de windparken omlaag. Want als die hoog blijft, worden de parken niet gebouwd. Onderhoud is erg belangrijk om de kostprijs omlaag te brengen, terwijl dat eerst niet zo werd gezien. Molenaar: ‘Onderhoud werd eerst niet gezien als serieus product bij de windtak van ons bedrijf. Het was iets dat er bij kwam en je gewoon moest doen. Maar voor klanten is het natuurlijk van groot belang.
Zij doen een grote investering en willen dat geld met rendement terugverdienen, daarvoor moeten de windturbines draaien. Het idee over onderhoud is daarom veranderd. Eerst kregen we een melding dat er iets mis was en dan gingen we onderhoud doen. Daarna zijn we naar meer proactief onderhoud gegaan.’ Hij vervolgt: ‘We zijn onderdelen gaan monitoren om te kijken wanneer ze stuk zouden kunnen gaan. Nu gaan we naar meer interactief onderhoud toe. We overleggen met de klant wat voor hen belangrijk is. Is het bijvoorbeeld net zo erg als er overdag tussen twaalf en zes uur niet wordt geproduceerd, als ‘s nachts tussen drie en vier uur? We houden rekening met de waarde van stroom.’
JAAR TRAINEN OM OFFSHORE IN TURBINES TE KLIMMEN Degenen die worden aangenomen om voor Siemens offshore aan windmolens te sleutelen, hebben allemaal een goede basis als elektrotechnicus. Ze komen uit verschillende werkgebieden, zoals de luchtmacht, de machine-industrie of de olie- en gaswereld. Hoewel ze die goede basis hebben, worden ze eerst een jaar lang getraind voor ze offshore aan het werk kunnen. De veiligheidstrainingen zijn een belangrijk onderdeel en die worden gedaan bij Falck Safety Services op de Maasvlakte-Rotterdam. Hulp kan lang op zich laten wachten als je in windpark Gemini, 85 kilometer boven de kust van Groningen, bovenin een windmolen zit. Monteurs zijn dus op elkaar aangewezen tijdens het werk. Het doel van de training is dat de technici veilig kunnen werken op hoogte, elkaar kunnen redden en kunnen overleven op zee.
Zwaar Op de trainingslocatie zijn een paar windturbines nagebouwd. Een aantal mannen in oranje overals, behangen met kabels, touwen en haken, klimt om de beurt in een ‘turbine’ van twintig meter hoog. ‘Vergis je niet in hoe
36 MaintNL
MP Windmolens.indd 36
zwaar dat is’, zegt Robbert Pronk, productontwikkelaar van trainingen bij Falck. ‘Twintig meter omhoog en omlaag is uitdagend genoeg, stel je voor dat het veertig of zestig meter is. Daarom zie je ook steeds vaker een lift in windturbines. Je moet conditioneel goed zijn en de juiste techniek hebben. De beweging moet vooral uit je benen komen.’ Na de klim gaan de aankomende monteurs naar binnen, waarna ze vanuit de windmolen moeten evacueren. Ze staan op een platform van acht meter hoog en moeten door een luik naar beneden. Het ziet er simpel uit als ze aan hun touw naar beneden abseilen. Maar als ze hun collega vervolgens moeten redden, wordt het wat ingewikkelder. De mannen moeten even zoeken waar ze hun armen en benen laten als ze samen door het luik ‘ontsnappen’. De reddingsoefeningen vinden cursisten het meest uitdagend volgens Pronk. ‘Als jouw collega bijvoorbeeld vast komt te hangen in zijn valbeveiliging, moet jij er naar toe om hem los te maken en met een rescue kit omhoog of omlaag te brengen. Dat moet snel gebeuren en is arbeidsintensief.’
6 - 2015
17-06-15 13:54
FOTO’: RINIE BOON
Geen claustrofobie Voor de twee nieuwe parken zijn ruim honderd nieuwe medewerkers nodig. En die mogen geen hoogtevrees, claustrofobie of last van zeeziekte hebben, maar moeten flexibel, gepassioneerd, kwaliteitsgericht en een teamspeler zijn. Siemens heeft Randstad gevraagd om mensen te rekruteren. Er hebben zich zo’n vijfhonderd mensen aangemeld. Na een selectie met onder andere een medische keuring wordt er gekeken hoe ze in het team passen. De technici moeten het wel met elkaar kunnen vinden als ze op tachtig meter hoogte vast komen te zitten en elkaar nodig hebben. De monteurs die in het Westermeerwind nearshore-windpark gaan werken, zullen vanuit Lemmer elke dag heen en weer varen naar de turbines. De technici die in offshore-park Gemini gaan werken, varen daar met een speciaal servicevaartuig naartoe en blijven twee weken op het park. Opvallend is dat de aanmeldingen voor de twee parken verschillen. Voor Westermeerwind melden zich jongere technici aan van in de twintig en voor Gemini juist wat oudere mensen. Zij hebben vaak al wat oudere kinderen en willen wel twee weken op zee verblijven. De jongeren willen liever elke dag naar huis om bij hun gezin te zijn.
Lokale mensen De meest gehoorde motivatie om bij Siemens aan de windmolens te werken is volgens Molenaar om deze industrie een stap verder te helpen en om de wereld te
verduurzamen. En ook vinden toekomstige werknemers de hoge veiligheidsstandaard van het bedrijf aantrekkelijk. Van alle mensen die zich hebben aangemeld voor een baan zijn er inmiddels 24 aangenomen. Allemaal mannen uit Nederland en voor Westermeerwind komen ze zelfs uit de regio. Iets wat Siemens belangrijk vindt, want daardoor wordt het park een beetje van de mensen en neemt de weerstand ertegen af.
‘We willen dat preventief onderhoud in combinatie met monitoring ervoor zorgt dat er geen collectief onderhoud nodig is.’ Ook bij andere werkzaamheden dan onderhoud wordt daarom gebruik gemaakt van lokale mensen. Op de schepen varen Urker vissers die het IJsselmeer op hun duimpje kennen. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de lokale havenmeester en horeca. Om in de toekomst ook goede werknemers te hebben, wordt er samengewerkt met hogescholen en zijn er ongeveer tien stageplekken per jaar beschikbaar.
Controleren De onderhoudsmonteurs zullen in de windparken vooral gaan controleren. Molenaar:
‘Er is een gepland onderhoudsschema, maar wij willen naar meer preventief onderhoud toe. De technici moeten regelmatig in de windmolenparken zijn om te kijken hoe het is en om te voorkomen dat er storingen optreden. Wat we heel graag willen, is dat preventief onderhoud in combinatie met monitoring ervoor zorgt dat er geen collectief onderhoud nodig is. We streven er ook naar om zo min mogelijk mensen de turbines in te laten gaan. Nu hebben we vijftig technici nodig op honderdvijftig turbines. We hopen dat er bij de volgende generatie windturbines minder medewerkers nodig zijn.’
Beschikbaarheid De contracten die Siemens afsluit met klanten veranderen net als het onderhoud. Het bedrijf begon met het garanderen van de beschikbaarheid van de windmolens voor een bepaald percentage van het jaar. Molenaar: ‘Dat is makkelijk te controleren en uit te voeren, maar het gaf de klant eigenlijk weinig zekerheid. Beschikbaar zijn als het niet waait, is iets anders dan beschikbaar zijn als het wel waait. We proberen steeds meer contracten te ontwikkelen die in lijn liggen met de business case, met name met het financieren van het project. Wij zullen nooit de wind garanderen en we zullen dus nooit toezeggen dat ze zoveel miljoen megawatt per jaar krijgen. Wij kunnen de wind niet beïnvloeden. Maar we kunnen wel zeggen dat er bij een bepaalde wind zoveel megawatt kan worden geproduceerd.’ ■ MaintNL 6 - 2015 37
MP Windmolens.indd 37
17-06-15 13:54
De Vloer Op
‘Onderhoud verbeteren is een grote uitdaging’ Tom Roelofs, derdejaars student Technische Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen heeft samen met de NVDO een onderzoek gedaan naar onderhoudsstops. Zijn beeld over onderhoud is tijdens het onderzoek en zijn studie zeker veranderd, zegt Tom. ‘Ik ben er achter gekomen dat er een enorme markt achter zit.’ Tom zal de conclusies van het onderzoek presenteren tijdens de studiedag op 19 juni. Ingrid Rompa Tom (22) heeft niet bewust gekozen voor Technische Bedrijfskunde. ‘Hiervoor heb ik vwo gedaan en na mijn middelbare school-
opleiding ben ik een half jaar in Spanje gaan wonen bij een vriend. Ik wist nog niet precies wat ik wilde studeren en wilde daar
rustig over nadenken. Mijn bedoeling was oorspronkelijk Natuurkunde of Scheikunde te gaan doen, maar dat is me toch iets te specifiek. Op internet las ik vervolgens over de studie die ik nu volg. Het is een combinatie van die vakken, waarbij je technische vaardigheden krijgt aangeleerd. Je krijgt dus overal wat van mee. Dit vind ik ontzettend leuk; dat je van heel veel dingen iets weet. Ik wil me niet te veel toespitsen op één onderwerp. Ik heb ook niet de behoefte iets nieuws te ontdekken op dat vlak, maar ik wil wel graag begrijpen wat er gaande is en daar op inspelen.’ Hij heeft uiteindelijk voor Technische Bedrijfskunde gekozen en daar is hij nog steeds heel blij mee. ‘Ja, het is een goede keuze. Het is een heel interessante combinatie tussen Techniek en Bedrijfskunde. Het gaat om het verbeteren van processen en dat spreekt me heel erg aan. Ik vind het leuk om iets bestaands te verbeteren. Dat past echt bij me.’
‘ Bij grotere bedrijven die vaker outsourcen, wordt meer focus gelegd op het verlagen van de complexiteit en risico en het verbeteren van externe factoren.’
De Nederlandse naam Technische Bedrijfskunde vindt Tom een beetje misleidend. ‘Mensen denken dan aan een grote hoeveelheid bedrijfskunde en een klein beetje techniek. Maar het is juist het tegenovergestelde. We krijgen voor zeventig pro-
38 MaintNL
MD DeVloerOp.indd 38
6 - 2015
17-06-15 13:27
FOTO: BILFINGER
cent technische vakken en dertig procent bedrijfskunde. We leren onder meer databases bouwen, maar we krijgen ook natuurkundige, wiskundige en scheikundige vakken. Voor Bedrijfskunde krijgen we vakken die veel facetten van accountmanagement bevatten, maar ook bedrijfsrecht, supply chain management et cetera. Een heel breed scala dus. In het Engels heet de opleiding ‘Industrial and Engineering Management’. Dat vind ik een betere terminologie.’
Banen Het feit dat er voldoende banen zijn voor hoger geschoold technisch personeel heeft geen invloed gehad op zijn keuze. ‘Maar het is natuurlijk wel goed om te weten.’ Hij heeft geen specifieke voorkeur voor het werken bij een groot of klein bedrijf. ‘Voordeel van een grote firma is dat je meer mogelijkheden hebt, maar als er bij een klein bedrijf ook veel opties zijn én veel vrijheid is, dan ben ik daar ook heel tevreden mee. Zo ver
ben ik echter nog niet. Ik heb ook geen duidelijk beeld voor ogen of een eindpunt waar ik naar toe werk. Dat lijkt me op zich wel prettig, dus daar ga ik aan werken.’ Hij moet sowieso eerst zijn Bachelor afmaken en daarna nog twee jaar een Master volgen. ‘Dat ik alle kanten nog op kan, is ook wel prettig. Ik ben wel een beetje oriënterend bezig. Ik ga onder meer bij diverse bedrijven langs.’ De studie van Tom gaat goed. ‘Mijn cijfers mogen nog wel wat hoger. Ik heb een 7,2 gemiddeld. Misschien zou ik eens op een andere manier kunnen studeren. Ik besteed namelijk veel tijd aan het begrijpen van de stof; de basis dus. Ik probeer er bovendien altijd achter te komen hoe alles werkt. Ik ben eigenlijk te lang bezig met onderwerpen die we niet tijdens een tentamen krijgen, maar die ik wel nodig acht om het vak te snappen. En ik vind het ook wel prima zo. Het is een goed gevoel als je na je tentamen weet dat je iets hebt geleerd.’
Afstudeeronderwerpen Tom is via de universiteit met de NVDO in contact gekomen. ‘Ik kon me inschrijven op een aantal afstudeeronderwerpen en een daarvan was onderhoudsstops. Ik heb voor dit onderwerp gekozen doordat ik een eerder project over onderhoudsstops had gelezen. Dat vond ik heel interessant. Ook komt onderhoud voor in mijn studie. Ik vind het een leuk onderwerp.’ Hij heeft zich ingeschreven via zijn begeleider Flip Wubben. ‘Hij heeft me vervolgens voorgesteld bij de NVDO. Tijdens het onderzoek had ik contact met een aantal professoren van de RUG en een aantal leden van de NVDO. Dat verliep allemaal vlekkeloos.’ Tom heeft het onderzoek naar onderhoudsstops onder meer gedaan aan de hand van een enquête onder leden van de NVDO. ‘Mijn opdracht was redelijk breed. Ik heb me uiteindelijk toegespitst op twee aspecten. Ten eerste heb ik me gericht op verbeterpunten bij kleine en grote bedrijven. MaintNL 6 - 2015 39
MD DeVloerOp.indd 39
17-06-15 13:27
Waar richten kleine bedrijven zich op en waarop richten grote bedrijven zich? Ten tweede heb ik me bezig gehouden met de invloed van wet- en regelgeving op onderhoudsstops. Dus ben je er meer tijd door kwijt, kost het meer geld, gaat het ten koste van de kwaliteit et cetera.’
‘ Als je een onderhoudsstop slimmer aanpakt, dan kun je daar enorm op besparen.’
De bijbehorende hoofdvraag van het onderzoek was: ‘Wat zijn de verschillen tussen verbeteringsstrategieën bij de onderhoudstops van grote en kleine bedrijven, en wat is de invloed van wet- en regelgeving op een onderhoudsstop?’ Tom: ‘Voor dit onderzoek heb ik onderzoek gedaan in de literatuur en heb ik gesproken met experts en ervaringsdeskundigen op het gebied van onderhoud. Door middel van de kennis die ik hiermee heb opgedaan, heb ik interviews afgenomen en is er een enquête en een poll gehouden.’ Hij heeft de enquête uitgezet via internet. ‘Het was een combinatie van een kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Dus niet alleen een conclusie, maar ik ben ook geïnteresseerd in het ‘waarom’.’ De uitkomst is interessant: ‘Op het gebied van verbeterpunten zijn bij kleine bedrijven en bij het mkb weinig tot geen verschillen in verbeterpunten op het gebied van onderhoudsstops. Bij grote bedrijven is vooral te zien dat vanwege het feit dat grotere bedrijven vaker outsourcen, er meer focus wordt gelegd op de efficiëntie en effectiviteit, het verlagen van de complexiteit en risico en
40 MaintNL
MD DeVloerOp.indd 40
het verbeteren van externe factoren.’ Op het gebied van wet- en regelgeving werd vooral duidelijk dat deze vooral invloed heeft op de benodigde tijd voor een onderhoudsstop, gevolgd door extra kosten die gemaakt moeten worden om te voldoen aan de wet- en regelgeving, vertelt Tom. ‘Producenten van continue productielijnen ondervinden tevens meer invloed van weten regelgeving op onderhoudsstops dan producenten met een discrete productie.’
Thema Tom probeert voor zijn studie zoveel mogelijk kantoortijden aan te houden. ‘Maar als het nodig is studeer ik ook ’s avonds en ’s nachts. Aan dit project werkte ik meestal tijdens kantoortijden en daarna ging ik naar de klimhal. Ik werk daar vaak ’s avonds en in het weekend als instructeur, ik geef cursussen en ik klim zelf ook hobbymatig. Een andere hobby is het klussen aan oldtimer
motorfietsen. Ik heb twee oude motoren die veel onderhoud vergen, dus ook dat thema speelt een rol in mijn privéleven. Ik vind het vooral leuk om zelf te zoeken naar dingetjes die fout gaan.’ Zijn beeld over onderhoud is de laatste tijd zeker veranderd, knikt Tom. ‘Ik ben bij de onderhoudsbeurs geweest, Maintenance NEXT in Ahoy, en ik ben er achter gekomen dat er een enorme markt achter onderhoud steekt. Persoonlijk vind ik ‘verbeteren’ de grootste uitdaging. Onderhoud is niet alleen een kwestie van schoonmaken, maar je kunt bijvoorbeeld ook verbeteringen in de machine zelf aanbrengen, waardoor onderhoud minder frequent nodig is. Bovendien is de trend tegenwoordig dat onderhoud geen noodzakelijk kwaad is, maar het iets is waarop je echt kunt besparen. Je kunt er enorm grote stappen mee maken. Als je een onderhoudsstop slimmer aanpakt, dan kun je daar enorm op besparen.’ ■
6 - 2015
17-06-15 13:27
De Stelling WOUTER LAST, PRESIDENT, HINT
“ De economie trekt weer aan, het wordt inmiddels weer business als un-usual” Het consumentenvertrouwen groeit, de bouw is opgekrabbeld, we gaan weer aan de slag na zes zware jaren. Of is dat vooral een cijfermatige werkelijkheid?
GERTJAN EDELIJN, BUSINESS DEVELOPMENT MANAGER RELIABILITY SOLUTIONS, EMERSON PROCESS MANAGEMENT Veel ondernemers in de industrie zijn positief. Blijven vernieuwen om te kunnen groeien en concurreren lijkt de sleutel te zijn, maar hoe doe je dat? Innoveren is voor velen onbekend terrein. Ondernemingen die innoveren, zijn vaak winstgevender dan ondernemingen die dit niet doen. In de industrie wordt innovatie vaak vertaalt naar techniek, maar de sleutel tot succes ligt in het aanpakken van organisatiestructuren en business-/managementmodellen. Dit is het momentum om een ander licht op de situatie te werpen.
SJOERD HAGERAATS, MANAGING CONSULTANT, LAKRAN PROCUREMENT PROFESSIONALS Wij merken wel dat de economie weer aantrekt. Er komen weer projecten los en er worden plannen gemaakt voor de langere termijn. Het voornaamste verschil met de situatie voor de dip is dat nu sterker wordt gevraagd om een business case voordat er een investering wordt gedaan. Zo is het bijvoorbeeld ook in de bouw, eerst moet rond de zeventig procent verkocht zijn voordat de eerste paal de grond in gaat.
De industriële markt trekt aan, maar hij is ook veranderd en zal nog meer moeten transformeren. Het personeel vergrijst en zal rap uitstromen. Ook staat de olieprijs onder druk. We zullen meer werk moeten gaan doen, met minder mensen. Efficiënter werken wordt het speerpunt na de crisisperiode. Dit geldt ook voor de maintenance, waarin processen steeds meer worden gestroomlijnd. Onder meer door gebruik te maken van intelligente instrumenten, door kennis te waarborgen in slimme tools en systemen en deze te integreren met plant maintenance. Intelligent gebruik van onze apparatuur en kennis die verdwijnt integreren in slimme tools en installaties wordt het grote verschil tussen de tijd voor de crisis en de toekomst. Ik raad bedrijven aan om daarin te investeren en dat te blijven doen, juist ook in tijden van laagconjunctuur.
GEERT HENK WIJNANTS, PRINCIPAL CONSULTANT, STORK ASSET MANAGEMENT CONSULTANCY ‘Ongewone business’ is het begrip. Met andere woorden: meer samenwerkingsverbanden, diverse belangen met elkaar combineren, en schaken op minimaal drie borden tegelijk... Times they are a changing.
SANDRA HAMSTRA, EIGENAAR HAMSTRA GRAVEERWERKEN Helaas merk ik nog niets van de aantrekkende economie. Wij leveren veel aan bouwgerelateerde bedrijven en daar gaat het nog steeds niet goed. De grotere projecten worden nog niet uitgevoerd. Misschien dat de kleinschalige projecten aantrekken, maar grotere appartementencomplexen of zorginstellingen worden volgens mij nog niet gebouwd.
MaintNL 6 - 2015 41
MF De stelling.indd 41
17-06-15 13:37
Inspectierobots
Robotisering van inspecties Zullen robots in de toekomst mensen steeds vaker vervangen bij het uitvoeren van inspecties en bij het plegen van onderhoud? Wat bestaat er al, wat kunnen we op korte en lange termijn verwachten, en welke technologieën uit andere sectoren spelen een grote rol bij de verdere ontwikkeling van deze robots? Een overzicht. Evi Husson Inspecties uitvoeren op moeilijk bereikbare installaties en leidingen vergt enige creativiteit. Denk aan de inspectie van olie- en
gaspijpleidingen in onherbergzaam gebied, inspecties van rioleringen of van rotorbladen van windturbines. De inzet van robots
kan dit proces aanzienlijk vergemakkelijken en steeds meer inspectierobots hebben hun diensten al bewezen of doen hun intrede in de markt. Neem het bedrijf ID-tec uit Poeldijk. Het heeft een multifunctionele inspectierobot ontwikkeld die zowel putcorrosie als wanddikte en fouten in metalen kan meten in rioleringsbuizen. Dit gebeurt mechanisch of ultrasoon, terwijl een HD-camera zorgt voor visuele inspectie zowel boven als onder water.
HET PIRATE- PROJECT Edwin Dertien promoveerde aan de Universiteit Twente op het PIRATE project (Pipe Inspection Robot for AuTonomous Exploration). Doel van het project is het onderzoeken of een serie autonome inspectierobots zelfstandig door het gasnetwerk kan bewegen en op die manier de kwaliteit van het netwerk kan monitoren en de zwakke plekken in kaart kan brengen. Het project werd ondersteund door een consortium van onderzoekspartners: KIWA technology B.V., Universiteit Twente (middels het LEO centre for Service Robotics), netbeheerders Cogas, Enexis, Liander en Endinet, en realisatiepartners DEMCON en ALSTOM Inspection Robotics. Gasleidingen in het lagedruknet hebben doorgaans een uitwendige diameter van 63 tot 125 millimeter en bevatten bochten, T-splitsingen en lichte hellingen. Deze factoren hebben ertoe geleid dat er bij de prototypes is gekozen voor een soort robot ‘slang’ op wielen die bestaat uit een aantal modules waarmee twee klemmende V-vormen kunnen worden gemaakt. In het midden van het prototype bevindt zich een rotatiegewricht om de hele robot in de buis te kunnen laten draaien.
Elektronica Qua elektronica was de grootste moeilijkheid bedrading. De robot is bijzonder klein en moet een grote bewegingsvrijheid hebben. De elektronica is daarom zo veel mogelijk verdeeld over verschillende segmenten, bestaande uit een master controller (die beschikt over een radioverbinding die op korte afstand kan worden gebruikt) en een slave
42 MaintNL
MR Inspectierobots.indd 42
node per robotsegment. De slaves (met onder andere een PID-controller) communiceren met de master via een seriële bus om de bedrading zoveel mogelijk te elimineren. Voor de energievoorzienig is gekozen voor batterijtechnologie, omdat deze an sich nog verder zal evolueren.
Sensoren De robot, hoe miniaturistisch ook, bevat een camerasysteem dat helpt bij het navigeren en tegelijkertijd informatie geeft over de buiskwaliteit. De camera gebruikt een laser die een cirkel projecteert op de buiswand. Een afwijking van de cirkelvorm impliceert een obstakel of een vervorming van de buis. Om de nauwkeurigheid te garanderen is daarbovenop gekozen voor een ultrasone microfoon die het geluid van weglekkend gas kan opvangen. Het is de bedoeling dat de robot volledig autonoom de actief in gebruik zijnde gasleidingen kan inspecteren met een rijsnelheid van ongeveer acht centimeter per seconde. Voorwaarde daarbij is wel dat de robot geen zuurstof in het netwerk mag brengen en dat de elektrische contacten in de robots volledig zijn afgeschermd. Om de robot in het gasnetwerk te implementeren is een gasdichte invoersluis ontwikkeld waar de robot eerst met stikstof wordt gespoeld, gevolgd door een gasmengsel om alle mogelijke zuurstofpartikels uit het gassysteem te houden. Het project heeft momenteel een werkend prototype en het onderzoeksteam is momenteel in gesprek met partners die het project verder kunnen industrialiseren.
6 - 2015
17-06-15 13:57
Of wat te denken van een inspectierobot voor inspecties van opslagtanks zonder man-entry? Hetzelfde bedrijf bracht samen met Tanktechniek een oplossing op de markt voor tanks die niet honderd procent inwendig zijn gecoat, die zonder man-entry kunnen worden geïnspecteerd.
Een nieuw snufje robotica dat een paar maanden geleden voor het eerst aan het grote publiek werd voorgesteld is de eenarmige robot Sawyer van Rethink, bij sommigen misschien bekend van robot Baxter. Sawyer, het kleinere en jongere broertje van Baxter, is niet alleen betaalbaar (ongeveer 26.000 euro), maar ook bijzonder nauwkeurig en kan zonder gevaar naast mensen worden ingezet aan de lopende band. Deze robot kan bijvoorbeeld worden gebruikt om printplaten te testen.
Project ‘Het uitvoeren van inspecties door robots in plaats van mensen is niet nieuw en ontwikkelingen volgen elkaar snel op’, licht Edwin Dertien toe. Hij promoveerde aan de Universiteit Twente op het onderwerp ‘Ontwerp van een inspectierobot voor tracé en kwaliteitsbepaling van kleine leidingen’ (zie kader) en is nog steeds verbonden aan de onderzoeksgroep Robotics en Mechatronica van de UT. ‘De inspectierobot die we hebben gebouwd onder de projectnaam PIRATE (Pipe Inspection Robot for AuTonomous Exploration) is in staat om autonoom gasleidingen te inspecteren op lekken, zonder daarbij afhankelijk te zijn van een kabelverbinding. Deze gasleidingen hebben een uitwendige
FOTO’S: UNIVERSITEIT TWENTE
‘ Wat wordt de rol voor de menselijke operator?’
diameter van 63 tot 125 millimeter en kunnen zowel haakse bochten, T-splitsingen als lichte hellingen bevatten, wat zorgt voor een complex robotsysteem. We zitten op dit moment in de fase waar we op zoek zijn naar industriële partners die het project de markt in kunnen introduceren.’
Batterijtechnologie Het PIRATE-project gaf Dertien veel inzichten in trends en ontwikkelingen in inspectierobotica. ‘De afgelopen onderzoeksjaren is een aantal factoren cruciaal geweest om het project verder te brengen’, stelt hij. ‘Deze factoren zullen in de verdere ontwikkelingen van inspectie- en andere robots zeker nog een belangrijke rol gaan spelen.’ Een eerste aspect is batterijtechnologie. ‘Het doel was om een autonome inspectierobot te creëren, die zelf in zijn energiebehoefte moet kunnen voorzien. Bij één prototype volgden we de meer conventionele energiesysteemroute en werkten we met een inspectierobot die verbonden is aan een kabel die energiecommunicatie
en camerabeelden en sensorgegevens verzorgt. In een eerste fase van het gebruik van een inspectierobot in een gasnetwerk is een mechanische koppeling met het robotsysteem een ideale oplossing. Het geeft de operator de mogelijkheid om de robot terug te halen. In een tweede prototype hebben we er bewust voor gekozen niet zelf te investeren in onderzoek naar systemen voor energievoorziening, maar om beroep te doen op bestaande ontwikkelingen in batterijtechnologie aangezien de verbeteringen in deze discipline elkaar ontzettend snel opvolgen. De ontwikkelingen in batterijtechnologie zullen bij het ontwerpen van autonome robots de komende jaren een steeds grotere rol gaan spelen.’
3D-printing Een tweede aspect dat bijzonder belangrijk is geweest in het PIRATE-project is 3D-printing, vervolgt Dertien. ‘In eerste instantie hadden we een conventionele robot gebouwd met volledig CNC-gefreesd aluminium wat gebruikelijk is. Op een bepaald MaintNL 6 - 2015 43
MR Inspectierobots.indd 43
17-06-15 13:57
moment zijn we overgestapt naar het printen van het materiaal in glasvezelversterkt nylon met een 3D-printer. Dat gaf het project een enorme boost.
‘ De ontwikkelingen in batterijtechnologie zullen de komende jaren een steeds grotere rol gaan spelen.’ Door de overstap is het gelukt om een prototype te maken dat vergelijkbaar was qua sterkte, maar tegelijkertijd vijf keer zo licht. Het lichte gewicht maakte het mogelijk om de robot ook autonoom verticaal door buizen te laten klimmen in plaats van alleen horizontaal. En juist dit verticale klimmen vergroot de kans op verdere industrialisatie van het project. Bij het inbrengen van de robot in een bestaand project, zou je bijvoorbeeld kunnen volstaan met een verticaal geboord gat in plaats van een hele horizontale sleuf die je moet aanbrengen. Ik verwacht nog heel veel van 3D-printing en het gebruik van lichtgewicht materialen in robottechnologie.’
44 MaintNL
MR Inspectierobots.indd 44
Klein, kleiner, kleinst Open source, onder andere voor besturingstechniek, heeft eveneens een grote bijdrage geleverd aan het project, gaat Dertien verder. ‘Een inspectierobot ontwikkelen is een multidisciplinaire onderneming. Als je met een klein team aan zo’n robot werkt, is kennisoverdracht en kennis delen cruciaal om het project op een hoger plan te brengen. Bij kennisoverdracht en het upto-date houden van systemen op langere termijn, biedt open source grote voordelen. Voor zowel de embedded control-kant als de besturingstechniek in de robot zelf en de sensortechnologie.’ Tot slot heeft het onderzoekslab voor het project ook innovaties rond miniaturisering op de voet gevolgd. ‘Onze inspectierobot is bijzonder klein. Alle afzonderlijke componenten, zoals sensoren, printplaten en camera’s, moeten eveneens klein zijn van omvang, maar tegelijkertijd bijzonder geavanceerd in mogelijkheden. De hoeveelheid rekenkracht die in een print kan
worden gestopt bijvoorbeeld, evolueert voortdurend.’
Verwachtingen Het PIRATE-project heeft een aantal ontwikkelingen doorgemaakte en is inmiddels rijp voor industrialisatie. ‘Deze robot is het robotlab inmiddels ontgroeid, maar ook wij blijven verder door ontwikkelen. Waar we uiteindelijk naartoe willen is een vergevorderde autonomie van de inspectierobot. Het is een interessant onderzoeksgebied waar we nog veel van kunnen verwachten: de toename van de autonomie bij inspectierobots en de interactie met de menselijke operator. Wat wordt de rol voor de menselijke operator? In hoeverre wordt inspectie een druk op de knop, kunnen alle veiligheidsaspecten worden dichtgetimmerd? Die druk-op-de-knop-inspectie, daar zijn we nog lang niet. In de tussenfase is er nog een vorm van samenwerking en synergie met de operator nodig. En ondertussen blijven we gewoon verder ontwikkelen.’ ■
6 - 2015
17-06-15 13:57
Actueel
Robot repareert Galecopperbrug Een robot helpt om de renovatie van de Galecopperbrug sneller af te krijgen. ‘Hij doet het werk van drie man.’ Dagmar Aarts
FOTO: ROBWELDING
De Galecopperbrug is onderdeel van de A12 en overspant het Amsterdam-Rijnkanaal in Utrecht. Met ruim 200.000 voertuigen per dag is de Galecopperbrug de op een na drukste brug van Nederland. De brug uit de jaren zeventig wordt op dit moment gerenoveerd en dat is met het drukke verkeer een logistieke uitdaging. De brug wordt afgesloten op momenten dat dit voor de minste overlast zorgt en daarnaast is de renovatietijd kort. Een van de werkzaamheden is de dekreparatie van het stalen brugdek. Om dat sneller te kunnen doen, benaderde aannemer VolkerRail het bedrijf RobWelding dat gespecialiseerd is in robotlassen. ‘Wij helpen de klant met de stap van het handmatig lassen naar het robotlassen’, legt RobWelding-directeur Karel van Vlastuin uit. ‘Wij kijken met de klant mee en laten zien wat ze met een
robot kunnen gaan doen. Een robot kost op zich geld, maar je moet naar de besparing over twee of drie jaar kijken.’
Uniek Nog niet eerder is een lasrobot ingezet bij het repareren van een brug. ‘Traditioneel staat een robot vast in een fabriek’, zegt Van Vlastuin. ‘We leggen onderdelen bij die robot en dan gaat hij aan de slag. Dit is echt de omgekeerde wereld. De robot op de brug is een mobiele cel. Als robotleverancier hebben wij helemaal meegedacht met de klant en een heel proeftraject doorlopen om te kijken waar we tegenaan liepen.’ Het lastigste was volgens Van Vlastuin de variëteit op de brug. ‘We wilden weten hoe het wegdek er precies uit ziet. Je denkt dat het een vlakke plaat is, maar in werkelijkheid zitten er nog wel eens wat bochten en holen in als je het dek eraf haalt. Tegen die variabelen loop je aan. We hebben ze zoveel mogelijk proberen in te schatten en te ondervangen.’ Tijdens een proeftraject dat in oktober 2014 startte, is de robot getest. Sinds 29 april van dit jaar last en snijdt hij op de Galecopperbrug.
Sneller De robot wordt op de plek gezet waar hij aan de slag moet en weet dan zelf waar hij
precies moet zijn. Het snijden en lassen gaat kwalitatief beter met een robot dan met de hand. Daarnaast wordt de omgevingsoverlast tot een minimum beperkt en is de robot veel sneller dan een mens. Hij doet het werk in dertig procent van de tijd die normaal nodig was. Van Vlastuin: ‘Zo’n man die last of snijdt, moet nauwkeurig werken en zit de hele dag op zijn knieën in het hete werk. Wij ontlasten die man met onze robot. Het is ergonomisch een groot voordeel.’
‘Je ziet dat bedrijven die een robot gaan gebruiken meer werk krijgen.’ De robot doet het werk van drie man, maar kost volgens Van Vlastuin geen banen. ‘Doordat het werk sneller gaat, zou je denken dat je mensen over hebt. Maar je ziet dat bedrijven die een robot gaan gebruiken meer werk krijgen. Doordat ze in staat zijn de kostprijs naar beneden te brengen, krijgen ze er vaak ook andere klussen bij van hun opdrachtgevers. In West-Europa moeten we met onze kostprijs naar beneden om het vol te houden tegen Azië. De robot kan daar goed bij helpen.’
Andere klussen Als de robot zijn werk aan de Galecopperbrug in november heeft afgerond, kan hij ook op andere plekken worden ingezet. Hij wordt uit de container gehaald waarmee hij zich over het brugdek kan verplaatsen en is dan geschikt voor andere klussen. Door de inzet van een robot bij de dekplaatreparatie is veel tijd bespaard. Dit succes is voor VolkerRail zelfs een reden om octrooi aan te vragen op dit specifieke renovatieonderdeel. Het bedrijf wil robots bij meerdere projecten in gaan zetten. ■ MaintNL 6 - 2015 45
MM Actueel.indd 45
17-06-15 13:51
Opleiding
Tekorten arbeidsmarkt concreter in beeld Klagen over een tekort aan technici of over niet-aansluitende opleidingen is niet meer van deze tijd. Techniek is weer in trek en zeker sinds er gesproken wordt over baangarantie neemt de instroom bij technische scholen toe. Francis Voermans, Liesbeth Schipper Sinds jaar en dag is er een tekort aan technisch personeel. En net zolang worden er campagnes gevoerd om dat tekort op te lossen. Toch is er veel veranderd in de laatste jaren. Bedrijven zijn veel actiever betrokken bij technische opleidingen en het werven van studenten daarvoor. Dat, en de positieve beeldvorming die zij hebben uitgedragen, lijken inmiddels hun vruchten af te werpen. Zo is er een aantal jaren een tekort geweest aan procesoperators, maar daar is nu een verzadigingspunt bereikt, vertelt Steven Lak, voorzitter van Deltalinqs, de ondernemersvereniging van bedrijven in de haven van Rotterdam. ‘Dat komt overigens mede door zij-instromers en doorstromers binnen een bedrijf, waardoor het aantal vacatures is gedaald.’ De krapte zit nu in andere disciplines, vervolgt hij. ‘In de chemische industrie is vooral een tekort aan onderhoudstechnici op mbo 3/4-niveau en aan meet- en regeltechnici.’
Tekort De NVDO brengt sinds 2010 de vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt in kaart en heeft sindsdien bijgehouden hoe dit zich verder heeft ontwikkeld. Zo zagen de NVDOleden enkele jaren geleden vergrijzing nog als belangrijkste trend, maar inmiddels komt dit punt niet meer in de top 10 voor. De verwachting was ook dat, ondanks de economische crisis, de technische arbeidsmarkt zeer gespannen zou blijven, maar dat blijkt vooralsnog mee te vallen. Deze markt heeft zich op verschillende manieren goed aangepast, bijvoorbeeld door het aannemen van minder geschikt personeel en het
46 MaintNL
MO Opleiding.indd 46
langer in dienst houden van oudere werknemers. ‘Hierdoor ontwikkelt de markt zich anders dan we enkele jaren geleden hadden verwacht’, zegt Piet van der Linden, voorzitter van de NVDO-sectie Suto en portefeuillehouder Arbeidsmarkt. ‘Waar we oorspronkelijk dachten dat er een tekort in lagere beroepsfuncties zou ontstaan, zien we nu dat hier juist landelijk een hogere werkeloosheid ontstaat. Kortom, een tekort verwachten we niet bij de sleutelaars. Daarbij zien we dat er steeds meer arbeidsbesparende technieken worden ingevoerd. En dat juist vaak ‘handjes’ uit het buitenland worden aangetrokken en de hands-on-tool-time structureel wordt aangepakt en verbeterd.’
technisch en wetenschappelijk niveau gaat het bijvoorbeeld om ontwerpers, constructeurs, projectleiders en asset managers.’
Concreter De verdieping in de vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt maakt dat de toekomstige tekorten nu veel concreter in beeld zijn. Het maakt steeds meer duidelijk bij welke beroepen sprake is van een krapte, dan wel waar een overschot ontstaat. Diverse opleidingsinstituten spelen hierop in. Zo ook de NVDO die met diverse universiteiten actuele vraagstukken bestudeert, hierover kennis ontwikkelt en deze weer via haar Maintenance Academy beschikbaar stelt. De Maintenance Academy verzorgt bij- en nascholingscursussen en workshops. ‘De praktijk ontwikkelt zo snel dat het belangrijk is dat de verbinding tussen ontwikkelingen en onderwijs goed is. We zorgen er ook voor dat het cursusaanbod aansluit op de behoefte in de markt.’
Stageplaatsen
‘De praktijk ontwikkelt zo snel dat het belangrijk is dat de verbinding tussen ontwikkelingen en onderwijs goed is.’ Ondanks dat de werkgelegenheid in bepaalde segmenten zal afnemen blijft er wel een structurele behoefte aan bepaald vakmanschap voor uitvoerende specialistische functies. ‘Ook op middelbaar opleidingsniveau zijn er krapte-functies en overschotten. Zo komen bedrijven moeilijk aan gespecialiseerde kaderfuncties zoals calculatoren, werkvoorbereiders, maintenance engineers en reliability engineers. Op hoger
Voldoende beschikbaarheid van goed opgeleid personeel in de Rotterdamse haven is ook al jaren een belangrijk aandachtspunt van Deltalinqs. De ondernemersvereniging in de haven heeft op dat gebied al veel vooruitstrevende ideeën gerealiseerd. Zo richtte het in 1998, met het oog op het ook toen al structurele tekort aan gediplomeerde technische schoolverlaters, het Procescollege op in samenwerking met ROC Zadkine en het Scheepvaart & Transport College (STC). Binnen het Procescollege werken onderwijs en bedrijven samen aan de opleidingen tot operator op mbo niveau 3 en 4. Bedrijven garanderen stageplaatsen en praten mee over de inhoud van de opleidingen. Op kosten van bedrijven behalen leerlingen bijvoorbeeld een VCA-certificaat tijdens de opleiding. Het Procescollege is een succes. De opleiding sluit goed aan bij het werk
6 - 2015
17-06-15 13:54
als procesoperator en de belangstelling is groot. ‘Destijds is gestart met tachtig leerlingen. Nu heeft het college achthonderd leerlingen, het maximum van tweehonderd per studiejaar’, vertelt Lak.
Helder maken Naar analogie met het Procescollege, is in 2006 het Maintenance College opgericht. Het Maintenance College biedt opleidingen in verschillende onderhoudsdisciplines, die naast het Zadkine en STC door het Albeda worden verzorgd. Sinds drie jaar krijgen leerlingen van de beide colleges een carrière-startgarantie, wat betekent dat ze zeker zijn van een baan na het behalen van het diploma. Elk jaar zijn er vijfhonderd startgaranties beschikbaar, tweehonderd voor het Procescollege en driehonderd voor het Maintenance College. Alle plaatsen op het Procescollege zijn dus gevuld, maar het Maintenance College heeft slechts vijftig tot zestig studenten per jaar. Om meer studenten naar de onderhoudsopleiding te trekken, wil Deltalinqs onder meer de goede perspectieven voor afgestudeerden voor het voetlicht te brengen. Lak: ‘Een onderhoudstechnicus heeft een goed startsalaris van zo’n 30 tot 35 duizend euro per jaar. Er zijn mogelijkheden om door te groeien tot technisch manager of om eventueel over te stappen naar andere interessante sectoren, zoals de offshore. Dat moeten we helder maken.’
Zien, leren en doen Ook NVDO werkt aan die positieve beeldvorming. ‘In 2010 merkten we dat de industrie een negatieve boodschap bracht’, stelt Van der Linden. ‘De industrie in Nederland werd voorgesteld als een zinkend schip, het zou Europa verlaten. Dat helpt natuurlijk niet als je jongeren wilt interesseren voor een baan in die industrie. Die boodschap hebben we omgebogen, onder andere met de Landelijke Dag van het Onderhoud.’ Op deze dag, de volgende editie is op 16 september 2016, stellen bedrijven hun deuren open voor bezoekers. Zo kunnen jongeren in heel Nederland kennismaken met techniek en het onderhoudsvak in het bijzonder, door te zien, te leren en te doen. ‘Scholen kunnen er met een bus naartoe gaan en eens een dag op een bedrijf meelopen. Het evenement wordt nog steeds elk jaar groter. De boodschap die we ermee uitdragen, is dat je met een toekomst in het onderhoud zeker bent van een baan. We werken dus aan een positieve beeldvorming en stimuleren tegelijkertijd jongeren om voor een baan in de techniek te kiezen.’
Levensechte fabriek Een andere troef, die Deltalinqs dit jaar hoopt te realiseren, is een Training Plant op de RDM Campus. De bedoeling is om een oude rubberfabriek van Shell om te bouwen tot een trainingsomgeving op ware grootte, met name voor onderhouds- en veiligheidsopleidingen. In de plant kan bijvoorbeeld
steigerbouw, het aanbrengen van isolatiemateriaal of lassen worden geoefend. Voor de realisatie van de plant is 4,5 miljoen euro nodig, waaraan de bedrijven in de haven, het Rijk en de gemeente Rotterdam plus het Havenbedrijf ieder een derde zouden moeten bijdragen. ‘We hopen de financiering deze zomer rond te krijgen’, zegt Lak. De Training Plant zou het onderhoudsequivalent worden van de Oefenfabriek van STC Brielle, die sinds 2008 in bedrijf is. De Oefenfabriek bestaat uit een proceshal met negen verschillende processen en een controlekamer. Het oefenen in een levensechte fabriek heeft veel voordelen: het is een efficiënte en interessante leermethode en zorgt voor een betere aansluiting op het latere werk. De fabriek wordt intensief gebruikt, niet alleen voor opleidingen tot procesoperator, maar ook voor meet- en regelcursussen en vele her- en bijscholingen.
Doemscenario’s Bedrijven en hun brancheverenigingen zijn in de loop der tijd steeds inventiever en meer ervaren geworden in het omgaan met schaarste op de arbeidsmarkt. De al zo vaak voorspelde doemscenario’s zijn daardoor nooit uitgekomen. Het verleden geeft vertrouwen dat voor een nieuwe donkere wolk boven de arbeidsmarkt ook weer een oplossing komt. Voorwaarde is wel dat bedrijven blijven investeren in het toekomstige human capital. ■ MaintNL 6 - 2015 47
MO Opleiding.indd 47
17-06-15 13:54
Wet- en regelgeving
Graven met 3D-beeld van de ondergrond Aannemers kunnen over enkele jaren veel meer informatie over de ondergrond krijgen, waardoor ze bij het graven schade aan kabels en leidingen beter kunnen voorkomen. Dit hangt samen met de invoering van de Europese Inspire-richtlijn en de koppeling daarvan aan het Nederlandse KLIC-systeem. Erik te Roller ‘Aannemers kunnen in de toekomst zelfs beschikken over 3D-afbeeldingen van de ondergrond, zodat ze nog beter kunnen beoordelen hoe ze hun werkzaamheden veilig kunnen uitvoeren’, zegt Jan Smit, projectmanager BAM Infra Telecom en bestuurder van Geodan Van den Berg, een 50/50 joint venture van BAM Infra Telecom BV en Geodan BV. Inspire staat voor Infrastructure for Spatial Information in Europe. Het gaat om Europese richtlijn uit 2007 met als doel alle ruimtelijke informatie van de Europese landen compatibel en toegankelijk te maken in de gehele Europese Unie. Het gaat over gegevens van bijvoorbeeld de verkeersinfrastructuur, water, natuur, landgebruik, industrie, maar ook over informatie over kabels en leidingen in de grond. In principe kan iedereen dergelijke geodata opvragen via het Nationaal Georegister. Vanwege de veiligheid zal iemand die geïnteresseerd is in gebiedsinformatie zich kenbaar moeten maken en zal de identiteit van die persoon en instantie gecontroleerd worden. Dit geldt nu ook al voor de graafmeldingen bij het Kadaster.
Veilig graven In Nederland is sinds 1 juli 2008 de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) van kracht. Alle zogenoemde grondroerders, zoals aannemers, loonbedrijven, heibedrijven, bouwbedrijven en hoveniers, zijn verplicht om een melding bij het Kadaster te doen voordat zij gaan
48 MaintNL
MN WION.indd 48
graven. Als er kabels of leidingen in het graafgebied liggen, dan stuurt het Kadaster een zipbestand met de ligginggegevens van de kabels en leidingen op ‘GBKN ondergrond’ (digitale topografische kaart van Nederland), inclusief de brieven van de netbeheerders waarin de voorwaarden staan waaronder er gegraven mag worden. Volgens de wet moet de grondroerder die gegevens binnen twee werkdagen hebben. In de praktijk is dat meestal binnen twee uur. Dit betekent niet dat de aannemer meteen mag gaan graven. Na de graafmelding mag hij vaak pas na drie dagen aan de slag in verband met de veiligheid. Bepaalde lei-
dingen, zoals hogedruk gasleidingen van bijvoorbeeld Gasunie, leveren namelijk extra gevaar op. Voor graafwerkzaamheden in de buurt van deze leidingen of andere leidingen met een gevaarlijke inhoud geldt de zogenoemde eisvoorzorgsmaatregel, waarbij de eigenaar van de buisleiding volgens een strikt regiem contact opneemt met de grondroerder en een toezichthouder stuurt om te zorgen dat er in de buurt van zo’n leiding veilig kan worden gewerkt. De termijn van drie dagen stelt Gasunie en andere buiseigenaren in de gelegenheid om tijdig contact op te nemen met de grondroerder, afspraken te maken en iemand te sturen. Smit: ‘Na een graafmelding krijgt een aannemer een kaart, waarop de kabel of leiding als een lijn met één dikte is ingetekend waarbij elk thema een andere kleur heeft. Wat de diameter van de leiding is en hoe diep die precies ligt, staat er vaak niet bij. Inspire geeft dergelijke meta-informatie straks wel. Het maakt natuurlijk nogal wat uit of je met een riool van anderhalve meter
AANBEVELINGEN De vijf belangrijkste aanbevelingen van Jan Smit van BAM voor zorgvuldig graven zijn: 1. Doe altijd een graafmelding. 2. Graaf altijd proefsleuven (om de theoretische ligging van kabels en leidingen te toetsen). 3. Ga dichtbij een tracé van een kabel of leiding nooit aan de slag zonder voorsteker 4. (iemand die voor de graafmachine uitloopt en met een spade in de grond controleert of daar geen kabels of leidingen liggen). 5. Zorg dat je de graafmelding altijd digitaal bij je hebt en gebruik hem ook. 6. Meld afwijkende situaties altijd aan het Kadaster. Verder is er de Instructiekaart Zorgvuldig Graven van het Kabel en Leiding Overleg (KLO), waarin tips staan over het lokaliseren van kabels en leidingen, hoe rekening te houden met afwijkingen, voorzorgsmaatregelen nemen tijdens het graven en hoe te handelen bij schade en calamiteiten.
6 - 2015
17-06-15 13:53
FOTO’S: GEODAN VAN DEN BERG
doorsnee te maken hebt of met een datakabel van één à twee centimeter. Als Inspiredata eenmaal als bewerkbare gegevens beschikbaar zijn, kunnen er ook 3D-afbeeldingen van worden gemaakt, zodat je beter kunt beoordelen hoe je de graafwerkzaamheden ergens veilig kunt uitvoeren.’
Gegevens in vectorformaat Sinds 2 juli 2009 is de invoering van de Europese Inspire-richtlijn in een aparte Nederlandse wet verankerd, de Implementatiewet EG-richtlijn infrastructuur ruimtelijke informatie. Volgens deze wet zijn overheden en netbeheerders verplicht om gegevens te verzamelen en beschikbaar te stellen volgens de eisen van Inspire. Bij netbeheerders gaat het om (semi-)overheden zoals provincies, waterschappen, gemeenten, en om beheerders zoals Gasunie, Enexis, Stedin en Liander. De privateen telecomsector is van de Inspire-richtlijn uitgezonderd, omdat gegevens over de ligging van dergelijke kabels en leidingen concurrentiegevoelig zijn. Deze kabels en leidingen vallen wel onder de WION, omdat een aannemer natuurlijk moet weten waar deze kabels en leidingen liggen. In Nederland is overigens het Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken verantwoordelijk voor het naleven van de WION-wetgeving.
In 2013 hebben het Kadaster en het Bronhouders- en Afnemersoverleg KLIC-dienstverlening (BAO-KLIC) onderzoek laten doen naar de wensen van verschillende partijen als netbeheerders en aannemers ten aanzien van het uitwisselen van informatie over leidingen en kabels in het kader van de bestaande WION-wet. Hieruit is naar voren gekomen dat het gewenste KLIC-informatiesysteem vrijwel op één lijn ligt met Inspire. Besloten is daarom het aanpassen van KLIC aan het Inspire-format en het verzamelen van gegevens over leidingen en kabels voor Inspire te combineren. Hiertoe is het programma KLIC-WIN medio 2014 van start gegaan, waarbij WIN staat voor de combinatie van WION en Inspire.
‘ Hoe beter de kwaliteit van de informatie, hoe beter je graafschade kunt voorkomen.’ Er is een programmaorganisatie KLIC-WIN in het leven geroepen, waarin onder meer de Rijksoverheid, gemeenten, het Platform Netbeheer Nederland, Bouwend Nederland en het Kadaster zijn vertegenwoordigd. Streefdatum voor het invoeren van
KLIC-WIN is 1 januari 2017. Alle kabel- en leidinggegevens van netbeheerder dienen net als bij Inspire in het zogenoemde vectorformaat beschikbaar te zijn. Het vectorformaat maakt het mogelijk om op digitale tekeningen in te zoomen zonder dat de lijnen onscherp worden.
Gegevens combineren Op het ogenblik beheren de netbeheerders hun gegevens over kabels en leidingen zelf. Dit blijft voorlopig ook zo, maar KLICWIN biedt een alternatief, waarbij alle ligginggegevens ook centraal bij het Kadaster kunnen worden opgeslagen. De overheid en het Kadaster maken zich sterk voor centrale opslag. Veel netbeheerders denken daar nog over na. Het idee dat het leveren vanuit centrale dataopslag sneller gaat dan vanuit decentrale dataopslag is alweer achterhaald. De informatie-uitwisseling vanuit decentrale opslag is ongeveer even snel als vanuit centrale opslag. Verschillende onderzoeken tonen dit aan. Informatie gaat immers met lichtsnelheid van het ene datacentrum naar het andere. Het Kadaster bouwt een hybride systeem, zodat netbeheerders straks zelf kunnen beslissen of ze hun gegevens decentraal bewaren of centraal te bewaren bij het Kadaster. Op 1 januari 2017 moeten overheden en nutsbedrijven ook alle beschikbare MaintNL 6 - 2015 49
MN WION.indd 49
17-06-15 13:53
gegevens over kabels en leidingen voor Inspire leveren. Het gaat om alle gegevens over bijvoorbeeld de ligging, diepte, het materiaal waarvan ze gemaakt zijn, et cetera. Op 1 januari 2020 moeten alle gegevens volgens het Inspire-format via het Nationaal Georegister te vinden zijn. Geodan Van den Berg heeft de data van vierhonderd netbeheerders inmiddels omgezet naar het nieuwe standaardformaat voor de WION, mede aan de hand van het Informatiemodel Kabels en Leidingen (IMKL), een gemeenschappelijk begrippenkader voor het uitwisselen van gegevens tussen netbeheerders en grondroerders. Halverwege 2016 begint het bedrijf met de omzetting van de gegevens van de netbeheerders voor Inspire en verwacht hiermee eind 2016 klaar te zijn. Het bedrijf heeft ook een app voor het ontsluiten van een graafmelding ontwikkeld, waarmee een grondroerder vanuit zijn positie bekeken met behulp van tablet, voorzien van GPS en kaartmateriaal, kan zien hoe de nabijgelegen kabels en leidingen lopen. Om te voorkomen dat aannemers alleen een Inspire-melding doen en geen graafmelding , is de prijs van zo’n melding gelijk aan die van een graafmelding (21,50 euro). Met alleen een Inspire-melding mogen bedrijven niet graven. ‘In de toekomst wil Nederland wel toe naar het combineren van WION- en Inspiregegevens, maar voorlopig is dit nog niet het geval’, aldus Smit.
Flinke slagen maken Om graafschade te voorkomen spreken de vertegenwoordigers van de verschillende brancheverenigingen van netbeheerders,
beheerders van de ondergrond en grondroerders elkaar ook in de vereniging Kabel en Leiding Overleg (KLO). Het doel is om problemen te bespreken en gezamenlijk op te lossen. KLO werkt in verschillende projecten aan vijf speerpunten, waaronder graafinformatie, zorgvuldig opdrachtgeverschap, een gedragscode voor de graafketen en het meetbaar maken van de prestaties van alle ketenpartijen. Smit zit namens Bouwend Nederland in het KLO en neemt deel aan de werkgroep graafinformatie.
‘ De werkgroep biedt tools aan die het proces van up-to-date brengen van de registraties efficiënter en gemakkelijker maken.’ ‘De ligging van leidingen en kabels kan afwijken van wat er op de tekeningen staat. Om netwerkregistraties up to date te brengen is het wenselijk dat grondroerders afwijkende situaties aan het Kadaster melden, waarna netbeheerders dit kunnen corrigeren. In de praktijk gebeurt dit echter niet, of onvoldoende. Zowel de grondroerders als de netbeheerders hebben last van afwijkende situaties, omdat dit tot oponthoud en graafschade kan leiden. Netbeheerders kunnen hun product of dienst tijdelijk niet meer leveren en hebben reparatiekosten, terwijl medewerkers van de grondroerders in onveilige situaties terecht kunnen komen en wellicht aansprakelijk worden gesteld
AANTAL GRAAFSCHADES IN 2014 MET 11 PROCENT GEDAALD Op basis van de verplichte jaarlijkse schaderapportage door de netbeheerders bericht het Kadaster dat er in 2014 34.333 schades zijn gemeld, dat elf procent minder dan in 2013. Opmerkelijk, want het aantal graafmeldingen is juist gestegen. De totale reparatiekosten bedroegen 26,9 miljoen euro, acht procent minder dan in 2013. De reparatiekosten bedroegen gemiddeld 778 euro per schadegeval. Het aantal geraakte elektriciteitskabels is in 2014 vrijwel gelijk gebleven, het aantal geraakte communicatieleidingen is met zestien procent gedaald en het aantal geraakte gasleidingen met veertien procent. In 2014 ontstond er schade bij één op de veertien graafbewegingen. In 2013 was dit nog bij één op de twaalf. Doel van de vereniging Kabel en Leiding Overleg is om het aantal graafschades in 2018 onder de 25.000 te krijgen.
50 MaintNL
MN WION.indd 50
voor de graafschade. In de werkgroep proberen we een modus te vinden om tot verbetering van deze situatie te komen door tools aan te bieden die het proces van upto-date brengen van de registraties efficiënter en gemakkelijker maken’, aldus Smit. Inspire-gegevens zijn zeer welkom, omdat een grondroerder hiermee meer data heeft dan alleen die in het platte vlak. In theorie kan de ruimtelijke werkelijkheid worden benaderd. Dat heeft voordeel voor alle partijen. ‘In de Nederlands bodem ligt veel infrastructuur wat tot complexe situaties kan leiden. Hoe beter de kwaliteit van de informatie, hoe beter je graafschade kunt voorkomen’, legt Smit uit. Maar de grondroerder heeft met meer te maken: het maaiveld kan hoger of lager liggen dan oorspronkelijk bij de aanleg van de kabels en leidingen het geval was, of er zijn geen dwarsprofielen van gestuurde boringen beschikbaar. ‘Het blijft dus zaak feitelijk vast te stellen waar de kabels en leidingen werkelijk liggen en afwijkingen te melden. Alleen door samenwerking en onderling begrip komen we verder. Vergis je niet: voor grondroerders is het lang niet altijd eenvoudig om graafschade te voorkomen hoe zorgvuldig ze ook te werk te gaan. In KLO-verband zijn gelukkig al flinke slagen gemaakt en lukt het steeds beter om graafschade te voorkomen.’ ■
6 - 2015
17-06-15 13:53
Casus
Verbetering van onderhoud kun je leren Een bedrijf had het plan opgevat om risicoanalyses van de productie-installaties te maken. Mede ingegeven door toenemende wet- en regelgeving. Enkele onderhoudsmedewerkers waren naar een congres geweest over risicomanagement. In een van de lezingen werd een matrix getoond, waarmee een ranking van risico’s kon worden gemaakt: de Fine & Kinney-matrix. De matrix leek pragmatisch en een aantal mensen in het bedrijf ging ermee aan de slag. Al snel ontstond er nogal wat discussie. Uit de matrix kon je afleiden dat één dode als gevolg van een calamiteit gelijk werd gesteld aan een financieel verlies van 450 tot 1000 euro. Nadere bestudering zorgde voor nog een vraagstuk: is een calamiteit met honderd doden ook honderd keer ‘erger’ dan een calamiteit met één dodelijk slachtoffer? In eerste instantie werd besloten om maar een eigen matrix te ontwerpen. Een zoektocht op internet had namelijk tientallen varianten van de matrix opgeleverd.
Preventief denken Preventief denken betekent onder andere dat je nadenkt over mogelijke ongewenste gebeurtenissen; hoe je die kunt voorkomen of er op kunt anticiperen. Om preventief te denken moet je zorgen voor een adequaat instrumentarium: begrippen moeten voor alle betrokkenen helder en afgebakend zijn, en de te gebruiken methoden en technieken dienen juist te zijn. We legden de medewerkers van het bedrijf de volgende vraag voor: ‘stel de buitentemperatuur is dertig graden Celsius. Is het dan twee keer zo warm als wanneer de buitentemperatuur vijftien graden zou zijn geweest?’ Het juiste antwoord wist niemand, het is namelijk 1,05 keer warmer. We deden nog een sommetje, en vroegen: ‘hoeveel is 2 x 1 x 10?’ Dat ging natuurlijk goed. Maar met het laatste sommetje had iedereen weer veel moeite: hoeveel is (heel zelden) x (nog nooit van gehoord in ons bedrijf) x (één dode)?
Bottom-up De tijd was vervolgens rijp om wat fundamenteler over risicoanalyse te spreken. De medewerkers realiseerden zich heel goed dat er meerdere manieren zijn om naar risico’s te kijken. Je kunt uitgaan van een ongewenste gebeurtenis, een ongeval of een calamiteit. Vervolgens
Organisatie van Onderhoud Op 24 en 25 september organiseert de NVDO de training ‘Organisatie van Onderhoud’ (In company mogelijk). Tijdens deze tweedaagse cursus leert u een goed inzicht te krijgen in de belangrijkste aspecten van en methoden/ technieken voor het betrouwbaar organiseren van onderhoud. Gezamenlijk wordt een visie ontwikkeld en u kunt vervolgens in uw bedrijf op een systematische manier aan de slag met uw eigen organisatie en de tijdens de cursus geïdentificeerde verbetermogelijkheden. Kijk voor meer informatie op: maintenance.nvdo.nl/maintenance-academy/
ga je na welke keten ven gebeurtenissen kan leiden tot het effect dat je wilt voorkomen. Dat is een top-down benadering. Je kunt ook beginnen bij de componenten van een installatie, en nagaan wat het effect van het falen van een component is op het functioneren van de installatie. Dat is een bottom-up aanpak. Voor de bottomup aanpak wordt als methodiek heel vaak gekozen voor Failure Mode, Effect & Criticality Analysis. Deze methodiek heeft als voordeel dat er ook een basis wordt gelegd voor het opstellen van het onderhoudsconcept van een installatie.
Top-down risicoanalyse We hebben risico vervolgens gedefinieerd als blootstelling x kans x effect, maar ook gewaarschuwd dat je dat rekensommetje niet mag maken als de variabelen op een ordinale schaal zijn afgebeeld. En dat is de reden waarom de Fine & Kinney matrix, die in een top-down benadering gebruikt wordt om een ranking van risico’s te maken, meestal betekenisloze resultaten geeft. Het bedrijf heeft ervoor gekozen om eerst aan de slag te gaan met FMECA, met name omdat er geen degelijke onderhoudsconcepten waren en bovendien veel productieverliezen als gevolg van storingen. Het percentage storingsonderhoud is inmiddels (twee jaar later) gedaald van zestig procent naar 22 procent. Het management overweegt nu om ook te gaan werken aan top-down risicoanalyse, al realiseert men zich terdege hoeveel tijd en geld dat zal gaan kosten. Vooralsnog is er in elk geval een grote verbetering van het onderhoud bereikt. ■ MaintNL 6 - 2015 51
MK Casus.indd 51
17-06-15 13:47
Cursussen Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de Maintenance Academy op www.nvdo.nl Komende NVDO Cursussen Locatie: NVDO Verenigingsgebouw, tenzij anders vermeld
3 september 2015 Bouwbesluit brandveilig gebruik Het Bouwbesluit bevat bouwtechnische voorschriften op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Dit zijn voorschriften die de minimaal noodzakelijke kwaliteit van bouwwerken waarborgen. Het Bouwbesluit is, samen met de daarbij behorende ministeriële regeling, het Gebruiksbesluit, enkele voorschriften uit de gemeentelijke bouwverordeningen en het Besluit aanvullende regels veiligheid wegtunnels, vervangen door één Bouwbesluit.
Doel Na het volgen van de cursus ‘Bouwbesluit’ is de cursist in staat de actuele regelgeving in het Bouwbesluit direct toe te passen.
Onderwerpen •D e nieuwe terminologie zoals: (extra) beschermde route, verkeersroute, veiligheidsvluchtroute, etc. • Het nieuwe systeem voor de indeling van gebouwen. • De wijziging van brandcompartimentgrootte. • De verminderde samenhang van het bouwbesluit met andere wet- en regelgeving, normen en regelingen. • De nieuwe eisen aan ruimten die zijn bestemd voor het insluiten van personen. • De nieuwe bepalingen rondom bestaande bouw en nieuwbouw. • Een nieuwe benadering voor de brandveiligheid van te verbouwen gebouwen. • De eisen voor verschillende gebruiksfuncties zoals welk type brandbeveiligingsinstallatie is geëist voor de toegepaste gebruiksfunctie. • De aangepaste eis van het bouwbesluit op de uitvoering van brandbeveiligings-installaties zoals o.a. brandmeld- en ontruimingsinstallaties en vluchtweg-aanduidingen. • De eisen rondom de verplichte doormeldingen naar Regionale Alarmcentrales (RAC). • De invloed van het Bouwbesluit op certificeringsregelingen.
15 en 16 september 2015 Montage en Demontage van Lagers 1e dag bij de NVDO, Houten 2e dag bij SKF, Nieuwegein Kennis hebben van direct beïnvloedbare factoren kan onmiddellijk resulteren in standtijdverlenging van (vaak de meest kritisch onderdelen van uw installatie) de lagers en een hogere betrouwbaarheid van uw installatie. Begrippen als belasting, rollichamen, draagvermogen, toerental en speling worden uitvoerig behandeld. Dit is de basis van de wentellagertechniek. Wat is de functie van de kooi en welke soorten kunnen we onderscheiden? U maakt kennis met het ISO-passingstelsel. Uiteraard gaan we uitgebreid in op de verschillende typen wentellagers. U ziet hoe lagers zijn opgebouwd en hoe specifieke kenmerken hen geschikt maken voor verschillende applicaties. Deze opleiding bevat naast een theoretisch deel ook een, op deze kennis gebaseerd, praktisch deel.
Doel De deelnemers worden in deze tweedaagse training in staat gesteld de problemen, verbonden aan het gebruik van lagers, te begrijpen en de verschillende lagertypen en -aanduidingen te herkennen. Daarnaast raken de deelnemers vertrouwd met de juiste en veilige gereedschappen voor de verschillende montage- en demontagemethoden en het smeren van lagers. Ze zullen ook beter in staat zijn lagerschade te analyseren en te voorkomen. Na de praktische oefeningen zullen de deelnemers de materie echt beheersen!
Onderwerpen • L agertechnologie, de verschillende materialen, welke loopbaancontacten, draaggetallen en toerentallen. • Wentellager aanduidingen, wat betekenen alle cijfers en letters. • Lager karakteristieken, welk type lager voor welke toepassing en waarom. • Passingen en toleranties, aan welke afmetingen dient het lager te voldoen. • Monteren en demonteren van lagers op een juiste en veilige methode. • Lagersmering en methodes, welk vet, nasmeer-interval en nasmeerhoeveelheid. • L agerschade Analyse en belangrijk hoe te voorkomen.
Bestemd voor Deze cursus is voor iedereen die zich bezighoudt met brandveiligheid en al werkzaam is met het oude Gebruiksbesluit. Dit zijn bijvoorbeeld inspecteurs van onroerend goed en ervaren medewerkers technische dienst, maar is ook zeer geschikt voor beheerders van grote complexen, hoofden facility management (kantoren, onderwijs en ziekenhuizen). De kosten van deelname bedragen voor NVDO-leden € 530,en voor niet-leden € 630,-.
52 MaintNL
MI Cursussen.indd 52
6 - 2015
17-06-15 13:43
29 en 30 september 2015 Maintenance Engineering in de Praktijk In Company mogelijk De maintenance engineer moet snel kunnen schakelen tussen de details van de dagelijkse problemen en beschikt over een helikopterview om snel een overzicht van die gesignaleerde problemen te krijgen. Tenslotte moet hij zijn voorstellen voor eventuele oplossingen duidelijk en overtuigend kunnen presenteren. De taak van de maintenance engineer is om verstoringen in het productieproces en het onderhoudsproces te herkennen, te elimineren en vooral te voorkomen. Daartoe is er veel samenwerking nodig met andere bedrijfsfuncties.
van de assets. In dit proces is het van belang dat de diverse stakeholders, die op enigerlei wijze een rol en verantwoordelijkheid in de gehele levenscyclus van uw asset hebben, integraal met elkaar samenwerken.
Doel Het doel van deze cursus is om de (toekomstig) maintenance engineer in zijn dagelijkse werk een goede ondersteuning te bieden.
Onderwerpen Dag 1 • De plaats en functie maintenance engineering in de organisatie. • Het takenpakket van de maintenance engineer. • De relatie tussen de onderhouds- en productiefunctie. • Het afstemmen van productie- en onderhoudsdoelstellingen. • De kern van maintenance engineering: borgen en verbeteren van de prestatie van productiemiddelen. • De gereedschapskist van de maintenance engineer. • Het analyseren en reduceren van storingen. • Het opstellen van verbeterplannen. Dag 2 • Het doel en het ontwerpen van onderhoudsconcepten. • Van onderhoudsconcept naar onderhoudsbeheersing. • Praktijkvoorbeelden onderhoudsconcept. • Het invoeren van onderhoudsconcepten in de eigen organisatie. • Het borgen en bijsturen van onderhoudsconcepten in de praktijk. • De invloed van onderhoudsconcepten op het bedrijfsresultaat. • De effectiviteit en de efficiëntie van de maintenance engineer.
Doel Na het volgen van de leergang is de cursist in staat om antwoord te geven op de volgende vragen: • Wat is Asset Management (gedachtengoed, de methodiek en principes)? • Welke plaats en positie neemt Asset Management in binnen de organisatie? • Hoe wordt risicomanagement toegepast binnen de methodiek van Asset Management? • Hoe kunnen ontwerpbeslissingen onderbouwd worden op basis van een Life Cycle Cost benadering? • Hoe wordt wet- en regelgeving in het bedrijfsbeleid geborgd? • Hoe kunnen bedrijfsprocessen worden gestroomlijnd, systeemeffectiviteit worden verhoogd en totale kosten over de levensduur worden geoptimaliseerd? •H oe bereik ik de optimale kosteneffectiviteit van de assets over de levensduur? • Hoe ontwikkel ik de meest doelmatige uitbestedingsstrategie, hoe voer ik regie over de markt? • Hoe worden mijn directie en ik zich bewust van de meerwaarde van Asset Management? • Hoe kan ik de methodiek en principes van Asset Management effectief binnen de keten van mijn organisatie uitdragen en communiceren? • Hoe kan ik bijdragen in het realiseren van een optimale samenwerking tussen alle partijen in de keten? • Hoe kan ik de normstandaard ISO 55000 als hulpmiddel toepassen in het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen?
Onderwerpen Start 30 september Leergang Asset Management Toepassing van Asset Management biedt u de mogelijkheid op risico gebaseerd Beheer en Onderhoud scenario’s te ontwikkelen die bijdragen aan het verkrijgen van het juiste evenwicht tussen uw kapitaalsinvesteringen (kosten) en opbrengsten (baten), zoals bijvoorbeeld hogere beschikbaarheid en betrouwbaarheid, productiviteit en de mate van milieubelasting door de assets. Kortom, hoe kan ervoor worden gezorgd dat uw assets het vereiste kosteneffectieve resultaat behalen tegen de meest gunstige kosten gedurende de gehele technische levensduur
Het zesdaagse programma bestaat uit drie modules van elk twee aaneengesloten dagen. Technisch bedrijfskundige onderwerpen worden afgewisseld met onderwerpen ter versterking van de sociale aspecten, die een belangrijke rol spelen bij de implementatie en borging van Asset Management binnen de organisatie. De leergang is vanuit het ‘action learning’-principe opgezet, de onderwezen theorie wordt met oefeningen en praktijkcases ondersteund. Resultaat van deze opdracht vormt aan het eind van de leergang een leidraad die kan fungeren voor invoering en borging van Asset Management binnen uw eigen bedrijf. Het totale programma en de voorwaarden staan gepubliceerd op de NVDO-website, www.nvdo.nl. MaintNL 6 - 2015 53
MI Cursussen.indd 53
17-06-15 13:43
Onderhoud
Nationaal icoon ondergaat metamorfose Astronaut André Kuiper twitterde vanuit het ISS-station: ‘Onze Afsluitdijk is evenals de Chinese muur vanuit de ruimte zichtbaar.’ Dit icoon en internationaal visitekaartje van de Nederlandse waterbouwkunde krijgt een upgrade. De dijk is nu ruim tachtig jaar oud en een nieuwe strijd tegen hoger water, vanuit het achterland en vanuit de Waddenzee, rechtvaardigt een grondige opknapbeurt. Broer de Boer In mei 2015 besliste de minister over het project. De aanvang van de werkzaamheden is gepland voor in 2017. Voor realisatie wordt het jaar 2021 genoemd. Met het project is ongeveer achthonderd miljoen euro gemoeid. Het ontwerp-Rijksinpassingsplan, zoals de minister dat heeft gepubliceerd, bevat belangrijke besluiten voor de Afsluitdijk: ‘Er worden omvangrijke vernieuwingswerkzaamheden getroffen aan het dijklichaam en de civieltechnische kunstwerken voor de waterveiligheid en de waterafvoer. Het dijklichaam van de Afsluitdijk wordt versterkt volgens het principe van de overslagbestendige dijk. De waterveiligheid van de sluizencomplexen (keer-, spui- en schutsluizen) wordt gewaarborgd. De Afsluitdijk
54 MaintNL
MQ Afsluitdijk.indd 54
wordt gefaseerd versterkt via het ‘adaptief deltamanagement’. Daarbij vormt het W+scenario voor waterveiligheid het uitgangspunt: een zeespiegelstijging in 2050 van +35 centimeter ten opzichte van 1990 en +85 centimeter in 2100.’ Het ontwerp-Rijksinpassingplan schetst vooral de kaders ten aanzien van onderhoud en nieuwbouw. Na 2050 ontstaat naar verwachting de noodzaak om vervolgmaatregelen te treffen.
Dijken versterken In de afgelopen periode heeft Rijkswaterstaat door middel van peilbuizen de waterstand in de dijk gemonitord. Deze informatie is nodig om de stabiliteit van de dijk te
kunnen berekenen. Het huidige dijklichaam blijkt niet stevig genoeg om in de komende decennia de vereiste bescherming te kunnen blijven bieden. De dijk moet geschikt zijn om alle combinaties van waterstanden en golven te weerstaan die een kans van 1 op 10.000 per jaar hebben om voor te komen. In het geval van de Afsluitdijk is dat vrij vertaald een waterstand en golfhoogte die gepaard gaan met een maatgevende ‘1/10.000-storm’. Voorts is in de planuitwerking vastgesteld dat bij het ontwerpen van de versterking van het dijklichaam een overslagdebiet geldt van maximaal tien l/s/m (liter per seconde per meter).
‘Het tachtig jaar oude beton en de fundering blijken nog in een uitstekende staat te verkeren.’ Om een dergelijke hoeveelheid overslag te weerstaan moeten ook de binnendelen voldoende erosiebestendig zijn. Gerekend vanaf de kruin moet ook de tuimeldijk tot aan fietspad erosiebestendiger gemaakt
6 - 2015
17-06-15 13:55
FOTO’S: RIJKSWATERSTAAT
worden. Het vraagt ook om verhardingsmaatregelen aan Waddenzeezijde. Technisch manager van Rijkswaterstaat, Wolter Scholten: ‘Welke technieken we gaan toepassen kan ik nu nog niet zeggen. We gaan werken met een DBFM-contract en RWS heeft daartoe oplossingsruimtes gedefinieerd. De uiteindelijke aannemer kan zelf met initiatieven en ideeën komen wat betreft materialen of oplossingen. Aan de Waddenzeezijde zijn harde materialen toegestaan, maar op de tuimeldijk schrijft het Masterplan Afsluitdijk een vegetatieve begroeiing voor.’ Het`plan vermeldt dat - beperkte - investeringen het mogelijk maken de buitenbekleding te laten voldoen tot 2100. Grootschalige verhoging van de dijkkruin kan tot na 2050 worden uitgesteld.
Ambitieuze plannen De spuicomplexen liggen bij Den Oever (drie groepen met elk vijf spuikokers) en
Kornwerderzand (twee groepen met elk vijf spuikokers). Ze functioneren als waterafvoer en waterkering. Waterafvoer is van groot belang omdat het waterpeil in het IJsselmeer de belasting op de waterkeringen van de gebieden aan het IJsselmeer bepaalt. Bedoeling is de huidige peildynamiek tot ten minste 2050 te handhaven, ook al stijgt de zeespiegel en worden de piekafvoeren vanuit het achterland groter. De gehanteerde peilen zijn: in de winter gemiddeld afgerond NAP - 0,25 meter; een maximum peil van NAP + 0,55 meter en een minimum peil van NAP - 0,40 meter. Scholten: ‘De kokers, bestaande uit met basalt bekleed beton blijven gehandhaafd. Ze zijn elk twaalf meter breed en de drempel ligt op – 4,5 meter NAP. Daarmee kunnen we in het spuiseizoen tussen de honderd en tweehonderd kubieke meter water per seconde per koker lozen. Elke koker heeft thans twee hefdeuren, die elk circa veertig ton wegen en met stalen kabels
OVERSLAGBESTENDIG De Afsluitdijk krijgt over de gehele lengte een sterkere toplaag en wordt daarmee, met als horizon het jaar 2050, overslagbestendig. De spuisluizen krijgen een upgrade, zonder dat het aantal spuikokers wordt uitgebreid. De waterveiligheid van de schutsluizen wordt gewaarborgd door de nieuw te bouwen keersluizen. Deze verbeteringen bieden de Afsluitdijk en de beide spui- en schutcomplexen tot halverwege deze eeuw bescherming tegen hoogwater. Bovendien worden er gefaseerd opvoerpompen gemonteerd in een aantal spuikokers bij Den Oever. Deze extra afvoercapaciteit maakt het mogelijk om ook tijdens hoogwater het IJsselmeerwater op de Waddenzee te lozen. RWS gebruikt bij de realisaties een zogenoemd DBFM (Design, Build, Finance, Maintain)-contract, een nieuwe ontwikkeling in de waterbouwsector.
worden geheven.’ Het geheel is redelijk onderhoudsvrij. Regulier onderhoud bestaat feitelijk alleen uit het verwijderen van aangroei van onder meer zeepokken van de hefdeuren. ‘We hebben de kwaliteit van het tachtig jaar oude beton, waarin de hefdeuren bewegen, alsmede de fundering onderzocht en dat blijkt nog in een uitstekende staat te verkeren. Daarmee vormt het geen beletsel in de ambitieuze plannen’, aldus Scholten.
Spuicomplexen versterken Versterking van de spuicomplexen betreft ook de aansluitende dijklichamen van de in- en uitstroombekkens en de dammen. Deze geven een golfreducerende werking. De huidige spuicomplexen zijn rond 2050 aan het eind van de technische en economische levensduur en zullen dan waarschijnlijk moeten worden vervangen. De versterking van de spuisluizen bestaat uit het vervangen of verzwaren van (een deel van) de hefschuiven en het versterken van de constructie. De nieuwe hefschuiven worden zo ontworpen dat ze binnen de bestaande constructie passen, maar de bestaande bewegingswerken worden vervangen. Een spuisluis kan zowel als enkele- als dubbelvoudige kering worden uitgevoerd. Scholten: ‘Het is aan de opdrachtnemer om daarin een keuze te maken, onder voorwaarde dat de geboden oplossing voldoet aan de gestelde eisen voor waterveiligheid. Als gekozen wordt voor een enkele kering en de zuiderschuiven hun waterbouwkundige functie kunnen verliezen (afhankelijk van de keuzes voor waterafvoer), dan moeten ze vanwege hun cultuurhistorische waarde - werkend - in stand gehouden worden.’ MaintNL 6 - 2015 55
MQ Afsluitdijk.indd 55
17-06-15 13:55
De bestaande tien dubbele hefschuiven bij Kornwerderzand worden vernieuwd, maar zullen niet zwaarder worden dan ze nu zijn. Constructieve aanpassingen aan de heftorens zijn daarbij niet nodig. Verder moeten naast de huidige spuicomplexen kwelschermen worden aangebracht. Het gaat om circa 45 meter kwelscherm per zijde in de aansluitende dijkvakken en daarnaast om kwelschermen in de tusseneilanden. Over de hele bodem van het in- en uitstroombekken wordt bodembescherming aangebracht, dan wel hersteld. Dit moet erosie, veroorzaakt door het spuien, tegengaan.’
Opgebouwde ervaring Dat de afvoercapaciteit van de Afsluitdijk vergroot wordt, is een andere belangrijk hoofdstuk in het ontwerp-Rijksaanpassingsplan. Dat gaat gebeuren door ophijsbare pompen te installeren in de nieuw te realiseren schuiven van het spuicomplex van Den Oever. De aannemer zal daarbij in het ontwerp een afvoercapaciteit van ongeveer vierhonderd kubieke meter per seconde moeten realiseren. Na 2030 worden afhankelijk van de zeespiegelstijging verdere plannen gemaakt. Scholten: ‘De benadering hier wordt: ‘spuien als het kan, pompen als het moet’. Spuien is en blijft de aangewezen methode om grote volumes relatief snel te kunnen afvoeren. Door de pompen in de hefdeuren te monteren wordt de spuicapaciteit niet beïnvloed. Vooral in pieksituaties is het cruciaal te kunnen beschikken over een aanvullende methode.’ De pompen worden gefaseerd ingebouwd in het spuicomplex van Den Oever, omdat het verval bij hoog water daar geringer is dan op Kornwerderzand. De fasering heeft – in
56 MaintNL
MQ Afsluitdijk.indd 56
vergelijking met de bouw van een geheel nieuwe voorziening elders op de Afsluitdijk – onder meer als voordeel dat investeringen in de tijd gespreid kunnen worden, dat ingespeeld kan worden op de zich feitelijk voordoende snelheid van klimaatverandering en zeespiegelstijging, en dat bij elke stap kan worden geprofiteerd van de opgebouwde ervaring bij eerdere stappen. De uithijsbare pompen kunnen worden ingebouwd in de zuidelijke hefschuiven of in een nieuw te bouwen constructie. ‘De technische installaties, die nodig zijn voor de pompen, zijn door hun omvang en de technische eisen niet in te passen in de bestaande gebouwen (heftorens, installatiegebouwen) bij het spuicomplex van Den Oever. Een nieuw gebouw is nodig, evenals een nieuwe stroomvoorziening, waarvoor een nieuwe kabel met een spanning van 10 tot 15kV nodig is’, aldus Scholten.
Bredere schepen De schutsluis bij Kornwerderzand wordt versterkt om te voldoen aan de eisen voor waterveiligheid. Voor het Rijk volstaat een oplossing met de huidige doorvaarbreedte (veertien meter) van de schutsluis. De regio heeft echter de ambitie in de toekomst het schutten van grotere schepen mogelijk te maken. Het Rijk houdt hier vanwege deze ambitie rekening mee in het ontwerp-Rijksinpassingsplan. De nieuw te bouwen keersluis vormt daardoor geen belemmerende factor voor de ambitie van de regio om in de toekomst de bestaande schutsluis en de bruggen zo aan te passen dat schepen tot 25 meter breed de Afsluitdijk kunnen passeren. Globaal voldoen de schutsluizen momenteel aan de eisen en kan met regulier onderhoud worden volstaan.
Extreme situaties Keersluizen zijn vooral in geval van extreme situaties een belangrijk onderdeel van de primaire waterkering. Ze kunnen in dat geval gesloten met bijvoorbeeld een roldeur. In haar huidige staat is het bovenhoofd van de keersluis bij Den Oever niet hoog en stevig genoeg om in de komende decennia de vereiste bescherming te kunnen blijven bieden. Dat vraagt dus om actie. Daarbij speelt de constructie van de schutsluis een rol. Op Kornwerderzand wordt een compleet nieuwe keersluis ontworpen op basis van een levensduur tot 2100. Bij een eventuele vervanging van de schutsluis aldaar, rond 2050, of een bredere sluis als wens van de regio, kan de nieuwe keersluis gehandhaafd blijven. In de ruimte die voor de keersluis is gereserveerd past bijvoorbeeld een roldeur die naar de oostkant open schuift. Scholten: ‘De keersluis moet voorzien in een doorvaartbreedte van ten minste 42,8 meter conform de huidige breedte van de doorvaartopeningen van de brug en de middenpijler. De positionering van de nieuwe keersluis houdt er nu al rekening mee dat op termijn de draaibrug kan worden vervangen, zonder dat dit invloed heeft op de keersluis. De maximale hoogte van de keersluis is maximaal NAP + 8,5 meter. De drempeldiepte is maximaal NAP - 6,40 meter conform de richtlijn vaarwegen geschikt voor de huidige scheepvaartklasse (klasse Va). Ook hier is het aan de opdrachtnemer de keuze om de keersluis uit te voeren met een enkele kering of een dubbele kering, mits voldaan wordt aan de gestelde eisen voor waterveiligheid.’ ■
6 - 2015
17-06-15 13:55
Agenda Juli 2 juli 2015 TU Eindhoven www.aanmelder.nl/dutchday IEEE PowerTech 2015 Tijdens de “Dutch Day” bij de TU Eindhoven leggen we een link tussen verschillende hoofdthema’s van IEEE PowerTech 2015 en de hele keten van opwekking, transport, distributie en industriële tot huishoudelijke aansluitingen. We brengen een bezoek aan het Power Quality en EMC Lab, waar onderzoek wordt gedaan aan de invloed van nieuwe ontwikkelingen op energienetten en de compatibiliteit van installaties. Naast veel jongeren die hun doctoraat doen in de Elektrotechniek, Informatica, Wiskunde, Economie en aanverwante gebieden wordt de conferentie bezocht door een gemengd publiek van technische professionals, ongeveer zestig procent academisch en veertig procent uit de industrie.
September 10 september 2015 NVDO, Houten www.nvdo.nl Storingsanalyse, maar dan Anders! De NVDO-cursus ‘Storingsanalyse, maar dan Anders!’ biedt deelnemers een complete aanpak voor het effectief en efficiënt oplossen van storingen. In één dag wordt o.a. geleerd hoe een samenloop van omstandigheden of vaag probleem kan worden verduidelijkt tot een kernachtige omschrijving van storingsmelding(en); hoe alle informatie over een storing nauwkeurig beschreven kan worden, zodanig dat onderscheid wordt gemaakt tussen geruchten en feiten; hoe op een zo efficiënt mogelijke wijze de oorzaak van de storing kan worden bepaald; hoe de juiste maatregelen kunnen worden gekozen; en hoe de samenwerking en de communicatie tussen de (interne) klant en de ‘storingsoplosser’ kan worden verbeterd. Denk bijvoorbeeld aan de relatie tussen TD-Productie. Resultaat: storingen worden sneller en definitief opgelost. Door betere samenwerking ontstaat een hogere beschikbaarheid van productie-installaties met lagere onderhoudskosten tot gevolg.
18 september Urenco, Almelo www.nvdo.nl Drieluik Betrouwbaarheid en gedrag De laatste jaren wordt er veel aandacht besteed aan Reliability. De Reliability Engineer is inmiddels in vele organisaties geïntroduceerd. Toenemende regelgeving beoogt risico’s te voorkomen. Maar schieten we daar nu echt iets mee op? Worden onze organisaties echt betrouwbaarder? Reactieve organisaties richten zich op betrouwbaarheid door het managen van problemen en risico’s. Veel energie wordt gestoken in het analyseren van gebeurtenissen. Proactieve organisaties richten zich, naast betrouwbaarheid, ook op innovatie, mede door vertrouwen te geven aan medewer-
kers die disfunctionele patronen onderzoeken en anticiperen op onverwachte gebeurtenissen. De NVDO organiseert drie samenhangende inloopmiddagen rond Proactief Denken en Doen in het Onderhoud. We leggen de focus op proactief gedrag en op onderlinge verbondenheid. We verkennen voorwaarden om opmerkzaamheid en alertheid in organisaties te waarborgen.
Oktober 6-8 oktober 2015 Brabanthallen, ’s-Hertogenbosch www.veiligwerktbeter.nl Veilig Werkt Beter Op deze editie vindt men er alles over onder andere gezond werken zoals ergonomie, stresspreventie, gezonde werkhouding, lichtkwaliteit, geluidshinderreductie, fysieke belasting, et cetera. Tevens is er alles te vinden over veilig werken; van gebouwniveau en individuele werkplek tot persoonlijke beschermingsmiddelen. Van preventieve middelen en procedures tot correctieve oplossingen.
7 oktober 2015 De Glazen Ruimte, Maarssen www.imaintain.info/prestatie iMaintain prestatiemanagement iMaintain prestatiemanagement, het congres van NVDO SUTO en het iMaintain platform, kijkt naar DOMINO, het versterkend effect van prestatiemanagement. Prestatiemanagement vertaalt de visie, missie en strategie van een project, asset, team of organisatie naar succesfactoren en acties. Sturen op die succesfactoren en constant monitoren van de effecten ervan, kan met behulp van methoden. En net als bij het Domino-effect is het resultaat het best als alle factoren en acties goed op elkaar aansluiten. Hoe krijg je de maximale versterking van je inspanningen?
15 oktober - 17 december 2015 Mainnovation Meeting House, Dordrecht www.nvdo.nl Value Driven Maintenance Masterclass De VDM Master Class leert u hoe u met onderhoud toegevoegde waarde kunt creëren. De VDM methodiek bevat een kwantitatief besturingsmodel waarmee inzichtelijk wordt gemaakt hoe onderhoud een positieve bijdrage kan leveren aan de waardecreatie binnen het bedrijf. Met behulp van een aansprekende bedrijfscase zal uitgelegd worden hoe VDM de motor kan zijn voor continue innovatie. U volgt acht VDM verdiepings-webinars, waaraan u vanaf uw werkplek kunt deelnemen. De webinars nemen maximaal 1 uur in beslag. De Maintenance Business Experience is een interactieve management game voor professionals waarbij alle facetten van de VDM methodiek kunnen worden toegepast. Verschillende teams strijden tegen elkaar met als doel voor het fictieve bedrijf ‘Evolve’ een onderhoudsstrategie te ontwikkelen die de meeste waarde creëert. MaintNL 6 - 2015 57
MH Agenda.indd 57
17-06-15 13:42
Nieuws VDL en TU Eindhoven werken aan mini-deeltjesversneller men, of kan de samenstelling van materie worden bepaald.
Overeenkomst
Een deeltjesversneller, zoals die bij wereldberoemde onderzoeksinstituten als CERN of PSI in Zwitserland wordt gebruikt, maar dan kleiner. VDL en de Technische Universiteit Eindhoven werken samen met de TU Delft, CERN en het Nederlands instituut voor subatomair onderzoek aan de ontwikkeling van zo’n ‘mini-synchrotron’.
Onderzoek De deeltjesversneller kan worden ingezet voor onderzoek naar nieuwe materialen, geneesmiddelen en voor onder-
zoek naar het voorkomen van kanker. Honderden Europese bedrijven huren nu vaak ‘commerciële onderzoekstijd’ bij de ‘European Synchrotron Radiation Facility’ in Grenoble. Die versneller wordt al dermate intensief gebruikt dat de wachtlijsten oplopen. De miniversneller is juist geschikt voor deelonderzoeken die bedrijven doorgaans snel willen doen. In de SmartLight, zoals dat heet, worden straks elektronen versneld waardoor die licht gaan uitstralen. Met dat felle licht kunnen bijvoorbeeld zieke cellen of virussen worden waargeno-
VDL heeft een technologieovereenkomst gesloten met CERN en PSI. Het Eindhovense bedrijf en de beide onderzoeksinstellingen werken ook al samen bij de bouw van nieuwe, grote deeltjesversnellers in Genève en Zürich. De partners in SmartLight denken de miniversneller straks te kunnen verkopen aan bedrijven als Shell, Bayer, DSM, aan forensische onderzoeksinstituten of universiteiten. Zo’n versnellertje, een variant op de elektronenmicroscoop, gaat tussen de vijf en tien miljoen euro kosten. ‘PSI en CERN doen allerlei kennis op tijdens hun wetenschappelijke onderzoek. Die onderzoeksinstellingen willen een deel van die kennis en kunde graag verkopen. VDL gaat ze daarbij helpen. Wat de Zwitserse bollebozen bedenken, kunnen onze bollebozen maken’, stelt Hans Priem van VDL ETG, de hightech machinefabrieken van Van der Leegte. De SmartLight is de eerste exponent van die kennissamenwerking.
Basisnet vergroot veiligheid voor omwonenden van spoor, weg en water 1 april 2015 trad de regeling ‘Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen’ in werking door een wetswijziging. Het Basisnet verhoogt de veiligheid van mensen die wonen of werken in de buurt van rijksinfrastructuur (auto-, spoor- en vaarwegen) waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. In de regeling ligt vast wat de maximale risico’s voor omwonenden mogen zijn. Die begrenzing was er tot nu toe niet. Bovendien zorgt het Basisnet ervoor dat gevaarlijke stoffen tussen de belangrijkste industriële locaties in Nederland en het buitenland vervoerd kunnen blijven. ‘Dichtbevolkte gebieden worden waar mogelijk ontzien, terwijl chemische bedrijven bereikbaar blijven. Zo draagt het Basisnet bij aan veiliger vervoer van goederen’, aldus staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu (IenM). In Nederland is de kans op ongelukken met het vervoer van gevaarlijke stoffen erg klein. Dat moet zo blijven, vindt het kabinet, ook als dit vervoer in de toekomst groeit. De meeste gevaarlijke stoffen worden vervoerd via pijpleidingen (circa 52 procent) of met binnenvaartschepen (circa veertig procent),
58 MaintNL
MJ Nieuws.indd 58
de rest in vrachtwagens (circa zes procent) en in goederentreinen (circa twee procent).
Risicoplafond Per traject geeft Basisnet een risicoplafond voor het vervoer van gevaarlijke
6 - 2015
17-06-15 13:44
Nieuws stoffen. ProRail houdt het aantal ladingen van het spoorvervoer bij. Rijkswaterstaat doet dit voor weg en water. Het ministerie van IenM let erop dat het vervoer inderdaad binnen deze risicoplafonds plaatsvindt. IenM overlegt met vervoerders en verladers (de chemische industrie) indien overschrijding van een risicoplafond op een traject dreigt. Het risico moet immers binnen de grenzen blijven. Daarvoor zijn aanvullende maatrege-
len mogelijk: het veiliger maken van voertuigen (ketels met dikkere wanden, verklikkers voor hete assen aan ketelwagons, dubbelwandige tankers) of het aanpassen van de infrastructuur (minder wissels in het spoor). In het uiterste geval moet de vervoerder een andere route nemen. Het vervoer van gevaarlijke stoffen moet waar mogelijk verschuiven van spoorlijnen waarop personen- en goederentreinen rijden naar de Betuweroute waarop alleen goederen-
vervoer plaatsvindt. Naast het verhogen van de veiligheid voor omwonenden zorgt het Basisnet ervoor dat de bevoorrading van chemische bedrijven verzekerd blijft. Ook maakt de regeling helder waar in de omgeving van rijksinfrastructuur gebouwd mag worden en waar niet. Informatie over het Basisnet is te vinden bij het Kenniscentrum Infomil van Rijkswaterstaat: www.infomil.nl.
Oproep NVDO Onderhoudskompas editie 2015 Het NVDO Onderhoudskompas is op zoek naar Best Practices ten behoeve van het Visiedocument Maintenance for Energy. De voorbereidingen voor het NVDO Onderhoudskompas 2015 zijn in volle gang. Met het Onderhoudskompas geeft de NVDO een duidelijke richting voor het ontwikkelen van kennis over de Nederlandse onderhoudssector. De waarde van het Onderhoudskompas is meervoudig. Ten eerste bieden de resultaten belanghebbenden een goede kijk in de keuken van de brede en pluriforme markt van beheer en onderhoud. Vervolgens gaat het in op relevante marktontwikkelingen en trends. Bovendien vormt dit kompas een leidraad voor bedrijven die een beter beeld willen krijgen van de markt waarin zij actief zijn, om zo de groeikansen die hierin opgesloten liggen nog beter te benutten. In de presentatie van de verschillende strategische opties voor onderhoudsbedrijven en -afdelingen is, zoals gebruikelijk in het NVDO Onderhoudskompas, gebruikgemaakt van de analogie van het type onderhoudsbedrijf of –afdeling, uitgaande van drie focusgebieden. Dat zijn efficiency, kennis & innovatie en de klant. De markt voor beheer en onderhoud is een brede markt, die een dwarsdoorsnede vormt van een groot aantal sectoren en branches. Naast de generieke informatie in het Onderhoudskompas met betrekking tot het vrijwel complete portfolio Asset Management, wordt dit jaar een visie gevormd over hoe de Nederlandse Onderhoudssector kan bijdragen aan de energiebesparingen die zijn vastgesteld in het SER Energieakkoord en in bredere zin bij kunnen dragen aan duurzaamheid. Ten behoeve van genoemd Visiedocument zijn we op zoek naar goede voorbeelden. Bent u binnen uw organisatie bezig met energiebesparing en heeft u een succesverhaal dat u graag wilt delen ten behoeve van het NVDO Visiedocument 2015? Neem dan contact op met de NVDO via info@nvdo.nl of bel met 030 6346040. Heel graag betrekken wij uw best practice bij de vorming van onze visie. En wie weet kunnen we uw case gebruiken voor publicatie? Reuze bedankt voor uw medewerking.
MaintNL 6 - 2015 59
MJ Nieuws.indd 59
17-06-15 13:44
Nieuws De Menukaart Prestatiecontracten biedt voor partijen, zowel opdrachtgever als uitvoerende partij, een raamwerk bij het opstellen van een prestatiecontract voor het beheer en onderhoud van gebouwgebonden installaties of hele gebouwen. Het resultaat van de Menukaart Prestatiecontract is een conceptprestatiecontract in Microsoft Word dat als basis kan dienen voor een prestatiecontract. De Menukaart, inclusief de infobladen met achtergrondinformatie over de werking van prestatiecontracten, kunnen ook worden gebruikt als discussiestuk tussen partijen, die van plan zijn om gebouwen te gaan exploiteren op basis van een prestatiecontract. De Menukaart Prestatiecontracten is opgesteld door AT Osborne en AHB Consultancy in opdracht van en in samenwerking met het Platform Duurzame Huisvesting, waarin de NVDO Sectie Onroerend Goed een belangrijke partner is.
Duurzaamheid en prestatiecontracten Kostenreductie en duurzaamheid zijn voor steeds meer bedrijven en instellingen belangrijke thema’s. Dat maakt dat in toenemende mate de gebruikers van vastgoed zoeken naar mogelijkheden om hun bedrijfsmiddelen zo effectief, energiezuinig en duurzaam in te zetten. Zowel in de markt als in de budgetsector (onderwijs en zorg) wordt duurzame huisvesting vaker een visitekaartje én een kostenbesparing. Een prestatiecontract is een goed middel om hieraan invulling te geven. Prestatiecontracten maken de prestaties van de uitvoerende partij meetbaar en objectief evalueerbaar. Als opdrachtgever betaal je voor wat je daadwerkelijk hebben wilt en krijgt. Ook gebouweigenaren krijgen steeds meer redenen om duurzaam vastgoed in portefeuille te hebben, zoals het aantrekken van de steeds bewustere huurder. Ook moeten eigenaren voldoen aan steeds strengere wet- en regelgeving (zo moeten in 2020 alle nieuwe gebouwen energieneutraal zijn) en, voor institutionele beleggers, aan steeds strengere duurzaamheidseisen van aandeelhouders. Een prestatiecontract is daarom voor eigenaren een uitstekend middel om duurzaamheid en daarmee (financiële) toekomstbestendigheid te waarborgen.
Opheffen split incentive De problematiek van de split incentive blijkt vaak een remmende factor bij het nemen van verduurzamings- of energiebesparende maatregelen door de vastgoedeigenaar. In een traditioneel huurcontract neemt de eigenaar de kosten van de investering voor zijn rekening, terwijl de lagere energierekening terechtkomt bij de huurder. Hierdoor is een eigenaar
60 MaintNL
MJ Nieuws.indd 60
FOTO: PLATFORM DUURZAME HUISVESTING
Menukaart prestatiecontracten, weet u het nog?
minder snel geneigd verregaande maatregelen te nemen. In een prestatiecontract, dat aan een groen huurcontract (‘Green Lease’) wordt toegevoegd, kunnen afspraken worden vastgelegd over prestatiegaranties, de verdeling van de opbrengsten van de duurzame maatregelen en de wijze van monitoring, waardoor zowel huurder als verhuurder profiteert van de genomen verduurzamingsmaatregelen.
Doelstellingen Menukaart Prestatiecontracten De Menukaart Prestatiecontracten heeft als doel marktpartijen te informeren en te ondersteunen bij het opstellen van prestatiecontracten voor onderhoud en beheer van alleen de gebouwgebonden installaties of hele gebouwen. Daarnaast geeft de Menukaart invulling aan de Europese richtlijn Energy Efficiency Directive (EED) Artikel 18.1, die EU-lidstaten verplicht stelt om informatie te verstrekken over de opzet en werking van prestatiecontracten. Ook biedt de Menukaart ondersteuning bij de implementatie van het SER Energieakkoord. In het akkoord wordt nadrukkelijk gewezen op de toegevoegde waarde van ESCo-dienstverlening bij het verduurzamen van vastgoed.
Keuzemenu De Menukaart Prestatiecontracten kan worden toegepast voor alle typen utiliteitsgebouwen en bij verschillende uitgangssituaties. Daarvoor beschikt de Menukaart over de volgende keuzemogelijkheden: · nieuwbouw of bestaande bouw; · wel of geen energiebesparende maatregelen; · alleen gebouwgebonden installaties of het gehele gebouw; · wel of geen financiering door de uitvoerende partij. Na registratie op de website van het Platform Duurzame Huisvesting komt u terecht bij de Menukaart Prestatiecontracten.
6 - 2015
17-06-15 13:44
Column
KIJK, zo tweet je nog eens wat! De NVDO kan natuurlijk niet achterblijven als het gaat om Twitter. We hebben ons eigen account en twitteren er lustig op los. We vinden het leuk om zo nu en dan iets te retweeten. We vinden het leuk om met foto’s te laten zien waar we zijn, wat we doen of wat eraan zit te komen. Maar, we vinden berichtjes aan ons ook leuk, soms zelfs boeiend. Bij de KIJK zagen wij een tweet dat het honderd jaar geleden is dat Albert Einstein zijn speciale relativiteitstheorie openbaarde. Dat bericht wil ik graag met u delen. Het was een theorie die de wetenschap op zijn grondvesten deed schudden. Vanachter zijn bureau veranderde Einstein de wereld. Toen Einstein stierf, was ons begrip over tijd voorgoed veranderd. Nu nog steeds proberen onderzoekers te vinden waar hij op zijn sterfbed naar zocht: een Theorie van Alles. Vraag iemand wat hij weet over Albert Einstein, en hij zal ongetwijfeld uitroepen: ‘De relativiteitstheorie!’ Maar op de vraag of hij ook wéét wat die theorie inhoudt, zal de persoon in kwestie in 99 procent van de gevallen het antwoord schuldig blijven. De grondbeginselen van de relativiteitstheorie zijn heel eenvoudig. Iedereen heeft wel eens iets laten vallen in een rijdende trein of auto. Het doet er dan niet toe hoe snel men zelf voortbeweegt: honderd kilometer per uur met de trein of auto, of zelfs duizend kilometer per uur in een vliegtuig. Altijd valt het voorwerp loodrecht naar beneden en altijd met dezelfde valsnelheid. Maar voor een achterblijver die de voortrijdende trein of het voorbijvliegende vliegtuig van verre gadeslaat, is de weg die het vallende voorwerp aflegt minder eenvoudig. Doordat het tijdens de val met de trein of het vliegtuig meebeweegt, valt het langs een grote boog naar beneden en niet langs een rechte lijn. Daaruit kan geconcludeerd worden dat het voorwerp al vóórdat het begon te vallen van zichzelf een snelheid bezat. Alleen: de reiziger die het voorwerp liet vallen kan die conclusie niet trekken. Tenzij hij versnellingen
of vertragingen ondergaat, kan hij uit de loodrechte valweg niet opmaken of zijn omgeving onder hem wegvlucht, of dat hij zelf voortbeweegt. Al zijn waarnemingen hebben dus een relatieve waarde. Dat wil zeggen: ze staan in relatie (verband) met de omstandigheden waarin hij zich bevindt. De relativiteitstheorie is voornamelijk op het bovenstaande experiment gebaseerd. Eén van de conclusies van de theorie is dan ook dat niets in absolute rust is. Niet de snel voortbewegende reiziger, maar ook niet de op het aardoppervlak achterblijvende waarnemer. Die beweegt immers mee met de aswenteling van de aarde en met de omloop van de aarde rond de zon. Volgens de relativiteitstheorie kan de lichtsnelheid nooit worden overschreden. Alleen licht zelf (en andere soorten elektromagnetische straling) kan zich met die snelheid voortbewegen. Gewone materie kan de lichtsnelheid (bijna 300.000 km per seconde!) alleen maar benaderen. Om de lichtsnelheid te bereiken zou de energietoevoer oneindig groot moeten zijn, en dat is onmogelijk. De enige mogelijkheid om wél de lichtsnelheid te bereiken is als de materie zichzelf vernietigt en overgaat in een geheel nieuwe bundel licht of warmtestraling. Volgens Einstein kan dat. In de slotconclusie van de Speciale Relativiteitstheorie luidt dat massa en energie aan elkaar gelijk zijn volgens de
‘Volgens de relativiteitstheorie kan de lichtsnelheid nooit worden overschreden.’
beroemd geworden formule: E = mc2. In deze formule staat E voor energie, m staat voor massa en c is de snelheid van het licht. In woorden uitgedrukt betekent de formule: energie is gelijk aan de massa maal de lichtsnelheid in het kwadraat. Dit hele verhaal konden we niet twitteren, dus daarom deze lange tweet #NVDO02. Ellen den Broeder-Ooijevaar Verenigings Manager
colofon MaintNL is het verenigingsmagazine van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud. De naam MaintNL is eigendom van de NVDO. Eindredactie: Ellen den Broeder-Ooijevaar
Postbus 138 3990 DC Houten t +31(0)30 634 60 40
e info@nvdo.nl • www.nvdo.nl • www.nvdovac.nl
MaintNL 6 - 2015 61
MC VerMan.indd 61
17-06-15 13:26
62 VOLGEND NUMMER
IN HET VOLGENDE NUMMER Sabic winnaar VOMI Safety eXperience Award Tijdens Deltavisie op 4 juni is Sabic door een vakjury in Rotterdam uitgeroepen als winnaar van de eerste editie van de VOMI Safety eXperience Award. Site Director Dieter Hollman is ontzettend trots: ‘Een mooier compliment kun je als bedrijf niet ontvangen.’
Meest duurzame kantoorgebouw ter wereld Het gebouw ‘The Edge’ op de Zuidas van Amsterdam heeft, als eerste in de Benelux, het BREEAM Outstanding-ontwerpcertificaat ontvangen en heeft nu het oplevercertificaat voor meest duurzame kantoorgebouw ter wereld ontvangen. Hoe wordt het onderhoud geregeld?
Voor- en nadelen van diagnostische apparatuur Tegenwoordig valt bijna alles te meten. Door predictief en preventief onderhoud kan de frequentie van onderhoudsstops omlaag. Aan de andere kant kunnen metingen ook voor onrust in de maatschappij zorgen. Hoe vind je daarin een evenwicht?
Thema: Maintenance en de gebouwde omgeving
EN VERDER MaintNL Bij VTOC ´Fokker´ worden vliegtuigonderhoudmonteurs en -technici opgeleid. Het opleidingsinstituut heeft net een unieke Fokker uit 1979 gekregen waaraan de toekomstige monteurs kunnen sleutelen. Het beheer en onderhoud van constructies in bouw en infra kan efficiënter. RFID-chips, voorzien van sensoren en zenders, kunnen continu gegevens over de onderhoudstoestand van betonconstructies naar de beheerder sturen. Ook kunnen de chips worden gebruikt voor het lokaliseren en identificeren van bouwdelen.
iMaintain
Thema’s 2015
iMaintain 07-2015
iMaintain 08-2015
iMaintain 09-2015
iMaintain 10-2015
Maintenance en de gebouwde omgeving Maintenance en industriële reiniging Maintenance en risicomanagement Maintenance in de infra
Nummer 7 verschijnt 8 september 2015
6 15 iMaintain
E VolgendNummer.indd 62
17-06-15 13:11
NA NALS LS
P!!
O IO S
Flexibele Flexibele&&gebruiksvriendelijke gebruiksvriendelijke maintenance maintenancemanagement management software software
Mobiel Mobiel werken metmet Uitgebreide Uitgebreide werken appapp HSE-suite HSE-suite Ultimo Ultimo GO GO
ls
er
et
Lite-versie Lite-versie voorvoor kleine kleine TD TD
en
kt
g,
AbonneAbonnement ment (SaaS) (SaaS) mogelijk mogelijk
eP
IMA06_01-02-63-64.indd 63 1 07052015_210x297_01.indd 07052015_210x297_01.indd 1
+ +Meer Meer structuur structuur in onderhoud, in onderhoud, effieffi ciĂŤnter ciĂŤnter werken werken en en meer meer besparingsmogelijkheden besparingsmogelijkheden + +Betere Betere mogelijkheden mogelijkheden voor voor heldere heldere rapportering rapportering richting richting stakeholders stakeholders + +Eenvoudiger Eenvoudiger compliant compliant zijnzijn aanaan de de geldende geldende wetweten en regelgeving regelgeving www.ultimo.com www.ultimo.com
17-06-15 17-06-15 13:06 13:06 17-06-15 14:48 21-05-15 21-05-15 16:33 16:33
iMaintain Nr. 06 - 2015
Reserveer nu uw standruimte!
Grip houden op elke schaal Op 5 en 6 april 2016 vindt in Ahoy Rotterdam de tweede editie van Emergency Expo plaats. Naast een gevarieerd aanbod van veiligheidsoplossingen dat door exposanten gepresenteerd wordt, is er een sterke focus op kennisuitwisseling. Op stands, podia, in het theater op de beursvloer en in het congres- en vergadercentrum worden volop cases besproken omtrent preventie, bestrijding en nazorg van calamiteiten. Netwerken en samenwerken staan centraal: tussen overheden onderling ĂŠn tussen overheid, hulpdiensten en bedrijfsleven. Dit multidisciplinaire platform wordt bezocht door betrokkenen bij veiligheid, risicomanagement en crisisbeheersing.
Deelnemen? Ga naar www.emergencyexpo.nl.
A Omslag.indd 1 IMA06_01-02-63-64.indd 64
17-06-15 14:48
Waardecreatie door goed onderhoud
en zijn Deze opleiding gen in ook in te bren ltijd de nieuwe dee ding bachelor-oplei wkunde. Werktuigbou r de moInformeer naa gelijkheden.
POST-MBO ONDERHOUDSTECHNIEK POST-HBO ONDERHOUDSTECHNOLOGIE POST-HBO ONDERHOUD EN MANAGEMENT MASTER OF ENGINEERING IN MAINTENANCE AND ASSET MANAGEMENT
JE KAN VERDER! Onderhoud is als vakgebied steeds in beweging. Het werk groeit in waarde en aanzien. Van het oplossen van problemen tot een sterke schakel in de waardeketen. Veiligheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van installaties zijn het resultaat van goed onderhoud. Parallel daaraan groeit voor de onderhoudsprofessional de complexiteit van de vraagstukken en ook de uitdaging om steeds waarde toe te voegen aan het proces. Het cursusaanbod van Centrum voor Natuur & Techniek (CvNT) biedt voor werkende onderhoudsprofessionals steeds de juiste tools om de volgende stap te kunnen zetten. Van de post-mbo opleiding Onderhoudstechniek tot en met de Master of Engineering in Maintenance and Asset Management sluit de cascade van opleidingen van CvNT op elkaar aan. Op je werk en op je kennisbehoefte. Je kan verder. Opleiden op basis van No-Cure, No-Pay Al jaren leiden wij professionals kosteloos op met verschillende deeltijd maintenance opleidingen. Permanente besparingen als gevolg van een verbeterd inzicht in onderhoud maken dat de opleidingen alleen maar geld opleveren. Om te laten zien dat dit geen sprookje is en dat je echt gratis een opleiding kan volgen, is in 2010 een uniek project gestart. Op basis van No-Cure, NoPay is een cursist uitgedaagd om gesponsord door CvNT zijn opleiding ècht gratis te volgen. Zo laat CvNT zien dat het geen praatjes verkoopt maar wel opleidingen waarmee je geld kan verdienen! Informeer naar de mogelijkheden.
POST-MBO
Onderhoudstechniek Onderhoud is je werk. Na je technische mbo-opleiding is onderhoud jouw vakgebied geworden. Je merkt dat je een talent hebt om problemen op te lossen en misschien zelfs te voorkomen. En je wilt verder. De post-mbo opleiding Onderhoudstechniek brengt je verder. Je leert om anders naar onderhoud te gaan kijken. Het is niet alleen je dagelijkse werk, het is een belangrijke schakel in de waardeketen van het bedrijf. Die schakel moet sterk zijn en sterk blijven. En daar zijn uiteenlopende manieren voor. Bij de opleiding onderhoudstechniek leer je daarom wat onderhoudsmethodieken inhouden en wat jouw bijdrage kan zijn aan verbetertrajecten. Als ervaringsspecialist weet je uit de praktijk wat er beter kan, nu leer je hoe je dat kunt doorvoeren. Een verbetering is meer dan techniek. Dat gaat verder. Je leert de waarde van onderhoudsinformatie voor een probleemanalyse. En met die analyse kun je een verbetervoorstel uitwerken, presenteren en uitvoeren. Dat
kunnen verbeteringen zijn aan installaties en materialen maar ook aan werk en werkwijzen. Jouw onderzoek zal het uitwijzen. Als technisch specialist krijg je meer handvatten om de techniek aan te pakken en om er beter over te communiceren. Je bent praktijkgericht en dat komt goed uit. Al tijdens de opleiding ga je aan de slag om in je eigen werkomgeving verbetervoorstellen uit te werken voor onderhoudsplannen en technische systemen. Je kan verder.
ALS ERVARINGSSPECIALIST WEET JE UIT DE PRAKTIJK WAT ER BETER KAN, NU LEER JE HOE JE DAT KUNT DOORVOEREN
POST-HBO
Onderhoudstechnologie Onderhoud en Management Met een hbo-diploma op zak en enkele jaren ervaring in het werkterrein van onderhoud begint het; het idee dat je met je vergaarde kennis en ervaring verder wilt. De post-hbo opleidingen Onderhoudstechnologie en Onderhoud en Management bieden daar de juiste tools voor.
Onderhoudstechnologie is het in kaart brengen van de juiste onderhoudsbehoefte, het goede onderhoudsconcept en het sturen van het onderhoudsproces. Hierbij is het creëren van waarde steeds de drijfveer. Je leert de onderhoudsconcepten zo in te zetten dat door jouw werk geld wordt verdiend met onderhoud! Onderhoudstechnologie is een opleiding die je helpt met de volgende stappen in je werk. De stap naar effectiever onderhoud, een hoger kennisniveau en wellicht de volgende stap in je carrière. Om verder te komen in je werk, leer je meer over de verschillende fases van de levensduur van je installaties. Van onderhoudsbewust ontwerpen tot lean en continue verbeteringen van onderhoudsconcepten. De verworven kennis is zowel op technisch- als managementniveau. Materiaalkennis, schadeanalyse en reparatietechnieken gaan hand in hand met bijvoorbeeld conditiebewaking, inspectiemethoden en onderhoudsmanagementtechnieken. En het gaat verder. Tijdens de opleiding maak je gebruik van specialistische kennis van de docenten en pas je de nieuwe kennis meteen toe in je eigen werkomgeving. Daarbij steek je ook veel op van de kennis èn de vragen van je medecursisten.
Aan het eind van de opleiding werk je een eigen businesscase uit. Na de opleiding beschik je over een stevige basiskennis van industrieel onderhoud. Je kunt de juiste onderhoudsbehoefte in kaart brengen en een bijbehorend onderhoudsplan opstellen. Je weet wat er te koop is aan onderhoudstechnieken en je kunt het in de praktijk toepassen. Je hebt het totale onderhoudsproces in kaart en in je vingers. Bovenal heb je geleerd hoe onderhoud bijdraagt aan verhoging van de bedrijfsomzet en verbetering van de kwaliteit.
JE LEERT DE ONDERHOUDSCONCEPTEN ZO IN TE ZETTEN DAT DOOR JOUW WERK GELD WORDT VERDIEND MET ONDERHOUD Onderhoud en Management biedt als opleiding een unieke combinatie van techniek, bedrijfseconomie en organisatiekennis. Merk je als leidinggevende technicus dat je verder moet met onderhoud en je onderhoudsorganisatie, dan ligt deze opleiding op je route. Bij de opleiding Onderhoud en Management leer je wat er allemaal komt kijken bij efficiënt en effectief onderhoudsmanagement. Daarbij worden ook veel raakvlakken met algemeen management uitvoerig behandeld. Zo breng je de onderhoudsorganisatie verder en kom je verder in je eigen loopbaan. Je kan verder! De opleiding Onderhoud en Management heeft aandacht voor onderhoud en beheer en voor de processen rond het onderhoud zoals verandermanagement,
het managen van innovatieprocessen, integrale kwaliteitszorg en niet in de laatste plaats projectplanning en -bewaking. De gevolgen van jouw werk beperken zich niet tot de installaties. Dat gaat verder. Binnen en buiten de organisatie hebben onderhoud, projecten en de installaties uiteenlopende stakeholders. De opleiding heeft daarom ook aandacht voor certificering, veiligheid en milieuwetgeving en voor besluitvorming en bedrijfskundige processen binnen organisaties.
Met docenten en medecursisten uit de industrie vertegenwoordig je een geweldig praktijkinzicht. Samen werk je in een perfecte mix tussen theorie en praktijk om dat inzicht verder te verbeteren. De opleiding bied je bovendien de kans een sterk netwerk in de onderhoudsindustrie op te bouwen en uit te breiden. Docenten uit de industrie behandelen de lesstof aan de hand van voorbeelden uit hun professionele praktijk. Aanvullend op de lesstof worden lezingen door toonaangevende professionals uit het werkveld gegeven. De kracht van al deze kennis en ervaring ondervind je in deze opleiding door de inbreng van je eigen vraagstukken en projecten. Je maakt de theorie direct tot jouw praktijk en je komt verder.
MERK JE DAT JE VERDER MOET MET ONDERHOUD EN MET JE ONDERHOUDSORGANISATIE, DAN LIGT DEZE OPLEIDING OP JE ROUTE
Master of Engineering in Maintenance and Asset Management Je werkgebied groeit en de zwaarte van je functie ook. Projecten worden complexer, belangen wegen zwaarder en de samenwerking met nationale en internationale partners is minstens zo belangrijk als de technische eindresultaten van je projecten. Je wilt je vaktechnische kennis op het volgende plan brengen en je wilt verder bouwen aan je persoonlijke vaardigheden. De Master of Engineering in Maintenance and Asset Management is je volgende stap, bijvoorbeeld naar een seniorfunctie als onderhoudsmanager, maintenance engineer, system engineer, project manager of een meer leidinggevende functie als plant manager of hoofd technische dienst. Met deze masteropleiding verdiep en verbreed je jouw vaktechnische competenties en je interpersoonlijke vaardigheden.
JE ONTWIKKELT JE TOT EEN SPECIALIST DIE EEN MULTIDISCIPLINAIRE SAMENWERKING ZIET ALS EEN DOORSLAGGEVENDE SUCCESFACTOR VOOR INNOVATIE
Je ontwikkelt je tot een specialist die een multidisciplinaire samenwerking ziet als doorslaggevende succesfactor voor innovatie. En als het nodig is, kan je dit samenwerkingsproces ook regisseren. Je kijk op bedrijfsvoering wordt breder. Je ziet de organisatie niet meer als een reeks opeenvolgende processen maar juist als een parallel en geïntegreerd geheel van product- en procesontwikkeling. Door toegepast onderzoek stel je bedrijven in staat om sneller en efficiënter productvernieuwingen te realiseren. En een dergelijke vergroting van de innovatiekracht is essentieel in de concurrentiestrijd die draait om lage productiekosten en snelle ontwikkeling van complexe producten. Met de Master of Engineering in Maintenance and Asset Management kom je verder.
Opleidingen Integraal Inspecteur en Integraal Adviseur Vastgoed Het gescheiden uitvoeren van inspecties op diverse deelgebieden leidt tot inefficiëntie. Om te zorgen voor optimaal vastgoedmanagement is het belangrijk inspecties integraal uit te voeren. De Integraal Inspecteur Vastgoed is in staat inspecties multidisciplinair (Brand, Onderhoud, Energie en Installatieveiligheid) uit te voeren en het geïnspecteerde per discipline eenduidig te rapporteren. De Integraal Adviseur Vastgoed leert om met behulp van een integrale analyse van de beschikbare informatie een optimale bijdrage te leveren aan professioneel vastgoedmanagement.
Materiaaltechnologie Voor goed onderhoud is materiaalkennis van groot belang. Door een juiste materiaalkeuze en kennis van (toekomstige) materiaalgedragingen, kunnen risico’s beter worden ingeschat en kunnen aanzienlijke besparingen worden gerealiseerd. In onze onderhoudsopleidingen zit altijd een materiaalkundige component. Specialisatie op het gebied van bijvoorbeeld Metaalkunde of Corrosiebeheersing behoort ook tot de mogelijkheden.
Inspectie- en Keuringstechnieken Goed onderhoud kan niet zonder een gedegen conditiemeting. Dit is het rijk van de inspectie- en keuringsdeskundige. Centrum voor Natuur en Techniek biedt zowel de Level 2 als Level 3 opleiding Inspectie- en Keuringstechnieken, beiden voorbereidend op het SKO-examen en SKO-certificering.
Permanent competent Hogeschool Utrecht, Centrum voor Natuur & Techniek (CvNT) heeft een breed scala aan onderhoudsgerichte opleidingen voor professionals. Het aanbod van opleidingen biedt zowel verdieping als verbreding van kennis. Van materiaalkunde tot inspectie en van post-mbo niveau tot en met masteropleidingen. Met een sterke verankering in de industrie geven de opleidingen steeds de ondersteuning voor permanente competentie-ontwikkeling van de onderhoudsprofessional. Veel praktische kennis en kunde uit de industrie is in de opleidingen verzameld en gebundeld. Specialisten uit de industrie dragen de kennis over aan de deelnemers. Deelnemers die op hun beurt steeds met eigen situaties, projecten en vragen komen. Daarmee is het geen eenrichtingsverkeer van feitjes, maar een gezamenlijke beweging naar een hoger niveau. Onderhoud evolueert. Kijk bijvoorbeeld naar de verregaande integratie van IT of de beschikbare technieken voor conditiebewaking. De onderhoudsinformatie van installaties kan tot jaren terug worden uitgediept om een terugkerende situatie te ondervangen. Tenminste, als je weet wat
je doet. En daar zijn de opleidingen van CvNT de ideale tool voor. In de breedte en in de diepte. Met opleidingen van materialenkennis tot gecertificeerd inspecteur en van post-mbo Onderhoudtechniek tot en met de Master of Engineering in Asset and Maintenance Management. Het unieke aanbod van opleidingen voor werkende professionals op het gebied van materialen, inspectie en onderhoud van CvNT is door de hele onderhoudsorganisatie in te zetten. Deze cascade van kennisaanbod houdt de onderhoudsprofessional permanent competent.
Industrie
Materiaalkunde/Engineering
JE KAN VERDER!
Vastgoed
Master of Engineering in Maintenance and Asset Management
Master niveau: innovator en onderzoeker
Metaalkunde Onderhoud en Management (OM)
Laspraktijkingenieur
HBO+ niveau: asset manager
IKT3
Corrosiebeheersing Onderhoudstechnologie (OT)
Onderhoudstechniek (OTK) Uitvoering Onderhoud
Adviseur Vastgoed
IKT2
Inspectie
Inspecteur Vastgoed
Uitvoering Onderhoud
Inspectie
HBO/HBO+ niveau: adviseur of manager
MBO+ niveau: uitvoerend
Actief inspelen op opleidingsvragen Centrum voor Natuur & Techniek, het naen bijscholingsinstituut van Hogeschool Utrecht - Faculteit Natuur & Techniek, verzorgt beroepskwalificerende kennisoverdracht voor professionals. Primaire aandachtsgebieden zijn de technische en daaraan verwante bedrijfskundige vakgebieden. • Bedrijfskunde • Engineering • Gebouwde Omgeving • ICT & Installatietechniek • Life Sciences & Chemistry • Materialen • Onderhoud & Inspectie CvNT levert een breed pakket aan opleidingsactiviteiten op zowel post-mbo-, post-hbo als masterniveau en voert kennisscans en onderwijsinnovatieprojecten uit. Wij werken samen met relevante brancheorganisaties en andere instellingen uit de onderscheiden vakgebieden. Deze samenwerking, en het nauwe contact met opdrachtgevers en individuele professionals, staat garant voor innovatief onderwijs en up-to-date kennis.
Opleidingen op maat Op uw specifieke kennisvraag zoeken wij graag een antwoord. Zo kunnen wij opleidingen op maat voor u ontwikkelen die qua inhoud, niveau en duur worden afgestemd op uw behoeften.
Cedeo-erkenning Centrum voor Natuur & Techniek is erkend door Cedeo. Het Cedeo-keurmerk waarborgt de klanttevredenheid. Deze wordt in een klanttevredenheidsonderzoek gepeild. Het laatste onderzoek heeft geresulteerd in een eindbeoordeling van 8,7.
Deze in-company opleidingen verzorgen wij bij u in huis, in uw regio of op onze eigen locaties binnen Hogeschool Utrecht. Meer weten? Je bent enthousiast geworden en wilt graag verder? Informeer dan naar de uitgebreide informatie van de afzonderlijke opleidingen. Bestaat de behoefte aan persoonlijk contact, bijvoorbeeld over opleidingen op maat, vraag dan naar Michel Grijpink, teamleider Engineering. Ook als de opleidingsvraag nog niet helder is, kan het nuttig zijn bedrijfsvraagstukken te spiegelen aan onze kijk op opleiden. Gezamenlijk zoeken wij graag naar de beste oplossing voor uw bedrijf.
Hogeschool Utrecht Centrum voor Natuur & Techniek Tel. 088 481 88 88 info@cvnt.nl
www.cvnt.nl
“Met Onderhoud en Management heb ik mijn kennis verdiept, maar vooral een ontwikkeling doorgemaakt in het effectief toepassen daarvan.” Danny Hartman Maintenance Manager, DSM Special Products Rotterdam